Rapport /2008
|
|
- Adriana Abbink
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Rapport /2008 L.J.M. Boumans H.F.R. Reijnders W. Verweij KRW en GWR: Handreiking trend en trendomkering
2 RIVM Rapport /2008 KRW en GWR: Handreiking trend en trendomkering L.J.M. Boumans (Laboratorium voor Milieumetingen) H.F.R. Reijnders (Laboratorium voor Milieumetingen) W. Verweij (Laboratorium voor Ecologische Risicobeoordeling) Contact: LJM Boumans Contactpersoon: LJM Boumans Afd: Milieu en Veiligheid/Laboratorium voor Milieumetingen Dit onderzoek werd verricht in opdracht van VROM/DGM/BWL, in het kader van het project Ondersteuning grondwaterrichtlijn.
3 RIVM 2008 Delen uit deze publicatie mogen worden overgenomen op voorwaarde van bronvermelding: 'Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), de titel van de publicatie en het jaar van uitgave'. RIVM rapport
4 Rapport in het kort KRW en GWR: Handreiking trend en trendomkering De implementatie van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) en Grondwaterrichtlijn (GWR) in de Nederlandse wetgeving geschiedt door regelingen voor monitoring en rapportage aan de Europese Unie in een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) vast te leggen. Op grond van artikel 5 en bijlage IV van de GWR moeten de lidstaten van de Europese unie rapporteren over trend en trendomkering van de grondwaterkwaliteit. De teksten van de GWR zijn ongeschikt als tekst voor een AMvB. Dit rapport geeft de benodigde procedures waarnaar in de AMvB kan worden verwezen. De procedures zijn ontleend aan het Technical report 1 The EU Water Framework Directive: statistical aspects of the identification of groundwater pollution trends and aggregation of monitoring results. In de EU zijn discussies over procedures voor trend en trendomkering nog steeds gaande; deze kunnen leiden tot een herziening van dit rapport. Trefwoorden: Europese unie, Kaderrichtlijn Water, grondwaterrichtlijn, trend, trendomkering, grondwaterkwaliteit RIVM rapport
5 Abstract WFD and GWD: Help text trend and trend reversal The Water Framework Directive (WFD) and Groundwater Directive (GWD) are implemented in Dutch legislation by entering rules in a regulation (AMvB). Based on article 5 and annex IV of the (GWD) Member States have to report on trend and trend reversal of the groundwater quality. The texts of the GWD are not suitable as texts for a regulation. This report presents procedures to which can be referred to in the regulation. The procedures are taken from the Technical report 1 The EU Water Framework Directive: statistical aspects of the identification of groundwater pollution trends and aggregation of monitoring results. In the European Union discussions on procedures for trend and trend reversal are still going on and the outcome of the discussions can result in revision of the present report. Key words: European Union, water framework Directive, Groundwater Directive, trend, trend reversal, groundwater quality RIVM rapport
6 Inhoud Samenvatting 6 1 Inleiding 7 2 Verankering in KRW en GWR 8 3 Procedures Dataselectie en -bewerking Artikel Artikel 5, lid Artikel 5, lid Artikel 5, lid Artikel 5, lid Artikel 5, lid Bijlage IV Deel A Deel A lid Deel A lid 2 a Deel A lid 2 b Deel A lid 2 c Deel A lid 2 d Deel A lid Deel B Deel B lid Deel B lid 1 a Deel B lid 1 b Deel B lid 1 c Deel B lid 1 eindtekst Deel B lid Deel B lid Voorbeeld van berekeningen 19 6 Discussie en conclusies 22 Lijst van afkortingen 23 Literatuur 24 RIVM rapport
7 Samenvatting Dit rapport is bedoeld als procedurehandboek voor de rapportage die lidstaten van de Europese Unie aan de EU moeten leveren op grond van voorschriften beschreven in artikel 5 en bijlage IV van de Grondwaterrichtlijn over trend en trendomkering. Nederland is als lidstaat van de EU verplicht om de Kaderrichtlijn Water (KRW) en de Grondwaterrichtlijn (GWR) van de EU in haar wetgeving implementeren. Nederland zal daarbij zo veel als mogelijk bij de bestaande wetgeving aan te sluiten. Voor onderdelen zullen extra regelingen voor monitoring en rapportage over de resultaten aan de EU in een AMvB worden vastgelegd. Er is voor gekozen om daarbij zoveel mogelijk gebruik te maken van formele documenten uit de EU. Voor een doelgericht gebruik van de EU-documenten is het nodig om voor de Nederlandse situatie de relevante teksten te selecteren en begrippen te operationaliseren. Dit moet leiden dat een kookboek voor de verwerking van waarnemingen uit het meetnet dat voor de grondwaterkwantiteit en -kwaliteit door Nederland is aangemeld. Kookboekteksten zijn ongeschikt als tekst voor een AMvB of de toelichting daarbij. Daarom is de tekst in de vorm van een rapport gegoten. In de AMvB kan naar het rapport worden verwezen. Gebleken is dat het Technical report 1 The EU Water Framework Directive: statistical aspects of the identification of groundwater pollution trends and aggregation of monitoring results een instrumentarium beschrijft dat een goede basis vormt voor de eerste stap voor de rapportage over de status, trend en trendomkering in de richting van de EU. Het technical report en het daarin aangedragen instrumentarium is daarom als uitgangspunt gekozen voor het voorliggende rapport. Om het rapport compact te houden is er voor gekozen om niet de teksten uit het technical report over te nemen maar teksten eruit door middel van linkjes aanspreekbaar te maken. Er moet rekening mee worden gehouden dat de discussies over trend en trendomkering in de EU nog steeds gaande zijn en dat het inzicht in hoe dit onderwerp moet worden behandeld naar verwachting zal groeien. De verwachting is dat zal blijken dat de rapportage over trend en trendomkering complex is, zeker als, conform de wens van het Europees Parlement, geharmoniseerd moet worden gewerkt. Als Nederland voor de rapportage aan de EU zou kunnen volstaan met het gebruik van het in het hier voorliggende rapport aangedragen instrumentarium dan is de verwachting dat Nederland aan de door de EU opgelegde verplichting kan voldoen. De gekozen aanpak heeft het voordeel dat het rapport kan worden bijgesteld (groeidocument) en dat de beschreven werkwijze met de ontwikkelingen in de EU van grof naar fijn kan meegroeien. RIVM rapport
8 1 Inleiding Het voorliggende rapport moet een opzet vormen voor het procedurehandboek voor de rapportage over trend en trendomkering voor de Kaderrichtlijn water (KRW, (EU, 2000)) en de Grondwaterrichtlijn (GWR, (EU, 2007)). Nederland moet als lidstaat van de EU, directieven van de EU in haar wetgeving implementeren. Op basis hiervan moet Nederland onder andere de KRW en de GWR in Nederlandse Milieu-wetgeving opnemen. Vervolgens moet uitvoering worden gegeven aan de richtlijnen (EU-directieven) en Nederlandse wetten. Uiteindelijk moet volgens de KRW en de GWR worden gerapporteerd aan de EU. Die rapportage heeft onder andere betrekking op de kwantitatieve en kwalitatieve toestand van een grondwaterlichaam (GWL) en de ontwikkeling van de toestand. De toestand van een GWL moet zodanig zijn dat het grondwaterafhankelijke aquatische en terrestrische ecosysteem geen schadelijke effecten ondervinden van het grondwater. De beoordeling van de toestand van een GWL en de ontwikkeling daarin moet voor de implementatie van de KRW in de Nederlandse wetgeving worden beschreven. Nederland heeft ervoor gekozen om daarbij zo veel als mogelijk bij de bestaande wetgeving aan te sluiten. Voor onderdelen zijn echter extra regelingen nodig. Zo zal in een AMvB worden vastgelegd dat de monitoring van het grondwater moet worden ingericht en dat de resultaten daaruit uiteindelijk moeten worden gerapporteerd. Er is voor gekozen om daarbij zoveel mogelijk gebruik te maken van formele documenten uit de EU. In de categorie formele documenten vallen directives, Commission Decisions (Technical specifications for chemical analysis and monitoring of water status, (EU, 2008)), Guidances (Groundwater Chemical Status and Threshold Values (EU, 2007)), Technical reports en aan de Technical reports ontleende software/computerprogramma s (The EU Water Framework Directive: Statistical aspects of the identification of groundwater pollutants trends, and aggregation of monitoring results. Final Report, (EU, 2001)), enz. Deze documenten hebben echter betrekking op heel Europa. Voor een doelgericht gebruik van deze documenten kan het daarom nodig zijn voor Nederlandse situatie een relevante uitsnede uit de teksten te maken. Ook moeten begrippen uit de EU-documenten voor de implementatie van de KRW/GWR worden omgezet in operationele definities. Dit alles moet er toe leiden dat een soort kookboek tekst ontstaat voor de verwerking van waarnemingen uit het meetnet dat voor het volgen van de grondwaterkwantiteit en -kwaliteit voor Nederland bij de EU is aangemeld. De tekst krijgt hierdoor het karakter van een opsomming van een aantal procedures. Een dergelijke tekst leent zich niet goed als tekst voor een AMvB of zelfs voor de toelichting op de AMvB. Het meest adequaat is om dergelijke teksten in rapportvorm te gieten waar, in de tekst van de AMvB, naar kan worden verwezen. Deze aanpak is al eerder gevolgd voor de uitvoering van de monitoring in het draaiboek monitoring grondwater ( (Verhagen, 2004). De aanpak heeft het voordeel dat het document jaarlijks kan worden bijgesteld (groeidocument) en dat analoog aan de werkwijze voor de introductie van de KRW in Europa documenten van grof naar fijn kunnen meegroeien. Voor de KRW en GWR: Handreiking Trend en trendomkering is het rapport van J. Grath e.a. (2001), The EU Water Framework Directive: Statistical aspects of the identification of groundwater pollution trends, and aggregation of monitoring results het meest relevante EU-document (J. Grath e.a., 2001). Het rapport is te vinden op de sites: " reportpdf/_en_1.0_&a=d" en Het technical report is uitgebracht onder de Common Implementation Strategy for the Water Framework Directive (2000/60/EC). Het rapport beschrijft een instrumentarium dat een goede basis vormt voor een eerste stap op weg naar een rapportage over trend en trendomkering in de richting van de EU. Naast dit instrumentarium zal het nodig zijn om op initiatief van de werkgroep grondwater en het Coördinatiebureau Stroomgebieden Nederland een analoog document te schrijven met een instrument/procedure voor het bepalen en toetsen van de toestand van grondwater. RIVM rapport
9 2 Verankering in KRW en GWR Doorgaans leidt de uitwerking van een onderwerp uit richtlijnen en wetten in een rapport tot een droge opsomming van stukken tekst uit de betreffende richtlijnen en wetten. Bij de KRW en de GWR doet zich echter de bijzonderheid voor dat de GWR een nadere uitwerking is van de KRW (zie KRW artikel 17(1)). De GWR is later tot stand gekomen dan de KRW en door het voortschrijdende inzicht is de GWR weer beter afgestemd op specifiek grondwater dan de KRW. Voor grondwater wordt daarom uitgegaan van de GWR. De GWR wordt altijd in samenhang met de KRW geïnterpreteerd. De operationalisering mag niet leiden tot de beschrijving van een concrete situatie maar moet zoveel mogelijk algemeen zijn. Zoals eerder vermeld moet de operationalisering leiden tot een procedurehandboek. Voor het onderwerp trend en trendomkering is het Artikel 5 Vaststelling van significante en aanhoudende stijgende trends en het bepalen van het beginpunt voor omkeringen in trends van de GWR het meest direct van toepassing. Dit rapport moet daarom een begin maken met de operationalisering of met het uitvoerbaar maken voor Nederland van Artikel 5 en Bijlage IV van de GWR. Van dit artikel en de daarmee samenhangende bijlage IV wordt in dit rapport per onderdeel de operationaliteit nagegaan en waar nodig worden handreikingen gedaan en procedures gegeven om voorschriften verder te operationaliseren. Voor de overzichtelijkheid wordt artikel 5 en ook de tekst van de bijlage IV hier integraal weergegeven. De GWR definieert significante en aanhoudende stijgende trend als volgt: significante en aanhoudende stijgende trend: elke statistisch en uit milieuoogpunt significante toename van de concentratie van een verontreinigende stof, groep verontreinigende stoffen of indicator van verontreiniging in het grondwater, die overeenkomstig artikel 5 moet worden omgekeerd (GWR Artikel 2 Definities, paragraaf 3). De KRW geeft in bijlage V, - 2. Grondwater, 2.4. Monitoring van de chemische toestand van grondwater, Interpretatie en presentatie van de chemische toestand van grondwater - aan dat Voorts duiden de lidstaten met een zwarte stip op de kaart de grondwaterlichamen aan die onderhevig zijn aan een significante en aanhoudende stijgende tendens van de concentratie van een verontreinigende stof ten gevolge van menselijke activiteiten. Een omkering van een tendens wordt aangeduid met een blauwe stip op de kaart. Deze kaarten worden in het stroomgebiedsbeheersplan opgenomen. Deze definitie wordt operationeel geïnterpreteerd door ervan uit te gaan dat de mate van stijging vanuit milieu-oogpunt moet worden beoordeeld en de duidelijkheid van de stijging vanuit statistisch opzichtmoet worden benaderd. De noodzaak voor de aangegeven interpretatie blijkt uit het volgende voorbeeld. Stel dat de threshold value 10 bedraagt en de afgelopen 10 jaar elk jaar een stijging van 0,01 is gevonden dan kan de stijging statistisch significant zijn maar vanuit milieuoogpunt is de stijging niet relevant. RIVM rapport
10 Artikel 5 Vaststelling van significante en aanhoudende stijgende trends en het bepalen van het beginpunt voor omkeringen in trends 1. De lidstaten stellen iedere significante en aanhoudende stijgende trend vast in de concentratie van verontreinigende stoffen, groepen verontreinigende stoffen of indicatoren van verontreiniging in grondwaterlichamen of groepen grondwaterlichamen die als gevaar lopend zijn aangemerkt en zij bepalen het beginpunt voor een omkering in de trend overeenkomstig bijlage IV. 2. Overeenkomstig bijlage IV, deel B bewerkstelligen de lidstaten door middel van het in artikel 11 van Richtlijn 2000/60/EG bedoelde maatregelenprogramma, de omkering van trends die een significant schaderisico opleveren voor de kwaliteit van de aquatische of terrestrische ecosystemen, de menselijke gezondheid of voor het rechtmatig gebruik, feitelijk of potentieel, van het watermilieu, teneinde verontreiniging geleidelijk te verminderen en te voorkomen dat de toestand van het grondwater achteruitgaat. 3. De lidstaten bepalen overeenkomstig deel B, punt 1, van bijlage IV, het beginpunt voor een trendomkering als percentage van de in bijlage I vastgestelde grondwaterkwaliteitsnormen voor grondwater en van de krachtens artikel 3 vastgestelde drempelwaarden, op basis van de vastgestelde trend en het bijbehorende milieurisico. 4. De lidstaten geven in de overeenkomstig artikel 13 van Richtlijn 2000/60/EG in te dienen stroomgebiedbeheersplannen een samenvatting van: a) de wijze waarop de trendbeoordeling vanuit afzonderlijke monitoringpunten in een grondwaterlichaam, of een groep grondwaterlichamen, ertoe heeft bijgedragen dat er overeenkomstig bijlage V, punt 2.5, van die richtlijn in die lichamen een significante en aanhoudende stijgende trend in de concentratie van verontreinigende stoffen of een omkering in die trend is vastgesteld, en b) de redenen voor de krachtens lid 3 vastgestelde beginpunten. 5. Indien dit nodig is om het effect te beoordelen van bestaande verontreinigingspluimen in grondwaterlichamen die de verwezenlijking van de doelstellingen in artikel 4 van Richtlijn 2000/60/EG in gevaar kunnen brengen, met name pluimen uit puntbronnen en verontreinigde grond, voeren de lidstaten aanvullende trendbeoordelingen uit voor aangetroffen verontreinigende stoffen, om zich ervan te vergewissen dat de pluimen vanuit verontreinigde locaties zich niet verspreiden, de chemische toestand van het grondwaterlichaam of de groep grondwaterlichamen niet doen verslechteren, noch een risico vormen voor de menselijke gezondheid en het milieu. De resultaten van deze beoordelingen worden kort vermeld in de overeenkomstig artikel 13 van Richtlijn 2000/60/EG in te dienen stroomgebiedbeheersplannen. RIVM rapport
11 Bijlage IV deel A De lidstaten stellen significante en aanhoudende stijgende trends vast in alle grondwaterlichamen of groepen grondwaterlichamen die overeenkomstig bijlage II van Richtlijn 2000/60/EG als gevaar lopend zijn aangemerkt, rekening houdend met de volgende eisen: 1. overeenkomstig punt 2.4 van bijlage V van Richtlijn 2000/60/EG wordt het monitoringprogramma opgesteld met het oog op het aan het licht brengen van significante en aanhoudende stijgende trends in de concentraties van de uit hoofde van artikel 3 van deze richtlijn vastgestelde verontreinigende stoffen; 2. de vaststelling van significante en aanhoudende stijgende trends wordt gebaseerd op de volgende procedure: monitoringfrequenties en monitoringlocaties worden zodanig bepaald dat: i) de nodige gegevens worden ingewonnen om stijgende trends met voldoende betrouwbaarheid en nauwkeurigheid van natuurlijke variatie te kunnen onderscheiden; ii) stijgende trends tijdig kunnen worden vastgesteld, zodat maatregelen kunnen worden getroffen om voor het milieu significante nadelige veranderingen in de kwaliteit van het grondwater te voorkomen, of ten minste zoveel mogelijk te mitigeren; deze vaststelling wordt indien mogelijk voor het eerst in 2009 uitgevoerd, rekening houdend met bestaande gegevens, in het kader van het in artikel 13 van Richtlijn 2000/60/EG omschreven rapport over de vaststelling van trends in het eerste stroomgebiedbeheersplan, en vervolgens ten minste om de zes jaar; iii) rekening kan worden gehouden met tijdsafhankelijke fysische en chemische kenmerken van het grondwaterlichaam, met inbegrip van de grondwaterstroming en de infiltratie en de filtratiesnelheid in de bodem of ondergrond; b. de gebruikte monitoring- en analysemethodes beantwoorden aan internationale beginselen inzake kwaliteitscontrole - in voorkomend geval CEN-normen of nationale gestandaardiseerde methodes - om gelijkwaardige wetenschappelijke kwaliteit en vergelijkbaarheid van de verkregen gegevens te verzekeren; c. de beoordeling wordt gebaseerd op een statistische methode, zoals regressieanalyse, voor trendanalyse van tijdreeksen van individuele monitoringpunten; d. om vertekening bij het vaststellen van trends te vermijden, worden alle meetwaarden beneden de kwantificeringslimiet bepaald op de helft van de waarde van de hoogste kwantificeringslimiet in de tijdreeksen, behalve voor bestrijdingsmiddelen (totaal). 3. met het oog op de rapportage over de vaststelling van trends in het kader van het eerste stroomgebiedbeheersplan als omschreven in artikel 13 van Richtlijn 2000/60/EG, wordt voor de vaststelling van significante en aanhoudende stijgende trends in de concentratie van stoffen, die zowel natuurlijk als ten gevolge van menselijke activiteiten voorkomen, rekening gehouden met de basislijnniveaus en, indien voorhanden, de gegevens die vóór het begin van het monitoringprogramma werden vergaard. RIVM rapport
12 Bijlage IV deel B Beginpunten voor omkering van trends De lidstaten bewerkstelligen de omkering van een significante en aanhoudende stijgende trend, overeenkomstig artikel 5, met in aanmerkingneming van de volgende voorschriften: 1. het beginpunt voor de toepassing van maatregelen om een significante en aanhoudende stijgende trend om te keren is dat de concentratie van de verontreinigende stof 75 % bedraagt van de parameterwaarden van de grondwaterkwaliteitsnormen van bijlage I en van de drempelwaarden die zijn vastgesteld overeenkomstig artikel 3, tenzij: a) een eerder beginpunt vereist is om door het nemen van trendomkeringsmaatregelen op de meest kostenefficiënte wijze voor het milieu significante nadelige veranderingen in de grondwaterkwaliteit te voorkomen of ten minste zoveel mogelijk te mitigeren; b) een verschillend beginpunt verantwoord is indien de opsporingslimiet het niet mogelijk maakt een trend vast te stellen bij 75 % van de parameterwaarden; of c) de toenamesnelheid en de omkeerbaarheid van de trend zodanig zijn dat ook bij een later beginpunt voor trendomkeringsmaatregelen, met dergelijke maatregelen op de meest kostenefficiënte wijze voor het milieu significante nadelige veranderingen in de grondwaterkwaliteit kunnen worden voorkomen of ten minste zoveel mogelijk gemitigeerd. Zo een later aanvangspunt mag er niet toe leiden dat de termijn voor de milieudoelstellingen niet wordt gehaald. Voor activiteiten die onder de werkingssfeer van Richtlijn 91/676/EEG vallen, wordt het beginpunt voor de toepassing van maatregelen om een significante en aanhoudende stijgende trend om te keren, vastgesteld overeenkomstig die richtlijn en Richtlijn 2000/60/EG en met name met het oog op de doelstellingen voor waterbescherming als bedoeld in artikel 4 van Richtlijn 2000/60/EG; 2. zodra een beginpunt is vastgesteld voor een grondwaterlichaam dat overeenkomstig bijlage V, punt van Richtlijn 2000/60/EG en in de zin van punt 1. van deel B van deze bijlage als gevaar lopend is aangemerkt, wordt het niet gewijzigd tijdens de zesjarige looptijd van het krachtens artikel 13 van Richtlijn 2000/60/EG vereiste stroomgebiedbeheersplan. 3. omkeringen van een trend moeten worden aangetoond, rekening houdend met de relevante monitoringbepalingen van Deel A, punt 2. RIVM rapport
13 3 Procedures In dit hoofdstuk wordt een eerste opzet gegeven voor de te volgen procedures om de implementatie van de KRW / GWR ten aanzien van het vaststellen van trends en trendomkering te operationaliseren. Hierbij wordt vooral gebruikgemaakt van het Technical report 1 The EU Water Framework Directive: statistical aspects of the identification of groundwater pollution trends, and aggregation of monitoring results ((EU, 2001) Dit rapport staat op de EU site " reportpdf/_en_1.0_&a=d" en de site De laatste site wordt in dit rapport verder gebruikt om onderdelen van het technical report aan te kunnen spreken en om de toolbox die bij het technical report behoort te kunnen installeren en vervolgens te gebruiken. Per lid van artikel 5 worden nu verder procedures genoemd en toegelicht. 3.1 Dataselectie en -bewerking Voordat een trend kan worden bepaald moeten waarnemingsputten worden geselecteerd uit de centrale database DINO met daarin onder andere de resultaten van de van de grondwaterkwaliteit. Vervolgens kan per waarnemingsput en filter worden vastgesteld of een tijdreeks voor het berekenen van een trend beschikbaar is. 3.2 Artikel Artikel 5, lid 1 Tekst uit richtlijn De lidstaten stellen iedere significante en aanhoudende stijgende trend vast in de concentratie van verontreinigende stoffen, groepen verontreinigende stoffen of indicatoren van verontreiniging in grondwaterlichamen of groepen grondwaterlichamen die als gevaar lopend zijn aangemerkt en zij bepalen het beginpunt voor een omkering in de trend in overeenstemming met bijlage IV. Toestand, trend en trendomkering Zie voor de beschrijving van de statistische methoden voor het vaststellen van toestand, trend en trendomkering onder hoofdstuk 2 Trend (-Reversal) Assessment p. 11. Zie voor het toepassen van de statistische methoden voor het vaststellen van toestand, trend en trendomkering onder paragraaf 1.1 Features p. 5, paragraaf 1.2 Hard- & Software Requirements p. 5 en 1.3 Installation p. 5. Download de te installeren software van De data die moeten worden geïmporteerd moeten worden betrokken van het KRW portaal De data zijn per stof en GWL met het KRW-filter uit nationale database grondwater DINO geselecteerd. Toelichting Strikt genomen kan altijd worden berekend of een significant aanhoudende stijgende trend zich voordoet. Voor het berekenen van trends zijn geen drempelwaarden nodig, zodat trends kunnen worden berekend voor stoffen waar geen drempelwaarden voor bekend zijn. Om in de rapportage aan de EU vanuit milieuoogpunt de relevantie van een trend aan te kunnen geven is moeten drempelwaarden bekend zijn. Milieurelevant zijn trends die ten opzichte van een drempelwaarde beduidend zijn. RIVM rapport
14 Als, in geval van veel waarnemingen, waargenomen stofconcentraties niet relevant verschillen of in geval van weinig waarnemingen, niet statistisch significant zijn te onderscheiden, dan kunnen de grondwaterlichamen worden samengenomen (geclusterd). Per stof kan het nodig zijn telkens weer andere grondwaterlichamen te clusteren. Of een GWL als gevaar lopend wordt aangemerkt (at risk) moet blijken uit de karakterisering van de GWL. Initieel moet ervan worden uitgegaan dat de GWL s gevaar lopend zijn die in de rapportage over de karakterisering van GWL in 2004 door Nederland als gevaar lopend zijn aangemerkt Artikel 5, lid 2 Tekst uit richtlijn Overeenkomstig bijlage IV, deel B bewerkstelligen de lidstaten door middel van het in artikel 11 van Richtlijn 2000/60/EG bedoelde maatregelenprogramma, de omkering van trends die een significant schaderisico opleveren voor de kwaliteit van de aquatische of terrestrische ecosystemen, de menselijke gezondheid of voor het rechtmatig gebruik, feitelijk of potentieel, van het watermilieu, teneinde verontreiniging geleidelijk te verminderen en te voorkomen dat de toestand van het grondwater achteruitgaat. Significant schaderisico doet zich voor als de normen voor oppervlaktewater of water bestemd voor menselijke consumptie in grondwater worden overschreden. Voor een GWL kan rekening worden gehouden met vertraging en afbraak. In het grondwater / oppervlaktewater-interface kan rekening worden gehouden met verdunning. In figuur 1 is aangegeven hoe word bepaald of schaderisico aan de orde is. C GW EQS OW ja nee Geen schaderisico C GW x afbraak EQS OW ja nee Geen schaderisico C GW x verdunning EQS OW ja nee Geen schaderisico Significant schaderisico Figuur 1: Diagram om vast te stellen of schaderisico aan de orde is Maatregelen voor grondwater zijn beschreven in het rapport Verkenning Maatregelen grondwater 2006, Deel 1: Overzicht generieke maatregelen, Hoe maatregelen kunnen worden geaggregeerd is beschreven in het rapport KRW Verkenning Maatregelen grondwater 2006: Deel 2: Aggregatie regionale maatregelen (Verhagen en Krikken, 2006b); (Verhagen en Krikken, 2006a), Maatregelenprogramma en het rechtmatig gebruik, feitelijk of potentieel, van het watermilieu moet blijken uit het stroomgebiedsbeheersplan RIVM rapport
15 3.2.3 Artikel 5, lid 3 Tekst uit richtlijn De lidstaten bepalen overeenkomstig deel B, punt 1, van bijlage IV, GWR, het beginpunt voor een trendomkering als percentage van de in bijlage I vastgestelde grondwaterkwaliteitsnormen voor grondwater en van de krachtens artikel 3 vastgestelde drempelwaarden, op basis van de vastgestelde trend en het bijbehorende milieurisico. Vooralsnog wordt voor het beginpunt van de trendomkering uitgegaan van 75% van de drempelwaarde. Als uit onderzoek blijkt dat meer voorzorg nodig is om rekening te houden met de traagheid van het systeem kan een lager percentage worden toegepast. Dit wordt in de regelgeving vastgelegd. Zoals in dit rapport bij de behandeling van GWR bijlage IV Deel B lid 1 c in paragraaf is aangegeven, kan andersom ook een hoger percentage worden toegepast Artikel 5, lid 4 Tekst uit richtlijn De lidstaten geven in de overeenkomstig artikel 13 van Richtlijn 2000/60/EG (KRW) in te dienen stroomgebiedbeheersplannen een samenvatting van: a) de wijze waarop de trendbeoordeling vanuit afzonderlijke monitoringpunten in een grondwaterlichaam, of een groep grondwaterlichamen, ertoe heeft bijgedragen dat er overeenkomstig bijlage V, punt 2.5, van die richtlijn in die lichamen een significante en aanhoudende stijgende trend in de concentratie van verontreinigende stoffen of een omkering in die trend is vastgesteld, en b) de redenen voor de krachtens lid 3 vastgestelde beginpunten. Dit artikel heeft betrekking op de rapportage aan de EU Artikel 5, lid 5 Tekst uit richtlijn Indien dit nodig is om het effect te beoordelen van bestaande verontreinigingspluimen in grondwaterlichamen die de verwezenlijking van de doelstellingen in artikel 4 van Richtlijn 2000/60/EG in gevaar kunnen brengen, met name pluimen uit puntbronnen en verontreinigde grond, voeren de lidstaten aanvullende trendbeoordelingen uit voor aangetroffen verontreinigende stoffen, om zich ervan te vergewissen dat de pluimen vanuit verontreinigde locaties zich niet verspreiden, de chemische toestand van het grondwaterlichaam of de groep grondwaterlichamen niet doen verslechteren, noch een risico vormen voor de menselijke gezondheid en het milieu. De resultaten van deze beoordelingen worden kort vermeld in de overeenkomstig artikel 13 van Richtlijn 2000/60/EG in te dienen stroomgebiedbeheersplannen. Onderzocht zal moeten worden hoe onderscheid moet worden gemaakt tussen diffuse en lokale belasting van het systeem. Op lokale belastingen is de prevent en limit -benadering van toetpassing. Vanuit Nederland wordt dit spoor ingevuld vanuit bodemsaneringsystematiek. RIVM rapport
16 4 Bijlage IV 4.1 Deel A Deel A lid1 Overeenkomstig punt 2.4 van bijlage V van Richtlijn 2000/60/EG wordt het monitoringprogramma opgesteld met het oog op het aan het licht brengen van significante en aanhoudende stijgende trends in de concentraties van de uit hoofde van artikel 3 van deze richtlijn vastgestelde verontreinigende stoffen; De eisen die aan het monitoringprogramma moeten worden gesteld staan beschreven onder p. 34 paragraaf 5.4 Proposed Methods And Procedure, Monitoring Network Deel A lid 2 a De vaststelling van significante en aanhoudende stijgende trends wordt gebaseerd op de volgende procedure: a. monitoringfrequenties en monitoringlocaties worden zodanig bepaald dat: i) de nodige gegevens worden ingewonnen om stijgende trends met voldoende betrouwbaarheid en nauwkeurigheid van natuurlijke variatie te kunnen onderscheiden; ii) iii) stijgende trends tijdig kunnen worden vastgesteld, zodat maatregelen kunnen worden getroffen om voor het milieu significante nadelige veranderingen in de kwaliteit van het grondwater te voorkomen, of ten minste zoveel mogelijk te mitigeren; deze vaststelling wordt indien mogelijk voor het eerst in 2009 uitgevoerd, rekening houdend met bestaande gegevens, in het kader van het in artikel 13 van Richtlijn 2000/60/EG omschreven rapport over de vaststelling van trends in het eerste stroomgebiedbeheersplan, en vervolgens ten minste om de zes jaar; rekening kan worden gehouden met tijdsafhankelijke fysische en chemische kenmerken van het grondwaterlichaam, met inbegrip van de grondwaterstroming en de infiltratie en de filtratiesnelheid in de bodem of ondergrond. De eisen die aan het monitoringfrequenties en monitoringlocaties moeten worden gesteld staan beschreven onder p.. 34 paragraaf 5.4 Proposed Methods And Procedure, Monitoring Network en p. 41 paragraaf Trend assessment, onderdelen: Minimum length of time series for the detection of an upward trend en Maximum length of time series for the detection of an upward trend Deel A lid 2 b De vaststelling van significante en aanhoudende stijgende trends wordt gebaseerd op de volgende procedure: b. de gebruikte monitoring- en analysemethodes beantwoorden aan internationale beginselen inzake kwaliteitscontrole - in voorkomend geval CEN-normen of nationale gestandaardiseerde methoden - om gelijkwaardige wetenschappelijke kwaliteit en vergelijkbaarheid van de verkregen gegevens te verzekeren. RIVM rapport
17 Er moet worden gewerkt conform het Commission Decision QA/QC. Dit vergt ondermeer dat de strategie, de bemonsteringen en analyses worden uigevoerd door geaccrediteerde laboratoria conform NEN-EN-ISO/IEC 17025:2005. Algemene eisen voor de bekwaamheid van beproevings- en kalibratielaboratoria ((NEN, 2005) Deel A lid 2 c De vaststelling van significante en aanhoudende stijgende trends wordt gebaseerd op de volgende procedure: c. de beoordeling wordt gebaseerd op een statistische methode, zoals regressie-analyse, voor trendanalyse van tijdreeksen van individuele monitoringputten. De statistische methoden die aan de eisen voldoen zijn beschreven onder GW_final_report.pdf p.. 40 paragraaf Trend assessment. Ook wordt bij het Technical Report een computer-programma geleverd waarmee trend en trend reversal kunnen worden berekend. Een voorbeeld van de uitwerking van de procedure voor een drietal situaties in Nederlands met het programma is gegeven in ANNEX 6 Data Sheets van het Technical Report ( In hoofdstuk 4 Voorbeelden van berekeningen in het hier voorliggende rapport is de uitwerking voor ammonium in zuidelijk Nederland overgenomen. De trend berekeningen zijn in dit geval uitgevoerd met de gemiddelden van de waarnemingsputten in zuidelijk Nederland. De procedures uit het Technical Report komen tot een besluit over voldoen aan de eisen voor trend en trend reversal per GWL. Als van elke waarnemingsput per jaar een waarneming is gedaan dan komt de trend van het gemiddelde overeen met het gemiddelde van de trends die zijn berekend voor individuele waarnemingsputten. In plaats van gemiddelden kunnen ook naar grondgebruik gewogen gemiddelden worden gebruikt. Als de verdeling van waarnemingsputten in een GWL duidelijk afwijkt van de verdeling van het grondgebruik dan is het aan te raden om de trend van het grondgebruik gewogen gemiddelde te berekenen. In plaats van gemiddelden kunnen in het programma ook waarnemingen van een individuele waarnemingsput worden ingevoerd. Een trend voor een waarnemingsput wordt dan berekend. Om hieruit een trend of trend reversal per GWL te berekenen moeten de trends van de individuele waarnemingsputten worden geaggregeerd. De wijze waarop trend moeten worden geaggregeerd moet in de nog uit te werken guidance over trend en trend reversal verder worden uitgewerkt. Zoals hiervoor al is aangegeven is dit niet nodig indien in elke waarnemingsput evenveel metingen zijn gedaan op ongeveer gelijke tijdstippen Deel A lid 2 d De vaststelling van significante en aanhoudende stijgende trends wordt gebaseerd op de volgende procedure: d. om vertekening bij het vaststellen van trends te vermijden, worden alle meetwaarden beneden de kwantificeringslimiet bepaald op de helft van de waarde van de hoogste kwantificeringslimiet in de tijdreeksen, behalve voor bestrijdingsmiddelen (totaal). Op dit punt wordt van de richtlijn afgeweken omdat het voorschrift kan leiden tot een niet correct resultaat. Als in een tijdreeks resultaten van de waarnemingen voorkomen die zijn aangegeven met het kleiner dan - teken (<) dan moeten deze resultaten worden gesubstitueerd door de waarde van de hoogste bepaalbaarheidsgrens die in de tijdreeks voor komt. Ook alle andere waarnemingen die kleiner zijn dan de hoogste bepaalbaarheidsgrens moeten worden gesubstitueerd Deel A lid 3 Met het oog op de rapportage over de vaststelling van trends in het kader van het eerste stroomgebiedbeheersplan als omschreven in artikel 13 van Richtlijn 2000/60/EG, wordt voor de vaststelling van significante en aanhoudende stijgende trends in de concentratie van stoffen, die zowel natuurlijk als ten RIVM rapport
18 gevolge van menselijke activiteiten voorkomen, rekening gehouden met de basislijnniveaus en, indien voorhanden, de gegevens die vóór het begin van het monitoringprogramma werden vergaard. Onder basislijnniveaus worden de concentraties verstaan die van nature in het grondwater voorkomen. Als er zich seizoensschommelingen voordoen dan moet de procedure worden toegepast die is beschreven in p. 55 paragraaf LOESS smoother with seasonality. 4.2 Deel B Beginpunten voor omkering van trends. De lidstaten bewerkstelligen de omkering van een significante en aanhoudende stijgende trend, overeenkomstig artikel 5, met in aanmerkingneming van de volgende voorschriften: De artikel schrijft voor dat maatregelen moeten worden genomen als eenmaal een trend wordt onderkend Deel B lid 1 1 Het beginpunt voor de toepassing van maatregelen om een significante en aanhoudende stijgende trend om te keren is dat de concentratie van de verontreinigende stof 75% bedraagt van de parameterwaarden van de grondwaterkwaliteitsnormen van bijlage I en van de drempelwaarden die zijn vastgesteld overeenkomstig artikel 3, tenzij: De geschatte gemiddelde concentratie van het GWL bedraagt 75% van de grondwaterkwaliteitsnorm Deel B lid 1 a 1 Het beginpunt voor de toepassing van maatregelen om een significante en aanhoudende stijgende trend om te keren is dat de concentratie van de verontreinigende stof 75% bedraagt van de parameterwaarden van de grondwaterkwaliteitsnormen van bijlage I en van de drempelwaarden die zijn vastgesteld overeenkomstig artikel 3, tenzij: a) Een eerder beginpunt vereist is om door het nemen van trendomkeringsmaatregelen op de meest kostenefficiënte wijze voor het milieu significante nadelige veranderingen in de grondwaterkwaliteit te voorkomen of ten minste zoveel mogelijk te mitigeren; Houd rekening met de traagheid van het systeem en de mogelijkheid dat door na-ijlen het gemiddelde ver boven de grondwaterkwaliteitsnorm kan uitkomen. Hier kan alleen door inzet van grondige kennis van het geohydrologische systeem rekening mee worden gehouden. Ook kan gebruik worden gemaakt van conceptuele modellen om een argumentatie voor de EU op te bouwen. Van grof naar fijn kunnen verdere berekeningen worden uitgevoerd. als daar de noodzaak voor wordt aangetoond Deel B lid 1 b 1 Het beginpunt voor de toepassing van maatregelen om een significante en aanhoudende stijgende trend om te keren is dat de concentratie van de verontreinigende stof 75% bedraagt van de parameterwaarden van de grondwaterkwaliteitsnormen van bijlage I en van de drempelwaarden die zijn vastgesteld overeenkomstig artikel 3, tenzij: RIVM rapport
19 b Een verschillend beginpunt verantwoord is indien de opsporingslimiet het niet mogelijk maakt een trend vast te stellen bij 75% van de parameterwaarden; of Dit onderdeel behoeft geen verdere uitwerking Deel B lid 1 c 1 Het beginpunt voor de toepassing van maatregelen om een significante en aanhoudende stijgende trend om te keren is dat de concentratie van de verontreinigende stof 75% bedraagt van de parameterwaarden van de grondwaterkwaliteitsnormen van bijlage I en van de drempelwaarden die zijn vastgesteld overeenkomstig artikel 3, tenzij: c de toenamesnelheid en de omkeerbaarheid van de trend zodanig zijn dat ook bij een later beginpunt voor trendomkeringsmaatregelen, met dergelijke maatregelen op de meest kostenefficiënte wijze voor het milieu significante nadelige veranderingen in de grondwaterkwaliteit kunnen worden voorkomen of ten minste zoveel mogelijk gemitigeerd. Zo een later aanvangspunt mag er niet toe leiden dat de termijn voor de milieudoelstellingen niet wordt gehaald. Dit onderdeel behoeft geen verdere uitwerking Deel B lid 1 eindtekst Voor activiteiten die onder de werkingssfeer van richtlijn 91/676/EEG (EEG, 1991) vallen, wordt het beginpunt voor de toepassing van maatregelen om een significante en aanhoudende stijgende trend om te keren, vastgesteld overeenkomstig die richtlijn en richtlijn 2000/60/EG en met name met het oog op de doelstellingen voor waterbescherming als bedoeld in artikel 4 van richtlijn 2000/60/EG; Dit onderdeel behoeft geen verdere uitwerking Deel B lid 2 Zodra een beginpunt is vastgesteld voor een grondwaterlichaam dat overeenkomstig bijlage V, punt van richtlijn 2000/60/EG en in de zin van punt 1. van deel B van deze bijlage als gevaar lopend is aangemerkt, wordt het niet gewijzigd tijdens de zesjarige looptijd van het krachtens artikel 13 van richtlijn 2000/60/EG vereiste stroomgebiedbeheersplan. Dit onderdeel behoeft geen verdere uitwerking Deel B lid 3 Omkeringen van een trend moeten worden aangetoond, rekening houdend met de relevante monitoringbepalingen van Deel A, punt 2. Omkeringen van een trend moeten worden aangetoond door gebruik te maken van het two-section-model. Dit model is beschreven in p. 42 paragraaf Trend Reversal Assessment. RIVM rapport
20 5 Voorbeeld van berekeningen Voorbeelden van berekeningen zijn gegeven in het Technical report 1 The EU Water Framework Directive: statistical aspects of the identification of groundwater pollution trends and aggregation of monitoring results. De berekeningen kunnen worden uitgevoerd met het computerprogramma dat bij het Technical report 1. wordt meegeleverd. In het hiervoor liggende rapport is in paragraaf Deel A lid 2 c, de uitvoer van het programma nadere toegelicht. Met het computerprogramma kunnen trends voor individuele waarnemingsputten worden berekend. De uitkomsten van de berekeningen voor NL002 - ammonium en NL002 - nitrate van het GWL maaszand zijn gegeven op p , voor NL004 - ammonium en NL004 - nitrate van het GWL oostelijk zandgebied zijn gegeven op p en voor NL005 - ammonium en NL005 - nitrate van het GWL noordelijk zandgebied p , GW_annex-6.pdf. Voor alle duidelijkheid is de uitwerking voor het GWL NL002 ammonium uit Technical report in deze bijlage overgenomen. In Tabel A zijn enkele basisgegevens en resultaten van basisstatistiek opgenomen. In Figuur A is de ligging van de waarnemingsputten weergegeven. De waarnemingsputten blijken homogeen over het GWL te zijn verdeeld. In Figuur B is een scatter-plot gegeven van de individuele waarnemingen (62 waarnemingputten per jaar) en de tijd in jaren. De getalswaarden zelf worden niet in een tabel samengevat. In Tabel B zijn resultaten van de verschillende berekeningen samengevat die het computerprogramma uitvoert. In Figuur C is het resultaat weergegeven van de lineaire regressie-analyse van de gemiddelde waarden (Tabel B kolom AM) en de tijd in jaren. In Figuur D is het resultaat gegeven van lineaire regressie-analyse met een bi-sectie-model van opnieuw de gemiddelde waarden (AM) en de tijd in jaren. De uitkomsten van de testen zijn gegeven bij Testresults. Uitvoer van computerprogramma. NL002 - ammonium Tabel A: Basisgegevens en -statistiek GW-Body NL002 Sub-Body NL00 Parameter ammonium Unit mg/l Resolution: yearly Start: 01/01/85 End: 31/12/99 Area (km²): 5452 Minimum: Maximum: No. of values: 1318 No. of subst: 257 No. of sampling sites : 62 Body & stations Figuur A: Locatie waarnemingsputten RIVM rapport
21 Measured values Figuur B: Scatter diagram van de resultaten van de waarnemingen van alle putten (62 per jaar) tegen de tijd in jaren Tabel B: Resultaten berekeningen Begin AM(0)/ AM CL (AM) wam CL (wam) KM CL (KM) AM(100) 01/01/ /01/ /01/ /01/ /01/ /01/ /01/ /01/ /01/93 01/01/ /01/ /01/ /01/ /01/ /01/ Smoother & confidence interval Smoother Upper limit Low er limit Linear regression w ith break Linear trend Figuur C: Test trend Figuur D:Test trend reversal RIVM rapport
22 Test results Linear trend not detected (zie Figuur C). Trend reversal not detected (zie Figuur D). Meaning of Acronyms: AM(0)/AM(100): Arithmetic mean with replacement of values below LOQ by "0" to arithmetic mean with replacement of values below LOQ by LOQ AM: Arithmetic mean CL AM : Upper confidence limit of the arithmetic mean wam: Weighted arithmetic mean CL wam : Confidence limit of the weighted arithmetic mean KM: Kriging mean CL KM : Upper confidence limit of kriging mean RIVM rapport
23 6 Discussie en conclusies Dit rapport is bedoeld als eerste opzet voor de uitvoering of operationalisering van artikel 5 en bijlage IV van de Grondwaterrichtlijn over status, trend en trendomkering voor Nederland. Er is nagegaan of procedures zijn te geven die een basis hebben in de formele documenten van de EU. Gebleken is dat het Technical report 1 The EU Water Framework Directive: statistical aspects of the identification of groundwater pollution trends and aggregation of monitoring results ( eportpdf/_en_1.0_&a=d) hiervoor geschikt is (EU, 2001). Van grof naar fijn werkend kan met het in dit rapport beschreven instrumentarium een eerste stap gezet worden in de richting van de rapportage over de status, trend en trendomkering in de richting van de EU. Er moet echter rekening mee worden gehouden dat de discussies over dit onderwerp nog steeds gaande zijn. Naarmate de Lidstaten toekomen aan de officiële rapportage zal meer inzicht worden verkregen in de toestand waarin het grondwater in de verschillende staten verkeert. Ook zal meer inzicht worden verworven in de logistiek van het proces van waarnemen van de grondwaterkwaliteit en de uiteindelijke rapportage daarover door de landen en de complicaties die zich daarbij in de lidstaten voordoen. De verwachting is dat zal blijken dat de opgave complex is, zeker als, conform de wens van het Europees Parlement, geharmoniseerd moet worden gewerkt. Als het in dit rapport aangedragen instrumentarium volstaat dan is de verwachting dat Nederland aan de door de EU opgelegde verplichting kan voldoen. RIVM rapport
24 Lijst van afkortingen AMvB DINO EG EU GWL GWR KRW WFD Algemene Maatregel van Bestuur Data en Informatie van de Nederlandse Ondergrond Europese Gemeenschap Europese Unie GrondWaterLichaam GrondWaterRichtlijn KaderRichtlijn Water Water Framework Directive RIVM rapport
25 Literatuur EEG, Council Directive 91/676/EEC of 12 December 1991 concerning the protection of waters against pollution caused by nitrates from agricultural sources as amended by Council Regulation 1882/2003/EC., Official Journal of the European Communities L 375, EU, Directive 2000/60/EC of the European Parliament and of the Council, of 23 October 2000, establishing a framework for Community action in the field of water policy, Official Journal of the European Communities L 327. EU, Grath, J. e.a., The EU Water Framework Directive: Statistical aspects of the identification of groundwater pollutants trends, and aggregation of monitoring results. Final Report. Ref.: /01- IV1/00, GZ /2-1/6/00, Austrian Federal Ministry of Agriculture and Forestry, Environment and Water Management, Vienna. EU, Drafting Group WGC-2 Status Compliance and Trends; Lead Grath J. e.a., Guidance "Groundwater Chemical Status and Threshold Values", Version no.:2.0, 25 October 2007, EU, Drafting Group WGC-2 Status Compliance and Trends. EU, Draft by Commission DG ENV, Commission Decision laying down, pursuant to Directive 2000/60/EC of the European Parliament and of the Council, technical specifications for chemical analysis and monitoring of water status, Brussels. NEN, NEN-EN-ISO/IEC 17025:2005. Algemene eisen voor de bekwaamheid van beproevings- en kalibratielaboratoria, NNI, Nederlands Normalisatie Instituut, Delft. Verhagen, F.T., Draaiboek monitoring grondwater voor Kaderrichtlijn Water. SP2421, Royal Haskoning, 's-hertogenbosch. Verhagen, F.T. et al., 2006a. KRW Verkenning Maatregelen grondwater 2006; Deel 2: Aggregatie regionale maatregelen. 9R9864, Royal Haskoning, 's-hertogenbosch. Verhagen, F.T. et al., 2006b. Verkenning Maatregelen grondwater, Deel 1: Overzicht generieke maatregelen. 9R7055, Royal Haskoning, 's-hertogenbosch. RIVM rapport
26 RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu Postbus BA Bilthoven
RICHTLIJN 2006/118/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. van 12 december 2006
27.12.2006 NL Publicatieblad van de Europese Unie L 372/19 RICHTLIJN 2006/118/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 12 december 2006 betreffende de bescherming van het grondwater tegen verontreiniging
Voorstellen voor trendbepaling in grondwater voor de KRW. Rapport 607402002/2011 W. Verweij M.C. Zijp L.J.M. Boumans H.F.R.
Voorstellen voor trendbepaling in grondwater voor de KRW Rapport 607402002/2011 W. Verweij M.C. Zijp L.J.M. Boumans H.F.R. Reijnders Voorstellen voor trendbepaling in grondwater voor de KRW RIVM Rapport
Grondwater en Omgevingswet. 31 januari 2019 Utrecht
Grondwater en Omgevingswet 31 januari 2019 Utrecht Inhoud Taken irt grondwaterkwaliteit Bevoegdheden irt grondwaterkwaliteit Samenwerken aan grondwaterkwaliteit Kaderrichtlijn water Doelen Relatie met
Belgisch Staatsblad dd
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST [C 2016/31409] 26 MEI 2016. Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke grondwater tegen verontreiniging
Grondwaterkwaliteit in de Omgevingswet (Sessie 4.3) Relatie met beheer van bodemverontreinigingen
Grondwaterkwaliteit in de Omgevingswet (Sessie 4.3) Relatie met beheer van bodemverontreinigingen Programma 1. Opening (5 min) Dagvoorzitter, Peter de Putter (Sterk Consulting) 2. Grondwaterkwaliteit in
Voorstellen II voor trendbepaling in grondwater voor de KRW en de GWR. RIVM briefrapport /2011 W. Verweij J.G. Meijles H.F.R.
Voorstellen II voor trendbepaling in grondwater voor de KRW en de GWR RIVM briefrapport 607402008/2011 W. Verweij J.G. Meijles H.F.R. Reijnders Voorstellen II voor trendbepaling in grondwater voor de KRW
Factsheet: NLGWSC0005 Grondwater in diepe zandlagen
Factsheet: NLGWSC0005 -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met 25 april 2014. Deze factsheet dient gezien te worden als een werkversie ten behoeve van
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ADVIES VAN DE COMMISSIE
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 1.8.2006 COM(2006) 434 definitief 2003/0210 (COD) ADVIES VAN DE COMMISSIE overeenkomstig artikel 251, lid 2, derde alinea, onder c), van het EG-Verdrag
Protocol voor de beoordeling van de chemische toestand van grondwaterlichamen Een theoretisch concept
RIVM Briefrapport 607300008/2008 Protocol voor de beoordeling van de chemische toestand van grondwaterlichamen Een theoretisch concept M.C. Zijp P. van Beelen L.J.M. Boumans A.C.M. de Nijs W.Verweij S.
Factsheet: NLGW0013 Zout Maas
Factsheet: NLGW0013 Zout Maas -DISCLAIMER- Deze factsheet behoort bij het ontwerp water(beheer)plan. De hier weergegeven 2014 en de realisatie van de maatregelen in de periode 2010-2015 zijn gebaseerd
Factsheet: NLGW0018 Maas_Slenk_diep
Factsheet: NLGW0018 Maas_Slenk_diep -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst.
1 BELANG VAN DE INDICATOR EN ELEMENTEN VOOR INTERPRETATIE
Methodologische fiche INDICATOR: CHEMISCHE TOESTAND VAN HET GRONDWATER (NITRATEN, PESTICIDEN, ZWARE METALEN, NH 4 +, CHLORIDEN, SULFATEN, TRICHLOORETHYLEEN, TETRACHLOORETHYLEEN, NIKKEL) THEMA: WATER EN
Factsheet: NLGW0013 Zout Maas
Factsheet: NLGW0013 Zout Maas Deze factsheet bevat relevante informatie over het waterlichaam met uitzondering van landelijke maatregelen. Iedere overheid is verantwoordelijk voor het deel van de inhoud,
VERSLAG VAN DE COMMISSIE
NL NL NL EUROPESE COMMISSIE Brussel, 5.3.2010 C(2010) 1096 definitief VERSLAG VAN DE COMMISSIE overeenkomstig artikel 3, lid 7, van de Grondwaterrichtlijn (Richtlijn 2006/118/EG), inzake de vaststelling
Factsheet: NLGW0018 Maas_Slenk_diep
Factsheet: NLGW0018 Maas_Slenk_diep -DISCLAIMER- Deze factsheet behoort bij het ontwerp water(beheer)plan. De hier weergegeven 2014 en de realisatie van de maatregelen in de periode 2010-2015 zijn gebaseerd
Toekomstprojecties voor vier kernindicatoren voor de Sport Toekomstverkenning. Onderdeel van Sport Toekomstverkenning Trendscenario
Toekomstprojecties voor vier kernindicatoren voor de Sport Toekomstverkenning Onderdeel van Sport Toekomstverkenning Trendscenario M.H.D. Plasmans (RIVM) Dit onderzoek werd verricht in opdracht van VWS,
Factsheet: NLGW0015. Naam: Wadden Rijn-Noord Code: NLGW0015 Stroomgebied: Rijn-Noord
Factsheet: -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met 1 april 2013. Deze factsheet dient gezien te worden als een werkversie ten behoeve van het opstellen
Implementation of CLP Annex VIII EU harmonised product information for Poisons Centres. Pieter Brekelmans Ronald de Groot Thijs de Kort
Implementation of CLP Annex VIII EU harmonised product information for Poisons Centres Pieter Brekelmans Ronald de Groot Thijs de Kort NVIC NVIC RIVM Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum [NVIC,
Op naar een specifiek meetnet voor bestrijdingsmiddelen
Op naar een specifiek meetnet voor bestrijdingsmiddelen Dennis Kalf Ministerie Infrastructuur en Milieu; RWS Waterdienst 22 mei 2012 Inhoud Aanleiding/overwegingen NAP/nieuwe nota duurzame gewasbescherming(bm)
Factsheet: NLGWSC0004 Zout grondwater in ondiepe zandlagen
Factsheet: NLGWSC0004 Zout grondwater in ondiepe zandlagen -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met 25 april 2014. Deze factsheet dient gezien te worden
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 1.4.2009 COM(2009) 156 definitief VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD overeenkomstig artikel 18, lid 3, van Richtlijn 2000/60/EG
NOVEMBER Samenvatting Karakterisering stroomgebied Schelde
NOVEMBER 2004 Samenvatting Karakterisering stroomgebied Schelde Colofon In opdracht van Uitvoering Redactie Tekst Vormgeving Fotografie Datum 1 november 2004 Status definitief concept Nummer IKS-04-500
Factsheet: NLGWSC0004 Zout grondwater in ondiepe zandlagen
Factsheet: NLGWSC0004 Zout grondwater in ondiepe zandlagen -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals
Kwaliteit overig relevante verontreinigende stoffen KRW, 2015
Indicator 12 januari 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De kwaliteit van de overige
Factsheet: NLGWSC0001 Zoet grondwater in duingebieden
Factsheet: NLGWSC0001 Zoet grondwater in duingebieden -DISCLAIMER- Deze factsheet behoort bij het ontwerp water(beheer)plan. De hier weergegeven 2014 en de realisatie van de maatregelen in de periode 2010-2015
Factsheet: NLGWSC0003 Zoet grondwater in kreekgebieden
Factsheet: NLGWSC0003 Zoet grondwater in kreekgebieden -DISCLAIMER- Deze factsheet behoort bij het ontwerp water(beheer)plan. De hier weergegeven 2014 en de realisatie van de maatregelen in de periode
Factsheet: NLGW0019. Naam: Krijt Zuid-Limburg Code: NLGW0019 Stroomgebied: Maas
Factsheet: -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met 1 april 2013. Deze factsheet dient gezien te worden als een werkversie ten behoeve van het opstellen
De nationale Werkgroep Grondwater 2007
Briefrapport 607626001/2007 M.C. Zijp De nationale Werkgroep Grondwater 2007 Activiteiten van de Werkgroep Grondwater in 2007 RIVM briefrapport 607626001/2007 De nationale Werkgroep Grondwater 2007 Activiteiten
Bijlage 1. Kader inventarisatie spoedlocaties (verspreidingsrisico s) Wet bodembescherming.
Bijlage 1 Kader inventarisatie spoedlocaties (verspreidingsrisico s) Wet bodembescherming. Datum: 3 maart 2015 0. Leeswijzer en inleiding document Met het Rijk zijn afspraken gemaakt om bodemverontreiniging
Factsheet: NLGW0018. Naam: Maas_Slenk_diep
Factsheet: NLGW0018 Maas_Slenk_diep Deze factsheet bevat relevante informatie over het waterlichaam met uitzondering van landelijke maatregelen. Iedere overheid is verantwoordelijk voor het deel van de
CVS_0400_GWL_1. Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam. Karakteristieken
Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam naam grondwaterlichaam naam grondwatersysteem naam stroomgebied Oligoceen Aquifersysteem (gespannen) Centraal Vlaams Systeem Schelde Karakteristieken
Representativiteit KRW Monitoringprogramma Grondwaterkwaliteit
Rapport 680721003/2009 E.J.W. Wattel-Koekkoek et al. Representativiteit KRW Monitoringprogramma Grondwaterkwaliteit RIVM-rapport 680721003/2009 Representativiteit KRW Monitoringprogramma Grondwaterkwaliteit
Grondwater in Rijn West. René Hilhorst Procestrekker grondwater
Grondwater in Rijn West René Hilhorst Procestrekker grondwater 1 Doel en Opzet Doel: meanderen door provinciale rol en stand van zaken aangeven 1. Provinciale taak 2. Gebiedsdossiers 3. Natura 2000 4.
Factsheet: NLGWSC0004 Zout grondwater in ondiepe zandlagen
Factsheet: NLGWSC0004 Zout grondwater in ondiepe zandlagen -DISCLAIMER- Deze factsheet behoort bij het ontwerp water(beheer)plan. De hier weergegeven 2014 en de realisatie van de maatregelen in de periode
Belgisch Staatsblad dd
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST [C 2015/31888] 17 DECEMBER 2015. Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 maart 2011
Gelet op artikel 13, eerste lid, van het Besluit kwaliteitseisen en monitoring water 2009;
Besluit van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke ordening en milieubeheer, de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van., nr. DP/.
Protocol voor toestand- en trendbeoordeling van grondwaterlichamen KRW. Datum Maart 2013 Status Eindversie
Protocol voor toestand- en trendbeoordeling van grondwaterlichamen KRW Datum Maart 203 Status Eindversie Protocol voor toestand- en trendbeoordeling van grondwaterlichamen KRW Colofon Datum Maart 203
Rapport 607300005/2008
Rapport 607300005/2008 W. Verweij et al. Advies voor drempelwaarden RIVM Rapport 607300005/2008 Advies voor drempelwaarden W. Verweij 1 H.F.R. Reijnders 2 H.F. Prins 2 L.J.M. Boumans 2 M.P.M. Janssen 3
Factsheet: NLGW0008 Zout Eems
Factsheet: NLGW0008 Zout Eems Deze factsheet bevat relevante informatie over het waterlichaam met uitzondering van landelijke maatregelen. Iedere overheid is verantwoordelijk voor het deel van de inhoud,
Waterkwaliteit KRW, 2015
Indicator 12 januari 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De meeste waterlichamen voldoen
Draaiboek monitoring grondwater Voor de kaderrichtlijn Water
Voor de kaderrichtlijn Water Ministerie van VROM 14 november 2006 Definitief rapport, versie 1.2 9S1139 A COMPANY OF HASKONING NEDERLAND B.V. RUIMTELIJKE ONTWIKKELING Boschveldweg 21 Postbus 525 5201 AM
Biologische kwaliteit KRW provincies, 2015
Indicator 7 december 2017 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De meeste waterlichamen voldoen
SS_1300_GWL_4. Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam. Karakteristieken
Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam naam grondwaterlichaam naam grondwatersysteem naam stroomgebied Sokkel+Krijt Aquifersysteem (gespannen deel) Sokkelsysteem Schelde Karakteristieken
Belasting van het milieu door gewasbeschermingsmiddelen,
Belasting van het milieu door gewasbeschermingsmiddelen, 1998-2008 Indicator 17 december 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens
Draaiboek monitoring grondwater Voor de Kaderrichtlijn Water
Voor de Kaderrichtlijn Water Ministerie van VROM 17 februari 2010 Definitief rapport 9T7892 VOORWOORD Voor u ligt het voor de KRW. Het draaiboek is bestemd voor alle betrokkenen binnen het Nederlandse
Gegevensbehoefte Drinkwater voor de KRW. RIVM rapport /2012 S. Wuijts H.F.R. Reijnders W. Verweij M.C. Zijp
Gegevensbehoefte Drinkwater voor de KRW RIVM rapport 607402006/2012 S. Wuijts H.F.R. Reijnders W. Verweij M.C. Zijp Gegevensbehoefte Drinkwater voor de KRW /2012 Colofon RIVM 2012 Delen uit deze publicatie
Factsheet: NLGWSC0003
Factsheet: NLGWSC0003 Zoet grondwater in kreekgebieden Deze factsheet bevat relevante informatie over het waterlichaam met uitzondering van landelijke maatregelen. Iedere overheid is verantwoordelijk voor
RIVM rapport /2006. Drempelwaarden in grondwater: voor welke stoffen? W. Verweij, H.F.R. Reijnders
RIVM rapport 607300001/2006 Drempelwaarden in grondwater: voor welke stoffen? W. Verweij, H.F.R. Reijnders Contact: W. Verweij en H.F.R. Reijnders Laboratorium voor Ecologische Riscobeoordeling en Laboratorium
Samenvatting. A. van Leeuwenhoeklaan MA Bilthoven Postbus BA Bilthoven KvK Utrecht T
A. van Leeuwenhoeklaan 9 3721 MA Bilthoven Postbus 1 3720 BA Bilthoven www.rivm.nl KvK Utrecht 30276683 T 030 274 91 11 F 030 274 29 71 info@rivm.nl Samenvatting Dit document geeft een toelichting op de
Belasting van het milieu door gewasbeschermingsmiddelen,
Belasting van het milieu door gewasbeschermingsmiddelen, 1998-2007 Indicator 4 september 2009 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens
Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 19.1.2017 COM(2017) 23 final 2017/0010 (NLE) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van bijlage III bij Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de
de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie
Raad van de Europese Unie Brussel, 24 januari 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0010 (NLE) 5569/17 ENV 50 COMPET 37 VOORSTEL van: ingekomen: 19 januari 2017 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: de
Smog in zomer van 5
Smog in zomer In dit bulletin wordt een overzicht gegeven van de smogsituatie in de periode april tot en met september. Voor ozon zijn er in deze periode 6 smogdagen geweest. De dagen vielen voornamelijk
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 31 augustus 2011 (01.09) (OR. en) 13560/11 DENLEG 117
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 31 augustus 2011 (01.09) (OR. en) 13560/11 DENLEG 117 INGEKOMEN DOCUMENT van: de Europese Commissie ingekomen: 16 augustus 2011 aan: het secretariaat-generaal van de
3e Mirror meeting pren April :00 Session T, NVvA Symposium
3e Mirror meeting pren 689 13 April 2017 14:00 Session T, NVvA Symposium steps since April 2016 The enquiry (June to August 2016) performed by the national bodies. Resulting in 550 comments. Three/Four
Hierbij gaat voor de delegaties document D040155/01.
Raad van de Europese Unie Brussel, 24 september 2015 (OR. en) 12353/15 ENV 586 ENT 199 MI 583 BEGELEIDENDE NOTA van: de Europese Commissie ingekomen: 23 september 2015 aan: Nr. Comdoc.: D040155/01 Betreft:
MEDEDELING AAN DE LEDEN
EUROPEES PARLEMENT 009-04 Commissie verzoekschriften 9.3.0 MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: Verzoekschrift 084/004, ingediend door Charles Winfield (Britse nationaliteit), over de kwaliteit van het drinkwater
~ Stroomgebied KAARTENATLAS. beheerplan. 0abcdefgh
~ Stroomgebied beheerplan KAARTENATLAS 0abcdefgh Colofon Het ontwerp-stroomgebiedbeheerplan Schelde is een uitgave van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. De totstandkoming is mogelijk geworden dankzij
Karakterisering stroomgebied Schelde
NOVEMBER 2004 Karakterisering stroomgebied Schelde rapportage van nederland over de invulling van de kaderrichtlijn water in het stroomgebied schelde NOVEMBER 2004 Karakterisering stroomgebied Schelde
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 4.9.2017 C(2017) 5467 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 4.9.2017 tot vaststelling van wetenschappelijke criteria voor het identificeren van hormoonontregelende
RICHTLIJNEN. (Voor de EER relevante tekst)
L 127/4 NL RICHTLIJNEN RICHTLIJN (EU) 2019/782 VAN DE COMMISSIE van 15 mei 2019 tot wijziging van Richtlijn 2009/128/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de vaststelling van geharmoniseerde risico-indicatoren
1 BELANG VAN DE INDICATOR EN ELEMENTEN VOOR INTERPRETATIE
Methodologische fiche INDICATOR: CHEMISCHE TOESTAND VAN HET GRONDWATER THEMA: WATER EN AQUATISCH MILIEU 1 BELANG VAN DE INDICATOR EN ELEMENTEN VOOR INTERPRETATIE Vraag achter de indicator: Hoe evolueert
Monitoring Water Quality
Monitoring Water Quality Drs Gerrit Vossebelt Senior Advisor WVL EU Resident Twinning Advisor Turkey Delta of 4 international rivers Rhine Meuse Scheldt Ems North Sea Wadden Sea 2 INBO 2013 - Workshop
Raad van de Europese Unie Brussel, 24 juli 2017 (OR. en)
Raad van de Europese Unie Brussel, 24 juli 2017 (OR. en) 11470/17 AGRILEG 145 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 20 juli 2017 aan: Nr. Comdoc.: D048947/06 Betreft: de Europese Commissie het secretariaat-generaal
Toepassing van uitzonderingsbepalingen GWR op verontreinigingspluimen Handreiking ROSA en 'Points of Compliances'
RIVM Briefrapport 607701002/2010 Toepassing van uitzonderingsbepalingen GWR op verontreinigingspluimen Handreiking ROSA en 'Points of Compliances' Jacqueline Claessens (projectleider), RIVM Michiel Zijp,
~ Stroomgebied KAARTENATLAS. beheerplan. 0abcdefgh
~ Stroomgebied beheerplan KAARTENATLAS 0abcdefgh Colofon Het ontwerp-stroomgebiedbeheerplan Rijndelta is een uitgave van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. De totstandkoming is mogelijk geworden
Factsheet: NLGW0007. Naam: Zout Rijn-Noord
Factsheet: NLGW0007 Zout Rijn-Noord Deze factsheet bevat relevante informatie over het waterlichaam met uitzondering van landelijke maatregelen. Iedere overheid is verantwoordelijk voor het deel van de
Normalisatie in de hydrobiologie. Arnold Veen en Erica Fritse
Normalisatie in de hydrobiologie Arnold Veen en Erica Fritse 15 Februari 2017 Goed waterbeheer vraagt om vergelijkbare analyse resultaten die fit for purpose zijn. Paragraaf 1.3.6 van de KRW - Standards
~ Stroomgebied KAARTENATLAS. beheerplan. 0abcdefgh
~ Stroomgebied beheerplan KAARTENATLAS 0abcdefgh Colofon Het ontwerp-stroomgebiedbeheerplan Maas is een uitgave van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. De totstandkoming is mogelijk geworden dankzij
Verslag van de bijeenkomst over knelpunten bij het beoordelen van de chemische toestand van GWLen
Verslag actorenbijeenkomst 281008.doc Pagina 1 van 8 Verslag van de bijeenkomst over knelpunten bij het beoordelen van de chemische toestand van GWLen Datum : 28 oktober 2008 Plaats : Utrecht, CSN Aanwezig
Uitzonderingsbepalingen in de Kaderrichtlijn Water en de Grondwaterrichtlijn Drie grondwatercasussen die in Nederland spelen
RIVM Rapport 607300007/2007 Uitzonderingsbepalingen in de Kaderrichtlijn Water en de Grondwaterrichtlijn Drie grondwatercasussen die in Nederland spelen M.C. Zijp H.F.M.W. van Rijswick 1 M. Wienhoven 2
- 1 - april mei juni juli augustus september maand
- 1 - ER Smog in zomer In dit bulletin wordt een overzicht gegeven van de smogsituatie in de periode april tot en met september voor de stoffen O 3, PM, SO 2, en NO 2. In de zomerperiode van zijn er 7
De Waterwet en waterbodems De Waterwet. en waterbodems
De Waterwet en waterbodems De Waterwet en waterbodems Waterbodembeheer Waterbodembeheer onderdeel onderdeel watersysteembeheer watersysteembeheer Een nieuwe, integrale Een nieuwe, integrale Waterwet Waterwet
UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 28.3.2019 C(2019) 2266 final UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 28.3.2019 inzake een in 2020, 2021 en 2022 uit te voeren gecoördineerd meerjarig controleprogramma
Brug tussen chemische en biologische beoordeling waterkwaliteit
Brug tussen chemische en biologische beoordeling waterkwaliteit Bioassays meten de risico s van stoffen voor het ecosysteem in oppervlaktewater 1 Brug tussen chemische en biologische beoordeling waterkwaliteit
Belasting van het milieu door gewasbeschermingsmiddelen,
Belasting van het milieu door gewasbeschermingsmiddelen, 1998-2010 Indicator 15 februari 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens
THE LEGAL QUALIFICATION OF ARTICLE 4 WFD. Jasper van Kempen
THE LEGAL QUALIFICATION OF ARTICLE 4 WFD Jasper van Kempen 1 PRESENTATION OUTLINE 1. WFD implementation: different views 2. Definitions: obligations of best efforts and results 3. Qualification method
Besluitenlijst CCvD HACCP/ List of decisions National Board of Experts HACCP
Besluitenlijst CCvD HACCP/ List of decisions National Board of Experts HACCP Dit is de actuele besluitenlijst van het CCvD HACCP. Op deze besluitenlijst staan alle relevante besluiten van het CCvD HACCP
Draaiboek monitoring grondwater KRW. Datum Oktober 2013 Status Eindversie
Draaiboek monitoring grondwater KRW Datum Oktober 2013 Status Eindversie CPagina 1 van 110 Draaiboek monitoring grondwater KRW Colofon Datum Oktober 2013 Auteurs Contactpersoon Dit is een product van
2007/
venijssel www.overijssel.nl Provinciale Staten van Overijssel Postadres Provincie Overijssel Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Telefax 038 425 48 41 Uwkenmerk Uw brief Ons kenmerk Datum
EU beleid Campylobacter
EU beleid Campylobacter Lelystad, 14 Juni 2013 Kris De Smet Head of team food hygiene European Commission, DG SANCO, G4 Overzicht presentatie EU structuren EFSA advies en monitoring data EC (SANCO) activiteiten:
ETIKETTERING EN SAMENSTELLING VAN TEXTIEL
ETIKETTERING EN SAMENSTELLING VAN TEXTIEL Stof van de rol nader onderzocht Rapportnummer ND03R015 drs. H.R. Reus G.A. Busser K. Stavenga VWA/Keuringsdienst van Waren Regionale Dienst Noord Postbus 465
1. definitie voor asbestverontreiniging ( besmetting )
1. definitie voor asbestverontreiniging ( besmetting ) Asbestverontreiniging ( besmetting *): het aantreffen van visueel zichtbare restanten asbesthoudend materiaal en/of het aanwezig zijn van asbestvezels
Raad van de Europese Unie Brussel, 19 mei 2017 (OR. en)
Conseil UE Raad van de Europese Unie Brussel, 19 mei 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0010 (NLE) 8430/17 LIMITE PUBLIC ENV 375 COMPET 264 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft:
Invasieve plantensoorten zijn in de laatste decennia sterk toegenomen in Nederland
Invasieve plantensoorten zijn in de laatste decennia sterk toegenomen in Nederland Indicator 5 januari 2017 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met
ScaldWIN, een project voor een betere waterkwaliteit. Veronique Van Den Langenbergh Projectcoördinator Antwerpen, 19 mei 2011
ScaldWIN, een project voor een betere waterkwaliteit Veronique Van Den Langenbergh Projectcoördinator Antwerpen, 19 mei 2011 1 Inhoud Algemeen kader ScaldWIN Een tussentijdse balans 2 Algemeen kader Kaderrichtlijn
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 14.3.2003 COM(2003) 114 definitief 2003/0050 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de statistische gegevens die moeten worden gebruikt
3.2 Identificatie van risicohoudende grondwaterlichamen. Tabel 77 : Risicoanalyse voor kustwater. Redenen voor de classificatie.
3 Risicoanalyse Tabel 77 : Risicoanalyse voor kustwater Zeeuwse kust (CWSN1) Belgische kust (CWSB1) Kust BeFr grens tot pier van Malo (CWSF1) Huidige kwaliteit Biologie (Fytoplankton) (Fytoplankton weergegeven
Factsheet: NLGWSC0004
Factsheet: NLGWSC0004 Zout grondwater in ondiepe zandlagen Deze factsheet bevat relevante informatie over het waterlichaam met uitzondering van landelijke maatregelen. Iedere overheid is verantwoordelijk
EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL MILIEU
EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL MILIEU De Directeur-generaal Brussel, 2 3 JAN. 2017 ENV/C2/LMR/gm Ares(2016) Zijne Excellentie de heer Pieter de Gooijer Buitengewoon en Gevolmachtigd Ambassadeur
Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 5634 14 april 2010 Besluit van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, de Minister van
INSPIRE ruimtelijke datadiensten. INSPIRE Kennissessie Amersfoort, 5 juli 2016
INSPIRE ruimtelijke datadiensten INSPIRE Kennissessie Amersfoort, 5 juli 2016 Agenda Ruimtelijke datadiensten ook wel.. Spatial Data Services of SDS ook wel diensten met betrekking tot ruimtelijke gegevens
(Voor de EER relevante tekst)
L 132/40 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/785 VAN DE COMMISSIE van 29 mei 2018 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wat betreft de voorwaarden voor de goedkeuring van de werkzame
Richtsnoeren voor de ondermodule rampenrisico in de ziektekostenverzekeringsbranche
EIOPA-BoS-14/176 NL Richtsnoeren voor de ondermodule rampenrisico in de ziektekostenverzekeringsbranche EIOPA Westhafen Tower, Westhafenplatz 1-60327 Frankfurt Germany - Tel. + 49 69-951119-20; Fax. +
EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL MILIEU
EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL MILIEU De directeur-generaal Brussel, 2 3 JAN' 2017 ENV/C2/LMR/gm Ares(2016) Zijne Excellentie de heer François Roux Buitengewoon en gevolmachtigd ambassadeur Permanent
De nationale Werkgroep Grondwater 2008
Briefrapport 607626002/2009 M.C. Zijp De nationale Werkgroep Grondwater 2008 Activiteiten van de Werkgroep Grondwater in 2008 RIVM briefrapport 607626002/2008 De nationale Werkgroep Grondwater 2008 Activiteiten
MS_0100_GWL_1. Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam. Karakteristieken. Quartair Aquifersysteem Maassysteem Maas.
Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam naam grondwaterlichaam naam grondwatersysteem naam stroomgebied Quartair Aquifersysteem Maassysteem Maas Karakteristieken oppervlakte (km²) 876
Luchtkwaliteit: een Europees perspectief
Luchtkwaliteit: een Europees perspectief Conferentie Luchtkwaliteit Brussel, 5 december 2014 Dr Hans Bruyninckx Executive Director European Environment Agency EEA rapporten 2014 Luchtverontreiniging een
Richtlijn 2006/121/EG van het Europees Parlement en de Raad. van 18 december 2006
30.12.2006 NL Publicatieblad van de Europese Unie L 396/849 Richtlijn 2006/121/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot wijziging van Richtlijn 67/548/EEG van de Raad betreffende