Voorwoord. Sarah Schokker

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Voorwoord. Sarah Schokker"

Transcriptie

1

2 Voorwoord Voor u ligt mijn onderzoeksrapport in het kader van de bacheloropleiding HBO-Rechten, gevolgd aan de Hogeschool van Amsterdam. Mijn onderzoeksrapport heeft betrekking op het intellectuele eigendomsrecht en is met name gericht op het portretrecht en het mediarecht. Voordat ik aan de studie HBO-Rechten begon heb ik twee jaar als juridisch secretaresse bij Kennedy Van der Laan advocaten gewerkt, op de afdeling intellectuele eigendom. In die periode ben ik geïnteresseerd geraakt in het recht en met name in het intellectuele eigendomsrecht. Daarom ben ik gestart met deze rechtenstudie en hoop ik deze nu, vier jaar later, met succes te kunnen afronden met een onderzoeksrapport dat betrekking heeft op mijn inmiddels favoriete rechtsgebied. In mijn derde studiejaar zou ik stage lopen bij de gemeente Purmerend. Toen mij vervolgens werd gevraagd om stage te lopen bij Kennedy Van der Laan, op de afdeling intellectuele eigendom heb ik geen moment getwijfeld. Na mijn stage ben daar ik aangenomen als Paralegal en sindsdien heb ik veelvuldig te maken met het intellectuele eigendomsrecht. De kennis die ik hierbij heb opgedaan is van grote invloed geweest op de keuze voor het onderwerp van mijn onderzoeksrapport. De periode van het onderzoek en het uiteindelijke schrijven van mijn onderzoeksrapport is voor mij een zeer leerzame periode geweest. Graag wil ik daarom een aantal mensen bedanken die mij hebben geholpen en hebben bijgedragen aan de totstandkoming van mijn onderzoeksrapport. Allereerst wil ik mijn praktijkbegeleider Christien Wildeman bedanken, aangezien zij het onderwerp voor het onderzoek heeft voorgedragen en mij een hele prettige en goede begeleiding heeft geboden bij het schrijven van dit rapport. Tevens gaat mijn dank uit naar mijn docentbegeleider Sander Huisjes, die mij door middel van zijn feedback de juiste weg heeft ingestuurd. Tenslotte wil ik de personen bedanken die ondanks hun hele drukke praktijk, tijd voor mij hebben vrijgemaakt om mijn vragen te beantwoorden en mij te laten meekijken in hun praktijk. Jens van den Brink, Paul Vugts, Ton van Dijk en Johan Keizer, bedankt voor jullie eerlijke meningen en interessante verhalen. Sarah Schokker Volendam, juni

3 Inhoudsopgave Verklarende woordenlijst.4 Afkortingenlijst.5 Samenvatting 6 1. Inleiding Aanleiding Projectkader Doelstelling Centrale vraagstelling Deelvragen Onderzoeksmethode Waaruit bestaat het praktijkonderzoek? Leeswijzer Portretrecht in Nederland Inleiding Artikel 21 Aw Portret Buiten opdracht Redelijk belang Artikel 22 lid 1 Aw Tussenconclusie Privacy vs. informatievrijheid vs. opsporingsbelang Inleiding Artikel 8 EVRM Artikel 10 EVRM Rechtspraak waar informatievrijheid prevaleert boven het recht op privacy Tussenconclusie Portretrecht van verdachten en veroordeelden in de rechtspraak Inleiding Opsporingsbelang Entertainment; geen reden voor privacy schending Nieuws- en informatiewaarde Verborgen camera Onherkenbaar; blurren of balkje? Eigen rechter 24 2

4 4.8. Rechtspraak samengevat De rol van de publicatie bij de bepaling van de strafmaat Tussenconclusie De praktijk Inleiding Paul Vugts Ton van Dijk Johan Keizer Peter Plasman en Peter R. de Vries Jens van den Brink Tussenconclusie Conclusie...32 Literatuurlijst...34 Jurisprudentielijst.35 Bijlagen - Bijlage 1: Paul Vugts, Het Parool - volledig interview o 1A: Artikel Harrie S. (herkenbaar) o 1B: Artikel Harrie S. (onherkenbaar) o 1C: Artikel overwegingen Het Parool - Bijlage 2: Ton van Dijk, KRO volledig interview - Bijlage 3: Johan Keizer, Kuipers & Nillesen advocaten volledig interview - Bijlage 4: Jens van den Brink, Kennedy Van der Laan advocaten volledig interview 3

5 Verklarende woordenlijst - Social media: Facebook, Hyves, Linkedin & Twitter 4

6 Afkortingenlijst - Aw: Auteurswet - EHRM: Europees Hof voor de Rechten van de Mens - EVRM: Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens - IE: intellectuele eigendom 5

7 Samenvatting Op grond van artikel 21 Auteurswet (hierna: Aw ) kan de geportretteerde bij een niet in opdracht gemaakt portret zich verzetten tegen de publicatie van dat portret. De geportretteerde moet wel een redelijk belang hebben en dit belang moet zich tegen een publicatie van het portret verzetten. Als de identiteit van de geportretteerde uit het portret blijkt en de geportretteerde kan worden herkend, hetzij door lichaamskenmerken hetzij door de houding, dan kan worden gesproken van een portret. Het gelaat hoeft hierbij niet duidelijk zichtbaar te zijn. Artikel 22 lid 1 Aw bevat een belangrijke beperking op de bescherming van artikel 21 Aw. Dit artikel geeft justitie namelijk de bevoegdheid om in het belang van de openbare veiligheid en ter opsporing, afbeeldingen van verdachten en veroordeelden te verveelvoudigen en of openbaar te maken. Deze bepaling kan ervoor zorgen dat een verdachte of veroordeelde zich later niet tegen een andere publicatie van hetzelfde portret kan verzetten. Naast het redelijk belang dient er een belangenafweging plaats te vinden. Meestal wordt hier het recht op privacy en het recht op vrijheid van meningsuiting tegen elkaar afgewogen. Op grond van artikel 8 Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (hierna: EVRM ) heeft een ieder recht op respect voor zijn privéleven en er is sprake van een schending van dit recht als een ernstige inbreuk op het privéleven heeft plaatsgevonden. Of sprake is van een ernstige inbreuk hangt af van de omstandigheden van het geval. Als een publicatie bijdraagt aan een publiek debat, dan kan een inbreuk op het recht op privacy worden gerechtvaardigd. Om te bepalen of een publicatie onrechtmatig is dient ook de bekendheid van de persoon te worden meegewogen in die beslissing. Artikel 10 EVRM bepaalt dat een ieder recht heeft op vrijheid van meningsuiting. In de rechtspraak is uitgemaakt dat het recht op privacy en het recht op informatievrijheid dezelfde bescherming verdienen. Artikel 10 lid 2 EVRM bevat een beperking op de vrijheid van meningsuiting. Uit diverse rechtspraak blijkt dat artikel 10 EVRM regelmatig voorgaat op artikel 8 EVRM, mits de publicatie informatief van aard is en een bepaalde functie of nieuwswaarde heeft. De rechtspraak laat verschillende dingen zien. In geval van opsporingsbelang gaat meestal het recht van vrijheid van meningsuiting voor op het recht van privacy. Als beelden van verdachten worden gebruikt als entertainment en de beelden geen toegevoegde waarde hebben voor het nieuwsfeit, kan een publicatie echter onrechtmatig worden geacht. Zijn de foto s en beelden echter wel van toegevoegde waarde en hebben zij een informatief doel, dan krijgt de vrijheid van meningsuiting weer voorrang. Het uitzenden van beelden die zijn opgenomen met een verborgen camera wordt daarentegen gezien als een ernstige inbreuk op de privacy en daardoor komt de vrijheid van meningsuiting weer op de achtergrond. Wat wordt verstaan onder het onherkenbaar maken van de geportretteerde is niet geheel duidelijk. De rechterlijke instanties delen niet dezelfde mening te delen. Volgens de Hoge Raad in 2003 kunnen balkjes over de ogen criminaliserend werken en het Hof Amsterdam oordeelde in 1993 dat het plaatsen van een balkje over het gelaat niet voldoende onherkenbaar maakt. Echter, in 2012 oordeelde het Hof Amsterdam dat een portret niet voldoende onherkenbaar was gemaakt en adviseerde juist een balkje te gebruiken om het portret onherkenbaar te maken. Verder is in 2012 door de rechter geoordeeld dat een publicatie niet geoorloofd is als deze is bedoeld om een verdachte aan de schandpaal te nagelen. Het is aan politie en justitie om verdachten op te sporen. Tenslotte is in de rechtspraak bepaald dat de publicatie van een portret invloed kan hebben op de bepaling van de strafmaat. Onlangs is echter bepaald dat in de huidige maatschappij het voor verdachten voorzienbaar is dat een foto veelvuldig wordt gepubliceerd en dat een dergelijke publicatie geen strafvermindering zou moeten opleveren. 6

8 In de praktijk lopen de meningen uiteen. De misdaadjournalist van Het Parool, de bedrijfsjurist van de KRO, de mediarechtadvocaat en Peter R. de Vries zijn allen van mening dat het recht op vrijheid van meningsuiting voor moet gaan. Hierbij dient wel te worden gekeken naar de omstandigheden van het geval en er moet voldoende zekerheid zijn dat de geportretteerde ook daadwerkelijk verdachte of onherroepelijk veroordeeld is. De door mij geïnterviewde strafrechtadvocaat Johan Keizer en de strafrechtadvocaat geïnterviewd in Pauw & Witteman, Peter Plasman, denken daar heel anders over. Zij zijn van mening dat het recht op privacy voor zou moeten gaan. Verder geven zij beiden aan dat er andere opsporingsmethoden zijn en dat deze ook gebruikt zouden moeten worden. 7

9 1. Inleiding 1.1. Aanleiding Op maandag 21 januari 2013 toont de politie in het plaatselijke opsporingsprogramma van Brabant, Bureau Brabant, beelden van acht jongens die op 4 januari 2013 in Eindhoven een 22-jarige man zwaar mishandelen. Op de beelden is te zien hoe de jongens de man tegen de grond slaan en hem één voor één tegen het hoofd schoppen. De jongens laten hem vervolgens voor dood achter. Door het tonen van de beelden worden de verdachten herkend. Daaropvolgend worden duidelijke foto s op internet geplaatst en onbeperkt gedeeld via social media. Een dag later melden twee verdachten zich bij de politie en niet veel later worden de andere verdachten ook opgepakt. Nu, zo n vijf maanden na de publicatie van de beelden door de politie, zijn er nog steeds herkenbare foto s van de verdachten op internet te vinden. Op grond van artikel 21 Auteurswet heeft ieder persoon met een redelijk belang, het recht zich te verzetten tegen de publicatie van zijn of haar portret, bijvoorbeeld het belang bij eerbiediging van zijn of haar privacy. Artikel 22 lid 1 Auteurswet geeft justitie de bevoegdheid in het belang van de openbare veiligheid en ter opsporing van strafbare feiten afbeeldingen te publiceren. In de hiervoor geschetste situatie worden de foto s ook door diverse dagbladen gepubliceerd, door de televisie uitgezonden en via social media gedeeld. Enerzijds lijkt de privacy van de verdachten hiermee te worden geschonden, maar anderzijds heeft de publicatie er wel voor gezorgd dat de verdachten zijn opgepakt. Heft dit het nadeel de schending van het portretrecht en de privacy voldoende op, of zijn er andere, misschien wel betere alternatieven voor de opsporing? Deze opsporingsmethode, het publiceren van foto s van verdachten om verdachten op te sporen is niet in de wet geregeld en hier zijn in principe geen vaste regels voor. Justitie is op grond van artikel 22 lid 1 Auteurswet bevoegd de foto s te publiceren, maar hoe zit het precies met de dagbladen en de televisie (hierna: media ), hebben zij dezelfde bevoegdheid? 1.2. Projectkader De media hebben het recht van vrijheid van meningsuiting, maar zij kunnen door gebruik van dit recht en het plaatsen van herkenbare foto s wel de privacy van verdachten en veroordeelden schenden en daarmee de betaling van een forse schadevergoeding riskeren. Het is voor de media onduidelijk wanneer zij wel en wanneer zij niet het portret van een verdachte mogen publiceren. De opdrachtgever is advocaat, gespecialiseerd in het intellectuele eigendomsrecht en treedt voornamelijk op voor de media. Momenteel is het portretrecht van verdachten en veroordeelden een hot item en bestaat er nog veel onduidelijkheid over. Zij wil daarom graag op een rijtje hebben in hoeverre het de media en dan met name de dagbladen en televisie is toegestaan om het portret van verdachten en veroordeelden te gebruiken en te publiceren en hoe ver zij hierin mogen gaan Doelstelling Het publiceren van een foto van een verdachte of veroordeelde mag in beginsel, gezien het recht op vrijheid van meningsuiting. Anderzijds is een dergelijke publicatie mogelijk in strijd met het portretrecht en de privacy van de geportretteerde. Mijn opdrachtgeefster loopt in de praktijk regelmatig tegen dit probleem aan. 8

10 Dit onderzoek is daarom gericht op het in kaart brengen van de regels omtrent de publicatie van het portret van verdachten en veroordeelden aan de hand van de Nederlandse wet- en regelgeving. Ik wil proberen een grens te zoeken; wanneer mag het portret van een verdachte wel worden gepubliceerd, wanneer is een publicatie ongeoorloofd en wanneer moet er een andere opsporingsmethode worden toegepast. Het uiteindelijke doel is het ontwikkelen van een advies voor de opdrachtgever betreffende de huidige regelgeving en rechtspraak omtrent het portretrecht van verdachten en veroordeelden, zodat de opdrachtgever een duidelijk overzicht heeft om in de praktijk te gebruiken en cliënten nog sneller en makkelijker van goed advies kan voorzien Centrale vraagstelling Wanneer mag het portret van een verdachte en veroordeelde openbaar worden gemaakt? 1.5. Deelvragen Aan de hand van diverse deelvragen zal een antwoord op de hoofdvraag worden geformuleerd. Deze deelvragen en de antwoorden daarop worden in hoofdstukken ingedeeld. Soms bevat een hoofdstuk het antwoord op meerdere deelvragen, aangezien de onderwerpen dan dusdanig samenhangen dat het in een verband dient te worden gezet. De deelvragen luiden als volgt: 1. Welk recht is van toepassing op het portretrecht van verdachten en veroordeelden? 2. Welke grondrechten spelen een rol bij een publicatie van een portret van een verdachte en veroordeelde? 3. Wanneer weegt het portretrecht zwaarder dan de informatievrijheid? 4. Hoe wordt het portretrecht van verdachten en veroordeelden gehandhaafd? 5. Hoe wordt gekeken naar het portretrecht als de publicatie van het portret het algemeen belang dient? 6. In hoeverre speelt de publicatie van een portret een rol bij de bepaling van de strafmaat? 7. Hoe wordt in de praktijk omgegaan met de publicatie van het portret van verdachten en veroordeelden? 1.6. Onderzoeksmethode In dit onderzoeksrapport zal stap voor stap een antwoord worden geformuleerd op de vraag wanneer een portret van een verdachte of veroordeelde openbaar mag worden gemaakt. Dit zal gebeuren aan de hand van de hiervoor genoemde deelvragen. Het onderzoek steunt voornamelijk op de jurisprudentie van de afgelopen vijftig jaar. Om erachter te komen hoe in de praktijk wordt omgegaan met dergelijke publicaties heb ik gesprekken gevoerd met een misdaadjournalist van Het Parool, een bedrijfsjurist van de KRO, een strafrechtadvocaat en een mediarechtadvocaat Waaruit bestaat het praktijkonderzoek? Het onderzoek beperkt zich specifiek tot het portretrecht van verdachten en veroordeelden. Er zal niet worden gekeken naar het portretrecht in het algemeen of de Wet bescherming persoonsgegevens. Het is gericht op het portretrecht en de vrijheid van meningsuiting en het privacyrecht conform het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Het onderzoek 9

11 spitst zich toe op de rechten en belangen van verdachten en veroordeelden en de rechten en belangen van de samenleving en de media en dan met name van dagbladen en televisie. Het recht zal alleen worden getoetst aan de Nederlandse wet- en regelgeving en dan voornamelijk aan de Auteurswet, de Grondwet en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Voor het onderzoek binnen de rechtspraak zal gebruik worden gemaakt van uitspraken van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (hierna: EHRM ). Tevens zullen de uitspraken van de Hoge Raad en de verschillende gerechtshoven en rechtbanken in Nederland worden gebruikt. Het praktijkonderzoek is gebaseerd op diverse interviews en gesprekken met mensen uit de praktijk, namelijk een misdaadjournalist van Het Parool, een bedrijfsjurist van de KRO, een mediarechtadvocaat en een strafrechtadvocaat. Ik heb gekozen voor deze personen, omdat ik dan de praktijk van alle belanghebbenden in deze kwestie van dichtbij heb kunnen zien Leeswijzer Het volgende hoofdstuk bevat de regels omtrent het portretrecht in Nederland. Hier wordt uitvoerig besproken welke bepalingen van belang zijn en welke voorwaarden aan deze bepalingen kleven. Het derde hoofdstuk is een bespreking van twee fundamentele grondrechten, het recht op privacy en het recht op vrijheid van meningsuiting. In de praktijk lijken deze regelmatig te botsen. In het vierde hoofdstuk worden diverse rechterlijke uitspraken uitvoerig besproken. Het vijfde hoofdstuk geeft een kijkje in de praktijk van een misdaadjournalist van een dagblad, een bedrijfsjurist van een televisiezender, een strafrechtadvocate en een mediarechtadvocaat. In het laatste hoofdstuk vindt u de conclusie. 10

12 2. Portretrecht in Nederland 2.1. Inleiding In de Auteurswet zijn regels opgenomen met betrekking tot portretten. In de wet is een onderscheid gemaakt tussen portretten die in opdracht van de geportretteerde zijn gemaakt (artikel 19 en 20 Aw) en portretten die niet in opdracht van de geportretteerde zijn gemaakt (artikel 21 Aw). Hier zal met name worden ingegaan op het laatstgenoemde artikel. Dit artikel beschermt het portret van de geportretteerde en diens nabestaanden. Dit houdt in dat als een portret van iemand wordt geopenbaard, de geportretteerde - en eventueel na het overlijden van geportretteerde, diens nabestaanden - zich tegen een dergelijke openbaarmaking kunnen verzetten. Dit hoofdstuk zal een antwoord geven op de vraag welk Nederlands recht van toepassing is op het portretrecht in het algemeen en de bepaling betreffende de beperking die geldt voor verdachten en veroordeelden. Het hoofdstuk bevat een uitgebreide bespreking van artikel 21 Aw, inclusief de in het artikel gestelde voorwaarden om een geslaagd beroep op deze bepaling te kunnen doen. Verder wordt ook kort ingegaan op de beperking van de portretrechtelijke bescherming voor de verdachten en veroordeelden Artikel 21 Aw De voor dit onderzoek belangrijkste bepaling is Artikel 21 Aw. Dit artikel ziet op de openbaarmaking van niet in opdracht gemaakte portretten. Het artikel luidt als volgt: Is een portret vervaardigd zonder daartoe strekkende opdracht, den maker door of vanwege den geportretteerde, of te diens behoeve, gegeven, dan is openbaarmaking daarvan door dengene, wien het auteursrecht daarop toekomt, niet geoorloofd, voor zoover een redelijk belang van den geportretteerde of, na zijn overlijden, van een zijner nabestaanden zich tegen de openbaarmaking verzet. Uit het artikel blijkt dat openbaarmaking van een niet in opdracht gemaakt portret niet zonder meer geoorloofd is. De geportretteerde hoeft geen toestemming voor openbaarmaking te geven 1, maar kan zich wel verzetten tegen een eventuele openbaarmaking. Hiervoor moet echter wel sprake zijn van een portret, een redelijk belang van de geportretteerde en dit belang moet zich tegen een dergelijke openbaarmaking verzetten Portret Volgens de memorie van toelichting is onder een portret te verstaan een afbeelding van het gelaat van een persoon, met of zonder die van verdere lichaamsdelen, op welke wijze zij ook vervaardigd is. 2 Het is dus niet van belang in welke vorm het portret is weergegeven. Een karikatuur wordt ook als portret gezien. 3 Bij het geheel of gedeeltelijk onherkenbaar maken van het gelaat van een afgebeelde persoon kan toch sprake zijn van een portret, aangezien de identiteit van de persoon op die manier toch kan blijken. 4 In tegenspraak met hetgeen in de memorie van toelichting is vastgesteld, is ook sprake van een portret als een foto op de openbare weg, schuin van achteren is genomen en het 1 Spoor, Verkade & Visser 2005, p Gielen 2007, p Rb. Den Haag 7 december 1965, BIE 1966, 240 (Feyenoord spelers). 4 HR 2 mei 2005, LJN AF3416 (Niessen & IPA/Storms Factory/Breekijzer) en Hof Amsterdam 14 januari 1993, AMI 1993, 6, p. 114 (Bokser). 11

13 gelaat niet te zien is, waardoor de persoon die op de foto staat op straat niet herkend zal worden. 5 Als de afgebeelde persoon niet onmiddellijk of bij eerste oogopslag wordt herkend, dan wordt toch gesproken van een portret. De uitsluitend afgebeelde gelaatstrekken hoeven niet tot herkenbaarheid te leiden. Andere factoren, zoals een typerende lichaamshouding kunnen daarbij ook een rol spelen Buiten opdracht Een portret is in opdracht gemaakt als de geportretteerde zelf opdracht heeft gegeven, of als een derde partij die de geportretteerde een portret wil aanbieden de opdracht heeft gegeven tot het maken van een portret. Toestemming geven tot het maken van een portret is echter iets anders. 7 Om te spreken van toestemming moet de geportretteerde expliciet hebben ingestemd met de openbaarmaking van een portret. 8 In paragraaf wordt de toestemming nog kort aangehaald, maar de volledige analyse van de toestemming is voor deze bespreking te omvangrijk en niet relevant, dus deze zal verder buiten beschouwing worden gelaten Redelijk belang Het redelijk belang van de geportretteerde kan worden gezien als het belangrijkste vereiste van artikel 21 Aw. Of sprake is van een redelijk belang hangt af van bepaalde omstandigheden. In beginsel kan een aantasting van de persoonlijke levenssfeer van de geportretteerde worden aangemerkt als een redelijk belang. 9 In 1994 heeft de Hoge Raad gekozen om naast het redelijke belang van de geportretteerde ook een verdere belangenafweging plaats te laten vinden. Hier werden de twee grondrechten uit het EVRM, het recht op privacy van artikel 8 EVRM en het recht op vrijheid van meningsuiting van artikel 10 EVRM tegen elkaar afgewogen. 10 In 2000 werd ook door het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (hierna: EHRM ) bepaald dat er een belangenafweging moet plaatsvinden tussen het algemeen belang en het belang van de verdachte. 11 Volgens de Hoge Raad kan uit artikel 8 EVRM in beginsel worden opgemaakt dat sprake is van redelijk belang van de geportretteerde, als een openbaarmaking van het portret inbreuk maakt op dit recht. Of sprake is van een dergelijke inbreuk hangt af van de feitelijke omstandigheden van het geval 12 en dan met name van de aard en mate van intimiteit waarin de geportretteerde is afgebeeld. Hierbij kunnen ook het karakter van de foto en de context van de publicatie van belang zijn. 13 Verder wordt ook het commerciële belang gezien als redelijk belang. In 1979 werd door de Hoge Raad bepaald dat van een redelijk belang ook sprake is als de populariteit van de geportretteerde, verworven in de uitoefening van hun beroep van dien aard is dat een commerciële exploitatie van die populariteit door enigerlei wijze van openbaarmaking van hun portretten mogelijk 5 Rb. Amsterdam 10 juli 1996, Mediaforum 1996, 10 (Wastelandparty). 6 HR 30 oktober 1987, NJ 1988, 277 (Naturiste). 7 Gielen 2009, p Spoor, Verkade & Visser 2005, p HR 1 juli 1988, NJ 1988, 1000 m. nt. L. Wichers Hoeth (Vondelpark I). 10 HR 21 januari 1994, LJN ZC1240 (Ferdi E.). 11 EHRM 11 januari 2000, NJ 2001, 74, m. nt. E.J. Dommering (News Verlag/Oostenrijk). 12 Rb. Amsterdam (vzr.) 7 augustus 2008, LJN BD HR 1 juli 1988, NJ 1988, 1000 m. nt. L. Wichers Hoeth (Vondelpark I). 12

14 wordt. 14 Het commerciële belang is in deze context niet relevant, dus zal hier niet verder worden besproken. Het redelijk belang kan echter vervallen als de geportretteerde (eerder) toestemming heeft gegeven tot een bepaalde vorm van openbaarmaking. 15 Wel is van belang waar de toestemming voor is gegeven. 16 Deze toestemming is een overeenkomst en kan mondeling of schriftelijk worden aangegaan. De overeenkomst moet wel rechtsgeldig tot stand zijn gekomen. Geen sprake van rechtsgeldige toestemming is als iemand heeft ingestemd met een bepaalde publicatie, terwijl het vervolgens op een andere manier of op een bepaalde wijze waar de gepubliceerde het niet mee eens is, wordt gepubliceerd. 17 Bij een rechtsgeldige toestemming kan de eerder gegeven toestemming echter niet meer worden ingetrokken en daarmee vervalt het redelijk belang Artikel 22 lid 1 Aw Artikel 21 Aw bepaalt dus dat een geportretteerde, waaronder ook een verdachte of een veroordeelde, zich tegen een publicatie van zijn of haar portret kan verzetten. Het artikel luidt als volgt: In het belang van de openbare veiligheid alsmede ter opsporing van strafbare feiten mogen afbeeldingen van welke aard ook door of vanwege de justitie worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt. Artikel 22 lid 1 Aw vormt een belangrijke beperking van de bescherming van artikel 21 Aw voor de verdachte en veroordeelde. Dit artikel bepaalt namelijk dat in het belang van de openbare veiligheid en ter opsporing van strafbare feiten afbeeldingen van welke aard ook door of vanwege justitie verveelvoudigd of openbaar gemaakt mogen worden. De bevoegdheid hiertoe ligt bij justitiële autoriteiten. Dergelijke publicaties omtrent de verdachte moeten in de context van de nog aanhangige procedure worden geplaatst en niet als vaststaand feit, zonder enig voorbehoud worden gepubliceerd. 18 Volgens Stevens 19 is in de ontuchtzaak van Benno L. de publieke opinie beïnvloed door de uitlatingen van het OM en de politie. In eerste instantie werd netjes gesproken van de verdachte, maar vervolgens vertelde de politie over het gevonden beeldmateriaal en wekte zij de indruk dat daar strafbare gedragingen op te zien waren. De context van het strafrechtelijke onderzoek werd daarmee volgens Stevens teniet gedaan. 20 Vervolgens liep de berichtgeving via de media helemaal uit de hand. Waar het eerst ging over ontuchtige handelingen met kinderen, ging het al snel over tienduizenden seksueel getinte afbeeldingen van meisjes. 21 Na het publiceren van foto s en beelden door justitie mogen de media die foto s en beelden ook verspreiden, maar dit mag in beginsel alleen als justitie iemand officieel als verdachte heeft aangemerkt en dit aan de media heeft laten weten. De media mag dus niet uit zichzelf 14 HR 19 januari 1979, NJ 1979, 383 ( t Schaep met de vijf pooten). 15 Spoor, Verkade & Visser 2005, p en Schuijt & Visser 2003, p Rb. Amsterdam 12 mei 1977, Auteursrecht 1981, 2 (Phil Bloom). 17 Rb. Den Haag 29 januari 1985, KG 1985, 55 (Propagandafilm Centrumpartij). 18 EHRM 25 maart 2008, appl. nr /02 (Vitan vs. Roemenië). 19 Mr. Dr. L. Stevens, universitair docent, verbonden aan de afdeling Strafrecht en Criminologie van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Vrije Universiteit Amsterdam. 20 Stevens 2010, p Stevens 2010, p

15 publiceren, zelfs al is er een veiligheids- of opsporingsbelang mee gediend. 22 Dit kan inhouden dat als een portret door justitie openbaar is gemaakt de verdachte en veroordeelde zich niet meer tegen een andere publicatie van datzelfde portret kan verzetten Tussenconclusie Gebleken is dat een geportretteerde zich op grond van artikel 21 Aw kan verzetten tegen een publicatie van zijn portret, mits hij een redelijk belang heeft en dit belang zich tegen een dergelijke publicatie verzet. Of sprake is van een redelijk belang hangt af van bepaalde omstandigheden. In beginsel kan een aantasting van de persoonlijke levenssfeer van de geportretteerde worden aangemerkt als een redelijk belang. Naast het redelijk belang dient er een belangenafweging plaats te vinden tussen het recht op privacy en het recht op vrijheid van meningsuiting. Artikel 22 lid 1 Aw is een belangrijke beperking op het portretrecht van artikel 21 Aw. Op grond van artikel 22 lid 1 Aw kunnen politie en justitie namelijk een portret openbaar maken, mits dit in het belang is van de openbare veiligheid en als doel heeft het opsporen van strafbare feiten. 22 Gielen & Verkade 2009, p

16 3. Privacy vs. informatievrijheid vs. opsporingsbelang 3.1. Inleiding Zoals in het vorige hoofdstuk reeds genoemd, dient de rechter naast het redelijk belang van de geportretteerde ook een verdere belangenafweging plaats te laten vinden. In zaken waarbij de publicatie van een tekst of een foto een rol speelt is, gaat het meestal om een afweging tussen twee belangrijke grondrechten, namelijk het recht op privacy (artikel 10 Grondwet en artikel 8 EVRM) en de vrijheid van meningsuiting (artikel 7 Grondwet en artikel 10 EVRM). In dit hoofdstuk zullen alleen de beide bepalingen uit het EVRM afzonderlijk aan bod komen en worden geïllustreerd aan de hand van diverse jurisprudentie Artikel 8 EVRM Het recht op privacy is een grondrecht en is vastgelegd in artikel 8 EVRM. Artikel 8 lid 1 EVRM luidt als volgt: Een ieder heeft recht op respect voor zijn privéleven, zijn familie- en gezinsleven, zijn woning en correspondentie Volgens het EHRM strekt de bescherming van artikel 8 EVRM zich in beginsel niet uit tot reputaties. Het beschermt de persoonlijke identiteit en integriteit. Pas als aangetoond kan worden dat de reputatieschade een ernstige inbreuk op het privéleven heeft veroorzaakt en dat daardoor de persoonlijke integriteit aangetast zou zijn kan een beroep op schending van artikel 8 EVRM slagen. 23 Het EHRM oordeelde dat het recht op privacy was geschonden toen in 1998 een artikel werd gepubliceerd over de moord op de prefect van Corsica. Het artikel bevatte een kleurenfoto van het lichaam van de prefect, vlak na de moord. De familie heeft met succes verweer gevoerd dat sprake was van een inbreuk op hun privéleven. De uitgever van het artikel was van mening dat hier in strijd werd gehandeld met de vrijheid van meningsuiting. Het EHRM ging hier niet in mee. Het publiceren van de foto zonder toestemming van de familie werd door het Hof ook als inbreuk op de privacy gezien. 24 In Nederland kijkt men hier blijkbaar anders tegenaan. Toen in 2002 een foto werd gemaakt van Pim Fortuyn die net was vermoord, werd deze in diverse kranten op de voorpagina geplaatst, ontving de fotograaf de Zilveren Camera en werd in 2010 de foto zelfs tentoongesteld. 25 Het EHRM heeft een vrij duidelijke afweging gemaakt tussen het belang van de vrijheid van meningsuiting en het belang van de privacy. Als het gepubliceerde portret alleen betrekking heeft op het privéleven van de bekende persoon en het doel van de publicatie is het entertainen van de lezers, dan kan worden gesproken van een ontoelaatbare inbreuk op de privacy van de geportretteerde. Als een publicatie bijdraagt aan een publiek debat dan kan de inbreuk op de privacy worden gerechtvaardigd. 26 Ik merk hierbij op dat het in deze kwestie gaat om een bekende persoon en niet om een verdachte of veroordeelde, maar hier wordt 23 EHRM 28 april 2009, NJ 2009, 522, m.nt. E.J. Dommering (Karakó/Hongarije) en EHRM 7 februari 2012, NJ 2013, 251 (Springer/Duitsland). 24 EHRM 14 juni 2007, NJ 2008, 583, m.nt. E.J. Dommering (Hachette Filipacchi/Frankrijk) EHRM 24 juni 2004, NJ 2005, 22, m. nt. E.J. Dommering (Caroline von Hannover I/Duitsland). 15

17 door het EHRM wel een belangrijke lijn getrokken met betrekking tot de toelaatbaarheid van de publicatie van een portret. Het weekblad Vrij Nederland publiceerde een artikel inclusief foto van Bram Zeegers, de getuige in het strafproces tegen Willem Hollleeder. Op de foto was Zeegers samen met Endstra te zien. Zeegers was van mening dat hier sprake was van een inbreuk op het privacy recht. De rechter ging hierin mee en overweegt als volgt: Zeegers valt niet aan te merken als een publiek figuur, hij bekleedt geen openbaar ambt en is niet op andere manier bekend bij het grote publiek. Dat hij als getuige optreedt in een zeer geruchtmakend strafproces en een interview heeft gegeven is onvoldoende om hem als publiek persoon aan te merken. Zeegers heeft geen toestemming gegeven voor publicatie van zijn foto, aangezien zijn veiligheid daarmee in gevaar zou kunnen komen. Het feit dat hij zichzelf in het openbaar vertoonde maakt hem ook niet tot een publiek persoon en dit kan ook niet worden aangemerkt als impliciete toestemming tot de verspreiding van zijn portret. Vrij Nederland had ook het artikel kunnen plaatsen zonder foto, de foto heeft geen echte nieuwswaarde. 27 Opmerkelijk is dat binnen een maand na de onderhavige uitspraak Bram Zeegers onder verdachte omstandigheden is overleden en daarna zijn portret veelvuldig en herkenbaar in de media werden getoond Artikel 10 EVRM Het recht op vrijheid van meningsuiting is het grondrecht dat vaak botst met het recht op privacy. De vrijheid van meningsuiting is vastgelegd in artikel 10 EVRM. Artikel 10 lid 1 EVRM luidt als volgt: Een ieder heeft recht op vrijheid van meningsuiting. Dit recht omvat de vrijheid een mening te koesteren en de vrijheid om inlichtingen of denkbeelden te ontvangen of te verstrekken, zonder inmenging van enig openbaar gezag en ongeacht grenzen. Dit artikel belet Staten niet radio-omroep, en bioscoop- of televisieondernemingen te onderwerpen aan een systeem van vergunningen. Het artikel bepaalt dat een ieder het recht op vrijheid van meningsuiting heeft. In een van de eerste uitspraken betreffende artikel 10 EVRM, bepaalde het EHRM dat de bepaling niet alleen het recht geeft om een mening, inlichtingen en denkbeelden te uiten en verspreiden, maar ook om deze te ontvangen. 28 Het informatie vergaren door journalisten valt ook onder de bescherming van artikel 10 EVRM. 29 Uit de rechtspraak blijkt dat het recht op respect voor het privéleven (artikel 8 EVRM) en de vrijheid van meningsuiting (artikel 10 EVRM) dezelfde bescherming verdienen en dat aan de hand van de omstandigheden van het geval zal worden bepaald welk recht in de betreffende kwestie belangrijker wordt geacht. 30 Zoals eerder genoemd bepaalde het EHRM in 2004 dat bij een afweging tussen de twee grondrechten dient te worden gekeken of de gepubliceerde uiting een bijdrage levert aan een debat dat in de publieke belangstelling staat. Hierbij is ook de 27 Rb. Amsterdam (vzr.) 13 september 2007, NJF 2007, EHRM 26 april 1979, NJ 1980, 146 (Sunday Times). 29 EHRM 23 september 1994, NJ 1995, 387 (Jersild). 30 EHRM 7 februari 2012, RAV 2012, 41 (Caroline von Hannover II). 16

18 bekendheid van de persoon van belang om te kunnen bepalen of sprake is van een onrechtmatige publicatie. 31 Tevens heeft het publiek het recht om geïnformeerd te worden over zaken van algemeen belang en dan kan gelet op de omstandigheden van het geval de vrijheid van meningsuiting voorgaan op het recht op privacy van de geportretteerde. Bij de afweging dient te worden gelet op de mate van bekendheid van de geportretteerde persoon, het tijdsverloop sinds de veroordeling en sinds de vrijlating, de ernst van het strafbare feit, het belang van het portret voor het nieuws en de juistheid en de volledigheid van de begeleidende tekst. 32 In lid 2 van artikel 10 EVRM worden de beperkingen genoemd op het grondrecht. Artikel 10 lid 2 EVRM luidt als volgt: Daar de uitoefening van deze vrijheden plichten en verantwoordelijkheden met zich brengt, kan zij worden onderworpen aan bepaalde formaliteiten, voorwaarden, beperkingen of sancties, die bij de wet zijn voorzien en die in een democratische samenleving noodzakelijk zijn in het belang van de nationale veiligheid, territoriale integriteit of openbare veiligheid, het voorkomen van wanordelijkheden en strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden, de bescherming van de goede naam of de rechten van anderen, om de verspreiding van vertrouwelijke mededelingen te voorkomen of om het gezag en de onpartijdigheid van de rechterlijke macht te waarborgen. Hieruit blijkt dat het beperken van de vrijheid van meningsuiting alleen mogelijk is als daar een wettelijke grondslag voor is en deze noodzakelijk is om de samenleving te beschermen. Van een beperking die bij de wet is voorzien is sprake, wanneer de publicatie van verdachten een zodanige inbreuk maakt op de persoonlijke levenssfeer van eiser dat die als onrechtmatig kan worden aangemerkt in de zin van artikel 6:162 Burgerlijk Wetboek. Hier dient ook te worden gekeken naar de concrete omstandigheden van het geval, waarbij onder meer de aard, inhoud en onderbouwing van gewraakte uitlatingen een rol spelen Rechtspraak waar de informatievrijheid prevaleert boven het recht op privacy Er zijn een aantal uitspraken waarbij door de rechter duidelijk wordt aangegeven wanneer het recht op vrijheid van meningsuiting voorgaat op het recht van privacy. Enkele uitspraken zullen hier kort worden besproken om aan te geven welke factoren de rechter meeneemt bij zijn afweging tussen de twee eerder genoemde grondrechten. In een geschil tussen het programma Blik op de weg en een overtreder oordeelde de voorzieningenrechter dat geen sprake was van een onaanvaardbare schending van de privacy, aangezien de overtreder van een afstand is gefilmd, het gezicht onherkenbaar is gemaakt en niet duidelijk blijkt waar de overtreding heeft plaatsgevonden. Verder dient het programma een educatief doel en wordt het algemeen belang gediend EHRM 24 juni 2004, NJ 2005, 22, m. nt. E.J. Dommering (Caroline von Hannover I/Duitsland). 32 EHRM 7 december 2006, RvdW 2007, 296 (Österreichischer Rundfunk/Oostenrijk). 33 Rb. Midden-Nederland 24 maart 2013, NJF 2013/ Rb. Arnhem (vzr.) 12 februari 2003, KG 2003, 86 (W./Blik op de weg). 17

19 In 2008 wilde de AVRO een special uitzenden van het programma Opsporing Verzocht met als titel Het verloren leven van eiser. In het programma werden enkele versluierde portretfoto s van eiser getoond. De eiser, die tot achttien jaar gevangenisstraf was veroordeeld 35 was van mening dat een dergelijke uitzending van de AVRO zijn goede naam en persoonlijke levenssfeer zou aantasten. De AVRO is van mening dat zij zich in het openbaar kritisch, informerend, opiniërend en waarschuwend moet kunnen uitlaten over misstanden die de samenleving raken. Daarbij komt dat verschillende media reeds over de strafzaak hadden gepubliceerd. Het gaat hier wederom om botsing van de twee genoemde grondrechten. De voorzieningenrechter oordeelde dat de vrijheid van meningsuiting in deze kwestie prevaleert boven het recht van eiser op bescherming van zijn persoonlijke levenssfeer. 36 Tijdens een openbaar festival, waarbij pers aanwezig is, wordt een bekende acteur gearresteerd voor het bezit van cocaïne. De openbaar aanklager bevestigt de toedracht van de arrestatie en naam van de verdachte. Een dagblad publiceert een item over de arrestatie en veroordeling inclusief naam en foto s van de verdachte. De Duitse rechter verbiedt verdere publicatie en het dagblad stapt naar het EHRM. Het EHRM overweegt als volgt: De artikelen bevatten geen informatie over het privéleven van de verdachte en waren slechts beperkt tot een verslag van de arrestatie, veroordeling en eerdere (voorwaardelijke) veroordeling wegens drugsbezit. Aangezien de openbaar aanklager de informatie heeft bevestigd kan de informatie niet als onbetrouwbaar worden aangemerkt en is de publicatie gerechtvaardigd. In deze kwestie diende de vrijheid van meningsuiting te prevaleren boven de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van verdachte Tussenconclusie Naast het redelijk belang dient er een afweging plaats te vinden tussen twee belangrijke grondrechten, namelijk het recht op privacy ex artikel 8 EVRM en het recht op vrijheid van meningsuiting ex artikel 10 EVRM. Op grond van artikel 8 EVRM heeft een ieder recht op respect voor zijn privéleven en is sprake van een schending van dit recht als een ernstige inbreuk op het privéleven heeft plaatsgevonden. Of sprake is van een ernstige inbreuk hangt af van de omstandigheden van het geval. Artikel 10 EVRM bepaalt dat een ieder recht heeft op vrijheid van meningsuiting In de rechtspraak is bepaald dat beiden grondrechten dezelfde bescherming verdienen. Als een publicatie bijdraagt aan een publiek debat, de publicatie informatief van aard is, een functie of nieuwswaarde heeft of sprake is van opsporingsbelang, dan wordt het recht van vrijheid van meningsuiting vaak belangrijker geacht dan het recht op privacy. Als beelden of foto s worden gebruikt als entertainment en de beelden geen toegevoegde waarde hebben voor het nieuwsfeit, dan kan de publicatie onrechtmatig worden geacht en krijgt het recht van privacy weer voorrang. Om te bepalen welk recht zwaarder moet wegen, dient te worden gekeken naar de omstandigheden van het geval. 35 De veroordeling was niet onherroepelijk. Aan het einde van het programma wordt een schriftelijke mededeling gedaan dat het hoger beroep in het najaar zal worden behandeld en de AVRO heeft ter zitting toegezegd dat de veroordeelde nog steeds ontkent zich schuldig te hebben gemaakt aan het medeplegen van de doodslag. 36 Rb. Amsterdam (vzr.) 7 augustus 2008, LJN BD EHRM 7 februari 2012, NJ 2013/251 (Springer/Duitsland). 18

20 4. Handhaving portretrecht van verdachten en veroordeelden 4.1. Inleiding Op grond van artikel 21 Aw kan de geportretteerde zich verzetten tegen de publicatie van zijn portret, mits hij een redelijk belang heeft en deze zich tegen de publicatie verzet. Verdachten en veroordeelden hebben dit recht ook. Artikel 22 Aw is daarentegen weer een uitzondering op de bescherming van artikel 21 Aw. In het belang van de openbare veiligheid en ter opsporing mag justitie wel foto s publiceren, maar hoe zit het met de media en dan met name dagbladen en televisie? Op grond van artikel van de Leidraad van de Raad van de Journalistiek, dient de journalist te voorkomen dat hij gegevens in woord en beeld publiceert, waardoor verdachten en veroordeelden buiten de kring van personen bij wie ze al bekend zijn, eenvoudig kunnen worden geïdentificeerd en getraceerd. Als de publicatie plaats vindt in het kader van opsporingsberichtgeving geldt deze regel niet. 38 Uit de rechtspraak blijkt dat de rechters in de verschillende instanties altijd een afweging maken tussen het recht op privacy van de geportretteerde enerzijds en het algemeen belang en de vrijheid van meningsuiting van de media anderzijds en dat de rechter dit laat afhangen van de omstandigheden van het geval. In dit hoofdstuk zullen uitspraken van diverse rechtelijke instanties uitvoerig worden besproken. Allereerst zal het belang van de opsporing worden besproken. Moet het recht van privacy wijken als er een opsporingsbelang geldt? Vervolgens wordt een uitspraak geschetst waaruit blijkt wanneer de rechter een publicatie als entertainment ziet en hoe wordt geoordeeld in geval van een dergelijke publicatie. Daarna komen de uitspraken aan bod waar de rechter een oordeel geeft over publicaties van portretten die wel en geen nieuwswaarde of functie hebben. Vervolgens wordt kort aangehaald hoe de rechter oordeelt over het gebruik van een verborgen camera en het daarna publiceren van deze beelden. Dan komt aan de orde hoe een geportretteerde onherkenbaar kan worden gemaakt. Moet dit door middel van blurring, of is een balkje ook voldoende? Tenslotte vindt nog een korte bespreking plaats over het oordeel van de rechter als partijen besluiten voor eigen rechter te spelen en verdachten aan de schandpaal nagelen. Uitsluitend de uitspraken die betrekking hebben op de publicatie van foto s van verdachten en of veroordeelden zullen aan bod komen. Op deze manier probeer ik een helder beeld te schetsen van de afwegingen die door de verschillende instanties zijn gemaakt Opsporingsbelang Op grond van artikel 22 lid 1 Aw heeft justitie de bevoegdheid om ter opsporing een portret van een verdachte te publiceren. Uit de hieronder genoemde rechtspraak blijkt ook dat in geval van opsporingsbelang het recht op vrijheid van meningsuiting zwaarder weegt dan het recht op privacy. Volgens de rechtbank Breda maakt een landelijk opsporingsbericht in kranten en op tv geen inbreuk op privacy en portretrecht van de verdachte. Aangezien de verdachte werd verdacht van een ernstig misdrijf, al eerder voor zedenmisdrijven was veroordeeld en gewone

21 naspeuringen via familie of officiële kanalen niet tot resultaat leidden, was hier volgens de rechter geen sprake van een onrechtmatige publicatie. 39 Mohammed B., die verdacht werd van de moord op Theo van Gogh wilde niet dat zijn foto zou worden uitgezonden in het programma Opsporing Verzocht. Zijn vordering werd afgewezen, omdat het belang van opsporing in dit geval zwaarder moest wegen dan het belang van de persoonlijke levenssfeer van de eiser. Het ging hier niet om de opsporing van Mohammed B., maar om de opsporing van eventuele handlangers. Hier was het van belang dat het ging om verdenking van een zeer ernstig misdrijf dat een ernstige inbreuk op de rechtsorde heeft betekend. 40 Twee jongens (X en Y) hebben met een verborgen camera opnamen gemaakt van een gesprek waarbij een eigenaar van een escortbedrijf aangaf een concurrent te willen laten vermoorden. Eisers hebben deze beelden getoond aan SBS. X en Y zijn aangehouden en SBS heeft de opnamen gekopieerd met de intentie deze uit te zenden in het programma van Peter R. de Vries. Aangezien de opnamen waren gestolen en er geen algemeen belang was dat een uitzending zou rechtvaardigen oordeelde de voorzieningenrechter dat de opnamen niet gebruikt mogen worden. 41 Het Hof Amsterdam zag dit anders. Deze oordeelde dat de informatie niet was verkregen zonder de verborgen camera s en dat de wijze waarop X en Y deze opnamen te gelde wilden maken een matter of public interest betreft Entertainment; geen reden voor privacyschending Onlangs oordeelde de voorzieningenrechter in Amsterdam dat entertainment geen reden mag zijn om de privacy van verdachten te schenden. PowNed had vanwege de toename van het aantal scooterdiefstallen een aantal scooters voorzien van een bedieningssysteem en een camera, om ingeval van diefstal de scooterdieven te filmen, op te sporen en met hun gedrag te confronteren. PowNed stelt dat op film is vastgelegd dat de eiser een van die scooters heeft gestolen. In een uitzending van PowLitie wil Powned door middel van de gemaakte beelden, inclusief de beelden van het burgerarrest het publiek informeren over misstanden die de samenleving raken en hoe daartegen op te treden. PowNed stelt zich op het standpunt dat haar vrijheid van meningsuiting zwaarder weegt dan het portretrecht van eiser. Helaas voor PowNed was de voorzieningenrechter het hier niet mee eens. PowNed had de doelstelling van het programma ook kunnen behalen zonder dat de verdachte herkenbaar in beeld zou worden gebracht. Het herkenbaar uitzenden van beelden van verdachte kan mede zijn bedoeld als een vorm van entertainment. Het filmpje moest dus direct verwijderd worden Nieuws- en informatiewaarde Het komt regelmatig voor dat de rechter de vrijheid van meningsuiting zwaarder laat wegen dan het recht op privacy. Argument hiervoor is dat de door de media getoonde beelden een 39 Rb. Breda 29 februari 2008, LJN BC Rb. Amsterdam (vzr.) 29 november 2004, LJN AR Rb. Amsterdam (vzr.) 14 april 2012, LJN BW Hof Amsterdam 22 mei 2012, LJN BW Rb. Amsterdam (vzr.) 24 maart 2012, LJN BW

22 functie, nieuws- of informatiewaarde hebben waar het algemeen belang mee gediend kan worden. NCRV heeft een programma gemaakt waarbij de werkwijze van de Rotterdamse politie centraal stond. Bij een huiszoeking door de politie in de woning van de verdachte zijn door de NCRV filmopnames gemaakt. Verdachte wilde niet dat deze zouden worden uitgezonden, omdat een dergelijke uitzending schending van zijn portretrecht zou opleveren. De stelling dat sprake zou zijn van een portret gaat niet op, aangezien zijn gezicht geheel onherkenbaar is gemaakt en de verdachte geen typerende lichaamshouding aanneemt en dus niet kan worden herkend. De rechtbank oordeelt dat de uitzending van de filmpopnamen in de gegeven omstandigheden zwaarder moet wegen, aangezien het programma zakelijk en informatief van aard is en de getoonde beelden functioneel zijn. Tevens is van belang dat door het retoucheren van het gelaat van verdachte hij niet meer herkenbaar is en niet in verband kan worden gebracht met de bewuste huiszoeking en strafrechtelijke verdenking van drugs en verboden wapenbezit. Alleen bekenden zullen hem waarschijnlijk herkennen, maar zo wordt aangenomen, zijn bekenden inmiddels op de hoogte van de huiszoeking en de bijbehorende gevolgen. 44 In 2009 steekt Rex van P. drie hulpverleensters van Spirit (een hulpverleningsinstantie voor dakloze jongeren in Amsterdam) neer. Een van de hulpverleensters komt te overlijden aan de gevolgen van de steekpartij. Na de arrestatie heeft Rex van P. bekend. Het Parool publiceert op 19 september 2009 een artikel over de verdachte en over het feit dat de verdachte in 2007 uitgebreid was geportretteerd in de NPS documentaire waarbij jongeren die zich tegen de samenleving keren door een cameraploeg worden gevolgd. Een van die afleveringen ging over Rex van P. en hij werd hierbij herkenbaar in beeld gebracht. Het artikel in Het Parool is vergezeld van een foto van een stilstaand beeld uit de documentaire. Rex van P. is van mening dat de publicatie in strijd is met zijn portretrecht. Het Parool verwijdert het portret van de website, maar weigert een vergoeding te betalen. Van P. start een bodemprocedure en eist een schadevergoeding en een bevel aan Het Parool ervoor zorg te dragen dat de foto nergens meer op internet te vinden is. De rechtbank wijst de vorderingen af. Aangezien Van P. zelf had meegewerkt aan de documentaire gaat het recht op vrijheid van meningsuiting van de media voor het recht op de persoonlijke levenssfeer van Van P. Tevens werd de foto als functioneel aangemerkt en de foto werd direct in verband met de inhoud van het artikel geacht en de documentaire was ook nog te zien op Uitzending Gemist. 45 Een hele bekende zaak is die waar van de foto van Ferdi E., de ontvoerder en moordenaar van Gerrit-Jan Heijn werd gepubliceerd. Paul Stolk maakte de eerste foto van Ferdi E. na zijn arrestatie. Nadat Ferdi E. is veroordeeld tot twintig jaar gevangenisstraf en TBS, publiceert Panorama een artikel over de zes beruchtste moordenaars van na de oorlog, waarin onder andere wordt verteld over de moord die Ferdi E. heeft gepleegd. Het artikel wordt geïllustreerd met een portret van hem. Enkele weken later wordt zijn portret weer door Panorama gepubliceerd, behorend bij de reportage over de Zilveren Camera waarbij de winnende foto van Paul Stolk wordt genoemd. Ferdi E. stapt naar de rechter aangezien hij van mening is dat een veroordeelde ook recht heeft op privacy. De rechtbank Haarlem gaat hier in mee. Het Hof 44 Rb. Amsterdam 2 januari 1995, KG 1995, Rb. Amsterdam 29 december 2010, LJN BP

Portretrecht. Daniël Haije Vrije Universiteit. Plan van behandeling. Wat is een portret? Click to edit Master text body body 24-11-2011

Portretrecht. Daniël Haije Vrije Universiteit. Plan van behandeling. Wat is een portret? Click to edit Master text body body 24-11-2011 Portretrecht Daniël Haije Vrije Universiteit Amsterdam, 18 oktober 2011 Plan van behandeling Wat is een portret? In opdrachtgemaakt portret(artt. 19 en 20 Aw). Verbodsrecht geportretteerde Niet in opdracht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2004:AR6898

ECLI:NL:RBAMS:2004:AR6898 ECLI:NL:RBAMS:2004:AR6898 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 29-11-2004 Datum publicatie 03-12-2004 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie KG 04/2454 AB Civiel recht

Nadere informatie

Richtlijnen foto en publicatie materiaal voor de Veluwse Onderwijsgroep l Engbert de Jong

Richtlijnen foto en publicatie materiaal voor de Veluwse Onderwijsgroep l Engbert de Jong Richtlijnen foto en publicatie materiaal voor de Veluwse Onderwijsgroep 09 10 2014 l Engbert de Jong Versiebeheer Versie Datum Auteur Omschrijving 0.00 20140916 Engbert de Jong Initieel document 0.02 20141009

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Onderwerp Antwoorden Kamervragen over naming and shaming op internet

Nadere informatie

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: 13 juni Rapportnummer: 2012/101

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: 13 juni Rapportnummer: 2012/101 Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: 13 juni 2012 Rapportnummer: 2012/101 2 Feiten Verzoekster was werkzaam bij het gerechtshof te Den Haag. Op

Nadere informatie

Foto's en het portretrecht

Foto's en het portretrecht pagina 1 van 8 Homepage Categorieën Lijst A-Z Willekeurig artikel Herpubliceren? Over deze site Blog Contact Typ zoekopdracht hier Zoek Foto's en het portretrecht Wie op de foto staat, kan via zijn portretrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2005:AU0239

ECLI:NL:RBROT:2005:AU0239 ECLI:NL:RBROT:2005:AU0239 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 28-07-2005 Datum publicatie 28-07-2005 Zaaknummer 242867/ KG ZA 05-645 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016

34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016 34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016 Nr. 75 Brief van de minister van Veiligheid en Justitie Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014. Rapportnummer: 2014/010

Rapport. Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014. Rapportnummer: 2014/010 Rapport Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014 Rapportnummer: 2014/010 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het College van procureurs-generaal

Nadere informatie

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 INTERNET www.cbpweb.nl www.mijnprivacy.nl AAN De Minister van Veiligheid en Justitie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 353 Wijziging van enige bepalingen van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het geregistreerd partnerschap, de geslachtsnaam

Nadere informatie

SCHOTELANTENNES. Wettelijk kader

SCHOTELANTENNES. Wettelijk kader SCHOTELANTENNES Ondanks de technologische ontwikkelingen met betrekking tot de ontvangst van televisiesignalen blijven schotelantennes populair om televisie mee te kijken. Ook VvE s worden geconfronteerd

Nadere informatie

31 mei 2012 z2012-00245

31 mei 2012 z2012-00245 De Staatssecretaris van Financiën Postbus 20201 2500 EE DEN HAAG 31 mei 2012 26 maart 2012 Adviesaanvraag inzake openbaarheid WOZwaarde Geachte, Bij brief van 22 maart 2012 verzoekt u, mede namens de Minister

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2016:199

ECLI:NL:RBAMS:2016:199 ECLI:NL:RBAMS:2016:199 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 20-01-2016 Datum publicatie 02-02-2016 Zaaknummer C/13/572226 / HA ZA 14-903 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Intellectueel-eigendomsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2005:AT4199

ECLI:NL:RBAMS:2005:AT4199 ECLI:NL:RBAMS:2005:AT4199 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 20-04-2005 Datum publicatie 20-04-2005 Zaaknummer 297956 / H 04.2843 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Richtlijnen maken en gebruiken (portret)foto s

Richtlijnen maken en gebruiken (portret)foto s Richtlijnen maken en gebruiken (portret)foto s Samengesteld door de centrale schoolleiding: januari 2008 Goedgekeurd door de kerndirectie: april 2008 Bestuur/CSL februari 2008 RICHTLIJNEN MAKEN EN GEBRUIKEN

Nadere informatie

Partijen zullen hiernag en RTL c.s. genoemd worden. Gedaagden afzonderlijk worden RTL en Simpel Media genoemd.

Partijen zullen hiernag en RTL c.s. genoemd worden. Gedaagden afzonderlijk worden RTL en Simpel Media genoemd. llllls RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Afdeling Civiel recht handelskamer locatie Lelystad zaaknummer I rolnummer: Cl 161394999 I KL ZA 15-2I4 Vonnis in kort geding van 10 juli 2015 in de zaak van G wonende

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2017:1856

ECLI:NL:RVS:2017:1856 ECLI:NL:RVS:2017:1856 Instantie Raad van State Datum uitspraak 12-07-2017 Datum publicatie 12-07-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201608063/1/A2 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2017:1318

ECLI:NL:RVS:2017:1318 ECLI:NL:RVS:2017:1318 Instantie Raad van State Datum uitspraak 17-05-2017 Datum publicatie 17-05-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201607764/1/A2 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman)

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

Besluit tot openbaarmaking

Besluit tot openbaarmaking Besluit als bedoeld in artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur Zaak: OB/001 Kenmerk: 00.061.063 Openbaarmaking onder kenmerk: Besluit tot openbaarmaking Besluit tot openbaarmaking van de besluiten

Nadere informatie

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van, nr. ;

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van, nr. ; Besluit van, tot wijziging van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 in verband met een vergoeding voor de beurtelingse verlening van rechtsbijstand in het kader van politieverhoren Op de voordracht

Nadere informatie

Onderzoek naar de aanpak van bedreiging en stalking door Bekir E. Plan van aanpak

Onderzoek naar de aanpak van bedreiging en stalking door Bekir E. Plan van aanpak Onderzoek naar de aanpak van bedreiging en stalking door Bekir E. Plan van aanpak 1 Inleiding 3 2 Doelstelling en onderzoeksvragen 4 2.1 Doelstelling 4 2.2 Centrale vraag en deelvragen 4 2.3 Afbakening

Nadere informatie

Datum 5 november 2012 Onderwerp Antwoorden kamervragen over strafrechtelijke ontruiming van krakers

Datum 5 november 2012 Onderwerp Antwoorden kamervragen over strafrechtelijke ontruiming van krakers 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

1.3. Op 16 januari 20 15 is mondeling vonnis gewezen. Het onderstaande vormt hiervan de schriftelijke uitwerking en is op 30 januari 2015 opgemaakt.

1.3. Op 16 januari 20 15 is mondeling vonnis gewezen. Het onderstaande vormt hiervan de schriftelijke uitwerking en is op 30 januari 2015 opgemaakt. ls Afdeling Civiel recht handelskamer locatie Lelystad zaaknummer I rolnummer: C/161384710 I KL ZA 15-11 Vonnis in kort geding van in de zaak van 1. KARL NOTEN, wonende te IJsselstein, 2. de besloten vennootschap

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 856 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en enkele andere wetten teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid

Nadere informatie

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL 2 Vergaderjaar 2010-2011 32 856 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en enkele andere wetten teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid

Nadere informatie

Portretrecht: 10 basisprincipes onder Belgisch recht

Portretrecht: 10 basisprincipes onder Belgisch recht Portretrecht: 10 basisprincipes onder Belgisch recht Mr. Bart Van Besien Advocaat bart@finnian.be Het portretrecht (ook wel het recht op afbeelding genoemd) hangt nauw samen met het recht op privacy. Het

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2010:BM5070

ECLI:NL:RBSGR:2010:BM5070 ECLI:NL:RBSGR:2010:BM5070 Instantie Datum uitspraak 12-05-2010 Datum publicatie 19-05-2010 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer 365458 - KG ZA 10-564 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN. 1. Inleiding

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN. 1. Inleiding Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid van de behandeling van zaken betreffende personen- en familierecht MEMORIE VAN

Nadere informatie

Delen met anderen De Akker verkoopt uw gegevens niet aan derden en zal deze uitsluitend verstrekken voor bovengenoemde zaken.

Delen met anderen De Akker verkoopt uw gegevens niet aan derden en zal deze uitsluitend verstrekken voor bovengenoemde zaken. Privacyverklaring Christelijk Boekenhuis de Akker wil bij het verwerken van gegevens zorgvuldig omgaan met privacy en bij het produceren en publiceren van beeldmateriaal ethisch verantwoord, open en eerlijk

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752 ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 04-10-2010 Datum publicatie 07-10-2010 Zaaknummer 205064 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2013:CA2788

ECLI:NL:HR:2013:CA2788 ECLI:NL:HR:2013:CA2788 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 14-06-2013 Datum publicatie 14-06-2013 Zaaknummer 12/01825 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:CA2788

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over de gemeente Weert. Datum: 27 juni Rapportnummer: 2013/073

Rapport. Rapport over een klacht over de gemeente Weert. Datum: 27 juni Rapportnummer: 2013/073 Rapport Rapport over een klacht over de gemeente Weert. Datum: 27 juni 2013 Rapportnummer: 2013/073 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat een consulent van de sociale dienst van de gemeente Weert hem heeft

Nadere informatie

Camera-toezicht op de werkplek

Camera-toezicht op de werkplek Camera-toezicht op de werkplek december 2006 mr De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur noch kan aansprakelijk worden gesteld

Nadere informatie

Reglement Commissie van Toezicht en College van Beroep van de Stichting GFB versie 2002

Reglement Commissie van Toezicht en College van Beroep van de Stichting GFB versie 2002 REGLEMENT van de Commissie van Toezicht en het College van Beroep van de Stichting Gedragscode Farmaceutische Bedrijfstak (Stichting GFB) I ALGEMEEN 1. De behandeling van klachten wegens niet naleving

Nadere informatie

Datum 19 december 2014 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het strafbaar stellen van wraakporno

Datum 19 december 2014 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het strafbaar stellen van wraakporno 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie:

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie: LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, 225359 Datum uitspraak: 15-02-2012 Datum publicatie: Rechtsgebied: 17-02-2012 Handelszaak Soort procedure: Kort geding Inhoudsindicatie: In deze zaak

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstatc 201106725/1/V1. Datum uitspraak: 3 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

Besluit. A. Verzoek om openbaarmaking. B. Relevante bepalingen. Kenmerk: / Betreft: verzoek om openbaarmaking

Besluit. A. Verzoek om openbaarmaking. B. Relevante bepalingen. Kenmerk: / Betreft: verzoek om openbaarmaking Besluit Kenmerk: 668532/686086 Betreft: verzoek om openbaarmaking Beschikking van het Commissariaat voor de Media betreffende het verzoek van xxx om openbaarmaking van informatie op grond van de Wet openbaarheid

Nadere informatie

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna "WVP"), inzonderheid artikel 29;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 29; 1/6 Advies nr. 28/2008 van 3 september 2008 Betreft: Advies betreffende de mededeling van gegevens met betrekking tot strafrechtelijk veroordeelde personen (A/2008/031) De Commissie voor de bescherming

Nadere informatie

Internet en het juridisch aspect. Mr. Yvonne Schipper

Internet en het juridisch aspect. Mr. Yvonne Schipper Internet en het juridisch aspect Mr. Yvonne Schipper COOKIEWETGEVING Cookiewetgeving Wat is een cookie Soorten cookies - First party - Third party Toestemming OPT-regeling Cookiewetgeving Bescherming voor

Nadere informatie

.s wonende te Vlissingen, eiser bij dagvaarding op verkorte termijn van 16 april 2015, advocaat mr. M. Ellens te Amsterdam,

.s wonende te Vlissingen, eiser bij dagvaarding op verkorte termijn van 16 april 2015, advocaat mr. M. Ellens te Amsterdam, \ H f J ln naam des Konings vonnis RECHTBANK AMSTERDAM Afdeling privaatrecht, voorzieningemechter civiel zaaknummer I rolnummer: C/13/585086/ KG ZA 15-455 SP/JWR Vonnis in kort geding van 17 april 2015

Nadere informatie

Datum 11 juni 2019 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht Boek over politieonderzoek Nicole van den Hurk moet worden aangepast

Datum 11 juni 2019 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht Boek over politieonderzoek Nicole van den Hurk moet worden aangepast 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv

Nadere informatie

Kennisneming door de rechter van vertrouwelijke stukken buiten partijen om

Kennisneming door de rechter van vertrouwelijke stukken buiten partijen om NOTENKRAKER Kennisneming door de rechter van vertrouwelijke stukken buiten partijen om CBb 14 oktober 2011, nr. AWB 10/85 en 10/86 E.J. Daalder 1 Inleiding Uit het in, onder meer, artikel 6 EVRM neergelegde

Nadere informatie

ONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 15 oktober 2015.

ONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 15 oktober 2015. ECLI:NL:RBROT:2015:7773 Instantie: Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak: 29-10-2015 Datum publicatie: 02-11-2015 Zaaknummer: 11/870399-12.ov Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg

Nadere informatie

Datum uitspraak 20 09 2015 Datum publicatie 05 10 2015 Zaaknummer C/13/593826 / KG ZA 15/1141 en C/13/593831 / KG ZA 15/1142

Datum uitspraak 20 09 2015 Datum publicatie 05 10 2015 Zaaknummer C/13/593826 / KG ZA 15/1141 en C/13/593831 / KG ZA 15/1142 Zoekresultaat inzien document ECLI:NL:RBAMS:2015:6674 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecli:nl:rbams:2015:6674 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 20 09 2015 Datum

Nadere informatie

B en W. nr d.d

B en W. nr d.d B en W. nr. 12.1047 d.d. 6-1-2012 Onderwerp Schriftelijke vragen aan het college van Burgemeester en wethouders van het raadslid F.ZEVENBERGEN en G.Gruting (VVD) d.d. 5 oktober 2012 over de gekraakte panden

Nadere informatie

3. Voor een overzicht van de relevante bepalingen wordt verwezen naar de bijlage bij dit besluit.

3. Voor een overzicht van de relevante bepalingen wordt verwezen naar de bijlage bij dit besluit. Besluit Kenmerk: 678047/691431 Betreft: verzoek om openbaarmaking Beschikking van het Commissariaat voor de Media betreffende het verzoek van [verzoeker] om openbaarmaking van informatie op grond van de

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:3565

ECLI:NL:RBROT:2017:3565 ECLI:NL:RBROT:2017:3565 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 19-04-2017 Datum publicatie 10-05-2017 Zaaknummer C/10/507047 / HA ZA 16-758 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 37 d.d. 17 februari 2011 (mr. P.A. Offers, voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. A.W. H. Vink) Samenvatting Consument claimt tweemaal

Nadere informatie

Nieuwsbrief NOvA Tuchtrecht Updates

Nieuwsbrief NOvA Tuchtrecht Updates Nieuwsbrief NOvA Tuchtrecht Updates 2019-1 Nummer 1, 2019 INHOUDSOPGAVE 1. Wat een behoorlijk advocaat betaamt Raad van Discipline Amsterdam, ECLI:NL:TADRAMS:2019:28 05-02-2019 Dekenbezwaar. Verweerster

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:BY8531

ECLI:NL:RVS:2013:BY8531 ECLI:NL:RVS:2013:BY8531 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-01-2013 Datum publicatie 16-01-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201202514/1/A3 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:5165

ECLI:NL:RBDHA:2017:5165 ECLI:NL:RBDHA:2017:5165 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 08-05-2017 Datum publicatie 22-05-2017 Zaaknummer AWB - 16 _ 8187 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht

Nadere informatie

Ontwerpbesluit inzake de verklaring omtrent de rechtmatigheid van de verwerking pre-employment screening van Randstad Nederland B.V.

Ontwerpbesluit inzake de verklaring omtrent de rechtmatigheid van de verwerking pre-employment screening van Randstad Nederland B.V. POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 INTERNET www.cbpweb.nl Ontwerpbesluit inzake de verklaring omtrent de rechtmatigheid

Nadere informatie

1 van 5 3-11-2011 12:30

1 van 5 3-11-2011 12:30 1 van 5 3-11-2011 12:30 LJN: BT8389, Rechtbank Amsterdam, 500359 / KG ZA 11-1490 MvW/BB Datum uitspraak: Datum publicatie: Rechtsgebied: 18-10-2011 18-10-2011 Civiel overig Soort procedure: Kort geding

Nadere informatie

JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel )

JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel ) JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel ) [De minderjarige], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], Frankrijk, wonende

Nadere informatie

Door: Commissie Wetsvoorstellen van het Register Belastingadviseurs

Door: Commissie Wetsvoorstellen van het Register Belastingadviseurs Commentaar op het wetsvoorstel Openbaarheid belastingrechtspraak Door: Commissie Wetsvoorstellen van het Register Belastingadviseurs Op 14 maart 2011 heeft het ministerie van Financiën het wetsvoorstel

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2017:2833

ECLI:NL:CRVB:2017:2833 ECLI:NL:CRVB:2017:2833 Instantie Datum uitspraak 09-08-2017 Datum publicatie 18-08-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 15/8007 ZVW Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Directie Wetgeving sector staats- en bestuursrecht Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLEE:2009:BJ8522

ECLI:NL:RBLEE:2009:BJ8522 ECLI:NL:RBLEE:2009:BJ8522 Instantie Rechtbank Leeuwarden Datum uitspraak 17-09-2009 Datum publicatie 24-09-2009 Zaaknummer 99339 / KG ZA 09-274 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 41 d.d. 22 februari 2011 (mr. B.F. Keulen, voorzitter, mw. mr. E.M. Dil-Stork en prof. mr. M.L. Hendrikse) Samenvatting Natura-uitvaartverzekering.

Nadere informatie

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar Beslissing op bezwaar Kenmerk: 24055/2010018942 Betreft: Beslissing op bezwaar inzake Wob besluit naar aanleiding van verzoek om openbaarmaking door de VARA Het Commissariaat voor de Media, gezien het

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758

ECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758 ECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 12-05-2009 Datum publicatie 12-06-2009 Zaaknummer 156351 - KG ZA 09-197 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

1 Rechtbank Breda, 13 juli 2012

1 Rechtbank Breda, 13 juli 2012 BEDRIJFSOPVOLGINGSFACILITEIT SUCCESSIEWET OOK VOOR PRIVÉVERMOGEN? Op 13 juli 2012 heeft rechtbank Breda uitspraak gedaan in een zaak over de bedrijfsopvolgingsfaciliteit uit de Successiewet 1956 (LJN:

Nadere informatie

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R.

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R. 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2015:4984 Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C/16/ / HA RK

ECLI:NL:RBMNE:2015:4984 Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C/16/ / HA RK ECLI:NL:RBMNE:2015:4984 Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak 03-07-2015 Datum publicatie 06-07-2015 Zaaknummer C/16/393610 / HA RK 15-129 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:OGEAA:2017:172

ECLI:NL:OGEAA:2017:172 ECLI:NL:OGEAA:2017:172 Instantie Datum uitspraak 14-03-2017 Datum publicatie 17-03-2017 Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba Zaaknummer EJ nr. 1286 van 2017 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Het portret van Mohammed B.

Het portret van Mohammed B. 05 18 05 artikel 1 02-05-2005 17:04 Pagina 938 Prof. mr G. Schuijt Het portret van Mohammed B. De media moeten zich bij de bepaling van hun beleid door journalistieke overwegingen laten leiden en hoeven

Nadere informatie

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag RAPPORT Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag Een onderzoek naar een afwijzing van het Openbaar Ministerie in Den Haag om kosten na vrijspraak te vergoeden. Oordeel Op basis van het onderzoek

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 Instantie Datum uitspraak 05-09-2006 Datum publicatie 06-10-2006 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 05/37675 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

Een recht om te worden vergeten. En wat dat wel niet betekent

Een recht om te worden vergeten. En wat dat wel niet betekent Een recht om te worden vergeten. En wat dat wel niet betekent Prof. mr. G-J. (Gerrit-Jan) ZWENNE Leiden Het recht om te worden vergeten ( right to be forgotten ) Wat is dat eigenlijk? 1 Mario COSTEJA GONZÁLEZ

Nadere informatie

HOGE RAAD 21 januari 1994, nr. 15309 (Mrs. Martens, Mijnssen, Korthals Altes, Neleman, Swens-Donner; A-G Vranken; m.nt. DWFV), RvdW 1994, 36

HOGE RAAD 21 januari 1994, nr. 15309 (Mrs. Martens, Mijnssen, Korthals Altes, Neleman, Swens-Donner; A-G Vranken; m.nt. DWFV), RvdW 1994, 36 HR 21 januari 1994, NJ 1994, 473 HOGE RAAD 21 januari 1994, nr. 15309 (Mrs. Martens, Mijnssen, Korthals Altes, Neleman, Swens-Donner; A-G Vranken; m.nt. DWFV), RvdW 1994, 36 E., te Amsterdam, eiser tot

Nadere informatie

Cruijff/Tirion. Commercieel portretrecht, privacy en redelijke vergoeding

Cruijff/Tirion. Commercieel portretrecht, privacy en redelijke vergoeding annotatie Ars Aequi november 2013 1 Annotatie arsaequi.nl/maandblad AA201301 Cruijff/Tirion. Commercieel portretrecht, privacy en redelijke vergoeding Prof.mr. D.J.G. Visser * Hoge Raad 14 juni 2013, ECLI:NL:HR:2013:CA2788

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237 ECLI:NL:RBOVE:2017:2237 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 26-04-2017 Datum publicatie 31-05-2017 Zaaknummer 08/910083-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Raadkamer

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 19 637 Vreemdelingenbeleid Nr. 1389 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR IMMIGRATIE EN ASIEL Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit

Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit SAMENVATTING De Wet BOB: Titels IVa en V in de praktijk Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit Mirjam Krommendijk Jan Terpstra Piet Hein van

Nadere informatie

Handboek. Kennisgeving DTP - FOTOGRAFIE - TRAINING - VOETBAL

Handboek. Kennisgeving DTP - FOTOGRAFIE - TRAINING - VOETBAL Handboek 1 Kennisgeving DTP - FOTOGRAFIE - TRAINING - VOETBAL Kennisgeving Richi Franken (Producties) waarborgt zijn kwaliteit en diensten. En biedt u daarom vele mogelijkheden. Om al deze mogelijkheden

Nadere informatie

Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B (Nestlé/Mars)

Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B (Nestlé/Mars) De art. 6:193a e.v. BW, art. 6:194 BW en art. 6:194a BW Paul Geerts, Rijksuniversiteit Groningen Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B9 9243 (Nestlé/Mars) 1. In Vzr. Rb. Amsterdam 25 november

Nadere informatie

de minister van Economische Zaken, de heer mr L.J. Brinkhorst Postbus 20101 2500 EC Den Haag Ministeriële regeling afsluitingen

de minister van Economische Zaken, de heer mr L.J. Brinkhorst Postbus 20101 2500 EC Den Haag Ministeriële regeling afsluitingen POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN de minister van Economische Zaken,

Nadere informatie

Rapport. Datum: 9 november 2007 Rapportnummer: 2007/251

Rapport. Datum: 9 november 2007 Rapportnummer: 2007/251 Rapport Datum: 9 november 2007 Rapportnummer: 2007/251 2 Klacht Verzoeker deed op 2 maart 2004 aangifte tegen zijn buurman, de heer Y, wegens vernieling van een aantal bomen, struiken en planten. Verzoeker

Nadere informatie

Beslissing op bezwaar

Beslissing op bezwaar Beslissing op bezwaar Kenmerk: 26146/2011014629 Betreft: beslissing op bezwaar inzake het besluit tot publicatie van het besluit betreffende het leveren van programmagegevens van de landelijke publieke

Nadere informatie

SCHOTELANTENNES. Daarnaast zijn er in de MR s nog meer artikelen terug te vinden die in deze

SCHOTELANTENNES. Daarnaast zijn er in de MR s nog meer artikelen terug te vinden die in deze SCHOTELANTENNES Ondanks de technologische ontwikkelingen met betrekking tot de ontvangst van televisiesignalen blijven schotelantennes populair om televisie mee te kijken. Ook VvE s worden geconfronteerd

Nadere informatie

Rapport. Een onderzoek naar een klacht over informatieverstrekking aan derden. Oordeel

Rapport. Een onderzoek naar een klacht over informatieverstrekking aan derden. Oordeel Rapport Een onderzoek naar een klacht over informatieverstrekking aan derden. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over het Openbaar Ministerie gedeeltelijk gegrond.

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. A.C. de Bie, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. A.C. de Bie, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr. 2016-509 (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. A.C. de Bie, secretaris) Klacht ontvangen op : 16 juni 2016 Ingediend door : Consument Tegen

Nadere informatie

Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I

Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I Besluit van, houdende wijziging van het Besluit justitiële en strafvorderlijke gegevens in verband met de implementatie van de richtlijn 2011/93/EU van het Europees Parlement en de Raad ter bestrijding

Nadere informatie

Rapport. Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/297

Rapport. Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/297 Rapport Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/297 2 Klacht Verzoeker is op 8 november 2006 door de politie aangehouden wegens stalking van zijn ex-echtgenote. In dit verband klaagt verzoeker erover

Nadere informatie

Rapport. Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/190

Rapport. Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/190 Rapport Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/190 2 Klacht Verzoekers klagen erover dat het regionale politiekorps Utrecht hun verzoek om vergoeding van de schade als gevolg van een politieonderzoek in

Nadere informatie

HvJEU Rechtspraak over handhaving

HvJEU Rechtspraak over handhaving HvJEU Rechtspraak over handhaving Stefan Kulk, docent en onderzoeker Universiteit Utrecht VVA Studiemiddag, 8 februari 2019 Copyright and the European Charter: A Balancing Act Grondrechten en handhaving

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2015:389

ECLI:NL:RBNNE:2015:389 ECLI:NL:RBNNE:2015:389 Instantie Datum uitspraak 03-02-2015 Datum publicatie 03-02-2015 Zaaknummer Awb 15/245 Rechtsgebieden Rechtbank Noord-Nederland Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Voorlopige voorziening

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2015:5044

ECLI:NL:RBDHA:2015:5044 ECLI:NL:RBDHA:2015:5044 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 01-05-2015 Datum publicatie 01-05-2015 Zaaknummer C/09/484792 / KG ZA 15/342 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving ϕ Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden Postadres: Postbus 2030, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ4413

ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ4413 ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ4413 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 19-04-2011 Datum publicatie 13-05-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie awb 09-5337 wwb en awb 10-4936

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2016:3181

ECLI:NL:CRVB:2016:3181 ECLI:NL:CRVB:2016:3181 Instantie Datum uitspraak 22-08-2016 Datum publicatie 29-08-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 16/3877 PW-VV Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2014:1940

ECLI:NL:RBMNE:2014:1940 pagina 1 van 8 ECLI:NL:RBMNE:2014:1940 Instantie Datum uitspraak 16-05-2014 Datum publicatie 16-05-2014 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer C/16/367360 / KL ZA 14-136 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere

Nadere informatie

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt:

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt: Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6494_1/309; 6836_1/220 Betreft zaak: Limburgse bouwzaken 1 en 2 / de heer [A] Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

Samenvatting strafzaken die in 2008 zijn aangemeld bij/afgedaan door de Toegangscommissie

Samenvatting strafzaken die in 2008 zijn aangemeld bij/afgedaan door de Toegangscommissie Samenvatting strafzaken die in 2008 zijn aangemeld bij/afgedaan door de Toegangscommissie Van onderstaande zaken zijn nummer 0038 t/m 0052 in 2008 onder de aandacht gebracht. Zaak 0031 is zowel in 2006,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2016:7288

ECLI:NL:RBAMS:2016:7288 ECLI:NL:RBAMS:2016:7288 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 09-11-2016 Datum publicatie 09-11-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie C/13/616408 / KG ZA 16-1185

Nadere informatie

De toenemende invloed van het Handvest op het auteursrecht AIPPI. woensdag 11 maart 2015

De toenemende invloed van het Handvest op het auteursrecht AIPPI. woensdag 11 maart 2015 De toenemende invloed van het Handvest op het auteursrecht AIPPI woensdag 11 maart 2015 1 Quaedvlieg 2006 Het lijkt geen goed idee dat iedere individuele rechter in ieder individueel geval een eigen afweging

Nadere informatie