Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar"

Transcriptie

1 Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar Reclame voor financiële diensten en instrumenten: een empirisch onderzoek naar de rechtmatigheid Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Sarah Van Herreweghe (studentennr ) (major: Burgerlijk en strafrecht) Promotor: Prof. Dr. Reinhard Steennot

2 Dankwoord Hierbij wens ik eenieder die de realisatie van deze masterproef mogelijk heeft gemaakt, te bedanken. Ik denk in het bijzonder aan mijn promotor, Prof. Dr. Reinhard Steennot, die ik wil bedanken voor het nuttige advies en voor het nalezen van mijn masterproef. Daarnaast wens ik ook mijn vriend, Bram, te bedanken, op wiens steun ik steeds kon rekenen tijdens het schrijven van deze masterproef. Tevens fungeerde hij ook vaak als typevoorbeeld van de gemiddelde consument bij de beoordeling van het al dan niet misleidend karakter van de talloze reclamefolders. Tenslotte nog een dankwoord aan mijn vader voor zijn onvoorwaardelijke steun.

3 Inhoudstafel Inleiding... 2 Hoofdstuk I. Europees consumentenbeleid inzake reclame voor financiële diensten en instrumenten... 4 I. Inleiding... 4 II. Algemeen Europees consumentenbeleid Groen- en witboeken... 5 A. Groenboek betreffende de consumentenbescherming in de Europese Unie... 5 B. Groenboek betreffende het hypothecair krediet in de Europese Unie.. 6 C. Groenboek over financiële diensten voor consumenten in de interne markt Actieplannen en strategieën Richtlijnen... 8 A. Richtlijn inzake misleidende reclame... 8 B. Richtlijn inzake consumentenkrediet C. MiFID-richtlijn III. Besluit Hoofdstuk II. Belgisch consumentenbeleid inzake reclame voor financiële diensten en instrumenten I. Inleiding II. Wet Handelspraktijken Toepassingsgebied A. Toepassingsgebied ratione materiae A. 1. Diensten A. 2. Producten B. Toepassingsgebied ratione personae i

4 B. 1. Verkoper B Eerste categorie: artikel 1, 6, a) WHPC B Tweede categorie: artikel 1, 6, b) WHPC B Derde categorie: artikel 1, 6, c) WHPC B. 2. Consumentenbegrip C. Toepassingsgebied ratione loci Koninklijk besluit inzake financiële diensten A. Algemeen B. Financiële instrumenten C. Effecten D. Beperkingen aan de toepasbaarheid van de reclamebepalingen E. Bijzondere regeling voor rechten van deelneming en effecten uitgegeven door een instelling van collectief beheer en vastgoedcertificaten F. Gevolgen van de toepasbaarheid G. Kanttekening Consumentenbeschermende reclamebepalingen A. Definitie reclame B. Definitie handelspraktijken C. Vergelijkende reclame C. 1. De definitie van vergelijkende reclame C. 2. De toelaatbaarheidsvoorwaarden C Producten of diensten die in dezelfde behoeften voorzien of voor hetzelfde doel bestemd zijn C Objectieve vergelijking van één of meer wezenlijke, relevante, controleerbare en representatieve kenmerken C Objectieve vergelijking ii

5 C Eén of meer wezenlijke, relevante en representatieve kenmerken C Controleerbare kenmerken C Verbod van misleiding C Verbod van verwarringstichting C Verbod van slechtmaking C Vergelijkende reclame voor producten met een benaming van oorsprong C Verbod oneerlijk voordeel te halen uit een concurrerend merk C Verbod producten of diensten voor te stellen als namaak of imitatie C Reclame voor speciale aanbiedingen die beperkt zijn in de tijd D. De reclameverboden D. 1. Structuur van de regeling inzake oneerlijke handelspraktijken jegens de consument D. 2. De zwarte lijst van misleidende handelspraktijken D. 3. De zwarte lijst van agressieve handelspraktijken D. 4. De algemene norm inzake misleidende handelspraktijken.. 61 D Algemeen D Misleiding ingevolge onjuiste informatie D Misleiding ingevolge juiste informatie D Misleiding ingevolge omissie D. 5. De algemene norm inzake agressieve handelspraktijken D. 6. De overkoepelende norm inzake oneerlijke handelspraktijken Gemeenschappelijke bepalingen inzake reclame A. Aanduiding van prijs en prijsverminderingen in reclame iii

6 B. De bewijslast inzake reclame C. Interpretatie aan de hand van reclame D. Bijzondere sanctie Vordering tot staking III. Wet Consumentenkrediet Inleiding Toepassingsgebied A. Toepassingsgebied ratione materiae en ratione personae A. 1. Consument A. 2. Kredietgever A. 3. Kredietbemiddelaar A. 4. Kredietovereenkomst A Definitie A Verkoop op afbetaling A Financieringshuur A Lening op afbetaling A Kredietopening A Uitgesloten kredietovereenkomsten B. Toepassingsgebied ratione loci Kredietpromotie A. Algemeen B. Gebodsbepalingen C. Verbodsbepalingen C. 1. Onrechtmatige reclame C. 2. Gratis krediet D. Prospectus D. 1. Doel van de prospectusplicht D. 2. Juridische kwalificatie E. Reclamebepalingen met betrekking tot specifieke kredietvormen iv

7 E. 1. Verkoop op afbetaling E. 2. Financieringshuur E. 3. Lening op afbetaling E. 4. Kredietopening Afdwinging A. Vordering tot staking B. Vermindering van de verplichtingen van de consument De nieuwe richtlijn inzake consumentenkrediet A. Doel van de nieuwe richtlijn B. Nieuwe reclamebepalingen C. Gevolgen voor de WCK IV. Wet op het hypothecair krediet Inleiding Toepassingsgebied A. Aan de wet onderworpen kredietovereenkomsten B. De kredietgever Reclamevoorschriften Afdwinging V. Overige reclamebepalingen in het financieel recht Inleiding Reclamebepalingen inzake verzekeringen A. Koninklijk besluit van 22 februari 1991 houdende algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen A. 1. Toepassingsgebied A. 2. Reclamebepalingen A. 3. Afdwinging B. Wet van 27 maart 1995 betreffende de verzekerings- en herverzekerings-bemiddeling en de distributie van verzekeringen B. 1. Toepassingsgebied v

8 B. 2. Reclamebepalingen B. 3. Afdwinging C. Koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende de levensverzekerings- activiteit C. 1. Toepassingsgebied C Ratione materiae C Ratione loci C. 2. Reclamebepalingen Reclamebepalingen inzake financiële producten A. Wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten A. 1. Inleiding A. 2. Toepassingsgebied A Ratione personae A Ratione materiae A. 3. Reclamevoorschriften A. 4. Afdwinging B. Wet van 1 april 2007 op de openbare overnamebiedingen B. 1. Toepassingsgebied B. 2. Reclamebepalingen B. 3. Afdwinging C. Koninklijk besluit van 4 maart 2005 met betrekking tot bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging C. 1. Inleiding C. 2. Toepassingsgebied C. 3. Reclamevoorschriften C Algemeen C Reclame uitgaande van ICB s met een bijzonder beleggingsbeleid vi

9 C Reclame die melding maakt van dekking van het wisselkoersrisico C Reclame die rendementen, totale kostenpercentage of een risico-indicator vermeldt C Reclame die verwijst naar een prijs C Reclame die een rating vermeldt C Reclame met betrekking tot rechten van deelneming en andere financiële producten C Reclame die voorziet in kapitaalsbescherming VI. Gedragscodes Inleiding Gedragscode inzake reclame en informatieverstrekking over individuele levens- verzekeringen A. Toepassingsgebied en definities B. Reclamebepalingen B. 1. Onderscheid tussen above-the-line reclame en below-theline reclame Toepassingsgebied B. 2. Vermelding van een rendement uit het verleden B. 3. Minimaal te verstrekken informatie in geval van above-theline reclame B Tak 21- verzekeringen en tak 26- verzekeringen. 134 B Tak 23- verzekeringen B Verzekeringen die een combinatie zijn van tak 21 en tak B. 4. Minimaal te verstrekken informatie in geval van below-theline reclame C. Verantwoordelijkheid D. Afdwinging vii

10 3. Gedragscode voor de banken inzake informatieverstrekking en reclameboodschappen over het spaardeposito A. Toepassingsgebied B. Reclamebepalingen B. 1. Algemeen B. 2. Onderscheid naargelang de aard van de reclamedrager B. 3. Informatie die vermeld moet worden in vluchtige reclame B. 4. Informatie die vermeld moet worden in substantiële reclame B. 5. Depositorekening zonder vaste termijn of opzeggingstermijn C. Verantwoordelijkheid D. Afdwinging VII. Besluit Hoofdstuk III. Empirisch onderzoek naar de rechtmatigheid van reclame voor financiële diensten en instrumenten I. Inleiding II. Methodologie III. Empirisch onderzoek Toetsing aan de WHPC Toetsing aan de WCK en het KB WCK Toetsing aan de WHK en KB WHK Toetsing aan de Verzekeringsbemiddelingswet en het KB Verzekeringsondernemingen Toetsing aan het KB Leven en de gedragscode voor individuele levensverzekeringen Toetsing aan de WFT en het KB MiFID Toetsing aan het KB ICB viii

11 8. Toetsing aan de gedragscode inzake spaardeposito s IV. Besluit Besluit Bibliografie ix

12 Inleiding 1. Sinds de intrede van de consumptiemaatschappij vanaf de jaren vijftig van vorige eeuw is reclame niet meer weg te denken uit het dagelijkse leven. Door de internationalisering van het handelsverkeer en de daarmee gepaard gaande toenemende concurrentie zien ondernemers zich immers genoodzaakt om zich te profileren ten aanzien van hun concurrenten. Reclame komt aan deze noodzaak tegemoet. Via reclame trachten ondernemers consumenten aan te zetten tot het kopen van hun producten en diensten, teneinde hun afzetmarkt en hun winst te vergroten. Dit is niet anders in de financiële sector. Gelet op de complexiteit en het speculatieve karakter van de financiële verrichtingen, is de consument in grote mate afhankelijk van de informatie die verstrekt wordt door de financiële instellingen. Consumenten hebben als marktdeelnemers nood aan reclame die correct, duidelijk en niet misleidend is. Via reclame, waarin hoge rendementen en lage kosten worden gesuggereerd, trachten banken, verzekeringsondernemingen en beleggingsondernemingen consumenten immers aan zich te binden. Achteraf blijken de voorgespiegelde rendementen en kosten echter niet altijd overeen te stemmen met hetgeen uiteindelijk in de overeenkomst bedongen wordt. Een reactie van de wetgevende instanties op deze wanpraktijken bleef niet uit. Dergelijke praktijken tasten immers het vertrouwen van de consument aan, wat op zijn beurt leidt tot marktdestabilisatie. 2. In het eerste hoofdstuk zal kort worden ingegaan op de Europese regelgeving die veelal aan de basis ligt van de Belgische wetgeving inzake consumentenbescherming. De Europese wetgever wil immers via harmonisatie van de regelgeving van de verschillende lidstaten bijdragen tot de stabilisatie van de markt en derhalve tot een betere bescherming van de consument. 3. In het tweede hoofdstuk komt de Belgische regelgeving aan bod. De Wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument voorziet in een aantal reclamevoorschriften die verkopers dienen na te leven in hun handelsbetrekkingen met de consument. Naast deze wet, die op vlak van reclame 2

13 geldt als lex generalis, werd tal van sectorspecifieke regelgeving uitgevaardigd met betrekking tot reclame. Deze regelgeving zal eveneens uitvoerig besproken worden. 4. Ten slotte zal het derde hoofdstuk gewijd worden aan een empirisch onderzoek naar de rechtmatigheid van reclame voor financiële diensten en instrumenten. Hier zal worden nagegaan in welke mate de voorschriften, die gelden voor reclame voor financiële diensten en instrumenten, worden nageleefd. 3

14 Hoofdstuk I. Europees consumentenbeleid inzake reclame voor financiële diensten en instrumenten I. Inleiding 5. Een goed functionerende financiële markt is van vitaal belang voor de goede werking van de Europese economie. Het is dan ook essentieel dat consumenten vertrouwen hebben in en optimaal gebruik kunnen maken van deze Europese financiële markt. Opdat consumenten bereid zouden zijn over te gaan tot financiële transacties, is onder meer vereist dat zij beschikken over kwalitatieve informatie betreffende de financiële producten en diensten. Een doeltreffende en efficiënte bescherming van de consument tegen misleidende reclame over financiële diensten en instrumenten is vanuit dit oogpunt noodzakelijk. Het consumentenbeleid van de meeste lidstaten ging reeds uit van een hoog niveau van consumentenbescherming, maar deze nationale voorschriften verschilden echter sterk van lidstaat tot lidstaat waardoor Europese consumenten uiteenlopende niveaus van bescherming genoten. Dit gaf aanleiding tot rechtsonzekerheid bij de consument, wat op zijn beurt een rem zette op het grensoverschrijdend verkeer van financiële producten en diensten. De ontwikkeling van een Europees consumentenbeleid bleek dus noodzakelijk te zijn om een gelijkwaardig niveau van consumentenbescherming te garanderen. In dit hoofdstuk zal dieper ingegaan worden op het ontstaan van het Europees consumentenbeleid in het algemeen, alsook op de totstandkoming van de Europese regelgeving inzake reclame voor financiële diensten en instrumenten in het bijzonder. II. Algemeen Europees consumentenbeleid 6. Reeds meer dan dertig jaar geleden werd besloten tot ontwikkeling van een Europees consumentenbeleid 1. De basis voor dit Europees consumentenbeleid is terug te vinden in de artikelen 95 en 153 van het Verdrag tot oprichting van de Europese 1 4

15 Gemeenschap. Artikel 95, dat in 1986 werd opgenomen in het Verdrag, verplicht de Commissie om bij voorstellen op het gebied van consumentenbescherming uit te gaan van een hoog beschermingsniveau. Daarnaast dient de Commissie krachtens artikel 153 van het Verdrag bij te dragen tot de bescherming van de gezondheid, de veiligheid en de economische belangen van de consumenten, alsmede tot de bevordering van hun recht op voorlichting en vorming en hun recht van vereniging, teneinde de belangen van de consumenten te bevorderen en een hoog niveau van consumentenbescherming te waarborgen. Om deze doelstelling te realiseren, beschikt de Europese Unie over een aantal instrumenten die zij kan aanwenden. Enerzijds kan gebruik gemaakt worden van een aantal niet-bindende instrumenten, zoals groen- en witboeken, actieplannen of strategieën, aanbevelingen en resoluties. Anderzijds beschikt zij over bindende instrumenten, zoals verordeningen, richtlijnen en beschikkingen. 1. Groen- en witboeken 7. Om na te gaan welke acties op communautair niveau ondernomen kunnen worden om het Europees beleid te ondersteunen en aan te vullen, wordt vaak een groenboek opgesteld. Doorgaans wordt dit groenboek gevolgd door een witboek dat de uiteengezette krachtlijnen voor het beleid verder uitwerkt in nauwe samenwerking met alle belanghebbenden. A. Groenboek betreffende de consumentenbescherming in de Europese Unie 8. In 2001 publiceerde de Europese Commissie het Groenboek betreffende de consumentenbescherming in de Europese Unie 2. Dit groenboek had tot doel een open debat op gang te brengen over de ontwikkeling van het beleid inzake consumentenbescherming in de Europese Unie 3. De Europese Commissie stelde dat de versnipperde regelgeving betreffende handelspraktijken een rem vormde voor de ontwikkeling van de interne markt. De Commissie was dan ook voorstander van een

16 doorgedreven harmonisatie. Aan de betrokkenen werd gevraagd welke aanpak aangewezen zou zijn om deze harmonisatie te realiseren: hetzij een specifieke aanpak, waarbij nog meer specifieke richtlijnen werden uitgevaardigd, hetzij een gemengde aanpak, waarbij een allesomvattende Europese kaderrichtlijn de nationale voorschriften voor eerlijke handelspraktijken tussen bedrijven en consumenten zou harmoniseren. Uit de ontvangen reacties van de nationale autoriteiten bleek dat een gemengde aanpak de voorkeur genoot. Deze reacties en het groenboek vormden de grondslag voor het ontstaan van de richtlijn betreffende oneerlijke handelspraktijken 4 5. B. Groenboek betreffende het hypothecair krediet in de Europese Unie 9. Het afsluiten van een hypothecaire lening is veelal de belangrijkste financiële verbintenis die consumenten aangaan 6. Om een passende keuze te kunnen maken tussen de verschillende aanbiedingen, moeten consumenten over duidelijke en relevante informatie beschikken. Om deze reden werd in 2001 op Europees niveau een gedragscode opgesteld betreffende de precontractuele informatie inzake hypothecaire kredieten 7. Kredietverleners kunnen vrijwillig toetreden tot deze gedragscode. De code is gericht op het ter beschikking stellen van transparante, volledige en vergelijkbare informatie betreffende hypothecaire kredieten aan consumenten. Onderzoek naar de effectiviteit van de gedragscode toonde echter aan dat de vooropgestelde doelstelling niet werd bereikt, omdat de code niet optimaal nageleefd werd en doeltreffende controle- en handhavingmechanismen ontbraken 8. 4 Richtlijn 2005/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2005 betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt en tot wijziging van Richtlijn 84/450/EEG van de Raad, Richtlijnen 97/7/EG, 98/27/EG en 2002/65/EG van het Europees Parlement en de Raad en van Verordening (EG) nr. 2006/2004 van het Europees Parlement en de raad (Hierna verkort: richtlijn oneerlijke handelspraktijken). 5 Infra PB L 69, 10 maart 2001,

17 10. Uit verschillende studies bleek tevens dat er geen Europese geïntegreerde markt voor woonkredieten bestond 9. In 2005 stelde de Commissie het groenboek betreffende hypothecair krediet in de E.U. 10 op. Hierin werd nagegaan in hoeverre een optreden van de Commissie gerechtvaardigd was op de woonkredietmarkt. In het daaropvolgende witboek 11 werden de maatregelen uiteengezet waarmee de integratie van de E.U.- markten voor hypothecaire kredieten werd beoogd. De Commissie stelde dat één van de aspecten die prioritair geregeld moesten worden, de verstrekking van precontractuele informatie inzake hypothecaire kredieten aan consumenten was. De voorschriften inzake precontractuele informatie over hypothecaire kredieten verschilden immers sterk van lidstaat tot lidstaat, wat aanleiding gaf tot juridische en economische belemmeringen voor grensoverschrijdende kredietverlening. Eind 2007 werd het witboek ter reactie overgemaakt aan de nationale autoriteiten en andere belanghebbenden. C. Groenboek over financiële diensten voor consumenten in de interne markt 11. Met het groenboek betreffende financiële diensten voor consumenten in de interne markt 12, dat gepubliceerd werd in 2007, tracht de Commissie inzicht te verwerven in de problemen waarmee consumenten geconfronteerd worden op het gebied van financiële diensten. Eén van de knelpunten bleek de kwaliteit van de informatieverstrekking betreffende financiële diensten te zijn. Onderzoek had aangetoond dat de informatie vaak gebrekkig en te ingewikkeld was, waardoor het voor consumenten niet mogelijk was prijzen en producten te vergelijken 13. Het ter 9 M.O. WYMAN & European Mortgage Federation, Study on the Financial Integration of European Mortgage Markets, 2003, 77 78, ; Forumgroep voor hypothecair krediet, De integratie van de E.U.-markten voor hypothecaire krediet, 2003, 6, Europese Commissie, Eurobarometer 230. Public opinion in Europe on Financial services, 2005,

18 beschikking stellen van duidelijke, relevante en tijdige informatie aan de consument, vormt dan ook een belangrijke doelstelling voor de Europese Commissie. 2. Actieplannen en strategieën 12. In 2005 heeft de Commissie de E.U.-strategie voor het consumentenbeleid goedgekeurd. Drie doelstellingen worden vooropgesteld. Informatieverstrekking, transparantie van de markt en een doeltreffende consumentenbescherming moeten de consument mondiger maken. Daarnaast wordt de verbetering van het welzijn van de consument op vlak van prijzen, keuzemogelijkheid, kwaliteit en veiligheid beoogd. Tenslotte dient de consument doeltreffend beschermd te worden tegen ernstige risico s en bedreigingen waar hij individueel machteloos tegenover staat. 3. Richtlijnen 13. Wanneer een Europese richtlijn wordt uitgevaardigd zijn lidstaten verplicht om binnen een bepaalde termijn over te gaan tot omzetting van de richtlijn in nationale wetgeving. A. Richtlijn inzake misleidende reclame 14. Vanuit de overweging dat misleidende reclame de mededinging op de interne markt kon verstoren en het economisch gedrag van de consument kon beïnvloeden, besloot de Raad in 1984 tot uitvaardiging van de richtlijn inzake misleidende reclame 15. Deze richtlijn beoogt de uiteenlopende nationale wettelijke bepalingen inzake misleidende reclame te harmoniseren. De versnipperde regelgeving van de lidstaten leidde er immers toe dat consumenten, concurrenten en het publiek in het algemeen onvoldoende beschermd werden tegen misleidende reclame en de onbillijke gevolgen Richtlijn 84/450/EEG van de Raad van 10 september 1984 betreffende het nader tot elkaar brengen van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten inzake misleidende reclame, PB L 250, 19 september 1984, 17 (Hierna verkort: Richtlijn inzake misleidende reclame). 8

19 ervan. De richtlijn is gebaseerd op minimumharmonisatie, hetgeen inhoudt dat lidstaten vrij zijn om verdergaande beschermingsvoorschriften uit te vaardigen In 1997 werd de richtlijn inzake misleidende reclame geamendeerd door de richtlijn inzake misleidende en vergelijkende reclame 17. Deze richtlijn bepaalt onder welke voorwaarden vergelijkende reclame voortaan toegestaan kan worden. De Europese wetgever is immers van mening dat vergelijkende reclame, in het belang van de consument, ertoe kan bijdragen dat de voordelen van de verschillende vergeleken producten objectief worden belicht. 18 De richtlijn gaat, behalve wat de vergelijkingsvoorwaarden betreft, eveneens uit van minimumharmonisatie Het feit dat veel lidstaten gebruik gemaakt hebben van de mogelijkheid om de consument een hoger beschermingsniveau te bieden, heeft er echter toe geleid dat op Europees niveau consumenten opnieuw op ongelijke wijze beschermd werden. 20 In 2005 werd de Richtlijn inzake oneerlijke handelspraktijken 21 goedgekeurd. Deze richtlijn gaat op basis van maximumharmonisatie over tot uniformering van de nationale regelgeving inzake reclame. Wat financiële diensten betreft, mogen de lidstaten echter vereisten opleggen die strenger zijn dan de bepalingen van de richtlijn. In deze kaderrichtlijn, die het resultaat is van de raadpleging die volgde op het groenboek inzake consumentenbescherming van , werden de bepalingen van de richtlijn inzake misleidende en vergelijkende reclame opgenomen die gelden ten aanzien van consumenten. Als gevolg daarvan wordt het toepassingsgebied van de richtlijn inzake misleidende en vergelijkende reclame beperkt tot reclame die bedrijven schaadt. De 16 Artikel 7 Richtlijn inzake misleidende reclame. 17 Richtlijn 97/55/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 oktober 1997 tot wijziging van Richtlijn 84/450/EEG inzake misleidende reclame teneinde ook vergelijkende reclame te regelen, PB L 290, 23 oktober 1997, 18 (Hierna verkort: Richtlijn inzake misleidende en vergelijkende reclame). 18 R.o. 2 van de Richtlijn inzake misleidende en vergelijkende reclame. 19 Artikel 7 Richtlijn inzake misleidende en vergelijkende reclame. 20 G. STRAETMANS, Artikel 22 WHPC, in Artikelsgewijze Commentaar Handels- en Economisch Recht, Mechelen, Kluwer, losbl. 21 Richtlijn 2005/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2005 betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt en tot wijziging van Richtlijn 84/450/EEG van de Raad, Richtlijnen 97/7/EG, 98/27/EG en 2002/65/EG van het Europees Parlement en de Raad en van Verordening (EG) nr. 2006/2004 van het Europees Parlement en de Raad, PB L 149, 11 juni 2005, 22 (Hierna verkort: Richtlijn inzake oneerlijke handelspraktijken). 22 Supra nr. 8. 9

20 verdere inhoud van deze richtlijn wordt besproken in het volgende hoofdstuk, waar dieper ingegaan wordt op de omzetting van de richtlijnen in het Belgisch recht. B. Richtlijn inzake consumentenkrediet 17. De Richtlijn inzake consumentenkrediet 23, die uitgevaardigd werd in 1987, schept een geharmoniseerd communautair kader voor het consumentenkrediet teneinde een interne kredietmarkt te creëren en tegelijkertijd een hoog niveau van consumentenbescherming te garanderen. De richtlijn gaat uit van minimumharmonisatie 24. In april 2008 werd echter een nieuwe richtlijn inzake consumentenkrediet 25 goedgekeurd. Deze richtlijn heft de voorgaande op en gaat uit van maximumharmonisatie. De nieuwe richtlijn beoogt consumenten in staat te stellen een goed geïnformeerde keuze te maken betreffende het voor hem meest geschikte en voordeligste krediet. Deze richtlijn dient uiterlijk tegen mei 2010 in nationaal recht te worden omgezet. C. MiFID-richtlijn 18. De Richtlijn betreffende markten voor financiële instrumenten 26 wil via harmonisatie één Europese financiële markt creëren en de belangen van particuliere beleggers beschermen. Teneinde deze doelstelling te bereiken, bevat de richtlijn een aantal gedragsregels. Op grond van deze gedragsregels dienen beleggingsondernemingen aan hun cliënten de nodige informatie te verstrekken, opdat de cliënt de aard en de kosten van de aangeboden beleggingsdiensten kan beoordelen 23 Richtlijn 87/102/EEG van de Raad van 22 december 1986 betreffende de harmonisatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten inzake het consumentenkrediet, PB L 42, 12 februari 1987, 48 (Hierna verkort: Richtlijn inzake consumentenkrediet). 24 Artikel 15 Richtlijn inzake consumentenkrediet. 25 Richtlijn 2008/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten en tot intrekking van Richtlijn 87/102/EEG van de Raad, PB L 133, 22 mei 2008, 66 (Hierna verkort: Nieuwe richtlijn inzake consumentenkrediet). 26 Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende markten voor financiële instrumenten, tot wijziging van de Richtlijnen 85/611/EEG en 93/6/EEG van de Raad en van Richtlijn 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad en houdende intrekking van richtlijn 93/22/EEG van de Raad, PB L 145/1 (Hierna verkort: MiFID-richtlijn). 10

21 en met kennis van zaken beleggingsbeslissingen kan nemen. De MiFID-richtlijn geldt slechts voor bepaalde financiële producten, zoals aandelen, obligaties, derivaten en rechten van deelneming in beleggingsfondsen. III. Besluit 19. De voornaamste doelstelling van de Europese Unie bestaat uit het creëren van een interne markt, waar consumenten toegang hebben tot een brede keuze van kwalitatieve producten en diensten. Opdat een verantwoorde keuze kan worden gemaakt, moeten consumenten in de mogelijkheid worden gesteld om, voorafgaand aan het sluiten van een contract, alle relevante informatie te bekomen betreffende de aangeboden producten of diensten. Om voor een zo groot mogelijke transparantie te zorgen en aanbiedingen vergelijkbaar te maken, moet deze informatie binnen de Europese Unie op uniforme wijze worden verstrekt. Met oog daarop vaardigt de Europese wetgever tal van richtlijnen uit die leiden tot harmonisatie van de wetgeving van de verschillende lidstaten. Via harmonisatie wordt aan de consument immers een gelijkwaardige bescherming geboden, over de grenzen van de verschillende lidstaten heen. 11

22 Hoofdstuk II. Belgisch consumentenbeleid inzake reclame voor financiële diensten en instrumenten I. Inleiding 20. De vermelde Europese richtlijnen dienen door de lidstaten omgezet worden in Belgisch recht. Reclame voor financiële diensten en instrumenten wordt in België op vrij versnipperde wijze geregeld. Naast de reclamebepalingen opgenomen in de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument 27, bestaan er ook nog talrijke sectorspecifieke reglementeringen en vrijwillige gedragscodes. In dit hoofdstuk zal dieper ingegaan worden op deze Belgische regelgeving. II. Wet Handelspraktijken 21. De WHPC verhoudt zich tot de bijzondere financiële wetten als een lex generalis tegenover lex speciales. Ingevolge het adagium lex specialis derogat lege generali zullen de reclamebepalingen uit de WHPC dus slechts toepassing vinden voor zover er niet van afgeweken wordt in bijzondere, sectorspecifieke wetgeving 28. Doch, er dient gestreefd te worden naar cumulatieve toepassing van de algemene wet enerzijds en de specifieke wet anderzijds. 29 Eerst zal het toepassingsgebied van de WHPC behandeld worden. 27 Wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument, B.S. 29 augustus 1991 (Hierna verkort: WHPC). 28 Parl. St. Kamer, , nr. 1240/002, 18; I. DEMUYNCK, De W.H.P.C. en het privaat bankrecht: Capita Selecta, in M. TISON, C. VAN ACKER en J. CERFONTAINE (eds.), Financiële regulering: op zoek naar nieuwe evenwichten, Antwerpen, Intersentia, 2003, 42; G. STRAETMANS en J. STUYCK, Financiële diensten en de consument, Deurne, Kluwer, 1994, 114; C. VAN ACKER, De wet betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument en de financiële diensten, in E. WYMEERSCH (ed.), Financieel recht tussen oud en nieuw, Antwerpen, Maklu, 1996, I. DEMUYNCK, De W.H.P.C. en het privaat bankrecht: Capita Selecta, in M. TISON, C. VAN ACKER en J. CERFONTAINE (eds.), Financiële regulering: op zoek naar nieuwe evenwichten, Antwerpen, Intersentia, 2003, 42; A. PUTTEMANS, La publicité pour le crédit, in F. DUMONT- NAERT en P. JADOUL (eds.), Actualités du droit du credit à la consummation, Brussel, Bruylant, 2004, 15; R. STEENNOT, Handboek consumentenbescherming en handelspraktijken, Antwerpen, Intersentia, 2007, 17; H. SWENNEN, Financiële diensten en de WHPC, in J. STUYCK, G. STRAETMANS en P. WYTINCK (eds.), Recente wetswijzigingen inzake handelspraktijken, Antwerpen, Kluwer, 2000,

23 Vervolgens wordt dieper ingegaan op de voor de financiële sector relevante reclamebepalingen uit de WHPC. 1. Toepassingsgebied A. Toepassingsgebied ratione materiae 22. Het toepassingsgebied ratione materiae van de WHPC is beperkt tot diensten enerzijds en producten anderzijds. A. 1. Diensten 23. Diensten zijn volgens artikel 1, 2 WHPC alle prestaties die een handelsdaad uitmaken of een ambachtsactiviteit bedoeld in de wet op het ambachtregister. Het begrip handelsdaad wordt omschreven in de artikelen 2 en 3 van het Wetboek van Koophandel, waarin men een opsomming vindt van de daden van koophandel. Zowel de objectieve als de subjectieve daden van koophandel zijn diensten in de zin van artikel 1,2 WHPC. 30 Uit vaste rechtspraak van het Hof van Cassatie volgt dat er slechts sprake is van een handelsdaad, wanneer deze daad met winstoogmerk wordt gesteld. 31 Het is echter niet vereist dat er sprake is van winstoogmerk opdat een bepaalde daad als dienst in de zin van artikel 1, 2 WHPC beschouwd kan worden. 32 Noch het nagestreefde doel, noch het winstgevend karakter zal dus bepalen of er sprake is van een dienst in de zin van de wet. 33 Enkel de aard van de activiteit is van belang. 24. Financiële diensten vallen, als objectieve daad van koophandel 34, onder het toepassingsgebied van de WHPC. 35 Artikel 2 W. Kh. bepaalt immers dat 30 J. STUYCK, Het op de markt brengen van bancassurfinance-producten: de handelspraktijkenwet, in M. TISON (ed.), Bancassurfinance, Brussel, Bruylant, 2000, Cass. 19 januari 1973, R.W , 1382; Cass. 12 maart 1981, R.W , Cass. 13 september 2002, NjW 2002, Bergen 15 maart 2004, Jaarboek Handelspraktijken 2004, Zie artikel 2 lid 1 W. Kh. 35 R. STEENNOT, Handboek consumentenbescherming en handelspraktijken, Antwerpen, Intersentia, 2007, 5; G. STRAETMANS, De reclamebepalingen en promotionele activiteiten in de nieuwe wet op het consumentenkrediet, D.C.C.R , (870) 873; J. STUYCK, Het op de markt brengen van bancassurfinance-producten: de handelspraktijkenwet, in M. TISON (ed.), Bancassurfinance, Brussel, 13

24 premieverzekeringen en elke bank-, wissel-, commissiehandels- of makelaarsverrichting geacht worden objectieve daden van koophandel te zijn. Zo zullen commerciële verzekeringen 36, een deposito van gelden 37 en het toestaan van een lening 38 en kaskredieten 39 onderworpen zijn aan de regelen van de WHPC. Het begrip financiële dienst kan zeer ruim worden geïnterpreteerd. 40 Een duidelijke afbakening is noodzakelijk doch is niet eenvoudig. In artikel 77, 1, 4 WHPC worden financiële diensten gedefinieerd als iedere dienst van bancaire aard of op het gebied van kredietverstrekking, verzekering, individuele pensioenen, beleggingen en betalingen. 41 Artikel 77 WHPC is gebaseerd op artikel 2 b) van de richtlijn inzake verkoop op afstand van financiële diensten. 42 Het feit dat de definitie van financiële dienst in een specifieke afdeling van de WHPC werd opgenomen, impliceert dat geen algemene definitie beoogd werd. De Raad van State bekritiseerde dit gebrek aan eenvormigheid en gaf het advies om in een artikel 1bis een definitie van financiële dienst op te nemen. 43 Dit advies werd door de wetgever niet opgevolgd op grond van de bedoeling ongepaste wijzigingen te vermijden in de nummering van de bestaande bepalingen. In het algemeen kan echter gesteld worden dat met het begrip financiële dienst bedoeld worden: de diensten opgesomd in artikel 3 2 van de Wet van 22 maart 1993 op het Bruylant, 2000, 235. H. SWENNEN, Financiële diensten en de WHPC, in J. STUYCK, G. STRAETMANS, P. WYTINCK (eds.), Recente wetwijzigingen inzake handelspraktijken, Antwerpen, Kluwer, 2000, 66; C. VAN ACKER, De toepassing van de W.H.P.C. op de financiële producten, in T.B.H. 2001, (499) 499; C. VAN ACKER, De verglijding in de grondbegrippen van de W.H.P.C: financiële diensten en producten als voorbeeld, in X., Privaatrecht in de reële en viturele wereld. Postuniversitaire Cyclus Delva , Antwerpen, Kluwer, 2002, 94; C. VAN ACKER, De wet betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument en de financiële diensten, in E. WYMEERSCH (ed.), Financieel recht tussen oud en nieuw, Antwerpen, Maklu, 1996, Voorz. Kh. Luik 8 december 1977, J.T. 1978, 247; Luik 14 maart 1980, onuitg., aangehaald door G.L. BALLON en P. DE VROEDE, Handelspraktijken, Antwerpen, Kluwer, 1985, C. VAN ACKER, De wet op de handelspraktijken en beleggersbescherming, in M. TISON (ed.), Bescherming van de belegger en de e-belegger, Brussel, Bruylant, 2002, Brussel 2 februari 1983, onuitg., aangehaald door G.L. BALLON en P. DE VROEDE, Handelspraktijken, Antwerpen, Kluwer, 1985, G.L. BALLON, Reglementering: handelspraktijken, in X., Recht voor de onderneming, IX, Mechelen, Kluwer, 2007, F. DE PATOUL, Le consommateur et les services financiers en Belgique, R.E.D.C. 2003, (196) G. STRAETMANS, Een kritische doorlichting van het toepassingsgebied van de Richtlijn oneerlijke handelspraktijken en de Belgische omzettingswetgeving, in G. STRAETMANS, J. STUYCK en E. TERRYN, De wet handelspraktijken anno 2008, Mechelen, Kluwer, 2008, Richtlijn 2002/65, P.B. 2002, L. 271/ Parl. St. Kamer, , nr. 1240/002,

25 statuut en het toezicht op de kredietinstellingen 44, de homogene financiële diensten uit het KB van 23 maart 1995 betreffende de prijsaanduiding van homogene financiële diensten, de diensten van bancaire aard of op het gebied van kredietverstrekking, verzekering, individuele pensioenen, beleggingen en betalingen, opgesomd in artikel 77 1, 4 WHPC en de beleggingsdiensten bedoeld in artikel 46, 1 van de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen 45. A. 2. Producten 25. In artikel 1, 1 WHPC worden producten omschreven als alle lichamelijke roerende zaken. Dit impliceert dat onlichamelijke roerende zaken principieel niet onder het algemeen toepassingsgebied vallen van de WHPC. Toch zijn roerende waarden niet geheel onttrokken aan het toepassingsgebied van de WHPC. Waardepapieren, zoals cheques, cognossementen en wisselbrieven, zijn immers lichamelijke roerende goederen aangezien de schuldvordering die zij vertegenwoordigen in het papier geïncorporeerd is Er dient tevens gewezen te worden op artikel 1 in fine dat uitdrukkelijk bepaalt dat de WHPC niet van toepassing is op effecten en andere financiële instrumenten, zoals bedoeld in de wetgeving betreffende de financiële transacties en de financiële markten. 47 Met het KB van 5 december , waarop dieper wordt ingegaan in de volgende paragraaf, is hierin verandering gekomen, in die zin dat een aantal bepalingen van de WHPC, waaronder deze inzake reclame, van toepassing werden verklaard op effecten en financiële instrumenten. 44 B.S. 19 april B.S. 3 juni E. BALLON, De toepassing van de Wet handelspraktijken op financiële instrumenten, effecten en waarden, D.C.C.R. 2001, (231) 235; G.L. BALLON, Reglementering: handelspraktijken, in X., Recht voor de onderneming, IX, Mechelen, Kluwer, 2007, Zie artikel 2, 1 van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, B.S. 4 september KB van 5 december 2000 waarbij sommige bepalingen van de wet handelspraktijken van toepassing worden verklaard op financiële instrumenten, effecten en waarden, B.S. 3 januari 2001 (Hierna verkort: K.B. inzake financiële instrumenten). 15

26 B. Toepassingsgebied ratione personae B. 1. Verkoper 27. Bij de bepaling van het toepassingsgebied ratione personae van de WHPC werd uitgegaan van het verkopersbegrip, wat een aanzienlijke verruiming betekende ten opzichte van het traditionele handelaarsbegrip. 49 Artikel 1, 6 WHPC onderscheidt drie categorieën verkopers. Deze categorieën hebben evenwel gemeen dat het gaat om personen die producten of diensten verkopen of te koop aanbieden. B Eerste categorie: artikel 1, 6, a) WHPC 28. Elke handelaar of ambachtsman en elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die producten of diensten te koop aanbiedt of verkoopt in het kader van een beroepsactiviteit of met het oog op de verwezenlijking van zijn statutair doel, dient als verkoper te worden beschouwd. Een ambachtsman is een persoon die in uitvoering van een contract van huur van diensten hoofdzakelijk materiële arbeidsprestaties levert waarmee geen levering of slechts toevallige levering van waren gepaard gaat. 50 Deze categorie is voor deze masterproef verder niet van belang. Een persoon is slechts handelaar wanneer hij, met winstoogmerk, objectieve en subjectieve daden van koophandel stelt in de zin van de artikelen 2 en 3 van het Wetboek van Koophandel. Het is irrelevant of het gaat om een natuurlijk of een rechtspersoon. Om als handelaar onderworpen te zijn aan de bepalingen van de WHPC is vereist dat hij producten of diensten aanbiedt of te koop aanbiedt in het kader van een beroepsactiviteit of ter verwezenlijking van een statutair doel. 51 Zo zal een verzekeringsmaatschappij omwille 49 J. STUYCK, Het op de markt brengen van bancassurfinance-producten: de handelspraktijkenwet, in M. TISON (ed.), Bancassurfinance, Brussel, Bruylant, 2000, 235; R. VAN DEN BERGH, De vernieuwde regeling van de reclame in de wet handelspraktijken 1991: geen reclame voor de Belgische wetgever, Jaarboek Handelspraktijken 1992, (56) Artikel 1, 5 wet van 16 januari 2003 tot oprichting van een kruispuntbank van ondernemingen, tot modernisering van het handelsregister, tot oprichting van erkende ondernemingsloketten en houdende diverse bepalingen, B.S. 5 februari Cass. 13 maart 1998, J.T. 1998, 453; Brussel 2 december 1998, Jaarboek Handelspraktijken & Mededinging 1998,

27 van haar dienstenprestaties als handelaar worden beschouwd. 52 Hetzelfde geldt voor kredietinstellingen die bijvoorbeeld een kredietopening aanbieden en banken die een spaar- of zichtrekening aanbieden. 29. Daarnaast wordt ook elke (andere) natuurlijke of rechtspersoon die producten of diensten te koop aanbiedt of verkoopt in het kader van een beroepsactiviteit of met het oog op verwezenlijking van zijn statutair doel geacht verkoper te zijn. De vereiste dat de verkoop of tekoopaanbieding moet geschieden in het kader van een beroepsactiviteit belet dat het eenmalige aanbod of de eenmalige verkoop van financiële diensten of producten door een particulier in het kader van het beheer van zijn vermogen onder het toepassingsgebied van de WHPC valt. 53 Rechtspersonen daarentegen, die louter occasioneel producten of diensten in de zin van de WHPC aanbieden, vallen onder het verkoperbegrip, aangezien zij noodzakelijk handelen ter verwezenlijking van hun statutair doel. 54 Zo zal een patrimoniumvennootschap die aandelen verkoopt aan een derde, geacht worden verkoper te zijn. 55 Immers, het criterium om te bepalen of een bepaalde prestatie een dienst in de zin van de WHPC uitmaakt, is niet de aanwezigheid van winstoogmerk of het nagestreefde doel, maar wel de aard van de activiteit. 56 B Tweede categorie: artikel 1, 6, b) WHPC 30. Krachtens artikel 1, 6, b) WHPC worden de overheidsinstellingen of de rechtspersonen waarin de overheid een overwegend aandeel heeft, die een commerciële, financiële of industriële activiteit aan de dag leggen en die producten of diensten te koop aanbieden of verkopen, geacht verkoper te zijn. Opdat 52 Kh. Luik 9 oktober 1978, Jur. Liège , 103; Voorz. Kh. Brussel 1 februari 2007, Jaarboek Handelspraktijken 2007, E. BALLON, De toepassing van de Wet handelspraktijken op financiële instrumenten, effecten en waarden, D.C.C.R. 2001, (231) 237; G. NEJMAN en M. DUPLAT, L extension de l application de la LPC aux instruments financiers, Bank Fin. R. 2001, (150) P. WYTINCK, Artikel 1 wet handelspraktijken, in Artikelsgewijze Commentaar Handels- en Economisch recht, Mechelen, Kluwer, losbl., nr G. NEJMAN en M. DUPLAT, L extension de l application de la LPC aux instruments financiers, Bank Fin. R. 2001, (150) 152; R. STEENNOT, De bescherming van de consument in het financieel recht, in X., De consument in het recht: verwend, verwaand of miskend, Antwerpen, Maklu, 2003, Brussel 1 september 1995, D.A.O.R. 1995, 81; Bergen 15 maart 2004, Jaarboek Handelspraktijken 2004, 688; Brussel 14 januari 2005, Jaarboek Handelspraktijken 2005,

28 overheidsinstellingen of de rechtspersonen waarin de overheid een overwegend aandeel heeft, beschouwd kunnen worden als verkoper, moet derhalve aan twee cumulatieve voorwaarden voldaan zijn. Enerzijds moeten zij een commerciële, financiële of industriële activiteit uitoefenen, anderzijds moeten zij producten of diensten te koop aanbieden of verkopen. Voorbeelden van deze categorie van verkopers betreffen onder meer de Vlaamse Overheid die een verzekering gewaarborgd wonen aanbiedt of de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen, i.e. een Vlaams overheidsagentsschap, dat hypothecaire leningen aanbiedt. B Derde categorie: artikel 1, 6, c) WHPC 31. Zijn eveneens verkopers, personen die hetzij in eigen naam, hetzij in naam of voor rekening van een al dan niet met rechtspersoonlijkheid beklede derde, met of zonder winstoogmerk, een commerciële, financiële of industriële activiteit uitoefenen en die producten of diensten te koop aanbieden of verkopen. Dit is een residuaire catch-all -bepaling, die ook de eerder genoemde categorieën omvat, maar tegelijk ruimer is. 57 Om als verkoper in de zin van artikel 1, 6, c) WHPC beschouwd te kunnen worden, is enerzijds vereist dat een commerciële, industriële of financiële activiteit wordt uitgeoefend. Dit heeft tot gevolg dat particulieren die louter toevallig of occasioneel producten of diensten aanbieden, niet als verkoper beschouwd kunnen worden. 58 Anderzijds is vereist dat deze personen producten of diensten verkopen of te koop aanbieden. Het is irrelevant of de verkoop van producten of diensten met of zonder winstoogmerk geschiedt, alsook of de verkoop plaatsvindt in eigen naam, dan wel in naam van en/of voor rekening van een andere persoon. Hier kan bijvoorbeeld gedacht worden aan de kredietbemiddelaar die bijdraagt tot het sluiten van de kredietovereenkomst, en waarbij de kredietovereenkomst het voorwerp uitmaakt van een indeplaatsstelling ten gunste van de kredietgever. 57 R. VAN DEN BERGH, De vernieuwde regeling van de reclame in de wet handelspraktijken 1991: geen reclame door de Belgische wetgever, Jaarboek handelspraktijken 1992, (56) J. STUYCK en W. VAN GERVEN, Handelspraktijken, Beginselen van Belgische privaatrecht XIII, Handels-en Economisch recht, deel 2, Mededingingsrecht, Mechelen, Story-Scientia Kluwer, 2003,

29 B. 2. Consumentenbegrip 32. Krachtens artikel 1, 7 WHPC dient iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die, uitsluitend voor niet-beroepsmatige doeleinden, op de markt gebrachte producten of diensten verwerft of gebruikt, beschouwd te worden als consument. De toekenning van de hoedanigheid van consument is afhankelijk van de bestemming die gegeven wordt aan het product of de dienst. 59 Het bestemmingscriterium houdt in dat moet worden nagegaan voor welke doeleinden de verwerving van producten geschiedt. Wanneer een handelaar een product of dienst uitsluitend voor niet-beroepsmatige doeleinden verwerft, dan zal hij als consument beschouwd worden. Daarentegen zal hij niet gekwalificeerd worden als consument indien hij het product geheel of gedeeltelijk voor professionele doeleinden aanwendt. Het feit dat de handelaar bij de verwerving van het product of de dienst optreedt buiten zijn specialiteit (specialisatiecriterium), is irrelevant. 60 Het is echter onduidelijk of de privébestemming objectief (aard van het product of de dienst), dan wel subjectief (intentie van de verkrijger) moet worden opgevat. 61 Het aanwenden van één van beide criteria op zich gaat gepaard met problemen: terwijl het subjectieve niet te controleren is, zal het op basis van de aard van het product of de dienst niet altijd mogelijk zijn te bepalen of de producten of diensten voor private of professionele doelen bestemd zijn. Een oplossing kan geboden worden door het in aanmerking nemen van de fiscale gevolgen die aan de aankoop gegeven zijn Brussel 26 augustus 1998, R.W , 820, noot; Antwerpen 12 september 2000, T.B.B.R. 2001, 556; Kh. Verviers 16 juni 2000, J.L.M.B. 2000, 1311; Antwerpen 30 november 2004, Jaarboek Handelspraktijken 2004, 699; H. DE BAUW, De algemene verbodsbepalingen in de relatie verkoperconsument, in G. STRAETMANS, J. STUYCK en E. TERRYN, De wet handelspraktijken anno 2008, Mechelen, Kluwer, 2008, 111; I. DEMUYNCK, De bescherming van de consument tegen een onrechtmatig bevoegdheidsbeding, (noot onder Vred. Brussel 29 april 1999), Jaarboek Handelspraktijken 1999, 202; P. WYTINCK, Artikel 1 WHPC, in Artikelsgewijze Commentaar Handels- en Economisch recht, Mechelen, Kluwer, losbl Anders: Vred. Brussel 29 april 1999, Jaarboek Handelspraktijken 1999, 198, noot I. DEMUYNCK. 61 J. STUYCK en W. VAN GERVEN, Handelspraktijken, Beginselen van Belgische privaatrecht XIII, Handels-en Economisch recht, deel 2, Mededingingsrecht, Mechelen, Story-Scientia Kluwer, 2003, P. WYTINCK, Artikel 1 WHPC, in Artikelsgewijze Commentaar Handels- en Economisch recht, Mechelen, Kluwer, losbl. 19

30 33. Volgens de algemene definitie van het begrip consument in artikel 1, 7 WHPC kunnen ook rechtspersonen consumenten zijn. In het hoofdstuk inzake reclame en oneerlijke handelspraktijken wordt het begrip consument echter anders gedefinieerd, in die zin dat rechtspersonen die uitsluitend voor niet-beroepsmatige doeleinden producten of diensten verwerven niet als consumenten kunnen worden beschouwd. 34. In een arrest van 21 mei 2001 stelt het Hof van Cassatie dat het consumentenbegrip uit artikel 1, 7 WHPC geïnterpreteerd moet worden in het licht van het verkoperbegrip uit artikel 1, 6 WHPC. 63 Eens men geacht wordt verkoper te zijn in de zin van artikel 1, 6 WHPC kan men volgens het Hof niet als consument beschouwd worden. Een verkoper treedt immers beroepsmatig op, hetgeen kwalificatie als consument uitsluit. Dit arrest belet echter niet dat, wanneer men tot de conclusie komt dat een bepaalde persoon niet beschouwd kan worden als verkoper, het bestemmingscriterium aangewend wordt om na te gaan of aan die persoon de kwalificatie van consument in de zin van artikel 1, 7 WHPC kan worden toegekend. 64 C. Toepassingsgebied ratione loci 35. De WHPC is van toepassing wanneer de schade, veroorzaakt door een oneerlijke handelspraktijk, zich op het Belgisch grondgebied voordoet of zich daar dreigt voor te doen, ongeacht de nationaliteit van de betrokken partijen en ongeacht of deze partijen op het nationaal grondgebied wonen of verblijven Koninklijk besluit inzake financiële instrumenten A. Algemeen 36. Zoals voorheen reeds werd vermeld 66, volgt uit de definitie die in artikel 1, 1 WHPC aan het begrip producten wordt gegeven dat onlichamelijke roerende zaken, 63 Cass. 11 mei 2001, T.B.H. 2001, 692, noot G. STRAETMANS. 64 Kh. Hasselt 8 januari 2003, NjW 2003, 425; R. STEENNOT, Overzicht van rechtspraak: consumentenbescherming ( ), T.P.R. 2004, (1721) Artikel 99 2, 2 W. I.P.R. 66 Supra nr

Faculteit rechtsgeleerdheid Universiteit Gent

Faculteit rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Faculteit rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2011-12 Reclame voor financiële diensten en instrumenten: een empirisch onderzoek naar de rechtmatigheid Masterproef van de opleiding Master in

Nadere informatie

Beloningsbeleid en beloningspraktijken (MiFIDrichtlijn): tenuitvoerlegging door de FSMA

Beloningsbeleid en beloningspraktijken (MiFIDrichtlijn): tenuitvoerlegging door de FSMA ESMA-richtsnoeren FSMA_2013_19 dd. 4/12/2013 Beloningsbeleid en beloningspraktijken (MiFIDrichtlijn): tenuitvoerlegging door de FSMA Toepassingsveld: De richtsnoeren die in dit document aan bod komen,

Nadere informatie

FSMA_2016_12 dd. 4/08/2016

FSMA_2016_12 dd. 4/08/2016 FSMA_2016_12 dd. 4/08/2016 De richtsnoeren die in dit document aan bod komen, zijn van toepassing op de volgende ondernemingen (hierna "de gereglementeerde ondernemingen" genoemd): - de kredietinstellingen

Nadere informatie

A. Inleiding. De Hoge Raad had zijn advies uitgebracht op 7 september 2017.

A. Inleiding. De Hoge Raad had zijn advies uitgebracht op 7 september 2017. Advies van 20 december 2017 over het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 november 2012 met betrekking tot de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve

Nadere informatie

Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent

Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2012-13 HET GEZAMENLIJK AANBOD: VOORTAAN TOEGELATEN: EEN EMPIRISCH ONDERZOEK (ZOALS GOEDGEKEURD DOOR DE FACULTEITSRAAD) Masterproef van de opleiding

Nadere informatie

CIRCULAIRE PPB CPB van de CBFA over de voorbereiding op de inwerkingtreding van de MiFID- richtlijn

CIRCULAIRE PPB CPB van de CBFA over de voorbereiding op de inwerkingtreding van de MiFID- richtlijn Prudentieel beleid Brussel, 20 juni 2007 CIRCULAIRE PPB-2007-8-CPB van de CBFA over de voorbereiding op de inwerkingtreding van de MiFID- richtlijn (circulaire aan de kredietinstellingen, de beleggingsondernemingen,

Nadere informatie

Toelichtingen bij enkele begrippen uit de wet marktpraktijken. Bescherming van de consument bv: onrechtmatige bedingen, prijsaanduiding

Toelichtingen bij enkele begrippen uit de wet marktpraktijken. Bescherming van de consument bv: onrechtmatige bedingen, prijsaanduiding Consumentenrecht Toelichtingen bij enkele begrippen uit de wet marktpraktijken Doelstelling van de wet Bescherming van de consument bv: onrechtmatige bedingen, prijsaanduiding Bescherming van de eerlijke

Nadere informatie

A. Inleiding. beroepen. 2 Hervorming verschenen in het Publicatieblad van de Europese Unie L158 van 27 mei 2014.

A. Inleiding. beroepen. 2 Hervorming verschenen in het Publicatieblad van de Europese Unie L158 van 27 mei 2014. Advies van 7 september 2017 over het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 november 2012 met betrekking tot de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 28.8.2017 C(2017) 5812 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 28.8.2017 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/565 wat betreft de specificatie

Nadere informatie

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES RvV-468 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES Over een voorontwerp van koninklijk besluit tot het nemen van bijzondere maatregelen en tot afwijken van sommige bepalingen van boek VI van het Wetboek van economisch

Nadere informatie

Oneerlijke handelspraktijken jegens consumenten

Oneerlijke handelspraktijken jegens consumenten Monografieen BW B49a Oneerlijke handelspraktijken jegens consumenten Mr. D.W.F. Verkade Advocaat-generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden Kluwer - Deventer - 2009 Inhoud WOORD VOORAF V ENIGE AFKORTINGEN

Nadere informatie

EUROPESE CENTRALE BANK

EUROPESE CENTRALE BANK 22.2.2014 Publicatieblad van de Europese Unie C 51/3 III (Voorbereidende handelingen) EUROPESE CENTRALE BANK ADVIES VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 19 november 2013 inzake het voorstel voor een richtlijn

Nadere informatie

Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen

Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen Eigenschappen Titel : Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen Samenvatting : vrijstelling van de TOB met betrekking tot verrichtingen

Nadere informatie

Deel I. Belangrijkste basiswetgeving

Deel I. Belangrijkste basiswetgeving Deel I. Belangrijkste basiswetgeving Burgerlijk wetboek (Uittreksel) - Consumentenkoop........... 3 Burgerlijk wetboek (Uittreksel) - Kosteloze borgtocht.......... 5 Wet van 6 april 2010 betreffende marktpraktijken

Nadere informatie

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag Publicatieblad Nr. L 225 van 12/08/1998 blz. 0016-0021 DE RAAD VAN

Nadere informatie

Boek I, titel 2 van het Wetboek van economisch recht Hoofdstuk 5. Definities eigen aan boek XIV:

Boek I, titel 2 van het Wetboek van economisch recht Hoofdstuk 5. Definities eigen aan boek XIV: Vrij beroep 1/ België Wet van 15 mei 2014 houdende invoeging van Boek XIV "Marktpraktijken en consumentenbescherming betreffende de beoefenaars van een vrij beroep" in het Wetboek van economisch recht

Nadere informatie

ONEERLIJKE HANDELSPRAKTIJKEN EN HANDHAVING VAN CONSUMENTENBESCHERMING IN DE FINANCIËLE SECTOR. Preadvies voor de Vereniging voor Effectenrecht 2010

ONEERLIJKE HANDELSPRAKTIJKEN EN HANDHAVING VAN CONSUMENTENBESCHERMING IN DE FINANCIËLE SECTOR. Preadvies voor de Vereniging voor Effectenrecht 2010 ONEERLIJKE HANDELSPRAKTIJKEN EN HANDHAVING VAN CONSUMENTENBESCHERMING IN DE FINANCIËLE SECTOR Preadvies voor de Vereniging voor Effectenrecht 2010 DEEL 1 Oneerlijke handelspraktijken en handhaving van

Nadere informatie

DE WHPC EN DE VRIJE BEROEPEN

DE WHPC EN DE VRIJE BEROEPEN FACULTEIT RECHTSGELEERDHEID UNIVERSITEIT GENT ACADEMIEJAAR 2008-2009 DE WHPC EN DE VRIJE BEROEPEN Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door De Moor Stephanie Stamnummer: 20040584

Nadere informatie

Misleidende (B2B) reclame rgelij kende reclame

Misleidende (B2B) reclame rgelij kende reclame MONOGRAFIEËN BW Misleidende (B2B) reclame rgelij kende reclame Mr. D.W.F. Verkade Advocaat-generaal i.b.d. bij de Hoge Raad der Nederlanden Bijzonder hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam (Bregstein-leerstoel)

Nadere informatie

INHOUD. Voorwoord... v Inleiding... 1. Hoofdstuk I. Relevante begrippen bij de bepaling van het toepassingsgebied... 5

INHOUD. Voorwoord... v Inleiding... 1. Hoofdstuk I. Relevante begrippen bij de bepaling van het toepassingsgebied... 5 INHOUD Voorwoord............................................................ v Inleiding.............................................................. 1 Hoofdstuk I. Relevante begrippen bij de bepaling

Nadere informatie

Richtlijn betreffende bescherming rechten op aanvullend pensioen

Richtlijn betreffende bescherming rechten op aanvullend pensioen Richtlijn betreffende bescherming rechten op aanvullend pensioen Richtlijn 98/49/EG van de Raad van 29 juni 1998 betreffende de bescherming van de rechten op aanvullend pensioen van werknemers en zelfstandigen

Nadere informatie

ONDERNEMING EN CONSUMENT

ONDERNEMING EN CONSUMENT ONDERNEMING EN CONSUMENT BEGRIPPEN IN EVOLUTIE Aantal woorden: 35.782 Hannah Boelens Studentennummer: 01305492 Promotor: Prof. dr. Reinhard Steennot Co-promotor: Renzo van der Bruggen Masterproef voorgelegd

Nadere informatie

De nieuwe bepalingen in de Handelspraktijkenwet

De nieuwe bepalingen in de Handelspraktijkenwet COLLECTIE BEDRIJFSRECHT De nieuwe bepalingen in de Handelspraktijkenwet Annick De Boeck (ed.) Yves Montangie (ed.) Bart R. Goossens Marie-Christine Janssens Reinhard Steennot VANDEN BROELE INHOUDSTAFEL

Nadere informatie

COMMISSION DELEGATED REGULATION (EU) No /.. of

COMMISSION DELEGATED REGULATION (EU) No /.. of EUROPEAN COMMISSION Brussels, 4.6.2014 C(2014) 3656 final COMMISSION DELEGATED REGULATION (EU) No /.. of 4.6.2014 tot aanvulling van Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad met technische

Nadere informatie

BEMIDDELAARS INZAKE HYPOTHECAIR KREDIET NA RICHTLIJN 2014/17/EU

BEMIDDELAARS INZAKE HYPOTHECAIR KREDIET NA RICHTLIJN 2014/17/EU BEMIDDELAARS INZAKE HYPOTHECAIR KREDIET NA RICHTLIJN 2014/17/EU Prof. dr. Diederik BRULOOT Bemiddelaars inzake hypothecair krediet SITUERING 1 RICHTLIJN 2014/17/EU (MCD) Dubbel doel 1. Hoog niveau van

Nadere informatie

EUROPESE RICHTLIJN BETREFFENDE MARKTEN VOOR FINANCIËLE INSTRUMENTEN (MIFID)

EUROPESE RICHTLIJN BETREFFENDE MARKTEN VOOR FINANCIËLE INSTRUMENTEN (MIFID) EUROPESE RICHTLIJN BETREFFENDE MARKTEN VOOR FINANCIËLE INSTRUMENTEN (MIFID) EEN BETERE BESCHERMING VAN DE BELEGGER INHOUD MEER TRANSPARANTIE VOOR BELEGGINGSDIENSTEN 3 DE VOORNAAMSTE THEMA S 4 VOORDELEN

Nadere informatie

RAAD VOOR HET VERBRUIK

RAAD VOOR HET VERBRUIK RvV 489 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES over een ontwerp van Koninklijk Besluit tot opheffing van het Koninklijk Besluit van 18 juli 1972 betreffende de aanduiding van de prijs van juwelen, uurwerken, goud-

Nadere informatie

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES RvV-513 RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES Over een voorontwerp van Koninklijk Besluit tot wijziging van het Koninklijk Besluit van 23 oktober 2015 betreffende de uitvoering, wat de sociale kredietgevers en

Nadere informatie

Krediet KMO Wet KMO Financiering Informatieverplichting Wederbeleggingsvergoeding Zekerheden Onrechtmatig beding

Krediet KMO Wet KMO Financiering Informatieverplichting Wederbeleggingsvergoeding Zekerheden Onrechtmatig beding Krediet KMO Wet KMO Financiering Informatieverplichting Wederbeleggingsvergoeding Zekerheden Onrechtmatig beding Mrs. Régine Feltkamp Mr. Gerrit Hendrikx Advocaat-Avocat-Attorney Professor V.U.B. Junior

Nadere informatie

Mededeling van de Commissie. van 16.12.2014

Mededeling van de Commissie. van 16.12.2014 EUROPESE COMMISSIE Straatsburg, 16.12.2014 C(2014) 9950 final Mededeling van de Commissie van 16.12.2014 Richtsnoerennota van de Commissie over de tenuitvoerlegging van een aantal bepalingen van Verordening

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 29.9.2017 C(2017) 6474 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 29.9.2017 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/1011 van het Europees Parlement en de

Nadere informatie

Deeleconomie De FOD Economie in het midden van de puzzel

Deeleconomie De FOD Economie in het midden van de puzzel Deeleconomie De FOD Economie in het midden van de puzzel Een innovatief economisch model, een opportuniteit voor ondernemers en consumenten Opdracht van de FOD Economie In een steeds veranderende Belgische

Nadere informatie

Het consumentenkrediet. De Wet van 12 juni 1991. Pierre Lettany KLUWER RECHTSWETENSCHAPPEN BELGIE

Het consumentenkrediet. De Wet van 12 juni 1991. Pierre Lettany KLUWER RECHTSWETENSCHAPPEN BELGIE Het consumentenkrediet De Wet van 12 juni 1991 Pierre Lettany KLUWER RECHTSWETENSCHAPPEN BELGIE Voorwoord V Inleiding en doel van de wet 1 1. E.G.-verplichtingen (1) 1 2. Sociaal beleid (2) 1 3. Economisch

Nadere informatie

Art. 1, 26 Art. VII.67, 1 et 2 Art. 2, lid 1 Art. VII.2, 2 Art. 2, lid 2 Art. VII. 2, 3 Art. 3, 1, 1 à 3 Art. VII. 3, 2, 1 à 3

Art. 1, 26 Art. VII.67, 1 et 2 Art. 2, lid 1 Art. VII.2, 2 Art. 2, lid 2 Art. VII. 2, 3 Art. 3, 1, 1 à 3 Art. VII. 3, 2, 1 à 3 Wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet Hoofdstuk 1. Definities en toepassingsgebied Wetboek van economisch recht Art. 1, 1 Art. I.1, 2 Art. 1, 2 Art. I.9, 34 Art. 1, 3 Art. I.9, 35 Art. 1, 4 Art.

Nadere informatie

Prijszetting: interactie marktpraktijken en mededinging. 10 Maart 2016

Prijszetting: interactie marktpraktijken en mededinging. 10 Maart 2016 Prijszetting: interactie marktpraktijken en mededinging 10 Maart 2016 Agenda Overzicht enkele bepalingen marktpraktijken Analyse mogelijke relatie mededinging Overzicht 0. Algemeen 1. Prijsaanduiding 2.

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE 10.11.2015 L 293/15 GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE van 8 juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad met specifieke bepalingen

Nadere informatie

No.W06.15.0231/III 's-gravenhage, 21 augustus 2015

No.W06.15.0231/III 's-gravenhage, 21 augustus 2015 ... No.W06.15.0231/III 's-gravenhage, 21 augustus 2015 Bij Kabinetsmissive van 9 juli 2015, no.2015001243, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Financiën, mede namens de Minister van

Nadere informatie

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 127, lid 6, en artikel 132,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 127, lid 6, en artikel 132, L 314/66 1.12.2015 BESLUIT (EU) 2015/2218 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 20 november 2015 betreffende de procedure tot vaststelling van de niet-toepasselijkheid op personeelsleden van het vermoeden

Nadere informatie

Reclame voor kredietovereenkomsten: juridische analyse en een empirisch onderzoek

Reclame voor kredietovereenkomsten: juridische analyse en een empirisch onderzoek Faculteit Rechtsgeleerdheid Academiejaar 2013-14 Reclame voor kredietovereenkomsten: juridische analyse en een empirisch onderzoek Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Servaas

Nadere informatie

De bescherming van de consument voor financiële diensten

De bescherming van de consument voor financiële diensten FACULTEIT RECHTSGELEERDHEID OPLEIDING MASTER IN DE RECHTEN De bescherming van de consument voor financiële diensten Masterproef Academiejaar 2008-2009 Promotor: Van Acker C. Evelien Vande Putte Inhoudstafel

Nadere informatie

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO N Handelspraktijken Voorv. Prod. A03 Brussel, 23.09.2008 MH/AB/LC A D V I E S over EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT TOT OMZETTING VAN DE RICHTLIJN 2007/45/EG

Nadere informatie

Richtsnoeren voor de behandeling van klachten door de effectensector (ESMA) en de bankensector (EBA)

Richtsnoeren voor de behandeling van klachten door de effectensector (ESMA) en de bankensector (EBA) 04/10/2018 JC 2018 35 Richtsnoeren voor de behandeling van klachten door de effectensector (ESMA) en de bankensector (EBA) Richtsnoeren voor de behandeling van klachten door de effectensector (ESMA) en

Nadere informatie

BESLUIT (EU) 2017/935 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

BESLUIT (EU) 2017/935 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK 1.6.2017 L 141/21 BESLUIT (EU) 2017/935 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 16 november 2016 betreffende de delegatie van de bevoegdheid tot vaststelling van deskundigheids- en betrouwbaarheidsbesluiten

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN ADVIES INZAKE EEN BEDING HOUDENDE EENZIJDIGE AANPASSING VAN EEN PREMIE VAN EEN VERZEKERINGSPOLIS RECHTSBIJSTAND

COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN ADVIES INZAKE EEN BEDING HOUDENDE EENZIJDIGE AANPASSING VAN EEN PREMIE VAN EEN VERZEKERINGSPOLIS RECHTSBIJSTAND C.O.B. 12 COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN ADVIES INZAKE EEN BEDING HOUDENDE EENZIJDIGE AANPASSING VAN EEN PREMIE VAN EEN VERZEKERINGSPOLIS RECHTSBIJSTAND Brussel, 21 oktober 2003 2 Advies over een

Nadere informatie

Wet financieel toezicht

Wet financieel toezicht Wet financieel toezicht Bijlage 3 Lijst van verkorte citeertitels Verwerkte publicaties Staatsblad Kamerstuk Naam nrs. 2006, nr. 475 29.708 Wet op het finaniceel toezicht 2006, nr. 605 30.658 Invoerings-

Nadere informatie

Wetboek van economisch recht consumentenkrediet. Art. 1, 1 Art. I.1, 2. Art. 1, 2 Art. I.9, 34. Art. 1, 3 Art. I.9, 35. Art. 1, 4 Art. I.

Wetboek van economisch recht consumentenkrediet. Art. 1, 1 Art. I.1, 2. Art. 1, 2 Art. I.9, 34. Art. 1, 3 Art. I.9, 35. Art. 1, 4 Art. I. Hoofdstuk 6 - Bijlage 1. Concordantietabel wet op het consumentenkrediet - Wetboek van Economisch recht (bron: FOD Economie) Wet van 12 juni 1991 op het Wetboek van economisch recht consumentenkrediet

Nadere informatie

Handelspraktijken 3de editie INHOUDSTAFEL

Handelspraktijken 3de editie INHOUDSTAFEL Handelspraktijken 3de editie INHOUDSTAFEL Hoofdstuk I. Totstandkoming en doelstellingen van de wet marktpraktijken en consumentenbescherming (WMPC) en haar verhouding tot het mededingingsrecht............................

Nadere informatie

GEDELEGEERD BESLUIT (EU) / VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERD BESLUIT (EU) / VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 25.1.2018 C(2018) 287 final GEDELEGEERD BESLUIT (EU) / VAN DE COMMISSIE van 25.1.2018 betreffende het toepasselijke systeem voor de beoordeling en verificatie van de prestatiebestendigheid

Nadere informatie

DE MINISTER VAN FINANCIËN; BESLUIT:

DE MINISTER VAN FINANCIËN; BESLUIT: Ministeriële regeling Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.minfin.nl Inlichtingen Staatscourant nr. 51 Datum 5 maart 2009 Betreft Wijziging Vrijstellingsregeling Wft Uw

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 186 Besluit van 14 mei 2007 tot aanwijzing van instanties met een rechtmatig belang in het kader van Verordening 2006/2004 (Besluit aanwijzing

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1971 VAN DE COMMISSIE

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1971 VAN DE COMMISSIE L 293/6 GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1971 VAN DE COMMISSIE van 8 juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad met specifieke bepalingen inzake

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 8.7.2015 C(2015) 4538 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 8.7.2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 223/2014 van het Europees Parlement en de

Nadere informatie

Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, titel III, hoofdstuk II, afdeling III, onderafdeling 4. Ondernemingen die investeren in een raamovereenkomst voor de productie van een audiovisueel werk Art. 194ter.

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING. INTERPRETATIENOTA Nr. 2015-01

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING. INTERPRETATIENOTA Nr. 2015-01 EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING Directoraat I. Landbouwwetgeving en procedures I.1. Landbouwwetgeving; vereenvoudiging Datum van verspreiding 8.7.2015 INTERPRETATIENOTA

Nadere informatie

N Financiële planners A2 Brussel, 27 maart 2014 MH/SL-EDJ/AS 717-2014 ADVIES. over

N Financiële planners A2 Brussel, 27 maart 2014 MH/SL-EDJ/AS 717-2014 ADVIES. over N Financiële planners A2 Brussel, 27 maart 2014 MH/SL-EDJ/AS 717-2014 ADVIES over EEN ONTWERP VAN WET INZAKE HET STATUUT VAN EN HET TOEZICHT OP DE ONAFHANKELIJK FINANCIËLE PLANNERS EN INZAKE HET VERSTREKKEN

Nadere informatie

1.1. De wet verlaat het begrip verkoper van de WHPC ten voordele van het begrip onderneming

1.1. De wet verlaat het begrip verkoper van de WHPC ten voordele van het begrip onderneming De nieuwe wet marktpraktijken in een notendop. Inleiding Op 12 april 2010 werd de wet van 6 april 2010 betreffende marktpraktijken en de consumentenbescherming gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad 1

Nadere informatie

1.1 Wetgeving Nationale wetgeving Het internationale recht Rechtspraak Gewoonte 22 1.

1.1 Wetgeving Nationale wetgeving Het internationale recht Rechtspraak Gewoonte 22 1. 7 INLEIDING 13 Deel 1 Fundamentele elementen van het HANDELS- EN economisch recht 17 1 DE BRONNEN VAN HET ECONOMISCH RECHT 19 1.1 Wetgeving 19 1.1.1 Nationale wetgeving 19 1.1.2 Het internationale recht

Nadere informatie

Inhoudstafel. iii. Ten geleide... HOOFDSTUK 1. TOEPASSELIJKE WETGEVING OP VASTGOEDCONTRACTEN

Inhoudstafel. iii. Ten geleide... HOOFDSTUK 1. TOEPASSELIJKE WETGEVING OP VASTGOEDCONTRACTEN Inhoudstafel Ten geleide...................................................... i HOOFDSTUK 1. TOEPASSELIJKE WETGEVING OP VASTGOEDCONTRACTEN GESLOTEN DOOR EEN RECHTSPERSOON.................. 1 Dirk MEULEMANS,

Nadere informatie

gemeente Steenbergen De Heen Dinteloord Kruisland Nieuw-Vossemeer Steenbergen Welberg

gemeente Steenbergen De Heen Dinteloord Kruisland Nieuw-Vossemeer Steenbergen Welberg IIMIM III III II III IIII BM1401251 De raad van de gemeente Steenbergen; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 juni 2014; gelet op: gelet op de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet,

Nadere informatie

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER ADVIES Nr 09 / 2007 van 21 maart 2007

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER ADVIES Nr 09 / 2007 van 21 maart 2007 KONINKRIJK BELGIE Brussel, Adres : Hoogstraat, 139, B-1000 Brussel Tel.: +32(0)2/213.85.40 E-mail : commission@privacycommission.be Fax.: +32(0)2/213.85.65 http://www.privacycommission.be COMMISSIE VOOR

Nadere informatie

Zaak T-155/04. SELEX Sistemi Integrati SpA tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

Zaak T-155/04. SELEX Sistemi Integrati SpA tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Zaak T-155/04 SELEX Sistemi Integrati SpA tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Mededinging Misbruik van machtspositie Begrip.onderneming' Klacht Afwijzing" Arrest van het Gerecht (Tweede kamer)

Nadere informatie

Examen 1 : wetgeving - eindtermen beroepskennis

Examen 1 : wetgeving - eindtermen beroepskennis Examen 1 : wetgeving - eindtermen beroepskennis 1. Deel 4 van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen (art. 1 tot 104) 1 Aanduiden op welke verzekeringsovereenkomsten deel 4 van de wet van

Nadere informatie

Wet van 6 april 2010 betreffende marktpraktijken en de consumentenbescherming

Wet van 6 april 2010 betreffende marktpraktijken en de consumentenbescherming Orde van Vlaamse Balies www.advocaat.be NOTA Koningsstraat 148 B 1000 Brussel T +32 (0)2 227 54 70 F +32 (0)2 227 54 79 info@advocaat.be Wet van 6 april 2010 betreffende marktpraktijken en de consumentenbescherming

Nadere informatie

No.W /II 's-gravenhage, 5 november 2012

No.W /II 's-gravenhage, 5 november 2012 ... No.W03.12.0390/II 's-gravenhage, 5 november 2012 Bij Kabinetsmissive van 28 september 2012, no.12.002275, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Veiligheid en Justitie, mede namens

Nadere informatie

Samenwerkingsprotocol. Consumentenautoriteit Stichting Reclame Code

Samenwerkingsprotocol. Consumentenautoriteit Stichting Reclame Code Samenwerkingsprotocol Consumentenautoriteit Stichting Reclame Code 1 Samenwerkingsprotocol tussen de Consumentenautoriteit en de Stichting Reclame Code Partijen: 1. De Staatssecretaris van Economische

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 9.8.2017 COM(2017) 422 final 2017/0189 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot vervanging van bijlage A bij Verordening (EU) 2015/848 betreffende

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 14.3.2003 COM(2003) 114 definitief 2003/0050 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de statistische gegevens die moeten worden gebruikt

Nadere informatie

Onrechtmatige contractuele bedingen

Onrechtmatige contractuele bedingen Nieuwe regels in b2b-relaties: verboden bedingen, misbruik van de economische afhankelijkheid van een onderneming en oneerlijke marktpraktijken Op 21 maart 2019 keurde het Parlement een wet goed die in

Nadere informatie

BOEK VII WER: CAPITA SELECTA INZAKE CONSUMENTEN- EN HYPOTHECAIR KREDIET. Prof. Dr. Reinhard Steennot (Instituut Financieel recht, Ugent)

BOEK VII WER: CAPITA SELECTA INZAKE CONSUMENTEN- EN HYPOTHECAIR KREDIET. Prof. Dr. Reinhard Steennot (Instituut Financieel recht, Ugent) BOEK VII WER: CAPITA SELECTA INZAKE CONSUMENTEN- EN HYPOTHECAIR KREDIET Prof. Dr. Reinhard Steennot (Instituut Financieel recht, Ugent) INLEIDING OVERZICHT Toepassingsgebied Informatieverplichtingen: bewijslast

Nadere informatie

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst)

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst) L 340/6 20.12.2017 VERORDENINGEN UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/2382 VAN DE COMMISSIE van 14 december 2017 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot standaardformulieren, templates

Nadere informatie

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 100,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 100, RICHTLIJN VAN DE RAAD van 22 december 1986 betreffende de harmonisatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der Lid-Staten inzake het consumentenkrediet (87/102/CEE) DE RAAD VAN DE EUROPESE

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie verzoekschriften MEDEDELING AAN DE LEDEN

EUROPEES PARLEMENT. Commissie verzoekschriften MEDEDELING AAN DE LEDEN EUROPEES PARLEMENT 2004 Commissie verzoekschriften 2009 29.03.2011 MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: Verzoekschrift 1609/2008, ingediend door D. A. L. (Britse nationaliteit), over vermeende discriminatie

Nadere informatie

Euronext Brussels SA / NV, Rue du Marquis, 1 b.1, Markiesstraat Brussels Belgium

Euronext Brussels SA / NV, Rue du Marquis, 1 b.1, Markiesstraat Brussels Belgium Euronext Rule Book BOOK II: SPECIFIEKE REGELS VOOR EURONEXT BRUSSELS UITGIFTEDATUM: 27 FEBRUARI 2017 DATUM VAN INWERKINGTREDING: 06 MAART 2017 Euronext Brussels SA / NV, Rue du Marquis, 1 b.1, Markiesstraat

Nadere informatie

Richtsnoeren. Richtsnoeren met betrekking tot centrale begrippen van de AIFMD 13.08.2013 ESMA/2013/611

Richtsnoeren. Richtsnoeren met betrekking tot centrale begrippen van de AIFMD 13.08.2013 ESMA/2013/611 Richtsnoeren Richtsnoeren met betrekking tot centrale begrippen van de AIFMD 13.08.2013 ESMA/2013/611 Datum: 13.08.2013 ESMA/2013/611 Inhoud I. Toepassingsgebied 3 II. Definities 3 III. Doel 4 IV. Naleving

Nadere informatie

Rolnummers 5197, 5198 en 5199. Arrest nr. 192/2011 van 15 december 2011 A R R E S T

Rolnummers 5197, 5198 en 5199. Arrest nr. 192/2011 van 15 december 2011 A R R E S T Rolnummers 5197, 5198 en 5199 Arrest nr. 192/2011 van 15 december 2011 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen over de artikelen 2, 1 en 2, en 3, 2, van de wet van 6 april 2010 betreffende marktpraktijken

Nadere informatie

HET VRIJ BEROEP NA HET WETBOEK VAN ECONOMISCH RECHT

HET VRIJ BEROEP NA HET WETBOEK VAN ECONOMISCH RECHT HET VRIJ BEROEP NA HET WETBOEK VAN ECONOMISCH RECHT HET VRIJ BEROEP NA HET WETBOEK VAN ECONOMISCH RECHT Béatrice Ponet Gert Straetmans (eds.) Antwerpen Cambridge Het vrij beroep na het Wetboek van Economisch

Nadere informatie

FSMA_2018_04 dd. 24/04/2018

FSMA_2018_04 dd. 24/04/2018 1/5 / FSMA_2018_04 dd.date. FSMA_2018_04 dd. 24/04/2018 Voor zover zij betrekking hebben op de in de MiFID II-richtlijn vermelde organisatorische vereisten [*], gelden de in dit document geviseerde richtsnoeren

Nadere informatie

Het Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten wordt als volgt gewijzigd:

Het Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten wordt als volgt gewijzigd: Besluit van tot wijziging van het Besluit uitvoering EU-verordeningen financiële markten, het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft en het Besluit bestuurlijke boetes financiële sector in

Nadere informatie

Hypothecair krediet What s in a name?

Hypothecair krediet What s in a name? Hypothecair krediet What s in a name? Bart Garré Liedekerke Wolters Waelbroeck Kirkpatrick Matinée d étude UPC b.garre@liedekerke.com BVK-studievoormiddag 1 Regelgevend kader (1/2) Richtlijn 2014/17/EU:

Nadere informatie

TETRALERT - ONDERNEMING VOORSTEL TOT HERZIENING VAN DE RICHTLIJN AANDEELHOUDERSRECHTEN

TETRALERT - ONDERNEMING VOORSTEL TOT HERZIENING VAN DE RICHTLIJN AANDEELHOUDERSRECHTEN TETRALERT - ONDERNEMING VOORSTEL TOT HERZIENING VAN DE RICHTLIJN AANDEELHOUDERSRECHTEN 1. Inleiding Op 9 april 2014 maakte de Europese Commissie aan het Europees Parlement een voorstel van richtlijn over

Nadere informatie

Toepassing van financiële consumentenbescherming op beleggingsvastgoed?

Toepassing van financiële consumentenbescherming op beleggingsvastgoed? Real Estate & Banking and Finance 8 januari 2015 Toepassing van financiële consumentenbescherming op beleggingsvastgoed? Verduidelijking standpunt FSMA De financiële regelgeving bevat heel wat regels ter

Nadere informatie

Wet van 1 september 2004 betreffende de bescherming van de consumenten bij verkoop van consumptiegoederen, B.S. 21 september 2004

Wet van 1 september 2004 betreffende de bescherming van de consumenten bij verkoop van consumptiegoederen, B.S. 21 september 2004 Wet van 1 september 2004 betreffende de bescherming van de consumenten bij verkoop van consumptiegoederen, B.S. 21 september 2004 Art. 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van

Nadere informatie

Inhoudstafel. De Bibliotheek Handelsrecht Larcier... Voorwoord bij de Reeks Mededinging, handelspraktijken en intellectuele rechten. Voorwoord...

Inhoudstafel. De Bibliotheek Handelsrecht Larcier... Voorwoord bij de Reeks Mededinging, handelspraktijken en intellectuele rechten. Voorwoord... vii De Bibliotheek Handelsrecht Larcier................................... Voorwoord bij de Reeks Mededinging, handelspraktijken en intellectuele rechten. Voorwoord.......................................................

Nadere informatie

Leuven, 7 oktober 2009. Marcia DE WACHTER

Leuven, 7 oktober 2009. Marcia DE WACHTER De bescherming van de consument van financiële diensten Leuven, 7 oktober 2009 Marcia DE WACHTER Een enquête van Ivox midden februari 2009 88,6 % heeft geen vertrouwen meer in de aandelenbeurzen 41,5 %

Nadere informatie

Inhoudstafel. De Bibliotheek Handelsrecht Larcier... i Voorwoord bij de Reeks Bank- en insolventierecht...iii. Voorafgaande opmerking...

Inhoudstafel. De Bibliotheek Handelsrecht Larcier... i Voorwoord bij de Reeks Bank- en insolventierecht...iii. Voorafgaande opmerking... financiele-diensten.book Page v Thursday, October 27, 2005 2:58 PM v De Bibliotheek Handelsrecht Larcier...................................... i Voorwoord bij de Reeks Bank- en insolventierecht...........................iii

Nadere informatie

Door het Wetboek van economisch recht opgeheven bepalingen

Door het Wetboek van economisch recht opgeheven bepalingen Door het Wetboek van economisch recht opgeheven bepalingen Opgeheven wetsbepaling Wettelijke basis voor de opheffing Inwerkingtreding van de opheffing Bepalingen opgeheven door Boek II Décret du 2-17 mars

Nadere informatie

Universiteit Gent. Faculteit Rechtsgeleerdheid

Universiteit Gent. Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Faculteit Rechtsgeleerdheid Academiejaar 2009-2010 Verbod op koppelverkoop in verzekeringen Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de Rechten Ingediend door:

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 31/07/2014

Datum van inontvangstneming : 31/07/2014 Datum van inontvangstneming : 31/07/2014 Vertaling C-312/14-1 Zaak C-312/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 1 juli 2014 Verwijzende rechter: Ráckevei Járásbíróság (Hongarije)

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 9 juli 2004 (14.07) (OR. en) 11091/04 Interinstitutioneel dossier: 2004/001 (COD) LIMITE

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 9 juli 2004 (14.07) (OR. en) 11091/04 Interinstitutioneel dossier: 2004/001 (COD) LIMITE Conseil UE RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 9 juli 2004 (4.07) (OR. en) PUBLIC 09/04 Interinstitutioneel dossier: 2004/00 (COD) LIMITE JUSTCIV 99 COMPET 3 SOC 337 CODEC 874 OTA van: het voorzitterschap

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 28.02.2006 COM(2006) 89 definitief Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren (door de Commissie ingediend)

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 17.6.2017 L 155/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2017/1018 VAN DE COMMISSIE van 29 juni 2016 tot aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.3.2019 C(2019) 1922 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 14.3.2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 17.9.2018 COM(2018) 642 final 2018/0333 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in het Europees

Nadere informatie

7566/17 eer/gys/sl 1 DGG 3B

7566/17 eer/gys/sl 1 DGG 3B Raad van de Europese Unie Brussel, 23 maart 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0279 (COD) 7566/17 PI 33 CODEC 463 NOTA van: aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties nr. vorig

Nadere informatie

RICHTSNOEREN AANWIJZING AANMERKELIJKE MACHT OP DE MARKT

RICHTSNOEREN AANWIJZING AANMERKELIJKE MACHT OP DE MARKT RICHTSNOEREN AANWIJZING AANMERKELIJKE MACHT OP DE MARKT I Inleiding 1. Het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) publiceert hierbij richtsnoeren die aangeven

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZ/13/158 BERAADSLAGING NR. 13/074 VAN 2 JULI 2013 MET BETREKKING TOT DE UITWISSELING VAN PERSOONSGEGEVENS TUSSEN

Nadere informatie

Bescherming van de consument in de virtuele wereld

Bescherming van de consument in de virtuele wereld Faculteit Rechtsgeleerdheid Academiejaar 2009-10 Bescherming van de consument in de virtuele wereld Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Cobbaert Nicolas studentennr. 20042097

Nadere informatie

PRECONTRACTUELE INFORMATIEVERPLICHTINGEN IN HET KREDIETRECHT

PRECONTRACTUELE INFORMATIEVERPLICHTINGEN IN HET KREDIETRECHT Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2009-10 PRECONTRACTUELE INFORMATIEVERPLICHTINGEN IN HET KREDIETRECHT Een vergelijking van de wet op het consumentenkrediet met het gemeen kredietrecht

Nadere informatie

BIJLAGE. bij het. Gezamenlijk voorstel voor een besluit van de Raad

BIJLAGE. bij het. Gezamenlijk voorstel voor een besluit van de Raad EUROPESE COMMISSIE HOGE VERTEGENWOORDIGER VAN DE UNIE VOOR BUITENLANDSE ZAKEN EN VEILIGHEIDSBELEID Brussel, 25.9.2017 JOIN(2017) 37 final ANNEX 4 BIJLAGE bij het Gezamenlijk voorstel voor een besluit van

Nadere informatie