Verantwoordelijke uitgever: Federaal agentschap voor de kinderbijslag

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Verantwoordelijke uitgever: Federaal agentschap voor de kinderbijslag"

Transcriptie

1

2

3 Verantwoordelijke uitgever: Federaal agentschap voor de kinderbijslag Voor alle inlichtingen: FAMIFED Departement Ondersteuning - Research en Financiën Trierstraat Brussel research@famifed.be of U kunt op aanvraag extra exemplaren verkrijgen. economaat@famifed.be De gegevens van deze studie mogen enkel worden overgenomen mits bronvermelding. Deze studie is louter informatief en mag niet beschouwd worden als juridisch bindend voor het Agentschap.

4

5 Inhoudstafel INLEIDING SITUATIESCHETS VAN DE VERSCHILLENDE RECHTSBRONNEN DE EUROPESE VERORDENINGEN De betrokken landen De betrokken personen De betrokken bijslagen Voorrangsregels DE BILATERALE OVEREENKOMSTEN DE DOOR DE MINISTER TOEGESTANE ALGEMENE EN INDIVIDUELE AFWIJKINGEN STATISTISCHE ANALYSE BELGISCHE KINDERBIJSLAG BETAALD VOOR GEZINNEN IN HET BUITENLAND Globale resultaten Vergelijking met de buitenlandse kinderbijslag betaald aan gezinnen in België VERDELING VAN DE RECHTHEBBENDEN EN VAN DE RECHTGEVENDE KIINDEREN VOLGENS DE RECHTSBRON EU-verordeningen Frankrijk en Nederland De nieuwe lidstaten van de EU Kraamgeld en adoptiepremie Bilaterale overeenkomsten Door de minister toegestane algemene en individuele afwijkingen Vergelijking van de rechthebbenden volgens rechtsbron BETAALDE BEDRAGEN VERGELIJKING TUSSEN DE BELGISCHE EN NIET-BELGISCHE RECHTHEBBENDEN DE GLOBALE CIJFERS: VERDELING TUSSEN BELGEN EN NIET-BELGEN VERDELING VAN DE BELGISCHE EN NIET-BELGISCHE RECHTGEVENDE KINDEREN VOLGENS LAND VAN VERBLIJF VERDELING VAN DE RECHTGEVENDE KINDEREN VOLGENS DE RECHTSBRON VERDELING VAN DE BELGISCHE EN NIET-BELGISCHE RECHTHEBBENDEN VOLGENS DE RECHTSGROND VERDELING VAN DE UITGAVEN TUSSEN BELGISCHE EN NIET-BELGISCHE RECHTHEBBENDEN BESLUIT... 37

6

7 INLEIDING 2014, een sleuteljaar... De jaarlijkse statistiek van de kinderen die buiten België worden opgevoed is de telling van de Belgische kinderbijslag betaald voor kinderen die in het buitenland worden opgevoed en van wie de rechthebbende het recht verkrijgt in België op basis van zijn socioprofessionele situatie. In deze editie worden de uitgaven van 2014 en het aantal rechthebbenden en rechtgevende kinderen op 31 december 2014 geanalyseerd. De kinderbijslagfondsen bezorgden de gegevens voor deze statistiek. Tot in 2013 specifieerden de richtlijnen van FAMIFED duidelijk dat de rechthebbenden waarmee men moest rekening houden geen Belgische nationaliteit mochten hebben. De aantallen die zo in de loop der jaren werden geteld werden dus altijd als van vreemde nationaliteit beschouwd. Maar dat was niet het geval. Voor 2014 verzocht FAMIFED de fondsen immers om statistieken te bezorgen voor zowel buitenlandse als Belgische rechthebbenden. De samengevoegde aantallen van die twee soorten rechthebbenden verschilden verbazend genoeg niet duidelijk van de vorige totalen. De fondsen werden hierover ondervraagd en de meeste daarvan verduidelijkten dat er vroeger geen enkele nationaliteitsfilter op de rechthebbenden werd toegepast. De gegevens gaan overigens voor het eerst over alle sectoren in plaats van enkel over de werknemerssector. De gelijkschakeling op 1 juli 2014 van de tot dan verschillende geldende regelingen (werknemers, zelfstandigen, ambtenaren) betekende voor de kinderbijslag immers een grote verandering. Er is dus nog maar één kinderbijslagsector, ongeacht het socioprofessionele statuut van de persoon die het recht verkrijgt 1. Daardoor wordt, sinds juli 2014, de kinderbijslag uitsluitend betaald door de kinderbijslagfondsen (werknemers en zelfstandigen), FAMIFED (werknemers, zelfstandigen, overheidsdiensten 2 en gewaarborgde gezinsbijslag) en de Dienst voor de Bijzondere Socialezekerheidsstelsels 3 (provinciale en plaatselijke overheidsdiensten). FAMIFED beschikte op 31 december 2014 dus over een uitgebreid overzicht van de betrokken aantallen (maar zonder de werknemers nog langer van de zelfstandigen te kunnen onderscheiden). 1 Er bestaat ook een residuair recht, de gewaarborgde gezinsbijslag, dat enkel geldt indien er in een Belgisch, buitenlands of internationaal stelsel geen enkel ander recht op kinderbijslag kan worden gevonden. De toekenning van de gewaarborgde gezinsbijslag hangt, onder andere, af van trimestriële inkomensvoorwaarden die niet mogen worden overschreden en van verblijfsvoorwaarden. 2 Met uitzondering van het ministerie van Defensie waarvoor FAMIFED de uitbetaling maar in september 2014 heeft overgenomen. 3 De Dienst voor de Bijzondere Socialezekerheidsstelsels (DIBISS) heette in 2014 nog de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de Provinciale en Plaatselijke Overheidsdiensten (RSZPPO). 1 1

8 Een andere belangrijke aanpassing vormt het feit dat men in de globale cijfers rekening houdt met algemene en individuele door de minister toegestane afwijkingen ten gunste van Belgische rechthebbenden, daar waar in de vorige edities enkel de niet-belgische rechthebbenden in de totalen van de afwijkingen waren meegeteld. We kunnen er dus van uitgaan dat deze uitgave alle sectoren en alle nationaliteiten omvat. Door al die wijzigingen onderscheidt deze uitgave zich duidelijk van de vorige en zullen sommige gegevens van 2014 niet meer in een historisch perspectief kunnen worden geplaatst. Het eerste deel van de studie geeft een overzicht van de belangrijkste rechtsbronnen waarin die tegemoetkoming geregeld wordt. De resultaten van de tellingen worden geanalyseerd in een tweede deel. Daarin behandelt men zowel de globale resultaten als de verdeling over de Belgische en niet-belgische rechthebbenden. Er wordt ook vergeleken met de kinderbijslag die buitenlandse instellingen betalen aan gezinnen die in België verblijven. Er is ook een speciaal hoofdstuk gewijd aan de uitgaven. Bijlage 1 bevat verscheidene tabellen met de aantallen en de bedragen per land waar het kind verblijft, voor alle soorten rechthebbenden en ongeacht of ze Belg zijn of niet. Er wordt ook een onderscheid gemaakt volgens de rechtsbron. De specifieke barema s die van toepassing zijn in het kader van de bilaterale overeenkomsten zijn opgenomen in bijlage 2. 2

9 1. SITUATIESCHETS VAN DE VERSCHILLENDE RECHTSBRONNEN Er bestaan grote afwijkingen van de algemene regel in artikel 52 van de Algemene Kinderbijslagwet (AKBW) die stelt dat er geen kinderbijslag betaald moet worden voor kinderen die niet in België worden opgevoed of die er geen lessen volgen. Er zijn meer bepaald drie rechtsbronnen op basis waarvan recht op kinderbijslag toegekend kan worden voor die kinderen: 1. Europese verordeningen; 2. bilaterale overeenkomsten; 3. algemene en individuele afwijkingen. Deze studie geeft een overzicht van de rechtsbronnen op 31 december DE EUROPESE VERORDENINGEN Door de verordening (EG) nr. 883/2004 en haar toepassingsverordening (EG) nr. 987/2009 kunnen gezinsleden die niet op het grondgebied van de bevoegde lidstaat verblijven gezinsbijslag krijgen. Deze verordeningen nr. 883/2004 en 987/2009, die op 1 april 2010 in werking traden, vervangen de Europese verordening nr. 1408/71 (van 14 juni 1971) en de uitvoeringsverordening nr. 574/72 (van 21 maart 1972) die sinds 1 oktober 1972 toegepast werden. Ze worden in het verdere verloop van dit document over het algemeen als EU-verordeningen aangeduid De betrokken landen De staten waarin de verzekerde zich op de bepalingen van de (EG) verordeningen nr. 883/2004 en 987/2009 kan beroepen zijn de volgende: de lidstaten van de Europese Unie: Duitsland, Oostenrijk, België, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Spanje, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Polen, Portugal, Tsjechië, Slovakije, Roemenië, het Verenigd Koninkrijk, Slovenië, Zweden, Kroatië; 3

10 Sinds 1 april 2012 heeft de term lidsta(a)t(en) in de verordeningen 883/2004 en 987/2009 ook betrekking op Zwitserland; 4 Sinds 1 juni 2012 zijn deze verordeningen ook van toepassing op Noorwegen, IJsland en Liechtenstein De betrokken personen De verordeningen nr. 883/2004 en 987/2009 betreffen alle burgers, evenals hun gezinsleden en overlevenden, van de Europese Unie, de onderdanen van de staten van de Europese Economische Ruimte (IJsland, Liechtenstein en Noorwegen), de Zwitserse onderdanen, de vluchtelingen en staatlozen die in een lidstaat van de Europese Unie, van de Europese Economische Ruimte of in Zwitserland verblijven, die aan de wetgeving van een of meer lidstaten zijn of waren onderworpen. Ze betreffen eveneens de onderdanen van derde Staten, in de relaties met de lidstaten van de Europese Unie, uitgezonderd Denemarken en het Verenigd Koninkrijk De betrokken bijslagen De verordening 883/2004 geldt voor de gezinsbijslag waarin de verschillende lidstaten voorzien. Het begrip gezinsbijslag omvat alle verstrekkingen en uitkeringen ter tegemoetkoming van de gezinslasten, met uitzondering van voorschotten op onderhoudsbijdragen, en de bijzondere uitkeringen bij geboorte of adoptie. 8 Hoewel het kraamgeld en de adoptiepremie uitdrukkelijk buiten het materiële toepassingsgebied van de verordening 883/2004 vallen, kunnen, enkel voor de actieve werknemers, deze twee uitkeringen, die als sociale voordelen worden beschouwd, overeenkomstig artikel 7, 2 van de verordening 1612/68 toch worden uitgevoerd voor de kinderen die in een andere lidstaat zijn geboren of geadopteerd. 9 4 Op basis van beslissing nr. 1/2012 van het Gemengd Comité, ingesteld door het akkoord tussen de Europese Gemeenschap en de lidstaten enerzijds en de Zwitserse Confederatie anderzijds, over het vrij verkeer van personen en in werking getreden op 1 april Zie CO nr bijlage 4 van 6 juli Overeenkomstig de beslissingen nr. 76/2011 van 1 juli 2011 en 133/2011 van 2 december 2011 van het Gemengd Comité van Europese Economische Ruimte. Zie CO nr bijlage 6 van 19 november Verordening (EU) nr. 1231/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november De verordeningen 1408/71 en 574/72 blijven van toepassing voor Denemarken en het Verenigd Koninkrijk aangaande de onderdanen van derde Staten omdat deze twee landen de verordening (EU) nr. 1231/2010 van het Europees Parlement en van de Raad van 24 november 2010 niet ondertekend hebben 8 Artikel 1, z) van titel 1 van de verordening 883/ Zie MO. nr. 583 van 6 oktober 2003 en addendum en ook de CO 949 bijlage 67 en de CO

11 Deze verordening wordt toegepast bij ontstentenis van een overeenkomst betreffende de toekenning van het kraamgeld. Dus de afgesloten bilaterale overeenkomsten tussen België en respectievelijk Frankrijk, Luxemburg en Duitsland primeren. Die akkoorden slaan niet op het kraamgeld, dat dus enkel op basis en onder de voorwaarden van de verordening 1612/68 kan worden uitgevoerd Voorrangsregels Wanneer de rechten voor dezelfde periode en voor dezelfde gezinsleden worden verkregen op grond van de wetgeving van meer dan één lidstaat gelden de volgende voorrangsregels: Het recht wordt in de eerste plaats verkregen op grond van een al dan niet bezoldigde activiteit. Het begrip bezoldigde (en onbezoldigde) activiteit dekt de situaties waarin een activiteit daadwerkelijk wordt uitgeoefend, maar ook gelijkgestelde situaties. Het recht wordt in de tweede plaats verkregen op grond van een pensioen. Het recht wordt ten slotte verkregen op grond van de verblijfplaats. Wanneer de uitkeringen op dezelfde grondslag door meer dan een lidstaat zijn verschuldigd, bepaalt artikel 68 van de verordening 883/2004 een precieze volgorde en anticumulatieregels. Indien het bedrag van de verschuldigde bijslag volgens die wetgeving lager ligt dan het bedrag volgens de wetgeving van de andere betrokken staat betaalt de bevoegde instelling van die staat een aanvullende toeslag. Die toeslag is niet verschuldigd wanneer het recht enkel op de verblijfplaats berust DE BILATERALE OVEREENKOMSTEN Sommige landen die geen deel uitmaken van de Europese Economische Ruimte sloten met België een bilaterale overeenkomst waarin het recht op kinderbijslag is vastgelegd. Zo heeft België bilaterale overeenkomsten gesloten met Marokko, Turkije, Tunesië, Algerije, Kroatië, Macedonië, Bosnië-Herzegovina, Montenegro (op 1 juni 2014) en Servië (op 1 september 2014). Bovendien blijft het bilaterale akkoord met de voormalige Republiek Joegoslavië geldig voor Kosovo. Kroatië is op 1 juli 2013 toegetreden tot de EU en is dus sindsdien onderworpen aan de Europese verordeningen. 5

12 Voor Macedonië, Bosnië- Herzegovina, Servië en Montenegro zijn het dezelfde bedragen als de geldende gewone kinderbijslag in België (met verhoging volgens rang en leeftijd van het kind), maar zonder recht op andere toeslagen, noch op kraamgeld of op de adoptiepremie. Voor de andere landen waarmee België een bilaterale overeenkomst sloot, zijn specifieke schalen van toepassing. Voor de andere werknemers dan mijnwerkers variëren de bedragen in de overeenkomsten met Marokko, Tunesië en Turkije tussen 27,21 EUR en 32,31 EUR (per maand) naargelang de rang van het kind, tot maximaal vier kinderen 10. In de overeenkomst met de voormalige Republiek Joegoslavië is over het algemeen een bedrag van 12,39 EUR vastgelegd per kind (per maand), tot maximaal vier kinderen (dat bedrag is niet gekoppeld aan de consumptieprijsindex). De overeenkomsten met Turkije, Tunesië en Marokko omvatten bepalingen voor invaliden, gepensioneerden en wezen. De bilaterale overeenkomsten voorzien niet in de toekenning van kraamgeld of een adoptiepremie. In de bilaterale overeenkomsten met Macedonië en Bosnië-Herzegovina is bepaald dat een leeftijdsbijslag wordt toegekend. Dit is niet het geval in de andere bilaterale overeenkomsten. In de bilaterale overeenkomsten met Marokko, Turkije, Tunesië en Algerije ten slotte is de kinderbijslag beperkt tot vier kinderen in het gezin en liggen de bedragen veel lager dan het Belgische barema. Zo is het bedrag voor het eerste kind maar 30 % van het bedrag voor het eerste kind in de gewone schaal van het Belgische barema. Voor het vierde kind is dat maar 13 % DE DOOR DE MINISTER TOEGESTANE ALGEMENE EN INDIVIDUELE AFWIJKINGEN Artikel 52, derde lid AKBW bepaalt dat de bevoegde minister van Sociale Zaken voor behartigenswaardige categorieën een afwijking kan toestaan van de voorwaarde van het eerste lid van ditzelfde artikel dat bepaalt dat kinderbijslag niet verschuldigd is voor buiten België opgevoede kinderen. Het betreft door de minister toegestane algemene afwijkingen. Hiertoe is het voorafgaand advies van het Beheerscomité van het Federaal agentschap voor de kinderbijslag (FAMIFED) vereist. Na een gunstig advies van dat comité wordt de algemeen toegestane afwijking per ministeriële omzendbrief meegedeeld. 10 De vermelde bedragen zijn aan index 119,62 van kracht op 1 december 2012 en nog altijd van toepassing op 31 december Zie ook de bijlage 2. 6

13 Er bestaat nog slechts één dergelijke ministeriële omzendbrief, uit Daarin wordt een algemeen toegestane afwijking gegeven aan studenten die zonder studiebeurs verder studeren in een land buiten de EER of in een land waarmee België geen bilaterale overeenkomst gesloten heeft (beperkt tot maximum één bijkomend academiejaar) In het tweede lid van artikel 52 AKBW wordt aan de minister van Sociale Zaken (of de door hem aangewezen ambtenaar van de FOD Sociale Zekerheid) de bevoegdheid gegeven om afwijkingen toe te staan voor behartenswaardige individuele gevallen voor kinderen in het buitenland. Voor die afwijkingen is geen enkel advies van het Beheerscomité vereist. 11 Zie MO nr. 599 van 16 juli Voordien moesten die studenten bij de minister van Sociale Zaken een individueel toegestane afwijking aanvragen: Bron "Vereenvoudigde procedures voor kinderbijslag voor studenten", persbericht van 27/9/2007, op 7

14

15 2. STATISTISCHE ANALYSE 2.1. BELGISCHE KINDERBIJSLAG BETAALD VOOR GEZINNEN IN HET BUITENLAND Globale resultaten 13 In dit hoofdstuk worden alle aantallen voorgesteld, rekening houdend met de Belgische en buitenlandse rechthebbenden, voor alle rechtsbronnen 14. Het onderscheid tussen beide categorieën rechthebbenden wordt verderop in de studie gemaakt (zie hoofdstuk 3, bladzijde 32). De telling van 2014 omvat voortaan alle sectoren 13 en niet alleen die van de werknemers zoals dat in de vorige uitgaven het geval was. Bovendien zitten alle aantallen waarvoor een afwijking geldt in de globale cijfers, daar waar men tot 2013 enkel rekening hield met de afwijkingen van de niet- Belgische rechthebbenden. Daardoor is het historisch perspectief voortaan scheefgetrokken en zal deze uitgave minder dan de vorige uitgaven de evoluties analyseren. Op 31 december 2014 genoten rechthebbenden het recht op kinderbijslag voor buiten België opgevoede rechtgevende kinderen. De betalingen bedragen in totaal ongeveer EUR in Dat is een schatting, want dat bedrag omvat niet de betalingen die sommige overheidsinstellingen 15 in een deel van 2014 nog rechtstreeks hebben uitgevoerd en waarvan wij de bedragen niet kennen. Dat totaal omvat dan wel de kinderbijslag die in het eerste kwartaal in de sector van de zelfstandigen 16 werd uitbetaald, goed voor EUR, maar er is geen informatie beschikbaar over de wijze waarop dat bedrag per land en/of rechtsbron werd verdeeld. 13 In de globale resultaten per land wordt geen enkel onderscheid gemaakt tussen de toegepaste rechtsbron. 14 Er zijn drie rechtsbronnen: Europese verordeningen, bilaterale overeenkomsten en de algemene en individueel toegestane afwijkingen. Zie hoofdstuk 1 voor meer details. 15 Die betrokken overheidsinstellingen zijn: Universiteit Antwerpen, HR Rail, de overheidsinstellingen waarvan de kinderbijslag werd betaald door de CDVU - dienst Betalingen Wedden van de FOD Financiën en van Landsverdediging. 16 Bron: Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ), 9 9

16 De financiële gegevens in de tabellen en bijlagen van deze studie omvatten dus niet het bedrag van EUR en vormen een totaal van EUR ( EUR EUR). Uit de grafiek valt af te leiden dat de voor deze studie betrokken aantallen sinds het einde van de jaren '80 constant stijgen. De forse stijging in 2014 wordt in hoofdzaak natuurlijk verklaard door rekening te houden met alle sectoren. Alleen al in de sector van de werknemers lag de in de afgelopen jaren geregistreerde jaarlijkse stijging tussen 2 en 3 %. Voor het geheel van de kinderbijslagsector vertegenwoordigen de in deze studie vermelde rechthebbenden 2,03 % en de rechtgevende kinderen 2,05 %. Tabel 1 hierna vergelijkt dat aandeel met De vastgestelde daling lijkt erop te wijzen dat er bij de zelfstandigen en de overheidssector proportioneel gezien minder kinderen in het buitenland worden opgevoed dan bij de werknemers. Tabel 1: Het aandeel van de kinderbijslag voor buiten België opgevoede kinderen in vergelijking met het totaal aantal rechtgevende kinderen (werknemerssector) De rechthebbenden 2,03 % 2,17 % De rechtgevende 2,05 % kinderen 2,29 % 10

17 Door rekening te houden met alle sectoren is het aantal rechtgevende kinderen opgevoed buiten België gedaald, namelijk van 1,88 naar 1,80 kinderen per rechthebbende. Die verhouding was sinds 2011 stabiel gebleven, na een lange neerwaartse beweging ingezet in 1966, toen men nog 3,03 kinderen per rechthebbende telde. In 2014 had een rechthebbende gemiddeld 1,80 kinderen, en dat komt nu erg dicht in de buurt van het gemiddelde van 1,78 kinderen voor de globale kinderbijslagsector. De grafiek hieronder visualiseert die tendens voor de laatste vijf decennia, waarbij men moet weten dat 2014 voortaan alle sectoren van de kinderbijslag omvat en niet alleen die van de werknemers. De afname van de gezinsgrootte moet in verband gebracht worden met het stijgende aandeel van de rechthebbenden uit de EU-landen, met gemiddeld kleinere gezinnen dan de landen waarmee België een bilaterale overeenkomst gesloten heeft. Zo werd in 1966 iets minder dan een derde van de buiten België opgevoede kinderen in de EU opgevoed, terwijl de in de EU opgevoede kinderen vandaag een verpletterende meerderheid vormen. Op 31 december 2014 ging het immers om 93,01 % van de rechtgevende kinderen en 90,72 % van de rechthebbenden verkreeg het recht op kinderbijslag voor die kinderen. De uitgaven voor de groep kinderen opgevoed in een EU-lidstaat bedroegen 94,07 % van de totale uitgaven. De kinderen opgevoed in een land buiten de EU vormen dus een zeer kleine minderheid met nauwelijks kinderen (6,99 %). 11

18 De stijging van het aantal kinderen opgevoed in een EU-land doet zich vooral voor in Frankrijk, Nederland en meer recent in de nieuwe EU-lidstaten. De daling van het aantal kinderen opgevoed in een land buiten de EU is hoofdzakelijk het gevolg van een daling van het aantal kinderen van Marokkaanse rechthebbenden. Tabel 2 geeft voor de belangrijkste landen van verblijf de verdeling van de kinderen opgevoed buiten België weer. Tabel 2: Verdeling van de rechthebbenden en de rechtgevende kinderen volgens land van verblijf (belangrijkste landen) - Situatie op 31 december 2014 Land van verblijf rechthebbenden rechtgevende kinderen Rechtgevende kinderen in % Betaalde bedragen Bedragen in % in EUR Frankrijk ,72% ,47% Nederland ,40% ,15% Polen ,51% ,31% Roemenië ,04% ,97% Spanje ,79% ,92% Italië ,17% ,65% Portugal ,11% ,52% Duitsland ,96% ,43% Andere EU-landen ,31% ,65% EU-LANDEN ,01% ,07% Marokko ,43% ,67% Verenigde Staten ,84% ,95% Andere landen ,71% ,31% LANDEN BUITEN EU ,99% ,93% TOTAAL ,00% ,00% Frankrijk blijft met ruime voorsprong het belangrijkste land van verblijf met kinderen, wat overeenstemt met bijna 2 kinderen op 3 (59,72 %). Na Frankrijk telt Nederland het grootste aantal buiten België opgevoede kinderen, namelijk rechtgevende kinderen (15,40 % van het totaal). Polen verving Marokko als derde meest vertegenwoordigde land sinds 2010 en was in 2014 goed voor rechtgevende kinderen. De Poolse kinderen vertegenwoordigen nu meer dan een kind op twaalf (8,51 %). Die drie landen vertegenwoordigen zo 83,63 % van het totale aantal rechtgevende en in het buitenland opgevoede kinderen. Marokko blijft op de vierde plaats staan met rechtgevende kinderen (2,43 % van het totaal). Het is opmerkelijk dat voor Marokko het aandeel van de betaalde bedragen (0,67 %) bijna viermaal kleiner is dan het aandeel van de rechtgevende kinderen (2,64 %). Dat komt omdat de met dat land overeengekomen barema's lager liggen. 12

19 Frankrijk, Nederland, Polen en Marokko nemen samen 86,07 % van het totale aantal buiten België opgevoede kinderen voor hun rekening. In het geval van Frankrijk en Nederland kan dit verklaard worden door de nabijheid, want het gaat hoofdzakelijk om grensarbeiders die in België komen werken 17. Voor Marokko kunnen we de historische immigratie als reden opgeven. In de jaren 1960 en begin 1970 ving de Belgische staat het gebrek aan arbeidskrachten op de arbeidsmarkt op door massaal een beroep te doen op de immigratie van onder andere Marokkaanse werknemers. Eerst via door de minister toegestane algemene afwijkingen en vervolgens door de bilaterale overeenkomst met Marokko kregen deze werknemers de mogelijkheid om recht op kinderbijslag te verkrijgen voor hun kinderen die ze in hun land van oorsprong opvoedden. Na een sterke aanwezigheid van Marokkaanse kinderen in de statistieken van de buiten België opgevoede kinderen begon hun aantal echter vanaf 1985 te dalen door de sluiting van de steenkoolmijnen. Gezinsherenigingen in België, naturalisaties en de kinderen die geleidelijk de leeftijdsgrens overschreden om nog recht te hebben op kinderbijslag, zijn de voornaamste factoren die onvermijdelijk geleid hebben tot een daling van de Marokkaanse aantallen. De situatie van Polen kunnen we verklaren door de massale toevloed van Poolse arbeiders die werk kwamen zoeken in België, met name in de bouwsector. Op 1 januari 2013 vormden de Poolse migranten 5,15 % van alle personen met vreemde nationaliteit in het Rijksregister. Ter vergelijking, dit is meer dan de Spanjaarden (4,55 %), de Duitsers (3,33 %), de Portugezen (3,25 %) of de Turken (3,18 %) Vergelijking met de buitenlandse kinderbijslag betaald aan gezinnen in België Net zoals Belgische kinderbijslag uitgevoerd kan worden naar gezinnen in het buitenland, kunnen buitenlandse regelingen kinderbijslag betalen aan gezinnen die in België verblijven. De Europese verordeningen hebben namelijk als principe dat het land van tewerkstelling bevoegd is voor de sociale uitkeringen aan personen die in een van de lidstaten van de Europese Economische Ruimte (EER) verblijven. 17 Zie in dit verband 1. Frankrijk en Nederland op blz. 17 en volgende. 18 Zie MO nr. 195 van 4 juli 1963, MO nr. 201 van 8 april 1964 en MO nr. 213 van 5 oktober Belgisch-Marokkaanse overeenkomst van 24 juni Interfederaal Gelijkekansencentrum - Jaarverslag Migratie 2013 (de gegevens van 2014 waren nog niet beschikbaar bij de opmaak van deze studie) 13

20 In deze paragraaf bekijken we de situatie van drie buurlanden: het Groothertogdom Luxemburg, Nederland en Frankrijk. Gegevens over betalingen door Duitsland en het Verenigd Koninkrijk zijn niet beschikbaar per land van verblijf. Tabel 3 hieronder bevat de gegevens van 2013 voor de drie betrokken landen. In tegenstelling tot België zijn de kinderbijslagregelingen van de buurlanden universeel en niet professioneel. 21 Tabel 3: Kinderbijslag betaald door buitenlandse instellingen aan gezinnen die in België verblijven in het dienstjaar Land kinderen Uitgaven in euro (x 1.000) Luxemburg Niet beschikbaar Frankrijk ,00 Nederland ,29 TOTAAL Gemiddeld bedrag in euro per kind per maand In 2013 betaalden Luxemburg, Frankrijk en Nederland samen 98,02 miljoen EUR aan in België verblijvende gezinnen. Dit is een lichte daling ten opzichte van 2012 (98,88 miljoen EUR). Frankrijk, het Groothertogdom Luxemburg en Nederland betaalden in 2013 voor rechtgevende kinderen in België 98,02 miljoen EUR. In vergelijking daarmee betaalde de Belgische werknemersregeling voor datzelfde jaar 84,45 miljoen EUR voor rechthebbenden en kinderen. Volledigheidshalve moeten hier nog de uitgaven aan toegevoegd worden voor de regeling van de zelfstandigen (5,7 miljoen EUR in 2012) en die van de overheidssector (bedrag niet gekend). Het verschil tussen de uitgevoerde en de ontvangen bedragen blijft dus positief, ook al vertonen de saldi tussen de landen onderling sterk verschillende profielen, zoals een zeer groot overschot bij Luxemburg (+85 miljoen EUR), maar een aanzienlijk tekort bij Frankrijk (-49 miljoen EUR) in De cijfers van 2014 zijn niet beschikbaar. 22 Bronnen: Groothertogdom Luxemburg: Inspection générale de la Sécurité sociale Luxembourg. Gezinsbijslag, Reeks statistieken Frankrijk: «Rapport statistique 2013», Centre de Liaisons Européennes et Internationales de Sécurité sociale (C.L.E.I.S.S.). Nederland: «Kwartaalbericht, Directie Financieel Economische Zaken, Afdeling Informatievoorziening en Onderzoek, Sociale Verzekeringsbank, Die verschillen houden geen rekening met de overheidssector en de zelfstandigen, die niet in de editie van 2013 voorkomen. 14

21 2.2. VERDELING VAN DE RECHTHEBBENDEN EN VAN DE RECHTGEVENDE KIINDEREN VOLGENS DE RECHTSBRON Tabel 4 op volgende pagina geeft de verdeling van de buiten België opgevoede kinderen volgens de rechtsbron weer. Het is geen verrassing dat het grootste deel van de kinderbijslag van buiten België opgevoede kinderen wordt betaald op basis van de EU-verordeningen. In de volgende paragrafen wordt de evolutie van de aantallen per rechtsbron besproken. 15

22 Tabel 4: Verdeling van de kinderen opgevoed buiten België volgens de rechtsbron - periode: * TOTAAL KINDEREN OPGEVOED BUITEN HET RIJK Rechthebbenden Rechtgevende kinderen Gemiddeld aantal kinderen per rechthebbende 1,93 1,92 1,93 1,93 1,93 1,92 1,91 1,88 1,88 1,88 1,80 EU-VERORDENINGEN Rechthebbenden Rechtgevende kinderen Kraamgeld en adoptiepremie Gemiddeld aantal kinderen per rechthebbende 1,91 1,91 1,92 1,93 1,93 1,92 1,91 1,89 1,88 1,88 1,85 BILATERALE OVEREENKOMSTEN Rechthebbenden Rechtgevende kinderen Gemiddeld aantal kinderen per rechthebbende 2,19 2,09 2,09 2,03 1,98 1,94 1,90 1,80 1,85 1,85 1,80 ALGEMENE EN INDIVIDUEEL TOEGESTANE AFWIJKINGEN Rechthebbenden Rechtgevende kinderen Gemiddeld aantal kinderen per rechthebbende 1,47 1,50 1,53 1,17 1,24 1,35 1,37 1,40 1,45 1,37 1,11 * vanaf 2014 wordt met alle sectoren van de kinderbijslag en alle nationaliteiten rekening gehouden 16 16

23 De onderstaande grafiek toont duidelijk aan hoe de aantallen op basis van de Europese verordeningen en die op basis van de bilaterale overeenkomsten volledig tegengesteld aan elkaar evolueren (wetende dat in 2014 alle sectoren van de kinderbijslag en alle nationaliteiten worden meegeteld) EU-verordeningen 24 De EU-verordeningen zijn van toepassing op de landen van de Europese Economische Ruimte (EU, IJsland, Noorwegen en Liechtenstein) en Zwitserland. Op 31 december 2014 telde men rechthebbenden die een recht op kinderbijslag verkregen op basis van de EU-verordeningen, voor rechtgevende kinderen. Het aandeel van de groep waarvoor kinderbijslag betaald wordt op basis van de EU-verordeningen was in 2014 goed voor 90,83 % bij de rechthebbenden en 93,18 % bij de rechtgevende kinderen. Dat is minder dan in 2013 (respectievelijk 96,37 % en 96,49 %) maar dat komt omdat, in tegenstelling tot de vorige uitgaven, men in 2014 rekening hield met de afwijkingen die aan de Belgische rechthebbenden werden toegestaan. 24 Gedetailleerde resultaten per land voor de kinderbijslag betaald op basis van de Europese verordeningen vindt men in bijlage II bij dit document

24 Het zeer grote aandeel van de rechthebbenden en rechtgevende kinderen op basis van de Europese verordeningen kan worden toegeschreven aan enerzijds de massale aanwezigheid van grensarbeiders van Frankrijk en Nederland en anderzijds de opkomst van de nieuwe EU-lidstaten. Die laatsten vertegenwoordigen nu met rechtgevende kinderen 12,56 % van het totaal. Polen vertegenwoordigt het grootste aandeel, met 9,13 % van de rechtgevende kinderen op basis van de EU-verordeningen. Dat land alleen telt al 72,69 % van de kinderen van de nieuwe EU-lidstaten. 25 Het gemiddelde aantal kinderen per rechthebbende is in 2014 gedaald, rekening houdend met alle sectoren, want het ging van 1,88 in 2013 naar 1,85 in Het ligt wel hoger dan het algemeen gemiddelde van deze studie (1,80), dat in dalende zin wordt beïnvloed door de afwijkingen (slechts 1,11 kinderen). Dit gemiddelde van 1,85 blijft evenwel flink hoger dan wat er voor het geheel van de kinderbijslagsector wordt opgetekend en 1,79 kinderen bedraagt Frankrijk en Nederland Frankrijk is veruit het meest vertegenwoordigde land met rechthebbenden (62,37 % van het totaal) en rechtgevende kinderen (64,08 % van het totaal), gevolgd door Nederland met rechthebbenden (16,78 %) en rechtgevende kinderen (16,78 %). Frankrijk en Nederland tellen dus samen ongeveer acht rechthebbenden en kinderen op tien. Deze rechtgevende kinderen zijn hoofdzakelijk kinderen van grensarbeiders 26. De evolutie van het aantal grensarbeiders die in België werken en in Frankrijk en in Nederland wonen verklaart dus grotendeels de evolutie van het aantal kinderen in die twee landen. De aantallen van deze uitgave 2014 hebben een forse stijging gekend door rekening te houden met alle sectoren van de kinderbijslag. Toch geven de twee volgende grafieken duidelijk de verhouding weer tussen de evolutie van het aantal grensarbeiders en die van het aantal kinderen waarop deze statistiek betrekking heeft, voor die twee landen over de periode Zie in dit verband 2. De nieuwe EU-Lidstaten op bladzijde 20 en volgende. 26 Onder "grensarbeider" wordt verstaan iedere werknemer of zelfstandige die zijn beroepsactiviteit uitoefent in een lidstaat en woont in een andere lidstaat, waarheen hij in principe dagelijks of ten minste eenmaal per week terugkeert

25 Bronnen: RIZIV en FAMIFED omvat alle kinderbijslagsectoren en alle nationaliteiten. De evolutie van de in Frankrijk gevestigde grensarbeiders is bijzonder merkwaardig. Die kan verklaard worden door de fiscale gunstregeling die die grensarbeiders genieten. Op basis van die regeling betaalt een grensarbeider immers belastingen in het land waar hij woont en niet in het land waar hij werkt, zoals normaal het geval is voor werknemers die werken in een ander land dan dat waar ze wonen. Concreet betekent dit dat de Franse grensarbeiders belastingen betalen in Frankrijk op hun Belgische beroepsinkomsten. Op meer dan een vlak is deze regeling gunstig voor hen. De fiscale druk op arbeid is namelijk minder groot in Frankrijk dan in België. De Franse grensarbeiders betalen overigens in België lagere socialezekerheidsbijdragen dan dat ze in Frankrijk zouden moeten betalen. Ten slotte is de loonregeling vaak aantrekkelijker in België. Sommige sectoren kennen hogere barema s met daarbovenop dubbel vakantiegeld. Omgekeerd is deze regeling minder gunstig voor grensarbeiders die wonen in België maar werken in Frankrijk. Die situatie zal echter niet blijven duren, aangezien op 17 december een wet in werking trad die de geldende regels aanzienlijk heeft gewijzigd, ook al moet een onderscheid gemaakt worden tussen twee periodes. Van 2009 tot 2011 bleef de grensarbeidersregeling behouden, op voorwaarde dat de grensarbeiders de Belgische grensregio niet meer dan dertig dagen per kalenderjaar verlaten Wet van 7 mei 2009, BS van 8 januari Onder grensregio wordt verstaan de regio die zich uitstrekt over twintig kilometer aan beide kanten van de Belgisch-Franse grens

26 Vanaf 1 januari 2012 blijft de grensarbeidersregeling behouden gedurende 22 jaar 29 tot in 2033, maar enkel voor Franse grensarbeiders die al op 31 december 2011 de grensarbeidersregeling genoten. Uit de grafiek blijkt duidelijk dat het aantal grensarbeiders min of meer gelijk bleef sedert de inwerkingtreding van de nieuwe reglementering in Bronnen: RIZIV en FAMIFED omvat alle kinderbijslagsectoren en alle nationaliteiten. De recentere stijging van het aantal Nederlandse grensarbeiders is wellicht een gevolg van de economische crisis die Nederland nog harder heeft getroffen dan vele andere landen. Het land wordt geconfronteerd met een ongekende vastgoedzeepbel en een enorme schuldenlast. Hoewel zijn economie historisch gezien een modelleerling is binnen de eurozone, bevond het land zich in 2012 en 2013 zelfs in een recessie, met een fors toenemende werkloosheid als gevolg. In 2014 kende het land echter toch weer een lichte groei De nieuwe lidstaten van de EU Naast Frankrijk en Nederland verklaart de toetreding van nieuwe landen tot de EU ook gedeeltelijk de toename van het aantal buiten België opgevoede kinderen. In 2004 zijn tien landen tot de EU toegetreden: Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Slovenië, Slowakije en Tsjechië. Op 1 januari 2007 traden ook Bulgarije en Roemenië toe tot de EU. 29 Onder bepaalde bijzondere voorwaarden voor seizoengrensarbeiders

27 De toetreding in 2004 van de nieuwe lidstaten leidde niet direct tot een spectaculaire stijging van de aantallen, omdat er op het gebied van het vrije verkeer van werknemers overgangsmaatregelen ingevoerd werden waarbij het voor de burgers van de nieuwe lidstaten verplicht bleef om eerst een arbeidskaart te verkrijgen. Die overgangsmaatregelen werden ook toegepast op Bulgarije en Roemenië vanaf hun toetreding op 1 januari Sinds 1 mei 2009 zijn de overgangsmaatregelen opgeheven voor de lidstaten die toegetreden zijn op 1 mei Dat betekent dat het vrije verkeer van werknemers volledig van toepassing is op de burgers van die landen vanaf die datum en dat ze vrijgesteld zijn van de verplichte arbeidskaart. Dit leidde uiteraard in 2010, het eerste volledige jaar zonder overgangsmaatregel, tot een spectaculaire stijging van het aantal rechthebbenden en rechtgevende kinderen, die zich nadien voortgezet heeft. 32 Op 1 juli 2013 is ook Kroatië tot de Europese Unie toegetreden. De onderstaande grafiek toont duidelijk de stijgende tendens van het aantal rechtgevende kinderen in de nieuwe lidstaten, zelfs al moet men eraan herinneren dat het dienstjaar 2014 alle takken van de kinderbijslag omvat en niet alleen die van de werknemers. 30 Die overgangsmaatregelen zijn niet van toepassing op Cyprus en Malta. 31 Koninklijk besluit van 19 december 2006, verschenen in het BS van 28 december De Bulgaarse en Roemeense burgers bleven tot 31 december 2013 aan de arbeidsvergunningsplicht onderworpen, maar met vereenvoudigde procedures wanneer het om een knelpuntberoep ging

28 Tabel 5 geeft een gedetailleerd overzicht van het aantal rechtgevende kinderen van de nieuwe lidstaten per land. We stellen vast dat Polen er sterk uitspringt, met kinderen (72,69 %). Op de tweede plaats staat Roemenië, met rechtgevende kinderen (17,37 %)

29 Tabel 5: Verdeling van de rechthebbenden en de rechtgevende kinderen volgens land van verblijf (nieuwe EU-lidstaten) - Evolutie Land van verblijf Rechthebbenden Rechtgevende kinderen Rechthebbenden Rechtgevende kinderen Rechthebbenden Rechtgevende kinderen Rechthebbenden Rechtgevende kinderen * alle sectoren van de kinderbijslag en alle nationaliteiten zijn vanaf 2014 inbegrepen Rechthebbenden * Rechtgevende kinderen Rechthebbenden Rechtgevende kinderen Rechthebbenden Rechtgevende kinderen Rechthebbenden Rechtgevende kinderen Polen Tsjechië Slowakije Hongarije Slovenië Estland Letland Malta Bulgarije Roemenië Totaal

30 Kraamgeld en adoptiepremie Sinds 2003 worden het kraamgeld en de adoptiepremie ook betaald op basis van de Europese verordeningen 33, met uitzondering van Frankrijk en Luxemburg voor wat betreft het kraamgeld. In de bilaterale overeenkomsten met die landen is bepaald dat het kraamgeld wordt betaald in het land waar het kind verblijft en die overeenkomsten blijven namelijk van toepassing. Bijgevolg stelden we in 2003 en 2004 een aanzienlijke toename vast van het aantal gevallen waarvoor kraamgeld of een adoptiepremie werd toegekend op basis van de EU-verordeningen. Sindsdien kende hun aantal een tegengestelde evolutie. In 2014 werd in 364 gevallen kraamgeld toegekend in het buitenland. De voornaamste landen waarnaar kraamgeld werd uitgevoerd zijn Nederland (276), Duitsland (23) en Polen (19). Samen vertegenwoordigen deze drie landen 87,36 % van het totaal. In 2014 werd geen enkele adoptiepremie uitbetaald Bilaterale overeenkomsten 34 De bilaterale overeenkomsten die België sloot op het vlak van sociale zekerheid vormen een andere rechtsbron op basis waarvan het recht op kinderbijslag kan worden verkregen voor buiten België opgevoede kinderen. België sloot bilaterale overeenkomsten met Marokko, Tunesië, Algerije, Turkije, Joegoslavië 35, Macedonië, Servië en Montenegro. Op 31 december 2014 waren er 974 rechthebbenden die een recht op kinderbijslag verkregen op basis van de bilaterale overeenkomsten voor rechtgevende kinderen. In 2000 kenden die rechthebbenden nog een aandeel van 11,96 % in de totale groep. In 2014 bedraagt dat aandeel nog maar 3,09 %, zowel voor de rechthebbenden als voor de rechtgevende kinderen. 33 Zie MO. nr. 583 van 6 oktober 2003 en addendum. Vroeger werd de toekenning van het kraamgeld geregeld door de bilaterale overeenkomsten. 34 Gedetailleerde resultaten per land voor de kinderbijslag betaald op basis van de bilaterale overeenkomsten vindt men in bijlage III van dit document. 35 Op 31 december 2014 gold die bilaterale overeenkomst enkel nog voor Kosovo

31 De volgende grafiek toont duidelijk aan dat het aandeel van de bilaterale overeenkomsten in de afgelopen tien jaar is blijven dalen. Het gemiddelde aantal kinderen per rechthebbende bedraagt in ,80 en dat ligt lager dan bij de landen die onder de Europese verordeningen vallen (1,85). In 2004 was de gemiddelde gezinsgrootte nochtans nog 2,19. De Marokkaanse rechthebbenden liggen aan de basis van die aanzienlijke daling aangezien de gemiddelde gezinsgrootte gedaald is van 2,22 kinderen in 2004 naar 1,81 in Toch is Marokko veruit het meest vertegenwoordigde land. Aangezien het land dat op de tweede plaats komt, namelijk Turkije, nauwelijks 1,74 kinderen per rechthebbende telt, is die daling van 2,19 naar 1,80 kinderen in tien jaar niet verwonderlijk. Voor de kinderbijslag toegekend op basis van bilaterale overeenkomsten blijft Marokko duidelijk het land met de grootste aantallen, met 743 rechthebbenden en kinderen, of respectievelijk 76,28 % en 76,72 % van het totaal. Na Marokko telt Turkije de grootste aantallen, namelijk 171 rechthebbenden en 238 rechtgevende kinderen. De andere landen in het kader van de bilaterale overeenkomsten tellen maar een klein aantal rechthebbenden en rechtgevende kinderen

32 Door de minister toegestane algemene en individuele afwijkingen 36 De laatste groep binnen de kinderbijslagregeling voor buiten België opgevoede kinderen wordt gevormd door de rechthebbenden die recht op kinderbijslag verkrijgen op basis van een algemene of individuele afwijking. Zoals aangegeven op bladzijde 5 kunnen algemene afwijkingen worden toegekend op basis van een ministeriële omzendbrief. Momenteel bestaat er nog maar één dergelijke afwijking voor studenten die zonder studiebeurs verder studeren in een land buiten de EER of in een land waarmee België geen bilaterale overeenkomst gesloten heeft. Niet alleen buitenlandse rechthebbenden maar ook Belgische rechthebbenden kunnen een dergelijk recht verkrijgen. Het betrof rechthebbenden in 2014, waaronder Belgen (84,55 %), en rechtgevende kinderen, waaronder Belgen (83,46 %). 37 Het is ook mogelijk om recht op kinderbijslag te verkrijgen voor buiten België opgevoede kinderen op basis van een individueel toegestane afwijking. In 2014 ging het om 389 rechthebbenden, waaronder 362 Belgen (93,06 %), en 459 rechtgevende kinderen, waaronder 428 Belgen (93,25 %). In totaal werden dus afwijkingen toegestaan, voor kinderen. De Belgische rechthebbenden, waarmee in deze studie voor het eerst rekening gehouden wordt, vertegenwoordigen 85,58 % van het totaal Vergelijking van de rechthebbenden volgens rechtsbron Hierna onderzoeken we de toekenningssituatie op basis waarvan rechthebbenden het recht op kinderbijslag verkrijgen voor rechtgevende kinderen, zowel op basis van de EU-verordeningen als op basis van de bilaterale overeenkomsten. Daarentegen is die toekenningssituatie in het kader van de door de minister toegestane individuele of algemene afwijkingen ons niet bekend. 88,38 % van de rechthebbenden die van de Europese verordeningen afhangen verkrijgt het recht op grond van zijn arbeidsprestaties. Dat is twee keer zo veel als het aantal rechthebbenden van de bilaterale overeenkomsten, met 44,76 %. Onderstaande tabel 6 geeft de samenstelling van de andere rechtsbronnen: 36 Gedetailleerde resultaten voor de kinderbijslag betaald op basis van de door de minister toegestane afwijkingen vindt men in bijlage IV bij dit document. 37 Vroeger moest voor die studenten een door de minister toegestane individuele afwijking worden aangevraagd. Maar sinds ministeriële omzendbrief nr. 599 van 16 juli 2007 is dat niet meer het geval

33 Tabel 6: Verdeling van de rechthebbenden volgens de rechtsbron op basis waarvan het recht op kinderbijslag wordt verkregen Rechtsbron EU-verordeningen Bilaterale overeenkomsten Arbeid 88,40 % 44,76 % Invaliden 4,49 % 15,50 % Werklozen 3,62 % 0,31 % Wezen 2,33 % 15,61 % Gepensioneerden 1,16 % 23,82 % TOTAAL 100, - % 100, - % De grafiek op de volgende pagina illustreert duidelijk de zeer verschillende verdeling overeenkomstig de rechtsbron tussen de Europese verordeningen en de bilaterale overeenkomsten

34 Aandeel van de rechthebbenden volgens de rechtsbron in het totale aantal rechthebbenden - Aandeel van de rechthebbenden die recht op kinderbijslag verkrijgen op basis van arbeidsprestaties, per rechtsbron Rechthebbenden Bilaterale overeenkomsten 44,76 % 55,24 % Arbeidsprestaties Geen arbeidsprestaties 6,08% 3,09% 90,83% EU-verordeningen Bilaterale overeenkomsten Algemene en individuele afwijkingen 88,38 % 11,62 % Arbeidsprestaties Geen arbeidsprestaties EU-verordeningen 28 28

35 2.3. BETAALDE BEDRAGEN 38 Men kan drie uitgavenstromen onderscheiden: 1. ten bedrage van EUR met verdeling per land en per rechtsbron; hij bestaat uit: de uitgaven van de werknemerssector; het grootste deel van de uitgaven van de overheidssector; de kinderbijslag van het tweede semester 2014 van de zelfstandigensector; de gewaarborgde gezinsbijslag 2. ten bedrage van EUR, dat overeenkomt met de kinderbijslag die de socialezekerheidsfondsen voor zelfstandigen in de loop van het eerste semester 2014 hebben betaald. De RSVZ beschikt niet over de verdeling per land en/of per rechtsbron. 3. een ongekend bedrag dat overeenkomt met de kinderbijslag van de overheidssector die in 2014 nog door andere overheidsinstellingen dan FAMIFED werd uitbetaald. Het bedrag van EUR, de som van de stromen 1 en 2, zou het werkelijk in 2014 voor alle sectoren samen betaalde bedrag sterk moeten benaderen indien men ermee rekening houdt dat de ongekende bedragen uit de overheidssector niet bijzonder hoog zouden moeten zijn. Om verschillende keren eerder in deze studie vernoemde redenen is het niet mogelijk om dat bedrag te vergelijken met wat in het verleden werd uitbetaald. Omdat een deel van de uitgaven van de overheidssector ongekend is, kunnen we evenmin de gemiddelde kosten in 2014 correct berekenen. Maar dat zal vanaf 2015 wel kunnen. Binnen de stroom 1, de enige die een iets diepgaandere analyse mogelijk maakt, vertegenwoordigen de uitgaven op basis van de Europese verordeningen een aandeel van 94,27 %. Het aandeel van de afwijkingen bedraagt 4,84 % en dat van de bilaterale overeenkomsten amper 0,89 %. Dat ligt in lijn met de vroegere vaststellingen. De grafiek op bladzijde 30 vergelijkt het aandeel van de rechtgevende kinderen met dat van de uitgaven. Men kan vaststellen dat de gemiddelde kosten van de bilaterale overeenkomsten duidelijk lager liggen dan die van de andere rechtsbronnen. Dit beperkte aandeel in de uitgaven is te wijten aan de aanzienlijk lagere barema s voor de kinderbijslag op basis van de bilaterale overeenkomsten. 39 Bovendien is de kinderbijslag beperkt tot maximaal vier rechtgevende kinderen. 38 Zie bijlage 1 voor de details van de per land betaalde bedragen. 39 De bilaterale overeenkomsten met Kroatië, Macedonië, Montenegro en Servië die voorzien in de toekenning van kinderbijslag aan Belgische voorwaarden vormen een uitzondering. De barema s van kracht voor de bilaterale overeenkomsten zijn opgenomen in bijlage V

36 Tabel 7 op de volgende bladzijde geeft een historisch overzicht van de uitgaven, van de betrokken kinderen en van de gemiddelde kosten (uitgezonderd voor 2014) per rechtsbron sinds Vergeten we niet dat men tot in 2013 enkel de werknemerssector in beschouwing nam, terwijl men in 2014 alle sectoren meerekent. Aandeel van de rechtgevende kinderen volgens rechtsbron in het totaal aantal buiten België opgevoede rechtgevende kinderen - Aandeel van de uitgaven volgens rechtsbron in de totale uitgaven voor de buiten België opgevoede kinderen Totaal: ,73% 3,09% 93,18% EU-verordeningen Bilaterale overeenkomsten 4,84% 0,89% 94,27% Algemene of individuele afwijkingen 30 30

37 Tabel 7: Kinderbijslag betaald aan kinderen opgevoed buiten België volgens de rechtsbron - Evolutie * ALGEMEEN TOTAAL Uitgaven kinderen Gem. kost per kind 104,35 104,50 109,89 109,91 115,35 123,31 128,57 130,89 139,63 151,03 - per maand a.eu-verordeningen Uitgaven kinderen Gem. kost per kind 111,36 110,80 115,78 114,78 119,88 127,39 132,34 134,69 143,28 154,60 - per maand b. Bilaterale overeenkomsten Uitgaven kinderen Gem. kost per kind 30,34 30,41 30,52 33,74 35,04 36,39 45,96 41,12 42,94 42,16 - per maand c. Algemene en individuele afwijkingen Uitgaven kinderen Gem. kost per kind 181,02 178,00 239,43 200,33 212,57 227,90 204,71 176,99 153,14 235,92 - per maand *Vanaf 2014 worden alle sectoren in overweging genomen en niet enkel de sector van de werknemers. Omdat de uitgaven van de sector van de zelfstandigen van het 1 ste trimester 2014 en een deel van de uitgaven van de overheidssector van 2014 niet kunnen opgesplitst worden per rechtsbron, is het niet mogelijk om een gemiddelde kost te bepalen voor

38 3. VERGELIJKING TUSSEN DE BELGISCHE EN NIET-BELGISCHE RECHTHEBBENDEN De fondsen werd voor het eerst gevraagd om de Belgische van de niet-belgische rechthebbenden te onderscheiden. Deze twee soorten rechthebbenden worden in dit hoofdstuk volgens een reeks criteria met elkaar vergeleken DE GLOBALE CIJFERS: VERDELING TUSSEN BELGEN EN NIET-BELGEN Zoals men op de onderstaande grafiek kan zien ligt de verhouding van de Belgen op ongeveer 1 op 3. Ze zijn iets meer vertegenwoordigd op het vlak van de rechthebbenden (34 %) dan op dat van de rechtgevende kinderen (31 %) en van de uitgaven (30 %), wat wil zeggen dat de gezinnen in België minder groot zijn en de gemiddelde kosten er iets lager liggen. Verdeling van de aantallen en de uitgaven tussen Belgen en niet-belgen RECHTHEBBENDEN Belgen Niet-Belgen % % Rechthebbenden Rechtgevende kinderen Uitgaven (x1.000) 0 Rechthebbenden Rechtgevende kinderen Uitgaven (x1.000) Belgen Niet-Belgen 3.2. VERDELING VAN DE BELGISCHE EN NIET-BELGISCHE RECHTGEVENDE KINDEREN VOLGENS LAND VAN VERBLIJF De onderstaande grafiek geeft de verhouding van de rechtgevende kinderen in de belangrijkste landen van verblijf. Men merkt dat de profielen niet fundamenteel verschillen: de Belgische rechtgevende kinderen zijn iets minder vertegenwoordigd in Frankrijk (54,19 % tegen 62,71 %) maar iets meer in Nederland (18,33 % tegen 14,11 %). Het opvallendste verschil zien we bij Polen, met ongeveer 1 geval op 30 voor wat de Belgische rechthebbenden betreft, maar bijna 1 op 9 voor wat de buitenlandse rechthebbenden betreft. Dat is een nogal logische vaststelling, aangezien de 32 32

39 kinderen die in Polen verblijven voor het grootste deel tot Poolse gezinnen behoren die in het afgelopen decennium in België zijn toegekomen. Merk ook op dat 76,04 % van de kinderen van Belgische rechthebbenden in een van de vier buurlanden is gedomicilieerd. 91,18 % daarvan woont in de belangrijkste landen uit de grafiek. Dat is minder dan de 98,03 % ingeschrevenen van de buitenlandse rechthebbenden. Dit verschil valt te verklaren door het feit dat de Belgische rechthebbenden duidelijk meer vertegenwoordigd zijn in het kader van de kinderbijslag toegekend op basis van een afwijking (waarbij het land van verblijf dan buiten de EU ligt) VERDELING VAN DE RECHTGEVENDE KINDEREN VOLGENS DE RECHTSBRON De volgende grafiek geeft de verdeling van de rechtgevende kinderen volgens de rechtsbron. Het aandeel van de kinderen die onder de Europese verordeningen vallen ligt beduidend lager bij de Belgische rechthebbenden. Dat wordt verklaard door een veel grotere vertegenwoordiging bij de kinderbijslag toegekend op basis van een afwijking (1.816 kinderen voor de Belgen of 85,58 % tegen amper 306 kinderen voor de niet-belgen)

40 VERDELING VAN DE KINDEREN PER RECHTSBRON IN 2014 Belgen Niet-Belgen EU-verordeningen 428 2% % 659 4% % Bilaterale overeenkomsten Algemene afwijkingen Individuele afwijkingen 31 0% 275 1% % % 3.4. VERDELING VAN DE BELGISCHE EN NIET-BELGISCHE RECHTHEBBENDEN VOLGENS DE RECHTSGROND De volgende grafiek geeft de verdeling van de rechtgevende kinderen volgens de rechtsbron. Bij de niet-belgen verkrijgen 9 op 10 rechthebbenden het recht krachtens arbeid, tegen 8 op 10 bij de Belgische rechthebbenden. VERDELING VAN DE RECHTHEBBENDEN VOLGENS DE RECHTSGROND Belgen Niet-Belgen 321 4% 356 4% 395 4% 598 7% % Arbeider Invalide Werkloze Wees Gepensioneerde 244 1% 461 2% 648 3% 841 4% % 34 34

41 3.5. VERDELING VAN DE UITGAVEN TUSSEN BELGISCHE EN NIET-BELGISCHE RECHTHEBBENDEN Uit de onderstaande tabel kan men vaststellen dat de uitgaven van de Belgische rechthebbenden, zijnde 29,92 % van de globale uitgaven, zich enigszins verschillend verdelen, met een aanzienlijk groter aandeel voor de kinderbijslag toegekend op basis van een afwijking (11,57 %, goed voor EUR). VERDELING VAN DE UITGAVEN VOLGENS DE RECHTSBRON 100,00% 87,23% Belgen 100,00% 97,27% Niet-Belgen 80,00% 60,00% 40,00% 20,00% 0,00% 1,19% 11,57% Afwijkingen % % 80,00% 60,00% 40,00% 20,00% 0,00% 0,77% 1,97% EUverordeningen Bilaterale overeenkomsten EUverordeningen Bilaterale overeenkomsten Afwijkingen Belgen Niet-Belgen 35 35

Verantwoordelijke uitgever: Federaal agentschap voor de kinderbijslag. Departement Ondersteuning Research en Financiën Trierstraat BRUSSEL

Verantwoordelijke uitgever: Federaal agentschap voor de kinderbijslag. Departement Ondersteuning Research en Financiën Trierstraat BRUSSEL Verantwoordelijke uitgever: Federaal agentschap voor de kinderbijslag Voor alle inlichtingen: FAMIFED Departement Ondersteuning Research en Financiën Trierstraat 70 1000 BRUSSEL email: research@famifed.be

Nadere informatie

Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers D B T

Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers D B T Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers V D B INDEREN OP TEN T KINDEREN OPGEVOED BUITEN HET RIJK K 2012 Verantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Voor alle inlichtingen

Nadere informatie

Verantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers

Verantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Verantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Alle informatie is verkrijgbaar bij de RKW Departement Ondersteuning Research en Financiën Trierstraat 70 1000 Brussel Email:

Nadere informatie

STATISTISCH OVERZICHT VAN DE KINDERBIJSLAG 31 DECEMBER 2016

STATISTISCH OVERZICHT VAN DE KINDERBIJSLAG 31 DECEMBER 2016 FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE KINDERBIJSLAG STATISTISCH OVERZICHT VAN DE KINDERBIJSLAG 31 DECEMBER 2016 Analyse Verantwoordelijke uitgever: Federaal Agentschap voor de Kinderbijslag Voor alle inlichtingen:

Nadere informatie

nr. 811 van TOM VAN GRIEKEN datum: 10 augustus 2015 aan JO VANDEURZEN Kinderbijslag - Kinderen die worden opgevoed in het buitenland

nr. 811 van TOM VAN GRIEKEN datum: 10 augustus 2015 aan JO VANDEURZEN Kinderbijslag - Kinderen die worden opgevoed in het buitenland SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 811 van TOM VAN GRIEKEN datum: 10 augustus 2015 aan JO VANDEURZEN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN Kinderbijslag - Kinderen die worden opgevoed in het buitenland

Nadere informatie

Verantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers

Verantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Verantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Voor inlichtingen: RKW Departement Ondersteuning Research en Financiën Trierstraat 70 1000 Brussel email: research@rkw.be www.rkw.be

Nadere informatie

STATISTISCH OVERZICHT 31 DECEMBER 2015

STATISTISCH OVERZICHT 31 DECEMBER 2015 FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE KINDERBIJSLAG STATISTISCH OVERZICHT 31 DECEMBER 2015 Analyse STATISTISCH OVERZICHT NR. 2 Verantwoordelijke uitgever: Federaal Agentschap voor de Kinderbijslag Voor alle inlichtingen:

Nadere informatie

Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers T I T E TELLINGEN 2008

Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers T I T E TELLINGEN 2008 Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers D RIJK OPGEVOEDE K T E H N INDE E T I REN U B E TELLINGEN 2008 Verantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Voor inlichtingen:

Nadere informatie

STATISTISCH OVERZICHT VAN DE KINDERBIJSLAG

STATISTISCH OVERZICHT VAN DE KINDERBIJSLAG FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE KINDERBIJSLAG STATISTISCH OVERZICHT VAN DE KINDERBIJSLAG 31 DECEMBER 2017 Analyse Verantwoordelijke uitgever: Federaal Agentschap voor de Kinderbijslag Voor alle inlichtingen:

Nadere informatie

DE BUITEN HET RIJK OPGEVOEDE KINDEREN. Tellingen Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Trierstraat BRUSSEL

DE BUITEN HET RIJK OPGEVOEDE KINDEREN. Tellingen Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Trierstraat BRUSSEL DE BUITEN HET RIJK OPGEVOEDE KINDEREN Tellingen 2005 Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Trierstraat 70-1000 BRUSSEL Verantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers

Nadere informatie

DE BUITEN HET RIJK OPGEVOEDE KINDEREN. Tellingen Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Trierstraat BRUSSEL

DE BUITEN HET RIJK OPGEVOEDE KINDEREN. Tellingen Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Trierstraat BRUSSEL DE BUITEN HET RIJK OPGEVOEDE KINDEREN Tellingen 2007 Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Trierstraat 70-1000 BRUSSEL Verantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers

Nadere informatie

RIJKSDIENST VOOR SOCIALE ZEKERHEID OPENBARE INSTELLING VAN SOCIALE ZEKERHEID ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES RSZ. R S Z Kwartaal:2012-01

RIJKSDIENST VOOR SOCIALE ZEKERHEID OPENBARE INSTELLING VAN SOCIALE ZEKERHEID ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES RSZ. R S Z Kwartaal:2012-01 RIJKSDIENST VOOR SOCIALE ZEKERHEID OPENBARE INSTELLING VAN SOCIALE ZEKERHEID ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES RSZ R S Z Kwartaal:2012-01 Grensoverschrijdende tewerkstelling Inhoudstafel Beginselen...5 Geen

Nadere informatie

STATISTISCH OVERZICHT VAN DE KINDERBIJSLAG 30 JUNI 2018

STATISTISCH OVERZICHT VAN DE KINDERBIJSLAG 30 JUNI 2018 FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE KINDERBIJSLAG STATISTISCH OVERZICHT VAN DE KINDERBIJSLAG 30 JUNI 2018 Gedetailleerde gegevens STATISTISCH OVERZICHT NR. 7 Verantwoordelijke uitgever: Federaal Agentschap voor

Nadere informatie

nr. 726 van ORTWIN DEPOORTERE datum: 27 juni 2017 aan JO VANDEURZEN Kinderbijslag - Kinderen in het buitenland

nr. 726 van ORTWIN DEPOORTERE datum: 27 juni 2017 aan JO VANDEURZEN Kinderbijslag - Kinderen in het buitenland SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 726 van ORTWIN DEPOORTERE datum: 27 juni 2017 aan JO VANDEURZEN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN Kinderbijslag - Kinderen in het buitenland Kinderen moeten

Nadere informatie

Toeslagen Belastingdienst. Berekening zorgtoeslag 2016

Toeslagen Belastingdienst. Berekening zorgtoeslag 2016 Toeslagen Belastingdienst Berekening zorgtoeslag 2016 De zorgtoeslag is een bijdrage in de kosten van de zorgverzekering. Of en hoeveel zorgtoeslag uw klant krijgt, hangt af van: de standaardpremie de

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. Inleiding... 2. III. De gewaarborgde gezinsbijslag... 28. Besluit... 30

INHOUDSOPGAVE. Inleiding... 2. III. De gewaarborgde gezinsbijslag... 28. Besluit... 30 INHOUDSOPGAVE Inleiding... 2 I. De algemene bestanden... 3 1. Evolutie... 3 2. Karakteristieken van de kinderen van vreemde... 9 2.1. De leeftijd... 9 2.2. De schaal... 11 2.3 rechtgevende kinderen per

Nadere informatie

Gezinsbijslag (schaal van kracht vanaf 1 september maandelijkse bedragen in EUR)

Gezinsbijslag (schaal van kracht vanaf 1 september maandelijkse bedragen in EUR) Gezinsbijslag (schaal van kracht vanaf 1 september 2008 - maandelijkse bedragen in EUR) I. Samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders 1. Gewone kinderbijslag (artikel 40): eerste

Nadere informatie

Gezinsbijslag (schaal van kracht vanaf 1 mei (maandelijkse bedragen in EUR)

Gezinsbijslag (schaal van kracht vanaf 1 mei (maandelijkse bedragen in EUR) Gezinsbijslag (schaal van kracht vanaf 1 mei (maandelijkse bedragen in EUR) I. Samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders 1. Gewone kinderbijslag (artikel 40) eerste kind 86,77

Nadere informatie

BAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG 2017/1

BAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG 2017/1 A. ALGEMENE KINDERBIJSLAGWET Schaal tegen spilindex 103,04 (Basis 2013 = 100) van toepassing op 01/06/2017 Aanpassing van het barema aan de nieuwe spilindex I. BASISKINDERBIJSLAGEN 1. GEWONE KINDERBIJSLAG

Nadere informatie

BAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG

BAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG A. ALGEMENE KINDERBIJSLAGWET Schaal tegen spilindex 101,02 (Basis 2013 = 100) van toepassing op 01/06/2016 Aanpassing van het barema aan de nieuwe spilindex I. BASISKINDERBIJSLAGEN 1. GEWONE KINDERBIJSLAG

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE BIJLAGEN

INHOUDSOPGAVE BIJLAGEN INHOUDSOPGAVE Inleiding...2 I. Situering van het recht...3 A. Europese Verordeningen...3 B. Bilaterale overeenkomsten...4 C. Kinderbijslag op grond van individuele of algemene ministeriële afwijkingen

Nadere informatie

BIJZONDERE STATISTIEK VAN DE WERKNEMERS VAN VREEMDE NATIONALITEIT DIE IN BELGIË VERBLIJVEN MET HUN GEZIN. Telling 2004

BIJZONDERE STATISTIEK VAN DE WERKNEMERS VAN VREEMDE NATIONALITEIT DIE IN BELGIË VERBLIJVEN MET HUN GEZIN. Telling 2004 BIJZONDERE STATISTIEK VAN DE WERKNEMERS VAN VREEMDE NATIONALITEIT DIE IN BELGIË VERBLIJVEN MET HUN GEZIN Telling 2004 Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Trierstraat 70-1000 BRUSSEL Verantwoordelijke

Nadere informatie

BAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG

BAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG BAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG A. ALGEMENE KINDERBIJSLAGWET Schaal tegen spilindex 119,62 (Basis 2004 = 100) van toepassing op 01/07/2015 Aanpassing: Aanpassing van de grensbedragen voor de inkomsten of sociale

Nadere informatie

STATISTISCH OVERZICHT 31 DECEMBER 2015

STATISTISCH OVERZICHT 31 DECEMBER 2015 FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE KINDERBIJSLAG STATISTISCH OVERZICHT 31 DECEMBER 2015 Gedetailleerde gegevens STATISTISCH OVERZICHT NR 2 Verantwoordelijke uitgever: Federaal Agentschap voor de Kinderbijslag

Nadere informatie

BAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG

BAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG A. ALGEMENE KINDERBIJSLAGWET Schaal tegen spilindex 105,10 (Basis 2013 = 100) van toepassing op 01/09/2018 Aanpassing aan de nieuwe spilindexen I. BASISKINDERBIJSLAGEN 1. GEWONE KINDERBIJSLAG (1) 1ste

Nadere informatie

Infoblad - werknemers Hebt u recht op uitkeringen na een tewerkstelling?

Infoblad - werknemers Hebt u recht op uitkeringen na een tewerkstelling? Infoblad - werknemers Hebt u recht op uitkeringen na een tewerkstelling? U hebt gewerkt in België? Het principe U wordt toegelaten tot het recht op werkloosheidsuitkeringen zo u het bewijs levert van:

Nadere informatie

Verantwoordelijke uitgever: Federaal Agentschap voor de Kinderbijslag (FAMIFED)

Verantwoordelijke uitgever: Federaal Agentschap voor de Kinderbijslag (FAMIFED) Verantwoordelijke uitgever: Federaal Agentschap voor de Kinderbijslag (FAMIFED) Voor inlichtingen: FAMIFED Departement Ondersteuning Research en Financiën Trierstraat 7 1 BRUSSEL e-mail: research@famifed.be

Nadere informatie

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen BRUGGE. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen BRUGGE. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen BRUGGE Arrondissement Brugge HUIDIGE NATIONALITEIT PG2 NATIONALITEIT BIJ GEBOORTE PG 3 HUISHOUDENS PG 4 WERKZOEKENDEN PG 5 NIEUWKOMERS PG 6 Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

Nadere informatie

BAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG 2017/1

BAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG 2017/1 A. ALGEMENE KINDERBIJSLAGWET Voor de kinderbijslagbedragen is de spilindex 101,02 (Basis 2013 = 100) van toepassing vanaf 01/06/2016. De grensbedragen voor de bestaansmiddelen zijn aangepast vanaf 01/06/2017

Nadere informatie

STATISTISCH OVERZICHT 30 JUNI 2016

STATISTISCH OVERZICHT 30 JUNI 2016 FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE KINDERBIJSLAG STATISTISCH OVERZICHT 30 JUNI 2016 Gedetailleerde gegevens STATISTISCH OVERZICHT NR. 3 Verantwoordelijke uitgever: Federaal Agentschap voor de Kinderbijslag Voor

Nadere informatie

Gezinsbijslag (schaal van kracht vanaf 1 januari maandelijkse bedragen in EUR)

Gezinsbijslag (schaal van kracht vanaf 1 januari maandelijkse bedragen in EUR) Gezinsbijslag (schaal van kracht vanaf 1 januari 2008 - maandelijkse bedragen in EUR) I. Samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders 1. Gewone kinderbijslag (artikel 40): eerste

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in oktober 2014

De arbeidsmarkt in oktober 2014 De arbeidsmarkt in oktober 2014 Datum: 19 november 2014 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Werk en Economie Betreft: Arbeidsmarktfiche oktober 2014 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat

Nadere informatie

Verhuizen naar het buitenland en uw zorgverzekering

Verhuizen naar het buitenland en uw zorgverzekering Verhuizen naar het buitenland en uw zorgverzekering Informatie voor mensen met een uitkering of pensioen Wanneer u een uitkering of pensioen hebt en naar het buitenland verhuist, heeft dat gevolgen voor

Nadere informatie

Werkloosheid in de Europese Unie

Werkloosheid in de Europese Unie in de Europese Unie Diana Janjetovic en Bart Nauta De werkloosheid in de Europese Unie vertoont sinds 2 als gevolg van de conjunctuur een wisselend verloop. Door de economische malaise in de jaren 21 23

Nadere informatie

STATISTISCH OVERZICHT VAN DE KINDERBIJSLAG 30 JUNI 2017

STATISTISCH OVERZICHT VAN DE KINDERBIJSLAG 30 JUNI 2017 FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE KINDERBIJSLAG STATISTISCH OVERZICHT VAN DE KINDERBIJSLAG 30 JUNI 2017 Gedetailleerde gegevens STATISTISCH OVERZICHT NR. 5 Verantwoordelijke uitgever: Federaal Agentschap voor

Nadere informatie

BAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG

BAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG BAREMA VAN DE KINDERBIJSLAG A. ALGEMENE KINDERBIJSLAGWET Schaal tegen spilindex 119,62 (Basis 2004 = 100) van toepassing op 01/07/2014 Aanpassingen: 1. Aanpassing van de grensbedragen voor de inkomsten

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID. Directie-generaal Sociaal Beleid. Domein Regelgeving Kinderbijslag. Ministeriële Omzendbrief nr.

FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID. Directie-generaal Sociaal Beleid. Domein Regelgeving Kinderbijslag. Ministeriële Omzendbrief nr. 1 FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID Directie-generaal Sociaal Beleid Domein Regelgeving Kinderbijslag Ministeriële Omzendbrief nr. 599 Omzendbrief aan de Mevrouwen Ministers, aan de Heren Ministers,

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in augustus 2015

De arbeidsmarkt in augustus 2015 De arbeidsmarkt in augustus 2015 Datum: 8 september 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche augustus 2015 In deze arbeidsmarktfiche zien we

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Nieuwsbrief Rijksdienst voor Sociale zekerheid Directie Internationale Betrekkingen www.rsz.fgov.be Onderwerp Interimakkoorden en Europese Overeenkomst inzake Sociale Zekerheid: achterhaald?

Nadere informatie

KINDERBIJSLAG VOOR ZELFSTANDIGEN STATISTISCHE REEKSEN UITGAVE 2007

KINDERBIJSLAG VOOR ZELFSTANDIGEN STATISTISCHE REEKSEN UITGAVE 2007 STATISTISCHE REEKSEN UITGAVE 2007 Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Trierstraat 70 1000 BRUSSEL Verantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Voor alle inlichtingen

Nadere informatie

nr. 272 van ORTWIN DEPOORTERE datum: 23 januari 2018 aan JO VANDEURZEN Kinderbijslag - Kinderen in het buitenland

nr. 272 van ORTWIN DEPOORTERE datum: 23 januari 2018 aan JO VANDEURZEN Kinderbijslag - Kinderen in het buitenland SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 272 van ORTWIN DEPOORTERE datum: 23 januari 2018 aan JO VANDEURZEN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN Kinderbijslag - Kinderen in het buitenland Kinderen moeten

Nadere informatie

Verantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers

Verantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Verantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Voor inlichtingen: RKW Departement Ondersteuning Research en Financiën Trierstraat 70-1000 Brussel e-mail: research@rkw.be www.rkw.be

Nadere informatie

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010 ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010 Meer personen op de arbeidsmarkt in de eerste helft van 2010. - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, 2 de

Nadere informatie

ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES RSZ

ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES RSZ RIJKSDIENST VOOR SOCIALE ZEKERHEID OPENBARE INSTELLING VAN SOCIALE ZEKERHEID ADMINISTRATIEVE INSTRUCTIES RSZ R S Z Kwartaal:2014-01 Grensoverschrijdende tewerkstelling Inhoudstafel Beginselen...5 Geen

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in juni 2015

De arbeidsmarkt in juni 2015 De arbeidsmarkt in juni 2015 Datum: 15 juli 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche juni 2015 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in november 2015

De arbeidsmarkt in november 2015 De arbeidsmarkt in november 2015 Datum: 7 december 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche november 2015 In deze arbeidsmarktfiche zien we

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in februari 2015

De arbeidsmarkt in februari 2015 De arbeidsmarkt in februari 2015 Datum: 24 maart 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche februari 2015 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1.

Nadere informatie

Gezondheid: uw Europese ziekteverzekeringskaart altijd mee op vakantie?

Gezondheid: uw Europese ziekteverzekeringskaart altijd mee op vakantie? MEMO/11/406 Brussel, 16 juni 2011 Gezondheid: uw Europese ziekteverzekeringskaart altijd mee op vakantie? Vakantie verwacht het onverwachte. Gaat u binnenkort op reis in de EU of naar IJsland, Liechtenstein,

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in april 2015

De arbeidsmarkt in april 2015 De arbeidsmarkt in april 2015 Datum: 12 mei 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche april 2015 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen

Nadere informatie

1. 31958 Q 1101: EAEC Raad: De Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB 27 van 6.12.1958, blz. 534), gewijzigd bij:

1. 31958 Q 1101: EAEC Raad: De Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB 27 van 6.12.1958, blz. 534), gewijzigd bij: 9. ENERGIE 1. 31958 Q 1101: EAEC Raad: De Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB 27 van 6.12.1958, blz. 534), gewijzigd bij: 31973 D 0045: Besluit 73/45/Euratom van de Raad van 8 maart

Nadere informatie

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen KORTRIJK. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen KORTRIJK. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen KORTRIJK HUIDIGE NATIONALITEIT PG2 NATIONALITEIT BIJ GEBOORTE PG 3 HUISHOUDENS PG 4 WERKZOEKENDEN PG 5 NIEUWKOMERS PG 6 Arrondissement Kortrijk Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

Nadere informatie

Recht op kinderbijslag voor jongeren die hun studies buiten het Belgische grondgebied voortzetten

Recht op kinderbijslag voor jongeren die hun studies buiten het Belgische grondgebied voortzetten Trierstraat 70 B-1000 Brussel Afzender FAMIFED Trierstraat 70 B-1000 Brussel datum 24.02.2016 uw kenm. contact Johan Buyck attaché telefoon 02-237 29 33 02-237 21 11 e-mail: johan.buyck@famifed.be Betreft:

Nadere informatie

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen ROESELARE. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen ROESELARE. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen ROESELARE HUIDIGE NATIONALITEIT PG2 NATIONALITEIT BIJ GEBOORTE PG 3 HUISHOUDENS PG 4 WERKZOEKENDEN PG 5 NIEUWKOMERS PG 6 Arrondissement Roeselare Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

Nadere informatie

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen OOSTENDE. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen OOSTENDE. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen OOSTENDE HUIDIGE NATIONALITEIT PG2 NATIONALITEIT BIJ GEBOORTE PG 3 HUISHOUDENS PG 4 WERKZOEKENDEN PG 5 NIEUWKOMERS PG 6 Arrondissement Oostende Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in maart 2016

De arbeidsmarkt in maart 2016 De arbeidsmarkt in maart 2016 Datum: 11 april 2016 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche maart 2016 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat 1.

Nadere informatie

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen ARDOOIE. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen ARDOOIE. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen ARDOOIE HUIDIGE NATIONALITEIT PG2 NATIONALITEIT BIJ GEBOORTE PG 3 HUISHOUDENS PG 4 WERKZOEKENDEN PG 5 NIEUWKOMERS PG 6 Arrondissement Tielt Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

Nadere informatie

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen KORTEMARK. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen KORTEMARK. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen KORTEMARK Arrondissement Diksmuide HUIDIGE NATIONALITEIT PG2 NATIONALITEIT BIJ GEBOORTE PG 3 HUISHOUDENS PG 4 WERKZOEKENDEN PG 5 NIEUWKOMERS PG 6 Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

Nadere informatie

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen RUISELEDE. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen RUISELEDE. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen RUISELEDE HUIDIGE NATIONALITEIT PG2 NATIONALITEIT BIJ GEBOORTE PG 3 HUISHOUDENS PG 4 WERKZOEKENDEN PG 5 NIEUWKOMERS PG 6 Arrondissement Tielt Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

Nadere informatie

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen SPIERE-HELKIJN. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen SPIERE-HELKIJN. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen SPIERE-HELKIJN HUIDIGE NATIONALITEIT PG2 NATIONALITEIT BIJ GEBOORTE PG 3 HUISHOUDENS PG 4 WERKZOEKENDEN PG 5 NIEUWKOMERS PG 6 Arrondissement Kortrijk Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

Nadere informatie

Titel. Inhoudstafel Tekst Begin

Titel. Inhoudstafel Tekst Begin Page 1 of 6 J U S T E L - Geconsolideerde wetgeving Einde Eerste woord Laatste woord Aanhef Inhoudstafel Einde Franstalige versie belgiëlex. be - Kruispuntbank Wetgeving ELI - Navigatie systeem via een

Nadere informatie

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen LANGEMARK-POELKAPELLE. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen LANGEMARK-POELKAPELLE. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen LANGEMARK-POELKAPELLE HUIDIGE NATIONALITEIT PG2 NATIONALITEIT BIJ GEBOORTE PG 3 HUISHOUDENS PG 4 WERKZOEKENDEN PG 5 NIEUWKOMERS PG 6 Arrondissement Ieper Opsplitsing in

Nadere informatie

Juridisch bulletin.

Juridisch bulletin. Juridisch bulletin www.rkw.be Dienstvoorschriften 2011 Inhoud 1 Ministeriële omzendbrieven 3 1.1 Ministeriële omzendbrief nr.611 van 12 oktober 2010 (Artikel 76bis, 1, KBW. Barema s van de gezinsbijslag)

Nadere informatie

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST EN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST AF/EEE/BG/RO/DC/nl 1 BETREFFENDE DE TIJDIGE BEKRACHTIGING VAN DE OVEREENKOMST BETREFFENDE

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 25 september 2006 (27.09) (OR. fr) 13098/06 ADD 1 ELARG 113 ACCTR 17

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 25 september 2006 (27.09) (OR. fr) 13098/06 ADD 1 ELARG 113 ACCTR 17 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 25 september 2006 (27.09) (OR. fr) 13098/06 ADD 1 ELARG 113 ACCTR 17 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in mei 2015

De arbeidsmarkt in mei 2015 De arbeidsmarkt in mei 2015 Datum: 11 juni 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche mei 2015 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD VAN HET 26 (1990) Nr. 15 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2010 Nr. 291 A. TITEL Overeenkomst ter uitvoering van het tussen de Regeringen van de Staten van de Benelux Economische Unie,

Nadere informatie

Openbare raadpleging over de coördinatie van de sociale zekerheid in de EU

Openbare raadpleging over de coördinatie van de sociale zekerheid in de EU Openbare raadpleging over de coördinatie van de sociale zekerheid in de EU Velden met een zijn verplicht. I. Gezinsuitkeringen CONTEXT: Gezinsuitkeringen worden over het algemeen uit de belastingen gefinancierd

Nadere informatie

DEMOGRAFISCHE STATISTIEKEN 1ste SEMESTER 2015

DEMOGRAFISCHE STATISTIEKEN 1ste SEMESTER 2015 FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR KINDERBIJSLAG DEMOGRAFISCHE STATISTIEKEN 1ste SEMESTER 2015 HALFJAARLIJKSE STATISTIEKEN NR 151 30.06.2015 Verantwoordelijk uitgever: Federaal Agentschap voor de Kinderbijslag Voor

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in februari 2016

De arbeidsmarkt in februari 2016 De arbeidsmarkt in februari 2016 Datum: 16 maart 2016 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche februari 2016 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat

Nadere informatie

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van

UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 6.6.2016 C(2016) 3347 final UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE van 6.6.2016 tot vaststelling van de lijst van bewijsstukken die visumaanvragers moeten verstrekken in Iran,

Nadere informatie

SOCIALE ZEKERHEID EN WERKEN IN HET BUITENLAND WAT MOET IK DOEN?

SOCIALE ZEKERHEID EN WERKEN IN HET BUITENLAND WAT MOET IK DOEN? Rijksdienst voor Sociale Zekerheid SOCIALE ZEKERHEID EN WERKEN IN HET BUITENLAND WAT MOET IK DOEN? 1. Uitzending naar landen van de Europese Unie (EU) Sinds 1 mei 2010 bepaalt de EG- Verordening 883/2004

Nadere informatie

2. Hoeveel procent van de totale uitgaven in de kinderbijslag werd in 2015 uitgekeerd aan kinderen die niet in ons land werden opgevoed

2. Hoeveel procent van de totale uitgaven in de kinderbijslag werd in 2015 uitgekeerd aan kinderen die niet in ons land werden opgevoed SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 331 van TOM VAN GRIEKEN datum: 9 februari 2016 aan JO VANDEURZEN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN Kinderbijslag - Kinderen opgevoed in het buitenland De kinderbijslag

Nadere informatie

Een overzicht per entiteit van de kinderbijslag voor kinderen met een aandoening.

Een overzicht per entiteit van de kinderbijslag voor kinderen met een aandoening. Een overzicht per entiteit van de kinderbijslag voor kinderen met een aandoening. Focus: 2016 3 Sinds 50 jaar wordt een bijkomende bijslag voorzien voor kinderen met een aandoening. In de loop van de jaren

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 33704 29 november 2013 Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 26 november 2013, kenmerk 169401-113162-Z,

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in maart 2015

De arbeidsmarkt in maart 2015 De arbeidsmarkt in maart 2015 Datum: 9 april 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche maart 2015 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in juli 2014

De arbeidsmarkt in juli 2014 De arbeidsmarkt in juli 2014 Datum: 13 augustus 2014 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Werk en Economie Betreft: Arbeidsmarktfiche juli 2014 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in oktober 2013

De arbeidsmarkt in oktober 2013 De arbeidsmarkt in oktober 2013 Datum: 8 november 2013 Van: Stad Antwerpen Actieve stad Werk en Economie Betreft: Arbeidsmarktfiche oktober 2013 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen eind

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in oktober 2015

De arbeidsmarkt in oktober 2015 De arbeidsmarkt in oktober 2015 Datum: 9 november 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche oktober 2015 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat

Nadere informatie

Verantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers

Verantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Verantwoordelijke uitgever: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Voor inlichtingen: RKW Departement Ondersteuning Research en Financiën Trierstraat 70-1000 Brussel e-mail: research@rkw.be www.rkw.be

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in december 2014

De arbeidsmarkt in december 2014 De arbeidsmarkt in december 2014 Datum: 14 januari 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Werk en Economie Betreft: Arbeidsmarktfiche december 2014 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat

Nadere informatie

Arbeidsmarkt allochtonen

Arbeidsmarkt allochtonen Streekpact 2013-2018 Cijferanalyse Publicatiedatum: 30 september 2013 Contactpersoon: Kim Nevelsteen Arbeidsmarkt allochtonen Samenvatting 1.176 werkzoekende allochtone Kempenaren (2012) vaak man meestal

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in april 2016

De arbeidsmarkt in april 2016 De arbeidsmarkt in april 2016 Datum: 10 mei 2016 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche april 2016 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat 1. Antwerpen

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in januari 2016

De arbeidsmarkt in januari 2016 De arbeidsmarkt in januari 2016 Datum: 12 februari 2016 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche januari 2016 In deze arbeidsmarktfiche zien we

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in september 2014

De arbeidsmarkt in september 2014 De arbeidsmarkt in september 2014 Datum: 13 oktober 2014 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Werk en Economie Betreft: Arbeidsmarktfiche september 2014 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1.

Nadere informatie

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST 443 der Beilagen XXIII. GP - Staatsvertrag - 91 niederländische Erklärungen (Normativer Teil) 1 von 13 EN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2004 Nr. 180

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2004 Nr. 180 47 (1997) Nr. 4 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2004 Nr. 180 A. TITEL Overeenkomst inzake economisch partnerschap, politieke coördinatie en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in augustus 2017

De arbeidsmarkt in augustus 2017 De arbeidsmarkt in augustus 2017 Datum: 7 september 2017 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche augustus 2017 In deze arbeidsmarktfiche zien we

Nadere informatie

FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR KINDERBIJSLAG DEMOGRAFISCHE STATISTIEKEN 2 DE SEMESTER 2014

FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR KINDERBIJSLAG DEMOGRAFISCHE STATISTIEKEN 2 DE SEMESTER 2014 FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR KINDERBIJSLAG DEMOGRAFISCHE STATISTIEKEN 2 DE SEMESTER 2014 HALFJAARLIJKSE STATISTIEKEN NR 150 Verantwoordelijk uitgever: Federaal Agentschap voor de Kinderbijslag Voor alle inlichtingen,

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in mei 2017

De arbeidsmarkt in mei 2017 De arbeidsmarkt in mei 2017 Datum: 6 juni 2017 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche mei 2017 In deze arbeidsmarktfiche zien we dat 1. Antwerpen

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD VAN HET 34 (2007) Nr. 5 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2012 Nr. 9 A. TITEL Verdrag van Lissabon tot wijziging van het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in augustus 2013

De arbeidsmarkt in augustus 2013 De arbeidsmarkt in augustus 2013 Datum: 5 september 2013 Van: Stad Antwerpen Actieve stad Werk en Economie Betreft: Arbeidsmarktfiche augustus 2012 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen eind

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in augustus 2016

De arbeidsmarkt in augustus 2016 De arbeidsmarkt in augustus 2016 Datum: 8 september 2016 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche augustus 2016 In deze arbeidsmarktfiche zien we

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 juli 2006 (27.07) (OR. en) 12036/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0121 (AVC)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 juli 2006 (27.07) (OR. en) 12036/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0121 (AVC) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 26 juli 2006 (27.07) (OR. en) 12036/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0121 (AVC) CH 39 SOC 374 MI 157 ETS 16 SERVICES 35 ELARG 86 VOORSTEL van: de Europese Commissie

Nadere informatie

Gewoonlijk verblijvende bevolking (Usual residence population - Urespop) Kees Prins, projectleider Urespop

Gewoonlijk verblijvende bevolking (Usual residence population - Urespop) Kees Prins, projectleider Urespop Gewoonlijk verblijvende bevolking (Usual residence population - Urespop) Kees Prins, projectleider Urespop 1. BRP bron voor demografische statistieken 2. Demografische statistieken volgens Europese verordening

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in mei 2014

De arbeidsmarkt in mei 2014 De arbeidsmarkt in mei 2014 Datum: 13 juni 2014 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Werk en Economie Betreft: Arbeidsmarktfiche mei 2014 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen eind

Nadere informatie

De kinderen in België zonder Belgische kinderbijslag

De kinderen in België zonder Belgische kinderbijslag De kinderen in België zonder Belgische kinderbijslag Focus 2017 2 Op 1 mei 2015 waren er 96.231 kinderen jonger dan 18 jaar en gedomicilieerd in België die geen Belgische kinderbijslag ontvingen. Dit komt

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in augustus 2014

De arbeidsmarkt in augustus 2014 De arbeidsmarkt in augustus 2014 Datum: 17 september 2014 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Werk en Economie Betreft: Arbeidsmarktfiche augustus 2014 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 29 407 Vrij verkeer werknemers uit de nieuwe EU lidstaten Nr. 162 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 270/67 COMMISSIE

Publicatieblad van de Europese Unie L 270/67 COMMISSIE 29.9.2006 Publicatieblad van de Europese Unie L 270/67 COMMISSIE BESLUIT Nr. 1/2006 VAN HET GEMENGD COMITÉ EU-ZWITSERLAND van 6 juli 2006 tot wijziging van bijlage II (sociale zekerheid) bij de Overeenkomst

Nadere informatie