Bestemmingsplan Tiel West. ontwerp

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bestemmingsplan Tiel West. ontwerp"

Transcriptie

1 Bestemmingsplan Tiel West ontwerp Gemeente Tiel, 3 maart 2011

2

3 Bestemmingsplan Tiel West toelichting Gemeente Tiel Datum: 3 maart 2011 Projectnummer: ID: NL.IMRO.0281.BP00004-on01

4

5 INHOUD 1 Inleiding Aanleiding Doelstelling Aanpak Opzet van het bestemmingsplan 5 2 Bestaande situatie Ligging plangebied Ontstaan Tiel(-West) Bestaande ruimtelijke situatie Tiel West Geldende planologische situatie 16 3 Beleidskader Rijksbeleid Provinciaal beleid Regionaal beleid Gemeentelijk beleid Gemeentelijk beleid met specifieke betrekking op Tiel West 32 4 Planbeschrijving Beheersgericht Ontwikkelingsgericht 42 5 Randvoorwaarden en onderzoek Inleiding Milieuaspecten Water Cultuurhistorie en archeologie Flora en fauna Verkeer en parkeren Duurzaamheid 76 6 Juridische aspecten Algemeen Dit bestemmingsplan Retrospectieve toets 89 7 Economische uitvoerbaarheid 91 8 Overleg en inspraak Overleg Inspraak 92

6 SEPARATE BIJLAGEN Bijlage 1: bedrijvenlijst Bijlage 2: retrospectieve toets Bijlage 3 historisch bodemonderzoek Bijlage 4: flora en faunonderzoek Bijlage 5: luchtonderzoek Bijlage 6: akoestisch onderzoek Bijlage 7: risicoberekening Moskee Bijlage 8: eindverslag inspraak

7 1 Inleiding 1.1 Aanleiding De gemeente Tiel werkt momenteel aan een actualisatieslag voor alle bestemmingsplannen. Directe aanleiding hiertoe vormt de verouderde status van de geldende bestemmingsplannen, alsmede vele mutaties die sinds de totstandkoming van deze bestemmingsplannen hebben plaatsgevonden. De actualisatie moet leiden tot een actuele en uniforme opzet en systematiek voor de hele stad. Hierdoor ontstaat meer rechtszekerheid voor de burger, omdat na voltooiing van de actualisatie voor heel Tiel grotendeels dezelfde regeling geldt. Tevens wordt met de actualisatie voldaan aan de verplichting en gemeentelijke wens tot digitalisering en digitaal gebruik van de bestemmingsplannen. De bestemmingsplannen zijn hiermee geheel in lijn met de (nieuwe) Wro, die in juli 2008 in werking is getreden, en de digitaliseringsvereisten, die gelden sinds 1 januari Tiel West is één van de wijken waarvoor in het kader van de actualisatie een afzonderlijk bestemmingsplan wordt opgesteld. De gemeente Tiel heeft in haar Nota planologisch beleid Tiel, strategie tot behoud van de samenhang der dingen, het gebied Tiel West aangewezen als een gebied waar voorafgaand aan het opstellen van een actueel bestemmingsplan een gebiedsvisie moet worden opgesteld. Reden hiervoor is dat Tiel West een gebied is met een grote (te verwachten) dynamiek. In Tiel West speelt momenteel een aantal ontwikkelingen, zoals benoemd in het masterplan Stationsgebied Tiel, masterplan Waalfront Tiel en de stedenbouwkundige visie voor de Hertogenwijk. Deze verschillende, soms nog in ontwikkeling zijnde beleidsdocumenten, doen elk op een ander schaalniveau en over een andere termijn uitspraken over de ruimtelijke ontwikkelingsrichting van Tiel West. Naast deze ruimtelijke beleidsuitspraken zijn er ook sectorale nota s, zoals de mobiliteitsvisie, die beleidsuitspraken over het plangebied bevatten. Vanwege de veelheid aan beleidsdocumenten en het wisselende schaalniveau hiervan heeft de gemeente deze documenten samengevat in één gebiedsvisie, waarin op een lager schaalniveau de ontwikkelingsrichting van Tiel West is vastgelegd. De gebiedsvisie Tiel-West is op 17 maart 2010 vastgesteld door de gemeenteraad van Tiel. De visie geeft de ruimtelijke en functionele ontwikkelingsrichting van Tiel West voor de komende 10 jaar, met een doorkijk tot 30 jaar, weer. Uit de visie valt op te maken waar kwaliteiten moeten worden gehandhaafd, waar kwaliteiten moet worden toegevoegd en waar plannen en projecten tot ontwikkeling zullen komen. De visie biedt hiermee het kader voor onderhavig bestemmingsplan Tiel West. Mede op basis van de visie is besloten welk juridisch-planologisch kader aan de wijk wordt gegeven en welke ontwikkelingen via dit bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt. 3

8 1.2 Doelstelling Met dit bestemmingsplan wordt voorzien in een uniforme juridisch-planologische regeling voor het gebruik en de bouwmogelijkheden voor het stadsdeel Tiel West. Het plan is in lijn met de overige geactualiseerde bestemmingsplannen van de gemeente en is opgesteld conform het gemeentelijk handboek Tiel, digitaal geordend!. Kleine verschillen met het handboek zijn alleen het gevolg van specifieke situaties binnen het onderhavige plangebied. Het plan heeft grotendeels een beheersfunctie en daarmee een conserverend karakter. Dat wil zeggen dat het vastleggen en behouden van de bestaande ruimtelijke en functionele situatie voorop staat. Kleinschalige ontwikkelingen zijn binnen de bestaande functies mogelijk, waaronder het beperkt uitbreiden van bestaande bebouwing. Tevens is in enkele gevallen een bestaand bouwrecht overgenomen. Onderhavig bestemmingsplan Tiel West biedt daarnaast de mogelijkheid om enkele grotere plannen en projecten uit de vastgestelde gebiedsvisie Tiel-West te realiseren. Het betreft plannen en projecten waarvan de realisatie binnen de planperiode van onderhavig bestemmingsplan (10 jaar) is voorzien en waarvan de (maatschappelijke) haalbaarheid naar verwachting onomstreden is. 1.3 Aanpak Algemeen Om voor onderhavig plangebied te komen tot een planologische opzet, die zoveel mogelijk recht doet aan de huidige specifieke karakteristiek en die tevens ruimte biedt aan gewenste ontwikkelingen, is aan het opstellen van het onderhavige bestemmingsplan een ruim traject vooraf gegaan. Hierbij is rekening gehouden met bestaande rechten, uniformiteit en toegankelijkheid. Om de uniformiteit te waarborgen is inhoudelijk aangesloten op het gemeentelijk handboek bestemmingsplannen. Werkwijze Na definitief worden van de gebiedsvisie Tiel-West en het vaststellen van haalbare ontwikkelingen binnen de planperiode van onderhavig bestemmingsplan, is gestart met het opstellen van het bestemmingsplan. Hiertoe heeft allereerst een inventarisatie van het plangebied plaatsgevonden. Het betreft zowel een bureau-inventarisatie als een veldinventarisatie. De bureauinventarisatie bestaat uit een inventarisatie van het gemeentelijke beleid. De veldinventarisatie omvat het vastleggen van functies en bebouwing op perceelsniveau. De tweede stap omvat het uitvoeren van een retrospectieve toets. De toets geeft aan welke situaties in bouw en gebruik er bestaan, die niet in overeenstemming zijn met de vigerende bestemmingsplannen en vrijstellingen. Met andere woorden een inventarisatie van alle illegale situaties. Hiertoe zijn de resultaten uit de veldinventarisatie vergeleken met de vigerende bestemmingsplannen en verleende bouwvergunningen. 4

9 Strijdige situaties zijn vervolgens getoetst aan het beleidskader waar onderhavig bestemmingsplan op is gebaseerd, de gebiedsvisie Tiel-West. Aangegeven is in welke situaties een nieuwe bestemming wordt gegeven, waarmee een strijdige situatie wordt gelegaliseerd. Voorgaande heeft geresulteerd in een vertaling in een passende juridischplanologische regeling voor het plangebied Tiel West in de vorm van voorliggend bestemmingsplan, bestaande uit een toelichting, regels en een verbeelding. Hierbij moet nog worden opgemerkt dat de retrospectieve toets een momentopname is. Op de kaarten is de gewenste bestemming op basis van de analyse in het veld weergegeven. Het komt in enkele gevallen voor dat de uiteindelijk gekozen bestemming in dit bestemmingsplan afwijkt van de bestemming op de kaarten in de retrospectieve toets, omdat altijd maatwerk noodzakelijk is. 1.4 Opzet van het bestemmingsplan Het bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding, regels en deze toelichting. De toelichting is opgebouwd uit acht hoofdstukken en drie bijlagen. Na dit inleidende hoofdstuk wordt in hoofdstuk 2 bestaande situatie een beschrijving gegeven van de huidige ruimtelijke en planologische situatie in het plangebied. In hoofdstuk 3 komt het beleidskader, dat ten grondslag ligt aan het bestemmingsplan, aan bod. In hoofdstuk 4 wordt vervolgens ingegaan op de planbeschrijving. Per bestaande functie in het plangebied wordt aangegeven hoe ze wordt beheerst en in welke mate ruimte wordt geboden aan eventuele kleinschalige ontwikkelingen. Tevens komen voorziene ontwikkelingslocaties, die een rol zullen spelen binnen de planperiode van onderhavig bestemmingsplan, aan bod. Aangegeven wordt op welke wijze deze ontwikkelingen in onderhavig bestemmingsplan zijn opgenomen. In hoofdstuk 5 wordt vervolgens de haalbaarheid van het bestemmingsplan aangetoond voor wat betreft relevante wet- en regelgeving op het gebied van milieu en overige ruimtelijk relevante aspecten. Het volgende hoofdstuk behandelt de juridische aspecten en zet uiteen op welke wijze het in hoofdstuk 4 beschreven plan juridisch is vertaald naar de verbeelding en de regels. Tevens komen in dit hoofdstuk de resultaten van de retrospectieve toets aan bod. Het zevende hoofdstuk gaat vervolgens in op de economische uitvoerbaarheid van het plan. Resultaten van inspraak en overleg komt tot slot in het achtste en tevens laatste hoofdstuk aan de orde. 5

10 2 Bestaande situatie 2.1 Ligging plangebied Het plangebied omvat het stadsdeel Tiel West. Het plangebied wordt in grote lijnen begrensd door het oude centrum van Tiel en een drietal grote infrastructurele elementen, namelijk het Inundatiekanaal en de Waal in het zuiden en de spoorlijn in het noorden. In het oosten vormen de wegen Voor De Kijkuit en Kijkuit de grenzen. De noordelijke grens van het plangebied is afgestemd op het masterplan Stationsgebied. Dwars door het gebied loopt de Provincialeweg (N834) - Nieuwe Tielseweg. Dit is één van de hoofdontsluitingen van het centrum van Tiel. Ten westen van het plangebied ligt het landelijk gebied met onder andere de Linge. Ten zuiden van het Inundatiekanaal is de wijk Passewaay in aanbouw, de nieuwste uitbreiding van Tiel. Onderstaande afbeelding geeft inzicht in de globale ligging en begrenzing van het plangebied. Voor de exacte begrenzing wordt van het plangebied verwezen naar de verbeelding behorend bij dit bestemmingsplan. ligging en begrenzing plangebied Tiel West 2.2 Ontstaan Tiel(-West) De oudste bewoningssporen binnen de begrenzing van de kern Tiel dateren uit de Romeinse tijd. Op basis van archeologisch onderzoek is vast komen te staan dat ter plaatse van de huidige woonwijk Passewaaij, ten zuiden van het Inundatiekanaal, in de Romeinse tijd een woonplaats van de Bataven was gesitueerd. Er zijn ter plaatse vier nederzettingen en twee grafvelden gelokaliseerd. 6

11 De stad Tiel is ruim voor het jaar ontstaan aan de Linge. Als gevolg van de gunstige ligging aan de Linge en waterwegen richting Utrecht groeide Tiel uit tot een handelsnederzetting van internationale betekenis. In de loop van de tijd nam de rol van de Linge in betekenis af, terwijl die van de Waal juist steeds belangrijker werd. In 1304 is de Linge dan ook ter hoogte van Tiel afgedamd, waarna de stad zich ontwikkelde richting Waal. De Doode Linge vormt sindsdien enkel een herinnering aan de oorsprong van de stad. Aan het eind van de 19e eeuw zijn de spoorlijn richting Dordrecht en Elst en het Inundatiekanaal aangelegd. Het Inundatiekanaal had daarbij als doel het voeden van de Hollandse waterlinie in tijden van oorlog. Vanaf het begin van de 20e eeuw groeit Tiel gestaag verder, over de grenzen van het historische centrum. De spoorlijn, het Inundatiekanaal en vanaf 1952 het Amsterdam-Rijnkanaal vormen de nieuwe begrenzing. Aangezien in de 70-er jaren het gebied tussen voornoemde grenzen vrijwel geheel was opgevuld, is in de 70-er jaren een sprong over het spoor gemaakt met de bouw van Tiel-noord. Met de bouw van Passewaay heeft Tiel vanaf de 90-er jaren de sprong over het Inundatiekanaal gemaakt. Het plangebied Tiel West is grotendeels in de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw ontstaan. De stedelijke uitbreiding heeft plaats gevonden vanaf (de schil rondom) het oude historische centrum, dus in oost-westelijke richting. In de schil rondom dit oude centrum zijn tijdens de industriële revolutie (vanaf circa 1840) verschillende fabrieken gebouwd, met bijbehorende arbeiderswoningen ( Tielse huisjes ). Nabij deze schil is in 1786 de begraafplaats Ter Navolging in gebruik genomen. Het betreft de op twee na oudste openbare buitenbegraafplaats in Nederland. Kenmerkend voor Tiel West is de bedrijvigheid en industrie tussen de Provincialeweg (N834) en het NS-station. Deze bedrijfsmatige ontwikkeling is reeds voor de Tweede Wereldoorlog in gang gezet, met als doel een industriegebied aan de rand van de stad te ontwikkelen. Inmiddels ligt dit gebied midden in Tiel. Overige bebouwing in het plangebied betreft hoofdzakelijk uitbreidingswijken uit de jaren 60 en Bestaande ruimtelijke situatie Tiel West Uit voorgaande paragraaf blijkt dat onderhavig plangebied, het stadsdeel Tiel West, voor een groot deel in de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw is gebouwd. De kenmerkende bouwstijlen en verkavelingen van die tijd bepalen dan ook voor een groot deel het beeld. De verkavelingen uit de jaren 60 en 70 zijn rationeel en ruim van opzet, het woningaanbod bestaat voor een groot deel uit (sociale) huur, waarvan een deel in de vorm van portiekflats. Rond het station en de oude stad is sprake van een pluriformer bebouwingsbeeld. De afbeelding op de volgende pagina geeft inzicht in de ontwikkeling van het plangebied. Voor de beschrijving van de bestaande situatie in Tiel West 1, die ten grondslag ligt aan onderhavig bestemmingsplan, wordt onderscheid gemaakt in de bebouwingsstructuur, groenstructuur, verkeersstructuur en functionele structuur. 1 bron: Gebiedsvisie Tiel West, SAB Arnhem B.V. 7

12 Ontwikkeling Tiel West bron: Gebiedsvisie Tiel- West, SAB Arnhem B.V bebouwingsstructuur Ten behoeve van de beschrijving van de bebouwingsstructuur, met bijbehorende kwaliteit van de openbare ruimte, is het plangebied Tiel West verdeeld in een aantal uniforme ruimtelijke eenheden. De begrenzing van die eenheden wordt bepaald door harde grenzen, zoals infrastructuur, functionele begrenzingen en de bouwperiode. Onderstaande afbeelding geeft inzicht in deze verdeling. deelgebieden Tiel West bron: Gebiedsvisie Tiel-West, SAB Arnhem B.V. 8

13 Hierna volgt per deelgebied een korte toelichting, waarin de belangrijkste kenmerken van de bebouwingsstructuur staan beschreven Schil Rond het oude historische centrum van Tiel ligt een schil met bebouwing uit diverse perioden, hetgeen een gevarieerd beeld tot gevolg heeft. De grotendeels lage bebouwing omvat hoofdzakelijk één of twee bouwlagen met een kap. De bebouwing ontstond in eerste instantie rond de uitvalswegen van Tiel, met name langs de Stationsstraat en de Lingedijk/Molenstraat, Veemarkt, Voor de Kijkuit, Walburgbuitensingel, Nieuweweg, Heiligestraat, Hucht, Brugstraat en de Nieuwe Tielseweg. Rond het stadspark de Kleine Plantage in het zuidoosten van dit deelgebied werden tijdens de industriële revolutie (vanaf circa 1840) verschillende fabrieken gebouwd. De arbeiderswoningen ( Tielse huisjes ) zijn gesitueerd in het gebied tussen de Waltgerlaan en dit stadspark. Fabrieken zijn destijds eveneens gerealiseerd ten noorden van de Nieuwe Tielseweg. Het Rio-terrein is hiervan een voorbeeld. De clustering van bedrijven en woningen is karakteristiek voor de centrumschil. In het noordwesten van het deelgebied, ten oosten van de Heiligestraat, is sprake van vooroorlogse bebouwing in de vorm van tuindorpen. Het betreft een zorgvuldige ruimtelijke compositie van bouwblokken en de openbare ruimte. Overigens is de bedrijfsvoering op het Rio-terrein reeds enige tijd gestaakt, waardoor het terrein tot voor kort braak lag. De gemeente heeft besloten ter plaatse een eigentijds woongebied te realiseren, in de vorm van circa 49 eengezinswoningen en circa 100 appartementen. Hiertoe is reeds een planologische procedure doorlopen. De bouw van de eerste fase, in de vorm van 6 blokken met eengezinswoningen, is inmiddels gestart. Qua architectuur wordt aangesloten op de directe omgeving. Evenwichtigheid en versterking van de bestaande bouw zijn uitgangspunten voor het ontwerp, net als het creëren van een veilige en kindvriendelijke woonomgeving. De bouw van de tweede fase, in de vorm van circa 100 appartementen, wordt over enkele jaren gestart. De kwaliteit van dit deelgebied zit in een aantal aspecten. Het gebied kent een grote variatie, variatie in het bebouwingsbeeld maar ook in dichtheden en functies. Dit zorgt voor mooie ruimtelijke contrasten en levendigheid. De kleinschaligheid van grote delen van het gebied is een kwaliteit, deze gebieden hebben een intieme en geborgen sfeer. Enkele fraaie gebouwen en ensembles dragen bij aan de architectonische kwaliteit van het gebied. Een aandachtspunt voor de schil rond het centrum is de parkeerproblematiek. Door de kleinschalige dimensionering is de openbare ruimte niet meer berekend op de aantallen auto s die tegenwoordig een plek moeten krijgen. Het beheer van de openbare ruimte is een ander aandachtspunt. Door de functiemenging en een verkeerde oriëntatie van de bebouwing is er sprake van een grote druk op de openbare ruimte en komt het voor dat er achterkanten naar de straat zijn gekeerd. 9

14 Spoorzone De zone langs het spoor laat een mix zien van bedrijvigheid en wonen. De spoorzone is in drie delen opgedeeld, namelijk de delen industrie, stationsomgeving en lingehoven. Spoorzone industrie Tussen de Provincialeweg (N834) en het NS-station wordt hoofdzakelijk ruimte geboden aan bedrijvigheid en industrie. Deze bedrijfsmatige ontwikkeling is reeds voor de Tweede Wereldoorlog in gang gezet. Wat destijds is begonnen als een industriegebied aan de rand van de stad, ligt nu midden in Tiel. Het gebied is verouderd, zowel de bebouwing als de openbare ruimte, en in zichzelf gekeerd. Er is gewoekerd met beschikbare ruimte en daardoor doet het gebied leeg en statisch aan. De bouwvolumes worden gekenmerkt door eenvoud in vormgeving, sobere afwerking en wisselend formaat. Als een groene enclave ligt midden in het bedrijventerrein de Algemene Begraafplaats. Spoorzone stationsomgeving Tussen de oude stad en het station ligt een kleine woonwijk tussen de Mr. Thorbeckestraat, de Stationsstraat en de Prinses Beatrixlaan. Het wijkje heeft een fraaie formele stedenbouwkundige structuur met een centrale ligging voor het stationsgebouw. De wegen Stationsstraat, Stationsweg en Lingedijk vormen daarbij historische routes met statige individuele panden. Tussen de Stationsweg en de Dr. Schaepmanstraat is sprake van linten lage, aaneengebouwde arbeiderswoningen uit de periode rond 1900 ( Tielse huisjes ). De bebouwing tussen de Pinses Beatrixlaan en de Dr. Schaepmanstraat omvat doorgaans twee lagen met een kap, waarbij de vormgeving van de bouwblokken als eenvoudig en sober is te karakteriseren. De kwaliteit van het gebied is dat het een goed vormgegeven verbinding tussen het station en het stadscentrum vormt. Dit is te danken aan de stedenbouwkundige structuur en de vormgeving van de openbare ruimte en bebouwing. Spoorzone lingehoven Het gebied Lingehoven, tussen de Stationsstraat en de Kijkuit, kenmerkt zich door een pluriforme uitstraling. Centraal in het gebied ligt de oude stroom de Doode Linge. De randen van dit deelgebied worden gevormd door de lintbebouwing langs de uitvalswegen de Lingedijk en de Kijkuit, waarbinnen voornoemde Tielse huisjes zijn terug te vinden. Het middengebied is een samenspel van kleine bedrijfjes, woningbouw, begraafplaatsen en weiden. De verdichting van de lintbebouwing is hier nooit helemaal voltooid. Door de ontwikkelingsgeschiedenis van het gebied heeft het een gefragmenteerde structuur zonder doorlopende verbindingen. Het gebied is in zichzelf gekeerd. Door de ligging nabij het centrum, het aanwezige groen (Doode Linge en een joodse begraafplaats) en waardevolle bebouwing is de potentie van het gebied echter hoog. 10

15 Bloemenbuurt - Burgemeesterswijk De Bloemenbuurt is ontwikkeld vanaf de jaren 30 tot circa 1960 en ligt ten noorden van de Burgemeester Cambier van Nootenlaan. Centraal in de buurt ligt het Leliepark. Dit park draagt in hoge mate bij aan de kwaliteit van de buurt. Andere kwaliteiten zijn het kleinschalige karakter, het aanwezige groen in een deel van de straten, de nabijheid van scholen en voorzieningen en enkele karakteristieke gebouwensembles. In het noorden van de Bloemenbuurt, langs de Papesteeg, is sprake van een historische lintbebouwing. Een deel van de straten, zoals de Dahlia- en Tulpstraat, heeft daarentegen juist een stenig karakter door het ontbreken van voortuinen en beplanting. De bebouwing heeft de kenmerken van een eenvoudige blokverkaveling bestaande uit doorgaans twee lagen met een kap. Het parkeren is een aandachtspunt in deze straten. De Burgemeesterswijk, ten zuiden van de Burgemeester Cambier van Nootenlaan, is gebouwd in de jaren 60. Het is een klein wijkje bestaand uit met name rijwoningen en portiekflats. De stedenbouwkundige structuur heeft kenmerkende elementen uit de jaren 60, zoals het gebruik van een stempelverkaveling en het grote aandeel openbaar (snipper)groen. Het straatprofiel heeft hier baat bij, de functionaliteit van het openbaar groen is echter niet groot. De architectonische kwaliteit van de woningen is beperkt. Dit geldt met name voor de portiekflats. Tussen Bloemenbuurt/Burgemeesterswijk en Teisterbantlaan ligt een cluster met kantoren, scholen en voorzieningen. Het gebied is gedurende een langere periode tot ontwikkeling gekomen. De gebouwen zijn als losse objecten in de ruimte geplaatst. Er is dan ook geen sprake van een duidelijke structuur. De maat en schaal van de bebouwing varieert en wijkt sterk af van zijn omgeving. Stedenbouwkundig is er nauwelijks aansluiting bij de omringende wijken of de Teisterbantlaan Hertogenwijk De Hertogenwijk is in de jaren 60 gebouwd. De Hertogenwijk ligt tussen de Nieuwe Tielseweg en de Ophemertsedijk. De wijk heeft, met name in het westen, een hoog aandeel huurwoningen in de vorm van rijwoningen of flats. De woningen hebben een eenvoudige hoofdmassa en zijn veelal sober voor wat betreft detaillering en materiaalen kleurkeuze. Kenmerkend voor de wijk is de grote variëteit aan culturen. De Hertogenwijk heeft een aantal buurtvoorzieningen, zoals een klein buurtcentrum, een supermarkt en een Moluks religieus centrum. Een deel van de Hertogenwijk functioneert als Molukse buurt. Het gaat daarbij om het gebied tussen de Diderik Vijghstraat en de Jelis van Riemsdijklaan. Tussen de Hertog Reinaldlaan en de Jonge Schutskooilaan wordt momenteel gebouwd. Deze zone kent een gemengd programma, zoals wonen, scholen, maatschappelijke functies, deels in hogere bouw. 11

16 De kwaliteit van de Hertogenwijk wordt met name bepaald door de ligging. De wijk ligt immers vlakbij het centrum van Tiel en de groene uitloopgebieden langs de Waal en het Inundatiekanaal. De stedenbouwkundige structuur van de wijk met straten die uitkomen op de brede groene dijkzone is waardevol. Daarnaast biedt de wijk ruimte aan het stadspark Kleine Plantage en zijn er verspreid diverse voorzieningen aanwezig. Er is tevens een aantal aandachtspunten te benoemen voor de wijk. Het betreft onder andere de redelijk eenzijdige woningvoorraad en de veelal lage architectonische kwaliteit. Daarnaast zijn veel van de woningen verouderd en verkeert de openbare ruimte op veel plekken in een slechte staat Omgeving Tielerwaardlaan Tussen de Nieuwe Tielseweg, Teisterbantlaan en het industriegebied Spoorzone ligt een woonwijk, gebouwd in de jaren 70 van de vorige eeuw. De buurt wordt gekenmerkt door relatief veel huurwoningen en woningen in flats en heeft een eenzijdig woningaanbod. De stedenbouwkundige structuur is rationeel. De heldere stedenbouwkundige structuur en de ligging tussen groen en water zijn de pluspunten van deze wijk. Recentelijk is de buurt gerenoveerd. Het gaat daarbij om het opknappen, slopen en herbouwen van woningen en de aanpak van de openbare ruimte Wadenoijenlaan Oost en West Deze wijken bevinden zich tussen het Inundatiekanaal, de Nieuwe Tielse Weg en het spoor en zijn overwegend gebouwd in de jaren 70. Er is sprake van een relatief groot aandeel huurwoningen, deels in de vorm van flats. De Wadenoijenlaan is de ruggegraat van de wijk en de route richting het centrum van Tiel. De fietsroute langs het Inundatiekanaal is ook een belangrijke verbinding richting het centrum. De nabijheid van grote groen- en waterstructuren is een kwaliteit van dit gebied. In de directe woonomgeving is veel groen en in de meeste straten staan laanbomen. Daarnaast zijn er veel voorzieningen in de wijk, zoals sport- en winkelvoorzieningen en scholen. Naast kwaliteitspunten is er tevens een aantal aandachtspunten te benoemen voor deze wijk. Zo kan de ruimtelijke relatie tussen de woonwijk en de kanaalzone worden verbeterd en verdient het opheffen van de geïsoleerde ligging, als gevolg van grote infrastructurele elementen, van met name het westelijk deel van de woonwijk aandacht. Daarnaast zijn delen van de woningvoorraad en de openbare ruimte bouwkundig en functioneel verouderd. 12

17 2.3.2 Groen- en waterstructuur Groen en water zijn belangrijk voor de leefbaarheid van de stad. Daarnaast is een goed waterbeheer van belang. De aanwezigheid en kwaliteit van groen en water in Tiel West varieert. De meest relevante groen- en waterstructuren en -elementen zijn in onderstaande afbeelding aangeduid. Er is onderscheid te maken in groen en water op een diverse schaalniveaus. Tiel West heeft allereerst een aantal groen- en waterstructuren met een essentieel belang voor het hogere schaalniveau. Het gaat daarbij in ieder geval om de Waal en het Inundatiekanaal, die de zuidelijke begrenzing van de Tiel West vormen. Het Inundatiekanaal is aan het eind van de 19e eeuw aangelegd. Het Inundatiekanaal had daarbij als doel het voeden van de Hollandse waterlinie in tijden van oorlog. Het kanaal is vanwege de cultuurhistorische waarde als onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie aangewezen als rijksmonument. Het kanaal heeft nu met name kwaliteit als een lineaire structuur in oost-west richting. De aangrenzende wijken profiteren nog onvoldoende van de aanwezigheid en schoonheid van deze structuur en van de Waal. Daarnaast is in dit kader de Doode Linge van belang. De Doode Linge is in het verleden van groot belang geweest voor de ontwikkeling van Tiel. In de bloeiperiode van Tiel lag de koopliedenwijk aan de Doode Linge. In de loop der tijden is de Doode Linge verworden tot een kleine stroom en met name tijdens de eerste stadsuitbreidingen (tussen 1944 en 1960) heeft de Doode Linge een ondergeschikte rol gekregen. Dit is terug te zien in het gebied tussen de Lingedijk en de Kijkuit, waar de waterloop met name aan achterkanten en parkeerplaatsen grenst. In het plangebied Tiel West zijn daarnaast groen- en waterelementen met een belang op wijkniveau te benoemen. Het betreft allereerst het stadspark Kleine Plantage in het oosten van het plangebied. Het park en haar omgeving kennen een lange historie, waarbij het park gedeeltelijk is bebouwd. Het overgebleven gebied is daardoor enigszins versnipperd en grenst veelal aan achterkanten van bebouwing. Daarnaast zijn drie grote begraafplaatsen in het plangebied aanwezig, aan de Papesteeg, ten westen van de Lingedijk en de Joodse begraafplaats nabij Oostendorp. Deze begraafplaatsen vormen grote, groene ruimten in de stad en omvatten veelal volwassen beplanting. Tevens vormen sportvelden groene locaties in de wijk. Het betreft het sportveld van het RSG Lingecollege, tussen de Nieuwe Tielseweg en de Bloemenbuurt, en het sportpark de Ridderweide in de oksel van het Inundatiekanaal en de spoorlijn. De sportlocaties beslaan veelal een grote ruimte. Door het ontbreken van een openbaar karakter hebben de locaties niet direct een groene functie voor de wijk. Voorts bepaalt de begeleiding met groen en water langs de belangrijke stads- en wijkontsluitingswegen voor velen het aangezicht van Tiel West. Het betreft onder andere de Nieuwe Tielseweg en de Teisterbantlaan. Deze lange wegen laten zich op verschillende manieren zien, bepaald door het al dan niet aanwezig zijn van waterlopen en beplanting. Het profiel van de wegen is op diverse locaties voor verbetering vatbaar. Tot slot zijn er nog relevante groen- en waterelementen te onderscheiden met een belang op hoofdzakelijk het lokale buurtniveau. Het betreft allereerst het buurtpark Leliepark tussen de Anjerstraat en de Leliestraat. Dit park ligt zeer centraal tussen de Bloemenbuurt en de Burgemeesterswijk en is van hoge waarde voor de stedenbouwkundige structuur van deze buurten. 13

18 Daarnaast kenmerken de uitbreidingswijken uit de jaren 60, 70 en 80 zich door een groene woonomgeving. Er zijn destijds nieuwe verkavelingen geïntroduceerd, waarbij getracht is het groen op een speelse manier door de wijken te halen. De gebruiksmogelijkheden van dit groen zijn door de versnippering beperkt. Ter hoogte van de bocht in de Provincialeweg (N834) is recentelijk een waterpark aangelegd. bestaande en gewenste groen en waterstructuren in Tiel West bron: Gebiedsvisie Tiel -West, SAB Arnhem B.V Verkeersstructuur Routes en verkeersverbindingen zijn belangrijk voor het functioneren van de stad. Ze zijn bepalend voor de bereikbaarheid en de samenhang in een gebied. Daarnaast zijn de routes van belang voor de beleving van de stad. Routes kunnen zowel voor autoverkeer als langzaam verkeer zijn. Routes voor doorgaand verkeer hebben invloed op hun omgeving. Door een goede inpassing moeten eventuele negatieve effecten voorkomen worden. De meest relevante routes in Tiel West zijn de volgende: Teisterbantlaan - Papesteeg - Prinses Beatrixlaan. Een belangrijke ontsluiting van het centrum. De Teisterbantlaan maakt daarbij onderdeel uit van een route voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. De Provincialeweg - Nieuwe Tielseweg. Een belangrijke ontsluiting van het centrum van Tiel en één van in totaal slechts twee uitvalswegen richting de snelweg A15. De Wadenoijenlaan. Deze weg vormt de ruggegraat voor de woonwijken ten zuiden van de Nieuwe Tielseweg. De Wadenoijenlaan loopt aan beide uiteinden dood. In het deelgebied Wadenoijenlaan West stopt de route bij het sportpark Ridderweide. In het deelgebied Hertogenwijk is ervoor gekozen de doorgaande route richting het centrum te knippen. 14

19 De fietsroute die langs het Inundatiekanaal en over de Ophemertsedijk richting het centrum loopt. De Brugstraat als één van de belangrijkste ontsluitingen van het centrum van Tiel voor langzaam verkeer. Opvallend is dat deze relevante routes allen routes in oost-west richting naar het centrum betreffen. Om het netwerk optimaal te kunnen benutten zijn uiteraard ook noordzuid verbindingen van belang. De volgende noord-zuid verbindingen vervullen deze rol en verdienen veelal aandacht voor wat betreft verbetering van hun profiel: Heiligestraat-Hertog Reinaldlaan. Deze route verbindt de Hertogenwijk met het station en aan deze route liggen een school (RSG Lingecollege) en maatschappelijke en sociale voorzieningen langs de Hertog Reinaldlaan. Teisterbantlaan. De Teisterbantlaan is een belangrijke route naar het station en ontsluit het scholencluster. De Teisterbantlaan is geen doorgaande route, het verbindt de Nieuwe Tielseweg met de Papesteeg. (Verlengde) Waardenburglaan; De Waardenburglaan verbindt Tiel West met de nieuwe wijk Passewaay en is een belangrijke ontsluiting voor het woongebied Tielerwaardlaan e.o. Voornoemde relevante routes en verbindingswegen zijn op onderstaande afbeelding aangeduid. bestaande en gewenste wegenstructuur Tiel West bron: Gebiedsvisie Tiel-West, SAB Arnhem B.V. 15

20 2.4 Geldende planologische situatie Voorliggend bestemmingsplanplan herziet (soms gedeeltelijk) de bestemmingsplannen die van kracht zijn in het plangebied alsmede alle partiële herzieningen en wijzigingen. Het betreffen de volgende bestemmingsplannen: Naam bestemmingsplan Vastgesteld Goedgekeurd Uitbreidingsplan Tiel West 1 Partiële herziening 1964 nr. 4 Gewijzigde voorschriften West II B West II A 1975 Gewijzigde voorschriften West 1982 nr West 1985 Garage Mulders West II B 1987 nr. 1 Batouwe West I 1988 nr. 1 Septerterrein West I 1988/2 Torbeckerstraat Waardenburglaan West II Eststraat Tiel West Leliestraat Hertogenwijk Hertogenwijk Bellevue-Kwelkade Maurikstraat e.o GGD-Kantoor Teisterbantlaan Tiel West Rio-Vahstal terrein Tiel West Rio-Vahstal terrein correctieve herziening Groenendaal Rauwenhof-Zuid Uitbreidingsplan Tiel herziening Uitbreidingsplan Tiel-centrum partiële herziening 1964 nr. 3 Binnenstad 1975 nr. 1 Gewijzigde voorschriften Binnenstad Adamshof Hogeweidseweg Binnenstad Buitengebied Buitengebied 1983 Gewijzigde voorschriften Passewaay Hoofdontsluiting Passewaay-Wijkpark Passewaay Tweede hoofdontsluiting incl. taxi/touringcarbedrijf

21 3 Beleidskader 3.1 Rijksbeleid Flora- en faunawet De Flora- en faunawet regelt de bescherming van in het wild voorkomende inheemse planten en dieren. De wet spreekt van activiteiten met een (mogelijk) schadelijk effect op beschermde soorten. De wet spreekt niet van ruimtelijke plannen. Op basis van de onderzoeksplicht Wro en de plicht tot het vaststellen van een uitvoerbaar plan dient echter al bij het maken van een bestemmingsplan beoordeeld te worden of er belemmeringen aanwezig zijn voor de realisatie van het plan. Bij ruimtelijke ontwikkelingen is in veel gevallen een vrijstelling van de verbodsbepalingen uit de Flora-en faunawet van toepassing. Bij de vrijstellingsregeling is de zeldzaamheid van de aangetroffen soort en de ingrijpendheid van de werkzaamheden van belang. Hoe zeldzamer de soort en hoe ingrijpender de activiteit, hoe strikter de regelgeving. De Flora- en fauna wet maakt hiervoor onderscheid in tabel 1, tabel 2 en tabel 3-soorten. Vogels hebben in de Flora- en faunawet een bijzonder status. Alle broedende vogels, hun broedplaatsen en de functionele omgeving van de broedplaatsen zijn beschermd tijdens de broedperiode. Tevens zijn rust- en verblijfplaatsen en de functionele omgeving van een aantal vogelsoorten het hele jaar rond beschermd. Ook zijn er enkele vogelsoorten, die geen direct jaarronde bescherming genieten maar waarbij, door zwaarwegende feiten en ecologische omstandigheden, de nesten wel een jaarronde bescherming krijgen. Ruimtelijke plannen worden, na enkele recente uitspraken van de Raad van State, nu als volgt getoetst: voor tabel 1 soorten geldt bij ruimtelijke ontwikkeling een vrijstelling; voor tabel 2 soorten geldt een vrijstelling mits er een gedragscode aanwezig is; voor tabel 3 soorten is een ontheffing nodig; echter voor bijlage lv soorten (dit is een onderdeel van tabel 3) kan geen ontheffing meer worden verleend op basis van belang 'ruimtelijke ontwikkeling'. voor vogels kan naast voor belang ruimtelijke ontwikkeling ook geen ontheffing meer worden verleend voor belang 'dwingende reden van groot openbaar belang'. De uitspraken hebben geleid tot een nieuwe aanpak van de beoordeling bij ruimtelijke ingrepen. Indien bijlage lv soorten en/of vogels aan de orde zijn, zijn er twee mogelijkheden: Voorkomen van overtreding van de Flora- en faunawet door het treffen van mitigerende maatregelen. Als deze mitigerende maatregelen voldoende zijn, wordt er door LNV een beschikking met daarin de goedkeuring van de maatregelen afgegeven. Indien mitigerende maatregelen niet mogelijk zijn, dient er een ontheffing te worden aangevraagd en volgt er een volledige beoordeling van de ontheffing. 17

22 3.1.2 Natuurbeschermingswet 1998 In de Natuurbeschermingswet 1998 zijn de bepalingen vanuit de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn verwerkt. Bij toetsing aan de Natuurbeschermingswet gaat het om soorten en habitats waarvoor Natura 2000-gebieden zijn aangewezen en instandhoudingdoelstellingen zijn geformuleerd. Het is van belang na te gaan of er een beschermd natuurgebied binnen de invloedsfeer van een plangebied ligt, waardoor er mogelijk sprake is van (significant) negatieve effecten. Indien dit het geval is, dienen de mogelijke effecten van de voorgenomen ingrepen op de instandhoudingdoelstellingen bepaald te worden. Dit kan leiden tot een vergunningplicht op grond van de Natuurbeschermingswet, middels een verstorings- en verslechteringstoets bij negatieve effecten en een passende beoordeling wanneer er significant negatieve effecten verwacht worden Ecologische Hoofdstructuur Gebieden kunnen ook onderdeel uitmaken van de Ecologische Hoofdstructuur. (EHS) Dit kunnen (gedeeltelijk) dezelfde gebieden zijn als de Natura 2000-gebieden, maar het kunnen ook andere gebieden zijn. Het hoofddoel van het ruimtelijk beleid voor de EHS is het bijdragen aan een samenhangend netwerk van kwalitatief hoogwaardige natuurgebieden en natuurrijke cultuurlandschappen. Het ruimtelijke beleid, vastgelegd in de provinciale streekplannen, is gericht op behoud, herstel en ontwikkeling van de wezenlijke kenmerken en waarden van de EHS. Nieuwe plannen, projecten of handelingen binnen de EHS zijn niet toegestaan als deze de wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied significant aantasten, tenzij er geen reële alternatieven zijn én er sprake is van redenen van groot openbaar belang Verwerking in het bestemmingsplan In het plangebied zijn geen gebieden aanwezig die behoren tot Natura 2000-gebieden of de EHS. In hoofdstuk 5 heeft een nadere toets van de ontwikkelingslocaties aan de natuurwetgeving plaatsgevonden. 3.2 Provinciaal beleid Streekplan Gelderland 2005 Het ruimtelijk beleid van de provincie Gelderland tot 2015 is vastgelegd in het streekplan Gelderland Met de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening per 1 juli 2008 heeft het streekplan Gelderland 2005 de status van structuurvisie gekregen. Dat betekent dat de inhoud van het streekplan voor de provincie de basis blijft voor haar eigen optreden in de ruimtelijke ordening. Het provinciaal ruimtelijk beleid gaat uit van een tweeledige provinciale hoofdstructuur, waarbij Gelderland enerzijds hoog dynamische functies met een intensieve vorm van ruimtegebruik kent, zoals stedelijke functies en intensieve vormen van recreatie/leisure. Dit deel van de provinciale ruimtelijke hoofdstructuur wordt in de beleids- 18

23 kaart met overwegend rode tinten aangeduid: het rode raamwerk. Anderzijds kent de provincie laag dynamische functies. Deze gebieden zijn kwetsbaar voor intensieve vormen van ruimte gebruik, zoals de ecologische hoofdstructuur (EHS), waardevolle open gebieden en ruimte voor water moet worden gecreëerd. Het provinciaal planologisch beleid is er op gericht deze gebieden te vrijwaren van intensieve gebruiksvormen en wordt ook het groenblauwe raamwerk genoemd. Tiel is gelegen in het bebouwde gebied van het rode raamwerk als zijnde een regionaal centrum. In het provinciaal beleid voor stedelijke ontwikkeling wordt onderscheid gemaakt tussen bestaand bebouwd gebied en stedelijke uitbreiding. Het accent van de provinciale beleidsambities ligt op de vernieuwing en het beheer en onderhoud van bestaand bebouwd gebied. Hiervoor zijn nodig: een verhoging van de kwaliteit van de leefomgeving en openbare ruimte door fysieke aanpassingen; het oplossen en voorkomen van milieuproblemen en -knelpunten door een duurzame planontwikkeling; door kwalitatief woonbeleid bevorderen dat woonmilieus en de kwaliteit van de woningen aansluiten op de vraag van de inwoners van Gelderland; intensivering van het stedelijk grondgebruik, maar wel met behoud van karakteristieke elementen en zorgvuldig omgaan met open ruimten daarbinnen; optimalisering van het gebruik van het bestaand bebouwd gebied: meer gebruik van de verticale dimensie (hoogte, diepte) en van de tijdsdimensie (meervoudig gebruik van dezelfde gebouwde ruimte). De provincie acht het bovendien van belang dat bij uitbreiding of herstructurering / transformatie van stedelijk gebied voldoende ruimte wordt gereserveerd voor voorzieningen, speelruimte en ontmoetingsmogelijkheden. Het Gelders kwalitatief woonbeleid richt zich zowel op bestaand bebouwd gebied (herstructurering, transformatie) als op nieuw stedelijk gebied (uitbreiding). Een belangrijk ruimtelijk beleidsaccent is het aanbod aan woningen en woonmilieus dat beter moet aansluiten bij de voorkeuren van bewoners. Om deze reden bevordert de provincie vooral de realisatie van woningen voor ouderen en starters en van de woonmilieus centrumstedelijk en landelijk wonen. Voorts wil de provincie een versnelling bevorderen van de herstructurering en transformatie van bestaand bebouwd gebied, het aanpakken van de stagnerende (nieuwbouw)productie, het vergroten van het aanbod aan levensloopbestendige woningen en wijken en het versterken van verscheidenheid en identiteit. In het streekplan is regiospecifiek beleid weergegeven voor de regio Rivierenland, waar de gemeente Tiel onder valt. De regionale centrumfunctie van Tiel dient te worden voortgezet en versterkt. Tiel zal zich meer profileren als een krachtige en aantrekkelijke stad. Deze centrumfunctie houdt onder meer in dat voorzieningen en werkgelegenheid zijn geconcentreerd in Tiel en dat de stad een opvangtaak heeft voor regionaal woningzoekenden. Teneinde invulling te geven aan de centrumfunctie staat de stad voor een aantal omvangrijke ruimtelijke investeringen. Het accent dient hierbij meer en meer te liggen op herstructurering van bestaand stedelijk gebied. 19

24 3.2.2 Verwerking in het bestemmingsplan Onderhavig bestemmingsplan heeft voor een groot deel van het plangebied een beheersfunctie en daarmee een conserverend karakter. Dit betekent dat ter plaatse de bestaande ruimtelijke en functionele situatie is vastgelegd en wordt behouden. Ontwikkelingen worden niet mogelijk gemaakt. Het provinciaal beleid heeft dan ook geen directe invloed op dit conserverende deel van voorliggend bestemmingsplan. Het bestemmingsplan biedt echter ook de mogelijkheid om enkele plannen en projecten uit de gebiedsvisie Tiel-West te realiseren, zoals beschreven in paragraaf 4.2 van voorliggende toelichting. De voorziene ontwikkelingen hebben, met uitzondering van de voorziene ontwikkeling van sportvoorzieningen in het gebied tussen de Provinciale weg, de Schaarsdijkweg en het spoor, allemaal betrekking op vernieuwing van bestaand bebouwd gebied. Met de binnenstedelijke ontwikkelingen wordt een bijdrage geleverd aan een verhoging van de kwaliteit van de leefomgeving en openbare ruimte. Het betreft met name de ontwikkelingen die tot gevolg hebben dat hinderveroorzakende bedrijvigheid wordt vervangen door een woonfunctie met bijbehorende (maatschappelijke) voorzieningen. De woonfunctie zal daarbij worden afgestemd op de aanwezige woonbehoefte. Het ontwikkelingsgerichte deel van het bestemmingsplan is hiermee in lijn met het provinciaal beleid. De ontwikkelingslocatie van sportvoorzieningen nabij het spoor is op basis van het provinciaal beleid voorzien van de functie multifunctioneel gebied, waarbij eveneens een zoekzone wonen, lage dichtheid is toegekend. Met deze zoekzone is een ruimtelijke reservering gemaakt voor de behoefte aan stedelijke functies, waaronder ook sportvelden en sportaccommodaties. Ook deze ontwikkelingslocatie is hiermee in lijn met provinciaal beleid. Voor de meeste ontwikkelingen moet overigens, ten behoeve van de daadwerkelijke realisatie, te zijner tijd een wijzigingsplan worden opgesteld. Het vigerend provinciaal beleid biedt het kader voor de voorziene ontwikkelingen. Desondanks zal in het betreffende wijzigingsplan de afweging ten aanzien van het dan actuele en geldende provinciaal beleid nogmaals specifiek voor die ontwikkeling worden gemaakt. 3.3 Regionaal beleid Structuurvisie Rivierenland De provincie Gelderland heeft in het kader van het opstellen van het streekplan Gelderland 2015 aan de regio s verzocht een Structuurvisie op te stellen. Voornoemd document betreft het resultaat van dit provinciaal verzoek voor de regio Rivierenland. Met betrekking tot verstedelijking is het Experiment ruimtelijk beleid Rivierenland relevant. Dit experiment betreft een nieuwe systematiek van woningbouw- en bedrijvenprogrammering, waarbij de programma s voor wonen en werken op kwalitatieve criteria zijn gestoeld, zoals landschap, cultuurhistorie, water en natuur. Op basis van de kwaliteiten is een kaart ontwikkeld. Door het trekken van een kwaliteitscontour rondom alle kernen, heeft dit geleid tot een afbakening van het bestaand verstedelijkte gebied en het maximale ruimtebeslag voor het te verstedelijken gebied (zoekgebieden). Het zwaartepunt voor woningbouw en bedrijvigheid ligt bij de grotere kernen, waaronder Tiel. 20

25 Wonen Wat betreft wonen is het Experiment bepalend voor de bouw van woningen tot De kwantitatieve benadering wordt daarbij aan de kant gezet en er wordt ingezet op een kwalitatieve benadering, wat neer komt op de juiste woning op de juiste plaats op het juiste moment. De belangrijkste aandachtspunten voor de regio zijn daarbij: de verhouding tussen het aantal te bouwen huur- en koopwoningen. Een groter aandeel huurwoningen dan in de periode is naar verwachting nodig; meer mogelijkheden creëren voor starters op de huur en koopmarkt; de positie van senioren op de Rivierenlandse woningmarkt, de omvang van deze groep neemt toe; de verhouding tussen het aantal eengezinswoningen en meergezinswoningen; herstructureringsmogelijkheden in de bestaande bouw. Verkeer en vervoer Een goede aansluiting op de ontsluitingswegen van de regio is voor de vijf stedelijke kernen Zaltbommel, Culemborg, Geldermalsen, Tiel en Druten van groot belang in verband met de invloedssferen die de grote steden buiten de regio binnen de regio hebben. Naast het vervoer per auto is ook het openbaar vervoer van belang. Goede openbaar vervoersverbindingen met de omliggende steden zijn essentieel gezien de relaties vanuit de regio met de omliggende steden. Het accent ligt daarbij op de treinverbindingen. Buiten de regio zijn busverbindingen ook belangrijk. De spoorverbindingen en snelnetdiensten vormen de ruggengraat van het openbaar vervoer. De regio wil deze verder versterken om voorzieningen goed bereikbaar te houden. Aansluiting op het Randstadspoor van Geldermalsen en Tiel en een kwalitatieve impuls voor de lijnen Tiel - Arnhem en Geldermalsen Dordrecht kunnen dit nog verder verbeteren. Bereikbaarheid en toegankelijkheid van de stations maken onderdeel van een dergelijke goede verbinding uit. Het verbeteren van de voorzieningen op de huidige grotere stations te Tiel, Culemborg, Zaltbommel en Geldermalsen is een actiepunt. Elementen in de planvorming zullen moeten zijn: het realiseren van goede en voldoende parkeergelegenheden voor fiets en auto, snelle en veilige fietspaden naar de stations toe en goede bewegwijzering. Kwaliteit van het bouwen Het landschap en de natuur nabij steden is erg belangrijk voor de stedelijke bevolking, welke op zoek is naar rust, ruimte en natuur. Deze elementen vormen ook de basis voor een goed woon- en werkmilieu. Om in nieuwe stadswijken goed te kunnen wonen moet worden geïnvesteerd in de kwaliteit van het landschap. Deze investering is ook van belang voor de overgang van de stad naar het landelijk gebied. De stadslandschappen moeten enerzijds een aantrekkelijk woonmilieu bieden en anderzijds zoveel mogelijk aansluiten bij het karakter van de cultuurhistorische kenmerken van de bestaande landschappen, waarin de toekomstige wijken ontwikkeld gaan worden. Dit geldt zowel voor de verkaveling als voor het materiaalgebruik van de te bouwen woningen en de te ontwikkelen bedrijventerreinen. Ook bij herstructurering van bebouwd gebied is voorgaande van toepassing. De gewenste kwalitatieve insteek kan vorm krijgen door het projectmatig opstellen van een kwaliteitsvisie of een beeldkwaliteitsplan. Dit kan vervolgens voor alle bouwactiviteiten een handvat bieden, zodat ook bij grootschalige uitbreidingen en herstructureringen meer ruimtelijke kwaliteit wordt gerealiseerd. 21

26 3.3.2 Verwerking in het bestemmingsplan Onderhavig bestemmingsplan heeft voor een groot deel van het plangebied een beheersfunctie en daarmee een conserverend karakter. Dit betekent dat ter plaatse de bestaande ruimtelijke en functionele situatie is vastgelegd en wordt behouden. Ontwikkelingen worden niet mogelijk gemaakt. Het regionaal beleid heeft dan ook geen directe invloed op dit conserverende deel van voorliggend bestemmingsplan. Uiteraard zijn kleinschalige ontwikkelingen binnen de bestaande functies wel mogelijk. Met deze kleinschalige ontwikkelingen kunnen bijdragen worden geleverd aan enkele regionale beleidsdoelen, waaronder het verbeteren van verbindingen voor langzaam verkeer richting het station. Het bestemmingsplan biedt echter ook de mogelijkheid om enkele plannen en projecten uit de gebiedsvisie Tiel-West te realiseren, zoals beschreven in paragraaf 4.2 van voorliggende toelichting. De voorziene ontwikkelingen hebben allemaal betrekking op het bestaand bebouwd gebied, danwel het zoekgebied voor verstedelijking. Met de binnenstedelijke ontwikkelingen wordt een bijdrage geleverd aan een verhoging van de kwaliteit van de leefomgeving en openbare ruimte. Het betreft met name de ontwikkelingen die tot gevolg hebben dat hinderveroorzakende bedrijvigheid wordt vervangen door een woonfunctie met bijbehorende (maatschappelijke) voorzieningen. De woonfunctie zal daarbij worden afgestemd op de aanwezige woonbehoefte. Bovendien wordt met de ontwikkelingen die vallen onder het Masterplan Stationsgebied een bijdrage geleverd aan het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit, bereikbaarheid en voorzieningen nabij het station. Het ontwikkelingsgerichte deel van het bestemmingsplan is hiermee in lijn met het regionaal beleid. Voor de meeste ontwikkelingen moet overigens, ten behoeve van de daadwerkelijke realisatie, te zijner tijd een wijzigingsplan worden opgesteld. Het vigerend regionaal beleid biedt het kader voor de voorziene ontwikkelingen. Desondanks zal in het betreffende wijzigingsplan de afweging ten aanzien van het dan actuele en geldende regionaal beleid nogmaals specifiek voor die ontwikkeling worden gemaakt. 3.4 Gemeentelijk beleid Structuurvisie Tiel 2030 De structuurvisie omvat een visie op het ruimtelijke beleid voor de periode tot De visie biedt daarmee het ruimtelijk kader voor de toekomstige ontwikkeling van de gemeente en vormt het toetsingskader voor toekomstige bestemmingsplannen. Voor wat betreft wonen geldt het uitgangspunt dat inbreiden voor uitbreiden gaat. De bestaande grootschalig bedrijvenlocatie in het stationsgebied-west is niet houdbaar binnen de stad. Zeker niet als Tiel zich nog verder ontwikkelt in westelijke richting en het gebied daardoor steeds centraler komt te liggen. Op binnenstedelijke locaties zijn relatief hogere (stedelijke) dichtheden voorzien, al dan niet in de vorm van appartementen. Deze dichtheden sluiten aan bij het profiel van Tiel als centrumstad, de vergrijzende bevolking en het streven om jongeren in de stad te houden. Met de voorziene in- en uitbreidingslocaties kan Tiel in voldoende mate voldoen aan de toekomstige vraag en bovendien inspelen op veranderende woonvragen. 22

27 STRUCTUURVISIE TIEL VASTGESTELD 17 februari 2010 PLANKAART 2030 wonen bedrijvigheid verkeer voorzieningen bestaand woongebied bestaand bedrijventerrein bestaande wegenstructuur A15 / hoofdwegen / onderliggend wegennet centrum & wijk- en buurtwinkelcentra voorzieningen en wonen gepland woongebied / geplande stedelijke herstructurering o.b.v. visie wonen & werken herstructureren, revitaliseren en/of intensiveren bestaande bedrijventerreinen Latenstein / Westroijen / Kellen geplande / te herstructureren wegverbinding o.b.v. Mobiliteitsvisie ontwikkeling centrumpoorten Westluidense, Sandwyckse en Burense Poort gepland wonen in het groen o.b.v. Masterplan Waalfront kantorengebied bestaand & te ontwikkelen mogelijke tunnel of brug in autoverbinding (inclusief fiets) mogelijke locatie nieuw/aanvullend centrum Passewaaij nader onderzoek noodzakelijk gepland woongebied o.b.v. structuurvisie mogelijke toekomstige uitbreiding bedrijventerrein Medel in overleg met buurgemeenten zoekgebied nieuwe westelijke ontsluiting Tiel, tussen Linge en Waal o.b.v. Mobiliteitsvisie ontwikkelen wijkgerichte voorzieningen multifunct. centrum Passewaaij / brede school gepland wonen in het groen o.b.v. structuurvisie mogelijke toekomstige functieverandering bedrijventerrein doorgaand autoverkeer weren van Lingedijk na aanleg westelijke ontsluiting ontwikkelen pdv-locaties Kellen & Latenstein geplande lintbebouwing o.b.v. structuurvisie mogelijke nieuwe / uitbouwen bestaande dorpen langs de Linge o.b.v. structuurvisie Waal, Linge & kanaal uitvoering Waalfrontplannen vergroten (recreatieve) gerichtheid op rivier benutten recreatieve potenties uiterwaarden * versterken watergebonden activiteiten rondom Amsterdam-Rijnkanaal optie grootschalige watergebonden bedrijvigheid in overleg met buurgemeenten bestaande fruitteelt * * spoorlijn met station bestaande fietsroute m.u.v. fietspaden langs wegen geplande fietsroute vrijliggend geplande tunnel of brug in fietsverbinding onderzoeken mogelijkheden tweesporigheid Wadenoijen - Tiel & verdubbelen N834 * zorgcluster rond ziekenhuis rivierenland cluster middelbaar onderwijs uitbreiding binnen cluster bestaande buitensportvoorzieningen in en om de stad nieuw concentratiegebied (binnen)sportvoorzieningen ten oosten van Schaarsdijkweg onderzoeken mogelijkheden recreatieve ontwikkeling rond Gat van Mourik ontwikkelen Waalplaat tot multifunctionele stedelijke buitenruimte groen & landschap uitbouwen Linge tot ecologische & recreatieve as nieuwe routes, verbeterd zicht op Linge & tegengaan verrommeling bestaande park- en groengebieden in en om de stad water bebouwingsvrije zones langs de Linge Kapel-Avezaath / De Eng nieuw spoorpark o.b.v. Masterplan Stationsgebied zoekgebied waterberging door nieuw aan te leggen open water Stationsgebied / Schaarsdijkweg vergroten zicht op Linge & uiterwaard verwijderen tweetal fruitpercelen uit uiterwaard Linge Doode Linge prominenter in stad ontwikkelen i.s.m. aangrenzende bouwlocaties / verbreden ontwikkelen parklandschap Passewaaij combinatie van wonen, fruit en groen landschapsbeheer behoud open kom langs Waal en delen Overlinge zoekgebied waterberging door uitbreiden bestaande waterlopen Linge, Doode Linge & Vuadabos calamiteitenberging sportparken Rauwenhof & de Ridderweide NIEUWE GRACHT stedebouw milieu landschap versterken herkenbaarheid Inundatiekanaal uitbreiden langsroutes & inrichting landschapsontwikkeling versterken kleinschaligheid landschap delen Overlinge & Zoelen aandachtsgebied waterberging Tiel-oost, tot aan Doode Linge klimaatdijk Tiel-oost o.b.v. voorkeursscenario Tiel-Oost droger en mooier (aug. 08) aansluiten op omringende landschappen behoud openheid 0 1 km gesloten watersysteem Tiel-Oost met afvoermogelijkheden o.b.v. voorkeursscenario Tiel-Oost droger en mooier (aug. 08) gemeentegrens gevarieerd aanbod, gelijkmatige productie bedrijvigheid concenteren aan oostzijde stad verdeelroute en inprikkers naar centrum bundelen rond verdeelroute en centrum 3 hoofddragers voor groene kwaliteiten investeren in groen en landschap * WONEN BEDRIJVEN VERKEER VOORZIENINGEN GROENE DRAGERS GROEN & LANDSCHAP

28 Tiel staat voor grote opgaven op het gebied van groen en water. Herkenbare groene routes door de stad ontbreken en het fraaie buitengebied rondom Tiel is lastig bereikbaar en wordt daardoor te weinig benut. De strategiekaart zet daarom in op het ontwikkelen van een aantal parkzones en parklandschappen aan de west- en zuidrand van Tiel. Aan de zuidkant kan daarbij worden voortgeborduurd op de plannen voor het Waalfront door het contact met het water te herstellen. De zone tussen Passewaay en de bestaande stad fungeert als een groen scharnierpunt, dat ruimte biedt voor sportvoorzieningen, recreatie en waterberging. Door de Doode Linge in de stad zelf veel prominenter te maken en op te pakken als identiteitsdrager bij verdichtingslocaties kan een aantrekkelijke route worden ontwikkeld van centrum tot Zoelen. In het groengebied tussen Passewaaij en de oude stad ligt een wateropgave. In dit geval gaat het vooral om (piek)waterberging. Combinaties met groen en eventuele andere functies zijn ook hier nadrukkelijk aan de orde. Voor wat betreft water is in het stationsgebied waterberging voorzien door het realiseren van nieuw open water, terwijl langs de (Doode) Linge waterberging door het verbreden van bestaande waterlopen is voorzien. Voor calamiteitenberging is onder andere het sportpark aangewezen als onderzoekslocatie. Verspreid over de gemeente zijn zes wijkwinkelcentra te vinden. De inzet is deze centra zo veel mogelijk te behouden, aangezien ze een belangrijke drager vormen voor de kwaliteit van de verschillende Tielse buurten. Een eventuele nieuwe regionale voorziening op het gebied van onderwijs of zorg zou een goede aanjager kunnen zijn voor de ontwikkeling van het stationsgebied-west. Dit sluit aan bij de reeds aanwezige concentratie van dergelijke voorzieningen ten westen van het centrum. Rondom het centrum worden (gebouwde) parkeervoorzieningen gerealiseerd, gekoppeld aan de toekomstige poorten naar het centrum. Op het gebied van openbaar vervoer moeten de mogelijkheden van capaciteitsuitbreiding van het spoor tussen Tiel en Geldermalsen worden onderzocht. De voorgaande afwegingen en keuzes voor de toekomstige ruimtelijke ontwikkeling op hoofdlijnen voor Tiel, zijn op de Strategiekaart samengebracht. Deze kaart legt de grondslag voor de verdere uitwerking van de structuurvisie en de opdeling in een serie afzonderlijke projecten. Deze strategiekaart is op de voorgaande pagina weergegeven. Binnen de gemeente kunnen voor de periode tot integrale ontwikkelingsgebieden worden onderscheiden. De stedelijke ontwikkelingsgebieden Waalfront, Centrum & poorten, Stationsgebied en Tiel West, en de groen&watergebieden Doode Linge en Inundatiekanaal maken onderdeel uit van het plangebied Tiel West en zijn daarom voor onderhavig plan van belang. 1. Waalfront; het doel is de relatie tussen de stad en de rivier te versterken (Masterplan Waalfront). 2. Rond het Tielse centrum worden in de komende jaren drie poorten ontwikkeld. Voor het plangebied zijn de boodschappenpoort (Burensepoort) en de cultuurpoort (Westluidense poort) relevant. Met het ontwikkelen van deze poorten worden twee doelen bereikt, namelijk voorzieningen opnemen die te groot(schalig) zijn om in het centrum zelf te huisvesten, waarmee de aantrekkingskracht van het Tielse centrum wordt vergroot, en het verbeteren van de bereikbaarheid van het centrum. 24

29 De poorten vormen namelijk de beëindiging van de inprikkers voor autoverkeer. Binnen de poorten worden voldoende parkeergelegenheid gerealiseerd. 3. Op de voormalige bedrijfslocaties bij het stationsgebied verrijst een nieuwe woonbuurt, die de entree van Tiel vanaf het station een nieuw aanzien zal geven. Naast woningbouw en de aanleg van spoorpark als nieuw stadspark, biedt het stationsgebied ruimte aan een tweetal nieuwe inprikkers voor autoverkeer. 4. Ten aanzien van het bedrijventerrein Papesteeg, met hinder veroorzakende bedrijvigheid, wordt voor de korte termijn wordt ingezet op het opheffen van de barrièrewerking van het gebied. Dit gebeurt door de aanleg van een nieuwe verbinding voor fietsers en voetgangers en de nieuwe westelijke inprikker voor autoverkeer. Voor de lange termijn wordt ingezet op functieverandering, waaronder woningbouw, een spoorpark en eventueel mogelijkheden voor het huisvesten van een (nieuwe) onderwijsinstelling. 5. Hoewel Tiel ooit is ontstaan aan de Linge is daar momenteel nauwelijks nog een spoor van terug te vinden in de stad. De hoofdstroom heeft zich lang geleden verlegd van de Linge naar de Waal. De watergang die rest betreft de Doode Linge. De Doode Linge zal een prominentere plaats krijgen in Tiel. De Doode Linge kan worden benut als stedelijke groenstructuur en daarmee een onderdeel vormen van een recreatieve route richting Zoelen. Bovendien liggen langs de Doode Linge verschillende inbreidingslocaties. Een verbrede Doode Linge zou een prachtige identiteitsdrager vormen bij de ontwikkeling van deze gebieden. Tot slot kan de Doode Linge wellicht worden ingezet als oplossing voor de waterproblematiek in Tiel-oost. Het afvoeren van overtollig water uit Tiel-oost via een verbrede Doode Linge lijkt kansrijk. 6. Het Inundatiekanaal vormt een belangrijke historische structuur binnen Tiel. Het vormt een recreatieve verbinding tussen Linge en Waal. Ingezet wordt op het verder benutten van de potenties van deze verbinding door een eenduidige inrichting van het groen en door het uitbreiden van de routes langs het kanaal Tielse woonvisie De ambitie van de woonvisie is dat alle inwoners goed in Tiel kunnen wonen in een door hen gewenste woning en omgeving binnen hun financiële mogelijkheden. Hiertoe zijn de volgende hoofddoelen geformuleerd: Doorstroming vergroten in zowel de huur- als koopsector en onderling. Een kwaliteitssprong in de woningvoorraad voor huishoudens met hoge én lage inkomens. Het waarborgen van de huisvesting van de huishoudens met lage inkomens. De doelen van de visie kunnen worden bereikt door via de bestaande voorraad meer kwaliteit te realiseren en via nieuwbouw meer gericht, gedifferentieerd en kwalitatief goed aanbod te creëren. Voor wat betreft nieuwbouw wordt de realisatie van betaalbare huurwoningen voor ouderen waarbij zorg op maat aan huis mogelijk is gewenst geacht. Daarnaast is de realisatie van betaalbare en duurdere woningen voor huishoudens met een midden of hoger inkomen noodzakelijk. 25

30 3.4.3 Detailhandelsnota De doelstelling van deze nota is het waarborgen en versterken van de rol van Tiel als koopcentrum voor Tiel en de regio Rivierenland. Het historische centrum van Tiel met veel winkelvoorzieningen vervult hierin een belangrijke rol. Waar nodig en waar ruimte is moet ook in de buurt- en wijkwinkelcentra geïnvesteerd worden. De prioriteit ligt bij het behoud en versterking van de huidige winkelvoorzieningenstructuur in Tiel. Nieuwe ontwikkelingen op het gebied van detailhandel moeten hier een bijdrage aan leveren. Voor het plangebied is het winkelcentrum Kwadrant van belang. De doelstellingen voor het winkelaanbod aan dagelijkse artikelen in Tiel zijn behoud van winkelvoorzieningen dicht bij de consument, het versterken van de wijk- en buurtwinkelcentra en een evenwichtige spreiding over de stad. Het aanbod in de buurt- en wijkwinkelcentra moet gericht zijn op de inwoners van de eigen wijk en omliggende wijken. Aanbod met een duidelijk wijkoverstijgende functie in de niet-dagelijkse sector hoort voor het recreatief winkelen in het centrum van Tiel thuis. De winkelcentra moeten goed bereikbaar zijn en er moeten voldoende parkeerplaatsen aanwezig zijn. Volgens de huidige detailhandelsnota is er tot 2015 in Tiel marktruimte voor uitbreiding van de dagelijkse artikelen aanwezig van circa 700 m2 à m2 VVO. Gelet op de actuele ontwikkelingen in de supermarktbranche en de kleinschaligheid van de supermarkten in Tiel ligt de nadruk op schaalvergroting van de bestaande supermarkten. Het winkelcentrum Kwadrant ligt in het plangebied, op de hoek Nieuwe Tielseweg en Waardenburglaan. Het winkelcentrum kenmerkt zich door de geringe schaalgrootte, het ontbreken van fysieke uitbreidingsruimte en de geringe parkeercapaciteit. Voor het creëren van fysieke uitbreidingsmogelijkheden en vergroten van de parkeercapaciteit zijn rigoureuze en vergaande ingrepen noodzakelijk. Uitbreiding van dit winkelgebied heeft direct zijn weerslag op het functioneren van het winkelcentrum Passewaaij. Versterking van zowel winkelcentrum Kwadrant als Passewaaij levert daarentegen een fors winkelaanbod op aan de westzijde van Tiel, waardoor er weinig marktruimte overblijft voor eventuele uitbreiding van andere supermarkten in Tiel. Door het verdwijnen van winkels in de winkelvoorziening aan de Kwelkade is dit een solitaire vestiging van de Aldi Supermarkt geworden. In het Masterplan Waalfont is de wens opgenomen om hier woningbouw te realiseren. Bij een eventuele verplaatsing dient aansluiting te worden gezocht bij andere winkelvoorzieningen Bouw mee aan de toekomst van Tiel, Tiels stedelijk ontwikkelingsbeleid (TSOB III) In dit beleid staat de aanpak van stedelijke vraagstukken centraal. Naast de majeure nieuwbouwprojecten Waalfont en Stationsomgeving vraagt de wijkaanpak in onder andere Tiel West urgentie. De wijkaanpak richt zich op het vergroten van leefbaarheid, realisatie van vitale voorzieningen en het versterken van sociale structuur en cohesie. Hiertoe is onder andere de ontwikkeling van de Hertenkamp tot een wijkpark relevant. Daarnaast zullen het winkelgebied Hertogenwijk, de flatgebouwen aan de Diderik Vijghstraat en een aantal wooncomplexen (Wadenoijenlaan, De Batauwe) worden gerenoveerd en het woonzorgcomplex Vier Gravinnen worden opgeleverd. Tot slot staat behoud van voorzieningen centraal. 26

31 3.4.5 Mobiliteitsvisie Tiel Tiel ontwikkelt zich tot een stad met een regionale functie. Hiertoe staan diverse ruimtelijke en economische projecten (zoals Waalfront, Stationsomgeving, de ontwikkeling en de uitbreiding van Medel) op stapel, die een groeiende mobiliteitsbehoefte tot gevolg hebben. De mobiliteitsvisie Tiel beschrijft hoe het best in deze mobiliteitsbehoefte kan worden voorzien. Negatieve effecten van het autoverkeer, in de vorm van luchtvervuiling, geluidsoverlast, barrièrewerking van hoofdroutes en verkeersonveiligheid, worden waar mogelijk teruggedrongen. Het gebruik van fiets en openbaar vervoer wordt gestimuleerd als alternatief voor de auto. De volgende structuuringrepen zijn van belang voor het plangebied: Een nieuwe parallelle route langs het spoor tussen de Provinciale weg en de Westroijensestraat ten behoeve van ontsluiting van de Stationsomgeving. Het afwaarderen van de Teisterbantlaan, hetgeen mogelijk is als gevolg van voornoemde nieuwe parallelweg langs het spoor. Hoofdroutes naar de binnenstad laten aansluiten op parkeervoorzieningen in de poorten rond de binnenstad. De realisatie van een fijnmazig netwerk van fietsroutes en vrijliggend fietspad langs Teisterbantlaan Hoogbouwvisie Tiel kent hoofdzakelijk laagbouw (1 tot 3 bouwlagen) en enige middelhoogbouw (4 tot 6 bouwlagen). In Tiel West is een lichte concentratie van middelhoogbouw aanwezig. Echte hoogbouw, meer dan 6 bouwlagen, is zeer beperkt aanwezig. Binnen het plangebied zijn de volgende zoekgebieden voor hoogbouw aanwezig: Stationsgebied. In het kerngebied van de stationslocaties, ten westen van het station in een zone parallel aan het spoor, past hoogbouw in geconcentreerde vorm tot een hoogte van 30 tot 40 meter. Een sterke interne ruimtelijke samenhang is gewenst. Aan weerszijden van het hoogbouwcluster is ruimte voor middelhoogbouw tot 18 meter hoogte, die het stationsgebied aanhecht aan omliggende gebieden. Stadsentrees. Voorgesteld wordt om stadsentrees vanuit het buitengebied te markeren met behulp van middelhoogbouw en wel ter plaatse van de kruising Provinciale Weg en Waardenburglaan tot 18 m hoogte. Daarnaast kan met behulp van middelhoogbouw de route naar het centrum worden versterkt. Ring van inbreidingslocaties. In deze zone is versnippering aanwezig, doordat grootschalige stedelijke functies zijn verdwenen. Door middel van bouwhoogtes tussen 2 en 8 lagen kan de structuur worden hersteld. Deze bebouwing is onder andere op diverse locaties in de Hertogenwijk, nabij de Nieuwe Tielseweg en nabij de Dode Linge voorzien. Flanken aan de Waal. Aan weerzijden van de binnenstad wordt op de flanken langs de Waal slanke hoogbouw geschikt geacht, met een hoogte van maximaal 30 meter. 27

32 3.4.7 Groenstructuurplan Dit plan maakt gemeentelijke (groen)ambities, potentiële ontwikkelingsgebieden en het belang van landschappelijke inpasbaarheid tot circa 2015 zichtbaar. De onderliggende gedachte achter de visie op de stedelijke ontwikkeling en de hoofdgroenstructuur is geformuleerd als Zichtbaar landschap, leesbare stad. Wanneer het landschap zichtbaar wordt gemaakt, zowel vanuit de stad naar landschap, als in het volgen van landschappelijke structuren bij de ontwikkeling van de stad, als in de stad zelf, wordt de stad leesbaarder en daarmee logischer. Voorgaande wordt vertaald naar de volgende uitgangspunten: Landschappelijke structuur als basis voor ontwikkelingen. Het benutten van landschappelijke waarden en relaties. Infrastructuur als visitekaartje. Versterken interne structuur. Voor het plangebied Tiel West wordt een uitwerking van de Doode Linge als landschappelijk element van belang geacht, waarbij aandacht moet worden geschonken aan recreatieve, ecologische en cultuurhistorische waarden. Daarnaast dient het Inundatiekanaal nadrukkelijker te worden gerelateerd aan de stad en moeten ecologische, recreatieve en cultuurhistorische waarden worden versterkt. Ten aanzien van de spoorzone wordt de ontwikkeling van een parkgebied relevant geacht. Het betreft hoogwaardige openbare ruimte met een gedeeltelijk groene invulling. Tot slot wordt de Teisterbantlaan als groene voorzieningen-as benoemd Milieuvisie In de Milieuvisie is aangegeven wat de milieudoelstellingen van de gemeente voor deze periode zijn. De visie valt in twee delen uiteen. Het eerste deel geeft een doelstelling voor 2020 per milieuthema aan. Het tweede deel omschrijft de gewenste milieukwaliteit die bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen wordt nagestreefd. Daarbij is de gewenste milieukwaliteit afgestemd op het gebiedstype. Omdat de milieukwaliteit in Tiel op veel plaatsen wezenlijk beter is dan de wettelijke milieunormen aangeven, is het tenminste behouden van deze kwaliteit uitgangspunt in de Milieuvisie. Voor de ontwikkellocaties in het plangebied Tiel West geldt over het algemeen het gebiedstype Groenstedelijk wonen. De bijbehorende na te streven milieukwaliteit zoals gedefinieerd voor onder andere de thema's geluid, luchtkwaliteit en bodem kan consequenties hebben voor het ontwerp en de inrichting van deze ruimtelijke projecten. De milieukwaliteit, die als inspanningsverplichting geldt, is weergegeven als Niveau Tiel in de navolgende tabel. 28

33 Milieukwaliteitsprofiel Groenstedelijk wonen Daarnaast moet voorkomen worden dat nieuwe ontwikkelingen, zoals aanpassing van de wegenstructuur, een negatief effect hebben op de milieukwaliteit in de te conserveren gebieden Klimaatbeleidsplan In het Klimaatbeleidsplan zijn de volgende doelstellingen opgenomen: stabilisatie van de CO 2 -uitstoot op het niveau van % van de lokale energiebehoefte wordt in 2020 duurzaam opgewekt. Deze doelstellingen zijn gebaseerd op de doorrekening van kansrijke maatregelen. Voor het gebied Tiel West liggen grote kansen voor de realisatie van energiezuinige woning- en utiliteitsbouw op de ontwikkellocaties uit het masterplan Stationsgebied (zie energiescan Stationsgebied). Voor de nieuwbouw van onderwijsinstellingen, zoals voorzien langs de Teisterbantlaan, geldt op grond van het klimaatbeleidsplan ook een hoge energie-ambitie. Voor de bestaande bebouwde omgeving is duurzaam renoveren een kansrijke maatregel om bij te dragen aan de klimaatdoelstellingen. 29

34 Integraal huisvestingsplan onderwijsaccommodaties Dit plan biedt een basis voor de besluitvorming over de te volgen koers op het gebied van onderwijshuisvesting, met name van basis en speciaal onderwijs. Er is sprake van omvangrijke huisvestingsproblematiek bij de Cambier van Nootenschool (Burgemeester Schullstraat 2). Inmiddels wordt onderzoek gedaan naar nieuwbouw van de Cambier van Nootenschool aan de Rivierenlandlaan. Dit is echter buiten de grenzen van dit plangebied Beleidsnota recreatie en toerisme Deze nota bevat een toeristisch-recreatieve visie voor de gemeente Tiel voor de periode /2015. In de visie staan het waterrijke karakter van de stad, de binnenstad en het fraaie groene buitengebied centraal. Voor het plangebied Tiel West wordt het versterken van de recreatiefunctie langs het Inundatiekanaal, bijvoorbeeld in de vorm van een wandelroute, van belang geacht. Het gebied ten zuidoosten van de Ophemertsedijk maakt onderdeel uit van een belangrijke recreatieve groenstructuur. Op langere termijn kunnen de dijken van de Doode Linge fungeren als een groene wandel- en fietsroute vanuit en naar de kern Tiel Sportbeleid gemeente Tiel De grenzen van de huidige zaalcapaciteit zijn bereikt. Vernieuwen en uitbreiding van de binnensportvoorzieningen is noodzakelijk om een kwaliteit goed en veilig sportaanbod te garanderen. Voor Sporthal De Betuwe (Wadenoijenlaan 399) is op middellange termijn (5 jaar) vervanging of renovatie noodzakelijk. Handhaven huidige locatie staat ter discussie. De gymzaal Rozenstraat (Rozenstraat 44) is afgeschreven. Gekoppeld aan de ontwikkelingen rond de Cambier van Nootenschool wordt een plan ontwikkeld voor vervanging en/of renovatie. Op het buitensportcomplex (waaronder Ridderweide) is reeds een inhaalslag gemaakt Speelruimtebeleidsplan Tiel De gemeente Tiel streeft naar voldoende en veilige speelruimte voor kinderen en jongeren. Er geldt een richtlijn van 300 m 2 speelruimte per ha woonwijk, waarbij een goede spreiding van belang wordt geacht. Flexibiliteit van de inrichting van speelruimte, waarmee kan worden ingespeeld op de samenstelling van de wijk, staat centraal. Geconcludeerd wordt dat in de Hertogenwijk voldoende voorzieningen zijn voor kinderen tussen 6 en 12 jaar. In de Hertogenwijk en Burgemeesterswijk zijn echter weinig voorzieningen voor de jongste categorie kinderen. In de Stationsbuurt en de Burgemeesterswijk zijn weinig voorzieningen voor kinderen ouder dan 12 jaar. Er is bovendien behoefte aan een skatevoorziening bij de JOP aan de Liendenlaan. Tot slot wordt gestreefd naar het onderbrengen van meer voorzieningen in de JOP Papesteeg in een oud fabriekspand. 30

35 Inundatiekanaal, integrale visie, 1 e aanzet Deze visie bevat twee strategieën, die het Inundatiekanaal betekenis kunnen geven in het stedelijk weefsel van de gemeente Tiel. Het inundatiekanaal maakt onderdeel uit van de Nieuwe Hollandse Waterlinie, een 19 e eeuwse verdedigingslijn. De twee strategieën zijn Parkstrip en Brugpark. Het college heeft besloten tot uitwerking van de strategie Parkstrip. In de strategie Parkstrip wordt het Inundatiekanaal opgevat als een parkstrip. Een kaarsrecht, lineair park is voorzien. De grenzen van het park worden duidelijk afgebakend In het park is een wereld van natuur, recreatie en cultuurhistorie beleefbaar Kunst als entree Het doel is om de beleving van stadsentree door middel van kunst te verhogen. Hiertoe zijn op enkele locaties langs de Nieuwe Tielseweg kunstobjecten voorzien, aansluitend op het ter plaatse aanwezige thema. Voorbeelden zijn een waterpark nabij de Neerijnenlaan, een beeldentuin met bijzondere bomen nabij de Burgemeester van Welderenstraat, een parklandschap ter plaatse van park Hertenkamp Verwerking in het bestemmingsplan Het gemeentelijk beleid vormt een essentieel kader voor de vastgestelde gebiedsvisie Tiel-West. Deze gebiedsvisie ligt aan de basis van onderhavig bestemmingsplan. Het bestemmingsplan heeft voor een groot deel van het plangebied een beheersfunctie en daarmee een conserverend karakter. Dit betekent dat ter plaatse de bestaande ruimtelijke en functionele situatie is vastgelegd en wordt behouden. Kleinschalige ontwikkelingen binnen de bestaande functies zijn mogelijk. De vastgelegde bestemmingen en geboden kleinschalige ontwikkelingsruimte zijn uiteraard afgestemd op gemeentelijke beleidsuitgangspunten. Zo zijn relevante groen- en waterstructuren en voorzieningen, waarvan in het gemeentelijk beleid is aangegeven dat het van groot belang is dat deze structuren en voorzieningen worden behouden en/of versterkt, voorzien van een passende bestemming. Het betreft bijvoorbeeld het Inundatiekanaal en het winkelcentrum Kwadrant. Binnen diverse bestemmingen in onderhavig plan wordt bovendien ruimte geboden aan kleinschalige ontwikkelingen, waarmee onder andere kleinschalige uitbreiding van gebouwen, de realisatie van een fijnmazig netwerk van fietsroutes, vrijliggende fietspaden en speelvoorzieningen en een beperkte herinrichting van hoofdinfrastructuur is gewaarborgd. Hiermee wordt met het beheersgerichte deel van het bestemmingsplan aangesloten op het gemeentelijk beleid. Voor een nadere toelichting op de flexibiliteit, die binnen diverse bestemmingen wordt geboden, wordt verwezen naar hoofdstuk 6 Juridische aspecten. Van belang is te melden dat sommige beleidsuitspraken geen directe doorwerking in het bestemmingsplan kunnen krijgen, als gevolg van bijvoorbeeld een ander detailniveau. Het betreft onder andere uitspraken ten aanzien van onderhoud en op inrichtingsniveau. Hoewel het bestemmingsplan deze uitgangspunten niet in de weg staat, hebben ze geen concrete gevolgen voor de regels en/of verbeelding. Het bestemmingsplan biedt echter ook de mogelijkheid om enkele plannen en projecten uit de gebiedsvisie Tiel-West, waarvan de realisatie binnen de planperiode van onderhavig bestemmingsplan aan de orde is, te realiseren. Voor een nadere onderbouwing van de opgenomen ontwikkelingen wordt verwezen naar paragraaf 4.2 van voorliggende toelichting. Met de opgenomen ontwikkelingen wordt bijgedragen aan de 31

36 meest essentiële gemeentelijke beleidsdoelen voor Tiel West komende 10 jaar. Zo wordt ruimte geboden aan het vervangen van enkele hinderveroorzakende bedrijfslocaties in het stationsgebied door woningbouw en bijbehorende voorzieningen en de realisatie van een parallelweg ten behoeve van de betere ontsluiting van de stationsomgeving. Tevens worden kansen geboden voor herontwikkeling rondom de Doode Linge, waarmee invulling kan worden gegeven aan inbreiding met onder andere woningbouw en de Doode Linge als identiteitsdrager. De nieuwe woningbouw in het plangebied Tiel West wordt afgestemd op de aanwezige woonbehoefte. Voor de ontwikkelingslocaties wordt in lijn met het gemeentelijk beleid de milieukwaliteit, die geldt voor het gebiedstype Groenstedelijk wonen, nagestreefd en staat energiezuinige bouw centraal. Voor een nadere onderbouwing van de haalbaarheid op het gebied van diverse milieuaspecten wordt verwezen naar hoofdstuk 5 van deze toelichting. Het ontwikkelingsgerichte deel van het bestemmingsplan is op basis van voorgaande in lijn met het gemeentelijk beleid. Voor de meeste ontwikkelingen moet overigens, ten behoeve van de daadwerkelijke realisatie, te zijner tijd een wijzigingsplan worden opgesteld. Het vigerend gemeentelijk beleid biedt het kader voor de voorziene ontwikkelingen. Desondanks zal in het betreffende wijzigingsplan de afweging ten aanzien van het dan actuele en geldende gemeentelijk beleid nogmaals specifiek voor die ontwikkeling worden gemaakt. 3.5 Gemeentelijk beleid met specifieke betrekking op Tiel West Masterplan Stationsgebied Tiel Het Masterplan Stationsgebied is een plan op hoofdlijnen bestaande uit een duurzaam ruimtelijk kader met flexibele invullingen. Met het oog op de lange doorlooptijd van 20 tot 30 jaar na heden, ligt de nadruk op het raamwerk, de verkeerstructuur en openbare ruimte, en niet op de invullingen. De ruimtelijke opgave bestaat uit het verknopen van stad en ommeland en van stadsdelen onderling. Het Stationsgebied moet hiertoe een stadsdeel met voorkanten worden, richting onder andere het buitengebied en de binnenstad. Het accent ligt allereerst op woningbouw. Voor de langere termijn kan het aandeel werken en/of voorzieningen nog wijzigen. In het plan is een tweedeling aangebracht met de Teisterbantlaan als scheiding. Het westelijk plangebied is nu grotendeels in gebruik door bedrijvigheid, waaronder grootschalige chemische industrie. Deze terreinen komen naar verwachting niet op korte termijn vrij. In het oostelijk plangebied liggen grote opgaven wat betreft herstructurering, waarbij het maken van goede aansluitingen op de bestaande stad, en met name de binnenstad, van belang is. Voor wat betreft de verkeerstructuur zijn twee nieuwe autoroutes geïntroduceerd, die de spoorbaan als ruggengraat gebruiken en op logische wijze van buiten de stad naar het centrum leiden. Deze centrumroutes zijn essentieel voor de ontwikkeling van het Stationsgebied. Met een raamwerk openbare ruimte is naast verkeersruimte nieuwe, kwalitatieve en functionele openbare ruimte voorzien. De openbare ruimte conditioneert mede de aangrenzende ontwikkelingsgebieden. De invulling van deze ontwikkelingsgebieden is afhankelijk van beleid, markt en conjunctuur. 32

37 Aangezien de ontwikkelingen in het oostelijk plangebied op kortere termijn zijn voorzien, is hiervoor een meer concrete invulling gegeven. In totaal zijn in het Stationsgebied 725 tot 1250 woningen voorzien, waarvan woningen ( appartementen en eengezinswoningen) in het oostelijk deel. Voor wat betreft voorzieningen is m2 BVO voor het oostelijk deel voorzien. Concreet: Tunnel ipv brug ter plaatse van kruising provinciale weg en spoorlijn. Nieuwe afslag provinciale weg ter hoogte van Tielerwaardlaan + nieuwe ontsluiting. Spoorpark ter plaatse van Papesteeg, met watergangen. Behoud begraafplaatsen met weeldering groen en aansluiten op langzaamverkeersroutes. Stationserf met parkeren, bus- en taxivoorzieningen, verblijfsgebied. Doodelingepark als verbinding tussen binnenstad en spoorzone. Spoorpassage naar Siependaallaan voor langzaam verkeer. Water in vorm van singel in Teisterbantlaan. Deelgebieden westelijke stadsentree (regionale functie; m2 BVO werken/voorzieningen), Tielerwaard-West (woon-werkgebied; woningen), Tielerwaard-Oost (raster openbare ruimte en gemengd programma; woningen), Lingehoven (gemengd woongebied; woningen, m2 werken/voorzieningen), Ter Navolging (stedelijke woonlocatie met werken/voorzieningen in plint; woningen, 1000 m2 werken/voorzieningen), Veilingterrein (stedelijk woongebied, woningen; m2 bvo werken/voorzieningen), Burense Poort (centrummilieu met mix van wonen, werken en detailhandel; woningen, max m2 BVO werken/voorzieningen) Energiescan Stationsgebied Tiel Het Masterplan Stationsgebied Tiel voorziet in een grondige herstructurering van dit gebied. Ter beperking van het toekomstige energieverbruik in dit gebied en optimalisatie van de energievoorziening is een energiescan uitgevoerd. Deze scan geeft aan dat het reëel is een EPL (energieprestatie op locatie) van 7,5 of hoger vast te leggen voor het Stationsgebied. Deze eis dient te worden aangescherpt, conform de voorziene aanscherping van de landelijke eisen voor energiezuinigheid in het Bouwbesluit. Daarnaast geeft de scan de volgende aanbevelingen: bepaal vooraf welke energie infrastructuur voor een deelgebied zal worden aangelegd, met name wel of geen gas; bij de keuze voor een collectieve warmte- en koudevoorziening moet rekening worden gehouden met de verspreide ligging en de relatief kleine afmetingen van de deelgebieden; als gekozen wordt voor een collectieve warmte- en koudevoorziening, hierop woningen én utiliteit aansluiten. Zo worden kostenvoordelen behaald, wordt de energieprestatie voor utiliteit verbeterd, en wordt bronregeneratie verbeterd; op woningniveau moeten toekomstgerichte maatregelen worden toegepast, dit zijn in ieder geval vloerverwarming, gevelisolatie, korte tapwaterleidingen en een loze leiding van meterkast naar dak voor latere toepassing van pv in de woningen. 33

38 3.5.3 Masterplan Waalfront Tiel Het masterplan omvat een ruimtelijke visie voor de gewenste ontwikkeling van het gebied Waalfront in Tiel. De aanpak van het Waalfront heeft tot doel de positie van Tiel als centrumstad in Rivierenland te verstevigen. Het Waalfront moet een nieuwe voorkant van Tiel worden, een visitekaartje van levendigheid en gezelligheid, van ruimte en ontspannen, van de veelzijdigheid van het goede leven op het punt waar stad, landschap en rivier samen komen. Dit wordt bereikt door: de relatie tussen de stad en de rivier te versterken en zo de kansen te benutten die de fraaie ligging aan de Waal biedt; een forse investering in het voorzieningenniveau (in brede zin), met name in de binnenstad; een kwaliteitsimpuls te realiseren voor de openbare ruimte; zowel de gebouwde als de groene/blauwe omgeving. Binnen het masterplan worden 7 deelgebieden onderscheiden, waarvan de volgende deelgebieden en bijbehorende doelstellingen van belang zijn voor het plangebied Tiel West: Ophemertsedijk; verbindingen naar omliggende wijken zijn gewenst, waardoor de doorsteekbaarheid wordt vergroot en het gebied als uitloopgebied kan worden gebruikt. Hertogenwijk; herinrichting van de dijkzone, waarbij het groene karakter voorop staat. Bebouwing ligt los in het groen. Langzaamverkeersroutes en zichtlijnen vanuit Hertogenwijk tot dijk. Realisatie van een hoger woongebouw op de kruising Inundatiekanaal en de dijk. Nieuwe woonbebouwing op het Alditerrein. Herinrichting van het Plantagepark, door o.a. vergroten van de toegankelijkheid van Hertenkamp. Realisatie woontoren ten westen van Hertenkamp. Hergebruik Plantagegebouw als woongebouw. De gemeenteraad van Tiel heeft overigens met vaststelling van de Gebiedsvisie Tiel West besloten dat de locatie Plantage niet meer wordt ontwikkeld voor woningbouw. De locatie is in de gebiedsvisie dan ook als groengebied opgenomen Hertogenwijk Tiel, stedenbouwkundige visie In de Hertogenwijk speelt een groot aantal initiatieven en ontwikkelingen van diverse belanghebbenden en de gemeente Tiel. Met name de diverse initiatieven van enkele woningcorporaties rondom de middenzone hebben grote politieke aandacht. Deze stedenbouwkundige visie vormt het kader voor verschillende initiatieven. De ruimtelijke opzet van de wijk, de sterke verankering in de stad en het landschap en de ligging aan de rivier zijn sterke troeven van de Hertogenwijk. De Hertogenwijk heeft een heldere en bestendige structuur. Er zijn verschillende gebieden te onderscheiden, binnen een raamwerk van openbare ruimten: het hertenkamp, de middenzone, waar zich nu een school voor speciaal onderwijs en de sociale werkvoorziening bevinden, de randen aan de Nieuwe Tielseweg en de Hertog Arnoldstraat, het binnengebied (het gebied tussen de randen), het winkelcentrum en de dijkzone. Aan elk van deze gebieden kunnen ruimtelijke randvoorwaarden worden gesteld. Het streven is de stedenbouwkundige structuur verder te versterken. Hiertoe zijn de volgende opgaven benoemd: 34

39 De openbare ruimte (vormgeving van het raamwerk). Door het vaststellen van een aantal inrichtingsprincipes voor de openbare ruimte dient de herkenbaarheid van de structuurdragende lijnen te worden vergroot, zodat een helder en bestendig raamwerk ontstaat. Daarnaast wordt een visie op het parkeren in het gebied noodzakelijk geacht. De belangrijke dragers in het raamwerk zijn de oost-west lopende lijnen: de Nieuwe Tielseweg, de Wadenoijenlaan, de Hertog Karellaan, de Hertog Arnoldstraat, de Ophemertsedijk en het inundatiekanaal. Haaks op de lange lijnen staan de woonstraten en groene scheggen. Hertenkamp. Het creëren van een meer open karakter van het park, waardoor de ruimtelijke samenhang van de wijk met het park wordt verbeterd. Hierbij hoort het aanleggen van een goede route door het park, het beperken van de grote hoeveelheid hekken en het herstellen van de eenheid in het park. Wijkentrees en de Nieuwe Tielseweg als stadsentree. Voor de Nieuwe Tielseweg is een heldere ritmering en ruimtelijke opbouw vanaf de snelweg tot aan het centrum gewenst. De entrees naar de Hertogenwijk moeten duidelijker worden gemarkeerd en vormgegeven, waarbij rekening wordt gehouden met de schaal van de gehele Nieuwe Tielseweg en het karakter van de verschillende delen van de Nieuwe Tielseweg. Het karakter ter plaatse moet worden versterkt. Rand aan Nieuwe Tielseweg (gebied tussen de Nieuwe Tielseweg, de Hertog Karellaan, de Graaf Waltgerlaan en de Hertog Reinaldlaan). De Hertogenwijk dient een gezicht naar de Nieuwe Tielseweg te krijgen en de wijkentrees moeten worden gemarkeerd. Tegelijkertijd moet het karakter van de weg als stadsentree worden benadrukt. De opgave moet in samenhang met het terrein aan de noordzijde van de Tielseweg worden bezien. Hoogte van de bebouwing aan de randen kan hoger zijn dan in het binnengebied, maar niet hoger dan 4 tot 5 lagen. Intern is een groenstructuur gewenst. De locatie is geschikt voor functiemenging. Voorzieningenstrip aan de Hertog Karellaan. Herstructureren van de versleten buitenruimte, het versterken van de functiemening wonen en winkels en het opnieuw aansluiten op en vormgeven van routes naar de voorzieningenstrip (Hertog Karellaan,Graaf Waltgerlaan, Hertog Willemstraat). Aldi-gebied. Verplaatsen van de Aldi, waardoor een (groene) verbinding tussen de dijk en Hertenkamp kan worden gerealiseerd. Losse bebouwing aan Kwelkade. Dijkzone. De routes vanuit de Hertogenwijk naar de dijk open moeten open worden gehouden en het groene en openbare karakter van de dijk en de zone van 20m daaromheen dient te worden behouden. Bij het toevoegen van bebouwing in de dijkzon, aan de Hertog Arnoldstraat, staat behoud van de transparantie en doordringbaarheid van de dijkzone centraal. De dijkzone is geschikt om de diversiteit van het woningbestand te vergroten. Middenzone met voorzieningen. Deze zone wordt geherstructureerd, waardoor de zone weer als een ruimtelijke eenheid binnen te wijk te herkennen is en aansluit op de het groene karakter van de onderwijsvoorziening ten noorden van de Nieuwe Tielseweg. De bebouwing wordt hiertoe omzoomd door een brede groenstrook en voorzien dwarsverbindingen (voor voetgangers en fietsers) Aan de rand aan de Nieuwe Tielseweg en aan de Hertog Arnoldstraat kan hoger worden gebouwd (maximaal 6 lagen) dan in de huidige situatie. Op de locatie zijn onderwijsvoorzieningen gepland. De relatie van de Hertogenwijk met het inundatiekanaal. De noordrand van het inundatiekanaal is ingericht als parkstrook. De opgave is om de parkstrook, de oevers en het water op te schonen, zodat het inundatiekanaal weer de zichtbare rand van de wijk vormt. 35

40 3.5.5 Gebiedsvisie Tiel-West De gebiedsvisie Tiel-West is op 17 maart 2010 vastgesteld door de gemeenteraad van Tiel. De visie geeft de ruimtelijke en functionele ontwikkelingsrichting van Tiel West voor de komende 10 jaar, met een doorkijk tot 30 jaar, weer. Uit de visie valt op te maken waar kwaliteiten moeten worden gehandhaafd, waar kwaliteiten moet worden toegevoegd en waar plannen en projecten tot ontwikkeling zullen komen. De visie biedt hiermee het kader voor onderhavig bestemmingsplan Tiel West. Mede op basis van de visie is besloten welk juridisch-planologisch kader aan de wijk wordt gegeven en welke ontwikkelingen via dit bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt. Kaart Gebiedsvisie Tiel- West (SAB, 2010) 36

41 In de visie staat het verbeteren van beeldkwaliteit en ruimtelijke kwaliteit in het plangebied Tiel West centraal. Deze verbetering is uitgewerkt in diverse projecten, waarover veelal reeds besluitvorming heeft plaatsgevonden. De visie sluit aan op deze concrete projecten en hieruit voortvloeiende ontwikkelingslocaties, die zijn weergeven in hiervoor afgebeelde visiekaart. Daarnaast worden aanvullend aandachtsgebieden genoemd, waar ruimtelijke kwaliteit nadrukkelijk aandacht vraagt. Het betreft onder andere het woongebied Wadenoijenlaan West. In dit woongebied zijn, door de geïsoleerde ligging, het eenzijdige woningaanbod en de stedenbouwkundige structuur, mogelijk problemen met ruimtelijke en sociale woonkwaliteit te verwachten. Een gevarieerder woningaanbod wordt nagestreefd en de kruising Nieuwe Tielseweg - Waardenburglaan, met bijbehorend winkelcentrum Kwadrant, vraagt om opwaardering. Overige aandachtsgebieden zijn cultuurhistorisch waardevolle elementen, waaronder het Badhuisplein en het Inundatiekanaal. Gestreefd wordt naar behoud en/of versterking van deze cultuurhistorische waarden. Voor de dijkzone nabij de Hertogenwijk, eveneens een aandachtsgebied, is in het kader van het project Waalfront een lineair parkgebied voorzien, waar recreatie centraal staat. Ter plaatse van de Aldilocatie aan de Kwelkade kan op termijn eveneens ruimte worden geboden aan de woonfunctie. Tot slot worden ter plaatse van het gebied tussen de Provinciale weg, de Schaarsdijkweg en het spoor mogelijkheden voor sportvoorzieningen en waterberging onderzocht. In de gebiedsvisie Tiel-West wordt waarde gehecht aan de samenhang tussen en de ruimtelijke kwaliteit van de diverse (woon)gebieden en ontwikkelingslocaties. Hiertoe dienen onder andere routes en relaties, waaronder ook groenstructuren, te worden versterkt. Langzaamverkeersroutes richting het centrum, nabij de Dode Linge en richting woonwijken ten noorden van het spoor verdienen nadrukkelijk aandacht Verwerking in het bestemmingsplan Het gemeentelijk beleid vormt een essentieel kader voor de vastgestelde gebiedsvisie Tiel-West. Deze gebiedsvisie ligt aan de basis van onderhavig bestemmingsplan. Het bestemmingsplan heeft voor een groot deel van het plangebied een beheersfunctie en daarmee een conserverend karakter. Dit betekent dat ter plaatse de bestaande ruimtelijke en functionele situatie is vastgelegd en wordt behouden. Kleinschalige ontwikkelingen binnen de bestaande functies zijn mogelijk. De vastgelegde bestemmingen en geboden kleinschalige ontwikkelingsruimte zijn uiteraard afgestemd op gemeentelijke beleidsuitgangspunten. Zo zijn relevante groen- en waterstructuren en voorzieningen, waarvan in het gemeentelijk beleid is aangegeven dat het van groot belang is dat deze structuren en voorzieningen worden behouden en/of versterkt, voorzien van een passende bestemming. Het betreft bijvoorbeeld het Inundatiekanaal, het Badhuisplein, het winkelcentrum Kwadrant en het Plantagepark. Binnen diverse bestemmingen in onderhavig plan wordt bovendien ruimte geboden aan kleinschalige ontwikkelingen, waarmee onder andere kleinschalige uitbreiding van gebouwen, de realisatie van een fijnmazig netwerk van fietsroutes, vrijliggende fietspaden, spoorpassages voor langzaam verkeer en speelvoorzieningen en een beperkte herinrichting van hoofdinfrastructuur is gewaarborgd. Hiermee wordt met het beheersgerichte deel van het bestemmingsplan aangesloten op het gemeentelijk beleid. Voor een nadere toelichting op de flexibiliteit, die binnen diverse bestemmingen wordt geboden, wordt verwezen naar hoofdstuk 6 Juridische aspecten. Van belang is te melden dat sommige beleidsuitspraken geen directe doorwerking in het bestemmingsplan kunnen krij- 37

42 gen, als gevolg van bijvoorbeeld een ander detailniveau. Het betreft onder andere uitspraken ten aanzien van onderhoud en op inrichtingsniveau. Hoewel het bestemmingsplan deze uitgangspunten niet in de weg staat, hebben ze geen concrete gevolgen voor de regels en/of verbeelding. Het bestemmingsplan biedt echter ook de mogelijkheid om enkele plannen en projecten uit de gebiedsvisie Tiel-West, waarvan de realisatie binnen de planperiode van onderhavig bestemmingsplan aan de orde is, te realiseren. Voor een nadere onderbouwing van de opgenomen ontwikkelingen wordt verwezen naar paragraaf 4.2 van voorliggende toelichting. Met de opgenomen ontwikkelingen wordt bijgedragen aan de meest essentiële gemeentelijke beleidsdoelen voor Tiel West komende 10 jaar. Zo wordt ruimte geboden aan het vervangen van enkele hinderveroorzakende bedrijfslocaties in het stationsgebied door woningbouw en bijbehorende voorzieningen en de realisatie van een parallelweg ten behoeve van de betere ontsluiting van de stationsomgeving. Deze projecten maken deel uit van het Masterplan Stationsgebied. Tevens worden kansen geboden voor herontwikkeling rondom de Doode Linge, waarmee invulling kan worden gegeven aan inbreiding met onder andere woningbouw en de Doode Linge als identiteitsdrager. Daarnaast wordt ruimte geboden aan woningbouw ter plaatse van de Aldi-locatie en de realisatie van sportvoorzieningen in het gebied tussen de provinciale weg, Schaarsdijkweg en het spoor. De nieuwe woningbouw in het plangebied Tiel West wordt afgestemd op de aanwezige woonbehoefte. Het ontwikkelingsgerichte deel van het bestemmingsplan is op basis van voorgaande in lijn met het gemeentelijk beleid. Voor de meeste ontwikkelingen moet overigens, ten behoeve van de daadwerkelijke realisatie, te zijner tijd een wijzigingsplan worden opgesteld. Het vigerend gemeentelijk beleid biedt het kader voor de voorziene ontwikkelingen. Desondanks zal in het betreffende wijzigingsplan de afweging ten aanzien van het dan actuele en geldende gemeentelijk beleid nogmaals specifiek voor die ontwikkeling worden gemaakt. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan beleidstoets voor de aspecten milieu, archeologie, bedrijven en milieuzonering, flora en fauna en woonbehoefte. 38

43 4 Planbeschrijving Voorliggend bestemmingsplan Tiel West is grotendeels gericht op het behoud en beheer van de bestaande situatie in het plangebied. Daarnaast biedt het bestemmingsplan de mogelijkheid om enkele plannen en projecten uit de vastgestelde gebiedsvisie Tiel-West te realiseren. Ten behoeve van de planbeschrijving wordt onderstaand onderscheid gemaakt in het beheersgerichte deel van het bestemmingsplan en de voorziene ontwikkelingen, die met het plan hetzij direct, hetzij indirect mogelijk worden gemaakt. 4.1 Beheersgericht Naast enkele ontwikkelingslocaties, die in paragraaf 4.2 aan bod komen, is voorliggend bestemmingsplan enkel gericht op het behoud en beheer van de bestaande ruimtelijke en stedenbouwkundige structuur in het plangebied. Het plan doet hiermee ter plaatse recht aan het behoud van bestaande functies en waarden en voorziet nauwelijks in nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Hoewel voorliggend bestemmingsplan zich in het algemeen toelegt op het verbeteren van het ruimtelijk beeld in de bebouwingsconcentratie Tiel West, is het relevant te vermelden dat een bestemmingsplan niet het middel is om beeldkwaliteit te verbeteren. Bepaalde zaken, zoals toegestane bouwhoogten, kunnen met het plan worden vastgelegd. Op het gebied van het verbeteren van de kwaliteit van openbare ruimten en/of de uitstraling van erven zijn de mogelijkheden beperkt. Voorliggend plan biedt binnen bestaande functies in beperkte mate mogelijkheden voor veranderingen ten aanzien van het gebruik of de bebouwing. Hiermee wordt onnodige starheid van het plan voorkomen. Onderstaand worden deze mogelijkheden per functie beschreven. Indien en voor zover zich binnen de planperiode van het bestemmingsplan Tiel West (circa 10 jaar) alsnog nieuwe ontwikkelingen aandienen, zal op dat moment moeten worden bezien of daarvoor een afzonderlijke herziening van het bestemmingsplan kan worden gemaakt dan wel andere planologische mogelijkheden toereikend zijn wonen en aan huis gebonden beroepen en bedrijven De woonfunctie is een belangrijke functie in het plangebied. De woonbebouwing is opgenomen in de bestemming 'Wonen'.Het bestemmingsplan is erop gericht de bestaande woningen te behouden. Wijziging van de woonfunctie in een andere functie is daarom niet toegestaan. Wel mogen bestaande woningen worden uitgebreid of veranderd binnen stedenbouwkundig en milieukundig aanvaardbare grenzen. Tevens is, met uitzondering van gestapelde woningen, een wijziging van het type woning mogelijk. Op de verbeelding zijn binnen de bestemming bouwvlakken aangegeven waarbinnen de hoofdgebouwen dienen te worden gesitueerd. Binnen dit bestemmingsplan is ruimte geboden voor uitbreidingen aan de achterzijde van de percelen, behorend bij de woningen. Er is flexibiliteit in de maatvoeringen aangebracht, bijvoorbeeld door ruime bouwvlakken. De bouwblokken zijn gesitueerd op de voorgevellijn van de woningen. De bouwvlakken kennen een vaste diepte afhankelijk van het type woning: 10 meter 39

44 bij aaneengebouwde woningen; 12 meter bij half-vrijstaande woningen; 15 meter bij vrijstaande woningen. De bouwvlakken zijn los van elkaar getekend. Op de verbeelding zijn in de bouwvlakken de maximale goot- en bouwhoogten aangegeven. Daar waar de bestaande diepte groter is, is de bestaande diepte aangehouden voor het bepalen van het bouwvlak. Voor wat betreft de maximale goot- en bouwhoogte hanteert de gemeente de maximale hoogtes bij bestaande woningen. De gemeente kiest voor deze hoogtes om enerzijds standaardisering van hoogtes in geheel Tiel te bereiken en anderzijds aan te sluiten bij de benodigde hoogtes per bouwlaag uit het Bouwbesluit. De maximale hoogtes zijn als volgt: Aantal lagen + kap goothoogte nokhoogte 1 laag met kap 3 7 1,5 lagen met kap 4,5 8 2 lagen met kap lagen met kap 9 12 uitzondering Wanneer de bestaande feitelijke situatie hoger is, is de bestaande feitelijke situatie gehanteerd. Bij platte daken geldt de hiervoor gestelde goothoogte als maximale bouwhoogte. Aan de voorzijde van de woningen is de bestemming Tuin opgenomen. Hier is bouwen niet toegestaan, met uitzondering van erkers. De tuinbestemming springt tussen bouwvlakken 3 meter terug. In een aantal gevallen zijn ook de zijtuinen bestemd als tuin. Dit is bijvoorbeeld gebeurd bij ontsluitingswegen en hoeksituaties. Dit is gedaan om te voorkomen dat er gebouwd gaat worden op deze locaties. Hiermee zou het stedenbouwkundig beeld verstoord worden. Garageboxen bij woningen zijn ook in de woonbestemming opgenomen. De garageboxen zijn specifiek aangeduid en begrensd op de verbeelding. In elke woning is het uitoefenen van een aan huis verbonden beroep en bedrijf, waaronder juridische, medische en kunstzinnige beroepen, toegestaan. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan de wens van velen om thuis enige activiteiten en/of werkzaamheden te ontplooien, of om op deze manier een eerste start te maken met een eigen bedrijf. Daarnaast levert het toestaan van aan huis verbonden beroepen levendigheid op, hetgeen ten goede komt aan de leefbaarheid van het plangebied. In de regels bij dit bestemmingsplan is een aantal randvoorwaarden opgenomen ten aanzien van bijvoorbeeld het bedrijfstype en de omvang. Het verstrekken van logies en ontbijt (Bed & breakfast), met een maximum van 2 kamers en 5 bedden per woning, wordt eveneens binnen een woning toegestaan. Naast de bestemming Wonen zijn binnen de bestemmingen Detailhandel, Dienstverlening, Gemengd, Gemengd 1, Horeca en Wonen - Woonwagens, woningen (op de verdieping) toegestaan. Daar waar het volgens de huidige ruimtelijke en functionele structuur niet wenselijk is woningen te realiseren is dit specifiek in de regels en op de verbeelding geregeld. 40

45 bedrijfswoningen In het plangebied zijn binnen de bestemming Bedrijf en Dienstverlening bestaande bedrijfswoningen toegestaan, voor zover ze zijn voorzien van een aanduiding. Nieuwe dienstwoningen worden niet mogelijk gemaakt. Het is immers gebleken dat dienstwoningen tegenwoordig in veel gevallen niet meer noodzakelijk zijn voor een goede bedrijfsvoering. Bovendien gaan deze woningen ten koste van bedrijfsruimte en heeft het hindergevoelige karakter van de woningen tot gevolg dat ze beperkingen opleggen aan omliggende bedrijven Woonzorginstellingen en zorgwoningen Bestaande woonzorginstellingen hebben de bestemming Maatschappelijk- Woonzorginstelling gekregen. Zorgwoningen (onder andere aan de Kwelkade) zijn voorzien van de aanduiding 'zorgwoning' en deze vallen binnen de bestemming Wonen en dus niet Maatschappelijk. Reden hiervoor is dat bij zorgwoningen geen sprake is van gemeenschappelijke voorzieningen als medische faciliteiten, zalen en dergelijke. De zorgwoningen hebben meer het karakter van wonen bedrijven, detailhandel, horeca en dienstverlening In het plangebied bevindt zich bedrijvigheid. Bestaande bedrijven zijn voorzien van de bestemming Bedrijf. De bedrijven zijn voorzien van strakke bouwgrenzen en een nadere aanduiding. Deze bedrijven bevinden zich in een omgeving met een overheersende woonfunctie. Ten behoeve van het voorkomen van extra hinder ten opzichte van de woonfunctie, zijn grote uitbreidingen hier niet toegestaan en dient de bedrijvigheid bij voorkeur beperkt te blijven tot bedrijvigheid in de categorieën 1 en 2 uit de staat van bedrijfsactiviteiten, zoals opgenomen in de bijlage. Indien bedrijven of de andere genoemde functies in de woonomgeving zijn gelegen, zijn deze specifiek bestemd. Daar waar nu al bedrijven in hogere categorieën aanwezig zijn, zoals op bedrijventerrein Papesteeg, zijn deze ook specifiek bestemd. Met een gedetailleerde bestemming ter plaatse van het bedrijventerrein Papesteeg wordt, naast het voorkomen van extra hinder ten opzichte van bestaande woningen, ingespeeld op de langere termijn visie voor dit bedrijventerrein: namelijk een functiewijziging naar onder andere woningbouw, groenvoorzieningen en maatschappelijke voorzieningen. Deze termijn visie is reeds aangekondigd in de Structuurvisie Tiel Een specifieke bestemming heeft tot gevolg dat bestaande bedrijven vooralsnog kunnen blijven functioneren, maar er ter plaatse geen ontwikkelingen kunnen plaatsvinden die uitvoering van de lange termijn visie frustreren. De bouwgrenzen zijn ter plaatse direct rondom bestaande bebouwing heen geprojecteerd. Hiermee is uitbreiding van de bedrijvigheid ter plaatse volledig uitgesloten. Tot slot dient hier specifiek te worden benoemd dat bij De Vier Gravinnen uitsluitend detailhandel, passend bij het concept, mogelijk is, overeenkomstig de geldende rechten. De bestaande detailhandel, dienstverlening en horeca is geconcentreerd in buurtwinkelcentra en heeft daar de bestemming Gemengd gekregen. Hier is namelijk sprake van enige concentratie van bestaande niet-woonfuncties (op de begane grond), met daarboven woningen. Binnen deze bestemming zijn onderlinge verschuivingen mogelijk. Het wonen vindt uitsluitend op de verdieping plaats. Bestaande uitzonderingen zijn op de verbeelding aangeduid. 41

46 Wonen is in het algemeen toegestaan binnen deze bestemming. Wonen is overigens niet toegestaan waar dat op de verbeelding is aangegeven. De 'Gemengd-1' bestemming bestaat uit de volgende toegestane functies: dienstverlenende bedrijven, wonen, maatschappelijke voorzieningen, kantoren, ambachtelijke bedrijven, ateliers en galeries. Hier is namelijk sprake van enige concentratie van bestaande niet-woonfuncties (op de begane grond), met woningen. Horeca is niet toegestaan. Ook detailhandel is niet toegestaan. Uitzonderingen zijn op de verbeelding aangeduid. Binnen deze bestemming zijn onderlinge verschuivingen mogelijk. Het wonen mag, in tegenstelling tot het beleid dat geldt voor de binnenstad, op de verdieping en begane grond plaatsvinden. Daar waar wonen niet wenselijk is, is dit specifiek op de verbeelding aangeduid groen Het plangebied heeft een groen karakter door onder andere de groene inrichting van percelen. Daarnaast zijn grotere structurele groengebieden aanwezig, die als Groen zijn bestemd. Ten behoeve van het behoud van groene waarden is in deze gebieden slechts in beperkte mate bebouwing toegestaan. Verder is er nog groen in het openbare gebied dat niet structureel van aard is, zoals groen op wijk- en buurtniveau. Dit groen is opgenomen in de aangrenzende bestemming, in de meeste gevallen betreft dit Verkeer of Water. De overige openbare ruimte valt binnen de bestemming Verkeer, uitgezonderd terreinen met een andere functie, zoals de begraafplaatsen. Zo blijft het mogelijk de openbare ruimte te herinrichten zonder hiervoor een bestemmingsplanprocedure te hoeven doorlopen Verkeer en water De bestaande wegenstructuur (openbare wegen) is in het bestemmingsplan vastgelegd. Ten aanzien van de inrichting van wegen, voet- en fietspaden met bijbehorende bermen, snippergroen, uitritten en waterlopen biedt het bestemmingsplan een grote mate aan flexibiliteit. Wegen zijn inclusief genoemde bijbehorende voorzieningen globaal als Verkeer bestemd. Dit is gedaan om aan de praktijk van alle dag tegemoet te komen. De inrichting van de openbare ruimte wil namelijk nog wel eens veranderen. De loop van een wandelpad, de aanpassing van een bocht in een weg en het verleggen van een groenstrook zal binnen de plantermijn op meerdere locaties kunnen voorkomen. Dit plan laat ruimte voor die aanpassingen. 4.2 Ontwikkelingsgericht Binnen het plangebied Tiel West zijn diverse ontwikkelingen van verschillende schaalniveaus op korte en langere termijn voorzien. Deze ontwikkelingen komen in verschillende beleidsdocumenten aan bod, waaronder het masterplan Stationsgebied, het masterplan Waalfront en de stedenbouwkundige visie voor de Hertogenwijk. Naast deze ruimtelijke beleidsdocumenten zijn er diverse sectorale nota s, zoals de mobiliteitsvisie, die beleidsuitspraken over het plangebied bevatten. 42

47 Al deze documenten zijn samengevoegd in de gebiedsvisie Tiel-West, waarin op een lager schaalniveau de ontwikkelingsrichting van Tiel West voor de komende 10 tot 30 jaar is vastgelegd. De afbeelding op de volgende pagina geeft inzicht in de meest relevante ontwikkellocaties uit deze gebiedsvisie. De ontwikkelingen in Tiel West worden gefaseerd gerealiseerd. Een aantal ontwikkellocaties is binnen de planperiode van onderhavig bestemmingsplan aan de orde. Enkele van deze ontwikkelingen, bijvoorbeeld ter plaatse van het Rio-terrein, het Regionaal archief Rivierenland aan de Teisterbantlaan en het opleidingsinstituut ROI aan de Teisterbantlaan zijn op dit moment in uitvoering en zullen verder tot ontplooiing komen gedurende deze planperiode. Deze ontwikkelingen zijn dan ook reeds in het geldende bestemmingsplan juridisch-planologisch mogelijk gemaakt. Deze planologische regeling is overgenomen in onderhavig bestemmingsplan, waarbij ze niet meer worden beschouwd als een nieuwe ontwikkeling. Een aantal ontwikkelingen heeft een langere doorlooptijd dan 10 jaar. Voorbeelden hiervan zijn het bedrijventerrein ten westen van de Teisterbantlaan en de dijkzone nabij de Hertogenwijk. Voor eerstgenoemde ontwikkeling is duidelijk dat de huidige situatie in de vorm van hinder veroorzakende bedrijvigheid op dit bedrijventerrein voor de lange termijn niet houdbaar is. Het exacte moment van verkleuring naar bijvoorbeeld een passende woonfunctie ter plaatse is echter nog niet bekend. Ook de ontwikkeling van de dijkzone is op dit moment nog niet volledig uitgekristalliseerd. Deze relatief onzekere ontwikkelingen zijn te weinig concreet, om in onderhavig bestemmingsplan op te nemen. Hiervoor zal te zijner tijd een separate planologische procedure moeten worden doorlopen. Om te voorkomen dat zich ter plaatse van genoemd bedrijventerrein ten westen van de Teisterbantlaan echter ontwikkelingen voltrekken die de lange termijn visie van transformatie van dit bedrijventerrein frustreren, is besloten de bestaande bedrijvigheid te voorzien van een specifieke en strakke bestemming, waarbij geen ruimte is voor uitbreiding. In de navolgende alinea s volgt een korte toelichting op de ontwikkelingen, waarvan realisatie binnen de planperiode van onderhavig bestemmingsplan (de komende 10 jaar) is voorzien. Het betreft nieuwe ontwikkelingen, die nog niet in een planologische regeling zijn opgenomen, en met een naar verwachting onomstreden (maatschappelijke) haalbaarheid. Tevens wordt ingegaan op de wijze waarop onderstaande ontwikkelingslocaties met het bestemmingsplan Tiel West juridisch-planologisch worden mogelijk gemaakt. De nummering in de diverse kopjes (bijvoorbeeld Veilingterrein (1c)) komt overeen met de nummering van de ontwikkelingslocaties op de afbeelding op de volgende pagina. Van belang is te melden dat de hierna genoemde ontwikkelingen naar verwachting niet de enige ontwikkelingen zijn, die zich binnen de planperiode van het bestemmingsplan in onderhavig plangebied zullen voltrekken. Er worden de komende 10 jaar immers ook ontwikkelingen verwacht, waarvan de exacte uitwerking op dit moment nog niet bekend is. Het betreft bijvoorbeeld de herontwikkeling van het winkelcentrum Kwadrant. Daarnaast zijn diverse ontwikkelingen voorzien in de Hertogenwijk, zoals aangekondigd in het Wijkontwikkelingsplan Hertogenwijk (WOP) van de Stichting Christelijke Woningcorporatie (SCW). Deze ontwikkelingen zijn momenteel veelal nog niet volledig uitgewerkt. Voor deze, en andere momenteel te weinig concrete ontwikkelingen, zal te zijner tijd een separate planologische procedure moeten worden doorlopen. 43

48 Aan de ontwikkelingslocaties, waarvan de verwachting is dat ze binnen de planperiode worden gerealiseerd, is in onderhavig bestemmingsplan een wijzigingsbevoegdheid toegekend. De procedure behorende bij een wijzigingsplan is eenvoudiger dan die van een bestemmingsplanherziening. Hierna wordt nader op deze ontwikkelingslocaties ingegaan. Voor een globale onderbouwing van de (economische) haalbaarheid van deze ontwikkelingen wordt verwezen naar hoofdstuk 5 en 7 van deze toelichting. Kaart Gebiedsvisie Tiel-West ( SAB, 2010) 44

49 4.2.1 Ontwikkelingen Masterplan Stationsgebied (Veilingterrein (1c), Ter Navolging (1d), Lingehoven (1e) en het spoorpark) Het Masterplan Aan een aantal ontwikkelingen, dat met voorliggend bestemmingsplan mogelijk wordt gemaakt, ligt het Masterplan Stationsgebied ten grondslag. Het plangebied van dit masterplan biedt in de huidige situatie hoofdzakelijk ruimte aan bedrijvigheid, die niet houdbaar is op lange termijn. Een deel van de bedrijvigheid is inmiddels beëindigd. Het plangebied laat voor wat betreft ruimtelijke kwaliteit bovendien te wensen over. In dit kader is het masterplan ontwikkeld. Het masterplan betreft een plan op hoofdlijnen bestaande uit een duurzaam ruimtelijk kader met flexibele invullingen. Met het oog op de lange doorlooptijd van 20 tot 30 jaar na heden, ligt de nadruk op het raamwerk, de verkeerstructuur en openbare ruimte, en niet op de invullingen. De ruimtelijke opgave bestaat uit het verknopen van stad en ommeland en van stadsdelen onderling. Het Stationsgebied moet hiertoe een stadsdeel met voorkanten worden, richting onder andere het buitengebied en de binnenstad. Het accent ligt allereerst op woningbouw. Voor de langere termijn kan het aandeel werken en/of voorzieningen nog wijzigen. Voor wat betreft de verkeerstructuur zijn in het masterplan twee nieuwe autoroutes geïntroduceerd, die de spoorbaan als ruggengraat gebruiken en op logische wijze van buiten de stad naar het centrum leiden. Deze centrumroutes zijn essentieel voor de ontwikkeling van het stationsgebied en voor de bereikbaarheid van Tiel vanuit de regio. Deze regionale bereikbaarheid is een belangrijke randvoorwaarde om in de regionale centrumfunctie van Tiel te kunnen voorzien. De gemeente streeft ernaar te voorkomen dat de centrumroutes door doorgaand verkeer worden gebruikt. Met een raamwerk openbare ruimte is naast verkeersruimte nieuwe, kwalitatieve en functionele openbare ruimte voorzien. De openbare ruimte conditioneert de aangrenzende ontwikkelingsgebieden, waaronder ontwikkelingslocaties Veilingterrein, Ter Navolging en Lingehoven. Voor wat betreft de ontwikkelingslocaties is in het masterplan een tweedeling aangebracht met de Teisterbantlaan als scheiding. De ontwikkeling van het westelijk deel is niet op korte termijn voorzien. Voor wat betreft het oostelijk deel, en dan met name de locaties Veilingterrein, Ter Navolging en Lingehoven, is herontwikkeling naar woongebieden wel op korte termijn aan de orde. Hierbij wordt bovendien ruimte geboden aan lichte bedrijvigheid en voorzieningen. De realisatie van goede aansluitingen op de bestaande stad, met name de binnenstad, staat centraal bij de herontwikkeling. Voor nadere informatie over het masterplan voor het Stationsgebied wordt verwezen naar paragraaf 3.4 van deze toelichting. Het spoorpark De ontwikkeling van het spoorpark betreft een essentieel onderdeel van voornoemd te realiseren raamwerk openbare ruimte. Het spoorpark moet immers voorzien in een openbare ruimte van formaat met een bovenwijkse betekenis. De voorziene westelijke centrumroute doorsnijdt het spoorpark en zal er, als integraal vormgegeven parkway, onderdeel vanuit maken. De parkway omvat gescheiden rijbanen met een middenberm en wordt begeleid door bomen. Daarnaast wordt een spoorpassage voor langzaam verkeer naar de Siependaallaan ingepast in het park. De inrichting van het park 45

50 is naar verwachting eenvoudig, namelijk een ruime en open bomenweide met ruimte voor evenementen. Het park zal worden doorkruist door wandel- en fietspaden en waterlopen. De bestaande Papesteeg wordt omgevormd naar een langzaamverkeerroute. De Papesteeg blijft echter, ten behoeve van de ontsluiting van de begraafplaats, wel voor autoverkeer toegankelijk. De realisatie van het spoorpark is op korte termijn gewenst. De situering van de westelijke centrumroute binnen het park is echter nog niet exact bekend. Bovendien kan de gemeente, mede als gevolg van het ontbreken van deze exacte routering, de haalbaarheid van de ontwikkeling op dit moment nog niet volledig aantonen. De gemeente heeft dan ook besloten met onderhavig bestemmingsplan een wijzigingsbevoegdheid voor de locatie spoorpark op te nemen. Door middel van de wijzigingsbevoegdheid wordt aangegeven dat de vigerende bestemmingen kunnen worden gewijzigd in een andere bestemmingen, namelijk groen- verkeer- en waterbestemmingen. Hiertoe moet te zijner tijd, indien concrete plannen bekend zijn, een wijzigingsplan worden opgesteld, waarbij de haalbaarheid van het plan (door middel van nader onderzoek) moet zijn aangetoond. Het Veilingterrein (1c) Het Veilingterrein zal in de toekomstige situatie ruimte bieden aan circa 200 tot 300 woningen, waaronder appartementen en grondgebonden eengezinswoningen. Het oppervlak aan lichte bedrijvigheid en voorzieningen (waaronder zorg en/of educatie) kan variëren tussen en m 2. De niet-woonfuncties zullen met name in de plinten van wooncomplexen worden gerealiseerd en worden geconcentreerd in de kop (aan de westzijde) van het terrein. De parkeerbehoefte zal deels worden opgevangen in een parkeergarage. De ontwikkelingen ter plaatse van deze locatie worden binnen de planperiode van onderhavig bestemmingsplan in gang gezet. De gemeente heeft dan ook besloten met dit bestemmingsplan een wijzigingsbevoegdheid op te nemen. Hiertoe moet te zijner tijd, indien concrete plannen bekend zijn, een wijzigingsplan worden opgesteld, waarbij de haalbaarheid van het plan (door middel van nader onderzoek) moet zijn aangetoond. Ter Navolging (1d) Ter plaatse van de locatie Ter Navolging, op loopafstand van het station, is een wooncomplex op een stedelijke plint voorzien. De locatie zal in de toekomstige situatie ruimte bieden aan circa 50 tot 100 appartementen. Het oppervlak aan lichte bedrijvigheid en voorzieningen zal circa m 2 bedragen. De ontwikkelingen ter plaatse van deze locatie worden binnen de planperiode van onderhavig bestemmingsplan in gang gezet. De gemeente heeft besloten met dit bestemmingsplan een wijzigingsbevoegdheid naar woningen, bijbehorende voorzieningen en lichte bedrijvigheid voor de locatie Ter Navolging op te nemen. Hiertoe moet te zijner tijd, indien concrete plannen bekend zijn, een wijzigingsplan worden opgesteld, waarbij de haalbaarheid van het plan (door middel van nader onderzoek) moet zijn aangetoond. 46

51 Lingehoven (1e) Lingehoven zal worden ontwikkeld als een gemengd woongebied gemengd in de vorm van grote hoven grenzend aan groene of stenen open ruimtes. Centraal in het masterplan staat de doorbraak met een nieuwe centrumroute, vanaf het spoor, via Het Taluud, richting het centrum. Lingehoven ligt deels binnen de invloedssfeer van het centrum, wordt doorsneden door de nieuwe oostelijke centrumroute, grenst aan de Doode Linge en sluit aan op een grote diversiteit aan stedelijke en dorpse fragmenten. Dit sterk gefragmenteerde karakter wordt uitgebuit als kwaliteit: een nieuw, gevarieerd en vertakt stelsel van openbare ruimten vormt de mal voor de nieuwe bebouwing. Als woningtypes komen grondgebonden, geschakelde woningen en appartementen voor. De eersten variëren in grootte, en zijn van het type herenhuis (met ruimte voor werk aan huis) of rijwoning. De appartementen zijn ondergebracht in kleine eenheden van 4 tot 6 lagen of in grotere complexen op strategische locaties van 4 tot 10 lagen. Kleinschalige menging met werken is mogelijk, zoals nu in de huidige Stationsstraat. Een deel van de binnenstedelijke parkeervraag wordt binnen de Lingehoven opgelost, in een centrale parkeervoorziening met dubbelgebruik voor de bovengelegen woningen. Het deel van de parkeerbehoefte behorend bij de woningen kan deels worden opgelost in kleinschalige parkeervoorzieningen bij clusters van appartementen en grondgebonden woningen (half onder bebouwing of halfverdiept/op maaiveld onder een dek). Het restant parkeert op straat. In totaal zullen circa 200 tot 300 woningen en tot m 2 aan werken en voorzieningen worden gerealiseerd. Een ander onderdeel van Lingehoven is het realiseren van een parkomgeving rond de Doode Linge, het zogenaamde Doode Linge Park. Het park ligt direct tegen de binnenstad aan. Het park vervult straks een rol als groene scheg op stedelijk niveau. Het park verbindt de spoorzone met de stadsgracht en verrijkt de binnenstad met een aantrekkelijke wandelroute. Referentie: Doode Lingepark als groene binnenruimte hoven (bron: Masterplan stationsgebied) 47

52 De ontwikkelingen ter plaatse van deze locatie Lingehoven worden binnen de planperiode van onderhavig bestemmingsplan in gang gezet. Voor Lingehoven is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Door middel van de wijzigingsbevoegdheid wordt aangegeven dat de vigerende bestemmingen kunnen worden gewijzigd in andere bestemmingen ten behoeve van de realisatie van de beoogde centrumroute, woningen, bijbehorende voorzieningen en lichte bedrijvigheid. Ten behoeve van de realisatie van de gewenste ontwikkelingen moet te zijner tijd een wijzigingsplan worden opgesteld. De haalbaarheid van de ontwikkelingen moet op dat moment zijn aangetoond. Siependaallaan Ter plaatse van de locatie Siependaallaan, ten noorden van het spoor, is een afronding van de aangrenzende woonbuurt voorzien. De locatie zal in de toekomstige situatie ruimte bieden aan circa 30 grondgebonden woningen. De ontwikkelingen ter plaatse van deze locatie worden binnen de planperiode van onderhavig bestemmingsplan in gang gezet. De gemeente heeft besloten met dit bestemmingsplan een wijzigingsbevoegdheid naar woningen voor deze ontwikkelingslocatie op te nemen. Hiertoe moet te zijner tijd, indien concrete plannen bekend zijn, een wijzigingsplan worden opgesteld, waarbij de haalbaarheid van het plan (door middel van nader onderzoek) moet zijn aangetoond Aldi-locatie (8) Aan de Kwelkade, in het zuidoosten van het plangebied, is momenteel de supermarkt Aldi gevestigd. Er wordt overwogen deze Aldi naar een andere locatie binnen Tiel te verplaatsen, waarmee de locatie kan worden herontwikkeld voor woningbouw. De verplaatsing van de Aldi is in principe gewenst binnen de planperiode van onderhavig bestemmingsplan. Er is echter momenteel nog geen vervangende locatie beschikbaar. Mede als gevolg hiervan is de gewenste invulling van de locatie met woningbouw ook nog niet nader uitgewerkt. De gemeente heeft dan ook besloten met onderhavig bestemmingsplan een wijzigingsbevoegdheid voor de Aldi-locatie op te nemen. Door middel van de wijzigingsbevoegdheid wordt aangegeven dat de vigerende bestemming kan worden gewijzigd in een andere bestemming, namelijk hoofdzakelijk een woonbestemming. Hiertoe moet te zijner tijd, indien concrete plannen bekend zijn, een wijzigingsplan worden opgesteld, waarbij de haalbaarheid van het plan (door middel van nader onderzoek) moet zijn aangetoond Moskee El-Hassani (10) Ten behoeve van de uitbreiding van de bestaande moskee El-Hassani is in 2007 besloten een perceel van 700 m 2 te verkopen en een uitbreiding planologisch mogelijk te maken. De uitbreiding van de moskee wordt bij recht mogelijk gemaakt met onderhavig bestemmingsplan Tiel West. De locatie is hiertoe voorzien van de bestemming Maatschappelijk. De parkeerbehoefte als gevolg van de functie moet op eigen terrein worden opgevangen. Ten behoeve van een onderbouwing van de (economische) haalbaarheid van deze ontwikkeling wordt verwezen naar hoofdstuk 5 en 7 van deze toelichting. 48

53 4.2.4 Studiegebied sportvoorzieningen Ter plaatse van het gebied tussen de Provinciale weg, de Schaarsdijkweg en het spoor is momenteel agrarisch gebied aanwezig. De gemeente acht het wenselijk binnen de planperiode van onderhavig bestemmingsplan ter plaatse sportvoorzieningen te realiseren. Hierbij moet eveneens ruimte worden geboden aan waterberging. In het vigerend bestemmingsplan was overigens ook al een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om buitensportvoorzieningen te realiseren. In de structuurvisie is eveneens de wens uitgesproken ter plekke sportvoorzieningen te concentreren. De plannen zijn op dit moment nog niet volledig uitgekristalliseerd. De gemeente heeft besloten met onderhavig bestemmingsplan een wijzigingsbevoegdheid voor deze noordelijke locatie op te nemen. Door middel van de wijzigingsbevoegdheid wordt aangegeven dat de vigerende bestemming kan worden gewijzigd in een andere bestemming, namelijk een sportbestemming. Hiertoe moet te zijner tijd, indien concrete plannen bekend zijn, een wijzigingsplan worden opgesteld, waarbij de haalbaarheid van het plan (door middel van nader onderzoek) moet zijn aangetoond Junior-College Op 3 mei 2010 verscheen de in opdracht van het bestuur van het RSG Lingecollege vervaardigde "rapportage onderzoek locatie Heiligestraat Junior College RSG Lingecollege te Tiel". In dit rapport wordt medewerking gevraagd van de gemeente Tiel t.a.v. de realisatie van nieuwbouw voor een op te richten Junior-College op de locatie Heiligestraat te Tiel. In bestuurlijk overleg heeft de gemeente toegezegd te zoeken naar mogelijkheden om mee te werken aan dit initiatief, zonder daarbij specifiek aan te geven waaruit die medewerking zou kunnen bestaan. Ruimtelijke medewerking is daarbij één van de voor de hand liggen de mogelijkheden. Deze bestuurlijke toezegging is in lijn met het gestelde in het Coalitieprogramma : "Tiel: een bruisende stad met ambitie". Daarin wordt als onderdeel van het thema "Tiel: Centrumstad" aangegeven dat Tiel, ook als het om onderwijs gaat, als centrumstad toonaangevend wil zijn. In de komende periode wil het college middels verbetering van de huisvestingspositie van het Lingecollege zich inzetten om de concurrentiepositie van het Tielse voortgezet onderwijs (Lingecollege) te verbeteren. In een briefwisseling tussen college en het bestuur van het Lingecollege (april/juni 2010) is aangekondigd op korte termijn nader met elkaar in overleg te treden om de huisvestingsknelpunten van het Lingecollege te bespreken en gezamenlijk te zoeken naar oplossingsrichtingen. Het nu scheppen van een ruimtelijk kader voor een te realiseren Junior-college loopt vooruit op deze nog nader uit te werken ontwikkeling. De gemeente heeft besloten met onderhavig bestemmingsplan een wijzigingsbevoegdheid voor deze locatie op te nemen. Door middel van de wijzigingsbevoegdheid wordt aangegeven dat de vigerende bestemming kan worden gewijzigd voor het toevoegen van bebouwing. Hiertoe moet te zijner tijd, indien concrete plannen bekend zijn, een wijzigingsplan worden opgesteld, waarbij de haalbaarheid van het plan (door middel van nader onderzoek) moet zijn aangetoond. 49

54 5 Randvoorwaarden en onderzoek 5.1 Inleiding Het al dan niet voldoen aan verschillende randvoorwaarden en uitgangspunten is bepalend voor de vraag of een nieuw bestemmingsplan ook daadwerkelijk uitvoerbaar is. Hierbij speelt de uitvoerbaarheid op basis van milieuaspecten als geluid, bodem en hinder van bedrijven een rol, evenals water, archeologie en flora en fauna. Tevens moet worden aangetoond dat het plan economisch uitvoerbaar is, waartoe wordt verwezen naar hoofdstuk 7 van deze toelichting. De uitvoerbaarheid van onderhavig bestemmingsplan is dan ook getoetst op bovengenoemde aspecten. Dit hoofdstuk geeft de resultaten hiervan weer. 5.2 Milieuaspecten Bodem De bodem is van belang voor de mens. Landbouw, wonen, infrastructuur, natuur en recreatie zijn mogelijk dankzij de "diensten" die de bodem levert. Ecosystemen staan aan de basis van die diensten. Uitstoot van schadelijke stoffen en een niet duurzaam bodemgebruik hebben invloed op de kwaliteit van de bodem. Ook de mens kan daardoor risico s lopen. Het doel van de provincie is dat in 2030 geen Gelderse inwoners meer in hun woonomgeving worden blootgesteld aan ernstige bodemverontreinigingen. Dit is conform het landelijke bodemsaneringsbeleid. De provincie geeft voorrang aan het schoonmaken van locaties in woongebieden en grondwaterbeschermingsgebieden. Gedeputeerde Staten van de provincie zullen alleen in uitzonderlijke gevallen de sanering zelf ter hand nemen. Zij willen hun budget in de toekomst vooral inzetten voor financiële bijdragen aan derden om zo de bodemsanering een impuls te geven. Het is de bedoeling dat de markt een groot deel van de saneringen financiert, op momenten dat er ruimtelijke ontwikkelingen plaatsvinden op de locaties. De gemeenten in Gelderland hebben samen met de provincie alle verdachte locaties in Gelderland in beeld gebracht. Daarnaast kunnen er bij de gemeenten nog meer of andere locaties bekend zijn dan die bij de provincie bekend zijn. Dat komt doordat de provincie alleen betrokken wordt bij een verontreiniging als uit onderzoek blijkt dat deze verontreiniging (vermoedelijk) ernstig is. Voor niet-ernstige verontreinigingen is de geldende gemeentelijke regelgeving van toepassing. De provinciale inventarisatiekaart bodemverontreiniging - samengesteld op basis van archiefonderzoek naar historisch gebruik van het gebied of uitgevoerde onderzoeken bekend bij de provincie - geeft in het plangebied verdachte en/of (voormalig) verontreinigde locaties weer. 50

55 Mogelijk verontreinigde locaties in plangebied, waarbij de gele gebieden mogelijk verontreinigd en blauw waarschijnlijk niet verontreinigd zijn (Kaart historisch bodembestand provincie Gelderland, 2009) Daar waar de bestaande bebouwing en functies in dit bestemmingsplan worden vastgelegd, is geen verkennend bodem- en grondwateronderzoek noodzakelijk. Bij eventuele bebouwingsuitbreidingen, die binnen de beheerskaders van dit bestemmingsplan mogelijk zijn, is via de bouwverordening in het kader van de bouwvergunningverlening zorggedragen voor een goede bodemkwaliteit. In principe is altijd een bodemonderzoek nodig bij vergunningplichtige bouwwerken die als verblijfsruimte(n) gebruikt gaan worden. Minimaal moet een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd worden. In de regel moet een bodemonderzoek worden uitgevoerd als de voorgenomen ontwikkeling een nieuwbouw woning betreft of een bedrijf met verblijfsruimte(n) en nieuwbouw, aan- of uitbouw bij bouwwerken die voor 1970 gebouwd zijn. Van het uitvoeren van een verkennend bodemonderzoek kan geheel of gedeeltelijk vrijstelling worden verleend, als bij de gemeente reeds bruikbare historische informatie beschikbaar is. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als in een periode van minder dan twee jaar geleden daadwerkelijk een bodemonderzoek is uitgevoerd en sindsdien op het terrein geen bodembedreigende activiteiten hebben plaatsgevonden. Deze vrijstelling geldt alleen voor nieuwbouwwoningen en bedrijven. Voorgaande geldt niet voor de nieuw te ontwikkelen locaties in onderhavig bestemmingsplan. Voor de locaties waaraan een wijzigingsbevoegdheid is toegekend, moet de haalbaarheid van de ontwikkeling in ieder geval in het op te stellen wijzigingsplan zijn aangetoond. 51

56 Historisch bodemonderzoek Ten behoeve van onderhavig bestemmingsplan is door de afdeling Bouwen, Milieu & Monumenten een historisch onderzoek 2 uitgevoerd. Uit het onderzoek blijkt dat er in het plangebied verschillende potentiële bodemverontreinigingen voorkomen. Ook zijn delen van het plangebied nog niet onderzocht. Bij planuitwerking zal middels verder bodemonderzoek de omvang van de verschillende verontreinigingen worden vastgesteld en de kwaliteit van de bodem op de nog niet onderzochte delen moeten worden bepaald. De uitkomsten van de bodemonderzoeken worden getoetst aan het van toepassing zijnde milieukwaliteitprofiel Geluid Voor meer informatie over het historisch onderzoek wordt verwezen naar de bijlagen. De mate waarin het geluid veroorzaakt door het (spoor) wegverkeer het woonmilieu mag belasten, is geregeld in de Wet geluidhinder (Wgh). Voor wegverkeer stelt de wet dat in principe de geluidsbelasting op geluidsgevoelige functies de voorkeurgrenswaarde van 48 db niet mag overschrijden. Voor spoorwegverkeer mag de voorkeurgrenswaarde van 55 db niet worden overschreden. Indien nieuwe geluidsgevoelige functies worden toegestaan, stelt de Wet geluidhinder de verplichting akoestisch onderzoek te verrichten naar de geluidsbelasting ten gevolge van alle (spoor) wegen op een bepaalde afstand van de geluidsgevoelige functie(s). In het kader van de Wgh is voor het beheersgerichte deel van dit bestemmingsplan geen akoestisch onderzoek noodzakelijk voor onderhavig bestemmingsplan. Binnen dit conserverende deel worden geen nieuwe geluidsgevoelige functies mogelijk gemaakt. Op aan aantal ontwikkelingslocaties zal woningbouw worden gerealiseerd. In dat geval moet worden aangetoond dat aan de geldende normen wordt voldaan. De nieuwe woningen worden in dit bestemmingsplan via een nader op te stellen wijzigingsplan mogelijk gemaakt. Voor deze ontwikkelingen moet de haalbaarheid ten tijde van het opstellen van het wijzigingsplan bekend zijn akoestisch onderzoek De gemeente Tiel heeft in het kader van de voorziene ontwikkelingen een akoestisch onderzoek uit laten voeren. Doel van dit onderzoek is om na te gaan of er akoestische belemmeringen zijn c.q. de beoogde ontwikkelingen binnen de grenswaarden uit de Wet geluidhinder mogelijk zijn. De ontwikkelingen die het bestemmingsplan mogelijk maakt zijn: Aanleg van twee nieuwe wegen: Spoorparallel West: tussen de provinciale weg N834 en de Spoorstraat; Spoorparallel Oost: tussen het Hasselmanplein en de Predikbroederweg (via Lingeweide, Het Talud). 2 Gemeente Tiel, afdeling Bouwen, Wonen & Monumenten, Historisch onderzoek bestemmingsplan Tiel- West, 11 februari 2011, rapportnummer TIEL

57 Wijziging van een aantal wegen en kruisingen: Rotonde N834/Spoorparallel West; Kruising Spoorstraat, Teisterbantlaan, Papesteeg; constructie Hasselmanplein. Realiseren van geluidsgevoelige bestemmingen (woningen): locatie Lingehoven (tussen Lingeweide/Het Talud en spoorlijn); locatie Spoorstraat (Veilingterrein); locatie Ter Navolging (tussen begraafplaats en spoorlijn); locatie Siependaal/Kennedylaan (oostelijk van R.O.C. Rivierenlandcollege); locatie Kwelkade (terrein Aldi); Uitbreiding/wijziging van geluidsgevoelige bestemmingen: uitbreiding Lingecollege aan de Heiligestraat. Uit dit onderzoek kan het volgende worden geconcludeerd. Binnen het plangebied worden wel voorkeursgrenswaarden overschreden, maar nergens de maximale grenswaarden. Welke maatregelen er moeten worden getroffen en of hogere grenswaarden nodig zijn, zal te zijner tijd bij de uitwerking van de plannen (opstellen wijzigingsplan) worden onderzocht Bedrijven en milieuzonering Een doel van de ruimtelijke ordening en het milieubeleid is het handhaven en verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving. In een bestemmingsplan wordt daarom onder andere ingezet op de milieuzonering van bedrijfsfuncties. Dit betreft het verantwoord vastleggen van de milieuhygiënische situatie in het plangebied. Het gaat erom dat voldoende ruimtelijke scheiding is tussen enerzijds milieubelastende inrichtingen en bedrijven en anderzijds milieugevoelige functies als wonen. Bij de milieuzonering wordt gebruikt gemaakt van de door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) opgestelde Bedrijven en Milieuzonering 3. Een kwalificatie van de bedrijfsfuncties in het plangebied vindt plaats op basis van de Staat van bedrijfsactiviteiten, zoals opgenomen in voornoemde VNG-uitgave. Per milieuaspect (geur, stof, geluid, gevaar, lucht-, water- en bodemverontreiniging, verkeersaantrekkende werking en visuele hinder) is in deze brochure voor inrichtingen een afstand genoemd, welke tot de dichtstbijzijnde milieugevoelige bebouwing in beginsel in acht moet worden genomen. Zonering op basis van de VNG-methode gebeurt aan de hand van een categorie-indeling. Bedrijven zijn in categorieën ingedeeld, waarbij de categorie is gekoppeld aan een afstand die aangehouden dient te worden tot gevoelige functies. Bepalend is de afstand van het meest hinderlijke milieuaspect, hetgeen resulteert in de zogenaamde grootste afstand. De grootste afstand is de afstand, die tenminste in acht dient te worden genomen ten opzichte van een rustige woonwijk. Binnen de grootste afstanden dient te worden afgewogen in hoeverre de functies passend zijn ten opzichte van elkaar. Uit specifiek milieuonderzoek in het kader van het milieuvergunningtraject kan blijken dat de grootste afstand voor het betreffende bedrijf kleiner is dan op basis van de VNG-lijst is aangegeven, bijvoorbeeld door de omvang en/of aard van de activiteiten en/of technische vooruitgang. 3 VNG, Bedrijven en Milieuzonering, maart

58 De indicatieve richtafstanden kunnen op basis van een gebiedskwalificatie, waarbij sprake is van een functiemenging, worden gereduceerd. Dit betreft het zogenaamde gemengde gebied. Situatie plangebied Voor het plan is gekeken naar de aanwezigheid van bedrijven in en in de omgeving van het plangebied. Op basis van de bedrijfsactiviteiten kunnen de bedrijven overlast veroorzaken voor milieugevoelige functies, zoals wonen. Binnen het plangebied is in aansluiting op het provinciale beleid maximaal milieucategorie 2 aanvaardbaar. Voor bedrijven in milieucategorie 1 geldt een grootste afstand van 0 of 10 meter en voor bedrijven in milieucategorie 2 geldt een grootste afstand van 30 meter. De bedrijvigheid en andere functies in het woongebied zijn bestemd, conform de feitelijke situatie. Daar waar bedrijven in hogere categorieën reeds aanwezig zijn, zijn deze specifiek bestemd door middel van een nadere aanduiding binnen de bestemming Bedrijf. Voor de bestaande bedrijven en gevoelige functies in het plangebied geldt dat de onderlinge afstanden tussen de bestaande functies niet met dit bestemmingsplan worden gewijzigd. Het bestemmingsplan voorziet niet in nieuwe mogelijkheden voor bedrijven. De bestaande bedrijven in het plangebied waren op basis van het geldende planologisch regime reeds toegestaan. Deze bedrijven zijn planologisch ingepast in onderhavig bestemmingsplan. Voor deze bestaande bedrijven is de milieuhinder voor gevoelige functies geregeld via de Wet milieubeheer (milieuvergunning of AMvB). Het bestemmingsplan maakt geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk die de bedrijven beperken in de bestaande bedrijfsvoering. Eventuele ontwikkelingsmogelijkheden van de bedrijven zijn, door strakke bestemmingsgrenzen en specifieke aanduidingen, wel aan banden gelegd. Conclusie De bestaande bedrijven zijn door middel van een aanduiding op de verbeelding mogelijk gemaakt. De mate van hinder geproduceerd door deze bedrijven is vastgelegd in milieuvergunningen. Het aspect bedrijvigheid vormt hiermee geen belemmering voor de haalbaarheid van het beheersgerichte deel van voorliggend plan. Ter plaatse van een aantal ontwikkelingslocaties is voorzien in milieugevoelige functies, waaronder de woonfunctie. Deze ontwikkelingslocaties bevinden zich op voldoende afstand van bedrijven met hogere milieucategorieën, die zijn geconcentreerd op het bedrijventerrein Papesteeg. Eventuele lichtere bedrijvigheid in de directe omgeving van deze locaties heeft geen hinder voor de te realiseren gevoelige functies tot gevolg. Bovendien is ter plaatse van de ontwikkelingslocaties veelal een gemengd gebied voorzien met woningen, lichte bedrijvigheid en maatschappelijke voorzieningen. Binnen deze gemengde gebieden kunnen hinderafstanden worden gereduceerd. Nieuwe gevoelige (woon)functies kunnen op basis van onderhavig bestemmingsplan enkel worden gerealiseerd met een wijzigingsplan. Hoewel deze ontwikkelingen op dit moment haalbaar worden geacht, komt de haalbaarheid voor het aspect bedrijvigheid, aan de hand van het concrete initiatief, in het op te stellen wijzigingsplan opnieuw aan bod. Voor wat betreft het aspect geur wordt verwezen naar de volgende paragraaf. 54

59 5.2.4 Geurhinder Ter plaatse van het perceel Papesteeg 91 is een bedrijf gevestigd, dat een geurcontour over een deel van het plangebied Tiel West tot gevolg heeft. Het betreft het bedrijf Kemira Chemsolutions B.V.. Ten behoeve van de ontwikkeling van het Veilingterrein, waarbij onder andere de geurgevoelige functie wonen is voorzien, is deze geurcontour ter plaatse verkleind. In het geurbeleid is aangegeven dat de geurcontour waarbinnen geen nieuwe geurgevoelige objecten mogen worden gerealiseerd, evenwijdig aan een aantal wegen is gelegd. Dit om de handhaving hierop ter vergemakkelijken. Omdat de Spoorstraat verlegd gaat worden bij de ontwikkeling van het Veilingterrein, is de geurzone in dit bestemmingsplan evenwijdig aan deze nieuwe weg gelegd. Ten behoeve van de ontwikkeling van het Veilingterrein, vooruitlopend op het toekomstig verdwijnen van het geurhinder veroorzakende bedrijf, accepteert de gemeente een grotere geurhinder ter plaatse van het Veilingterrein. De geurcontour is op de verbeelding behorende bij onderhavig bestemmingsplan opgenomen. Met de bijbehorende regeling is gewaarborgd dat binnen deze geurcontour geen nieuwe geurgevoelige objecten mogen worden gerealiseerd. Geconcludeerd wordt dat het aspect geur geen belemmering vormt voor de haalbaarheid van onderhavig bestemmingsplan Luchtkwaliteit De Wet luchtkwaliteit (verankerd in de Wet Milieubeheer hoofdstuk 5, titel 2) is een implementatie van diverse Europese richtlijnen omtrent luchtkwaliteit waarin ter bescherming van mens en milieu onder andere grenswaarden voor vervuilende stoffen in de buitenlucht (o.a. fijn stof en stikstofdioxide) zijn vastgesteld. De wet stelt bij een (dreigende) grenswaardenoverschrijding aanvullende eisen en beperkingen voor ruimtelijke plannen die in betekenende mate (IBM) leiden tot verslechtering van de luchtkwaliteit of gevoelige bestemmingen binnen onderzoekszones van provinciale- en rijkswegen. Daarnaast moet uit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening afgewogen worden of het aanvaardbaar is het plan op deze plaats te realiseren. Hierbij speelt de blootstelling aan luchtverontreiniging een rol, ook als het plan niet in betekende mate (NIBM) bijdraagt aan de luchtverontreiniging. Voor het consoliderende deel geldt dat in het kader van dit bestemmingsplan geen nieuwe ontwikkelingen of uitbreidingen mogelijk worden gemaakt, die leiden tot een verbetering of verslechtering van de luchtkwaliteit. Het bestemmingsplan is hier beheersgericht en leidt hierdoor niet tot een wijziging in de verkeersaantrekkende werking. Bovendien blijkt uit de Rapportage luchtkwaliteit 2006 van de gemeente Tiel dat er geen overschrijdingen in het plangebied zijn voor wat betreft stikstofdioxide en fijn stof. Zowel vanuit de Wet milieubeheer als vanuit een goede ruimtelijke ordening vormt de luchtkwaliteit geen belemmering voor dit bestemmingsplan. Voorgaande geldt niet voor de nieuw te ontwikkelen locaties in onderhavig bestemmingsplan. Voor de locaties waaraan een wijzigingsbevoegdheid is toegekend, moet de haalbaarheid van de ontwikkeling in ieder geval in het op te stellen wijzigingsplan zijn aangetoond. 55

60 onderzoek Ten behoeve van het bestemmingsplan Tiel West is onderzocht 4 of aan de normen voor luchtkwaliteit uit de Wet milieubeheer wordt voldaan. Het onderzoek richt zich op de nieuw aan te leggen ontsluitingswegen langs het spoor, de Spoorparallel-West en - Oost en het wegvak Papesteeg- Prinses Beatrixlaan waar de verkeersintensiteit zal gaan toenemen. Het onderzoek beperkt zich tot stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10). Andere stoffen uit bijlage 2 van de Wet milieubeheer zijn in dit kader niet relevant. Uit het onderzoek kan worden geconcludeerd dat aan de luchtkwaliteitseisen van de Wet milieubeheer wordt voldaan. Er zijn derhalve geen belemmeringen voor het bestemmingsplan op het punt van luchtkwaliteit. Voor meer informatie wordt verwezen naar de bijlagen Externe veiligheid Algemeen Het aspect externe veiligheid betreft het risico op een ongeval waarbij een gevaarlijke stof aanwezig is. Deze gevaarlijke stoffen kennen twee verschillende bronnen. Dit zijn de stationaire bronnen (chemische fabriek, LPG-vulpunt) en de mobiele bronnen (transport van gevaarlijke stoffen). Binnen het plangebied zijn zowel stationaire als mobiele bronnen aanwezig. Voor wat betreft de mobiele bronnen is het vervoer van gevaarlijke stoffen over de Waal relevant. Over de spoorlijn Utrecht-Tiel vindt geen vervoer van gevaarlijke stoffen plaats. Over enkele wegen vindt wel vervoer van gevaarlijke stoffen plaats. Dit vervoer is echter zo gering, dat het risico niet relevant is. In de nabijheid van het plangebied bevindt zich geen hogedruk buisleiding Regelgeving Stationaire bronnen Op stationaire bronnen is het Besluit externe veiligheid voor inrichtingen (Bevi) van toepassing. Hierin is bepaald dat relevante ruimtelijke plannen getoetst moeten worden aan het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Het plaatsgebonden risico is de berekende kans per jaar, dat een persoon overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval bij een risicobron, aangenomen dat hij op die plaats permanent en onbeschermd verblijft. In een nieuwe situatie bedraagt de norm voor kwetsbare objecten (zoals woningen), de kans van 1 op 1 miljoen. Dit wordt aangegeven met een zogenaamde 10-6 contour. Nieuwe kwetsbare objecten zijn binnen deze contour niet toegestaan. Voor beperkt kwetsbare objecten (zoals bedrijven waarin weinig personen aanwezig zijn) geldt de 10-6 contour als richtwaarde. 4 Luchtkwaliteitberekeningen bestemmingsplan Tiel-West 56

61 Het groepsrisico is een maat om de kans weer te geven dat een incident met een groep dodelijke slachtoffers voorkomt. Het gebied waarbinnen het groepsrisico dient te worden beschouwd is het invloedsgebied. Aan het groepsrisico zijn geen normen verbonden. Wel noemt het Bevi een oriënterende waarde, deze dient als ijkpunt. Een toename van het groepsrisico dient verantwoord te worden. Het gaat daarbij uiteindelijk om een bestuurlijke afweging van de risico s tegen de maatschappelijke baten en kosten van een (risicovolle) activiteit. Mobiele bronnen In de circulaire vervoer gevaarlijke stoffen zijn normen gesteld voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Door de Rijksoverheid wordt gewerkt aan het opstellen van het zogenaamde basisnet vervoer gevaarlijke stoffen. Het basisnet voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over water en wegen is vastgesteld. Het basisnet voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor moet nog worden vastgesteld. Als alle basisnetten zijn vastgesteld, worden deze opgenomen in regelgeving. Het basisnet water is op dit moment het vastgestelde beleid. In het kader van dit bestemmingsplan is het volgende uit het basisnet water relevant: de 10-6 contour treedt niet buiten de waterlijn van de Waal; de grens van het plasbrandaandachtsgebied ligt op 25 meter van de waterlijn; onder een bevolkingsdichtheid van personen/hectare, bij een enkelzijdige bebouwing, is een berekening van het groepsrisico niet verplicht. Bij deze dichtheid is het groepsrisico minder dan 0,1 maal de oriënterende waarde Aanwezige risicobronnen Stationaire risicobronnen In het plangebied liggen drie bedrijven die onder het Bevi vallen: Kemira Chemsolutions B.V. aan de Papesteeg 91. De plaatsgebonden 10-6 risicocontour en het invloedsgebied van dit bedrijf zijn berekend. De plaatsgebonden risicocontour ligt op korte afstand van het bedrijf. Het invloedsgebied van dit bedrijf is echter groot (een cirkel met een straal van 530 meter rond de bovengrondse ammoniak tank). Deze contour is op de verbeelding van onderhavig bestemmingsplan aangeduid. PPG aan de Papesteeg 95. Dit bedrijf valt onder het Bevi en het Besluit risico s zware ongevallen maar de risico s zijn zo klein dat het invloedsgebied niet buiten de inrichtingsgrens ligt. LPG-tankstation aan de Prinses Beatrixlaan 4. In het Bevi is bepaald dat het invloedsgebied begrensd wordt door een cirkel met een straal van 150 meter rond het vulpunt van een LPG tankstation. Het plaatsgebonden risico is afhankelijk van de hoeveelheid LPG die per jaar wordt verkocht. De LPG-doorzet wordt binnen afzienbare tijd vastgelegd op ten hoogste 1.000m 3 per jaar. Hiervoor wordt een traject in het kader van de Wet Milieubeheer opgestart. Uitgaande van een LPGdoorzet tot 1000 m 3 /jaar ligt deze contour op 45 meter vanaf het vulpunt voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Daarnaast ligt er een plaatsgebonden risicocontour van 10-6 op 25 meter rond de ondergrondse tank en op 15 meter van de afleverinstallatie. Binnen deze contouren (voorzover gelegen binnen het bestemmingsplangebied) zijn geen (geprojecteerde) (beperkt) kwetsbare objecten gelegen. De contouren zijn op de verbeelding van onderhavig bestemmingsplan aangeduid. Het vulpunt ligt overigens niet onderhavig plangebied. Het bestemmingsplan biedt dan ook geen mogelijkheden om vulpunten te realiseren. 57

62 De verantwoording van het groepsrisico heeft in het kader van het bestemmingsplan voor de Binnenstad reeds plaatsgevonden. Dit bestemmingsplan is inmiddels onherroepelijk. Mobiele risicobronnen Aan de rand van het plangebied loopt de Waal. Over de Waal vindt vervoer van gevaarlijke stoffen plaats. Uitsnede gemeentelijke signaleringskaart + legenda 58

63 Ontwikkelingen in relatie tot externe veiligheid Het bestemmingsplan maakt een aantal ontwikkelingen mogelijk. Ook zijn er in het bestemmingsplan een aantal wijzigingsbevoegdheden opgenomen. In het kader van externe veiligheid zijn de volgende ontwikkelingen relevant. Veilingterrein. Voor het Veilingterrein is herontwikkeling aan de orde. De realisatie van woningen, lichte bedrijvigheid en maatschappelijke voorzieningen (waaronder mogelijk een school) wordt via een wijzigingsbevoegdheid mogelijk gemaakt. Een gedeelte van deze ontwikkelingen ligt binnen het invloedsgebied van het bedrijf Kemira Chemsolutions B.V. aan de Papesteeg 91. De ontwikkelingen liggen buiten de persoongebonden risicocontour van De bepalende risicobron bij Kemira is een bovengrondse tank gevuld met ammoniak (een toxische stof). De grootste kans op een incident is tijdens het laden van deze ammoniaktank. Het effect van een dergelijk incident is, door de kleine hoeveelheid ammoniak die dan kan vrijkomen, gering. Het grootste incident dat kan plaatsvinden is het instantaan scheuren van de tank. Hierbij komt de gehele hoeveelheid in de tank aanwezige ammoniak in een korte tijd vrij. Op dit scenario is het invloedsgebied gebaseerd. De kans op dit incident is erg klein. Uit een recent onderzoek blijkt dat een toename van 100 personen of minder in het invloedsgebied een te verwaarlozen invloed heeft op het groepsrisico. In het beleidskader externe veiligheid gemeente Tiel is dan ook vastgelegd dat tussen 338 meter en de grens van het invloedsgebied, 530 meter, volstaan kan worden met een globale verantwoording van het groepsrisico. Binnen 338 meter moet het groepsrisico uitvoeriger verantwoord worden. Een gedeelte van de voorgenomen ontwikkelingen op het Veilingterrein ligt tussen de 338 meter en de 530 meter van de risicobron. Het bestemmingsplan maakt in dit gebied, met behulp van een wijziging, de vestiging van circa 150 appartementen en/of circa m2 bedrijvigheid en maatschappelijke voorzieningen (waaronder ook een school) mogelijk. De verantwoording van het groepsrisico vindt ten tijde van het opstellen van het wijzigingsplan plaats. Moskee aan de Tielerwaardlaan In het bestemmingsplan wordt bij recht de mogelijkheid opgenomen tot de realisatie van een uitbreiding van de moskee El-Hassani aan de Tielerwaardlaan. De moskee krijgt de bestemming maatschappelijk mee. De uitbreiding betreft de toevoeging van een perceel met een oppervlakte van 700 m 2 waarvan maximaal 300 m 2 bebouwd kan worden. Dit betekent dat het aantal mensen dat in de moskee aanwezig kan zijn, toeneemt. De moskee wordt, vanwege het karakter van een ontmoetingsplaats waar gedurende langere perioden per dag mensen aanwezig kunnen zijn, gezien als kwetsbaar object. De bestemming ligt buiten de plaatsgebonden risicocontour Daarmee wordt voldaan aan de norm voor het plaatsgebonden risico uit het Besluit externe veiligheid voor inrichtingen. 59

64 Figuur: plaatsgebonden risicocontour 10-6 (rode contour) De moskee ligt geheel binnen het invloedsgebied van het groepsrisico van Kemira en tevens binnen de zone van 338 meter die benoemd is in het Beleidskader externe veiligheid Tiel. Omdat het groepsrisico toeneemt maakt een uitgebreide verantwoording van het groepsrisico onderdeel uit van dit plan. Hierna wordt het groepsrisico verantwoord. Verantwoording groepsrisico 1 Toename groepsrisico. Het huidige pand biedt ruimte aan circa 90 personen die ondermeer tijdens gebedsdiensten en godsdienstonderwijs aanwezig zijn. De moskee wordt meerder malen per jaar ingezet voor godsdienstige evenementen en feesten. Het bestemmingsplan maakt uitbreiding van de huidige moskee mogelijk. Tijdens gebedsdiensten zijn naar verwachting 200 personen aanwezig. Tijdens evenementen en feesten kan dit oplopen tot circa 300 personen. De hoogte van het groepsrisico is berekend 5 (zie bijlagen). Uit deze berekening volgt dat het groepsrisico toeneemt maar nog juist onder de oriëntatiewaarde blijft. 2 Mogelijkheid tot zelfredzaamheid. De in de moskee aanwezige mensen zijn aan te merken als zelfredzaam. Een uitzondering hierop vormen de kinderen die godsdienstonderwijs volgen. Deze kinderen zijn minder zelfredzaam. Het risico dat Kemira vormt bestaat uit het vrijkomen van een giftige ammoniakdamp. Ondanks periodieke controle en veiligheidsmaatregelen kan de ammoniaktank beschadigd raken of een incident zich voordoen bij het lossen van ammoniak. Wanneer hierbij ammoniak vrijkomt is er voor de omgeving weinig tijd om zich in veiligheid te brengen. De meest effectieve strategie voor zelfredzaamheid is om in de moskee te schuilen. 5 Externe veiligheidsonderzoek Moskee El Hassani Tiel, Herberekening groepsrisico uitbreiding moskee, RMB Cuijk, 4 februari 2011, kenmerk:

65 3 Mogelijkheden voor hulpverlening en bestrijding van een ramp. De Regionale brandweer heeft, naar aanleiding van het voorontwerp bestemmingsplan, advies uitgebracht over de mogelijkheden voor hulpverlening en bestrijding van een ramp (advies VR/BRW/3002/11/HH d.d. 4 januari 2011). In dit advies is gesteld dat het niet mogelijk is een maatscenario bij Kemira volledig te voorkomen. Het gebied is goed toegankelijk voor hulpverlening en rampenbestrijding. Bij een incident is de opkomsttijd beperkt maar het gebruik van chemicaliënpakken vertraagt de inzet tot circa minuten na alarmering. Bij het optreden van een volledig maatrampscenario is meer medische hulp mogelijk dan regionaal beschikbaar is. 4 Nut en noodzaak. De uitbreiding is enkele jaren geleden in gang gezet omdat vanuit de Marokkaanse gemeenschap een grote behoefte is geuit aan uitbreiding van de moskee. De planlocatie is een logische plek voor een uitbreiding omdat de huidige moskee al vele jaren naar tevredenheid in gebruik is. Maatschappelijk gezien is de uitbreiding op de huidige plaats dan ook wenselijk. Daarom zijn alternatieve locaties niet verder onderzocht. 5 Optimaliseringmogelijkheden en maatregelen. Het is niet mogelijk om in het kader van deze ruimtelijke procedure veiligheidsverhogende maatregelen te treffen bij Kemira. In dit bestemmingsplan zijn beperkingen opgenomen die een ongewenste toename van het groepsrisico tegengaan. Zo is het bebouwingspercentage en de bouwhoogte beperkt en de verplichting opgenomen om op het eigen terrein te parkeren. De zelfredzaamheid kan verder worden geoptimaliseerd door de ventilatie van het nieuw te bouwen pand centraal afsluitbaar te maken. Dit leidt, in combinatie met gesloten gevels aan de Kemira-zijde ertoe dat schadelijke stoffen het gebouw niet binnendringen. De brandweer adviseert tevens risicocommunicatie toe te passen en externe risico s toe te passen in eventueel beschikbare BHVplannen. De gemeente voert echter geen actieve risicocommunicatie. Evenmin is het mogelijk deze maatregelen vast te leggen in de verbeelding of regels van dit bestemmingsplan. Daarom wordt in overleg met het bestuur van de moskee de hiervoor genoemde optimaliseringsmaatregelen verder uitgewerkt. 6. Conclusie Het groepsrisico als gevolg van de uitbreiding van de moskee is verantwoord, rekening houdend met de beperkingen die aan dit bestemmingsplan zijn verbonden voor de verdere uitbreiding van het groepsrisico en de wenselijkheid van het uitbreidingsplan dat enkele jaren geleden reeds is ingezet. De beperkingen in de zelfredzaamheid van de moskeebezoekers en beperkingen in de mogelijkheden voor de hulpverlening en bestrijding van een ramp worden zoveel mogelijk ondervangen door bouwkundige en organisatorische maatregelen in overleg met het bestuur van de moskee verder uit te werken.. Woningen aan de Papesteeg Aan de Papesteeg ligt een aantal woningen die in het verleden niet bestemd zijn tot woningen, omdat er plannen waren voor industrie op deze locatie. In dit bestemmingsplan worden deze woningen bestemd tot, wat ze al sinds jaar en dag zijn, woningen. Deze woningen liggen buiten de 10-6 contour van Kemira. Theoretisch zal door het bestemmen tot woningen het groepsrisico enigszins toenemen. Deze geringe toename is echter beperkt. Aangezien het hier gaat om legalisatie van een gerealiseerde situatie, wordt deze toename verantwoord gevonden. 61

66 Maatschappelijke dienstverlening Binnen het invloedsgebied van Kemira ligt een aantal objecten waaraan nu de bestemming maatschappelijke voorzieningen wordt toegekend. Om te voorkomen dat hier nieuwe zeer kwetsbare objecten zoals kinderdagverblijven en gezondheidszorg met verpleging kunnen worden gerealiseerd, is de realisatie van deze objecten in dit bestemmingsplan ter plekke uitgesloten. Door de herdefiniëring van de objecten tot bestemming Maatschappelijk zal de mogelijkheid tot vergroting van het groepsrisico niet toenemen. Hierom is verantwoording van het groepsrisico niet aan de orde. Aldi-locatie De huidige Aldi locatie wordt bestemd tot Detailhandel. In het bestemmingsplan wordt echter ook een wijzigingsbevoegdheid naar wonen opgenomen. De locatie ligt buiten de 10-6 contour en het plasbrandaandachtsgebied van de Waal. Indien de wijzigingsbevoegdheid tot gevolg heeft dat ter plaatse een dichtheid van meer dan personen per hectare wordt gerealiseerd, is verantwoording van het groepsrisico noodzakelijk. Een dergelijke dichtheid is naar verwachting echter niet aan de orde. Junior College In het bestemmingsplan is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om ter plekke van het terrein van het Lingecollege een Junior College te realiseren. Ten tijde van het opstellen van het wijzigingsplan zal onder andere met berekeningen van het groepsrisico de haalbaarheid nader worden aangetoond Conclusie Voorliggend bestemmingsplan voldoet aan de normen voor het plaatsgebonden risico. Het groepsrisico neemt niet significant toe. De mate van zelfredzaamheid, de goede bereikbaarheid voor hulpdiensten in combinatie met de maatregelen die aan de gebouwen getroffen kunnen worden, maken de realisatie van de voorziene ontwikkelingen verantwoord. 5.3 Water Rijksbeleid Nationaal Waterplan In december 2009 is het Nationaal Waterplan vastgesteld. Het Nationaal Waterplan is de opvolger van de Vierde Nota Waterhuishouding uit 1998 en vervangt alle voorgaande nota's waterhuishouding. Op basis van de Wet ruimtelijke ordening heeft het Nationaal Waterplan voor de ruimtelijke aspecten de status van structuurvisie. Het Nationaal Waterplan geeft op hoofdlijnen aan welk beleid het Rijk in de periode voert om te komen tot een duurzaam waterbeheer. Het Nationaal Waterplan richt zich op bescherming tegen overstromingen, voldoende en schoon water en diverse vormen van gebruik van water. Ook worden de maatregelen genoemd die hiervoor worden genomen. 62

67 Het plangebied Tiel West ligt in het gebied Rivierengebied. Het Rijk streeft ernaar rivieren te verruimen. Hiertoe worden de pkb Ruimte voor de Rivier en de Maaswerken voortvarend uitgevoerd. Toekomstige afspraken worden gemaakt in het licht van de overstromingsrisicorichtlijn. Buitendijks en eventueel binnendijks dienen gronden te worden gereserveerd. In samenwerking met alle betrokken overheden wordt een langetermijnopgave voor buitendijkse gronden langs de rivieren geformuleerd. Hierbij wordt rekening gehouden met veiligheid, waterkwaliteit, natuur, ruimtelijke kwaliteit en (regionale) ruimtelijke ontwikkelingen ten behoeve van een afgewogen inzet, beheer en benutting van het rivierbed. Vooralsnog heeft dit geen gevolgen voor het bestemmingsplan Provinciaal beleid Waterplan Gelderland Het Waterplan Gelderland is de opvolger van het derde waterhuishoudingsplan Gelderland (WHP3). Het Waterplan krijgt op basis van de nieuwe Waterwet de status van structuurvisie. In het waterplan is beschreven welke instrumenten uit de Wet ruimtelijke ordening de provincie wil inzetten voor de realisatie van specifieke waterdoelen. Het beleid uit WHP3 wordt grotendeels voortgezet in het waterplan. In het waterplan staan de doelen voor het waterbeheer, de maatregelen die daarvoor nodig zijn en wie ze gaan uitvoeren. Voor oppervlaktewaterkwaliteit, hoogwaterbescherming, regionale wateroverlast, watertekort en waterbodems gelden provinciebrede doelen. Voor een aantal functies, zoals landbouw, natte natuur, waterbergingsgebieden en grondwaterbeschermingsgebieden, zijn specifieke doelen geformuleerd. In het waterplan heeft het plangebied grotendeels de functie stedelijk gebied. Zowel in nieuw als in bestaand stedelijk gebied streeft de provincie naar een duurzaam watersysteem. Nadelige effecten op de waterhuishouding moeten in beginsel voorkomen worden. Hierbij wordt het water in de stad met het omringende watersysteem als één geheel beschouwd. De inrichting en het beheer van het waterhuishoudkundige systeem zijn in stedelijk gebied gericht op: het voorkomen of zoveel mogelijk beperken van wateroverlast; de ontwikkeling en het behoud van de natuur in het stedelijk gebied; het voorkomen van zettingen; het herbenutten van ontwateringswater voor drink- en industriewatervoorziening of voor herstel van verdroogde natuur; het weren van de riolering van (diepe) drainage en instromend grond- en oppervlaktewater; het beperken van de vuilbelasting door riooloverstorten en hemelwateruitlaten; het beperken van de invloed van bronbemaling; het realiseren van de basiskwaliteit voor oppervlaktewater Regionaal beleid Waterbeheerplan Het Waterbeheerplan heeft een integraal en strategisch karakter. De koers voor de komende zes jaren wordt in het plan vastgelegd. De opgaven waar het waterschap voor staat zijn groot. Het waterschap wil het beheergebied in 2015 klimaatbestendig hebben op basis van de huidige klimaatscenario s. De primaire waterkeringen 63

68 zijn dan op orde (dat wil zeggen dat deze voldoen aan de dan geldende normen) en het bergend vermogen van watersysteem van het landelijk gebied is zodanig vergroot, dat slechts bij zeer uitzonderlijke regenval, wateroverlast optreedt. Daarnaast stelt het waterschap zich tot doel om in 2027 de KRW-doelstellingen voor de waterkwaliteit worden gehaald. Hiervoor is het nodig in de periode 2010 tot en met 2015 een groot aantal maatregelen te treffen om vooral de ecologische waterkwaliteit te verbeteren. Ook het stedelijk gebied zal klimaatbestendig moeten worden gemaakt. Samen met de gemeenten gaat het waterschap in de planperiode verder op de ingeslagen weg om het waterbergend vermogen van stedelijk water te vergroten en de waterkwaliteit te verbeteren. Daarnaast geeft het waterschap met de gemeenten verder vorm aan de samenwerking in de afvalwaterketen. Tenslotte wil het waterschap de watercondities voor de natte natuur, zoals Natura-2000 gebieden en verdroogde gebieden, verbeteren en de waterkwaliteit in wateren met aquatische natuurwaarden beschermen en waar mogelijk verbeteren. Het waterschap vindt het belangrijk dat het Waterbeheerplan niet alleen betrekking heeft op de ontwikkeling van nieuwe waterpartijen en waterkeringen, maar dat het ook gaat over de wijze waarop het beheer en onderhoud plaatsvindt. Bijvoorbeeld over peilbeheer, natuurvriendelijk onderhoud en energiebewust beheer. Het Waterbeheerplan heeft geen directe gevolgen voor onderhavig bestemmingsplan Gemeentelijk beleid Integraal Waterplan Tiel Het Integraal Waterplan Tiel (december 2004) is een gezamenlijk beleidsplan van de gemeente en het Waterschap Rivierenland. Het waterplan vervult een paraplufunctie voor alle wateraspecten en de daaraan gerelateerde beleidsvelden. Het doel van het waterplan is 'het realiseren van een gezond en veerkrachtig watersysteem in de stad met het oog op een aantrekkelijke gezonde leefomgeving. Dit uiteraard binnen de ontwikkelingsmogelijkheden van een duurzaam watersysteem en een duurzame waterketen en overige aanpalende beleidsterreinen. Voor het plangebied zijn de volgende maatregelen / aandachtspunten van belang: Ten Zuiden van de Provinciale Weg is een uitbreiding van de watergang gepland. Hier wordt een waterpark aangelegd. De oevers van de watergangen ten noorden van de Nieuwe Tielseweg wordt natuurvriendelijker ingericht. De duiker langs de Nieuwe Tielseweg wordt vervangen door een watergang, die aan de noord- of aan de zuidzijde (of beide) van de weg komt. Tussen de Kleine Plantage, Nieuwe Tielseweg, Provinciale Weg en het Inundatiekanaal liggen meerdere gebieden met een afkoppeldoelstelling (totale afkoppeldoelstelling Tiel West: 5%) Waterstructuurplan Tiel Het Integraal Waterplan Tiel heeft zich in eerste instantie vooral gericht op waterkwaliteitsknelpunten. Vanuit landelijke wetgeving en beleid is ook het in beeld brengen van de kwantitatieve knelpunten, de wateropgave, van belang. In het Integraal Waterplan Tiel is afgesproken een Waterstructuurplan op te stellen, om de kwantitatieve wateropgave en oplossingsrichtingen in beeld te brengen. Het Waterstructuurplan Tiel (2009) geeft de wateropgave per afwateringsgebied weer en geeft een visie en een eerste set maatregelen om de wateropgave in te vullen. 64

69 Voor het plangebied zijn de volgende maatregelen / aandachtspunten van belang: Het gebied rond de Schaarsdijkweg kan ingezet worden als waterbergingslocatie en mogelijk als calamiteitenberging (inzet gedurende extreem natte periodes). Het nieuw in te richten stationsgebied is aangewezen om naast de bestaande waterbergingsopgave, extra waterberging te realiseren in de vorm van open water Wateropgave Tiel Oost; Tiel Oost, droger en mooier De hoge grondwaterstand en het overbelaste riool in Tiel Oost geven problemen. Deze problemen worden zonder ingrijpen groter, door onder andere klimaatverandering. Er zijn drie opgaven: verminderen van de overlast van grondwater, realiseren van meer waterberging en het laten afnemen van de overbelasting van het riool door afkoppeling. Voor onderhavig plangebied is met name de verbreding van de Doode Linge en de realisatie van een waterplein ten oosten daarvan relevant. Een waterplein staat bij een harde regenbui onder water situatie plangebied In voorliggend bestemmingsplan zijn de A- watergangen bestemd als Water. De dijken zijn voorzien van de dubbelbestemming Waterstaat Waterkering. De gemeente maakt nog nadere afspraken over de uitwerking van de watergerelateerde aspecten bij de diverse ontwikkelingslocaties in het gebied. 5.4 Cultuurhistorie en archeologie Cultuurhistorie Provinciaal beleid Cultuurhistorie is een belangrijk aspect van de ruimtelijke kwaliteit van Gelderland. Door de inventarisatie van Gelderse waarden in combinatie met de ontwikkelingsgeschiedenis, is de provincie opgedeeld in tien gebieden met elk een aantal typerende kenmerken. Samen vormen ze unieke, cultuurhistorische identiteitsdragers van het landschap. De verdeling in tien unieke gebieden leidde tot de Cultuurhistorische Beleidskaart (CHB). Dit is een kaart waarop die tien gebieden worden weergegeven, elk met twee tot vijf identiteitsdragers. De grenzen van die gebieden zijn niet absoluut: soms is er overlap. De gemeente Tiel valt in het "Rivierengebied". Voor dit gebied gelden de volgende cultuurhistorische identiteitsdragers: Gelaagd landschap: iedere periode uit 5000 jaar bewoning heeft een, soms inmiddels begraven, laag in het land gelegd, zandige oeverwallen en kleikommen vormen een ingewikkeld driedimensionaal patroon; Strijd en leven met water: de rivieren creëerden kansen maar vormden ook bedreigingen, binnendijks ontstond een ingenieus ontwateringstelsel; Grens en front: grensregio in Romeinse tijd en Middeleeuwen, later via waterlinies te verdedigen; 65

70 Bouwmarkt: klei, zand en grind zijn door de rivieren in grote hoeveelheden neergelegd, in de loop der jaren gewonnen voor de bouw; (Inter)nationaal netwerk: rivieren waren voorwaarde voor bloeiende handel in de Middeleeuwen, kasteelbouw ter verdediging van het land. De provincie hanteert deze kaart om bij de ruimtelijke ontwikkeling actief bij te dragen aan behoud, herstel en ontwikkeling van cultuurhistorische kwaliteiten. De cultuurhistorische beleidskaart geeft regionale cultuurhistorische kenmerken weer die inspiratie leveren bij planvorming door anderen. In relatie tot stedelijke ontwikkeling gaat het bij cultuurhistorie om twee aandachtspunten. Stedelijke ontwikkeling heeft gevolgen voor aanwezige cultuurhistorische identiteiten. In de planvorming moeten die gevolgen zorgvuldig worden meegenomen. De provincie inventariseerde alle Gelderse cultuurhistorische waarden. Die zijn vertaald naar de Cultuurhistorische Waardenkaart (CHW) met de lagen: gebouwde monumenten; (historische) landschappen; archeologische waarden. Deze kaart is op navolgende afbeelding voor het plangebied weergegeven. Op de kaart is te zien dat het landschap rondom Tiel West een hoge historische geografische waardering kent. In het noordoosten van het plangebied staan diverse historische bouwkundige monumenten. Uitsnede van de cultuurhistorische Waardenkaart, waarbij het plangebied met een blauwe cirkel is aangegeven (Provincie Gelderland, 2009) 66

71 Gemeentelijk beleid De gemeente Tiel heeft een missie geformuleerd voor integraal cultuurhistorisch beleid, in de kadernota cultuurhistorie. Deze nota is uitgewerkt in ambities. De ambities vormen uitgangspunten voor de kadernota. De volgende doelstellingen zijn geformuleerd: Cultuurhistorie maakt integraal onderdeel uit van de identiteit en de ontwikkeling van Tiel; Het erfgoed is van ons allemaal en Tiel laat haar geschiedenis zien; Behoud door ontwikkeling maakt het mogelijk cultuurhistorie als toegevoegde waarde en niet als beperking te ervaren; Cultuurhistorie wordt vroegtijdig ingezet in de ontwikkelingen Cultuurhistorie in het plangebied In de gebiedsvisie Tiel-West zijn twee cultuurhistorisch waardevolle elementen benoemd. Het betreft het Badhuisplein en het Inundatiekanaal. Het Badhuisplein is een sociaal woningbouwcomplex uit de jaren 20 van de 20ste eeuw met bijzondere cultuurhistorische kwaliteiten, met name stedenbouwkundig. In de toekomst zal worden onderzocht welke mogelijkheden deze cultuurhistorische waarden bieden en of en hoe deze waarden kunnen worden behouden en versterkt. In onderhavig bestemmingsplan is het bestaande stedenbouwkundig ensemble behouden. Het Inundatiekanaal is een onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Dit is (op (inter)nationaal niveau) een belangrijk element als 19de eeuwse verdedigingslinie. Er wordt gekeken naar mogelijkheden om dit cultuurhistorisch waardevolle element beter beleefbaar te maken. Het Inundatiekanaal is inmiddels aangewezen als Rijksmonument. Het Inundatiekanaal is met onderhavig bestemmingsplan voorzien van een passende bestemming, namelijk een waterbestemming Ontwikkelingen in relatie tot cultuurhistorie De ontwikkelingslocaties leiden niet tot wijziging en/of aantasting van cultuurhistorisch waardevolle elementen. Cultuurhistorie wordt dus niet bedreigd door uitvoering van onderhavig bestemmingsplan Archeologie Algemeen Het Verdrag van Malta, ook wel Conventie van Valletta genoemd, beoogt het cultureel erfgoed dat zich in de bodem bevindt beter te beschermen. Het Verdrag van Malta is de opvolger van een eerder Europees verdrag uit 1969 waarin vooral de bescherming van archeologische monumenten werd geregeld. Uitgangspunt van het nieuwe verdrag is dat het archeologische erfgoed al voordat het tot monument is verklaard, integrale bescherming nodig heeft en krijgt. In het kader van het verdrag van Malta dient bij ingrepen waarbij de ondergrond wordt geroerd te worden aangetoond dat de eventueel aanwezige archeologische waarden niet worden aangetast. Van gemeenten wordt gevraagd om hun bestemmingsplannen op te stellen in lijn met het verdrag van Malta. 67

72 Provinciaal beleid Het archeologisch beleid van de provincie Gelderland is verwoord in de nota Vanuit een inzichtelijk verleden. De provincie heeft daarbij de archeologische waarden in kaart gebracht op de Cultuurhistorische Waardenkaart. Ze streeft ernaar archeologische vindplaatsen in de ruimtelijke planvorming zoveel mogelijk te ontzien. Indien een archeologische vindplaats niet kan worden gespaard, is opgraving noodzakelijk. De opgegraven archeologische informatie wordt bewaard in een provinciaal archeologisch museum. De provincie geeft aan dat gemeenten meer dan voorheen een archeologisch beleid moeten voeren. De provincie zal hierbij een stimulerende en ondersteunende rol innemen Gemeentelijk beleid Met voornoemde kadernota cultuurhistorie geeft de gemeente Tiel aan te streven naar een gebiedsgerichte benadering met archeologie als onderdeel van de cultuurhistorie. Zij wil de identiteit van de gemeente benutten en vanuit cultuurhistorisch perspectief versterken. De gemeente zorgt ervoor dat het archeologisch erfgoed volwaardig deel uitmaakt van de ruimtelijke ordening in het bijzonder en het gemeentelijk beleid in het algemeen. In dit kader is een beleidsadvieskaart archeologie opgesteld, waarvan hieronder een uitsnede is weergegeven. Het doel van deze kaart is de archeologische verplichting te reguleren op basis van archeologische verwachtingen en de aanwezigheid van bekende archeologische waarden. De mate en noodzaak tot onderzoek hangt daarmee af van de verwachte kans op het voorkomen op archeologische relicten in de bodem. De beleidsadvieskaart is vertaald in een paraplubestemmingsplan. De regeling uit het parapluplan, die geldt voor het plangebied van Tiel West is in dit bestemmingsplan overgenomen. Uit de beleidsadvieskaart blijkt dat in het noordoostelijk en noordwestelijk deel van het plangebied grotendeels sprake is van een hoge archeologische verwachtingswaarde. Centraal in het plangebied is een lage archeologische verwachtingswaarde van toepassing. In het zuidoosten is sprake van een middelhoge verwachtingswaarde. Vrijwel het gehele plangebied is aangeduid als bebouwde kom, waarmee het archeologisch niveau mogelijk is verstoord. Voor locaties met een hoge en middelhoge verwachtingswaarden staat het streven naar behoud in de huidige staat centraal. Bodemingrepen dieper dan de huidige bouwvoor/verstoringsdiepte (circa 30 cm Mv) moeten worden vermeden. Indien dit niet mogelijk is, is bij bodemingrepen groter dan respectievelijk 500 m 2 bij een hoge waarde en m 2 bij een middelhoge waarde, voorafgaand aan ruimtelijke planvorming archeologisch onderzoek noodzakelijk. Ter plaatse van een lage archeologische verwachtingswaarde is het streven naar behoud in de huidige staat niet vereist. Bodemingrepen dieper dan de huidige bouwvoor/verstoringsdiepte (circa 30 cm Mv) moeten ook hier worden vermeden. Indien dit niet mogelijk is, is bij bodemingrepen groter dan respectievelijk m 2, voorafgaand aan ruimtelijke planvorming archeologisch onderzoek noodzakelijk. 68

73 Conclusie Omdat voorliggend bestemmingsplan voor een groot deel een conserverend karakter heeft en hiermee niet voorziet in ontwikkelingen waarvoor de grond wordt geroerd, hoeft voor een groot deel van het plangebied geen archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd. Desondanks zijn de gronden die archeologische waarden kunnen bezitten in dit bestemmingsplan voorzien van een dubbelbestemming. Hiermee is de bescherming van archeologische en cultuurhistorische waarden gewaarborgd. Het parapluplan heeft hierbij als uitgangspunt gediend. 69

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202 VISIEKAART 8 9 s t r u c t u u r v i s i e G o o r 2 0 2 5 structuu Goor 202 rvisie 5 1. Structuurvisie Goor 2025 2. Analyse 3. Visie en ambitie: Goor in 2025 4. Ruimtelijke kwaliteit 5. Wonen 6. Economie

Nadere informatie

2 BELEIDSKADER EN WETGEVING

2 BELEIDSKADER EN WETGEVING 2 BELEIDSKADER EN WETGEVING De kern van deze bewonersvisie is dat natuur de belangrijkste beleidsfunctie is van het gebied waarbij de gebiedswaarden rust, stilte en donkerte centraal moeten staan en dat

Nadere informatie

Bedrijventerrein Oost II, wijzigingsplan Einsteinstraat

Bedrijventerrein Oost II, wijzigingsplan Einsteinstraat Wijzigingsplan Bedrijventerrein Oost II, wijzigingsplan Einsteinstraat Gemeente Gorinchem Datum: 10 april 2013 Projectnummer: 120675 ID: NL.IMRO.0512.BP2012133-4001 INHOUD 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding

Nadere informatie

ACTUALISATIE STRUCTUURVISIE BLADEL

ACTUALISATIE STRUCTUURVISIE BLADEL ACTUALISATIE STRUCTUURVISIE BLADEL Gemeente Bladel Memo wijzigingen in Ruimtelijk Casco ten opzichte van DRS en Dorpenplan Medio 2004 heeft de gemeenteraad van Bladel de StructuurvisiePlus, bestaande uit

Nadere informatie

Bestemmingsplan Bovenkamp II Herziening I gemeente Heerde

Bestemmingsplan Bovenkamp II Herziening I gemeente Heerde Bestemmingsplan Bovenkamp II Herziening I gemeente Heerde Bestemmingsplan Bovenkamp II, Herziening I Betreft Status Bovenkamp II Heerde vastgesteld Datum 30 mei 2011 Bovenkamp II, herziening I, vastgesteld,

Nadere informatie

Rhenen, Vogelenzang, thematische herziening

Rhenen, Vogelenzang, thematische herziening Bestemmingsplan Rhenen, Vogelenzang, thematische herziening Gemeente Rhenen Datum: 16 februari 2016 Projectnummer: 90169.03 ID: NL.IMRO.0340.BPVogelenzangtherz-ON01 INHOUD 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Oprichten aanduidingsmast McDonald s Vlietweg 16 te Santpoort-Noord

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Oprichten aanduidingsmast McDonald s Vlietweg 16 te Santpoort-Noord RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Oprichten aanduidingsmast McDonald s Vlietweg 16 te Santpoort-Noord Ruimtelijke onderbouwing project Vlietweg 16 te Santpoort-Noord W12/000758/ OLO271413 INHOUD 1 Beschrijving

Nadere informatie

bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 datum: 5 september 2013 projectnummer: R.2011 gemeente Maasdriel

bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 datum: 5 september 2013 projectnummer: R.2011 gemeente Maasdriel bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 status: vastgesteld datum: 5 september 2013 projectnummer: 202360R.2011 adviseurs: Jke / Wle gemeente Maasdriel Inhoudsopgave Hoofdstuk

Nadere informatie

Beheersverordening Kornputkwartier

Beheersverordening Kornputkwartier Beheersverordening Kornputkwartier ID plan: NL.IMRO.1708.STWKornputkwtrBV1-VA01 datum: maart 2017 status: vastgesteld auteur: SRE Vastgesteld door de raad dd. de griffier, de voorzitter, NL.IMRO.1708.STWKornputkwtrBV1-VA01

Nadere informatie

gemeentebestuur VERZONDEN Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Team Beleid de leden van de gemeenteraad

gemeentebestuur VERZONDEN Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Team Beleid de leden van de gemeenteraad gemeentebestuur Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Team Beleid de leden van de gemeenteraad uw brief van uw kenmerk ons kenmerk 636340 datum 18 oktober 2011 betreft VERZONDEN 2 1. 11.11 actualisatie bestemmingsplan

Nadere informatie

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen NL.IMRO.1730.ABdorpsstr74zuidlv-0301 Projectgebied Situatie Dorpsstraat 74 Zuidlaarderveen 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Huidige en beoogde

Nadere informatie

Paraplubestemmingsplan Parkeren

Paraplubestemmingsplan Parkeren Paraplubestemmingsplan Parkeren status: ontwerp idn: NL.IMRO.0281.BP00040-on01 gemeente Tiel datum: juni 2018 Bestemmingsplan Paraplubestemmingsplan Parkeren Gemeente Tiel Toelichting INHOUD TOELICHTING

Nadere informatie

HOOFDSTUK 3 Beleid. 3.2 Rijksbeleid. 3.3 Provinciaal beleid

HOOFDSTUK 3 Beleid. 3.2 Rijksbeleid. 3.3 Provinciaal beleid HOOFDSTUK 3 Beleid 3.1 Inleiding De beleidscontext voor het plangebied wordt gevormd door (Europese,) landelijke, provinciale, en gemeentelijke beleidsrapportages. In dit hoofdstuk is het relevante (Europees-,)

Nadere informatie

Bestemmingsplan. Middenweg 89. Gemeente Amsterdam, stadsdeel Oost. Datum: 13 juni 2016 Projectnummer: ID: NL.IMRO.0363.

Bestemmingsplan. Middenweg 89. Gemeente Amsterdam, stadsdeel Oost. Datum: 13 juni 2016 Projectnummer: ID: NL.IMRO.0363. Bestemmingsplan Middenweg 89 Gemeente Amsterdam, stadsdeel Oost Datum: 13 juni 2016 Projectnummer: 160161 ID: NL.IMRO.0363.M1605BPSTD-OW01 INHOUD 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Ligging plangebied

Nadere informatie

Aanleiding voor de beheersverordening Besluitgebied: ligging en omgeving Geldende bestemmingsplannen

Aanleiding voor de beheersverordening Besluitgebied: ligging en omgeving Geldende bestemmingsplannen Rivieroevers Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding voor de beheersverordening 3 1.2 Besluitgebied: ligging en omgeving 4 1.3 Geldende bestemmingsplannen 4 Hoofdstuk 2 Motivering voor toepassing

Nadere informatie

Zwembad De Vijf Heuvels Potdijk 5 te Markelo BEELDKWALITEITPLAN

Zwembad De Vijf Heuvels Potdijk 5 te Markelo BEELDKWALITEITPLAN Zwembad De Vijf Heuvels Potdijk 5 te Markelo BEELDKWALITEITPLAN colofon SAB Arnhem bezoekadres: Frombergdwarsstraat 54 6814 DZ Arnhem correspondentieadres: postbus 479 6800 AL Arnhem T (026) 3576911 F

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Bouw zeven garageboxen achter Kerkstraat 18 Voorthuizen

Ruimtelijke onderbouwing. Bouw zeven garageboxen achter Kerkstraat 18 Voorthuizen Ruimtelijke onderbouwing Bouw zeven garageboxen achter Kerkstraat 18 Voorthuizen 1 2 Hoofdstuk 1 1.1 Aanleiding INLEIDING Op 4 maart 2011 is een aanvraag om een omgevingsvergunning binnengekomen voor het

Nadere informatie

Wijzigingsplan Warandepark - Rijsbergen. Datum: Plan identificatie: NL.IMRO.0879.WPwarandepark-VS01

Wijzigingsplan Warandepark - Rijsbergen. Datum: Plan identificatie: NL.IMRO.0879.WPwarandepark-VS01 Wijzigingsplan Warandepark - Rijsbergen Planstatus: vastgesteld Datum: 2015-09-22 Plan identificatie: NL.IMRO.0879.WPwarandepark-VS01 Colofon Titel: Opdrachtgever: Wijzigingsplan Warandepark - Rijsbergen

Nadere informatie

Beheersverordening Asten Stegen, Koestraat Gemeente Asten. datum: 7 augustus 2013 projectnummer: R.2013 adviseur: Jke

Beheersverordening Asten Stegen, Koestraat Gemeente Asten. datum: 7 augustus 2013 projectnummer: R.2013 adviseur: Jke Beheersverordening Asten Stegen, Koestraat 2013 Gemeente Asten status: vast te stellen datum: 7 augustus 2013 projectnummer: 202080R.2013 adviseur: Jke Image 2013 Aerodata International Surveys INHOUD

Nadere informatie

Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182

Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182 Notitie Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182 Betreft Actualisatie locatieonderzoek natuurwaarden 1 Aanleiding In 2007 is door Grontmij het Locatieonderzoek natuurwaarden Projectlocatiegebied

Nadere informatie

Bestemmingsplan Kleine kernen Bergakker, tweede herziening

Bestemmingsplan Kleine kernen Bergakker, tweede herziening Bestemmingsplan Kleine kernen Bergakker, tweede herziening status: ontwerp idn: NL.IMRO.0281.BP00024-on01 gemeente Tiel datum: september 2015 Bestemmingsplan Kleine kernen Bergakker, tweede herziening

Nadere informatie

Zaandam Oost en West Toelichting

Zaandam Oost en West Toelichting Onherroepelijk Beheersverordening Zaandam Oost en West Toelichting Zaandam Oost en West Inhoudsopgave Toelichting Hoofdstuk 1 1.1 1.2 1.3 1.4 Uitgangspunten en achtergrond Achtergrond beheersverordening

Nadere informatie

HERONTWIKKELING MOLENWAL

HERONTWIKKELING MOLENWAL STARTNOTITIE HERONTWIKKELING MOLENWAL (VOORMALIGE BUSREMISE) Maart 2011 Gemeente Oudewater Sector REV 1 Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE... 2 1 INLEIDING... 3 2 PLANGEBIED... 4 2.1 HET PLANGEBIED... 4 2.2 PROGRAMMA...

Nadere informatie

Nieuwe bedrijfslocaties

Nieuwe bedrijfslocaties E c o l o g i s c h e i n v e n t a r i s a t i e Om de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan Midwolda-Nieuwlandseweg Arts/Rulo te toetsen, is een ecologische inventarisatie uitgevoerd. Tevens is gekeken

Nadere informatie

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons)

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons) Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk 14-16 (KuiperCompagnons) NATUUR Kader De Flora- en faunawet (hierna: Ffw) beschermt alle in het wild levende zoogdieren, vogels, reptielen en amfibieën. Van deze soortgroepen

Nadere informatie

Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE

Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 1.1. Algemeen 1.2. Aanleiding en doel 1.3. Plangebied 1.4. Leeswijzer 2. PLANBESCHRIJVING 2.1. Bestaande situatie 2.2. Gewenste

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel Inleiding en planbeschrijving In Netersel is in de huidige situatie een speelterrein gelegen (zie figuur 1). Dat speelterrein is deels binnen het plangebied

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord 1. Inleiding 1.1 Aanleiding Er is een aanvraag om omgevingsvergunning ingediend voor de realisatie van een kunstwerk

Nadere informatie

Notitie Quickscan flora en fauna

Notitie Quickscan flora en fauna Notitie Quickscan flora en fauna De Uithof/ Kromhout te Utrecht Projectnummer: 5755.9 Datum: 5-5-2017 Projectleider: Opgesteld: Opdrachtgever: Universiteit Utrecht Universiteit Utrecht laat jaarlijks bomen

Nadere informatie

Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2

Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2 Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2 NL.IMRO.0037.BP1303-vs01 25 augustus 2014 blz. 2 Gemeente Stadskanaal Inhoudsopgave Toelichting 3 Hoofdstuk 1 Inleiding 5 1.1 Aanleiding 5 1.2 Plangebied

Nadere informatie

memo Verlegging rode contour ter plaatse van de Driebergsestraatweg 63 en 65 te Doorn

memo Verlegging rode contour ter plaatse van de Driebergsestraatweg 63 en 65 te Doorn memo aan: van: c.c.: Inge Eising Gemeente Utrechtse Heuvelrug Mariël Gerritsen Pieter Birkhoff Van Wijnen Groep N.V. datum: 14 december 2015 betreft: Verlegging rode contour ter plaatse van de Driebergsestraatweg

Nadere informatie

Notitie flora en fauna

Notitie flora en fauna Notitie flora en fauna Titel/locatie Projectnummer: 6306 Datum: 11-6-2013 Opgesteld: Rosalie Heins Gemeente Baarn is voornemens om op de locatie van de huidige gemeentewerf een nieuwe brede school ontwikkelen.

Nadere informatie

GEMEENTE BUREN. Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem

GEMEENTE BUREN. Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem GEMEENTE BUREN Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem Projectnr. 061-076 / 27 januari 2016 INHOUD BLZ 1 INLEIDING... 3 1.1 Aanleiding en doelstelling... 3 1.2 Plangebied... 4 1.3 Geldend

Nadere informatie

15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14

15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14 15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14 Ordito b.v. Postbus 94 5126 ZH Gilze E info@ordito.nl T 0161 801 022 I www.ordito.nl KVK 54 811 554 1. Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Ligging en begrenzing

Nadere informatie

Thematische herziening archeologie

Thematische herziening archeologie Bestemmingsplan Thematische herziening archeologie Gemeente Brunssum Datum: 23 juli 2015 Projectnummer: 130510 ID: NL.IMRO.0899.BPPPArcheologie-OW01 INHOUD TOELICHTING 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2

Nadere informatie

Bestemmingsplan Haule, Dorpsstraat 56 te Haule V A S T G E S T E L D

Bestemmingsplan Haule, Dorpsstraat 56 te Haule V A S T G E S T E L D Bestemmingsplan Haule, Dorpsstraat 56 te Haule V A S T G E S T E L D Bestemmingsplan Haule, Dorpsstraat 56 te Haule V A S T G E S T E L D Inhoud Toelichting Regels Verbeelding 19 oktober 2010 Projectnummer

Nadere informatie

Toelichting bij de beleidsnotitie voor bijbehorende bouwwerken Gemeente Pekela

Toelichting bij de beleidsnotitie voor bijbehorende bouwwerken Gemeente Pekela Toelichting bij de beleidsnotitie voor bijbehorende bouwwerken Gemeente Pekela 2012 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Begrippen... 3 Het beleid uit 2005... 4 Vraagstelling... 4 Planologisch kader... 4 Juridisch

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Leveroyseweg 14, Heythuysen

Ruimtelijke onderbouwing Leveroyseweg 14, Heythuysen Ruimtelijke onderbouwing Leveroyseweg 14, Heythuysen Inleiding Initiatiefnemer heeft een agrarisch bouwvlak aan Leveroyseweg 14 te Heythuysen. Op deze locatie worden varkens gehouden op extensieve wijze.

Nadere informatie

voor een aantal woonwijken zoals De Whee 1 en Tuindorp.

voor een aantal woonwijken zoals De Whee 1 en Tuindorp. 9. Recreatie en ontspanning 10. Groen en water 11. Milieu en duurzaamheid 12. Cultuurhistorie 13. Uitvoeringsparagraaf 14. Maatschappelijke haalbaarheid Ruimtelijke kwaliteit 4.1 HUIDIGE SITUATIE 4.2 RUIMTELIJKE

Nadere informatie

Spelregels bij particulier initiatief Kruyderlaan-Herenstraat Collegevergadering 17 januari 2017

Spelregels bij particulier initiatief Kruyderlaan-Herenstraat Collegevergadering 17 januari 2017 Spelregels bij particulier initiatief Kruyderlaan-Herenstraat Collegevergadering 17 januari 2017 Herenstraat is een typisch perifeer centrummilieu ofwel aanloopgebied. Om ingespeeld te blijven op toekomstige

Nadere informatie

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7 TOELICHTING INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Bestaande situatie 3 2.1 Plangebied 3 2.2 Vigerende bestemmingsplan 3 2.3 bestaande situatie 4 3. Gewenste ontwikkeling 4 4. Milieu 4 5. Planbeschrijving 6 6.

Nadere informatie

Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg

Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg Verantwoording Titel : Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg Subtitel : Projectnummer : Referentienummer : Revisie : C1 Datum : 30-10-2012 Auteur(s) :

Nadere informatie

Ontwikkelstrategie Lammenschansdriehoek, Gemeente Leiden (februari 2013) Ontwikkelstrategie

Ontwikkelstrategie Lammenschansdriehoek, Gemeente Leiden (februari 2013) Ontwikkelstrategie (februari 2013) Ontwikkelstrategie Lammenschans, Leiden in opdracht van: Gemeente Leiden februari 2013, Amsterdam Kerkstraat 204 1017 GV Amsterdam Postbus 15550 1001 NB Amsterdam Soeters Van Eldonk architecten

Nadere informatie

Wijzigingsplan Wyldpaed West 3 te Twijzelerheide ONTWERP

Wijzigingsplan Wyldpaed West 3 te Twijzelerheide ONTWERP Wijzigingsplan Wyldpaed West 3 te Twijzelerheide ONTWERP 1 INHOUDSOPGAVE Toelichting 3 1. Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Begrenzing plangebied 3 1.3 Geldende bestemmingsplan / moederplan 4 1.4 Bestaande

Nadere informatie

3. Toekomstige situatie Milieuaspecten Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7

3. Toekomstige situatie Milieuaspecten Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Bestaande situatie 3 2.1 Plangebied 3 2.2 Vigerende bestemmingsplan 3 2.3 bestaande situatie 4 3. Toekomstige situatie 4 4. Milieuaspecten 4 5. Planbeschrijving 4 6. Inspraak

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Schakerpad 5 in Twello

Ruimtelijke onderbouwing Schakerpad 5 in Twello Ruimtelijke onderbouwing Schakerpad 5 in Twello Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Op 2 november 2010 is door het college van burgemeester en wethouders het principebesluit genomen om medewerking te

Nadere informatie

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART TERNEUZEN

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART TERNEUZEN CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART TERNEUZEN Terneuzen Cultuurhistorische Waardenkaart Datum: februari 2013 Opgesteld door: Gemeente Terneuzen Gemeente Terneuzen Stadhuisplein 1 Postbus 35 4530 AA Terneuzen

Nadere informatie

Toelichting op het bestemmingsplan. 1e herziening bestemmingsplan Leerpark, locatie Brandweerkazerne. Stadsontwikkeling Dordrecht

Toelichting op het bestemmingsplan. 1e herziening bestemmingsplan Leerpark, locatie Brandweerkazerne. Stadsontwikkeling Dordrecht Toelichting op het bestemmingsplan 1e herziening bestemmingsplan Leerpark, locatie Brandweerkazerne Stadsontwikkeling Dordrecht Augustus 2009 1. Inleiding Het bestemmingsplan Leerpark is op 1 maart 2005

Nadere informatie

Hulst Visie Grote Kreekweg gemeente Hulst. nummer: datum: 21 mei 2014

Hulst Visie Grote Kreekweg gemeente Hulst. nummer: datum: 21 mei 2014 Hulst Visie Grote Kreekweg gemeente Hulst opdrachtgever: gemeente Hulst nummer: 0677.009386.00 datum: 21 mei 2014 referte: Ing. Jos van Jole 1 Inhoud Inleiding 3 Analyse 4 Beleidsmatige uitgangspunten

Nadere informatie

Duinkampen 23 te Paterswolde

Duinkampen 23 te Paterswolde Duinkampen 23 te Paterswolde Projectgebied. Duinkampen 23 Paterswolde 1. Inleiding Deze ruimtelijke onderbouwing is opgesteld voor het bouwen van een bijgebouw, het plaatsen van een schutting en twee kunstwerken

Nadere informatie

correctieve herziening bestemmingsplan De Zanderij gemeente Hillegom 10 december 2009 projectnummer 80253

correctieve herziening bestemmingsplan De Zanderij gemeente Hillegom 10 december 2009 projectnummer 80253 correctieve herziening bestemmingsplan De Zanderij gemeente Hillegom 10 december 2009 projectnummer 80253 INHOUD TOELICHTING I 1 I N L E I D I N G 1 2 L I G G I N G P L A N G E B I E D 1 3 W I J Z I G

Nadere informatie

Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Veranderen erf bij de woning Skieppedrifte 5 te Drogeham Ruimtelijke onderbouwing

Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Veranderen erf bij de woning Skieppedrifte 5 te Drogeham Ruimtelijke onderbouwing Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Veranderen erf bij de woning Skieppedrifte 5 te Drogeham Ruimtelijke onderbouwing 1. INLEIDING 1.1 Aanleiding voor het projectbesluit Op 15 januari 2010 is er een

Nadere informatie

Beheersverordening Krommeniedijk

Beheersverordening Krommeniedijk Beheersverordening Krommeniedijk ontwerpbestemmingsplan Beheersverordening Krommeniedijk 2 Regels ontwerpbestemmingsplan Beheersverordening Krommeniedijk 3 Hoofdstuk 1 Overgangs- en slotregels Artikel

Nadere informatie

i ii Òiî i î >> i ÈÒî-Òi`i iî" Òä i Gebiedsvisie Hollands Spoor en omgeving

i ii Òiî i î >> i ÈÒî-Òi`i iî Òä i Gebiedsvisie Hollands Spoor en omgeving i ii Òiî i î >> i ÈÒî-Òi`i iî" Òä i Gebiedsvisie T P E C N O C Hollands Spoor en omgeving mei 2008 2 Inleiding 1 Straatnamenkaart 1 Inleiding Voorwoord Voor u ligt de Gebiedsvisie Hollands Spoor en omgeving.

Nadere informatie

Aanvraag om afgifte van een ontheffing op grond van artikel 2.5 (Ruimtelijke Verordening Gelderland)

Aanvraag om afgifte van een ontheffing op grond van artikel 2.5 (Ruimtelijke Verordening Gelderland) Aanvraag om afgifte van een ontheffing op grond van artikel 2.5 (Ruimtelijke Verordening Gelderland) De gemeente Berkelland vraagt voor het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied, Kieftendijk Haaksbergseweg

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing De Kouwe Noord 3, Geffen Gemeente Oss Raadhuislaan 2 5341 GM Oss T: 14 0412 F: 0412 642605 www.oss.nl RUIMTELIJKE ONDERBOUWING De Kouwe Noord 3 te Geffen Februari maart 2016 1

Nadere informatie

TOELICHTING. Reparatieplan bijgebouwen GEMEENTE VIANEN

TOELICHTING. Reparatieplan bijgebouwen GEMEENTE VIANEN TOELICHTING ONTWERP BESTEMMINGSPLAN Reparatieplan bijgebouwen GEMEENTE VIANEN Opdrachtnummer : 99.372 IDnr. : Datum : augustus 2018 Versie : 2 Auteurs : mro b.v. : mro b.v. Leeuwenveldseweg 16H 1382 LX

Nadere informatie

2 e Plan van wijziging Globaal Bestemmingsplan Houten Vinex. Houtensewetering naast 45

2 e Plan van wijziging Globaal Bestemmingsplan Houten Vinex. Houtensewetering naast 45 2 e Plan van wijziging Globaal Bestemmingsplan Houten Vinex Houtensewetering naast 45 2 Toelichting 1 Inleiding 1.1 Aanleiding 1.2 Vigerend bestemmingsplan 1.3 Bestemmingsplan 2 Gebieds- en projectbeschrijving

Nadere informatie

Beeldkwaliteitsplan. Denekamp 't Pierik fase 2

Beeldkwaliteitsplan. Denekamp 't Pierik fase 2 Beeldkwaliteitsplan Denekamp 't Pierik fase 2 Govert Flinckstraat 31 - postbus 1158-8001 BD Zwolle 038-4216800 13 november 2008 2 Beeldkwaliteitsplan Denekamp t Pierik fase 2 1. Inleiding 1.1 Aanleiding

Nadere informatie

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan Korteveld ong (naast 14) te Nistelrode, Bernheze

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan Korteveld ong (naast 14) te Nistelrode, Bernheze vastgesteld Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan Korteveld ong (naast 14) te Nistelrode, Bernheze Inhoudsopgave Regels 5 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 5 Artikel 1 Begripsbepaling 5 Hoofdstuk 2 Algemene

Nadere informatie

Ruimtelijke Onderbouwing Westerklief 8 Hippolytushoef. Gemeente Hollands Kroon

Ruimtelijke Onderbouwing Westerklief 8 Hippolytushoef. Gemeente Hollands Kroon Ruimtelijke Onderbouwing Westerklief 8 Hippolytushoef Gemeente Hollands Kroon 12 oktober 2016 Toelichting Inhoud: 1. Inleiding... 3 1.1 Voorgeschiedenis... 3 1.2 Initiatiefnemer... 3 1.3 Planvoornemen...

Nadere informatie

Gemeente Haaksbergen. Rood voor Rood beleid 2015

Gemeente Haaksbergen. Rood voor Rood beleid 2015 Gemeente Haaksbergen Rood voor Rood beleid 2015 Ruimtelijke ontwikkeling 20-8-2015 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2 2. Begrippen 3 3. Beleidskaders 4 3.1 Kaders 4 3.2 Voorwaarden 4 3.3 Bijzondere gevallen

Nadere informatie

AANLEIDING / PROBLEEMSTELLING

AANLEIDING / PROBLEEMSTELLING Raadsvoorstel Voor de gemeenteraadsvergadering d.d. 28 september 2015 Documentnummer : 2015.0.072.749 Zaaknummer: 2015-03-01380 Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan 'Stadsblokken - Meinerswijk 2015'

Nadere informatie

Betreft Klant Van Datum Besluit ruimtelijke ordening: Ladder voor duurzame verstedelijking

Betreft Klant Van Datum Besluit ruimtelijke ordening: Ladder voor duurzame verstedelijking MEMO Betreft : Motivering ladder voor duurzame verstedelijking t.b.v. realisatie kinderdagverblijf Klant : J.P.M. Langelaan, Buitenbrinkweg 81, Ermelo Van : J.M. Miellet, Exlan Datum : Oktober 2016 Besluit

Nadere informatie

Onderzoek flora en fauna

Onderzoek flora en fauna Onderzoek flora en fauna 1. Conclusie Geconcludeerd wordt dat voor de beoogde functieveranderingen geen ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet vereist is. Hierbij dient wel gewerkt te worden

Nadere informatie

BESTEMMINGSPLAN WESTELIJK BUITENGEBIED, PARTIËLE HERZIENING NIJKERKERSTRAAT 35 - BIJZONDERE PARTICULIERE BEGRAAFPLAATS LANDGOED BIJSTEIN

BESTEMMINGSPLAN WESTELIJK BUITENGEBIED, PARTIËLE HERZIENING NIJKERKERSTRAAT 35 - BIJZONDERE PARTICULIERE BEGRAAFPLAATS LANDGOED BIJSTEIN Zaaknummer *190812* BESTEMMINGSPLAN WESTELIJK BUITENGEBIED, PARTIËLE HERZIENING NIJKERKERSTRAAT 35 - BIJZONDERE PARTICULIERE BEGRAAFPLAATS LANDGOED BIJSTEIN VASTGESTELD TOELICHTING Inleiding In 2007 heeft

Nadere informatie

Uitbreiding Theater De Willem

Uitbreiding Theater De Willem Stedenbouwkundige verkenning Uitbreiding Theater De Willem Gemeente Papendrecht, november 2008 Stedenbouwkundige Verkenning Onderwerp: Theater De Willem 1. Inleiding De mogelijkheden voor uitbreiding van

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 1 van 5 Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 2 van 5 Inleiding Op donderdag 3 april 2014 is door Dierenrijk

Nadere informatie

Bijlage B Provincie Fryslân 25-11-2014 Toepassing Bro, art. 3.1.1, onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist.

Bijlage B Provincie Fryslân 25-11-2014 Toepassing Bro, art. 3.1.1, onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist. Bijlage B Provincie Fryslân 25-11-2014 Toepassing Bro, art. 3.1.1, onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist. Ten behoeve van de stroomlijning van het vooroverleg over: - voorontwerpbestemmingsplannen

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Kavel 12 Arnhem-Centraal Noord van de gemeente Arnhem

Ruimtelijke onderbouwing Kavel 12 Arnhem-Centraal Noord van de gemeente Arnhem Ruimtelijke onderbouwing Kavel 12 Arnhem-Centraal Noord van de gemeente Arnhem oktober 2009 1. Omschrijving van het project 3 2. Beschrijving van het projectgebied 4 3. Geldende planologische situatie

Nadere informatie

Beeldkwaliteit sport- en recreatiezone De Groote Wielen SO/ROS Sonja de Jong, februari 2004

Beeldkwaliteit sport- en recreatiezone De Groote Wielen SO/ROS Sonja de Jong, februari 2004 Beeldkwaliteit sport- en recreatiezone De Groote Wielen SO/ROS Sonja de Jong, februari 2004 Inleiding Op 1 januari 2003 is de Woningwet 2002 in werking getreden. In deze wet wordt een structureel andere

Nadere informatie

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt CONCEPT Omgevingsdienst Regio Utrecht juli 2012 kenmerk/ opgesteld door beoordeeld door Ronald Jansen Dagmar Storm INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding...

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing Vijf onderkomens voor recreatieve overnachtingen bij camping aan Drachtster Heawei 38 De Veenhoop 1 2 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING VIJF RECREATIEVE ONDERKOMENS DRACHTSTER HEAWEI 38

Nadere informatie

Buitengebied e wijziging (Broekstraat 23 Wehl)

Buitengebied e wijziging (Broekstraat 23 Wehl) Buitengebied 2002 23e wijziging (Broekstraat 23 Wehl) Inhoudsopgave Toelichting 3 Hoofdstuk 1 Aanleiding en doel 3 Hoofdstuk 2 Plangebied 4 Hoofdstuk 3 Ruimtelijke - en milieuaspecten 5 Hoofdstuk 4 Landschappelijke

Nadere informatie

Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening. (ontwerp 25 januari 2019)

Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening. (ontwerp 25 januari 2019) Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening (ontwerp 25 januari 2019) Pagina 2 van 13 2019-01-25 Toelichting - Weideveld 2016 1e herziening Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening Toelichting

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing bij Wabo Projectbesluit

Ruimtelijke onderbouwing bij Wabo Projectbesluit Ruimtelijke onderbouwing bij Wabo Projectbesluit ten behoeve van de realisatie van 8 rijwoningen in plaats van 7 op een perceel bouwterrein gelegen aan Het Wilgert te Epse Inleiding Tussen de straten Het

Nadere informatie

Best. Introductie. Gemeente Best (bron:

Best. Introductie. Gemeente Best (bron: Best Best Introductie Best is een Noord-Brabantse gemeente, gelegen op ruim tien kilometer van de stad Eindhoven. De gemeente bestaat uit de centrale kern Best en twee kleine kernen, Aarle en De Vleut.

Nadere informatie

Gewijzigd vaststellen bestemmingsplan 'De Nieuwe Vaart'

Gewijzigd vaststellen bestemmingsplan 'De Nieuwe Vaart' Raadsvoorstel Voor de gemeenteraadsvergadering d.d. 9 maart 2015 Documentnummer : 2015.0.013.143 Zaaknummer: 2014-09-00312 Onderwerp: Gewijzigd vaststellen bestemmingsplan 'De Nieuwe Vaart' Aan de gemeenteraad.

Nadere informatie

Stationskwartier Zwijndrecht. Wonen in het nieuwe stadshart van Zwijndrecht

Stationskwartier Zwijndrecht. Wonen in het nieuwe stadshart van Zwijndrecht Stationskwartier Zwijndrecht Wonen in het nieuwe stadshart van Zwijndrecht Betaalbaar wonen in tuinstad met metropool nabij Zwijndrecht is een groene gemeente met veel potentieel, op een steenworp afstand

Nadere informatie

Aanvullende informatie Nota van Uitgangspunten bestemmingsplan Buitengebied

Aanvullende informatie Nota van Uitgangspunten bestemmingsplan Buitengebied Memo AAN VAN Raadsleden M. Bonouvrié ONDERWERP Aanvullende informatie Nota van Uitgangspunten bestemmingsplan Buitengebied DATUM 11 september 2012 REGISTRATIENUMMER 1101280/4283 Geachte raadsleden, Naar

Nadere informatie

Nota Zienswijzen Bestemmingsplan Bos en Golf

Nota Zienswijzen Bestemmingsplan Bos en Golf Nota Zienswijzen Bestemmingsplan Bos en Golf Inhoud 1. Inleiding en juridische procedure 2 2. Zienswijzen overlegpartners 2 - Waterschap Hunze en Aa s 3. Gevolgen voor het bestemmingsplan 4 2 1. Inleiding

Nadere informatie

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften Plankaart 10

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften Plankaart 10 TOELICHTING 1. Inleiding 4 2. Bestaande situatie 4 2.1 Plangebied 4 2.2 Vigerende bestemmingsplan 4 2.3 bestaande situatie 5 3. Gewenste ontwikkeling 5 4. Milieu 5 5. Planbeschrijving 8 6. Inspraak 8 7.

Nadere informatie

Ruimtelijke Onderbouwing verbinding Tramweg-Industrieweg, bedrijventerrein De Smaale (deelproject 2).

Ruimtelijke Onderbouwing verbinding Tramweg-Industrieweg, bedrijventerrein De Smaale (deelproject 2). Ruimtelijke Onderbouwing verbinding Tramweg-Industrieweg, bedrijventerrein De Smaale (deelproject 2). Doel en aanleiding Masterplan en Beeldkwaliteitplan Belangrijk brondocument van deze omgevingsvergunning

Nadere informatie

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing Opgesteld door: Provincie Noord-Brabant 19-05-2016 S.M.Verhaart- Menken Versie: 3_19-05-2016 Inhoud

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing bouw schaapskooi Haarweg 16 in Ruurlo

Ruimtelijke onderbouwing bouw schaapskooi Haarweg 16 in Ruurlo Ruimtelijke onderbouwing bouw schaapskooi Haarweg 16 in Ruurlo Inlichtingen: Gemeente Berkelland Afdeling Technisch Ontwerp en Realisatie Telefoon: 0545-250 325 Borculo, juli 2009 Ruimtelijke onderbouwing

Nadere informatie

Geen huizenbouw in park Oudegein!

Geen huizenbouw in park Oudegein! Geen huizenbouw in park Oudegein! Wethouder Adriani van de gemeente Nieuwegein (o.a. Ruimtelijke Ordening) stelt in een artikel in het AD van 13-02-2013 over de geplande huizenbouw in park Oudegein het

Nadere informatie

GEMEENTE OUDE IJSSELSTREEK Plan van wijziging Buitengebied 2000, herziening 2002 Locatie Marmelhorstweg 2a

GEMEENTE OUDE IJSSELSTREEK Plan van wijziging Buitengebied 2000, herziening 2002 Locatie Marmelhorstweg 2a Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Oude IJsselstreek d.d. nr., G.H. Tamminga secretaris J.P.M. Alberse burgemeester GEMEENTE OUDE IJSSELSTREEK Plan van wijziging Buitengebied

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Herinrichting parkeerterrein sportpark Rooswijk Rooswijklaan 4 te Velsen-Noord

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Herinrichting parkeerterrein sportpark Rooswijk Rooswijklaan 4 te Velsen-Noord RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Herinrichting parkeerterrein sportpark Rooswijk Rooswijklaan 4 te Velsen-Noord 28 februari 2013 INHOUD 1 Beschrijving project en locatie...3 2 Planologisch kader...4 2.1 Vigerend

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing voor de bouw van een woning aan Laurens Stommespad 2 te Middelburg

Ruimtelijke onderbouwing voor de bouw van een woning aan Laurens Stommespad 2 te Middelburg Ruimtelijke onderbouwing voor de bouw van een woning aan Laurens Stommespad 2 te Middelburg Middelburg, 8 januari 2014 Inhoud 1. Inleiding 2. Locatie en project 2.1 Ligging plangebied 2.2 Geldend bestemmingsplan

Nadere informatie

Raadsvoorstel Agendanr. :

Raadsvoorstel Agendanr. : Raadsvoorstel Agendanr. : Onderwerp: vaststelling bestemmingsplan 'Aquasingel De Groote Wielen' Reg.nr. : 104622 B&W verg. : 4 december 2012 Commissie : ROB Cie_verg. : 8 januari 2013 Raadsverg. : 22 januari

Nadere informatie

2 e herziening Structuurvisie Dordrecht Zuidrand van Dubbeldam. 25 april 2017

2 e herziening Structuurvisie Dordrecht Zuidrand van Dubbeldam. 25 april 2017 2 e herziening Structuurvisie Dordrecht 2040 Zuidrand van Dubbeldam 25 april 2017 2 e herziening Structuurvisie Dordrecht 2040 Inhoudsopgave 1. Aanleiding 2. Herziening 3. Besluitvormingsproces 4. Inhoudelijke

Nadere informatie

HOOFDSTUK 2 Gebiedsanalyse

HOOFDSTUK 2 Gebiedsanalyse HOOFDSTUK 2 Gebiedsanalyse 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk zijn achtereenvolgens de ruimtelijke structuur en de functionele structuur van het plangebied uiteengezet. De ruimtelijke structuur is beschreven

Nadere informatie

Nota van Uitgangspunten Oude Uitbreiding West Sliedrecht. December 2008

Nota van Uitgangspunten Oude Uitbreiding West Sliedrecht. December 2008 Nota van Uitgangspunten Oude Uitbreiding West Sliedrecht December 2008 Inhoudsopgave Inleiding Stedenbouwkundig plan Verkeer en parkeren Architectuur Erfafscheidingen Groen en spelen December 2008-02

Nadere informatie

Welstandsparagraaf Locatie Voorweg

Welstandsparagraaf Locatie Voorweg Welstandsparagraaf Locatie Voorweg concept november 2010 inhoudsopgave 1 Locatie en programma 2 Ruimtelijke structuur 3 Stedenbouwkundig uitgangspunt 4 Welstandsbeleid 5 Welstandscriteria Algemeen Hoofdvorm/Massavorm

Nadere informatie

Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis

Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis 3 april 2014 Zoon ecologie Colofon Titel Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis Opdrachtgever mro Uitvoerder ZOON ECOLOGIE Auteur C.P.M. Zoon Datum 3 april

Nadere informatie

4. BESCHRIJVING EN ANALYSE BESTAANDE SITUATIE

4. BESCHRIJVING EN ANALYSE BESTAANDE SITUATIE 4. BESCHRIJVING EN ANALYSE BESTAANDE SITUATIE 4.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt een beeld geschetst van de bebouwde kom van Hertme, zoals deze nu is. Achtereenvolgens komen aan de orde: Cultuurhistorisch

Nadere informatie

Ladder voor duurzame verstedelijking Bestemmingsplan Huis ter Heide West, gemeente Zeist

Ladder voor duurzame verstedelijking Bestemmingsplan Huis ter Heide West, gemeente Zeist Ladder voor duurzame verstedelijking Bestemmingsplan Huis ter Heide West, gemeente Zeist De Ladder voor duurzame verstedelijking is in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) geïntroduceerd en

Nadere informatie

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie 1 NATUUR 1.1 Natuurwetgeving & Planologie De bescherming van de natuur is in Nederland vastgelegd in respectievelijk de Natuurbeschermingswet en de Flora- en faunawet. Deze wetten vormen een uitwerking

Nadere informatie

GEMEENTE MILL EN ST. HUBERT. TOELICHTING op het bestemmingsplan "BEDRIJF DENNENDIJK - LANGENBOOM" VIGEREND BESTEMMINGSPLAN

GEMEENTE MILL EN ST. HUBERT. TOELICHTING op het bestemmingsplan BEDRIJF DENNENDIJK - LANGENBOOM VIGEREND BESTEMMINGSPLAN GEMEENTE MILL EN ST. HUBERT TOELICHTING op het bestemmingsplan "BEDRIJF DENNENDIJK - LANGENBOOM" VIGEREND BESTEMMINGSPLAN Het onderhavige bestemmingsplan is een gedeeltelijke herziening van het bestemmingsplan

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Clermontstraat 10 te Margraten. Gemeente Eijsden-Margraten

Ruimtelijke onderbouwing Clermontstraat 10 te Margraten. Gemeente Eijsden-Margraten Ruimtelijke onderbouwing Clermontstraat 10 te Margraten Ruimtelijke onderbouwing Clermontstraat 10 te Margraten Datum: 7 april 2014 Projectgegevens: ROB01-0252620-01B TEK01-0252620-01A Identificatienummer:

Nadere informatie