Bestemmingsplan Centrum Berkel en Rodenrijs

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bestemmingsplan Centrum Berkel en Rodenrijs"

Transcriptie

1 30 januari 2012 Voorontwerp

2

3 Gemeente Lansingerland Voorontwerp INHOUD: - TOELICHTING - PLANREGELS - VERBEELDING Identificatiecode: NLIMRO121BP0089-VONT Werknummer: Datum: 30 januari 2012 KuiperCompagnons Gemeente Lansingerland Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling

4

5 Procedureoverzicht datum document Opmerkingen Concept 15 juli e concept 19 oktober e concept 28 december e concept Voorontwerp 30 januari 2012 Inspraak Overleg Ontwerp Vaststelling Projectleider gemeente: Projectleider KuiperCompagnons: Dhr drs Bart Vorster Dhr mr Rogier Begheyn / mw Wanne Verweij BBE

6

7 TOELICHTING

8

9 Inhoudsopgave van de toelichting DEEL A: INLEIDING 1 Inleiding 1 11 Bij het plan behorende stukken 1 12 Aanleiding en doel van het plan 1 13 Ligging en begrenzing plangebied 2 14 Voorgaande bestemmingsplannen 2 15 Leeswijzer 2 DEEL B: PLANBESCHRIJVING 2 Planbeschrijving 4 21 Historische context 5 22 Bestaande situatie 5 23 Juridische aspecten 7 DEEL C: VERANTWOORDING 3 Beleidskader Rijksbeleid Provinciaal beleid 1 33 Gemeentelijk beleid Conclusie 22 4 Natuur en landschap Kader Onderzoek Conclusie 25 5 Water Kader Onderzoek Conclusie 34 Archeologie en cultuurhistorie 35 1 Archeologie 35 2 Cultuurhistorie 38 7 Milieu Algemeen Bodemkwaliteit Akoestische aspecten Luchtkwaliteit 4 75 Milieuzonering 47 7 Externe veiligheid 51

10

11 77 Overige belemmeringen Duurzaamheid 57 DEEL D: UITVOERBAARHEID EN PROCEDURE 8 Uitvoerbaarheid 1 81 Economische uitvoerbaarheid 3 82 Maatschappelijke uitvoerbaarheid 3 83 Handhavingsaspecten 3 9 Procedure 5 91 Voorbereidingsfase 5 92 Ontwerpfase 5 93 Vaststellingsfase Bijlagen bij de toelichting BIJLAGE 1: Vestiga, Archeologisch preadvies vier ontwikkelingslocaties te Berkel en Rodenrijs Centrum, gemeente Lansingerland, rapportnummer V , BIJLAGE 2: Bijlagen geluid BIJLAGE 3: DCMR Milieudienst Rijnmond, Gebiedsinventarisatie Centrum Berkel en Rodenrijs, Lansingerland, documentnummer , 24 november 2011

12

13 Deel A: Inleiding

14 Afbeelding: luchtfoto plangebied

15 1 Inleiding 11 Bij het plan behorende stukken Het bestemmingsplan Centrum Berkel en Rodenrijs van de gemeente Lansingerland bestaat uit bestemmingen en regels De bestemming van de gronden (en wateren) is geometrisch bepaald 1 door middel van lijnen, coderingen en arceringen In de bestemmingen zijn regels ten aanzien van het bouwen en het gebruik opgenomen Het plan gaat vergezeld van deze toelichting In de toelichting worden de keuzes die zijn gemaakt bij het opstellen van de geometrische plaatsbepaling en de regels verantwoord en verduidelijkt Vervolgens wordt hierin de uitvoerbaarheid van het plan aangetoond 12 Aanleiding en doel van het plan Voorliggend bestemmingsplan geeft een planologisch/juridische regeling voor het centrum van Berkel en Rodenrijs Het betreft een actualisatie van de voorgaande regelingen, die qua hoofdopzet en uitgangspunten ongewijzigd blijven Deze regelingen zijn echter verouderd De Wet ruimtelijke ordening (Wro) verplicht dat plannen die ouder zijn dan 10 jaar, worden geactualiseerd Binnen de plangrens zijn meerdere locaties aanwezig die (mogelijk) herontwikkeld worden Deze projecten bevinden zich in diverse ontwikkelingsstadia, variërend van globale visievorming tot uitgewerkt bouwplan Deze ontwikkelingen worden echter niet in dit bestemmingsplan meegenomen Parallel aan dit conserverende bestemmingsplan worden namelijk afzonderlijke procedures (bestemmingsplan of uitgebreide Wabo-procedure) voor de ontwikkelingen doorlopen Voor deze gronden zijn in dit bestemmingsplan de vigerende bestemmingen gecontinueerd Het handhaven van de bestaande rechten vormt dus in principe het uitgangspunt van het voorliggende plan Het gaat hier soms ook om rechten op bouwmogelijkheden die tot op heden nog niet zijn benut Evenwel is op veel locaties de feitelijke situatie inmiddels gewijzigd In het plan is hierop ingespeeld Een bijzondere locatie binnen het plangebied is het uit te werken gebied aan de Westersingel In het voorgaande bestemmingsplan, Meerpolder (2001) was voor deze gronden reeds een uit te werken bestemming opgenomen, maar de uitwerking is tot op heden niet gerealiseerd Het is echter wel wenselijk dat dit gebied wordt meegenomen in het plan Centrum Berkel en Rodenrijs omdat het geografisch gezien hoort bij het centrum Voor deze gronden zijn de voorgaande rechten zoveel mogelijk overgenomen Er is dus géén sprake van een nieuwe ruimtelijke ontwikkeling Voor deze uitwerking moet volgens vaste jurisprudentie echter wel worden aangetoond dat de ontwikkeling uitvoerbaar is 1 Geografische coördinaten volgens het Rijksdriehoekstelsel bepalen de ligging van een bestemming Met gebruikmaking van de coördinaten kan exact de plaats van een object in een gebied worden bepaald Toelichting 1

16 13 Ligging en begrenzing plangebied Het plangebied (zie de afbeelding op naastgelegen pagina) betreft het centrum van de kern Berkel en Rodenrijs in de gemeente Lansingerland De begrenzing van het plangebied is als volgt: aan de noordzijde: de Oudelandselaan, de Noordeindseweg en de Oranjestraat; aan de oostzijde: de Berkelseweg (Landscheiding); aan de zuidzijde: de Boterdorpseweg en de Klapwijkseweg; aan de westzijde: de westelijke grens van een aantal woonpercelen aan de Westersingel (zuidelijk gedeelte), de grens van Meerpolder en de Westersingel 14 Voorgaande bestemmingsplannen Met voorliggend bestemmingsplan worden de hierna genoemde bestemmingsplannen, uitwerkingsplannen en herzieningen vervangen (in volgorde van vaststelling): Bestemmingsplan Vastgesteld gemeenteraad Goedgekeurd GS Berkel Dorp 3 maart maart 197 Westersingel 23 augustus oktober 1983 Westersingel, 1 e herziening 4 juni oktober 1984 Westersingel, 3 e herziening 9 december april 198 Westersingel, 2 e herziening 18 augustus december 198 Uitwerkingsplan Westersingel 17 februari juni 1987 Westersingel, e herziening 28 maart juli 1988 Westersingel, 7 e herziening 4 september januari 1990 Berkel Dorp, 12 e herziening 14 september december 1998 Meerpolder 22 februari 2001 nvt Uitwerkingsplan Westersingel 1 maart 2011 nvt De bestaande rechten zijn in dit nieuwe plan zoveel als mogelijk en wenselijk gecontinueerd, hoewel in veel situaties ook de huidige feitelijke situatie is opgenomen Tevens zijn in het gebied de afgelopen jaren verschillende vrijstellingsprocedures gevoerd Deze vrijstellingen zijn in het nieuwe bestemmingsplan ingepast 15 Leeswijzer Deze toelichting bestaat uit vier delen Voorliggend deel, deel A, bevat een aantal algemene en inleidende planaspecten Hierna volgt deel B Daarin vindt de planbeschrijving plaats en wordt tevens een toelichting gegeven op de bestemmingsmethodiek Deel C vormt de achterliggende onderbouwing voor de keuzes die in deel B worden gemaakt ten aanzien van, onder andere, ruimtelijke ordening, natuur en landschap, water, archeologie en cultuurhistorie en milieu In deel D, tenslotte, wordt ingegaan op de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van het plan en op het overleg- en inspraaktraject 2 Toelichting

17 Deel B: Planbeschrijving Toelichting 3

18 Afbeelding: topografische kaart uit 1905 inclusief ligging plangebied 4 Toelichting

19 2 Planbeschrijving 21 Historische context Voordat, vanaf de vroege middeleeuwen, het gebied rond Berkel en Rodenrijs werd ontgonnen, bestond het gebied uit een nat en drassig veenmoeras Vanaf circa 900 na Christus werd het gebied bewoond Er ontstond een lang bebouwingslint, de huidige Rodenrijseweg / Noordeindseweg, van ruim 8 kilometer lengte Aan dit lint ontstonden verscheidene kleine kernen, waaronder Berkel en Rodenrijs (Berkel was een kern in het gebied Rodenrijs en de twee namen zijn derhalve vanaf het begin met elkaar verbonden) Van oorsprong was Berkel en Rodenrijs een agrarische gemeente Het centrumgebied van Berkel en Rodenrijs (het plangebied), is ontstaan aan het lint en vormt het oudste gedeelte van Berkel en Rodenrijs In de omgeving van de woonkernen werd het gebied gaandeweg verkaveld Het veen werd later afgegraven voor de productie van turf, waardoor er veel veenplassen ontstonden In de 18 e eeuw werd een aantal gebieden rondom Berkel en Rodenrijs drooggemalen en ingepolderd De kern van Berkel en Rodenrijs bleef tot en met 1945 kleinschalig en agrarisch van aard (zie afbeelding topografische kaart uit 1905 inclusief ligging plangebied ) Na de oorlog verstedelijkte de kern echter langzamerhand door de aanleg van bedrijventerreinen en nieuwe woongebieden Als eerste uitbreiding werd de Oranjebuurt gerealiseerd, gelegen ten noorden van het oude centrum en onderdeel uitmakende van het plangebied In de jaren 0 en 70 van de vorige eeuw werden meer grootschalige wijken zoals de Sterrenwijk, de Weidevogelbuurt en de Bomen- en Struikenbuurt (ten noorden van het plangebied) gerealiseerd In de Vierde Nota op de Ruimtelijke Ordening Extra (VINEX) is Berkel en Rodenrijs aangewezen als uitbreidingslocatie De wijken Meerpolder en Westpolder/Bolwerk zijn deels al gerealiseerd, deels nog in aanbouw Om het voorzieningenniveau in de kern Berkel en Rodenrijs op peil te houden en tevens de centrumpositie van Berkel en Rodenrijs in de regio te behouden en te versterken, heeft de voormalige gemeente Berkel en Rodenrijs in de afgelopen jaren een begin gemaakt met een modernisering van het centrumgebied Verdere uitbreiding van de centrumvoorzieningen is gewenst en zal in de komende jaren worden gerealiseerd Behoud van een compact kernwinkelgebied en het afstemmen van de voorzieningen op de vraag uit de omgeving staan daarbij centraal 22 Bestaande situatie Ruimtelijke karakteristiek De historische kern van Berkel en Rodenrijs wordt gekenmerkt door een organische opbouw en menging van functies Het middelpunt van het gebied is de kerk van de gereformeerde gemeente De toren stamt uit 1732 en is daarmee het oudste bouwwerk binnen Berkel en Rodenrijs Op de plaats van de Dorpskerk hebben in vroeger tijden verscheidene voorgangers gestaan Het ronde kerkperceel met daaromheen de gedempte kerksingel is altijd het belangrijkste punt binnen het gebied geweest In de jaren 70 van de vorige eeuw is dit gebied grondig onder handen genomen, waarbij een aantal beeldbepalende elementen verloren zijn gegaan Naast de Dorpskerk is een begraafplaats gelegen Op de Kerksingel, die om het cirkelvormige Toelichting 5

20 kerkperceel heen loopt, komen de Raadhuislaan, de Wilhelminastraat, de Ds van Koetsveldstraat en de Kerkstraat samen Ook de Boterdorpseweg / Klapwijkseweg (N472), de Nieuwstraat en de Laan van Romen zijn belangrijke lijnelementen in het plangebied Ten westen hiervan ligt het historische lint Rodenrijseweg / Noordeindseweg en Westersingel, dat nog altijd gedeeltelijk de ruimtelijke uitstraling van Berkel en Rodenrijs bepaalt De bebouwing langs dit dubbele lint kenmerkt zich door een gevarieerde gevelkarakteristiek en detaillering Typerend is de oriëntatie van de bebouwing: de oude boerderijen zijn meestal schuin op de weg georiënteerd en de nieuwbouw vrijwel overal haaks Het lint maakt een overwegend groene indruk, wat te danken is aan grote monumentale bomen, tuinen en open grasveldjes tussen de bebouwing in In het plangebied worden de karakteristieken van het lint met name gevormd door het water dat ten westen van de Rodenrijseweg / Noordeindseweg ligt De percelen die ten oosten van dat water liggen, zijn veelal bereikbaar via bruggetjes vanaf de Rodenrijseweg / Noordeindseweg Rondom het centrumgebied zijn vooral woongebieden aanwezig De bebouwing heeft hier een kleinschalig karakter; veelal bestaande uit één, twee bouwlagen met een dwars- of langskap en tussen de verschillende panden een sterke verticale geleding In de omgeving van de Johan van Oldenbarneveltlaan is de woonbebouwing gesitueerd in een ruim opgezette omgeving waarbij veel woningen een voortuin hebben De kern van Berkel en Rodenrijs is vanuit de historische kern aanmerkelijk uitgebreid en bestaat nu in feite uit drie verschillende delen De historische kern ligt op de kruising van de Kerkstraat met het doorgaande lint, dat hier Herenstraat heet Alleen het westelijk deel van de ringgracht is bewaard gebleven Het hoogteverschil tussen de kern en het omringend gebied is alleen nog bij de Landscheiding aan de oostkant duidelijk ervaarbaar De Kerkstraat is ingericht als voetgangersgebied; de leibomen accentueren de as-werking van de straat De kerk, aan het eind van de Kerkstraat, neemt in de historische kern een belangrijke plaats in Het gebouw ligt hoger en is door struiken omgeven, de weg ligt er in een cirkel eromheen In de jaren 70 van de vorige eeuw is hieraan vrij lage nieuwbouw verrezen, waaronder het gemeentehuis De gebouwen hebben hier verspringende voorgevels Functionele karakteristiek Rondom de Dorpskerk bevinden zich van oudsher verscheidene centrumvoorzieningen, zoals winkels, horeca en detailhandel Deze functies bevinden zich met name langs de Kerkstraat en Kerksingel Op de verdiepingen boven deze centrumvoorzieningen wordt veelal gewoond De centrumvoorzieningen zetten zich in westelijke richting voort, langs de Nieuwstraat en de Kerkstraat, over de Centrumpassage naar het nieuwe centrumgebied aan de overzijde van het water Naast deze centrumvoorzieningen bevinden zich her en der verspreid door het gebied diverse andersoortige voorzieningen Ten zuidoosten van de Dorpskerk, aan de Raadhuisstraat, bevindt zich bijvoorbeeld het gebouw waarin de voormalige gemeente Berkel en Rodenrijs zetelde Ook is het politiebureau van deze voormalige gemeente binnen het plangebied gelegen Aan de Ds van Koetsveldstraat bevindt zich de Algemene begraafplaats Verder zijn enkele bedrijven en instellingen in het gebied gelegen Toelichting

21 De overige gronden in het plangebied worden gebruikt als woongebied Het woonzorgcomplex aan het Raadhuishof neemt daarbinnen een bijzondere rol in Verkeer en parkeren De belangrijkste gebiedsontsluitingswegen van het gebied zijn de Rodenrijseweg / Noordeindseweg en de Berkelseweg, waar een maximumsnelheid geldt van 50 km/h De overige wegen in het plangebied zijn te classificeren als buurtontsluitingswegen en/of verblijfswegen, waar de maximumsnelheid 30 km/h bedraagt De rotonde ter hoogte van de kruising van de Klapwijkseweg / Boterdorpseweg en de Rodenrijseweg / Hoogeindseweg is een belangrijk knooppunt in het gebied De Boterdorpseweg / Klapwijkseweg (N472) en de Randweg-West fungeren als stroomwegen Binnen het landelijke traject Duurzaam Veilig wordt binnen de bebouwde kom onderscheid gemaakt tussen gebiedsontsluitingswegen (50 km/u) en verblijfsgebieden (30 km/u) Op basis van het Categoriseringsplan voor Berkel en Rodenrijs (door de toenmalige gemeenteraad vastgesteld op 12 december 2002) zijn verkeersbesluiten met betrekking tot ligging en inrichting van de verblijfsgebieden genomen Groen en water Binnen en met name aan de randen van het plangebied zijn enkele beeldbepalende groenzones aanwezig Het gaat hier om het groen rondom de doorgaande wegen de Boterdorpseweg en de Berkelseweg, en ook om het collectief groen rondom (openbare) gebouwencomplexen zoals het voormalige gemeentehuis en de kerk Langs de woon- en winkelstraten staan veelal hoogopgaande, volgroeide bomen Langs de Wilhelminastraat is waardevolle laanbeplanting aanwezig Het gebied is laaggelegen en van oudsher waterrijk In het plangebied is dan ook een aantal oppervlaktewateren gelegen Belangrijk is het circa 10 meter brede water langs het lint Rodenrijseweg / Noordeindseweg Ook rondom het woonzorgcomplex aan het Raadhuishof is een aanzienlijk areaal aan oppervlaktewater aanwezig Verder lopen parallel langs de Boterdorpseweg en de Klapdijkseweg waterstructuren 23 Juridische aspecten 231 Inleiding Vanaf 2009 is de gemeente Lansingerland bezig met het project Actualisering bestemmingsplannen in het kader waarvan alle voor het gemeentelijk grondgebied geldende bestemmingsplannen integraal moeten worden herzien Voorliggend bestemmingsplan is opgesteld conform de gemeentelijke standaard, met inachtneming van de bepalingen die zijn opgenomen in de Regeling standaarden ruimtelijke ordening (Rsro), zoals de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP) en het coderingssysteem Informatiemodel Ruimtelijke Ordening (IMRO) In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de wijze waarop de regels en verbeelding van voorliggend plan zijn opgebouwd Toelichting 7

22 232 Planmethodiek Bestemmingsmethodiek Het uitgangspunt van dit bestemmingsplan is het zoveel mogelijk handhaven van de bestaande rechten in het centrum van Berkel en Rodenrijs Voor het nieuwe plan is dan ook zoveel mogelijk de wijze van bestemmen uit de voorgaande bestemmingsplannen en aanverwante regelingen overgenomen Ook zijn de inmiddels verleende vrijstellingen (die in juridischplanologische zin zijn aan te merken als bestaande situatie ) opgenomen Evenwel is op veel locaties de situatie inmiddels gewijzigd Er is dan ook waar noodzakelijk rekening gehouden met de feitelijk aanwezige situatie Bij de opzet van het plan is hoofdzakelijk gekozen voor eindbestemmingen Op basis van de bepalingen van een eindbestemming kunnen direct omgevingsvergunningen worden afgegeven, indien deze passen binnen de regels die gelden bij die bestemming Er is ook één uit te werken bestemming opgenomen, ten westen van het centrumgebied, in Meerpolder Het betreft het plan Westersingel 2 e fase Hier geldt pas een bouwtitel als burgemeester en wethouders een uitwerkingsplan hebben vastgesteld De inhoud van de uit te werken bestemming is éénop-één overgenomen uit het voorgaande bestemmingsplan 233 Regels De regels bestaan uit vier hoofdstukken: Inleidende regels (hoofdstuk 1) Bestemmingsregels (hoofdstuk 2) Algemene regels (hoofdstuk 3) Overgangs- en slotregels (hoofdstuk 4) De regels zijn in overeenstemming met de gemeentelijke standaard Hierna wordt een korte toelichting gegeven op de in het plan voorkomende bestemmingen Hoofdstuk 1 Inleidende regels In dit hoofdstuk is een aantal begrippen verklaard, dat wordt gebruikt in de regels Dit voorkomt dat er bij de uitvoering van het plan onduidelijkheden ontstaan over de uitleg van bepaalde regelingen Daarnaast is het artikel "Wijze van meten opgenomen waarin bepaald is hoe de voorgeschreven maatvoering in het plan gemeten moet worden Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels In dit hoofdstuk zijn de in het plan voorkomende bestemmingen geregeld In ieder artikel is per bestemming bepaald welk gebruik van de gronden is toegestaan en welke bouwregels er gelden Tevens zijn, waar mogelijk, flexibiliteitsbepalingen opgenomen Onder de bestemmingsomschrijving is aangegeven voor welke functies de gronden bestemd zijn Voor sommige functies is een functieaanduidingen opgenomen In de bouwregels zijn de bebouwingsmogelijkheden bepaald Voor de (hoofd)bebouwing zijn bouwvlakken aangegeven De bebouwing dient in principe binnen het bouwvlak gesitueerd te zijn Hierbij geldt dat, tenzij anders is aangegeven, het bouwvlak volledig bebouwd mag worden 8 Toelichting

23 Hierna volgt een toelichting per artikel Agrarisch De agrarische bestemming is opgenomen op enkele percelen tussen de Rodenrijseweg / Noordeindseweg en de Westersingel Het gaat om restpercelen waarvoor vanuit de vorige bestemmingsregeling een agrarische bestemming is opgenomen Er gelden zeer beperkte bouwmogelijkheden Bedrijf Deze bestemming is opgenomen voor de individuele bedrijfspercelen in het plan De bestemmingsregelingen uit de voorgaande bestemmingsplannen zijn hier gecontinueerd Binnen de bestemming zijn in beginsel de bedrijfscategorieën 1 en 2 toegestaan; relatief lichte bedrijvigheid Enkele bedrijven zijn voorzien van een specifieke aanduiding: het mengvoedersbedrijf Treurniet bijvoorbeeld, waarvoor is geregeld dat daar louter een mengvoedersbedrijf met milieucategorie 41 is toegestaan, en het garagebedrijf Eef & Huub aan de Raadhuislaan (milieucategorie 2) Door deze bedrijven specifiek te bestemmen is geen uitwisseling met andersoortige bedrijvigheid mogelijk, waardoor de woon- en leefsituatie zoveel mogelijk wordt gewaarborgd Het nutsbedrijf aan de Terpstraat is voorzien van een aanduiding nutsvoorziening, welke andersoortige bedrijvigheid uitsluit Centrum De gronden met de centrumbestemming concentreren zich langs de Kerkstraat, de Nieuwstraat, de Centrumpassage en het Westerwater Binnen deze verzamelbestemming zijn verschillende functies toegestaan: detailhandel, dienstverlening en - in beginsel uitsluitend op de verdiepingen - wonen Woningen op de begane grond zijn specifiek aangeduid en dat is het geval in het oude centrumgedeelte, dus langs de Kerkstraat en de Nieuwstraat Horeca is, alleen op de begane grond, slechts toegestaan als daartoe een functieaanduiding is opgenomen Binnen de bestemming is het mogelijk om de functies die bij recht mogelijk zijn, onderling uit te wisselen, waardoor de versterking van de centrumfunctie van het gebied kan worden nagestreefd Detailhandel Het woninginrichtingsbedrijf Bergers Interieurs aan de Rodenrijseweg is voorzien van een bestemming Detailhandel met een specifieke functieaanduiding, die louter detailhandel in woninginrichting toelaat Hier kan zich dus geen supermarkt oid vestigen Ook aan het Westerplein is een detailhandelsbestemming opgenomen Dit is een voortzetting van het recentelijk vastgestelde uitwerkingsplan Westersingel (2011) In dit plan is kleinschalige detailhandel en dienstverlening toegestaan Gemengd Diverse gebouwen of gebouwenclusters in de ring rondom het oude centrum zijn voorzien van de bestemming Gemengd Het gaat hier vaak om van origine woongebouwen, die later een bepaalde centrumfunctie erbij hebben gekregen zoals detailhandel of dienstverlening Binnen deze bestemming zijn dan ook bij recht verschillende functies mogelijk: wonen, detailhandel, dienstverlening en kantoren Ook hier is onderlinge uitwisseling mogelijk; dit ter bevordering van de versterking van de centrumfunctie van het plangebied Afwijkende functies zoals horecavestigingen, garageboxen, een kinderdagverblijf en maatschappelijke voorzieningen zijn specifiek Toelichting 9

24 aangeduid Aan de Gemeentewerf 1 is een groothandel in eieren aanwezig Ook deze functie is specifiek aangeduid Groen De als Groen aangewezen gronden betreffen de groengebieden die behoren tot de hoofdgroenstructuur Dus niet elk groengebiedje op de hoek van de straat is tot Groen bestemd; deze kleine groengebiedjes vallen onder andere bestemmingen zoals de verkeersbestemmingen of Water Binnen de bestemming Groen zijn groenvoorzieningen mogelijk, inclusief waterpartijen, paden en nutsvoorzieningen Binnen deze bestemming zijn de bouwmogelijkheden beperkt Horeca Partycentrum t Raedhuys aan de Westersingel 80 is voorzien van de bestemming Horeca Hier is horeca tot en met categorie 3 toegestaan Kantoor De panden aan de Laan van Romen 25 en 12 hebben een kantoorbestemming gekregen Gezien de achteraf-ligging van de percelen ten opzichte van het centrumgebied is het niet wenselijk om hier een brede centrum- of gemengde bestemming op te nemen In het pand nummer 12 is tevens een functieaanduiding dienstverlening opgenomen ten behoeve van het regelen van de aanwezige dienstverlening Maatschappelijk De maatschappelijke bestemming is een brede bestemming waarbinnen diverse functies mogelijk zijn Diverse individuele panden in het plangebied hebben deze bestemming gekregen, waaronder de kerken, het voormalige gemeentehuis, het politiekantoor, de begraafplaats aan de Ds van Koetsveldstraat en de verschillende maatschappelijke panden ten noorden daarvan, de basisschool aan de Klapwijkseweg en een pand aan de Gemeentewerf Tuin De gronden die in privaat eigendom zijn en die grenzen aan openbaar toegankelijk gebied, zijn veelal voorzien van een tuinbestemming In deze bestemming zijn zeer beperkt bouwmogelijkheden opgenomen; alleen voor erkers en toegangs- en tochtportalen Ook zijn ongebouwde parkeervoorzieningen mogelijk Met de tuinbestemming wordt een rustig en geordend straatbeeld nagestreefd, vandaar dat er nauwelijks gebouwd mag worden Verkeer - Wegverkeer, Verkeer en Verkeer Verblijfsgebied In het plan zijn drie verschillende verkeersbestemmingen opgenomen: Verkeer - Wegverkeer voor de Klapwijkseweg / Boterdorpseweg (wijkontsluitingsfunctie), Verkeer voor wegen met een buurtontsluitingsfunctie, woonstraten, -erven en pleinen, en Verkeer Verblijfsgebied voor woonstraten, woonerven en pleinen waar auto s niet zijn toegestaan Overal binnen de bestemmingen zijn parkeervoorzieningen mogelijk Water De waterbestemming is opgenomen voor de in het plangebied aanwezige (hoofd)watergangen Hier mogen geen gebouwen worden opgericht Bruggen en duikers zijn overal bij recht toegestaan 10 Toelichting

25 Wonen De woningen in het plan die niet vallen onder de brede centrum- of gemengde bestemming, zijn voorzien van een woonbestemming De hoofdgebouwen, oftewel de woningen zelf, mogen alleen worden gebouwd binnen een bouwvlak Daarbuiten, op het erf, mag ook erfbebouwing worden opgericht (aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen) Er geldt een standaardregeling voor beroep en bedrijf aan huis Centrum Uit te werken De gronden aan de westzijde van het nieuwe centrumgebied hebben de bestemming Centrum Uit te werken gekregen, welke gronden bestemd zijn voor een nieuw centrumgebied met bijbehorende functies Hier mag pas gebouwd worden, als burgemeester en wethouders een uitwerkingsplan hebben vastgesteld Waarde Archeologie 1, 2, 3 en 4 Een groot deel van de gronden in het plangebied zijn op basis van de archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart aangemerkt als gebied met hoge archeologische verwachting Op basis van het Verdrag van Malta moeten deze gronden een planologische bescherming hebben Dit gebeurt door het bouwen afhankelijk te stellen van een door burgemeester en wethouders te verlenen omgevingsvergunning en het opnemen van een stelsel dat ziet op het verkrijgen van een omgevingsvergunningenstelsel voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden Voordat een omgevingsvergunning wordt verleend, zullen de consequenties voor de archeologische waarden in kaart moeten worden gebracht, eventueel door voorafgaand archeologisch onderzoek Bij de regeling is voorzien in een advies door een terzake deskundige Indien uit nader onderzoek blijkt dat er sprake is van te beschermen archeologische waarden, kunnen voorwaarden worden gesteld aan de ontwikkelingen Indien blijkt dat er geen archeologische waarden aanwezig zijn dan wel deze waarden goed kunnen worden gedocumenteerd kan de dubbelbestemming worden geschrapt na toepassing van een daartoe opgenomen wijzigingsbevoegdheid Voor de vier verschillende archeologische verwachtingen en de aandachtszone, zijn in het bestemmingsplangebied vier dubbelbestemmingen opgenomen Waterstaat Waterkering Deze bestemming is opgenomen voor de gronden die een waterkerende functie hebben Er is sprake van een zogenoemde dubbelbestemming waarbij de waterkerende functie primair geldt ten opzichte van de andere aangegeven bestemmingen Op deze gronden is tevens de Keur van de waterbeheerder van toepassing Ontwikkelingen binnen de bestemming zijn alleen toelaatbaar, als geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van de waterkering Het oprichten van bouwwerken ten behoeve van de onderliggende (secundaire) bestemmingen is afhankelijk gesteld van een door burgemeester en wethouders te verlenen omgevingsvergunning Alvorens bij omgevingsvergunning af te wijken, wordt ten aanzien van de waterhuishoudkundige aspecten, advies ingewonnen bij de waterbeheerder Toelichting 11

26 Naast de bepalingen van het bestemmingsplan is, op grond van de keurbepalingen, bij het oprichten van bebouwing dan wel het uitvoeren van een aantal werken en/of werkzaamheden tevens een watervergunning van de waterbeheerder nodig Waterstaat Waterstaatkundige functie Deze dubbelbestemming geldt voor de gronden direct buiten de waterkering Het betreft de zogenaamde beschermingszone Hier mogen in beginsel alleen andere bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd Hoofdstuk 3 Algemene regels In hoofdstuk 3 worden enkele algemene regels gegeven, zoals de anti-dubbeltelregel Ook wordt de aanvullende werking van de Bouwverordening uitgesloten, behalve voor onderwerpen die met naam genoemd worden (waaronder parkeergelegenheid; er moet dus altijd worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid) Ook worden algemene gebruiksregels gegeven en wordt gesteld dat bestaande bouwwerken, die niet voldoen aan de regels in het plan, als toelaatbaar mogen worden beschouwd Daarnaast worden enkele algemene afwijkings- en wijzigingsregels gegeven die de flexibiliteit van het plan vergroten Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels In het overgangsrecht is een regeling opgenomen voor bebouwing en gebruik dat al bestond bij het opstellen van het plan, maar dat strijdig is met het nieuwe bestemmingsplan Onder bepaalde voorwaarden mag deze strijdige bebouwing en/of strijdig gebruik worden voortgezet of gewijzigd In de slotregel is de officiële naam van het plan bepaald Onder deze naam kan het bestemmingsplan worden aangehaald 244 Geometrische plaatsbepaling / verbeelding Voor het verbeelden van de geometrisch bepaalde bestemmingen is een GBKN-ondergrond gebruikt Dit bestand is opgebouwd in coördinaten in het stelsel van de Rijksdriehoeksmeting, of kortweg Rijksdriehoekscoördinaten (ook wel: RD-coördinaten) Dit zijn de coördinaten die in Nederland worden gebruikt als grondslag voor onder meer geografische aanduidingen, waarbij de exacte locatie van een gebied wordt vastgelegd In het plan is met behulp van lijnen, coderingen en arceringen aan gronden een bepaalde bestemming toegekend Binnen een bestemmingsvlak zijn met aanduidingen nadere regels aangegeven Op een afdruk van de geometrische plaatsbepaling, de verbeelding, zijn alle bestemmingen en aanduidingen naast elkaar zichtbaar De gegevens zijn digitaal raadpleegbaar Via de digitale portal waarop het plan wordt gepubliceerd kan, door te klikken op een bepaalde locatie, de bijbehorende bestemmingsregeling worden opgeroepen 12 Toelichting

27 Deel C: Verantwoording Toelichting 13

28 14 Toelichting

29 3 Beleidskader 31 Rijksbeleid Nota ruimte De Nota Ruimte, de Planologische Kernbeslissing (PKB) Nationaal Ruimtelijk Beleid uit 200, heeft met de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en op basis van het overgangsrecht de status van structuurvisie gekregen en vormt samen met de (ontwerp) Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) Ruimte, zie ook hierna, het nationale ruimtelijke beleid voor de periode 2004 tot 2020 met een doorkijk naar 2030 De nota bevat geen concrete beleidsbeslissingen maar stelt een aantal beleidsdoelen als leidraad voor de ontwikkelingen in de komende periode Hoofddoel is ruimte te scheppen voor de verschillende ruimtevragende functies Belangrijk binnen het rijksbeleid is het toepassen van de zogenaamde SER-ladder Dit houdt in dat in beginsel moet worden uitgegaan van herontwikkeling en/of intensivering van bestaand stedelijk gebied en dat daarna pas naar uitbreiding mag worden gekeken In het centrum van Berkel en Rodenrijs wordt bij de ontwikkelingslocaties, die niet worden meegenomen in het voorliggende bestemmingsplan, voldaan aan de eerste trap van de SER-ladder, omdat herontwikkeling van locaties binnen het gebied het uitgangspunt is Het voorliggende plan is conserverend van aard In de planvorming is evenwel aandacht voor de waarborging van veiligheid en voldoende ruimte voor wonen en bijbehorende voorzieningen Het plan past daarmee binnen het beleid uit de Nota Ruimte Ontwerp-Structuurvisie Infrastructuur en Milieu Op 14 juni 2011 is de Ontwerp-Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte gepresenteerd Deze structuurvisie moet de Nota Ruimte gaan vervangen De leidende gedachte in de ontwerpstructuurvisie is ruimte maken voor groei en beweging In de structuurvisie worden ambities tot 2040 geschetst en zijn doelen, belangen en opgaven tot 2028 weergegeven In de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte richt het rijk zich vooral op decentralisatie De verantwoordelijkheid wordt verplaatst van Rijksniveau naar provinciaal en gemeentelijk niveau Door urbanisatie, individualisering, vergrijzing en ontgroening nemen de ruimtelijke verschillen toe Vanaf 2035 groeit de bevolking niet meer De samenstelling van de bevolking, en daarmee de samenstelling van huishoudens, verandert Ambities tot 2040 zijn onder andere het aansluiten van woon- en werklocaties op de (kwalitatieve) vraag, het zoveel mogelijk benutten van locaties voor transformatie en herstructurering Ook wil het rijk ervoor zorgen dat in 2040 een veilige en gezonde leefomgeving met een goede milieukwaliteit wordt geboden Dit moet voor zowel het landelijk als het stedelijk gebied gelden Ontwerp-besluit algemene regels ruimtelijke ordening Het rijk legt met het (ontwerp-)besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) de nationale ruimtelijke belangen juridisch vast Enerzijds betreft het de belangen die reeds in de (ontwerp-) AMvB Ruimte uit 2009 waren opgenomen en anderzijds wordt het Barro aangevuld met onderwerpen uit de Structuurvisie Infrastructuur en Milieu (SVIR) Het is nog niet duidelijk wanneer het stuk in werking treedt Toelichting 15

30 In het ontwerp-barro zijn onder meer rijksvaarwegen, hoofdwegen en hoofdspoorwegen, buisleidingen, primaire waterkeringen, erfgoederen, kustfundamenten en diverse concrete nationale ruimtelijke projecten zoals het Project Mainportontwikkeling Rotterdam aangewezen als nationaal belang Ter bescherming van deze belangen zijn reserveringsgebieden, begrenzingen en vrijwaringszones opgenomen In het besluit is aangegeven op welke wijze bestemmingsplannen voor deze gebieden moeten zijn ingericht Indien vigerende bestemmingsplannen niet voldoen aan het Barro dan moeten deze binnen drie jaar na inwerkintreding van het besluit zijn aangepast Voor kleinschalige herontwikkelingen zoals die in het onderhavige bestemmingsplan mogelijk wordt gemaakt, worden in het ontwerp-barro geen concrete regels gegeven Rijks-woonvisie Op 1 juli 2011 is de Woonvisie bekend gemaakt Deze visie volgt de 'Nota wonen; Mensen, Wensen, Wonen' uit 2002 op De beleidsagenda van de Woonvisie volgt kort gezegd drie hoofdlijnen: verbeteren van de aansluiting tussen vraag en aanbod op huur- en koopmarkt; het verbeteren van de condities voor investeringen op de woningmarkt; het verbeteren van de kwaliteit van de woon- en leefomgeving in dorpen en steden De Woonvisie bevat verschillen over de provinciale rol ten opzichte van de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte De minister heeft daarop aangegeven dat de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) het leidende document is De SVIR als leidend document betekent dat, anders dan in de Woonvisie, de provincies vooraf sturen op woningbouwprogrammering omdat zij een integrale ruimtelijke afweging kunnen maken Daarnaast zijn er in de Woonvisie rijksdoelstellingen benoemd, die niet als zodanig terugkomen in de SVIR Concreet voor kernen als Centrum Berkel en Rodenrijs zijn geen doelen benoemd 32 Provinciaal beleid Provinciale structuurvisie; Visie op Zuid-Holland, ontwikkelen met schaarse ruimte Provinciale Staten stelden op vrijdag 2 juli 2010 de provinciale Structuurvisie, de Verordening Ruimte (de realisatie van de structuurvisie, zie ook hierna) en de Uitvoeringsagenda vast Vanaf dat moment gelden de Streekplannen, inclusief eventuele partiële herzieningen, en de Nota Regels voor Ruimte niet langer als vigerend beleids- en toetsingskader Bij de vaststelling is evenwel geconstateerd dat het voor een aantal onderwerpen en dossiers nog niet mogelijk was een passende oplossing op te nemen Daarom is een eerste herziening van de Provinciale Structuurvisie en de Verordening Ruimte opgesteld welke op 23 februari 2011 werd vastgesteld door Provinciale Staten De structuurvisie bevat het ruimtelijk beleid tot 2020 met een doorkijk naar 2040 Het accent ligt op sturing vooraf en sturing op kwaliteit Het beleid gaat in op verschillende provinciale belangen Van belang voor het plan is de bundeling van verstedelijking, infrastructuur, voorzieningen en economische activiteiten gericht op concentratie en functieafstemming Verder dient kansrijke en innovatieve binnenstedelijke verdichting plaats te vinden Ook is de opvang van de bevolkingsgroei in regionale, goed 1 Toelichting

31 Afbeelding: Uitsnede plangebied aangegeven functiekaart provinciale structuurvisie met globaal het Afbeelding: Uitsnede kwaliteitskaart provinciale structuurvisie met globaal het plangebied aangegeven Toelichting 17

32 ontsloten kernen en daartoe aangewezen relatief verstedelijkte zones belangrijk De kleinschalige ontwikkelingen in Centrum Berkel en Rodenrijs komen aan dit uitgangspunt tegemoet Het plangebied is op de functiekaart van de provinciale structuurvisie aangewezen als stadsen dorpsgebied ( Aaneengesloten bebouwd gebied, waarin de functies wonen, werken en voorzieningen gemengd en gescheiden voorkomen ) en op de kwaliteitskaart als dorpskern ( Kleinschalig stads- en dorpsgebied, omgeven door landelijk gebied en niet gekoppeld aan het Zuidvleugelnet ) Het water langs het lint is tevens voorzien van de aanduiding kreek, vaart en wetering ( Waterlopen in het landelijk gebied met landschappelijke en/of cultuurhistorische waarde ) en als groenblauw netwerk Het bestemmingsplan past binnen deze aanduidingen De eerste herziening van de structuurvisie en de ontwerp-actualisering 2011 hebben geen betrekking op gronden binnen het onderhavige bestemmingsplangebied Provinciale Verordening Ruimte; ontwikkelen met schaarse ruimte Om het provinciale ruimtelijke belang, zoals beschreven in de provinciale structuurvisie, te kunnen uitvoeren is, onder meer, de provinciale verordening opgesteld In de provinciale verordening zijn de zaken die generiek van aard zijn (relevant voor alle gemeenten of een bepaalde groep gemeenten) en in eerste instantie vooral een werend of beperkend karakter hebben vastgelegd De provincie acht de borging hiervan van groot belang Tevens zijn de nationale belangen zoals vastgelegd in de AMvB Ruimte ook in de provinciale verordening opgenomen ten behoeve van een doorwerking in de gemeentelijke bestemmingsplannen Tot slot zijn in de verordening regels gesteld over de inhoud van bestemmingsplannen en de inhoud van de toelichting van bestemmingsplannen De verordening heeft slechts betrekking op een beperkt aantal onderwerpen Bij het opstellen van bestemmingsplannen dient daarom ook rekening te worden gehouden met ander provinciaal beleid Bovendien moet worden voldaan aan de overige wet- en regelgeving Het plangebied is gelegen binnen de bebouwingscontouren van Berkel en Rodenrijs (kaart 1 van de verordening) Kleinschalige ontwikkeling cq herstructurering is hierbinnen mogelijk Kaart 8 geeft aan dat de Rodenrijseweg / Noordeindseweg regionale waterkerende functie hebben Deze waterkering wordt door dit bestemmingsplan niet gewijzigd en/of in zijn beschermingsstatus aangetast Voor het overige heeft het bestemmingsplangebied geen aanduidingen op de verschillende kaarten uit de verordening De eerste herziening van de Verordening Ruimte en de ontwerp-actualisering 2011 hebben geen betrekking op gronden binnen het onderhavige bestemmingsplangebied Provinciale woonvisie In de Woonvisie Zuid-Holland , met de titel 'Samenhang en Samenspel', stelt de provincie Zuid-Holland het streven centraal dat alle bevolkingsgroepen kunnen beschikken over passende woningen In de visie was in eerste instantie een groot aantal nieuw te realiseren woningen genoemd De woningbehoefte is als gevolg van economische en sociaal maatschappelijke ontwikkelingen (individualisering, gezinsverdunning, vergrijzing, vluchtelingenbeleid) 18 Toelichting

33 echter aan verandering onderhevig Dit is voor de provincie Zuid-Holland aanleiding om de Woonvisie te vernieuwen Met de Ontwerp-Woonvisie wordt een basis gevormd voor nieuwe afspraken op provinciaal en (inter)regionaal niveau In het woningbouwprogramma wordt rekening gehouden met groei in de stad en op langere termijn met krimp in landelijke gebieden De belangrijkste prioriteit voor bestaande stedelijke gebieden zoals Centrum Berkel en Rodenrijs ligt vooralsnog bij het bouwen voor ouderen en starters op de woningmarkt Daarnaast is er het streven om stedelijke woonmilieus meer te differentiëren Het bestemmingsplan legt geen beperkingen op aan bepaalde woonmilieus, zodat het plan dit beleidsuitgangspunt niet in de weg staat 33 Gemeentelijk beleid Structuurvisie Lansingerland 2025 Op 18 februari 2010 heeft de gemeenteraad van Lansingerland de Structuurvisie 2025 vastgesteld De structuurvisie geeft de gewenste ruimtelijke ontwikkeling tot 2025 en een doorkijk naar de lange termijn Bij de structuurvisie hoort een uitvoeringsprogramma waarin wordt aangegeven op welke wijze de beoogde ontwikkelingsprojecten tot realisatie kunnen komen Veel van de ontwikkelingen tot 2025 komen voort uit bestaand beleid, waaronder de Toekomstvisie 2040 Voor een belangrijk deel ligt de ruimtelijke structuur van Lansingerland dan ook al vast Een van de hoofddoelen binnen Lansingerland is het verkrijgen en houden van een aantrekkelijk suburbaan woonmilieu Beheer en kwaliteitsverbetering van het suburbane woon- en leefklimaat in de bestaande woongebieden staat voorop Waar mogelijk moeten kansen worden benut om (milieu)hinderlijke bedrijven en functies uit de kernen te plaatsen Afbeelding: uitsnede structuurvisiekaart Lansingerland 2025 Toelichting 19

34 Bij nieuwe woningbouwlocaties moet worden vastgehouden aan een woningbouwprogramma dat past bij de woningbehoefte op de langere termijn Het in stand houden en versterken van het voorzieningenniveau in de bestaande winkelcentra van de dorpen is het uitgangspunt Specifiek voor Berkel en Rodenrijs wordt ingezet op een versterking van het dagelijkse én het niet-dagelijkse voorzieningenniveau In het centrum kunnen circa 500 nieuwe woningen komen, 2500 m 2 kantoren en m 2 detailhandel; verdeeld over meerdere projecten Zoals bekend worden deze ontwikkelingen niet meegenomen in voorliggend bestemmingsplan Op dit moment zit een aantal niet-commerciële voorzieningen verspreid in de kernen De gemeente wil kleinschalige voorzieningen concentreren in wijken en daarnaast de realisatie van een aantal communitycenters binnen Lansingerland bewerkstelligen Het gehele stedelijk gebied is zoekgebied, zo ook het centrumgebied van Berkel en Rodenrijs Dit is echter nog niet concreet genoeg om hiervoor een regeling op te nemen in dit bestemmingsplan Voor Centrum Berkel en Rodenrijs is in de structuurvisie voorts de ambitie opgenomen om het centrum autoluw te maken Hierdoor verbetert de kwaliteit van het winkelgebied Het voorliggende bestemmingsplan staat deze ontwikkeling niet in de weg, omdat verkeerskundige ingrepen in principe mogelijk zijn binnen de verkeersbestemming Structuurvisie Het Lint In de Structuurvisie Het Lint, vastgesteld door de gemeenteraad van de toenmalige gemeente Berkel en Rodenrijs op 18 juli 2002, zijn voor het gehele gebied grenzend aan het lint Rodenrijseweg / Noordeindseweg de verwachte toekomstige ontwikkelingen vastgelegd In deze structuurvisie, die nog altijd actueel is, is de herontwikkeling en uitbreiding van het bestaande centrum van Berkel en Rodenrijs voorzien Over het plangebied wordt het volgende vermeld: Tussen de Klapwijkseweg en de Westersingel doorsnijdt het lint de dorpskern Een verdere intensivering van de bebouwing en de uitbouw van centrumfuncties is hier mogelijk Voor het deel tussen de Vogelaarstraat en de Westersingel wordt in de structuurvisie voorgesteld om dit grotendeels te bestemmen voor sociaal, culturele en/of recreatieve functies die ten dienste staan van Berkel en Rodenrijs als geheel Op de structuurvisiekaart heeft het perceel (dat in het voorliggende bestemmingsplan de bestemming Agrarisch heeft) de aanduiding bijzondere doeleinden verkregen Voor alle te ontwikkelen woningbouw in het lint gelden een aantal voorwaarden: het deels beroepsmatig gebruiken van de woningen als woon-werk-woning is toegestaan, het parkeren dient op eigen terrein plaats te vinden en er mogen geen nieuwe bruggen vanaf het lint worden toegevoegd ten dienste van nieuwe woningbouw Inmiddels is er in het gebied tussen de Vogelaarstraat en de Westersingel een nieuwbouwwijkje gerealiseerd (Imkerstraat) De nieuwe situatie is als zodanig vastgelegd in het voorliggende bestemmingsplan Omdat er geen concrete initiatieven zijn, faciliteert het plan geen ontwikkeling van sociaal, culturele en/of recreatieve functies; zoals hierboven aangegeven Economische visie De economische visie van de gemeente Lansingerland geeft richting aan het economisch beleid voor de periode In de visie worden de verschillende economische beleidsterreinen bijeengebracht zodat een overkoepelend economisch beleid ontstaat De economische visie bestrijkt in de basis de gewenste ontwikkelingen op het gebied van samenwerking, bedrijventerreinen (bestaand en nieuw), glastuinbouw, de winkelcentra en recreatie en leisure 20 Toelichting

35 Het behoud van de levendigheid, de aantrekkingskracht en de charme van de drie dorpskernen in Lansingerland, waaronder Berkel en Rodenrijs, wordt als zeer belangrijk beschouwd De boogde versterking van de centrumfunctie is deels binnen het voorliggende bestemmingsplan, omdat voor een aantal gronden een brede centrumbestemming is opgenomen waarbinnen onderlinge uitwisseling mogelijk is In het plan worden echter geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt Woonvisie In december 2009 heeft de gemeenteraad van Lansingerland de woonvisie vastgesteld, getiteld Samen bouwen aan een groen en duurzaam Lansingerland Hoofddoel van Lansingerland is de aantrekkelijke mix van de drie kernen voor de toekomst veilig te stellen Deze missie is vertaald naar drie beleidsdoelen: het vergroten van keuzevrijheid en een gevarieerd woningaanbod; het bieden van gevarieerde en veilige woonmilieus en het versterken van een duurzame woon- en leefomgeving Binnen het doel vergroten van de keuzevrijheid en een gevarieerd woningaanbod is het de bedoeling extra aandacht te creëren voor ouderen, (koop)starters, huishoudens met een laag inkomen en bijzondere doelgroepen Enkele relevante uitvoeringsmaatregelen zijn het laten voldoen van zoveel mogelijk nieuwe woningen aan de WoonKeur en het aangeven in nieuwe bestemmingsplannen met woningbouwlocaties hoeveel sociale huur- en/of koopwoningen en/of kavels voor particulier opdrachtgeverschap bedoeld zijn Binnen het doel bieden van gevarieerde en veilige woonmilieus is het de bedoeling om levensloopbestendige, leefbare, veilige, bereikbare en groene woonmilieus te realiseren Er moeten woonservicezones worden gerealiseerd en bij de uitwerking van bouwplannen binnen de bebouwde om moet ervoor worden gezorgd dat de openbare ruimte is afgestemd op het gebruik door ouderen en dat wordt voldaan aan de veiligheidseisen De ingezette verbetering van de bereikbaarheid van bushaltes en versterking van het OV moet worden voortgezet en er moet worden geïnventariseerd in welke wijken zich parkeerproblemen voordoen Er moet wijkgericht worden gewerkt en er moet worden gedefinieerd aan welke groeneisen nieuwe woningbouwplannen moeten voldoen Dergelijke uitvoeringsmaatregelen worden niet geregeld in het voorliggende bestemmingsplan Binnen het doel versterken van een duurzame woon- en leefomgeving gaat het om energiebesparing en meer speelvoorzieningen In het voorliggende bestemmingsplan worden ruime mogelijkheden geboden aan speelvoorzieningen Mobiliteitsplan Lansingerland beweegt In het Mobiliteitsplan Lansingerland beweegt (publicatiedatum 31 oktober 2008) wordt een visie gegeven op de aspecten verkeer en vervoer binnen de gemeente in de periode Ook een maatregelenpakket maakt deel uit van het mobiliteitsplan De beschikbaarheid van goede infrastructurele netwerken is een voorwaarde om mensen te stimuleren om hun verplaatsingspatroon te veranderen Het centrum van Berkel en Rodenrijs behoeft, mede omdat dat nog wordt uitgebreid, een aparte ringstructuur die ontsloten wordt op de Klapwijkseweg/Boterdorpseweg Deze ring zal bestaan uit een geoptimaliseerde Oudeland- Toelichting 21

36 selaan, Verlengde Laan van Romen, Gemeentewerf, Laan van Romen en Raadhuislaan Hiermee worden de voornaamste parkeervoorzieningen ontsloten en wordt verkeersoverlast in de rest van Berkel en Rodenrijs tegengegaan Het voorliggende bestemmingsplan geeft aan de hiervoor genoemde wegen een brede verkeersbestemming, waarbinnen herinrichting in principe mogelijk is Het bestemmingsplan staat het voorgaande dan ook niet in de weg 34 Conclusie Voor het centrum van Berkel en Rodenrijs bestaan plannen voor herontwikkeling en versterking van de centrumfunctie Het voorliggende bestemmingsplan is echter conserverend van aard; er worden geen nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk gemaakt De brede verkeers-, groen- en waterbestemmingen voorzien evenwel in beperkte mogelijkheden voor herinrichting en wijzigingen, zodat in die zin in beperkte mate tegemoet kan worden gekomen aan de herontwikkelingsplannen Geconcludeerd kan dus worden dat, voor zover dat mogelijk is, in dit bestemmingsplan mogelijkheden worden geboden voor de versterking van de centrumfunctie van het gebied 22 Toelichting

37 4 Natuur en landschap 41 Kader Soortenbescherming De Flora- en faunawet (hierna: Ffw) beschermt alle in het wild levende zoogdieren, vogels, reptielen en amfibieën Van deze soortgroepen zijn alleen Huismuis, Bruine en Zwarte rat niet beschermd Van de vissen, ongewervelde dieren (zoals vlinders, libellen en sprinkhanen) en planten zijn alleen de in de wet genoemde soorten beschermd De Ffw gaat uit van het nee, tenzij -principe Dit betekent dat alleen onder bepaalde (zeer stringente) voorwaarden een inbreuk mag worden gemaakt op de bescherming van soorten en hun leefomgeving Daarnaast beschermt de wet niet alleen soorten in het algemeen, maar ook individuen van soorten Voor ruimtelijke ingrepen die gevolgen hebben voor een beschermde soort en/of zijn leefgebied moet een ontheffing op grond van de Ffw worden aangevraagd Voor een aantal soorten geldt daarenboven het beschermingsregime van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn Voor werkzaamheden die uit een bestemmingsplan voortvloeien dient voor de start van die werkzaamheden ontheffing te worden aangevraagd indien beschermde soorten voorkomen Bij de vaststelling van een bestemmingsplan dient duidelijk te zijn of en in hoeverre een ontheffing kan worden verkregen De wettelijk beschermde soorten zijn ingedeeld in de volgende vier categorieën Meer algemene soorten (tabel 1 Ffw): voor deze soorten is een algemene vrijstellingsregeling van kracht in geval van ruimtelijke inrichting of ontwikkeling Andere, niet algemeen voorkomende soorten (tabel 2 Ffw), met uitzondering van beschermde inheemse vogels: ontheffing is alleen mogelijk indien geen afbreuk wordt gedaan aan de gunstige staat van instandhouding van de soort Er is echter geen ontheffing nodig indien gewerkt wordt volgens een gedragscode Deze code dient door een sector of ondernemer zelf opgesteld te worden en dient vervolgens goedgekeurd te zijn door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) Strikt beschermde soorten (tabel 3 Ffw): voor deze soorten dient in geval van ruimtelijke inrichting of ontwikkeling altijd ontheffing te worden aangevraagd van de Ffw Ontheffing wordt alleen verleend indien er geen alternatief is en geen afbreuk wordt gedaan aan de gunstige staat van instandhouding van de soort Voor soorten in tabel 3 die ook op Bijlage IV van de Habitatrichtlijn (HR) voorkomen, wordt ontheffing echter alleen nog maar verleend indien er daarnaast een dwingende reden van groot openbaar belang is; dit is het gevolg van een uitspraak van de Raad van State 2 Beschermde inheemse vogels: deze vallen onder de Europese Vogelrichtlijn (VR) Ruimtelijke inrichting of ontwikkeling en dwingende redenen van groot openbaar belang zijn volgens een uitspraak van de Raad van State 3 geen reden om ontheffing te verlenen 2 Zie ABRS 21 januari 2009, zaak nr /1 3 zie ABRS 13 mei 2009, zaak nr /1 Toelichting 23

38 Ontheffing is uitsluitend toegestaan op basis van de ontheffingsgronden die in de VR zijn genoemd Overigens is het, indien geen ontheffing nodig is, volgens de huidige interpretatie van de wet wel verplicht rekening te houden met het broedseizoen van vogels Voor sommige vogelsoorten met vaste verblijfplaatsen geldt dat deze vaste verblijfplaatsen en het essentiële leefgebied jaarrond beschermd zijn Indien soorten van tabel 2 en/of 3 en/of vogels voorkomen, geldt dat een ontheffingsaanvraag niet aan de orde is indien mitigerende maatregelen (voorafgaand aan de ruimtelijke ontwikkeling) getroffen kunnen worden die het behoud van de functionaliteit van de voortplantings- en/of vaste rust- en verblijfplaatsen van de soorten garanderen Ontheffing is dan niet nodig, omdat er geen sprake is van overtreding van de Ffw Er kan worden volstaan met het werken volgens een ecologisch werkprotocol, dat moet worden opgesteld door een deskundige; ook bij het overzetten van dieren moet een deskundige worden betrokken Eventueel kan overigens wel ontheffing worden aangevraagd (die dan wordt afgewezen) om de mitigerende maatregelen te laten goedkeuren Overigens geldt voor alle in het wild levende planten- en diersoorten de zogenaamde zorgplicht Dit houdt in dat voldoende zorg in acht moet worden genomen voor alle planten en dieren en hun leefomgeving Concreet betekent dit dat bij ruimtelijke ontwikkeling gezorgd moet worden dat dieren niet gedood worden en dat planten verplant worden Ook dient gelet te worden op bijvoorbeeld de voortplantingsperiode van amfibieën en de zoogperiode van zoogdieren Gebiedsbescherming LNV heeft in 1990 de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) geïntroduceerd De EHS bestaat uit een netwerk van natuurgebieden Het doel van de EHS is de instandhouding en ontwikkeling van deze natuurgebieden om daarmee een groot aantal soorten en ecosystemen te laten voortbestaan Bescherming van (natuur)gebieden heeft daarnaast ook plaats middels de Natuurbeschermingswet Daaronder vallen de volgende typen gebieden: Natura 2000-gebieden (Vogelrichtlijn- en Habitatrichtlijngebieden); Beschermde Natuurmonumenten; Wetlands Binnen beschermde natuurgebieden gelden (strenge) restricties voor ruimtelijke ontwikkelingen Voor activiteiten of projecten die schadelijk zijn voor de beschermde natuur geldt een vergunningplicht 42 Onderzoek 421 Soortenbescherming De Toets Ffw start met een globaal onderzoek (quick scan), waarin gekeken wordt of er een reële kans is op het al dan niet voorkomen van beschermde soorten in of net buiten het plangebied Indien blijkt dat die kans aanwezig is, zal een uitgebreid veldonderzoek moeten plaatshebben op het moment dat er kans is op (negatieve) effecten op de mogelijk aanwezige beschermde soorten als gevolg van werkzaamheden die voortvloeien uit het plan Als daarbij wordt aangetoond dat inderdaad beschermde soorten aanwezig zijn, zal een effectenstudie 24 Toelichting

39 moeten worden gedaan Indien daaruit blijkt dat er handelingen gaan plaatshebben die nadelige gevolgen hebben voor de aanwezige beschermde soorten, is mogelijk een aanvraag / ontheffing ex artikel 75 van de Ffw aan de orde Daarbij moet in beeld worden gebracht hoe de voorgenomen werkzaamheden zodanig worden aangepast dat dergelijke gevolgen niet of in mindere mate zullen optreden Ten behoeve van de quick scan naar het voorkomen van beschermde soorten is een bureauonderzoek uitgevoerd, dat in deze paragraaf integraal is opgenomen (er is dus geen afzonderlijk onderzoeksrapport) Aan de hand van verspreidingsgegevens (internet, inventarisatieatlassen) en habitateisen van beschermde flora en fauna, in combinatie met terreinkenmerken en de ligging van het plangebied in zijn omgeving, is een inschatting (expert judgement) gemaakt van het voorkomen van beschermde soorten In het plangebied komen waarschijnlijk enkele algemeen voorkomende beschermde soorten voor (tabel 1 Ffw), waarbij het kan gaan om soorten zoals Zwanenbloem, Huisspitsmuis, Egel, Mol, Bosmuis, Kleine watersalamander, Gewone pad, Bruine kikker, Meerkikker en/of Middelste groene kikker Er is daarnaast kans op het voorkomen van juridisch zwaarder beschermde soorten in het plangebied Het kan daarbij gaan om de vissoorten Kleine modderkruiper (tabel 2 Ffw) en Bittervoorn (tabel 3 Ffw) Daarnaast kunnen verschillende soorten vleermuizen (alle tabel 3 Ffw / Bijlage IV HR) aanwezig zijn Waarschijnlijk zijn jachtgebieden aanwezig van vleermuizen zoals Gewone dwergvleermuis en Laatvlieger en daarnaast mogelijk vliegroutes en vaste verblijfplaatsen (in bomen en/of gebouwen) Naar alle waarschijnlijkheid komen in het plangebied ook broedvogels voor Vaste verblijfplaatsen van een beperkt aantal vogelsoorten is jaarrond beschermd; in het plangebied zou het kunnen gaan om vaste verblijfplaatsen van Gierzwaluw en Huismus Andere juridisch zwaarder beschermde soorten (tabellen 2 en 3 Ffw / Bijlage IV HR) zijn niet te verwachten in het plangebied 422 Gebiedsbescherming Het plangebied maakt geen onderdeel uit van de EHS Het plangebied is evenmin onderdeel van een gebied dat onder de Natuurbeschermingswet 1998 valt Ook in de directe omgeving zijn dergelijke gebieden niet aanwezig 43 Conclusie 431 Soortenbescherming In het plangebied komt waarschijnlijk een aantal door de Ffw beschermde soorten voor Het betreft waarschijnlijk vooral algemene beschermde soorten (tabel 1 Ffw) Voor deze soorten Toelichting 25

40 geldt echter een vrijstelling bij ruimtelijke ontwikkeling Wel is de zorgplicht van toepassing op deze (en alle andere in het wild levende) planten- en diersoorten Daarnaast bestaat de kans dat in het plangebied enkele juridisch zwaarder beschermde soort(groep)en voorkomen (tabellen 2 en 3 Ffw / Bijlage IV HR): de vissoorten Kleine modderkruiper en Bittervoorn en/of verschillende soorten vleermuizen (waarschijnlijk Gewone dwergvleermuis en Laatvlieger, maar mogelijk ook andere soorten) Tenslotte komen in het plangebied zeer waarschijnlijk vogels tot broeden Alle inheemse vogels zijn beschermd door de Ffw Mogelijk komen ook jaarrond beschermde vaste verblijfplaatsen voor van Gierzwaluw en/of Huismus Andere juridisch zwaarder beschermde soorten (tabellen 2 en 3 Ffw / Bijlage IV HR) zijn niet te verwachten in het plangebied Aangezien onderhavig plan volledig conserverend is, vloeien er geen werkzaamheden uit voort die tot een overtreding van de Ffw zouden kunnen leiden In geval van (nu nog niet mogelijk gemaakte) toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen water wordt gedempt of vergraven, dient vooraf door een deskundige nader onderzoek in het veld te worden verricht naar de aanwezigheid van Kleine modderkruiper en Bittervoorn Indien daarbij bebouwing wordt gesloopt of verbouwd, dient vooraf een veldonderzoek plaats te hebben naar de aanwezigheid van vaste verblijfplaatsen van vleermuizen Dit onderzoek dient te bestaan uit ongeveer vijf nachtelijke terreinbezoeken in de periode mei/juni tot en met eind augustus/september, conform het zogenaamde vleermuisprotocol Een dergelijk onderzoek dient ook plaats te hebben indien bomen met spleten/holtes worden gekapt Ook dit onderzoek dient te worden uitgevoerd door een deskundige In het plangebied komen waarschijnlijk vogels tot broeden Voor alle inheemse vogelsoorten (dus ook die soorten die geen jaarrond beschermde vaste verblijfplaatsen hebben) geldt dat ze zijn beschermd door de Ffw en dat rekening dient te worden gehouden met het broedseizoen Er mag in geval van eventuele toekomstige ruimtelijke ontwikkeling niet met verstorende werkzaamheden worden begonnen in het broedseizoen, dat ongeveer van half maart tot half juli loopt (soortspecifiek), tenzij door een deskundige is vastgesteld dat op dat moment ter plaatse van de werkzaamheden geen vogels broeden Indien bebouwing wordt gesloopt of verbouwd, dient tevens vooraf in het veld onderzocht te worden of vaste verblijfplaatsen aanwezig zijn van Huismus Als de betreffende bebouwing dakpannen heeft, dient ook onderzoek gedaan te worden naar het voorkomen van vaste verblijfplaatsen van Gierzwaluw Dergelijk onderzoek dient te worden uitgevoerd in de periode half mei tot en met eind juni, eveneens door een deskundige 432 Gebiedsbescherming Daar het plangebied geen onderdeel uitmaakt van de EHS, is een zogenaamde Planologische Natuurtoets niet aan de orde Omdat het plangebied evenmin onderdeel is van een gebied dat onder de Natuurbeschermingswet 1998 valt en ook in de directe omgeving dergelijke gebieden niet aanwezig zijn, is een Habitattoets niet aan de orde 2 Toelichting

41 5 Water 51 Kader Er is een groot aantal beleidsstukken dat betrekking heeft op de waterhuishouding Hieronder wordt één en ander uiteengezet 511 Europees en rijksbeleid Nationaal Waterplan Het Nationaal Waterplan is de opvolger van de Vierde Nota Waterhuishouding uit 1998 en is opgesteld voor de planperiode Het Nationaal Waterplan is in december 2009 door de ministerraad vastgesteld Het Nationaal Waterplan beschrijft de hoofdlijnen van het nationale waterbeleid Het rijk streeft naar een duurzaam en klimaatbestendig waterbeheer en heeft de ambitie om de komende decennia te investeren in bescherming tegen overstromingen en in de zoetwatervoorziening Voor een duurzaam en klimaatbestendig watersysteem is het van belang bij ruimtelijke ontwikkelingen rekening te houden met waterhuishoudkundige eisen op de korte en de lange termijn Om een duurzaam en klimaatbestendig watersysteem te bereiken moet het water meer bepalend zijn bij de besluitvorming over grote ruimtelijke opgaven dan voorheen De mate van bepalendheid wordt afhankelijk gesteld van, onder meer, de omvang en de aard van de ingrepen, bestaande functies, nieuwe andere ruimteclaims en de bodemgesteldheid van een gebied Op basis van de Wet ruimtelijke ordening heeft het Nationaal Waterplan voor de ruimtelijke aspecten de status van structuurvisie Het Nationaal Waterplan vervangt daarmee op onderdelen het beleid uit de Nota Ruimte Specifiek gaat het over de gebieden die deel uitmaken van de ruimtelijke hoofdstructuur, het IJsselmeer, de Noordzee en de rivieren Hiervoor geldt de AMvB Ruimte Ook de bescherming van vitale functies en kwetsbare objecten is een onderwerp van nationaal belang Hiervoor wordt een afzonderlijke AMvB opgesteld Waterwet In de Waterwet zijn acht oude waterwetten samengebracht: de Wet op de waterhuishouding, de Wet op de waterkering, de Grondwaterwet, de Wet verontreiniging oppervlaktewateren, de Wet verontreiniging zeewater, de Wet droogmakerijen en indijkingen (Wet van 14 juli 1904), de Wet beheer rijkswaterstaatswerken (het zogenaamde 'natte gedeelte'), de Waterstaatswet 1900 en de Waterbodemparagraaf uit de Wet bodembescherming De Waterwet regelt het beheer van de waterkeringen, het oppervlaktewater en het grondwater, verbetert de samenhang tussen waterbeleid en ruimtelijke ordening en zorgt voor een eenduidige bestuurlijke procedure en daarbij behorende rechtsbescherming voor besluiten De Waterwet dient als paraplu om de Kaderrichtlijn Water (KRW) te implementeren en geeft ruimte voor implementatie van toekomstige Europese richtlijnen Toelichting 27

42 De waterschappen krijgen een nieuwe bevoegdheid voor het verlenen van vergunningen voor grondwateronttrekkingen, bemalingen en infiltraties, met uitzondering van onttrekkingen voor drinkwater, koude en warmteopslag en grote industriële onttrekkingen van meer dan m 3 /jaar Gemeenten krijgen verdergaande taken en bevoegdheden in het kader van de zorgplicht voor het inzamelen van afvalwater in de riolering en voor hemelwater en grondwater Nationaal Bestuursakkoord Water In het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) is het kabinetsstandpunt over het waterbeleid in de 21 e eeuw vastgelegd De hoofddoelstellingen zijn: het waarborgen van het veiligheidsniveau bij overstromingen en het verminderen van wateroverlast Daarbij wordt de voorkeur gegeven aan ruimtelijke maatregelen boven technische maatregelen In het NBW is ook de watertoets als procesinstrument opgenomen De watertoets is het proces van vroegtijdig informeren, adviseren en beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten Het doel van dit nieuwe instrument is waarborgen dat de waterhuishoudkundige doelstellingen expliciet in beschouwing worden genomen als het gaat om waterhuishoudkundig relevante ruimtelijke plannen en besluiten Uitvoering van de watertoets betekent in feite dat de gemeente en de waterbeheerder samenwerken bij het uitwerken van ruimtelijke plannen, zodat problemen in het gebied zelf en de omgeving worden voorkomen De watertoets is sinds 2003 verankerd in het Besluit ruimtelijke ordening en hiermee verplicht voor alle ruimtelijke plannen en besluiten In 2008 is het NBW geactualiseerd met als doel de watersystemen in 2015 op orde te krijgen, vooral op het gebied van wateroverlast en watertekort Kaderrichtlijn water Op 22 december 2000 is de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) van kracht geworden De KRW geeft een kader voor de bescherming van de ecologische en chemische kwaliteit van oppervlaktewater en grondwater Waterbeheer 21 e eeuw In september 2000 heeft de commissie Waterbeheer 21 e eeuw (WB21) advies uitgebracht over het toekomstig waterbeheer in Nederland Belangrijk onderdeel van WB21 is het uitgangspunt van ruimte voor water Er mag geen afwenteling plaatshebben; berging moet binnen het stroomgebied plaatshebben Dit betekent onder andere het aanwijzen en instandhouden van waterbergingsgebieden Daarnaast wordt verdroging bestreden en worden watertekorten verminderd 512 Provinciaal beleid Grondwaterplan Zuid-Holland Het grondwaterbeleid van de Provincie voor de komende jaren staat in het Grondwaterplan Zuid-Holland Hierin zijn ook de kaders beschreven die de Provincie gebruikt bij het verlenen van vergunningen voor grondwateronttrekkingen In de Verordening Waterbeheer zijn aanvullende regels opgenomen waar de provincie rekening mee houdt bij het verlenen, wijzigen of intrekken van een onttrekkingsvergunning Het Grondwaterplan geeft een uitwerking van de hoofdlijnen van het grondwaterbeleid die zijn beschreven in het Beleidsplan Groen, Water en 28 Toelichting

43 Milieu In het Grondwaterplan heeft de Provincie zes speerpunten geformuleerd voor het grondwaterbeleid in de komende periode Deze speerpunten komen voort uit de eerder genoemde actuele ontwikkelingen en veranderingen in wet- en regelgeving De speerpunten zijn: a verzilting en grondwaterkwantiteit; b grondwaterkwaliteit; c bodemdaling; d concurrentie om de schaarse ruimte; e verandering van positie en taken van de provincie; f specifieke gebieden Provinciaal Waterplan Op 1 januari 2010 is het Provinciaal Waterplan in werking getreden Dit plan vervangt het provinciale Waterhuishoudingplan, dat was opgenomen in het Beleidsplan Groen, Water en Milieu en in het Grondwaterplan (zie boven) In het Provinciaal Waterplan zijn de opgaven van de KRW, het NBW en het Nationaal Waterplan vertaald naar strategische doelstellingen voor Zuid-Holland Het Provinciaal Waterplan beschrijft op hoofdlijnen wat de provincie in de periode tot 2015 samen met haar waterpartners wil bereiken Het Waterplan heeft vier hoofdopgaven: a waarborgen waterveiligheid; b zorgen voor mooi en schoon water; c ontwikkelen duurzame zoetwatervoorziening; d realiseren robuust en veerkrachtig watersysteem In het plan zijn deze opgaven verder uitgewerkt in 19 thema s en voor drie gebieden, in samenhang met economische, milieu- en maatschappelijke opgaven Dit heeft geleid tot een integrale visie op de ontwikkeling van de Zuid-Hollandse Delta, het Groene Hart en de Zuidvleugel van de Randstad Verordening Ruimte In de Verordening Ruimte (2010) is regelgeving opgenomen voor de regionale en primaire waterkeringen Voor bestemmingsplannen zijn randvoorwaarden opgenomen die een onbelemmerde werking, instandhouding en het onderhoud van de primaire en regionale waterkeringen mogelijk maken, Dit geldt voor de beschermingszone(s) en de kernzone die horen bij de waterkeringen zoals opgenomen in de vastgestelde leggers van de waterschappen 513 Beleid waterbeheerder Waterbeheerplan De waterbeheerder ter plaatse van het plangebied is het Hoogheemraadschap van Delfland Het Hoogheemraadschap heeft een Waterbeheerplan opgesteld, waarin ambities voor de komende jaren zijn vastgelegd Het Waterbeheerplan , Keuzes maken en kansen benutten, geeft aan dat er gestreefd wordt naar een goede balans tussen een veilig gebied met schoon water voor nu en een financieel gezonde huishouding in de toekomst Het vergroten van de veiligheid, het verbeteren van de waterkwaliteit, het tegengaan van wateroverlast en het optimaliseren van het zuiveren van afvalwater staan hoog op de agenda Toelichting 29

44 Het waterbeheer zal de komende jaren sterk veranderen, onder andere door klimaatveranderingen en de zeespiegelstijging 514 Gemeentelijk beleid Waterplan Lansingerland Op 29 april 2010 is het Waterplan Lansingerland vastgesteld Het doel van het Waterplan is het maken van afspraken, waarmee een robuust, veilig en duurzaam watersysteem gerealiseerd kan worden Dit watersysteem moet voldoen aan landelijke en Europese normen en moet gebaseerd zijn op een gezamenlijke visie van Gemeente en hoogheemraadschappen Onderdelen hiervan zijn: a een samenhangende beschouwing van de ambities, ruimtelijke ontwikkelingen en (water)problemen; b een integrale (ruimtelijke) visie op het grondwater, oppervlaktewater en de riolering; c een concreet maatregelenpakket voor de realisatie van maatregelen De doelgroep van het stedelijk Waterplan bestaat uit bestuurders (van de Gemeente en de hoogheemraadschappen), bewoners, beleidsmakers en beheerders Het Waterplan heeft geen wettelijke status, maar fungeert als koepelplan en integraal kader voor afspraken over watermaatregelen tussen Gemeente en hoogheemraadschappen Gemeentelijk Rioleringsplan In het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP), vastgesteld in 2008, staat beschreven hoe de gemeente omgaat met afvalwater, hemelwater en grondwater In het GRP zijn niet alleen maatregelen opgenomen voor het voorkomen van water op straat, maar ook om emissie vanuit de riolering naar het oppervlaktewater te reduceren Daarnaast heeft de gemeente aanvullende maatregelen opgenomen ter verbetering van de waterkwaliteit (het waterkwaliteitsspoor ) De gemeente wil een afkoppelplan opstellen om de mogelijkheden voor afkoppelen in beeld te brengen De gemeente stelt in de komende planperiode van het GRP een meetplan op voor de monitoring van de riolering en voert deze monitoring ook uit Hiervoor wordt samenwerking gezocht met de hoogheemraadschappen Het is de bedoeling om in 2012 een nieuw GRP vast te stellen 52 Onderzoek Hieronder volgt de inhoudelijke toetsing van het plan aan de verschillende waterthema s, zoals die beschreven staan in de Handreiking Watertoets Toetsing aan deze thema s levert de watertoets op Oppervlaktewatersysteem Het plangebied is gelegen in het centrumgebied van de kern Berkel en Rodenrijs Het gebied is in de huidige situatie grotendeels verhard en heeft een stedelijke inrichting Het plangebied is gelegen in een aantal peilgebieden die vallen binnen het peilbesluit Polder Berkel : Nieuwe Roderijse Droogmakerij, Zuid- en Westpolder : dit peilgebied kent een zomer- en winterpeil van NAP -5,92 m; 30 Toelichting

45 Afbeelding: huidig watersysteem Binnenboezem : dit peilgebied kent een zomer- en winterpeil van NAP -2, m Meerpolder, dit peilgebied kent een zomer- en winterpeil van NAP -5,55 m De belangrijkste watergangen in het plangebied zijn de Binnenboezem en de boezemwatergang ten zuiden van de Klapwijkseweg Deze beide boezemwatergangen zijn evenals de watergang langs de oostrand van het plangebied primaire wateren Alle andere wateren zijn secundaire wateren De afbeelding huidig watersysteem geeft weer waar de verschillende watergangen zijn gelegen in en rond het plangebied Alle primaire en secundaire wateren in het plangebied hebben de bestemming Water De Binnenboezem zorgt voor de toe- en afvoer van water In het bestemmingsplan is deze boezemwatergang nader beschermd door voor de beschermingszone, de dubbelbestemming Waterstaat Waterstaatkundige functie op te nemen Het bestemmingsplan maakt geen ontwikkelingen mogelijk in deze beschermingszone In de regels zijn voor deze dubbelbestemming beperkende bouwregels opgenomen Ook voor de watergang in het zuidwesten van het plangebied ten hoogte van de Klapwijkseweg is deze dubbelbestemming opgenomen Voor de overige watergangen en waterpartijen in het plangebied zijn geen dubbelbestemmingen opgenomen Toelichting 31

46 Wateropgave In Polder Berkel is sprake van een wateropgave Voorliggend plan is echter grotendeels conserverend: het maakt geen ontwikkelingen of een toename van verharding mogelijk, waardoor het geen invloed heeft op het waterbergingstekort Uitzondering daarop is de uit te werken bestemming aan de Westersingel In het kader van de uitwerking moet worden bezien hoe met de wateropgave wordt omgegaan Veiligheid In het plangebied bevindt zich aan weerszijden van de Binnenboezem een regionale waterkering Langs de Klapwijkseweg in het zuidwesten van het plangebied bevindt zich een boezemkering De waterstaatswerken en de beschermingszones van deze keringen zijn op de verbeelding aangegeven en bestemd als dubbelbestemming Waterstaat Waterkering Bebouwing is binnen deze bestemming slechts toegestaan voor zover de waterstaatsbelangen zulks gedogen Het bestemmingsplan maakt echter geen ontwikkelingen mogelijk, dus ook niet in de beschermingszones In de regels zijn voor deze dubbelbestemming beperkende regelingen opgenomen Het plangebied is deels gelegen in een gebied met een overstromingsrisico bij het bezwijken van een boezemkade Doordat de boezem maar een beperkte hoeveelheid water bevat en dit water zich over een groot oppervlak kan verspreiden bij het bezwijken van de boezemkade, zal het water in de polder maximaal een meter boven het maaiveld komen te staan In de praktijk zal het water waarschijnlijk nog lager staan, omdat men de boezem direct probeert af te dammen bij een kadebreuk Ontsluitingsmogelijkheden naar vlucht- en evacuatiewegen zijn overigens aanwezig via de N472 Riolering Afvalwater wordt afgevoerd via het gemeentelijk riool (droogweerafvoer - DWA) Hemelwater dat op daken, parkeerverharding en opritten valt, moet als dat mogelijk is worden afgekoppeld van het DWA en afgevoerd naar het oppervlaktewater Hemelwater dat op wegen valt, dient via bodempassages te worden afgevoerd naar het oppervlaktewater Bodemdaling Het (grond)waterpeil wordt niet aangepast als gevolg of ten behoeve van dit plan Eventuele bodemdaling in de omgeving zal niet door het plan worden beïnvloed Grondwateroverlast Het grondwater zit (vrij) ondiep Indien ondergrondse constructies worden gebouwd, waarvan de onderkant dieper ligt dan de hoogste grondwaterstand, wordt geadviseerd waterdicht te bouwen om te voorkomen dat overlast van grondwater ontstaat Volksgezondheid Door het afkoppelen van hemelwater van de DWA worden vuilwateroverstorten (in de omgeving) tegengegaan De risico s van watergerelateerde ziekten en plagen worden hierdoor geminimaliseerd Indien nieuwe wateren worden gerealiseerd en/of oevers van bestaande wateren worden vergraven, verdient het aanbeveling flauwe, natuurvriendelijke oevers te creëren 32 Toelichting

47 Waterkwaliteit Het plangebied grenst aan De Groenblauwe Slinger en ligt hierdoor in een aandachtsgebied ten aanzien van de waterkwaliteit De beide boezemwatergangen zijn KRW-oppervlaktewateren De waterkwaliteit in het plangebied wordt grotendeels bepaald door de kwaliteit van het aangevoerde water uit de polder en de boezemwatergangen Uit metingen en trends blijkt dat de kwaliteit momenteel niet voldoet: de laagste waarde van het ecologisch doelbereik is slecht In het Waterplan Lansingerland zijn maatregelen opgenomen om de kwaliteit te verbeteren Voorliggend plan heeft hier, gezien het conserverende karakter, geen invloed op Het tegengaan van riooloverstorten door de afkoppeling van hemelwater van de DWA komt de waterkwaliteit (in de omgeving) ten goede Het ontstaan van (nieuwe) vervuilingsbronnen dient zoveel mogelijk te worden voorkomen om vervuiling van grond- en oppervlaktewater te beletten Het toepassen van niet-uitloogbare (bouw)materialen voorkomt dat het hemelwater wordt vervuild In verband hiermee dienen geen (sterk) uitloogbare materialen zoals koper, lood, zink of teerhoudende dakbedekking te worden gebruikt op delen die met hemelwater in contact komen, zoals de dakbedekking, goten en pijpen of er moet voorkomen worden dat deze materialen kunnen uitlogen (bijvoorbeeld door het coaten van loodslabben) Watergangen dienen met elkaar in verbinding te staan, zodat ze doorspoeld kunnen worden Dit komt de waterkwaliteit ten goede Er mogen geen doodlopende delen ontstaan Natte natuur / verdroging Het plangebied is niet gelegen in of nabij een (nat) natuurgebied of (natte) ecologische verbindingszone Doordat alleen schoon hemelwater het plangebied verlaat (met uitzondering van het vuilwater dat via de DWA wordt afgevoerd), kunnen natte natuurwaarden op afstand niet via het oppervlaktewater worden aangetast Verdroging zal niet optreden door de voorgestane ontwikkelingen, omdat het grondwaterpeil niet zal worden aangepast Keur en Legger Alle handelingen of werkzaamheden in de nabijheid van watergangen en waterschapswegen vallen onder de regels van de Keur In deze verordening van het Hoogheemraadschap zijn gebods- en verbodsbepalingen opgenomen om de waterstaatsbelangen veilig te stellen In de meeste gevallen zal een vergunning moeten worden verleend door het Hoogheemraadschap De Legger Wateren is een register waarin functie, afmetingen en onderhoudsplichtigen van wateren (zoals sloten en vaarten), waterbergingen en natuurvriendelijke oevers vastgelegd zijn Ook geeft de legger de ligging van wateren, waterbergingen en natuurvriendelijke oevers aan, zodat duidelijk is waarop de Keur van toepassing is Beheer en onderhoud Het beheer en onderhoud van het inzamelings- en transportstelsel van afvalwater, kortom de riolering, ligt bij de Gemeente Het Hoogheemraadschap is verantwoordelijk voor de zuivering van het aangeleverde afvalwater Het beheer en onderhoud van de boezemwatergangen en de overige primaire wateren in het plangebied ligt bij het Hoogheemraadschap Het onderhoud van de secundaire wateren ligt bij de eigenaren van de aangrenzende percelen Het onderhoud aan afvoervoorzieningen en Toelichting 33

48 bergingsvijvers van hemelwater op eigen terrein is eveneens voor rekening van de eigenaren van de betreffende percelen In de Legger Wateren wordt voor alle wateren (behalve afvoervoorzieningen en bergingsvijvers op privaat terrein) een uitwerking gegeven van de bepalingen over de onderhoudsplichten uit de Keur Er moet aan beide zijden van de wateren een beschermingszone liggen in verband met de toegang voor het jaarlijks onderhoud en voor de opslag van baggerspecie Activiteiten binnen deze zones zijn vergunningplichtig op grond van de Keur Onderhoudsstroken dienen (zwaar) onderhoudsmaterieel te kunnen dragen Er mogen zich geen obstakels bevinden in de onderhoudsstroken In voorkomende gevallen kan van bovengenoemde maten worden afgeweken met een ontheffing van het Hoogheemraadschap, mits het onderhoud gewaarborgd is en op een reguliere manier kan worden uitgevoerd 53 Conclusie Een concept van deze waterparagraaf is in september 2011 voor informeel advies voorgelegd aan het Hoogheemraadschap van Delfland Het Hoogheemraadschap heeft in oktober 2011 in haar informele advies aangegeven, dat zij een positief wateradvies afgeeft ten aanzien van het plan De tekstuele suggesties die het Hoogheemraadschap heeft gedaan, zijn verwerkt in de voorliggende waterparagraaf Het voorontwerpbestemmingsplan zal, conform het gestelde in artikel 311 van het Bro, opnieuw aan het Hoogheemraadschap worden voorgelegd waarbij een formeel, definitief advies kan worden afgegeven 34 Toelichting

49 Archeologie en cultuurhistorie 1 Archeologie 11 Kader Wet op de archeologische monumentenzorg In de Wet op de archeologische monumentenzorg (2007) zijn de uitgangspunten van het Verdrag van Malta (1992) binnen de Nederlandse wetgeving geïmplementeerd De wet regelt de bescherming van archeologisch erfgoed in de bodem, de inpassing ervan in de ruimtelijke ontwikkeling en de financiering van opgravingen, waarbij in beginsel geldt: de veroorzaker betaalt Het belangrijkste doel van de wet is het behoud van het bodemarchief in situ (ter plekke), omdat de bodem de beste garantie biedt voor een goede conservering van de archeologische waarden Het is verplicht om in het proces van ruimtelijke ordening tijdig rekening te houden met de mogelijke aanwezigheid van archeologische waarden Op die manier komt er ruimte voor overweging van archeologievriendelijke alternatieven Cultuurhistorische Hoofdstructuur Zuid-Holland De provincie Zuid-Holland hanteert het beleidsinstrument Cultuurhistorische Hoofdstructuur Zuid-Holland (CHS) In de CHS heeft de provincie bestaande en mogelijk te verwachten archeologische waarden in beeld gebracht In het bijbehorende Beleidskader Cultuurhistorische Hoofdstructuur Zuid-Holland zijn per waarderingscategorie algemene beleidsuitgangspunten geformuleerd De waardering zoals vastgelegd in de cultuurhistorische hoofdstructuur geldt als uitgangspunt van beleid Gemeentelijk archeologiebeleid Momenteel is nieuw archeologiebeleid van de gemeente in voorbereiding Dit beleid is nog niet vastgesteld door de gemeenteraad In voorliggend plan wordt vooruitgelopen op dit beleid 12 Onderzoek en conclusie Archeologische beleidsadvieskaart Zoals de afbeelding uitsnede concept-beleidsadvieskaart archeologie laat zien, is het oudste deel van het plangebied, het gebied rondom de kerk, aangeduid als vindplaats (paars) Hier is een maximale verstoring toegestaan zonder archeologisch onderzoek uit te voeren van 0 m 2 en 0,30 m MV De rest van de historische kern kent een hoge verwachting waar een maximale verstoring is toegestaan van 50 m 2 en 0,30 m MV (rood) Daarnaast geldt voor het lint en de oostelijke uitloper daarvan in het centrum van Berkel en Rodenrijs, een hoge verwachting, maximale verstoring 100 m 2 en 0,50 m MV (groen) Tot slot kent een klein gedeelte van het plangebied, ten westen van de Westersingel, een middelhoge verwachtingswaarde waar de maximaal toegestane verstoring 500 m 2 en 0,30 m-mv bedraagt (oranje) Aan de overige gebieden is geen verwachtingswaarde toegekend Toelichting 35

50 Afbeelding: uitsnede conceptbeleidsadvieskaart archeologie dd Toelichting

51 Onderzoek Voor de uit te werken bestemming aan de Westersingel is het noodzakelijk om archeologisch onderzoek uit te voeren De resultaten van het bureauonderzoek zijn neergelegd in een rapportage 4 die als bijlage 1 bij deze toelichting is opgenomen Uit het bureauonderzoek blijkt dat deze locatie, vanwege de relatief hoge ligging op een getij-inversierug, een middelhoge verwachting heeft voor sporen uit het Vroeg- en Midden-Neolithicum Archeologische vondsten en sporen uit deze periode kunnen in theorie worden aangetroffen op de kreekafzettingen en op een eventueel aanwezige donk/rivierduin Archeologische resten uit deze perioden kunnen worden aangetroffen vanaf het maaiveld tot enkele meters daaronder Door de ondiepe ligging (zeker de kreekafzettingen) en veenwinning zijn eventueel aanwezige archeologische lagen mogelijk minder goed geconserveerd Dit geldt in ieder geval voor het zuidelijk en noordoostelijk gedeelte van de locatie Westersingel 2 e fase, waar de huidige bebouwing en oppervlakteverharding aanwezig is Aanwijzingen voor eerdere (historische) bebouwing zijn op basis van het cartografische materiaal niet aanwezig Gezien de verhoogde verwachting voor de locatie Westersingel 2 e fase wordt het wenselijk geacht om een aanvullend inventariserend booronderzoek uit te voeren Momenteel wordt op deze locatie dan ook een archeologisch booronderzoek uitgevoerd Omdat op deze locatie mogelijk sprake is van een substantiële verstoring (door veenwinning en recente bebouwing en saneringen), wordt dit gedaan in de vorm van een grofmazig verkennend archeologisch booronderzoek (ca 2 á 3 boringen per ha) Tijdens het booronderzoek worden in de eerste plaats de fysisch-geografische en bodemkundige gegevens van het plangebied worden getoetst Om een goede indruk van de dieper gelegen landschappelijke kenmerken te krijgen worden op de locatie twee van de boringen doorgezet tot 4,0 m onder maaiveld, en de rest minstens tot 2 m -mv De resultaten van het booronderzoek worden te zijner tijd hier verwoord Omdat er verder bij recht geen nieuwe ontwikkelingen worden mogelijk gemaakt met onderhavig bestemmingsplan, is verder archeologisch onderzoek niet noodzakelijk Vertaling in het bestemmingsplan Totdat bekend is of mogelijk een gedeelte van de locatie Westersingel 2 e fase wordt vrijgegeven voor wat betreft archeologie, is het nodig om in het bestemmingsplan beschermende regimes op te nemen die overeenkomen met de zones uit de beleidsadvieskaart Voor de vier verschillende archeologische verwachtingen en de aandachtszone zijn in het bestemmingsplangebied dan ook vier dubbelbestemmingen opgenomen: Waarde Archeologie 1 voor de archeologische vindplaats (zone I) Het is hier vrijwel zeker dat deze locatie archeologische resten bevat Voor de oppervlakte is hier dan ook een lage vrijstellingsgrens 4 Vestiga, Archeologisch preadvies vier ontwikkelingslocaties te Berkel en Rodenrijs Centrum, gemeente Lansingerland, rapportnummer V , Toelichting 37

52 gekozen: 0 m 2 en 30 cm diep De bestemming Waarde Archeologie 2 is opgenomen voor zone II Het betreft de dorpskern van Berkel en Rodenrijs Hier geldt een vrijstelling voor archeologisch onderzoek voor verstoringen tot 50 m 2 en 30 cm diep Voor de gronden waar de maximale verstoring 100 m 2 en 50 cm diep bedraagt (zone III), is de bestemming Waarde Archeologie 3 opgenomen Het gaat om de lintbebouwing en kades (deels op restveen) De dubbelbestemming Waarde Archeologie 4 tot slot is opgenomen voor de resten veenpakket in het zuiden van de gemeente Hier geldt een middelhoge verwachting De vrijstellingsgrenzen zijn gesteld op 500 m 2 en 30 cm diep (zone IV) In Lansingerland komen nog twee andere archeologische dubbelbestemmingen voor: Waarde Archeologie 5 voor zone IV (dekafzettingen; verstoring 1 m diep en 500 m 2 ) en Waarde Archeologie voor zone VI (getij-inversieruggen; verstoring 30 cm diep en 500 m 2 ) Deze komen echter niet voor in het plangebied Centrum Berkel en Rodenrijs In de opgenomen dubbelbestemmingen is bepaald dat voor verstorende werkzaamheden in de bodem die een bedreiging kunnen vormen voor de mogelijk aanwezige archeologische waarden een vergunning verplicht is Voor de verschillende verwachtingswaarden gelden verschillende criteria voor wanneer een (omgevings)vergunning verplicht is en archeologisch onderzoek verricht moet worden Conclusie Ten behoeve van het veiligstellen van archeologische (verwachtings)waarden zijn vier dubbelbestemmingen Waarde Archeologie (1 tot en met 4) opgenomen in de bestemmingsplanregeling Momenteel wordt archeologisch veldonderzoek uitgevoerd voor de uitwerkingsverplichting Westersingel 2 e fase Buiten dat alles geldt te allen tijde overal een plicht om bij het uitvoeren van grondwerk, eventuele archeologische vondsten te melden bij het bevoegd gezag, zoals aangegeven in de Monumentenwet 1988, artikel 47 lid 1 2 Cultuurhistorie 21 Beleid Nota Belvedere In de Nota Belvedere; Beleidsnota over de relatie cultuurhistorie en ruimtelijke inrichting (1999) is door het rijk een visie gegeven op de wijze waarop met de cultuurhistorische kwaliteiten van gebieden en objecten in de toekomstige ruimtelijke ontwikkeling in Nederland kan worden omgegaan Het behoud en de benutting van het cultureel erfgoed is van grote betekenis omdat het kwaliteit toevoegt aan de culturele dimensie van de ruimtelijke inrichting De voornaamste opgave is dan ook het vinden van een verantwoord evenwicht tussen de diverse ruimtelijke opgaven en de bestaande cultuurhistorische kwaliteiten 38 Toelichting

53 Regioprofielen Cultuurhistorie De provincie Zuid-Holland wil waardevolle cultuurhistorische elementen behouden of inpassen bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen Om dit richting te geven, zijn Regioprofielen Cultuurhistorie opgesteld De zestien regioprofielen dienen als een handreiking en sturingskader voor gemeenten, waterschappen, terreinbeheerders en adviesbureaus om cultuurhistorie op te nemen in ruimtelijke plannen Ze zijn een uitwerking van de algemene richtlijnen voor cultuurhistorie in ruimtelijke plannen zoals die staan in de provinciale Structuurvisie Nota Cultuurhistorie Plus - Lansingerland De gemeente Lansingerland heeft de ambitie om uit te groeien tot een aantrekkelijke parkstad waarin het goed wonen, werken en recreëren is Om die ambitie te verwezenlijken voert de gemeente een uitgesproken ruimtelijk kwaliteitsbeleid Als onderdeel van het ruimtelijk kwaliteitsbeleid is de Nota Cultuurhistorie Plus (concept dd december 2010) opgesteld Hoewel de nota nog niet is vastgesteld, wordt er in dit bestemmingsplan vooruitlopend op de vaststelling - al wel mee gewerkt 22 Onderzoek en conclusie Cultuurhistorische waarden in het plangebied De Rodenrijseweg / Noordeindseweg is gekwalificeerd als historisch polderlint In eerste instantie zijn hier aan de oostkant van de weg boerderijen gebouwd, de vaart lag aan de westkant Vanaf het midden van de 19 e eeuw werden westelijk van de vaart vooral tuinderswoningen gebouwd, veelal met een toegangsbrug Het lint heeft het oorspronkelijke karakter goed behouden Langs de Noordeindseweg is er nog relatief veel tussenruimte tussen de bebouwing Aan de westkant grenzen nu achter de vaart aangelegde nieuwbouwwijken aan het lint Deze bebouwing is niet op het lint georiënteerd; een brug ontbreekt dan ook Het lint heeft het welstandsniveau bijzonder Omdat de lintbebouwing herkenbaar moet blijven, moet het nog aanwezige landschappelijke raamwerk maximaal ervaarbaar worden gehouden Dit moet vooral via bestemmingsplannen worden gewaarborgd In dit voorliggende conserverende plan worden geen nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk gemaakt In die zin wordt dan ook voldaan aan het uitgangspunt van het behoud van de bestaande karakteristieken Het centrum van Berkel en Rodenrijs wordt gekwalificeerd als historische kern De kern lijkt op een voorstraatdorp, een nederzettingstype waarbij een loodrecht op de kerk staande voorstraat de kerk met bebouwing rondom, de kerkring, verbindt met een haven Historische kaarten laten zien dat lange tijd alleen langs de Kerkstraat aaneengesloten bebouwing heeft gestaan Dit was dan ook de belangrijkste straat, waar de notabelen woonden Rond de kern lag hier een ringgracht Een deel ervan werd gevormd door een natuurlijk watertje, De Wildert en andere waterlopen, die aan de oostkant van het dorp doorliepen tot aan de direct achter Berkel en Rodenrijs gelegen Landscheiding Hier stond lange tijd een tolgebouwtje Vanaf de jaren 0 is de meeste bebouwing in de oude dorpskern van Berkel en Rodenrijs gesloopt en door nieuwbouw vervangen De waterloop De Wildert werd gedempt Berkel en Rodenrijs veranderde steeds meer in het voorzieningen- en winkelgebied voor een groter verzorgingsgebied De historische kern ligt op de kruising van de Kerkstraat met het doorgaande lint, dat hier Herenstraat heet Alleen het westelijk deel van de ringgracht is bewaard gebleven Het Toelichting 39

54 hoogteverschil tussen de kern en het omringend gebied is alleen nog bij de Landscheiding aan de oostkant duidelijk ervaarbaar In de kern van Berkel en Rodenrijs is nog maar weinig historische bebouwing te vinden Veel is gesloopt ten behoeve van winkels en voorzieningen, die veel grootschaliger, maar niet altijd hoger, zijn dan wat er stond Langs de Kerkstraat bestaat de noordzijde nu uit één lage, nieuw ontworpen wand van winkels van twee bouwlagen De gebouwen voor voorzieningen aan de oostkant liggen als individuele, vrij grootschalige gebouwen terug van de weg Oriëntatie op de weg en een duidelijke kaprichting ontbreken Ten westen van de Herenstraat is het winkelcomplex Westerwater naar één samenhangend ontwerp gerealiseerd De hoogteverschillen tussen de ringgracht en de droogmakerij buiten het complex worden door trappen overbrugd In het plangebied is één rijksmonument gelegen: de dorpskerk Verder zijn er de volgende gemeentelijke monumenten: - Kerkstraat 20; - Nieuwstraat 5 In het plangebied bevinden zich geen karakteristieke panden en/of objecten Afbeelding: gebiedenkaart uit de Nota Cultuurhistorie 40 Toelichting

55 In de kern van Berkel en Rodenrijs is het beleid gericht op het verder ontwikkelen van het kernwinkelgebied, maar dan op een eigentijdse manier De ruimtelijke en functionele structuur en het verblijfsklimaat moeten daarbij wel verbeterd en versterkt worden Verder moet de bestaande kwaliteit van het kernwinkelgebied met dorpse karakteristiek worden versterkt en moeten goede parkeervoorzieningen worden aangelegd De Oranjebuurt in Berkel en Rodenrijs wordt gekenmerkt als rijtjes aan straten Hier zijn de uitbreidingen voor het eerst planmatig en grootschalig aangepakt Dergelijke oudere uitbreidingswijken hebben een eenvoudige structuur van rechte woonstraten met rijen eengezinswoningen eraan, in een strakke rooilijn met de voorzijde gericht op de straat De straten hebben een eenvoudig straatprofiel en openbaar groen ligt vooral rond de wijk als geheel De woningen in een rij zijn identiek De herhaling zorgt voor rust en samenhang In het gemeentelijk beleid is vastgelegd dat de woningvoorraad veranderd kan worden In het verlengde daarvan kan het openbare groen in deze wijken verbeterd en wellicht uitgebreid worden Het beleid is om voor- en zijerven zoveel mogelijk vrij te houden van bebouwing Vertaling in bestemmingsplan In het bestemmingsplan zijn, ingevolge het gemeentelijke beleid, de maximale afmetingen van alle bebouwing vastgelegd Ook is de ringgracht voor zover nog aanwezig bestemd als water In de Nota cultuurhistorie Plus is aangegeven dat het bovenland niet afgegraven en niet verhoogd mag worden, en dat er daartoe in het bestemmingsplan een vergunningstelsel opgenomen zou moeten worden Omdat de Nota cultuurhistorie Plus echter nog niet is vastgesteld, is er hieromtrent vooralsnog geen juridische regeling opgenomen in het bestemmingsplan De in het plangebied aanwezige monumenten worden reeds beschermd door de Monumentenwet (rijksmonumenten) respectievelijk de gemeentelijke monumentenverordening (gemeentelijke monumenten) Evenwel is voor deze panden in het bestemmingsplan een specifieke vorm van waarde monument opgenomen Bij die aanduiding is in de regels bepaald dat de gronden daar tevens bestemd zijn voor het behoud van het aanwezige monument Deze aanduiding fungeert dus voornamelijk als signaalfunctie Het versterken van het kernwinkelgebied wordt in dit bestemmingsplan niet concreet gefaciliteerd Dat houdt overigens niet in, dat er geen verbeteringen ten aanzien van de huidige situatie kunnen worden doorgevoerd in de bestemmingsregeling Het is namelijk mogelijk om beperkte wijzigingen binnen het openbaar gebied te bewerkstelligen binnen brede bestemmingen als Verkeer, Verkeer Verblijfsgebied, Verkeer Wegverkeer en Groen Ook kunnen gevelverbeteringen en dergelijke worden doorgevoerd zonder dat het bestemmingsplan daar beperkend in is Vrijwel alle voor- en zijtuinen in het plan zijn voorzien van de bestemming Tuin, waar beperkte bouwmogelijkheden gelden Voor de relevante woningen in de Oranjebuurt is op de te beschermen zijtuinen voor- en zijerven daarnaast de aanduiding specifieke bouwaanduiding afwijkende hoogte opgenomen Erfafscheidingen mogen hier niet hoger zijn dan 1 meter Toelichting 41

56 42 Toelichting

57 7 Milieu 71 Algemeen In dit hoofdstuk worden de ruimtelijke (on)mogelijkheden vanuit diverse milieuaspecten inzichtelijk gemaakt Waar nodig moet een vertaling plaatsvinden naar de juridische regeling Het uitgangspunt hierbij is dat de juridische regeling zowel de ruimtelijke kwaliteit als de milieukwaliteit voldoende dient te borgen 72 Bodemkwaliteit 721 Kader Wet bodembescherming De Wet bodembescherming (Wbb) voorziet in maatregelen indien sprake is van ernstige bodemverontreiniging Het doel van de Wbb is in de eerste plaats het beschermen van de (landof water-) bodem zodat deze kan worden benut door mens, dier en plant, nu en in de toekomst Via de Wbb heeft de Rijksoverheid de mogelijkheid algemene regels te stellen voor de uitvoering van werken, het transport van stoffen en het toevoegen van stoffen aan de bodem Ontwikkelingen kunnen pas plaatsvinden als de bodem, waarop deze ontwikkelingen gaan plaatsvinden, geschikt is of geschikt is gemaakt voor het beoogde doel Bij nieuwbouwactiviteiten dient de bodemkwaliteit door middel van onderzoek in beeld te zijn gebracht In het algemeen geldt dat nieuwe bestemmingen bij voorkeur op een schone bodem dienen te worden gerealiseerd Besluit bodemkwaliteit Het doel van het Besluit bodemkwaliteit (2008) is de bodem beter te beschermen en meer ruimte te bieden voor nieuwe bouwprojecten Ook geeft het besluit gemeenten en provincies meer verantwoordelijkheid om de bodem te beheren Het Bouwstoffenbesluit (Bsb) is opgenomen in het Besluit bodemkwaliteit Relatie Wabo, Wbb en Woningwet (Wonw) De inwerkingtreding van de Wabo (1 oktober 2010) heeft effect op de Wbb en de Woningwet (Ww): in de Wabo is aangegeven dat in de plaats van de aanhoudingsgrond (uit de Ww) een afstemmingsregeling wordt opgesteld waarbij de inwerkingtreding van de omgevingsvergunning wordt afgestemd op de acties ten aanzien van de bodemverontreiniging Deze afstemmingsregeling is opgenomen in artikel 2c van de Wabo Voorts geldt ten aanzien van de bodem dat artikel 8, tweede lid, onderdeel c, van de Woningwet gemeenten verplicht in hun bouwverordening voorschriften omtrent het tegengaan van bouwen op verontreinigde bodem op te nemen Die voorschriften dienen op grond van artikel 8, vierde lid, van de Woningwet in elk geval betrekking te hebben op het verrichten van onderzoek naar aard en mate van verontreiniging van de bodem, op de aard en omvang van dat onderzoek en op inrichting van het op te stellen onderzoeksrapport Toelichting 43

58 722 Onderzoek De afbeelding uitsnede gemeentelijke bodemkwaliteitskaart (zowel bovengronds als ondergronds) laat zien dat het plangebied is gelegen binnen zone 1 (lintbebouwing vóór 1930) en 2 (lintbebouwing ), zone 2 (bebouwing ) en zone 3/9 (bebouwing vanaf 1970-heden-toekomst) Afbeelding: uitsnede gemeentelijke bodemkwaliteitskaart (zowel bovengronds als ondergronds) In zone 1 concentreerden de menselijke activiteiten zich tot circa 1930 in deze gebieden Het gebied wordt gekenmerkt door een willekeurige afwisseling tussen woonbebouwing en bedrijvigheid Het gebied is nooit integraal opgehoogd Als gevolg van de langdurige menselijke activiteiten komen matig verhoogde gehalten van metalen voor Deze zone kenmerkt zich door 44 Toelichting

59 een hoge variabiliteit in gehalten (34% respectievelijk 27% in boven- en ondergrond Het gebiedstype is 23 in de bovengrond en 12 in de ondergrond Zone 2 bestaat uit de woongebieden die na 1930 tot circa 1970 zijn gebouwd Deze woongebieden zijn (geografisch) aansluitend op zone 1 gebouwd De woongebieden zijn in het verleden nooit integraal opgehoogd De bodemkwaliteit in deze zone is relatief schoner dan in zone 1 De boven- en ondergrond wordt gekarakteriseerd als gebiedstype 12 De variabiliteit in de bovengrond is hoger dan in de ondergrond De gecombineerde zone 3/9 bestaat uit de woongebieden die na 1970 zijn ontwikkeld en gebieden die nieuw te ontwikkelen zijn op gebieden die nu of onlangs nog uit weiland of glastuinbouw bestonden De bodemkwaliteit is zowel in de boven- als ondergrond relatief schoon Deze zone wordt gekarakteriseerd als gebiedstype 12 De variabiliteit in gehalten is relatief laag ten opzichte van de overige zones Voor de bovengrond bedraagt het percentage ongewenste combinaties 13% terwijl dat voor de ondergrond slechts % is Ter plaatse van de uitwerkingsverplichting Westersingel 2 e fase moet het aspect bodem te zijner tijd in het kader van het uitwerkingsplan ofwel de vergunningverlening, nader worden beschouwd Omdat er in dit bestemmingsplan verder geen ruimtelijke ontwikkelingen binnen het plan mogelijk worden gemaakt, gelden er geen belemmeringen vanuit de Wet bodembescherming 723 Conclusie Met inachtneming van bovenstaande zijn er met betrekking tot de bodemkwaliteit geen belemmeringen voor de uitvoering van het bestemmingsplan 73 Akoestische aspecten 731 Kader De Wet geluidhinder verlangt inzicht in de akoestische effecten bij de realisatie van nieuwe geluidgevoelige objecten, zoals woningen In het bestemmingsplan worden, in een uit te werken bestemming, onder andere nieuwe woningen mogelijk gemaakt in de uitwerkingsverplichting Westersingel 2 e fase Het gebied is gelegen binnen de onderzoekszone van de Oudelandselaan, zodat op grond van de Wet geluidhinder (Wgh) akoestisch onderzoek noodzakelijk is De langs het plan gelegen Westersingel en de Verlengde Laan van Romen zijn ingericht als 30 km-weg zodat de Wgh niet van toepassing is Het onderzoek naar de geluidsbelasting heeft in dit kader uitsluitend tot doel de haalbaarheid van deze ontwikkeling binnen de uitwerkingsverplichting aan te tonen Er wordt beoordeeld of de woningen binnen het normenstelsel van de Wgh kunnen worden gebouw In het onderstaande gedeelte zijn de uitgangspunten en resultaten van het onderzoek verwoord Toelichting 45

60 732 Onderzoek Wegverkeer De verkeersintensiteiten voor de Oudelandselaan zijn afkomstig uit de Regionale VerkeersMilieuKaart versie 22 In dat verkeersmodel zijn voor het prognosejaar 2020 de verkeerscijfers opgenomen Deze cijfers hebben als basis gediend voor het berekenen van de geluidsbelasting Alle van belang zijnde verkeersgegevens zijn in de aangeleverde gegevens opgenomen Voor de groei van het verkeer in de periode van 2020 naar 2022 (10 jaar na vaststelling plan) is uitgegaan van 1,5% per jaar Voor de verdere gegevens wordt verwezen naar bijlage 2 bij deze toelichting Uit de resultaten van de berekening blijkt dat het verkeer op de Oudelandselaan op de grens van de uitwerkingsverplichting niet leidt tot een geluidsbelasting die hoger is dan de voorkeurswaarde van 48 db 733 Conclusie Het aspect geluid belemmert de planvorming niet 74 Luchtkwaliteit 741 Kader Voor het aspect luchtkwaliteit is de Wet luchtkwaliteit (titel 52 luchtkwaliteitseisen van de Wet milieubeheer) van belang Doordat in dit bestemmingsplan ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt middels een uitwerkingsverplichting, is het noodzakelijk om te toetsen aan de normen van de Wet luchtkwaliteit 742 Onderzoek In dit bestemmingsplan is één ontwikkellocatie opgenomen, Westersingel 2 e fase, waarvan de ontwikkeling wordt geregeld in de bestemming Centrum - Uit te werken Omdat deze ontwikkeling naast de nieuwe woonwijk Meerpolder is gelegen, is het volgens het anticumulatiebeding niet mogelijk deze ontwikkeling los te zien van Meerpolder Om deze reden is een onderzoek naar de luchtkwaliteit noodzakelijk Voor het bestemmingsplan Meerpolder 2012 is door KuiperCompagnons onlangs een luchtkwaliteitonderzoek uitgevoerd Dat onderzoek is verwoord in het Luchtkwaliteitonderzoek, bestemmingsplan Meerpolder van 1 september 2011 Voor wegverkeer zijn stikstofdioxide (NO 2 ) en fijn stof (PM 10 ) de belangrijkste stoffen In het voornoemde onderzoek zijn de jaargemiddelde concentraties NO 2 en PM 10 voor de jaren 2011, 2015 en 2020 berekend Daarnaast is voor PM 10 het aantal overschrijdingsdagen van de 24 uurgemiddelde grenswaarde berekend In de volgende tabel zijn de maximaal berekende concentraties NO 2 en PM 10 weergegeven Tabel : Berekeningsresultaten luchtkwaliteit per jaar Bron Grens- Onderzochte jaren waarden jaargemiddelde NO 2 (µg/m 3 ) jaargemiddelde PM 10 (µg/m 3 ) Toelichting

61 24 uurgemiddelde PM 10 (dagen) Uit de berekeningen blijkt dat de jaargemiddelde concentraties NO 2 en PM 10 lager zijn dan de gestelde grenswaarden uit bijlage 2 van de Wet luchtkwaliteit Daarnaast is het aantal overschrijdingsdagen van de PM uurgemiddelde lager dan wettelijk toegestaan Kortom, de gestelde normen uit de Wet luchtkwaliteit worden niet overschreden Het aspect luchtkwaliteit leidt daarom niet tot belemmeringen voor de ontwikkeling in dit bestemmingsplan (artikel 51, lid 1 onder aanhef en onder a Wm) 743 Conclusie Uit het luchtkwaliteitonderzoek, dat onlangs voor het bestemmingsplan Meerpolder 2012 is uitgevoerd, blijkt dat de gestelde grenswaarden uit bijlage 2 van de Wet luchtkwaliteit niet worden overschreden Omdat de uit te werken bestemming aan de Westersingel, die in dit bestemmingsplan is opgenomen, in ruimtelijk opzicht onderdeel uitmaakt van het plan Meerpolder 2012, kan voor dit bestemmingsplan worden geput uit dat eerder uitgevoerde onderzoek Dit betekent dit dat het aspect luchtkwaliteit geen belemmering is voor de ontwikkelingsmogelijkheden van dit bestemmingsplan 75 Milieuzonering 751 Kader Voor het behoud en de verbetering van de kwaliteit van de woon- en leefomgeving is een juiste afstemming tussen de verschillende voorkomende functies wonen noodzakelijk Daarbij kan gebruik worden gemaakt van een milieuzonering die uitgaat van richtinggevende afstanden tussen hinderlijke functies (in de vorm van gevaar, geluid, geur, stof) en gevoelige functies In de brochure Bedrijven en Milieuzonering van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) (versie 2009) zijn deze richtafstanden opgenomen Van deze richtafstanden kan gemotiveerd worden afgeweken 752 Onderzoek Het bestemmingsplan is conserverend van aard met uitzondering van de uit te werken bestemming Westersingel 2 e fase In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt getoetst aan de richtafstanden van de brochure van de VNG Enerzijds wordt onderzocht of nabijgelegen bedrijvigheid niet onevenredig wordt beperkt in hun bedrijfsvoering Anderzijds wordt beoordeeld of een goed woon- en leefklimaat van de geprojecteerde woningen kan worden behaald Gebiedsinventarisatie Door DCMR Milieudienst Rijnmond is een gebiedsinventarisatie 5 uitgevoerd naar alle bedrijvigheid in het plangebied Aan de hand van bedrijvenlijsten en een nacontrole in het veld is een overzicht tot stand gekomen van alle bedrijfsactiviteiten in het plangebied Hierbij zijn de richtafstanden van de vier ruimtelijk relevante milieuaspecten (geur, stof, geluid en gevaar) vastgelegd De rapportage hiervan is opgenomen als bijlage 3 bij deze toelichting 5 DCMR Milieudienst Rijnmond, Gebiedsinventarisatie Centrum Berkel en Rodenrijs, Lansingerland, documentnummer , 24 november 2011 Toelichting 47

62 De meeste bedrijven in het plangebied zijn gelegen aan de Centrumpassage, de Herenstraat, de Kerksingel, de Kerkstraat, het Westerplein en het Westerwater en maken deel uit van het Winkelcentrum Berkel en Rodenrijs Het zijn bedrijfsactiviteiten zoals detailhandel, kappers, reisbureaus, makelaars en horecabedrijven Dergelijke activiteiten zijn passend binnen een centrumgebied Nabij en boven deze bedrijven bevinden zich woningen Hierdoor is er vaak een overschrijding van de richtafstand (veelal 10 meter), maar de activiteiten zijn echter weinig milieubelastend Er zijn diverse bedrijven waarvan de grootste afstand tot een gevoelig object, minder bedraagt dan de richtafstanden Hier is dus in principe sprake van een strijdige situatie Het conserverende bestemmingsplan heeft echter niet tot doel deze situaties te wijzigen De inventarisatie geeft dus geen toetsingskader voor de beoordeling van bestaande situaties in het plangebied Ook wordt ermee niet aangegeven wat wel en niet is toegestaan De inventarisatie is een opname van de thans aanwezige situatie De bestemmingsplanregeling is hier zoveel mogelijk op afgestemd Hogere milieucategorieën In het plangebied komt dus diverse bedrijvigheid voor Over het algemeen betreft het centrumvoorzieningen in de VNG-categorie 1 en 2 Dergelijke categorieën betreffen lichte categorieën die als passend gezien worden in een woonomgeving van de kern Berkel en Rodenrijs Rodenburg s Eierenhandel en Treurniet Mengvoeders BV zijn bedrijven in of nabij het plangebied met een respectievelijke milieucategorie 31 en 41 Binnen deze richtafstanden zijn woonfuncties gelegen Het plangebied is een gebied met verscheidene functies, waaronder wonen, bedrijvigheid, dienstverlening, maatschappelijke functies en dergelijke Het plangebied kan daarom worden gezien als een gemengd gebied, op basis van de brochure van de VNG Een gemengd gebied is een gebied met een matige tot sterke functiemenging of een gebied dat gelegen is nabij hoofdinfrastructuur Kenmerkend voor het omgevingstype gemengd gebied is dat sprake is van een zekere verstoring en dus van een relevant andere omgevingskwaliteit dan in een rustig woongebied Omdat er sprake is van het omgevingstype 'gemengd gebied' kan de richtafstand terug worden gebracht met één afstandsstap Na reductie is de maximale richtafstand 100 meter voor het bedrijf Treurniet Mengvoeders BV en 30 voor Rodenburg s Eierenhandel Voor de eierenhandel zijn verhuisplannen in de maak Verwacht wordt dat dit bedrijf op korte termijn naar een andere locatie verhuist en het bedrijf wordt daarom niet verder in ogenschouw genomen De gereduceerde richtafstand van Treurniet echter, reikt nog altijd tot woningen in de nabijheid, die namelijk op maximaal 20 meter van het bedrijfspand zijn gelegen en op enkele meters van het perceel Bepaald dient te worden wat de vergunde milieusituatie is Om deze reden is de omgevingsvergunning (milieuvergunning) van het bedrijf beschouwd Milieuvergunning Treurniet Mengvoeders BV Met betrekking tot stof-, geur- en geluidshinder zijn de volgende aspecten opgenomen in de milieuvergunning van Treurniet Mengvoeders BV: 48 Toelichting

63 Stofhinder Op de inrichting is bepaald waar eventuele stofemissie plaatsvindt en welke voorzieningen getroffen zijn: a) de stortput: hier vindt afzuiging plaats, waarbij de afgezogen lucht via een (Dalamatic) doekfilter (filteroppervlak 40 m 2 ) wordt uitgestoten op het dak (7 meter boven maaiveld); b) de hamermolen: hier vindt afzuiging plaats, waarbij de afgezogen lucht via een (Dalamatic) doekfilter (filteroppervlak 20 m 2 ) wordt uitgestoten op het dak (18 meter boven maaiveld); c) niet-pneumatische grondstofcellen nr 1 tot en met nr 29: wanneer product in een cel wordt gevoerd, moet lucht ontwijken Deze lucht blijft binnen de inrichting, aangezien de silo s binnen staan; d) pneumatische grondstofcellen nr 30 tot en met nr 32: wanneer pneumatisch grondstoffen in een cel worden gebracht, moet lucht ontwijken Deze lucht wordt afgezogen middels de afzuiging die tevens op de stortput is aangesloten en via hetzelfde doekfilter uitgestoten via het dak; e) koelers: een pomp trekt omgevingslucht door cascadekoelers, zodat de vers geproduceerde brokken worden gekoeld De lucht die de koelers verlaat, wordt via drie cyclonen via het dak uitgestoten Hierna gaat het product naar diverse silo s; f) middels aerobelts wordt een deel van het gekoelde product in de gereedproductsilo s (nr 11 t/m nr 22) gestort De uitwijklucht gaat ongefilterd naar buiten Een filter is wel aanwezig, maar gezien het feit dat vrijwel geen stof wordt afgescheiden is deze filtratiestap afgekoppeld; g) een deel van het gekoelde product gaat naar de afzaksilo s De uitwijklucht wordt via filterpijpen (een bepaald type zakkenfilter) binnen de inrichting uitgestoten Dit betreft silo s 1 t/m 4 (meelsilo s) en silo s 5 t/m 10 (brokkensilo s); h) silo s 88 t/m 99: eveneens afzaksilo s, beschikken niet over filterinstallaties voor de uitwijklucht; i) silo s A en B zijn gereedproductsilo s zonder filterinstallatie voor de uitwijklucht; j) in de afzakruimte worden zakken gevuld met gereed product Hier blijkt in de praktijk nauwelijks stof bij vrij te komen; k) inpandig worden bulkwagens geladen met gereed product Het is onontkoombaar dat hierbij in zekere mate stof vrijkomt De getroffen voorzieningen in combinatie met de voorschriften zijn voldoende om stofemissies te minimaliseren en stofhinder te voorkomen Geurhinder Uit berekening, op basis van de maximale productiecapaciteit (41000 ton per jaar) van de inrichting en de productie van rundveevoer en legpluimveevoer (de basisproducten), blijkt dat de inrichting aan voornoemde geuremissienorm voldoet, wanneer de drie schoorstenen van 15 naar 20 meter worden verhoogd Aan de milieuvergunning zijn daarom voorschriften verbonden die er in voorzien dat de schoorstenen zodanig worden verhoogd, zodat aan voornoemde geurnorm wordt voldaan Daarmee gelden geen belemmeringen vanuit eventuele geurhinder Toelichting 49

64 Geluidshinder Uit de resultaten van een akoestisch onderzoek blijkt dat de inrichting zonder het treffen van maatregelen niet kan voldoen aan het vastgestelde referentieniveau In de dag-, avond- en nachtperiode zijn de overschrijdingen maximaal 7, 8 en db(a) De drijver van de inrichting moet daarom maatregelen treffen aan het laden en lossen, aan de fabriek en aan de productieprocessen, zoals genoemd in de akoestische rapportages Na het treffen van de in de akoestische rapporten genoemde maatregelen, treedt een duidelijke verbetering van de geluidsituatie op Echter in de dagperiode kan de inrichting op punt 3 (Laan van Romen) en punt 7 (Rodenrijseweg 11) ook dan niet voldoen aan het referentieniveau Een verhoging van de geluidgrenswaarde tot 55 db(a) in de dagperiode ten opzichte van de standaardnorm van 50 db(a) wordt om de volgende redenen toelaatbaar geacht: het gaat hier om een bestaande inrichting en er worden geen wijzigingen in de bedrijfsvoering doorgevoerd; verdere maatregelen kunnen niet van de inrichting worden geëist gezien de hoge kosten en de geringe geluidreductie die deze opleveren Bij een integrale afweging is besloten aan de drijver van de inrichting de resultaatverplichting op te leggen dat binnen één jaar na inwerkingtreding van de milieuvergunning de in de akoestische rapporten omschreven maatregelen zijn getroffen Door middel van een onderzoek is na het verstrijken van de hiervoor genoemde termijn aangetoond dat aan de gestelde geluidgrenswaarden wordt voldaan Overige bedrijvigheid Aan de richtafstanden van de overige bedrijven en inrichtingen wordt voldaan Milieucategorieen 1 en 2 zijn passend binnen een woonomgeving Daarmee kan worden voldaan aan een goed woon- en leefklimaat voor de woningen en worden aanwezige bedrijven niet belemmerd in hun functioneren Uit te werken bestemming Ten westen van de Westersingel is de uitwerkingsverplichting Westersingel 2 e fase opgenomen Binnen dit uit te werken gebied zijn detailhandelsvoorzieningen, dienstverlenende voorzieningen, horecavoorzieningen en andere functies mogelijk tot en met VNGmilieucategorie 2 Daarnaast wordt wonen mogelijk gemaakt binnen deze bestemming Enerzijds moet daarom worden daarom getoetst of de richtafstanden van voorzieningen reiken tot bestaande woningen Anderzijds moet worden beoordeeld of bestaande bedrijvigheid niet wordt belemmerd door de woningen binnen deze bestemming Effect nieuwe voorzieningen op bestaande woningen De dichtstbijzijnde bestaande woningen zijn gelegen aan de Westersingel 53-7 De woningen zijn gelegen in een gemengd gebied, zoals bedoeld in de VNG brochure Voor een gemengd gebied gelden gereduceerde richtafstanden In het algemeen kan gesteld worden dat de juridisch-planologisch mogelijk gemaakte voorzieningen als passend worden ervaren binnen een woonomgeving Ten tijde van de uitwerking zal rekening moeten worden gehouden met de gestelde richtafstanden Deze verplichting is opgenomen in de uitwerkingsregels van deze bestemming Daarmee gelden geen belemmeringen voor de haalbaarheid van de uit te werken bestemming 50 Toelichting

65 Effect nieuwe woningen op bestaande inrichtingen In de uit te werken bestemming worden woningen mogelijk gemaakt De dichtstbijzijnde bedrijvigheid is gelegen aan de Westersingel en het Westerplein De bedrijvigheid kenmerkt zich voornamelijk door detailhandel en een restaurant Deze voorzieningen betreffen milieucategorie 1-inrichtingen De nieuwe woningen kunnen niet worden aangemerkt als een rustige woonwijk en het betreft dus een gemengd gebied Daarom gelden er geen belemmeringen ten opzichte van bestaande bedrijvigheid Ten tijde van het uitwerken van de bestemming moet nogmaals worden afgewogen of sprake is van een acceptabele woon- en leefomgeving Daarmee gelden er geen belemmeringen voor de haalbaarheid van het plan 753 Conclusie De omgeving van het plangebied wordt gekenmerkt door wonen, bedrijvigheid, dienstverlening en maatschappelijke functies Gezien het karakter van de omgeving kan het gebied - in het kader van de brochure Bedrijven en Milieuzonering van de VNG - worden beschouwd als een gemengd gebied Een reductie van de richtafstanden is daarmee van toepassing Met uitzondering van het bedrijf Treurniet Mengvoeders BV is er binnen de gereduceerde richtafstanden geen bestaande woonbebouwing aanwezig Het bedrijf Treurniet Mengvoeders is dermate beperkt in de milieuvergunning, dat sprake is van een acceptabele milieusituatie Aan de uit te werken bestemming Westersingel 2 e fase is de voorwaarde gekoppeld dat ten tijde van de uitwerking het aspect bedrijven en milieuzonering nader moet worden beschouwd Gezien het feit dat het gebied zich karakteriseert als gemengd gebied en omdat de lichte milieucategorieën 1 en 2 worden toegelaten, worden geen belemmeringen verwacht Het aspect bedrijven en milieuzonering leidt niet tot belemmeringen voor de haalbaarheid van het plan 7 Externe veiligheid 71 Kader Externe veiligheid richt zich op het beheersen van activiteiten die een risico voor de omgeving kunnen opleveren, zoals milieurisico s, transportrisico s en risico s die kunnen optreden bij de productie, het vervoer en de opslag van gevaarlijke stoffen in inrichtingen Bij de (her)inrichting van een gebied bepaalt de externe veiligheidssituatie mede de ruimtelijke (on)mogelijkheden In het kader van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro), gelezen in samenhang met de regels omtrent externe veiligheid, moet worden onderzocht of er sprake is van aanwezigheid van risicobronnen in de nabijheid van de locatie waarop het Wro-besluit betrekking heeft en dienen het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR), en de eventuele toename hiervan, berekend te worden Het PR is de kans per jaar dat een persoon op een bepaalde plaats overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen, indien hij onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting of langs een vervoersas De normstelling heeft de status van een grenswaarde die niet overschreden mag worden Voor kwetsbare objecten wordt in zowel bestaande als nieuwe situaties het niveau van 10 - per jaar als grenswaarde gehanteerd Nieuwe beperkt kwetsbare objecten zijn Toelichting 51

66 alleen toegestaan onder een gewichtige motivering Bestaande beperkt kwetsbare objecten zijn toegestaan binnen de PR 10 - contour Het GR kan worden beschouwd als de maat van maatschappelijke ontwrichting in geval van een calamiteit (en drukt dus de kans per jaar uit dat een groep mensen van minimaal 10 personen overlijdt als rechtstreeks gevolg van een calamiteit) De normstelling heeft de status van een oriënterende waarde Deze waarde is geen vastgestelde wettelijke norm Desondanks hebben overheden en betrokken private instellingen een inspanningsverplichting om te voldoen aan deze oriënterende waarde en dient een toename van het GR bestuurlijk te worden verantwoord Besluit externe veiligheid inrichtingen Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) uit 2004 legt veiligheidsnormen op aan overheden die besluiten nemen over bedrijven die een risico vormen voor personen buiten het bedrijfsterrein Het gaat daarbij om bijvoorbeeld chemische fabrieken, LPG-tankstations en spoorwegemplacementen waar goederentreinen met gevaarlijke stoffen rangeren Deze bedrijven verrichten soms risicovolle activiteiten dichtbij (beperkt) kwetsbare objecten waaronder woningen, ziekenhuizen, scholen, winkels, horecagelegenheden en sporthallen Hierdoor ontstaan risico s voor mensen die in de buurt ervan wonen of werken Het besluit verplicht gemeenten en provincies bij het verlenen van milieuvergunningen en het maken van bestemmingsplannen met externe veiligheid rekening te houden Dit betekent bijvoorbeeld dat woningen op een bepaalde afstand moeten staan van een bedrijf dat werkt met gevaarlijke stoffen Regelgeving transport van gevaarlijke stoffen via buisleidingen Op 1 januari 2011 is het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) in werking getreden Het Bevb regelt onder andere welke veiligheidsafstanden moeten worden aangehouden rond buisleidingen met gevaarlijke stoffen De normstelling is in lijn met het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) Daarmee zijn nieuwe kwetsbare objecten binnen de PR 10 - contour niet toegestaan Ook is vastgesteld dat wanneer binnen het invloedsgebied van een buisleiding een ruimtelijk besluit wordt genomen, de verantwoordingsplicht van toepassing is Het Bevb gaat uit van een belemmerde strook van 4 of 5 meter, afhankelijk van de werkdruk Voor deze strook geldt een bouwverbod en een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden Net als bij het Bevi worden de risicoafstanden en rekenmethodiek die volgen uit het Bevb opgenomen in een regeling, de Regeling externe veiligheid buisleidingen (Revb) 72 Onderzoek Het bestemmingsplan is hoofdzakelijk conserverend van aard Het plan kent één uit te werken bestemming, voor de ontwikkeling Westersingel 2 e fase Deze uit te werken bestemming is niet gelegen binnen de invloedsgebieden van een risicobron Voor dit bestemmingsplan behoeft dus geen rekening te worden gehouden met een toename van het groepsrisico In en buiten het plangebied bevinden zich meerdere risicobronnen Het gaat om: 52 Toelichting

67 1 Gasdrukregel- en meetstation, Boterdorpseweg 8; 2 Treurniet Mengvoeders BV, Rodenrijseweg Inrichting Uittenbogaard BV, Noordeindseweg 3; 4 Aardgastransportleiding W Aardgastransportleiding W Afbeelding: overzicht risicobronnen Gasdrukregel- en meetstation Het gasdrukregel- en meetstation aan de Boterdorpseweg 8 (ten zuidoosten van het plangebied) behoort tot de categorie C Op basis van de risicokaart heeft het station een PR 10 - contour van 15 meter In het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer is af te lezen dat het station daarmee tot m 3 per uur aardgas omzet Binnen 15 meter van het gasdrukregel- en meetstation bevinden zich geen (beperkt) kwetsbare objecten in het plangebied Het gasdrukregel- en meetstation leidt daarmee niet tot belemmeringen Toelichting 53

68 Treurniet Mengvoeders Het bedrijf Treurniet Mengvoeders is gelegen in het plangebied en voorziet in de opslag van veevoer Als gevolg van een stofexplosie van gevaarlijke stoffen is het bedrijf een risicovolle inrichting Het bedrijf heeft geen PR 10 - contour Het invloedsgebied bedraagt maximaal 55 meter De inrichting valt niet onder het Bevi Om deze reden behoeft het groepsrisico niet te worden verantwoord, Inrichting Uittenbogaard BV Dit bedrijf aan de Noordeindseweg 3 betreft een benzineservicestation en slaat brandbare vloeistoffen op Het bedrijf is gelegen op ten minste 20 meter van kwetsbare objecten in het plangebied en heeft geen PR 10 - contour Het invloedsgebied van deze inrichting bedraagt circa 50 meter In het plangebied zijn circa vijf woningen gelegen binnen het invloedsgebied van Uittenbogaard BV Omdat deze inrichting niet tot het Bevi gerekend wordt, is een verantwoording niet noodzakelijk Aardgastransportleiding Gasleiding W Ten zuidoosten van het plangebied is een aardgasleiding gelegen met kenmerk W De exploitant van de leiding is de Gasunie De leiding heeft een werkdruk van 40 bar en een diameter van 12,5 inch De PR 10 - contour bedraagt 0 meter en de belemmeringenstrook 4 meter De gasleiding en de belemmeringenstrook zijn fysiek niet binnen het bestemmingsplan gelegen Het invloedsgebied is circa 140 meter en overlapt het plangebied Omdat het invloedsgebied echter geen beperkt kwetsbare of kwetsbare objecten overlapt is een berekening of een verantwoording niet noodzakelijk Er gelden geen belemmeringen voor het plan als gevolg van deze leiding Aardgastransportleiding W Deze leiding is gelegen ten zuidoosten van het plangebied en betreft een verbindingsleiding tussen leiding W en het gasdrukregel- en meetstation De leiding heeft een werkdruk van 40 bar en een diameter van inch Er is geen sprake van een PR 10 - contour en het invloedsgebied bedraagt 70 meter Binnen dit invloedsgebied zijn geen (beperkt) kwetsbare objecten gelegen Daarmee is een verantwoording of onderzoek niet benodigd 73 Conclusie In en nabij het plangebied komen de volgende risicobronnen voor: 1 Gasdrukregel- en meetstation, Boterdorpseweg 8; 2 Treurniet Mengvoeders BV, Rodenrijseweg Inrichting Uittenbogaard BV; 4 Aardgastransportleiding W Aardgastransportleiding W Geen van deze inrichtingen heeft een PR contour die reikt tot het plangebied Het invloedsgebied van Treurniet Mengvoeders en Uittenbogaard BV overlapt kwetsbare bestemmingen, maar deze inrichtingen zijn geen Bevi-inrichtingen Om deze reden is een verantwoording niet noodzakelijk Vanuit de overige inrichtingen en aardgasleidingen gelden geen belemmeringen Daarmee is de situatie vanuit externe veiligheid acceptabel 54 Toelichting

69 Afbeelding: uitsnede kaart toetsingsvlakken ILS 24 Afbeelding: uitsnede kaart invliegfunnel Toelichting 55

70 77 Overige belemmeringen Naast de hiervoor beschreven milieuaspecten kunnen er nog andere belemmeringen in of nabij het plangebied aanwezig zijn die van invloed kunnen zijn op de planvorming Het gaat bijvoorbeeld om de aanwezigheid van straalpaden, planologisch relevante kabels en leidingen (zoals waterleidingen of rioleringsleidingen), beschermingszones en dergelijke Planologisch relevante kabels en leidingen Er zijn geen planologisch relevante kabels en leidingen in of in de directe nabijheid van het plangebied gelegen Luchthaven Rotterdam - The Hague Airport Radarnavigatiesysteem Ten zuidwesten van het plangebied ligt luchthaven Rotterdam - The Hague Airport Ten behoeve van de luchtverkeersbeveiliging van deze luchthaven zijn technische installaties en systemen op en in de omgeving van het luchtvaartterrein aanwezig Deze zogenaamde Communicatie, Navigatie en Surveillance (CNS) infrastructuur maakt gebruik van radiogolven die uitgezonden en/of ontvangen worden door antennesystemen Obstakels, zowel vast (gebouwen, windmolens, et cetera) als mobiel (bouwkranen, heistellingen, et cetera) vormen in potentie een bedreiging voor de goede werking van de apparatuur omdat ze de uitgezonden radiosignalen kunnen verstoren Verstoring van de apparatuur maakt de CNS apparatuur minder betrouwbaar of zelfs geheel onbruikbaar waardoor direct de veiligheid van het luchtverkeer wordt beïnvloed Het is daarom in het belang van de veiligheid van de luchtvaart alles in het werk te stellen om de diverse systemen tegen verstorende obstakels te beschermen Aan de hand van de internationale burgerluchtvaartcriteria dient beoordeeld te worden of de voorgenomen bouwplannen en werktuigen van invloed zijn op de correcte werking van CNS hulpmiddelen Het plangebied bevindt zich binnen twee toetsingsvlakken van de CNS-apparatuur (zie afbeelding uitsnede kaart toetsingsvlakken ILS 24 ), namelijk die van 30 meter ten opzichte van NAP en die van 40 meter ten opzichte van NAP In het bestemmingsplan worden echter geen gebouwen van die hoogtes mogelijk gemaakt Het is daarom niet noodzakelijk dat er voor de radartoetsingsvlakken een beschermende regeling in het plan wordt opgenomen Akoestiek Bij de luchthaven Rotterdam The Hague Airport speelt ook het aspect akoestiek een rol De maatgevende contour, waarbinnen geen geluidgevoelige bebouwing (zoals woningen) mogen worden gerealiseerd, is weergegeven middels de zogenaamde 35 KE-contour Deze 35 KEcontour valt niet over het onderhavige bestemmingsplangebied en levert derhalve geen beperkingen op Invliegfunnel Bij de luchthaven Rotterdam The Hague Airport hoort een aanvliegroute (invliegfunnel) In verband met de vliegveiligheid geldt er binnen de aanvliegroute een hoogtebeperking voor gebouwen en andere bouwwerken 5 Toelichting

71 Het plangebied ligt binnen de zones 45 meter, 55 meter en 5 meter van de aanvliegroute van Rotterdam The Hague Airport, zoals blijkt uit de afbeelding uitsnede kaart invliegfunnel Deze hoogtes moeten worden gerelateerd aan de referentiehoogte van de luchthaven: 4,40 m- NAP In verband met de vliegveiligheid geldt er binnen de aanvliegroute een hoogtebeperking voor gebouwen en andere bouwwerken tot de aangegeven hoogtes In het bestemmingsplan worden echter geen gebouwen van die hoogtes mogelijk gemaakt Het is daarom niet noodzakelijk dat er voor de invliegfunnels een beschermende regeling in het plan wordt opgenomen 78 Duurzaamheid Er liggen kansen voor een groen woonmilieu, autoluwe/-arme delen en benutting van actieve en passieve zonne-energie, die tegen de tijd dat het uitwerkingsplan wordt opgesteld nader dient te worden bezien aan de hand van de dan geldende regelgeving, stand van de techniek et cetera De gemeente Lansingerland heeft de ambitie vastgesteld om in 2025 een klimaatneutrale gemeente te zijn Duurzaamheid maakt bij de gemeente Lansingerland onderdeel uit van de ambities uit het collegeprogramma en wordt gehanteerd als leidend principe, of het nu gaat om energiegebruik, woningbouw of sociale structuren In het gebied liggen goede kansen voor duurzaamheid met betrekking tot energie Door bijvoorbeeld rekening te houden met bijvoorbeeld een zongerichte situering van woningen, kan al in een vroeg stadium van een planontwikkeling worden bewerkstelligd dat de mogelijkheden voor efficiënt gebruik van energie en de inzet van nieuwe energiebronnen kunnen worden benut Hierbij moet gedacht worden aan: zongericht verkavelen of bouwen: Het zodanig inrichten van een woongebied dat zoveel mogelijk passieve en actieve zonne-energie wordt benut Dit kan passief bijvoorbeeld door opwarming door de zon van het gebouw of actief Voorbeelden van het actief benutten van zonne-energie zijn zonnepanelen voor elektriciteitsopwekking en zonneboilers voor warmwater compact bouwen: Hierbij wordt gekozen voor een bouwvorm, waarbij de verhouding tussen het gebruiksoppervlak (vloeroppervlak) en het verliesoppervlak (gevels en daken) zo gunstig mogelijk is en de transmissieverliezen klein zijn warmtelevering door gebruik van restwarmte: een voorbeeld hiervan is het gebruik in woningen of bedrijven van restwarmte die vrijkomt bij elektriciteitscentrales, industrie en afvalverbranding warmteopwekking door een kleinschalige warmtekrachtinstallatie Dit betreft het gebruik maken van overige duurzame energiebronnen, bijvoorbeeld aardwarmte, koude- of warmteopslag in de bodem, zonne-energie, biomassacentrales en warmtepompen Verder kunnen stedenbouwkundige eisen worden opgenomen, die tevens bijdragen aan een energiebewust' plan Hieronder staan enkele voorbeelden genoemd Het is mogelijk om als randvoorwaarde vast te leggen dat de bebouwing, dakhelling, nokrichting in zuidelijke richting zijn georiënteerd Dit kan bijvoorbeeld door de rooilijnen vast te leggen Op deze manier kan passieve zonne-energie beter benut worden De onderlinge oriëntatie van bebouwing kan zo worden vorm gegeven dat beschaduwing wordt vermeden Toelichting 57

72 De bijgebouwenregeling kan het bouwen van serres (tot de hoogte van de woning) toelaten Om dit soort maatregelen te benutten moet het energiethema in een vroeg stadium van de planontwikkeling worden meegenomen Materiaalgebruik Bij materiaalgebruik kan gestreefd worden naar vernieuwbare bronnen De nadruk ligt daarbij op een verantwoorde productiewijze Zo is voor het gebruik van hout het FSC-keurmerk ontwikkeld en moet het gebruik van uitloogbare metalen zoveel mogelijk voorkomen worden Daarnaast kunnen er milieuvriendelijkere alternatieven worden gebruikt Bijvoorbeeld schapenwol in plaats van steenwol Grondstoffen Grondstoffen zijn eindig of beperkt voorradig Waterbesparing kan er voor zorgen dat er toch voldoende water voor iedereen beschikbaar is Terwijl systeembouw leidt tot een optimaler gebruik van grondstoffen en minder productie van afval Uitloogbare materialen Onder het toepassen van uitloogbare materialen worden materialen verstaan zoals zink, lood en koper Onder invloed van weersomstandigheden treedt er corrosie op bij deze materialen In Lansingerland wordt het hemelwater zoveel mogelijk losgekoppeld van de riolering en geloosd op het oppervlaktewater Dit zou betekenen dat deze materialen uitspoelen in het oppervlakte water en neerslaan in het slib Dit slib raakt dan verontreinigd Hierdoor brengt het afvoeren van dit slib hoge kosten met zich mee Er zijn de volgende alternatieven op de markt voor deze materialen: polyester, staal/hout met EPDM-folie (goot), gecoat staal, gecoat zink, PPC (polypropyleen copolymeer, PP (polypropeen), PVC met hergebruikgarantie, PE (polyetheen) en PA FSC-hout FSC is het enige keurmerk voor bosbeheer dat echt onafhankelijk, internationaal en operationeel is FSC is met haar 10 principes eenduidig in de definiëring van wat goed beheerd bos is Een product dat het FSC-keurmerk draagt, is daarom gegarandeerd vervaardigd uit hout afkomstig uit goed beheerd bos FSC is de enige organisatie die een certificeringschema heeft opgesteld voor alle soorten bossen en plantages dat wereldwijd kan worden toegepast De succesformule van het onafhankelijke FSC-keurmerk schuilt erin dat zowel alle grote milieu- en ontwikkelingsorganisaties in de wereld als het (internationale) bedrijfsleven zich achter het FSCkeurmerk scharen FSC heeft 10 principes voor goed bosbeheer opgesteld: 1 Het bosbeheer moet de nationale wetten evenals internationale afspraken en overeenkomsten, en de principes en criteria van FSC respecteren 2 Het gebruik en eigendom van het bos zijn vastgelegd en rechtsgeldig 3 De rechten en gebruiksrechten van inheemse volkeren worden erkend en gerespecteerd 4 Bosbeheer is gericht op het handhaven of verbeteren van het lange termijn welzijn van bosarbeiders en lokale gemeenschappen in sociale en economische zin 5 De bosproducten en -diensten moeten efficiënt gebruikt worden, opdat de economische, ecologische en sociale voordelen worden veiliggesteld 58 Toelichting

73 De ecologische functies en biodiversiteit van het bosgebied worden beschermd 7 Er is een duidelijk beheerplan op schrift, waarin doelen en middelen uiteengezet zijn 8 De sociale, economische en ecologische gevolgen van de activiteiten in het bos worden regelmatig gecontroleerd 9 Bossen met hoge natuurwaarde moeten behouden en op hun waarde geschat worden 10 Plantages moeten een aanvulling vormen op natuurlijke bossen, maar mogen natuurlijke bossen niet vervangen en moeten in overeenstemming met principes 1 t/m 9 beheerd worden Toelichting 59

74 0 Toelichting

75 Deel D: Uitvoerbaarheid en procedure Toelichting 1

76 2 Toelichting

77 8 Uitvoerbaarheid 81 Economische uitvoerbaarheid Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan dient op grond van artikel 31 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) in de plantoelichting minimaal inzicht te worden gegeven in de economische uitvoerbaarheid van het plan Tevens moeten, indien sprake is van ontwikkelingen waarvoor de gemeente redelijkerwijs kosten moet maken (bijvoorbeeld voor de aanleg van voorzieningen van openbaar nut, en de plankosten) deze kosten worden verhaald op de initiatiefnemer cq ontwikkelaar In het bestemmingsplan is een uit te werken bestemming opgenomen, voor de ontwikkelingslocatie aan de Westersingel Hier is de uit te werken bestemming uit het voorgaande bestemmingsplan gecontinueerd Een uit te werken bestemming is exploitatieplanplichtig, zoals bedoeld in artikel 12 van de Wet ruimtelijke ordening Voor deze ontwikkeling moet de financiële haalbaarheid worden aangetoond doormiddel van een globale omschrijving van de te verwachten kosten en opbrengsten Momenteel is de gemeente met de grondeigenaar in overleg over het anderszins regelen van het kostenverhaal (namelijk in een anterieure overeenkomst) Deze moet alsdan in elk geval zijn gesloten vóór de vaststelling van het bestemmingsplan Als de gemeente er met de grondeigenaar niet uitkomt, wordt alsnog een exploitatieplan opgesteld Dit exploitatieplan zal dan, vanaf de fase van het ontwerp, gelijk oplopen met het bestemmingsplan Het bestemmingsplan maakt, ten opzichte van het voorgaande bestemmingsplan, verder geen nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk Gelet op het voorgaande wordt het plan financieel uitvoerbaar geacht 82 Maatschappelijke uitvoerbaarheid Het bestemmingsplan voorziet in een grotendeels conserverende regeling welke gericht is op het behoud van de bestaande situatie cq rechten Met het oog hierop wordt het plan maatschappelijk uitvoerbaar geacht Hierbij wordt opgemerkt dat conform artikel 311 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) overleg zal worden gevoerd met instanties die belast zijn met het behartigen van belangen in het plangebied Tevens zal inspraak plaatsvinden op het voorontwerpbestemmingsplan 83 Handhavingsaspecten Inleidend Het bestemmingsplan is bindend voor zowel de overheid als de burger De primaire verantwoordelijkheid voor controle en handhaving ligt bij de gemeente Handhaving kan worden omschreven als elke handeling die erop gericht is de naleving van regelgeving te bevorderen of een overtreding te beëindigen Het doel van handhaving is om de duurzame bescherming van mens en omgeving te waarborgen Binnen het kader van het bestemmingsplan heeft regelgeving met name betrekking op de Wet ruimtelijke ordening en de Woningwet Bij overtreding van Toelichting 3

78 deze regelgeving moet gedacht worden aan bouwen zonder omgevingsvergunning voor het bouwen, bouwen in afwijking van een verleende vergunning, het handelen zonder of in afwijking van een noodzakelijke vergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en voor werkzaamheden (de vroegere aanlegvergunning) en het gebruik van gronden en opstallen in strijd met de gebruiksregels van het bestemmingsplan of een afwijking De handhaafbaarheid van een bestemmingsplan is met name afhankelijk van het draagvlak van de regels onder de burgers en van de duidelijkheid van de regels Vertaling naar bestemmingsregeling Bij het opstellen van dit nieuwe bestemmingsplan heeft als uitgangspunt het voorgaande bestemmingsplan gediend De bestaande rechten zijn zoveel als mogelijk gecontinueerd Daarmee wordt al goeddeels voorkomen dat er na de vaststelling van dit plan, ineens strijdige (en dus te handhaven) situaties ontstaan Daarnaast zijn er bij het opstellen van het plan geen strijdige situaties geconstateerd Tevens wordt in dit nieuwe plan door middel van het opnemen van flexibiliteitsbepalingen (binnen de bestemmingen en door middel van algemene afwijkingsregels en algemene wijzigingen) ingespeeld op eventuele toekomstige ontwikkelingen Hiermee wordt voorkomen dat bij iedere kleine wijziging, gelijk een strijdige (en dus te handhaven) situatie ontstaat De verbeelding, de regels en de toelichting zijn, tot slot, zodanig op elkaar afgestemd dat interpretatieproblemen en problemen met betrekking tot de uitvoering zo veel mogelijk worden voorkomen 4 Toelichting

79 9 Procedure 91 Voorbereidingsfase Vooraankondiging Op grond van artikel 131 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) dient voorafgaand aan een bestemmingsplanprocedure, een vooraankondiging te worden gepubliceerd waarin de gemeente aangeeft een bestemmingsplan voor te bereiden Deze vooraankondiging heeft voor dit plan plaatsgevonden op 17 augustus 2011 Inspraak Het voorontwerpbestemmingsplan wordt conform de gemeentelijke inspraakverordening voorafgaand aan de formele bestemmingsplanprocedure voor inspraak vrijgegeven Gedurende de inspraaktermijn wordt een ieder in de mogelijkheid gesteld schriftelijke en/of mondeling te reageren op het bestemmingsplan De ontvangen inspraakreacties zullen worden samengevat en beantwoord, waarvan in deze toelichting te zijner tijd verslag zal worden gedaan Overleg Conform artikel 311 van het Bro dienen burgemeester en wethouders bij de voorbereiding van een bestemmingsplan overleg te plegen met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met de rijks- en provinciale diensten die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn In dit kader zal het voorontwerpbestemmingsplan voor advies worden toegezonden aan de volgende instanties: VROM-inspectie, provincie Zuid-Holland; Hoogheemraadschap van Delfland De ontvangen overlegreacties zullen worden samengevat en beantwoord, waarvan in deze toelichting te zijner tijd verslag zal worden gedaan 92 Ontwerpfase Na afronding van de inspraakprocedure en het vooroverleg wordt de formele bestemmingsplanprocedure gestart De aanpassingen die volgen uit de inspraakreacties en de overlegreacties worden verwerkt in het ontwerpbestemmingsplan Ook worden er - indien nodig - ambtshalve aanpassingen doorgevoerd Op de voorbereiding van een bestemmingsplan is artikel 38 Wro (gelezen in samenhang met afdeling 34 van de Algemene wet bestuursrecht) van toepassing De kennisgeving van het ontwerpbesluit tot vaststelling van het bestemmingsplan moet in de Staatscourant worden Toelichting 5

80 geplaatst en dient - met de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening - ook via elektronische weg te geschieden Tevens dient de kennisgeving te worden toegezonden aan die diensten van Rijk en provincie die belast zijn met de behartiging van belangen die in het plan in het geding zijn, aan het waterschap en aan belanghebbende gemeenten Het ontwerpbestemmingsplan wordt gedurende zes weken ter inzage gelegd Binnen deze termijn wordt een ieder in de gelegenheid gesteld schriftelijk en/of mondeling een zienswijze op het plan in te dienen Ook moeten de stukken met de kennisgeving aan de eerder genoemde diensten en instanties worden toegezonden (artikel 3:13 Awb), of er moet worden aangegeven waar de (digitale) stukken te vinden zijn (elektronische kennisgeving) 93 Vaststellingsfase Binnen twaalf weken na de termijn van terinzagelegging moet de gemeenteraad beslissen omtrent de vaststelling van het bestemmingsplan Het vastgestelde bestemmingsplan behoeft op grond van de Wro geen goedkeuring meer van Gedeputeerde Staten Tegen het besluit tot vaststelling staat, voor belanghebbenden, direct beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Direct na de beroepstermijn treedt, indien tijdens de beroepstermijn geen verzoek om voorlopige voorziening is ingediend, het plan in werking Toelichting

81 BIJLAGEN

82

83 BIJLAGE 1: Vestiga, Archeologisch preadvies vier ontwikkelingslocaties te Berkel en Rodenrijs Centrum, gemeente Lansingerland, rapportnummer V ,

84

85 1 Projectomgeving 11 Plangebied en initiatief KuiperCompagnons stelt momenteel het bestemmingsplan op met betrekking tot een vijftal ontwikkellocaties te Berkel en Rodenrijs Centrum, gemeente Lansingerland (Kaart 1) Voor vier van deze locaties dient een archeologisch vooronderzoek uitgevoerd te worden 1) Gemeentehuis (ca 1,25 ha) 2) Van Koetsveldstraat (ca 0,5 ha) 3) Oranjestraat-Julianastraat (ca 0,3 ha) en 5) Westersingel 2 e fase ING locatie (ca 4 ha) De ontwikkellocatie 4) Gemeentewerf-Brandweerkazerne valt op verzoek van de opdrachtgever buiten het onderhavige onderzoek Voor de betreffende locaties zijn de volgende ontwikkelingen voorzien: 1) Gemeentehuis: ca 24 woningen m² bvo commercieel (inclusief supermarkt van ca 2500 m²); 2) Van Koetsveldstraat: ca 59 woningen + maatschappelijke functie 3) Oranjestraat-Julianastraat: ca 13 woningen; en 5) Westersingel ING locatie: ca m² winkeloppervlak, horeca en dienstverlening, ca 135 woningen en gebouwde parkeervoorzieningen De diepte van de geplande verstoringen is momenteel nog onbekend maar zal naar verwachting aanzienlijk zijn Voorafgaand aan de ontwikkelingen dient in kaart te worden gebracht of hierbij mogelijk archeologische waarden in het geding zijn 12 Onderzoeksdoel en -methode 1 Het doel van onderhavig archeologisch bureauonderzoek is vast te stellen, of in het plangebied archeologische resten aanwezig kunnen zijn, die door de bouwwerkzaamheden verstoord dreigen te worden Voor het bureauonderzoek wordt hiertoe op basis van geo(morfo)logische en bodemkundige gegevens van de omgeving, een paleogeografische reconstructie van de ondergrond van het plangebied vervaardigd (21 Landschappelijke context) Daarnaast wordt een inventarisatie gemaakt van alle bekende archeologische vondsten, historisch-geografische vermeldingen en cartografische gegevens van het plangebied en de directe omgeving (22 Archeologische context) Op basis van de resultaten van het bureauonderzoek wordt een gespecificeerde archeologische verwachting opgesteld (23 Gespecificeerde archeologische verwachting) De verwachting is het uitgangspunt voor het advies tot eventuele vervolgstappen in het kader van de archeologische monumentenzorg 1 Het onderzoek is uitgevoerd volgens de richtlijnen van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie 32 (zie bijlage 2)

86 V Vier ontwikkellocaties te Berkel en Rodenrijs Centrum, gemeente Lansingerland 2 Verwachtingsmodel 21 Landschappelijke context Voor het bepalen van de archeologische verwachting van het plangebied is kennis van de geolandschappelijke situatie essentieel Enerzijds omdat de landschappelijke situatie in het verleden bepalend was voor de locatiekeuze voor bewoning, anderzijds omdat middels een landschappelijke reconstructie bepaald kan worden of mogelijke voormalige bewoningsoppervlakken nog in de ondergrond aanwezig zijn of zijn verdwenen door erosie of door menselijk ingrijpen In het kader van de ontwikkeling van de archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart voor de gemeente Lansingerland is in 2009 door Erfgoed Delft een geo-landschappelijke reconstructie gemaakt op basis van de geologische kaart van Nederland schaal (1:50000), de bodemkaart van Nederland en het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) 2 Dit uitgebreide onderzoek, de kaarten en de daaraan vooraf opgestelde geo-landschappelijke reconstructie zijn in onderhavig bureauonderzoek betrokken De nauwkeurigheid van de hierin vastgestelde archeolandschappelijke zones is sterk afhankelijk van het schaalniveau van de gebruikte geologische- en bodemkaarten Om een gedetailleerder beeld te krijgen van de archeologische verwachting binnen het plangebied is voor het bureauonderzoek het plangebied op perceelsniveau geanalyseerd met behulp van de beschikbare landschappelijke reconstructies, bodemkaarten (Kaart 2), geomorfologische kaarten (Kaart 3) en een hoogtemodel uit het AHN Geo-landschappelijke ontwikkeling In de diepere ondergrond van de omgeving rond het plangebied liggen Pleistocene rivier- en dekzandafzettingen die zijn gevormd tijdens de laatste ijstijd Deze liggen in de directe omgeving van het plangebied op een diepte van circa m -mv 3 Alleen daar waar Laat-Pleistocene rivierduinen aanwezig zijn, liggen deze zanden dichter aan de oppervlakte Op de archeologische beleidsadvieskaart uit 2009 is een aandachtsgebied in het zuiden van de gemeente Lansingerland weergegeven waar duinen in de ondergrond verwacht kunnen worden (kaart 4) Het plangebied ligt precies op de noordgrens van dit aandachtsgebied Locatie 1 valt hier deels mee samen Door het veranderende klimaat en de stijgende zeespiegel tijdens het Holoceen begon West- Nederland te vernatten, waardoor veenvorming plaatsvond Rond 4000 vchr kwam de regio rondom Lansingerland steeds meer onder invloed van zee te liggen en bestond het gebied uit wadvlaktes met hoger gelegen stroomruggen en getijdevlaktes (Laagpakket van Wormer) Vanaf circa 3200 v Chr begon het gebied weer te vernatten door de verzanding van de toenmalige Rijn-Maasmonding, waardoor vanaf ca 2000 vchr het laagpakket van Wormer overgroeid raakte met Hollandveen Door het ontstaan van een nieuwe Maasmonding rond 900 n Chr raakte het gebied beter ontwaterd en werd het veengebied geschikt voor bewoning en latere ontginning Sinds de Late Middeleeuwen zijn op grote schaal delen van het veengebied rond Berkel en Rodenrijs ontgonnen en afgegraven, waardoor het veen grotendeels verdwenen is Slechts op enkele locaties zijn restveengebieden te vinden, zoals ook het geval is binnen de smalle stroken, waarvanuit het veengebied werd ontgonnen en afgegraven De plassen, die na de ontginning van de veengebieden overbleven, zijn in de 18 e eeuw ingepolderd Sindsdien ligt het Laagpakket van Wormer hier weer aan de oppervlakte en is dankzij de goede (kunstmatige) ontwatering weer geschikt geworden voor bewoning Ten noorden van Berkel zijn restveendijken aanwezig Vermoedelijk lopen deze door tot binnen de oude kern van Berkel, die waarschijnlijk ook op restveen is gebouwd Mogelijk is onder locatie 1 nog 2 Kerkhof GeoTOP (wwwdinoloketnl) VESTIGIA BV Archeologie & Cultuurhistorie 2 Rapportnummer: V927, conceptversie 10, dd

87 V Vier ontwikkellocaties te Berkel en Rodenrijs Centrum, gemeente Lansingerland (deels) restveen aanwezig Vanwege de bebouwing is dit op basis van een bureauonderzoek niet met zekerheid vast te stellen Voor locaties 2, 3 en 5 kan met enige zekerheid gesteld worden dat hier geen restveen in de ondergrond aanwezig is De locaties 3 en 5 liggen binnen de droogmakerij waardoor in dit gebied het Laagpakket van Wormer direct aan de oppervlakte ligt Volgens de bovengenoemde geolandschappelijke reconstructie en de geomorfologische kaart (Kaart 3) valt locatie 3 binnen de (laaggelegen) wadvlakten die in principe nooit geschikt zijn geweest voor bewoning Hiervoor geldt geen archeologische verwachting Locatie 5 valt op deze kaarten binnen een (hooggelegen) getij-inversierug van het Laagpakket van Wormer 4 De getijinversieruggen in dit gebied zijn tijdens de periode van 4000 tot 2000 v Chr zeer geschikt geweest voor bewoning door de relatief hoge ligging in het landschap Om deze reden is aan dit deel van het plangebied een middelhoge verwachting toegekend voor het Vroeg- en Midden Neolithicum Daarnaast is het mogelijk dat de inversierug zoals weergegeven op de geomorfologische kaart, ook doorloopt onder de locaties 1 en 2 (3 ligt waarschijnlijk net daarbuiten) Onder het al dan niet aanwezige veendek binnen deze gebieden geldt daarom, naast de hoge verwachting voor de Late Middeleeuwen en Nieuwe Tijd vanwege historische bebouwing, ook een middelhoge verwachting voor het Vroeg- en Midden-Neolithicum Op de bodemkaart zijn in de directe omgeving van de verschillende locaties vnl tochteerdgronden en poldervaaggronden gekarteerd (kaart 2) Locatie 5 is deels gekarteerd als warmoezerijgrond, wijzend op mogelijk sterk verstoorde gronden als gevolg van kassenbouw 22 Archeologische context Gemeentelijk beleid De gemeente beschikt momenteel nog niet over een vastgesteld archeologiebeleid In 2009 is een archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart met bijbehorend rapport opgesteld door Erfgoed Delft De beleidsadvieskaart is echter nog niet vastgesteld en heeft dus nog geen status Volgens deze kaart ligt locatie 1 deels in de oude kern (met een hoge archeologische verwachting en waarvoor bij een oppervlakte van meer dan 50 m² en een voorgenomen verstoringsdiepte van meer dan 0,3 m -mv archeologisch vooronderzoek uitgevoerd dient te worden) en deels in een zone met een hoge verwachting (met een vrijstellingsgrens van resp 100 m² en 0,3 m mv) Deze tweede categorie is op de kaart uit 2009 alleen toegekend aan gebieden waarvan uit archeologische en historisch-geografische bronnen is gebleken dat ze bewoond werden tijdens de Late Middeleeuwen en Nieuwe tijd Het gaat hierbij om de oude dorpskernen van Berkel en Rodenrijs, Bleiswijk en Bergschenhoek, en de lintbebouwingen die vanuit deze dorpen de buitengebieden inlopen De archeologie wordt in deze zone direct onder de bouwvoor verwacht Locatie 2 ligt volgens deze kaart geheel in een zone met een hoge verwachting (met een vrijstellingsgrens van 100 m² en 0,3 m mv) Locatie 3 ligt in een zone zonder archeologische verwachting waarvoor geen onderzoeksvereiste geldt Locatie 5 ligt in een zone met een middelhoge verwachting (met een vrijstellingsgrens van resp 200 m² en 0,3 m mv) Deze middelhoge verwachting houdt verband met de relatief hoge ligging van de getij-inversierug afgezet vanaf 4000 vchr (kaart 3) Rond 3200 vchr verzandde de toenmalige Rijn-Maasmonding en verplaatste deze naar de huidige locatie 5 Als gevolg hiervan ontstond een verslechterde afwatering in de omgeving van het plangebied, en ontstond vanaf circa 2000 vchr een uitgebreid veengebied De 4 Kerkhof Kerkhof 2009, 2 VESTIGIA BV Archeologie & Cultuurhistorie 3 Rapportnummer: V927, conceptversie 10, dd

88 V Vier ontwikkellocaties te Berkel en Rodenrijs Centrum, gemeente Lansingerland getijdeafzettingen waren in het bijzonder geschikt voor bewoning totdat het gebied overgroeid raakte met Hollandveen Daarom geldt de middelhoge verwachting voor het Vroeg en Midden-Neolithicum Daarnaast liggen alle vier locaties deels binnen, of maximaal circa 200 m ten noorden van een zone die op de gemeentelijke beleidskaart is aangeduid als een aandachtszone voor de Formatie van Kreftenheye In deze zone dient rekening te worden houden met de aanwezigheid van rivierduinen in de ondergrond Rivierduinen hebben een hoge archeologische verwachting voor de periode vanaf het Mesolithicum tot en met het Neolithicum 7 Deze beleidsadvieskaart is zoals gezegd niet vastgesteld, en zal naar verwachting nog worden aangepast 8 In die tussentijd hanteert de gemeente de Cultuurhistorische HoofdStructuur van de provincie Zuid-Holland (CHS) Volgens de CHS ligt locatie 1) voor de helft binnen de oude kern met een zeer grote kans op archeologische sporen, de andere helft ligt in een zone met een redelijke tot grote kans De andere locaties 2), 3) en 5) liggen nabij de oude kern, maar in een gebied zonder archeologische verwachting Voor de volledigheid wordt hier vermeld dat volgens de, inmiddels achterhaalde, Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) deellocatie 1 in een zone met een lage archeologische verwachting ligt en de locaties 2, 3 en 5 in een zone met een zeer lage verwachting Bekende archeologische waarden Voor de archeologische gegevens omtrent het huidige plangebied is het Archeologisch Informatiesysteem (Archis) geraadpleegd, dat alle geregistreerde archeologische monumenten, onderzoeken, waarnemingen en vondsten bevat Archeologische monumenten zijn terreinen met een (hoge/zeer hoge) archeologische waarde, die ofwel fysiek (wettelijk en juridisch) beschermd worden, ofwel een planologische bescherming hebben waarbij in het bestemmingsplan voorschriften voor het gebruik zijn opgenomen Archeologische waarnemingen zijn meldingen van archeologische vondsten en/of sporen van bijvoorbeeld nederzettingen, grafvelden, akkersystemen, heiligdommen, enz, die niet nader onderzocht en gewaardeerd zijn Archeologische vondstmeldingen zijn meldingen die nog niet gecontroleerd om in het systeem te zijn opgewaardeerd tot een waarneming Binnen de locaties zelf zijn geen archeologische monumenten, waarnemingen of vondstmeldingen gedocumenteerd in het Archeologische Informatiesysteem (Archis) Binnen de oude kern van Berkel zijn drie waarnemingen geregistreerd Waarnemingsnr 2011 houdt verband met een opgraving bij de NH Kerk in 1949 na afbraak van het Gotische koor van de Nederlands Hervormde kerk Het schip van de kerk was al in de 17 e eeuw wegens bouwvalligheid gesloopt en vervangen Het huidige gebouw vertoonde sporen van verzakkingen Een zeer drassige veenbodem was de oorzaak van de bouwvalligheid van opeenvolgende kerken op deze plek 9 Deze locatie is op de beleidskaart van 2009 aangegeven als vindplaats 12 Waarnemingsnr houdt verband met een archeologische begeleiding in 2004 waarbij allerlei bewoningsresten zijn aangetroffen uit de Late Middeleeuwen en Nieuwe Tijd, waaronder de muurrestanten van een schuurtje opgebouwd uit (mogelijk hergebruikte) gele IJsselsteentjes De structuur wordt gedateerd tussen 100 en Deze locatie is op de beleidskaart van 2009 aangegeven als vindplaats 13 (Onderzoeksmeldingsnr 7812 en 1737) Kerkhof 2009, 51 7 Kerkhof Mondelinge mededeling mevr P Kloosterman (gemeente Lansingerland), Ypey Kruidhof 2004 VESTIGIA BV Archeologie & Cultuurhistorie 4 Rapportnummer: V927, conceptversie 10, dd

89 V Vier ontwikkellocaties te Berkel en Rodenrijs Centrum, gemeente Lansingerland Waarnemingsnr tenslotte heeft betrekking op een begeleiding door de archeologische vereniging De Wende in 1997, op de adressen Herenstraat 1 en 18, waarbij grote hoeveelheden vondsten uit de Late Middeleeuwen en Nieuwe tijd zijn gedaan (Onderzoeksmeldingsnr 188/2030 en 39021) Rond 1400 is op het perceel Herenstraat 18 het eerste stenen huis gebouwd, de herberg D Oranjenboom Het Regthuijs dat in 1714 werd gebouwd is het tweede gebouw geweest op dit gedeelte van het perceel Onder het pand aan de Herenstraat 1 ( t Raedhuijs) lag een meter zand met puin, met af en toe aardewerk uit de 17 e eeuw Daarna stuitte men op een harde zwarte laag met veel scherfmateriaal uit de 15 e eeuw, mogelijk afkomstig van de herberg De fundering van t Raedhuys (waarvan uit de archieven eveneens de bouwdatum 1714 bekend was) werd bij de sloop van het pand blootgelegd In het verslag wordt nog opgemerkt dat onder de zwarte laag aarde een ongeroerd veenpakket lag dat enkele meters dik bleek 11 Op circa 100 m ten westen van locatie 1 is in 2010 een booronderzoek uitgevoerd De resultaten hiervan zijn nog niet bekend (onderzoeksnr 40093) Direct ten noorden van de kerk, binnen 100 m ten noordwesten van locatie 1 en 2 is in 2007 ook een booronderzoek uitgevoerd; hierbij is op basis van het ontbreken van aanwijzingen voor de aanwezigheid van archeologische resten geen vervolgonderzoek geadviseerd (onderzoeksnr 25341) Op circa 150 m ten zuiden van locatie 5 is in 2004 een booronderzoek uitgevoerd Hierbij heeft men wadplaat- of getijdeafzettingen aangetroffen De bodem was tot m -mv verstoord; er is geen vervolgonderzoek geadviseerd (onderzoeksnr 7483) In 2005 heeft op ca 250 m ten noorden van locatie 3 en 5 een booronderzoek plaatsgevonden; artefacten als scherven en pijpekoppen lagen in een geroerde laag en er is geen vervolgonderzoek geadviseerd (onderzoeksnr 14085) Ten zuidwesten van het plangebied bevindt zich een cluster van acht waarnemingen, op circa 1 tot 2 km afstand De waarnemingen , , , en zijn afkomstig van een veldkartering door RAAP in Waarneming en betrof vuursteenvondsten; waarnemingen , en betrof aardewerk uit de Late Middeleeuwen De waarnemingen 42085, en zijn eveneens afkomstig van één onderzoek, uitgevoerd door BOOR in Waarneming is een complex van houtskoolsresten, stratigrafisch in het Neolithicum geplaatst, net als in het geval van en Hoewel deze waarnemingen dus op enkele kilometers van het plangebied liggen, is het van belang hier op te merken dat al deze waarnemingen zich binnen een zelfde welving van het landschap bevinden als in ieder geval locatie 5 (en mogelijk ook locaties 1, 2 en 3) en waarbij al deze acht voornoemde waarnemingen, met uitzondering van die daar net buiten valt, zich binnen de aandachtszone voor de Formatie van Kreftenheye (donken) bevinden Tenslotte is voor de archeologische verwachting van belang op te merken dat op circa 4 km ten zuidoosten van de ontwikkellocaties in de jaren 80 een bekende Neolithische vindplaats is aangetroffen Het betreft een seizoenskamp van waaruit de omgeving werd geëxploiteerd door middel van jacht en visserij Op de vindplaats zijn zeer goed geconserveerde organische resten gevonden, zoals: visfuiken en botmateriaal Het kamp bevindt zich, net als locatie 5, op een getijdevlakte van het Laagpakket van Wormer 14 Deze vindplaats maakt duidelijk dat ook de aanwezigheid dit soort goed geconserveerde, zeldzame archeologische waarden in het plangebied niet uitgesloten kunnen worden 11 Van Westreenen 1997 In aanvulling op deze publicatie is de Archeologische Vereniging De Wende aangeschreven met een verzoek voor aanvullende informatie Tot op moment van publicatie van het onderhavige rapport is hierop geen antwoord ontvangen 12 Visscher Peters Kerkhof 2009, 42-3; Louwe Kooijmans et al 2005 VESTIGIA BV Archeologie & Cultuurhistorie 5 Rapportnummer: V927, conceptversie 10, dd

90 V Vier ontwikkellocaties te Berkel en Rodenrijs Centrum, gemeente Lansingerland Historische geografie Vanaf de 10 e eeuw werden de Hollandse veengebieden ontgonnen Dit vond plaats vanuit ontginningsdorpjes die werden gesticht bij bestaande waterlopen die fungeerden als ontginningsas Berkel en Rodenrijs en Bleiswijk zijn alle ontstaan als ontginningsdorp en vermoedelijk geldt dit ook voor Bergschenhoek De ontginningen in het gebied van Berkel en Rodenrijs begonnen ten zuiden van Berkel waarbij de Leede als ontginningsas diende De dorpskerk werd in 12 gesticht door Alewines van Rodenrijs en Arnestus van Wulven De terp waarop de kerk staat is mogelijk reeds omstreeks 00 opgeworpen als vluchtgebied in verband met de hoge waterstand 15 Afbeelding 1 Uitsnede kaart Jan Jansz Stampioen (184) 1 Op een overzichtskaart van het Hoogheemraadschap van Schieland door Jan Jansz Stampioen uit 184 is de oude kern van Berkel te zien (afbeelding 1) Links op de kaart loopt de Rooderijsche wegh richting het zuiden; rechts op de kaart loopt de Berckelsche wegh richting het noorden Op de kaart is de kleine kern te zien met de kerk, en de Coornmole t Windaes Tot in de 20 e eeuw zal op deze plek een molen blijven staan Bebouwing is op deze kaart veelal schematisch weergegeven, maar geeft een aardige indruk hoe Berkel er aan het eind van de 17 e eeuw uitzag De eerste betrouwbare en gedetailleerde kaart die ons duidelijke aanwijzingen kan geven omtrent historische bebouwing binnen de 4 ontwikkellocaties is de kaart van Kruikius uit 1712 Op deze kaart liggen de 4 locaties rond de dorpskern van Berkel 17 De exacte begrenzing van de vier locaties op de kaart van Kruikius is lastig gezien de projectie van deze kaart en geconstateerde onnauwkeurigheden bij het georeferen Op afbeelding 2 is bij benadering locatie 1, 2 en 3 aangegeven Te zien valt dat het zuidelijke gedeelte van locatie 1 in een watertje ligt (een petgat), genaamd De Wildert Het noordelijke deel bestaat deels uit weide en tuintjes, maar ook is duidelijk te zien dat binnen locatie 1 bebouwing is aangegeven: de Pastory Locatie 2 en 3 lijken buiten de bebouwing te liggen Op afbeelding 3 is locatie 5 globaal weergegeven: deze ligt op dat moment buiten de bebouwde kom in weidegebied 15 Klaaasesz 193, 12 1 wwwwatwaswaarnl 17 wwwwatwaswaarnl VESTIGIA BV Archeologie & Cultuurhistorie Rapportnummer: V927, conceptversie 10, dd

91 V Vier ontwikkellocaties te Berkel en Rodenrijs Centrum, gemeente Lansingerland Afbeelding 2 Uitsnede kaart van Kruikius (1712) 18 De locaties 1, 2 en 3 zijn globaal in rood aangegeven De rode pijl geeft het noorden aan Afbeelding 3 Uitsnede kaart van Kruikius (1712) 19 De locatie 5 is globaal in rood aangegeven De rode pijl geeft het noorden aan 18 wwwwatwaswaarnl 19 wwwwatwaswaarnl VESTIGIA BV Archeologie & Cultuurhistorie 7 Rapportnummer: V927, conceptversie 10, dd

92 V Vier ontwikkellocaties te Berkel en Rodenrijs Centrum, gemeente Lansingerland Afbeelding 4 Uitsnede Topografische militaire kaart van De vier locaties zijn globaal met een rode ovaal aangegeven Afbeelding 4 Uitsnede Topografische militaire kaart van De vier locaties zijn globaal met een rode ovaal aangegeven 20 wwwwatwaswaarnl 21 wwwwatwaswaarnl VESTIGIA BV Archeologie & Cultuurhistorie 8 Rapportnummer: V927, conceptversie 10, dd

93 V Vier ontwikkellocaties te Berkel en Rodenrijs Centrum, gemeente Lansingerland Door daling van het maaiveld en verslechterende afwatering groeiden de petgaten en kavelden de veenlanden steeds verder af, waardoor de dorpen en de dijken in toenemende mate door het water werden bedreigd In de 18 e eeuw besloot men over te gaan op grootschalige droogmaling van de veenplassen In Berkel en Rodenrijs werden tussen 1774 en 1777 de Noord-, West- en Zuidpolders drooggemalen met behulp van windmolens en in de 19 e eeuw verdwenen de laatste veenplassen Op de kadasterkaart is behalve de pastorie in locatie 1 verder geen bebouwing zichtbaar binnen de 4 locaties, maar is wel zichtbaar dat rondom de bebouwde kom een vaart met een dijk is aangebracht als bescherming tegen het water en voor een betere afwatering Binnen locatie 1 lijkt een tuin te liggen Het perceel van de pastorie wordt in west-oost richting doorsneden door een sloot die naar een vierkante vijver leidt, direct ten oosten van locatie 1 Op de Topografische militaire kaart in kleur van is deze vijver eveneens zichtbaar Locaties 2 en 3 liggen buiten de dijk in weidegebied en locatie 5 is nu deels gelegen in een veenplas (afbeelding 4) Op deze kaart is voor het eerst ten noordoosten van de kerk de dorpstol zichtbaar Op de Topografische militaire kaart van 1877 is te zien dat de tuin met vijver in locatie 1 is verkleind en nu meer naar het westen is verschoven, waarschijnlijk net binnen het plangebied aan de zuidoost zijde De situatie voor locaties 2 en 3 zijn niet veranderd; de veenplas bij locatie 5 is inmiddels drooggemaakt ( Nieuwe Droogmakerij, afbeelding 5) Op de Topografische kaart van 1939 is in locatie 1 is behalve bebouwing op het perceel van de pastorie alleen nog op het perceel direct ten zuiden daarvan gelegen een huis te zien Locatie 2 heeft een enkel huis op het perceel, maar ook wat kassenbouw Rondom locatie 3 staan wat kassen maar lijkt verder onbebouwd Bij locatie 5 is nu de Westersingel in aanleg te zien, met daarlangs wat eerste verspreide bebouwing en aan de noordgrens een aantal kassen Vanaf de 0 er en 70 er jaren van de vorige eeuw worden de locaties steeds verder volgebouwd tot aan de huidige situatie Met betrekking tot de locaties 1, 2 en 3 is bij het Bodemloket geen informatie bekend met betrekking tot verstoringen Voor locatie 5 geldt dat aan de oostzijde van de Westersingel in 1997 een sanering heeft plaatsgevonden; tot hoe diep is onbekend Aan de Westersingel 39 (westzijde van de Westersingel, tegenover de HEMA/AH) heeft in 2004 een sanering plaatsgevonden Gespecificeerde archeologische verwachting Op basis van het bureauonderzoek kan voor de vier ontwikkellocaties de volgende gespecificeerde verwachting worden opgesteld 1) Gemeentehuis: op de concept archeologische beleidskaart van 2009 heeft locatie 1 een hoge archeologische verwachting meegekregen op basis van de ligging binnen de oude dorpskern en het historisch bebouwingslint Deze hoge verwachting voor sporen uit de Late Middeleeuwen/Nieuwe tijd kan op basis van het bureauonderzoek worden bevestigd, met name in het noordwestelijke gedeelte van het plangebied Hier heeft in ieder geval al minstens vanaf 1712 de pastorie gestaan, maar gezien de ligging nabij de kerk heeft zich hier mogelijk al eerder bebouwing bevonden Ook kunnen de resten van een kerkhof niet worden uitgesloten Deze sporen kunnen op of dicht onder het maaiveld worden aangetroffen Het zuidelijke gedeelte van locatie 1 (waar nu het gemeentehuis staat) is mogelijk al eerder diverse keren vergraven 2) Van Koetsveldstraat: op de concept archeologische beleidskaart van 2009 heeft locatie 2 een hoge archeologische verwachting op basis van de ligging binnen een historisch bebouwingslint Voor 22 wwwbodemloketnl VESTIGIA BV Archeologie & Cultuurhistorie 9 Rapportnummer: V927, conceptversie 10, dd

94 V Vier ontwikkellocaties te Berkel en Rodenrijs Centrum, gemeente Lansingerland historische bebouwing op deze locatie zijn op basis van de kaarten uit 1712 en geen aanwijzingen te vinden Op de kaart van 1712 ligt locatie 2 buiten het bebouwingslint, en op de kaart van ligt het ten oosten van de dijk die rondom de kerk is opgeworpen De hoge verwachting voor sporen uit de Late Middeleeuwen/Nieuwe tijd kan dan ook worden bijgesteld tot laag Locatie 2 is echter mogelijk wel op een inversierug gelegen, afgezet vanaf 4000 vchr Daarom geldt voor locatie 2 ook een middelhoge verwachting voor het Vroeg- en Midden-Neolithicum Archeologische vondsten en sporen uit deze periode kunnen in theorie worden aangetroffen op de kreekafzettingen en op een eventueel aanwezige donk/rivierduin Archeologische resten uit deze perioden kunnen worden aangetroffen vanaf het maaiveld tot enkele meters daaronder Door de ondiepe ligging (zeker de kreekafzettingen), veenwinning en vervolgens kassenbouw en woningbouw zijn eventueel aanwezige archeologische lagen mogelijk minder goed geconserveerd 3) Oranjestraat-Julianastraat : locatie 3 is gezien de ligging binnen de (laaggelegen) wadvlakten in principe nooit geschikt geweest voor bewoning Ook op historisch kaartmateriaal zijn geen aanwijzingen voor bewoning; de locatie ligt buiten het historisch bewoningslint Voor deze locatie geldt dan verder ook geen archeologische verwachting 5) Westersingel 2 e fase ING locatie: vanwege de relatief hoge ligging op een getij-inversierug heeft locatie 5 een middelhoge verwachting voor sporen uit het Vroeg- en Midden-Neolithicum Archeologische vondsten en sporen uit deze periode kunnen in theorie worden aangetroffen op de kreekafzettingen en op een eventueel aanwezige donk/rivierduin Archeologische resten uit deze perioden kunnen worden aangetroffen vanaf het maaiveld tot enkele meters daaronder Door de ondiepe ligging (zeker de kreekafzettingen) en veenwinning zijn eventueel aanwezige archeologische lagen mogelijk minder goed geconserveerd Dit geldt in ieder geval voor het zuidelijk en noordoostelijk gedeelte van locatie 5 waar de huidige bebouwing en oppervlakteverharding aanwezig is Aanwijzingen voor eerdere (historische) bebouwing zijn op basis van het cartografische materiaal niet aanwezig Aanbevelingen Gezien de verhoogde verwachting voor locaties 1, 2 en 5 acht Vestigia BV het wenselijk een aanvullend inventariserend booronderzoek uit te voeren - Gezien de hoge verwachting voor locatie 1 stelt Vestigia Bv voor om op deze locatie een archeologisch booronderzoek uit te voeren Met een dichtheid van 10 boringen per hectare zou dit neerkomen op circa 12 boringen, waarmee tussen een halve dag tot één dag veldwerk is gemoeid - Voor de locaties 2 en 5 (tezamen ca 4 hectare), waarbinnen mogelijk sprake is van substantiële verstoringen (door veenwinning en recente bebouwing en saneringen) stelt Vestigia BV voor dit te doen door een grofmazig verkennend archeologisch booronderzoek (ca 2 á 3 boringen per ha) Voor een plangebied van ca 4 ha zou dit neerkomen op 8 tot 12 boringen, waarmee eveneens ongeveer tussen een halve dag en één dag veldwerk is gemoeid Tijdens het booronderzoek zullen in de eerste plaats de fysisch-geografische en bodemkundige gegevens van het plangebied worden getoetst Om een goede indruk van de dieper gelegen landschappelijke kenmerken te krijgen wordt geadviseerd om per locatie in ieder geval twee van de boringen door te zetten tot 4,0 m onder maaiveld, en de rest minstens tot 2 m -mv VESTIGIA BV Archeologie & Cultuurhistorie 10 Rapportnummer: V927, conceptversie 10, dd

95 V Vier ontwikkellocaties te Berkel en Rodenrijs Centrum, gemeente Lansingerland Literatuur Geel, B van/sjp Bohncke/H Dee, 1980/1981: A palaeoecological study of an upper late glacial and holocene sequence from de borchert, The Netherlands, Review of Palaeobotany and Palynology 31, Hoek, W Z, 2001: Vegetation response to the ~147 and ~115 ka cal BP climate transitions: is vegetation lagging climate?, Global and Planetary Change 30 (1-2), Hoek, W Z, 2008: The Last Glacial-Interglacial transition, Episodes 31(2), Kerkhof, M 2009: Lansingerland Een archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart (DAR 97), Delft Klaasesz, J 193: Niet verouderd, wel veranderd Berkel en Rodenrijs, Berkel en Rodenrijs Kruithof, CN 2004: Plangebied Julianastraat (RAAP-notitie 901), Amsterdam Louwe Kooijmans, LP/PW van den Broeke/H Fokkens/A van Gijn, 2005: Nederland in de prehistorie, Amsterdam Peters, FJC, 1999: Vinex locatie noordrand III, Berkel en Rodenrijs, gemeente Lansingerland (ZH) (BOOR-rapport 52), Rotterdam Rasmussen, SO/KK Andersen/AM Svensson/JP Steffensen/BM Vinther/HB Clausen/M-L Siggaard-Andersen/SJ Johnsen/LB Larsen/D Dahl-Jensen/M Bigler/R Röthlisberger/H Fischer/K Goto-Azuma/ME Hansson/U Ruth, 200: A new Greenland ice core chronology for the last glacial termination, Journal of Geophysical Research 111, D0102 Visscher, HCJ, 1990: Oude Leede; Een archeologische kartering en inventarisatie, Amsterdam (RAAPrapport 3A) Westerhoff, WE/TE Wong/EFJ de Mulder, 2003: Opbouw van de ondergrond Opbouw van het Neogeen en Kwartair, in: EFJ de Mulder/MC Geluk/IL Ritsema/WE Westerhoff/TE Wong (red), De ondergrond van Nederland, Houten Westreenen, P van, 1997: D Oranjeboom of t Raedthuijs Verslag van het archeologisch onderzoek aan de Herenstraat 1 en 18 te Berkel en Rodenrijs februari 1997 (Archeologische Vereniging De Wende), Berkel Ypey, J 1950: Berkel, ZH, Bulletin van de Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond 1949 (3), Leiden, Kolom 5 Digitale bronnen - Archeologisch Informatiesysteem (Archis): - Bodemloket: wwwbodemloketnl - CultuurHistorische HoofdStructuur provincie Zuid-Holland (CHS): - Historische Vereniging Berkel en Rodenrijs: wwwhistverberkelenrodenrijsnl - Watwaswaar: wwwwatwaswaarnl VESTIGIA BV Archeologie & Cultuurhistorie 11 Rapportnummer: V927, conceptversie 10, dd

96 V Vier ontwikkellocaties te Berkel en Rodenrijs Centrum, gemeente Lansingerland Kaarten en bijlagen Kaart 1: Kaart 2: Kaart 3: Kaart 4: Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Ligging plangebied Bodem Geomorfologie Archeologie Overzicht van archeologische en geologische perioden Toelichting Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek Uitdraai Archisgegevens VESTIGIA BV Archeologie & Cultuurhistorie 12 Rapportnummer: V927, conceptversie 10, dd

97 KAART 1 - LIGGING PLANGEBIED / LEGENDA Grens plangebied (met nummer) Topografie (top25tomove) Grasland Bos Akkerland Heide / open natuur Water Hoofdwegen Overige wegen / paden Bebouwing Project: Rapport: Datum: Bron: V : 4 ontwikkellocaties, Berkel en Rodenrijs V927 versie augustus 2011 Kadaster Tekenaar: Schaal: Janssens A4 / 1: m

98

99 / LEGENDA Project: Rapport: Datum: Bron: Tekenaar: Schaal: 0 Grens plangebied Topografie (top25tomove) Vlakte van getij-afzettingen Welvingen in getij-afzettingen Getij inversierug Bebouwing V : 4 Ontwikkellocaties, Berkel en Rodenrijs V927 versie augustus 2011 GKN 1:50000 Janssens A4 / m KAART 3 - GEOMORFOLOGIE

100 / LEGENDA Project: Rapport: Datum: Bron: Tekenaar: Formaat: 0 Grens plangebied Topografie (1:25000 raster) Hoge verwachting Hoge verwachting Middelhoge verwachting Middelhoge verwachting Aandachtszone Kreftenheye Archis-waarneming V : 4 Ontwikkellocaties, Berkel en Rodenrijs V augustus 2011 Kerkhof 2009 Janssens A4 / 1: m KAART 4- ARCHEOLOGIE # # #

101

102 Bijlage 2: Toelichting archeologisch proces Bureauonderzoek (KNA 32 Deel II Protocol 4002) Het doel van een bureauonderzoek is het verwerven van informatie, aan de hand van bestaande bronnen, over bekende of verwachte archeologische waarden, binnen een omschreven gebied Het resultaat is een standaardrapport met een gespecificeerde archeologische verwachting, op basis waarvan een beslissing genomen kan worden ten aanzien van (eventueel) vervolgonderzoek Het rapport bevat, waar mogelijk, gegevens over aan- of afwezigheid, aard, omvang, ouderdom, gaafheid, conservering en (relatieve) kwaliteit van archeologische waarden en aardwetenschappelijke eigenschappen (LS02 t/m LS04) Afhankelijk van de omvang van de toekomstige (planologische) ingreep en werkzaamheden, de aard van de aanleiding tot het bureauonderzoek en de vraagstelling (LS01), zullen aanvullende gegevens moeten worden verzameld Hierbij blijft de doelstelling van het bureauonderzoek (het komen tot een gespecificeerde verwachting) overeind (LS05) Ten aanzien van archeologisch onderzoek in de bebouwde omgeving kunnen ondergrondse bouwhistorische waarden aangetast worden Het is daarom wenselijk om ook in het archeologisch bureauonderzoek aandacht te schenken aan de bebouwde omgeving en het voorkomen van ondergrondse bouwhistorische waarden, en zo een gespecificeerde verwachting op te stellen op basis van alle cultuurhistorische waarden in het onderzoeksgebied Vervolgens wordt het rapport opgesteld (LS0) en de gegevens aangeleverd bij Archis, waarna het proces kan worden afgesloten Daarnaast dient de digitale documentatie binnen twee jaar na afronding van het standaardrapport overgedragen te worden aan het e-depot (wwwednanl) (DS05) Het bureauonderzoek geldt als onderbouwing voor het door Vestigia BV Archeologie & Cultuurhistorie opgestelde advies Dit advies gaat nader in op de eventuele risico s en benodigde vervolgstappen bij de verdere ruimtelijke ontwikkeling Uit het advies kan volgen dat het archeologische verwachtingsmodel nader in het veld getoetst dient te worden Dit kan door middel van een Inventariserend Veldonderzoek Overig (booronderzoek) en/of een Inventariserend Proefsleuvenonderzoek Dit veldonderzoek leidt of tot vrijgave van het onderzoeksgebied of tot een advies voor behoud van de vindplaats en indien niet mogelijk nader archeologisch onderzoek Indien fysiek behoud niet mogelijk is, dient een opgraving of archeologische begeleiding uitgevoerd te worden Voor een Inventariserend Veldonderzoek Overig is een Plan van Aanpak vereist, dat 10 dagen van te voren ter inzage dient te liggen bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Voor de andere typen archeologisch onderzoek dient eerst een Programma van Eisen opgesteld te worden Dit Programma van Eisen dient goedgekeurd te worden door het bevoegd gezag (meestal de betreffende gemeente) Vestigia is bevoegd om het gehele archeologische proces te doorlopen Het is aan het bevoegd gezag om uiteindelijk te beslissen of na het bureauonderzoek nog andere archeologische werkzaamheden verricht dienen te worden Het advies uitgebracht door Vestigia kan daarbij een belangrijke rol spelen en als zodanig ingebracht worden bij bestemmingsplanontwerpen of wijzigingen en aanvragen voor bouwvergunningen Indien gewenst, draagt Vestigia zorg voor een adequate afstemming van de resultaten met de betrokken gemeentelijke afdelingen Op deze wijze wordt voorkomen dat in een later stadium discussie ontstaat over de gemaakte analyses

103 Inventariserend Veldonderzoek (KNA 32 Deel II Protocol 4003) Het doel van inventariserend veldonderzoek (IVO) is het aanvullen en toetsen van de gespecificeerde archeologische verwachting door middel van waarnemingen in het veld, waarbij (extra) informatie wordt verkregen over bekende en/of verwachte archeologische waarden binnen een onderzoeksgebied Dit omvat de aan- of afwezigheid, de aard, de omvang, de datering, de gaafheid, de conservering en de inhoudelijke kwaliteit van de archeologische waarden Het resultaat van een IVO is een rapport met een waardering en een inhoudelijk (selectie-)advies (buiten normen van tijd en geld), aan de hand waarvan een beleidsbeslissing (meestal een selectiebesluit) genomen kan worden (SP02, VS02 t/m VS07, DS01 t/m DS05) Dit betekent dat de veldactiviteiten uitgevoerd worden tot het niveau waarop deze beslissing gefundeerd genomen kan worden Vestigia brengt naar aanleiding van het veldonderzoek een gespecificeerd advies uit, op basis waarvan het bevoegd gezag een besluit kan nemen over de wijziging in het bestemmingsplan van het onderzoeksgebied en eventueel nog te nemen vervolgstappen in het onderzoek Bij het IVO kan een onderscheid aangebracht worden in een verkennende, karterende en waarderende fase: De verkennende fase heeft tot doel inzicht te krijgen in de gaafheid van vormeenheden van het landschap, voor zover deze van invloed zijn op de locatiekeuze in het verleden Het doel is kansarme zones uit te sluiten en kansrijke zones te selecteren voor de volgende fasen van onderzoek De karterende fase heeft tot doel het onderzoeksterrein systematisch te onderzoeken op de aanwezigheid van vondsten en/of sporen De waarderende fase heeft tot doel het waarnemingsnet te verdichten om de aard, omvang, datering, gaafheid, conservering en inhoudelijke kwaliteit van de archeologische resten vast te stellen Cruciaal voor de uitvoering van het IVO is de keuze voor een bepaalde onderzoeksmethode, waarmee de gespecificeerde archeologische verwachting, gesteld in het bureauonderzoeksrapport getoetst kan worden in het veld Dit dient in een Plan van Aanpak duidelijk gemaakt te worden (VS01, SP01) Als eisen gelden een verantwoording van alle gebruikte informatie, waarop de keuze gebaseerd wordt en een beschrijving van de veronderstelde kenmerken van de verwachte archeologische vindplaatsen mbt diepteligging, omvang, archeologische indicatoren, ruimtelijke verdelingen binnen de vindplaats, artefacten Boor- en proefsleuvenonderzoek zijn op dit moment de enige karterende methoden voor het opsporen van (nietzichtbare) sites buiten de historische kern die breed inzetbaar zijn Andere prospectietechnieken zijn alleen in specifieke omstandigheden toepasbaar (bv grondradar) Daarnaast kan de oppervlaktekartering een bijzonder waardevolle aanvulling zijn op een boor- of proefsleuvenonderzoek, met name daar waar (plaatselijk) sprake is van het aanploegen van vondstlagen of de aanwezigheid van molshopen en geschoonde sloten Booronderzoek is een geschikte prospectietechniek voor het opsporen van sites die zich kenmerken door een archeologische laag of een vondststrooiing met een voldoende hoge dichtheid Indien een op te sporen site zich kenmerkt door een lage vondstdichtheid (< 40 vondsten/m²) is booronderzoek minder geschikt en kan een proefsleuvenonderzoek een betere methode zijn Voor details naar verschillende boormethoden wordt verwezen naar de KNA Leidraad Inventariserend Veldonderzoek deel Karterend booronderzoek Vestigia BV Archeologie & Cultuurhistorie is bevoegd tot het doen van alle fasen van booronderzoek Ten aanzien van de rapportage en aanleveringseisen tot deponering gelden dezelfde eisen als bij een bureauonderzoek met het verschil dat eventueel vondstmateriaal (vondsten, monsters) binnen twee jaar na afronding van het veldwerk conform de eisen van het depot bij het aangewezen depot wordt aangeleverd (DS01 t/m DS05)

104 Bijlage 3: Uitdraai Archis-gegevens

105 Uitgebreide Rapportage Onderzoeksmeldingen Onderzoeksmelding: Naam onderzoek: Toponiem: Plaats: Gemeente: Provincie: Type onderzoek: Uitvoerder: Projectleider: Opdrachtgever: Bevoegd gezag: Aanmelding: Motief: 188 HERENSTRAAT Berkel Lansingerland Zuid-Holland Ingevoerd door/op: archis / Toelichting Bouwwerkzaamheden sloop + nieuwbouw Kaartblad: 37F Coördinaten: Onbekend Onbekend Onbekend Onbekend Onbekend Aanvang: Geschatte duur: Bouwwerkzaamheden / van 20

106 Uitgebreide Rapportage Onderzoeksmeldingen Onderzoeksmelding: Naam onderzoek: Toponiem: Plaats: Gemeente: Provincie: Type onderzoek: Uitvoerder: Projectleider: Opdrachtgever: Bevoegd gezag: Aanmelding: Motief: 2030 HERENSTRAAT Berkel Lansingerland Zuid-Holland Ingevoerd door/op: archis / Kaartblad: 37F Coördinaten: Onbekend Onbekend Onbekend Onbekend Onbekend Aanvang: Geschatte duur: Bouwwerkzaamheden Toelichting Noodonderzoek/bouwwerkzaamheden sloop en nieuwbouw / van 20

107 Uitgebreide Rapportage Onderzoeksmeldingen Onderzoeksmelding: Naam onderzoek: Toponiem: Plaats: Gemeente: Provincie: Type onderzoek: Uitvoerder: Projectleider: Opdrachtgever: Bevoegd gezag: Aanmelding: Motief: 3371 Bergschenhoek Lansingerland Zuid-Holland Ingevoerd door/op: mvoor / Kaartblad: 37F Coördinaten: Archeologisch: booronderzoek RAAP Archeologisch Adviesbureau Niet van toepassing Gemeente Bergschenhoek Niet van toepassing Aanvang: Geschatte duur: Overige grondwerkzaamheden / Toelichting Project: AAI VINEX-locatie Bergschenhoek (gemeente Bergschenhoek); een Aanvullende Archeologische Inventarisatie (AAI) Bureau- en veldonderzoek (oppervlaktekartering en booronderzoek) in en rond Bergschenhoek (plangebieden Centrum, Akkertje en delen van de Oosteindse en Boterdorpse Polder) 0 Onderzoek bij deze melding Onderzoeksnummer: Diepte onderzoek: Gereedmelding: Ingevoerd door /op: mvoor / Type onderzoek: Archeologisch: booronderzoek 500 Aantal putten: 0 Aantal boringen: Selectieadvies RAAP, 2002: Grondwerkzaamheden dieper dan 1,0 m -Mv onder archeologisch toezicht laten plaatsvinden AAO door middel van proefsleuven op vindplaats 3 om de archeologische waarde vast te kunnen stellen Selectiebesluit selectiebesluit onbekend; provinciaal archeoloog? Toelichting Het onderzoek heeft in het buitengebied van Bergschenhoek aanwijzingen voor drie vindplaatsen opgeleverd In de plangebieden in het dorpscentrum van Bergschenhoek zijn tot 1,0 a 2,0 m -Mv overblijfselen uit een vroege bouwfase van Bergschenhoek te verwachten (in plangebied Centrum, met name ten zuiden van De Kruin en de Dorpsstraat; in plangebied Akkertje ten noorden van de Smitshoek en de RK kerk) Het onderzoek heeft nauwelijks gegevens opgeleverd die de huidige status van de CMA terreinen in het gebied (nrs 37F-001, 37F- 002 en 37F-003) rechtvaardigen (`vindplaats 3' ligt op CMA terrein 37F-001) Literatuur: Deunhouwer, P, 2001: VINEX-locatie Bergschenhoek, gemeente Bergschenhoek; een Aanvullende Archeologische Inventarisatie (AAI), RAAP-rapport van 20

108 Uitgebreide Rapportage Onderzoeksmeldingen Onderzoeksmelding: Naam onderzoek: Toponiem: Plaats: Gemeente: Provincie: Type onderzoek: Uitvoerder: Projectleider: Opdrachtgever: Bevoegd gezag: Aanmelding: Motief: 5390 Niet van toepassing Pijnacker-Nootdorp Zuid-Holland Ingevoerd door/op: marit / Kaartblad: 37E Coördinaten: Archeologisch: booronderzoek RAAP Archeologisch Adviesbureau Niet van toepassing Landinrichtingsdienst Niet van toepassing Aanvang: Geschatte duur: Overige grondwerkzaamheden 8929 / Toelichting Kaartblad: 37E en 37F Coordinaten: Toponiem: Oude Leede Gemeente: Provincie: Zuid-Holland Type onderzoek: veldverkenning Aanvang: 1988 (?) Beeindiging: 1988 (?) Geschatte duur: Onderzoeker(s): Motief: overige grondwerkzaamheden Complextype(n): Datering: Diversen: Aanvullende Archeologische Inventarisatie (AAI-1) in herinrichtingsgebied Oude Leede, bestaande uit een veldverkenning en een inventarisatie 0 Onderzoek bij deze melding Onderzoeksnummer: Diepte onderzoek: Gereedmelding: Monumentnr: Monumentnr: Monumentnr: Monumentnr: Monumentnr: Monumentnr: Ingevoerd door /op: marit / Type onderzoek: Archeologisch: (veld)kartering Aantal putten: Aantal boringen: CMA-code: 37E CMA-code: 37E CMA-code: 37E - 08 CMA-code: 37E CMA-code: 37E CMA-code: 37F Selectieadvies RAAP 1990: Voor aanbevelingen per vindplaats: zie RAAP-rapport 3A Status: Status: Status: Status: Status: Status: Terrein van zeer hoge archeologische waarde, beschermd Terrein van hoge archeologische waarde Terrein van hoge archeologische waarde Terrein van hoge archeologische waarde Terrein van hoge archeologische waarde Terrein van hoge archeologische waarde Toelichting 4 van 20

109 Uitgebreide Rapportage Onderzoeksmeldingen Literatuur: Visscher, HCJ, 1990: Oude Leede: Een archeologische kartering en inventarisatie RAAP-rapport 3A 5 van 20

110 Uitgebreide Rapportage Onderzoeksmeldingen Onderzoeksmelding: Naam onderzoek: Toponiem: Plaats: Gemeente: Provincie: Type onderzoek: Uitvoerder: Projectleider: Opdrachtgever: Bevoegd gezag: Aanmelding: Motief: 7483 Rodenrijseweg 2 Berkel en Rodenrijs Lansingerland Zuid-Holland Ingevoerd door/op: sstaa / Kaartblad: 37F Coördinaten: Archeologisch: booronderzoek Archeomedia / Arnicon Staak, van der Particulier Niet van toepassing Aanvang: Geschatte duur: Bouwwerkzaamheden / Toelichting Coordinaten: 92277/ Datum einde onderzoek: Projectmedewerkers: E Noels en B Nieland Complextype(n): --- Datering: --- Diversen: Naar aanleiding van de voorgenomen sloop van een bestaande schuur en de nieuwbouw van een tweetal woningen heeft ArcheoMedia BV, in opdracht van Arteko 90 op de locatie Rodenrijseweg 2 te Berkel en Rodenrijs een inventariserend veldonderzoek, te weten een karterend booronderzoek, verricht 1 Inventariserend veldonderzoek naar aanleiding van geplande nieuwbouw van twee woonhuizen ArcheoMedia projectnummer A Z Onderzoek bij deze melding Onderzoeksnummer: Type onderzoek: Archeologisch: booronderzoek Diepte onderzoek: Aantal putten: Aantal boringen: Gereedmelding: Ingevoerd door /op: jusmi / Selectieadvies op grond van de onderzoeksresultaten wordt geconcludeerd dat er geen archeologische waarden op de onderzoekslocatie aangetroffen zijn De onderzoeksresultaten vormt geen belemmering voor de voorgenomen nieuwbouw van twee woonhuizen Archeologisch vervolgonderzoek op deze locatie is niet noodzakelijk Toelichting Uit onderzoeksresultaten is gebleken dat de onderzoekslocatie volgens de Archeologische Monumentekaart geen onderdeel uitmaakt van een gebied met een vastgestelde archeologische waarde De ondergrond blijkens de boringen bestond uit wadplaat of getijdenafzettingen Afzettingen van Calais III op veen op oudere Afzettingen van Calais en/of Gorkum in de ondergrond Verder is uit onderzoek gebleken dat de bodem op de onderzoekslocatie tot m -mv is verstoord is De monsters, genomen uit verschillende bodemlagen, geven een verstoorde indruk Verder is het veen, dat naar verwachting in de ondergrond aanwezig zou zijn niet aangetroffen van 20

111 Uitgebreide Rapportage Onderzoeksmeldingen Literatuur: Staak-Stijnman, S van der & MWA de Koning, Verkennend archeologisch onderzoek Rodenrijseweg 2 te Berkel en Rodenrijs, ArcheoMedia BV rapport A Z, van 20

112 Uitgebreide Rapportage Onderzoeksmeldingen Onderzoeksmelding: Naam onderzoek: Toponiem: Plaats: Gemeente: Provincie: Type onderzoek: Uitvoerder: Projectleider: Opdrachtgever: Bevoegd gezag: Aanmelding: Motief: 7812 Julianastraat Berkel en Rodenrijs Lansingerland Zuid-Holland Ingevoerd door/op: marit / Kaartblad: 37F Coördinaten: Archeologisch: begeleiding RAAP Archeologisch Adviesbureau Eijk, van Particulier Niet van toepassing Aanvang: Geschatte duur: Bouwwerkzaamheden 9253 / Toelichting Coordinaten: Datum einde onderzoek: Projectmedewerkers: J van Eijk en I Briels Complextype(n): XXX Datering: LME-NT Diversen: archeologische begeleiding ivm sanerings- en en graafwerkzaamheden voor de aanleg van een bouwput 1 8 van 20

113 Uitgebreide Rapportage Onderzoeksmeldingen Onderzoeksmelding: Naam onderzoek: Toponiem: Plaats: Gemeente: Provincie: Type onderzoek: Uitvoerder: Projectleider: Opdrachtgever: Bevoegd gezag: Aanmelding: Motief: Niet van toepassing Rijnwoude Zuid-Holland Ingevoerd door/op: archis / Kaartblad: 37F Coördinaten: Archeologisch: booronderzoek RAAP Archeologisch Adviesbureau Onbekend Rijkswaterstaat Onbekend Aanvang: Geschatte duur: Overige grondwerkzaamheden Toelichting Veldverkenning, booronderzoek en geofysisch onderzoek HSL-Fase B en C Dit onderzoeksmeldingsnummer hoort bij nr Zie voor onderzoeksfases A en D: nrs en (RAAP-rapport 9) en nrs en (RAAP-rapport 304) / Literatuur: Oude Rengerink, JAM, 1997: Archeologisch onderzoek Hogesnelheidslijn (HSL) Rapportage karterend onderzoek, RAAP-rapport 113 Deel 1: Tekst Deel 2: Bijlagen 0 Onderzoek bij deze melding Onderzoeksnummer: Diepte onderzoek: Gereedmelding: Ingevoerd door /op: archis / Type onderzoek: Archeologisch: geofysisch onderzoek 800 Aantal putten: 0 Aantal boringen: Selectieadvies RAAP, 1997: Waarderend onderzoek op 18 vindplaatsen (RAAP catnrs 2, 14-17, 19-29, 31 en 33) Een ligt ten noorden van Rotterdam De overige liggen verspreid over het Develgebied, De Hoeksche Waard en Brabant Toelichting Aan de hand van oppervlaktevondsten en/of boringen konden op 35 locaties vindplaatsen worden vastgesteld Hiervan waren er 8 reeds bekend 4 vindplaatsen zijn verstoord, 4 liggen in het tunneltrace, 3 liggen naast het trace en liggen in een droogmakerij 9 van 20

114 Uitgebreide Rapportage Onderzoeksmeldingen Onderzoeksmelding: Naam onderzoek: Toponiem: Plaats: Gemeente: Provincie: Type onderzoek: Uitvoerder: Projectleider: Opdrachtgever: Bevoegd gezag: Aanmelding: Motief: Onbekend Lansingerland Zuid-Holland Ingevoerd door/op: archis / Kaartblad: 30G Coördinaten: Archeologisch: booronderzoek RAAP Archeologisch Adviesbureau Onbekend Provincie Zuid-Holland Onbekend Aanvang: Geschatte duur: Overige grondwerkzaamheden 9393 / Toelichting Toelichting Onderzoek: ""; Onderzoekstypen: "Veldverkenning en booronderzoek"; Literatuur: Oude Rengerink, JAM, Randstadrailverbinding Zoetermeer-Rotterdam (ZoRo); archeologisch onderzoek in het kader van de mer, RAAP-rapport 158, Onderzoek bij deze melding Onderzoeksnummer: Diepte onderzoek: Gereedmelding: Ingevoerd door /op: archis / Selectieadvies Nog niet ingevuld Type onderzoek: Archeologisch: booronderzoek Aantal putten: 0 Aantal boringen: van 20

115 Uitgebreide Rapportage Onderzoeksmeldingen Onderzoeksmelding: Naam onderzoek: Toponiem: Plaats: Gemeente: Provincie: Type onderzoek: Uitvoerder: Projectleider: Opdrachtgever: Bevoegd gezag: Aanmelding: Motief: Niet van toepassing Rijnwoude Zuid-Holland Ingevoerd door/op: archis / Kaartblad: 37F Coördinaten: Archeologisch: booronderzoek RAAP Archeologisch Adviesbureau Onbekend Het Rijk Onbekend Aanvang: Geschatte duur: Overige grondwerkzaamheden / Toelichting Veldverkenning en booronderzoek tbv de tracekeuze in de deeltrace's 2-noord en 7 (een aantal tracevarianten binnen een relatief brede zone) HSL-Fase A Dit onderzoeksmeldingsnummer hoort bij nr Zie voor onderzoeksfases B, C en D: nrs en (RAAP-rapport 113) en nrs en (RAAP-rapport 304) Literatuur: Haarhuis, HFA ea, 1995: Archeologisch onderzoek Hogesnelheidslijn (HSL), Fase A: Karteringsonderzoek tbv de tracekeuze, RAAP-rapport 9 0 Onderzoek bij deze melding Onderzoeksnummer: Diepte onderzoek: Gereedmelding: Ingevoerd door /op: archis / Type onderzoek: Archeologisch: booronderzoek 200 Aantal putten: 0 Aantal boringen: Selectieadvies RAAP, 1995: Op basis van de onderzoeksresultaten is tracevariant 1 het minst bedreigend voor het bodemarchief Toelichting In de Haarlemmermeerpolder zijn geen waardewolle archeologische vindplaatsen aangetroffen In de Hoogmadesche polder, werden op een stroomrug nederzettingsresten uit de IJzertijd/Romeinse tijd gevonden In de oostelijke Hoeksche waard is in elke tracevariant een vindplaats aangetroffen Met het oog op de gelijke verdeling van de vindplaatsen over de varianten, geeft de archeologische verwachtingskaart de doorslag mbt te verwachten schadelijkheid van de verschillende tracevarianten 11 van 20

116 Uitgebreide Rapportage Onderzoeksmeldingen Onderzoeksmelding: Naam onderzoek: Toponiem: Plaats: Gemeente: Provincie: Type onderzoek: Uitvoerder: Projectleider: Opdrachtgever: Bevoegd gezag: Aanmelding: Motief: Niet van toepassing Rijnwoude Zuid-Holland Ingevoerd door/op: archis / Kaartblad: 37F Coördinaten: Archeologisch: booronderzoek RAAP Archeologisch Adviesbureau Onbekend Projectgroep Archeologie HSL Onbekend Aanvang: Geschatte duur: Overige grondwerkzaamheden Toelichting Booronderzoek (HSL-fase D) Dit onderzoeksmeldingsnummer hoort bij nr / Zie voor onderzoeksfases A en B, C: nrs en (RAAP-rapport 9) en nrs en (RAAP-rapport 113) Literatuur: Oude Rengerink, JAM, 1999: Archeologisch onderzoek Hogesneldheidslijn (HSL), rapportage waarderend onderzoek (Fase D), RAAP-rapport Onderzoek bij deze melding Onderzoeksnummer: Diepte onderzoek: Gereedmelding: Ingevoerd door /op: archis / Type onderzoek: Archeologisch: booronderzoek Aantal putten: 0 Aantal boringen: Selectieadvies RAAP, 1999: AAO in de vorm van proefsleuven voor vindplaatsen 2 (HSLD-2), 14 (HSLD-), 20, 21 en 22 (HSLD-8), 23, 24 en 2 (HSLD-9) Selectiebesluit >ZUID Toelichting Zie waarnnrs , 12728, en en het rapport 12 van 20

117 Uitgebreide Rapportage Onderzoeksmeldingen Onderzoeksmelding: Naam onderzoek: Toponiem: Plaats: Gemeente: Provincie: Type onderzoek: Uitvoerder: Projectleider: Opdrachtgever: Bevoegd gezag: Aanmelding: Motief: Westersingel 102 Berkel Lansingerland Zuid-Holland Ingevoerd door/op: jlee / Kaartblad: 37F Coördinaten: Archeologisch: booronderzoek Bureau Oudheidkundig Onderzoek Gemeentewerken Rotterdam Bureau Oudheidkundig Onderzoek Gemeentewerken Rotterdam Particulier Provincie Zuid-Holland Aanvang: Geschatte duur: Bouwwerkzaamheden Toelichting Coordinaten: 9201/ Datum einde onderzoek: Projectmedewerkers: R Lelivelt & M Stronkhorst Complextype(n): --- Datering: --- Diversen: Aanleiding tot het onderzoek is voorgenomen nieuwbouw in het plangebied 9242 / Onderzoek bij deze melding Onderzoeksnummer: Diepte onderzoek: Gereedmelding: Ingevoerd door /op: jlee / Type onderzoek: Archeologisch: booronderzoek 300 Aantal putten: Aantal boringen: Selectieadvies Voor dit gebied luidt de aanbeveling dat er geen voorzieningen behoeven te worden getroffen om archeologische waarden te behouen of te ontzien Toelichting In het geroerde pakket en en op het maaiveld zijn scherven, pijpenkoppen en baksteen aangetroffen Gelet op het feit dat deze sporen mogelijk niet in situ zijn aangetroffen, de datering ervan ligt in de Nieuwe Tijd en ze geen extra informatie toevoegen over het gebied hebben ze een lage of geen archeologische waarde Literatuur: Lelivelt, R A, Berkel en Rodenrijs Westersingel 102: Een archeologische inventarisatie door middel van grondboringen BOORrapporten 217, van 20

118 Uitgebreide Rapportage Onderzoeksmeldingen Onderzoeksmelding: Naam onderzoek: Toponiem: Plaats: Gemeente: Provincie: Type onderzoek: Uitvoerder: Projectleider: Opdrachtgever: Bevoegd gezag: Aanmelding: Motief: 1737 Julianastraat Berkel en Rodenrijs Lansingerland Zuid-Holland Ingevoerd door/op: emeir / Kaartblad: 37F Coördinaten: Archeologisch: booronderzoek Bureau Oudheidkundig Onderzoek Gemeentewerken Rotterdam Meirsman Niet van toepassing Niet van toepassing Aanvang: Geschatte duur: Bouwwerkzaamheden Toelichting Het plangebied bevindt zich in de historische kern van Berkel / Onderzoek bij deze melding Onderzoeksnummer: Diepte onderzoek: Gereedmelding: Ingevoerd door /op: emeir / Type onderzoek: Archeologisch: booronderzoek 500 Aantal putten: Aantal boringen: Selectieadvies Advies BOOR: Gelet op de waarschijnlijk slechts gedeeltelijke en beperkte verstoring van de archeologische laag wordt voorgesteld de aanleg van de bouwput archeologisch te begeleiden De begeleiding bestaat uit het doen van waarnemingen tijdens de ontgraving van de bouwput Toelichting Het onderzoek is uitgevoerd op 29 maart 2004 Geologische opbouw: geroerd pakket op antropogeen pakket op Calais III op Hollandveen op Calais III op Calais II Het antropogeen pakket wordt geïnterpreteerd als een archeologische laag De laag maakt een rommelige indruk, is licht tot zandig en vertoont matig venige trajecten In één boring is de overgang met het onderliggende pakket scherp In de laag werden kleine fragmenten baksteen aangetroffen Datering waarschijnlijk Late Middeleeuwen en/of Nieuwe Tijd 14 van 20

119 Uitgebreide Rapportage Onderzoeksmeldingen Onderzoeksmelding: Naam onderzoek: Toponiem: Plaats: Gemeente: Provincie: Type onderzoek: Uitvoerder: Projectleider: Opdrachtgever: Bevoegd gezag: Aanmelding: Motief: De Tol, Kerksingel 5, en 7 Berkel en Rodenrijs Lansingerland Zuid-Holland Ingevoerd door/op: jeijk / Kaartblad: 37F Coördinaten: Archeologisch: booronderzoek RAAP Archeologisch Adviesbureau Bekius Niet van toepassing Niet van toepassing Aanvang: Geschatte duur: Bouwwerkzaamheden 922 / Toelichting In verband met voorgenomen bouwwerkzaamheden, die eventueel aanwezige archeologische waarden zouden kunnen verstoren, voert RAAP een archeologisch vooronderzoek uit (RAAP-code: BRDT) 1 Onderzoek bij deze melding Onderzoeksnummer: Diepte onderzoek: Gereedmelding: Ingevoerd door /op: jeijk / Type onderzoek: Archeologisch: booronderzoek 400 Aantal putten: Aantal boringen: Selectieadvies Op grond van het ontbreken van aanwijzingen voor de aanwezigheid van waardevolle archeologische overblijfselenin het plangebied wordt geen archeologisch vervolgonderzoek aanbevolen 15 van 20

120 Uitgebreide Rapportage Onderzoeksmeldingen Onderzoeksmelding: Kaartblad: 37F Coördinaten: / Naam onderzoek: BOORrapporten 179 Toponiem: ZoRo-busbaan Plaats: Berkel Gemeente: Lansingerland Provincie: Zuid-Holland Type onderzoek: Uitvoerder: Projectleider: Opdrachtgever: Archeologisch: bureauonderzoek Bureau Oudheidkundig Onderzoek Gemeentewerken Rotterdam Guiran Niet van toepassing Bevoegd gezag: Provincie Zuid-Holland Aanmelding: Aanvang: Geschatte duur: 2 Motief: Infrastructurele werken Ingevoerd door/op: ikemp / van 20

121 Uitgebreide Rapportage Onderzoeksmeldingen Onderzoeksmelding: 3051 Kaartblad: 37F Coördinaten: / Naam onderzoek: BOORrapporten 52 Toponiem: Noordrand III Plaats: Berkel en Rodenrijs Gemeente: Lansingerland Provincie: Zuid-Holland Type onderzoek: Uitvoerder: Projectleider: Opdrachtgever: Archeologisch: booronderzoek Bureau Oudheidkundig Onderzoek Gemeentewerken Rotterdam Peters Niet van toepassing Bevoegd gezag: Provincie Zuid-Holland Aanmelding: Aanvang: Geschatte duur: 20 Motief: Bouwwerkzaamheden Ingevoerd door/op: ikemp / Onderzoek bij deze melding Onderzoeksnummer: Type onderzoek: Archeologisch: booronderzoek Diepte onderzoek: Aantal putten: Aantal boringen: Gereedmelding: Ingevoerd door /op: ikemp / Selectieadvies Het eerste streven is om de aangetroffen vindplaatsen te behouden middels inpassing in of aanpassing van de plannen Mocht dit niet mogelijk zijn, dan is in de toekomst een zorgvuldige wijze van onderzoek (=opgraven) noodzakelijk Toelichting Als de aangetroffen vindplaatsen door de planvorming niet worden bedreigd, is geen nader onderzoek nodig Indien de planvorming sterk aangepast moet worden of bescherming helemaal niet mogelijk is, is meer informatie gewenst om tot een goede afweging van belangen te kunnen komen Het is van belang om de aard van de vindplaatsen nauwkeurig te kunnen omschrijven, de exacte omvang van het te beschermen of te onderzoeken gebied af te bakenen en om de meest geschikte aanpak van de vindplaats te kunnen waarborgen Voor deze informatie is vervolg-onderzoek noodzakelijk 17 van 20

122 Uitgebreide Rapportage Onderzoeksmeldingen Onderzoeksmelding: Naam onderzoek: Toponiem: Plaats: Gemeente: Provincie: Type onderzoek: Uitvoerder: Projectleider: Opdrachtgever: Bevoegd gezag: Aanmelding: Motief: Gemeente Lansingerland Berkel en Rodenrijs Lansingerland Zuid-Holland Ingevoerd door/op: bpenn / Kaartblad: 37F Coördinaten: Archeologisch: verwachtingskaart Gemeente Delft Kerkhof Gemeente Lansingerland Gemeente Lansingerland Aanvang: Geschatte duur: Wetenschappelijk onderzoek / Toelichting M Kerkhof 2009, Lansingerland, een archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart, Delftse Archeologische Rapporten 97 1 Onderzoek bij deze melding Onderzoeksnummer: Diepte onderzoek: Gereedmelding: Ingevoerd door /op: bpenn / Selectieadvies NVT 2841 Type onderzoek: Archeologisch: verwachtingskaart Aantal putten: Aantal boringen: Toelichting Rapportage verkrijgbaar via Erfgoed Delft eo of wwwsidestonenl 18 van 20

123 Uitgebreide Rapportage Onderzoeksmeldingen Onderzoeksmelding: Naam onderzoek: Herenstraat 1 en 18 Toponiem: d'oranjeboom Plaats: Berkel en Rodenrijs Gemeente: Lansingerland Provincie: Zuid-Holland Type onderzoek: Uitvoerder: Projectleider: Opdrachtgever: Bevoegd gezag: Aanmelding: Motief: Ingevoerd door/op: dstoo / Kaartblad: 37F Coördinaten: Archeologisch: begeleiding Particulier Particulier Niet van toepassing Gemeente Aanvang: Geschatte duur: Bouwwerkzaamheden / Toelichting Archeologische vereniging de Wend; d'oranjeboom of t'radthuijs; verslag van het archeologisch onderzoek aan de herenstraat 1 en 18 1 Onderzoek bij deze melding Onderzoeksnummer: Diepte onderzoek: Gereedmelding: Ingevoerd door /op: dstoo / Selectieadvies Type onderzoek: Archeologisch: begeleiding 200 Aantal putten: 0 Aantal boringen: van 20

124 Uitgebreide Rapportage Onderzoeksmeldingen Onderzoeksmelding: Kaartblad: 37F Naam onderzoek: Plangebied Laan van Romen 27 en 29 Toponiem: Laan van Romen Plaats: Berkel en Rodenrijs Gemeente: Lansingerland Provincie: Zuid-Holland Type onderzoek: Uitvoerder: Projectleider: Opdrachtgever: Bevoegd gezag: Aanmelding: Motief: Ingevoerd door/op: dstil / Coördinaten: Archeologisch: booronderzoek Hazenberg Archeologie Leiden BV Stiller Particulier Gemeente Aanvang: Geschatte duur: Bouwwerkzaamheden / Toelichting Booronderzoek in het kader van de uitbreiding en verbouwing van het Politiebureau te Berkel en Rodenrijs Opdrachtgever: Politie Rotterdam Rijnmond Uitvoerder: Hazenberg Archeologie Veldwerk: Ruben Lelivelt, Daniël Stiller Bureauonderzoek Daniël Stiller Soort onderzoek: Bureau- en verkennend/karterend booronderzoek doel is om tot 7 boringen te zetten met een diepte van 2 m - mv waarvan minimaal 1 naar 4 m - mv om de diepere ondergrond in beeld te brengen 1 20 van 20

125 Uitgebreide Rapportage Waarnemingen Waarnemingsnr: Objectcode: Coördinaten: Toponiem: Plaats: Gemeente: Provincie: Vinder/datum: Invoerder/datum: Beschrijver/datum: Verwerving: Grondgebruik: 2011 Vondstmelding: Extern nr: 37FN-1 Onderzoeksmelding: / NH KERK Berkel Lansingerland Zuid-Holland Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek / Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek / 1949 Ypey / 1950 Archeologisch: opgraving Geomorfologie: (ontgonnen) veenvlakte Bebouwing/erf/weg/kerkhof NAP maaiveld: Beschrijving BKNOB 1950:Na de afbraak van het gotische koor van de NH kerk te Berkel werd eenonderzoek ingesteld naar eventuele voorgangers Het schip van de kerk wasal in de 17e eeuw wegens bouwvalligheid gesloopt en door een nieuw bouwdeelvervangen Het huidige gebouw vertoonde sporen van verzakkingeneen zeer drassige veenbodem is de oorzaak van de bouwvalligheid van deopeenvolgende kerken op deze plek Tijdens het onderzoek bleek dat aan hetpolygonale gotische koor een rechte baksteenafsluiting voorafgegaan washet skeletmateriaal uit de opgraving werd onderzocht door dr J Huizingate Utrecht De aanleiding voor die belangstelling was de mogelijkheid datin deze kerk Johan van Oldenbarneveldt begraven zou zijnhet skelet van de raadspensionaris werd echter niet aangetroffen Vondsten Complex: Aantal: Materiaal: Code algemeen: Code specifiek: Toelichting: Kerk 9999 Niet van toepassing Graf (onderdeel) inhumatiegraf Graven en grafkelders onder koor Cultuur: Toestand: Begindatering: Einddatering: Niet van toepassing Onbekend Middeleeuwen laat B: nc Nieuwe tijd B: nc Complex: Aantal: Materiaal: Code algemeen: Code specifiek: Toelichting: Kerk 9999 Bot, menselijk Bot Niet van toepassing 'skeletmateriaal' Cultuur: Toestand: Begindatering: Einddatering: Niet van toepassing Onbekend Middeleeuwen laat B: nc Nieuwe tijd B: nc Complex: Aantal: Materiaal: Code algemeen: Code specifiek: Toelichting: Documentatie Type: Beheerder: Toelichting: Type: Beheerder: Toelichting: Kerk Cultuur: Niet van toepassing 1 Toestand: Onbekend Keramiek Fundering Begindatering: Middeleeuwen laat B: nc Niet van toepassing Einddatering: Nieuwe tijd A: nc Rechthoekige baksteensluiting onder gotisch koor, weggezakt in het veen Opgravingsmap Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek archief nr Tekening Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek oude tek nrs C9F t/m C9F10 1 van 8

126 Uitgebreide Rapportage Waarnemingen Literatuur J YPEY 1950 Berkel, ZH (kol 5), in: Nieuwsbulletin van de Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond van 8

127 Uitgebreide Rapportage Waarnemingen Waarnemingsnr: Objectcode: Coördinaten: Toponiem: Plaats: Gemeente: Provincie: Vinder/datum: Invoerder/datum: Beschrijver/datum: Verwerving: Grondgebruik: Vondstmelding: 1297 Extern nr: 37FN-30 Onderzoeksmelding: / Julianastraat Berkel en Rodenrijs Lansingerland Zuid-Holland RAAP Archeologisch Adviesbureau / Eijk, van / RAAP Archeologisch Adviesbureau / Archeologisch: begeleiding Geomorfologie: Rug Bebouwing/erf/weg/kerkhof NAP maaiveld: Beschrijving Er is in oktober 2004 een archeologische begeleiding uitgevoerd ivm de geplande nieuwbouw van zes appartementen in de Julianastraat De bodemingrepen in het kader van dit nieuwbouwproject betreft de aanleg van een bouwput van circa 20 bij 15 m en de ontgravingsdiepete bedraagt circa 1 m - Mv (circa 3,8 m -Mv) In een eerderv stadium is een archeologische inventariesatie dmv 3 boringen tot circa 5 m -Mv uitgevoerd door BOOR Tijdens dit boornderzoek is in een aantal boringen een lastig te datern archeologische laag aangetroffen Gezien de verwachting(historische kern van Berkel en Rodenrijs) en de beperkte verstoring is een archeologische begeleiding door BOOR voorgesteld om eventuele archeologische waarden veilig te stellen Tijdens de archeologische begeleiding werd duidelijk dat de graafwerkzaamheden in het noordelijk deel van het plangebied niet dieper reiketen dan het subrecente opgebracht pakket bouwzand (opgberacht ivm de bouw van een school in het begin van de 20e eeuw In het zuidelijk deel van het plangebied is direct onder het bouw zand de venige antropogene laag (aangetroffen door BOOR) aangetroffen Dit was het oude maaiveld van voor de bouw van de school In deze laag kunnen archeologische resten uit periode Late Middeleuwen-Nieuwe tijd voorkomen In het zuidoosten zijn inderdaad muurresten van een schuurtje, opgebouwd uit gele IJsselsteentjes met betonnen vloerplaten aangetroffen Mogelijk zijn de stenen hergebruikt De datering is tussen 100 en 1900 De schuur is waarschijnlijk afgebroken voor de aanleg van hetschoolplein en gebouwde resten bevinden zich nog in de ondergrond Verder zijn geen grondsporen aangetroffen Vondsten Complex: Aantal: Materiaal: Code algemeen: Code specifiek: Toelichting: Complex: Aantal: Materiaal: Code algemeen: Code specifiek: Toelichting: Onbekend Cultuur: Niet van toepassing 2 Toestand: Nvt Keramiek Baksteen Begindatering: Middeleeuwen laat B: nc baksteen:volume ca cm3 Einddatering: Nieuwe tijd A: nc Vondtnr 1 Het betreft twee bakstenen uit een muurtje van gele IJsselstenen, gedateerd van 100 tot circa 1900 met betonnen vloerplaten Aangetroffen in een antropogene kleiige veenlaag Mogelijk hergebruik van de IJsselstenen(maten 7,5 cm - 15,5 cm - 4 cm) Onbekend Cultuur: Niet van toepassing 9 Toestand: Fragment Keramiek Roodbakkend geglazuurd aardewerk Begindatering: Middeleeuwen laat A: nc Niet van toepassing Einddatering: Nieuwe tijd C: Vondstnr 1 Aangetroffen in de venige, antropogene laag onder het bouwzand 3 van 8

128 Uitgebreide Rapportage Waarnemingen Complex: Aantal: Materiaal: Code algemeen: Code specifiek: Toelichting: Onbekend Cultuur: 1 Toestand: Glas Kleurloos/ontkleurd glas Begindatering: Niet van toepassing Einddatering: Vondsnr3 Stuk doorzichtig glas, een flessehals Niet van toepassing Fragment Romeinse tijd midden: nc Nieuwe tijd C: Complex: Aantal: Materiaal: Code algemeen: Code specifiek: Toelichting: Documentatie Type: Beheerder: Toelichting: Collectie Beheerder: Toelichting: Onbekend Cultuur: Niet van toepassing 2 Toestand: Fragment Keramiek Witbakkend geglazuurd aardewerk Begindatering: Middeleeuwen laat B: nc Niet van toepassing Einddatering: Nieuwe tijd C: Vondstnr4 Aangetroffen in de venige, antropogene laag onder het bouwzandgroengeglazuurd Verslag RAAP Archeologisch Adviesbureau In het archief bevindt zich de documentatie van dit project; zie literatuur Provinciaal Depot voor Bodemvondsten Zuid-Holland In het depot bevinden zich twee gele IJsselstenen uit het muurtje en de fragementen aardewerk Literatuur Meirsman, E 2004 Berkel en Rodenrijs, in: BOOR-rapport (Bureau Oudheidkundig Onderzoek Rotterdam) Boorrapporten 17 Kruidhoff, CN 2004 Plangebied Julianastraat, in: RAAP-notitie (Regionaal Archeologisch Archiverings Project, Amsterdam) RAAP-Notitie van 8

129 Uitgebreide Rapportage Waarnemingen Waarnemingsnr: Objectcode: Coördinaten: Toponiem: Plaats: Gemeente: Provincie: Vinder/datum: Invoerder/datum: Beschrijver/datum: Verwerving: Grondgebruik: Vondstmelding: Extern nr: 37FN-50 Onderzoeksmelding: / herenstraat 1 Berkel en Rodenrijs Lansingerland Zuid-Holland Particulier / Stoop / Particulier / Indirect: archief Geomorfologie: Onbekend Bebouwing/erf/weg/kerkhof NAP maaiveld: Beschrijving zie livelink Vondsten Complex: Aantal: Materiaal: Code algemeen: Code specifiek: Toelichting: Stad 1 Steen Goot/waterafvoer Niet van toepassing Gemetselde Goot, 17e eeuws Cultuur: Toestand: Begindatering: Einddatering: Niet van toepassing Fragment Nieuwe tijd A: nc Nieuwe tijd B: nc Complex: Aantal: Materiaal: Code algemeen: Code specifiek: Toelichting: Stad Cultuur: 1 Toestand: Steen Waterput/waterreservoir Begindatering: Niet van toepassing Einddatering: Waterput gemaakt van wigvormige ijsselsteentjes 17,5 x 8,0 x 4,5 18e eeuws Niet van toepassing Onbekend Nieuwe tijd B: nc Nieuwe tijd B: nc Complex: Aantal: Materiaal: Code algemeen: Code specifiek: Toelichting: Stad 9999 Keramiek Aardewerk, gedraaid geglazuurd 17e-eeuws aardewerk Cultuur: Toestand: Begindatering: Einddatering: Niet van toepassing Fragment Nieuwe tijd A: nc Nieuwe tijd B: nc Complex: Aantal: Materiaal: Code algemeen: Code specifiek: Toelichting: Stad 1 Glas Beker maigelein:kottman mai1 Cultuur: Toestand: Begindatering: Einddatering: Niet van toepassing Onbekend Middeleeuwen laat B: nc Middeleeuwen laat B: nc 5 van 8

130 Uitgebreide Rapportage Waarnemingen Complex: Aantal: Materiaal: Code algemeen: Code specifiek: Toelichting: Stad Cultuur: Niet van toepassing 9999 Toestand: Fragment Keramiek Steengoed Begindatering: Middeleeuwen laat B: nc Niet van toepassing Einddatering: Middeleeuwen laat B: nc scherven van 15 Kannen en één Drinkschaaltje, 15-eeuws Complex: Aantal: Materiaal: Code algemeen: Code specifiek: Toelichting: Stad 9999 Keramiek Olielamp Niet van toepassing scherven van 2 olielampjes Cultuur: Toestand: Begindatering: Einddatering: Niet van toepassing Fragment Middeleeuwen laat B: nc Middeleeuwen laat B: nc Complex: Aantal: Materiaal: Code algemeen: Code specifiek: Toelichting: Stad 9999 Keramiek Aardewerk, gedraaid geglazuurd Scherven van een Oorkom Cultuur: Toestand: Begindatering: Einddatering: Niet van toepassing Fragment Middeleeuwen laat B: nc Middeleeuwen laat B: nc Complex: Aantal: Materiaal: Code algemeen: Code specifiek: Toelichting: Stad 1 Bot, dierlijk Mes (onderdeel) Niet van toepassing Benen meshelft Cultuur: Toestand: Begindatering: Einddatering: Niet van toepassing Fragment Middeleeuwen laat B: nc Middeleeuwen laat B: nc Complex: Aantal: Materiaal: Code algemeen: Code specifiek: Toelichting: Stad 1 Hout/houtskool Emmer Niet van toepassing Houten Duig van een emmer Cultuur: Toestand: Begindatering: Einddatering: Niet van toepassing Compleet Middeleeuwen laat B: nc Middeleeuwen laat B: nc Complex: Aantal: Materiaal: Code algemeen: Code specifiek: Toelichting: Stad 9999 Keramiek Aardewerk, gedraaid Niet van toepassing scherven van: 4 Voorraadkannen 8 Waterkannen 15 Deksels 13 Schalen 1 Bakpannen 7 Spitschotels 75 Grapen Cultuur: Toestand: Begindatering: Einddatering: Niet van toepassing Fragment Middeleeuwen laat B: nc Middeleeuwen laat B: nc van 8

131 Uitgebreide Rapportage Waarnemingen Complex: Aantal: Materiaal: Code algemeen: Code specifiek: Toelichting: Stad 9999 Keramiek Baksteen Niet van toepassing Kloostermop, 15e eeuws Cultuur: Toestand: Begindatering: Einddatering: Niet van toepassing Fragment Middeleeuwen laat B: nc Middeleeuwen laat B: nc Complex: Aantal: Materiaal: Code algemeen: Code specifiek: Toelichting: Stad 1 Keramiek Steengoed geglazuurd:kan Siegburgs groot stuk siegburgkan Cultuur: Toestand: Begindatering: Einddatering: Niet van toepassing Fragment Nieuwe tijd A: nc Nieuwe tijd A: nc Complex: Aantal: Materiaal: Code algemeen: Code specifiek: Toelichting: Stad Cultuur: 1 Toestand: Keramiek Steengoed geglazuurd:beker Begindatering: Siegburgs Einddatering: groot fragment van siegburg drinkbeker Niet van toepassing Fragment Nieuwe tijd A: nc Nieuwe tijd A: nc Complex: Aantal: Materiaal: Code algemeen: Code specifiek: Toelichting: Stad Cultuur: Niet van toepassing 1 Toestand: Fragment Steen Waterput/waterreservoir Begindatering: Middeleeuwen laat B: nc Niet van toepassing Einddatering: Nieuwe tijd: Waterkelder, 3,0 x 2,4 x 2,5m afgedekt met ongeglazuurde rode plavuizen Complex: Aantal: Materiaal: Code algemeen: Code specifiek: Toelichting: Stad 1 Niet van toepassing Grondspoor/grondverkleuring Niet van toepassing Turven Fundering, wsch 17e-eeuws Cultuur: Toestand: Begindatering: Einddatering: Niet van toepassing Fragment Nieuwe tijd A: nc Nieuwe tijd B: nc Complex: Aantal: Materiaal: Code algemeen: Code specifiek: Toelichting: Documentatie Type: Beheerder: Toelichting: Collectie Beheerder: Toelichting: Literatuur Stad Cultuur: 1 Toestand: Hout/houtskool Bak/nap Begindatering: Niet van toepassing Einddatering: Houten bak, behorend bij de turven fundering Rapport Particulier zie literatuurverwijzing/livelink Particulier Archeologische vereniging de Wende Niet van toepassing Fragment Nieuwe tijd A: nc Nieuwe tijd B: nc 7 van 8

132 Uitgebreide Rapportage Waarnemingen d'oranjeboorm of t'radthuijs; verslag van het archeologisch onderzoek aan de Herenstraat 1 en 18 te Berkel en Rodenrijs, in: 8 van 8

133 BIJLAGE 2: Bijlagen geluid

134

135

136 Bijlage : Verkeersgegevens Akoestische berekening bestemmingsplan Centrum Berkel en Rodenrijs Wegnummer ID Verharding (2020) Vmax Intensiteit Daguur-%LV-% MV-% ZV-% Avonduur-% LV-% MV-% ZV-% Nachtuur-% LV-% MV-% ZV-% 1 Oudelandselaan referentiewegdek ,17 97,17 2,19 0,4 4,81 98,39 1,24 0,37 0,83 94,71 3,87 1,41 2 Oudelandselaan referentiewegdek ,17 97,19 2,18 0,3 4,81 98,40 1,23 0,37 0,83 94,74 3,85 1,41 3 Oudelandselaan referentiewegdek ,17 98,04 1,5 0,41 4,83 98,89 0,87 0,24 0,82 9,45 2,4 0,92 4 Oudelandselaan referentiewegdek ,17 98,7 0,93 0,40 4,84 99,24 0,54 0,23 0,82 97,02 2,09 0,89 5 Oudelandselaan referentiewegdek ,17 98,80 0,84 0,3 4,84 99,31 0,48 0,21 0,82 97,30 1,89 0,81 Oudelandselaan referentiewegdek ,17 98,14 1,54 0,32 4,83 98,9 0,85 0,18 0,82 9,95 2,33 0,72 7 Oudelandselaan referentiewegdek ,17 98,89 0,78 0,33 4,85 99,3 0,45 0,19 0,82 97,49 1,7 0,75 8 Oudelandselaan referentiewegdek ,17 98,80 0,84 0,3 4,85 99,31 0,48 0,21 0,82 97,31 1,89 0,81 9 Oudelandselaan referentiewegdek 50 33,17 98,80 0,84 0,3 4,84 99,31 0,48 0,21 0,82 97,30 1,89 0,81 10 Oudelandselaan referentiewegdek 50 33,17 98,80 0,84 0,3 4,84 99,31 0,48 0,21 0,82 97,30 1,89 0,81 11 Oudelandselaan referentiewegdek 50 33,17 98,80 0,84 0,3 4,84 99,31 0,48 0,21 0,82 97,30 1,89 0,81 12 Oudelandselaan referentiewegdek 50 33,17 98,80 0,84 0,3 4,84 99,31 0,48 0,21 0,82 97,30 1,89 0,81 13 Oudelandselaan referentiewegdek 50 33,17 98,80 0,84 0,3 4,84 99,31 0,48 0,21 0,82 97,30 1,89 0,81

137

Bestemmingsplan Centrum Berkel en Rodenrijs

Bestemmingsplan Centrum Berkel en Rodenrijs 28 maart 2013 Vastgesteld Gemeente Lansingerland Vastgesteld INHOUD: - TOELICHTING - PLANREGELS - VERBEELDING Identificatiecode: NL.IMRO.1621.BP0089-VAST Werknummer: 124.302.00 Datum: 28 maart 2013 KuiperCompagnons

Nadere informatie

Bestemmingsplan Parapluherziening parkeernormering Lansingerland

Bestemmingsplan Parapluherziening parkeernormering Lansingerland Bestemmingsplan Parapluherziening parkeernormering Lansingerland 30 maart 2017 Vastgesteld Gemeente Lansingerland Bestemmingsplan Parapluherziening parkeernormering Lansingerland Vastgesteld INHOUD: -

Nadere informatie

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons)

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons) Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk 14-16 (KuiperCompagnons) NATUUR Kader De Flora- en faunawet (hierna: Ffw) beschermt alle in het wild levende zoogdieren, vogels, reptielen en amfibieën. Van deze soortgroepen

Nadere informatie

Bestemmingsplan 1e partiële herziening BP Oosteindsepolder en Warmoeziersweg (caravanstalling Oosteindseweg 155b)

Bestemmingsplan 1e partiële herziening BP Oosteindsepolder en Warmoeziersweg (caravanstalling Oosteindseweg 155b) Bestemmingsplan 1e partiële herziening BP Oosteindsepolder en Warmoeziersweg (caravanstalling Oosteindseweg 155b) 29 juli 2014 ontwerp Gemeente Lansingerland Bestemmingsplan 1e partiële herziening BP

Nadere informatie

Bestemmingsplan Veghel-Noord, herziening Prins Willem Alexander Sportpark 7. Gemeente Veghel

Bestemmingsplan Veghel-Noord, herziening Prins Willem Alexander Sportpark 7. Gemeente Veghel Bestemmingsplan Veghel-Noord, herziening Prins Willem Alexander Sportpark 7 Gemeente Veghel Bestemmingsplan Veghel-Noord, herziening Prins Willem Alexander Sportpark 7 Gemeente Veghel Rapportnummer: 211X07057.079344_1

Nadere informatie

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT 2 februari 2016 vastgesteld 52-007 GEMEENTE LAARBEEK 2 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 5 1.1 Algemeen... 5 1.2 Aanleiding en doel... 5 1.3 Plangebied... 6 1.4

Nadere informatie

Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening. (ontwerp 25 januari 2019)

Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening. (ontwerp 25 januari 2019) Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening (ontwerp 25 januari 2019) Pagina 2 van 13 2019-01-25 Toelichting - Weideveld 2016 1e herziening Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening Toelichting

Nadere informatie

Toelichting bestemmingsplan 1e partiele herziening Veersedijk

Toelichting bestemmingsplan 1e partiele herziening Veersedijk Toelichting bestemmingsplan 1e partiele herziening Veersedijk gemeente: Hendrik-Ido-Ambacht fase: vastgesteld bestemmingsplan datum: 11 mei 2015 1 Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1 Inleiding 3 1.1 Bij het plan

Nadere informatie

HOOFDSTUK 3 Beleid. 3.2 Rijksbeleid. 3.3 Provinciaal beleid

HOOFDSTUK 3 Beleid. 3.2 Rijksbeleid. 3.3 Provinciaal beleid HOOFDSTUK 3 Beleid 3.1 Inleiding De beleidscontext voor het plangebied wordt gevormd door (Europese,) landelijke, provinciale, en gemeentelijke beleidsrapportages. In dit hoofdstuk is het relevante (Europees-,)

Nadere informatie

Bestemmingsplan 3e partiële herziening BP Oosteindsepolder en Warmoeziersweg (caravanstalling Warmoeziersweg 2)

Bestemmingsplan 3e partiële herziening BP Oosteindsepolder en Warmoeziersweg (caravanstalling Warmoeziersweg 2) Bestemmingsplan 3e partiële herziening BP Oosteindsepolder en Warmoeziersweg (caravanstalling Warmoeziersweg 2) 29 oktober 2015 Vastgesteld Gemeente Lansingerland Bestemmingsplan 3e partiële herziening

Nadere informatie

Betreft Klant Van Datum Besluit ruimtelijke ordening: Ladder voor duurzame verstedelijking

Betreft Klant Van Datum Besluit ruimtelijke ordening: Ladder voor duurzame verstedelijking MEMO Betreft : Motivering ladder voor duurzame verstedelijking t.b.v. realisatie kinderdagverblijf Klant : J.P.M. Langelaan, Buitenbrinkweg 81, Ermelo Van : J.M. Miellet, Exlan Datum : Oktober 2016 Besluit

Nadere informatie

bestemmingsplan Correctieve herziening Zilvervakschool Schoonhoven Noord

bestemmingsplan Correctieve herziening Zilvervakschool Schoonhoven Noord bestemmingsplan Correctieve herziening Zilvervakschool Schoonhoven Noord Planstatus: Plan identificatie: ontwerp NL.IMRO.1931.BP1509DK003-ON01 Datum: 23 maart 2015 Contactpersoon Buro SRO: Kenmerk Buro

Nadere informatie

Wijzigingsplan Bedrijvenpark Oudeland, perceel B2b, Fase 3, Huygensstraat

Wijzigingsplan Bedrijvenpark Oudeland, perceel B2b, Fase 3, Huygensstraat Gemeente Lansingerland Wijzigingsplan Bedrijvenpark Oudeland, perceel B2b, Fase 3, Huygensstraat 5 september 2011 Ontwerp Gemeente Lansingerland Wijzigingsplan Bedrijvenpark Oudeland, perceel B2b, Fase

Nadere informatie

bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 datum: 5 september 2013 projectnummer: R.2011 gemeente Maasdriel

bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 datum: 5 september 2013 projectnummer: R.2011 gemeente Maasdriel bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 status: vastgesteld datum: 5 september 2013 projectnummer: 202360R.2011 adviseurs: Jke / Wle gemeente Maasdriel Inhoudsopgave Hoofdstuk

Nadere informatie

1e partiële herziening Hoofdwinkelcentrum

1e partiële herziening Hoofdwinkelcentrum 1e partiële herziening Hoofdwinkelcentrum Huizen bestemmingsplan identificatie planstatus identificatiecode: datum: status: NL.IMRO.0406.BPHWC2011H01-VG01 03-04-2014 ontwerp 26-06-2014 vastgesteld projectnummer:

Nadere informatie

Beheersverordening Krommeniedijk

Beheersverordening Krommeniedijk Beheersverordening Krommeniedijk ontwerpbestemmingsplan Beheersverordening Krommeniedijk 2 Regels ontwerpbestemmingsplan Beheersverordening Krommeniedijk 3 Hoofdstuk 1 Overgangs- en slotregels Artikel

Nadere informatie

WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 30 augustus 2016 vastgesteld

WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 30 augustus 2016 vastgesteld WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT 30 augustus 2016 vastgesteld 52-027 GEMEENTE LAARBEEK 2 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 5 1.1 Algemeen... 5 1.2 Aanleiding en doel... 5 1.3

Nadere informatie

Bijlage 1: Overzicht belangrijkste wijzigingen

Bijlage 1: Overzicht belangrijkste wijzigingen Bijlage 1: Overzicht belangrijkste wijzigingen Bestemmingsplan Wergea Voorontwerp Bestemmingsplan Wergea Voorontwerp Overzicht belangrijkste wijzigingen* In dit overzicht zijn de belangrijkste wijzigingen

Nadere informatie

Bestemmingsplan Centrum Berkel en Rodenrijs - Gemeentehuislocatie

Bestemmingsplan Centrum Berkel en Rodenrijs - Gemeentehuislocatie Bestemmingsplan Centrum Berkel en Rodenrijs - Gemeentehuislocatie 21 maart 2012 Voorontwerp Gemeente Lansingerland Bestemmingsplan Centrum Berkel en Rodenrijs - Gemeentehuislocatie Voorontwerp INHOUD:

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS Regels HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS... 1 Artikel 1 Begrippen... 1 Artikel 2 Nadere regels... 1 HOOFDSTUK 2 Bestemmingsregels... 2 Artikel 3 Groen... 2 Artikel 4 Maatschappelijk... 2 Artikel 5 Verkeer

Nadere informatie

Toelichting 2e herziening Schil, locatie skatepark Wilgenbos

Toelichting 2e herziening Schil, locatie skatepark Wilgenbos Toelichting 2e herziening Schil, locatie skatepark Wilgenbos Gemeente Dordrecht fase: vastgesteld datum: november 2014 1 Toelichting Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding en doel 3 1.2 Ligging

Nadere informatie

Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE

Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 1.1. Algemeen 1.2. Aanleiding en doel 1.3. Plangebied 1.4. Leeswijzer 2. PLANBESCHRIJVING 2.1. Bestaande situatie 2.2. Gewenste

Nadere informatie

WIJZIGINGSPLAN MORTIERE FASE 5A. GEMEENTE MIDDELBURG vastgesteld 6 december ruimte voor ideeën

WIJZIGINGSPLAN MORTIERE FASE 5A. GEMEENTE MIDDELBURG vastgesteld 6 december ruimte voor ideeën WIJZIGINGSPLAN MORTIERE FASE 5A GEMEENTE MIDDELBURG vastgesteld 6 december 2016 ruimte voor ideeën Mortiere fase 5A Inhoudsopgave Vaststellingsbesluit 3 Toelichting 5 Hoofdstuk 1 Inleiding 5 1.1 Aanleiding

Nadere informatie

Wijzigingsplan Nieuw Loosdrechtsedijk 173

Wijzigingsplan Nieuw Loosdrechtsedijk 173 Gemeente Wijdemeren Wijzigingsplan Nieuw Loosdrechtsedijk 173 Toelichting, regels en analoge verbeelding juli 2011 Kenmerk 1696-18-T01 Projectnummer 1696-18 Toelichting Inhoudsopgave 1. Inleiding 1 2.

Nadere informatie

15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14

15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14 15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14 Ordito b.v. Postbus 94 5126 ZH Gilze E info@ordito.nl T 0161 801 022 I www.ordito.nl KVK 54 811 554 1. Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Ligging en begrenzing

Nadere informatie

wijzigingsplan Zijldijk 32a

wijzigingsplan Zijldijk 32a Regels wijzigingsplan Zijldijk 32a Planstatus: ontwerp Datum: 2016-03-01 Plan identificatie: NL.IMRO.0547.WPzijldijk32a-ON01 Auteur: G. Bot AgROM 1 Inleidende regels... 5 Artikel 1 Begrippen... 5 1.1 plan:...

Nadere informatie

Gemeente Hilvarenbeek Ingekomen:

Gemeente Hilvarenbeek Ingekomen: Gemeente Hilvarenbeek Ingekomen: 4-1 -2016 Bestemmingsplan "Kern Hilvarenbeek" Artikel 17 Wonen 17.1 Bestemmingsomschrijving 17.1.1 Algemeen De voor "Wonen" aangewezen gronden zijn bestemd voor het wonen

Nadere informatie

1 februari 2016 Vastgesteld

1 februari 2016 Vastgesteld 1 februari 2016 Plannaam: IMRO-nummer: NL.IMRO.0246.406HRDH01BSHWHERZ1-VA01 Plantype: Bestemmingsplan Status: (d.d. 1 februari 2016) Auteur: Ing. J.B.H. ter Avest 2 Toelichting 3 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK

Nadere informatie

Zaandam Oost en West Toelichting

Zaandam Oost en West Toelichting Onherroepelijk Beheersverordening Zaandam Oost en West Toelichting Zaandam Oost en West Inhoudsopgave Toelichting Hoofdstuk 1 1.1 1.2 1.3 1.4 Uitgangspunten en achtergrond Achtergrond beheersverordening

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel Inleiding en planbeschrijving In Netersel is in de huidige situatie een speelterrein gelegen (zie figuur 1). Dat speelterrein is deels binnen het plangebied

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Bouw zeven garageboxen achter Kerkstraat 18 Voorthuizen

Ruimtelijke onderbouwing. Bouw zeven garageboxen achter Kerkstraat 18 Voorthuizen Ruimtelijke onderbouwing Bouw zeven garageboxen achter Kerkstraat 18 Voorthuizen 1 2 Hoofdstuk 1 1.1 Aanleiding INLEIDING Op 4 maart 2011 is een aanvraag om een omgevingsvergunning binnengekomen voor het

Nadere informatie

2 e Plan van wijziging Globaal Bestemmingsplan Houten Vinex. Houtensewetering naast 45

2 e Plan van wijziging Globaal Bestemmingsplan Houten Vinex. Houtensewetering naast 45 2 e Plan van wijziging Globaal Bestemmingsplan Houten Vinex Houtensewetering naast 45 2 Toelichting 1 Inleiding 1.1 Aanleiding 1.2 Vigerend bestemmingsplan 1.3 Bestemmingsplan 2 Gebieds- en projectbeschrijving

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Oprichten aanduidingsmast McDonald s Vlietweg 16 te Santpoort-Noord

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Oprichten aanduidingsmast McDonald s Vlietweg 16 te Santpoort-Noord RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Oprichten aanduidingsmast McDonald s Vlietweg 16 te Santpoort-Noord Ruimtelijke onderbouwing project Vlietweg 16 te Santpoort-Noord W12/000758/ OLO271413 INHOUD 1 Beschrijving

Nadere informatie

Regels wijzigingsplan Zijldijk 41, te Leiderdorp

Regels wijzigingsplan Zijldijk 41, te Leiderdorp Regels wijzigingsplan Zijldijk 41, te Leiderdorp Planstatus: vastgesteld Datum: 2016-03-15 Plan identificatie: NL.IMRO.0547.WPZijldijk41-VG01 Auteur: G. Bot AgROM 1 Inleidende regels... 5 Artikel 1 Begrippen...

Nadere informatie

TOELICHTING. Reparatieplan bijgebouwen GEMEENTE VIANEN

TOELICHTING. Reparatieplan bijgebouwen GEMEENTE VIANEN TOELICHTING ONTWERP BESTEMMINGSPLAN Reparatieplan bijgebouwen GEMEENTE VIANEN Opdrachtnummer : 99.372 IDnr. : Datum : augustus 2018 Versie : 2 Auteurs : mro b.v. : mro b.v. Leeuwenveldseweg 16H 1382 LX

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Toepassingsregels 3 Artikel 2 Begrippen 3. Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 5 Artikel 3 Wonen 5

Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Toepassingsregels 3 Artikel 2 Begrippen 3. Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 5 Artikel 3 Wonen 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Toepassingsregels 3 Artikel 2 Begrippen 3 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 5 Artikel 3 Wonen 5 Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels 8 Artikel 4 Slotregel

Nadere informatie

Bestemmingsplan Centrum Berkel en Rodenrijs - Gemeentehuislocatie

Bestemmingsplan Centrum Berkel en Rodenrijs - Gemeentehuislocatie Bestemmingsplan Centrum Berkel en Rodenrijs - Gemeentehuislocatie 25 april 2013 Vastgesteld Gemeente Lansingerland Bestemmingsplan Centrum Berkel en Rodenrijs - Gemeentehuislocatie Vastgesteld INHOUD:

Nadere informatie

Toelichting behorende bij de binnenplanse wijziging van het bestemmingsplan ex. artikel 3.6 Wro. Kortenhoevendijk 11, Lexmond

Toelichting behorende bij de binnenplanse wijziging van het bestemmingsplan ex. artikel 3.6 Wro. Kortenhoevendijk 11, Lexmond Toelichting behorende bij de binnenplanse wijziging van het bestemmingsplan ex. artikel 3.6 Wro Kortenhoevendijk 11, Lexmond Planstatus: Identificatienr: vastgesteld NL.IMRO.0707.WPLXMKorhoedijk11-VA01

Nadere informatie

Piet Mondriaanstraat - Wolvega

Piet Mondriaanstraat - Wolvega Piet Mondriaanstraat - Wolvega Vraagprijs 75.000,= v.o.n. Omschrijving Piet Mondriaanstraat - Wolvega MOOIE, VRIJ GELEGEN HOEKKAVEL VOOR DE BOUW VAN EEN VRIJSTAAND WOONHUIS! Deze bouwkavel is gelegen op

Nadere informatie

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen NL.IMRO.1730.ABdorpsstr74zuidlv-0301 Projectgebied Situatie Dorpsstraat 74 Zuidlaarderveen 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Huidige en beoogde

Nadere informatie

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing Opgesteld door: Provincie Noord-Brabant 19-05-2016 S.M.Verhaart- Menken Versie: 3_19-05-2016 Inhoud

Nadere informatie

Beheersverordening Kornputkwartier

Beheersverordening Kornputkwartier Beheersverordening Kornputkwartier ID plan: NL.IMRO.1708.STWKornputkwtrBV1-VA01 datum: maart 2017 status: vastgesteld auteur: SRE Vastgesteld door de raad dd. de griffier, de voorzitter, NL.IMRO.1708.STWKornputkwtrBV1-VA01

Nadere informatie

Neede, Centrum 2011, herziening (Bergstraat 7-9a)

Neede, Centrum 2011, herziening (Bergstraat 7-9a) Neede, Centrum 2011, herziening 2019-1 (Bergstraat 7-9a) Inhoudsopgave TOELICHTING 3 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding en doelstelling 1.2 Plangebied 1.3 Wat is een bestemmingsplan? 1.4 Geldend bestemmingsplan

Nadere informatie

Bestemmingsplan Parallelweg 54, Bergen op Zoom STATUS: VASTGESTELD

Bestemmingsplan Parallelweg 54, Bergen op Zoom STATUS: VASTGESTELD GEMEENTE BERGEN OP ZOOM Bestemmingsplan Parallelweg 54, Bergen op Zoom STATUS: VASTGESTELD Gemeente Bergen op Zoom Afdeling Stedelijke Ontwikkeling Team Ruimtelijke Ordening en Vergunningen INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

2e partiële herziening Uitwerkingsplan Velmolen Buiten

2e partiële herziening Uitwerkingsplan Velmolen Buiten Gemeente Uden 2e partiële herziening Uitwerkingsplan Velmolen Buiten Toelichting, regels en analoge verbeelding 15 december 2015 Kenmerk 0856-26-T01 Projectnummer 0856-26 Toelichting Inhoudsopgave 1.

Nadere informatie

Regels bestemmingsplan '7e herziening Dubbeldam, gebied Haaswijkweg - Oudendijk'

Regels bestemmingsplan '7e herziening Dubbeldam, gebied Haaswijkweg - Oudendijk' Regels bestemmingsplan '7e herziening Dubbeldam, gebied Haaswijkweg - Oudendijk' 1 HOOFDSTUK 1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen 1.1 het plan Het bestemmingsplan '7e herziening Dubbeldam, gebied Haaswijkweg

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 1 van 5 Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 2 van 5 Inleiding Op donderdag 3 april 2014 is door Dierenrijk

Nadere informatie

STUARTLAAN 7 HONSELERSDIJK. wijzigingsplan NL.IMRO.1783.abp w31-ON01 ontwerp

STUARTLAAN 7 HONSELERSDIJK. wijzigingsplan NL.IMRO.1783.abp w31-ON01 ontwerp STUARTLAAN 7 HONSELERSDIJK wijzigingsplan NL.IMRO.1783.abp00000013w31-ON01 ontwerp Inhoudsopgave T oelichting Hoofdstuk 1 5 Inleiding 6 1.1 Aanleiding 6 1.2 Ligging plangebied 6 1.3 Geldend bestemmingsplan

Nadere informatie

Bestemmingsplan voormalige steenfabriek te Valthermond O N T W E R P

Bestemmingsplan voormalige steenfabriek te Valthermond O N T W E R P Bestemmingsplan voormalige steenfabriek te Valthermond O N T W E R P Bestemmingsplan voormalige steenfabriek te Valthermond O N T W E R P Inhoud Toelichting Regels en bijlagen Verbeelding 16 juli 2013

Nadere informatie

REACTIENOTA ZIENSWIJZEN BESTEMMINGSPLAN UITDAM - ZEEDIJK 1

REACTIENOTA ZIENSWIJZEN BESTEMMINGSPLAN UITDAM - ZEEDIJK 1 REACTIENOTA ZIENSWIJZEN BESTEMMINGSPLAN UITDAM - ZEEDIJK 1 nota zienswijzen bestemmingsplan Uitdam - Zeedijk 1 Code 1112113 / 17-03-15 GEMEENTE WATERLAND 1112113 / 17-03-15 REACTIENOTA ZIENSWIJZEN BESTEMMINGSPLAN

Nadere informatie

Beheersverordening Asten Stegen, Koestraat Gemeente Asten. datum: 7 augustus 2013 projectnummer: R.2013 adviseur: Jke

Beheersverordening Asten Stegen, Koestraat Gemeente Asten. datum: 7 augustus 2013 projectnummer: R.2013 adviseur: Jke Beheersverordening Asten Stegen, Koestraat 2013 Gemeente Asten status: vast te stellen datum: 7 augustus 2013 projectnummer: 202080R.2013 adviseur: Jke Image 2013 Aerodata International Surveys INHOUD

Nadere informatie

HOOFDSTUK 5 Juridische planbeschrijving

HOOFDSTUK 5 Juridische planbeschrijving HOOFDSTUK 5 Juridische planbeschrijving 5.1 Inleiding In de voorgaande hoofdstukken is ingegaan op de aanwezige karakteristieken en waarden van het plangebied. Om deze waarden daadwerkelijk te kunnen behouden,

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing Burgemeester van Erpstraat 63a, Berghem 2017, pag. 1 van 12 Ruimtelijke onderbouwing Burgemeester van Erpstraat 63a, Berghem 2017 Gemeente Oss, oktober 2017 Ruimtelijke onderbouwing

Nadere informatie

Wijzigingsplan t Skottepad Ballum Ameland Wijzigen bestemmingsplan Ballum

Wijzigingsplan t Skottepad Ballum Ameland Wijzigen bestemmingsplan Ballum ONTWERP Wijzigingsplan t Skottepad Ballum Ameland Wijzigen bestemmingsplan Ballum Burgemeester en wethouders van de gemeente Ameland; Van toepassing is het bestemmingsplan Ballum, vastgesteld door de raad

Nadere informatie

Bestemmingsplan Zuidlaren Centrum

Bestemmingsplan Zuidlaren Centrum Bestemmingsplan Zuidlaren Centrum Actualisatie bestemmingsplannen in dorpskern Zuidlaren Op dit moment is de gemeente Tynaarlo bezig met de voorbereiding voor een nieuw bestemmingsplan voor de dorpskern

Nadere informatie

GEMEENTE BERGEN OP ZOOM. Bestemmingsplan. Reparatieplan Groene Gordijn. Status: ONTWERP

GEMEENTE BERGEN OP ZOOM. Bestemmingsplan. Reparatieplan Groene Gordijn. Status: ONTWERP GEMEENTE BERGEN OP ZOOM Bestemmingsplan Reparatieplan Groene Gordijn. Status: ONTWERP 1 Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1. DOEL EN OPZET BESTEMMINGSPLAN... 3 1.1 AANLEIDING EN DOEL... 3 1.2 LIGGING EN BEGRENZING

Nadere informatie

Bestemmingsplan Haule, Dorpsstraat 56 te Haule V A S T G E S T E L D

Bestemmingsplan Haule, Dorpsstraat 56 te Haule V A S T G E S T E L D Bestemmingsplan Haule, Dorpsstraat 56 te Haule V A S T G E S T E L D Bestemmingsplan Haule, Dorpsstraat 56 te Haule V A S T G E S T E L D Inhoud Toelichting Regels Verbeelding 19 oktober 2010 Projectnummer

Nadere informatie

bestemmingsplan Havens Stein, herziening 2014 Gemeente Stein datum: 26 juni 2014 projectnummer: R.2015 adviseur: Wle

bestemmingsplan Havens Stein, herziening 2014 Gemeente Stein datum: 26 juni 2014 projectnummer: R.2015 adviseur: Wle bestemmingsplan Havens Stein, herziening 2014 Gemeente Stein status: vastgesteld datum: 26 juni 2014 projectnummer: 101580R.2015 adviseur: Wle bron: www.atlasleefomgeving.nl VONDERWEG 14, 5616 RM EINDHOVEN

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 INLEIDING

HOOFDSTUK 1 INLEIDING TOELICHTING HOOFDSTUK 1 INLEIDING 1.1 Aanleiding Op 19 december 2013 heeft de gemeenteraad van Soest het bestemmingsplan Landelijk gebied vastgesteld. Het perceel aan Birkstraat 148 heeft op basis van

Nadere informatie

Adviesbureau RBOI 0703.008175.40 Rotterdam / Middelburg

Adviesbureau RBOI 0703.008175.40 Rotterdam / Middelburg 163 Artikel 6 Centrum 6.1 Bestemmingsomschrijving De voor Centrum aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. detailhandel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'supermarkt': tevens een supermarkt; b.

Nadere informatie

Toelichting vastgesteld bestemmingsplan Birkstraat 148 1

Toelichting vastgesteld bestemmingsplan Birkstraat 148 1 Toelichting Vastgesteld bestemmingsplan Birkstraat 148 NL.IMRO.0342.BPLG0017-0301 08 februari 2018 Toelichting vastgesteld bestemmingsplan Birkstraat 148 1 Toelichting vastgesteld bestemmingsplan Birkstraat

Nadere informatie

10 e Wijzigingsplan Bestemmingsplan Binnenstad

10 e Wijzigingsplan Bestemmingsplan Binnenstad GEMEENTE BERGEN OP ZOOM 10 e Wijzigingsplan Bestemmingsplan Binnenstad Bosstraat 22 en 25 / 25b Status: VASTGESTELD INHOUDSOPGAVE Toelichting Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding en doel wijzigingsplan

Nadere informatie

REGELS Inhoudsopgave

REGELS Inhoudsopgave REGELS Inhoudsopgave Artikel 1 Begrippen 2 Artikel 2 Nadere regels 2 Artikel 3 Verkeer - Verblijfsgebied 3 Artikel 4 Wonen 3 Artikel 5 Algemene aanduidingsregels 6 Artikel 6 Slotregel 7 HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE

Nadere informatie

Ruimtelijke Onderbouwing Westerklief 8 Hippolytushoef. Gemeente Hollands Kroon

Ruimtelijke Onderbouwing Westerklief 8 Hippolytushoef. Gemeente Hollands Kroon Ruimtelijke Onderbouwing Westerklief 8 Hippolytushoef Gemeente Hollands Kroon 12 oktober 2016 Toelichting Inhoud: 1. Inleiding... 3 1.1 Voorgeschiedenis... 3 1.2 Initiatiefnemer... 3 1.3 Planvoornemen...

Nadere informatie

UITWERKINGSPLAN MORTIERE FASE 4C3. GEMEENTE MIDDELBURG onherroepelijk 17 december ruimte voor ideeën

UITWERKINGSPLAN MORTIERE FASE 4C3. GEMEENTE MIDDELBURG onherroepelijk 17 december ruimte voor ideeën UITWERKINGSPLAN MORTIERE FASE 4C3 GEMEENTE MIDDELBURG onherroepelijk 17 december 2011 ruimte voor ideeën Mortiere fase 4c3 Deze standaard is gebaseerd op de Bro (21 april 2008) en SVBP2008 (10 april 2008).

Nadere informatie

Planregels uitwerking Schoenmakershoek Oost fase 3 (20 oktober 2015)

Planregels uitwerking Schoenmakershoek Oost fase 3 (20 oktober 2015) Planregels uitwerking Schoenmakershoek Oost fase 3 (20 oktober 2015) 2 3 Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS Artikel 1 Begrippen 1.1 plan: de "Uitwerking Schoenmakershoek-Oost fase 3" (NL.IMRO.0777.0086SCHOENOOST3-3001)van

Nadere informatie

BESTEMMINGSPLAN 'STOKEKKERS HAPERT HERZIENING 2013'

BESTEMMINGSPLAN 'STOKEKKERS HAPERT HERZIENING 2013' BESTEMMINGSPLAN 'STOKEKKERS HAPERT HERZIENING 2013' TOELICHTING In opdracht van Opgesteld door Auteur IMRO codering Datum Status Inhoudsopgave 1.1. Aanleiding en doel 1 1.2. Ligging van het plangebied

Nadere informatie

BESTEMMINGSPLAN KOM BEEK EN DONK 1 E HERZIENING GEMEENTE LAARBEEK. 28 januari 2016 vastgesteld

BESTEMMINGSPLAN KOM BEEK EN DONK 1 E HERZIENING GEMEENTE LAARBEEK. 28 januari 2016 vastgesteld BESTEMMINGSPLAN KOM BEEK EN DONK 1 E HERZIENING 28 januari 2016 vastgesteld 51-017 GEMEENTE LAARBEEK 2 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 5 1.1 Aanleiding... 5 1.2 Plangebied... 6 1.3 Vigerend bestemmingsplan...

Nadere informatie

Regels 1e herziening 'Smitsweg', locaties Noord en Midden

Regels 1e herziening 'Smitsweg', locaties Noord en Midden Regels 1e herziening 'Smitsweg', locaties Noord en Midden HOOFDSTUK 1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen 1.1 het plan Het bestemmingsplan '1e herziening Smitsweg, locaties Noord en Midden' met identificatienummer

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing voor 4 parkeerplaatsen t.b.v. Medisch Maatschappelijk Centrum, grenzend aan de Schoolstraat 23 te Nieuw-Vennep

Ruimtelijke onderbouwing voor 4 parkeerplaatsen t.b.v. Medisch Maatschappelijk Centrum, grenzend aan de Schoolstraat 23 te Nieuw-Vennep Ruimtelijke onderbouwing voor 4 parkeerplaatsen t.b.v. Medisch Maatschappelijk Centrum, grenzend aan de Schoolstraat 23 te Nieuw-Vennep projectnummer 17008 Opdrachtgever: Gemeente Haarlemmermeer Versienummer:

Nadere informatie

TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN RANDWEG WEST

TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN RANDWEG WEST TOELICHTING BESTEMMINGSPLAN RANDWEG WEST GEMEENTE BLADEL In opdracht van Opgesteld door Auteur STRI-nummer Projectnummer Datum Status Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 2. Beleidskader... 4 3. Huidige en

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 Inleidende regels

HOOFDSTUK 1 Inleidende regels Regels HOOFDSTUK 1 Inleidende regels Dit bestemmingsplan is een gedeeltelijke uitwerking van het bestemmingsplan 'Nieuwe Vesting', dat door de gemeenteraad van Bergen op Zoom is vastgesteld op 21 november

Nadere informatie

Wijzigingsplan Zuidhoek, 1e wijziging

Wijzigingsplan Zuidhoek, 1e wijziging Wijzigingsplan Zuidhoek, 1e wijziging 2 Inhoudsopgave Toelichting 5 Hoofdstuk 1 Inleiding 7 Hoofdstuk 2 De planwijziging 9 Hoofdstuk 3 Het beleidskader 13 Hoofdstuk 4 Omgevingsonderzoeken 15 Hoofdstuk

Nadere informatie

Nota Wijzigingen. bestemmingsplan Heusden Buitengebied 4de herziening. Behorende bij. Vastgesteld in de raadsvergadering van 18 december 2018

Nota Wijzigingen. bestemmingsplan Heusden Buitengebied 4de herziening. Behorende bij. Vastgesteld in de raadsvergadering van 18 december 2018 Nota en Behorende bij bestemmingsplan Heusden Buitengebied 4de herziening Vastgesteld in de raadsvergadering van 18 december 2018 Inleiding Er zijn een aantal ambtshalve wijzigingen noodzakelijk. In de

Nadere informatie

Paraplubestemmingsplan Parkeren

Paraplubestemmingsplan Parkeren Paraplubestemmingsplan Parkeren status: ontwerp idn: NL.IMRO.0281.BP00040-on01 gemeente Tiel datum: juni 2018 Bestemmingsplan Paraplubestemmingsplan Parkeren Gemeente Tiel Toelichting INHOUD TOELICHTING

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren. Gemeente Someren

Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren. Gemeente Someren Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren Gemeente Someren Opdrachtgever: Projectlocatie: Dhr. N.H.L. Michiels Hollandseweg 19 5712RM Someren Hollandseweg 19, Someren Projectnummer: 16418-001 Datum:

Nadere informatie

Wijzigingsplan Bouwvlak wijziging Veenweg 3 Gemeente Renswoude

Wijzigingsplan Bouwvlak wijziging Veenweg 3 Gemeente Renswoude Wijzigingsplan Bouwvlak wijziging Veenweg 3 Gemeente Renswoude Toelichting NL.IMRO.0339.WZ2013Veenweg3-ow01 / ontwerp Projectnr. BW-13051 / 10 december 2013 Gemeente Renswoude Wijzigingsplan Bouwvlak wijziging

Nadere informatie

BESTEMMINGSPLAN Buitengebied West, correctieve herziening Plakkenweg 7a Heerde

BESTEMMINGSPLAN Buitengebied West, correctieve herziening Plakkenweg 7a Heerde BESTEMMINGSPLAN Buitengebied West, correctieve herziening Plakkenweg 7a Heerde Planstatus: vastgesteld Datum: 2017-06-20 IMRO code: NL.IMRO.0246.808BUWHPlakkenwg7a-VA01 B u r o S t e d e n b o u w bv K

Nadere informatie

Bestemmingsplan. Middenweg 89. Gemeente Amsterdam, stadsdeel Oost. Datum: 13 juni 2016 Projectnummer: ID: NL.IMRO.0363.

Bestemmingsplan. Middenweg 89. Gemeente Amsterdam, stadsdeel Oost. Datum: 13 juni 2016 Projectnummer: ID: NL.IMRO.0363. Bestemmingsplan Middenweg 89 Gemeente Amsterdam, stadsdeel Oost Datum: 13 juni 2016 Projectnummer: 160161 ID: NL.IMRO.0363.M1605BPSTD-OW01 INHOUD 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Ligging plangebied

Nadere informatie

Wijzigingsplan Grootweg 13a, Berkhout Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning

Wijzigingsplan Grootweg 13a, Berkhout Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning Wijzigingsplan Grootweg 13a, Berkhout Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Beschrijving initiatief

Nadere informatie

Wijzigingsplan Baarsdorpermeer 4, Zuidermeer Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning

Wijzigingsplan Baarsdorpermeer 4, Zuidermeer Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning Wijzigingsplan Baarsdorpermeer 4, Zuidermeer Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning *D14.001905* D14.001905 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding

Nadere informatie

Uitwerkingsplan Velmolen oost, fase 1 (partiële herziening Velmolen Zicht) Toelichting, regels en plankaart

Uitwerkingsplan Velmolen oost, fase 1 (partiële herziening Velmolen Zicht) Toelichting, regels en plankaart Gemeente Uden Uitwerkingsplan Velmolen oost, fase 1 (partiële herziening Velmolen Zicht) Toelichting, regels en plankaart Vastgesteld door college op 20 december 2011 Kenmerk 0856-10-T01 Projectnummer

Nadere informatie

Wijzigingsplan Erfstraat, vestiging Van den Bosch Tuin & Terras

Wijzigingsplan Erfstraat, vestiging Van den Bosch Tuin & Terras Gemeente Uden Wijzigingsplan Erfstraat, vestiging Van den Bosch Tuin & Terras Toelichting, regels en analoge verbeelding 29 april 2014 Kenmerk 0856-17-T01 Projectnummer 0856-17 Toelichting Inhoudsopgave

Nadere informatie

Wageningen, 1 e herziening

Wageningen, 1 e herziening Bestemmingsplan Wageningen, 1 e herziening toelichting Gemeente Wageningen Datum: 29 maart 2011 Projectnummer: 62176.10 ID: NL.IMRO.0289.0014wag1eherz-VSG1 INHOUD 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Ligging

Nadere informatie

Ruimtelijke Onderbouwing verbinding Tramweg-Industrieweg, bedrijventerrein De Smaale (deelproject 2).

Ruimtelijke Onderbouwing verbinding Tramweg-Industrieweg, bedrijventerrein De Smaale (deelproject 2). Ruimtelijke Onderbouwing verbinding Tramweg-Industrieweg, bedrijventerrein De Smaale (deelproject 2). Doel en aanleiding Masterplan en Beeldkwaliteitplan Belangrijk brondocument van deze omgevingsvergunning

Nadere informatie

gelet op het bepaalde in artikel lid 1, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht juncto artikel 6.5, lid 3 van het Besluit omgevingsrecht;

gelet op het bepaalde in artikel lid 1, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht juncto artikel 6.5, lid 3 van het Besluit omgevingsrecht; ^2 gemeente T -^^fc Nijkerk RAADSBESLUIT Nummer: 2012-094 De raad van de gemeente Nijkerk; gelezen het collegevoorstel van 2 oktober 2012; gelet op het bepaalde in artikel 2.27. lid 1, van de Wet algemene

Nadere informatie

Afzonderlijke bijlage bij Nota van beantwoording zienswijzen Ontwerpbestemmingsplan Lint Oude Leede 2

Afzonderlijke bijlage bij Nota van beantwoording zienswijzen Ontwerpbestemmingsplan Lint Oude Leede 2 Afzonderlijke bijlage bij Nota van beantwoording zienswijzen Ontwerpbestemmingsplan Lint Oude Leede 2 Bijlage 1 - Staat van wijzigingen t.o.v. ontwerpbestemmingsplan Lint Oude Leede 2 Staat van wijzigingen

Nadere informatie

Bestemmingsplan Kern Noorbeek, herziening Dorpstraat 2. Gemeente Eijsden - Margraten

Bestemmingsplan Kern Noorbeek, herziening Dorpstraat 2. Gemeente Eijsden - Margraten Bestemmingsplan Kern Noorbeek, herziening Dorpstraat 2 Gemeente Eijsden - Margraten Bestemmingsplan Kern Noorbeek, herziening Dorpstraat 2 Gemeente Eijsden - Margraten Toelichting Bijlage Regels Bijlage

Nadere informatie

Ruimtelijke motivering Verbouw Olympic Plaza locatie Zuidas

Ruimtelijke motivering Verbouw Olympic Plaza locatie Zuidas Ruimtelijke motivering Verbouw Olympic Plaza locatie Zuidas 1. Inhoud 1. Aanvraag... 3 2. Voorgenomen ontwikkeling... 3 3. Juridisch planologisch kader... 5 4. Motivering... 6 1. Aanvraag Ontwikkelaar

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord 1. Inleiding 1.1 Aanleiding Er is een aanvraag om omgevingsvergunning ingediend voor de realisatie van een kunstwerk

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 Inleiding

HOOFDSTUK 1 Inleiding HOOFDSTUK 1 Inleiding 1.1 Aanleiding en doel In 2010 is het voormalige perceel Strijbeekseweg 23 te Ulvenhout gesplitst in twee percelen, te weten Strijbeekseweg 23 met daarop een boerderij (rijksmonument),

Nadere informatie

bestemmingsplan Parapluplan parkeerregels Toelichting

bestemmingsplan Parapluplan parkeerregels Toelichting bestemmingsplan Parapluplan parkeerregels Toelichting september 2018 1. Inleiding 1.1 Aanleiding en doel van het plan Op grond van de op 29 november 2014 in werking getreden 'Reparatiewet BZK 2014' (hierna:

Nadere informatie

Zienswijze ontwerp-bestemmingsplan Molenweg 5-5a Hoogeloon

Zienswijze ontwerp-bestemmingsplan Molenweg 5-5a Hoogeloon Van Provincie Noord-Brabant Aan Gemeente Bladel Onderwerp Zienswijze ontwerp-bestemmingsplan Molenweg 5-5a Hoogeloon Ter attentie van Zaak identificatie 07-11-2017

Nadere informatie

Bestemming vrijstaande woningen W-A2 De Opslach Ryptsjerk

Bestemming vrijstaande woningen W-A2 De Opslach Ryptsjerk Bestemming vrijstaande woningen W-A2 De Opslach Ryptsjerk Artikel 5: Wonen - A2 (vrijstaande woningen) 5.1. Bestemmingsomschrijving De voor Wonen - A2 aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. gebouwen

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. ten behoeve van aanvraag omgevingsvergunning herinrichten tankstation de Zuidpunt

Ruimtelijke onderbouwing. ten behoeve van aanvraag omgevingsvergunning herinrichten tankstation de Zuidpunt Ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van aanvraag omgevingsvergunning herinrichten tankstation de Zuidpunt Dordrecht, 10 september 2012 1. INLEIDING 1.1 Aanleiding Op het perceel aan de Rijksstraatweg

Nadere informatie

Quick scan natuurtoets KuiperCompagnons d.d. 30 november Soortenbescherming

Quick scan natuurtoets KuiperCompagnons d.d. 30 november Soortenbescherming Quick scan natuurtoets KuiperCompagnons d.d. 30 november 2009 Soortenbescherming De Flora- en faunawet (hierna: Ffw) beschermt alle in het wild levende zoogdieren, vogels, reptielen en amfibieën. Van deze

Nadere informatie

BESTEMMINGSPLAN BORNEOKADE 62b. Vastgesteld op 27 september 2011

BESTEMMINGSPLAN BORNEOKADE 62b. Vastgesteld op 27 september 2011 BESTEMMINGSPLAN BORNEOKADE 62b Vastgesteld op 27 september 2011 1. INLEIDING Op 28 april 2010 is er een overeenkomst gesloten waarin onder andere is overeengekomen, dat het stadsdeel middels een daarvoor

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing bij projectbesluit ten behoeve van Sport & Science, Hoeflingweg 20 te Lochem

Ruimtelijke onderbouwing bij projectbesluit ten behoeve van Sport & Science, Hoeflingweg 20 te Lochem Ruimtelijke onderbouwing bij projectbesluit ten behoeve van Sport & Science, Hoeflingweg 20 te Lochem Inleiding Bij besluit van 28 juli 2010 hebben burgemeester en wethouders van Lochem aan Sport & Science

Nadere informatie

Bijlage B Provincie Fryslân 25-11-2014 Toepassing Bro, art. 3.1.1, onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist.

Bijlage B Provincie Fryslân 25-11-2014 Toepassing Bro, art. 3.1.1, onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist. Bijlage B Provincie Fryslân 25-11-2014 Toepassing Bro, art. 3.1.1, onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist. Ten behoeve van de stroomlijning van het vooroverleg over: - voorontwerpbestemmingsplannen

Nadere informatie

Hoevensestraat 14 Vught. Regels. Wijzigingsplan. Opdrachtgever: Datum vrijgave. Opstellers: Rapportnummer: Dhr. en mevr. H.J.G. Hendriks.

Hoevensestraat 14 Vught. Regels. Wijzigingsplan. Opdrachtgever: Datum vrijgave. Opstellers: Rapportnummer: Dhr. en mevr. H.J.G. Hendriks. Hoevensestraat 14 Vught Wijzigingsplan Regels Opdrachtgever: Dhr. en mevr. H.J.G. Hendriks Rapportnummer: 14.124_R_01 Datum vrijgave juli 2014 Opstellers: mr. Q.W.J. de Ruijter T.van Kuijk, MSc. Hoevensestraat

Nadere informatie