IN STRIJD MET DE NEDERLANDSE BIOSCOOPBOND

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "IN STRIJD MET DE NEDERLANDSE BIOSCOOPBOND"

Transcriptie

1 IN STRIJD MET DE NEDERLANDSE BIOSCOOPBOND Een historisch bronnenonderzoek naar de filmdistributie in Maastricht en Heerlen van 14 september 1944 tot 31 december 1946 Lisanne Drost, Media en Cultuur, Clara Pafort-Overduin Cohort , Blok 4 Inleverdatum:

2 Verklaring Intellectueel Eigendom De Universiteit Utrecht definieert plagiaat als volgt: Plagiaat is het overnemen van stukken, gedachten, redeneringen van anderen en deze laten doorgaan voor eigen werk. De volgende zaken worden in elk geval als plagiaat aangemerkt: het knippen en plakken van tekst van digitale bronnen zoals encyclopedieën of digitale tijdschriften zonder aanhalingstekens en verwijzing; het knippen en plakken van teksten van het internet zonder aanhalingstekens en verwijzing; het overnemen van gedrukt materiaal zoals boeken, tijdschriften of encyclopedieën zonder aanhalingstekens of verwijzing; het opnemen van een vertaling van teksten van anderen zonder aanhalingstekens en verwijzing (zogenaamd vertaalplagiaat ); het parafraseren van teksten van anderen zonder verwijzing. Een parafrase mag nooit bestaan uit louter vervangen van enkele woorden door synoniemen; het overnemen van beeld-, geluids- of testmateriaal van anderen zonder verwijzing en zodoende laten doorgaan voor eigen werk; het overnemen van werk van andere studenten en dit laten doorgaan voor eigen werk. Indien dit gebeurt met toestemming van de andere student is de laatste medeplichtig aan plagiaat; het indienen van werkstukken die verworven zijn van een commerciële instelling (zoals een internetsite met uittreksels of papers) of die al dan niet tegen betaling door iemand anders zijn geschreven. Ik heb bovenstaande definitie van plagiaat zorgvuldig gelezen en verklaar hierbij dat ik mij in het aangehechte BA-eindwerkstuk niet schuldig gemaakt heb aan plagiaat. Tevens verklaar ik dat dit werkstuk niet ingeleverd is/zal worden voor een andere cursus, in de huidige of in aangepaste vorm. Naam: Lisanne Drost Studentnummer: Plaats: Utrecht Datum: Handtekening: 2

3 Abstract Na de Tweede Wereldoorlog gebeurde er veel binnen de Nederlandse filmsector. De enige filmorganisatie in Nederland was toentertijd de Nederlandse Bioscoopbond (NBB), die na de bevrijding van de Duitse bezetter met drie conflicten te maken kreeg. Deze conflicten speelden zich af tussen de NBB, de Motion Picture Association (MPEA) waarin de acht grootste Amerikaanse filmstudio s verenigd waren en de Nederlandse overheid. De Nederlandse overheid en de MPEA wilden deel uitmaken van de Nederlandse filmsector zonder zaken te moeten doen met de NBB. Jitze de Haan beschrijft in het hoofdstuk Filmvoorziening in Nederland deze conflicten aan de hand van data die voornamelijk afkomstig zijn van de NBB. Hierdoor geeft zijn tekst vooral een beeld van de visie van de NBB over de conflicten. Om te onderzoeken in hoeverre dit algemene beeld van De Haan aansluit bij de ontwikkelingen van lokale bioscopen zal dit onderzoek zich richten op bioscoopprogrammeringen van Maastricht en Heerlen. In mijn onderzoek dat ik voor het vak Geschiedenis van de Nederlandse filmcultuur heb gedaan, is aangetoond dat de bioscoopprogrammeringen in Maastricht aansluiten bij het beleid van de NBB. De bioscoopprogrammeringen in Heerlen uit dezelfde periode zorgen voor een heel ander beeld. Daarom is in dit onderzoek aan de hand van de gegevens van de NBB, het hoofdstuk van De Haan en de primaire bronnen uit Maastricht en Heerlen een analyse van de filmdistributie van 14 september 1944 tot 31 december 1946 uitgevoerd. Uit deze analyse blijkt dat tijdens het conflict tussen de NBB en de MPEA er toch een tiental MPEA-films werden geprogrammeerd in Heerlen, waarover in de berichtgeving van de NBB niets is terug te vinden. Aan de hand van de analyse geef ik drie mogelijke verklaringen op het niveau van de filmdistributie. 3

4 Inhoudsopgave Verklaring Intellectueel Eigendom... 2 Abstract... 3 Inleiding... 6 Het onderzoek... 7 New Cinema History... 9 Werkwijze Hoofdstuk 1: Historisch startpunt Koninklijk Besluit E Conflict tussen de NBB en de MPEA Hoofdstuk 2: De eerste fase van de analyse De inventarisatie Periodisering De analyse Vlak na de bevrijding Periode 1: tot Monopolie van de overheid Periode 2: tot MPEA geen NBB-lid meer Periode 3: tot De boycot Periode 4: tot De strijd is over Periode 5: tot Conclusie van de eerste fase van de analyse Hoofdstuk 3: Distributie Analyse Periode 1 en 2: tot Periode 3: tot Periode 4: tot Periode 5: tot Vergelijking tussen Maastricht en Heerlen Conclusie Literatuurlijst Bezochten archieven Bijlage 1: Overzicht van de bioscoopprogrammeringen Maastricht, Mabi Maastricht, Palace Maastricht, Royal Heerlen, Royal Heerlen, Scala Heerlen, Hollandia Bijlage 2: Compleet overzicht van de tabellen en cirkeldiagrammen

5 Maastricht Heerlen Bijlage 3: Lijst met films waarvan geen Nederlandse distributeur bekend is Bijlage 4: Overzicht geprogrammeerde films Maastricht Heerlen Bijlage 5: Lijst MPEA-films geprogrammeerd tijdens het conflict tussen de NBB en de MPEA 89 Periode 3 ( tot ): Periode 4 ( tot ): Bijlage 6: Tabellen verdeling films per distributeur Maastricht Heerlen

6 Inleiding De Nederlandse Bioscoopbond (NBB) is voortgevloeid uit de in 1918 opgerichte bond van Exploitanten van Nederlandsche Bioscooptheaters. Door het vormen van deze bond kregen de vertoners van films zeggenschap over de besluiten betreffende de vermakelijkheidsbelasting en de filmkeuring. Deze besluiten werden tot dan toe genomen door de lokale gemeentes. 1 Deze samenwerking voelde voor de verhuurders van films als een bedreiging. Om weerstand te bieden, richtten de verhuurders de Vereeniging van Filmverhuurders op. Na veel strijd tussen de twee bonden werd ingezien dat een samenwerking beide partijen meer zou brengen. Dit resulteerde in 1921 in een samenwerkingsverbond, de NBB. 2 In 1927 werd in de statuten van de NBB vastgelegd dat de leden van de bond enkel onderling zaken mochten doen. 3 Dit zorgde ervoor dat alle vertoners en verhuurders lid moesten zijn om een bedrijf te kunnen hebben binnen de Nederlandse filmsector. De filmproducenten werden als laatste lid van de NBB in 1937, en sindsdien omvatte de NBB de gehele Nederlandse filmsector. 4 De taken van de NBB werden tijdens de Tweede Wereldoorlog door de Duitse bezetter overgenomen en de Nederlandse Kultuurkamer werd ingesteld. Dit hield in dat alles wat met cultuur te maken had, eerst door de keuring van de Kultuurkamer moest gaan voordat men het tot uitvoering mocht brengen. De keuze over welke films er werden vertoond werd ook genomen door de Kultuurkamer. Dit weerhield het hoofdbestuur van de NBB er niet van om tijdens de twee laatste jaren van de oorlog zich bezig te houden met het ontwikkelen van een filmdistributiesysteem. Op deze manier zou na de bevrijding van heel Nederland zo snel mogelijk begonnen kunnen worden met het verhuren en vertonen van films onder het toezicht van de NBB. 5 Op 15 mei 1945 kwam het hoofdbestuur van de NBB voor het eerst na de Tweede Wereldoorlog bij elkaar voor de eerste officiële vergadering. In deze vergadering werd besloten om het Filmdistributiebesluit uit te gaan voeren. Dit besluit hield in dat de NBB de filmvoorraad, die voor de oorlog goedgekeurd was door de Centrale Commissie voor de Filmkeuring, zo snel mogelijk in roulatie zou brengen. Door dit besluit verwachtte de NBB dat ze haar machtspositie van voor de oorlog terug zou krijgen. 6 1 Jitze de Haan, Filmvoorziening in Nederland In Kunst en Beleid in Nederland 4, edited by Fenna van den Burg et al., (Boekmanstichting/Van Gennep Amsterdam, 1990), Ibidem. 3 Karel Dibbets, "Het bioscoopbedrijf tussen twee wereldoorlogen." In Geschiedenis van de Nederlandse film en bioscoop tot 1940, geredigeerd door Karel Dibbets & Frank van der Maden, (Houten: Het Wereldvenster, 1986), Jitze de Haan, Filmvoorziening in Nederland , Idem, Idem, 59. 6

7 Het terug winnen van de machtspositie binnen de Nederlandse filmsector gebeurde echter niet van de een op de andere dag. De Nederlandse overheid en de Motion Picture Export Association (MPEA), waarin de acht grootste filmstudio s in Amerika waren verenigd, probeerden namelijk ook een betere positie te verkrijgen op de Nederlandse filmmarkt. Dit leidde tot twee opeenvolgende conflicten en deze zullen nu kort toegelicht worden. De Nederlandse overheid had tijdens de oorlog gewerkt aan een nieuw plan voor de Nederlandse filmsector waarin de overheid een grotere rol zou spelen. Dit plan werd vastgesteld in het Koninklijk Besluit E84. 7 Dit hield in dat de overheid een rechtspersoon zou aanwijzen onder de naam Nederlandsch Filmimport- en Distributie Orgaan, dat onder andere vertonings- en auteursrechten van films vanuit heel Europa zou moeten verwerven en de distributie van de verschillende Europese films zou regelen. Daarnaast zou dit orgaan de prijzen voor de verhuur en vertoning vaststellen. 8 Op 7 september 1944 trad het Koninklijk Besluit E84 in werking. 9 Met deze maatregel had de overheid de NBB in feite buitenwerking gesteld en de NBB kon zich begrijpelijkerwijs niet vinden in deze nieuwe rol. Dit leidde tot het eerste conflict. Het tweede conflict speelde tussen de NBB en de MPEA. De leden van de MPEA hadden in 1939 hun lidmaatschap al willen opzeggen omdat ze directe toegang wilden tot de Nederlandse bioscoopmarkt om zelf bioscopen te bouwen en te exploiteren zonder de vereiste toestemming van de NBB. Daarnaast wilde de MPEA eigen regels kunnen opstellen en zelf de hoogte van de entree- en verhuurprijzen kunnen bepalen. 10 Dit conflict werd gesust, maar een paar maanden na de bevrijding zeiden de leden van de MPEA toch hun NBB-lidmaatschap op, hetgeen betekende dat ze daarmee buiten de markt stonden omdat alleen leden zaken met elkaar konden doen. 11 Het onderzoek De verschillende belangen van de NBB, de Nederlandse overheid en de leden van de MPEA zorgden dus voor twee conflicten in de Nederlandse filmsector. Voor het vak Geschiedenis van de Nederlandse filmcultuur heb ik onderzoek gedaan naar de lokale effecten van het opzeggen van het NBB-lidmaatschap door de leden van de MPEA op de 7 Jitze de Haan, Filmvoorziening in Nederland , Idem, Notulen van de buitengewone ledenvergadering van de Bedrijfsafdeeling Filmverhuurders, , Jitze de Haan, Filmvoorziening in Nederland , Idem, 58. 7

8 bioscoopprogrammering in Maastricht en Heerlen. Uit dit eerdere onderzoek kwam naar voren dat het effect van het conflict tussen de NBB en de MPEA in de programmering van de bioscopen in Maastricht goed terug te zien was. Vanaf oktober 1945, een maand na de opzegging van het lidmaatschap, werden er aanzienlijk minder Amerikaanse films geprogrammeerd in Maastricht. Echter, in de bioscoopprogrammering van Heerlen was het effect van het conflict tussen de NBB en de MPEA beduidend minder zichtbaar. Deze resultaten konden toentertijd door gebrek aan tijd niet verder uitgezocht worden. Dit onderzoek zal zich richten op een mogelijke verklaring voor het verschil in het aantal Amerikaanse films in de bioscoopprogrammeringen van Maastricht en Heerlen. Voordat de films bij de eigenaren van de bioscopen terecht kwamen, waren ze eerst in handen van de distributeurs. De distributeurs hadden direct contact met de verschillende producenten om aan de films te komen. Op het moment dat bijvoorbeeld de leden van de MPEA hun NBBlidmaatschap opzeggen, mogen de distributeurs van de NBB geen zaken meer met hen doen. De vraag die dan gesteld kan worden is of deze distributeurs na een jarenlange samenwerking daadwerkelijk geen contact meer opnamen. Daarom is het van belang een analyse te maken van de distributie van de Amerikaanse films in deze periode. Om de analyse van de filmdistributie te kunnen structureren is de ontwikkeling van de conflicten belangrijk. Jitze De Haan beschrijft in het hoofdstuk Filmvoorziening in Nederland in het boek Kunst en Beleid in Nederland 4, hoe de conflicten zich hebben ontwikkeld en hoe ze tot een einde kwamen. De Haan heeft alle informatie die hij inzet, geput uit notulen van vergaderingen, jaarverslagen, interviews met betrokkenen en brieven van de NBB. Dit hoofdstuk geeft een goed beeld over de berichtgeving en standpunten van de NBB over de conflicten. 12 Door de data van dit onderzoek te combineren met de informatie van De Haan en primaire bronnen van de NBB wordt er onderzocht in hoeverre dit op elkaar aansluit op het niveau van de filmdistributie. De onderzoeksvraag die centraal zal staan is als volgt: Welke verklaringen zijn er te vinden op het niveau van de filmdistributie voor de verschillen in de lokale effecten van de conflicten tussen de NBB, de Nederlandse overheid en de MPEA in de bioscoopprogrammering in Maastricht en Heerlen in de periode van 14 september 1944 tot 1 december 1946? 12 Jitze de Haan, Filmvoorziening in Nederland , 57. 8

9 In oktober 1946 zijn de conflicten opgelost, maar er is gekozen om de onderzoeksperiode tot 31 december 1946 door te laten gaan zodat ook duidelijk wordt hoe de distributie er na het conflict uitzag. New Cinema History Dit onderzoek zal gedaan worden vanuit het onderzoeksperspectief van de New Cinema History (NCH). Richard Maltby beschrijft in Explorations in New Cinema History: Approaches and Case Studies waarom hij de NCH een goed perspectief vindt voor het uitvoeren van historisch onderzoek. Volgens Maltby heeft de aandacht van de filmwetenschappers zich voor een te lange tijd gericht op de film als mediatekst. Er zou voornamelijk onderzoek gedaan zijn naar de complexe esthetische, economische en sociale systemen die te herkennen zijn in specifieke films. Volgens deze filmwetenschappers kunnen deze verschillende systemen samen verklaren waarom er bijvoorbeeld in bepaalde periodes in Hollywood bepaalde manieren van montage worden toegepast. 13 Volgens Maltby is het van belang om verder te kijken dan de film als mediatekst en de specifieke productieomstandigheden. Bij de New Cinema History staat het publiek en haar ervaring met naar de bioscoop gaan centraal. 14 Dit onderzoeken kan volgens Maltby het best door eerst op microniveau een beeld te schetsen van de bioscoopcultuur. Vervolgens kunnen deze verschillende microgeschiedenissen vergeleken worden met elkaar. Uit deze vergelijking kan blijken dat een stad verschilt van een andere stad op het gebied van filmvertoning, maar dit wel aansluit bij de tendensen op nationaal niveau. 15 Zowel mijn vorige onderzoek als dit onderzoek sluiten aan bij de benadering van de New Cinema History omdat beide onderzoeken zich richten op de ontwikkelingen op microniveau. Vervolgens kunnen deze ontwikkelingen gebruikt worden om te onderzoeken in hoeverre dit aansluit bij de tendensen op nationaal niveau. 13 Richard Maltby, New Cinema Histories. In Explorations in New Cinema History: Approaches and Case Studies, geredigeerd door Richard Maltby, Daniel Biltereyst, en Philippe Meers, (John Wiley & Sons, 2011), Richard Maltby, New Cinema Histories, Idem, 23. 9

10 Werkwijze Om dit onderzoek te structuren zal er in het eerste hoofdstuk een beschrijving gegeven worden van de conflicten aan de hand van de informatie uit het hoofdstuk van De Haan. Vervolgens wordt duidelijk gemaakt wat de samenhang was tussen de conflicten. Deze beschrijving zal in de andere twee hoofdstukken gebruikt worden om structuur te geven aan de analyse en om de data te begrijpen. Hoofdstuk twee begint met de afbakening van het corpus van dit onderzoek en uitleg over de manier waarop de dataset tot stand is gekomen. Daarna wordt een schets gegeven van de bioscoopsituatie in beide plaatsen. Dan volgt een vergelijkende analyse van de productielanden en producenten van de geprogrammeerde films. Om structuur te geven aan de analyse is de gehele onderzoeksperiode opgedeeld in 5 kleinere periodes die in hoofdstuk twee zullen worden toegelicht. In hoofdstuk drie zal er voortgeborduurd worden op de gegevens uit de eerste fase van de analyse en ligt de focus op de distributie van de MPEA-films. Vanaf het moment dat de leden van de MPEA hun NBB-lidmaatschap opzeiden, mochten zij geen zaken meer doen met NBB-leden. Op het moment dat er nog wel films van de leden van de MPEA op het programma stonden is het interessant om uit te zoeken waar deze films dan vandaan kwamen. Daarom is er in kaart gebracht wie de Nederlandse distributeur was en op welk moment de film officieel op de Nederlandse markt is toegelaten. Dit laatste is gedaan door de keuringsdatum van de film na te gaan. Vervolgens zullen er mogelijke verklaringen worden gegeven voor films die wel in de bioscoopprogrammering stonden terwijl dat officieel niet mocht. Deze verklaringen zijn onder meer gezocht in het artikel van De Haan, maar er is ook gekeken in de notulen van de bestuursvergaderingen van het afdelingsbestuur van de filmverhuurders en de notulen van de ledenvergaderingen van de filmverhuurders. Door de data per periode naast elkaar te leggen wordt er een beeld gevormd van de verschillen tussen de steden. Dit hoofdstuk wordt afgesloten met een overzicht van de verschillende mogelijke verklaringen voor deze verschillen. Door middel van deze aanpak zal er een beargumenteerd antwoord gegeven worden op de onderzoeksvraag. 10

11 Hoofdstuk 1: Historisch startpunt Op 23 april 1946 komt nummer 126 van het Officieel Orgaan van de Nederlandschen Bioscoop-Bond uit. Hierin wordt door het hoofdbestuur van de NBB een beschrijving gegeven van de gang van zaken binnen de Nederlandse filmsector sinds de bevrijding. Het volgende citaat is afkomstig uit dit nummer: Wij hebben dezen strijd niet gewild en wij juichen hem geenszins toe. Integendeel, het grieft ons, dat onze vrienden in Amerika meenen tegen dit bedrijf, waarmede zij zoovele jaren hebben samengewerkt, een soort economische agressie te moeten ondernemen. 16 De NBB beschrijft in dit citaat dat ze niet positief tegenover het beleid van de Amerikanen staat. Volgens de NBB zou film niet alleen maar over winst moeten gaan maar ook over de culturele waarde van het medium. 17 Daarnaast benadrukt dit citaat dat de NBB zichzelf als onschuldig beschouwt in dit conflict. Om wat meer nuances in deze kijk aan te brengen zal er een beschrijving worden gegeven van de twee conflicten aan de hand van de beschikbare gegevens van de NBB, maar ook het hoofdstuk van De Haan wordt gebruikt. Koninklijk Besluit E84 Het eerste conflict zoals De Haan dat beschrijft, speelde zich af tussen de Nederlandse overheid en NBB. Toen de Nederlandse overheid vanuit Londen in de laatste twee jaren van de oorlog een plan van aanpak ontwikkelde voor het reilen en zeilen van Nederland na de bevrijding, was men ook van mening dat er een nieuwe organisatie van de filmsector moest komen. 18 Dit idee werd ingegeven door de wijze waarop de Duitse bezetter de filmsector bestierde. Daar kwam bij dat de overheid dacht dat als er niet meteen na de bevrijding een plan van aanpak voor de filmsector zou zijn, de Amerikaanse filmsector de overhand zou krijgen in Nederland. Uit deze gedachten volgde de in werking stelling van het Koninklijk 16 Bosman, J.G.J. Economische agressie, Officieel Orgaan van den Nederlandschen Bioscoop-Bond 8, no. 126 (23 april 1946), Ibidem. 18 Jitze de Haan, Filmvoorziening in Nederland ,

12 Besluit E84 na de Tweede Wereldoorlog. Dat besluit zorgde ervoor dat alle aspecten van de Nederlandse filmsector geregeld zouden worden door de overheid. 19 Volgens het hoofdbestuur van de NBB werden door dit besluit vooral de verhuurkantoren benadeeld. 20 Deze hadden volgens het hoofdbestuur genoeg films in de opslag liggen. De contracten met de producenten waren geregeld, er was voor de films betaald en de films waren ook goedgekeurd door de nationale filmkeuring. Het Koninklijk Besluit E84 verplichtte de verhuurkantoren echter om nieuwe contracten op te stellen en nieuwe aanvragen te doen voor de filmkeuring voor deze films. 21 Volgens de NBB leverde dit de verhuurkantoren extra en vooral onnodige kosten op na een oorlog waarin er vrijwel geen zaken gedaan konden worden. Na gesprekken door heel het land tussen het hoofdbestuur van de NBB en de lokale vertoners en verhuurders werd op 29 juni 1945 een algemene motie aangenomen. In de motie werd het hoofdbestuur van de NBB aangemoedigd om er actief voor te zorgen dat de overheid het Koninklijk Besluit E84 zou intrekken. De NBB was succesvol in haar acties en op 14 september 1945 werd het Koninklijk Besluit E84 ingetrokken en keerde de vooroorlogse situatie binnen de Nederlandse filmsector terug. 22 Conflict tussen de NBB en de MPEA Op 20 september 1945 trekt de NV Netherlands Fox Film Corporation zijn lidmaatschap van de NBB in. Het duurt niet lang voordat de andere Nederlandse kantoren van grote Amerikaanse filmstudio s hetzelfde doen. 23 De MPEA wil niet langer zakendoen met de NBB als alleen heersende organisatie. Daar komt bij dat de leden van de MPEA van mening waren dat de afgesloten contracten over de verhuur van Amerikaanse films van voor de Tweede Wereldoorlog niet langer van kracht waren, ondanks dat de Nederlandse verhuurkantoren al hadden betaald voor de films. De NBB was van mening dat door deze acties tezamen, de MPEA het gezag van de NBB bewust ondermijnde. Om een duidelijk signaal af te geven werd op 1 april 1946 door de NBB een boycot uitgeroepen. 24 De boycot hield in dat alle leden van de NBB het zakelijk contact met de leden van de MPEA verbraken of moesten afwijzen. 25 In feite was dit dus een bevestiging van de situatie zoals die was ontstaan nadat de 19 Jitze de Haan, Filmvoorziening in Nederland , Idem, Idem, Idem, Ibidem. 24 Jitze de Haan, Filmvoorziening in Nederland , Ibidem. 12

13 leden van de MPEA hun lidmaatschap opzeiden, maar nu presenteerde de NBB dit als een door haarzelf geïnitieerde boycot. Na lange onderhandelingen werden de Lissim akkoorden ondertekend op 28 augustus Er werd overeengekomen dat de Amerikaanse studio s wederom lid zouden worden van de NBB, dat de films die gecontracteerd waren voor de oorlog niet langer geleverd hoefden te worden en dat de aanvragen voor nieuwe bioscopen van de MPEA op een gelijkwaardige manier behandeld zou worden. 26 Met een gelijkwaardige behandeling doelde de MPEA op het instellen van een objectieve commissie, genaamd Nieuwe Zaken, die kon bepalen of er een nieuwe bioscoop geopend kon worden. Deze commissie mocht geen rekening houden met welk bedrijf de bioscoop wilde openen. 27 Daarnaast was de MPEA van mening dat de verkoop van het Asta theater in Den Haag en het Luxor theater in Rotterdam aan de MPEA, een goede gelegenheid vormde voor de NBB om te tonen dat de bond daadwerkelijk bereid was om de MPEA theaters te laten exploiteren. 28 De MPEA werd hierin geholpen door de Amerikaanse overheid die zich in het conflict mengde en eiste dat in ruil voor kredietverlening voor de wederopbouw de MPEA het Asta theater in Den Haag zou krijgen. 29 Dit geschiedde uiteindelijk. 26 Jitze de Haan, Filmvoorziening in Nederland , Idem, Idem, Idem,

14 Hoofdstuk 2: De eerste fase van de analyse De dataset die is samengesteld voor dit onderzoek bevat de zes bioscoopprogrammeringen van de actieve bioscopen in de periode van 14 september 1944 tot 31 december 1946 in Maastricht en Heerlen. In totaal staan er 261 verschillende films in de bioscoopprogrammeringen in Heerlen en er zijn 313 in Maastricht. Het totale overzicht van alle films is te vinden in bijlage 4. In dit overzicht is ook opgenomen wat de originele titel is, wie de regisseur is, in welk jaar en land de film is gemaakt, wie de producent is en wie de Nederlandse distributeur is. De inventarisatie De data over de bioscoopprogrammeringen van 14 september 1944 tot 31 maart 1945 heb ik overgenomen uit mijn vorige onderzoek. Uit deze data blijken twee gaten in de bioscoopprogrammering. Het eerste gat in de bioscoopprogrammering is van 17 november 1945 tot 15 maart 1946 bij de Palace bioscoop in Maastricht. De Palace bioscoop heeft op 15 maart 1946 een advertentie geplaatst waarin werd aangekondigd dat de bioscoop werd heropend. Met grote zekerheid is te stellen dat de Palace bioscoop in de missende periode tijdelijk is gesloten. Bij de Hollandia bioscoop in Heerlen is er geen programmering bekend van voor 22 september Dit lijkt erop te wijzen dat deze bioscoop in de oorlog gesloten is geweest en pas later opnieuw is geopend. Voor de samenstelling van de bioscoopprogrammeringen van 1 april 1945 tot 31 december 1946 zijn de advertenties van de bioscopen verzameld. De advertenties zijn geïnventariseerd door het gebruik van drie lokale kranten. De kranten zijn het Advertentieblad voor Limburg, het Gazet van Limburg en het Limburgsch Dagblad. De papieren versies van de kranten het Advertentieblad voor Limburg en het Gazet van Limburg zijn beschikbaar in het Centre Ceramique in Maastricht. Van beide kranten waren vrijwel alle edities beschikbaar. Alleen de editie van het Gazet van Limburg van 5 april 1945 was niet in zijn geheel bewaard gebleven. Dit is de reden dat er geen programmering bekend is in de dataset van de Mabi bioscoop en de Palace bioscoop in Maastricht van deze dag. In het Gazet van Limburg stonden de advertenties van de drie bioscopen in Maastricht en in het Advertentieblad voor Limburg stonden enkel de advertenties van de Royal bioscoop in Maastricht. Tijdens de vergelijking van de advertenties van de Royal bioscoop in beide 14

15 kranten viel op dat in het Advertentieblad voor Limburg voornamelijk de Nederlandse titel van de film werd geadverteerd. In de advertenties van het Gazet van Limburg werd vaker de originele titel gebruikt, wat heeft geholpen bij het onderzoek naar de andere gegevens van de films. De bioscoopadvertenties uit Heerlen stonden in het Limburgsch Dagblad. Deze krant was niet in papiervorm beschikbaar in het Centre Ceramique, maar was online via Delpher te bestuderen. De edities waarin de bioscoopadvertenties stonden waren allemaal online beschikbaar. De bioscoopadvertenties bevatten informatie over welke films er gedraaid werden. Daarnaast werd er geadverteerd hoe vaak de film per dag werd vertoond in de desbetreffende bioscoop. Er werd ook geadverteerd of het om een speciale vertoning ging, er extra voorstellingen gepland stonden en of er sprake was van een double-bill voorstelling. Deze data zijn vervolgens in een Excel bestand gecombineerd met aanvullende gegevens uit de database van Cinema Context en IMDB. Uit de database van Cinema Context komen de gegevens over de Nederlandse distributeur en de Nederlandse filmkeuring datum. IMDB beschikt over de gegevens van de productiemaatschappij, de regisseur, het productieland en het jaar waarin de film gemaakt is. Al deze gegevens samen vormen de dataset voor dit onderzoek. Periodisering Om structuur te kunnen aanbrengen in de twee fases van de analyse, is de gehele onderzoeksperiode opgedeeld in vijf kleinere periodes. De periodes zijn als volgt ingedeeld: Periode 1 14 september 1944 tot en met 4 mei 1945 Periode 2 5 mei 1945 tot en met 14 september 1945 Periode 3 15 september 1945 tot en met 31 maart 1946 Periode 4 1 april 1946 tot en met 27 augustus 1946 Periode 5 28 augustus 1946 tot en met 31 december 1946 Tabel 1 Indeling van de gehele onderzoeksperiode In de zuidelijke provincies, die al eerder bevrijd waren dan de rest van Nederland, werd de filmdistributie geregeld vanuit Londen door de Supreme Headquarters Allied 15

16 Expeditionary Forces (SHAEF). 30 Op 13 februari 1944 werd deze organisatie in het leven geroepen door de Engelsen en Amerikanen om gezamenlijk plannen te kunnen maken over de strategie om de Tweede Wereldoorlog te kunnen winnen. Daarnaast zorgde de SHAEF na de bevrijding van een land ook voor steun bij de wederopbouw. 31 Dit deed de SHAEF ook op het gebied van de filmvoorziening. Dit hield in dat na de bevrijding van de zuidelijke provincies de SHAEF ongeveer 70 films beschikbaar stelde voor de exploitanten. De Haan beschrijft dat een groot deel van deze films technisch van slechte kwaliteit en gedateerd waren. 32 Er is veel moeite gedaan om de precieze lijst met titels te achterhalen maar dit is helaas niet gelukt. Zowel in het hoofdstuk van De Haan als in het Officieel Orgaan van den Nederlandschen Bioscoop-Bond en andere wetenschappelijke artikelen over deze periode wordt geen nadere toelichting gegeven over de precieze filmtitels van de SHAEF. Om deze reden wordt in de analyse de algemene beschrijving van De Haan gebruikt. Door de instelling van het Koninklijk Besluit E84 op 7 september 1944 werd de SHAEF na de bevrijding de enige goedgekeurde filmleverancier. Door het conflict tussen de NBB en de MPEA konden de Amerikaanse filmstudio s geen nieuwe films meer leveren omdat de studio s geen lid meer waren. Deze situatie veranderde niet na de boycot van de NBB. Een jaar na de oorlog werden er volgens de berichtgeving van de NBB nog steeds geen nieuwe Amerikaanse films verhuurd en vertoond. 33 Tijdens de tweede periode bleven de verhuurkantoren van de NBB gesloten als protest tegen het Koninklijk Besluit E84. De enige films die beschikbaar waren in deze periode waren wederom afkomstig uit het aanbod van de SHAEF. In de derde periode trekken de leden van de MPEA hun NBB-lidmaatschap in. De vierde periode beslaat de maanden waarin de NBB besluit om de MPEA-films te boycotten, maar wezenlijk verandert er dan niets en daarom zou de programmering vergelijkbaar moeten zijn met de derde periode qua aantal MPEA- films die werden geprogrammeerd. De laatste periode begint na het afsluiten van het Lissim akkoord tussen de NBB en de MPEA. Er is gekozen om deze periode tot 31 december 1946 te laten doorlopen om te kunnen onderzoeken wat de invloed is van het opnieuw lid worden van de leden van de MPEA op de bioscoopprogrammering. Nu het duidelijk is hoe de dataset tot stand is gekomen, zal de eerste fase van de analyse worden uitgevoerd. In de eerste fase van de analyse zullen de beide steden per periode 30 Jitze de Haan, Filmvoorziening in Nederland , National Archives Jitze de Haan, Filmvoorziening in Nederland , Bosman, J.G.J. Economische agressie, 2. 16

17 besproken worden om zo het verschil tussen de steden beter aan te kunnen tonen. In eerste instantie heb ik de verschillende bioscopen los geanalyseerd. Echter, er waren geen grote verschillen in de programmering te zien. Voor dit onderzoek naar de filmdistributie vormde dit geen interessante data, maar in combinatie met bijvoorbeeld meer gegevens over de eigenaren zou dit een nieuw onderzoek kunnen vormen. In deze eerste fase van de analyse wordt beoogd aan te tonen dat er een verschil is in het aantal geprogrammeerde MPEA-films in Maastricht en Heerlen. De focus ligt hierop omdat er dan aangetoond kan worden dat er films werden geprogrammeerd die niet mochten worden geprogrammeerd door de NBB. Dit vormt vervolgens de aanleiding om te analyseren hoe deze films wel op de bioscoopprogrammeringen terecht kwamen. De analyse In Maastricht en Heerlen waren tijdens de onderzoeksperiode 6 bioscopen geopend. De Royal, Mabi en Palace waren de drie bioscopen in Maastricht en in Heerlen waren het de Royal, Scala en Hollandia. Tabel 1 is een gedetailleerd schema van de beschikbare gegevens over de zes bioscopen uit de database van Cinema Context. Bioscoop Locatie Eigenaar Aantal zitplaatsen Mabi Kleine Gracht, Maastricht 2. Royal Groote Staat, Maastricht Mabi BV: M.A.V. Vermin ( ) M.M.P. Vermin ( ) H.J. Theunissen ( ) D.J.L. Hardy ( ) L.L. Putzeys Jr. ( ) L.Putzeys-Stiennon ( ) 3. Palace Maastricht Palace NV: T.J. Crijns ( ) M.H.G. Crijns ( ) F.L.A Zeguers ( ) 4. Hollandia Saroleastraat, Heerlen 5. Royal Stationsplein, Heerlen Verenigde Bioscoop-Theaters NV: Erwin Hirschberg ( ) L.J.H. van Bergen ( ) M.H. van Bergen ( ) M. van Bergen ( ) 1930: : : : : : 600 Openingstijden Dagelijks geopend. Dagelijks geopend. Zaterdag dicht Dagelijks geopend. 1938: : 794 Dagelijks geopend. 17

18 6. Scala Heerlen L.J.H. van Bergen ( ) M.H. van Bergen ( ) M. van Bergen ( ) 400 Dagelijks geopend. Tabel 2 Gegevens van de onderzochte bioscopen Bron: Cinema Context Over de eigenaren van de bioscopen in Maastricht is niet veel bekend. Alleen de Royal bioscoop werd door een bestuur geleid dat zich verder niet op andere bioscopen hoefde te focussen. De andere twee bioscopen maakten deel uit van een concern dat meerdere bioscopen in de regio bestuurde. In Heerlen valt het op dat de Royal en Scala bioscoop eigendom zijn van dezelfde familie. De broers Van Bergen komen zowel tijdens als na de Tweede Wereldoorlog voor in de Commissie van Geschillen rubriek van Het Officieel Orgaan van den Nederlandschen Bioscoop-Bond. Deze commissie oordeelde als er een geschil tussen twee partijen was binnen de NBB. De broers Van Bergen worden door de commissie regelmatig opgedragen om de verschillende distributeurs alsnog te betalen voor de gehuurde films. 34 Dit schetst het beeld dat de eigenaren van de Royal en Scala bioscoop of geen geld hadden om de distributeurs te betalen of dat ze het niet zo nauw namen met de regels rondom de verhuur van films. Dit is een interessant punt maar dit zal tijdens de analyse niet meegenomen worden. Na deze korte beschrijving van de beschikbare gegevens over de bioscopen zal de analyse zich verder richten op de twee steden. De verschillende programmeringen zijn samengenomen omdat in de tweede fase van de analyse er niet naar de verschillende eigenaren gekeken wordt maar naar de distributeurs van de films. 34 Commissie van Geschillen, Officieel Orgaan van den Nederlandschen Bioscoop-Bond No ( ), /edition/null/page/13?query=%22van%20bergen%22&sort=issuedate%20ascending; Commissie van Geschillen, Officieel Orgaan van den Nederlandschen Bioscoop-Bond No.129. ( ), bioscoopbranche.nl/issue/onb/ /edition/null/page/13?query=%22van%20bergen%22&sort=issuedate%20ascending&page=2 18

19 Vlak na de bevrijding Periode 1: tot Aantal geprogrammeerde films per productieland Maastricht periode 1 Aantal geprogrammeerde films per productieland Heerlen periode USA UK 6 USA UK 43 Onbekend 29 Onbekend Figuur 3 Geprogrammeerde films per productieland in Maastricht van tot Bron: Dataset van dit onderzoek Figuur 4 Geprogrammeerde films per productieland in Heerlen van tot Bron: Dataset van dit onderzoek De cirkeldiagrammen 3 en 4 geven een beeld van de samenstelling van de filmprogrammeringen in de eerste periode. Dit is de periode waarin Maastricht en Heerlen net bevrijd waren en de films werden gedistribueerd door SHAEF. De Haan beschrijft in zijn hoofdstuk dat de films van het SHAEF afkomstig zouden zijn van Engelse en Amerikaanse producenten. Deze films zouden volgens zijn gegevens ook vrij recent gemaakt zijn. 35 De verdelingen van de cirkeldiagrammen komen redelijk met elkaar overeen. Wel is goed te zien dat in Maastricht er meer films werden geprogrammeerd. In bijlage 4 is te zien dat in beide steden vrijwel alle Amerikaanse films afkomstig zijn van een van de leden van de MPEA. Een derde van de geprogrammeerde films staan in beide steden op het programma. Daarnaast zijn zowel de Engelse als de Amerikaanse films gemaakt tussen 1940 en Deze samenstelling van de bioscoopprogrammeringen sluit aan bij het beeld dat geschetst wordt door De Haan. 35 Jitze de Haan, Filmvoorziening in Nederland ,

20 Monopolie van de overheid Periode 2: tot Aantal geprogrammeerde films per productieland Maastricht periode 2 Aantal geprogrammeerde films per productieland Heerlen periode USA 1 UK FR NL Onbekend 7 USA UK Figuur 5 Geprogrammeerde films per productieland in Maastricht van tot Bron: Dataset van dit onderzoek Figuur 6 Geprogrammeerde films per productieland in Heerlen van tot Bron: Dataset van dit onderzoek In de tweede periode zijn er meer verschillen af te lezen van de cirkeldiagrammen. In deze periode is het Koninklijk Besluit E84 nog steeds van kracht en als protest besluit het hoofdbestuur van de NBB samen met de distributeurs, om alle filmverhuurkantoren nog niet te openen. Daarom is de SHAEF de enige leverancier van films in Nederland. Dit besluit zorgde ervoor dat er 200 bioscopen na de oorlog gesloten moesten blijven, door een tekort aan films. 36 Dit tekort is terug te zien in de programma s van de bioscopen in Heerlen. Beide bioscopen programmeren vier verschillende films in deze periode. Deze films werden een week vertoond en vervolgens zijn er een paar weken geen advertenties van de bioscopen te vinden. Dit toont aan dat de bioscopen waarschijnlijk tijdelijk gesloten moesten blijven vanwege het tekort aan films. Terwijl in de bioscopen van Maastricht in deze periode vrijwel alle films meerdere malen werden geprogrammeerd. De films werden geprolongeerd, maar het kwam ook voor dat een film in dezelfde bioscoop een maand later nog een keer werd geprogrammeerd. Hierdoor hoefden de bioscopen in Maastricht niet tijdelijk te sluiten, maar toch is het tekort aan films wel zichtbaar. 36 Jitze de Haan, Filmvoorziening in Nederland ,

21 MPEA geen NBB-lid meer Periode 3: tot Aantal geprogrammeerde films per productieland Maastricht periode 3 Aantal geprogrammeerde films per productieland Heerlen periode USA UK FR NL ZW USA UK FR NL SU Onbekend Figuur 7 Geprogrammeerde films per productieland in Maastricht van tot Bron: Dataset van dit onderzoek Figuur 8 Geprogrammeerde films per productieland in Maastricht van tot Bron: Dataset van dit onderzoek Een paar dagen na de intrekking van het Koninklijk Besluit E84 stopte ook de levering van films door de SHAEF. 37 De films werden vanaf dit moment weer geleverd door de distributiekantoren in Nederland. Daarnaast trekken de leden van de MPEA hun lidmaatschap in en mogen ze daarom geen zaken meer doen met de Nederlandse filmsector. 38 Wat opvalt is dat er in Heerlen nog steeds veel Amerikaanse films worden geprogrammeerd. In bijlage 1 is te zien dat de Scala bioscoop in deze periode voornamelijk Amerikaanse films op het programma heeft staan. Deze films zijn echter niet door een van de leden van de MPEA geproduceerd, maar vrijwel allemaal door onafhankelijke Amerikaanse filmstudio s. In die periode werkten onafhankelijke studio s vaak samen als het aankwam op de distributie van de films. Op deze manier konden ze de kosten delen en was het gemakkelijker om contracten op te stellen met lokale distributiekantoren. 39 Deze films konden worden verhuurd aan de Nederlandse bioscopen zonder problemen met de NBB te krijgen. In Maastricht is er een duidelijke afname van de Amerikaanse films zichtbaar en er is een aanzienlijke stijging van het aantal Franse films te zien. Er zijn in deze periode in totaal 10 films die wel door een van de leden van de MPEA zijn geproduceerd. In bijlage 5 is een overzicht te vinden van de MPEA-films die geprogrammeerd werden van periode 3 tot en met periode 5 ( tot ). Deze films waren recent geproduceerd tussen 1940 en Jitze de Haan, Filmvoorziening in Nederland , Karel Dibbets, "Het bioscoopbedrijf tussen twee wereldoorlogen," David Thompson, Dream Factory, The Guardian, geraadpleegd op ( ). 21

22 De boycot Periode 4: tot Aantal geprogrammeerde films per productieland Maastricht periode 4 Aantal geprogrammeerde films per productieland Heerlen periode USA UK FR NL SWI SU BE DK USA UK FR SWI AUS BE DK Onbekend Figuur 9 Geprogrammeerde films per productieland in Maastricht van tot Bron: Dataset van dit onderzoek Figuur 10 Geprogrammeerde films per productieland in Heerlen van tot Bron: Dataset van dit onderzoek In de vierde periode riep het hoofdbestuur van de NBB een boycot af jegens alle films die geproduceerd waren door leden van de MPEA. Doordat de MPEA-leden in de vorige periode hun lidmaatschap al hadden opgezegd, verandert er in principe niets in het contact tussen de Nederlandse filmsector en de MPEA-leden. Wat opvalt in deze periode is dat er meer diversiteit te zien is in de verschillende productielanden in de cirkeldiagrammen. In Maastricht maken de Amerikaanse films nog maar een klein deel uit van de programmeringen. In de programmeringen van Heerlen komt bijna de helft van alle films nog uit Amerika. Wederom programmeert de Scala bioscoop vrijwel alleen maar Amerikaanse films. Daar komt bij dat de Scala bioscoop bij vrijwel elke vertoning ook nog een Amerikaanse film in de voorvertoning heeft geprogrammeerd. Voor dit voorprogramma heb ik als maatstaaf genomen dat een film minimaal één uur moet duren om als double-bill opgenomen te worden. Als een film korter dan één uur is, is de film niet meegenomen in de bovenstaande cirkeldiagram. Op het moment dat de film wel één uur of langer duurt is dit als een halve film meegenomen. Op deze manier zijn de data van de Scala bioscoop in verhouding met de data uit de andere programmeringen. 22

23 De strijd is over Periode 5: tot Aantal geprogrammeerde films per productieland Maastricht periode 5 Aantal geprogrammeerde films per productieland Heerlen periode USA UK FR NL SU USA UK FR SWI Onbekend Figuur 11 Geprogrammeerde films per productieland in Maastricht van tot Bron: Dataset van dit onderzoek Figuur 12 Geprogrammeerde films per productieland in Heerlen van tot Bron: Dataset van dit onderzoek De laatste periode begint met het afsluiten van de Lissim akkoorden waarna de leden van de MPEA op 16 september 1946 succesvol een nieuw NBB-lidmaatschap aanvroegen. Met het lidmaatschap konden de leden weer zakendoen met de Nederlandse filmsector. In deze periode is er een toename waarneembaar van het aantal Amerikaanse films. In beide steden neemt het percentage Amerikaanse films ongeveer in gelijke mate toe. In de bioscopen in Maastricht worden er nog steeds meer films uit andere landen geprogrammeerd. In Heerlen programmeert de Scala bioscoop alleen nog maar Amerikaanse films. Het aandeel Amerikaanse films ligt in de Royal en Hollandia bioscoop in Heerlen beduidend hoger dan in de bioscopen in Maastricht. Zoals in bijlage 4 is te zien is de toename van Amerikaanse films niet te danken aan de toename van MPEA-films. Ook in de laatste periode zijn de meeste Amerikaanse films nog steeds afkomstig van de onafhankelijke filmstudio s 23

24 Conclusie van de eerste fase van de analyse Procentuele verdeling productielanden 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Periode 1 Maastricht Periode 1 Heerlen Periode 2 Maastricht Periode 2 Heerlen Periode 3 Maastricht Periode 3 Heerlen Periode 4 Maastricht Periode 4 Heerlen Periode 5 Maastricht Periode 5 Heerlen USA UK FR Overig Figuur 13 Percentuele verdeling productieland films weergeven per periode per stad Bron: Dataset van dit onderzoek. Figuur 13 geeft een overzicht van het percentuele aandeel van Amerikaanse, Franse, Engelse en overige films in beide steden. In de eerste twee periodes zijn er voornamelijk overeenkomsten te vinden tussen beide steden. In bijlage 4 is te zien dat de meeste films tussen 1940 en 1945 zijn gemaakt in Amerika of Engeland. Daarnaast wordt een derde van de films in beide steden vertoond. Mogelijk waren dit films die afkomstig waren van de SHAEF, maar dit hoeft niet. Het verschil in de programmeringen komt pas naar voren in de derde periode, waarin de SHAEF stopt als filmleverancier en de leden van de MPEA haar lidmaatschap opzeggen. In Maastricht is er in deze periode een enorme afname te zien van Amerikaanse films terwijl dit in Heerlen maar mondjesmaat lijkt te gaan. Deze constatering zet door in de laatste twee periodes. Waar de Amerikaanse films een aanzienlijk kleiner deel uitmaken van de bioscoopprogrammeringen in Maastricht, blijven de Amerikaanse films in Heerlen een groot deel uitmaken van de bioscoopprogrammeringen. In dit hoofdstuk is ook aangetoond dat veel van de Amerikaanse films die tijdens het conflict tussen de NBB en de MPEA werden geprogrammeerd, geproduceerd zijn door onafhankelijke Amerikaanse filmstudio s. Toch worden er sporadisch MPEA-films geprogrammeerd. Dit gebeurt opvallend vaker in de bioscopen in Heerlen dan in Maastricht. In het volgende hoofdstuk wordt de tweede fase van de analyse uitgevoerd, die een verklaring geeft voor dit verschil. Deze analyse zal zich richten op de distributeurs van de films. Waar kwamen de films vandaan voordat ze in de bioscopen belandden? 24

25 Hoofdstuk 3: Distributie Analyse In het vorige hoofdstuk zijn er twee conclusies getrokken aan de hand van de eerste fase van de analyse. Ten eerste werden er in de eerste en tweede periode films geprogrammeerd die tussen 1940 en 1945 gemaakt waren. Ten tweede kwam naar voren dat er een verschil is tussen het aantal geprogrammeerde Amerikaanse films in Maastricht en Heerlen. Hoewel er ook werd aangetoond dat het grootste deel van de Amerikaanse films werd geproduceerd door onafhankelijke studio s, zaten er ook een aantal MPEA-films tussen. Om erachter te kunnen komen waar deze recente films en deze MPEA-films vandaan kwamen, zal in dit hoofdstuk de tweede fase van de analyse uitgevoerd worden. In de tweede fase zal er onderzoek gedaan worden naar de Nederlandse distributeurs van de films. Dit hoofdstuk zal op een vergelijkbare wijze worden gestructureerd als het vorige hoofdstuk. De analyse zal wederom per periode worden beschreven. Zo wordt de analyse uitgevoerd vanuit de periode waarin de films op het programma stonden. Bijlage 6 biedt een overzicht van de verschillende distributeurs in beide steden. Per distributeur is aangegeven hoeveel MPEA-films, onafhankelijke Amerikaanse films en overige films zijn aangeleverd. Als er meerdere distributeurs bekend waren in Cinema Context is er 0,5 gerekend per film. Dit zal niet nader toegelicht worden omdat er te veel verschillende distributeurs waren en er in de data geen terugkerende patronen te vinden waren. Periode 1 en 2: tot Ik bespreek de eerste en tweede periode samen omdat hier veel van de data overeenkomen. De recent geproduceerde films uit alle bioscoopprogrammeringen van de eerste en tweede onderzoeksperiode zijn in twee groepen te onderscheiden. Van de eerste groep films is zowel geen Nederlandse distributeur als geen Nederlandse filmkeuring datum bekend. Dit houdt in dat de films met grote waarschijnlijkheid niet zijn gekocht door een Nederlands distributiebedrijf omdat een film na aankoop moest aangeboden worden aan de filmkeuringscommissie. Daarna kon een film pas vertoond worden door de exploitanten die de film wilden huren van de distributeurs. Alle filmkeuringsrapporten zijn gekoppeld aan de database van Cinema Context en daardoor erg toegankelijk. Het feit dat deze beide gegevens niet bekend zijn van de geprogrammeerde films, betekent dat ze niet op de gebruikelijke wijze in de bioscopen in Maastricht en Heerlen zijn beland. 25

26 Van de andere veel kleinere tweede groep van films is wel een Nederlandse distributeur bekend, maar de datum van de vertoning is ongeveer tien jaar eerder dan de datum waarop de filmkeuring is uitgevoerd. Een voorbeeld hiervan is de Amerikaanse film SHADOW OF A DOUBT (Universal, 1943). De website IMDB Pro informeert dat de film officieel op 22 juni 1945 uit kwam in Nederland en op 15 juni 1945 in België, maar deze film stond 1 december 1944 al op het programma van de Royal bioscoop in Heerlen. Op Cinema Context staat als Nederlandse distributeur Universal International Films Nederland NV. Het Nederlandse kantoor van Universal is pas opgericht in 1946, wat betekent dat dit bedrijf deze film toen niet aan de Royal bioscoop heeft verhuurd. Het bedrijf Croeze en Bosman NV was voor de oorlog het distributiekantoor dat Universal films aankocht. Er is niet met zekerheid te stellen of dit kantoor al actief was, maar omdat de rest van Nederland nog midden in de Tweede Wereldoorlog zat, is het niet waarschijnlijk. Daar komt bij dat de filmkeuring is uitgevoerd op 1 november Dit is meer dan tien jaar nadat de film in de Royal bioscoop draaide. De twee groepen van films kunnen op twee manieren geïnterpreteerd worden. Ten eerste kunnen deze films onderdeel van het filmaanbod van de SHAEF zijn. Deze films zijn niet door Nederlandse distributeurs aangekocht, maar door de Engelse overheid gedistribueerd. Dit verklaart waarom er geen filmkeuring is uitgevoerd voor deze films. De Nederlandse overheid had goedgekeurd dat de SHAEF deze films zou leveren en daar komt bij dat de filmkeuringscommissie nog niet actief was in deze periode. De films die veel later gekeurd zijn, kunnen ook onderdeel geweest zijn van de SHAEF-films, maar deze zijn daarna ook nog aangekocht door een Nederlandse distributeur. De tweede interpretatie is dat deze data wijzen op het bestaan van een grijs filmdistributie circuit. De films werden dan niet geleverd door een bekende distributeur maar door onofficiële handelaars. De films met een filmkeuringsrapport kunnen wederom later aangekocht zijn door een distributeur. Dit kan verklaren waarom er geen gegevens en/of enkel nieuwe gegevens beschikbaar zijn over de films in kwestie. Periode 3: tot In de derde periode zijn er bij de Mabi en Royal bioscoop in Maastricht vrijwel geen films meer waarvan de distributeur en de filmkeuring datum niet bekend zijn. Wat wel opvalt aan de films is dat er maar enkele na de Tweede Wereldoorlog zijn gekeurd. Deze films zijn dan 26

Handleiding Scriptie Blok 1/3 Master Film- en Televisiewetenschap Universiteit Utrecht

Handleiding Scriptie Blok 1/3 Master Film- en Televisiewetenschap Universiteit Utrecht Handleiding Scriptie Blok 1/3 Master Film- en Televisiewetenschap Universiteit Utrecht Inleiding Een masterscriptie is een academisch werkstuk waarin verslag wordt gedaan van een wetenschappelijk onderzoek

Nadere informatie

Het filmaanbod in de Nederlandse bioscopen en de relatieve populariteit van films in de Tweede Wereldoorlog

Het filmaanbod in de Nederlandse bioscopen en de relatieve populariteit van films in de Tweede Wereldoorlog Het filmaanbod in de Nederlandse bioscopen en de relatieve populariteit van films in de Tweede Wereldoorlog Gilles de Jong // 3344150 Begeleider: Clara Pafort- Overduin Nederlandse Bioscoopgeschiedenis

Nadere informatie

Studenten aan lerarenopleidingen

Studenten aan lerarenopleidingen Studenten aan lerarenopleidingen Factsheet januari 219 In de afgelopen vijf jaar is het aantal Amsterdamse studenten dat een lerarenopleiding volgt met ruim 9% afgenomen. Deze daling is het sterkst voor

Nadere informatie

TESTCASE 2018: LEGAAL ONLINE-FILMAANBOD SAMENVATTING

TESTCASE 2018: LEGAAL ONLINE-FILMAANBOD SAMENVATTING TESTCASE 2018: LEGAAL ONLINE-FILMAANBOD SAMENVATTING Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie, 2018 Overneming met bronvermelding is toegestaan. RAPPORT 2018 AANGAANDE DE TESTCASE LEGAAL

Nadere informatie

Het College van beroep voor de examens aan de Universiteit Utrecht (hierna: het College) heeft de volgende uitspraak gedaan op het beroep van:

Het College van beroep voor de examens aan de Universiteit Utrecht (hierna: het College) heeft de volgende uitspraak gedaan op het beroep van: CBE, Postbus 80125, 3508 TC Utrecht College van Beroep voor de Examens ex artikel 7.60 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek Bezoekadres Heidelberglaan 8, Utrecht UITSPRAAK Ons

Nadere informatie

RESEARCH CONTENT. Loïs Vehof GAR1D

RESEARCH CONTENT. Loïs Vehof GAR1D RESEARCH CONTENT Loïs Vehof GAR1D INHOUD Inleiding ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ blz. 2 Methode -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

Thema: Grenzen en bruggen - Migratie

Thema: Grenzen en bruggen - Migratie Thema: Grenzen en bruggen - Migratie Onderdeel 2: De beleving van migratie achter ieder verhaal een mens Te vaak gaan de echte verhalen van migranten schuil achter kaarten, grafieken en cijfers. We horen

Nadere informatie

FACTS & FIGURES Bioscoopbezoek Mathijs De Baere

FACTS & FIGURES Bioscoopbezoek Mathijs De Baere Inleiding Al begin 20ste eeuw opende de eerste bioscopen hun deuren in België en midden de jaren twintig van de 20 e eeuw telde België al meer dan 1000 bioscopen (Convents, 2007; Biltereyst & Meers, 2007)

Nadere informatie

Reclame impact van het digitale dagblad versus het papieren dagblad. Stephan van Velthoven Mirjam Hooghuis

Reclame impact van het digitale dagblad versus het papieren dagblad. Stephan van Velthoven Mirjam Hooghuis Reclame impact van het digitale dagblad versus het papieren dagblad Stephan van Velthoven Mirjam Hooghuis 0 Steeds meer media convergeren, het dagbladmerk centraal Dagbladmerken multichannel beschikbaar...

Nadere informatie

Instituut Film en Jeugd archief

Instituut Film en Jeugd archief 139 Instituut Film en Jeugd archief 1947-1962 1 INLEIDING De toeloop naar de bioscopen van vooral jeugd en jongeren na het einde van de oorlogsperiode was even massaal en opvallend als begrijpelijk. Die

Nadere informatie

Bezoekersstromen bij burgerzaken april 2003 t/m maart 2005

Bezoekersstromen bij burgerzaken april 2003 t/m maart 2005 Bezoekersstromen bij burgerzaken april 2003 t/m maart 2005 Effecten van nieuwe openings- en werktijden bij de gemeente s-hertogenbosch Deelonderzoek 1 O&S Juli 2005 Dit product is tot stand gekomen met

Nadere informatie

Eisen en lay-out van het PWS

Eisen en lay-out van het PWS Eisen en lay-out van het PWS INHOUD EN OPZET VAN HET PROFIELWERKSTUK In het navolgende komen achtereenvolgens aan bod: de titelpagina, de inhoudsopgave, de inleiding, de hoofdtekst, de samenvatting, de

Nadere informatie

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee).

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee). Ontwikkeling melkveebedrijven in Utrecht, Gelderland en Brabant Analyse van mogelijke groei van melkveebedrijven op basis van gegevens van CBS en provincies Het CBS inventariseert jaarlijks de feitelijk

Nadere informatie

Hardell: mobiel bellen en hersentumoren aan de belzijde

Hardell: mobiel bellen en hersentumoren aan de belzijde Hardell: mobiel bellen en hersentumoren aan de belzijde Kennisbericht over een publicatie in een wetenschappelijk tijdschrift: Hardell L, Carlberg M, Söderqvist F, Hansson Mild K, Meta-analysis of long-term

Nadere informatie

Acquisitiebeleidsplan Noord-Hollands Archief 2015-2020

Acquisitiebeleidsplan Noord-Hollands Archief 2015-2020 Acquisitiebeleidsplan Noord-Hollands Archief 2015-2020 Maart 2015 Het Noord-Hollands Archief wil fungeren als het geheugen van de provincie Noord-Holland en de aangesloten gemeenten in Kennemerland en

Nadere informatie

Bijeenkomst afstudeerbegeleiders. 13 januari 2009 Bespreking opzet scriptie

Bijeenkomst afstudeerbegeleiders. 13 januari 2009 Bespreking opzet scriptie Bijeenkomst afstudeerbegeleiders 13 januari 2009 Bespreking opzet scriptie Doel deel II bijeenkomst vandaag Afstudeerbegeleiders zijn geinformeerd over inhoud Medmec jaar vier (scriptievaardigheden) Afstudeerbegeleiders

Nadere informatie

Eigen belang/handel. Makelaar koopt zelf. Schijn van handel in onroerend goed.

Eigen belang/handel. Makelaar koopt zelf. Schijn van handel in onroerend goed. 18-14 RvT West 203 ERECODE Eigen belang/handel. Makelaar koopt zelf. Schijn van handel in onroerend goed. Een makelaar (beklaagde) heeft, samen met een derde, een drietal appartementsrechten gekocht voor

Nadere informatie

Een dramatisch geladen meesterwerk der. cinematografie

Een dramatisch geladen meesterwerk der. cinematografie Een dramatisch geladen meesterwerk der Een onderzoek naar de adverteerpolitiek van Utrechtse bioscoophouders ten tijde van de opkomst van de televisie in 1960. cinematografie Sophie Scheel Studentennummer:

Nadere informatie

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Samenvatting Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Stabiliteit en verandering in gerapporteerde levensgebeurtenissen over een periode van vijf jaar Het belangrijkste doel van dit longitudinale,

Nadere informatie

Exportmonitor 2011. Het noordelijke bedrijfsleven wordt steeds internationaler

Exportmonitor 2011. Het noordelijke bedrijfsleven wordt steeds internationaler Exportmonitor 2011 Het noordelijke bedrijfsleven wordt steeds internationaler Uit de Exportmonitor 2011 blijkt dat het noordelijk bedrijfsleven steeds meer aansluiting vindt bij de wereldeconomie. De Exportmonitor

Nadere informatie

Inventaris van het archief van de Vereniging Nederlands Centraal Filmarchief, 1919-1933 (1940)

Inventaris van het archief van de Vereniging Nederlands Centraal Filmarchief, 1919-1933 (1940) Nummer archiefinventaris: 2.19.006 Inventaris van het archief van de Vereniging Nederlands Centraal Filmarchief, 1919-1933 (1940) Auteur: C. Bloemen, J.L. van der Gouw Nationaal Archief, Den Haag 1962

Nadere informatie

FRAUDE EN PLAGIAAT REGELING STUDENTEN UvA. Vastgesteld door het College van Bestuur in 2008, laatstelijk gewijzigd mei 2010.

FRAUDE EN PLAGIAAT REGELING STUDENTEN UvA. Vastgesteld door het College van Bestuur in 2008, laatstelijk gewijzigd mei 2010. FRAUDE EN PLAGIAAT REGELING STUDENTEN UvA Vastgesteld door het College van Bestuur in 2008, laatstelijk gewijzigd mei 2010. Artikel 1 Definities 1. Onder fraude en plagiaat wordt verstaan het handelen

Nadere informatie

Project Landelijke Database NBMs in de WEconomy

Project Landelijke Database NBMs in de WEconomy DOCENTENINSTRUCTIE Project Landelijke Database NBMs in de WEconomy V3, 1 september 2015 Hierbij een korte handleiding voor docenten die met hun studenten gaan werken in het kader van het project Landelijke

Nadere informatie

SAMENVATTING RAPPORT VAN HET KWALITEITSONDERZOEK NAAR MATE VAN KLANTTEVREDENHEID OVER DIENSTVERLENING VAN ADVOCATEN

SAMENVATTING RAPPORT VAN HET KWALITEITSONDERZOEK NAAR MATE VAN KLANTTEVREDENHEID OVER DIENSTVERLENING VAN ADVOCATEN SAMENVATTING RAPPORT VAN HET KWALITEITSONDERZOEK NAAR MATE VAN KLANTTEVREDENHEID OVER DIENSTVERLENING VAN ADVOCATEN 1. ALGEMEEN 1.1 INHOUD Onderwerp Pagina 1. ALGEMEEN 1.1 Inhoud 1 1.2 Het onderzoek en

Nadere informatie

Treatment Intellectueel eigendom, de rechten zijn oneerlijk verdeeld.

Treatment Intellectueel eigendom, de rechten zijn oneerlijk verdeeld. Treatment Intellectueel eigendom, de rechten zijn oneerlijk verdeeld. Lesley Adu-Darkwah John Martens Marleen van Rijn Hoofdvraag In hoeverre is het terecht of onterecht dat een mode-ontwerp moeilijker

Nadere informatie

Scriptiegroep. Bijeenkomst 08

Scriptiegroep. Bijeenkomst 08 Scriptiegroep Bijeenkomst 08 Inhoudselementen van een scriptie Inhoudsopgave Voorwoord Inleiding Bronnenonderzoek Afstudeerproject Conclusie Samenvatting Literatuurlijst Bijlagen Inhoudsopgave Routekaart

Nadere informatie

Persoonlijke gegevens van Wethouders

Persoonlijke gegevens van Wethouders Persoonlijke gegevens van Wethouders Dit document bevat de volgende gegevens van wethouders: Aantal wethouders naar gemeentegrootte 1998-2014 Aandeel wethouders naar politieke partij 1998-2014 Aandeel

Nadere informatie

Toeristische verhuur van woonruimte

Toeristische verhuur van woonruimte Toeristische verhuur van woonruimte Rapportage 1 januari 2018 31 december 2018 Opgesteld op 24 april 2019 Inhoud Samenvatting en conclusie... 1 1. Inleiding... 3 2. Toeristische verhuur in cijfers... 5

Nadere informatie

Reglement bachelorwerkstuk

Reglement bachelorwerkstuk Reglement bachelorwerkstuk Artikel 1 toepassingsbereik 1.- Dit reglement is van toepassing op alle studenten die na 31 augustus 2004 aanvangen met een werkstuk ter afronding van de bacheloropleidingen

Nadere informatie

Mak de gesjiechte van ós sjtreek lebendig. Jaarverslag Sjtichting Genealogiek Sjènne 2009

Mak de gesjiechte van ós sjtreek lebendig. Jaarverslag Sjtichting Genealogiek Sjènne 2009 Mak de gesjiechte van ós sjtreek lebendig Jaarverslag Sjtichting Genealogiek Sjènne 2009 Inhoud Voorwoord pag. 3 Voortgang De Bokkerijders met de dode hand, een nieuwe visie pag. 4 Website www.sjtigs.eu

Nadere informatie

Digitale (r)evolutie in België anno 2009

Digitale (r)evolutie in België anno 2009 ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 9 februari Digitale (r)evolutie in België anno 9 De digitale revolutie zet zich steeds verder door in België: 71% van de huishoudens in

Nadere informatie

REGELING BACHELOR SCRIPTIE (specialisatie Geschiedenis LAS)

REGELING BACHELOR SCRIPTIE (specialisatie Geschiedenis LAS) Latijns-Amerika Studies (LAS) BA programma REGELING BACHELOR SCRIPTIE (specialisatie Geschiedenis LAS) De Bacheloropleiding Latijns-Amerika Studies (specialisatie geschiedenis) wordt in het tweede semester

Nadere informatie

Aan Van Datum Ministerie van OCW Rebel

Aan Van Datum Ministerie van OCW Rebel Memo Onderwerp Verdieping voormalig gesubsidieerde Aan Van Datum Ministerie van OCW Rebel 4-6- 2015 Inleiding In dit memo wordt ingegaan op de effecten van bezuinigingen, waarbij we ons verdiepen in in

Nadere informatie

CPB Achtergronddocument

CPB Achtergronddocument CPB Achtergronddocument Tekortreductie in internationaal perspectief Erik Floor 3 Inhoud 1 Inleiding 5 2 Tekortreducerende maatregelen 5 3 Tekortreducering 7 3.1 Overheidsuitgaven 8 3.2 Overheidsinkomsten

Nadere informatie

HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE VERENIGING SGP-jongeren

HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE VERENIGING SGP-jongeren HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE VERENIGING SGP-jongeren DEEL 1 REGELINGEN TEN AANZIEN VAN HET LANDELIJK BESTUUR Artikel 1 Functieverdeling De bestuursleden verdelen, met inachtneming van het bepaalde in

Nadere informatie

Het belang van begeleiding

Het belang van begeleiding Het belang van begeleiding Langdurig zieke werknemers 9 en 18 maanden na ziekmelding vergeleken Lone von Meyenfeldt Philip de Jong Carlien Schrijvershof Dit onderzoek is financieel mogelijk gemaakt door

Nadere informatie

Onderwijs in Kaart 2018 Midden-Brabant

Onderwijs in Kaart 2018 Midden-Brabant Onderwijs in Kaart 2018 Midden-Brabant Cijfermatige onderwijsontwikkelingen in Midden-Brabant Transvorm Tilburg, mei 2018 Spoorlaan 171 04 5038 CB Tilburg Postbus 4275 5004 JG Tilburg T 088 144 40 00 F

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Introductie In dit proefschrift evalueer ik de effectiviteit van de academische discussie over de ethiek van documentaire maken. In hoeverre stellen wetenschappers de juiste

Nadere informatie

Onderwijs in Kaart 2018 West- Brabant

Onderwijs in Kaart 2018 West- Brabant Onderwijs in Kaart 2018 West- Brabant Cijfermatige ontwikkelingen in West- Brabant Transvorm Tilburg, mei 2018 Spoorlaan 171 04 5038 CB Tilburg Postbus 4275 5004 JG Tilburg T 088 144 40 00 F 088 144 40

Nadere informatie

Fraudereglement. van de. Hogeschool van Amsterdam

Fraudereglement. van de. Hogeschool van Amsterdam Fraudereglement van de Hogeschool van Amsterdam 2011 1 Inhoud Artikel 1 Begripsbepalingen...3 Artikel 2 Reikwijdte...3 Artikel 3 Fraude...3 Artikel 4 Plagiaat...4 Artikel 5 Ernstige fraude...4 Artikel

Nadere informatie

De bioscoop als stimulans voor de leefbaarheid

De bioscoop als stimulans voor de leefbaarheid BA-eindwerkstuk Theater-, Film- en Televisiewetenschap De bioscoop als stimulans voor de leefbaarheid Het conflict van bioscoopondernemer Johan Miedema met de gemeente Sneek over de vermakelijkheidsbelasting

Nadere informatie

Bepaal eerst de probleemstelling of hoofdvraag

Bepaal eerst de probleemstelling of hoofdvraag Bepaal eerst de probleemstelling of hoofdvraag De probleemstelling is eigenlijk het centrum waar het werkstuk om draait. Het is een precieze formulering van het onderwerp dat je onderzoekt. Omdat de probleemstelling

Nadere informatie

Uitkomsten enquête over de Noordzee visbestanden 2011

Uitkomsten enquête over de Noordzee visbestanden 2011 Uitkomsten enquête over de Noordzee visbestanden 2011 Inger Wilms, Pvis. Dit artikel beschrijft de uitkomsten van de Noordzee enquête die afgelopen zomer gehouden is onder Noordzee vissers uit België,

Nadere informatie

Plaatsingslijst van het archief van de Spaarbank voor Protestants Nederland / Vakbondsspaarbank SPN (1960-1994)

Plaatsingslijst van het archief van de Spaarbank voor Protestants Nederland / Vakbondsspaarbank SPN (1960-1994) 337 Plaatsingslijst van het archief van de Spaarbank voor Protestants Nederland / Vakbondsspaarbank SPN (1960-1994) Samengesteld door Paul E. Werkman Historisch Documentatiecentrum voor het Nederlands

Nadere informatie

Onderwijs in Kaart 2018 Zuidoost-Brabant

Onderwijs in Kaart 2018 Zuidoost-Brabant Onderwijs in Kaart 2018 Zuidoost-Brabant Cijfermatige onderwijsontwikkelingen in Zuidoost-Brabant Transvorm Tilburg, mei 2018 Spoorlaan 171 04 5038 CB Tilburg Postbus 4275 5004 JG Tilburg T 088 144 40

Nadere informatie

De KernTalenten van Hoogbegaafde volwassenen Rianne van de Ven, augustus

De KernTalenten van Hoogbegaafde volwassenen Rianne van de Ven, augustus De KernTalenten van Hoogbegaafde volwassenen Rianne van de Ven, augustus 2017 30-8-2017 Inhoudsopgave Inleiding... 2 KernTalenten... 2 Aanleiding... 3 Hoogbegaafdheid... 3 Onderzoeksvragen... 3 Methode...

Nadere informatie

MVO-Control Panel. Instrumenten voor integraal MVO-management. MVO en reorganisatie. Een model voor verantwoorde en succesvolle reorganisatie

MVO-Control Panel. Instrumenten voor integraal MVO-management. MVO en reorganisatie. Een model voor verantwoorde en succesvolle reorganisatie MVO-Control Panel Instrumenten voor integraal MVO-management MVO en reorganisatie Een model voor verantwoorde en succesvolle reorganisatie 1 Inhoudsopgave Mvo en reorganisatie Verantwoord en succesvol

Nadere informatie

Analyse instroom

Analyse instroom Instroomontwikkeling 2016 2017 In 2016 was er een instroomtoename van 5,5% bij de hbo-bachelor- en ad-opleidingen, opgebouwd uit: Een toename van de directe doorstroom vanuit havo, mbo en vwo met 1,0%

Nadere informatie

ART HISTORY DE TWINTIGSTE EEUW MASSACULTUUR. H5 CKV-profiel Cobra en Karel Appel Moderne Amerikanen in musea

ART HISTORY DE TWINTIGSTE EEUW MASSACULTUUR. H5 CKV-profiel Cobra en Karel Appel Moderne Amerikanen in musea ART HISTORY DE TWINTIGSTE EEUW MASSACULTUUR H5 CKV-profiel Cobra en Karel Appel Moderne Amerikanen in musea Tijdsbeeld tweede helft 20ste eeuw Vrijheid na WOII-Europa ligt in puin.. Koude oorlog: angst

Nadere informatie

Beoordelingsformulier Proeve van Bekwaamheid 2 (Rol Ontwerper) 3.12

Beoordelingsformulier Proeve van Bekwaamheid 2 (Rol Ontwerper) 3.12 Beoordelingsformulier Proeve van Bekwaamheid 2 (Rol Ontwerper) 3.12 Naam student: Studentnummer: Naam beoordelende docent: Datum: Toets code Osiris: Algemene eisen (voor een voldoende beoordeling van het

Nadere informatie

Leren bedrijfseconomische problemen op te lossen door het maken van vakspecifieke schema s

Leren bedrijfseconomische problemen op te lossen door het maken van vakspecifieke schema s Leren bedrijfseconomische problemen op te lossen door het maken van vakspecifieke schema s Bert Slof, Gijsbert Erkens & Paul A. Kirschner Als docenten zien wij graag dat leerlingen zich niet alleen de

Nadere informatie

Notitie 2012-04 > Verhuringen 2007-2012 > via Woonnet Rijnmond

Notitie 2012-04 > Verhuringen 2007-2012 > via Woonnet Rijnmond Notitie -04 > Verhuringen - > via Woonnet Rijnmond Datum 4 juli 2013 Voor Maaskoepel Door Explica Explica > Beukelsdijk 106a > 3022 DK Rotterdam www.explica.nl > e. info@explica.nl > t. 010 2236820 01

Nadere informatie

Nummer archiefinventaris: Auteur: C.D.E.M. Vierling. Nationaal Archief, Den Haag Copyright: cc0

Nummer archiefinventaris: Auteur: C.D.E.M. Vierling. Nationaal Archief, Den Haag Copyright: cc0 Nummer archiefinventaris: 2.14.44.04 Inventaris van het archief van de Adviescommissies inzake het Aanschaffen van Machines, Gereedschapswerktuigen en Gereedschappen voor de Metaalbewerking en voor de

Nadere informatie

Terugblik op rapport uit 1960

Terugblik op rapport uit 1960 Terugblik op rapport uit 1960 Tegen het einde van de vijftiger en aan het begin van de jaren zestig van de vorige eeuw kwamen de spaarzame onderzoeksrapporten van het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek),

Nadere informatie

Check Je Kamer Rapportage 2014

Check Je Kamer Rapportage 2014 Check Je Kamer Rapportage 2014 Kwantitatieve analyse van de studentenwoningmarkt April 2015 Dit is een uitgave van de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb). Voor vragen of extra informatie kan gemaild worden

Nadere informatie

LEI Plagiaat ongegrond

LEI Plagiaat ongegrond CASUS WETENSCHAPPELIJKE INTEGRITEIT 2016 LEI Plagiaat ongegrond Universiteit Leiden 1. Onderwerp van de klacht Plagiaat 2. Advies van de Commissie Wetenschappelijke Integriteit 25 mei 2016 De Commissie

Nadere informatie

Richtlijnen masterproef: vraagstellingen

Richtlijnen masterproef: vraagstellingen Richtlijnen masterproef: vraagstellingen Master Geografie Master Geomatica & Landmeetkunde Academiejaar 2018-2019 1 BELANGRIJKE DATA Vr 21/12/19 DATVMP1 deadline keuze masterproef: vraagstellingen Vr 01/02/19

Nadere informatie

RICHTLIJNEN VOORBEREIDING MASTERPROEF MASTER GEOGRAFIE & MASTER GEOMATICA EN LANDMEETKUNDE

RICHTLIJNEN VOORBEREIDING MASTERPROEF MASTER GEOGRAFIE & MASTER GEOMATICA EN LANDMEETKUNDE RICHTLIJNEN VOORBEREIDING MASTERPROEF MASTER GEOGRAFIE & MASTER GEOMATICA EN LANDMEETKUNDE 1. OVERZICHT BELANGRIJKE DATA Vr 29/01/16 (DATVMP1): deadline keuze Voorbereiding Masterproef Vr 05/02/16 (DATVMP2):

Nadere informatie

Beleving Theaterfestival Boulevard 2012 Onderzoeksrapportage. Life is Wonderful

Beleving Theaterfestival Boulevard 2012 Onderzoeksrapportage. Life is Wonderful Postbus 450 5600 AL Eindhoven +31 (0)40-84 89 280 www.dynamic-concepts.nl info@dynamic-concepts.nl Beleving Theaterfestival Boulevard Life is Wonderful Dynamic Concepts consultancy Eindhoven Copyright

Nadere informatie

Literatuurverwijzingen

Literatuurverwijzingen Literatuurverwijzingen Een literatuurlijst maken & citeren / parafraseren Waarover gaat de presentatie? I Waarom verwijzen? Enkele overwegingen vooraf! II APA - normen III Literatuurverwijzingen: de praktijk

Nadere informatie

Onderzoek Culturele Diversiteit in de Rotterdamse cultuursector. Onderzoeksresultaten Documentanalyse & Survey

Onderzoek Culturele Diversiteit in de Rotterdamse cultuursector. Onderzoeksresultaten Documentanalyse & Survey Onderzoek Culturele Diversiteit in de Rotterdamse cultuursector Onderzoeksresultaten Documentanalyse & Survey Erasmus Universiteit Erasmus Universiteit Rotterdamse Raad voor Kunst en Cultuur (RRKC) Gemeente

Nadere informatie

SAMEN SPELEN, SAMEN DELEN

SAMEN SPELEN, SAMEN DELEN SAMEN SPELEN, SAMEN DELEN ONDERZOEK NAAR DE VERHOUDING TUSSEN UTRECHTSE FILMTHEATERS, 2000-2005 Naam Marjo Wanink Studentnummer 3491870 Cursus BA Eindwerkstuk Studiejaar 2012-2013 (Blok 1) Thema Nederlandse

Nadere informatie

Vergelijking van de sociale huurwoning voorraad met de particuliere huurwoning voorraad

Vergelijking van de sociale huurwoning voorraad met de particuliere huurwoning voorraad Vergelijking van de sociale huurwoning voorraad met de particuliere huurwoning voorraad Inleiding Op 1 oktober 2012 is een meting van de nultredenwoningen binnen de sociale huurwoning voorraad, die in

Nadere informatie

Educatief Professioneel (EDUP) - C1

Educatief Professioneel (EDUP) - C1 Educatief Professioneel (EDUP) - C1 Voor wie? Voor hogeropgeleide volwassenen (18+) die willen functioneren in een uitdagende kennis- of communicatiegerichte functie: in het hoger onderwijs, als docent

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Bodegraven-Reeuwijk. Datum: 4 augustus 2011

Rapport. Rapport over een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Bodegraven-Reeuwijk. Datum: 4 augustus 2011 Rapport Rapport over een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Bodegraven-Reeuwijk Datum: 4 augustus 2011 Rapportnummer: 2011/231 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de gemeente Bodegraven-Reeuwijk

Nadere informatie

Hoofdstuk 10 Google Positie google

Hoofdstuk 10 Google Positie google Hoofdstuk 10 Google 10.1 Positie google Touch of Body staat voor rebels, gewaagd en stijlvol. Dit zijn de kenmerken van Touch of Body en die zijn erg van belang. Ze zijn van belang voor de rangrode in

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Een probleemstelling formuleren

Hoofdstuk 1 Een probleemstelling formuleren handleiding onderzoek doen op internet pagina 1 Hoofdstuk 1 Een probleemstelling formuleren Het opstellen van een goede probleemstelling bij een onderwerp is leuk werk, maar ook lastig. Het kan veel tijd

Nadere informatie

Populairder dan ooit: 'short stay' huisvesting voor expats :40

Populairder dan ooit: 'short stay' huisvesting voor expats :40 Populairder dan ooit: 'short stay' huisvesting voor expats 21-04-2017 09:40 De afgelopen jaren is short stay in Nederland sterk in opkomst. Het concept waarbij serviced apartments worden verhuurd aan corporate

Nadere informatie

Limburg tussen staf en troon 1000 jaar graafschap Loon. les 1: Wie waren de graven van Loon

Limburg tussen staf en troon 1000 jaar graafschap Loon. les 1: Wie waren de graven van Loon Limburg tussen staf en troon 1000 jaar graafschap Loon les 1: Wie waren de graven van Loon Na deze les kan je de geschiedenis van het graafschap Loon aanduiden op je tijdbalk; kan je informatie opzoeken

Nadere informatie

RESEARCH CONTENT. Loïs Vehof GAR1D

RESEARCH CONTENT. Loïs Vehof GAR1D RESEARCH CONTENT Loïs Vehof GAR1D INLEIDING Wij kregen de opdracht om een spel te maken voor Het Luchtmuseum. De eisen voor het spel waren dat er iets technisch in moest zitten, en dat het iets te maken

Nadere informatie

We vragen je om in ieder geval twee documenten te lezen. Deze kun je via de volgende linkjes downloaden.

We vragen je om in ieder geval twee documenten te lezen. Deze kun je via de volgende linkjes downloaden. Voorbereidingsopdracht Selectie & Plaatsing HAN Fysiotherapie voor iedereen die met deze opleiding wil starten in september 2018 (studiejaar 2018-2019) In dit document vind je een groot deel van de vragen,

Nadere informatie

C.S.G. Willem van Oranje Programma voor Toetsing en Afsluiting Mavo 3

C.S.G. Willem van Oranje Programma voor Toetsing en Afsluiting Mavo 3 Vak: Nederlands Schrijfdossier ens de cursus zijn er 2 schrijfopdrachten (elke schrijfopdracht wordt met een voortgangscijfer beoordeeld). Fictiedossier 2 boeken zelfstandig lezen; titel en auteur meedelen

Nadere informatie

Benchmark Axisopleidingen

Benchmark Axisopleidingen Benchmark Axisopleidingen In opdracht van: Platform Bèta Techniek In samenwerking met Ministerie van OCW HBO-raad Project: 2008.104 Datum: Utrecht, 22 december 2008 Auteurs: Guido Ongena, MSc. drs. Rob

Nadere informatie

Deel 5 Introductie. Handleiding scripties

Deel 5 Introductie. Handleiding scripties Deel 5 Introductie De Introductie is het deel van de scriptie dat vóór de Inleiding komt (althans, zo noem ik dat deel). Deze introductie wordt veelal opgesteld als de scriptie (bijna) klaar is (al zijn

Nadere informatie

Educatief Professioneel (EDUP) - C1

Educatief Professioneel (EDUP) - C1 Educatief Professioneel (EDUP) - C1 Voor wie? Voor hogeropgeleide volwassenen (18+) die willen functioneren in een uitdagende kennis- of communicatiegerichte functie: in het hoger onderwijs, als docent

Nadere informatie

ons kenmerk ECSD/U

ons kenmerk ECSD/U v n i c Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad Vereniging van Nederlandse Gemeenten 0 10 2 6 8 3EDIJK 2 9 OKT 2015 informatiecentrum tel. (070) 373 8393 betreft Filmtheaters:digitaliserings-

Nadere informatie

TREATMENT. FREE FASHION Time for justification. Lesley Adu-Darkwah John Martens Marleen van Rijn

TREATMENT. FREE FASHION Time for justification. Lesley Adu-Darkwah John Martens Marleen van Rijn TREATMENT FREE FASHION Time for justification Lesley Adu-Darkwah John Martens Marleen van Rijn Begin juni zal er door John Martens, Lesley Adu-Darkwah en Marleen van Rijn een vijftien minuten durende documentaire

Nadere informatie

Marktsituatie voor groenten en fruit vier maanden na de afkondiging van de Russische boycot

Marktsituatie voor groenten en fruit vier maanden na de afkondiging van de Russische boycot Marktsituatie voor groenten en fruit vier maanden na de afkondiging van de Russische boycot Siemen van Berkum en Gerben Jukema, LEI Wageningen UR, 17 december 2014 Deze notitie geeft een beknopt overzicht

Nadere informatie

Gebruik van de gegevens We gebruiken de gegevens die we over u hebben op de volgende manieren:

Gebruik van de gegevens We gebruiken de gegevens die we over u hebben op de volgende manieren: Cookiebeleid Onze website gebruikt cookies om u te onderscheiden van de overige gebruikers van onze website. Zo kunnen we u een betere online ervaring bieden als u onze website bezoekt en kunnen we onze

Nadere informatie

Artikel 1: de vereniging draagt de naam "Bridge Veghel '77" en is gevestigd te Veghel.

Artikel 1: de vereniging draagt de naam Bridge Veghel '77 en is gevestigd te Veghel. STATUTEN VAN "BRIDGE VEGHEL '77". OPRICHTING. Artikel 1: de vereniging draagt de naam "Bridge Veghel '77" en is gevestigd te Veghel. Artikel 2: de vereniging is opgericht op 26 mei 1977. Artikel 3: zij

Nadere informatie

Leerlingenhandleiding

Leerlingenhandleiding Leerlingenhandleiding Afsluitende module Van Nature tot Metro Van Nature tot Metro Inleiding Onderzoekers publiceren het verslag van hun onderzoek in wetenschappelijke bladen die internationaal verschijnen.

Nadere informatie

Beroepenwerkstuk 3 MAVO

Beroepenwerkstuk 3 MAVO Beroepenwerkstuk 3 MAVO 2016 2017 1 INLEIDING Het beroepenwerkstuk: Een van de onderdelen van het programma beroepenoriëntatie in 3 mavo is het maken van een beroepenwerkstuk en het presenteren hiervan

Nadere informatie

1 jaar UvA Job board

1 jaar UvA Job board *Disclaimer: No rights can be derived from this publication. Reproduction of this publication in whatever form is only permitted with prior consent from the UvA Student Careers Centre of the University

Nadere informatie

Wie kopen er hypotheekloos?

Wie kopen er hypotheekloos? 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Wie kopen er hypotheekloos? Auteurs: Frank van der Harst, Paul de Vries Datum: 28 juni 2017

Nadere informatie

patent Landscaping: waardevolle analyses voor strategische informatie Auteur: Sanne Pfeifer

patent Landscaping: waardevolle analyses voor strategische informatie Auteur: Sanne Pfeifer patent Landscaping: waardevolle analyses voor strategische informatie Auteur: Sanne Pfeifer Octrooidatabases worden met het jaar completer. Het analyseren van de hierin aanwezige informatie, ook wel landscaping

Nadere informatie

Advertentietarieven International Film Festival Rotterdam. Het festival in cijfers IFFR 2015

Advertentietarieven International Film Festival Rotterdam. Het festival in cijfers IFFR 2015 Advertentietarieven International Film Festival Rotterdam Het festival in cijfers IFFR 2015 International Film Festival Rotterdam (IFFR) is het grootste filmfestival van Nederland dat dankzij het brede

Nadere informatie

Rapportage enquête Leidse winkeliers over openstelling op zondag

Rapportage enquête Leidse winkeliers over openstelling op zondag Rapportage enquête Leidse winkeliers over openstelling op zondag Strategie en Onderzoek, september 2013 Inleiding Begin september 2013 is onder Leidse winkeliers een enquête gehouden over de openstelling

Nadere informatie

LBIO t.a.v. de heer L. de Bakker, directeur Postbus AX ROTTERDAM. Geachte heer De Bakker,

LBIO t.a.v. de heer L. de Bakker, directeur Postbus AX ROTTERDAM. Geachte heer De Bakker, LBIO t.a.v. de heer L. de Bakker, directeur Postbus 8901 3009 AX ROTTERDAM Geachte heer De Bakker, In januari hebben wij u geïnformeerd over een klacht van de heer Xxx over de werkwijze van het LBIO bij

Nadere informatie

Ontwikkelingen in het aanbod gefinancierde rechtsbijstand

Ontwikkelingen in het aanbod gefinancierde rechtsbijstand Ontwikkelingen in het aanbod gefinancierde rechtsbijstand Een overzicht van 1997 22 Drs. ing. Norbert Broenink Drs. Esmy Kromontono Maart 23 Inhoud 1 Inleiding 5 2 Deelname aan het stelsel 7 2.1 Aantal

Nadere informatie

Een visie op het natuurkundig practicum

Een visie op het natuurkundig practicum Een visie op het natuurkundig practicum Martijn Koops, Peter Duifhuis en Floor Pull ter Gunne; vakgroep Nastec, FE, HU Inleiding Practicum is belangrijk bij het vak natuurkunde. Het kan de theorie ondersteunen

Nadere informatie

Meldpunt Vossenschade: een overzicht voor 2012

Meldpunt Vossenschade: een overzicht voor 2012 Pagina 1 van 5 Meldpunt Vossenschade: een overzicht voor 2012 Inleiding Sinds 2007 beschikt de over een meldpunt Vossenschade. Om dit meldpunt meer bekendheid te geven voor heel Vlaanderen werd in januari

Nadere informatie

Bedrijfsprofiel. 1 & 2 sterrenhotels in beeld. Anders denken, anders doen. In dit profiel: Van Spronsen & Partners horeca-advies December 2006

Bedrijfsprofiel. 1 & 2 sterrenhotels in beeld. Anders denken, anders doen. In dit profiel: Van Spronsen & Partners horeca-advies December 2006 Bedrijfsprofiel 1 & 2 sterrenhotels in beeld Van Spronsen & Partners horeca-advies December 26 In dit profiel: Aanbod - - - - - - - - - - - - - - - -2 Ontwikkeling - - - - - - - - - - - - 3 Branche onder

Nadere informatie

DCTF Jaarcongres, 23 juni 2010, Amrâth Hotel Lapershoek te Hilversum Rapport over deelsessie II: Risico management in klinisch onderzoek

DCTF Jaarcongres, 23 juni 2010, Amrâth Hotel Lapershoek te Hilversum Rapport over deelsessie II: Risico management in klinisch onderzoek DCTF Jaarcongres, 23 juni 2010, Amrâth Hotel Lapershoek te Hilversum Rapport over deelsessie II: Risico management in klinisch onderzoek Nellie Kraaijeveld, Rikard Juttmann, Henk Kamsteeg, Willem Verweij,

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid WERKTIJDVERKORTING 2016 Een onderzoek naar het beroep door ondernemingen in 2016 op art. 8 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 mei 2017

Nadere informatie

Clipit whitepaper. Onderzoek online en social media berichten over steden. 1 september 2012 1 november 2012

Clipit whitepaper. Onderzoek online en social media berichten over steden. 1 september 2012 1 november 2012 Clipit whitepaper Onderzoek online en social media berichten over steden 1 september 2012 1 november 2012 Voor het derde jaar op een rij onderzoekt Clipit de online berichtgeving over steden. In het onderzoek

Nadere informatie

DE EUROPESE GEMEENSCHAP (hierna "de Gemeenschap" te noemen) enerzijds, en

DE EUROPESE GEMEENSCHAP (hierna de Gemeenschap te noemen) enerzijds, en bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB L 284 van 22/10/98 OVEREENKOMST inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de regering van de Verenigde

Nadere informatie

Nummer Toegang: NDBK. Nederlands Documentatiecentrum voor de Bouwkunst / Archief

Nummer Toegang: NDBK. Nederlands Documentatiecentrum voor de Bouwkunst / Archief Nummer Toegang: NDBK Het Nieuwe Instituut (c) 2000 NDBK 3 I N H O U D S O P G A V E BESCHRIJVING VAN HET ARCHIEF...5 Aanwijzingen voor de gebruiker...6 Citeerinstructie...6 Openbaarheidsbeperkingen...6

Nadere informatie

PERSBERICHT 1 ********

PERSBERICHT 1 ******** 20 februari 2015, 16.30 u. GEREGLEMENTEERDE INFORMATIE RESULTATEN 2014: PERSBERICHT 1 Omzet: 243,6 M (- 6%) Bedrijfsresultaat: 3,2 M (+ 53%) Nettoresultaat voor de periode: 2,3 M (+ 64%) ******** Resultaten

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid WERKTIJDVERKORTING 2017 Een onderzoek naar het beroep door ondernemingen in 2017 op art. 8 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 maart 2018

Nadere informatie