Trekken/slepen TREKKEN/SLEPEN

Transcriptie

1 Trekken/slepen H6518G TREKKEN/SLEPEN Door hun hoge koppel zijn de Land Rover voertuigen in staat om zelfs met zwaar beladen aanhangers soepel weg te rijden. Ook hoeft op hellingen of zwaar terrein minder te worden geschakeld. Het is makkelijker om met aanhangers van meer dan kg gelijkmatig weg te rijden door de lage gearing te kiezen. Is het voertuig eenmaal in beweging, kies dan de hoge gearing. WAARSCHUWING Teneinde de rij-eigenschappen van het voertuig en de stabiliteit te handhaven, wordt aanbevolen dat uitsluitend trek/sleepaccessoires worden geplaatst die zijn ontworpen en goedgekeurd door Land Rover. Gebruik de sjorogen of de trekogen die zijn bestemd voor voertuigberging, NOOIT voor het trekken van een aanhanger. Als trekogen voor andere doeleinden worden gebruikt dan die waarvoor ze zijn ontworpen, kan dit leiden tot beschadiging of letsel. Het is de verantwoordelijkheid van de bestuurder om ervoor te zorgen dat het trekkende voertuig en de aanhanger/caravan zodanig zijn geladen en gebalanceerd dat de combinatie wanneer die in beweging is, stabiel blijft. Als u voorbereidingen treft om uw voertuig te slepen, dient u speciale aandacht te besteden aan de instructies van de fabrikant van de aanhanger/caravan. Ook mag de onderstaande informatie niet worden genegeerd. 199

2 Stabiliteit van de combinatie Teneinde optimale stabiliteit te garanderen, is het essentieel dat de aanhanger horizontaal staat. Met andere woorden: de aanhanger moet evenwijdig staan met de grond, waarbij de trekstang en trekhaak op dezelfde hoogte moeten staan (zie de bovenstaande illustratie). Dit is vooral belangrijk bij het trekken van aanhangers met dubbele assen! Zonodig moet de hoogte van de trekhaak worden afgesteld. Als de motor loopt en nadat alle deuren zijn gesloten, staat de luchtvering automatisch op de standaard rijhoogte als de elektrische aansluiting voor de aanhanger wordt gebruikt. Het systeem is dus zodanig ontworpen dat een zware aanhanger kan worden getrokken zonder dat het gevoel van balans in het voertuig wordt verstoord. Teneinde de standaard rijhoogte van de wielophanging te handhaven zonder het elektrische systeem van de aanhanger via de stekker aan te sluiten op het voertuig, moet de blokkeerschakelaar voor de wielophanging worden ingedrukt. Zie LUCHTVERING, 194. De aanhanger moet - nadat die is geladen - evenwijdig staan met de grond De hoogte van de kogel moet zodanig zijn ingesteld dat de aanhanger nadat die is aangehaakt op het geladen voertuig, evenwijdig staat met de grond. De volgende punten mogen nooit worden vergeten: Bij het berekenen van het geladen gewicht van de aanhanger nooit vergeten om in die berekening het gewicht van de aanhanger plus de lading op te nemen. De kogeldruk van de aanhanger plus het gecombineerde gewicht van de passagiers achterin het voertuig en het gewicht van de lading die in de bagageruimte kan worden meegevoerd, mogen - opgeteld - nooit hoger zijn dan het maximum toelaatbare totaalgewicht of de afzonderlijke maximum achterasdrukken. N.B. Gedurende het trekken/slepen mag - op basis van de in Europa geldende wetgeving - het maximum toelaatbare totaalgewicht worden overschreden met 100 kg. Zie GEWICHTEN, 297. Als de lading tussen de aanhanger en het trekkende voertuig kan worden verdeeld zal, door meer gewicht in het voertuig te plaatsen, de stabiliteit van de combinatie over het algemeen worden verbeterd. Zorg er echter altijd voor dat het bruto-voertuiggewicht en de maximum achterasdruk niet worden overschreden, terwijl de combinatie ook altijd zuiver horizontaal moet blijven staan. Voor maximum stabiliteit altijd controleren of ladingen dermate goed zijn vastgemaakt dat die gedurende transport niet kunnen gaan schuiven. Ladingen moeten ook altijd zodanig worden geplaatst dat het grootste gewicht zich zo dicht mogelijk bij de vloer bevindt. Ook dient het grootste gewicht zich onmiddellijk boven of dichtbij de as(sen) van de aanhanger te bevinden. 200

3 De wettelijke bepalingen van toepassing op trekken/slepen van land tot land kunnen variëren. Zorg altijd dat de nationale wettelijke bepalingen betreffende trekgewichten en maximum snelheden niet worden overschreden (raadpleeg de relevante nationale automobiel-organisatie voor informatie). Bij het toegestane maximum trekgewicht van het voertuig gaat het om de beperkingen die het gevolg zijn van het ontwerp en NIET om eventuele specifieke landelijke beperkingen. Zie TREKKEN/SLEPEN, 298. N.B. Gedurende het trekken van een caravan of aanhanger mag de snelheid niet oplopen tot boven 97 km/u. Als het tijdelijke reservewiel wordt gebruikt, mag ook nooit harder worden gereden dan 80 km/u. Voertuiggewichten Als een voertuig wordt geladen tot het maximum gewicht (bruto-voertuiggewicht) moet rekening worden gehouden met de verdeling van de lading om er zeker van te kunnen zijn dat de asdrukken niet worden overschreden tot voorbij de toegestane maximum waarden. Het blijft uw verantwoordelijkheid om de belasting van het voertuig op zodanige wijze te beperken dat noch de maximum asdrukken, noch het bruto-voertuiggewicht worden overschreden. Met een openbare weegbrug kan zo nauwkeurig mogelijk worden vastgesteld of de lading juist is verdeeld. Teneinde optimale stabiliteit te handhaven, moet de kogeldruk circa 7% bedragen van het werkelijke geladen gewicht van de aanhanger. De kogeldruk kan worden gemeten met een kogeldruk-indicator van een goed merk. WAARSCHUWING Uit veiligheidsoogpunt mogen het bruto-voertuiggewicht, de maximum achterasdruk, het maximum aanhanger-gewicht en de kogeldruk nooit worden overschreden. Elektronisch gekozen transmissiefuncties Het juiste schakelpatroon voor het trekken van een aanhanger, de afdalingsremregeling en het rijden op grote hoogten boven zeeniveau, wordt elektronisch gekozen. Dat wil zeggen dat de lagere versnellingen langer worden aangehouden. Deze faciliteit wordt geactiveerd om verlies van momentum door vaker schakelen gedurende het oprijden van hellingen of het trekken van een aanhanger of caravan, tegen te gaan. Dit schakelpatroon wordt, om vermindering van het motorkoppel tegen te gaan, ook gekozen op grote hoogten boven zeeniveau. Transmissie - oververhitting Teneinde oververhitting van de versnellingsbak te voorkomen is het niet verstandig om zwaar beladen aanhangers langdurig te trekken met een snelheid van meer dan 32 km/u en met de hoofdversnellingsbak in de hoge gearing. In plaats daarvan moet de tussenbak in de lage gearing worden gezet. Trekken op steile hellingen Als gedurende een rit steile hellingen moeten worden overwonnen met het maximum toelaatbare treingewicht (het maximum toelaatbare totaalgewicht van het voertuig plus de aanhanger; zie TREKKEN/SLEPEN, 298) dient ervoor te worden gezorgd dat de grille en de radiateur vrij zijn van verstoppingen. Ook mag uitsluitend brandstof van topkwaliteit worden gebruikt. Daardoor zullen de motor en het koelsysteem zo efficiënt mogelijk kunnen werken. 201

4 Aanhanger - aansluiting De connector van het voertuig heeft een maximum vermogen van 5 Amp. dat NOOIT mag worden overschreden. Als een stroomsterkte van meer dan 5 Amp. noodzakelijk is, kunnen door uw Land Rover dealer/geautoriseerd reparatiebedrijf een 12S en een 13-pens kabelboom-pakket worden geleverd, waardoor de stroomsterkte mag oplopen tot 15 Amp. Tachografen Onder bepaalde omstandigheden zal het noodzakelijk zijn om een tachograaf te plaatsen. In Europa is dit gewoonlijk onvermijdelijk als het voertuig wordt gebruikt voor commerciële doeleinden en als de gecombineerde maximum toegestane gewichten van het voertuig en de aanhanger oplopen tot boven kg. Neem voor gedetailleerde informatie contact op met het Ministerie van Verkeer in eigen land. Bandenspanningen: Kogeldruk: Losbreekkabel of secundaire koppeling ESSENTIËLE CONTROLES VOOR TREKKEN/SLEPEN Voer de bandenspanning van de achterbanden van het trekkende/slepende voertuig op tot de bandenspanning voor het maximum toelaatbare totaalgewicht. Zie Bandenspanningen, 296. Zorg ervoor dat de spanning van de banden van de aanhanger/caravan overeenkomt met de door de fabrikant vermelde waarden. Als het voertuig is beladen tot het maximum toelaatbare totaalgewicht, blijft de kogeldruk van de aanhanger beperkt tot 150 kg. Als een aanhanger met oploopremmen wordt gebruikt, kan de kogeldruk worden opgevoerd tot 250 kg totale kogeldruk. De nuttige lading van het voertuig MOET echter altijd worden VERMINDERD met minstens hetzelfde gewicht zodat het maximaal toelaatbare totaalgewicht en de achterasdrukken niet worden overschreden. Zie Gewichten, 297. Er moet ALTIJD een losbreekkabel of secundaire koppeling worden bevestigd. Als de aanhanger/caravan is voorzien van remmen, wordt gewoonlijk een aangesloten losbreekkabel gebruikt waarmee de remmen worden bediend in omstandigheden waarin de koppeling loskomt. Raadpleeg de literatuur van de fabrikant van de aanhanger. Als uw aanhanger niet is voorzien van een losbreekkabel, moet altijd een secundaire koppeling worden aangebracht. Gebruik altijd een voor dat doel geschikt punt op de treksteun waarop de koppeling goed kan worden bevestigd. Het verdient geen aanbeveling om kabels of koppelingen rond de hals van de trekkogel te wikkelen daar die dan los kunnen schuiven. 202

5 TREKHAAK PLAATSEN Trekken/slepen De gebruiker heeft een keus uit twee verschillende trekhaken die op het voertuig kunnen worden geplaatst. Op de volgende pagina's wordt informatie verstrekt over het plaatsen en verwijderen van beide soorten. Trekstang met beschermplaat 4 3 B 2 1 H6535G A 1. Verwijder de plastic beschermplaat (dit is voorzien van het Land Rover logo) van de bevestigingsopening voor de trekhaak. 2. Steek de balk van de trekhaak in de bevestigingsopening. 3. Plaats de veiligheidsstang zodanig dat die door de wanden van de opening en de balk van de trekhaak wordt gestoken. 4. Steek het rechte gedeelte van de borgpen door de veiligheidsstang. De trekhaak wordt verwijderd door de procedure voor het plaatsen uit te voeren in omgekeerde volgorde. Nadat de trekhaak is verwijderd, moet altijd worden gecontroleerd of die weer in de tas is geplaatst. Deze tas moet zodanig zijn bevestigd dat die in het voertuig niet kan gaan schuiven. Vergeet nooit om de plastic beschermplaat weer op de bevestigingsopening voor de trekhaak te plaatsen. Beschermplaat - hoogte-afstelling Verwijder de 2 bouten (A) waarmee de trekhaak op de beschermplaat (B) is bevestigd. Plaats de trekhaak zodanig op de beschermplaat dat die is uitgelijnd op één van de twee hoogte-instellingen. Bevestig de trekhaak met de twee bouten. Draai de bouten vast met een aantrekkoppel van 170 Nm WAARSCHUWING Vóór het trekken/slepen moet ALTIJD worden gecontroleerd of de borgpen stevig door de veiligheidsstang in de juiste positie is aangebracht. Laat de trekhaak NOOIT los in het voertuig liggen. Bij een botsing of noodmanoeuvre kan een dergelijk onderdeel veranderen in een gevaarlijk projectiel. De trekhaak met beschermplaat wordt bewaard in een tas. Die tas moet met de bevestigingsbanden worden vastgemaakt op één van de achterin de laadruimte aangebrachte bevestigingspunten. 203

6 Verwijderbare trekstang H4078 De verwijderbare kogel is onder een toegangsluik rechts achterin de laadvloer geplaatst. 1. Til het toegangsluik op. Maak de Velcro bevestiging los en verwijder de trekhaak. 2. Verwijder de plastic beschermplaat van de bevestiging voor de trekhaak. N.B. Het beschermdeksel kan, zolang de trekhaak wordt gebruikt, worden opgeborgen in de ruimte waarin de trekhaak wordt meegevoerd. 204

7 De trekhaak moet zijn ontgrendeld. Dit kan worden vastgesteld door te letten op het rode merkteken op het wieltje. Dit merkteken moet tegenover de groene streep op het hoofdgedeelte van de trekhaak zijn geplaatst (zie pijl in detailtekening '4'). Is dit echter niet het geval (een groen merkteken tegenover de groene balk), raadpleeg dan de procedure voor het ontgrendelen van de trekhaak die in detail wordt besproken verder op deze pagina. De trekhaak kan uitsluitend worden geplaatst als die is ontgrendeld. 3. Steek de bout van de trekhaak in de bevestiging voor de trekhaak. Vervolgens stevig omhoog drukken tot de trekhaak in positie vergrendelt. Zodra de trekhaak wordt vergrendeld, zal het groene merkteken op het handwieltje tegenover de groene streep op de trekhaak worden geplaatst. 4. Draai de sleutel linksom teneinde het handwieltje te vergrendelen. Verwijder de sleutel en plaats het beschermdeksel op de vergrendeling in het handwieltje. N.B. De sleutel moet veilig worden bewaard in de opbergruimte voor de trekhaak. Verwijderen van de trekhaak-bevestiging voor terreinrijden Verwijder het deksel van de vergrendeling op het handwieltje. Plaats de sleutel en draai die rechtsom. Voordat de trekhaak kan worden verwijderd, moet die met het handwieltje worden ontgrendeld. Trek het handwieltje naar buiten. Vervolgens rechtsom draaien tot een klik wordt gehoord - het rode merkteken op het handwieltje moet nu tegenover de groene streep staan. De trekhaak is nu ontgrendeld. Laat de trekhaak voorzichtig zakken en plaats het deksel op de sleutel in het handwieltje. Controleer of de trekhaak goed in de opbergruimte onder de laadvloer is bevestigd. Vergeet ook niet om het rode plastic beschermdeksel weer in de bevestigingsopening voor de trekhaak te plaatsen. 205