Eindrapportage van het Project Polaris. Mobiel banditisme uit Polen en Litouwen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Eindrapportage van het Project Polaris. Mobiel banditisme uit Polen en Litouwen"

Transcriptie

1 Polen en Litouwen

2

3 Aan deze eindrapportage werkten mee: Korps landelijke politiediensten / Dienst Nationale Recherche / Unit Noord- en Oost-Nederland Koninklijke Marechaussee Bovenregionale Recherche Noord- en Oost-Nederland Politie Drenthe Politie Flevoland Politie Friesland Politie Gelderland Midden Politie Gelderland Noordoost Politie Gelderland Zuid Politie Groningen Politie IJsselland Politie Twente ISBN: Behoudens de door de wet gestelde uitzonderingen, alsmede behoudens voorzover in deze uitgave nadrukkelijk anders is aangegeven, mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het KLPD. Aan de totstandkoming van deze uitgave is de uiterste zorg besteed. Voor informatie die nochtans onvolledig of onjuist is opgenomen, aanvaarden de auteur(s), redactie en het KLPD geen aansprakelijkheid. Voor eventuele verbeteringen van de opgenomen gegevens houden zij zich gaarne aanbevolen.

4

5 Inhoudsopgave Lijst van tabellen en figuren 8 Voorwoord 11 Hoofdstuk 1 Inleiding Mobiel banditisme Het Project Polaris Onderzoeksopzet Doelstelling en probleemstelling Afbakening onderzoek Definities, onderzoeksvragen en aanpak 16 Hoofdstuk 2 Mobiel banditisme in Europa Inleiding Polen De ontwikkeling van mobiel banditisme in Polen De opsporing Conclusie Litouwen De ontwikkeling van mobiel banditisme in Litouwen De opsporing Conclusie België Rondtrekkende dadergroepen De opsporing Conclusie Duitsland Osteuropäische Bandenkriminalität De opsporing Conclusie Europa Inleiding Mobiel banditisme in Europa Conclusie 48 4

6 Hoofdstuk 3 Omvang en ontwikkeling van mobiel banditisme Inleiding Criminele bezoekers Polen Litouwers Overige nationaliteiten Delicten Series auto-inbraken Voertuigdiefstallen Winkeldiefstallen Ramkraken Overvallen Vals geld Conclusie 89 Hoofdstuk 4 Aard van het mobiel banditisme Inleiding Series auto-inbraken Casuïstiek Werkwijze en samenstelling CSV s Autodiefstallen Casuïstiek Werkwijze en samenstelling CSV s Winkeldiefstallen in georganiseerd verband Casuïstiek Werkwijze en samenstelling CSV s Ramkraken en overvallen Vals geld Casuïstiek Werkwijze en samenstelling CSV s Overige CSV s Conclusie 122 Hoofdstuk 5 De aanpak van mobiel banditisme door het team Polaris Inleiding Polaris, het informatieknooppunt Gegevens verzamelen Gegevens veredelen en analyseren Feedback 133 5

7 5.2.4 Aandachtsvestigingen en projectvoorstellen Conclusie Lessen voor de toekomst 135 Hoofdstuk 6 Ernst en aanpak van mobiel banditisme Inleiding De schade van mobiel banditisme Inleiding De schade Verwachtingen voor de toekomst Naar een landelijke aanpak? Inleiding Organisatorische aspecten Strategische aspecten Conclusie 156 Hoofdstuk 7 Samenvatting en conclusies 157 Samenvatting 157 Conclusies 168 Literatuur 171 Bijlage: Vragenlijst team Polaris Colofon 179 6

8 7

9 Lijst van tabellen en figuren Tabel 1 Tabel 2 Tabel 3 Tabel 4 Tabel 5 Tabel 6 Tabel 7 Tabel 8 Tabel 9 Tabel 10 Tabel 11 Tabel 12 Tabel 13 Tabel 14 Tabel 15 Tabel 16 Tabel 17 Tabel 18 Tabel 19 Tabel 20 Tabel 21 Rondtrekkende dadergroepen in België: herkomst en delicten 33 Ontwikkeling en aandeel rondtrekkende dadergroepen in België, Mobiel banditisme in Europa, Criminele bezoekers uit Midden-, Oost- en Zuidoost-Europa, Woonland van Poolse verdachten in HKS, Delicten en antecedenten van Poolse criminele bezoekers, Aantal feiten gepleegd door Poolse criminele bezoekers in 2003 en 2004, naar delictscategorie 58 Aantal feiten gepleegd door Litouwse criminele bezoekers in 2003 en 2004, naar delictscategorie 62 Top tien overige nationaliteiten in RBS Polaris 64 Aantal mutaties in RBS Polaris en aantal delicten in 9 regio s in de onderzoeksperiode 65 Aantal series auto-inbraken per regio 67 Aantal en grootte van series auto-inbraken in Noord- en Oost-Nederland 67 Daderindicatie meldingen auto-inbraken 68 Diefstal uit voertuigen in Nederland, Aantal autodiefstallen (in duizenden), Gestolen en teruggevonden voertuigen per politieregio, Percentage teruggevonden voertuigen per categorie, Autodiefstallen in RBS Polaris 73 Poolse en Litouwse betrokkenheid bij autodiefstal in andere dan de Polarisregio s 74 Meldingen van winkeldiefstal in de 9 regio s 76 Aantal en nationaliteit winkeldieven, buit, methode en benadeelde winkel

10 Tabel 22 Tabel 23 Tabel 24 Tabel 25 Tabel 26 Tabel 27 Tabel 28 Tabel 29 Tabel 30 Tabel 31 Tabel 32 Tabel 33 Aantal gewapende overvallen in Nederland in HKS ( ) en LORS ( ) 82 Poolse en Litouwse verdachten van gewapende overvallen in 2003 en 2004, in LORS 83 Dadergroepen vermogen met geweld, in HKS Schadebedrag in euro s en aantal valse biljetten, Top tien landen naar aantal aangetroffen valse eurobiljetten in Aantal meldingen vals geld in de negen regio s, per regio 88 Aantal verdachten en meldingen van valsgelduitgiftes in de negen regio s 88 Overzicht criminele samenwerkingsverbanden 94 Overzicht CSV s, betrokken bij auto-inbraken in serie 102 Overzicht CSV s georganiseerde winkeldiefstallen 110 Overzicht CSV s vals geld 118 Geschatte schade op jaarbasis van mobiel banditisme in de onderzoeksperiode 145 Figuur 1 Figuur 2 Figuur 3 Figuur 4 Figuur 5 Figuur 6 Herkomst criminele bezoekers (index 1998 = 100) 53 Poolse verdachten in HKS, per regio, Litouwse verdachten in HKS, per regio, Autodiefstal, aantal voorvallen per 100 personenauto s 70 Meldingen vals geld per maand, in de 9 regio s 89 Structuur en werkwijze van het Project Polaris 127 9

11 10

12 Voorwoord Voor u ligt de eindrapportage van het projectteam Polaris, dat zich van oktober 2003 tot juli 2005 heeft gericht op mobiel banditisme gepleegd door Polen en Litouwers. Het project ontstond uit de wens om op regio-overstijgend niveau inzicht te vergaren in de aard, ernst en omvang van criminaliteit gepleegd door rondreizende bendes uit. Het is een tijdelijk samenwerkingsverband geweest tussen de Unit Noord- en Oost-Nederland van de Nationale Recherche, de Koninklijke Marechaussee, de Bovenregionale Recherche Noord- en Oost-Nederland en de negen noordoostelijke politiekorpsen. Naar aanleiding van ervaringen van de voormalige afdeling Oost-Europa van de Unit Noord- en Oost- Nederland en van het Nationaal Dreigingsbeeld ontstond de behoefte aan nader inzicht in aard en omvang van het mobiel banditisme uit. Dit viel samen met het aflopen van de projectperiode van het team Polaris. Een en ander vormde aanleiding om deze rapportage op te stellen, waarin de huidige stand van zaken rond mobiel banditisme wordt beschreven en de ervaringen van het project geborgd worden ten behoeve van eventuele vervolgstappen. Centrale conclusie is toch wel dat, alhoewel mobiel banditisme op sommige terreinen zijn piek heeft bereikt, het op andere juist in opmars is. De schade van deze criminaliteit is in materiële termen niet uitzonderlijk hoog, maar deze wordt wel gedragen door een groot aantal slachtoffers particulieren en middenstanders. Een andere belangrijke conclusie is dat het opsporen van deze criminaliteit hoge eisen stelt aan de informatiehuishouding. Daarom draagt het inrichten van een informatieknooppunt zoals het team Polaris verzorgde, sterk bij aan de strijd tegen de mobiele bendes. De wetenschap bij de criminelen dat men gevolgd wordt, heeft ook een afschrikkende werking. Mobiele bendes verleggen hun activiteiten immers snel naar elders, zodra het hen ergens te heet onder de voeten wordt. Daarom breekt deze studie een lans voor een voortzetting van een project als Polaris, maar dan op nationale schaal. Het investeren in de opsporing van mobiel banditisme helpt voorkomen dat groepen die in onze buurlanden worden opgejaagd, hun heil bij ons komen zoeken. Voor de samenstelling van het rapport wil ik niet alleen de auteurs bedanken, maar ook de leden van het team Polaris en de diverse externe partners die de auteurs hebben bijgestaan. Onze erkentelijkheid geldt in het bijzonder de heer Leen Prins van de Dienst Nationale Recherche Informatie bij het Korps Landelijke Politiediensten die - wederom een belangrijke bijdrage leverde door het beschikbaar stellen van gegevens uit HKS. Zwolle, oktober 2005 Mr. J. Boersma Hoofd Unit Noord- en Oost-Nederland Dienst Nationale Recherche Korps Landelijke Politiediensten 11

13 12

14 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Mobiel banditisme In deze eindrapportage wordt ingegaan op het zogeheten mobiel banditisme uit Polen en Litouwen en de aanpak van deze criminaliteit door het Team Polaris. Met mobiel banditisme wordt gedoeld op rondreizende dadergroepen die, meestal reizend met een personenwagen, via een grensoverschrijdende hit-and-run tactiek één of meerdere vermogensmisdrijven plegen. Daarbij gaat het om auto-inbraken in series voertuigdiefstallen ramkraken overvallen winkeldiefstallen het in omloop brengen van vals geld 1 Zoals in eerdere studies van de Nationale Recherche is toegelicht, zijn de dadergroepen in verschillende West-Europese landen gesignaleerd: in België, Duitsland, Frankrijk, Nederland en de Scandinavische landen. 2 De bendes komen meestal uit Oost-, en Zuidoost-Europa. Er zijn mobiele bendes actief uit Albanië, Bulgarije, Estland, Letland, Litouwen, Polen, Roemenië en voormalig Joegoslavië. Nederland heeft vooral te maken gehad met bendes uit. Het mobiele karakter van de bendes en de Europese schaal waar zij op opereren stelt hoge eisen aan de informatiehuishouding van opsporingsdiensten in Nederland en elders. Om te beginnen passeert een bende soms op één dag verschillende regio- en landsgrenzen. Die is daardoor opsporingsdiensten die binnen nationale of regionale grenzen moeten werken, al snel te vlug af. Daarbij komt dat opsporingsdiensten er vaak niet op verdacht zijn dat de betreffende delicten typische midden- of zelfs kleine criminaliteit - worden gepleegd door internationaal opererende dadergroepen, met als gevolg dat de aanpak incidentgericht is en dat niet wordt doorgerechercheerd naar de achterliggende samenwerkingsverbanden. De bestrijding van mobiel banditisme vraagt om alertheid op dit grensoverschrijdend karakter en vereist het snel en adequaat uitwisselen van gegevens tussen verschillende korpsen binnen Nederland en tussen Nederlandse en buitenlandse politiediensten en internationale organisaties. In Nederland beoogde het Project Polaris deze aanpak mogelijk te maken, maar binnen Europa is Polaris niet het enige team dat zich specifiek op deze criminaliteit heeft gericht. In België krijgt de aanpak van wat daar rondtrekkende bendes worden genoemd prioriteit van de federale regering. 3 Sinds augustus 2002 kent de politie in de Duitse deelstaat Nedersaksen een afdeling Bekämpfung osteuropäischer Bandenkriminalität (BOB). Daarnaast loopt binnen Europol een project met betrekking tot vals 1 Valsemunterij brengt men gewoonlijk niet direct in verband met roofdelicten maar in dit geval wordt het meegenomen omdat, zoals ook nog wordt toegelicht, met name Litouwse valsgeldwisselaars hetzelfde mobiele gedrag vertonen als hun landgenoten en de Poolse daders die bij de andere delicten zijn betrokken. 2 Zie met name KLPD/ DNR/Unit NON (2004, pp en pp ). 3 Federale regering, Nationaal Veiligheidsplan , Brussel. Zie ook hoofdstuk 2. 13

15 geld dat vanuit Oost-Europa in omloop wordt gebracht. Ook is vanuit het overleg van de Europese Politiechefs mobiel banditisme naar voren gebracht als onderwerp dat speciale aandacht verdient. Mobiel banditisme heeft zich, kortom, in betrekkelijk korte tijd een plaats verworven op de Europese veiligheidsagenda s. De plaats die het probleem in de toekomst op de Nederlandse agenda verdient, is in zekere zin het onderwerp van deze eindrapportage van het Project Polaris. 1.2 Het Project Polaris 4 De bevindingen van het voormalige Kernteam en de Unit Noord en Oost-Nederland van de Nationale Recherche zijn, wat openbare publicaties betreft, neergelegd in de Algemene Criminaliteitsbeeldanalyse Oost-Europa en Misdaad zonder grenzen. Criminaliteitsbeeld Oost-Europa , een afstudeerscriptie (Grevink 2004) en in artikelen van bij het kernteam werkzame onderzoekers (Weenink & Huisman 2003, Huisman & Van der Laan, 2005). 5 Groningen, Friesland, Drenthe, IJsselland, Twente, Noord en Oost- Gelderland, Gelderland- Midden, Gelderland- Zuid en Flevoland. Het Project Polaris komt voort uit inzichten die waren gegroeid bij het voormalige Kernteam Noord- en Oost-Nederland (KT NON), dat uit hoofde van zijn taak op het toenmalige aandachtsgebied Oost-Europa een informatiepositie opbouwde rond het mobiel banditisme en er ook over publiceerde. 4 De aandacht voor mobiel banditisme begon eind jaren negentig naar aanleiding van informatie vanuit het rechercheteam Rameta in Gelderland Noord-Oost, dat als regionaal team Poolse ramkrakers onderzocht. Rameta constateerde met een landelijk en internationaal probleem te maken te hebben, dat niet structureel beslag kon leggen op een regiokorps; nadat het team nog enige tijd de status van Bovenregionaal rechercheteam had gehad, werd het ontbonden. Inmiddels bleek bij het KT NON dat mobiele bendes ook bij andere delicten waren betrokken. Teneinde ditmaal een goed bovenregionaal overzicht te krijgen van deze criminaliteit werd op 1 oktober 2003 het tijdelijke Project Polaris gestart. In principe liep het project tot 1 januari 2005, maar het werd verlengd tot 1 juli Op die datum werd het afgesloten. De vraag is nu in hoeverre het project zich leent voor een doorstart op nationaal niveau. Polaris was een samenwerkingsverband van de Unit Noord- en Oost-Nederland van de Dienst Nationale Recherche (NR) binnen het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD), de Koninklijke Marechaussee, het Bovenregionale Rechercheteam (BR) Noord- en Oost-Nederland en de negen noordoostelijke politieregio s. 5 Doelstellingen van het project waren: het stimuleren en organiseren van informatie-uitwisseling; het vergroten van het inzicht in de aard, ernst en omvang van mobiel banditisme en de opsporing en aanhouding van de betrokken groepen. Bij de oprichting van Polaris werd besloten om in eerste instantie alleen structureel informatie in te winnen in de negen noordoostelijke politieregio s. De NR, waar het project formeel onder viel, droeg de verantwoordelijkheid voor de opbouw van het team als informatieknooppunt. Het BR verzorgde samen met de regio s de opsporing. Vooral de betrokkenheid van de regio s was van groot belang omdat de uniformdienst de ogen en oren op straat is. De diverse korpsen signaleerden de delicten in 14

16 hun regio s, waarover de informatie bijeengebracht, geanalyseerd en teruggekoppeld moest worden. Het einde van het Project vraagt om bezinning op een eventueel vervolg. Er zou moeten worden vastgesteld hoe groot het probleem van het mobiel banditisme thans is, of de aanpak van Polaris de goede is geweest en of het zinvol is deze op landelijke schaal voort te zetten. Met deze constatering komen wij bij de aanleiding voor dit onderzoek. 1.3 Onderzoeksopzet Doelstelling en probleemstelling De directe aanleiding voor deze eindrapportage is het aflopen van de periode die het Project Polaris is bemeten. Het einde van het project roept de vraag op of en in welke vorm de aanpak van mobiel banditisme in Nederland wordt voortgezet. De inzichten van het project worden daartoe gerecapituleerd aan de hand van een bespreking van het probleem, de wijze waarop het probleem werd aangepakt en de mogelijkheden de aanpak verder te verbeteren. Aldus wordt het bevoegd gezag in staat gesteld te komen tot een oordeel over de wenselijkheid en vorm van een gerichte bestrijding van mobiel banditisme in de toekomst. De korpsleiding van het KLPD besloot al naar aanleiding van een presentatie van de bevindingen van de CBA Oost Europa tot het laten verrichten van een meer diepgaande studie naar mobiel banditisme. Ook achtte de Raad van Hoofdcommissarissen het op grond van het Nationaal Dreigingsbeeld 6 geboden nader studie te doen naar mobiel banditisme uit Oost-Europa. In eerste instantie werd de NRI benaderd met het verzoek zo n studie uit te voeren. Gelet op de beschikbaarheid van expertise bij het Projectteam is vervolgens besloten de uitvoering van de studie aldaar te laten plaatsvinden. Deze kwam daarmee in handen van een strategisch analist en een onderzoeker van de Nationale Recherche, met het voorliggende rapport als resultaat. Het rapport heeft de volgende doel- en probleemstelling: 6 In het Nationaal Dreigingsbeeld wordt mobiel banditisme een potentiële dreiging genoemd (KLPD/ DNRI, 2004, p.142). Doelstelling Het inzichtelijk maken van mobiel banditisme uit en de aanpak daarvan door het team Polaris, ten behoeve van een eventuele voortzetting van zo n aanpak op nationaal niveau. Probleemstelling Hoe heeft zich het mobiel banditisme uit ontwikkeld in de negen noordoostelijke politieregio s in de periode van 1 oktober 2003 tot 1 juli 2005 en ten aanzien van welke aspecten is dit fenomeen vatbaar voor een repressieve en preventieve aanpak? 15 Hoofdstuk 1 Inleiding

17 1.3.2 Afbakening onderzoek De eindrapportage is wat de analyse van actuele onderzoeken betreft beperkt in tijd en naar plaats. De onderzoeksperiode begint op 1 oktober 2003, de datum dat het team Polaris zijn werkzaamheden aanving en eindigt op 1 juli 2005, de datum dat het team werd ontbonden. Daarbij moet worden opgemerkt dat voor de analyse van de omvang van het probleem gebruik is gemaakt van gegevens tot en met 31 december Om een beeld te krijgen van de ontwikkeling van de problematiek worden jaarcijfers gebruikt uit het Herkenningsdienst Systeem (HKS) die verder teruggaan in de tijd. De rapportage heeft in beginsel betrekking op de negen noordoostelijke regio s. Daardoor is het niet zonder meer mogelijk om de bevindingen over de omvang van mobiel banditisme te generaliseren naar geheel Nederland, maar er zal wel worden gepoogd daar iets over te zeggen. Het probleem met zo n generalisatie is dat in de negen noordoostelijke regio s actief informatie is verzameld over criminaliteit van Polen en Litouwers, terwijl dat elders niet of niet zo structureel is gedaan. Wel is het zo dat door gebruik te maken van eerdere studies van het KT NON het beeld van de negen regio s kan worden aangevuld met gegevens van voor de start van de onderzoeksperiode die in beginsel wel landelijk zijn. Ook wordt gepoogd om bij de beschrijving van de situatie in het buitenland (i.c. Polen, Litouwen, België en Duitsland) zo recent mogelijke gegevens te krijgen van onze partners aldaar. De eindrapportage biedt dus wel nieuwe en relatief betrouwbare gegevens voor de bovenstaande onderzoeksperiode en voor de negen regio s maar is niet actueel of volledig waar het gaat om de beschrijving van de situatie in Nederland als geheel. Eén en ander wordt hieronder toegelicht, bij de bespreking van de onderzoeksvragen Definities, onderzoeksvragen en aanpak 7 Criminaliteitsbeeldanalyses op de aandachtsgebieden van de Dienst Nationale Recherche ; het gaat hier om een intern stuk van de onderzoekers dat in overleg met het Landelijk Parket werd ontwikkeld, maar dat verder nog geen formele status heeft. De gekozen definities zijn ontwikkeld in vervolg op hetgeen hierover werd opgemerkt in hoofdstuk 2 van de CBA Oost-Europa Bij de uitwerking van de probleemstelling in onderzoeksvragen en van begrippen in definities is aansluiting gezocht bij het format van criminaliteitsbeeldanalyses op de aandachtsgebieden dat onderzoekers van de Nationale Recherche in 2005 hebben neergelegd in een Visiedocument. 7 Tegelijk zal duidelijk zijn dat deze eindrapportage niet hetzelfde is als een CBA. Om te beginnen is de opzet en omvang van de eindrapportage bescheidener het onderzoek is in vier maanden uitgevoerd, waar voor een CBA twee jaar staat. Daarnaast bevat onze rapportage juist weer wel een bespreking van de ervaringen van de opsporing, iets wat in de opzet van toekomstige CBA s moet ontbreken. We gebruiken in navolging van het Visiedocument van de onderzoekers, de volgende definities. Onder banditisme verstaan wij roofmisdrijven die worden gepleegd of beraamd door criminele samenwerkingsverbanden (CSV s) ; het gaat bij banditisme dus om roofcriminaliteit in georganiseerd verband. Mobiel banditisme is een deelverzameling van alle banditisme. Mobiel banditisme betreft die gevallen van banditisme waarbij 16

18 CSV s vanuit het ene land (het bronland) op en neer reizen naar een of meerdere andere landen (de doellanden ) waar zij de roofdelicten plegen. We maken de keuze om alleen grensoverschrijdende bendes tot mobiel banditisme te rekenen; groepen die binnen Nederland actief zijn, bijvoorbeeld Utrechtse dadergroepen die overvallen plegen in Drenthe, rekenen wij niet tot het mobiel banditisme. In zekere zin is het onderscheid willekeurig, maar niet helemaal: grensoverschrijdend banditisme vraagt om een andere aanpak dan binnenlands banditisme. 8 Ten overvloede kan nog worden opgemerkt dat in het Visiedocument banditisme wordt gerekend tot de georganiseerde misdaad, welke wordt gedefinieerd als de verzameling van alle banditisme en handelsmisdaad. (Handelsmisdaad betreft op zijn beurt misdrijven in relatie tot markten voor illegale goederen en diensten.) Mobiel banditisme rekenen wij dus tot de georganiseerde misdaad. De onderzoeksvragen betreffen achtereenvolgens de achtergronden van de problematiek, de casuïstiek (kwantitatief en kwalitatief), de opsporing en de ernst van het probleem. Het laatste punt verwijst tevens naar de vraag of en in welke vorm in de toekomst het mobiel banditisme zou kunnen worden aangepakt. Onderzoeksvraag 1 Hoe heeft het mobiel banditisme zich ontwikkeld in de bronlanden Polen en Litouwen en de doellanden in West-Europa? Onderzoeksvraag 2 Wat is de omvang en ontwikkeling van mobiel banditisme uit in Nederland en in het bijzonder in de negen noordoostelijke politieregio s? Onderzoeksvraag 3 Wat is de aard van mobiel banditisme uit in Nederland en in het bijzonder in de negen noordoostelijke politieregio s? Onderzoeksvraag 4 Welke ervaringen zijn er met de aanpak van het team Polaris? 8 Wat dat betreft kan er ook voor worden gekozen om niet te spreken van mobiel maar van grensoverschrijdend banditisme, maar daar wordt in deze studie nog vanaf gezien. De herkomst van bendes nemen wij niet in de definitie op er zijn mobiele bendes uit tal van landen actief, maar wij concentreren ons op het mobiel banditisme uit. Voorkomen moet worden dat definities worden volgepakt met beschrijvende kenmerken. Een definitie is geen beschrijving, maar een afspraak hoe iets te noemen en te omschrijven. Pas wanneer men die afspraak heeft gemaakt kan men nagaan welke eigenschappen groepen die aan de definitie voldoen, verder nog allemaal hebben, maar die maken geen deel uit van de definitie. Definities moeten in algemene termen zijn gesteld, willen zij bruikbaar zijn. Onderzoeksvraag 5 Rechtvaardigen de maatschappelijke effecten van en de verwachtingen aangaande mobiel banditisme een specifieke aanpak door politie en justitie en hoe kan deze worden vormgegeven? Hieronder wordt op hoofdlijnen uiteengezet wat bij de verschillende vragen aan de orde komt. 17 Hoofdstuk 1 Inleiding

19 Onderzoeksvraag 1 Hoe heeft het mobiel banditisme zich ontwikkeld in de bronlanden Polen en Litouwen en in de doellanden in West-Europa? De ervaring leert dat er maar weinig onderzoek is verricht naar de achtergronden van mobiel banditisme. Door na te gaan wat er in de bronlanden () en in andere West-Europese landen (de doellanden ) bekend is over het probleem, proberen we niettemin beter inzicht te krijgen in de achtergronden. Ook gaan we na welke opsporingsinspanningen in de bron- en doellanden worden verricht en op welke wijze internationaal wordt samengewerkt. Een en ander moet, binnen de marges die aan dit onderzoek zijn gesteld, een beeld geven van waar het probleem vandaan komt, hoe groot het elders is en wat er daar aan wordt gedaan. De onderzoeksvragen betreffende de achtergronden van mobiel banditisme worden beantwoord aan de hand van gegevens afkomstig van zusterdiensten uit België, Duitsland, Litouwen en Polen, alsook van informatie uit opsporingsonderzoeken, contacten van het team met diverse partners en informatie uit open bronnen (persberichten, wetenschappelijke publicaties en overheidsrapporten). Onderzoeksvraag 2 Wat is de omvang en ontwikkeling van mobiel banditisme uit in Nederland en in het bijzonder in de negen noordoostelijke politieregio s? De door de opsporingsautoriteiten waargenomen omvang van mobiel banditisme wordt gemeten aan de hand van de cijfers met betrekking tot de verschillende delicten die aan mobiel banditisme worden gerelateerd en die gepleegd zijn door Polen en Litouwers. Hiertoe worden naast het Polarisbestand, ook HKS en het Landelijke Overvallen Registratiesysteem (LORS) geraadpleegd. Tevens worden de bevindingen uit eerdere rapporten over mobiel banditisme verwerkt. Onder ontwikkeling wordt hier verstaan de wijzigingen die in de loop der jaren zijn opgetreden in de omvang van mobiel banditisme. De omvang wordt met name vastgesteld aan de hand van absolute cijfers, waarbij ook andere dan politiebronnen worden geraadpleegd, zoals publicaties van de getroffen bedrijfssectoren. Waar mogelijk wordt geprobeerd om vast te stellen wat het relatieve aandeel is dat Polen en Litouwers hebben in bepaalde delictssoorten. Tenslotte wordt nagegaan in hoeverre nog steeds voor Nederland de belangrijkste landen zijn wat betreft de herkomst van mobiele bendes. Daartoe wordt, waar mogelijk, in de genoemde bestanden ook gekeken naar het aandeel van verdachten uit andere landen in Centraal, Oost en Zuidoost-Europa. Onderzoeksvraag 3 Wat is de aard van mobiel banditisme uit in Nederland en in het bijzonder in de negen noordoostelijke politieregio s? 18

20 De aard van mobiel banditisme wordt in dit onderzoek op twee wijzen geanalyseerd. Ten eerste gaat het bij aard om de kenmerken van de werkwijzen die gehanteerd worden op het gebied van mobiel banditisme, per delicttype verdeeld naar modus operandi, de logistieke routes en de opbrengsten. Ten tweede gaat het om de kenmerken van criminele verbanden en personen. Wat betreft de personen wordt daarbij gekeken naar de kenmerken leeftijd, geslacht, nationaliteit, land/regio van herkomst. Wat betreft de samenwerkingsverbanden wordt gekeken naar hun omvang, bestendigheid, samenstelling, structuur, taakverdeling en organisatiegraad. Daarbij komen ook werkwijzen aan de orde als het gebruik van communicatiemiddelen, geweld, afschermingmethoden, en eventuele contacten met andere criminele verbanden, legale bedrijven, specifieke beroepsgroepen en overheidsfunctionarissen. Als basis voor de beantwoording van deze onderzoeksvraag dient een corpus met criminele samenwerkingsverbanden, dat is samengesteld uit dossiers van afgesloten onderzoeken, projectvoorstellen en losse mutaties. Per delict zullen de relevante casussen, waarover genoeg informatie voorhanden is, worden beschreven. Hierbij wordt uitgegaan van informatie die in de loop van het Project Polaris bijeen is gebracht. Daarnaast zal HKS geraadpleegd worden om te kijken of geregistreerde verdachten criminele antecedenten hebben. Hiervoor wordt eveneens informatie gebruikt van Poolse en Litouwse zusterdiensten. Waar door het Project Polaris verdachten zijn opgezocht in de registratie van Meldingen Ongebruikelijke Transacties (MOT), zal dit ook worden meegenomen bij de bespreking van de criminele samenwerkingsverbanden. Onderzoeksvraag 4 Welke ervaringen zijn er met de aanpak van het team Polaris? Bij onderzoeksvraag 4 wordt ingegaan op de opsporing. Daarbij gaat het enerzijds om de resultaten van het team, anderzijds om de samenwerking die op de verschillende niveaus nodig is om resultaten te boeken. Het beantwoorden van de vraag geschiedt op basis van gesprekken met teamleiders en medewerkers van Polaris. Er wordt met als uitgangspunt de doelstellingen van het project, gekeken naar de ervaringen die zijn opgedaan bij de realisatie daarvan: wat heeft men bereikt en wat niet, wat gaat er goed, wat zou anders kunnen? Onderzoeksvraag 5 Rechtvaardigen de maatschappelijke effecten van en de verwachtingen aangaande mobiel banditisme een specifieke aanpak door politie en justitie en hoe kan deze worden vormgegeven? De maatschappelijke effecten betreffen in de eerste plaats de schade van mobiel banditisme die optreedt door roof, beschadiging van eigendommen en geweld tegen personen. In het geval van het in omloop brengen van vals geld betreft het vooral de 19 Hoofdstuk 1 Inleiding

21 schade aan het vertrouwen in de euro. De omvang van schade van criminaliteit is in de regel moeilijk te bepalen, al lijkt het probleem hier minder groot dan bij slachtofferloze delicten als verdovende middelenhandel. Bij mobiel banditisme gaat het met name om schade aan particulieren, zowel burgers als middenstand. Waar het de middenstand betreft kan ook sprake zijn van schade aan branches, in het bijzonder waar bepaalde typen detailhandel structureel slachtoffer zouden kunnen blijken te zijn van bijvoorbeeld ramkraken; in Weenink & Huisman (2003) werd al gesignaleerd dat met name de juweliersbranche daar veel last van had, maar uit later onderzoek bleek dat de situatie verbeterde (KLPD/NR, 2004). De schade zal overwegend worden afgeleid uit de bevindingen bij de onderzoeksvragen 2 en 3 afhankelijk van aard en omvang van de criminaliteit zal iets kunnen worden gezegd over de schade die deze aanricht. Wanneer eenmaal is vastgesteld of de maatschappelijke effecten een optreden rechtvaardigen, kan ook iets worden gezegd over de behoefte aan een aanpak van het mobiel banditisme en de wijze waarop die gestalte kan krijgen. 20

22 Hoofdstuk 2 Mobiel banditisme in Europa 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt een antwoord gegeven op onderzoeksvraag 1: Hoe heeft het mobiel banditisme zich ontwikkeld in de bronlanden Polen en Litouwen en in de doellanden in West-Europa? Mobiel banditisme blijft niet beperkt tot Nederland. In het verleden meldde het Duitse Bundeskriminalamt al dat bijvoorbeeld Poolse snelkraakploegen zich in praktisch heel Noordwest-Europa manifesteerden - in Scandinavië en in Duitsland, België en Nederland. 9 Uiteraard treft het probleem ook de landen van herkomst van de daders, in ons geval,. Waar dadergroepen zich van grenzen weinig aantrekken of beter gezegd, deze juist benutten kunnen ontwikkelingen in de landen van herkomst en vooral ook onze buurlanden hun weerslag hebben op de situatie in Nederland. Daarom wordt in dit hoofdstuk ingegaan op de ontwikkeling van het probleem en de aanpak ervan in de landen van herkomst en in België en Duitsland. Andere bron- en doellanden van mobiel banditisme komen zijdelings aan de orde, maar de situatie daar wordt niet stelselmatig beschreven. Voor de beschrijving van de ontwikkeling van het probleem is gekeken naar de reeds bestaande inzichten bij het team Polaris, welke mede nog dateren van de voormalige afdeling Oost-Europa van de Nationale Recherche. Waar mogelijk zijn deze aangevuld met de laatste gegevens uit de betreffende landen. Het blijkt overigens lastig om van ieder land een per onderdeel overeenkomend en actueel beeld te geven, omdat de beschikbare bronnen naar inhoud en aantal per land nogal kunnen verschillen. Over mobiel banditisme verschijnen nauwelijks gespecialiseerde studies. Voor informatie over de situatie in Polen en Litouwen kon gebruik worden gemaakt van een beperkt aantal publicaties alsook van informatie uit de eerste hand. Die informatie werd verstrekt door recherchechefs en onderzoekers op een aan mobiel banditisme gewijde bijeenkomst, georganiseerd door het Landeskriminalamt Nordrhein Westfalen, te Neuss in De gegevens over de situatie in België en Duitsland zijn gebaseerd op contacten met collega s in deze landen, op overheidspublicaties en op persberichten. Voor wat betreft de situatie in andere landen dan Polen, Litouwen, België en Duitsland is een quick scan uitgevoerd op recente open bronnen, waarbij met name is gezocht naar overheidspublicaties waarin mobiel banditisme ter sprake komt. Ter controle van onze gegevens hebben we dit hoofdstuk voorgelegd aan de Nederlandse liaison officer van de groep Polen van de Dienst Internationale Netwerken van het KLPD; deze verschafte tevens aanvullende informatie. Aan collega s in België is de tekst eveneens voorgelegd en opmerkingen van hun kant zijn vervolgens verwerkt. In de komende paragrafen wordt achtereenvolgens ingegaan op de situatie in Polen, Litouwen, België, Duitsland en, voor zover bekend, de overige landen in Europa. 9 Bundeskriminalamt 2001, p

23 2.2 Polen De ontwikkeling van mobiel banditisme in Polen 10 Dit lijkt te worden bevestigd door de ontwikkeling van de aantallen Poolse verdachten in HKS KLPD/DNR, 2004); voor de laatste HKS-gegevens, zie hoofdstuk Bijeenkomst Neuss 2005, Presentatie Polen. 12 Plywaczewski (2004, p.467 e.v.). 13 Volgens Plywaczewski zijn de meest voorkomende vormen van georganiseerde criminaliteit de smokkel en handel in vuurwapens, explosieven en verdovende middelen (waarbij sprake zou zijn van samenwerking met Russische, Colombiaanse, Italiaanse en Turkse criminelen), sigarettensmokkel, afpersingen en berovingen van vrachtwagenchauffeurs, BTW fraude, contractmoorden; diefstal en smokkel van voertuigen; en mensensmokkel en handel (Plywaczewski 2004, pp ). 14 Informatie van KLPD/ DIN/ groep Polen, Bijeenkomst Neuss 2005, Presentatie Polen. 16 Plywaczewski (2004, p.491). Volgens de Poolse politie is na een scherpe stijging van de misdaad in de jaren negentig een stabilisatie ingetreden. 10 Sinds het jaar 2000 is geen sprake geweest van grote kwalitatieve veranderingen in of groei van de georganiseerde misdaad, met inbegrip van vormen van mobiel banditisme (dat ook in Polen tot de georganiseerde misdaad wordt gerekend). 11 In termen van aantallen geïdentificeerde georganiseerde criminele groepen lijkt volgens de Poolse autoriteiten zelfs sprake van een afname, in termen van het aantal bendes, leiders en leden. Zo waren er in groepen, met 744 leiders en ruim 5000 leden. In 2004 ging het om 262 groepen, 324 leiders en ruim 2600 leden. Voor wat de cijfers waard zijn, heeft zich dus in aantallen betrokkenen ruwweg een halvering van de georganiseerde misdaad voorgedaan, ten opzichte van een jaar of vijf geleden. Het gaat daarbij alleen om etnisch Poolse groepen; er zouden sinds 2004 geen Russische groepen in Polen meer actief zijn, hetgeen echter wordt tegengesproken door de Poolse onderzoeker Plywaczewski. 12 De Poolse politie neemt onder criminele groepen een afname waar in gewelddadigheid en een verschuiving naar relatief vreedzame activiteiten in de sfeer van handel in verdovende middelen en economische criminaliteit. In zekere zin begint de georganiseerde misdaad meer te lijken op die in het westen, iets wat ook Plywaczewski constateert. 13 De Dienst Internationale Netwerken van het KLPD geeft aan dat Polen inmiddels een productieland is geworden voor synthetische drugs. In Polen is de productie van BMK gestopt en wordt er overgegaan op de productie van efedrine. Nederlandse en Poolse criminelen zouden elkaar op dit gebied gevonden hebben en ook samenwerken. Een andere ontwikkeling op het gebied van verdovende middelen zijn de Poolse bolletjesslikkers die gepakt werden op de luchthaven Schiphol. Bovendien vindt er samenwerking plaats tussen Poolse en Nederlandse criminelen bij het opzetten en onderhouden van hennepkwekerijen in beide landen. 14 Een andere verschuiving die volgens de Poolse recherche optreedt, is dat leidende figuren zich niet meer in de grote steden vestigen, maar in kleinere plaatsen, waar men minder in de gaten loopt. De onderlinge strijd en gewelddadige afrekeningen van de jaren negentig zouden plaats hebben gemaakt voor meer samenwerking tussen groepen. Dit lijkt overigens geen belemmering te zijn om bij geschillen over te gaan tot ontvoeringen van elkaars familieleden. Inkomsten worden, aldus de Poolse politie, geïnvesteerd in charitatieve instellingen en legale bedrijven 15 - volgens Plywaczewski gaat het daarbij om dezelfde branches als in het westen: horeca, vermaaksindustrie, onroerend goed, bouw, aandelenmarkten, verzekeringsbedrijven en banken. 16 Plywaczewski is weinig optimistisch over de toekomst; misdrijven in de sfeer van witwassen, verdovende-middelenhandel en infiltratie in het legale bedrijfsleven, zullen volgens hem toenemen, mede als gevolg van de achterblijvende ontwikkeling van wetgeving bij het hoge tempo van de economische ontwikkeling. 22

24 De dadergroepen die men in Polen vanwege de organisatiegraad en interne verhoudingen tot de georganiseerde misdaad rekent, houden zich niet alleen bezig met klassieke georganiseerde misdaadactiviteiten maar ook met wat men in Polen algemene delicten noemt. 17 Hieronder vallen, naast afpersing en ontvoering, ook de delicten die door internationaal opererende mobiele bendes worden gepleegd: diefstal van personenvoertuigen vrachtwagendiefstal roofovervallen inbraken ramkraken afpersingen ontvoeringen Mobiel banditisme kon als grensoverschrijdend fenomeen in Polen pas opkomen na de val van het IJzeren Gordijn; de eerste manifestatie ervan in Nederland betrof de autodiefstallen, in de loop van de jaren negentig kwamen daar de auto-inbraken en de ramkraken bij, alsook de georganiseerde winkeldiefstallen (zie ook de hoofdstukken 3 en 4). Autodiefstal, ramkraken en georganiseerde winkeldiefstal worden hieronder besproken. Wat de georganiseerde autodiefstallen betreft constateert Plywaczewski dat met de komst van een markt voor westerse auto s ook in Polen zelf het aantal autodiefstallen sterk toenam, van ongeveer in 1988 naar ruim in Na 2000 zet een daling in; in 2002 werden in Polen auto s gestolen. 18 De Poolse politie stelt dat het momenteel vooral gaat om de diefstal en doorvoer naar Oost-Europa van luxewagens in aantallen van ongeveer tot per jaar. Autodieven zouden een hoge organisatiegraad kennen, waarbij er binnen groepen een verdeling is naar kennis van de im- en exportprocedures van het desbetreffende land en vaardigheden op het gebied van inbraakmethoden, logistiek en falsificaties. Daarnaast maken bendes afspraken met eigenaars van auto s, die hun voertuig afstaan en pas aangifte doen (en zo via de verzekeringsmaatschappij een nieuwe auto krijgen) nadat de bende het voertuig het land uit heeft gesmokkeld. 19 Gestolen voertuigen komen Polen binnen via de snelwegen vanaf de westelijke grens met Duitsland en de zuidelijke grens met Tsjechië en verlaten Polen via de oostelijke grens met Litouwen, Wit-Rusland en Oekraïne. Bij de invoer van gestolen wagens in Polen blijkt, aldus Plywaczewski, uit Douanegegevens dat misbruik wordt gemaakt van gaten in wetgeving voor de invoer van eigendom. Dieven proberen gestolen wagens bij invoer een legaal voorkomen te verschaffen op verschillende manieren: 17 In Nederland wordt wel van communedelicten gesproken. Het centum van Warschau. Foto: Henk Dalsem 18 Plywaczewski (2004, p.483). 19 Plywaczewski (2004, pp ) & Plywaczewski (2003, pp ). de chauffeur maakt gebruik van vervalste registratiepapieren, welke meestal worden uitgegeven in Duitsland, België, de Verenigde Staten of Canada; 23 Hoofdstuk 2 Mobiel banditisme in Europa

25 gebruik van fictieve verkoopcontracten die suggereren dat de wagen gewoon is gekocht; de wagen wordt vervolgens officieel geregistreerd en kan worden verkocht; voorafgaande aan de documentfraude worden chassisnummers gewijzigd; dit is te traceren, maar vergt een tijdrovende inspectie. 20 Gesprek met Poolse opsporingsambtenaren, Zwolle, maart Het Rameta Team was een regionaal ( ) en later bovenregionaal team ( ) dat zich specifiek richtte op Poolse ramkrakers. 22 Grevink (2004, p. 32). 23 Gesprek met Poolse opsporingsambtenaren, Zwolle, maart In Misdaad zonder grenzen werd over auto-inbraken opgemerkt dat deze veelal worden gepleegd door voornamelijk jonge daders die in losse structuren opereren. Er worden cursussen aangeboden om auto s zonder sleutel te openen en te starten door middel van zogenaamde Aufsperr Technik. Cursussen duren een week en worden aangeboden per merk auto. 20 Volgens een contactpersoon bij de Poolse politie zou de vraag naar gestolen autoradio s niet groot meer zijn. Dat baseerde men op de aanhouding van een persoon bij wie de hele kelder vol autoradio s had gestaan. In hoeverre dat de conclusie wettigt dat de markt is ingezakt, is vanuit Nederland moeilijk te beoordelen. Met betrekking tot auto-inbraken zijn van Poolse zijde geen nieuwe gegevens beschikbaar. Ramkraken, snelkraken en overvallen Ramkraken, snelkraken en overvallen worden volgens de Poolse politie onder andere gepleegd door criminele groepen uit steden in West-Polen. Uit een analyse van de gegevens van het Rameta team 21 van de politie Noord- en Oost-Gelderland, kwam naar voren dat vijf Poolse dadergroepen die eind jaren negentig bij ramkraken waren betrokken afkomstig waren uit de provincie Lubiskie in West-Polen, die grenst aan Duitsland. 22 Onderzoek van het centraal opsporingsbureau te Warschau wees uit dat enkele personen binnen ramkraakgroepen eerder in Nederland actief zijn geweest als winkeldief. Daardoor kunnen zij informatie geven over waar men welke zaken het beste kan kraken. 23 Tot dusver zijn met name dadergroepen uit plaatsen in Noord- West-Polen betrokken geweest bij ramkraken. Naast Stettin, op de grens met de Bondsrepubliek, gaat het dan vooral om het noordelijker en eveneens bij de Oostzee gelegen Koszalin. Volgens de Poolse politie zijn in Koszalin grote groepen criminelen betrokken geweest bij ramkraken. De groepen beschikken over een omvangrijk internationaal netwerk en weten steeds nieuwe mensen te werven. De groepen hebben zich met name met ramkraken en overvallen op juweliers beziggehouden, maar zijn ook betrokken bij diefstal van personenwagens. Waar het om juwelen gaat, wordt de buit afgezet bij reguliere juwelierswinkeltjes in de grotere steden waar veel toeristen komen: Gdansk, Krakau, Lodz, Stettin en Warschau. De ironie wil dus dat goederen die in West-Europa zijn gestolen, ten dele weer worden verkocht aan argeloze westerlingen (overigens is één geval gebleken dat ook in Nederland zelf buit van juwelierskraken wordt afgezet). In Gdansk zouden de juweliers zijn geconcentreerd in twee straten. Het zou volgens de Poolse politie vrijwel onmogelijk zijn de gestolen 24

26 handelswaar van de legale te onderscheiden. Controle op deze winkels is een taak van de Handelsinspectie, niet van de politie. Desgevraagd werd van de kant van de Poolse politie opgemerkt dat de diefstal uiteraard ook op bestelling plaatsvindt. De handelaren kopen in bij de dieven; ze gaan niet zelf uit stelen. Het Bundeskriminalamt heeft een inventarisatie gemaakt van de door bendes uit Koszalin in West-Europa gestolen en geroofde dure horloges en juwelen. In totaal bedroeg de buit volgens deze informatie 30 miljoen euro. De juwelen en horloges waren dermate exclusief dat ze waren voorzien van een serienummer en echtheidscertificaat. Van de lijst met serienummers van de buit zijn tot op heden slechts twee horloges teruggevonden. Winkeldiefstallen Uit Poolse bronnen is geen informatie over winkeldiefstallen in georganiseerd verband bekend. In Nederland is niettemin sinds 2003 sprake geweest van Poolse verdachten die werden aangehouden voor winkeldiefstallen bij met name de grotere drogisterijketens en elektronicazaken. In 2004 werden in Nederland alleen al uit Wroclaw 21 dievenbendes met in totaal 82 verdachten aangehouden. Opvallend was dat steeds bepaalde soorten cosmetica werden weggenomen. De dadergroepen bestonden uit mannen en vrouwen die tijdelijk in een hotel in Nederland verbleven. De verdachten maakten gebruik van landkaarten waarop de plaatsen en drogisterijen die zij zouden bezoeken al in Polen waren aangegeven. Tijdens doorzoekingen van hotelkamers en in beslaggenomen personenauto s werd cosmetica aangetroffen die onder andere in Frankrijk was gestolen. Ook bestellijsten met goederen die moesten worden gestolen, geprepareerde schoudertassen en materiaal om nieuwe tassen te prepareren, werden aangetroffen en in beslag genomen. In één onderzoek werden vijftien verdachten aangehouden. De rechtbank deed in oktober 2004 uitspraak en veroordeelde alle verdachten voor het overgrote deel van de aangebrachte feiten en deelname aan een criminele organisatie. Alhoewel er in Polen dus geen gegevens voorhanden zijn, lijkt het erop dat de winkeldiefstallen vanuit Polen worden georganiseerd, waarbij op bestelling wordt gestolen. Vals geld Van de groep Polen van het KLPD ontvingen wij een overzicht van zaken met betrekking tot eurofalsificaties in Polen; het onderstaande is op deze tekst gebaseerd. 24 De gegevens zijn afkomstig van het Centraal Inlichtingenbureau van de Poolse politie. Daaruit blijkt dat in Polen vanaf 2002 valse euro s worden aangetroffen en dat in 2003 met een toename van onderscheppingen van valse euro s, het aantal onderschepte vervalste dollars afnam. In 2003 ging het om valse eurobiljetten tegen dollarbiljetten; in 2002 ging het nog om valse dollarbiljetten. Er zijn over 2004 geen totaalcijfers bij ons bekend. Valse euromunten zijn in Polen nog niet aangetroffen. In de periode januari-mei 2005 werden aangetroffen: 1 biljet van 500 euro 21 biljetten van 200 euro 24 KLPD/DIN/ Groep Polen, juli 2005, Counterfeit Euro in Poland in 2003, 2004 and Hoofdstuk 2 Mobiel banditisme in Europa

27 74 biljetten van 100 euro 231 biljetten van 50 euro 4 biljetten van 20 euro Ruim de helft van de 50 eurobiljetten had hetzelfde indicatief; de rest was verdeeld over ruim een dozijn andere indicatieven, wat suggereert dat deze biljetten van een tamelijk groot aantal verschillende drukkerijen afkomstig zijn. Bulgarije en Litouwen staan bekend als productielanden van valse euro s, maar ook in Polen zijn valse euro s geproduceerd. In januari 2003 werd een criminele groep opgerold die valse biljetten van 100 en 50 euro fabriceerde en in omloop bracht. Bij de actie werden 592 briefjes van 100 en 803 briefjes van 50 euro in beslag genomen. In februari 2004 werd door het Centraal Inlichtingenbureau in samenwerking met de Duitse politie van het LKA te Mainz en de recherche van de stad Warschau, een andere groep opgepakt. Bij deze actie werden valse briefjes van 50 euro aangetroffen, alsmede vele duizenden halffabrikaat-biljetten. Ook werden fotokopieer- en aanverwante apparatuur, hologrammen voor 50-, 100- en 200-eurobriefjes, een matrijs en een drukpers in beslag genomen. In totaal 12 personen van Poolse nationaliteit werden gearresteerd. De kwaliteit van de briefjes wordt zeer hoog genoemd. De groep had een netwerk van valsgeldkoeriers opgezet, die de biljetten in de EU in omloop brachten via winkels, banken, wisselkantoren e.d. Sinds februari 2003 houdt een speciale eenheid van het Centraal Inlichtingenbureau zich bezig met de bestrijding van het vervalsen van euro s. Men verzamelt alle relevante inlichtingen in een speciale database, analyseert de informatie, deelt de resultaten met relevante andere eenheden van de Poolse politie en werkt samen met buitenlandse liason-officers. Wat de huidige situatie betreft, bestaat bij de Poolse politie de indruk dat Poolse criminelen steeds meer belangstelling aan de dag leggen voor het vervalsen van euro s. Poolse groepen zouden ten minste ten dele verantwoordelijk zijn voor het in omloop brengen van valse euro s in Italië, Duitsland, Nederland, België en Frankrijk. Met name Frankrijk en Italië zijn belangrijke doellanden; de grootste groepen koeriers die daar zijn aangehouden betreffen Polen en Litouwers. Wat betreft de distributie in Nederland zou het gaan om groepen uit gebieden rond Krakau, Gdansk, Wroclaw en Lodz. Dit laatste kunnen wij niet staven met opsporingsonderzoeken in Nederland en Poolse verdachten van muntmisdrijven in HKS. De Poolse politie is nieuwe routes op het spoor gekomen, waarbij de biljetten worden afgezet in Duitsland, Oostenrijk en Zweden. Men vermoedt betrokkenheid van Poolse zigeuners. Litouwen en Bulgarije bleken in Polen eveneens bronlanden te zijn van valse euro s. Valse dollars komen momenteel overwegend uit de landen van voormalig Joegoslavië. Men heeft de indruk dat de kwaliteit van de eurovervalsingen steeds beter wordt. Het eurokoerieren is volgens de Poolse politie een specialiteit aan het worden van Poolse criminelen. Men verwacht een stijging van het aantal Poolse valsgeldkoeriers. 26

28 2.2.2 De opsporing De bestrijding van de georganiseerde misdaad is in Polen ondergebracht in de Tweede Afdeling van het Centraal Inlichtingen Bureau (opgericht februari 2000). Binnen deze afdeling opereren twaalf regionale onderafdelingen tamelijk zelfstandig. Wel hebben ze meldplicht bij de centrale in Warschau. Alle internationale bevragingen komen overigens binnen bij de Achtste Afdeling, Internationale Samenwerking en Analyse. 25 Eén van de prioriteiten van de Poolse politie is de aanpak van grensoverschrijdende georganiseerde criminaliteit, waarbij in toenemende mate wordt samengewerkt met politiediensten uit EU-lidstaten. In het verleden werd, wat Nederland betreft, samengewerkt met het Rameta team en tot voor kort met het team Polaris. Ook met Duitsland is samengewerkt bij de aanpak van de ramkrakers uit Stettin. Tevens is de Poolse politie bezig de groepen uit Koszalin actief aan te pakken. In het voorjaar van 2004 zijn van de betreffende groepen 69 mensen gearresteerd, zijn er 92 als verdachte in beeld en zijn nog eens 300 personen in onderzoek. Men heeft vijf leiders geïdentificeerd, welke allen in detentie verblijven. De aanpak lijkt tamelijk effectief te zijn geweest. Sinds de tweede helft van 2004 neemt het aantal ramkraken bij juweliers in Nederland door Poolse bendes af. Verdwenen is het probleem overigens niet. 26 Zoals bleek, beschikt Polen sinds 2003 ook over een gespecialiseerde eenheid die zich met de bestrijding van valsemunterij bezig houdt. Om de aanpak van grensoverschrijdende georganiseerde misdaad te verbeteren is in Polen een aantal wetswijzigingen doorgevoerd (zoals het gebruik van de kroongetuige, anonieme getuige en gecontroleerde levering). De samenwerking met Nederland wordt volgens het KLPD/DIN bemoeilijkt door de omstandigheid dat de politie de leiding heeft over een opsporingsonderzoek, dat pas na afronding aan het openbaar ministerie wordt afgegeven. 27 Ter voorbereiding op het EU lidmaatschap, dat op 1 mei 2004 inging, sloten de Poolse autoriteiten samenwerkingsovereenkomsten met Duitse, Estse en Litouwse politiediensten en grensbewaking. Ook ratificeerde Polen de samenwerkingsovereenkomst met Europol, waardoor het uitwisselen van persoonsgegevens mogelijk is gemaakt. Amerikaanse douaniers geven Poolse collegae training in de opsporing van illegale immigranten en drugssmokkelaars. 28 Op initiatief van de Belgische politie heeft Polen in 2004 samengewerkt met Duitsland, België en Nederland in Operatie Falcon, een internationaal opgezette voertuigcontrole, die meteen op de eerste dag leidde tot aanhouding van een Litouwse vrachtwagen met zeven gestripte BMW s en een Mercedes. Volgens een medewerker van Polaris beschikt de Poolse politie over veel expertise; de Polen op hun beurt kunnen profiteren van het Eucaris-syteem waarmee men in geheel Europa kentekens kan opvragen. 29 Dankzij financiële hulp van de EU kon Polen over meer technische middelen beschikken, zoals speurhonden, röntgenapparatuur, zuurstofmeters en nachtkijkers. Er zijn nu ook plannen om aan de grens sensorcamera s te plaatsen die op bewegingen reageren. 25 Bijeenkomst Neuss, zie ook Plywaczewski & Filipkowski (2004, p.915-6). 26 Zo pakte het BR Limburg Noord eind 2004 een bende Poolse ramkrakers op die zich in Zuid-Nederland aan een zestigtal misdrijven schuldig hadden gemaakt: ramkraken op radio-, tv- en fotozaken en autodiefstallen (gestolen auto s worden gebruikt als ramauto en als vluchtauto). Verdachten gaan (net als bendes winkeldieven) vaak op pad met een dealerlijst die ze in Polen van internet halen. In mei 2004 werd ook in België een ploeg opgepakt (zie paragraaf 2.4). 27 Meijer (2003, pp.39-48). Zie ook Plywaczewski (2004, p.899 e.v.). 28 NRC Handelsblad, 22 mei Operatie Falcon aan Poolse grens, Corps Courant, 4 september Hoofdstuk 2 Mobiel banditisme in Europa

Oost-Europese mobiele bendes

Oost-Europese mobiele bendes Oost-Europese mobiele bendes Prof. dr. Dina Siegel CIROC, Utrecht 14 December 2011 Oud fenomeen Egmond, Florike, 1994, Op het verkeerde pad; georganiseerde misdaad in de Noordelijke Nederlanden 1650-1800.

Nadere informatie

GEORGANISEERDE MISDAAD EN STRAFRECHTELIJKE SAMENWERKING IN DE NEDERLANDSE GRENSGEBIEDEN

GEORGANISEERDE MISDAAD EN STRAFRECHTELIJKE SAMENWERKING IN DE NEDERLANDSE GRENSGEBIEDEN GEORGANISEERDE MISDAAD EN STRAFRECHTELIJKE SAMENWERKING IN DE NEDERLANDSE GRENSGEBIEDEN TOINE SPAPENS intersentia Antwerpen - Oxford INHOUD VOORWOORD LIJST VAN AFKORTINGEN xv xvii HOOFDSTUK 1 ALGEMENE

Nadere informatie

Bijna de helft van de geweldsmisdrijven wordt in de openbare ruimte gepleegd / foto: Inge van Mill.

Bijna de helft van de geweldsmisdrijven wordt in de openbare ruimte gepleegd / foto: Inge van Mill. Bijna de helft van de geweldsmisdrijven wordt in de openbare ruimte gepleegd / foto: Inge van Mill. secondant #2 april 2009 7 Geweldsdelicten tussen - Daling van geweld komt niet uit de verf Crimi-trends

Nadere informatie

Poolse bendes in Nederland Voorlopige bevindingen

Poolse bendes in Nederland Voorlopige bevindingen 81 Poolse bendes in Nederland Voorlopige bevindingen A.W. Weenink en S. Huisman* In deze bijdrage bespreken wij Poolse criminaliteit in Nederland, in het bijzonder de activiteiten van Poolse bendes. De

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 081 Implementatie van de richtlijn 2014/62/EU van het Europees parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de strafrechtelijke bescherming

Nadere informatie

Nieuwe dadergroep vraagt aandacht

Nieuwe dadergroep vraagt aandacht Er is een nieuwe groep van jonge, zeer actieve veelplegers die steeds vaker met de politie in aanraking komt / foto: Pallieter de Boer. Nieuwe dadergroep vraagt aandacht Jongere veelplegers roeren zich

Nadere informatie

Datum 18 december 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht Criminele Albanezen zijn de opkomende groep in de drugshandel

Datum 18 december 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht Criminele Albanezen zijn de opkomende groep in de drugshandel 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv

Nadere informatie

Toename van geweld en verwevenheid met andere criminaliteit

Toename van geweld en verwevenheid met andere criminaliteit 64 SECONDANT #3/4 Toename van geweld en verwevenheid met andere criminaliteit CONFRONTATIE MET DE GEORGANISEERDE AUTODIEFSTAL door Joyce van der Mark De auteur is als onderzoeker werkzaam bij de Dienst

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2004 (05.11) (OR. en) 14028/04 EUROPOL 50 JAI 409

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2004 (05.11) (OR. en) 14028/04 EUROPOL 50 JAI 409 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 3 november 2004 (05.11) (OR. en) 14028/04 EUROPOL 50 JAI 409 NOTA van: de Franse, de Duitse, de Italiaanse, de Spaanse en de Britse delegatie aan: het Comité van artikel

Nadere informatie

Corporate brochure RIEC-LIEC

Corporate brochure RIEC-LIEC Corporate brochure RIEC-LIEC Corporate brochure RIEC-LIEC 1 De bestrijding van georganiseerde criminaliteit vraagt om een gezamenlijke, integrale overheidsaanpak. Daarbij gaan de bestuursrechtelijke, strafrechtelijke

Nadere informatie

Landelijk overvalcoördinator

Landelijk overvalcoördinator Raad van Hoofdcommissarissen Landelijk Overvalcoördinator Landelijk overvalcoördinator Beleidskaders M. Bosman MPM April 2004 Beleidskaders Coördinator overvalcriminaliteit 1. Inleiding De ontwikkelingen

Nadere informatie

PUBLIC 14277/10 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 1 oktober 2010 (11.10) (OR. en) LIMITE GENVAL 12 ENFOPOL 270 NOTA

PUBLIC 14277/10 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 1 oktober 2010 (11.10) (OR. en) LIMITE GENVAL 12 ENFOPOL 270 NOTA Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 1 oktober 2010 (11.10) (OR. en) PUBLIC 14277/10 LIMITE GENVAL 12 ENFOPOL 270 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap de Groep algemene aangelegenheden,

Nadere informatie

Samenvatting Aanleiding tot het onderzoek

Samenvatting Aanleiding tot het onderzoek Samenvatting Aanleiding tot het onderzoek Bij degenen die zich in Nederland politiek en beleidsmatig met de problematiek van vuurwapencriminaliteit bezig houden alsook bij de politie, bestaat het vermoeden

Nadere informatie

(65%) Totaal Mannen Vrouwen. Totaal jaar jaar

(65%) Totaal Mannen Vrouwen. Totaal jaar jaar Ontwikkeling van de WW in de periode 21 24 Ton Ferber Tussen eind 21 en eind 24 is het aantal WW-uitkeringen bijna verdubbeld. Vooral het aantal uitkeringen aan mannen jonger dan 45 is sterk gestegen.

Nadere informatie

Landelijk Loket Bestuurlijke Dossiers

Landelijk Loket Bestuurlijke Dossiers Landelijk Loket Bestuurlijke Dossiers Landelijk Informatie en Expertise Centrum (LIEC) -1- Onmisbaar voorstel aan rijksoverheid De politie constateerde landelijk een stijgende trend in diefstallen en vermissingen

Nadere informatie

Maandelijkse rapportage cijfers (mogelijke) slachtoffers mensenhandel

Maandelijkse rapportage cijfers (mogelijke) slachtoffers mensenhandel Maandelijkse rapportage cijfers (mogelijke) slachtoffers mensenhandel Maand: mei 2012 Deze rapportage beschrijft het aantal aangemelde (mogelijke) slachtoffers van mensenhandel bij CoMensha van 1 januari

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Meer doden onder fietsers, minder onder motorrijders. Meeste verkeersdoden onder twintigers

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Meer doden onder fietsers, minder onder motorrijders. Meeste verkeersdoden onder twintigers Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB07-031 23 april 2007 10.00 uur Sterke stijging verkeersdoden onder fietsers In 2006 kwamen 811 mensen in het Nederlandse verkeer om. Dit zijn er 6 minder

Nadere informatie

Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit

Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit SAMENVATTING De Wet BOB: Titels IVa en V in de praktijk Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit Mirjam Krommendijk Jan Terpstra Piet Hein van

Nadere informatie

Rapportage Transportcriminaliteit 3 e kwartaal 2015

Rapportage Transportcriminaliteit 3 e kwartaal 2015 Rapportage Transportcriminaliteit 3 e kwartaal 2015 Politie Landelijke Eenheid Auteur: Dienst Informatieorganisatie / Dienst Infra Status: Definitief Versie 1.1 26 oktober 2015 Voorwoord Voor u ligt de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 29 911 Bestrijding georganiseerde criminaliteit Nr. 96 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der

Nadere informatie

Tabel 11.1 Geïndexeerd aantal slachtoffers naar delictgroep en onveiligheidsgevoelens per land

Tabel 11.1 Geïndexeerd aantal slachtoffers naar delictgroep en onveiligheidsgevoelens per land 476 Criminaliteit en rechtshandhaving 2013 Tabellen bij hoofdstuk 11 Tabel 11.1 Geïndexeerd aantal slachtoffers naar delictgroep en onveiligheidsgevoelens per land Voertuiggerelateerde criminaliteit c

Nadere informatie

Autodiefstal Diefstal uit auto Diefstal van motor Fietsendiefstal Inbraak

Autodiefstal Diefstal uit auto Diefstal van motor Fietsendiefstal Inbraak Bijlage 4 621 Tabellen bij hoofdstuk 9 Tabel 9.1 Aantal ondervonden misdrijven per land en naar type delict (per 100 respondenten) Autodiefstal Diefstal uit auto Diefstal van motor Fietsendiefstal Inbraak

Nadere informatie

Kennislink.nl. Reizende criminelen langer uit handen van de politie. Slechts kwart van misdrijven opgehelderd

Kennislink.nl. Reizende criminelen langer uit handen van de politie. Slechts kwart van misdrijven opgehelderd Kennislink.nl Discussieer mee: Allemaal de beste van de klas?! Onderwerpen Publicaties Over Kennislink Nieuwsbrief Zoek Leven, Aarde & Heelal Gezondheid, Hersenen & Gedrag Mens & Maatschappij Energie &

Nadere informatie

Onderzoek bij het KLPD naar door Nederland ingevoerde gegevens in het Europol Informatiesysteem. z

Onderzoek bij het KLPD naar door Nederland ingevoerde gegevens in het Europol Informatiesysteem. z Onderzoek bij het KLPD naar door Nederland ingevoerde gegevens in het Europol Informatiesysteem z2009-01069 Rapport van definitieve bevindingen (uittreksel) 13 april 2010 1 INLEIDING Op grond van de Europol

Nadere informatie

ANPR IJsselland. Onderzoek naar de verwerking van no-hits bij de inzet van Automatic Number Plate Recognition. Regionaal politiekorps IJsselland

ANPR IJsselland. Onderzoek naar de verwerking van no-hits bij de inzet van Automatic Number Plate Recognition. Regionaal politiekorps IJsselland ANPR IJsselland Onderzoek naar de verwerking van no-hits bij de inzet van Automatic Number Plate Recognition Regionaal politiekorps IJsselland Rapportage van Definitieve Bevindingen College bescherming

Nadere informatie

Rondtrekkende daders : een Belgisch perspectief

Rondtrekkende daders : een Belgisch perspectief Rondtrekkende daders : een Belgisch perspectief CIROC Utrecht, 14/12/11 1 Rondtrekkende daders Aandacht van beleid en handhaving Jaren 90: inbrakenplagen o -> politie-aandacht 2004: Kadernota Integrale

Nadere informatie

Rondtrekkende daders : een Belgisch perspectief

Rondtrekkende daders : een Belgisch perspectief Rondtrekkende daders : een Belgisch perspectief CIROC Utrecht, 14/12/11 1 Rondtrekkende daders Aandacht van beleid en handhaving Jaren 90: inbrakenplagen o -> politie-aandacht 2004: Kadernota Integrale

Nadere informatie

Tien nieuwe politieregio s Een beeld op basis van bestaande indicatoren stand per 1 januari 2010

Tien nieuwe politieregio s Een beeld op basis van bestaande indicatoren stand per 1 januari 2010 Tien nieuwe politieregio s Een beeld op basis van bestaande indicatoren stand per 1 januari 2010 drs. P.F. Rozenberg MPA ing. R. Rozenberg Tien nieuwe politieregio s Een beeld op basis van bestaande indicatoren

Nadere informatie

Maandelijkse rapportage cijfers (mogelijke) slachtoffers mensenhandel

Maandelijkse rapportage cijfers (mogelijke) slachtoffers mensenhandel Maandelijkse rapportage cijfers (mogelijke) slachtoffers mensenhandel Maand: maart 2012 Deze rapportage beschrijft het aantal aangemelde (mogelijke) slachtoffers van mensenhandel bij CoMensha van 1 januari

Nadere informatie

Raad voor de rechtshandhaving De Staat van de rechtshandhaving 2014

Raad voor de rechtshandhaving De Staat van de rechtshandhaving 2014 Raad voor de rechtshandhaving De Staat van de rechtshandhaving 2014 Inleiding Op grond van artikel 33 van de Rijkswet Raad voor de rechtshandhaving brengt de Raad voor de rechtshandhaving (hierna: de Raad),

Nadere informatie

Eindexamen maatschappijwetenschappen vwo I

Eindexamen maatschappijwetenschappen vwo I Opgave 5 Sociale veiligheid ontsleuteld 24 maximumscore 2 Ministerie van Binnenlandse Zaken (en Koninkrijksrelaties) heeft als taak (één van de volgende): 1 het bevorderen van de openbare orde en veiligheid

Nadere informatie

Datum 26 september 2011 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de bescherming van juweliers en andere middenstanders

Datum 26 september 2011 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de bescherming van juweliers en andere middenstanders 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Misdrijven en opsporing

Misdrijven en opsporing 4 Misdrijven en opsporing R.J. Kessels en W.T. Vissers In 2015 registreerde de politie 960.000 misdrijven, 4,6% minder dan in 2014. Sinds 2007 is de geregistreerde criminaliteit met ruim een kwart afgenomen.

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 2030 2500 EH Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 47 25 DP Den Haag Postbus 2030 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

8 secondant #3/4 juli/augustus 2008. Bedrijfsleven en criminaliteit 2002-2007. Crimi-trends

8 secondant #3/4 juli/augustus 2008. Bedrijfsleven en criminaliteit 2002-2007. Crimi-trends 8 secondant #3/4 juli/augustus 2008 Bedrijfsleven en criminaliteit 2002-2007 Diefstallen in winkels en horeca nemen toe Crimi-trends De criminaliteit tegen het bedrijfsleven moet in 2010 met een kwart

Nadere informatie

Persconferentie criminaliteitscijfers

Persconferentie criminaliteitscijfers Persconferentie criminaliteitscijfers Vlaams Belang Antwerpen 4 februari 2014 1 Tweemaandelijks rapport: enkel korpsprioriteiten Op tweemaandelijkse basis worden aan de gemeenteraad criminaliteitscijfers

Nadere informatie

Praktische opdracht Aardrijkskunde Criminaliteit in Nederland

Praktische opdracht Aardrijkskunde Criminaliteit in Nederland Praktische opdracht Aardrijkskunde Criminaliteit in Nederland Praktische-opdracht door een scholier 1950 woorden 16 april 2002 6,3 166 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Inleiding: Nederland is de afgelopen

Nadere informatie

Maandelijkse rapportage cijfers (mogelijke) slachtoffers mensenhandel

Maandelijkse rapportage cijfers (mogelijke) slachtoffers mensenhandel Maandelijkse rapportage cijfers (mogelijke) slachtoffers mensenhandel Maand: juni 2012 Deze rapportage beschrijft het aantal aangemelde (mogelijke) slachtoffers van mensenhandel bij CoMensha van 1 januari

Nadere informatie

P LIT E. Korps landelijke politiediensten. Bestu urlijke rapportage growshops. Dienst Nationale Recherche

P LIT E. Korps landelijke politiediensten. Bestu urlijke rapportage growshops. Dienst Nationale Recherche P LIT E Korps landelijke politiediensten Dienst Nationale Recherche Bestu urlijke rapportage growshops Dienst Nationale Recherche 1 1 Inleiding Op basis van het Nationaal Dreigingsbeeld is grootschalige

Nadere informatie

2. Het CATS heeft op 22 november 2010 deze ontwerp-conclusies van de Raad goedgekeurd.

2. Het CATS heeft op 22 november 2010 deze ontwerp-conclusies van de Raad goedgekeurd. RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 23 november 2010 (25.11) (OR. en) 16419/10 ENFOPOL 336 TRANS 337 SIRIS 166 NOTA I/A-PUNT van: het secretariaat-generaal aan: het Comité van permanente vertegenwoordigers/de

Nadere informatie

Bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit

Bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit Bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit Informatie over het Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC) -1- Bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit 3 Bestuurlijke aanpak

Nadere informatie

Mobiel banditisme. Onderzoek naar de betrokkenheid bij bedrijfsinbraken in de politieregio IJsselland. Auteur: Jorike Franssen

Mobiel banditisme. Onderzoek naar de betrokkenheid bij bedrijfsinbraken in de politieregio IJsselland. Auteur: Jorike Franssen Mobiel banditisme Onderzoek naar de betrokkenheid bij bedrijfsinbraken in de politieregio IJsselland Auteur: Jorike Franssen Vrije Universiteit Faculteit der rechtsgeleerdheid Afstudeerrichting Criminologie

Nadere informatie

Maandelijkse rapportage cijfers (mogelijke) slachtoffers mensenhandel

Maandelijkse rapportage cijfers (mogelijke) slachtoffers mensenhandel Maandelijkse rapportage cijfers (mogelijke) slachtoffers mensenhandel Maand: augustus 2012 Deze rapportage beschrijft het aantal aangemelde (mogelijke) slachtoffers van mensenhandel bij CoMensha van 1

Nadere informatie

Rapportage Transportcriminaliteit 1 e kwartaal 2016

Rapportage Transportcriminaliteit 1 e kwartaal 2016 Rapportage Transportcriminaliteit 1 e kwartaal 2016 Politie Landelijke Eenheid Auteur: Dienst Informatieorganisatie Informatieknooppunt Infra Status: Definitief 19 april 2016 Voorwoord Voor u ligt de rapportage

Nadere informatie

Eindexamen maatschappijwetenschappen havo II

Eindexamen maatschappijwetenschappen havo II Opgave 4 Slachtoffers van criminaliteit Bij deze opgave horen de teksten 9 tot en met 12, figuur 2 en 3 en tabel 1 uit het bronnenboekje. Inleiding Ruim drie miljoen Nederlanders worden jaarlijks het slachtoffer

Nadere informatie

Veiligheid kernthema: maatschappelijk evenwicht & veiligheid

Veiligheid kernthema: maatschappelijk evenwicht & veiligheid Veiligheid kernthema: De criminaliteitscijfers en de slachtoffercijfers laten over het algemeen een positief beeld zien voor Utrecht in. Ook de aangiftebereidheid van Utrechters is relatief hoog (29%).

Nadere informatie

Aantal ondervonden misdrijven per land en naar type delict (per 100 respondenten); onveiligheidsgevoelens

Aantal ondervonden misdrijven per land en naar type delict (per 100 respondenten); onveiligheidsgevoelens Bijlage 4 587 Tabellen bij hoofdstuk 11 Tabel 11.1 Aantal ondervonden misdrijven per land en naar type delict (per 100 respondenten); onveiligheidsgevoelens Autodiefstal Diefstal uit auto Diefstal van

Nadere informatie

Samenvatting evaluatie strafrechtelijke aanpak eergerelateerd geweld

Samenvatting evaluatie strafrechtelijke aanpak eergerelateerd geweld Samenvatting evaluatie strafrechtelijke aanpak eergerelateerd geweld In 2006 werd het interdepartementale beleidsprogramma eergerelateerd geweld gestart. Het programma omvatte vier thema's: maatschappelijke

Nadere informatie

Persbericht. Criminaliteit nauwelijks gedaald. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Criminaliteit nauwelijks gedaald. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB11018 1 maart 2011 9.30 uur Criminaliteit nauwelijks gedaald www.cbs.nl Lichte afname slachtoffers veel voorkomende criminaliteit Gevoelens van veiligheid

Nadere informatie

Mede mogelijk gemaakt door de RPC s in Limburg

Mede mogelijk gemaakt door de RPC s in Limburg Onderzoek Criminaliteit onder het Limburgse bedrijfsleven Mede mogelijk gemaakt door de RPC s in Limburg Inleiding Veilig ondernemen is een belangrijk thema bij de Kamer van Koophandel. Jaarlijks wordt

Nadere informatie

Overvallen in Nederland

Overvallen in Nederland 38 2005 Overvallen in Nederland Jaaroverzicht 2004 Korps landelijke politiediensten DIENST NATIONALE RECHERCHE INFORMATIE Overvallen in Nederland Jaaroverzicht 2004 Uitgave: Dienst Nationale Recherche

Nadere informatie

Monitor 2007 Veelplegers Twente

Monitor 2007 Veelplegers Twente Monitor 27 Twente A. Kruize J. Snippe M. van Zwieten B. Bieleman COLOFON Stichting INTRAVAL Postadres: Postbus 1781 971 BT Groningen E-mail info@intraval.nl www.intraval.nl Kantoor Groningen: Kantoor Rotterdam:

Nadere informatie

Persbericht. Gevoelens van onveiligheid iets verminderd. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Gevoelens van onveiligheid iets verminderd. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB12-015 1 maart 2012 9.30 uur Gevoelens van onveiligheid iets verminderd Minder Nederlanders voelen zich onveilig Slachtofferschap veel voorkomende criminaliteit

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv

Nadere informatie

Datum 25 maart 2013 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over drugssmokkel via de Antwerpse Haven

Datum 25 maart 2013 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over drugssmokkel via de Antwerpse Haven 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Rapportage Transportcriminaliteit 2e kwartaal 2016

Rapportage Transportcriminaliteit 2e kwartaal 2016 Rapportage Transportcriminaliteit 2e kwartaal 2016 Politie Landelijke Eenheid Auteur: Dienst Informatieorganisatie Informatieknooppunt Infra Status: Definitief juli 2016 Voorwoord Voor u ligt de rapportage

Nadere informatie

Tabellen bij hoofdstuk 10. Tabel 10.1 Aantal ondervonden misdrijven per land en naar type delict (per 100 respondenten); onveiligheidsgevoelens

Tabellen bij hoofdstuk 10. Tabel 10.1 Aantal ondervonden misdrijven per land en naar type delict (per 100 respondenten); onveiligheidsgevoelens 508 Criminaliteit en rechtshandhaving 2009 Tabellen bij hoofdstuk 10 Tabel 10.1 Aantal ondervonden misdrijven per land en naar type delict (per 100 respondenten); onveiligheidsgevoelens 1999 2004 1999

Nadere informatie

Tabel 11.1 Aantal ondervonden misdrijven naar land en delictgroep (per 100 respondenten) en onveiligheidsgevoelens per land, 2004

Tabel 11.1 Aantal ondervonden misdrijven naar land en delictgroep (per 100 respondenten) en onveiligheidsgevoelens per land, 2004 Bijlage 4 543 Tabellen bij hoofdstuk 11 Tabel 11.1 Aantal ondervonden misdrijven naar land en delictgroep (per 100 respondenten) en onveiligheidsgevoelens per land, 2004 Autodiefstal Diefstal uit auto

Nadere informatie

Bestuurlijke Signalen

Bestuurlijke Signalen Bestuurlijke Signalen Informatiebrochure Landelijk Informatie en Expertise Centrum Voorbeeld: bestuurlijk signaal schijnhuwelijken Gedurende de periode 2010-2014 heeft de recherche van de Koninklijke Marechaussee

Nadere informatie

Nederland in internationaal perspectief 1

Nederland in internationaal perspectief 1 11 Nederland in internationaal perspectief 1 P.R. Smit en H. Goudriaan Nederland doet mee met de dalende trend in de geregistreerde criminaliteit in Noord- en West-Europese landen in de periode 2002-2011.

Nadere informatie

Aandeel van de meest frequent vervolgde daders in de strafzaken van

Aandeel van de meest frequent vervolgde daders in de strafzaken van Samenvatting De problematiek van de veelplegers staat momenteel hoog op de politieke en maatschappelijke agenda. Er is een wetsvoorstel ingediend om deze categorie delinquenten beter aan te kunnen pakken.

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 januari 2002 (24.01) (OR. es) 5157/02 STUP 3

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 januari 2002 (24.01) (OR. es) 5157/02 STUP 3 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 14 januari 2002 (24.01) (OR. es) 5157/02 STUP 3 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap de Groep Drugshandel Ontwerp-conclusies van de Raad betreffende de noodzaak

Nadere informatie

Daling totale criminaliteit ten opzichte van 2012 en 2011, opsporing boekt resultaat

Daling totale criminaliteit ten opzichte van 2012 en 2011, opsporing boekt resultaat Daling totale criminaliteit ten opzichte van 2012 en 2011, opsporing boekt resultaat Datum : 22-01-2014 1. Algemeen Onderstaand cijfermateriaal betreft een aanvulling op de reeds gepresenteerde criminaliteitscijfers

Nadere informatie

Maandelijkse rapportage cijfers (mogelijke) slachtoffers mensenhandel

Maandelijkse rapportage cijfers (mogelijke) slachtoffers mensenhandel Maandelijkse rapportage cijfers (mogelijke) slachtoffers mensenhandel Maand: april 2012 Deze rapportage beschrijft het aantal aangemelde (mogelijke) slachtoffers van mensenhandel bij CoMensha van 1 januari

Nadere informatie

Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken

Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken De Nederlandse bancaire vorderingen 1 op het buitenland zijn onder invloed van de economische crisis en het uiteenvallen van ABN AMRO tussen

Nadere informatie

Nederland als doelwit van criminele bendes uit Oost-Europa Op weg naar een effectievere aanpak van mobiel banditisme in Nederland

Nederland als doelwit van criminele bendes uit Oost-Europa Op weg naar een effectievere aanpak van mobiel banditisme in Nederland Nederland als doelwit van criminele bendes uit Oost-Europa Op weg naar een effectievere aanpak van mobiel banditisme in Nederland drs. Jeroen A. Aalderink 31 mei 2013 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 5 1.1.

Nadere informatie

H E L I N G. Samenwerken in de strijd tegen heling

H E L I N G. Samenwerken in de strijd tegen heling H E L I N G Samenwerken in de strijd tegen heling Woninginbraken, overvallen, straatroof, winkeldiefstallen. Al deze vermogensdelicten gedijen doordat de daders gestolen goederen aan derden kunnen slijten.

Nadere informatie

Potentiële Voortijdig Schoolverlaters in Nederland Toelichting bij de tabellen

Potentiële Voortijdig Schoolverlaters in Nederland Toelichting bij de tabellen Potentiële Voortijdig Schoolverlaters in Nederland Toelichting bij de tabellen Definitie Voortijdig schoolverlaters zijn leerlingen tot 23 jaar die het (reguliere) onderwijs verlaten zonder dat zij een

Nadere informatie

Tabel 11.1 Geïndexeerd aantal slachtoffers naar delictgroep en onveiligheidsgevoelens per land

Tabel 11.1 Geïndexeerd aantal slachtoffers naar delictgroep en onveiligheidsgevoelens per land 670 Criminaliteit en rechtshandhaving 2012 Tabellen bij hoofdstuk 11 Tabel 11.1 Geïndexeerd aantal slachtoffers naar delictgroep en onveiligheidsgevoelens per land 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 (index

Nadere informatie

Deze herziene versie van het verslag is opgesteld na bespreking in de Groep materieel strafrecht van 23 juni 2004.

Deze herziene versie van het verslag is opgesteld na bespreking in de Groep materieel strafrecht van 23 juni 2004. Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 20 juli 2004 (23.07) (OR. en) 0369//04 REV PUBLIC LIMITE DROIPEN 24 NOTA van: het voormalige Ierse voorzitterschap aan: het Comité van artikel 36 nr. vorig

Nadere informatie

Jeugdige recidiverende woninginbrekers

Jeugdige recidiverende woninginbrekers Jeugdige recidiverende woninginbrekers Utrecht, 17 februari 2014 Pepijn van Amersfoort en Sander Scherders Inleiding De aanpak van woninginbraken heeft prioriteit in de regio Utrecht (Regionale Veiligheidsstrategie

Nadere informatie

Risico's van witwassen en terrorismefinanciering in de kansspelsector

Risico's van witwassen en terrorismefinanciering in de kansspelsector Dr. J. van der Knoop Decision Support Risico's van witwassen en terrorismefinanciering in de kansspelsector Quick scan 2 april 2017 dr. J. van der Knoop Samenvatting Titel: Risico's van witwassen en terrorismefinanciering

Nadere informatie

5. CONCLUSIES. 5.1 Overlast

5. CONCLUSIES. 5.1 Overlast 5. CONCLUSIES In dit afsluitende hoofdstuk worden de belangrijkste conclusies besproken. Achtereenvolgens komen de overlast, de criminaliteit en de veiligheidsbeleving aan bod. Aan de 56 buurtbewoners

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek

Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-024 31 maart 2009 9.30 uur Veiligheidsgevoel maakt pas op de plaats Aantal slachtoffers veel voorkomende criminaliteit verder gedaald Gevoel van veiligheid

Nadere informatie

Bestuurlijk dossier. fraude met telefoonabonnementen

Bestuurlijk dossier. fraude met telefoonabonnementen Bestuurlijk dossier fraude met telefoonabonnementen Bestuurlijk dossier FIvo1and E Algemene zaakgegevens Kenmerk Bestuurlijk dossier Zaak Betreft : Fraude met telefoonabonnementen Ten behoeve van : Landelijk

Nadere informatie

Samenvatting. Vraagstelling. Welke ontwikkelingen zijn er in de omvang, aard en afdoening van jeugdcriminaliteit in de periode ?

Samenvatting. Vraagstelling. Welke ontwikkelingen zijn er in de omvang, aard en afdoening van jeugdcriminaliteit in de periode ? Samenvatting Het terugdringen van de jeugdcriminaliteit is een belangrijk thema van het beleid van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Met het beleidsprogramma Aanpak Jeugdcriminaliteit is de aanpak

Nadere informatie

Introductie tot de FIU-Nederland

Introductie tot de FIU-Nederland Introductie tot de FIU-Nederland H.M. Verbeek-Kusters EMPM Hoofd FIU - Nederland l 05-06-2012 Inhoud presentatie Witwassen Organisatie FIU-Nederland Van ongebruikelijk naar verdacht Wat is een ongebruikelijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 31 482 Cultuursubsidies Nr. 94 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 22 april 2015 De commissie voor de Rijksuitgaven en de vaste commissie

Nadere informatie

Jeugdcriminaliteit en jeugdveiligheid in Groningen

Jeugdcriminaliteit en jeugdveiligheid in Groningen FACTSHEET Jeugdcriminaliteit en jeugdveiligheid in Groningen In deze factsheet worden trends en ontwikkelingen ten aanzien van de jeugdcriminaliteit en jeugdveiligheid in de provincie Groningen behandeld.

Nadere informatie

1. De Commissie heeft het in hoofde genoemde voorstel op 28 juli 2000 bij de Raad ingediend.

1. De Commissie heeft het in hoofde genoemde voorstel op 28 juli 2000 bij de Raad ingediend. RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 4 december 2000 (9.2) (OR. fr) 4647/00 Interinstitutioneel dossier: 2000/0208 (CNS) LIMITE FIN 595 EUM 34 EUROPOL 49 DROIPEN 62 VERSLAG van: de Groep fraudebestrijding

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 juli 1999 (07.09) (OR. en) 10456/99 LIMITE DROIPEN 5

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 juli 1999 (07.09) (OR. en) 10456/99 LIMITE DROIPEN 5 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 29 juli 999 (07.09) (OR. en) 0456/99 LIMITE DROIPEN 5 RESULTAAT BESPREKINGEN van : de Groep Materieel Strafrecht d.d. : 9 juli 999 nr. vorig doc. : 9966/99 DROIPEN 4

Nadere informatie

.., Algemene Rekenkamer. BEZORGEN De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Gen era a Binnenhof 4 2513 AA Den Haag

.., Algemene Rekenkamer. BEZORGEN De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Gen era a Binnenhof 4 2513 AA Den Haag Algemene Rekenkamer.., BEZORGEN De Voorzitter van de Tweede Kamer der StatenGen era a Binnenhof 4 2513 AA Den Haag Lange Voorhout 8 Postbus 20015 2500 EA Den Haag T 070 3424344 070 3424130 voorlichting@rekenkamer.nl

Nadere informatie

Deel 3. Wat doet de Europese Unie? 84

Deel 3. Wat doet de Europese Unie? 84 DEEL 3.5 POLITIE- SAMENWERKING Deel 3. Wat doet de Europese Unie? 84 3.5. POLITIESAMENWERKING DOEL - De leerlingen/cursisten leren dat er al heel wat grenscriminaliteit bestond vóór het opengaan van de

Nadere informatie

AF/CE/CH/FRAUDE/nl 1

AF/CE/CH/FRAUDE/nl 1 SLOTAKTE AF/CE/CH/FRAUDE/nl 1 De gevolmachtigden van HET KONINKRIJK BELGIË, DE REPUBLIEK TSJECHIË, HET KONINKRIJK DENEMARKEN, DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND, DE REPUBLIEK ESTLAND, DE HELLEENSE REPUBLIEK,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 374 Aanslag op de heer W. S. P. Fortuijn Nr. 2 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES EN VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

Samenvatting en conclusies

Samenvatting en conclusies Eval uat i e Camer at oezi cht Gouda Ei ndr appor t Samenvatting en conclusies De gemeente Gouda is begin 2004 een proef gestart met cameratoezicht in de openbare ruimte op diverse locaties in de gemeente.

Nadere informatie

Handelsstromen Rozenstruiken 2009 / 14. Zoetermeer, Maart 2009 Peter van der Salm Productschap Tuinbouw, Afdeling Markt en Innovatie

Handelsstromen Rozenstruiken 2009 / 14. Zoetermeer, Maart 2009 Peter van der Salm Productschap Tuinbouw, Afdeling Markt en Innovatie Handelsstromen Rozenstruiken 2009 / 14 Zoetermeer, Maart 2009 Peter van der Salm Productschap Tuinbouw, Afdeling Markt en Innovatie Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd

Nadere informatie

FIOD. Aansprekend opsporen

FIOD. Aansprekend opsporen FIOD Aansprekend opsporen 23 Inhoud Preventie en opsporing De organisatie Samenwerken tegen fraude Bijzondere Opsporingsdiensten 4 6 7 7 Van fraudemelding tot onderzoek en vervolging Stap 1: Meldingen

Nadere informatie

ANPR Rotterdam-Rijnmond

ANPR Rotterdam-Rijnmond ANPR Rotterdam-Rijnmond Onderzoek naar de verwerking van no-hits bij de inzet van Automatic Number Plate Recognition Regionaal politiekorps Rotterdam-Rijnmond Rapportage van Definitieve Bevindingen College

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 januari 2002 (24.01) (OR. es) 5159/02 STUP 4

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 januari 2002 (24.01) (OR. es) 5159/02 STUP 4 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 14 januari 2002 (24.01) (OR. es) 5159/02 STUP 4 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap de Groep drugshandel Ontwerp-aanbeveling van de Raad over de noodzakelijke

Nadere informatie

Datum 16 maart 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht van Europol over minstens 10 duizend vermiste vluchtelingenkinderen

Datum 16 maart 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht van Europol over minstens 10 duizend vermiste vluchtelingenkinderen 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

STAGEVERSLAG. Amsterdam, 03 november 2009. Betreft: Verslag van stage in het buitenland

STAGEVERSLAG. Amsterdam, 03 november 2009. Betreft: Verslag van stage in het buitenland FACULTEIT: RECHTEN BESTEMMING: Curaçao, Willemstad, politie STAGEVERSLAG Amsterdam, 03 november 2009 Betreft: Verslag van stage in het buitenland Mijn stage vond plaats op het zonnige Curaçao, het grootste

Nadere informatie

Bijlage 1 Gebruikte gegevens

Bijlage 1 Gebruikte gegevens Bijlagen hoofdstuk 7 Tabellen bij Huijbregts en Leertouwer (2007) De invloed van etniciteit en pakkans op de geweldscriminaliteit van minderjarigen. In Van der Laan et al (red) Justitie en Demografie.

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Monitor 2009 Veelplegers Twente

Monitor 2009 Veelplegers Twente Monitor 29 Veelplegers Twente J. Snippe G. Wolters B. Bieleman Bij diverse organisaties is het thema één van de speerpunten van beleid. Ook in het kader van het Grote Steden Beleid (GSB) is er aandacht

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG a 1 1 > Retouradres: Postbus 20901, 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der StatenGeneraal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 16 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070

Nadere informatie

BIJLAGE 1 Glijdende schaal van maatregelen

BIJLAGE 1 Glijdende schaal van maatregelen BIJLAGE 1 Glijdende schaal van maatregelen Er is een glijdende schaal van maatregelen geïntroduceerd, waardoor meer flexibiliteit en maatwerk mogelijk is. De maatregelen hebben betrekking op de woning,

Nadere informatie

Psychosociale gezondheid en gedrag

Psychosociale gezondheid en gedrag Psychosociale gezondheid en gedrag 1. Criminaliteit 1.1 Criminaliteit onder Friese jongeren De meest genoemde vorm van criminaliteit waar Friese jongeren van 13 tot en met 18 jaar zich in 2004 schuldig

Nadere informatie