Madrid maart 2 april Spoedcursus Spaans Marc Deldime TechnOV 1

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "Madrid maart 2 april Spoedcursus Spaans Marc Deldime TechnOV 1"

Fien Michiels
7 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 Madrid maart 2 april 2013 Spoedcursus Spaans Marc Deldime TechnOV 1

2 Spoedcursus Spaans Marc Deldime TechnOV 2

3 Het Spaans of het Castellano is één van de vier officiële talen van Spanje. De andere zijn het Galicisch (Galicië), het Baskisch (Baskenland) en het Catalaans (Catalonië, Barcelona). In deze bundel vind je enkele praktische tips om je een beetje verstaanbaar te maken in Spanje. Het is natuurlijk ook altijd nuttig om een klein reiswoordenboekje mee te nemen. Hopelijk heb je er wat aan. Aan jullie om er een fijne vakantie van te maken! Don Quijote de la Mancha de Pablo Picasso Spoedcursus Spaans Marc Deldime TechnOV 3

In deze bundel vind je enkele praktische tips om je een beetje verstaanbaar te maken in Spanje.

4 La pronunciación De uitspraak uitgesproken als lispelende S (θ): za zo zu - ce ci vb: Zaragoza, López, Valencia uitgesproken als Nederlandse K: ca co cu - que qui vb: catorce, Compostela, Copacabana uitgesproken als Nederlandse G: ga go gu - gue gui vb: belga, amiga, guitarra uitgesproken als Nederlandse che: ja je ji jo ju - ge gi vb: Bélgica, trabajar, extranjero Spoedcursus Spaans Marc Deldime TechnOV 4

uitgesproken als Nederlandse G: ga go gu - gue gui vb: belga, amiga, guitarra uitgesproken als

5 Cuidado! Opgelet! ch wordt uitgesproken als tj: chico tjikko ll wordt uitgesproken als j of lj: Sevilla Sebija v wordt uitgesproken als een b: Valencia Balencia een eind d wordt niet uitgesproken: Madrid Madri ñ wordt uitgesproken als nj: España Espanja h voor een klinker wordt nooit uitgesproken: huevo oewébo behalve de r, komt een medeklinker tussen twee klinkers nooit dubbel voor. Hij wordt wel dubbel uitgesproken: casa kassa u wordt uitgesproken als oe: Burgos Boergos als er meerdere medeklinkers naast elkaar staan dan worden ze afzonderlijk uitgesproken. Euro eeuwro Spoedcursus Spaans Marc Deldime TechnOV 5

wordt niet uitgesproken: Madrid Madri ñ wordt uitgesproken als nj: España Espanja h voor een klinker wordt nooit uitgesproken: huevo oewébo behalve de r,

6 Los saludos - Begroetingen Buenos (días): 6-14h Señor, Señora, Señorita Buenas (tardes): 14-21h Buenas (noches): 21-5h Hola! Hoi! Qué tal? - Cómo estás? Hoe gaat het met je? Muy bien (++) Zeer goed Bien (+) Goed Regular (+) Gewoon Mal (-) Slecht Muy mal (--) Zeer slecht Y tú, qué tal? En hoe gaat het met jou? Spoedcursus Spaans Marc Deldime TechnOV 6

7 Spoedcursus Spaans Marc Deldime TechnOV 7

8 Las despedidas - Afscheid Adios Hasta luego pronto mañana el lunes el martes el miércoles el jueves el viernes el sábado el domingo la semana próxima la próxima (vez) Tot ziens Tot straks Tot zo dadelijk Tot morgen Tot maandag Tot dinsdag Tot woensdag Tot donderdag Tot vrijdag Tot zaterdag Tot zondag Tot volgende week Tot de volgende (keer) Las disculpas - Verontschuldiging Perdona Disculpa Spoedcursus Spaans Marc Deldime TechnOV 8

morgen Tot maandag Tot dinsdag Tot woensdag Tot donderdag Tot vrijdag Tot zaterdag Tot zondag Tot volgende

9 Las preguntas más importantes Belangrijkste vragen en antwoorden VRAAG Quién eres? Wie ben je? Cómo te llamas? Hoe heet je? Qué estudias? Wat studeer je? Dónde estás? Waar ben je? De dónde eres? Vanwaar ben je? Adónde vas? Naar waar ga je? Cuándo vienes? Wanneer kom je? Por qué estás en Madrid? Waarom ben je in Madrid? Cuántos años tienes? ANTWOORD Soy... Ik ben... Me llamo... Ik heet... Estudio... Ik studeer... Estoy en... Ik ben in... Soy de Bélgica, Bruselas, Flandres... Ik ben van België, Brussel, Vlaanderen... Voy a la Plaza Mayor. Ik ga naar de Grote Markt. Vengo a las ocho. Ik kom om acht uur. Porque viajo con mis amigos. Omdat ik met mijn vrienden reis. Tengo 18 años. Hoe oud ben je? Ik ben 18 jaar. Qué hora es? Son las 10. Spoedcursus Spaans Marc Deldime TechnOV 9

.. Estudio... Ik studeer... Estoy en... Ik ben in... Soy de Bélgica, Bruselas, Flandres... Ik ben van België, Brussel, Vlaanderen... Voy a la Plaza Mayor. Ik ga naar de Grote Markt.

10 Hoe laat is het? Het is 10 uur. Cuánto cuesta / vale? Hoeveel kost het? La cuenta por favor? Cuesta cinco euros. Het kost vijf euro. De rekening a.u.b. Dónde puedo enviar un emilio? Waar kan ik een versturen? La persistencia de la memoria, Salvador Dalí Spoedcursus Spaans Marc Deldime TechnOV 10

u.b. Dónde puedo enviar un emilio? Waar kan ik een email versturen?

11 Qué hora es? Hoe laat is het? 1) Son las siete Het is zeven uur 2) Son las ocho menos cuarto Het is kwart voor acht 3) Son las cinco y media Het is half zes 4) Son las diez y cuarto Het is kwart na tien 5) Son las nueve menos veinte Het is 20 voor negen 6) Son las diez y veinte Het is twintig na tien 7) Es la una Het is één uur.de la mañana.de la tarde.de la noche 8) Es mediodía Het is middag 9) Es medianoche Het is middernacht 10) Es temprano Het is vroeg 11) Es tarde Het is laat Spoedcursus Spaans Marc Deldime TechnOV 11

Son las diez y cuarto Het is kwart na tien 5) Son las nueve menos veinte Het is 20 voor negen 6) Son las diez y veinte Het is

12 Las comidas y las bebidas Het eten en het drinken Quiero un. Ik wil een Me gusta un.. Tomo un... Un poco más Ik neem een... Een beetje meer Para beber Un café Un café con leche Un café cortado Un café solo Un descafeinado Un té Una infusión Un chocolate Una limonada Una naranjada Una coca-cola Un zumo de naranja Una cerveza Una copa de vino tinto, blanco El coctel Om te drinken Een koffie Een koffie met melk Een koffie met weinig melk Een koffie alleen Een décafiné Een thee Een infuusthee Een warme choco Een limonade Een sinaasappellimonade Een coca-cola Een sinaasappelsap Een bier Een glas rode, witte wijn Een cocktail Spoedcursus Spaans Marc Deldime TechnOV 12

coca-cola Un zumo de naranja Una cerveza Una copa de vino tinto, blanco El coctel Om te drinken Een koffie Een koffie met melk Een koffie met weinig melk Een koffie

13 Para comer Un bocadillo de jamón Un bocadillo de queso Un bocadillo de tortilla Un poco de pan Un pan tostado un pan con mermelada Un pan con mantequilla Un bollo Un huevo Cereales Yogur Fruta Om te eten Een broodje hesp Een broodje kaas Een broodje ei en aardappelen Een beetje brood Een toast Brood met marmelade Brood met boter Een broodje Een ei Corn flakes Yoghurt Fruit Paella valenciana Spoedcursus Spaans Marc Deldime TechnOV 13

broodje hesp Een broodje kaas Een broodje ei en aardappelen Een beetje brood Een toast Brood met marmelade

14 El tiempo Het weer Hace Sol Het is zonnig Viento Er is wind Frío Het is koud Calor Het is warm Aire Fresco Het is fris Mal tiempo Het is slecht weer Buen tiempo Het is goed, mooi weer 26 grados Het is 26 graden Va a Llover Het gaat regenen Nevar Helar Het gaat vriezen Er is een lichte wind Het gaat sneeuwen Spoedcursus Spaans Marc Deldime TechnOV 14

mooi weer 26 grados Het is 26 graden Va a Llover Het gaat regenen Nevar Helar Het gaat

15 Las cifras De getallen Un, dos, tres. 0 Cero 1 Uno/a 2 Dos 3 Tres 4 Cuatro 5 Cinco 6 Seis 7 Siete 8 Ocho 9 Nueve 10 Diez 11 Once 12 Doce 13 Trece 14 Catorce 15 Quince 16 Dieciséis 17 Diecisiete 18 Dieciocho 19 Diecinueve 20 Veinte 21 Veiniuno 22 Veintidós 23 Veintitrés 24 Veinticuatro 25 Veinticinco 26 Veintiséis 27 Veintisiete 28 Veintiocho Spoedcursus Spaans Marc Deldime TechnOV 15

Doce 13 Trece 14 Catorce 15 Quince 16 Dieciséis 17 Diecisiete 18 Dieciocho 19 Diecinueve 20

16 29 Veintinueve 30 Treinta 31 Treinta y uno/a 44 Cuarenta y cuatro 55 Cincuenta y cinco 66 Sesenta y seis 77 Setenta y siete 88 Ochenta y ocho 99 Noventa y nueve 100 Cien 104 Ciento cuatro 199 Ciento noventa y nueve 200 Doscientos/as 300 Trescientos/as 400 Cuatrocientos/as 500 Quinientos/as 600 Seiscientos/as 700 Sietecientos/as 800 Ochocientos/as 900 Novecientos/as 1000 Mil Spoedcursus Spaans Marc Deldime TechnOV 16

nueve 200 Doscientos/as 300 Trescientos/as 400 Cuatrocientos/as 500 Quinientos/as 600 Seiscientos/as 700

17 El transporte Het transport A qué hora sale...? Om hoe laat vertrekt...? A qué hora llega...? Om hoe laat komt... aan? El autobús De El tren El metro El barco Un taxi Dónde está la parada de autobús? La estación de ferrocarril Quiero ir a Un banco La embajada belga Mi hotel La policía bus De trein De metro De boot Een taxi Waar is de bushalte? Het treinstation Ik wil gaan naar Een bank De Belgische ambassade Mijn hotel De politie Spoedcursus Spaans Marc Deldime TechnOV 17

La estación de ferrocarril Quiero ir a Un banco La embajada belga Mi hotel La policía bus De trein De metro De boot

18 Los correos Los servicios / aseos públicos La oficina de turismo La playa La catedral El hospital La plaza mayor El palacio (real) El mar De post WC Het toeristisch infopunt Het strand De kathedraal Het ziekenhuis De grote markt Het (koninklijk) paleis De zee Spoedcursus Spaans Marc Deldime TechnOV 18

Het toeristisch infopunt Het strand De kathedraal Het ziekenhuis De grote

19 Unos verbos enkele werkwoorden Ser - zijn (Yo) soy (tú) eres (él, ella, usted) es (nosotros) somos (vosotros) sois (ellos, ellas, ustedes) son Ik ben Jij bent Hij, zij, u is Wij zijn Jullie zijn Zij zijn Ir gaan Tener hebben voy vas va vamos vais van tengo tienes tiene tenemos teneís tienen Querer willen Venir komen quiero quieres quiere queremos queréis quieren vengo vienes viene venemos veneís vienen Spoedcursus Spaans Marc Deldime TechnOV 19

hebben voy vas va vamos vais van tengo tienes tiene tenemos teneís tienen Querer willen Venir komen quiero

20 Spoedcursus Spaans Marc Deldime TechnOV 20

21 Spoedcursus Spaans Marc Deldime TechnOV 21

Vergelijkbare documenten

Keuzevak Spaans voor beginners 1 - Extra oefeningen

Keuzevak Spaans voor beginners 1 - Extra oefeningen Met deze oefeningen kun je je voorbereiden op het tentamen Spaans voor beginners 1. De uitwerkingen staan op www.keuzevakspaans.com. Het echte tentamen