Opstellen van een gebiedsdekkende referentie dataset van tijdsafhankelijke drainage en rivier randvoorwaarden voor MODFLOW

Transcriptie

1 Vlaamse Milieumaatschappij afdeling Operationeel Waterbeheer Koning Albert II-laan 20 bus BRUSSEL Opstellen van een gebiedsdekkende referentie dataset van tijdsafhankelijke drainage en rivier randvoorwaarden voor MODFLOW BESTEK NR. L 2010 S 0011 X Opdracht voor de aanneming van diensten ALGEMENE OFFERTE AANVRAAG VMM - AFDELING OPERATIONEEL WATERBEHEER BESTEK NUMMER L 2010 S 0011 X 1

2 ALGEMENE INFORMATIE Voorwerp van de opdracht Tijdens de afgelopen jaren zijn een aantal locale en regionale grondwatermodellen opgesteld voor AOW. Hierbij is telkens een inventarisatie gebeurd van de beschikbare oppervlaktewatergegevens. De doelstelling was meestal om een regionaal evenwichtsmodel te maken. Dit leidde tot een aantal shapefiles waarin de waterloop gegevens werden opgeleverd. Deze shapes zijn onderling echter niet vergelijkbaar waardoor een gebiedsdekkende toepassing niet vanzelfsprekend is. Sinds die inventarisatie is ook het nieuwe DHM ter beschikking gekomen. Hiermee kunnen veel nauwkeurigere inschattingen van het rivierpeil gemaakt worden dan met het vorige DTM. Het is trouwens gebleken dat foute inschattingen van het rivierpeil nefaste effecten heeft van voor de nauwkeurigheid van de waterbalans van een grondwatermodel. Om in de toekomst op een efficiëntere, coherente en reproduceerbare manier grondwatermodelleringen uit te kunnen voeren wordt een opdracht uitbesteed die moet resulteren in een gebiedsdekkende geaggregeerde geografische dataset van oppervlaktewatergegevens die kan gebruikt worden voor zowel steady-state als tijdsafhankelijke regionale of lokale modelleringen. De geografische dataset moet worden omgezet naar een databank. Een Matlab applicatie moet opgesteld worden die voor een bepaald modelgebied op automatische wijze de juiste gegevens uit de databank selecteert en omzet naar rivier en drain randvoorwaarden voor MODFLOW. Opening van de offerte Het bestek van de offerteaanvraag wordt digitaal ter beschikking gesteld via het publicatieportaal van het Belgisch Staatsblad of wordt opgestuurd door de VMM afdeling Operationeel Waterbeheer, Koning Albert II-laan 20, bus 16, 2 de verdieping te 1000 Brussel na aanvraag via bij j.lermytte@vmm.be. De opening van de offertes vindt plaats op 3/11/2010 om 10 uur ten overstaan van de heer Paul Thomas of zijn afgevaardigde, van VMM afdeling Operationeel Waterbeheer, Koning Albert II-laan 20, bus 16, 2 de verdieping te 1000 Brussel. Inzendingen per post dienen aangetekend verzonden te worden onder dubbele omslag. Op de beide omslagen moet duidelijk de vermelding OFFERTE L 2010 S 0011 X vermeld worden. Opdrachtgever De opdracht wordt uitgevoerd in opdracht en voor rekening van de Vlaamse Milieumaatschappij, vertegenwoordigd door afdeling Operationeel Waterbeheer, Koning AlbertII-laan 20, bus 16, 2 de verdieping te 1000 Brussel. Inlichtingen aangaande dit bestek zijn te verkrijgen bij Johan Lermytte (tel. 02/ ) of Andy Louwyck (tel. 02/ ). Uitvoeringstermijn De uitvoeringstermijn bedraagt 6 kalendermaanden. Deze termijn wordt opgeschort tijdens de periodes van keuring waarin de aanbestedende overheid de ingediende documenten en bestanden nakijkt. Varia Andere contractuele bepalingen inzake uitvoeringstermijnen zijn volgens art 69 3 van de algemene aannemingsvoorwaarden. Bij dit bestek zijn bijgevoegd: VMM - AFDELING OPERATIONEEL WATERBEHEER BESTEK NUMMER L 2010 S 0011 X 2

3 Bijlage A: Offerteformulier; Bijlage B: Inventaris; Bijlage C: Documenten gevraagd in het kader van de selectiecriteria. Bijlage D: Documenten gevraagd in het kader van de gunningscriteria. VMM - AFDELING OPERATIONEEL WATERBEHEER BESTEK NUMMER L 2010 S 0011 X 3

4 DEEL 1 ALGEMENE ADMINISTRATIEVE VOORSCHRIFTEN Voorafgaande opmerking Op deze opdracht zijn van toepassing: de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, boek I, Titels I, II en IV, BOEK III (B.S ); het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, Titels III tot en met VI, Titel IX (B.S ); het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies van openbare werken, Titels I en V, en de bijlage bij dit besluit: de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en voor de concessies voor openbare werken, hoofdstuk 1, hoofdstuk 2 afdeling 3 (B.S ); en alle wijzigingen van en addenda aan hoger vermelde wet en besluiten; gewijzigd door en aangevuld met de bepalingen van dit bestek en de andere documenten waarnaar dit bestek verwijst. Administratieve voorschriften in toepassing van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten Art. 5 Aard van de opdracht De in onderhavig bestek beschreven opdracht betreft een aanneming van diensten. VMM - AFDELING OPERATIONEEL WATERBEHEER BESTEK NUMMER L 2010 S 0011 X 4

5 Administratieve voorschriften in toepassing van het koninklijk besluit van betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken. Art De aanbestedende overheid De opdracht wordt uitgevoerd in opdracht en voor rekening van de Vlaamse Milieumaatschappij, waarvoor de afdeling Operationeel Waterbeheer, hierna verder de opdrachtgever genoemd, de uitvoering opvolgt: Vlaamse Milieumaatschappij Afdeling Operationeel Waterbeheer, Koning Albert II-laan 20 bus Brussel tel.: fax.: Inlichtingen aangaande dit bestek zijn te verkrijgen bij Johan Lermytte (tel ) of Andy Louwyck ( ) tijdens de kantooruren. Voor bezoeken dient voorafgaand een afspraak gemaakt te worden. 2. Voorwerp van de opdracht Tijdens de afgelopen jaren zijn een aantal locale en regionale grondwatermodellen opgesteld voor AOW. Hierbij is telkens een inventarisatie gebeurd van de beschikbare oppervlaktewatergegevens. De doelstelling was meestal om een regionaal evenwichtsmodel te maken. Dit leidde tot een aantal shapefiles waarin de waterloop gegevens werden opgeleverd. Deze shapes zijn onderling echter niet vergelijkbaar waardoor een gebiedsdekkende toepassing niet vanzelfsprekend is. Sinds die inventarisatie is ook het nieuwe DHM ter beschikking gekomen. Hiermee kunnen veel nauwkeurigere inschattingen van het rivierpeil gemaakt worden dan met het vorige DTM. Het is trouwens gebleken dat foute inschattingen van het rivierpeil nefaste effecten heeft van voor de nauwkeurigheid van de waterbalans van een grondwatermodel. Om in de toekomst op een efficiëntere, coherente en reproduceerbare manier grondwatermodelleringen uit te kunnen voeren wordt een opdracht uitbesteed die moet resulteren in een gebiedsdekkende geaggregeerde geografische dataset van oppervlaktewatergegevens die kan gebruikt worden voor zowel steady-state als tijdsafhankelijke regionale of lokale modelleringen. De geografische dataset moet worden omgezet naar een databank. Een Matlab applicatie moet opgesteld worden die voor een bepaald modelgebied op automatische wijze de juiste gegevens uit de databank selecteert en omzet naar rivier en drain randvoorwaarden voor MODFLOW. De opdracht bestaat uit 6 fases die in 3 deelopdrachten gegroepeerd worden Deelopdracht 1: Fase1: opstellen concepten Deelopdracht 2: Fase 2: inventarisatie basisgegevens Fase 3: aggregatie basisgegevens, toekennen peilgegevens Deelopdracht 3: Fase 4: omzetten geografische data naar PostgreSQL databank Fase 5: ontwikkelen Matlab applicatie voor het opstellen van drain en river datasets voor MODFLOW Fase 6: opstellen scenario s Het betreft een opdracht van diensten volgens de categorie 12 van de bijlage 2, A van de wet van De opdracht wordt technisch nader omschreven in deel 2, Technische bepalingen, van dit bijzonder bestek. VMM - AFDELING OPERATIONEEL WATERBEHEER BESTEK NUMMER L 2010 S 0011 X 5

6 Door het aanvaarden van de opdracht erkent de dienstverlener dat hij zich voorafgaandelijk hierover uitvoerig heeft geïnformeerd en dat deze hem volledig duidelijk is. De verzekering tegen risico's, eigen aan de opdracht, zijn inbegrepen in de offerteprijzen. De dienstverlener doet het nodige om alle eventuele toelatingen, nodig voor het uitvoeren van de opdracht te bekomen. In het algemeen zal hij alle inlichtingen inwinnen die hem nuttig lijken en zal hij deelnemen aan de vergaderingen die de leidend ambtenaar of zijn afgevaardigde belegt en die verband houden met zijn opdracht. 3. Wijze van gunning De opdracht wordt gegund op basis van een algemene offerteaanvraag. 4. Indienen en opening van de offertes De taal van de offertes en de opdracht is het Nederlands. De offertes dienen voor de opening ingediend te worden op het adres van de aanbestedende overheid. De opening van de offertes vindt plaats op 3/11/2010 om 10 uur ten overstaan van de heer Paul Thomas of zijn afgevaardigde, van VMM - afdeling Operationeel Waterbeheer, op bovenvermeld adres. Art Selectiecriteria De inschrijver dient te bewijzen dat hij niet het voorwerp uitmaakt van een procedure van faillietverklaring of van vereffening of van gerechtelijk akkoord of voor buitenlandse inschrijvers, van een gelijkaardige procedure die voorkomt in de nationale wetgevingen en reglementeringen van het land waar zij gevestigd zijn. De inschrijver dient een geldig RSZ-attest voor te leggen. Voor Belgische inschrijvers doet het Bestuur zelf de digitale bevraging in de federale databank. Voor buitenlandse inschrijvers is dit een getuigschrift waaruit blijkt dat zij voldaan hebben aan hun verplichtingen ten aanzien van de betaling van de bijdragen voor de sociale zekerheid overeenkomstig de wettelijke bepalingen van het land waar zij gevestigd zijn. Inlichtingen en formaliteiten die nodig zijn voor de beoordeling van de minimumvoorwaarden op financieel, economisch en technisch vlak waaraan de inschrijver dient te voldoen: Via de selectiecriteria wordt ook gepeild naar de vereiste kennis om deze opdracht tot een goed einde te kunnen brengen. Het gaat om kennis met betrekking tot verwerking van geografische data binnen een GIS omgeving, kennis met betrekking tot het ontwikkelen van databanken, kennis met betrekking tot tijdsafhankelijke grondwatermodellering en ervaring met ontwikkelen van applicaties binnen de Matlab omgeving. De inschrijver moet hiervoor bewijzen voorleggen van controleerbare referenties vanwege opdrachtgevers door middel van: 1. certificaten voor uitgevoerde overheidsopdrachten; 2. nauwkeurige beschrijving van uitgevoerde privé-opdrachten met aangifte van de coördinaten van de verantwoordelijke contactpersonen bij het opdrachtgevende bedrijf. waaruit blijkt dat de inschrijver over een periode van de laatste 5 jaar de volgende opdrachten met gunstig gevolg heeft beëindigd, waarbij de datum van (voorlopige) oplevering bepalend is: a) minstens twee onafhankelijke opdrachten voor GIS gebaseerde applicaties of modellen, die met een alfanumerische databank communiceren via de GIS software. De waarde van het deel van de opdracht dat overeenstemt met de ontwikkeling van GIS gebaseerde applicaties of modellen is meer dan euro (incl. BTW); VMM - AFDELING OPERATIONEEL WATERBEHEER BESTEK NUMMER L 2010 S 0011 X 6

7 b) minstens twee onafhankelijke opdrachten voor het ontwerpen en ontwikkelen van een databank voor een bedrag van minstens (incl.btw). c) een grondwatermodellering heeft uitgevoerd met tijdsafhankelijke stressen (river/drains/wells/ ). De modellering is uitgevoerd voor een bedrag van minstens (incl.btw). d) een oppervlaktewatermodellering heeft uitgevoerd met Infoworks software en PDM voor de randvoorwaarden voor een bedrag van minstens (incl. BTW). e) over een licentie voor de standaard Matlab ontwikkelomgeving beschikken. Art. 86 Prijsbepaling De opdracht is een opdracht voor een globale prijs. In de samenvattende inventaris gaat de post voor de opdracht voor een globale prijs, vergezeld van de vermelding "GP" (globale prijs) waarbij de hoeveelheid niet is aangegeven. Art. 90 Inhoud van de offerte De inschrijver voegt bij zijn offerte de volgende bescheiden: het ingevulde, gedagtekende en ondertekende offerteformulier (bijlage A) en de bijhorende inventaris (bijlage B); een attest waaruit blijkt dat de inschrijver in regel is met de R.S.Z (voor buitenlandse inschrijvers); opgave van onderaannemers of gespecialiseerde studiebureaus die bepaalde deelopdrachten op zich nemen; documenten gevraagd in het kader van de selectie- en gunningscriteria (bijlage C en D). Art Prijsopgave - Allerlei heffingen De prijsopgave in Euro wordt uitgedrukt tot twee cijfers na de komma. De belasting over de toegevoegde waarde wordt in een afzonderlijke post van de inventaris vermeld om bij de prijs van de offerte te worden gevoegd. VMM - AFDELING OPERATIONEEL WATERBEHEER BESTEK NUMMER L 2010 S 0011 X 7

8 Art. 115 Gunningscriteria De gunningscriteria zijn (in volgorde van afnemend belang): 1) De prijs (60%): De inschrijver voegt bij zijn offerte een verantwoording van de offerteprijzen per post van de inventaris, uitgesplitst volgens uurloonkosten personeel en tijdbesteding enerzijds en overheadkosten anderzijds. 2) Het plan van aanpak (40%): Het bestek is al vrij duidelijk met betrekking tot het algemene concept van de datastromen en applicaties die nodig zijn. Toch zijn er nog een aantal belangrijke vereisten beschreven in het bestek waarvoor nog geen werkwijze is vastgelegd in het bestek. In het plan van aanpak moeten deze besproken worden: Een overzicht van databronnen die zullen geconsulteerd worden bijkomend aan de data die de opdrachtgever ter beschikking stelt moet in het plan van aanpak opgenomen worden Het bestek vermeldt niet hoe de rivierdata tijdsafhankelijk zal gemaakt worden. In het plan van aanpak moet de kandidaat dit verder uitwerken. Het bestek laat momenteel nog open hoe met overlappende datasets moet worden omgegaan. Zowel in fase 3 als in fase 5 kunnen bepaalde overlappen verwerkt worden. Daarnaast speelt ook de hiërarchie van de verschillende datasets een belangrijke rol. In het plan van aanpak moet de inschrijver zijn voorgestelde werkwijze beschrijven. Het bestek heeft een aanzet van hoe de peilen langs een waterloop dalend kunnen worden gemaakt. De voorgestelde methode is ontwikkeld voor lijnbestanden. De methode is nog niet uitgewerkt voor polygoonbestanden. De kandidaat kan ook een eigen werkwijze voorstellen. Het plan van aanpak moet hier verder op in gaan. Bij het opstellen van mogelijke scenario s zijn de twee types scenario s die moeten kunnen opgesteld worden in het bestek duidelijk omschreven. Hoe de bijhorende dataflow zal zijn en binnen welke omgevingen dit zal geïmplementeerd worden is nog niet uitgewerkt. In het plan van aanpak moet de kandidaat uitwerken hoe scenario s kunnen opgesteld en opgeslagen worden. Op basis van de voorgestelde oplossingen van bovengenoemde aspecten zal het plan van aanpak beoordeeld worden. Art. 116 Gestanddoeningstermijn voor de inschrijvers De inschrijvers blijven gebonden door hun offerte gedurende een termijn van honderdtachtig kalenderdagen, ingaande de dag na de zitting van de opening van de offertes. VMM - AFDELING OPERATIONEEL WATERBEHEER BESTEK NUMMER L 2010 S 0011 X 8

9 Koninklijk besluit van tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken en de bijlage bij dit besluit (Algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten en voor de concessies voor openbare werken) 4.1 Algemene administratieve voorschriften in toepassing van het koninklijk besluit van tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken Art. 3 Lijst van de bepalingen waar wordt afgeweken van de algemene aannemingsvoorwaarden Art. 4 2 Betalingen; Art Aanvang van de uitvoering; Art Boete wegens laattijdige uitvoering. 4.2 Algemene administratieve voorschriften in toepassing van de bijlage: Algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en voor de concessies voor openbare werken Art. 3 2 Documenten Na elke deelopdracht wordt een rapport opgesteld waarin de werkzaamheden en conclusies betreffende de deelopdracht worden beschreven. Alle digitale en analoge documenten en -bestanden betreffende deze deelopdracht worden bij de keuring in enkelvoud door de dienstverlener aan het Bestuur geleverd. Alle digitale en analoge einddocumenten en -bestanden (dus na verbetering van eventuele fouten) betreffende deze deelopdracht worden in drievoud door de dienstverlener aan het Bestuur geleverd. Art. 4 2 Betalingen Na uitvoering van een deelopdracht en goedkeuring van de bijhorende deelrapporten door het bestuur, heeft de dienstverlener recht op betalingen in mindering van de uitgevoerde posten van de inventaris die overeenstemmen met de uitgevoerde deelopdrachten. De betalingsaanvragen en schuldvorderingen (in drievoud) dienen gestuurd te worden naar de leidend ambtenaar op onderstaand adres: VMM afdeling Operationeel Waterbeheer Koning Albert II-laan 20 bus Brussel De facturen (in drievoud) dienen gestuurd te worden naar onderstaand adres: VMM A. Van de Maelestraat Erembodegem met vermelding van de naam van de leidend ambtenaar, het vastleggingnummer en het artikel van de begroting waarop het is vastgelegd. De datum van binnenkomen van de betalingsaanvraag en van de factuur is maar geldig voor het verder verloop van het dossier als de adressering van zowel de betalingsaanvraag als de factuur dezelfde is als deze hierboven vermeld. Bij foutieve adressering zal de uitvoeringsdienst de datum van de werkelijke ontvangst van het desbetreffende document als bindend beschouwen voor het bepalen van de termijn waarbinnen de betaling moet gebeuren. VMM - AFDELING OPERATIONEEL WATERBEHEER BESTEK NUMMER L 2010 S 0011 X 9

10 Art. 5 Borgtocht Er wordt een borgtocht vereist die op 5% van de inschrijvingssom wordt vastgesteld. Het bewijs van borgtocht moet binnen een termijn van 30 kalenderdagen na het gunnen van de opdracht aan de leidend ambtenaar toegestuurd worden. Art. 9 2 Vrijgave van de borgtocht Deze borgsom wordt vrijgemaakt bij de definitieve oplevering, voor zover de dienstverlener zelf een verzoek tot de leidend ambtenaar heeft gericht voor vrijmaking ervan. Art Onderaanneming - Prestaties door derden De uitvoering van taken door onderaannemers blijft steeds onderworpen aan de uitdrukkelijke voorafgaande toestemming van de leidend ambtenaar. Art. 12 Controle op de uitvoering Deze wordt waargenomen door: VMM - afdeling Operationeel Waterbeheer Koning Albert II-laan 20 bus Brussel De controles gebeuren als volgt: 1. controles gedurende de uitvoering van de opdracht. De leidend ambtenaar of zijn afgevaardigde heeft het recht op gelijk welk ogenblik de werkzaamheden van de dienstverlener te controleren, ondermeer in de kantoren van de dienstverlener. 2. de keuringen van de resultaten worden beschreven in art. 71 en art de opdrachtgever zal er op toezien dat de opdracht uitgevoerd wordt door personen die over voldoende technische kennis beschikken om de opdracht tot een goed einde te brengen. Art Prijsherziening Er is geen prijsherziening van toepassing op deze opdracht. Art de - 3 de Intellectuele rechten - aankoopprijs en vergoedingen Alle kosten verbonden aan het gebruik van rekenmodellen e.a. waarop licenties rusten, vallen ten laste van de dienstverlener. Art Intellectuele rechten - gebruik van de resultaten De dienstverlener gebruikt alle gegevens en inlichtingen van het Bestuur enkel in het kader van deze opdracht. Alle tussenproducten en eindproducten voor deze opdracht worden bij voorlopige oplevering de uitsluitende eigendom van het Bestuur. De dienstverlener mag hiervan niets gebruiken voor andere doelen. Zonder voorafgaande toestemming van het Bestuur is het de dienstverlener ook verboden om artikels of documenten te publiceren die betrekking hebben op de opdracht. Opgeleverde code of stukken ervan kunnen ook onder een open source licentie verspreid worden door de opdrachtgever. De dienstverlener mag de code geschreven voor dit project niet zonder schriftelijke toestemming van de opdrachtgever gebruiken in andere projecten. VMM - AFDELING OPERATIONEEL WATERBEHEER BESTEK NUMMER L 2010 S 0011 X 10

11 Art. 16 Klachten en verzoeken vanwege de dienstverlener Ingeval van overmacht kan de dienstverlener een schorsing van de overeenkomst vragen. De dienstverlener deelt schriftelijk aan de leidend ambtenaar mee dat hij zijn opdracht om de vermelde redenen niet kan verder zetten. Oordeelt de leidend ambtenaar dat er sprake is van overmacht, dan wordt de termijn opgeschort vanaf de datum van ontvangst van het schrijven van de dienstverlener tot op de datum dat de oorzaak van de overmacht heeft opgehouden te bestaan. Art Waarborgtermijn De waarborgtermijn bedraagt 12 kalendermaanden. Art Uitvoeringstermijn De totale uitvoeringstermijn bedraagt 6 kalendermaanden. In deze periode kunnen 3 deeltermijnen beschouwd worden die overeenstemmen met de 3 deeltaken. De duur van deze deeltermijnen zijn dwingend en bedragen: Deelopdracht 1: 1 kalendermaand Deelopdracht 2: 3 kalendermaanden Deelopdracht 3: 2 kalendermaanden Deze opdracht wordt opgeschort tijdens de periodes van keuring waarin de aanbestedende overheid de ingediende documenten en bestanden nakijkt. Er zullen minimaal 3 keuringen zijn: na elke deeltermijn en bij het einde van de opdracht. Art Aanvang van de uitvoering De uitvoeringstermijn vangt aan op de datum vermeld in het aanvangsbevel dat door de leidend ambtenaar wordt opgestuurd. De leidend ambtenaar belegt een startvergadering waarop de documenten beschreven in de technische bepalingen van dit bestek aan de dienstverlener zullen overhandigd worden. VMM - AFDELING OPERATIONEEL WATERBEHEER BESTEK NUMMER L 2010 S 0011 X 11

12 Art. 71 en 74 1 Keuring De dienstverlener is er toe gehouden die documenten die niet de instemming van de leidend ambtenaar wegdragen zonder enige bijkomende vergoeding overeenkomstig de onderrichtingen die de leidend ambtenaar hem eventueel verstrekt, te wijzigen of met bijkomende documenten aan te vullen. Hij moet de aldus gewijzigde of de aanvullende documenten aan de leidend ambtenaar afleveren binnen de voorziene uitvoeringstermijn. De opdracht wordt pas als beëindigd beschouwd voor zover de ingediende documenten de goedkeuring van de leidend ambtenaar wegdragen. De definitieve oplevering heeft plaats één jaar na de voorlopige. De dienstverlener verzoekt daartoe tijdig de leidend ambtenaar over te gaan tot de definitieve oplevering. Art Boete bij laattijdige uitvoering De overschrijding van de uitvoeringstermijn of van een dwingende deeltermijn geeft ambtshalve aanleiding tot een boete van 50 euro per kalenderdag vertraging. VMM - AFDELING OPERATIONEEL WATERBEHEER BESTEK NUMMER L 2010 S 0011 X 12

13 DEEL 2 TECHNISCHE BEPALINGEN Hoofdstuk 1: Situering en doel van de opdracht 1.1 Vlaams Grondwatermodel AOW beschikt reeds geruime tijd over een modelinstrumentarium dat is ontwikkeld in het kader van het VGM of Vlaams Grondwatermodel. Dit instrumentarium wordt continu verder uitgebreid en geactualiseerd. Op onderstaande figuur worden de belangrijkste componenten van de VGM omgeving voorgesteld. Figuur 1: Overzicht van de VGM-Omgeving STAP 1: ontwikkeling van het concept van het VGM. In deze fase is een basisarchitectuur van het VGM ontstaan. In tegenstelling tot wat de naam VGM doet vermoeden gaat het niet om één groot grondwatermodel waarin volledig Vlaanderen wordt gemodelleerd. Het VGM is de omgeving waarin gebiedsdekkende verwerkte basisgegevens (klaar voor gebruik in modellen) zoals hydrogeologische opbouw, grondwatervoeding, hydraulische parameters, riviergegevens, e.d. zich bevinden. Naast deze basisgegevens zal het VGM ook een aantal regionale modellen bevatten waarin de grondwaterstroming gebiedsdekkend berekend wordt. Een aantal afgeleide subregionale en lokale modellen behoren eveneens tot de VGM omgeving. De ontwikkeling van een basisset van gebiedsdekkende gebruiksklare basisgegevens is de belangrijkste peiler om op flexibele en doeltreffende wijze tot grondwatermodellering op verschillende schalen te kunnen overgaan. STAP 2: Ontwikkeling van de HCOV - Hydrogeologische Codering van de Ondergrond in Vlaanderen. Eén van de eerste stappen in de echte ontwikkeling van het VGM was het opstellen van de HCOV. Een gebiedsdekkende hydrostratigrafische indeling van de Vlaamse ondergrond werd in samenspraak met alle betrokken instellingen opgesteld. De HCOV is de standaard die in Databank Ondergrond Vlaanderen wordt gebruikt en is als bijlage bij Vlarem gevoegd. STAP 3: Opstellen van de HCOV atlas: Hydrogeologische detailstudie van de ondergrond in Vlaanderen. Voor elk van de eenheden bepaald in STAP 2 zijn kaarten opgesteld met het voorkomen, de diepte van de basis en de dikte van deze lagen. Het resultaat vormt een driedimensionale atlas van de hydrostratigrafische onderverdeling van de ondergrond in Vlaanderen. De resultaten zijn beschikbaar onder de vorm van ArcInfo grid files (celgrootte 100*100 m). In 2006 werd een eerste reeks correcties aangebracht (o.a. maaiveldhoogtes gecorrigeerd a.d.h.v. het DHM) waardoor de kartering nu een nog accurater en consistenter geheel vormt. De HCOV kartering wordt regelmatig opgevraagd door studiebureaus en universiteiten in het kader van grondwatermodelleringen. STAP 4: Ontwikkeling van een lokaal axi-symmetrisch grondwatermodel. Op de kartering uit STAP 3 is de ontwikkeling van het lokaal axi-symmetrisch grondwatermodel geënt. De geologische opbouw wordt automatisch uit de kartering afgeleid. Dit type model laat toe om de invloed van één enkele grondwaterwinning in te schatten en wordt gebruikt bij de adviesverlening bij de vergunningsaanvraag voor het winnen van grondwater. VMM - AFDELING OPERATIONEEL WATERBEHEER BESTEK NUMMER L 2010 S 0011 X 13

14 Opstellen van een gebiedsdekkende referentie dataset van tijdsafhankelijke drainage en rivier randvoorwaarden Voor winningen in de verzilte gebieden is er een bijkomende module ontwikkeld die toelaat de evolutie van de grens tussen zoet en zout water te evalueren. STAP 5: Ontwikkeling van een Vlaams Grondwatervoedingsmodel. In deze stap is de grondwatervoeding gemodelleerd met de WetSpass code. Hierbij wordt rekening gehouden met de topografie, de bodem, het landgebruik en klimatologische variabelen. De gemiddelde jaarlijkse, de gemiddelde winter en de gemiddelde zomer grondwatervoeding is met dit model met een gridcelgrootte van 50 m berekend. Een tool is ontwikkeld waarbij deze voeding wordt omgezet in een tijdsafhankelijke voeding. STAP 6: Ontwikkeling van regionale modellen. In deze stap worden regionale modellen opgesteld die moeten toelaten de impact van beleidsbeslissingen te voorspellen en te ondersteunen. De modellen zijn geënt op de 6 grondwatersystemen die in Vlaanderen zijn afgebakend en zijn weergegeven in onderstaande figuur. Figuur 2: Overzicht van de verschillende regionale modellen en het VGM gebied (zwart/groen/zwart lijn) STAP 7: Ontwikkeling van subregionale en lokale tijdsafhankelijke grondwatermodellen. Ten behoeve van de visievorming rond landinrichtingsprojecten, waterwingebieden, grondwaterafhankelijke natuurgebieden, gewestplanwijzigingen, ecohydrologische studies en dergelijke is het noodzakelijk grondwatermodellen op een gedetailleerder niveau te ontwikkelen dan de regionale modellen. Deze subregionale modellen worden ontwikkeld op basis van de resultaten van de regionale modellen. Voor steeds meer vraagstellingen volstaan evenwichtsmodellen niet meer en moeten tijdsafhankelijke modellen opgesteld worden. Voor de hydro-ecologische modelleringen die binnen de afdeling Operationeel Waterbeheer met het NICHE model uitgevoerd worden zijn bijvoorbeeld GxG kaarten nodig. Deze kaarten kunnen enkel op een nauwkeurige manier opgesteld worden als ze met een tijdsafhankelijk model berekend worden. Een model voor het bepalen van verminderde gewasopbrengsten ten gevolge van grondwaterwinning is eveneens in ontwikkeling. Ook dit model vergt tijdsafhankelijke grondwaterstanden als input. Daarom wordt op dit ogenblik bij VMM een modelinstrument ontwikkeld waarmee op semi-automatische wijze 3D tijdsafhankelijke grondwatermodellen kunnen opgesteld worden. Dit instrument wordt in het volgende hoofdstuk besproken. 1.2 Modelinstrument voor tijdsafhankelijke grondwatermodellering De dienst Grondwaterbeheer van de afdeling Operationeel Waterbeheer van de Vlaamse Milieumaatschappij is momenteel een modelinstrument aan het ontwikkelen voor het automatisch opstellen van lokale, tijdsafhankelijke, driedimensionale grondwatermodellen. De modellen worden met Modflow gesimuleerd. Het modelinstrument voor de pre- en postprocessing van modelinvoer en resultaten wordt in Matlab ontwikkeld. Het modelinstrument moet de modelleur in staat stellen om op semi-automatische wijze een lokaal, tijdsafhankelijk grondwatermodel in Modflow op te stellen op basis van basisgegevens die voor gans Vlaanderen VMM - AFDELING OPERATIONEEL WATERBEHEER BESTEK NUMMER L 2010 S 0011 X 14

15 beschikbaar zijn, zoals de HCOV, DHM, DOV en andere basisgegevens. Figuur 3 is een schematische voorstelling van de architectuur van het modelinstrument. We onderscheiden 4 onderdelen: Matlab Framework Modelinstrument modelleur GUI Opdracht Data Manager Modelleeromgeving Modflow Wrapper Verwerkte basisgegevens Modelresultaten Modflow files Ruwe basisgegevens Figuur 3: Architectuur van het modelinstrument voor de lokale, tijdsafhankelijke grondwatermodelleringen met situering van de opdracht. De GUI: Het modelinstrument is voorzien van een grafische gebruikersinterface (GUI), waarmee de modelleur op interactieve manier een model kan opbouwen, simuleren en resultaten visualiseren. De GUI geeft de input van de modelleur door aan de Modelleeromgeving, die op haar beurt de GUI voorziet van te visualiseren data en resultaten. De Modelleeromgeving: Dit is de centrale eenheid van het instrument. Ze verwerkt de input van de modelleur, bouwt het model op met behulp van de data aangereikt door de Data Manager en stuurt de Modflow Wrapper aan. De Modflow Wrapper: De Modflow Wrapper krijgt alle nodige input aangereikt van de Modelleeromgeving en maakt op basis hiervan de nodige invoerbestanden voor Modflow aan. Daarna roept deze component de Modflow executable aan, leest de Modflow outputfiles in en geeft de resultaten door aan de Modelleeromgeving voor verdere verwerking en visualisatie. De Data Manager: De Data Manager krijgt informatie over het modelgebied van de Modelleeromgeving, selecteert op basis hiervan de nodige invoerdata uit de databank met gebiedsdekkende basisgegevens en geeft ze door aan de Modelleeromgeving voor verdere verwerking. In tweede instantie is de Data Manager ook verantwoordelijk voor het wegschrijven van de modelresultaten naar de databank met gebiedsdekkende resultaten. De opdracht beschreven in dit bestek situeert zich op het niveau van de Data Manager, zoals ook aangegeven is in Figuur 3. Meerbepaald worden in deze opdracht alle nodige oppervlaktewatergegevens verzameld (ruwe basisgegevens) en verwerkt tot gebiedsdekkende input voor de Data Manager (verwerkte basisgegevens). Het ontwikkelen van het deel van de Data Manager, dat verantwoordelijk is voor de selectie van de verwerkte oppervlaktewatergegevens voor een opgegeven modelgebied en simulatieperiode, behoort eveneens tot de opdracht. VMM - AFDELING OPERATIONEEL WATERBEHEER BESTEK NUMMER L 2010 S 0011 X 15

16 1.3 Doelstelling van deze opdracht Tijdens de afgelopen jaren zijn een aantal locale en regionale grondwatermodellen opgesteld voor AOW. Hierbij is telkens een inventarisatie gebeurd van de beschikbare oppervlaktewatergegevens. De doelstelling was meestal om een regionaal evenwichtsmodel te maken. Dit leidde tot een aantal shapefiles waarin de waterloop gegevens werden opgeleverd. Deze shapefiles zijn onderling echter niet vergelijkbaar waardoor een gebiedsdekkende toepassing niet vanzelfsprekend is. Sinds die inventarisatie is ook het nieuwe DHM ter beschikking gekomen. Hiermee kunnen veel nauwkeurigere inschattingen van het rivierpeil gemaakt worden dan met het vorige DTM. Het is trouwens gebleken dat foute inschattingen van het rivierpeil nefaste effecten heeft van voor de nauwkeurigheid van de waterbalans van een grondwatermodel. Om in de toekomst op een efficiëntere, coherente en reproduceerbare manier grondwatermodelleringen uit te kunnen voeren wordt een opdracht uitbesteed die moet resulteren in een gebiedsdekkende geaggregeerde geografische dataset van oppervlaktewatergegevens die kan gebruikt worden voor zowel steady-state als tijdsafhankelijke regionale of lokale modelleringen. De geografische dataset moet worden omgezet naar een databank. Een Matlab applicatie moet opgesteld worden die voor een bepaald modelgebied op automatische wijze de juiste gegevens uit de databank selecteert en omzet naar rivier en drain randvoorwaarden voor MODFLOW. VMM - AFDELING OPERATIONEEL WATERBEHEER BESTEK NUMMER L 2010 S 0011 X 16

17 Hoofdstuk 2: Beschrijving van de opdracht 2.1 INLEIDING De opdracht heeft tot doel om een gebiedsdekkende (VGM gebied, zie figuur 2) set van oppervlaktewatergegevens op te stellen die kan gebruikt worden voor zowel steady-state als tijdsafhankelijke regionale of lokale modelleringen. Een applicatie die op automatische wijze voor een bepaalde regio de juiste drain en river randvoorwaarden selecteert en verwerkt, moet worden ontwikkeld. De opdracht kan in zes fasen opgedeeld worden die samen drie deelopdrachten vormen: Deelopdracht 1: In de eerste fase wordt een concept uitgewerkt waarin wordt beschreven welke (geografische) basisgegevens er voor handen zijn, welke zullen gebruikt worden, hoe met eventuele overlappen tussen dataset wordt omgegaan. De overeenkomstige deeltermijn is 1 kalendermaand Deelopdracht 2: In de tweede fase worden de verschillende basisgegevens geïnventariseerd en eventueel geprocessed. De verschillende basisgegevens en verwerkte gegevens worden in een geodatabase gestockeerd. In een derde fase wordt een gebiedsdekkende geografische basisdataset aangemaakt op basis van de verschillende geïnventariseerde gegevens en eventuele aannames. Voor elke waterloop worden de peilen, conductanties en andere eigenschappen toegekend. Ook wordt telkens bijgehouden wat de herkomst is van de data. Omdat tijdens de tweede fase data moet verzameld worden bij verschillende waterbeheerders wordt de termijn van deelopdracht 2 voldoende ruim genomen en bedraagt deze 3 kalendermaanden. De derde fase kan parallel uitgevoerd worden als fase 2. Deelopdracht 3: In de vierde fase wordt de geografische basisdataset omgezet naar randvoorwaarden op cel niveau (van een MODFLOW model) die in Modflow kunnen ingelezen worden. Deze randvoorwaarden worden voor de volledige geografische dataset over het volledige VGM gebied in een PostgreSQL databank opgeslagen. In de vijfde fase wordt het onderdeel van de Data Manager ontwikkeld dat vanuit de gebiedsdekkende database voor een specifiek model de nodige Modflow randvoorwaarden selecteert (zie figuur 3). In de laatset fase wordt een manier uitgewerkt om twee types van scenario s te kunnen opstellen en opslaan in de database. De deeltermijn van deelopdracht 3 bedraagt twee kalendermaanden. Deelopdracht 1 omvat voornamelijk conceptueel werk. Deelopdracht 2 heeft een belangrijk GIS luik. Deelopdracht 3 houdt het ontwerpen en vullen van een database in en het ontwikkelen van het onderdeel van het modelinstrument dat instaat voor het selecteren en verwerken van de oppervlaktewaterdata tot randvoorwaarden voor een specifiek model. Het ontwikkelen gebeurt in Matlab. 2.2 DEELOPDRACHT Fase 1: Concept VMM - AFDELING OPERATIONEEL WATERBEHEER BESTEK NUMMER L 2010 S 0011 X 17

18 Het concept moet in het plan van aanpak van de offerte in uitgewerkt worden en verder verfijnd in deze fase van de opdracht. De grote lijnen van het concept worden echter in het bestek reeds vastgelegd en worden aan de hand van figuur 4 geïllustreerd. ARCVIEW Scenario dataset Omzetten geodata naar randvoorwaarden op celniveau Opslaan in databank van randvoorwaarden FASE 6 FASE 2 FASE 3 FASE 4 GeoDataset 1 GeoDataset 2 Toekennen peilen (Overlap verwerken) Gebiedsdekkende Geografische basisdataset Omzetten geodata naar randvoorwaarden op celniveau Opslaan in databank van randvoorwaarden PostgreSQL databank met randvoorwaarden en scenario rndvm Dataset 3 Extractie data voor specifiek model of scenario en omzetten naar data geschikt voor MODFLOW drn en/of riv file volgens gekozen opties FASE 5/ FASE 6 Drn dataset Riv dataset MATLAB Figuur 4: Concept van de opdracht. Uit de figuur blijkt dat er een GIS luik en een Matlab luik aan de opdracht is verbonden. Fases 2, 3 en eventueel 4 en (gedeeltelijk) 6 komen voor in het GIS luik. Fase 5 en gedeeltelijk fase 6 komen voor in het Matlab luik. Merk ook op dat de PostgreSQL database zowel interactie heeft met de GIS omgeving als met de Matlab omgeving. In het uiteindelijke concept moet de opdrachthouder duidelijk maken welke taken vanuit de GIS omgeving zulle moeten uitgevoerd worden en welke taken vanuit de Matlab omgeving. Vooral in fase 4 en 6 zal dit van groot belang zijn. In het concept wordt beschreven welke types basisdata er ter beschikking zijn voor de opdrachthouder. Deze worden in fase 2 verzameld. Er wordt ook vermeld welke bewerkingen er zullen op uitgevoerd worden op de verschillende datasets en hoe ze (ten opzichte van elkaar) zullen gebruikt worden. De belangrijkste kenmerken van de basisgegevens worden kort besproken (type bestand bvb. route shapefile, nauwkeurigheid, al dan niet gebiedsdekkend beschikbaar, bevat peilgegevens of ander geometrische kenmerken dan xy, ). Een belangrijk onderscheid dat kan gemaakt worden tussen basisgegevens die peilen (bodempeil, waterpeil) bevatten en deze die enkel de ligging van een waterloop bevatten. Het is de bedoeling van deze opdracht zoveel mogelijk data te verzamelen waarvoor (gesimuleerde) peilgegevens voor handen zijn. In geval van gesimuleerde peilen moet er op gelet worden dat de peilen overeenstemmen met peilen bij basisafvoer. In de offerte moet VMM - AFDELING OPERATIONEEL WATERBEHEER BESTEK NUMMER L 2010 S 0011 X 18

19 duidelijk gemaakt worden met welke waterbeheerders contact zal opgenomen worden om de nodige waterpeilen (al dan niet gesimuleerd) te bekomen tijdens fase 2 van deze opdracht. Voor de waterlopen waar geen peilen gekend zijn moeten peilen toegekend worden aan de waterlopen (fase 3). Hierbij moet er op gelet worden dat de waterpeilen van bron tot monding dalen. Enkel bij kanalen of eventuele pompgemalen is dit niet het geval. In het concept wordt hier voldoende aandacht aan besteed en wordt beschreven op welke wijze de peilen zullen toegekend worden en hoe deze steeds dalend worden gemaakt in stroomafwaartse richting (uitvoering tijdens fase 3 van de opdracht). Naast de opdeling van datasets met en zonder peilen kan ook het onderscheid gemaakt worden tussen datasets die bestaan uit lijnen (bvb VHA, resultaten van oppervlaktewaterkwantiteitsmodellen) en datasets die bestaan uit vlakken (bvb Streetnet Watervlakken, watergangen uit Grootschalig Referentiebestand). De verschillende datasets kunnen overlappen of elkaar aanvullen maar zijn daarom niet steeds consistent met elkaar! Zo kan een aslijn buiten het bijhorende wateroppervlak liggen. Dergelijke situaties moeten op een consistente manier opgevangen worden in fase 3 en/of 5 van de opdracht. Tijdens fase 1 moet de hiërarchie van de verschillende datasets opgesteld worden en moet de interactie tussen de datasets besproken worden. In de toekomst zal de VMM ook tijdsafhankelijke grondwatermodellen opstellen. Het is de bedoeling dat de dataset ook kan gebruikt worden om tijdsafhankelijke rivierrandvoorwaarden uit af te leiden. De opdrachthouder beschrijft in het concept op welke wijze hij de dataset zal verwerken of uitbreiden in fase 3 of 4 zodat deze voldoende gegevens bezit om tijdsafhankelijke rivier of drain randvoorwaarden aan MODFLOW te kunnen doorgeven (fase 5). In het concept moet ook nagegaan worden op welke manier het best met scenario s kan omgegaan worden (fase 6). In het bestek is reeds een aanzet gegeven. Tijdens de verschillende fases moet in iedere geval rekening gehouden worden dat niet enkel de bestaande situatie maar ook scenario s kunnen opgesteld worden. Op het einde van fase 1 en deelopdracht 1 wordt deelrapport 1 ingediend. Het rapport de beschrijving van de verschillende mogelijke datasets, de wijze waarop ze zullen aangewend worden, de methode die zal gebruikt worden om de peilen aan de data te koppelen, de wijze waarop de data transiënt zal gemaakt worden en hoe met scenario s zal omgegaan worden. 2.3 DEELOPDRACHT Fase 2: Inventarisatie basisgegevens In fase twee van deze opdracht worden al de waterloopgegevens geïnventariseerd. Zowel waterlopen met peilen, als waterlopen waarvoor geen peilen gekend zijn, worden in een geodatabase opgeslagen. Voor elke dataset wordt de beheerder (organisatie) en contactpersoon bij de beheerder gerapporteerd en in de geodatabase opgeslagen. Er moet rekening mee gehouden worden dat de periode van transënte modellering kan starten vanaf 1/1/1990. De periode die moet geïnventariseerd worden loopt tot einde In hoofdstuk 3 wordt een opsomming gegeven van de datasets die door de opdrachtgever ter beschikking gesteld zullen worden bij de start van de opdacht met hun belangrijkste kenmerken. Het is de bedoeling dat de opdrachthouder deze dataset verder uitbreid en verwerkt in fase 3. Als bijlage bij dit bestek kan een klein uitreksel uit de verschillende basisbestanden gedownload worden. In het verleden zijn al gegevens geïnventariseerd op basis van oppervlaktewaterkwantiteitsmodellen van VMM. Voor deze gegevens moet gecontroleerd worden of het wel degelijk om peilen bij basisafvoer gaat en niet bij hoogwaterafvoer. Ook de Provincies beschikken over oppervlaktewatermodellen. Deze gegevens werden nog niet geïnventariseerd. De gegevens moeten voor het volledige VGM gebied geïnventariseerd worden. Dit omvat grote delen van Wallonië en Nederland, het volledige Brusselse Gewest en een zeer klein deel van Frankrijk. De begrenzing van het VGM gebied is aangeduid op figuur 7 van het bestek. De belangrijkste datasets zijn: Vlaams Hydrografische Atlas of VHA; Watergangen en grachten uit Grootschalig Referentiebestand of GRB (niet gebiedsdekkend); VMM - AFDELING OPERATIONEEL WATERBEHEER BESTEK NUMMER L 2010 S 0011 X 19

20 Resultaten van OWKM modellen van verschillende waterlopen bij basisafvoer en hoogwaterafvoer (shapefile met aslijnen of dwarsprofiel). Digitaal Hoogtemodel: rasters van 25 m met gemiddeld peil en minimaal peil uit de puntendataset. Drainageset afgeleid uit DHM met ligging en drainagepeil. Top 10 Vector bestand van de waterlopen in het Nederlands deel van VGM gebied (in rijksdriehoekstelsel); Waterlopengrid van het Nationaal Hydrologisch Instrumentarium van Nederland (Rijksdriehoekstelsel) AHN puntendata, AHN 25 m raster met gemiddeld peil (in Rijksdriehoekstelsel) Fase twee resulteert in geodatabase met daarin al de verzamelde basisgegevens die nodig zijn voor de verder verwerking in fase drie. Deze database wordt opgeleverd op het einde van deelopdracht twee. Voor de verschillende geïnventariseerde basisgegevens wordt een beschrijving van de bijhorende data gemaakt in deelrapport 2. Indien tijdens latere fases van de opdracht nog nuttige bijkomende basisgegevens worden ontvangen wordt het deelrapport geactualiseerd Fase 3: Aggregeren van datasets en toekennen van de peilen aan de geografische basisdataset In deze fase worden de geïnventariseerde datasets uit fase 2 verder verwerkt zodat ze een gebiedsdekkende of geaggregeerde geografische basisdataset vormen. Voor elke waterloop worden de peilen en eventuele andere eigenschappen toegekend. Ook wordt telkens bijgehouden wat de herkomst is van de data. Bij het samenvoegen van de verschillende geografische bestanden uit fase 2 zullen er ongetwijfeld overlappen bestaan in de verschillende datasets. Deze overlappen kunnen reeds in de basisdataset verwijderd worden of in fase 5 verwijderd worden. Een combinatie is ook mogelijk. De basisdataset kan uit verschillende (types) bestanden bestaan (bvb een al dan niet overlappende lijnenbestanden, een polygonenbestanden, grid bestanden en tabellen). De hier gekozen werkwijze zal dus een impact hebben op fase 5 van de opdracht waarin ook aandacht moet besteed worden aan de hiërarchie van de verschillende datasets (zie fase 5). In het rapport wordt een schema of stappenplan opgesteld waarin de interacties tussen de verschillende datasets duidelijk gemaakt wordt en hoe deze zullen gecombineerd worden tot een geografische basisdataset. Het moet voor elk element uit de basisdataset duidelijk zijn van waar de ligging is afgeleid en uit welke dataset het peil is afgeleid. Het kan bijvoorbeeld dat de bodempeilen zijn afgeleid uit dwarsprofielen of uit een simulatie maar dat de ligging van de aslijn is gebruikt uit de VHA. Voor alle waterlopen uit de VHA wordt om de 100 m karakteristieke gegevens bijgehouden. Deze gegevens zijn de geometrie (aslijn en indien beschikbaar de polygoon) van de waterloop, de naam (indien gekend), de categorie, het bodempeil, het waterpeil, de K waarde van het slib en de dikte van de sliblaag en de breedte. Daarbij moet er logischerwijs over gewaakt worden dat het waterpeil steeds daalt in stroomafwaartse richting. In geval van sluizen of pompen kunnen peilen eventueel niet dalen. De opdrachtgever heeft reeds een Matlab algoritme ontwikkeld waarin waarden in een reeks een dalend verloop krijgen toegekend. Hierin worden de waarden die toch stijgen ten opzichte van het vorige punt vervangen door waarden die worden bepaald op basis van interpolatie tussen het voorgaande punt en het volgende punt dat een lagere waarde heeft dan het vorige punt. Het algoritme zal worden doorgegeven bij het toekennen van de opdracht en kan een basis zijn om op verder te werken. Een ander mogelijk aandachtspunt is de aanwezigheid van stuwen die op bepaalde waterlopen geplaatst zijn en die een invloed kunnen hebben op de toegekende peilen. Dit is nog niet opgenomen in het algoritme. Naast de VHA die gebiedsdekkend beschikbaar is kan ook gebruik gemaakt worden van de watergangen (oppervlakken) en grachten (lijnen) van het GRB (Grootschalig Referentiebestand). Hoewel het GRB nog niet gebiedsdekkend is bevat het veel meer kleine waterlopen dan de VHA. Zeker voor locale grondwatermodellen is dit dus een belangrijke gegevensbron. Er moet getracht worden ook aan de waterlopen van het GRB waarin geen informatie over de richting van de waterlopen zit een consistent stroomafwaarts peil toe te kennen. In het concept (fase 1) moet hier al de nodige aandacht aan besteed worden. Het toegekende waterpeil is het peil bij basisafvoer. De peilen worden afgeleid uit OWKM resultaten, geïnventariseerde opmetingen, info van de waterbeheerders of uit een hoogtemodel. In deze fase moet ook de dataset uitgebreid worden zodat hij ook bij tijdsafhankelijke grondwatermodellering kan gebruikt worden. Het processen van de verschillende gegevensbronnen, het toekennen van de peilen, het omzetten tot een uniform formaat moet zeer duidelijk omschreven worden en bij automatisatie worden de scripts, routines en VMM - AFDELING OPERATIONEEL WATERBEHEER BESTEK NUMMER L 2010 S 0011 X 20

21 functies opgeleverd en gedocumenteerd. Er wordt een gebruikshandleiding gemaakt waarin de verschillende stappen die nodig zijn om de gegevensset te updaten worden beschreven. Deze updates kunnen bestaan uit resultaten van een nieuw OWKM, een nieuw GRB bestand, een nieuwe versie van de VHA. Het GRB wordt bijvoorbeeld jaarlijks uitgebreid. Het is de bedoeling dat de opdrachtgever de processing van de GRB dataset opnieuw kan uitvoeren op basis van de opgeleverde scripts en tools. Er zal bij de oplevering over gewaakt worden dat dit wel degelijk het geval is. Het is de bedoeling dat de dataset jaarlijks zal uitbreiden. De gekozen werkwijze moet hiermee rekening houden. Het uiteindelijke resultaat van fase 3 vormt een geaggregeerde gebiedsdekkende geografische basisdataset (shapes, rasters, tabellen) die tijdens deelopdracht 3 (fase 4 en 5) wordt omgezet naar een database met daarin de tot celniveau verwerkte data. Bij het opstellen van een grondwatermodel kunnen dan de juiste gegevens uit de database geplukt en verder verwerkt worden. Eventuele scripts voor het toekennen van bijkomende rivierdata aan de verschillende bestanden worden ook opgeleverd en gedocumenteerd. De volledige werkwijze voor het gebiedsdekkend maken van de geografische basisdataset, het eventueel verwerken van eventuele overlappen en het toekennen van de peilen wordt beschreven in deelrapport 2. Verder moet er uitvoerig beschreven worden hoe de basisdataset kan geüpdate worden. Alle scripts en tools die werden ontwikkeld worden gedocumenteerd en opgeleverd. 2.4 DEELOPDRACHT Fase 4: Opstellen gebiedsdekkende databank met MODFLOW rivier en drainage randvoorwaarden Tijdens deze fase wordt de geografische dataset omgezet naar een gebiedsdekkend MODFLOW raster voor gans het VGM gebied met celgrootte 25 m. Elke rastercel wordt gekenmerkt door een celindex (i,j). De geografische data worden versneden volgens dit raster. Voor elke cel waardoor een waterloop loopt, wordt de bijhorende randvoorwaarde bepaald en opgeslagen in een databank. Het gaat om waterpeil, bodempeil en conductantie naast ander kenmerken (bvb voor het transiënt maken van de randvoorwaarden). De databank moet opgesteld worden in PostgreSQL. Alle conductanties worden weggeschreven als conductantiefactoren. Deze worden bepaald op basis van de lengtes of oppervlaktes in de MODFLOW cellen. De segmenten van eenzelfde waterloop in 1 cel moeten gegroepeerd worden tot 1 randvoorwaarde waarbij de conductantiefactoren gesommeerd worden en het peil bepaald wordt als het gewogen gemiddelde van de peilen van de betreffende segmenten en hun conductantiefactoren. De databank moet toelaten om voor elke randvoorwaarde te kunnen achterhalen uit welke geografische component hij is afgeleid zodat de link tussen de database en de geografische dataset bewaard blijft. Zo is het steeds mogelijk om de bron van de verschillende gegevens te achterhalen. Dit is ook van belang bij het opstellen van scenario s (zie fase 6). Bij het ontwerpen van de databank moet er rekening mee gehouden worden dat ook de scenario s in de database moeten opgeslagen kunnen worden en kunnen geselecteerd worden (zie fase 6). Verder moeten de nodige velden voorzien worden om bepaalde types waterlopen zowel als drain of river in MODFLOW in te kunnen voeren. (zie optie 1 fase 5) De VMM beschikt reeds over een performant Matlab script dat peilen interpoleert (uit een lijnenbestand met peilen in de knooppunten, voorgesteld als een x,y,z lijst) en lengtes toekent aan delen van segmenten binnen een cel. Het script wordt ter beschikking gesteld maar moet echter nog uitgebreid worden: De shapefiles uit fase 3 moeten worden ingelezen voor verdere verwerking; De segmenten van eenzelfde waterloop in 1 cel moeten gegroepeerd worden tot 1 randvoorwaarde; Er kan ook gekozen worden om deze bewerking vanuit de GIS omgeving uit te voeren wat zijn voordelen kan hebben bij Fase 6. De verschillende algoritmes of scripts die gebruikt worden om de gegevens te processen tot celniveau moeten gedocumenteerd worden en moeten door de opdrachtgever eenvoudig kunnen worden toegepast wanneer nieuwe of geactualiseerde basisgegevens ter beschikking komen. Een handleiding voor het updaten van de databank moet opgesteld worden. VMM - AFDELING OPERATIONEEL WATERBEHEER BESTEK NUMMER L 2010 S 0011 X 21

22 Fase 4 bestaat dus uit: Het opstellen van een PostgreSQL databank. Het omzetten van de geografische data naar randvoorwaarden op celniveau. Het vullen van de PostgreSQL databank met deze randvoorwaarden. Aan het eind van deelopdracht drie wordt de PostgreSQL databank opgeleverd en is deze opgevuld met de set randvoorwaarden voor het volledige VGM gebied. Daarnaast worden de gedocumenteerde scripts of functies opgeleverd die geodata omzetten naar data op celniveau. Een beschrijving van de databasestructuur wordt opgesteld en een handleiding voor het updaten van de database met nieuwe gegevens uit de geografische basisdataset moet opgeleverd worden Fase 5: Opstellen River en Drain dataset voor de Data Manager van het modelinstrument De uiteindelijke bedoeling is om uit de databank opgesteld in fase 4 voor gelijk waar in het VGM gebied een Modflow river en drain dataset te kunnen aanmaken die nadien door de Modflow Wrapper kan omgezet worden in MODFLOW 2005 bestanden. Een applicatie wordt ontwikkeld die op automatische wijze uit de databank de juiste randvoorwaarden selecteert en hiermee de (tijdsafhankelijke) drain en river dataset opstelt. De applicatie moet in Matlab geprogrammeerd worden. Vanuit Matlab kan met behulp van de Matlab Database Toolbox een connectie gelegd worden met de PostgreSQL databank (via ODBC/JDBC) en kunnen de juiste randvoorwaarden geselecteerd worden en verder geprocessed worden tot river en drain datasets. Er wordt verwacht dat de opdracht wordt uitgevoerd met een licentie van de opdrachtnemer, zowel voor de standaard Matlab ontwikkelomgeving als voor de Database Toolbox. De input voor deze applicatie wordt aangeleverd door de modelleeromgeving van het modelinstrument dat in Matlab is ontwikkeld (zie figuur 3). De te ontwikkelen applicatie zal later worden geïntegreerd in de datamanager (geen deel van de opdracht). De dataflow wordt meer in detail in figuur 5 getoond. Drainage Raster Matlab Modflow Modelleeromgeving Modelgrid (2D) Stressperiods Opties River en Drain Dataset Lokatiespecifieke selecties + opslaan drainage raster (1) (3) (5) (2) (4) Applicatie voor Oppervlaktewaterdata Oppervlaktewaterdata Databank (PostgreSQL) Figuur 5: Dataflow voor de te ontwikkelen applicatie. De input voor de ontwikkelen applicatie zal bestaan uit ((1) en (2) op figuur 5): een afbakening van het (grondwater)modelgebied; de gridcelgrootte van het grondwatermodel (ga uit van een uniform 2D grid); voor transiënte modellen wordt ook de tijdsduur van de simulatie en de lengte van de opeenvolgende stressperiodes (in het grondwatermodel); opties (zie verder); eventueel een boolean raster met aanduiding van drainage (zie hoofdstuk 3.1.5). Op basis van deze input zal de applicatie de juiste gegevens uit de PostgreSQL databank selecteren (3) en het drainageraster uit (2) in de databank wegschrijven. De geselecteerde data (4) zal verder verwerkt worden door de applicatie op basis van de opties uit (1) en een reeks beslissingsregels. De output (5) is twee datasets: een voor de drainage randvoorwaarden en een voor de river randvoorwaarden. Deze datasets worden doorgegeven aan de modelleeromgeving. VMM - AFDELING OPERATIONEEL WATERBEHEER BESTEK NUMMER L 2010 S 0011 X 22

23 De structuur van deze datasets moet zodanig zijn dat ze eenvoudig kunnen omgezet worden naar MODFLOW 2005 *.RIV en *.DRN bestanden (zie MODFLOW 2005 documentatie) door de Modflow Wrapper. Het omzetten van de river en drain datasets tot MODFLOW bestanden behoort niet tot de opdacht. Een aantal opties ((1) op figuur 5) moeten voorzien worden bij het opstellen van de drain en river datasets: 1. Een optie moet bestaan om bepaalde types van waterlopen (bvb op basis van de categorie en/of basis van de databron) als river of als drain weg te schrijven. 2. Een tweede optie is het aanmaken van river en drain files voor tijdsafhankelijke grondwatermodellen. Voor tijdsafhankelijke modellen moeten volgende mogelijkheden voor handen zijn: Drains worden voor alle stressperiodes gelijk gehouden Drains veranderen over de verschillende stressperiodes Rivers worden voor alle stressperiodes gelijk gehouden Rivers veranderen over de verschillende stressperiodes 3. Een derde optie moet voorzien worden voor modellen met een celgrootte van n*25 m (n = natuurlijk getal). In de database worden de randvoorwaarden opgeslagen voor een standaard celgrootte van 25 m. Wanneer een model gemaakt wordt met een grotere celgrootte moeten de randvoorwaarden van eenzelfde waterloop geaggregeerd worden. De conductantiefactoren worden opgeteld. Het peil wordt bepaald volgens 1 van de volgende opties: op basis van gewogen gemiddeld (weging op basis van conductantiefactoren) op basis van rekenkundig gemiddelde op basis van minimumpeil op basis van maximumpeil Bij het opstellen van de datasets moet met een aantal richtlijnen rekening gehouden te worden: Conductanties worden steeds geparameteriseerd wat er op neer komt dat er conductantiefactoren gebruikt worden (zie MODFLOW 2005 documentatie). De conductantiefactoren uit de databank worden steeds gecombineerd met een paramater (zie MODFLOW 2005 documentatie). Het product van de conductantiefactor en de parameterwaarde vormen de conductantie die door MODFLOW gebruikt wordt. Het toekennen van de parameterwaarde zal gebeuren in de modelleeromgeving en is geen deel van de opdracht. Het is wel van groot belang dat voor elke randvoorwaarde die in de datasets terecht komt de oorsprong en het type van de data ook bijgehouden wordt zodat op basis hiervan een parameter kan gedefinieerd worden. Segmenten (of polygonen) die tot eenzelfde waterloop (en zelfde bron en zelfde type zoals hierboven vermeld) behoren en die in eenzelfde MODFLOW cel gelegen zijn worden als 1 randvoorwaarde weggeschreven. Twee segmenten van twee verschillende waterlopen in 1 cel gelegen worden als twee randvoorwaarden weggeschreven. Verder zijn er nog een aantal belangrijke aandachtspunten: Er moet ook aandacht geschonken worden aan de hiërarchie van de verschillende geografische datasets bij het selecteren en verwerken van de juiste randvoorwaarden uit de databank: Bepaalde datasets kunnen overlappen. Bijvoorbeeld kan een waterloop uit een aslijnenbestand in een andere waterloop uitmonden die in een polygoonbestand was opgenomen. In dergelijk situaties wordt prioriteit gegeven aan de randvoorwaarde bepaald met een polygoon aangezien dit normaal een betere weergave is van een waterloop dan een aslijn. Dit wordt geïllustreerd aan de hand van onderstaand voorbeeld (figuur 6). Wanneer de drain of river randvoorwaarde wordt toegekend op basis van de aslijnen zal in de oranje rastercel een peil een en conductantiefactor toegekend worden op basis van de zijloop van de Schelde terwijl in werkelijkheid de volledige cel binnen de Schelde is gelegen (en de aslijn van de Schelde ook niet door de cel gaat). De randvoorwaarde van de polygoon wateroppervlakken moet dus deze van de aslijnen vervangen in dit geval. VMM - AFDELING OPERATIONEEL WATERBEHEER BESTEK NUMMER L 2010 S 0011 X 23

24 Figuur 6: Voorbeeld van overlappende data en hun hiërarchie. Dit is slechts één voorbeeld van mogelijke interacties of relaties tussen de verschillende types bronbestanden. Andere specifieke situaties kunnen bestaan. Bijvoorbeeld een lijgracht naast een grotere rivier. In dat geval is het aangewezen om de twee waterlopen wel toe te staan in eenzelfde cel. Nog een voorbeeld is een aslijn bekomen uit een dataset die buiten het bijhorende polygoon ligt bekomen uit een andere dataset. Er moet duidelijk beschreven worden hoe de toekenning van drain of river randvoorwaarden zal gebeuren als er verschillende randvoorwaarden in een cel kunnen toegekend worden op basis van de verschillende geïnventariseerde datasets zodat de waterlopen op een correcte manier omgezet worden naar de juiste modelcellen. Afhankelijk van de gekozen werkwijze (shape, grid, database gebaseerd) kan dit reeds in fase 3 opgevangen worden. Bij de uitwerking van concept (fase 1) zal dit verduidelijkt moeten worden. Fase 5 omvat dus het opstellen van een Matlab applicatie die een drainage en river randvoorwaarde dataset opstelt op basis van de hierboven vernoemde richtlijnen en de gekozen opties. Aan het eind van deelopdracht 3 wordt een Matlab applicatie (broncode) opgeleverd die voldoende gedocumenteerd is. Daarnaast moet in het rapport ook de verschillende stappen beschreven worden van hoe de datasets worden samengesteld vanuit de database en hoe de structuur is van de randvoorwaarde datatsets Fase 6: Scenario s genereren In Fase 3 werd een basisdataset aangemaakt die verder verwerkt wordt tot een MODFLOW drain en/of river datasets. Eén van de courante toepassingen van een grondwatermodel is de impact van oppervlaktewaterwijzigingen op grondwaterstanden te voorspellen. Daarom moet op een eenvoudige manier een waterloop of een deel van een waterloop kunnen gewijzigd worden. Het kan gaan om een peilverandering maar het kan ook gaan om een wijziging van de geometrie van de waterloop. In de praktijk zullen de peilwijzigingen op twee manieren ter beschikking gesteld worden bij het definiëren van een scenario: 1. Algemene peilwijziging binnen bepaalde regio s: een polygon shapefile met per polygoon een waarde of een tijdsreeks. De waarde en tijdsreeks kunnen de peilwijziging (in m) voorstellen of het nieuwe peil (in mtaw). 2. Een specifieke peilverandering: Hierbij wordt een bepaalde waterloop gewijzigd. Het kan gaan om een peilverandering in de waterloop, maar het kan ook gaan om een verandering in de geometrie en de peilen van de waterloop. VMM - AFDELING OPERATIONEEL WATERBEHEER BESTEK NUMMER L 2010 S 0011 X 24

25 Bij het opstellen van het scenario moeten dus oorspronkelijke data verwijderd worden uit de river of drain dataset die via Fase 5 worden gegenereerd en nieuwe data toegevoegd worden in de dataset die via Fase 6 zijn ontstaan. In de databank wordt dit eveneens bijgehouden zodat een scenario opnieuw kan gegenereerd worden. Ook hiervoor wordt een praktische handleiding opgesteld en opgenomen in de rapportering van deelopdracht 3 waarin beide gevallen beschreven en gedemonstreerd worden. VMM - AFDELING OPERATIONEEL WATERBEHEER BESTEK NUMMER L 2010 S 0011 X 25

26 Hoofdstuk 3: Beschrijving aangeleverde basisgegevens en Software 3.1 Aangeleverde basisgegevens Vlaams Hydrografische Atlas (VHA) In de VHA worden de waterlopen als aslijnen gedigitaliseerd en als vectorbestand ter beschikking gesteld. De aslijnen uit de VHA bestaan ook als route shapefile waarbij de aslijn van bron tot monding uit 1 segment bestaat. De VHA bevat geen peilgegevens Groortschalig Referentiebestand (GRB) Het GRB bevat de unieke grootschalige vectoriële geografische informatie van de kavels, gebouwen, watergebieden, spoorwegen en wegen, klaar voor gebruik in een GIS-software. Er is van elk GRB-terreinobject een vaste set van kenmerken en eigenschappen opgenomen. De watergerelateerde data uit het GRB zijn vervat in de lagen watergang (wtz) en grachten (wgr). Voor een meer gedetailleerde beschrijving van de productspecificaties van deze lagen wordt verwezen naar pagina 45 en 51. Ook de VHA is een onderdeel van het GRB. De watergerelateerde data bevat geen peilgegevens Oppervlaktewaterkwantiteismodelleringen (OWKM) Reeds heel wat resultaten van OWKM werden geïnventariseerd voor de verschillende VGM modellen. Deze inventarisatie is uitgevoerd in 2003 en Dit resulteerde in zeer heterogene datasets die niet steeds duidelijk gedocumenteerd waren. Het is niet steeds duidelijk of de peilen bij basisafvoer zijn geïnventariseerd en de data laat niet toe om er transiënte peilen uit af te leiden. Daarom wordt er besloten de OWKM gegevens opnieuw en op een zo uniform mogelijke manier te inventariseren waarbij er rekening wordt gehouden dat de rivierrandvoorwaarden ook transiënt zullen kunnen opgesteld worden. Op dit moment zijn de OWKM opgeslagen in een Infoworks databank. Ongeveer 4000 km waterloop zijn gemodelleerd in 80 modellen (zie figuur 7). De opdrachthouder zal toegang krijgen tot de Infoworks databank (binnen de kantoren van de VMM!). Hij zal in samenspraak met de verantwoordelijke hydroloog de meest geschikte simulatie van de verschillende OWKM modellen selecteren en zelf de juiste data exporteren uit de Infoworks databank. Een simulatie van alle beschikbare PDM modellen zal uitgevoerd worden voor de periode De resultaten (debieten) zullen op uurbasis geëxporteerd worden. Deze resultaten samen met een polygoon shapefile van de afstromingsgebieden van elk PDM model zal ter beschikking gesteld worden aan de opdrachthouder. Er wordt voorgesteld om uit de resultaten van een specifieke storm uit de periode voor het gekozen gebied/model te exporteren (bvb sep 1998). Deze export bevat ook de minimale flow met de bijhorende minimale peilen. Op basis van eventuele beschikbare limnigraafreeksen, PDM modelresultaten of andere tijdsreeksen kan het peil in functie van de tijd gevarieerd of geinterploleerd worden tussen het geëxporteerde peil bij stormafvoer en bij minimale afvoer. De opdrachtgever kan een alternatieve werkwijze voorstellen in zijn plan van aanpak maar moet er rekening mee houden dat de peilen transiënt moeten kunnen toegekend worden aan het grondwatermodel. VMM - AFDELING OPERATIONEEL WATERBEHEER BESTEK NUMMER L 2010 S 0011 X 26

27 Figuur 7: Beschikbare OWKM data (toestand september 2010) en begrenzing VGM gebied (rood) Digitaal Hoogte Model (DHM) Het DHM met gridresolutie van 25 m wordt voor Vlaanderen ter beschikking gesteld. Dit grid heeft de gemiddelde hoogte van de puntgegevens die ter beschikking zijn binnen de gridcel. Een grid met de minimale hoogte van de punten binnen een gridcel is ook ter beschikking en kan nuttig zijn om peilgegevens aan de waterlopen te koppelen Drainage afgeleid uit het DHM VMM heeft een methode ontwikkeld om op basis van het 5m DHM de positie van grachten te kunnen afleiden. De methode is echter nog niet gebiedsdekkend toegepast en bepaalde parameters moeten aangepast worden in functie van de geomorfologie van het gebied. Het uiteindelijke eindproduct is een raster met 25 m resolutie met de positie van de drainagegrachten. Het bevat geen peilen. De dataset is niet gebiedsdekkend beschikbaar en zal afhankelijk van de ligging van het model al dan niet opgemaakt worden buiten het modelinstrument. De dataset kan beschouwd worden als een aanvulling van de VHA. Als er een GRB ter beschikking is dan geniet het GRB voorkeur ten opzichte van deze dataset. De applicatie (Fase 5) moet er mee rekening houden dat een dergelijke file kan bestaan (zie figuur 5) Datasets uit VGM modelleringen De data die reeds geïnventariseerd werden tijdens het opstellen van de regionale modellen uit het VGM worden ter beschikking gesteld. Het gaat enkel om de data die zijn afgeleid uit OWKM modellen of zijn meegedeeld door waterbeheerders. De vorm en kwaliteit van de data is zeer heterogeen Waterlopen in Nederland uit de 1: topokaart Voor het VGM gebied zijn de waterlopen uit de Nederlandse topografische kaart 1: in rijksdriehoekstelsel ter beschikking als vectorbestand (lijnen). Deze data bevat geen routing en geen peilgegevens Waterlopen datasets uit het Nationaal Hydrologisch Instrumentarium (NHI) van Nederland Deze dataset bestaan uit rasters die kunnen gedownload worden van de website van het NHI ( Meer info over de rasters wordt bij de downloads meegeleverd. VMM - AFDELING OPERATIONEEL WATERBEHEER BESTEK NUMMER L 2010 S 0011 X 27

28 3.1.9 Algemeen Hoogtemodel Nederland (AHN) Het AHN is een de Nederlandse equivalent van het DHM en heeft een resolutie van 25 m. Het stelt de gemiddelde peil voor. Het AHN is beschikbaar in Rijksdriehoekstelsel voor het Nederlandse deel van het VGM gebied. VMM beschikt ook over de puntendataset van AHN. Deze dataset kan enkel onder strikte voorwaarden aangewend worden. 3.2 Software De opdrachtnemer dient zelf alle software aan te schaffen die nodig is om de opdracht uit te voeren. We overlopen: ArcGIS met eventueel Spatial Analyst extentie Matlab (R2008a of meer recente release) en database toolbox (zie voor meer informatie) PostgreSQL (open source databank) met PGadmin interface De dienst Grondwaterbeheer zal volgende gegevens en documenten aanleveren bij aanvang van de opdracht: Matlab functies voor het segmenteren van lijnen volgens een raster VMM - AFDELING OPERATIONEEL WATERBEHEER BESTEK NUMMER L 2010 S 0011 X 28

29 Hoofdstuk 4: Rapportage en vergaderingen Bij de aanvang van de studie en 1 keer per maand wordt een technisch overleg gehouden met de opdrachtgever waar de vorderingen en knelpunten besproken worden. Het verslag hiervan wordt opgemaakt door de dienstverlener en is een last van de aanneming. De kostprijs van de vergaderingen zit vervat in de kostprijs van de verschillende deelopdrachten. Een agenda en alle documenten die op een overleg besproken worden moeten door de dienstverlener minstens twee dagen voor het overleg aan de opdrachtgever worden bezorgd. Voor elke deelopdracht wordt een deelrapport opgesteld. Voor de verwachte inhoud van de rapporten wordt verwezen naar de hoofdstukken 2.2 t.e.m. 2.4: Van elk rapport wordt eerst een ontwerpversie voorgelegd aan de opdrachtgever. In deze tekst worden regelnummers toegevoegd. Op basis van vragen en bemerkingen van de opdrachtgever dient dit ontwerp aangepast te worden. Alle goedgekeurde einddocumenten en bijhorende bestanden zullen, zowel in analoge vorm als in digitale vorm (CD-rom of DVD), in 3-voud door de dienstverlener aan de opdrachtgever geleverd worden. Op het einde van de opdracht worden alle rapporteringen, bestanden, scripts, etc die bij de eindversies van de rapportering van de verschillende deelopdrachten horen, op een overzichtelijke manier gebundeld op 1 digitale drager en in vijfvoud opgeleverd. VMM - AFDELING OPERATIONEEL WATERBEHEER BESTEK NUMMER L 2010 S 0011 X 29

30 Opgemaakt te Brussel op 31/08/2010 door Johan Lermytte Nagekeken door Andy Louwyck Didier D hont Gezien en goedgekeurd door Paul Thomas Afdelingshoofd, Afdeling Operationeel Waterbeheer VMM VMM - AFDELING OPERATIONEEL WATERBEHEER BESTEK NUMMER L 2010 S 0011 X 30

31 Vlaamse Milieumaatschappij afdeling Operationeel Waterbeheer Koning Albert II-laan 20 bus Brussel Ontwikkeling van een instrument voor het automatisch opstellen van tijdsafhankelijke drainage en rivier randvoorwaarden voor MODFLOW Bestek nr. L 2010 S 0011 X OFFERTEFORMULIER De ondergetekende, de venootschap of de ondergetekenden die zich tijdelijk hebben verenigd voor deze opdracht (1) : (Naam, handelsnaam of benaming, rechtsvorm, nationaliteit, zetel) vertegenwoordigd door de ondergetekende(n):... verbindt of verbinden zich op zijn of hun roerende en onroerende goederen tot uitvoering, overeenkomstig de bepalingen en voorwaarden van voornoemd bestek, van de in dit bestek beschreven opdracht met betrekking tot de aanneming van diensten voor het verrichten de grondwatermodellering behorende tot perceel 1 zoals omschreven in het bestek en in bijgaande meetstaat, tegen de som (in cijfers: exclusief B.T.W.): (in letters: exclusief B.T.W.):.... B.T.W. aan 21% =.. TOTAAL (B.T.W. inbegrepen):.. Vak voorbehouden voor de administratie (1) Doorhalen wat niet van toepassing is. VMM - AFDELING OPERATIONEEL WATERBEHEER BESTEK NUMMER L 2010 S 0011 X BIJLAGE A: OFFERTEFORMULIER

32 A. - Inschrijvingen bij de R.S.Z. (nr(s)) : Het attest waaruit blijkt dat de inschrijver voldaan heeft aan de voorschriften inzake bijdragen voor de sociale zekerheid en de bestaanszekerheid is bijgevoegd (enkel voor buitenlandse inschrijvers). - B.T.W. (alleen in België) nr(s): B. De onderaannemers die zullen worden aangewend zijn (met vermelding van hun nationaliteit): C. Het personeel dat zal worden aangewend, heeft als nationaliteit: D. De betalingen zullen geldig gebeuren door overschrijving: - op de postchequerekening nr. : geopend op naam van (2) (4) : - op rekening nr.: van de volgende financiële instelling (3) : geopend op naam van (2) (4) :... E. De (Belgische) inschrijver voegt bij deze offerte een attest (ev. attesten) van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid waarin een stand van de rekening(en) bij deze instelling wordt opgegeven, overeenkomstig art. 90, 3 van het K.B. van 8 januari 1996 (4) (5). F. De (buitenlandse) inschrijver voegt bij deze offerte de bedoelde attesten uit art. 90, 4 van het K.B. van 8 januari 1996 bij (4). G. Bij deze offerte zijn eveneens gevoegd: - de bescheiden, gedateerd en ondertekend, die het bestek verplicht voor te leggen (4) ; - de modellen, monsters en andere inlichtingen, die het bestek verplicht voor te leggen (4) ; Gedaan te :., de.20 De inschrijver(s):.,..,. 2) Juiste benaming van de rekening bij het Bestuur der Postcheques of bij de financiële instelling. (3) Aanduiding van de instelling waar de betalingen moeten worden uitgevoerd. (4) Het onnodige doorhalen. (5) Bedraagt de bijdrageschuld meer dan 2500, dan dient de inschrijver bij zijn offerte alle inlichtingen te voegen betreffende de eventuele schuldvorderingen bedoeld in art van het K.B. van 8 januari VMM - AFDELING OPERATIONEEL WATERBEHEER BESTEK NUMMER L 2010 S 0011 X BIJLAGE A: OFFERTEFORMULIER

33 Bijlage B: INVENTARIS VMM - AFDELING OPERATIONEEL WATERBEHEER Bestek nr. L 2010 S 0011 X BIJLAGE B: INVENTARIS

34 Vlaamse Milieumaatschappij Afdeling Operationeel Waterbeheer Bestek nr. L 2010 S 0011 X - Bijlage B Koning Albert II-laan 20 bus Brussel INVENTARIS L 2010 S 0011 X Ontwikkeling van een instrument voor het automatisch opstellen van tijdsafhankelijke drainage en rivier randvoorwaarden voor MODFLOW Post nr. Omschrijving Prijsbepaling hoeveelheid In cijfers Prijs In letters 1 Fase 1: concept GP NVT 2 Fase 2: Inventarisatie data GP NVT 3 Fase 3: Aggregatie data GP NVT 4 Fase 4: ontwikkelen en vullen databank GP NVT 5 Fase 5: ontwikkelen Matlab applicatie GP NVT 6 Fase 6: ontwikkelen scenario generator GP NVT GP: globale prijs; VH: vermoedelijke hoeveelheid; NVT: niet van toepassing TOTAAL BTW 21% ALGEMEEN TOTAAL (incl. BTW) Opgemaakt te Handtekening: Vak voorbehouden voor de administratie Datum: VMM - AFDELING OPERATIONEEL WATERBEHEER Bestek nr. L 2010 S 0011 X BIJLAGE B: INVENTARIS