Planning april november 2014 April-mei 2014 Juni-juli 2014 Augustus oktober 2014 Oktober 2014 November 2014

Transcriptie

1 Factsheets Workshop Hydraulische randvoorwaarden Update: 4 juli Onderzoek HR-01 Hertoetsen afgekeurde dijkvakken met WTI 2011 De scope van de POV is gebaseerd op de toetsresultaten van de derde toetsronde. Hiervoor is gebruikgemaakt van de HR en VTV Inmiddels is het WTI 2011 vrijgegeven, met significante veranderingen in de HR. Om te kunnen komen tot realistische oplossingen en te voldoen aan het principe sober en doelmatig, is het van belang om inzicht te krijgen in het actuele veiligheidsprobleem. Hiertoe wordt in 2014 een analyse uitgevoerd van de gevolgen van het WTI 2011 op basis van de beschikbare gegevens, zoals ook verkregen binnen DP-Waddengebied, en vigerende technische rapporten. De afgekeurde dijkvakken worden, op alle toetssporen, opnieuw getoetst met het WTI2011. Uit te voeren onderzoek(en) Hertoetsen afgekeurde dijkvakken met WTI 2011 Actueel beeld van de veiligheidsopgave POV/Extern Nader te bepalen april november 2014 April-mei 2014 Juni-juli 2014 Augustus oktober 2014 Oktober 2014 November 2014 (uren / doorlooptijd) 200 uur / 8 maanden Status In uitvoering (opgenomen in Plan van Aanpak fase 1) 1

2 Onderzoek HR-02 Invloed voorlanden op ontwerp primaire kering (sterkte en hoogte) Inschatten van verandering van maatgevende belasting op kering door laatste kennis van voorlanden in ontwerpproces te beschouwen, nagaan hoe deze informatie in toets- en ontwerpinstrumentarium kan worden ingebracht en welke bestuurlijke consequenties het meenemen van voorlanden heeft. - Uit te voeren onderzoek(en) - Evaluatie van effecten van verdiscontering voorlanden op HR, gebruik makend van studies binnen DP Waddengebied. - Identificatie van het benodigde/gewenste modelinstrumentarium voor het vaststellen van het effect van voorlanden op HR. - Inschatten van ruwheden van voorlanden op basis van veldmetingen. - Voor gebieden waar voorlanden standzeker zijn: Aanpassing van modellen door verhoogde bodemligging en eventueel aangepaste ruwheden. - Voor gebieden die niet standzeker zijn: effect op onzekerheid in belasting schatten als gevolg van onzekerheid in bodemligging. - Nagaan in hoeverre rekenregels aangepast moeten worden. - Inventarisatie van bestuurlijke gevolgen: (i) moet de legger worden aangepast? (ii) moet voorland in beheer en onderzhoud worden opgenomen? - - Aangepaste modellentrein t.b.v. toetsing en ontwerp inclusief de hiervoor benodigde probabilistische aanpak voor overstromingskansen - Inzicht in bestuurlijke consequenties Status In ontwikkeling 2

3 Onderzoek HR-03 Risicoanalyse bodemligging, platen en geulen Doel van dit onderzoek is het kwantificeren van de belangrijkste langetermijn trends en onzekerheden (korte en lange termijn) in de bodemligging van de Waddenzee. Veel informatie over lange-termijn bodemveranderingen zijn al beschikbaar. Met morfologische berekeningen kunnen we meer inzicht verkrijgen. Korte-termijn variaties (in of tussen stormen), zijn moeilijker te kwantificeren omdat hiervoor over het algemeen geen metingen zijn. Uit te voeren onderzoek(en) - Nagaan in welke gebieden van de Waddenzee de bodem zich dynamisch gedraagt op korte en lange termijn, - Welke classificatie daaraan gehangen kan worden (verplaatsing geulen, erosie platten, aangroeien voorlanden, korte-termijn versus lange termijn), - Bepalen van de belangrijkste trends en variaties (onzekerheden) in de bodemligging die voor toetsing en ontwerp meegenomen zou moeten worden, o.a. op basis van literatuurstudie en aanvullende morfologische berekeningen. - Kwantificeren van het effect van de variatie op de belasting voor elk van de geïdentificeerde klassen en relevante faalmechanismen - Ligging van gebieden waar bodemvariaties in rekening gebracht zouden moeten worden - Kwantificering van korte en lange termijn trends en variaties van bodemprofielen in de Waddenzee - Per geïdentificeerd gebied met bodemvariaties een overzicht van de beïnvloede faalmechanismen (overslag, stabiliteit, piping) 3

4 Onderzoek HR-04 Dynamisch bodemprofiel en rekenmodellen In de huidige rekenmodellen is een vaste, niet in de tijd varierende bodemprofiel beschouwd. Vaak betreft dit een samengestelde bodem op basis van meest recente informatie. Voor toetsing, met een peiljaar enkele jaren in de toekomst, of ontwerp, met zichtjaren van 50 tot 100 jaar, is dit niet waarschijnlijk de maatgevende bodem. Er is immers sprake van een dynamisch systeem, geulen en zandbanken verplaatsen zich continue. De vraag is h in de modellen in het algemeen, en in de toetsing en ontwerp in het bijzonder, omgegaan moet worden met het dynamisch gedrag van de bodem van de Waddenzee. In voorgaand onderzoek (HR-03) is al een kwantificering van de lange en korte termijn trends en variaties in de bodemontwikkeling gemaakt. Het licht voor de hand de lange-termijn trends in de opgelegde modelbodem te verdisconteren en de korte- en lange termijn variaties als onzekerheden in de bodemligging te beschouwen Uit te voeren onderzoek(en) - Ontwikkeling van methode hoe lange-termijn bodemveranderingen in toets- en ontwerp instrumentarium te brengen. - Ontwikkeling methode hoe onzekerheden in bodemligging in toets- en ontwerpinstrumentarium kan worden verdisconteerd. - Bepalen van effect van bodemonzekerheden op HR. - Aangepast model, d.w.z. inclusief lange-termijn bodemtrends - Methode voor verdiscontering onzekerheden, evt vertaling naar robuustheidsfactoren Deltares en ingenieursbureau s 4

5 Onderzoek HR-05 Effect van kleinschalige weerfenomenen Inschatten van gevolgen van kleinschalige weerfenomenen als buioscillaties, snel verplaatsende depressies, buienfront (squall line) Indien noodzakelijk, methode bepalen om deze gevolgen, bv in termen van onzekerheden te verdisconteren in toetsing en ontwerp. Uit te voeren onderzoek(en) - Identificeren van kleinschalige weerfenomen - Nagaan in hoeverre deze fenomenen optreden in samenhang met maatgevende weersituaties - Inschatten van effect op maatgevende condities - Beoordeling of deze effecten reeds meegenomen worden in het huidige toetsinstrumentarium. Zo niet: ontwikkeling methode hoe dit mee te nemen in toetsing en ontwerp, mogelijk d.m.v. onzekerheid in de belasting. - Indien nodig, aanbevelingen maken ter verbetering weermodellen -Schattig onzekerheid belasting als gevolg van kleinschalige weerfenomenen - Rekenmethode om effecten in rekening te brengen in toetsing en ontwerp Deltares / KNMI 5

6 Onderzoek HR-06 Secundaire belastingen voor sterktebepaling Faalmechanismen gaan uit van maximale waterstanden of maximale golfbelasting bij een bepaalde waterstand. Aspecten die daarin niet meegenomen worden zijn o.a. verloop in de tijd van de belasting (nu hooguit schematisch), stroming, geulvorming, effect van terugtrekkend water na piekbelasting, effect beplanting voor de dijk, slijtvastheid voorlanden. Binnen dit onderzoek wordt het effect van het meenemen van deze secundaire aspecten ingeschat. Tevens wordt aangegeven hoe deze aspecten meegenomen zouden kunnen worden in toetsing en ontwerp. Uit te voeren onderzoek(en) - Inventarisatie van mogelijk relevante secundaire belastingen - Evaluatie van het effect van deze belastingen i.r.t. primaire belastingen - Advies hoe de relevante aspecten in toetsing en ontwerp meegenomen kunnen worden. Advies hoe de relevante aspecten in toetsing en ontwerp meegenomen kunnen worden Deltares Ingenieursbureau s en waterschappen 6

7 Onderzoek HR-07 Reststerkte van dijken - investeren of repareren Is schade aan de bekleding acceptabel: kan ondertalud dijk bv in gras uitgevoerd worden indien er sprake is van voorland. reststerkte Uit te voeren onderzoek(en) 7

8 Onderzoek HR-08 Parameters voor innovatieve dijken Kennen we alle grootheden die nodig zijn voor een innovatief ontwerp? Belasting parameters, duur, stroomsnelheid. Mede gebruik Uit te voeren onderzoek(en) - Identificatie van benodigde belasting parameters voor innovatieve ontwerpen - Plan van aanpak voor bepaling van de belasting parameters welke niet reeds standaard beschikbaar zijn 8

9 Onderzoek HR-09 Faalmechanismen bij Nieuwe Normering Doel van dit onderzoek is na te gaan welke faalmechanismen leidend zijn leidend bij de nieuwe normering. Na WTI2011 / WTI2017 kunnen nieuwe faalmechanismen leidend zijn. Faal kans begroting (bijdrage aan totale faalkans van de dijk). Koppeling met VNK2. Uit te voeren onderzoek(en) - Evaluatie faalkansbegroting op basis van VNK2 resultaten Inzicht in welke faalmechanismen leidend zijn bij toepassing van de nieuwe normering. Ingenieursbureau 9

10 Onderzoek HR-10 Effect golfdoordringing in Eems en Dollard Binnen WTI is geconstateerd dat SWAN de doordringen van Noordzeegolven in de Eems-Dollard onderschat. Een aannemelijke verklaring is hiervoor gegeven, maar tegelijkertijd is geconstateerd dat modelverbetering een lange-termijn investering vergt. Wat wel mogelijk is op korte termijn is n te gaan onder welke omstandigheden en in welke mate deze onderschatting zich manifesteert. Uit te voeren onderzoek(en) - - Op basis van beschikbare hindcasts van stormen in de Oostelijke Waddenzee, maar ook in andere delen van de Waddenzee, Westerschelde en Oosterschelde nagaan onder welke omstandigheden een onderschatting van golfenergie plaatsvindt (waterstand, golf- en windrichting, geometrie, golfrichtingsspreiding, etc.) - Markeren van condities en locaties in WTI database waarvoor resultaten mogelijk onnauwkeurig zijn. - Markeren van condities en locaties waar resulterende HR mogelijk onnauwkeurig zijn, i.e. onderschat worden. Duiding van locaties waar HR mogelijk onderschat worden. In het gunstigste geval kan een schatting gemaakt worden van de grootte van de onderschatting, welke in de ontwerpfase meegenomen kan worden. Deltares Ingenieursbureau s 10

11 Onderzoek HR-11 Effect autonome ontwikkelingen Waddenzee Wat zijn de effecten van autonome ontwikkelingen in gebied op de belasting op de dijk: gas- en zoutwinning, bodemdaling, aardbevingen, klimaatscenario s, geulontwikkeling etc. DPW heeft hier grof naar gekeken, een verdieping kan inzicht geven op korte en lange termijn effecten. Uit te voeren onderzoek(en) - Beoordeling van in DPW onderzochte scenario s op compleetheid - Beoordeling DPW resultaten op detailniveau: voldoende of dient dit nader uitgewerkt te worden - Eventueel een nadere uitwerking van niet voldoende onderzochte scenario s 11

12 Onderzoek HR-12 Toetsen representatieve profielen Het DP Waddengebied heeft voor het ontwikkelen van alternatieve dijkconcepten gebruik gemaakt van representatieve profielen. In hoeverre komen de representatieve profielen DPW overeen met de profielen van de afgekeurde trajecten? Welke door DPW ontwikkelde alternatieven kun je gebruiken in POV ontwerpen. Uit te voeren onderzoek(en) - Verificatie uitgangspunten gehanteerd in DPW alternatiefselectie - Indien gewenst/relevant vertaling DPW alternatief selectie naar HWBP projectlocaties als voorbereiding op planfase 12