SSS 18 Jeugdopleiding Circuittraining

Transcriptie

1 Aan alle train(st)ers van de zeventallen JO11-3 /JO11-4 /JO11-5 / JO11-6 en JO09-1 /JO09-2 /JO09-3 /JO09-4 De trainingen voor de periode Start eerste trainingsblok van 4 weken 10 oktober JO09-teams / 14 oktober JO11-teams 17 oktober JO09-teams / 21 oktober JO11-teams 24 oktober JO09-teams / 28 oktober JO11-teams 31 oktober JO09-teams / 04 november JO11-teams Ma: JO09-1,JO09-2, JO09-3, JO09-4 Vr: JO11-3,JO11-4, JO11-5, JO11-6 Spel 3 Spel 4 Spel 2 Spel 1 Spelers uiterlijk 5 minuten voor aanvang aanwezig! Hulpouders uiterlijk minuten voor aanvang aanwezig Mocht iemand niet in staat zijn om training te geven, zorg dan zelf voor vervanging. 1. Trainers halen de materialen op in de materiaalruimte en zet hem centraal neer. 2. Zet de oefening uit in het vak waar je ingedeeld staat of laat je sturen door de circuit coördinator. 3. Zorg ook voor de goals (meer info zie organisatieschets bij de oefening). LETOP: de ruimtes van de JO09 jeugd zullen iets groter zijn om de leeromgeving te verhogen (dit i.t.t. de JO11 jeugd). 4. De spelers wachten op de van tevoren afgesproken plek. De trainingen starten altijd in de middencirkel van het veld. 5. Kijk in de tabel op bladzijde 2 op welk veld je moet starten. 6. Zorg dat alle spelers startklaar staan als het startsein gegeven wordt. 7. Na afloop spel, de materialen eerst weer goed zetten voor je naar het volgende spel gaat. 8. Draai met de klok mee voor het volgende spel. 9. Na afloop brengen de kinderen de materialen terug naar het centrale punt onder leiding van de leider. De trainers zorgen samen dat alle materialen terug worden gebracht!! Iedereen werkt 4 stations af van elk 14 minuten (1 minuut rust). Tijd wordt centraal geregeld, maar houd zelf ook de tijd bij!

2 JO09 jeugd en JO11 jeugd: SSS 18 Jeugdopleiding Spel 1 : dribbelen / drijven i.c.m. beweging Spel 2 : Verbeteren van de wendbaarheid dribbelen/drijven (smartgoals) Spel 3 : Afronden i.c.m. basiseigenschappen Spel 4 : Partij spel 4:4 / 5:5 W 37 W 38 W 39 W 40 JO09-1 Spel 3 JO09-1 Spel 4 JO09-1 Spel 1 JO09-1 Spel 2 JO09-2 Spel 4 JO09-2 Spel 1 JO09-2 Spel 2 JO09-2 Spel 3 JO09-3 Spel 1 JO09-3 Spel 2 JO09-3 Spel 3 JO09-3 Spel 4 JO09-4 Spel 2 JO09-4 Spel 3 JO09-4 Spel 4 JO09-4 Spel 1 JO11-3 Spel 3 JO11-3 Spel 4 JO11-3 Spel 1 JO11-3 Spel 2 JO11-4 Spel 4 JO11-4 Spel 1 JO11-4 Spel 2 JO11-4 Spel 3 JO11-5 Spel 1 JO11-5 Spel 2 JO11-5 Spel 3 JO11-5 Spel 4 JO11-6 Spel 2 JO11-6 Spel 3 JO11-6 Spel 4 JO11-6 Spel 1

3 Tips voor de praktijk Algemeen Bereid je goed voor Het is aan te raden om de oefening eerst voor te doen aan de hele groep. Volgorde: Plaatje Praatje Daadje (geef niet teveel info, start zo snel mogelijk en breid de oefening in de eerste minuten uit)!!!!! Begin makkelijk en als het goed gaat moeilijker maken (grote ruimte naar kleinere ruimte, 3x raken naar 1x raken enz). Vraag/antwoord spel (alles kort uitleggen ga aan de gang) Zelf of speler een voorbeeld laten geven Begin groot eindig klein (bouw een oefening op) Denk aan de belevingswereld (gebruik geen moeilijke termen) Probeer rijen te vermijden (circuit groter/2 rijen) Voorbereiden van een training (met variaties) Oefeningen zoveel mogelijk al uitzetten Let op met de kleuren van de pylonen 2 trainers: 1 trainer 1 speler apart nemen en techniek uitleggen Isoleren van een techniek / basiseigenschap Niet teveel spelers in 1 keer (zet spelers in een afgebakende ruimte op 1 lijn) Behoud overzicht als trainer (let op je positie) Beoordeel veel individueel Leg uit waar alle lichaamsdelen zitten en hoe n beweging moet Voorbeeld: Jongleren 1 keer linker been met stuit 1 keer rechterbeen met stuit 1 keer met de linkerknie met stuit 1 keer met de rechterknie met stuit Combineren van knie en voet, alles 2 keer Kappen/draaien Dribbel met linkerbeen en kap binnenkantvoet Dribbel met rechterbeenbeen en kap binnenkantvoet Dribbel met beide benen en kap binnenkantvoet Alles met buitenkantvoet Stappenplan aanleren techniek Aanleren van de goede technisch uitvoering van de beweging (stimulatie om oefeningen thuis te oefenen) Weerstanden verhogen (allemaal van makkelijk naar moeilijk) Eenvoudige huiswerkoefeningen, waar je de eerstvolgende training mee begint Controleren / motiveren in wedstrijdsituaties Voorbeeld: schaarbeweging Schaar zelf inzetten wanneer je wilt zonder tegenstand (incl. vb van trainer) Rechts als links uitvoeren Pionnen neerzetten Personen neerzetten Stimulatie in de wedstrijd van het aanvallende 1 tegen 1 duel Als er nog vragen zijn kan contact opgenomen worden met: John Janssen (Hoofd Jeugdopleiding) of Marco Tunnissen (Structuur en Opleidingen)

4 Spel 1: Techniek dribbelen / drijven icm beweging SSS 18 Jeugdopleiding Doel - Verbeteren van het dribbelen - Leren maken van een beweging Tekening: Organisatie - 4 kleine doeltjes - 6 pionnen - Iedere speler een bal Beschrijving - 2 spelers, spelers A, starten tegelijk met dribbelen, maken een opgelegde beweging (schaar) in het midden van het vierkant, nemen de bal mee naar rechts en scoren op het doeltje - Vervolgens starten speler B en die doen hetzelfde - Na enkele rondes voeren ze de vorm ook via de linkerkant uit In plaats van 4 kleine doeltjes, kun je ook pionnen neerzetten en daar een speler achter zetten die de bal tegenhoudt Coaching / aanwijzingen - Kom op tempo op de pionnen af - Denk niet na voor het maken van de beweging, maar laat het een natuurlijke beweging worden - Na de actie over de bal kijken en het doeltje zien, wel het tempo hoog houden - Timing: op het juiste moment de beweging inzetten Methodiek - Beweging: zijstap, overstap - Bal door de lucht in het doeltje schieten

5 Spel 2: Verbeteren van de wendbaarheid dribbelen/drijven Doel - Verbeteren van het dribbelen/drijven i.c.m. wendbaarheid Tekening: Organisatie - 6 smartgoals - maximaal 9 kinderen / 9 ballen Beschrijving - 9 spelers dribbelen door elkaar, op teken door de smartgoals - Nadat je door de opgelichte poortjes bent gedribbeld altijd 1 ronde - met de klok mee dribbelen alvorens je terug in beginvak mag komen Coaching / aanwijzingen - als er meerdere spelers tegelijk door de poortjes dribbelen duidelijke afspraken maken. Achter elkaar of per 2tal enz. - Wendbaarheid en reactievermogen met voet aan de bal - Nadruk blijven leggen op uitvoering van de technieken Methodiek - tweebenig dribbelen - Alleen met rechts of links binnenkantvoet of buitenkantvoet - Na dribbel door opgelichte poortjes een kapbeweging maken - Extra ronde om de oefening weglaten en sneller smartgoals gebruiken - enz.

6 Spel 3: Afronden i.c.m. basiseigenschappen SSS 18 Jeugdopleiding Doel - Verbeteren van het dribbelen - Leren maken van een beweging - Verbeteren van het passen/schieten Tekening: Organisatie - 8 pionnen - 2 kleine doeltjes - Iedere speler een bal Beschrijving - Eerste spelers (A) maken voor de eerste 2 pionnen een kapbeweging en vervolgens bij de 3 de pion maken ze een schaarbeweging en werken daarna af op het doel Coaching / aanwijzingen - Bij het dribbelen de bal dicht bij je houden - Op het juiste moment de beweging maken - Over de bal heen kijken op het moment dat je op doel gaat schieten (even inhouden) Methodiek - Eerst voorbij de pion dribbelen en dan de bal helemaal terugkappen - Kapbeweging buitenkant voet, links en rechts - Beweging frontaal: zijstap, overstap

7 Spel 4: Partijspel 4:4 of 5:5 Organisatie: 2 ballen 10 hoedjes Veldafmeting: 20 x 40 mtr. 5 hesjes 2 kleine doeltjes Uitvoering: 4:4 Basis vorm = Ruitvorm, zie plaatje. ACTIES MAKEN STIMULEREN. Geen keepers, deze voetballen mee. UITBALLEN ALLEEN MAAR INDRIBBELEN SNEL WEER AAN DE GANG ZELF NIET MEE DOEN, MAAR OBSERVEREN Veranderingen: Alleen met mindere been raken, max 3 minuten. Onder de knie blijven met de pass. Geen hoge ballen. Scoren binnen 3 meter Leermomenten: Spelers aan zijkanten acties maken. Ze moeten de schijn/passeer bewegingen oefenen Blijf ze stimuleren met je stem (zorg voor een gelijke verdeling in de partijvorm) Juiste moment van aanbieden herkennen (hogere JO09 en JO11) Direct spel en / of aannemen spelen Zich vrij (weglopen) van de verdediger opstellen (hogere JO09 en JO11) Ruitvorm, dat wil zeggen 3 aanspeelpunten voor de balbezitter Passen met binnenkant voet, nauwkeurig, controle over de bal Naar de bal toekomen, de bal komt niet naar jou Voor de niet-bal bezittende/verdediger: De bal in de buurt van het doel op doel schieten (scoren) De bal afschermen en de vrije ruimte in dribbelen, waarbij de bal binnen speelbereik wordt gehouden (pingelen) De bal buiten bereik van een tegenspeler naar een vrijstaande medespeler spelen In een vrije positie de bal aannemen en binnen speelbereik houden Voor de medespeler van de balbezitter: Zich herhalend vrij van tegenspelers en aanspeelbaar voor de balbezitter opstellen Weglopen (ruimte maken) als een medespeler jouw kant op dribbelt Zich aanbieden in scoringspositie Voor de niet-balbezittende/verdediger: De bal in de buurt van het doel op doel schieten (scoren) De bal afschermen en de vrije ruimte in dribbelen, waarbij de bal binnen speelbereik wordt gehouden (pingelen) De bal buiten bereik van een tegenspeler naar een vrijstaande medespeler spelen (samenspelen) In een vrije positie de bal aannemen en binnen speelbereik houden Voor de medespeler van de balbezitter: Zich herhalend vrij van tegenspelers en aanspeelbaar voor de balbezitter opstellen Weglopen (ruimte maken) als een medespeler jouw kant op dribbelt Zich aanbieden in scoringspositie Voor de verdediger Tussen het doel en de tegenstander blijven en voorkomen van scoren door het afsluiten van de scoorlijn. De doorgang van een balbezitter afsluiten en de bal afpakken vooral als de balbezitter die niet binnen speelbereik heeft