Arbeidsreglement AG Stedelijk Onderwijs 1

Transcriptie

1 Arbeidsreglement AG Stedelijk Onderwijs Versie juni 2013 Voor de personeelsleden van het gewoon en buitengewoon basisonderwijs, het gewoon en buitengewoon secundair onderwijs, het volwassenenonderwijs, het deeltijds kunstonderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding, die vallen onder het toepassingsgebied van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd Onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding Arbeidsreglement AG Stedelijk Onderwijs 1

2 Inhoudstafel 1 Algemene bepalingen Draagwijdte Toepassingsgebied Definities Arbeidsduur, prestatieregeling, arbeidstijd, vakantieregeling Algemene bepalingen voor het onderwijzend, ondersteunend en beleidspersoneel Specifieke bepalingen voor het beleidspersoneel Afwezigheden en verlofstelsels Meting van en controle op de arbeid Betaling van het salaris en verplaatsingskosten Functiebeschrijvingen en evaluatie Ontslagregeling Opzeggingstermijnen Dringende redenen Orde en tuchtregeling Bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de personeelsleden Algemeen Ten aanzien van de inrichtende macht, de directeur en het personeelsteam Ten aanzien van ouders, leerlingen/cursisten en derden Ten aanzien van de interne auditdienst Ten aanzien van de inspectie, verificatie en de pedagogische begeleidingsdienst Specifieke verplichtingen Beroepsgeheim, ambtsgeheim, discretieplicht en privacy Zorgvuldig bestuur Verzekering School, centrum, en academiereglement Gebruik van communicatie en informaticatoepassingen Pedagogische leermethoden en leermateriaal Nevenactiviteiten Carpolicy Archiveren van elektronische documenten Auteurswet Auteursrechten Naburige rechten Reprografierechten Veiligheid, gezondheid en welzijn Algemeen Rookbeleid Alcohol en drugsbeleid Arbeidsreglement AG Stedelijk Onderwijs 2

3 13 Vakbondsafvaardiging Vraag en meldpunt Bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag Algemeen Procedure Bevoegde inspectiediensten BIJLAGEN Arbeidsreglement AG Stedelijk Onderwijs 3

4 1 Algemene bepalingen 1.1. Draagwijdte ARTIKEL 1 Dit arbeidsreglement is een reglement van inwendig bestuur en heeft een afdwingbaar karakter. ARTIKEL 2 Dit arbeidsreglement is ondergeschikt aan dwingende wetsbepalingen en hun uitvoeringsbesluiten. ARTIKEL 3 De arbeidsvoorwaarden die een gevolg zijn van andere wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen dan deze opgesomd in dit arbeidsreglement blijven onverkort gelden. Het gaat onder meer over de rechten en plichten opgesomd in het Decreet Rechtspositie betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding (verder genoemd decreet rechtspositie) en de wet tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel. ARTIKEL 4 Bij dit arbeidsreglement wordt het protocol, afgesloten met de representatieve vakorganisaties en van toepassing op dit reglement, in bijlage 1 toegevoegd. ARTIKEL 5 Dit arbeidsreglement wordt elektronisch ter beschikking gesteld via het Intranet ( en kan op het secretariaat van elke vestigingsplaats geraadpleegd worden. In de hoofdinstelling of hoofdvestigingsplaats wordt op een gemakkelijk toegankelijke plaats een bericht aangeplakt met de vermelding van de vestigingsplaats waar het arbeidsreglement kan worden geraadpleegd. ARTIKEL 6 Elk personeelslid ontvangt een digitaal afschrift van het arbeidsreglement en tekent voor ontvangst. Dit geldt ook voor elke wijziging van het arbeidsreglement. Op eenvoudig verzoek ontvangt het personeelslid van het Autonoom Gemeentebedrijf Stedelijk Onderwijs (hierna AG SO) een papieren afschrift Toepassingsgebied ARTIKEL 7 Dit arbeidsreglement is van toepassing op het gesubsidieerd personeel zoals bedoeld in het decreet rechtspositie en tewerkgesteld in de instellingen van het Autonoom Gemeentebedrijf Stedelijk Onderwijs (hierna AG SO). Arbeidsreglement AG Stedelijk Onderwijs 4

5 1.3. Definities ARTIKEL 8 Voor de toepassing van dit arbeidsreglement wordt verstaan onder: 1. Bedrijfsdirecteur stedelijk onderwijs: heeft de algemene leiding en coördinatie van de instellingen van het stedelijk onderwijs en het centrum voor leerlingenbegeleiding, is de voorzitter van het directiecomité en de gemandateerde van de inrichtende macht voor de evaluaties van de leden van het directiecomité. 2. Dienstorder: een opdracht en/of mededeling uitgaande van de Raad van Bestuur, het directiecomité of de leidinggevende, die bepalingen van interne orde op een dwingende wijze vastlegt. 3. Directeur: de persoon die door de inrichtende macht met de dagelijkse leiding van de instelling is belast. 4. Directeur coördinatie scholengemeenschap of coördinerend directeur (dirco of codi): personeelslid dat wordt aangesteld door het directiecomité van het AG SO en gemandateerde van de inrichtende macht voor de functiebeschrijvingen en evaluaties. 5. Divisiedirecteur: personeelslid dat wordt aangesteld door de Raad van Bestuur van het AG SO en gemandateerd wordt als hoofd van een divisie en vertegenwoordiger van deze divisie in het directiecomité. Deze persoon is tevens gemandateerde van de inrichtende macht voor de aanstellingen, functiebeschrijvingen en evaluaties. 6. Directiecomité : Comité dat is samengesteld uit de bedrijfsdirecteur, divisiedirecteurs, financieel directeur en directeur patrimoniumbeheer en instaat voor de dagelijkse werking van het Autonoom Gemeentebedrijf Stedelijk Onderwijs Antwerpen. Het directiecomité kan haar bevoegdheden delegeren aan haar personeelsleden. 7. Inrichtende macht: de instantie waarvan elk personeelslid deel uitmaakt en die verantwoordelijk is voor het inrichten en organiseren van het officieel gesubsidieerd onderwijs van de Stad Antwerpen, met name het Autonoom Gemeentebedrijf Stedelijk Onderwijs Antwerpen (hierna genoemd AG SO). 8. Instelling: een pedagogisch geheel, zoals een school, centrum of academie of CLB, waar onderwijs georganiseerd wordt en dat onder leiding staat van een directeur. 9. Leerling: de jongere die als regelmatige leerling is ingeschreven in een school of academie. 10. Cursist: de deelnemer aan het volwassenenonderwijs die voldoet aan de toelatingsvoorwaarden en ingeschreven is in een centrum. 11. Ouders/ voogd: de personen die het ouderlijk gezag uitoefenen of in rechte of in feite de minderjarige leerling onder hun bewaring hebben. 12. Pedagogisch project: het geheel van fundamentele uitgangspunten dat door de inrichtende macht voor de instellingen personeelsledenwordt vastgelegd en door de personeelsleden moet nageleefd worden. Het Pedagogisch Project van het Stedelijk Onderwijs Antwerpen kan het Arbeidsreglement AG Stedelijk Onderwijs 5

6 personeelslid op het intranet raadplegen. ( 13. Raad van bestuur : vertegenwoordigt het AG SO en oefent de bevoegdheden van het AG SO, zoals bepaald bij decreet, in de statuten of in de beheersovereenkomst afgesloten met de Stad Antwerpen, uit met volheid van bevoegdheid. Ze kan beslissen om bevoegdheden met betrekking tot het dagelijks bestuur, de vertegenwoordiging met betrekking tot dat bestuur en de voorbereiding en beslissingen van de raad van bestuur te delegeren aan het directiecomité. De inhoudelijke afbakening van bevoegdheden binnen het AG SO kan het personeelslid op het intranet raadplegen. ( ) 14. Het SCLBA: Stedelijke centrum voor leerlingenbegeleiding Antwerpen dat instaat voor de begeleiding van de leerlingen op de domeinen : het leren en studeren, de onderwijsloopbaan, de preventieve gezondheidszorg en het psychisch en sociaal functioneren. 15. Vestigingsplaats (hoofdvestigingsplaats hoofdinstelling lesplaats):in het gewoon en buitengewoon basisonderwijs : de vestigingsplaats is een gebouw of gebouwencomplex waarin de instelling of een gedeelte ervan is gehuisvest In het gewoon en buitengewoon secundair onderwijs : de vestigingsplaats zijn alle gebouwen die gevestigd zijn op eenzelfde kadastraal perceel of aaneensluitende percelen en die volledig of gedeeltelijk door personeelsleden van een instelling gebruikt worden voor onderwijsactiviteiten met uitzondering van stages en buitenschoolse activiteiten. In het volwassenenonderwijs : elk centrum heeft slechts één hoofdvestigingsplaats welke de vestigingsplaats is waar de administratieve zetel van het centrum is ondergebracht. Hiernaast kan een centrum een of meerdere vestigingsplaatsen hebben, welke de verzameling van alle lesplaatsen van een centrum gelegen op het grondgebied van de Stad Antwerpen. Een lesplaats omvat alle gebouwen die gevestigd zijn op eenzelfde kadastraal perceel of aaneensluitende percelen en die volledig of gedeeltelijk door personeelsleden van een centrum gebruikt worden voor onderwijsactiviteiten met uitzondering van stages en buitenschoolse activiteiten. In het deeltijds kunstonderwijs : elke academie heeft een hoofdinstelling, welke de vestigingsplaats van een instelling is die als administratieve zetel door de inrichtende macht is aangeduid. Een filiaal is een vestigingsplaats van een onderwijsinstelling, gevestigd op het grondgebied van een andere gemeente. 16. Vakbondsafgevaardigde: afgevaardigde van één van de representatieve vakorganisaties Het AB(O)C (hierna ABC): Afzonderlijk Bijzonder (onderhandelings)comité waar onderhandeld en overlegd wordt over materies betreffende het gesubsidieerd personeel. Het SOC : Sociaal overleg comité waar advies verleend wordt over materies betreffende de preventie en bescherming op het werk. Arbeidsreglement AG Stedelijk Onderwijs 6

7 2 Arbeidsduur, prestatieregeling, arbeidstijd, vakantieregeling 2.1. Algemene bepalingen voor het onderwijzend, ondersteunend en beleidspersoneel ARTIKEL 9 Het schooljaar begint op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daaropvolgende ARTIKEL 10 De spreiding van de lessen, de openingsuren, de middagpauze van de instelling wordt bepaald binnen de krijtlijnen zoals aangegeven in bijlage 2 van dit arbeidsreglement. De specifieke bepalingen worden opgenomen in een map die in de instelling bewaard wordt en is te allen tijde raadpleegbaar. ARTIKEL De individuele uurroosters van de personeelsleden vallen onder de verantwoordelijkheid van de directeur. Met de opmaak ervan zal rekening gehouden worden met de criteria die in overleg met het team en in het belang van de instelling worden opgemaakt. 2. De te leveren prestaties zoals bepaald in het individuele uurrooster vallen binnen de normale openingsuren van de instelling. Voor bepaalde prestaties, zoals de stagebegeleiding, kan hiervan binnen de geldende reglementering afgeweken worden. 3. Alle uurroosters die voorkomen of kunnen voorkomen op de instelling maken integraal deel uit van het arbeidsreglement. Ze worden opgenomen in een aparte map die in de instelling bewaard wordt. Ter behartiging van de goede werking van de school en in het algemeen belang, kan de vakbondsafgevaardigde deze map inzien. Elk personeelslid ontvangt een exemplaar van zijn individueel uurrooster dat vanaf dan bindend wordt voor beide partijen. Bij elke wijziging hiervan ontvangt het betrokken personeelslid tijdig een aangepaste versie. ARTIKEL 12 Het personeelslid leeft zijn individueel uurrooster stipt na. De afstand of de verplaatsing zijn, behoudens overmacht, geen rechtvaardiging voor afwezigheden of te laat komen. ARTIKEL 13 Het personeelslid mag de lessen of activiteiten niet inkorten, verplaatsen of verwisselen met die van een collega of ze op een andere dan de gebruikelijke plaats geven, zonder voorafgaande toestemming van de directeur. De directeur kan zijn bevoegdheden hiertoe delegeren aan een personeelslid van de instelling. De directeur maakt zijn delegatie per dienstorder bekend aan de personeelsleden. In het deeltijds kunstonderwijs gelden bijkomende afspraken die worden opgenomen in bijlage3. Lesverplaatsingen. Arbeidsreglement AG Stedelijk Onderwijs 7

8 ARTIKEL De wekelijkse arbeidstijd is vastgelegd. Hiervoor wordt verwezen naar de geldende reglementering : In het gewoon en buitengewoon basisonderwijs: het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 en het besluit van de Vlaamse regering van 17 juni 1997 betreffende de opdracht van het personeel in het basisonderwijs. In het gewoon en buitengewoon basisonderwijs: het besluit van de Vlaamse regering van 27 mei 2011 i.v.m. de jaarlijkse vakantie voor de administratief medewerker in het onderwijs. In het gewoon secundair onderwijs: het besluit van de Vlaamse regering van 14 juni 1989 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de weddenschalen, het prestatiestelsel en de bezoldigingsregeling in het secundair onderwijs en het besluit van de Vlaamse regering van 25 oktober 2002 betreffende het prestatiestelsel, het jaarlijks vakantieverlof, sommige administratieve standen en de bezoldigingsregeling van het ondersteunend personeel tewerkgesteld in het gewoon en buitengewoon secundair onderwijs. In het buitengewoon secundair onderwijs: het besluit van de Vlaamse regering van 14 maart 2003 betreffende de vastlegging van de prestaties van een ambt in het buitengewoon secundair onderwijs en het besluit van de Vlaamse regering van 25 oktober 2002 betreffende het prestatiestelsel, het jaarlijks vakantieverlof, sommige administratieve standen en de bezoldigingsregeling van het ondersteunend personeel tewerkgesteld in het gewoon en buitengewoon secundair onderwijs. In het volwassenenonderwijs : het besluit van de Vlaamse regering van 9 februari 2001 betreffende de bekwaamheidsbewijzen en de prestatie en bezoldigingsregeling voor de personeelsleden van de centra voor volwassenenonderwijs en het besluit van de Vlaamse Regering betreffende de bekwaamheidsbewijzen en de prestatie en bezoldigingsregeling voor de personeelsleden van de centra voor volwassenenonderwijs van 26 februari In het deeltijds kunstonderwijs : het besluit van de Vlaamse Regering van 31 juli 1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de weddenschalen, hetprestatiestelsel en de bezoldigingsregeling van de leden van het bestuurs en onderwijzendpersoneel en van het opvoedend hulppersoneel van de onderwijsinstellingen voor deeltijdskunstonderwijs, studierichting Beeldende kunst het besluit van de Vlaamse regering van 31 juli 1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de weddenschalen, het prestatiestelsel en de bezoldigingsregeling van de leden van het bestuurs en onderwijzend personeel en van het opvoedend hulppersoneel van de onderwijsinstellingen voor deeltijds kunstonderwijs, studierichting Muziek, Woordkunst en Dans. het Centrum voor Leerlingenbegeleiding : het decreet betreffende de centra voor leerlingenbegeleiding van 1 december Elk personeelslid heeft per dagdeel recht op minstens 10 minuten rustpauze. Voor het onderwijzend personeel kan deze pauze vervallen vanwege een bewakingsopdracht. Wanneer een personeelslid meer dan 6 uur per dag werkt, wordt een half uur rustpauze toegekend, die niet geldt als betaalde arbeidstijd. Arbeidsreglement AG Stedelijk Onderwijs 8

9 ARTIKEL 15 De organisatie van de rustpauze is afhankelijk van de aard van de dienst en wordt door de directeur van de instelling georganiseerd. Ze wordt vastgelegd in de individuele uurroosters. 1 Voor het onderwijzend personeel behoort tot de hoofdopdracht in principe uitsluitend de lesopdracht. Voor de andere ambten wordt hun (hoofd)opdracht vastgelegd in de regelgeving. Het ondersteunend en administratief personeel kan de prestaties die bovenop de opdrachtbreuk gevraagd worden te compenseren. 2 Naast de lesopdracht kunnen van het onderwijzende personeelslid ook instellingsgebonden opdrachten gevraagd worden onder de modaliteiten van de vigerende regelgeving. Deze instellingsgebonden opdrachten worden vastgelegd in de geïndividualiseerde functiebeschrijving. Bij het verdelen van de instellingsgebonden opdrachten tussen alle personeelsleden wordt rekening gehouden met: 1 de aard van de hoofdtaak van de personeelsleden in de instelling, het voltijds of deeltijds karakter ervan en de tijd die hieraan besteed wordt 2 het principe van de billijke verdeling van de taken 3 de mogelijkheden en de capaciteiten van de personeelsleden Wanneer een personeelslid tewerkgesteld is in meerdere instellingen van het AG SO beslissen de directeurs van de betrokken instellingen na onderling overleg op welke activiteit het personeelslid aanwezig moet zijn. De beslissing wordt aan het personeelslid meegedeeld. 3 De taken en instellingsgebonden opdrachten kunnen georganiseerd worden buiten de normale aanwezigheid van leerlingen of cursisten en/of buiten de normale openingsuren van de onderwijsinstelling 4 De instellingsgebonden opdrachten worden gepland en meegedeeld bij het begin van het schooljaar door middel van een jaarkalender. Het personeelslid is aanwezig, tenzij de dienstorder anders bepaalt. Bijkomende personeelsvergaderingen of klassenraden kunnen uitzonderlijk worden gepland indien de noodzaak zich voordoet. Personeelsleden kunnen niet gesanctioneerd worden wanneer ze zich vanuit het hoogdringende karakter van deze vergaderingen niet kunnen vrijmaken. 5 Tot de opdracht van het personeelslid behoren deelname aan personeelsvergaderingen, oudercontacten en pedagogische studiedagen. 6 Klassenraden kunnen afhankelijk van het ambt tot de opdracht of tot de instellingsgebonden taken behoren. ARTIKEL 16 Het SCLBA organiseert drie personeelsvergaderingen per jaar. Deze vergaderingen worden meegedeeld bij het begin van het schooljaar. Indien noodzakelijk voor de goede werking van de instelling kunnen uitzonderlijk bijkomende personeelsvergaderingen of klassenraden gepland worden. De leidinggevende brengt de personeelsleden hiervan tijdig op de hoogte. Arbeidsreglement AG Stedelijk Onderwijs 9

10 Alle medewerkers van het SCLBA worden verwacht aanwezig te zijn, tenzij de dienstorder anders bepaalt. ARTIKEL 17 1 Overige activiteiten zoals opendeurdagen en schoolfeesten met activiteiten voor leerlingen of cursisten kunnen tijdens het weekend, op feestdagen of buiten de normale aanwezigheid van de leerlingen of cursisten georganiseerd worden. In dat geval kan het personeelslid met een voltijdse betrekking gedurende maximaal 2 activiteiten per jaar verplicht worden om aan deze activiteiten deel te nemen. Deeltijdse prestaties worden verrekend a rato het prestatieregime. Deelname aan andere activiteiten gebeurt op vrijwillige basis. Bij het begin van het schooljaar maakt de instelling de jaarplanning bekend. 2 Specifiek voor het Deeltijds Kunstonderwijs worden openbare voorstellingen, uitvoeringen, tentoonstellingen en andere manifestaties, zoals cultuurmarkt, Dag DKO, georganiseerd. Deze activiteiten kunnen tijdens het weekend, op feestdagen of buiten de normale aanwezigheid van de leerlingen plaatsvinden. In dat geval kan het personeelslid met een voltijdse betrekking gedurende maximaal 2 activiteiten per trimester verplicht worden om aan deze activiteiten deel te nemen. Deeltijdse prestaties worden verrekend a rato het prestatieregime. Deelname aan andere activiteiten gebeurt op vrijwillige basis. Bij het begin van het schooljaar maakt de instelling de jaarplanning bekend. ARTIKEL 18 De duur van de jaarlijkse vakantie wordt geregeld conform de bepalingen van de onderwijsreglementering of het decreet van 1 december 1998 betreffende de centra voor leerlingenbegeleiding. Met uitzondering van het CLB, wordt de dienstregeling voor de instellingen gedurende de maanden juli en augustus jaarlijks bekend gemaakt door middel van een dienstorder. ARTIKEL 19 De normale rustdagen zijn : De zaterdagen en de zondagen, behoudens toepassing van de openingsuren zoals vermeld in bijlage 2 bij artikel 11 van dit reglement De vakantiedagen : Herfstvakantie, kerstvakantie, krokusvakantie, paasvakantie en zomervakantie De wettelijke en decretale feestdagen en de dagen die deze feestdagen vervangen : 1 januari, paasmaandag, 1 mei, Hemelvaartsdag en de daaropvolgende dag, pinkstermaandag, 11 juli, 21 juli, 15 augustus, 1 november, 11 november en 25 december. De facultatieve verlofdagen. Deze dagen worden conform de reglementering vastgelegd in het begin van het schooljaar. ARTIKEL 20 Met uitzondering voor de medewerker van het CLB, zijn de schoolvakanties in principe vakantiedagen voor de administratief medewerker. De inrichtende macht kan de administratief medewerker wel verplichten om tijdens de jaarlijkse vakanties en in toepassing van de geldende reglementering prestaties te leveren. Arbeidsreglement AG Stedelijk Onderwijs 10

11 De prestatiedagen waarop de administratief medewerker tijdens de schoolvakanties aanwezig moet zijn, worden jaarlijks meegedeeld aan de hand van een circulaire. Deze circulaire wordt onderhandeld op de ABC. Om uitzonderlijke dienstredenen kan de directeur aan de administratief medewerker vragen om meer dan het vooraf bepaalde aantal prestatiedagen te werken tijdens de jaarlijkse vakantie. In dat geval kunnen die extra prestatiedagen gecompenseerd worden buiten de jaarlijkse vakantieperiodes en dit in samenspraak met de directeur Specifieke bepalingen voor het beleidspersoneel ARTIKEL 21 De directeur van een instelling maakt deel uit van het leidinggevend kader van het AG SO. Hij geeft mee vorm aan het beleid en voert de genomen beslissingen van de raad van bestuur en het directiecomité loyaal uit. Op het niveau van de instelling wordt de directeur belast met een coördinerende managementfunctie en heeft hij een pedagogisch leidinggevende functie. De directeur is in beginsel tijdens de normale aanwezigheid van de leerlingen/ cursisten én telkens wanneer de dienst het vereist, in één van de vestigingsplaatsen aanwezig. De directeur neemt actief deel aan de vergadering van alle directeurs onder voorzitterschap van de coördinerend directeur/directeur coördinatie of divisiedirecteur (coldir of dira). De directeur kan gevraagd worden om opdrachten te vervullen voor de scholengemeenschap, divisie of het AG SO zoals de deelname aan stuurgroepen ter voorbereiding van beleidsbeslissingen rond transversale processen. Tijdens de zomervakantie moet de directeur de prestaties uitvoeren die noodzakelijk zijn om de goede werking van instelling van het lopende en volgende schooljaar te garanderen. Hieronder wordt de afwerking van het lopende en opstart en voorbereiding van het nieuwe schooljaar begrepen (o.a. beroepsdossiers, lesroosters). ARTIKEL 22 De coördinerend directeur wordt belast met een coördinerende managementfunctie op het niveau scholengemeenschap. De prestaties worden vastgelegd door de divisiedirecteur na afspraken hierover met de instellingen van de scholengemeenschap (o.a. beschikbaarheid, overleg, ). Voor divisies die geen onderliggende scholengemeenschap hebben, wordt de rol van de coördinerend directeur opgenomen door de divisiedirecteur. ARTIKEL 23 Tijdens de zomervakantie is de directeur aanwezig in de instelling gedurende de eerste drie werkdagen van juli en de vijf laatste werkdagen van augustus. De vierde en vijfde werkdag van juli is de directeur beschikbaar. De directeur zorgt ervoor dat hij tijdens de tweede week van juli en de voorlaatste week van augustus bereikbaar is. De exacte data worden jaarlijks meegedeeld aan de hand van een circulaire. Deze dienstorder wordt voorafgaandelijk onderhandeld op het ABC. Arbeidsreglement AG Stedelijk Onderwijs 11

12 3 Afwezigheden en verlofstelsels ARTIKEL 24 Elke afwezigheid wordt onmiddellijk aan de instelling meegedeeld, vóór het begin van de lessen of de arbeidstijd, met de vermelding van de reden en van de waarschijnlijke duur van de afwezigheid. In geval van ziekte of ongeval leeft het personeelslid de reglementaire bepalingen ter zake na. Behoudens overmacht, bezorgt het personeelslid aan de instelling het materiaal van de instelling dat noodzakelijk is om de continuïteit van de (leer) activiteiten te kunnen verzekeren. Bij voorkeur gebeurt dit digitaal. ARTIKEL 25 Het personeel kan genieten van onder meer een persoonlijk verlof, afwezigheid, loopbaanonderbreking, terbeschikkingstelling of dienstvrijstelling. Dit gebeurt volgens de modaliteiten vastgelegd in: de onderwijsreglementering de dienstorders met afspraken die door de instellingen verspreid worden. Onder dienstvrijstelling wordt verstaan de deelname aan vergaderingen van lokale inspraakorganen. Het personeelslid kan hiervoor gedurende de diensturen afwezig zijn voor de duur die nodig is. Gedurende deze dienstvrijstelling bevinden deze personeelsleden zich in de stand van dienstactiviteit. Het directiecomité kan ad hoc beslissen om aan personeelsleden voor een specifieke reden een dienstvrijstelling toe te kennen. Dit wordt meegedeeld via een dienstorder. ARTIKEL 26 Om een goede dienstverlening te kunnen garanderen, vragen personeelsleden waar mogelijk proactief de verloven e.a. binnen een redelijk termijn aan. Met uitzondering van de medewerker aangesteld in het SCLBA wordt, voor verloven e.a. die ingaan vanaf 1 september, de aanvraag ingediend voor 31 mei. De CLB medewerker wordt uitgenodigd de aanvraag in te dienen voor 30 april. 4 Meting van en controle op de arbeid ARTIKEL 27 De directeur waakt over het naleven van de prestaties zoals vastgelegd in de uur en /of toezichtrooster. Personeelsleden tewerkgesteld in het deeltijds kunstonderwijs registreren hun aanwezigheid door het ondertekenen van een intekenlijst bij de aanvang en het beëindigen van de arbeidsprestaties. Arbeidsreglement AG Stedelijk Onderwijs 12

13 5 Betaling van het salaris en verplaatsingskosten ARTIKEL 28 Het Agentschap voor Onderwijsdiensten van het ministerie van Onderwijs en Vorming is verantwoordelijk voor de uitbetaling van het salaris, het wachtgeld en de toelagen aan de statutaire personeelsleden of de contractuele personeelsleden ten laste van het departement Onderwijs. Deze worden rechtstreeks door het Agentschap voor Onderwijsdiensten uitbetaald op de laatste werkdag van de maand. Dat geldt niet voor de betaling van het salaris of het wachtgeld van de maand december en voor alle andere elementen van de bezoldiging die terzelfder tijd als dat salaris worden betaald. Daarvan gebeurt de uitbetaling op de eerste werkdag van de maand januari van het volgende jaar. De betaling gebeurt bij overschrijving op de post of bankrekening van het personeelslid. ARTIKEL 29 Het vakantiegeld en de eindejaarstoelage worden overeenkomstig de reglementaire bepalingen voor van het Agentschap voor Onderwijsdiensten uitbetaald. ARTIKEL 30 Het schoolbestuur vergoedt de kosten van het woonwerkverkeer van het personeelslid volgens de reglementaire bepalingen ter zake. ARTIKEL De personeelsleden worden aangemoedigd om de dienstverplaatsingen of verplaatsingen in opdracht van de inrichtende macht te maken volgens het STOPprincipe (stappen, trappen, openbaar vervoer, personenwagen). Dit betekent dat het personeelslid de verplaatsing bij voorkeur al wandelend of per fiets maakt, dan wel het openbaar vervoer gebruikt. Mits de directeur daartoe uitdrukkelijke toestemming verleent, kan de verplaatsing uitzonderlijk gebeuren met een eigen motorvoertuig. 2. De inrichtende macht vergoedt de verplaatsingskosten als personeelsleden in haar opdracht verplaatsingen maken en daarvoor gebruik maken van het openbaar vervoer. De verplaatsingen per trein worden terugbetaald aan het tarief van een standaardbiljet 2de klas. 3. Het personeelslid dat in opdracht van de inrichtende macht een occasionele dienstverplaatsing maakt met een eigen motorvoertuig krijgt een kilometervergoeding gelijk aan het bedrag dat jaarlijks bepaald wordt in uitvoering van artikel 13 van het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten. Wanneer de inrichtende macht voor het personeelslid een omniumverzekering afsloot, wordt dit bedrag met 10 % verminderd. Het personeelslid leeft hiertoe de richtlijnen met betrekking tot dienstverplaatsing met het eigen motorvoertuig en Omniumverzekering na. Deze richtlijnen zijn raadpleegbaar op het intranet van het Stedelijk Onderwijs en maakt integraal deel uit van dit arbeidsreglement. ngen.pdf ARTIKEL Ter bevordering van de internationale samenwerking kunnen personeelsleden internationale Arbeidsreglement AG Stedelijk Onderwijs 13

14 dienstverplaatsingen maken. 2. Internationale dienstverplaatsingen dienen steeds aangevraagd te worden via een eform dat beschikbaar is op het intranet. De elektronische aanvraag moet goed of afgekeurd worden door de direct leidinggevende. Voor internationale dienstverplaatsingen die gesubsidieerd worden door een externe instantie gelden de financiële voorwaarden en criteria die gesteld worden door de subsidiërende overheid. Voor nietgesubsidieerde internationale dienstverplaatsingen moeten bij elke aanvraag de financiële consequenties worden bijgevoegd met vermelding van de kostenplaats waarop deze kosten zullen worden geboekt. Indien er leerlingen meereizen dient er in alle gevallen melding gemaakt te worden aan het SCC/Verzekeringen. 6 Functiebeschrijvingen en evaluatie ARTIKEL 33 ARTIKEL 34 ARTIKEL 35 Arbeidsreglement AG Stedelijk Onderwijs 14

15 7 Ontslagregeling 7.1. Opzeggingstermijnen ARTIKEL Dringende redenen ARTIKEL 37 Arbeidsreglement AG Stedelijk Onderwijs 15

16 ARTIKEL 38 8 Orde en tuchtregeling ARTIKEL 39 ARTIKEL 40 ARTIKEL 41 ARTIKEL 42 ARTIKEL 43 ARTIKEL 44 Arbeidsreglement AG Stedelijk Onderwijs 16

17 9 Bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de personeelsleden 9.1. Algemeen ARTIKEL 45 ARTIKEL 46 ARTIKEL Ten aanzien van de inrichtende macht, de directeur en het personeelsteam ARTIKEL 48 ARTIKEL 49 Arbeidsreglement AG Stedelijk Onderwijs 17

18 ARTIKEL 50 ARTIKEL 51 ARTIKEL 52 ARTIKEL 53 ARTIKEL Ten aanzien van ouders, leerlingen/cursisten en derden ARTIKEL 55 Arbeidsreglement AG Stedelijk Onderwijs 18

19 ARTIKEL 56 ARTIKEL 57 ARTIKEL 58 ARTIKEL 59 ARTIKEL Ten aanzien van de interne auditdienst ARTIKEL 61 ARTIKEL 62 ARTIKEL Arbeidsreglement AG Stedelijk Onderwijs 19

20 ARTIKEL 64 ARTIKEL Ten aanzien van de inspectie, verificatie en de pedagogische begeleidingsdienst ARTIKEL 66 ARTIKEL 67 ARTIKEL 68 ARTIKEL Specifieke verplichtingen Beroepsgeheim, ambtsgeheim, discretieplicht en privacy ARTIKEL 70 Arbeidsreglement AG Stedelijk Onderwijs 20

21 ARTIKEL 71 ARTIKEL 72 ARTIKEL 73 ARTIKEL 74 ARTIKEL Zorgvuldig bestuur ARTIKEL 76 ARTIKEL 77 Arbeidsreglement AG Stedelijk Onderwijs 21

22 ARTIKEL 78 ARTIKEL 79 ARTIKEL Verzekering ARTIKEL 81 ARTIKEL School, centrum, en academiereglement ARTIKEL 83 Arbeidsreglement AG Stedelijk Onderwijs 22

23 ARTIKEL 84 ARTIKEL 85 ARTIKEL Gebruik van communicatie en informaticatoepassingen ARTIKEL 87 ARTIKEL 88 ARTIKEL 89 Arbeidsreglement AG Stedelijk Onderwijs 23

24 10.6. Pedagogische leermethoden en leermateriaal ARTIKEL 90 ARTIKEL Nevenactiviteiten ARTIKEL Carpolicy ARTIKEL Archiveren van elektronische documenten ARTIKEL 94 Arbeidsreglement AG Stedelijk Onderwijs 24

25 11 Auteurswet ARTIKEL Auteursrechten ARTIKEL 96 ARTIKEL Naburige rechten ARTIKEL Reprografierechten ARTIKEL 99 Arbeidsreglement AG Stedelijk Onderwijs 25

26 12 Veiligheid, gezondheid en welzijn Algemeen ARTIKEL 100 ARTIKEL 101 ARTIKEL 102 Arbeidsreglement AG Stedelijk Onderwijs 26

27 12.2. Rookbeleid ARTIKEL Alcohol en drugsbeleid ARTIKEL 104 Het voeren van een beleid om het welzijn van de personeelsleden bij de uitvoering van hun werk te bevorderen is een geïntegreerd onderdeel van het personeelsbeleid van het AG SO. Een preventief alcohol en drugsbeleid maakt hier deel van uit. Uitgangspunt bij de vaststelling van het preventief alcohol en drugsbeleid is het disfunctioneren op instelling of in een schoolgebonden context ten gevolge van alcohol of drugsgebruik te voorkomen en te verhelpen. Daartoe wil het AG SO de doelstellingen nastreven en acties ondernemen zoals deze beschreven worden in de beleidsnota inzake alcohol en drugsbeleid, zoals goedgekeurd op de Raad van Bestuur van 14 november (bijlage 11) Niettegenstaande al deze acties, kan bij terugkerend disfunctioneren in de instelling of in een schoolgebonden context ten gevolge van alcohol of drugsgebruik het personeelslid gesanctioneerd worden in toepassing van het decreet rechtspositie. 13 Vakbondsafvaardiging ARTIKEL Vraag en meldpunt ARTIKEL 106 Arbeidsreglement AG Stedelijk Onderwijs 27

28 15 Bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag Algemeen ARTIKEL Procedure ARTIKEL 108 Arbeidsreglement AG Stedelijk Onderwijs 28

29 ARTIKEL De informele procedure o collega; o hogere directie o preventieadviseur pychosociale aspecten; o vertrouwenspersoon. o vzw Limits ( ) ARTIKEL Van informele naar formele procedure ARTIKEL Formele procedure: Arbeidsreglement AG Stedelijk Onderwijs 29

30 ARTIKEL Het formeel onderzoek: Arbeidsreglement AG Stedelijk Onderwijs 30

31 ARTIKEL Na het onderzoek: Arbeidsreglement AG Stedelijk Onderwijs 31

32 ARTIKEL Informatie en toegang tot documenten ARTIKEL Beroepsgeheim ARTIKEL Specifieke ontslagbescherming ARTIKEL 117 Arbeidsreglement AG Stedelijk Onderwijs 32

33 16 Bevoegde inspectiediensten ARTIKEL 118 ARTIKEL 119 Arbeidsreglement AG Stedelijk Onderwijs 33

34 17 BIJLAGEN Arbeidsreglement AG Stedelijk Onderwijs 34

35 BIJLAGE 1: PROTOCOL AFGESLOTEN MET DE REPRESENTATIEVE VAKBONDEN; Arbeidsreglement AG Stedelijk Onderwijs 35

36 BIJLAGE 2: DE SPREIDING VAN DE LESSEN EN DE OPENINGSUREN VAN DE SCHOOL, CENTRUM OF ACADEMIE 1. GEWOON BASISONDERWIJS 2. GEWOON SECUNDAIR ONDERWIJS 3. BUITENGEWOON BASIS EN SECUNDAIR ONDERWIJS Arbeidsreglement AG Stedelijk Onderwijs 36

37 4. DEELTIJDS KUNSTONDERWIJS 5. VOLWASSENENONDERWIJS 6. CENTRUM VOOR LEERLINGENBEGELEIDING Arbeidsreglement AG Stedelijk Onderwijs 37

38 BIJLAGE 3 : BEPALINGEN IN VERBAND MET LESVERPLAATSINGEN IN HET DEELTIJDS KUNSTONDERWIJS ARTIKEL 1 ARTIKEL 2 1. ARTIKEL 3 ARTIKEL 4 ARTIKEL 5 ARTIKEL 6 ARTIKEL 7 Arbeidsreglement AG Stedelijk Onderwijs 38

39 ARTIKEL 8 ARTIKEL 9 ARTIKEL 10 ARTIKEL 11 Arbeidsreglement AG Stedelijk Onderwijs 39

40 BIJLAGE 4 : GEDRAGSCODE : WAT WORDT ER VAN ONS VERWACHT? 1 MOTIVATIE EN BETROKKENHEID Arbeidsreglement AG Stedelijk Onderwijs 40

41 2 KLANTGERICHTHEID Arbeidsreglement AG Stedelijk Onderwijs 41

42 3 SAMENWERKEN 4 INTEGRITEIT Arbeidsreglement AG Stedelijk Onderwijs 42

43 5 DIVERSITEIT Arbeidsreglement AG Stedelijk Onderwijs 43

44 TEN SLOTTE Arbeidsreglement AG Stedelijk Onderwijs 44

45 BIJLAGE 5: GEDRAGSCODE VOOR HET GEBRUIK VAN TELEMATICA WAT VERSTAAN WE ONDER TELEMATICA? WAAROM DEZE GEDRAGSCODE VOOR TELEMATICAGEBRUIK? HOE DIT DOCUMENT BEKIJKEN? Arbeidsreglement AG Stedelijk Onderwijs 45

46 THEMA 1 PRIVÉGEBRUIK. Arbeidsreglement AG Stedelijk Onderwijs 46

47 THEMA 2 ILLEGAAL MATERIAAL THEMA 3 GEVOELIGE GEGEVENS. Arbeidsreglement AG Stedelijk Onderwijs 47

48 THEMA 4 GOEDE HUISVADER / ZORGVULDIG MEDEWERKER Arbeidsreglement AG Stedelijk Onderwijs 48

49 THEMA 5 LICENTIES THEMA 6 CONTROLE Arbeidsreglement AG Stedelijk Onderwijs 49

50 BIJLAGE 6 : REGLEMENT OP DE NEVENACTIVITEITEN ARTIKEL 1 Arbeidsreglement AG Stedelijk Onderwijs 50

51 ARTIKEL 2 ARTIKEL 3 ARTIKEL 4 ARTIKEL 5 ARTIKEL 6 ARTIKEL 7 ARTIKEL 8 ARTIKEL 9 ARTIKEL 10 ARTIKEL 11 Arbeidsreglement AG Stedelijk Onderwijs 51

52 ARTIKEL 12 ARTIKEL 13 ARTIKEL 14 ARTIKEL 15 Arbeidsreglement AG Stedelijk Onderwijs 52

53 BIJLAGE 7: BELEIDSVERKLARING VEILIGHEID GEZONDHEID MILIEU Arbeidsreglement AG Stedelijk Onderwijs 53

54 BIJLAGE 8: MEDEDELINGEN INZAKE WELZIJN INTERNE DIENST VOOR PREVENTIE EN BESCHERMING OP HET WERK EXTERNE DIENST VOOR PREVENTIE EN BESCHERMING OP HET WERK Arbeidsreglement AG Stedelijk Onderwijs 54

55 GEWELD, PESTERIJEN EN ONGEWENST SEKSUEEL GEDRAG OP HET WERK COÖRDINATEN VAN DE BEVOEGDE PREVENTIEADVISEUR PSYCHOSOCIALE ASPECTEN NAMEN VAN DE VERANTWOORDELIJKEN MET OPLEIDING NIJVERHEIDSHELPER VOOR EHBO PER VESTIGINGSPLAATS PLAATS(EN) VAN DE EHBOKIST PER VESTIGINGSPLAATS ARBEIDSONGEVALLENVERZEKERAAR Arbeidsreglement AG Stedelijk Onderwijs 55

56 BIJLAGE 9: SPECIFIEKE REGLEMENTERING VOOR WERKPLAATSEN, LABORATORIA EN TURNZALEN Arbeidsreglement AG Stedelijk Onderwijs 56

57 BIJLAGE 10: ROOKBELEID IN SCHOLEN : ALGEMEEN REGLEMENT Arbeidsreglement AG Stedelijk Onderwijs 57

58 BIJLAGE 11 : PROCEDURE TOT AANPAK VAN HET ALCOHOL EN/OF DRUGS OP HET WERK. a. b. Arbeidsreglement AG Stedelijk Onderwijs 58

59 Arbeidsreglement AG Stedelijk Onderwijs 59

60 BIJLAGE 12DE LEDEN VAN DE VAKBONDSAFVAARDIGING BESTAAT UIT VOLGENDE PERSONEELSLEDEN: Arbeidsreglement AG Stedelijk Onderwijs 60

61 BIJLAGE 13: ADRESSEN VAN DE BEVOEGDE INSPECTIEDIENSTEN Directie Antwerpen Arbeidsreglement AG Stedelijk Onderwijs 61

62 Arbeidsreglement AG Stedelijk Onderwijs 62

63 BIJLAGE 14 REGLEMENT GEBRUIK WAGENPARKSTEDELIJK ONDERWIJS ANTWERPEN Arbeidsreglement AG Stedelijk Onderwijs 63

64 Arbeidsreglement AG Stedelijk Onderwijs 64

65 Arbeidsreglement AG Stedelijk Onderwijs 65

66 Arbeidsreglement AG Stedelijk Onderwijs 66

67 Arbeidsreglement AG Stedelijk Onderwijs 67