LEERWERKBOEK NIEUWE NATUUR- EN SCHEIKUNDE 1 & 2 VMBO-B(K) LW00 DEEL A

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "LEERWERKBOEK NIEUWE NATUUR- EN SCHEIKUNDE 1 & 2 VMBO-B(K) LW00 DEEL A"

Transcriptie

1 LEERWERKBOEK NIEUWE NATUUR- EN SCHEIKUNDE 1 & 2 VMBO-B(K) LW00 DEEL A

2

3 NIEUWE NATUUR- EN SCHEIKUNDE NATUUR- EN SCHEIKUNDE VOOR DE ONDERBOUW 1 & 2 VMBO-B(K) LWOO DEEL A AUTEURS: J. VAN GEMERT T. JACOBS M. HORDIJK DERDE DRUK MALMBERG S-HERTOGENBOSCH

4

5 INHOUDSOPGAVE 1 Natuur- en scheikunde 1 Natuur- en scheikunde om je heen 4 2 Waarnemen 10 3 Meten 15 4 Practicum 27 5 Temperatuur meten 37 6 Massa meten 41 7 Test Jezelf 43 8 Met de computer 47 2 Werken met stoffen 1 Een edelsmid en een hoefsmid 50 2 Stoffen thuis en op school 52 3 Herkennen van stoffen 60 4 Stof-eigenschappen 64 5 Massa van stoffen 83 6 Stoffen en veiligheid 91 7 Test Jezelf 97 8 Met de computer Water en lucht 1 Gebruik van water Fasen Water thuis gebruiken Koffie Soorten water Drinkwater maken Afvalwater zuiveren Test Jezelf Met de computer Warmte 1 Warmte thuis en op school Aardgas verbranden Transport van warmte Test Jezelf Met de computer 220 Knipblad 221 Register 223

6 Inhoud 1 Warmte thuis en op school Aardgas verbranden Transport van warmte Test Jezelf Met de computer

7 Warmte Startvraag De meeste Nederlanders gebruiken aardgas om hun huis te verwarmen. Schrijf drie beroepen op waarbij mensen met aardgas werken. 169

8 1 Warmte thuis en op school Het komt vaak voor dat we warmte nodig hebben. Warmte komt van een warmtebron. Warmtebronnen In de winter zorgt een kachel of de verwarming voor warmte (afbeelding 1). Om de warmte in het huis te houden, worden isolatie-materialen gebruikt (afbeelding 2). Met warme kleren kun je ook naar buiten als het hard vriest (afbeelding 3). Om vlees te grillen heb je warmte nodig. afbeelding 1 De kachel geeft je warmte in de winter. afbeelding 2 Het huis wordt geïsoleerd om de warmte binnen te houden. Om iets te verwarmen gebruik je een warmtebron. Van een warmtebron krijg je warmte. Als je proeven doet, gebruik je vaak een brander. Een brander gebruikt aardgas. 170 afbeelding 3 Als het vriest, kan de zon nog steeds schijnen.

9 Met een dompelaar kun je ook iets verwarmen. Een dompelaar werkt op elektriciteit (afbeelding 4). Thuis gebruik je warmtebronnen die op gas werken. Bijvoorbeeld: - de cv-ketel van de centrale verwarming (afbeelding 5) - het gasfornuis - de geiser - de gasboiler Je gebruikt thuis ook warmtebronnen die op elektriciteit werken (afbeelding 6). Voorbeelden daarvan zijn: - het strijkijzer - het broodrooster - de waterkoker - het koffiezet-apparaat - de wasmachine - de elektrische boiler van afbeelding 5 Ook de afwasmachine en de wasdroger gebruiken elektriciteit. Voor het afwassen is warm water nodig en voor drogen warme lucht. afbeelding 4 Een dompelaar werkt op elektriciteit. centrale verwarming elektrische boiler voor warm water afbeelding 5 Deze centrale verwarming werkt op gas. De boiler ernaast werkt op elektriciteit. afbeelding 6 Deze warmtebronnen werken op elektriciteit. OPGAVEN 1 Wat heb je nodig om iets te verwarmen? A een elektriciteits-bron B een waterbron C een warmtebron D een gasbron 171

10 2 Je gaat water verwarmen. Wat gebeurt er met de temperatuur van het water? A De temperatuur verandert niet. B De temperatuur stijgt. C De temperatuur daalt. D Verwarmen heeft niets met temperatuur te maken. 3 Waarmee kun je meten of iets warmer wordt? A met een thermometer B met een warmtebron C met een gasbron D met een warmte-meter 4 Kruis bij de warmtebronnen in tabel 1 aan of ze op gas of elektriciteit werken. (Het kan zijn dat je twee kolommen moet aankruisen.) tabel 1 warmtebronnen op gas en elektriciteit warmtebron werkt op gas werkt op elektriciteit cv-ketel broodrooster föhn geiser dompelaar boiler soldeer-bout waterkoker wasmachine frituurpan krultang 172

11 5 Hoe ontstaat de warmte bij een gas-kachel? A door het gas dat erdoorheen stroomt B doordat er gas wordt verbrand C door een gasbron D door de druk van het gas 6 Waarom is de zon ook een warmtebron? 7 Waarvoor dient de warmte van een geiser? A om de keuken te verwarmen B om de badkamer te verwarmen C om het huis te verwarmen D om water te verwarmen 8 In welke warmtebron hoef je niets te verbranden? A in een elektrische warmtebron B in een open haard C in een gas-kachel D in een kolen-kachel 9 Kun je elektriciteit gebruiken om iets te verwarmen? Elektriciteit kun je WEL / NIET gebruiken om iets te verwarmen. 10 Op welke manier kun je warmte in je huis vasthouden? door -materialen te gebruiken Brandstoffen Er zijn stoffen die je verbrandt om warmte te krijgen. Deze stoffen noem je brandstoffen (afbeelding 7). Nog niet zo heel lang geleden werden de huizen verwarmd met steenkool. afbeelding 7 verschillende brandstoffen 173

12 Vroeger werd ook veel huisbrand-olie gebruikt. Dit is een brandstof die veel op diesel-olie lijkt. Nu wordt vooral aardgas gebruikt. Kampeerders gebruiken vaak butagas. Biogas is een brandbaar gas dat uit afvalstoffen wordt gemaakt. Biogas heeft ongeveer dezelfde eigenschappen als aardgas. afbeelding 8 Bij fondue gebruik je spiritus als brandstof. Hout verbrand je in een alles-brander en een open haard. Voor een kampvuur gebruik je ook hout. Houtskool gebruik je voor de barbecue. Spiritus gebruik je bij fonduen (afbeelding 8) en gourmetten. Auto s, motoren en brommers lopen meestal op benzine. Veel auto s rijden op autogas. De afkorting van autogas is lpg. Vrachtauto s, zware machines en tractoren rijden meestal op diesel-olie. Als je brandstoffen verbrandt, krijg je energie. Die energie noem je warmte. Warmte is een vorm van energie. We moeten zuinig zijn met het gebruik van energie. De brandstoffen raken op (afbeelding 9). Iedereen kan meewerken om zuinig met energie om te gaan. OPGAVEN 11 Schrijf vijf brandstoffen op die thuis gebruikt kunnen worden. afbeelding 9 Langzaam maar zeker wordt onze brandstof-voorraad kleiner. 12 Schrijf drie brandstoffen op die je voor auto s kunt gebruiken. 13 Schrijf achter de warmtebronnen welke brandstof ze gebruiken. Kies uit: houtskool - hout - spiritus Een kampvuur werkt op. Een barbecue werkt op. Een gourmetstel werkt op. Een open haard werkt op. Een fonduestel werkt op. 174

13 HOOFDSTUK 4 Warmte 14 Hoe noem je het brandbare gas dat van afvalstoffen wordt gemaakt? A afvalgas B brandgas C biogas D aardgas 15 Warmte is WEL / NIET een vorm van energie. 16 Waarom moeten we zuinig zijn met brandstof? De voorraad brandstoffen raakt WEL / NIET op. 17 Wie kan ervoor zorgen dat er zuinig wordt omgegaan met energie? A iedereen B alleen de regering C alleen chauffeurs van vrachtauto s D alleen bedrijven Chemische energie Als je een brandstof laat verbranden, krijg je warmte. Verbranden is een scheikundig verschijnsel. Bij een scheikundig verschijnsel veranderen stoffen voor altijd. Een ander woord voor scheikundig is chemisch. De energie in een brandstof noem je daarom chemische energie (afbeelding 10). 1 2 In hout zit chemische energie. 3 Bij verbranden van hout krijg je warmte, licht, gassen en rook. Wat overblijft is houtskool en as. afbeelding 10 In hout zit chemische energie _BK_Leerwb_H04.indd Sec1: :03:54

14 Bij het verbranden van brandstof ontstaat warmte. Je zegt dat de chemische energie wordt omgezet in warmte. Je kunt dit op een eenvoudige manier in een tekening laten zien (afbeelding 11). Vóór de pijl staat de brandstof. Achter de pijl staat wat er na de verbranding overblijft. De tekening van afbeelding 11 noem je een reactie-schema. warmte licht gassen rook afbeelding 11 Dit is het reactie-schema van de verbranding van hout. hout chemische energie verbranden OPGAVEN 18 Is verbranden wel of niet een chemische verandering? A Wel, omdat er alleen maar chemische veranderingen zijn. B Niet, omdat geen enkele verandering chemisch is. C Niet, want verbranden is geen chemische verandering. D Wel, want door verbranden krijg je andere stoffen. 19 Van het verbranden van een brandstof kun je een eenvoudige tekening maken. Hoe noem je zo n tekening? A een reactie B een reactie-schema C een reactie-tekening D een chemische reactie 176

15 PROEF 1 EEN LUCIFER VERBRANDEN WAT JE NODIG HEBT 1 doosje lucifers 1 schoteltje UITVOERING Neem twee lucifers uit het doosje. Steek één lucifer aan. Laat hem voor de helft opbranden. Blaas hem dan uit. Er komt rook van de lucifer af. Ruik aan die rook. Leg de lucifer op het schoteltje. Leg de goede lucifer naast de verbrande lucifer (afbeelding 12). Bekijk de twee lucifers goed. afbeelding 12 Een nieuwe en een verbrande lucifer zien er verschillend uit. 1 Is het hout van de lucifer een brandstof? A Nee, want de lucifer levert maar weinig warmte. B Nee, want de lucifer brandde niet helemaal op. C Ja, want de lucifer verbrandt en geeft daarbij warmte. D Ja, want hout is de enige brandstof. 2 Wat gebeurt er bij het verbranden van de lucifer? Kruis in tabel 2 aan of de uitspraak goed of fout is. tabel 2 een lucifer verbranden uitspraak goed fout Bij het verbranden geeft de lucifer warmte. Bij het verbranden geeft de lucifer licht. De lucifer is helemaal opgebrand. Als de lucifer verbrandt, krijg je rook. Als de lucifer verbrandt, is de vlam blauw. Als de lucifer verbrandt, is de vlam oranje. 177

16 3 In afbeelding 13 zie je een tekening van de verbranding van de lucifer. De tekening is niet helemaal af. Teken vóór de pijl een goede lucifer. Gebruik een potlood en een geo-driehoek. Kleur de lucifer. Achter de pijl moeten de stoffen staan die na de verbranding ontstaan. De eerste letter daarvan is gegeven. Maak zelf de woorden af. W L G R afbeelding 13 Met een schema kun je de verbranding van een lucifer laten zien. 4 De rook van brandend hout kun je WEL / NIET goed ruiken. PROEF 2 VERBRANDEN VAN SPIRITUS WAT JE NODIG HEBT 1 druppel-flesje met spiritus 1 indamp-schaaltje 1 poetsdoek lucifers UITVOERING Pas op! Let bij proeven waarbij je iets moet verbranden, altijd op je haren en kleren. Vraag aan je leraar of een gedeelte van het licht in het lokaal uit mag. Maak het indamp-schaaltje goed schoon met de poetsdoek. Zet het indamp-schaaltje voor je op tafel. Druppel tien druppels spiritus in het indamp-schaaltje. Doe het druppel-flesje met spiritus dicht en zet het weg. 178

17 1 Welke kleur heeft spiritus? Spiritus is. Pas op! Je kunt niet altijd zien dat de spiritus brandt. Kom met je kleren en alles wat kan branden niet bij de vlam. Stroop je mouwen op. Steek een lucifer aan. Houd de brandende lucifer bij de spiritus in het indampschaaltje. Voel met je hand boven de vlam of er warmte vanaf komt. Kijk goed, tot de spiritus is opgebrand. Let goed op warmte, licht en rook. 2 Wat gebeurt er bij het verbranden van spiritus? Kruis in tabel 3 aan of de uitspraak goed of fout is. tabel 3 spiritus verbranden uitspraak goed fout Bij het verbranden geeft spiritus warmte. Bij het verbranden geeft de vlam veel licht. De spiritus is helemaal opgebrand. Als spiritus brandt, krijg je rook die je goed ziet. Als spiritus brandt, is de vlam blauw. Bij het verbranden van spiritus komen gassen vrij. Die gassen kun je niet zien. Dat komt doordat die gassen geen kleur hebben. Iets wat geen kleur heeft, noem je kleurloos. 3 De gassen die bij het verbranden van spiritus vrijkomen, hebben WEL / GEEN kleur. 4 Een gas dat geen kleur heeft, noem je. Kijk naar de bodem van het indamp-schaaltje. 5 De bodem van het indamp-schaaltje is WEL / NIET een beetje blauw geworden. 179

18 Wrijf met je vinger over de bodem van het schaaltje. Bekijk je vinger. Aan je vinger zit blauwe kleurstof. 6 In spiritus zit WEL / NIET blauwe kleurstof. 7 Maak de tekening van de verbranding van spiritus af (afbeelding 14). Kleur vóór de pijl de spiritus blauw. Kleur de vlammen in de pijl blauw. Achter de pijl moet staan wat je na de verbranding hebt. De eerste letter van de woorden is gegeven. Maak zelf de woorden af. W spiritus L G afbeelding 14 Dit is een reactie-schema voor de verbranding van spiritus. Elektrische energie In elektrische apparaten wordt elektriciteit omgezet in warmte (afbeelding 15). Het verwarmings-element wordt warm als er elektrische stroom door loopt. afbeelding 15 Een broodrooster zet elektrische energie om in warmte. 180

19 Er zijn veel apparaten waarmee je iets kunt verwarmen. In al die apparaten zit een verwarmings-element. Het verwarmings-element van een wasmachine zie je in afbeelding 16. Ook in een wasdroger zit een verwarmings-element. Een ventilator blaast lucht langs het verwarmings-element. Het verwarmings-element verwarmt de lucht. De was wordt gedroogd door de warme lucht. PROEF 3 HET ONTSTAAN VAN WARMTE IN ELEKTRISCHE APPARATEN WAT JE NODIG HEBT 1 veiligheids-bril 2 tonvoeten 2 isolatoren 2 snoeren 1 regelbare voeding met voltmeter 2 stukjes papier van ongeveer 2 bij 5 cm 1 stukje constantaan-draad van 0,2 mm dik UITVOERING Zet je veiligheids-bril op. Draag de bril tijdens de hele proef. Maak de opstelling van afbeelding 17. Zet de isolatoren in de tonvoeten. Zet de isolatoren 50 cm uit elkaar. Span de constantaan-draad tussen de isolatoren. Zorg dat de draad strak staat. Zet de aan-uit-schakelaar op de voeding uit. Sluit de isolatoren aan op de regelbare voeding. Voel aan de draad. afbeelding 16 het verwarmings-element van een wasmachine voedingsapparaat afbeelding 17 Dit is de opstelling voor proef cm 1 De draad is WEL / NIET warm. Stel de stroomsterkte in op 2 ampère. Probeer niet van alles uit, als je niet weet hoe dat moet. Er kan dan veel verkeerd gaan. Vraag aan je leraar om de stroomsterkte in te stellen. Let op hoe je leraar dat doet, zodat je het daarna zelf kunt. Zet de voeding aan. Kijk goed wat je ziet. Houd je hand vlak boven de draad. Kom vooral niet aan de draad, je kunt dan je hand verbranden. 181

20 2 Zie je nu verandering aan de draad? De draad is WEL / NIET veranderd. De draad is WEL / NIET verkleurd. De draad is WEL / NIET gaan gloeien. De draad is KORTER / LANGER geworden. papiertje dat op de draad ligt De draad is WARMER / KOUDER geworden. Schakel de voeding weer uit. Vouw nu een papiertje om en leg het op de draad (afbeelding 18). Schakel de voeding weer in. Kijk goed wat je ziet aan de draad en het papiertje. 3 Wordt de draad langer? A Ja, want de draad gaat weer doorhangen. afbeelding 18 Zo leg je het papiertje op de draad. B Ja, want de draad gaat weer strakker hangen. C Nee, de draad blijft hetzelfde. D Nee, de draad wordt korter. 4 Wat zie je aan het papiertje? A niets bijzonders B Het papiertje verkleurt iets. C Het papiertje schroeit door. D Het papiertje brandt snel op. 5 Waarom gebeurt dat met het papiertje? A Elektrische stroom kan papier verbranden. B omdat de draad zeer warm wordt C door de vouw in het papier D omdat papier dun is Vergroot de stroomsterkte door de draad tot 3 ampère. Kijk goed naar de draad. 6 Welke verschillen zijn er met de vorige keer? De stroomsterkte is WEL / NIET hoger. De draad is WEL / NIET warmer. De draad is nog LANGER / KORTER. De draad wordt ROOD / WIT. 182

21 Schakel de voeding weer uit. 7 In een wasmachine zit een verwarmings-element. Waarop werkt het verwarmings-element? A op elektriciteit uit het stopcontact B op de elektriciteit van batterijen C op gas D op benzine 8 In welke elektrische apparaten zit een verwarmings-element? Kruis in tabel 4 ja of nee aan. tabel 4 elektrische apparaten en verwarmings-elementen apparaat ja nee strijkijzer koffiezet-apparaat wekker-radio oven televisie waterkoker föhn mp3-speler wasmachine 9 Hoe kan een warmtebron warmte leveren? door te verbranden of met een elektrisch 183

22 Warmte is een vorm van energie. Een warmtebron levert warmte-energie. Uit brandstof kan energie worden gehaald. In brandstoffen zit chemische energie. Brandstoffen leveren warmte bij het verbranden. Elektrische energie kan ook worden omgezet in warmte. Elektrische apparaten hebben daarvoor een verwarmings-element. In het verwarmings-element wordt warmte opgewekt. 184

23 2 Aardgas verbranden In de centrale verwarming wordt aardgas verbrand voor de warmte. Aardgas is een schone brandstof. Aardgas verbranden heeft ook nadelen. De centrale verwarming De centrale verwarming van een woonhuis werkt meestal op aardgas. Centrale verwarming kort je af als cv. De belangrijkste onderdelen van een cv zie je in afbeelding 19. In de cv-ketel wordt aardgas verbrand. Het verbranden gebeurt in de brander van de ketel. De warmte verhit het water in de warmte-wisselaar. In de warmte-wisselaar wordt het water van de cv verwarmd. De pomp perst het koude water door de warmte-wisselaar. Vanaf de cv-ketel stroomt het warme water naar de radiatoren. De radiatoren worden warm. De warme radiatoren verwarmen de kamer. rookgas schoorsteen warm water cv-ketel warmtewisselaar gas brander pomp radiator afgekoeld water afbeelding 19 Dit zijn de belangrijkste onderdelen van een centrale verwarming. 185

24 OPGAVEN 20 Waarop werken de meeste centrale verwarmingen? A op aardolie B op butagas C op aardgas D op steenkool 21 Waardoor ontstaat de warmte in de cv-ketel? A door het verbranden van aardgas B door elektrische stroom C door zonne-warmte D door de radiatoren 22 Waarvoor dienen de radiatoren? A om het water te verwarmen B om de kamer te verwarmen C om het warme water te bewaren D om de warmte vast te houden 23 In een centrale verwarming zit een pomp. Waarvoor dient deze pomp? A om het water extra te verwarmen B om het gas naar de cv-ketel te pompen C om het water door de cv-ketel en de radiatoren te pompen D om de warmte op te vangen 24 Hoe komt het dat de radiatoren warm worden? A door de draaiende pomp B door het verbranden van het gas C doordat het gas door de gasmeter stroomt D door het warme water dat van de cv-ketel komt 25 Ester en Peter hebben in de regen gefietst. Hun jassen zijn behoorlijk nat. Als ze thuis komen, hangen ze hun jas op de radiator (afbeelding 20). Welke jas is het eerste droog? De jas van. 186

25 afbeelding 20 De jassen drogen niet even snel. De verbranding Om een brandstof te verbranden is zuurstof nodig. Zonder zuurstof kan niets branden. Zuurstof is een gas dat je niet kunt zien en niet kunt ruiken. Daarom zeg je: zuurstof is een reukloos en kleurloos gas. De zuurstof die nodig is voor de verbranding, wordt uit de lucht gehaald. Als de zuurstof op is, stopt de verbranding. OPGAVEN 26 Zuurstof kun je niet zien, omdat het: A wit van kleur is. B een kleurloos gas is. C een reukloos gas is. D niet in lucht voorkomt. 27 Zuurstof is reukloos. Dat wil zeggen dat je zuurstof WEL / NIET kunt ruiken. 28 Als de zuurstof op is, dan: A stopt de verbranding. B gaat de verbranding gewoon door. C gaat de verbranding sneller. D gaat de verbranding langzamer. 187

26 PROEF 4 VOOR VERBRANDEN IS ZUURSTOF NODIG WAT JE NODIG HEBT 1 waxine-lichtje 1 bekerglas van 400 ml lucifers UITVOERING Zet het waxine-lichtje voor je op tafel. Steek het waxine-lichtje aan. 1 Afbeelding 21 is een tekening van een brandend waxine-lichtje. De lijnen zijn heel dun getekend. Teken ze met potlood netjes dikker. afbeelding 21 een brandend waxine-lichtje Kleur de vlam in de juiste kleur. Kijk naar de plek waar de waxine smelt. Kleur de plek met gesmolten waxine blauw. Zet het bekerglas over het waxine-lichtje (afbeelding 22). Kijk goed naar de vlam. 2 Wat gebeurde er met de vlam, toen je het glas over het waxinelichtje zette? De vlam ging WEL / NIET uit. 3 Onder het glas ging het waxine-lichtje uit. Waarom ging het waxine-lichtje uit? afbeelding 22 Het bekerglas staat over het waxine-lichtje. A Het waxine-lichtje was op. B De lucht was op. C De lont was op. D De zuurstof in de lucht was op. 4 Hoe komt het dat de zuurstof onder het bekerglas opraakt? A Bij verbranden wordt zuurstof verbruikt. B Doordat het bekerglas over de vlam stond. C Doordat de temperatuur hoger werd. D De zuurstof is kleurloos geworden. 188

27 5 Kruis in tabel 5 aan of de uitspraken goed of fout zijn. tabel 5 Welke uitspraken zijn goed? uitspraak goed fout Bij verbranden wordt zuurstof verbruikt. In lucht zit geen zuurstof. Verbranden is een chemische verandering. De vlam ging uit door een teveel aan zuurstof. Het waxine-lichtje ging uit, omdat het nat werd. Warmte is een vorm van energie. Onvolledige verbranding Het kan voorkomen dat er te weinig zuurstof is bij een verbranding. De brandstof verbrandt dan slecht. Een slechte verbranding noem je een onvolledige verbranding. In de vlam zitten dan een zeer giftig gas en vuile stoffen. Het zeer giftige gas is koolstof-mono-oxide. Ook koolstof-mono-oxide is een kleurloos en reukloos gas. Een vuile stof die in de vlam zit, is roet. In de vlam is het roet gloeiend heet. De vlam kleurt daardoor geel-oranje (afbeelding 23). In afbeelding 24 zie je een schema van een onvolledige verbranding. afbeelding 23 Bij een onvolledige verbranding zie je een geel-oranje vlam. brandstof + te weinig en vuur koolstofmono-oxide + roet zuurstof afbeelding 24 Dit is een schema van een onvolledige verbranding. 189

28 Een onvolledige verbranding kan gevaarlijk zijn. Dat kun je lezen in het kranten-artikel van afbeelding 25. afbeelding 25 Ongelukken met koolsto-mono-oxide kunnen dodelijk zijn. Koolstofmonoxidevergiftiging E I N D H O V E N - De politie heeft zaterdagavond een 26-jarige man uit Eindhoven dood gevonden in zijn flat aan de Tempellaan. Volgens de politie is hij overleden aan koolstof-mono-oxide vergiftiging. De man werd gevonden in zijn badkamer, waar een butagas-kacheltje stond. De man had volgens de politie de ontluchting van de badkamer dichtgestopt met een washandje, vermoedelijk omdat het tochtte. Als een cv-ketel niet goed brandt, ontstaat er ook koolstof-mono-oxide. Omdat dit gevaarlijk kan zijn, moet de ketel regelmatig worden gecontroleerd. Dat moet gebeuren door een verwarmings-monteur. Hij maakt de ketel schoon en zorgt voor een goede afstelling. Een cv-monteur kan ook een nieuwe verwarming aanleggen. Hij heeft een speciale opleiding gehad om zijn beroep uit te oefenen. OPGAVEN 29 Bij een verbranding is te weinig zuurstof. De verbranding is dan WEL / NIET volledig. 30 Welke stoffen ontstaan bij een onvolledige verbranding? A koolstof-di-oxide en koolstof-mono-oxide B koolstof-mono-oxide en roet C roet en waterdamp D waterdamp en koolstof-di-oxide 31 Een cv-ketel brandt met een gele vlam. De verbranding is WEL / NIET volledig. Er kan het gevaarlijke gas ontstaan. De cv-ketel moet worden onderhouden door 32 Kan iedereen zo maar cv-monteur zijn? JA / NEE, want er is WEL / NIET een speciale opleiding voor nodig. 190

29 PROEF 5 DE ONVOLLEDIGE VERBRANDING WAT JE NODIG HEBT 1 brander 1 reageerbuis 1 reageerbuis-rek 1 doekje lucifers UITVOERING Maak de brander aan. Laat de lucht-regelschijf dicht. Laat de brander met een grote, gele vlam branden. Beweeg de reageerbuis langzaam door de vlam (afbeelding 26). Houd de reageerbuis 20 seconden in de vlam zoals in afbeelding 26 (tel langzaam tot 20). Zet de brander uit. Kijk nu hoe de reageerbuis eruitziet. Zet de reageerbuis in het reageerbuis-rek. 1 Wat valt je op aan de reageerbuis? A De reageerbuis is rood-gloeiend. afbeelding 26 Zo houd je de reageerbuis in de gele vlam. B De reageerbuis is gaan smelten. C De reageerbuis is niet veranderd. D De reageerbuis is nu vuil. 2 Welke kleur heeft de stof die op de reageerbuis is gekomen? Veeg de reageerbuis met een doekje schoon. Wat je van de reageerbuis afgeveegd hebt, is roet. 3 Roet ontstaat WEL / NIET bij een onvolledige verbranding. 4 Wanneer ontstaat koolstof-mono-oxide? A als de verbranding te snel gaat B als de verbranding te langzaam gaat C als de vlam te veel zuurstof krijgt D als de vlam te weinig zuurstof krijgt 5 Het aardgas uit de brander verbrandde VOLLEDIG / ONVOLLEDIG. 191

30 6 Welke eigenschappen horen bij koolstof-mono-oxide? Kruis in tabel 6 steeds aan of het waar of niet waar is. tabel 6 eigenschappen van koolstof-mono-oxide eigenschap van koolstof-mono-oxide waar niet waar goed zichtbaar ongevaarlijk heel giftig stinkt reukloos kleurloos Volledige verbranding Als er genoeg zuurstof is, dan heb je een goede verbranding. Een goede verbranding noem je een volledige verbranding. Bij een volledige verbranding krijg je koolstof-di-oxide en waterdamp (afbeelding 27). Koolstof-di-oxide is een reukloos en kleurloos gas. Koolstof-di-oxide is niet giftig. Een goede verbranding van aardgas geeft een schone, blauwe vlam. Dat kun je zien bij de brander in afbeelding 28. aardgas zuurstof warmte koolstofdi-oxide waterdamp afbeelding 27 Dit is een schema van de volledige verbranding van aardgas. afbeelding 28 Een schone, blauwe vlam betekent dat de verbranding volledig is. 192

31 OPGAVEN 33 Wanneer spreek je van een volledige verbranding? A als de brandstof helemaal op is B als de lucht helemaal op is C als de zuurstof helemaal op is D als er voldoende zuurstof is bij de verbranding en je een schone vlam hebt 34 Een brander is zo ingesteld, dat de verbranding van het gas volledig is. Welke kleur heeft de vlam van de brander? A geel B oranje C blauw D rood 35 Welke eigenschap hoort niet bij koolstof-di-oxide? A zeer giftig B niet giftig C kleurloos D reukloos PROEF 6 DE VOLLEDIGE VERBRANDING WAT JE NODIG HEBT 1 brander 1 reageerbuis 1 reageerbuis-rek 1 doekje lucifers UITVOERING Maak de brander aan. Draai de lucht-regelschijf open. Laat de brander met een ruisende, blauwe vlam branden. Beweeg de reageerbuis langzaam door de vlam. Houd de reageerbuis zo 20 seconden in de vlam (tel langzaam tot 20). Zet de brander uit. 193

32 Kijk nu hoe de reageerbuis eruitziet. Zet de reageerbuis in het reageerbuis-rek. 1 Hoe ziet de reageerbuis er nu uit? A een beetje vuil B nog vuiler dan bij proef 5 C De reageerbuis is schoon gebleven. D De reageerbuis is verbrand. 2 Als de lucht-regelschijf open is, kan er WEL / GEEN lucht in de buis van de brander komen. Hierdoor komt er WEL / NIET voldoende zuurstof bij het gas om goed te kunnen verbranden. Als aardgas met een blauwe vlam verbrandt, is de verbranding VOLLEDIG / ONVOLLEDIG. 3 Kruis in tabel 7 aan of de verbranding volledig of onvolledig is. Let op: Soms moet je in beide kolommen een kruisje zetten. tabel 7 volledige verbranding en onvolledige verbranding bij een verbranding volledige verbranding onvolledige verbranding heb je een gele vlam heb je een blauwe vlam heb je geen erg hete vlam heb je een hete vlam krijg je roet krijg je koolstof-mono-oxide krijg je waterdamp krijg je koolstof-di-oxide Ventileren In een cv-ketel wordt aardgas verbrand. Gas-kachels gebruiken ook aardgas. Bij verbranding van aardgas ontstaan verbrandings-gassen. De verbrandings-gassen worden afgevoerd door de schoorsteen. 194

33 De verbranding van het aardgas moet volledig zijn. Soms is dat niet zo en dan krijg je koolstof-mono-oxide. Als je in een kamer stookt, moet je de kamer ventileren. Door te ventileren komt er verse lucht in de kamer. OPGAVEN 36 Waarom moeten verbrandings-gassen door de schoorsteen worden afgevoerd? A Anders wordt het te warm in de kamer. B Omdat koolstof-di-oxide giftig is. C Alle verbrandings-gassen zijn giftig. D Omdat er het giftige koolstof-mono-oxide in kan zitten. 37 Welk gevaar bestaat er bij een verstopte schoorsteen? A Er kan koolstof-mono-oxide ontstaan. B Er ontstaat teveel koolstof-di-oxide. C De kachel gaat uit. D Je verstookt zo te veel gas. 38 In een kamer brandt een petroleum-kacheltje. Het kacheltje is niet aangesloten op een schoorsteen. Waarom moet de kamer worden geventileerd? A om steeds verse lucht te krijgen B omdat het niet te warm mag worden C om genoeg verbrandings-gas te krijgen D om de waterdamp op te vangen 39 Lees het krantenbericht in afbeelding 29 goed door. Man overlijdt door storing van geiser V E N L O - Een 25-jarige inwoner van Venlo is maandagmorgen overleden aan een koolmonoxide-vergiftiging. Door een technische storing kwam uit de geiser van de man koolmonoxide vrij. Samen met het tekort aan zuurstof in de woning leidde dit tot de dood van de man. De Technische Recherche van de politie in Venlo heeft een onderzoek ingesteld. Een woordvoerder van de politie zag gisteravond geen enkele aanleiding ervan uit te gaan dat de storing voortkomt uit achterstallig onderhoud van de geiser. Vorige week kwam in Venlo een geiser tot een lichte ontploffing. Voorlopig houdt de politie het verband tussen de twee ongelukken op een ongelukkige samenloop van toevalligheden. afbeelding 29 een ongeluk met dodelijke afloop 195

34 Aan wat voor vergiftiging is de man overleden? 40 Waardoor kwam er koolstof-mono-oxide in de woning? 41 Kruis bij de uitspraken in tabel 8 het goede antwoord aan. tabel 8 Welke uitspraak is waar? uitspraak waar niet waar Bij een schone vlam ontstaat geen roet. Bij volledige verbranding heb je voldoende zuurstof. Bij volledige verbranding krijg je koolstof-mono-oxide. Koolstof-mono-oxide is niet gevaarlijk. Koolstof-di-oxide is reukloos. Koolstof-di-oxide is gevaarlijk. Voor alle verbrandingen is zuurstof nodig. Er zijn brandstoffen die kunnen branden zonder zuurstof. Als een brandstof eenmaal brandt, is er geen zuurstof meer nodig. Bij een gele vlam heb je volledige verbranding. Bij een goede verbranding van aardgas heb je een schone, blauwe vlam. Het verbrandings-gas bestaat dan uit waterdamp en koolstof-di-oxide. Koolstof-di-oxide is een ongevaarlijk gas. Koolstof-di-oxide kun je niet zien en niet ruiken. Bij een slechte verbranding heb je een vuile, gele vlam. In een vuile vlam zitten roet en koolstof-mono-oxide. Koolstof-mono-oxide is zeer giftig. Koolstof-mono-oxide kun je niet zien en niet ruiken. Een kamer waar wordt gestookt, moet je goed ventileren. Een cv-monteur moet een speciale opleiding volgen. 196

35 3 Transport van warmte Als je iets wil verwarmen, moet warmte worden verplaatst. Warmte kan zich op verschillende manieren verplaatsen. Geleiding van warmte In de centrale verwarming stroomt warm water rond. Het water wordt verwarmd in de cv-ketel. Via de radiator komt de warmte de kamer in. Daarvoor moet de radiator aan de buitenkant warm worden (afbeelding 30). metaal metaal lucht 20 C water 70 C lucht 20 C Radiatoren zijn van metaal gemaakt. Metalen geven gemakkelijk warmte door. Je zegt: metalen geleiden warmte goed. Een metaal is een goede warmte-geleider. Je ziet in afbeelding 30 dat het water in deze radiator 70 C is. De lucht in de kamer wordt daardoor verwarmd tot 20 C. Aan de pijlen zie je: de warmte gaat van een warme naar een koude plaats. afbeelding 30 warmte-geleiding bij een radiator OPGAVEN 42 Het water in een radiator is WEL / NIET warmer dan de kamer. 43 Een metaal geeft warmte WEL / NIET gemakkelijk door. 44 Warmte gaat in een metaal van een warme naar een koude plaats. Deze zin is: A goed. B fout. 197

36 PROEF 7 WARMTE-GELEIDING IN METAAL WAT JE NODIG HEBT 1 bekerglas met 200 ml warm water van ongeveer 50 C 1 thermometer 1 leeg conserven-blik UITVOERING Meet met de thermometer de temperatuur van het water. 1 De temperatuur meet je met een. De temperatuur van het water is ongeveer C. afbeelding 31 Zo schenk je het warme water in het blikje. Pak het blikje met één hand vast. Schenk het warme water in het blikje (afbeelding 31). 2 Welk verschil merk je aan het blikje? A Ik merk geen verschil. B Het blikje wordt heel langzaam warmer. C Het blikje wordt heel snel warmer. D Het blikje koelt langzaam af. 3 Van welke stof is het blikje gemaakt? A metaal B kunststof C glas D papier Giet het water terug in het glas. Schenk het weer terug in het blikje. Doe dit een keer of vier. 4 Je voelt de warmte veel sneller aan HET BLIKJE / HET GLAS. HET BLIKJE / HET GLAS geleidt de warmte beter. 5 Welke stof geleidt warmte het best? A metaal B glas C Glas en metaal geleiden even goed. 198

37 PROEF 8 METAAL GELEIDT BETER DAN PLASTIC WAT JE NODIG HEBT het bekerglas van proef 7 met het warme water er nog in 1 thermometer 1 driepoot met gaas 1 brander 1 plastic eier-lepeltje 1 metalen lepeltje 1 horloge of klok UITVOERING Zet het bekerglas met water op de driepoot met gaas. Zet de thermometer in het bekerglas. Steek de brander op de juiste manier aan. Zorg voor een goede, warme vlam. Verwarm het water tot 80 C. Zet de brander uit. Zet nu de lepeltjes in het warme water (afbeelding 32). Wacht 3 minuten. Kleur intussen in afbeelding 32 het metalen lepeltje rood en het plastic lepeltje blauw. Voel na 3 minuten aan de bovenkant van de lepeltjes. 1 Voel je bij elk lepeltje dezelfde temperatuur? De temperatuur is WEL / NIET verschillend. 2 Welk lepeltje voelt het warmst aan? het METALEN / PLASTIC lepeltje 3 Je hebt in de tekening één lepeltje rood en één blauw gekleurd. Het rode lepeltje geleidt de warmte WEL / NIET het best. Het rode lepeltje is het METALEN / PLASTIC lepeltje. 4 Metaal is WEL EEN / GEEN goede warmte-geleider. Plastic is WEL EEN / GEEN goede warmte-geleider. 5 Aan de kraan van de radiator zit een plastic knop. Waarom is die knop van plastic? afbeelding 32 Het metalen en het plastic lepeltje staan in het warme water. Omdat de knop WEL / NIET erg warm mag worden. Plastic is WEL EEN / GEEN goede warmte-geleider. 6 Waarom zijn pannen in de keuken van metaal? Omdat metaal WEL EEN / GEEN goede warmte-geleider is. 199

38 7 Kruis bij de voorwerpen in tabel 9 aan of ze een goede of een slechte warmte-geleider zijn. tabel 9 goede en slechte warmte-geleiders voorwerp knop van de kraan handvat van een koekenpan bodem van een koekenpan punt van een soldeer-bout handvat van een soldeer-bout houten lepel in de keuken bodem van een fluitketel plastic roerstaafje voor de koffie handvat van een strijkijzer goede warmte-geleider slechte warmte-geleider pomp Stroming van warmte in water In de centrale verwarming moet warm water rond stromen. Met het warme water gaat de warmte van de ketel naar de radiatoren. Als het water niet stroomt, gaat er geen warmte naar de radiatoren. Dat komt doordat water een slechte warmte-geleider is. Als je het water laat stromen, kunnen de radiatoren warm worden. Een pomp zorgt ervoor dat het water naar de radiatoren stroomt (afbeelding 33). Als je water verwarmt, gaat het vanzelf stromen. Dit is een natuurlijke stroming. Stroming van water die vanzelf gaat, is erg langzaam. Voor een verwarming is deze stroming te langzaam. De pomp zorgt voor de snellere stroming. afbeelding 33 Door de pomp wordt het warme water naar de radiatoren gepompt. OPGAVEN 45 Radiatoren worden warm om een kamer te verwarmen. De radiatoren worden WEL / NIET verwarmd door de vlam van de brander. 200 De radiatoren worden WEL / NIET verwarmd door het warme water.

39 46 Water gaat stromen als het wordt verwarmd. Deze stroming gaat LANGZAAM / SNEL. 47 Waarvoor dient de pomp bij een centrale verwarming? De pomp zorgt ervoor dat: A het water gaat stromen. B het water sneller gaat stromen. C het water sneller warm wordt. D het water sneller afkoelt in de radiator. PROEF 9 WATER IS EEN SLECHTE WARMTE-GELEIDER WAT JE NODIG HEBT 1 brander 1 reageerbuis lucifers UITVOERING Vul de reageerbuis volledig met water. Laat er ongeveer 3 cm water uitlopen. Steek de brander op de juiste manier aan. Zorg voor een kleine, blauwe vlam. Pak de reageerbuis aan de onderkant vast. Houd de reageerbuis in de vlam, zodat aan de bovenkant het water verwarmd wordt (afbeelding 34). Haal de reageerbuis uit de vlam, als het water aan de bovenkant kookt. Pas op! Het water kookt zeer snel. afbeelding 34 Zo doe je proef 9. 1 Wat zie je als het water boven in de reageerbuis kookt? A De reageerbuis wordt rood-gloeiend. B De reageerbuis wordt vuil. C Het water gaat borrelen. D Het water verkleurt. 2 Is het water onder in de reageerbuis heet geworden? A Nee, want je kunt de reageerbuis nog goed vasthouden. B Ja, want het water gaat boven in de buis koken. C Ja, want het water kookt in de hele buis. 201

40 3 Is water een goede warmte-geleider? A Ja, want de hele buis is heet geworden. B Ja, want water is een metaal. C Nee, want je kunt de buis onderaan nog goed vasthouden. D Nee, want water kun je niet eens verwarmen. PROEF 10 WATER GAAT STROMEN DOOR WARMTE WAT JE NODIG HEBT 1 stromings-buis 1 statief 1 statief-klem 1 apparaten-klem 1 brander 1 spatel kalium-per-manganaat lucifers UITVOERING Maak de opstelling van afbeelding 35. Vul de stromings-buis met water, tot 1 cm onder de rand. Laat enkele kristallen kalium-per-manganaat in de buis vallen. 1 cm B C A D afbeelding 35 Dit is de opstelling van proef

41 Steek de brander op de juiste manier aan. Zorg voor een kleine, blauwe vlam. Verwarm de buis bij A. Kijk goed naar het water in de buis. 1 Het water gaat WEL / NIET bewegen. Maak de brander na 2 minuten uit. Voel nu bij C en D aan de buis. 2 Wat voel je bij C en D aan de buis? De buis is daar WEL / NIET warm geworden. 3 Waar krijgt het water de hoogste temperatuur? A bij A B bij B C bij C D bij D 4 In afbeelding 36 staan streepjes in de buis. Maak van deze streepjes pijlen door er een pijlpunt aan te tekenen. De pijlen moeten de richting aangeven waarin het water stroomt. Kleur het water in de tekening: - rood waar het water warm wordt; - rood-blauw waar de overgang van warm naar koud is; - blauw waar het water koud is. 5 Hoe komt het dat het water gaat stromen? A Water stroomt altijd. B doordat warmer water stijgt C door de kleurstof D door geleiding 6 Waardoor wordt de buis bij C en D warm? A door de vlam B door warmte-geleiding van het water C doordat het warme water naar C en D stroomt B A afbeelding 36 Met pijlen geef je aan hoe het water stroomt. C D 203

42 7 Hoe kun je in water warmte transporteren? A door stroming B door geleiding C door stroming of geleiding D Je kunt in water geen warmte transporteren. 8 Waarom zit in een centrale verwarming een pomp? A Omdat de natuurlijke stroming te snel is. B Omdat de natuurlijke stroming te langzaam is. C De pomp remt de stroming af. D De pomp zorgt voor een betere geleiding. 9 Water gaat stromen als het wordt verwarmd. Het water stroomt heel snel. Dit is: A goed. B fout. Stroming van warmte in lucht Een hete radiator geeft warmte af aan de lucht. De lucht wordt daardoor warmer. Warme lucht is lichter dan koude lucht. Warme lucht gaat daardoor omhoog (afbeelding 37). Alle lucht in de kamer gaat daardoor stromen. Deze stroming komt door het temperatuurs-verschil. Stroming door temperatuurs-verschil heet convectie. Door deze stroming wordt de hele kamer verwarmd. Stromende lucht kan veel warmte vervoeren. De afgekoelde lucht zakt weer naar beneden (afbeelding 37). De afgekoelde lucht komt bij de radiator en wordt weer verwarmd. afbeelding 37 De warme lucht stroomt door de hele kamer. 204

43 OPGAVEN 48 Warme lucht is WEL / NIET lichter dan koude lucht. 49 Boven een radiator stijgt lucht omhoog. Dat komt doordat de lucht daar KOUD / WARM is. 50 Als de lucht weer naar beneden komt, is ze NOG ALTIJD EVEN WARM / AFGEKOELD. PROEF 11 STROMING VAN WARMTE IN LUCHT WAT JE NODIG HEBT 1 waxine-lichtje 1 naald en draad 1 schaar lucifers knipblad 1 achter in dit werkboek UITVOERING Ga naar knipblad 1 op bladzijde 221 achter in dit boek. Knip de cirkel uit. In de cirkel staan vier lijnen. Knip over de lijnen het papier in (zie afbeelding 38). B A Vouw de punten A naar beneden. Vouw de punten B naar boven. Neem naald en draad. Knip de draad op 50 cm lengte af. Doe de draad in de naald. Haal nu in vier stappen de draad door je molentje (afbeelding 39). Het maakt niet uit of je aan de onderkant of aan de bovenkant van je molentje begint. A B A B B A afbeelding 38 Zo knip je het papier uit je knipblad in. stap stap stap stap afbeelding 39 Op deze manier haal je de draad door het molentje. 205

44 Haal naald en draad door punt 3. Haal naald en draad weer op en ga door punt 2. Haal de draad er bijna helemaal doorheen. Knoop dit laatste stukje van de draad aan elkaar vast. Haal naald en draad door punt 1. Haal de naald uit de draad. Leg de naald zó neer, dat je hem niet kwijtraakt. Steek het waxine-lichtje aan. Houd je hand op 20 cm afstand naast de vlam van het waxine-lichtje. Tel nu langzaam tot Voel je de warmte erg goed? JA / NEE 2 Waar moet de warmte doorheen om bij je hand te komen? A door de lucht B door metaal C door glas 3 De lucht rond je hand staat stil. Als lucht een goede warmte-geleider is, is je hand warm geworden. Lucht is WEL EEN / GEEN goede warmte-geleider. Houd je hand 20 cm boven de vlam. Tel langzaam tot 10. Haal je hand weg als hij te warm wordt. 4 Voelde je nu de warmte? A Nee, ik voelde nu geen warmte. B Ja, ik voelde een beetje warmte. C Ja, ik voelde een klein beetje meer warmte dan naast de vlam. D Ja, ik voelde de warmte heel goed. 5 Als warme lucht omhoog stroomt, is je hand warm geworden. Warme lucht stroomt WEL / NIET omhoog. Pak het touwtje aan het einde vast (afbeelding 40). Houd het molentje 20 cm boven de vlam. 6 Wat zie je gebeuren? afbeelding 40 Zo houd je het molentje boven de vlam. Het molentje gaat WEL / NIET draaien. 206

45 7 Hoe komt het dat het molentje gaat draaien? A doordat de warme lucht omlaag stroomt B doordat de warme lucht omhoog stroomt C doordat er lucht van de zijkant stroomt D Het molentje draait vanzelf. 8 Warme lucht stroomt WEL / NIET omhoog. Met lucht kun je WEL / GEEN warmte verplaatsen. 9 Hoe verplaatst warmte zich in lucht? A door geleiding B door stroming C door stroming en geleiding D In lucht kan warmte zich niet verplaatsen. Boven een radiator is de lucht warm. Als de radiator in het lokaal warm is, houd dan je molentje erboven. Is de radiator niet aan, dan moet je vraag 10 toch kunnen maken. 10 Hoe stroomt de lucht boven een radiator? A omlaag B in alle richtingen C omhoog D draaiend 11 Kleur in afbeelding 41 de pijlen: - donkerrood die erg veel warmte aangeven; - rood waar warmte is; - lichtrood waar de warmte minder wordt (1 pijl); - blauw waar de minste warmte is. afbeelding 41 Warme en koude lucht stromen door de slaapkamer. 207

46 Straling van warmte Vlak voor een straal-kachel voel je de warmte van de kachel. De warmte komt naar je toe door straling (afbeelding 42). Vlakbij een radiator kun je die straling ook voelen (afbeelding 43). afbeelding 42 Vlak voor een straal-kachel voel je de stralings-warmte heel goed. afbeelding 43 Een radiator straalt ook warmte uit. Het is niet nodig dat de radiator rood-gloeiend is. Alle voorwerpen die warmer zijn dan hun omgeving, stralen warmte uit. Die warmte-straling kun je niet zien. Je kunt straling wel voelen, kijk nog maar eens naar afbeelding 43. Warmte-straling wordt ook infra-rood-straling genoemd. De zon brengt enorm veel warmte naar de aarde. De warmte van de zon komt alleen door straling naar ons toe. De straling gaat door een deel van de ruimte waar geen lucht is. Dit deel van de ruimte noem je luchtledig. Als je in de zon staat of ligt, voel je die straling goed (afbeelding 44). 208 afbeelding 44 Deze mensen genieten van de warmte van de zon.

47 Stralings-warmte gaat door glas heen. Daarom kun je de stralen van de zon ook voelen als je achter glas zit (afbeelding 45). afbeelding 45 Ook achter glas voel je de stralingswarmte van de zon. OPGAVEN 51 Je staat voor een straal-kachel die aanstaat. Wat voel je dan? A warmte door stroming B warmte door geleiding C stralings-warmte D warmte door geleiding, stroming en straling 52 Welke voorwerpen stralen warmte uit die je kunt voelen? A lichtgekleurde voorwerpen B donkere voorwerpen C voorwerpen die warmer zijn dan hun omgeving D alleen rood-gloeiende voorwerpen 53 Schrijf een ander woord op voor warmte-straling. Een ander woord voor warmte-straling is. 54 Waardoor wordt de aarde op temperatuur gehouden? A door fabrieken die veel warmte leveren B door de warmte van de centrale verwarmingen C door de stads-verwarming D door de zon 209

48 55 Hoe bereikt de zonne-warmte de aarde? A door stroming B door straling C door geleiding D door stroming, geleiding en straling 56 Je zit binnen een muziekblad te lezen. De zon schijnt en je zit achter het raam in de zon. Het is voorjaar en de verwarming staat uit. Hoe kan het dat je warmte voelt, terwijl je binnen zit? Zonnestralen gaan WEL / NIET gemakkelijk door glas. Zonnestralen gaan WEL / NIET gemakkelijk door de muur. Warmte-straling opnemen Zwarte voorwerpen nemen warmte goed op. Warmte opnemen noem je: warmte absorberen. Zwarte voorwerpen absorberen warmte goed. Witte voorwerpen absorberen warmte slecht. Doffe voorwerpen nemen gemakkelijker warmte op dan glanzende voorwerpen. PROEF 12 WARMTE-STRALING OPNEMEN dit stukje wit maken met Tipp-Ex afbeelding 46 Het onderste stuk van de thermometer is wit gemaakt. WAT JE NODIG HEBT 2 thermometers van 10 C tot 110 C 1 warmtelamp op statief, compleet met stekker en snoer 1 statief-stang 2 statief-klemmen 2 apparaat-klemmen 1 tonvoet 1 flesje correctie-lak (bijvoorbeeld Tipp-Ex) 1 zwarte viltstift 1 stopklok of horloge UITVOERING Maak van een thermometer het onderste stuk met correctie-lak wit (afbeelding 46). Als de correctie-lak droog is, doe er dan nog een laagje correctie-lak op. Zorg dat het reservoir van de thermometer goed wit is. Maak van de andere thermometer het onderste stuk met de viltstift zwart. 210

49 Ga er nog een keer overheen als de inkt van de viltstift droog is. Zorg dat het reservoir van de tweede thermometer goed zwart is. Maak de opstelling van afbeelding 47. Zorg ervoor dat de thermometers vlak naast elkaar staan. De lamp moet ongeveer 10 cm van de thermometers af staan. De thermometers moeten even ver van de lamp af staan. 1 Kijk naar de stand van de twee thermometers. Schrijf de temperatuur van elke thermometer op in de tabel 10 bij begin. Doe de lamp aan. Schrijf elke minuut de temperatuur van de thermometers op in tabel 10. Doe dit 5 minuten lang. Doe daarna de lamp uit. afbeelding 47 Dit is de opstelling van proef 12. tabel 10 het verschil tussen een witte en zwarte thermometer tijd witte thermometer zwarte thermometer begin C C 1 minuut C C 2 minuten C C 3 minuten C C 4 minuten C C 5 minuten C C 211

50 C C In afbeelding 48 zijn twee thermometers getekend. Ze stellen de thermometers voor die je bij proef 12 gebruikt hebt. Je hebt een stukje thermometer wit gemaakt. Kleur ditzelfde stuk in de tekening geel. Kleur het zwart gemaakte stuk in de tekening ook zwart. Zet een pijltje bij de begin-temperaturen in de thermometers. Zet ook een pijltje bij de eind-temperaturen in de thermometers. Kleur de stukjes die de temperatuur gestegen is in de thermometers rood. 3 Een voorwerp krijgt een hogere temperatuur door AFKOELING / VERWARMING. 4 Op welke manier kan de warmte van de lamp in afbeelding 47 bij de thermometer komen? A door stroming, straling en geleiding B het meest door geleiding C het meest door stroming D het meest door straling 5 Werden de twee thermometers even warm? De thermometers werden WEL / NIET even warm. 6 Welke thermometer werd het warmst? De ZWART / WIT gekleurde thermometer werd het warmst. 7 Welke thermometer neemt de meeste stralings-warmte op? afbeelding 48 de twee thermometers van proef 12 A de witte B de zwarte C De twee thermometers nemen evenveel stralings-warmte op. D Er wordt geen stralings-warmte opgenomen. 8 De zon schijnt op een zwarte en op een witte doos. Welke doos wordt het warmst? A De twee dozen worden even warm. B De twee dozen worden niet warm. C De witte doos wordt het warmst. D De zwarte doos wordt het warmst. 212

51 9 Een wit en een zwart huis staan naast elkaar. In het zwarte huis wordt het binnen erg warm als de zon schijnt. Waardoor wordt het in het zwarte huis het warmst? 10 Waarom kun je in de zomer beter witte kleren dragen dan zwarte kleren? 11 Waarom zijn de huizen in warme landen meestal wit van kleur? 12 Zonne-collectoren zijn platen die de warmte van zonnestralen opnemen. Hoe warmer ze worden, hoe beter het is. Als jij zonne-collectoren zou moeten maken, welke kleur zou je dan gebruiken en waarom? 213

52 Warmte verplaatst zich gemakkelijk door metalen. Warmte-transport door vaste stoffen noem je geleiding. Metalen zijn goede warmte-geleiders. Plastic is een slechte warmte-geleider. Door verwarming kunnen water en lucht gaan stromen. Stroming die door warmte ontstaat, heet convectie-stroming. In een centrale verwarming zit een pomp. Door de pomp stroomt het warme water sneller naar de radiatoren. De zon is onze belangrijkste warmtebron. De aarde wordt verwarmd door zonne-straling. Infra-rood-straling is een ander woord voor warmte-straling. Straling gaat door een doorzichtige stof heen, zoals lucht en glas. Straling gaat ook door een luchtledige ruimte. Zwarte, doffe voorwerpen nemen gemakkelijk warmte-straling op. Witte, glanzende voorwerpen nemen warmte-straling slecht op. 214

53 4 Test Jezelf WAAR / NIET WAAR-VRAGEN WAAR NIET WAAR 1 Je bent water aan het verwarmen. Zolang het water nog niet kookt, stijgt de temperatuur. 2 Warmte krijg je alleen door vuur. 3 Een radiator van de centrale verwarming wordt verwarmd door warm water. 4 Een strijkijzer is een warmtebron die op gas werkt. 5 Als je iets wilt verbranden, heb je alleen brandstof nodig. 6 Warmte is een vorm van vuur. 7 Brandstoffen verbrand je om warmte te krijgen. 8 Elektrische energie kan worden omgezet in warmte. 9 Bij volledige verbranding ontstaat roet. 10 Koolstof-mono-oxide is een gas dat giftig is. 11 Koolstof-mono-oxide kun je goed ruiken. 12 Als er te weinig zuurstof is voor volledige verbranding, dan is de vlam geel. 13 Bij een slechte verbranding is er altijd te veel zuurstof. 14 Glas is een slechte warmte-geleider. 15 Convectie ontstaat door warmte. 16 Verwarmde lucht stroomt omlaag. 17 Staal is een goede warmte-geleider. 18 Zwarte voorwerpen kunnen slecht warmte absorberen. 19 De belangrijkste warmtebron die wij kennen is de zon. 20 Infra-rood-straling is warmte-straling. 215

54 MEERKEUZE-VRAGEN 1 Waarmee kun je meten of iets warmer wordt? A met een thermometer B met een warmtebron C met een gasbron D met een warmte-meter 2 In een cv-ketel ontstaat de warmte waarmee je het huis verwarmt. Waardoor ontstaat de warmte in de cv-ketel? A door het verbranden van aardgas B door elektrische stroom C door zonne-warmte D door de radiator 3 Als je een brandstof verbrandt, kan koolstof-mono-oxide ontstaan. Koolstof-mono-oxide ontstaat als: A de verbranding te snel gaat. B de verbranding te langzaam gaat. C de vlam te veel zuurstof krijgt. D de vlam te weinig zuurstof krijgt. 4 In een kamer brandt een open haard. Waarom moet de kamer worden geventileerd? A om steeds verse lucht te krijgen B omdat het niet te warm mag worden C om genoeg verbrandings-gas te krijgen D om de waterdamp op te vangen 5 Je staat vlak bij een brandende kachel. Je voelt de warmte tegen je benen. Welke warmte voel je het best? A de stromings-warmte B de stralings-warmte C de geleidings-warmte D Je voelt alle drie de vormen van warmte even goed. 216

Samenvatting Natuurkunde hoofdstuk 4

Samenvatting Natuurkunde hoofdstuk 4 Samenvatting Natuurkunde hoofdstuk 4 Samenvatting door Jel 1075 woorden 17 maart 2018 8 3 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Nova 1 Warmtebronnen en brandstoffen. Warmtebronnen thuis en op school.

Nadere informatie

Na leren van paragraaf 5.1 kun je

Na leren van paragraaf 5.1 kun je Oefentoets Hieronder zie je leerdoelen en toetsopdrachten Kruis de leerdoelen aan als je denkt dat je ze beheerst. Maak de toetsopdrachten om na te gaan of dit inderdaad zo is. Na leren van paragraaf 5.

Nadere informatie

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 4

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 4 Samenvatting NaSk Hoofdstuk 4 Samenvatting door L. 1264 woorden 2 juli 2014 3,9 15 keer beoordeeld Vak NaSk 1 Warmtebronnen en brandstoffen. Warmtebronnen thuis en op school. Om iets te verwarmen heb je

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 4

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 4 Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 4 Samenvatting door een scholier 1700 woorden 17 januari 2010 6,6 24 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Nova 1 Warmtebronnen en brandstoffen. Warmtebronnen thuis

Nadere informatie

Opstel Nederlands Warmte

Opstel Nederlands Warmte Opstel Nederlands Warmte Opstel door een scholier 2111 woorden 22 april 2018 7 3 keer beoordeeld Vak Nederlands Opdracht: Practicum Titel project: Warm houden https://www.scholieren.com/verslag/opstel-nederlands-warmte

Nadere informatie

Warmte. Hoofdstuk 2. Vaak zetten we Chemische energie om in Warmte

Warmte. Hoofdstuk 2. Vaak zetten we Chemische energie om in Warmte Warmte Hoofdstuk 2 Warmte is Energie Vaak zetten we Chemische energie om in Warmte Brandstoffen verbranden: Brandstof Zuurstof voldoende hoge temperatuur (ontbrandingstemperatuur) 1 Grootheid Symbool Eenheid

Nadere informatie

PRACTICUM BRANDER. Welke twee veiligheidsmaatregelen moet je bij jezelf nemen?

PRACTICUM BRANDER. Welke twee veiligheidsmaatregelen moet je bij jezelf nemen? Naam Cijfer Klas Datum PRACTICUM BRANDER 1 Welke 3 zaken moet je controleren voordat je de brander aansteekt? 2 Welke twee veiligheidsmaatregelen moet je bij jezelf nemen? De brander: schoorsteen gasregelknop

Nadere informatie

De vlamverdeler. Je hebt nodig: 1 brander met aansteker 1 gaasje 1 lucifer 1 knijper

De vlamverdeler. Je hebt nodig: 1 brander met aansteker 1 gaasje 1 lucifer 1 knijper Naam:. De vlamverdeler. Klas: De Engelsman Humphry Davy ontwierp in 1815 een mijn-werkers-lamp. Om de vlam maakte hij een koperen gaasje, dat de warmte afvoerde. Het gas buiten de lamp kon hierdoor nooit

Nadere informatie

Methode: Chemie. Verslag van de proeven opdracht 6, 19, 45, 70 van Hoofdstuk 3, Chemische reacties

Methode: Chemie. Verslag van de proeven opdracht 6, 19, 45, 70 van Hoofdstuk 3, Chemische reacties Proef door een scholier 1870 woorden 20 december 2005 5 23 keer beoordeeld Vak Scheikunde Methode: Chemie. Verslag van de proeven opdracht 6, 19, 45, 70 van Hoofdstuk 3, Chemische reacties Calcium (Ca)

Nadere informatie

Een mengsel van lucht, hete verbrandingsgassen en kleine deeltjes vaste stof In rook zitten ook soms vonken

Een mengsel van lucht, hete verbrandingsgassen en kleine deeltjes vaste stof In rook zitten ook soms vonken Hoofdstuk 5 In vuur en vlam 5.1 Brand! Voorwaarden voor verbranding Ontbrandingstemperatuur De temperatuur waarbij een stof gaat branden De ontbrandingstemperatuur is ook een stofeigenschap. Er zijn drie

Nadere informatie

AVONTURENPAKKET DE UITVINDERS EN HET ZONNEWIEL

AVONTURENPAKKET DE UITVINDERS EN HET ZONNEWIEL LESBRIEVEN LEERLINGENBESTAND LESBRIEF 2: DE REIS Verhaal deel 1: De mijnwerker Opdracht 1: Teken een aardwarmtehuis Opdracht 2: De zonnetoren op aardwarmte Verhaal deel 2: Zoute stroom Opdracht 3: De energie

Nadere informatie

Naam: Klas: PROEFWERK WARMTE HAVO

Naam: Klas: PROEFWERK WARMTE HAVO Naam: Klas: PROEFWERK WARMTE HAVO Opgave 1 Kees wil kaarsvet in een reageerbuis voorzichtig smelten. Hij houdt de reageerbuis daarom niet direct in de vlam, maar verwarmt de buis met kaarsvet in een stalen

Nadere informatie

4 Verbranding. Bij gele vlammen ontstaat roet (4.1)

4 Verbranding. Bij gele vlammen ontstaat roet (4.1) 4 Verbranding Verbrandingsverschijnselen (4.1) Bij een verbranding treden altijd een of meer van de volgende verschijnselen op: rookontwikkeling, roetontwikkeling, warmteontwikkeling, vlammen, vonken.

Nadere informatie

Oefentoets warmte. 2. Welk materiaal zou erg geschikt zijn om een pan van te maken?

Oefentoets warmte. 2. Welk materiaal zou erg geschikt zijn om een pan van te maken? Oefentoets warmte 1. Bij het koken van een ei wordt warmte overgedragen. Geef in een tekening aan hoe de warmte stroomt. Neem in je tekening de volgende dingen op: gasfornuis, pan, water, ei, handvat van

Nadere informatie

Kleine spiritus brander

Kleine spiritus brander Kleine spiritus brander Voor deze brander heb je 2 blikjes van gelijke grootte nodig. Je gebruikt van beide de dichte onderkant. Stap 1: Knip van beide blikken de onderkant af op ongeveer 2 a 3 cm van

Nadere informatie

NASK1 SAMENVATTING VERBRANDEN EN VERWARMEN

NASK1 SAMENVATTING VERBRANDEN EN VERWARMEN NASK1 SAMENVATTING VERBRANDEN EN VERWARMEN Een verbranding is de reactie tussen zuurstof en een andere stof, waarbij vuurverschijnselen waarneembaar zijn. Bij een verbrandingsreactie komt warmte vrij.

Nadere informatie

4VMBO H2 warmte samenvatting.notebook September 02, Warmte. Hoofdstuk 2. samenvatting. Vaak zetten we Chemische energie om in Warmte

4VMBO H2 warmte samenvatting.notebook September 02, Warmte. Hoofdstuk 2. samenvatting. Vaak zetten we Chemische energie om in Warmte Warmte Hoofdstuk 2 samenvatting Warmte is Energie Vaak zetten we Chemische energie om in Warmte Brandstoffen verbranden: Brandstof Zuurstof voldoende hoge temperatuur (ontbrandingstemperatuur) Iedere brandstof

Nadere informatie

E n e r g i e e x p e r i m e n t e n Science

E n e r g i e e x p e r i m e n t e n Science 1 2 3. 9 8 7 E n e r g i e e x p e r i m e n t e n Science N. B. De OPITEC bouwpakketten zijn gericht op het onderwijs. 1 Wat je nodig hebt: Voor de motorhouder: Voor de ventilator: 1 grote houten schijf

Nadere informatie

AAN de slag 1.1 de bunsenbrander

AAN de slag 1.1 de bunsenbrander AAN de slag 1.1 de bunsenbrander ORiËNTEREN De bunsenbrander werd rond 1855 uitgevonden door professor Robert Wilhelm Bunsen (1811-1899) uit Heidelberg. De uitvinding diende vooral om een stabiele warmtebron

Nadere informatie

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 3 en 4

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 3 en 4 Samenvatting NaSk Hoofdstuk 3 en 4 Samenvatting door een scholier 1712 woorden 7 februari 2012 5,3 38 keer beoordeeld Vak Methode NaSk Nova 1 Kristalstructuur is een vorm die een vaste stof heft zoals:

Nadere informatie

Elektriciteit en stroom, wat is het? Proefjes met stroom en electriciteit

Elektriciteit en stroom, wat is het? Proefjes met stroom en electriciteit Energie 5 en 6 2 Elektriciteit en stroom, wat is het? Proefjes met stroom en electriciteit Doelen Begrippen Materialen De leerlingen: begrijpen hoe elektriciteit en stroom ontstaan, als een brandstof wordt

Nadere informatie

De ontbrandingstemperatuur is de laagste temperatuur waarbij een stof gaat branden

De ontbrandingstemperatuur is de laagste temperatuur waarbij een stof gaat branden Samenvatting door een scholier 1322 woorden 21 januari 2004 5,7 92 keer beoordeeld Vak Methode NaSk Banas NASK HOOFDSTUK 7 TOETSWEEK Begrippen 7.1A Stoffen verbranden Bij verbranding kun je waarnemen:

Nadere informatie

Fossiele brandstoffen? De zon is de bron!

Fossiele brandstoffen? De zon is de bron! Energie 5 en 6 3 Fossiele brandstoffen? De zon is de bron! Filmpjes werkblad Doelen Begrippen Materialen Duur De leerlingen: weten dat fossiele brandstoffen hele oude resten van planten zijn. kunnen een

Nadere informatie

Energiebespaar Tips!

Energiebespaar Tips! Energiebespaar Tips! Hieronder vind u een aantal tips waarmee u op uw energierekening vele euro s kunt besparen. De tips zijn verdeeld in de verschillende onderdelen waaraan u energie verbruikt in uw huis.

Nadere informatie

Kernvraag: Hoe maken we dingen warmer?

Kernvraag: Hoe maken we dingen warmer? Kernvraag: Hoe maken we dingen warmer? Naam leerling: Groep: http://www.cma-science.nl Activiteit 1 Welke kleur wordt heter? Neem twee stukjes doek, een witte en een zwarte. Houd je ene hand onder het

Nadere informatie

Proef Scheikunde Proeven

Proef Scheikunde Proeven Proef Scheikunde Proeven Proef door een scholier 973 woorden 4 december 2001 4,6 177 keer beoordeeld Vak Scheikunde Titel: De zuurstoftoevoer. Proefnummer: 1 Verbrandt papier met zuurstof? -) het brandt

Nadere informatie

Energiebespaar Tips!

Energiebespaar Tips! Energiebespaar Tips! Hieronder vind u een aantal tips waarmee u op uw energierekening vele euro s kunt besparen. De tips zijn verdeeld in de verschillende onderdelen waaraan u energie verbruikt in uw huis.

Nadere informatie

WERKBOEKJE LES 2: HOE KAN IK?

WERKBOEKJE LES 2: HOE KAN IK? WERKBOEKJE LES 2: HOE KAN IK? Dit werkboekje is van TEAM Naam : Naam : Naam : Naam : Instructie: Doe de opdrachten volgens het schema op het bord. Schrijf hieronder welke opdrachten jullie gaan doen. Eerste

Nadere informatie

Groep 8 - Les 4 Duurzaamheid

Groep 8 - Les 4 Duurzaamheid Leerkrachtinformatie Groep 8 - Les 4 Duurzaamheid Lesduur: 30 minuten (zelfstandig) DOEL De leerlingen weten wat de gevolgen zijn van energie verbruik. De leerlingen weten wat duurzaamheid is. De leerlingen

Nadere informatie

2.5: WINDENERGIE GEBRUIKEN 2.6: ZONNEWARMTE GEBRUIKEN 2.7: ZONNESTROOM GEBRUIKEN 2.8: BIO-ENERGIE GEBRUIKEN

2.5: WINDENERGIE GEBRUIKEN 2.6: ZONNEWARMTE GEBRUIKEN 2.7: ZONNESTROOM GEBRUIKEN 2.8: BIO-ENERGIE GEBRUIKEN WERKBOEKJE LES 2: HOE KAN IK? Dit werkboekje is van TEAM Naam : Naam : Naam : Naam : Instructie: Doe de opdrachten om en om, kies steeds een andere kleur. Kruis aan als je een opdracht gedaan hebt. Zuinig

Nadere informatie

Overal NaSk 1-2 havo / vwo Uitwerkingen Hoofdstuk 5 Warmte

Overal NaSk 1-2 havo / vwo Uitwerkingen Hoofdstuk 5 Warmte Overal NaSk 1-2 havo / vwo Uitwerkingen Hoofdstuk 5 Warmte 5.1 Energie en omzettingen A1 a Onjuist, in aardolie zit chemische energie opgeslagen. b juist A2 a joule (J) b graden Celsius ( C) c Joule (J),

Nadere informatie

1 Inleiding. Inleiding. Dit boek gaat over natuur- en scheikunde. Maar wat is natuur-kunde? Wat is schei-kunde? Een voorbeeld uit de

1 Inleiding. Inleiding. Dit boek gaat over natuur- en scheikunde. Maar wat is natuur-kunde? Wat is schei-kunde? Een voorbeeld uit de 1 Inleiding Inleiding Dit boek gaat over natuur- en scheikunde. Maar wat is natuur-kunde? Wat is schei-kunde? Een voorbeeld uit de natuurkunde: Zeil-wagens rijden snel door de kracht van de wind. Bij natuurkunde

Nadere informatie

Wat is CO2? (koolstofdioxide) een gas is dat in de lucht zit, net als zuurstof. ervaren of je CO 2

Wat is CO2? (koolstofdioxide) een gas is dat in de lucht zit, net als zuurstof. ervaren of je CO 2 Klimaatverandering 7 en 8 2 Wat is CO2? Proefjes Doelen Begrippen Materialen De leerlingen: weten dat (koolstofdioxide) een gas is dat in de lucht zit, net als zuurstof ervaren of je kan zien, ruiken en

Nadere informatie

Alles om je heen is opgebouwd uit atomen. En elk atoom is weer bestaat uit protonen, elektronen en neutronen.

Alles om je heen is opgebouwd uit atomen. En elk atoom is weer bestaat uit protonen, elektronen en neutronen. 2 ELEKTRICITEITSLEER 2.1. Inleiding Je hebt al geleerd dat elektriciteit kan worden opgewekt door allerlei energievormen om te zetten in elektrische energie. Maar hoe kan elektriciteit ontstaan? En waarom

Nadere informatie

Bekers vastzuigen met koffiefilter

Bekers vastzuigen met koffiefilter A1 1 Bekers vastzuigen met koffiefilter 2 bekers 1 koffiefilter 1 schaar 1 waxinekaarsje Lucifers Waarom gaat het kaarsje uit? Hoe kan het dat je de onderste beker op kunt tillen zonder deze aan te raken

Nadere informatie

HOUTKACHELS OPEN HAARDEN EN GEZONDHEID

HOUTKACHELS OPEN HAARDEN EN GEZONDHEID HOUTKACHELS OPEN HAARDEN EN GEZONDHEID GGD IJsselland en GGD Twente Team Milieu en Gezondheid Schadelijke stoffen in de lucht Een houtkachel of open haard brengt sfeer in huis. Nadeel is dat een houtkachel

Nadere informatie

Leskist groene energie Pagina 11

Leskist groene energie Pagina 11 Leskist groene energie Pagina 11 Bouw een windmolen; en die moet zo hard mogelijk draaien. Omdat de ene plek op aarde warmer is dan de andere waait het altijd wel. Die wind kan een molen doen draaien.

Nadere informatie

LESMODULE OVER WINDENERGIE

LESMODULE OVER WINDENERGIE YOUNG ENERGY PROJECT - STUDENTEN LESMODULE OVER WINDENERGIE Inhoudsopgave Instructiebladen Les 1 Module windenergie, Instructieblad 1.1 4 Les 1 Ontdek, Instructieblad 1.2 5 Les 2 Onderzoek, Instructieblad

Nadere informatie

Zwaartekracht. Dat komt door de zwaartekracht. De aarde trekt alles naar beneden.

Zwaartekracht. Dat komt door de zwaartekracht. De aarde trekt alles naar beneden. Lees de uitleg over de zwaartekracht. Zwaartekracht Je zit onder een boom, en dan opeens. boem een appel op je hoofd, hoe kan dat?? Dat komt door de zwaartekracht. De aarde trekt alles naar beneden. En

Nadere informatie

Kernvraag: Hoe laat ik iets sneller afkoelen?

Kernvraag: Hoe laat ik iets sneller afkoelen? Kernvraag: Hoe laat ik iets sneller afkoelen? Naam leerling: Klas: http://www.cma-science.nl Activiteit 1 Hoe stroomt warmte? 1. Wat gebeurt er met de temperatuur in een verwarmde kamer wanneer je het

Nadere informatie

Elektriciteit. Inlage

Elektriciteit. Inlage Elektriciteit Inlage Proef 1 Batterijen - Werkblad 1 - Potlood - Verschillende batterijen Bekijk de verschillende batterijen. Maak nu je werkblad. Proef 2 Brandend lampje - 1 Lampje (nr. 14) - Hittedraad

Nadere informatie

AUTOMATISCHE KOFFIEMACHINE 1. BELANGRIJK

AUTOMATISCHE KOFFIEMACHINE 1. BELANGRIJK AUTOMATISCHE KOFFIEMACHINE 1. BELANGRIJK Let erop dat de schakelaar op 0 (uit) staat voordat u het snoer op de wandcontactdoos aansluit. Laat de stekker niet in het stopcontact wanneer de koffiemachine

Nadere informatie

Hier brandt de lamp. Klas:.. Hier brandt de lamp Blz 1 / 13 Cremers François, Boutsen Ingrid, Kenens Hilde

Hier brandt de lamp. Klas:.. Hier brandt de lamp Blz 1 / 13 Cremers François, Boutsen Ingrid, Kenens Hilde Hier brandt de lamp. Naam: Klas:.. Hier brandt de lamp Blz 1 / 13 Opdracht 1. Wat werkt met elektriciteit. 1. Welk toestel heeft elektriciteit nodig om de kunnen werken? Zet een kruisje onder JA of NEEN.

Nadere informatie

2.5: WINDENERGIE GEBRUIKEN 2.6: ZONNEWARMTE GEBRUIKEN 2.7: ZONNESTROOM GEBRUIKEN 2.8: BIO-ENERGIE GEBRUIKEN

2.5: WINDENERGIE GEBRUIKEN 2.6: ZONNEWARMTE GEBRUIKEN 2.7: ZONNESTROOM GEBRUIKEN 2.8: BIO-ENERGIE GEBRUIKEN ERKBOEKJE LES 2: HOE KAN IK? Dit werkboekje is van TEAM Naam : Naam : Naam : Naam : Instructie: Doe de opdrachten om en om, kies steeds een andere kleur. Kruis aan als je een opdracht gedaan hebt. Zuinig

Nadere informatie

Benodigdheden bekerglas, dompelaar (aan te sluiten op lichtnet), thermometer, stopwatch

Benodigdheden bekerglas, dompelaar (aan te sluiten op lichtnet), thermometer, stopwatch Naam: Klas: Practicum soortelijke warmte van water Benodigdheden bekerglas, dompelaar (aan te sluiten op lichtnet), thermometer, stopwatch Doel van de proef Het bepalen van de soortelijke warmte van water

Nadere informatie

Samenvatting NaSk H3 water en lucht + H4 warmte

Samenvatting NaSk H3 water en lucht + H4 warmte Samenvatting NaSk H3 war en lucht + H4 warm Samenvatting door een scholier 1059 woorden 30 mei 2017 9,6 2 keer beoordeeld Vak NaSk H3 war en lucht + H4 warm H3 1. Fasen en faseovergangen De faseovergangen

Nadere informatie

Wa W rm r t m e Inlage

Wa W rm r t m e Inlage Inlage Proef 1 nattigheid - 1 Erlenmeyer (nr. 10) - 1 Rubberen stop (nr. 18) - Heet water Doe wat heet water in de erlenmeyer. Doe de stop erop en kijk wat er gebeurt. Kun je dit beschrijven? Proef 2 Frisse

Nadere informatie

Aardolie is een zwart, stroperig mengsel van heel veel stoffen, wat door middel van een bepaalde scheidingsmethode in zeven fracties gescheiden wordt.

Aardolie is een zwart, stroperig mengsel van heel veel stoffen, wat door middel van een bepaalde scheidingsmethode in zeven fracties gescheiden wordt. Meerkeuzevragen Naast koolstofdioxide en waterdamp komen bij verbranding van steenkool nog flinke hoeveelheden schadelijke stoffen vrij. Dit komt doordat steenkool ook zwavel- en stikstofatomen bevat,

Nadere informatie

1 ENERGIE Inleiding Het omzetten van energie Fossiele brandstoffen Duurzame energiebronnen

1 ENERGIE Inleiding Het omzetten van energie Fossiele brandstoffen Duurzame energiebronnen 1 ENERGIE... 2 1.1. Inleiding... 2 1.2. Het omzetten van energie... 2 1.3. Fossiele brandstoffen... 5 1.4. Duurzame energiebronnen... 7 1.5. Kernenergie... 9 1.6. Energie besparen... 10 1.7. Energieverbruik

Nadere informatie

aanvullende gebruikers handleiding AQUA Plus Versie 131010 - 1 -

aanvullende gebruikers handleiding AQUA Plus Versie 131010 - 1 - aanvullende gebruikers handleiding AQUA Plus Versie 131010-1 - AANVULLENDE HANDLEIDING AQUA PLUS Deze handleiding is uitsluitend ter aanvulling van de handleiding van de Altech Eclips (papieren of DVD

Nadere informatie

Bacteriën maken zwavel Vragen en opdrachten bij de poster

Bacteriën maken zwavel Vragen en opdrachten bij de poster Vragen en opdrachten bij de poster Bacteriën maken zwavel Vragen en opdrachten bij de poster 3 vwo Probleem: Zuur gas T1 Waterstofsulfide ontstaat bij de afbraak van zwavelhoudende organische stoffen.

Nadere informatie

noemen waarom onderzoek belangrijk is. onderwerp verschijnsel onderwerp Discolampen zorgden voor feestelijke kleuren.

noemen waarom onderzoek belangrijk is. onderwerp verschijnsel onderwerp Discolampen zorgden voor feestelijke kleuren. Oefentoets Hieronder zie je leerdoelen en toetsopdrachten. Kruis de leerdoelen aan als je denkt dat je ze beheerst. Maak de toetsopdrachten om na te gaan of dit inderdaad zo is. Na leren van paragraaf

Nadere informatie

De TOA heeft een aantal potjes klaargezet. In sommige potjes zit een oplossing, in andere potjes zit een vaste stof.

De TOA heeft een aantal potjes klaargezet. In sommige potjes zit een oplossing, in andere potjes zit een vaste stof. OPDRACHT 9 Practicum Om je kennis van de scheidingsmethoden en oplosbaarheid te vergroten volgen hieronder een aantal proeven. Ook krijg je een proef over indicatoren / reagens. Met behulp daarvan kun

Nadere informatie

www.praktischtechniek.nl

www.praktischtechniek.nl D. Bekijk nu de andere zaklampen. Vul de tabel in. Werken alle zaklampen? Ja / nee Omdat: Welke zaklamp schijnt het langst? Techniekkit: Noord Nederland Domein: Energie omzetting Competentie: Ontwerpen

Nadere informatie

Energie. Jouw werkbladen. In de klas. Ontdek zélf hoe de wereld werkt! Naam: Klas: Energie Onderbouw havo/vwo Leerlingen In de klas versie 04-2014 1

Energie. Jouw werkbladen. In de klas. Ontdek zélf hoe de wereld werkt! Naam: Klas: Energie Onderbouw havo/vwo Leerlingen In de klas versie 04-2014 1 Energie Jouw werkbladen In de klas Naam: Klas: Ontdek zélf hoe de wereld werkt! Energie Onderbouw havo/vwo Leerlingen In de klas versie 04-2014 1 Energie op aarde Energie, fossiele brandstoffen, groene

Nadere informatie

Een ei wordt tijdens het bakken verhit. Er moet constant warmte toegevoegd worden, deze reactie is daarom endotherm.

Een ei wordt tijdens het bakken verhit. Er moet constant warmte toegevoegd worden, deze reactie is daarom endotherm. 8.1 1. Tijdens de verbranding van a. aluminium ontstaat er aluminiumoxide, b. koolstof ontstaat er koolstofdioxide, c. magnesiumsulfide ontstaan er magnesiumoxide en zwaveldioxide, want de beginstof bevat

Nadere informatie

Voorkom brand, wees voorzichtig in de keuken

Voorkom brand, wees voorzichtig in de keuken brand, wees voorzichtig in de keuken Houd brandbare objecten zoals keukenrol en pannenlappen uit de buurt van de kookplaat. Blijf in de buurt tijdens het koken en houd een passende deksel bij de hand.

Nadere informatie

Stadgenoot stopt met geisers en gaskachels

Stadgenoot stopt met geisers en gaskachels Stadgenoot stopt met geisers en gaskachels Veilig en comfortabel wonen Veiligheid van onze huurders gaat bij Stadgenoot boven alles. Daarom nemen we een ingrijpende maatregel. In 2013 en 2014 vervangen

Nadere informatie

Opgave 5 Een verwarmingselement heeft een weerstand van 14,0 Ω en is opgenomen in de schakeling van figuur 3.

Opgave 5 Een verwarmingselement heeft een weerstand van 14,0 Ω en is opgenomen in de schakeling van figuur 3. Opgave 5 Een verwarmingselement heeft een weerstand van 14,0 Ω en is opgenomen in de schakeling van figuur 3. figuur 3 De schuifweerstand is zo ingesteld dat de stroomsterkte 0,50 A is. a) Bereken het

Nadere informatie

5 Energie. Inleiding s Morgens vroeg floept je wek-radio aan. Er komt muziek uit! Je gaat naar de badkamer. Je doet het licht aan.

5 Energie. Inleiding s Morgens vroeg floept je wek-radio aan. Er komt muziek uit! Je gaat naar de badkamer. Je doet het licht aan. 5 Energie Inleiding s Morgens vroeg floept je wek-radio aan. Er komt muziek uit! Je gaat naar de badkamer. Je doet het licht aan. Je draait de warmwater-kraan open. Het water spettert in de was-bak. Au!

Nadere informatie

Voorkom brand, wees voorzichtig in de keuken

Voorkom brand, wees voorzichtig in de keuken brand, wees voorzichtig in de keuken Houd brandbare objecten zoals keukenrol en pannenlappen uit de buurt van de kookplaat. Blijf in de buurt tijdens het koken en houd een passende deksel bij de hand.

Nadere informatie

AAN de slag 1.1 de bunsenbrander

AAN de slag 1.1 de bunsenbrander AAN de slag 1.1 de bunsenbrander ORiËNTEREN De bunsenbrander werd rond 1855 uitgevonden door professor Robert Wilhelm Bunsen (1811-1899) uit Heidelberg. De uitvinding diende vooral om een stabiele warmtebron

Nadere informatie

Examenopgaven VMBO-BB 2004

Examenopgaven VMBO-BB 2004 Examenopgaven VMBO-BB 2004 2 tijdvak 2 woensdag 23 juni 13.30 15.00 uur NATUUR- EN SCHEIKUNDE 1 CSE BB Naam kandidaat Kandidaatnummer Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje. Gebruik het BINAS tabellenboek.

Nadere informatie

Datum Voorzitter Secretaris Klusser

Datum Voorzitter Secretaris Klusser Datum Voorzitter Secretaris Klusser Elaborate Aan de slag 4: Het winnen van koper uit malachiet teamopdracht Inleiding De bereiding van koper uit malachiet gaat in verschillende stappen: Stap 1: het maken

Nadere informatie

Werkbladen In de klas. Energie. Naam. onderbouw havo/vwo School. Klas

Werkbladen In de klas. Energie. Naam. onderbouw havo/vwo School. Klas Werkbladen In de klas Energie Naam onderbouw havo/vwo School Klas Energie op aarde Energie, fossiele brandstoffen, groene stroom en duurzaamheid. Je hoort er vast wel eens iets over. Maar wat betekent

Nadere informatie

Voer deze proefjes alleen uit met je juf of meester erbij.

Voer deze proefjes alleen uit met je juf of meester erbij. Voer deze proefjes alleen uit met je juf of meester erbij. Waxinelichtje en een glas - Een waxinelichtje - Een schoteltje - Een lucifer - Een glas Zet in het midden van de kring een schoteltje neer met

Nadere informatie

Rolkachel infrarood Chauffage mobile infrarouge Gasheizung Mobil infrarot Mobile gasheater infrared. Model: GRT-508

Rolkachel infrarood Chauffage mobile infrarouge Gasheizung Mobil infrarot Mobile gasheater infrared. Model: GRT-508 Rolkachel infrarood Chauffage mobile infrarouge Gasheizung Mobil infrarot Mobile gasheater infrared Model: GRT-508 Handleiding Mode d emploi Gebrauchsanweisung Manual Lees deze handleiding aandachtig door

Nadere informatie

Bronnen. Meer info. Naam: Co-wetenschapp(st)er: Klas:

Bronnen. Meer info. Naam: Co-wetenschapp(st)er: Klas: Bronnen - Het grote experimenteerboek, uitgeverij Deltas, 2003 - Aan de slag met Findus, uitgeverij Davidsfonds/Infodok, 2000 - Grasspriet Themadossier 4 Tuinbouw, Plattelandsklassen vzw Meer info Telefoon:

Nadere informatie

natuur- en scheikunde 1 CSE BB

natuur- en scheikunde 1 CSE BB Examen VMBO-BB 2014 tijdvak 1 maandag 19 mei 13.30-15.00 uur natuur- en scheikunde 1 CSE BB Naam kandidaat Kandidaatnummer Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje. Gebruik het BINAS informatieboek.

Nadere informatie

aan het water koeler is dan op het land langzamer afkoelt dan aarde

aan het water koeler is dan op het land langzamer afkoelt dan aarde Het klimaat GROEP 3-4 27 45 minuten 1, 42 en 43 De leerling: aan het water koeler is dan op het land langzamer afkoelt dan aarde landklimaat en zeeklimaat blauwe kleurpotloden Zorg voor de activiteit De

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Verwarmen en isoleren (Newton)

Samenvatting Natuurkunde Verwarmen en isoleren (Newton) Samenvatting Natuurkunde Verwarmen en isoleren (Newton) Samenvatting door een scholier 1404 woorden 25 augustus 2003 5,4 75 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Verwarmen en isoleren Warmte en energie 2.1 Energievraag

Nadere informatie

Onderwijs op maat voor uitdaging en motivering Rendement2

Onderwijs op maat voor uitdaging en motivering Rendement2 1. De Keukenboiler Makkelijk zo n elektrisch boilertje onder het aanrecht. Nooit meer wachten tot er warm water uit de kraan komt. En je hoeft geen warm water te delen met iemand uit de badkamer. a. Welke

Nadere informatie

HANDBOEK NIEUWE NATUUR- EN SCHEIKUNDE 1 & 2 HAVO VWO

HANDBOEK NIEUWE NATUUR- EN SCHEIKUNDE 1 & 2 HAVO VWO HANDBOEK NIEUWE NATUUR- EN SCHEIKUNDE 1 & 2 HAVO VWO NIEUWE NATUUR- EN SCHEIKUNDE NATUUR- EN SCHEIKUNDE VOOR DE ONDERBOUW 1 & 2 HAVO VWO AUTEURS: TH. SMITS R. TROMP MET MEDEWERKING VAN: H. GEURTS DERDE

Nadere informatie

2 Elektriciteit Elektriciteit. 1 A De aal heeft ca 4000 elektrische cellen van 0,15 volt, die in serie geschakeld zijn.

2 Elektriciteit Elektriciteit. 1 A De aal heeft ca 4000 elektrische cellen van 0,15 volt, die in serie geschakeld zijn. 2 Elektriciteit 1 2.1 Elektriciteit 1 A De aal heeft ca 4000 elektrische cellen van 0,15 volt, die in serie geschakeld zijn. 2 mp3-speler dynamo fiets accu lamp op je kamer stopcontact auto batterij 3

Nadere informatie

KENWOOD TT290. Gebruiksaanwijzing

KENWOOD TT290. Gebruiksaanwijzing KENWOOD TT290 Gebruiksaanwijzing TT280 series TT290 series TT880 series TT890 series Nederlands Vouw de voorpagina a.u.b. uit voordat u begint te lezen. Op deze manier zijn de afbeeldingen zichtbaar veiligheid

Nadere informatie

Samenvatting Chemie Overal 3 havo

Samenvatting Chemie Overal 3 havo Samenvatting Chemie Overal 3 havo Hoofdstuk 3: Reacties 3.1 Energie Energievoorziening Fossiele brandstoffen zijn nog steeds belangrijk voor onze energievoorziening. We zijn druk op zoek naar duurzame

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3: energie en warmte

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3: energie en warmte Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3: energie en warmte Samenvatting door E. 1500 woorden 6 maart 2014 5,7 16 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Systematische natuurkunde Energie en warmte 3.1 warmte

Nadere informatie

OVERAL, variatie vanuit de kern. LES- BRIEF 3v/4hv. De zonne-energiecentrale van Fuentes de Andalucía

OVERAL, variatie vanuit de kern. LES- BRIEF 3v/4hv. De zonne-energiecentrale van Fuentes de Andalucía OVERAL, variatie vanuit de kern LES- BRIEF 3v/4hv De zonne-energiecentrale van 1 Zonne-energie is in overvloed beschikbaar maar het is nog niet zo eenvoudig om die om te zetten naar elektrische energie.

Nadere informatie

Als je aan een drukke weg woont verlucht je beter niet. Door beddengoed op 60 C te wassen dood je huisstofmijt.

Als je aan een drukke weg woont verlucht je beter niet. Door beddengoed op 60 C te wassen dood je huisstofmijt. Is 22 C de ideale slaapkamertemperatuur? Ventileren = verluchten CO kan je proeven Als het buiten koud is, verlucht je niet. Als je aan een drukke weg woont verlucht je beter niet. Hoeveel kan je best

Nadere informatie

De basis van het branden

De basis van het branden De basis van het branden Voor de uitleg over het branden en werken ga ik ervan uit dat je rechtshandig bent Je werkplek: De ruimte moet goed geventileerd zijn! Pak de kleuren waarmee je van plan bent te

Nadere informatie

Tandwielen. Katrollen

Tandwielen. Katrollen Met tandwielen kun je beweging van het ene apparaat overbrengen op een ander. Er zijn veel verschillende soorten tandwielen en de meeste apparaten maken er gebruik van. Met het aantal tandwielen kun je

Nadere informatie

Thema 2 Materiaal uit de natuur

Thema 2 Materiaal uit de natuur Naut samenvatting groep 6 Mijn Malmberg Thema 2 Materiaal uit de natuur Samenvatting Drie maal water Water kan veranderen van ijs in waterdamp. En waterdamp en ijs kunnen weer veranderen in water. Water

Nadere informatie

Kijk eens goed naar de trui.

Kijk eens goed naar de trui. Lees de uitleg over vezels en textiel. Kijk eens goed naar de trui. De trui is gemaakt van draadjes. Kijk eens goed naar de draadjes. De draadjes zijn gemaakt van dunne draadjes. Die dunne lange draadjes

Nadere informatie

ETC ontdek energie voorbereidende les Leerjaar PO groep 6, 7 en 8. Een les ter voorbereiding op een workshop bij het hightechbedrijf ETC Nederland.

ETC ontdek energie voorbereidende les Leerjaar PO groep 6, 7 en 8. Een les ter voorbereiding op een workshop bij het hightechbedrijf ETC Nederland. TITEL ETC ontdek energie voorbereidende les Leerjaar PO groep 6, 7 en 8. Type les Een les ter voorbereiding op een workshop bij het hightechbedrijf ETC Nederland. Lesduur 45 minuten. Omschrijving van de

Nadere informatie

Temperatuur. Verklaring voor het verschijnsel. Bij de verbranding van het aardgas ontstaat waterdamp. Deze condenseert bij het koude glas.

Temperatuur. Verklaring voor het verschijnsel. Bij de verbranding van het aardgas ontstaat waterdamp. Deze condenseert bij het koude glas. Practicum water verwarmen Schenk koud leidingwater in een bekerglas (voor 70% vullen). Verhit het water met een teclubrander. Houd de temperatuur van het water in de gaten met een thermometer. Noteer alle

Nadere informatie

Kernvraag: Hoe kun je dingen warm houden?

Kernvraag: Hoe kun je dingen warm houden? Kernvraag: Hoe kun je dingen warm houden? Naam leerling: Klas: http://www.cma-science.nl Activiteit 1 Hoe kun je dingen warm maken 1. Stel je voor dat je de temperatuursensor zo warm mogelijk moet maken

Nadere informatie

Dit dossier bestaat uit verschillende fiches, waar jullie in de klas mee aan de slag kunnen.

Dit dossier bestaat uit verschillende fiches, waar jullie in de klas mee aan de slag kunnen. INTRODUCTIE Waarom minder energie verbruiken? We hebben elke dag energie nodig om van alles en nog wat te kunnen doen; koken, onszelf warm houden, machines laten werken Die energie maken kan op heel veel

Nadere informatie

Ventileren. Op adem komen doe je thuis. Thuis is een huis van Servatius. servatius.nl

Ventileren. Op adem komen doe je thuis. Thuis is een huis van Servatius. servatius.nl Ventileren Op adem komen doe je thuis Thuis is een huis van Servatius Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen? Als u na het lezen nog vragen of opmerkingen heeft, kunt u terecht op onze website

Nadere informatie

5,4. Spreekbeurt door een scholier 1606 woorden 21 mei keer beoordeeld. Nederlands. A. Er zijn verschillende soorten en vormen van energie.

5,4. Spreekbeurt door een scholier 1606 woorden 21 mei keer beoordeeld. Nederlands. A. Er zijn verschillende soorten en vormen van energie. Spreekbeurt door een scholier 1606 woorden 21 mei 2003 5,4 169 keer beoordeeld Vak Nederlands A. Er zijn verschillende soorten en vormen van energie. Ik ga deze spreekbeurt houden over energie. Verschillende

Nadere informatie

Hoofdstuk 3. en energieomzetting

Hoofdstuk 3. en energieomzetting Energie Hoofdstuk 3 Energie en energieomzetting Grootheid Energie; eenheid Joule afkorting volledig wetenschappelijke notatie 1 J 1 Joule 1 Joule 1 J 1 KJ 1 KiloJoule 10 3 Joule 1000 J 1 MJ 1 MegaJoule

Nadere informatie

Hier en daar een bui

Hier en daar een bui Hier en daar een bui Soms klopt de voorspelling van de weerman. Maar vaak ook helemaal niet. Donkere wolken in plaats van de hele dag zon. Kunnen jullie dat beter? Jullie gaan een eigen weerstation bouwen

Nadere informatie

Temperatuur. Verklaring voor het verschijnsel. Bij de verbranding van het aardgas ontstaat waterdamp. Deze condenseert bij het koude glas.

Temperatuur. Verklaring voor het verschijnsel. Bij de verbranding van het aardgas ontstaat waterdamp. Deze condenseert bij het koude glas. Practicum water verwarmen Schenk koud leidingwater in een bekerglas (voor 70% vullen). Verhit het water met een teclubrander. Houd de temperatuur van het water in de gaten met een thermometer. Noteer alle

Nadere informatie

inkijkexemplaar Energie voor de lamp Techniek 1

inkijkexemplaar Energie voor de lamp Techniek 1 Nota s: Energie voor de lamp 1. Probleemstelling 50 2. Transport van elektriciteit in een kring 50 2.1. Wat is een elektrische stroomkring? 50 2.2. Stromen van water - stromen van elektriciteit 51 2.3.

Nadere informatie

- toelichting op het programma - Zet de radio eens aan. Wil je koffie? Hé, hoe kan dat nou, de computer doet het niet, o ja de stekker zit niet in

- toelichting op het programma - Zet de radio eens aan. Wil je koffie? Hé, hoe kan dat nou, de computer doet het niet, o ja de stekker zit niet in Techniek Praktisch - toelichting op het programma - Zet de radio eens aan. Wil je koffie? Hé, hoe kan dat nou, de computer doet het niet, o ja de stekker zit niet in We zijn de hele dag afhankelijk van

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing Vapalux druklantaarn M320

Gebruiksaanwijzing Vapalux druklantaarn M320 Gebruiksaanwijzing Vapalux druklantaarn M320 Gebruik voor de Vapalux druklamp alleen extra gezuiverde petroleum van de klasse A III met een vlampunt van hoger dan 60 C. Zie ook de bijgevoegde data sheet

Nadere informatie

3.0 Stof 2 www.natuurkundecompact.nl

3.0 Stof 2 www.natuurkundecompact.nl 3.0 Stof 2 www.natuurkundecompact.nl 3.1 a Water doen koken b Paraffine doen stollen 3.3 Kristal maken 3.4 a Uitzetten en krimpen (demonstratie) b Thermometer ijken 1 3.1 a Water doen koken www.natuurkundecompact.nl

Nadere informatie

Laat de kinderen ook opzoeken in een woordenboek en/of spreekwoorden boek

Laat de kinderen ook opzoeken in een woordenboek en/of spreekwoorden boek Voorbereiding: Materialen verzamelen Voor de les alles al klaarzetten. De tafels in groepjes van vier zetten zodat je elk proefje eventueel twee keer kan klaar leggen. De werkbladen kopiëren De opdrachtvellen

Nadere informatie

Is de pinda een energiebron? Zo ja, hoeveel energie bevat de pinda dan?

Is de pinda een energiebron? Zo ja, hoeveel energie bevat de pinda dan? Is de pinda een energiebron? Zo ja, hoeveel energie bevat de pinda dan? Uit bijna alle dieetvoorschriften blijkt: 'Van pinda's eten wordt je snel dik. Je wordt er snel dik van, omdat ze veel calorieën

Nadere informatie