Inhoudsopgave. Woord Vooraf 3. Inleiding. Hoofdstuk I: Topografie. Hoofdstuk II: Beleving

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Inhoudsopgave. Woord Vooraf 3. Inleiding. Hoofdstuk I: Topografie. Hoofdstuk II: Beleving"

Transcriptie

1

2 Inhoudsopgave Woord Vooraf 3 Inleiding 1. Probleemstelling 6 2. Verspreiding van vrije tijd Dansen staat niet gelijk aan een dancing Conclusie 17 Hoofdstuk I: Topografie 1.1 Dancings in Gent Kwantiteit van dancings Kwaliteit van de Gentse uitgaansbuurten 22 Kuiperskaai 23 - Casus: dancing Le Perroquet 27 Sint-Amandstraat 36 - Casus: dancing De Sint-Pieterstoren 39 - Casus: dancing Thalia 43 - Casus: dancing Moulin Rouge 51 Meulesteedsesteenweg 52 - Dancing Victoria 56 Andere dancings 58 - Azalea Palace 58 - Cinema Du Parc Architecturaal uitzicht en interieur van dancings Deelconclusie 67 Hoofdstuk II: Beleving 2.1 Gebruik en resultaten mondelinge geschiedenis Sociale controle 73 Ouderlijke controle 73 Chaperonne Omgang met andere sekse Type muziek en dans Mode Deelconclusie 92 1

3 Hoofdstuk III: Houding ten opzichte van dancings Houding van de bevolking Houding van het stadsbestuur 99 Politiereglementen 99 Belastingen Mentaliteit van ideologische zuilen 109 Katholieke zuil 110 Socialistische zuil Deelconclusie 114 Hoofdstuk IV: Algemene Conclusie 117 Bronnen 122 Literatuur 124 Bijlagen - Bijlage I Bijlage II Bijlage III Bijlage IV Bijlage V 140 2

4 Woord Vooraf Dancings in Gent van 1919 tot 1939 leek me van het begin het geknipte onderzoeksonderwerp voor mijn masterscriptie. Mijn fantasie sloeg op hol. Ik stelde me een smeltkroes van jazz, charleston en korte jurkjes en kapsels voor. Dit idee bleek al gauw een mythe. Gent mag dan wel bekend staan als het Manchester van Europa, een tweede London is het zeker niet. Hiermee bedoel ik vooral de voortrekkersrol die steden als London, Parijs en zelfs Brussel vervullen als het gaat om cultuur. Modes, nieuwigheden en trends slaan veel sneller aan binnen de context van een gerenommeerde grootstad dan in een stad als Gent. Gent leeft niet op de scherpte van de snee. De stad was niet voor op de trends, maar volgde na een tijd gedwee mee. Het lijkt erop alsof dit gegeven zich ook weerspiegelt in de gepubliceerde literatuur over het onderwerp. De uitgaanscultuur in London en Parijs is breeduit onderzocht en erg goed gedocumenteerd, terwijl onderzoek in België schaars en versnipperd is. Het uitgaansleven wordt vaak aanzien als een deelaspect maar niet als een primair vertrekpunt om een sociale, politieke en economische context te onderzoeken. De laatste jaren tekent er zich een kentering af en beleeft het onderzoeksveld een herwaardering. We mogen voor Gent het pionierswerk van Guido Deseyn niet vergeten en we moeten zeker ook aandacht besteden aan licentieverhandelingen. Onlangs nog ontving Evelien Jonckheere de Vlaamse Scriptieprijs 2007 voor een eindwerk over Gentse variététheaters 1. Maar er zijn nog meer studenten van wie het werk bijdraagt tot de studie van het Gentse amusementsleven zoals Maarten Bresseleers werk over carnaval 2, Carlo Vuylsteke met zijn scriptie over jazzbeleving 3 of Els Van Leeuwes onderzoek over het uitgaansleven aan de Kuiperskaai 4. De aangroei van literatuur over het uitgaansleven is tevens merkbaar buiten de Gentse stadsgrenzen. Brussel kent al een uitstekende publicatie met de catalogus Nachtraven 5, terwijl Antwerpen vooral onder leiding van Cor Vanistendael 6 interessante resultaten boekte 1 Evelien Jonckheere, Gentse variététheaters van 1880 tot 1914, Gent, onuitgegeven licentiaatverhandeling, 2007, 166p. 2 Maarten Bresseleers, Carnaval en beschaving: sociale verhoudingen in een veranderende stad: Gent , Gent, onuitgegeven licentiaatverhandeling, 1999, 147p. 3 Carlo Vuylsteke, Zwarte Bamboulas en geile zazous: jazz in Gent tijdens de Swingperiode ( ), Gent,, onuitgegeven licentiaatverhandeling, 2000, 137p. 4 Els Van Leeuwe, Het uitgaansleven op de Kuiperskaai: en hoe globale stromingen zich daarin reflecteren, Gent, onuitgegeven licentiaatverhandeling, 1997, 187p. 5 Berger Daniel, Colard Didier en De Reymaeker Michel, e.a., Nachtraven. Het uitgaansleven in Brussel van 1830 tot 1940, Brussel, Gemeentekrediet, 1987, 219p. 6 Cor Vanistendael, Danslexicon: Everything you always wanted to know about dancing but never dared to ask, onuitgegeven inleidende brochure voor het Project Mondelinge Geschiedenis Populaire Dans Antwerpen, 104p. 3

5 inzake dancings en danscultuur. De resultaten van dit laatste onderzoek zijn verwerkt tot de permanente tentoonstelling van het Antwerpse Vleeshuis 7. Hoewel er steeds meer publicaties voorhanden zijn over het Gentse uitgaansleven, blijft het zoeken naar een speld in een hooiberg wanneer het aankomt op dancings. Dancings lijken wel een zwart gat binnen de secundaire literatuur. Dit werd meteen duidelijk toen ik de verhandeling van Els Van Leeuwe raadpleegde. Van Leeuwe wijdt één pagina aan dancings aan de Gentse Kuiperskaai en baseert zich hiervoor op Nachtraven, nota bene een werk over het Brusselse uitgaansleven, omdat dit één van de weinige werken is, die een duidelijk beeld geeft van hoe het er in het Belgische uitgaansleven tijdens het interbellum aan toe ging 8. Hoewel het gros van onze informatie over dancings niet afkomstig is uit secundaire literatuur bleek de raadpleging van deze bronnen waardevol om op vlak van uitgaanscultuur een brede en algemene kijk te ontwikkelen. Ook primaire bronnen zijn verwaarloosd of ontbreken. De bronnensituatie kan verklaard worden door het wispelturige karakter en de trendgevoeligheid in de uitgaanssector. Een grote kopzorg tijdens dit onderzoek bestond uit het opsporen van beeldmateriaal voor de onderzochte periode. Beeldmateriaal rond dancings is niet terug te vinden binnen traditionele archiefinstellingen maar bevindt zich doorgaans in de handen van privéverzamelaars. We zijn bij verschillende Gentse instellingen zoals het MIAT of het Huis Van Alijn gaan aankloppen maar deze konden ons evenmin helpen. De traditionele geschreven bronnen schieten trouwens eveneens tekort. In geen enkel onderzocht dossier werd een foto teruggevonden van het beschreven etablissement. De aangehaalde privé personen opsporen en overtuigen hun beelden ter beschikking te stellen bleek geen sinecure. Uiteindelijk zijn we via de heemkundige kring Oost-Oudburg bij enkele verzamelaars uitgekomen die zo vriendelijk waren ons enkele foto s te laten gebruiken 9. Net als mondelinge getuigenissen zijn deze bronnen van een enorme complementaire waarde gebleken en laten ze ons toe om werkelijk een blik in dancings te werpen. De informatie en de verschillende wegen die we door gebrek aan tijd niet hebben kunnen aanboren wekken het vermoeden dat er nog veel onontgonnen mogelijkheden liggen. Ik hoop dat mijn werk de fundering mag zijn voor latere onderzoeken. Wat ik precies wil onderzoeken en hoe dit allemaal in zijn werk is gegaan, blijkt uit de volgende pagina s, maar 7 (laatst geraadpleegd op 13/05/2008) 8 Els Van Leeuwe, Ibidem., pp Met dank aan André Verbeke en Léon De Temmerman. 4

6 ik hoop in elk geval dat dit werk een beter inzicht biedt van Gent, haar uitgaansleven, haar verborgen geheimen en haar dansende bevolking. Vooraleer we overgaan tot de inleiding wil ik de volgende personen bedanken voor hun bijdrage tot deze scriptie. Ten eerste wil ik graag mijn promotors, Dr. Christophe Verbruggen en Dr. Hans Vandevoorde, bedanken voor hun begeleiding en hun hulp bij het nalezen. Ik ben Prof. Dr. Bruno De Wever en zijn negenendertig studenten uit de tweede bachelor ook dankbaar om met mij samen te werken een project mondelinge geschiedenis. Ik wil de negenendertig respondenten uit verschillende rusthuizen bedanken voor hun medewerking aan dit project mondelinge geschiedenis. Ik wil Cor Vanistendael bedanken voor de hulp, het enthousiasme en het delen van zijn grote kennis en expertise op dit gebied. Ik wil André Verbeke en Léon De Temmerman bedanken voor het uitlenen van hun beeldmateriaal. Ik wil alle mensen bedanken waarmee ik over dit onderwerp interessante gesprekken heb gevoerd zoals Guy Puttevils, André Verbeke, Els Veraverbeke, en anderen. Ten slotte wil ik mijn ouders bedanken voor hun liefde en steun (jestecie kochani). Mijn vriendje Michaël voor zijn optimisme, humor en computervaardigheden en mijn vrienden voor hun luisterend oor en hulp. 5

7 Inleiding 1. Probleemstelling Het onderwerp Dancings in Gent, 1919 tot 1939 lijkt op het eerste gezicht nogal algemeen. De lacune die ik tijdens mijn onderzoek ontdekte, verplichtte me echter om een doorgedreven basisonderzoek te voeren. Wegens de veranderlijkheid in de branche van het uitgaansleven bleek het bovendien geen sinecure om tot een overzicht van het veld te komen. Het amusementsleven is een uiterst gevoelige branche. Niet alleen is ze onderhevig aan modegevoelige tendensen en buitenlandse invloeden, daarnaast wordt ze ook voortdurend bedreigd door nakende faillissementen, brandgevaar en stedelijke of provinciale reglementen. Het imago is belangrijk. Een etablissement verspreidt via allerlei kanalen een bepaalde boodschap, probeert een doelpubliek aan te trekken en een specifieke sfeer uit te stralen. Deze gevoeligheid moet ons doen beseffen hoeveel er binnen een tijdsspanne van twintig jaar allemaal kan veranderen. Het interbellum is als periode niet op te vatten als één geheel. De roaring twenties en thirsty thirties wijzen op veranderingen die grote maatschappelijke gevolgen kennen. Daarom hebben we ons tijdens dit onderzoek op de volgende drie zaken toegespitst. Ten eerste de topografie van de dancings te Gent, want kennis van een locatie is cruciaal. Ten tweede de reconstructie van een doorsnee uitgaansavond. Ten derde de houding ten opzichte van dancings in verschillende maatschappelijke lagen. Ik leg deze etappes verder uit. Het is een absolute prioriteit om mogelijke Gentse dancings op te sporen en te lokaliseren. Bij de aanvang van dit onderzoek hadden we geen enkele aanwijzing in de richting van het aantal dancings te Gent, noch van hun exacte ligging. De topografische ligging van een dancing biedt ons een schat aan informatie over het karakter van het etbalissement. De opsporing verliep volgens verschillende kanalen. Naast secundaire en mondelinge bronnen waren we vooral afhankelijk van archiefbronnen. In het provinciaal archief van Oost-Vlaanderen en in het Gentse stadsarchief zijn we overgegaan tot het systematisch doorzoeken van de Gentse Hinderlijke en Gevaarlijke inrichtingen. In principe was elke eigenaar van een dancing verplicht een aanvraag bij de Hinderlijke Inrichtingen in te dienen omdat er een reëel gevaar op paniekgedrag, (geluids)overlast en brandgevaar bestond 10. Deze aanvragen, voor wat betreft de stad Gent, werden systematisch uitgeplozen. De dossiers hielpen ons aan de naam van de uitbater en aan de exacte locatie van de dancing. 10 Nele Paelinckx, De populaire danscultuur in Antwerpen tijdens het interbellum, Antwerpen, Universiteit Antwerpen, onuitgegeven licentiaatverhandeling, 2007, pp

8 Verschillende dossiers bevatten bovendien klachtenbrieven tegen de komst van een dancing. Evenzo bevatten de dossiers soms architecturale en kadastrale plannen. We hebben tevens een beroep gedaan op de Gentse Wegwijzers in de hoop dat deze ons enkele bijkomende locaties en adressen konden bezorgen. Helaas bleken dancings er niet zijn in opgenomen. De Vliegende Bladen van de Gentse universiteitsbibliotheek houden jammer genoeg op voor de Eerste Wereldoorlog. Er bleef geen tijd meer over voor het doornemen van taxatielijsten, hoewel deze wellicht een schat aan informatie had kunnen bieden, omdat we ondertussen weten hoe strikt belastingen op bals en danspartijen werden geïnd. In tweede instantie ligt de nadruk in deze scriptie ook op beleving. Hoe wordt een avondje dansen ervaren tijdens het interbellum? Hoe verliep zo een avond? Waren er bepaalde codes, omgangsvormen en taboes van kracht? Deze beleving is in geen enkel dossier van de Hinderlijke Inrichtingen te bespeuren. Persoonlijke appreciatie van een dancing is haast onmogelijk te achterhalen via een traditionele archivalische zoektocht. Om toch een breder beeld te ontwikkelen hebben we contact gelegd met het MIAT, het Huis Van Alijn, de heemkundige kring De Oost-Oudburg en de vzw Interbellum onder leiding van Norbert Poulain. Deze pogingen waren met wisselend succes. Onze oplossing kwam in de vorm van levende getuigenissen. Mondelinge bronnen zijn van grote complementaire waarde om de eenzijdige, administratieve invalshoek te doorbreken. Ze vullen leemtes en lossen vragen op waar zwijgende bronnen ons onmogelijk bij kunnen helpen. De tijdsdruk liet ons helaas niet toe om op ons eentje een reeks representatieve interviews af te nemen. Daarom deden we beroep op de expertise van anderen. Door Prof. Dr. Bruno De Wever hebben we de kans gekregen om in het kader van het vak kwalitatieve methodologie een project mondelinge geschiedenis te coördineren 11. Onze taak bestond in het contacteren van rusthuizen en het zoeken van respondenten die ten laatste in 1920 geboren zijn. De negenendertig deelnemende studenten kregen elk een respondent toegewezen. Aan de hand van een reader en een gastcollege van Cor Vanistendael kregen zij de basiskennis over dansen en dancings in het interbellum mee. Uiteindelijk hebben zeven Gentse rusthuizen hun samenwerking verleend en hebben negenendertig studenten uit de tweede bachelor geschiedenis in het kader van dit onderzoek een interview afgenomen. In bijlage I vindt u de lijst van de afgenomen interviews. Om de privacy van onze respondenten te respecteren hebben we enkel hun initialen vermeld 12. We hebben zelf nog een interview afgenomen met de heer Guy Puttevils. Een man 11 De documenten en opnames van het project mondelinge geschiedenis Amusementsleven te Gent voor de Tweede Wereldoorlog zullen overgemaakt worden aan het Huis van Alijn. 12 Zie bijlage I. 7

9 met die een goede kennis bezit over het uitgaansleven in Gent tijdens het interbellum en daarna 13. Tenslotte willen we de houding van verschillende maatschappelijke lagen tegenover dancings onderzoeken. We onderscheiden verschillende niveaus binnen onze gelaagde samenleving. Het eerste niveau situeert zich in de persoonlijke leefwereld van mensen. Hoe kijkt de omgeving, in het bijzonder ouders buurtbewoners, naar een activiteit als dansen en uitgaan? Staan ze afkerig, neutraal of eerder positief ten opzichte van de keuze om te dansen? Ten tweede is de rol van de administratieve besturen waarmee de uitgaande bevolking indirect contact heeft, niet te onderschatten. Aan de hand van Gentse gemeentebladen, belastingen en politiereglementen trachten we de perceptie van het Gentse Stadsbestuur te achterhalen. Welk type beleid ontplooit er zich? Is de houding eerder gemoedelijk of afwijzend jegens dancings? Ten slotte mogen de alomtegenwoordige ideologische zuilen niet achterwege worden gelaten. Hun aanwezigheid tijdens het interbellum is voelbaar en daarom is het ook belangrijk om hun perceptie op dancings te kennen. De indeling van deze scriptie verloopt volgens deze drie aangeduide thema s. Het eerste hoofdstuk beschrijft de resultaten van ons topografisch onderzoek. We delen mee hoeveel dancings we voor Gent op het spoor zijn gekomen en situeren deze op een Gents stadsplan. Deze situering is belangrijk om concentraties te ontdekken en te linken aan de sociaalgeografische situatie. De waarnemingen die we hieruit distilleren helpen ons bij het vormen van een totaalbeeld over de Gentse dancingsituatie. Het is voor ons belangrijk om het karakter van een bepaalde dancing te ontsluieren en zich een beeld te kunnen vormen van een mogelijk publiek. Daarom speelt ook het interieur en uitzicht van dancings een grote rol, die we door middel van foto s en beschrijvingen uit de dossiers Hinderlijke Inrichtingen zullen illustreren. De bevindingen uit het eerste hoofdstuk zijn essentieel om zich in het tweede hoofdstuk een beeld te kunnen vormen van de beleving van een avondje dansen. Hiervoor steunen we hoofdzakelijk op de resultaten van ons project mondelinge geschiedenis. Maar we trekken evengoed vergelijkingen met het onderzoek van Cor Vanistendael voor Antwerpen, die eveneens een grote component mondelinge bronnen heeft geïncorporeerd in zijn studie. We willen een bepaalde danscultuur uittekenen en belichten de omgangsregels die heersen tijdens het uitgaan en het dansen. We concentreren ons op hoe de respondenten aspecten als mode, contact tussen de seksen, chaperonne, muziek, dansen en afspraken van thuis beleven. 13 Privébezit: interview met Guy Puttevils op 19 november

10 Voorts proberen we in het derde hoofdstuk de perceptie van verschillende lagen van de maatschappij op dancings te achterhalen. Hoe banaal een dansbeweging ook mag lijken, deze bewegingen tussen een man en een vrouw laten veel mensen niet onberoerd. Dansen brengt iets teweeg in de gevoelswereld van mensen. Dit gevoel kan zowel negatief als positief zijn. Welke houding neemt de bevolking, het stadsbestuur en de verschillende ideologische zuilen aan ten opzichte van dancings en dansen aan? We zullen zien dat de bestaande spanning tussen de katholieke en de socialistische zuil zich tevens op het vlak van uitgaan en dansen manifesteert. Ten slotte sluiten we af met een conclusie waar we niet enkel een overzichtelijke samenvatting van onze bevindingen, maar ook suggesties voor verder onderzoek willen meegeven. Dit werk tracht in de eerste plaats een impressie te geven van hoe het was om uit te gaan en te gaan dansen tijdens het interbellum in Gent. Vooraleer we de resultaten van het onderzoek uiteenzetten, achten we het essentieel om een blik te werpen op de vrijetijdsbesteding van de Gentse bevolking tijdens het interbellum. Er werd niet enkel gedanst en dus moeten we ons afvragen waaraan de bevolking haar vrije tijd besteedde? Voorts is het essentieel om dansen niet te devalueren tot een dancing, ze zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden maar mogen niet gelijkgeschakeld worden. We willen eveneens een blik werpen op de andere mogelijkheden tot dansen in Gent. Tevens leggen we uit wat wij verstaan onder een dancing. We hopen dat dit werk een boeiend licht kan werpen op Gent, maar nog meer een schijnwerper kan richten op mensen, hun gedrag en hun gedachtegoed. 9

11 2. Verspreiding van vrije tijd Vrije tijd is een basisvoorwaarde om uit te gaan. Men kan dansen en dancings niet bestuderen zonder de toenmalige mechanismen van de vrije tijd bloot te leggen. Het is dan ook interessant om op te merken welke weg we hierin hebben afgelegd. Jan Art definieert vrije tijd als een modern begrip, dat beantwoordt aan bepaalde opvattingen over tijd, arbeid en vrijheid, die buiten een geïndustrialiseerde samenleving naar westers-kapitalistisch model moeilijk voorstelbaar zijn 14. De invloed van de evoluerende sociale wetgeving is van groot belang voor de ontwikkeling van vrije tijd. De inzet van vakbonden, de intrede van een zesdaagse werkweek (1921) en betaald verlof (1936) hebben geleid tot wat Guido Deseyn zo toepasselijk noemt de democratisering van de vrije tijd 15. Een democratisering in de vrije tijdsbeleving staat echter hoegenaamd niet synoniem voor een klassenvervaging. Hoewel het circus, de cinema en het theater toegankelijk worden voor het gros van de bevolking, treedt er nog steeds sociale segregatie op. Aparte ingangen en verschillende toegangsprijzen veroorzaken nog steeds een scheiding tussen de arbeidsklasse, de burgerij en de high society. Zo kent het Nieuwe Cirkus van Gent, gelegen op de hoek van de Lammerstraat en de Sint- Pietersnieuwstraat, twee aparte ingangen. De houders van een goedkoop ticket worden verzocht de ingang aan de Lammerstraat te gebruiken, terwijl de houders van een duurder ticket de ingang gelegen aan de Sint-Pietersnieuwstraat nemen 16. Ditzelfde principe geldt voor cinema en theater. Hoe duurder het ticket, hoe beter de plaats. Maar er bestaan ook subtielere vormen van hiërarchische afbakening. Een etablissement verspreidt een bepaald imago waardoor snel duidelijk wordt welk publiek preferabel is. De zaterdagavond en de zondagnamiddag zijn de geliefkoosde tijdstippen om zich te ontspannen. In tegenstelling tot vandaag ging men in het verleden nooit uit op vrijdagavond. Zaterdag werkte men immers en men moest dus vroeg uit de veren. Naast sport en spel, familie en vrienden is het amusementsleven een populaire optie voor ontspanning. De technologische vernieuwingen op dit vlak brengen voor de Gentse bevolking heel wat mogelijkheden met zich mee. Vrije tijd werd op een heel andere manier beleefd dan de dag 14 Jan Art, Van heilige tijd naar vrije tijd, in: Spiegel Historiael, jg. 18, nr. 11, 1983, pp Guido Deseyn, "Over Cinéma Pathé en Congé Payé De democratisering van de vrije tijd.", in: André Capiteyn, Interbellum in Gent , Gent, Stadsarchief Gent en museum Arnold Vander Haegen, 1995, pp André Capiteyn (red.), 1350 jaar Gent, de Gentenaars en hun amusement, in: Waar is de tijd?, Zwolle, Waanders, 1997, pp Dit verandert alweer in 1923 wanneer de ingang aan de Lammerstraat de hoofdingang en de ingang voor de duurdere tickets wordt. In: Guido Deseyn, De geschiedenis van het amusementsleven te Gent, Uitgave van de Vereniging voor Industriële Archeologie en Textiel, Gent, 1983, s.p. 10

12 van vandaag. De nu alomtegenwoordige televisie doet weliswaar tijdens het interbellum haar intrede, maar zal pas na de Tweede Wereldoorlog doorbreken bij het grote publiek. Zonder televisie waren mensen op andere vormen van vertier aangewezen. Vooraleer we overstappen op dansen en dancings lijkt het ons aangeraden om een overzicht te bieden van al het mogelijke vertier dat Gentenaars tot hun beschikking hebben. Tijdens het interbellum doet de cinema haar intrede en wordt ze werkelijk door iedereen gefrequenteerd. We kunnen gerust stellen dat dit één van de populairste vormen van amusement en vertier is. Cinema kent een enorme expansie en kenmerkt zich door een grote toegankelijkheid. Overal duiken bioscopen op, enkelen staan in ons huidig straatbeeld nog overeind zoals de Capitole (Graaf van Vlaanderenplein), de Rex (Koningin Maria Hendrikaplein) of de Sphinx (Sint-Michielshelling). Maar tijdens de gloriedagen van de film telde Gent tussen de 20 en 25 bioscoopzalen 17. Na de Eerste Wereldoorlog, in 1919, bestonden er in Gent minstens 22 filmzalen. Vanaf 1935, na de stabilisering van de geluidsfilm, was er een spectaculaire groei van het aantal wijkzalen 18. De beroemdste waren Oud Gent (later Century), Théâtre Pathé (later Majestic), Ciné Palace (later Plaza, nu Sfinx), Actual (later Eldorado), Capitole en Rex 19. Tel daar nog eens alle lokalen bij op, zoals parochiale kringen, die in het bezit waren van een filmprojector en het besef komt al gauw dat film een nieuwe meerwaarde is in het vertier van de Gentse bevolking. Volgens Roger De Smul was de snelle groei van het aantal bioscopen wellicht te wijten aan de Wereldtentoonstelling van 1913, waardoor Gent een bevoorrechte positie innam ten opzichte van de rest van België 20. De talrijkste publicaties over het amusementsleven handelen dan ook over film en cinema 21. Ook in de cinema is democratisering niet wat ze lijkt. Hoewel iedereen wel kijkt naar dezelfde voorstelling zijn sommigen gezegend met een betere, lees duurdere, plaats dan andere toeschouwers 22. Niettegenstaande we hierop terugkomen, is het interessant te vermelden dat cinema s ook de doodsteek betekenen voor andere vormen van vertier zoals variététheaters Guido Deseyn, "Over Cinéma Pathé en Congé Payé De democratisering van de vrije tijd., pp Guido Deseyn, Gids voor Oud Gent, Antwerpen, C. De Vries-Brouwers, 2001, pp Guido Deseyn, De geschiedenis van het amusementsleven te Gent, s.p. 20 Thesla Husdine Grasduintje,in: Tijdschrift Heemkundige Werkgroep Destelbergen-Heusden, jg. 14, 4, 1997, pp Voor meer informatie over cinema in Gent: Roger Poelman, Gisteren ging ik naar de cinema, in: Jaarboek van de Heemkundige Kring De Oost-Oudburg, Thesla Husdine Grasduintje, in: Ibidem., pp Evelyne Jonckheere, Ibidem., pp

13 Naast cinema kent men ook andere vormen van vertier zoals opera, theater, circus en andere. De Gentse Opera staat vandaag gekend als de Opera van Vlaanderen 24. Tijdens het interbellum verwijst men hiernaar met de benaming Théâtre Français of Comédie Française 25. De functie van de opera blijft niet beperkt tot het beluisteren en bekijken van beroemde stukken, maar ook bals en andere grote feesten worden in dit gebouw gegeven 26. De pracht en praal maken van de opera een plaats voor de gegoede klasse. Vele Gentenaars genieten graag van een toneelopvoering. In Gent zijn er twee toonaangevende Vlaamse toneelhuizen. We hebben de Koninklijke Nederlandse Schouwburg (KNS) en de Minard, toen gekend voor zijn meer volkse stukken 27. Daarbovenop bestonden er nog tal van kleinere theatergezelschappen zoals de Melomanen (Savaanstraat), de Burgerkring (Holstraat) en het Van Crombrugghe Genootschap (Huidevetterskaai) 28. Tot aan de Tweede Wereldoorlog blijft theater vooralsnog overwegend een aangelegenheid voor de middenklasse. Voor de arbeiders ligt de drempel te hoog 29. De stad Gent is nauw verbonden met circus. Al sinds het einde van de negentiende eeuw strijken rondreizende circusgezelschappen neer op het Sint-Pietersplein 30. Daarbovenop beschikt Gent over een prachtig vast circus. In het hartje van Gent, tussen de Lammerstraat en de Sint-Pietersnieuwstraat, staat een enorm complex te wachten op een nieuwe bestemming. De allure is allang weg, maar ooit was dit één van de grootste vaste circusgebouwen van Europa. Het gebouw biedt plaats aan 3400 personen. Naast een circus doet het ook dienst als manege, film- en variététheater 31. Het Nieuwe Cirkus is internationaal gerenommeerd, er passeren verschillende internationale acts en spectaculaire vernieuwende shows met dito uitverkochte zalen. Het Nieuwe Circus sluit zijn deuren in 1944 en wordt onder Mahy tot een autogarage omgevormd Voor meer informatie over de Opera: Johan Decavele, Lode De Clerq, Pierre Lootens e.a., De Opera van Gent, interieurs, restauratie, Tielt, Lannoo, 1993, 239p. 25 Guido Deseyn, De geschiedenis van het amusementsleven te Gent., s.p. 26 Idem., pp André Capiteyn (red.), 1350 jaar Gent, de Gentenaars en hun amusement, in: Ibidem., pp Guido Deseyn, "Over Cinéma Pathé en Congé Payé De democratisering van de vrije tijd., pp Idem., pp Idem., pp Idem., pp Evelyne Jonckheere, Ibidem., pp

14 . Foto s van het Nieuwe Cirkus gelegen aan de Lammerstraat. 33 Theater, cabaret, variété, cafébezoek, circus, jazz concerten, music-hall, opera, bals, dansen, het kan blijkbaar niet op. Bovendien mag men natuurlijk de éénjaarlijkse gebeurtenissen zoals de Gentse Feesten, carnaval 34, kermissen en foren niet achterwege laten. Deze evenementen zorgen voor heel wat feestgedruis en bals. Maar laten we tevens de subtielere vormen van vrije tijdsbesteding niet vergeten. Uit ons mondeling project blijkt dat er personen zijn die zich totaal niet voor het uitgaansleven interesseerden. Deze personen amuseren zich ook en genieten op een andere manier van hun vrije tijd. Ze bezoeken familie en vrienden, sporten, musiceren bijvoorbeeld bij een fanfare, rusten of werken teveel om uit te kunnen gaan. In de volgende paragraaf onderscheiden we dansen van dancings. Om te kunnen dansen moet je namelijk niet noodzakelijk een dancing frequenteren. 33 Foto s afkomstig van: (laatst geraadpleegd 23/04/2008) 34 Hoewel het carnavalsfeest in het begin van de twintigste eeuw, door toedoen van de socialistische partij, sterk ingeperkt werd bleven de carnavalsbals behouden. Dit bleek een erg populaire vorm van vertier. Zie Maarten Bresseleers, Ibidem., pp

15 3. Dansen staat niet gelijk aan een dancing. Dansen. Wie danst er nu niet? Wie beweegt niet bewust of onbewust op ritme en muziek? Iedereen voert wel bewegingen uit die onder de noemer dansen geplaatst kunnen worden. Daarvoor moeten we geen ingewikkelde danspassen kennen. Maar dansen is natuurlijk zoveel meer dan enkel bewegen. De vlag dekt vele ladingen. Het is de betekenis achter de bewegingen die we willen achterhalen en in deze masterscriptie belichten. Dansen was onderhevig aan regels. Men deed het op een bepaalde plaats waar welomgeschreven omgangsregels golden. Bijna iedereen danst, maar niet iedereen gaat naar een dancing. Vroeger werd heel wat afgedanst; een bal, thé-dansant, een avondje uit. Dansen vormde voor zowel arm en rijk, jong en oud een wekelijks verzetje 35. Alle gelegenheden, zoals eindejaarsfeesten, kermissen, carnaval en zomerfeesten, werden aangegrepen voor het geven van dansfeesten 36. Deze bals werden georganiseerd in feestzalen met een polyvalente functie: wijkzalen, operagebouwen, bestaande dancings, zuilgebonden feestpaleizen. Het geven van bals was dus niet enkel en alleen gebonden aan een bestaande vaste danszaal of dancing. Zowel de arbeiders als de hogere klassen frequenteren bals. Het hiërarchisch onderscheid wordt gemaakt door de locatie of de zaal waar het bal wordt gehouden. Zalen als de opera worden vanzelfsprekend hoger geacht dan een wijkzaal. Danspassen werden niet enkel s avonds maar ook overdag gezet. Tijdens een bezoek aan de bekende salons Fritz in de Veldstraat of Bortolo in de Korte Dagsteeg wordt het drinken van een thee of koffie opgeluisterd door een orkestje 37. Er is een dansvloertje voorzien waar gedanst kan worden. Deze thé-dansants vinden plaats op een zondagnamiddag en worden gefrequenteerd door zowel jonge als oudere leden van de middenklasse 38. Opvallend is dat deze thé-dansants de laatste jaren een stille revival kennen. 35 Guido Deseyn, Gids voor Oud Gent, Ibidem., pp Guido Deseyn, De geschiedenis van het amusementsleven te Gent, s.p. 37 Guido Deseyn, Gids voor Oud Gent, pp Guido Deseyn, Over Cinéma Pathé en Congé Payé De democratisering van de vrije tijd., pp

16 Deze affiche kondigt een hedendaagse versie van een thé-dansant aan. Let vooral op de dag en het uur. Ook hier organiseert men dit op een zondagnamiddag. 39 Een populaire activiteit tijdens het interbellum is het rolschaatsen of de rollerskating en dit vooral bij het meer burgerlijk publiek 40. Gent kent twee bekende hallen waar men het rolschaatsen kan beoefenen. De eerste was de Roller-Skating-Rink gelegen aan de Bagattenstraat. Na het verdwijnen van deze rolschaatszaal werd de draad weer opgepikt met de komst van de Raadskelder onder de Lakenhalle. Vanaf 1920 biedt ook het Coliseum aan de Kuiperskaai onderdak aan de rolschaatsclub White Star 41. De zaal waar het rolschaatsen plaats vindt heeft alle typische kenmerken van een danszaal. Er ligt parket, de vloer is groot genoeg en is omgeven door gaanderijen. Het valt niet uit te sluiten dat er in een rolschaatsbaan ook niet gedanst werd. De vertrouwde thuisomgeving blijkt tevens erg populair om eens te dansen. Veel is er ook niet voor nodig. Een grammofoonspeler of radio en een beetje plaats. Tijdens ons mondeling project laten respondenten veelal verstaan dat ze voor het eerst thuis dansten en het dansen van thuis uit geleerd hebben. In cafés wordt ook occasioneel gedanst. Dit is niet reglementair maar af en toe worden de tafeltjes opzij geschoven en wordt er gedanst 42. Wanneer we op een rijtje zetten waar gedanst kan worden, stellen we vast dat dit zowat overal gebeurde, zolang de gelegenheid zich maar voordeed. 39 Bron affiche: (laatste raadpleging 20/04/2008) 40 Guido Deseyn, Gids voor Oud Gent, pp Guido Deseyn, «Over Cinéma Pathé en Congé Payé De democratisering van de vrije tijd», pp Interview 10: Dejonghe Lisa en respondent C.V. 15

17 Wat maakt een dancing nu precies een dancing? In deze masterscriptie gingen we er in de eerste plaats van uit dat een bepaalde plek een dancing was indien ze deze benaming kreeg van de dienst Hinderlijke Inrichtingen, dit biedt ons al tesamen nog geen uitsluitsel over al haar activiteiten. Dancings zijn net als balzalen, thé-dansants, cafés en thuissituaties afgesloten ruimtes waar een man en een vrouw kunnen dansen. Een dancing verschilt vooral op het vlak van inrichting en openingsuren. We zullen hier niet te diep op ingaan vermits de inrichting in het volgende hoofdstuk uitgebreid wordt behandeld. Maar om even kort te schetsen, een dancing kent een typisch interieur waarbij een dansvloer, bij voorkeur parket, verzonken ligt in de dansvloer. De dansvloer wordt omringd door stoelen en tafeltjes. De zaal wordt omzoomd door middel van een zuilengalerij waar zich bovenaan een balkon kan bevinden. Aan het ene uiteinde van de zaal bevindt zich of een podium of een muziekorgel. Typerend is tevens dat dancings in minder licht baden dan bijvoorbeeld een thé-dansant. Er wordt later gedanst, waarbij alles ook donkerder, obscuurder en minder doorzichtig is. Dancings geven, in tegenstelling tot georganiseerde bals, danspartijen zonder echte reden. Het is niet omdat er een specifiek feest is, of omdat er een bepaalde organisatie iets wil vieren, dat er een danspartij gegeven wordt. Een dancing is een plek waar elke zaterdagavond kan gedanst worden. Dit betekent hoegenaamd niet dat er enkel gedanst werd. Hoewel danspaleizen tussen de twee wereldoorlogen welig tieren zijn ze niet uitsluitend aan dansen gewijd 43. De multifunctionaliteit en hoge trendgevoeligheid binnen deze branche maken het voor ons onmogelijk en hoogst onterecht om binnen de verschillende locaties strakke lijnen te trekken. Doordat dancings vanaf 1900 ontstaan uit uitbreidingen van taveernes, theater, variététheaters is het niet verwonderlijk dat ze zich associëren met cabarets en attracties aan de klanten voorschotelen 44. In Brussel worden zelfs een aantal theaters verbouwd tot danszalen 45.Deze masterscriptie gaat niet dieper in op het cabaretgehalte van een dancing maar wil zich specifiek op de danscultuur richten. 43 Berger Daniel, Colard Didier, De Reymaeker Michel, e.a., Ibidem., pp Els Van Leeuwe, Ibidem., pp. 43. Zie ook: Idem., pp Berger Daniel, Colard Didier, De Reymaeker Michel, e.a., Ibidem., pp

18 4. Conclusie Het groter aanbod aan vrije tijd dat uiteindelijk leidde tot een volledig weekend, heeft de amusementssector enorm gestuwd. Mensen hadden meer tijd om een voorstelling te gaan bekijken, om eens te sporten, om iets te gaan drinken, om eens te gaan dansen, Deze nieuw verworven vrijheid leidt niet noodzakelijk tot meer gelijkheid. Men onderscheidt nog steeds verschillende klassen binnen onze samenleving. Hoewel de verschillen tijdens het doven van de lichten tijdelijk wordt geneutraliseerd, is iedereen er zich wel van bewust op het moment dat ze naar de prijs van het ticket kijken of bedenken welke ingang ze deze keer moeten nemen. Het amusementsleven is zeer breed en een zodanig verwarrende cluster dat de vergelijking met een spinnenweb best kan gemaakt worden. Dancings vormen dan ook maar één draad binnen dit immense web. Een uitgaansbuurt bestaat uit meer dan enkel dancings, maar herbergt ook cafés, variététheaters, cinema s, cabarets en andere gelegenheden. Op al deze plaatsten werd occasioneel gedanst. Binnen deze waaier aan amusementsvormen mag men dansen en dancings niet onder één noemer samenbrengen. We aanvaarden een bepaalde plek als dancing indien deze zo staat ingeschreven binnen de Hinderlijke Inrichtingen. Een dancing is een plek die bekend staat om zijn avondlijke danspartijen zonder reden. Maar die eveneens thé-dansants en andere activiteiten aanbiedt. In het volgende hoofdstuk benadrukken we de locatie, het karakter en interieur van een dancing, wat mogelijks bijkomende feiten aanreikt om het onderscheid tussen dancings en dansmogelijkheden zoals thé-dansants scherper te stellen. 17

19 18

20 Hoofdstuk I: Topografie 1.1 Dancings in Gent Dit hoofdstuk probeert Gentse dancings in kaart te brengen. Dit bedoelen we zowel letterlijk als figuurlijk, door ze op een Gents stadplan te situeren. Vooraleer we zover zijn is het essentieel om te achterhalen hoeveel dancings er in Gent zijn voor de periode Uit de analyse van het verzamelde feitenmateriaal, bleek dat dancings zelden of nooit alleen voorkomen. Veelal groeperen ze zich in één bepaalde straat met verschillende vertakkingen in zijstraten van dezelfde buurt. Deze concentraties vormen heuse, vaak befaamde, uitgaansbuurten. Binnenin de stad Gent zijn we drie concentraties op het spoor gekomen, die we aan de hand van casussen uitgebreid zullen bespreken. Nadat we ons hebben uitgesproken over de kwantiteit lijkt het ons aangeraden om de kwaliteit van de dancings en uitgaansbuurten te beoordelen. De ligging spreekt zich op een subtiele manier uit over de klasse en uitstraling van een etablissement. De omgeving en het uitzicht zijn sterk bepalend voor de perceptie van het publiek. Eerst zullen we de uitgaansbuurten bestuderen om vervolgens over te gaan tot een bespreking van enkele specifieke casussen van dancings waarvan we via de dossiers Hinderlijke Inrichtingen meer informatie verkregen. Om de klasse en standing van een zaak te beoordelen moet men onvermijdelijk ook een blik werpen op de inrichting en het uitzicht van een dancing. We zullen dit illustreren aan de hand van foto s en plannen. Deze karakteristieken die we uit deze gegevens afleiden, stellen ons vervolgens in staat om het profiel van een doelpubliek te reconstrueren. Hoewel we veelvuldig gebruik maken van het begrip klasse, begrijpen we de gevaren die een dergelijk begrip inhouden. We gebruiken de term als een instrument om bepaalde zaken begrijpelijker te kunnen schetsen. We zien klasse als een begrip die handelt over vermeende gedeelde belangen die ten dele bepaald worden door objectieve levensomstandigheden 46. We begrijpen ten volle dat er geen homogene arbeidersklasse of burgerlijke klasse bestaat. Dit is verhelderend, vooral omdat we in het volgend hoofdstuk het publiek laten spreken en aan de hand van ons mondeling project een doorsnee uitgaansavond willen beschrijven (laatst geraadpleegd 27/05/2008) 19

21 Kwantiteit De hamvraag blijft natuurlijk hoeveel dancings Gent tijdens het interbellum telt. Het traceren van mogelijke Gentse dancings bleek één van de grootste uitdagingen binnen dit onderzoek. De secundaire literatuur geeft ons een eerste aanzet over een mogelijk aantal en vermeldt 45 dancings, verspreid over 37 verschillende locaties 47. Hoewel het aantal realistisch klinkt en ongeveer overeenstemt met het aantal cinema s in Gent, krijgen we toch een vermoeden dat er meer dancings moeten zijn. Uit een werk van Guido Deseyn vernemen we dat er in Gent op een gegeven moment zelfs teveel dancings waren en dat de concurrentieslag dermate groot was dat er sluitingen voorkwamen 48. Om onze vermoedens kracht bij te zetten hebben we uiteindelijk systematisch de reeks Hinderlijke Inrichtingen uit het provinciaal archief van Oost-Vlaanderen en het Gentse stadsarchief voor de periode van het interbellum uitgeplozen. Naar de letter van de wet was iedere dancing in principe verplicht om een vergunning aan te vragen, wat normaal gezien betekent dat alle legitieme dancings binnen deze dossiers terug te vinden zijn. Inderdaad, zouden moeten. Dit was echter allesbehalve het geval. De zoektocht verliep in het begin erg moeizaam, dat we ons zelfs gericht hebben op de dossiers van cinema s in de hoop omgevormde dancings te ontdekken. Door eerder onderzoek in Antwerpen was immers duidelijk dat tijdens de besproken periode heel wat oude danszalen tot cinema s werden omgebouwd 49. De typische architecturale vorm van een dancing past zich aanvankelijk moeiteloos aan voor het gebruik van filmprojecties. De cinema werd daarna één van de hoofdoorzaken voor de ondergang van dancings, doordat zoveel uitbaters het lucratiever vonden filmprojecties te vertonen en hun dancing omvormden tot filmzaal. We hebben een dergelijk geval gevonden dat we verderop in dit hoofdstuk zullen belichten. Binnen het fonds van de Hinderlijke Inrichtingen hebben we een document uit 1933 teruggevonden dat een lijst bevat van alle vergunningsaanvragen 50. Alle aanvragen werden systematisch genoteerd met vermelding van de naam van de aanvrager, het adres van het etablissement en de aard van het etablissement. We gaan ervan uit dat alle bestaande dancings die in dat jaar in Gent reglementair actief waren in dit document werden genoteerd. 47 Zie bijlage II: lijst met dancings uit secundaire literatuur. 48 Het was geloof ik, in 1933 dat de eigenaar van de Raadskelder (eigen noot: gelegen in de Bagattenstraat), Georges Vermeulen, een einde maakte aan zijn exploitatie van zijn dancing. Er waren te Gent toen zoveel dancings waardoor deze laatste, die tenslotte vijf man in het orkest had, niet meer rendabel bleek te zijn. In: Guido Deseyn, Over Cinéma Pathé en congé payé de democratisering van de vrije tijd, pp Nele Paelinckx, Ibidem., pp Provinciaal archief Oost-Vlaanderen, Lijst van de inrichtingen in Gent. Betreffende de provinciale belasting op gevaarlijke, ongezonde en hinderlijke bedrijven, dossier: 1/17/6168/1. 20

22 Deze lijst bezorgde ons 163 bijkomende dancings. Tellen we daar de twee dancings bij die we via iconografische bronnen achterhaalden en de 37 dancings van de secundaire bronnen, dan stijgt dit aantal tot een totaal van 204 dancings. Nadat we de dubbele adressen die we al kenden van onze lijst van de secundaire literatuur hebben geëlimineerd, komen we tot een totaal van 199 dancings 52. We kunnen moeilijk vergelijken met onderzoek uit Antwerpen of Brussel. Nele Paelinckx geeft geen echte cijfers vrij over een mogelijk aantal dancings in Antwerpen. Na het handmatig natellen van al haar dancings uit de bijlage komen we tot 372 dansgelegenheden voor de periode en Deze lijst beperkt zich niet tot dancings, maar vermeld elke mogelijke danslocatie voor het interbellum, inclusief thé-dansants en koffiehuizen. Wat Paelinckx wel met zekerheid stelt, is dat het hoogste aantal van zestig danszalen in 1921 pas in 1937 wordt bereikt met zevenenvijftig danszalen 54. Deze getallen staan in schril contrast met de 163 dancings die we voor Gent hebben ontdekt voor één jaar. Dit is zeer zeker een verbazend getal. Hoewel het jaar 1933 zich midden in onze onderzochte periode situeert en een goed beeld geeft van de Gentse uitgaanssituatie, moeten we daar toch enkele vraagtekens bij plaatsen. Enerzijds moeten we ons afvragen in hoeverre dit aantal representatief is, wetende dat we ons in een economisch moeilijke periode bevinden? De beurscrash en de economische crisis zorgen voor een klimaat waar, in de internationale literatuur, graag naar wordt verwezen als naar de thirsty thirties. In hoeverre heeft de crisis een weerslag op dancings en hun publiek? Als de bevolking in het algemeen minder geld heeft, zal ze ook minder uitgaan en dat voelen de uitbaters van dancings uiteraard in hun geldbeugel. Voorts moet men rekening houden met de tanende populariteit en overlevingskansen van dancings tegenover concurrenten zoals de cinema. Het is dus goed mogelijk dat er tijdens de jaren twintig nog Uitreksels Hinderlijke Inrichtingen Provinciaal archief Oost-Vlaanderen, Lijst van de inrichtingen in Gent. Betreffende de provinciale belasting op gevaarlijke, ongezonde en hinderlijke bedrijven, dossier: 1/17/6168/1. 52 Zie bijlage III: alle opgespoorde dancings van Gent. Deze lijst kent 204 dancings omdat er dancings op staan die meerdere keren voorkomen onder een andere naam. 53 Nele Paelinckx, Ibidem., pp Idem., pp

23 meer dancings waren in het Gentse, alleen is dit bij de huidige stand van onze kennis niet te objectiveren. Bovendien hebben we geen goed zicht op de omvang en oppervlakte van dancings in deze periode. Nele Paelinckx stelt in haar scriptie dat tijdens het interbellum de bouw van grote majestueuze danspaleizen vermindert om plaats te maken voor het dansen in kleiner etablissementen zoals cafés 55. Misschien dat er vroeger minder dancings waren maar dat deze groter waren en dus meer volk kunnen onderbrengen? Indien we een tweede lijst Hinderlijke Inrichtingen uit de jaren twintig gevonden hadden dan had dit veel vragen opgelost. Aan het einde van ons archiefonderzoek is een inventaris gemaakt van alle opgespoorde dancings te Gent 56. Deze lijst is alfabetisch gerangschikt op naam van de uitbater. Daar staat het precieze adres van de dancing bij, indien we daarover beschikken tevens de naam van het etablissement. De etablissementen waarvan we de naam bezitten, maar de uitbater niet kennen staan achteraan de lijst alfabetisch gerangschikt Kwaliteit: Locatie en Gentse uitgaansbuurten Teneinde een beter inzicht te ontwikkelen op de ligging van dancings binnen een stedelijke context, hebben we alle dancings aangeduid op een Gents stadplan uit het begin van de twintigste eeuw 57. Dit biedt ons de mogelijkheid om afstand te nemen en dancings in een breder perspectief te analyseren. Dancings staan vaak niet op zichzelf maar groeperen zich tot een bepaalde uitgaansbuurt. Nu de precieze locatie van alle opgespoorde dancings is achterhaald, kunnen we deze gegevens toetsten aan de Gentse topografische realiteit. Door alle dancings voor te stellen met een rode stip op een Gents stadsplan hebben we bepaalde concentraties kunnen achterhalen. In Gent zijn we voor de besproken periode op grosso modo drie uitgaansbuurten gestoten. Elk van deze buurten is op haar eigen specifieke wijze verbonden met de directe omgeving. Elke uitgaansbuurt probeert haar eigen identiteit te creëren en een specifiek publiek aan te trekken. De eerste buurt bevindt zich aan de Kuiperskaai. De tweede centraliseert zich rond de Sint- Amandstraat en de derde heeft als spil de Meulesteedsesteenweg. Afgezien van deze drie uitgaansbuurten merken we tevens kleine concentraties van dancings op rond drukke punten en wegen. We zullen nu elk van deze drie buurten apart bespreken. 55 Idem., pp Zie bijlage III. 57 Zie bijlage IV op bijgevoegd cd-rom: Dancings aangeduid op een Gents stadsplan. 22

24 1) Uitgaansbuurt: Kuiperskaai Deze buurt concentreert zich rond de Kuiperskaai en kent uitlopers tot in de Oude Scheldestraat, de Lange Boomgaardstraat, de Belgradostraat, het Frankrijkplein en het Graaf Van Vlaanderenplein. Vandaag herinnert weinig ons eraan dat dit een bruisende uitgaansbuurt was. Op de plaats van de bekendste variétézaal het Coliseum en de menigte van dancings staat nu een reusachtig shoppingcentrum. De metalen steunbalken van één van de bekendste variététheaters het Coliseum zijn in het Shopping Center Zuid verwerkt als herinnering van deze vergane glorie 59. De Kuiperskaai is met grote voorsprong de meest memorabele uitgaansbuurt van Gent. Niet enkel zijn de meeste publicaties eraan gewijd maar tijdens ons project mondelinge geschiedenis herinneren de respondenten zich het best dat er om en rond de Kuiperskaai een druk bezochte uitgaansbuurt was. Zo vertelt G.V.C. ons dat de Kuiperskaai eerder berucht dan beroemd was in haar tijd 60. En M.V.G. verwoordt het als volgt: De Kuiperskaai had bekendheid voor het losbandig leven 61. Het gros van de secundaire literatuur over Gentse Universiteitsbibliotheek Gent, Kaartenleeszaal, Kaart begin twintigste eeuw, nummer Evelyne Jonckheere, Ibidem., pp Interview 11: Devroe Wouter en respondent G.V.C. 61 Interview 7: De Winter Wim met respondent M.V.G. 23

25 dancings vermeldt bijna altijd de buurt rond de Kuiperskaai. Els Van Leeuwe schreef enkele jaren terug een hele verhandeling over het uitgaansleven in deze buurt 62. De Kuiperskaai staat in de negentiende eeuw als een verpauperde arbeiderswijk bekend, waar het ongezond leven is door de in de buurt gelegen industrie. Toen al staat de buurt bekend om haar vele drankgelegenheden, waar arbeiders hun precaire loon - aan drank vergooiden 63. Hoewel de buurt in het interbellum befaamd is gebleven voor haar uitgaansmogelijkheden heeft ze in de tussentijd een drastische gedaanteverandering ondergaan. Sedert de komst van een treinverbinding met het Zuidstation in 1837 heeft men alles in het werk gesteld om deze buurt tot een residentieel kwartier om te bouwen 64. Dit had als doel om de vlucht van de burgerij naar de Gentse randgemeenten te beletten 65. Vanaf wordt de sanering van de Kuiperskaai met de realisatie van het urbanistisch Zollikoffer-De Vigneplan ernstig ondernomen en worden oude volkshuizen met de grond gelijk gemaakt en door luxueuze burgerwoningen vervangen 66. We bemerken dat de uitgaansgelegenheden gebleven zijn maar het publiek dat deze etablissementen frequenteert drastisch is veranderd. Vanaf de Belle Epoque kan men de Kuiperskaai, zo ook haar etablissementen en bezoekers, als burgerlijk bestempelen. Opmerkelijk is wel dat dit de enige uitgaansbuurt is binnen het Gentse stadscentrum. De andere uitgaansbuurten bevinden zich of aan het Sint-Pietersplein of aan de Gentse haven. Na ons onderzoek kunnen we met grote graad van zekerheid stellen dat dit een burgerlijke uitgaansbuurt is. Zeker als het aankomt op dancings. Guy Puttevils wist ons te vertellen, dat de meid die in het café van zijn ouders diende aan de Sint-Pietersnieuwstraat graag uitging op haar vrije dagen. Maar ze zou nooit zijn uitgegaan aan de Kuiperskaai. Ten eerste omdat het voor haar te duur was en ten tweede omdat ze zich daar waarschijnlijk niet op haar gemak had gevoeld 67. Zo getuigt ook G.V.C. dat deze buurt voor het betere volk was want met kleren die hen niet aanstonden zouden ze je terugzenden 68. Ook I.M. ging niet naar de Kuiperskaai want dat was haar te chique. Volgens haar waren dat grote zalen en daar moest je toch al wat opgekleed zijn om binnen te mogen anders keken ze u buiten 69. Maar volgens Els Van Leeuwe ging er voor de Tweede Wereldoorlog wel minder elitair volk uit in 62 Els Van Leeuwe, Ibidem., 187 p. 63 Els Van Leeuwe, Ibidem., pp Idem, pp. 23 en pp Idem, pp Idem.,pp Privébezit: Interview Guy Puttevils op 19 november Interview 11: Devroe Wouter met respondent G.V.C. 69 Interview 2: Blomme Hans met respondent I.M. 24

26 zaken als de Scala of het Coliseum 70. Er moet aan toegevoegd worden dat deze zaken meestal geen echte dancings waren maar veelal cinema s of variététheaters. Volgens Els Van Leeuwe begon de Kuiperskaai pas vanaf de jaren dertig van de vorige eeuw een echte uitgaansbuurt te worden 71. Deze transformatie zet zich volgens haar langzaam in vanaf de jaren dertig maar kent een explosie na de Tweede Wereldoorlog. Het verdwijnen van het Zuidstation in 1929 betekent een ware aderlating voor de horeca in de buurt. Deze tegenslag houdt een belangrijke wending voor het uitgaansleven aan de Kuiperskaai in. Door het verdwijnen van cafés, restaurants en hotels die voornamelijk van de treinreizigers leven, transformeert de Kuiperskaai zich tot een echte uitgaansbuurt. Van Leeuwe stelt dat de heersende crisis geen echte impact heeft op het amusementsleven aangezien dit een uitgaansbuurt voor de rijke burgerij is, die in vergelijking met de gewone man, minder lijdt onder de crisis 72. In de onderstaande lijst geven we alle dancings weer die we voor de buurt van de Kuiperskaai op het spoor zijn gekomen uit zowel primaire als secundaire bronnen. De etablissementen in het cursief zijn opgespoord door middel van onze lijst van Hinderlijke Inrichtingen uit De dancings die niet in het cursief zijn aangeduid hebben we uit secundaire literatuur. Twaalf van de tweeëntwintig dancings bestaan zeker in Indien deze buurt inderdaad pas vanaf de jaren dertig aan een opmars bezig is, kent ze voor het jaar 1933 toch al een serieus aantal dancings. Zou de mogelijkheid niet bestaan dat de buurt, in tegenstelling tot wat Van Leeuwe beweert, al voor de jaren dertig een reputatie als uitgaansbuurt had? Aan de hand van de opzoekingresultaten stellen we ons tevens vragen rond de invloed van de economische crisis op dancings. Els Van Leeuwe stelt dat de economische crisis geen impact heeft aan het uitgaansleven doordat dit een uitgaansbuurt voor de meer gegoeden is. We hebben geen lijst Hinderlijke inrichtingen uit de jaren twintig gevonden waarmee we kunnen vergelijken. Wat we wel bemerken is dat volkse uitgaansbuurten meer dancings kennen dan de Kuiperskaai. Frappant, zeker wanneer men met het feit rekening houdt dat de economische crisis vooral de gewone man raakte. Indien we puur afgaan op het aantal dancings aan de Kuiperskaai, vergeleken met het aantal dancings in de andere twee buurten, kunnen we niet anders dan de hypothese stellen dat de buurt wel heeft geleden onder de crisis. Deze hypothese laat de oppervlakte van de dancings buiten beschouwing. 70 Els Van Leeuwe, Ibidem., pp Idem., pp Idem., pp

27 Adres en Huisnummer Eigenaar/naam etablissement 1. Belgradostraat 27 Boone J. 2. Boomgaardenstraat 51 De Waele R. 3. Frankrijkplein 3 Van Der Meersch A. 4. Graaf Van Vlaanderenplein 6 De Buyck Jan 5. Graaf Van Vlaanderenplein 15 Kammerer Armand 6. Hippoliet Lippensplaats Zaal Concordia 7. Kuiperskaai 4 Bar Mac (1935) Kuiperskaai 6 De Helder (1918 ook 1932), les Yeux noirs (1937) 9. Kuiperskaai 7 The Royal (1921), Au Moulin Rouge (1931), Coliseum (1932), Scala (1935), Blom W. (1933) Kuiperskaai 8 La Gaité (1931) 75, Tabarin (1933), Le Pengouin (1934) 11. Kuiperskaai 9 Ange Blue (1931) 76, Le Châlet (1932, Tyncke s koffiehuis) 12. Kuiperskaai 11 Au Caveau Jeannot Kuiperskaai Van Damme 14. Kuiperskaai 23 Van Haelen 15. Kuiperskaai 27 Dancing Savigny (Tyncke H.) Kuiperskaai?? De Blauwen Engel 17. Oude Scheldestraat 4 Century (1937) 18. Oude Scheldestraat 5 Arche de Noë (1937) 19. Oude Scheldestraat 8 Au Cobra (1926), La Rivièra 20. Schepenvijverstraat 6 Feys Th. 21. Vlaanderenstraat 31 Le Perroquet (Tyncke A.) Woodrow Wilsonplein 10 Canse 73 Idem., pp Idem., pp Idem., pp Idem., pp Idem., pp Zie bijlage: foto Stadsarchief Gent, Hinderlijke Inrichtingen, Reeks X, dossier Zie ter illustratie ook foto 1. 26

28 Casus: Dancing Le Perroquet Laten we eens een welbepaalde dancing, Le Perroquet in de Vlaanderenstraat nummer 31, van dichterbij bekijken. Guy Puttevils verwijst er tijdens zijn interview naar als een befaamde plek 80. Hij herinnert zich Le Perroquet vooral om de portier mijnheer Mac, een man van Afrikaanse origine, die later Bar Mac zal oprichten aan de Kuiperskaai nummer 4. Ook M.L. herinnert zich levendig het bestaan van deze dancing 81. Op foto 1 krijgen we een eerste blik op dancing Le Perroquet. Dit promotiekaartje deelt ons de naam, het adres en het telefoonnummer van de dancing mee. Spijtig genoeg is de achterkant van het kaartje helemaal vergaan, dit zou vast en zeker essentiële informatie over haar activiteiten bevatten. Foto 1: Promotiekaartje van dancing Le Perroquet aan de Vlaanderenstraat Gelukkig dat het volledige dossier van deze dancing uit de Hinderlijke Inrichtingen is teruggevonden 83. Uit het dossier komen enkele opmerkelijke documenten naar voor. Op foto 3 zien we een brief waarin de uitbaatster, mevrouw Aug. Tyncke, aan de politiecommissaris vraagt haar een toelating te geven om een dancing in te richten. Onder de getypte tekst schrijft Tyncke dat de kamers van het gelijkvloers omgebouwd zullen worden tot één grote danszaal. Op het bijgevoegde architecturaal plan, hier onderaan te zien, merken we inderdaad op dat de danszaal één grote ruimte is Privébezit: Interview Guy Puttevils op 19 november Interview 35: Vanwalleghem Maud en respondent M.L. 82 Privébezit André Verbeke. 83 Stadsarchief Gent, Hinderlijke Inrichtingen, Reeks X, dossier Stadsarchief Gent, Hinderlijke Inrichtingen, Reeks X, dossier

29 Foto 2: Architecturaal plan van dancing Le Perroquet Stadsarchief Gent, Hinderlijke Inrichtingen, Reeks X, dossier

30 Tyncke nodigt de commissaris hierbij uit om te komen zien of de dancing voldoet aan de voorgeschreven voorwaarden die nodig zijn tegen les vibrations et ascillations continuelles. Deze aanvraag gebeurt op 25 oktober Foto 4 toont een fragment van een tekst van 4 november 1930 bestemd voor de politiecommissaris. Dit fragment geeft waardevolle informatie vrij. Ten eerste wordt vermeld dat de dancing bestemd is voor hetzelfde publiek als het Coliseum of de Picadelly. We leren er tevens uit dat de uitbater Tyncke vroeger ook het Coliseum heeft opengehouden. Le Perroquet vraagt dezelfde voorwaarden aan als de twee andere dancings, namelijk om open te blijven tot drie uur s morgens en een orkest van vijf man te laten spelen. We komen niet enkel te weten dat Tyncke al ervaring heeft in de sector maar dat er een dancing is die Picadelly heet. We zijn deze dancing in geen enkele ander document tegengekomen. Spijtig genoeg wordt er hiervan geen adres meegedeeld. Bovendien is het nuttig te weten dat Le Perroquet open blijft tot drie uur s morgens en gebruik maakt van een orkest in plaats van een dansorgel. Volgens Els Van Leeuwe zorgt elke zichzelf respecterende dancing voor een eigen orkest. In zaken van een mindere standing wordt dit door een dansorgel vervangen 86. Het laatste document uit het dossier dateert van 8 april 1931, ondertussen is uit verscheidene stukken duidelijk dat Tyncke een gunstig advies gekregen heeft om dancing Le Perroquet te openen. Maar voordat het zover is, heeft Tyncke eerst een onderzoek commodo en incommodo ondergaan en heeft ze haar dancing aan een reeks aanpassingen moeten onderwerpen. Op foto 5 zien we een fragment van een proces-verbaal van commodo en incommodo. De datum verraadt dat dit onderzoek gestart is op 6 januari Dit onderzoek wordt door buurtbewoners opgemerkt en er volgt een klachtenbrief 87. Mijnheer Dubois wonende aan de Muinkkaai 21, klaagt dat zijn huurders van de Notarisstraat nummer 19 s nachts hinder ondervinden van al het lawaai dat de dancing produceert 88. Bovendien maakt mijnheer Dubois zich zorgen over de mogelijk verminderende waarde van zijn gebouw door de dancing. Dubois sluit met volgende woorden af: "Ce n est pas un emplacement pour ériger un dancing". Het commodo en incommodo dossier toont ons tevens de voorwaarden waar Tyncke aan moet voldoen. De uitgang moet een minimale breedte van 2.15 meter hebben en de zaal mag maximaal 215 personen bevatten. Het aantal toegelaten personen wordt blijkbaar berekend aan de hand van de deurbreedte. De regel één persoon per één centimeter deurbreedte wordt hier in acht genomen. Dit lijkt veel maar G.V.C. deelt ons mee dat Le 86 Els Van Leeuwe, Ibidem., pp Deze brief is te zien op foto De Notarisstraat staat in 1933 bekend als de Rue des Boutiques of Winkelstraat. Informatie afkomstig van het archief van de dienst bevolking van de stad Gent. 29

31 Perroquet een kleine zaal was, zeker vergeleken met andere zalen rond het Citadelpark 89. Ze verwijst er ook naar met de naam De Papegaai in plaats van Le Perroquet. Deuren en uitgangen moeten vrij gehouden worden. Verplaatsbare stoelen en tafels mogen de doorgang niet verhinderen. Er wordt tevens gevraagd de straatdeur open te houden tijdens de uitbating van het etablissement. Een element dat de geluidshinder zeker niet ten goede komt. De uitbater moet eveneens zorgen voor drie hygiënische vertrekken, die hier worden aangeduid met de termen: drie waterplaatsen en drie gemakken. Dat Le Perroquet in de eerste plaats een dancing is, valt niet over twijfelen. De documenten uit het dossier verwijzen klaarblijkelijk elke keer naar Le Perroquet als zijnde een dancing. De uitbater probeert zich zo burgerlijk mogelijk voor te stellen door een Franse naam aan te nemen. Dat is ook te zien op het promotiekaartje waar Le Perroquet zich aanprijst als Le plus gai. Le plus chic!. Maar deze dancing bezit ook andere functies. Ze prijst zich op haar promotiekaartje (foto 1) als een dancing-cabaret aan en biedt de zondagnamiddag thé-dansants aan de jonge bourgeoisie Interview 11: Devroe Wouter met respondent G.V.C. 90 Els Van Leeuwe, Ibidem., pp

32 Foto 3: Brief van op 25 oktober Mevrouw Tyncke vraagt een vergunning voor dancing Le Perroquet aan Stadsarchief Gent, Hinderlijke Inrichtingen, Reeks X, dossier

33 Foto 4: Nota aan de politiecommissaris. Informatie over het orkest en het openingsuur Stadsarchief Gent, Hinderlijke Inrichtingen, Reeks X, dossier

34 Foto 5: 93 Document dat het commodo en incommodo onderzoek van mevrouw Tyncke aankondigt. 93 Stadsarchief Gent, Hinderlijke Inrichtingen, Reeks X, dossier

35 Foto 6: Klachtenbrief van mijnheer Dubois tegen de komst van dancing Le Perroquet Stadsarchief Gent, Hinderlijke Inrichtingen, Reeks X, dossier

36 95 Foto 7: Voorschriften waaraan Le Perroquet moet voldoen. 95 Stadsarchief Gent, Hinderlijke Inrichtingen, Reeks X, dossier

37 2) Uitgaansbuurt: Sint-Amandstraat 96 De tweede concentratie aan dancings bevindt zich in het hartje van de huidige Gentse studentenbuurt. De Sint-Amandstraat was het middelpunt van een uitgaansbuurt met uitlopers in de Rozier, de Blandijnberg, de Sint-Kwintensberg, het Sint-Pietersplein, het Kramersplein en de Kazernenstraat. In tegenstelling tot de Kuiperskaai is deze buurt veel minder het onderwerp van studie binnen de literatuur van het uitgaansleven. Indien ze toch wordt besproken dan is het vanwege het groot circusgebouw dat tot voor de Eerste Wereldoorlog hier gestaan heeft 97. Deze buurt heeft net als de Kuiperskaai tijdens de negentiende eeuw, vanaf 1881 tot 1882, een grondige sanering doorgemaakt 98. Ze stond bekend als het beluikencomplex Batavia dat door arbeiders werd bewoond 99. Hoewel de stad deze buurt heeft willen opwaarderen door de bouw van burgerlijke huizen en universitaire gebouwen heeft ze haar volks karakter niet verloren. Dit weerspiegelt zich in het uitgaansleven van de buurt. 96 Universiteitsbibliotheek Gent, Kaartenleeszaal, Kaart begin twintigste eeuw, nummer Guido Deseyn, De geschiedenis van het amusementsleven, s.p. 98 Guido Deseyn, Gids voor Oud Gent, pp Idem., pp

38 Deze buurt staat net als de Kuiperskaai niet los van haar geografische omkadering. Ze is dan misschien niet verbonden aan een stationsbuurt maar ligt op enkele passen van de Leopoldskazerne waar soldaten verblijven. Het publiek drukt zijn stempel op de standing van de buurt en haar etablissementen. Vele respondenten reageren met een zekere afkeer tegenover soldaten en de dancings die ze frequenteren. I.M. voelde zich niet op haar gemak wanneer ze hier uitging 100. Ze vertelt: Dat was daar waar de soldaten allemaal kwamen. Maar ik wist dat niet hé. Straks zeggen ze nog dat je een soldatenkar bent das mijn slag niet zulle 101! Voorts herinnert J.B. zich dat het vooral soldaten en arbeiders waren die naar deze buurt afzakken 102. De meer bemiddelde mensen tonen zich daar niet. Die gaan liever naar de Azalea Palace aan het Citadelpark 103. Soldaten staan bekend als onruststokers, zo herinnert R.V. zich: Als ze congé hadden gingen ze uit en al die dancings namen ze dan in. En die mannen vechten ook graag ne keer 104. Voorts verklapt mevrouw dat ze bang was daar naartoe te gaan. Ik ben daar niet geweest, echt waar. Ik zou dat misschien wel gedaan hebben, moest ik mijn man niet hebben leren kennen. Ook H.G. vertelt dat deze dancings met een scheef oog werden aanzien en dat de andere bezoekers meestal huispersoneel waren die een dag vrijaf kregen 105. Zo getuigt Guy Puttevils dat hun huismeid in plaats van naar de Kuiperskaai, waar ze zich niet op haar gemak voelde, liever uitging aan de buurt rond de Sint- Amandstraat 106. De onderstaande lijst biedt een overzicht aan van de opgespoorde dancings in deze buurt. In totaal ontdekten we een twintigtal dancings. Deze zijn volledig afkomstig vanuit de lijst Hinderlijke Inrichtingen uit Hiervan hebben we enkele volledige dossiers van kunnen terugvinden. We proberen om een dieper inzicht te bieden in drie dancings, de Sint- Pieterstoren, de Thalia en de Moulin Rouge. 100 Interview 2: Blomme Hans met respondent I.M. 101 Interview 2: Blomme Hans met respondent I.M. 102 Interview 12: Furniere Andy met respondent J.B. 103 De Azalea Palace bevond zich in het Citadelpark. We komen hier later op terug. 104 Interview 1: Bauwens Michal en respondent R.V. 105 Interview 32: Van Hauwermeiren Remco en respondent H.G. 106 Privébezit: Interview met Guy Puttevils op 19 november Uitreksels Hinderlijke inrichtingen Provinciaal archief Oost-Vlaanderen, Lijst van de inrichtingen in Gent. Betreffende de provinciale belasting op gevaarlijke, ongezonde en hinderlijke bedrijven, dossier: 1/17/6168/1. 37

39 Nr. Adres en Huisnummer Eigenaar/naam etablissement 1. Blandijnberg 93 Huys Aug. 2. Kunstlaan 18 Hanssens J. 3. Kazernenstraat 1 Van Bastelaere Karel 4. Kazernenstraat 5 Liefooghe 5. Kazernenstraat 26 Van Hecke J. 6. Kramersplein 11 Steyaert 7. Normaalschoolstraat 26 Bogaert M. 8. Rozier 77 Gits F. 9. Sint-Amandstraat Dancing Moderne (De Stoop L.) 10. Sint-Amandstraat 22 Masschelein 11. Sint-Amandstraat Thalia (Elewaut Albert) 12. Sint-Amandstraat Renaissance (Van Der Steichel Jules) 13. Sint-Amandstraat 36 D Hondt 14. Sint-Amandstraat De Sint-Pieterstoren (W. Servaes-Sleeuwaert) 15. Sint-Amandstraat 86 De Backer G. 16. Sint-Kwintensberg 3 Pee F. 17. Sint-Kwintensberg 17 Van Der Steichel Jozef 18. Sint-Pietersplein 18 Herrebaut H.W. 19. Sint-Pietersplein 27 Van Hore J. 20. Voetweg 48 Van Den Bosch Ch. 108 Zie foto nummer Volledig dossier van teruggevonden: Stadsarchief Gent, Hinderlijke Inrichtingen, Reeks X, dossier Volledig dossier van teruggevonden: Stadsarchief Gent, Hinderlijke Inrichtingen, Reeks X, dossier Volledig dossier van teruggevonden: Stadsarchief Gent, Hinderlijke Inrichtingen, Reeks X, dossier Zie ook foto nummer 8. 38

40 Casus: Dancing De Sint-Pieterstoren Foto 8: Gevel op de rechterkant met balkon op het eerste verdiep is dancing De Sint- Pieterstoren gelegen aan de Sint-Amandstraat Dancing De Sint-Pieterstoren heeft een schat aan informatie achtergelaten. We zijn in staat om deze vergane dancing te reconstrueren door middel van fotografische en archivalische bronnen. Het gebouw aan de rechterkant van de foto met het kleine balkon op de eerste verdieping is nummer 46 van de Sint-Amandstraat. Dit gebouw huisde de dancing De Sint- Pieterstoren en daarvoor was deze dancing gekend als de hippodroom De Drie Sleutels. Het gebouw aan de linkerkant van de foto was café Schoonzicht. Beide gebouwen zijn gesloopt en huizen een nu studentenhome. 112 Copyright Léon De Temmerman. 39

41 De documenten uit het dossier leren ons dat Philemon Servaes en Eveline Sleeuwaert op 12 juli 1929 een aanvraag indienen om hun dancing verder open te houden 113. Uit hun brief vernemen we dat Servaes De Sint-Pieterstoren al acht jaar openhoudt maar dat de dancing eigenlijk al tweeëntwintig jaar bestaat. We vermoeden zelfs dat De Sint-Pieterstoren langer dan tweeëntwintig jaar bestaat. In 1898 wordt door architect Van Hoecke-Dessel in de Sint-Amandstraat een café- en cabaretzaal genaamd De Sint-Pieterstoren opgetrokken met een merkwaardige kwaliteitsvolle art nouveaugevel 114. Tevens vinden we De Sint- Pieterstoren in onze lijst van de Hinderlijke inrichtingen van 1933 onder dezelfde uitbaters, Servaes en Sleeuwaert, terug. Dit betekent dat deze dancing minstens veertien jaar heeft bestaan. Hierbij benadrukken we het woord minstens want het gaat hier om een vernieuwing van de vergunning en niet om een geheel nieuwe aanvraag. Op onderstaande affiche maken we een verrassende ontdekking. Uit een naoorlogse aankondiging van een galabal blijkt dat men nog steeds verwijst naar dit gebouw als de vroegere Torekens 115. Om geen verwarring te zaaien vermeldt de eigenaar voor alle zekerheid de nieuwe naam The Swing Palace. We leiden hieruit af dat een dancing een zekere faam kan bereiken waardoor diens naam blijft plakken. Bovendien leren we dat de dancing De Sint-Pieterstoren in de volksmond de Torekens heet. Tijdens mijn gesprek met André Verbeke en het interview met J.B. wordt naar deze dancing steeds verwezen met de benaming de Torekens 116. Deze dancing moet een tijdlang bestaan hebben en een bepaalde naam en reputatie hebben opgebouwd. Foto 9: Aankondiging van een galabal op 12 januari 1946 op de locatie van de vroegere De Sint- Pieterstoren ook wel gekend als de Torekens Stadsarchief Gent, Hinderlijke Inrichtingen, Reeks X, dossier Zie tevens foto Guido Deseyn, Gids voor Oud Gent, pp Zie foto Interview 12: Furniere Andy met respondent J.B. 117 Affiche van de Swing Palace uit Privébezit van André Verbeke. 40

42 Foto 10: Fragment uit de aanvraag van Servaes en Sleeuwaert om De Sint- Pieterstoren te blijven openhouden. 118 Het dossier bezorgt ons tevens een architecturaal plan waardoor we de binnenkant van de dancing kunnen bestuderen 119. Op het onderstaand architecturaal plan is te zien hoe men, zonder het café te betreden, de danszaal door middel van een gang kan bereiken. Er waren dus twee ingangen aan de dancing. Een grote dubbele deur en een kleine deur daar rechts van. Dit is mooi te zien aan de gevel van de dancing (foto 7). De zaal heeft een oppervlakte van 170 m² en een hoogte die varieert tussen de 4.35 en 6.50 meter. Deze zaal is allesbehalve bescheiden en beschikt over een grote oppervlakte om bals te geven. We hebben zeker niet te maken met een achterkamertje. De zaal wordt betreden door middel van een trap. De dancing wordt gescheiden van het café door middel van een koertje. Dit is erg kenmerkend voor een dancing in die tijd. Alcohol en drank wordt niet geserveerd in de dancing maar besteld aan de bar van het café. 118 Stadsarchief Gent, Hinderlijke Inrichtingen, Reeks X, dossier Stadsarchief Gent, Hinderlijke Inrichtingen, Reeks X, dossier Zie foto

43 Foto 11: Architecturaal plan van dancing De Sint- Pieterstoren Stadsarchief Gent, Hinderlijke Inrichtingen, Reeks X, dossier

44 Casus: Thalia Foto 12: Briefhoofd van een brief van de algemene stedenbouwdienst van de Stad Gent die gericht is aan danszaal Thalia. 121 De Thalia is zonder meer de grootste en bekendste dancing uit de Sint-Amandstraat. De Thalia is berucht om haar volkse uitstraling en soldatenbevolking. Enkele cruciale getuigenissen kunnen dit bevestigen. Mevrouw G.M. vertelt dat er veel soldaten waren in de Thalia maar dat ze dat graag had zolang ze op afstand bleven en niet te geweldig waren of t was gedaan 122. Voorts bestempelt ze de Thalia als een plek voor het gewone volk. Ze ging niet graag naar de Azalea Palace aan het Citadelpark, omdat de mensen boven ons hoofd keken en dat is niets voor mij. I.P. bevestigt ons dat er een orgel in de Thalia staat en dat er rondom de gladde dansvloer tafels en stoelen staan 123. Het orgel moet erg imposant geweest zijn aangezien het bijna zo groot als de muur is, die zo een 4.50 meter hoog is. De aanwezigheid van een orgel is strijdig met de informatie uit het dossier van de Hinderlijke Inrichtingen 124. Daaruit leren we dat de Thalia een jazzorkest had. Natuurlijk is het altijd mogelijk dat de Thalia zowel van een dansorgel als van een orkest gebruik maakte. We hebben geen enkele bevestiging dat dit het geval is voor de Thalia, maar uit onderstaande foto blijkt dat dergelijke praktijken mogelijk en gangbaar zijn. 121 Stadsarchief Gent, Hinderlijke Inrichtingen, Reeks X, dossier Interview 14: Goeminne Koen met respondent G.M. 123 Interview 6: De Boeck Gijs met respondent I.P. 124 Stadsarchief Gent, Hinderlijke Inrichtingen, Reeks X, dossier

45 125 Foto 13: Foto van een Antwerpse dancing waarbij men een orkest en dansorgel combineert. De twee vrouwen links en rechts zijn standbeelden die deel uitmaken van het orgel. Op 13 juli 1929 vraagt mijnheer Albert Elewaut, handelaar in limonade, de toestemming om in de Sint-Amandstraat 30 een dancing in te richten 126. Op deze plaats huisde tot twee jaar terug een limonadefabriek die volledig is afgebrand. De vraag van Elewaut gaat niet onopgemerkt voorbij. Er rijzen verschillende klachten van omwonenden. Het opmerkelijkste protest komt van mijnheer Jules Van Der Steichel. Op 20 juni 1929 verklaart Van Der Steichel, wonende in de Sint-Amandstraat 32-34, met andere buurtbewoners gepraat te hebben en zich samen te verzetten tegen de komst van deze danszaal. Het zou een groot ongemak veroorzaken door de geluidsoverlast en risico op brand en paniek 127. Bovendien leeft de schrik dat hun eigendommen zullen devalueren en hun kamers niet meer verhuurd zullen worden. Men zou Van Der Steichel kunnen beschuldigen van huichelarij want op Privébezit van Björn Isebaert. 126 Stadsarchief Gent, Hinderlijke Inrichtingen, Reeks X, dossier Stadsarchief Gent, Hinderlijke Inrichtingen, Reeks X, dossier

46 juli 1929 vraagt hij aan de stad Gent om de vergunning van zijn dancing Renaissance te vernieuwen 128. De politiecommissaris van de wijk stelt in een communiqué dat Van Der Steichel concurrentie van de Thalia vreest. Men kan zich afvragen in hoeverre dit geen sabotagetruck is, omdat dancing Renaissance paalt aan de Thalia. Dancinguitbaters schrikken er blijkbaar niet voor terug elkaar stokken in de wielen te steken. Dit zou kunnen wijzen op sterke concurrentieslag tussen de dancings in de buurt. Er volgt nog een tweede klachtenbrief die ondertekend is door zes verschillende omwonenden: mijnheer Adolf Bonne van de Korte Kazernenstraat 11, Van Maercke van Korte Kazernenstraat 21, mijnheer Constant Janssens van de Lange Kazernenstraat 5, Van Butsel van de Lange Kazernenstraat 1, De Boos Korte Kazernenstraat 9 en Van Weesemael van de Lange Kazernenstraat Ze verzetten zich tegen de komst van de danszaal omdat er reeds in dezelfde straat geen danszalen te kort zijn. Ze vervolgen door te stellen: [het] helsch lawaai bij nachte laat ons niet meer toe de goede rust te nemen waarvoor wij zulke behoefte hebben daar wij meesters deels werklieden zijn die rust en nog meer vrede vergen. Niet alleen hebben wij met dit onaangenaam muziek af te rekenen maar nog meer de vechtpartijen die eruit spruiten en die gansch eene gebuurte in rep en roer stellen. Een andere klachtenbrief stelt het als volgt voor: "Nous soussignons et habitons dans le voisinage de Monsieur Ellewaut, Rue Sint-Amand 30, qui a actuellement ouvert une salle de danse avec une musique formidable le jas bande (un bruit du diable)" 130. De schrijver van de brief vervolgt door te stellen dat hij geen oog dicht kan doen en het zich niet kan permitteren om net als mijnheer Elewaut om elf à twaalf uur op te staan. Deze brief is eveneens ondertekend door de bovenstaande mijnheer Bonne, Van Marcke, Van Butsel, De Boos en Janssens maar kent nieuwe ondertekenaars als mevrouw Alice Bonne en mevrouw Bertha De Pril, beiden wonende in de Korte Kazernenstraat 13. Op onderstaand kadastraal plan (foto 14) zien we goed de inplanting van dancing Thalia ten opzichte van de aanpalende huizen. We krijgen eveneens een beeld van de grootte van de Thalia. 128 Stadsarchief Gent, Reeks X, Hinderlijke Inrichtingen dossier De Korte en de Lange Kazernenstraat zijn tegenwoordig samengesmolten in de Kazernenstraat. 130 Stadsarchief Gent, Hinderlijke Inrichtingen, Reeks X, dossier

47 Foto 14: Het kadastraal plan geeft een idee van de situatie waarin de omwonenden van de Thalia zich bevinden. 131 Uiteindelijk heeft het allemaal niet mogen baten en is de toestemming voor dancing Thalia er gekomen, omdat alles conform was met de voorschriften en men gewoonweg niet kon weigeren. De stad Gent schrijft aan de omwonenden dat ze onmogelijk kunnen tussen komen. In interne communiqués wordt vermeld dat indien men iets tegen deze dancing willen beginnen men direct alle andere dancings van de Sint-Amandstraat moet aanpakken. Het lawaai en de overlast zijn immers niet afkomstig van enkel en alleen de Thalia. We weten niet tot wanneer de Thalia bestaan heeft maar in 1933 bestond deze dancing zeker en vast, aangezien ze is opgenomen in de lijst Hinderlijke Inrichtingen van Stadsarchief Gent, Hinderlijke Inrichtingen, Reeks X, dossier

48 Zelfs na het onderzoek commodo en incommodo blijven de klachten regenen. Op 20 november 1929 ontvangt een ingenieur van de algemene stedenbouwdienst van Gent een brief waarin staat dat de toestand voor de buurtbewoners niet meer houdbaar is. De Thalia geeft vier keer per week een dansavond op respectievelijk maandag-, donderdag-, zaterdag- en zondagavond en dit tot middernacht met toelating van de politie. De schrijver van de brief denkt dat bijzondere maatregelen niets zouden verhelpen aangezien men zich in een buurt met vier regelmatig toegestane danszalen en een vijftien à twintig koffiehuizen met elektrisch orgel of jas band bevindt. De enige oplossing volgens de briefschrijver is om naar het gerecht te stappen zoals in Brussel waar een drietal weken geleden in een gelijkaardige zaak een gunstige vonnis is geveld. Het dossier leert ons ook hoe de danszaal er vanbinnen uitzag. We vernemen dat de danszaal een oppervlakte van 135 m² heeft. Er bevindt zich rond de zaal een galerij van in totaal 66,95m² die toegankelijk is door een trap van één meter breed. Samen zijn dit een kleine 200m². Uit het onderzoek van de expert leren we ook dat de danszaal uitgeeft op een koer met een dubbele deur van 2.80 meter en dat een open gang en een poortgang leiden naar de straat. De zaal heeft een capaciteit van ongeveerd tweehonderd personen. De expert vindt het getal tweehonderd zelf erg veel en meent dat dit enkel te bereiken is bij zomerse feestgelegenheden. Hieronder zien we gedetailleerd de voorgevel en dwarsdoorsnede van de Thalia Stadsarchief Gent, Hinderlijke Inrichtingen, Reeks X, dossier

49 Foto 15: Architecturaal plan van de voorgevel van de Thalia Stadsarchief Gent, Hinderlijke Inrichtingen, Reeks X, dossier

50 Foto 16: Architecturaal plan van de dwarsdoorsnede van de Thalia. 134 Onderstaande foto toont een ware ruïne. De Thalia is anno 2008 volledig gesloopt maar gelukkig heeft Cor Vanistendael een laatste foto kunnen nemen 135. Op de foto herkennen we duidelijk het architecturaal plan op foto 14. Dit dak heeft tevens veel weg met van het dak van dancing De Sint-Pieterstoren die op het architecturaal plan zijdelings staat uitgetekend 136. Bovendien heeft Cor Vanistendael een laatste restant gevonden die het bestaan van de Thalia bevestigd: een aankondiging dat bals op zon- en feestdagen plaatsvinden en dit vanaf vier uur Stadsarchief Gent, Hinderlijke Inrichtingen, Reeks X, dossier Zie foto Zie foto Zie foto

51 Foto 17: De foto toont de al gesloopte overblijfselen van de Thalia. 138 Foto 18: Uithangbord van de Thalia Copyright Cor Vanistendael. 139 Copyright Cor Vanistendael. Uithangbord Thalia. 50

52 Casus: Moulin Rouge De Moulin Rouge is een vergeten dancing in de Sint-Amandstraat. Zonder behulp van beeldmateriaal en mondelinge getuigenissen zouden we ons deze dancing niet meer herinneren. Dit is ons bevestigd door André Verbeke, Léon De Temmerman en in een interview met J.B. 140, die zich herinnert dat er zich ergens aan het Sint-Pietersplein, de dancing Moulin Rouge bevindt. In het gebouw aan de linkerkant van de foto huisde tijdens het interbellum de dancing Moulin Rouge. Men betrad de dancing via de dubbele trap. Boven de deur ging een molentje die duidelijk de naam van het etablissement weerspiegelt. Het gebouw op de hoek, rechts van de dancing, heette vroeger Café Kortrijk. Foto 19: In het huis links op de foto bevond zich dancing Moulin Rouge Interview 12: Furniere Andy en respondent J.B. 141 Copyright Léon De Temmerman. 51

53 3) Uitgaansbuurt: Meulesteedsesteenweg Universiteitsbibliotheek Gent, Kaartenleeszaal, Kaart begin twintigste eeuw, nummer

54 Het ontdekken van een uitgaansbuurt rondom de Meulesteedsesteenweg met uitlopers tot aan het Neuseplein, de New Orleansstraat, de Achtermuide, de Vorkstraat, de Manchesterstraat, de Londonstraat en de New Yorkstraat is een verrassing. Tijdens het doornemen van de secundaire literatuur wordt haast met geen woord gerept over een uitgaansbuurt aan de Meulesteedsesteenweg. Misschien komt dit doordat we systematisch algemene literatuur over het amusementsleven en niet over de Gentse haven hebben doorgenomen. De grootste concentratie aan dancings bevindt zich in dit gedeelte van de stad. We hebben binnen de reeks Hinderlijke Inrichtingen geen enkel volledig dossier kunnen terugvinden over één bepaalde specifieke dancing. Alle verzamelde informatie is afkomstig uit onze lijst Hinderlijke Inrichtingen van 1933, een enkele mondelinge getuigenis, secundaire literatuur en beeldmateriaal. De dancings in onderstaande tabel komen volledig uit onze lijst uit Dit zijn er meer dan onze twee bovenste lijsten voor de Kuiperskaai en de Sint-Amandstraat samen. Dit is opmerkelijk zeker als je bedenkt dat we ons in een economische crisis bevinden. Misschien dat het groot aantal dancings te verklaren is door een positieve correlatie die ontstaat uit deze crisis? Mogelijk blijven dancings bestaan omdat men een escapistisch drang voelt om aan deze crisis te ontsnappen. Het heeft ons moeite gekost om de juiste straatnamen van de dancings op te sporen. Vele straten zijn in de loop van de tijd hernoemd of zijn gewoonweg verdwenen door saneringen. Dankzij het archief van de Gentse bevolkingsdienst hebben we de huidige straatnamen kunnen vinden 143. Dit heeft ons in staat gesteld de dancings op een Gents stadsplan te situeren en ze in een tabel te gieten. De in onbruik geraakte straatnamen staan in de tabel tussen haakjes. 143 De verdwenen straatnamen zijn niet opgenomen in ons straatplan. Zie bijlage IV. 53

55 Nr. Naam uitbater Straatnaam en nummer 1. Bauwens Terdonckstraat 2 (bestaat niet meer) 2. Beys J. Blaisantvest 21 (vroeger Plezantevest) 3. Borst Léon Marmerstraat 1 (bestaat niet meer) 4. Buysse Maurice Vliegtuiglaan 74 (vroeger Aeroplaanlaan) 5. Calis Vliegtuiglaan 80 (vroeger Aeroplaanlaan) 6. Canse Meerhem 107 (vroeger Groot Meerhem) 7. Chalmet Kuhlmanlaan 2 (vroeger Kuhlmandreef) 8. Coone Meulesteedsesteenweg De Clerck A. Vorkstraat De Coninck P. Voormuide 15 (vroeger Nieuwe Saspoortstraat) 11. De Leye A. Port Arthurlaan De Marteleire K. Kuhlmanlaan 5 (vroeger Kuhlmandreef) 13. De Meyer G. Sassekaai De Poorter Henri Vorkstraat De Smedt L. Meulesteedsesteenweg D Haenens F. Vliegtuiglaan 82 (vroeger Aeroplaanlaan) 17. D Hoedt Pantserschipstraat Doll R. Meulesteedsesteenweg Geernaert C. Londonstraat Geers Guillaume Kuhlmanlaan 1 (vroeger Kuhlmandreef) 21. Haegeman P. Van Der Goesstraat Lenssens Isidoor Nieuwe Vaart 6 (vroeger Nijverheidslaan) 23. Laurent Genootschap Meulesteedsesteenweg Martens Betonstraat 1 (bestaat niet meer) 25. Matthys J. Meulesteedsesteenweg Messem L Neuseplein 3 (vroeger Nijverheidsplaats) 27. Michel Vliegtuiglaan 52 (Aeroplaanlaan) 28. Mussche V. Langerbruggestraat Muythoudt F. Neuseplein 1 (vroeger Nijverheidplaats) 54

56 30. Raes F. Pantserschipstraat Schauvliege J. Terdonckstraat 4 (bestaat niet meer) 32. Schoonejans Oscar Port Arthurlaan Standaert Cl. Manchesterstraat Standaert J. Manchesterstraat Sundermann Anna Vliegtuiglaan 70 (Aeroplaanlaan) 36. Suy A. Port Arthurlaan Van Belleghem M. Meulesteedsesteenweg Van Den Abeele Neuseplein 39 (vroeger Nijverheidsplaats) 39. Van Den Berghe Meulesteedsesteenweg Van Den Broucke M. Achtermuide Van Hecke J. Meulesteedsesteenweg Van Hoeck Port Arthurlaan Verdonck R. Port Arthurlaan Vereecken R. Langerbruggestraat Vermast Elodie Marmerstraat 8 (bestaat niet meer) 46. Vermeulen C. Port Arthurlaan Vernest F. Meulesteedsesteenweg Versluys Henri Terdonckstraat 10 (bestaat niet meer) 49. Verstraete F. Meulesteedsesteenweg Vleminckse E. Neuseplein 11 (vroeger Nijverheidplaats) 51. Wauters A. Port Arthurlaan Zaal Victoria 144 (tot 1926) Nieuwland 10 Uit onze mondelinge getuigenissen hebben we één persoon M.V.G., die vermelding maakt van plaatsen aan de haven waar mensen uit de lagere klasse uitgingen 145. M.V.G. vertelt ons dat zeelieden aan de Meulesteedsesteenweg, de Manchesterstraat, Londonstraat en New Yorkstraat uitgingen. Hij vermeldt dat er ook cafés en plaatsen met publieke vrouwen waren. 144 Zie foto Interview 7: De Winter Wim en respondent M.V.G. 55

57 Casus: Dancing Victoria Danszaal Victoria is gelegen aan Nieuwland Deze dancing bestaat al van voor de Eerste Wereldoorlog tot Dit gegeven kan kloppen, want in de lijst van Hinderlijke inrichtingen uit 1933 is deze zaal niet meer te bespeuren 147. Aanvankelijk is Victoria een danszaal waar vanaf 1915 ook films worden gedraaid 148. De uitbater van de zaal is François Claeyssens, deze naam is tevens niet terug te vinden in onze lijst uit De achterkant van een postkaart van dancing Victoria geeft nog verdere informatie prijs. Foto 20: Achterkant van de uitnodigingskaart voor schippers van dancing Victoria. 149 Deze danszaal promoot zich als het Grootst- en Prachtigst Danspaleis der Stad Gent en geeft alle zon- en maandagen een groot bal dat begint om vijf uur s namiddags. Wat zo interessant is, is dat deze postkaart een uitnodigingskaart specifiek voor schippers is. Nieuwland is niet ver van de haven waardoor men ook hier weer het verband kan opmerken tussen een dancing en haar sociaal-geografische situatie. In de buurt van Nieuwland staat zelfs nog een kerk waar een standbeeld van een schip bij staat. Opmerkelijk is dat onderaan het kaartje staat: De zaal, alsook een huwelijksbootje is ter beschikking, voor schippers huwelijksfeesten welke plaats hebben, in het Danspaleis Victoria. Zeelieden, net zoals 146 Roger Poelman, Gisteren ging ik naar de cinema, in: Jaarboek van de Heemkundige Kring Oost- Oudburg, Uitreksels Hinderlijke inrichtingen Provinciaal archief Oost-Vlaanderen, Lijst van de inrichtingen in Gent. Betreffende de provinciale belasting op gevaarlijke, ongezonde en hinderlijke bedrijven, nummer: 1/17/6168/ Roger Poelman, Idem. 149 Privébezit van André Verbeke 56

58 soldaten, waren een belangrijke groep feestvierders. De uitbaters van danszalen organiseren avonden, waarbij de zaal afgehuurd kan worden voor trouwfeesten van schippers. Dit is een mooi voorbeeld van de brede polyvalente functie die dancings bezitten. Tevens in het oog springend is de roze tekst aan de linkerkant van de kaart. Blijkbaar waren vrouwen meer dan welkom. Zo welkom dat er een vrijen ingang voor damen geldt. Indien Els Van Leeuwe haar stelling klopt dat in zaken van mindere standing het orkest vervangen werd door een dansorgel, dan bewijst de voorkant van de uitnodiging zeker dat zaal Victoria een volkse danszaal was 150 : Foto 21: De voorkant van het de uitnodiging voor schippers van dancing Victoria Els Van Leeuwe, Ibidem., pp Privébezit van André Verbeke 57

59 4) Andere dancings Markten, drukke wegen, belangrijke kruispunten zijn geliefkoosde plaatsen om dancings op te richten. We merken op dat belangrijke drukke wegen, in een bepaald deel van de straat, een concentratie van drie à vijf dancings hebben. Dit is het geval aan de Antwerpsesteenweg, de Dendermondsesteenweg, de Hundelgemsesteenweg en de Zwijnaardsesteenweg. Voorts bezitten drukke punten zoals de Korenmarkt of het Belfort ook enkele dancings. Op het stadplan in bijlage IV bemerken we dancings die buiten de besproken uitgaansbuurten vallen maar toch van belang zijn. Sommige dancing behoren niet tot één van de drie besproken concentraties. Zo is er de Azalea Palace in het Feestpaleis van het Citadelpark. We hebben vermeld dat het verdwijnen van dancings aan het einde van de jaren dertig samenhangt met de groeiende verspreiding van cinemazalen. We zullen dit aan de hand van een casus schetsen. Casus: Azalea Palace In het begin van ons onderzoek kregen we uit een mondelinge bron te horen dat er rond de Koningin Elisabethlaan eveneens een hele uitgaansbuurt gesitueerd was. We vonden hiervan geen gegronde bewijzen. In de loop van ons mondeling project zijn we elke keer gestoten op wat blijkt een monument van een dancing te zijn geweest, misschien dat onze informant met de Koningin Elisabethlaan hiermee de Azalea Palace bedoelde, één van de bekendste danszalen te Gent. In elk geval hebben we na het doornemen van de Hinderlijke Inrichtingen geen echte sporen gevonden die wijzen op een uitgaansbuurt nabij het Sint-Pietersstation ter grootte van die aan de Kuiperskaai of de Sint-Amandstraat. De Azalea Palace lag in het hartje van het Citadelpark, in de buurt van het Casino en de wielerpiste het Kuipke. A.D.V. weet precies nog waar de Azalea Palace was. Ja, dat was in het park, hé. Recht tegenover het huidig museum, daar was de Casino. En als je dan naar de piste opging, de vroegere piste (velodroom), dan was daar de Azalea 152. Zo vertelt L.S. ons dat er in het Casino ook gedanst werd maar dat men de Azalea Palace en het Casino zeker niet met elkaar mag vergelijken. Men liep er (Casino) niet rond in een jeans. Dat was iets voor den Azalea. Voor de wat mindere klasse. De Casino was meer voor de iets hogere klasse 153. Voorts vermeld L.S. dat hij de Azalea Palace beschouwde als een zaal voor het plebs. Dit wordt bevestigd door R.R. die stelt dat de betere klassen naar het Casino gingen 152 Interview 34: Vanheule Koen met respondent A.D.V. 153 Interview 3: Boënne Maarten met respondent L.S. 58

60 terwijl de arbeidsklasse naar de Azalea Palace ging 154. Ook A.D.V. spreekt zich gelijkaardig uit: Wel, in het groot park was er een dancing. Je had daar de Azalea danszaal en je had daar het Casino. De Azalea was meer voor het werkvolk en de Casino was meer voor de mensen met een strikje aan en het hemdje en zo, de burgerklasse, hé. De inkom was een beetje duurder in het Casino. Naar het Casino gingen we nooit. We gingen naar de Azalea 155. G.N. vertelt ons dat de Azalea Palace een deftige en schone zaal was, waar geen soldaten kwamen 156. Ze laat ons tevens weten dat er een orkest was. Hoe relatief uitspraken over klasse zijn blijkt uit de getuigenis van G.M. die ons vertelt dat ze maar één keer is uitgeweest in de Azalea Palace. Ze ging normaal gezien uit aan de Sint-Amandstraat en vertelt over de Azalea Palace: Dat was chiquer, ik voelde mij daar niet op mijn gemak. De mensen keken boven ons hoofd en dat is niets voor mij 157. We hebben een dossier gevonden van deze locatie in de reeks Hinderlijke Inrichtingen 158. Spijtig genoeg is dit dossier afkomstig van het jaar 1939 wanneer de Azalea Palace een andere bestemming heeft gekregen. De Azalea Palace werd omgevormd tot een rolschaatsbaan. Dancings waren met hun houten vloeren en podium nu eenmaal perfect aanpasbaar aan andere vormen van vermaak zoals rolschaatsen of cinema. A.D.V. herinnert zich nog erg precies hoe de Azalea Palace er vanbinnen uitzag. De Azalea had vier zalen. De eerste was redelijk groot. Het orkest stond in het midden, en wij dansten er rond. En daar rond stonden er dan tafels en stoelen. De vier zalen van de Azalea liepen tezamen. Er was een grote poort tussen die men dan kon openschuiven. Iedere zaal had dan zijn eigen orkest. In de laatste zaal speelde altijd een hoempa-orkest 159. Casus: Cinema Du Parc Dancings bezitten een perfecte architecturale constructie om cinema s in onder te brengen. In de zalen dient enkel een hellend vlak en vaste stoelen te worden geïnstalleerd. Het dansorgel wordt verwijderd en er wordt een doek gespannen. Achteraan de zaal wordt een projectiekamer gezet. Cinema Du Parc aan het Sint-Pietersplein is hiervan een voorbeeld. We hebben het dossier kunnen terugvinden waarin we zien dat een danszaal wordt omgevormd tot 154 Interview 29: Van Eenoo Mieke en respondent R.R. 155 Interview 34: Vanheule Koen met respondent A.D.V. 156 Interview 15: Hoedaert Lennert met respondent G.N. 157 Interview 14: Goeminne Koen met respondent G.M. 158 Provinciaal archief Oost-Vlaanderen, Hinderlijke inrichtingen, Reeks 8, dossier Interview 34: Vanheule Koen en respondent A.D.V. 59

61 cinema 160. Op 29 januari 1929 ontvangt Napoleon Bonnevalle de toestemming om in een vroegere danszaal, gelegen aan het Sint-Pietersplein 46, een cinema in te richten 161. De locatie van cinema Du Parc staat aangeduid met een rode rechthoek. Uitreksel uit dossier 379 waaruit blijkt dat de cinema aan het Sint - Pietersplein 46 vroeger een danszaal was Provinciaal Archief Oost-Vlaanderen, Hinderlijke Inrichtingen, Reeks 8, Dossier Provinciaal Archief Oost-Vlaanderen, Hinderlijke Inrichtingen, Reeks 8, Dossier 379. Zie ook: Roger Poelman, Ibidem., s.p. 162 Provinciaal Archief Oost-Vlaanderen, Hinderlijke Inrichtingen, Reeks 8, Dossier

62 Uitreksel van het kadastraal plan van dossier 379. Het gebouw onderaan met de cirkel is de cinema van Bonnevalle. Vandaag bevinden zich daar kantoorgebouwen Provinciaal Archief Oost-Vlaanderen, Hinderlijke Inrichtingen, Reeks 8, Dossier

63 1.2 Architecturaal uitzicht en interieur van dancings Het uitzicht en interieur van een dancing is een cruciale factor in het meebepalen van haar standing en karakter. Foto s en architecturale plannen bieden een schat aan informatie over het uitzicht en het interieur van een dancing. De eerste blik die we werpen op de gevels van deze dancings vertellen ons bitter weinig. We zien twee opties. Ofwel ziet de dancing er van de buitenkant uit als een huis ofwel als een café. Niets schreeuwt dancing uit of het zou al moeten vermeld staan op een uitgangsbord. Niets zou vermoeden dat het huis op foto 8 een befaamde dancing genaamd De Sint-Pieterstoren 164 is. Evenmin als wat we op het eerste gezicht percipiëren als een café op foto 23 eigenlijk een afbeelding is van Dancing Moderne in de Sint-Amandstraat 8. De onderstaande foto toont ons de dancings Liberty Palace in de Bagattenstraat Deze dancing zou vanaf 1921 bestaan hebben 165. We weten niet wanneer deze dancing is opgehouden. Van de buitenkant gezien doet niets vermoeden dat we hier met een dancing te maken hebben. Foto 22: Voorgevel van dancing Liberty Palace in de Bagattenstraat Het interieur van de dancings geeft meer prijs. We zijn Dancing Moderne op het spoor gekomen door middel van onze lijst Hinderlijke Inrichtingen uit 1933 maar hebben er nu ook een fotografische bevestiging van. Van de buitenkant gezien zou men denken dat het een café Zie foto Gesprek met André Verbeke. 166 Privébezit van André Verbeke. 62

64 is ware het niet dat er duidelijk vermeld staat dat het om een dancing gaat. We zien rechts achteraan in de zaal een bar en aan de muren staan tafeltjes en stoelen. De muren aan de linkerkant zijn versierd met spiegels en juist voor de deur aan het einde van het café bevindt zich een lichtkoepel. Bovendien is de vloer van steen. Het zou ons niet verbazen mocht dit etablissement dezelfde architecturale indeling hebben als dancing De Sint-Pieterstoren 167. Namelijk een structuur waarbij de eigenlijke danszaal zich achter het café bevindt, waardoor men voor een drankje naar de bar moet. We denken niet dat de voorste kamer gediend heeft om te dansen omdat de vloer van steen is en totaal niet voldoet aan de criteria van een werkelijke dansvloer. Foto 23: Postkaart van Dancing Moderne aan de Sint- Amandstraat 8. Uitgebaat door mijnheer De Stoop. 168 Dancings Renaissance aan de Sint-Amandstraat kent een indeling, waarbij de dansvloer gescheiden is van de bar. Op het onderstaande plan staat duidelijk aangeduid waar het dansgedeelte is, en waar het café zich bevindt 169. Deze zaal heeft een kleinere oppervlakte dan De Sint-Pieterstoren of de Thalia. De Renaissance heeft een dansoppervlakte van 103 m². De bar heeft een nog kleinere oppervlakte van 53m². De Thalia heeft al een dansoppervlakte van 200 m² en De Sint-Pieterstoren van 170m². We hebben hier te maken met een kleinere dancing. Dat zien we ook aan het orgel linksboven op het plan. Die is beduiden kleiner en neemt geen hele muur in beslag. 167 Zie foto Privébezit van André Verbeke 169 Stadsarchief Gent, Hinderlijke Inrichtingen, Reeks X, dossier

65 Foto 24: Architecturaal plan van de dancing Renaissance in de Sint- Amandstraat Het belangrijkste aan een danszaal is de muziek en de dansvloer. Deze dansvloer wordt eerst en vooral duidelijk afgebakend en omringd door tafels en stoelen. Een dansvloer is vooral te herkennen door het feit dat het een houten vloer is. Zo herinnert I.M zich dat er een houten vloer, een plancher, lag om te dansen. Het hout, het parket bakent de dansvloer van de gewone vloer af 171. Maar er is nog een bijkomend kenmerk waardoor men in één oogopslag de dansvloer kan herkennen. Deze houten dansvloer ligt veelal verzonken in de vloer. Dit bakent zo de ruimte goed af tussen wie danst en wie aan de zijkant staat te kijken. De verzonken vloer is duidelijk te zien op de enige twee foto s die we hebben terugvinden van dancinginterieurs. Foto 22 toont dancing Savigny gelegen aan de Kuiperskaai 27. Hier is in 1933 H. Tyncke uitbater van 172. Deze naam komt ons bekend voor, want mevrouw Aug. Tyncke was de uitbater van dancing Le Perroquet. Indien deze familie ervaring had in het uitbaten van dancings dan zou onderstaande foto misschien een goede weerspiegeling zijn van hoe Le Perroquet er zou hebben uitgezien. Als men goed kijkt naar de rechteronderkant van de foto ziet men een boord die de dansvloer afbakent. De dansvloer is ook hier door tafels en stoelen omringd. Rechts van de trap is een klein podium te zien waar een klein orkest kan 170 Stadsarchief Gent, Hinderlijke Inrichtingen, Reeks X, dossier Interview 2: Blomme Hans en respondent I.M. 172 Provinciaal archief Oost-Vlaanderen, Lijst van de inrichtingen in Gent. Betreffende de provinciale belasting op gevaarlijke, ongezonde en hinderlijke bedrijven, nummer: 1/17/6168/1 64

66 optreden om voor de muziek te zorgen. Men ziet nergens een spoor van een dansorgel. Maar nogmaals, dit is een dancing van een zekere klasse en zal dus niet gebruik hebben gemaakt van een dergelijke vorm van muziekproductie. De tafels zijn gedekt met een wit tafelkleed en zien er proper uit. De dancing ziet er verzorgd uit met de elektrische lampen uit het plafond en de muren, de decoratieve lambrisering en muurversieringen. Ook hier zien we, net als in andere dancings, het bargedeelte afgescheiden is van het dansgedeelte, weliswaar niet door een deur of een koer maar je moet toch al een trap op. Bovendien is er nog een bijkomende karakteristiek aan dancings, die niet op deze foto staat afgebeeld. Vele dancings zijn in het bezit van een gaanderij, een balkon, rondom de danszaal. Dit is bijvoorbeeld het geval voor de Thalia. Dit staat uitgetekend op het architecturaal plan op foto 16. Foto 25: Binnenzicht van dancing Savigny aan de Kuiperskaai 27. De uitbater is H. Tyncke. 173 We hebben de foto al gebruikt om te wijzen op het gigantische dansorgel van deze danszaal. Danszaal Victoria had een uitnodigingskaart laten maken voor schippers en had haar pronkstuk gebruikt om de aandacht van de lezer te trekken 174. Als men goed kijkt naar het muziekorgel ziet men door de spiegels een leuning lopen. Hoogstwaarschijnlijk werd die gebruikt om dansles te geven. Als we even aannemen dat de hoogte van de grond tot aan de 173 Privébezit Léon De Temmerman. 174 Zie foto

67 spiegels twee meter is dan is dit orgel meer dan 6.5 meter hoog. Dit maakt de dancing minstens zeven meter hoog. Dit is best mogelijk wanneer men bedenkt dat de hoogte van dancing De Sint-Pieterstoren ook 6.5 meter was, en die van de Thalia zelfs 7.3 meter. We zien net als bij De Sint-Pieterstoren en de Thalia een gelijkaardig dak met een glazen dakraam. Aan de muren zien we reusachtige muurschilderingen en pilasters. De restanten van dergelijke pilasters zijn tevens te zien op de foto van de ruïne van de Thalia 175. Aan het plafond hangen rijk versierde lusters. We zien rondom de verzonken, houten dansvloer bankjes en tafeltjes staan. Al deze elementen bevestigen nogmaals dat dit een dancing is, want het voldoet aan alle mogelijke kenmerken. Dancings proberen ook via hun naam een bepaald imago uit te stralen. Franse, Britse en Amerikaanse invloeden worden gretig overgenomen. Het exotische is van groot belang om interessant te blijven en publiek aan te trekken. Bij het bekijken van de namen die danszalen dragen valt ons meteen de grote Franse invloed in de Kuiperskaai: Le Perroquet, L Ange Blue, Les Yeux Noirs, La Gaité, Au Caveau Jeannot. Of men gaat een stap verder en kopieert prestigieuze en beroemde namen uit Parijs zoals het geval is met de Moulin Rouge en dit zowel aan de Kuiperskaai als aan de Sint-Amandstraat. De weinige namen van dancings die we hebben van de Sint-Amandstraat wijzen ons op een ander spoor. Via André Verbeke hebben we namen doorgekregen van dancings in de Sint-Amandstraat die we spijtig genoeg niet kunnen linken met een precies adres. Maar ze klinken ofwel erg Vlaams, zoals het geval is met De Sint-Pieterstoren, ofwel erg Angelsaksisch met namen zoals Hollywood of de Top Hat. Voor de Meulesteedsesteenweg hebben we geen namen van dancings kunnen terugvinden. Misschien dat we kunnen aannemen dat de trends in de namen zullen neigen naar deze van de Sint-Amandstraat? Maar helemaal zeker kunnen we daar niet van zijn. 175 Foto

68 1.3 Conclusie Gent verrast ons op alle mogelijke manieren. Het aantal opgespoorde dancings is niet verwacht en overstijgt onze stoutste verwachtingen. We zijn bijna tweehonderd dancings op het spoor gekomen aan de hand van de dossiers Hinderlijke Inrichtingen, interviews en fotografisch materiaal. Dit aantal overtreft zelfs de Antwerpse resultaten 176. Door deze dancings op een Gents stadsplan te situeren kunnen we drie uitgaansbuurten herkennen 177. Dit verleent ons de mogelijkheid om een stap achteruit te zetten en het geheel van een afstand te aanschouwen. Zoals verwacht speelt de eerste en tweede cluster van dancings zich inderdaad af rond de Kuiperskaai en de Sint-Amandstraat. Daarbovenop hebben we een onverwachtse ontdekking gedaan van een derde uitgaansbuurt rond de Gentse haven met als spil de Meulesteedsesteenweg. In 1933 is de Meulesteedsesteenweg met eenenvijftig dancings de uitgaansbuurt met het grootste aantal dancings. Dan volgt de Sint-Amandstraat met twintig danszalen en tenslotte bezit de Kuiperskaai er in 1933 maar twaalf. Puur afgaand op aantal, zien we duidelijk dat de meest burgerlijke uitgaansbuurt het minste aantal dancings kent. Terwijl de meer volkse uitgaansbuurten een sterkere concentratie aan dancings kennen. De oorzaak van deze ongelijke verdeling kan misschien gezocht worden in de economische crisis, die gezorgd heeft voor een positieve correlatie tussen werkloosheid en escapisme. Maar dit blijft een hypothese waarop we het antwoord verschuldigd zijn. Opvallend is hoe sterk een dancing met haar geografische omgeving verbonden is. Onderzoek in Antwerpen heeft al geconstateerd hoe nauw uitgaansbuurten verweven zijn met typisch stedelijke omgeving zoals een stationsbuurt 178. Dit merken we in Gent ook op. De Kuiperskaai is verstrengeld met het Zuidstation, of meer bepaald het verdwijnen ervan, terwijl de Sint-Amandstraat een sterke band heeft met de aanpalende Leopoldskazerne. Ondertussen is de connectie tussen de Meulesteedsesteenweg en de Gentse haven evident. Gedurende dit onderzoek hebben we opgemerkt hoe bepaalde beroepsgroepen of zelfs typische levensstijlen zoals die van soldaten of schippers aanleiding geven tot een hele uitgaansbuurt binnen hun geografische belevingwereld. Net zoals we vandaag de dag verschillende groepen jongeren hebben met een eigen identiteit, cultuur en plek, vinden wat dat ook terug tijdens het interbellum. Weliswaar in minder extreme mate als anno Aan de ene kant verkiest het 176 Nele Paelinckx, Ibidem., pp Zie bijlage IV. 178 Cor Vanistendael, Ibidem., pp

69 burgerlijk publiek de buurt van de Kuiperskaai om uit te gaan maar geniet eveneens van bals in de Opèra en Hotel de la Poste aan de Kouter. Ze beschikten over meer financiële middelen, wat hun toeliet dergelijke zaken te frequenteren. Uit bepaalde getuigenissen blijkt, dat veel mensen zich aan de Kuiperskaai niet thuis voelden. Ze kregen het gevoel te min te zijn en buiten gekeken te worden. Aan de andere kant zijn er dan weer uitgaansbuurten zoals de Meulesteedsesteenweg of de Sint-Amandstraat, die een erg volks karakter uitstralen en vooral schippers, soldaten en huispersoneel aantrekken door hun strategische locatie. Deze buurten krijgen bij velen dan ook de reputatie ruig te zijn. We mogen ons natuurlijk niet blindstaren op deze drie wijken en de uitgaansbevolking van Gent indelen in een volks en in een burgerlijk publiek. Er waren nog tal van andere dancings die een breder imago uitstralen en die zich niet bevinden in deze drie uitgaansbuurten. Dancings groeperen zich ook in de buurt van pleinen, drukke wegen en kruispunten. Zo is er de Azalea Palace en tal van dancings in het centrum van de stad, om en rond het Belfort en de Korenmarkt. Vervolgens hebben we door middel van archivalische en fotografische documenten getracht bepaalde casussen te reconstrueren. Hierdoor hebben we inzicht in de dancings Le Perroquet, De Sint-Pieterstoren, de Thalia, Moulin Rouge, en de Victoria verkregen. Aanvragen van uitbaters bieden ons een inzicht in de geschiedenis van een dancing. Door middel van klachtenbrieven en nota s van politiecommissarissen hebben we een goed beeld van hoe een dancing wordt aanzien. Maar dit aspect wordt later in deze scriptie verder uitgewerkt. Deze informatie biedt ons een stevige basis tot het evalueren van een doelpubliek en het bestuderen van de architecturale kenmerken van dancings. Vervolgens verdiepten we ons in de typische architecturale kenmerken van een dancing. De buitenkant van de dancings of de gevels geven niet al te veel informatie weg. De functie van het etablissement moet al door middel van een bord of kenteken aangegeven zijn, zoals te zien is bij Dancing Moderne of zoals bij de dancing Moulin Rouge in de Sint- Amandstraat waar een molentje boven de deur herinnert aan de naam. De eigenlijke danszaal is in de meeste gevallen geplaatst achteraan het gebouw, achter een koer of een café. Danszalen proberen door middel van hun interieur een zekere identiteit en aantrekkingskracht uit te stralen. Men probeert zich zo groot en chique mogelijk voor te stellen door zich te promoten met de meest overweldigende superlatieven. Het interieur van de zaal is verzorgd met elektrische lampen, wandversieringen, pilasters, lambriseringen, overdadig versierde dansorgels, Een ware dancing herkent men vooral aan twee kenmerken: de dansvloer en de muziekverzorging. De dansvloer is een houten al dan niet verzonken vloer. De 68

70 muziekuitvoering kan ofwel geschieden door middel van een dansorgel ofwel door een orkest. De keuze van muziekuitvoering bepaalt tevens de identiteit van een danszaal. Een dansorgel wordt vaker geassocieerd met een volkse danszaal zoals de Victoria of danszalen uit de Sint- Amandstraat terwijl een orkest wordt toegewezen aan chiquere dancings zoals Le Perroquet of de Azalea Palace. Nu we eruit zijn waar men kan dansen in Gent en wie bepaalde dancings frequenteert is het belangrijk om in het volgende hoofdstuk dieper in te gaan op de beleving van een avondje uit. Aan de hand van mondelinge getuigenissen en secundaire literatuur proberen we de omgangsregels van een specifieke danscultuur bloot te leggen. 69

71 70

72 Hoofdstuk II: Beleving 2.1 Resultaten mondeling project De beleving en ervaring die mensen tijdens een avond uit opdoen, is niet uit archivalische bronnen te distilleren. Primaire bronnen schieten in dit vlak tekort en zijn niet in staat menselijke gevoeligheden vast te leggen. Om een dergelijke beleving ten volle te begrijpen, hebben we nood aan een levend geheugen. Volgens Prof. Dr. Bruno De Wever vormen mondelinge geschiedenis en de cultuur van het alledaagse een echte twee-eenheid 179. De openheid rond mondelinge geschiedenis als een methodologie is vrij recent. Mondelinge geschiedenis is lange tijd belaagd vanuit verschillende, klassieke onderzoekstradities 180. In het begin van ons onderzoek werd al snel duidelijk dat mondelinge bronnen ons een schat aan complementaire informatie kunnen bieden. Om dit te bewerkstelligen hebben we Prof. Dr. Bruno De Wever in december gevraagd om te mogen meewerken aan de module mondelinge geschiedenis van het vak kwalitatieve methodologie waarvan hij de docent is. Negenendertig studenten uit de tweede bachelor geschiedenis namen vervolgens de interviews af. Ze werden opgeleid in de methodologische toepassing van mondelinge geschiedenis op een historisch kritische verantwoorde manier en in interview- en transcriptietechnieken. We hebben een reader samengesteld om de studenten in te wijden in ons onderzoeksopzet, en hebben een vragenlijst opgesteld. Deze vragenlijst is te vinden in de bijlage 181. We hebben ons geconcentreerd op vragen die zowel naar de materiële cultuur (hoe zag de dansvloer eruit?), als naar de sociale cultuur (hoe waren de afspraken thuis?) als naar de mentale cultuur (wat was de houding tegenover dancings?) polsen. Bovendien is geopteerd om de studenten niet zelf te laten zoeken naar een respondent. Door de strenge eisen waaraan respondenten moesten voldoen leek het professor De Wever en ons opportuun om de studenten een respondent toe te wijzen. Door de tijdsafbakening van ons onderwerp zijn we op zoek moeten gaan naar negenendertig hoogbejaarden die ten laatste in 1920 geboren zijn. Ons opgesteld profiel was: Ik was achttien en ging uit in Gent. We hebben verschillende rusthuizen in het Gentse gecontacteerd en hebben uiteindelijk met zeven ervan samengewerkt. De onderstaande grafiek geeft een beeld van de geboortejaren van onze respondenten. Indien men gemiddeld begint uit te gaan op zijn of haar zestien, zeventien of achttien jaar dan gingen onze 179 Bruno De Wever en Pieter François, Gestemd verleden. Mondelinge geschiedenis als praktijk. Schaarbeek, Vlaams Centrum voor Volkscultuur, 2003, pp Idem., pp Bijlage V: vragenlijst voor het project mondelinge geschiedenis. 71

73 respondenten voor de eerste keer uit tussen 1924 en Deze periode past haast perfect binnen ons gekozen tijdskader van het interbellum. We hebben één interview met een respondent geboren in 1930 niet gebruikt, omdat het buiten onze onderzoeksperiode valt. Bij de aanvang van het project hielden we tevens rekening met de mogelijkheid dat veel mensen niet gingen dansen. Toch vinden we ook deze interviews waardevol, omdat ze een inzicht kunnen bieden in de reden waarom men niet uit ging dansen. Er is dan ook steevast gepolst naar andere vormen van vrijetijdsbesteding. We mogen echter spreken van een bescheiden succes. Vijfentwintig van de negenendertig respondenten ging dansen. Veertien van hen gingen helemaal niet uit dansen. Aan de hand van deze interviews willen we verschillende belevingen analyseren. Ten eerste belichten we het aspect van de sociale controle. Hieronder vallen de algemene afspraken. Om hoe laat vertrok men? Wanneer kwam men thuis? Hoe verplaatste men zich? Was er sprake van een chaperonne? Ten tweede onderzoeken we de omgang met de andere sekse. In een maatschappij die zo seksegescheiden was, is het interessant om de omgang tussen mannen en vrouwen te bestuderen. Vallen er bepaalde regels en codes te onderscheiden? Ten derde bekijken we het type dansen en de soort muziek die er gedraaid of gespeeld werd vooraleer we naar de heersende modetrends overgaan. 72

74 2.2 Sociale controle Ouderlijke controle is de grootste rem op de uitgaande jeugd. De meest voorkomende redenen waarom mensen niet gaan dansen is omdat het hen niet interesseert of omdat de ouders zich hiertegen verzetten. E.N. herinnert zich dat ze niet naar dancings ging. Haar ouders vonden dat ordinair. In mijn tijd zagen de ouders niet graag dat hun kinderen naar een dancing gingen 182. De uitgaande jeugd is gebonden aan afspraken. Dit is vandaag niet anders dan in het interbellum. Aan de hand van onze mondelinge bronnen trachten we te reconstrueren welke afspraken ouders en hun kinderen maken. Welke gevolgen hangen vast aan een verbroken afspraak? Maar ook het aspect chaperonne, misschien het mooiste en meest vergaande voorbeeld van ouderlijke controle, wordt belicht. Ouderlijke controle Onder afspraken verstaan we de regels die uitgaande mannen en vrouwen moesten nakomen. We nemen aan dat deze regels door het huishouden waarin ze leefden werden uitgevaardigd. Met dit huishouden wordt ofwel de huiselijke familiale kring ofwel de werkgever van huispersoneel bedoeld. Onze respondenten verklaren allemaal dat er ofwel zaterdag ofwel zondag wordt uitgegaan. Niemand gaat uit op een gewone weekdag omdat men de volgende dag vroeg op moet. Toch zijn er ook danspartijen in de week. Dat zien we in de bovenstaande klachtenbrieven van de Thalia die ons informeren over dansavonden op maandag-, donderdag-, zaterdag- en zondagavond. Andere publicaties vermelden de zon- en maandag als typische uitgaansdagen 183. Onze respondenten die gingen dansen beginnen dit te doen vanaf hun zestien à zeventien jaar. Enkelen beginnen pas uit te gaan als ze meerderjarig zijn. We hebben tevens enkele vroege bloeiers die al vanaf hun vijftiende uitgaan. Cor Vanistendael merkt tijdens zijn onderzoek op dat jongeren voor de Tweede Wereldoorlog tussen hun veertiende en achttiende voor de eerste keer uitgaan 184. Een belangrijk onderdeel van de afspraken tussen ouders en kinderen is het uur van thuiskomst. Al onze respondenten benadrukken hoe belangrijk het was om op tijd thuis te zijn. Om hoe laat kwam men thuis van het uitgaan? De overgrote meerderheid van onze respondenten verklaart rond achttien à negentien uur te vertrekken en terug te keren tussen tweeëntwintig en drieëntwintig uur. Toch moeten er personen bestaan die vroeger uitgingen, 182 Interview 13: Gernaert Ivo en respondent E.N. 183 Berger Daniel, Colard Didier, De Reymaeker Michel, e.a., Ibidem., pp Cor Vanistendael, Ibidem., pp

75 gezien het feit dat dancings zoals de Thalia of de Victoria danspartijen beginnen te geven vanaf zestien of zeventien uur 185. Een vijftal respondenten mocht wegblijven tot middernacht. Een paar enkelingen zelfs tot één uur s nachts. Bovendien zijn er ook respondenten die verklaren geen uur te hebben en heel vrij te zijn gelaten van thuis uit. Sommige respondenten gingen ook niet echt s avonds uit aangezien ze om achttien uur al thuis moesten zijn. Opmerkelijk blijft wel dat dancings zoals de Perroquet muziek blijven spelen tot drie uur s nachts. We betwijfelen de gegevens van de respondenten zeker niet, maar indien dancings open blijven tot drie uur betekent het dat er tot dan volk aanwezig moet zijn geweest. Personen die verklaren dat ze tot drie uur uitgingen, zijn we tijdens het interviewen niet tegengekomen. Hoe reageerde men thuis als zoon of dochter de afspraak over het uur van thuiskomst aan zijn of haar laars lapte? Veel hing af van de aard van de ouders. Strenge en milde ouders zijn van alle tijden. Vele respondenten verklaren nooit te laat te zijn geweest en dus ook nooit in de problemen te zijn geraakt. De respondenten hielden zich aan de huisregels. Zelfs de respondenten die verklaren geen uur te hebben komen op een fatsoenlijk uur thuis. Waarschijnlijk voelden ze instinctief aan waar de grens lag zonder dat die al te duidelijk moest worden afgebakend. Dit is het geval bij M.V.G. die het als volgt stelt: Wij hadden een zeer vrije opvoeding. Wij kwamen naar huis als we wilden. Wij hadden geen uur om naar huis te komen maar wij kwamen nooit later dan twaalf uur thuis, meer tien uur zelfs dan twaalf uur. Daar (regeltjes) werd niet over gesproken 186. Ook M.D.B. werd thuis erg vrij gelaten: Ik was dan ook totaal vrijgelaten van mijn vader. Hij heeft me nooit gezegd wanneer ik moest thuis zijn. Hij vertrouwde mij, maar als mijn vader s morgens opstond en me riep dan kwam ik direct af. Hij heeft nooit twee keer moeten roepen. Ik ben nooit gestraft geweest, ik was telkens vroeg uit mijn bed. Ik mocht ook niet uitslapen. 187 Maar anderen kenden de consequenties indien ze te laat waren: Ja, dat moet toch anders was het niets de volgende keer. Dan mocht ge niet gaan. 188 L.S. vertelt dat zij maar eenmaal problemen heeft gehad thuis. Eénmaal. Het was kermis en ik was tien minuten te laat. Het resultaat was dat ik zes weken niet meer buiten mocht. 189 Ook J.B. heeft een soortgelijke ervaring: Ik heb nog dikwijls met mijn schoenen onder mijn armen moeten lopen om op tijd thuis te zijn. Want ik mocht geen minuutje te laat zijn. Of ik mocht de week daarop niet buiten. We werden gestraft 185 Zie foto 18 en Interview 7: De Winter Wim en respondent M.V.G. 187 Interview 33: Vandenbussche Steven en respondent M.D.B. 188 Interview 1: Bauwens Michal en respondent R.V. 189 Interview 3: Boënne Maarten en respondent L.S. 74

76 hoor, in onze tijd. 190 Ook S.B. moest zich soms haasten: Ik moest altijd lopen om thuis te zijn te tienen. 191 G.N. werkte als dienstmeid in Gent en vertelt het volgende over haar ervaringen: (We gingen uit) sans clé. We hadden geen sleutel dus de baron of madam moest opendoen. 192 Het spreekt vanzelf dat dit op een fatsoenlijk uur moest gebeuren zodat ze de baron niet zouden wekken. Dat uur lag voor haar eenentwintigste op eenentwintig uur en daarna op tweeëntwintig uur. Niet alle huishoudens waren zo streng. Sommige respondenten verklaarden aan ons dat ze geen sancties kregen indien ze te laat waren. A.D.V. vertelt ons dat zijn moeder er wel iets op zei, maar het ene oor in en het andere er weer uit, hé 193. Natuurlijk zijn er ook respondenten die trucjes kenden om toch te kunnen uitgaan. Zo verklapt M.L. dat haar moeder graag had dat haar broer en zij naar het theater gingen. Zo kon ze voorkomen dat haar kinderen uitgingen. En soms zeiden we (tegen onze moeder) dat we naar het theater gingen, en we gingen dan niet. En als we s morgens opstonden: (zei onze moeder) Awel, vertel ne keer (dan moesten we iets verzinnen.) 194 Er is ook een groep respondenten die nooit problemen had met zijn ouders omdat die meegingen wanneer ze uitgingen. Maar deze kwestie behandelen we verderop in deze scriptie onder de noemer chaperonne. We hebben tijdens de interviews tevens gepolst naar de transportmogelijkheden van de respondenten. Hoe verplaatsen ze zich naar en van een dancing? Dit hangt samen met het uur van het vertrek uit de dancing, want vele respondenten nemen de laatste tram terug naar huis. Misten ze die, dan moesten ze te voet gaan en kwamen ze te laat thuis, met alle gevolgen van dien. Dit was M.D.B. ook al overkomen: Ik kwam meestal om één uur naar huis, met de laatste tram. Anders nam ik een taxi of ging ik te voet. Ik ben nog te voet geweest, ik had de tram gemist. 195 Vele respondenten gingen niet graag te laat in het donker naar huis en vertrokken dus op een fatsoenlijk uur. De tram en de voeten blijken de populairste en meest gehanteerde vervoersmogelijkheden. We hebben een enkele respondent die met de auto uitging 196. Vaak wordt de transportkeuze beïnvloed door de financiële middelen. De fiets is voor velen te duur en een luxe die enkel een werkende mens zich kan permitteren. J.D.M verklaart dat ze overal te voet naartoe ging. En dat was ook een reden waarom het niet zo laat mocht worden. Eigenlijk was het al een beetje een luxe als je een paraplu had. En een fiets, 190 Interview 12: Furniere Andy en respondent J.B. 191 Interview 5 : De Boeck Evelyne en respondent S.B. 192 Interview 15: Hoedaert Lennert en respondent G.N. 193 Interview 34: Vanheule Koen en respondent A.D.V. 194 Interview 35: Vanwalleghem Maud en respondent M.L. 195 Interview 33: Vandenbussche Steven en respondent M.D.B. 196 Interview 35: Vanwalleghem Maud en respondent M.L. 75

77 dat was met te werken. Dat waren heel andere financiële toestanden. 197 J.B. verklaart aan ons dat de ze de tram nam als ze genoeg drinkgeld had, anders ging ze te voet naar huis 198. G.N. vertelt dat ze overal te voet naartoe ging. Ik verkwistte mijn drinkgeld daar (aan de tram) niet aan. 199 Chaperonne Gedurende de interviews is tevens systematisch gepolst naar andere vormen van controle. We vroegen ons af in welke mate er chaperonnes werden aangesteld om een oogje in het zeil te houden. Chaperonneren is een typisch vrouwelijk voorrecht. Dit chaperonneren was vaak niet van blijvende aard. Meestal gingen de ouders de eerste keren mee om te zien of alles wel in orde was. Terwijl de meisjes dansten, zaten hun ouders aan een tafeltje toe te kijken. A.D.V. vertelt dat meisjes soms gingen dansen met hun ouders die voor waakhond speelden 200. Hij benadrukt wel dat dit geen gewoonte was, toch niet in de arbeidersklasse. Zo gaan er ook meisjes samen met vrienden dansen. M.L. herinnert zich dat de eerste keer dat ze uitging haar moeder meekwam 201. Later ging ze uit met haar broer. Haar ouders namen aan dat hij wel een oogje in het zeil hield terwijl hij eigenlijk een even groot fuifbeest was als zijn zus. L.S. herinnert zich dat de eerste keer dat ze ging dansen in het Casino haar ouders meegingen 202. Ook M.V.G. kent het verschijnsel waarbij de wacht (moeder) mee was 203. Idem voor A.C. wier ouders de eerste keren dat ze ging dansen meegingen om te zien hoe het daar was 204. Een heel apart verhaal rond chaperonnes is dat van O.H. Zij herinnert zich nog heel levendig hoe ze alleen met haar moeder uitging naar de Roze Ree. Zij (moeder) zat aan een tafeltje met een consummatie totdat ik genoeg gedanst had. Alleen ben ik daar nooit naartoe geweest. Soms vergezelde mijn broer me naar de Roze Ree, maar dat gebeurde niet vaak. Ik heb nooit vriendinnen gehad aan wie ik kon vragen Ga je mee uit?. Mijn moeder vergezelde me om me een plezier te doen 205. Ook de typische architectuur van dancings draagt bij tot sociale controle. S.B. weet nog goed dat er in de dancing die zij frequenteerde boven één balkon was, en daar zaten de moederkes allemaal 206. J.B. maakt in haar 197 Interview 37: Vercruyce Sofie en respondent J.D.M. 198 Interview 12: Furniere Andy en respondent J.B. 199 Interview 15: Hoedaert Lennert en respondent G.N. 200 Interview 34: Vanheule Koen en respondent A.D.V. 201 Interview 35: Vanwalleghem Maud en respondent M.L. 202 Interview 3: Boënne Maarten en respondent L.S. 203 Interview 7: De Winter Wim en respondent M.V.G. 204 Interview 38: Viaene Tuur en respondent A.C. 205 Interview 18: Ladlani Yunes en respondent O.H. 206 Interview 5 : De Boeck Evelyne en respondent S.B. 76

78 uitgaansdagen een ander soort chaperonneren mee. Haar stiefmoeder durft haar te bespioneren door haar bijvoorbeeld te volgen nadat ze van huis vertrokken was. Ze ging niet mee naar binnen maar volgde J.B. tot aan de ingang 207. Natuurlijk vindt de uitgaande jeugd middeltjes om de ouders af te schudden. G.V.C. vertelt hoe haar ouders aan de kant zaten en toekeken maar het gebeurde natuurlijk dat we een keer wegschoten. Dan vroegen ze ons waar we naartoe gegaan zijn, maar we hadden altijd wel een uitvluchtje klaar 208. Andere respondenten krijgen nooit een chaperonne mee. Bij G.M. was er geen sprake van een chaperonne. Ze moest volgens haar ouders haar plan maar trekken. Ze wachtte wel op een bepaald tijdstip op een afgesproken plaats om zo met haar broer, die ook was gaan dansen, samen terug te keren naar huis. We ontdekken geen coherent systeem van chaperonneren, maar bemerken wel dat ouders in het begin graag eens meegaan om hun kinderen in de gaten te houden. Het merendeel van de respondenten heeft dat zelf meegemaakt en vindt het eigenlijk niet zo erg dat de ouders meegingen. Andere respondenten die geen chaperonne kennen, zijn bekend met het fenomeen en bekijken het niet als een curiositeit. Het chaperonneren is dus algemeen aanvaard maar raakt naargelang het interbellum vordert uit de mode. Zoals vermeld was chaperonneren een typisch vrouwelijk fenomeen. Jongens kennen inzake begeleiding meer vrijheid dan meisjes. M.D.B. kan hiervan getuigen. Ik ging uit met vrienden, niet met mijn zus of een andere chaperonne. Ik was vrijgelaten door mijn ouders. Maar mijn zus die had wel meer controle. Zij ging uit met de ouders, vooral met mijn moeder 209 F.V. verwoordt het als volgt: Die (jongens) kwamen alleen. Een jongen had het gemakkelijker, hé 210. Verscheidene respondenten lichten ons toe waarom een chaperonne nodig was. De pil bestond nog niet en op de bestaande anticonceptie rustte een groot taboe. Veel ouders waren bang dat hun dochters ongewenst zwanger zou kunnen geraken. Dansen houdt namelijk een zekere intimiteit in. Men krijgt meer kansen om iemand van het andere geslacht te leren kennen. Deze kennismaking kan later overslaan in een meer intiemere relatie of flirt. Zo vertelt I.M. ons dat ze zelf geen chaperonne had maar dat haar moeder haar wel altijd gezegd heeft met niets naar huis te komen 211. H.G. herinnert zich nog dat zijn vrouw chaperonne moest spelen over haar oudere zus en diens verloofde. Dat was zo in de tijd, 207 Interview 12: Furniere Andy en respondent J.B. 208 Interview 11: Devroe Wouter en respondent G.V.C. 209 Interview 33: Vandenbussche Steven en respondent M.D.B. 210 Interview 17: Keirse Thomas en respondent F.V. 211 Interview 2: Blomme Hans en respondent I.M. 77

79 vermeldt hij. Er was nog geen pil, hé. 212 I.M. herinnert het zich nog levendig: Wij vrijden wij ook zulle! Zo goed als nu. Ik zei het een keer tegen mijn moeder: Ik moet altijd bij klaren thuis zijn, maar dat gaat bij klaren ook ze en kwaad dat ze werd! 213 A.D.V. had zelf ongewenste zwangerschappen meegemaakt in de familie: Ze deden trouwens al eens meer dan een kusje geven, hé. En als ze zwanger raakten dan trouwde men. En zo zullen er ook veel geweest zijn. De pil bestond trouwens nog niet. Bij mijn twee broers was dat trouwens het geval! 214 De meeste respondenten bevestigen het verschil tussen jongens en meisjes op het vlak van chaperonne maar qua tijdstip van thuiskomst bemerken we niet erg veel verschil tussen jongens en meisjes. 212 Interview 32: Van Hauwermeiren Remco en respondent H.G. 213 Interview 2: Blomme Hans en respondent I.M. 214 Interview 34: Vanheule Koen en respondent A.D.V. 78

80 2.3 Omgaan met de andere sekse Het interbellum kenmerkt zich door een grote seksescheiding op maatschappelijk vlak. Alles in de samenleving is op een zodanige manier gereguleerd dat vrouwen en mannen hun plaats kennen binnen het gezin, op het werk, in het onderwijs en in het vlak van rechten en plichten. Vrouwen krijgen een verzorgende en bemoederende rol toegemeten 215. De oorlog bracht een zeker emancipatorisch effect teweeg. Maar de hervormingen die doorgevoerd werden in de jaren twintig bleven beperkt en hadden weinig impact op de algemene, maatschappelijke perceptie op de seksen 216. In plaats van de gelijkheid tussen de seksen te bevorderen, zorgde de oorlog zelfs voor een polarisering tussen man en vrouw 217. Het traditionele rollenpatroon van de man als kostwinner en de vrouw als huisvrouw bleef bestaan 218. Afspraken maken en daten is niet vanzelfsprekend. De bovenstaande voorbeelden van chaperonneren illustreren dit. Hoe opmerkelijk is het dan dat wildvreemde mannen en vrouwen in een dancing zomaar met elkaar kunnen dansen? Men zou bijna zeggen dat dit radicaal indruist tegen de logica van de toenmalige tussenoorlogse samenleving. Maar deze dansontmoetingen verlopen via welbepaalde regels en codes. We willen van naderbij bekijken hoe het dansen tussen mannen en vrouwen in zijn werk ging. Hierbij mogen we niet vergeten dat dansen meer is dan enkel een danspas zetten. Het is ook een manier van kennismaken, een ware versiertruc. Cor Vanistendael verwijst hiernaar als een gestyliseerde, geciviliseerde omgangsvorm tussen mannen en vrouwen in de seksueel actieve leeftijd 219. Hoe komt het tot een dans tussen een man en een vrouw? Onze respondenten bevestigen allemaal dat het uitsluitend mannen zijn die de vrouwen voor een dans uitnodigen. I.M weet nog dat zij aan de kant van de zaal zat te wachten. Ah ja, je zat daar op het balkontje, maar dat moest je wel kopen of je stond daar en dan kwamen ze achter u. Of je zat daar op een stoel. 220 De mannen komen naar een vrouw toe en vragen haar ten dans. I.M herinnert zich nog heel precies hoe dat in zijn werk ging. Ze kwamen doodgewoon naar waar je zat: juffrouw of Lotje, gaan we ne keer dansen? En ja, je ging mee en danste en dat was dan één dans en dat was dan een tweede dans, en dat was dan geheel uit en dan zei je 215 Nele Bracke, Karen Celis, Luc Celis, e.a., Begeerte heeft ons aangeraakt: socialisten, sekse en seksualiteit, Gent, Provinciebestuur Oost-Vlaanderen, Bijdragen museum van de sociale strijd, nr. 16, 1999, pp Idem., pp Idem., pp Idem., pp Cor Vanistendael, Ibidem., pp Interview 2: Blomme Hans en respondent I.M. 79

81 merci, en dan was dat gedaan. Wilde je er dan nog mee dansen, dan moest je het weten, hé 221. J.M. vertelt ons nog dat een man zijn partner na het dansen terug naar haar plaats begeleidde 222. Indien het meisje vergezeld is van een chaperonne, richt de jongen zijn vraag tot de laatste. We vernemen ook dat dit soms omgedraaid wordt. Af en toe wordt er expliciet afgeroepen dat de dames uitnodigen. Verscheidene respondenten hebben hiervan nog nooit gehoord en beweren dat dit niet werd gedaan. Volgens hen nodigt de jongen het meisje altijd uit. Op de vraag of ze zelf mannen mocht uitnodigen reageert L.S. als volgt: Nee, natuurlijk niet! Ze zouden gechoqueerd geweest zijn 223. Onze respondent G.N. had zoiets nog nooit meegemaakt: Wij hebben nooit momenten gehad dat de meisjes de mannen mochten uitnodigen 224. Twee respondenten vertellen ons over de reservatie van een dans. Dit gebeurde enkel op chique bals door middel van een balboekje dat in het bezit was van de vrouw. M.D.B. herinnert het zich al volgt. Je moest jezelf inschrijven op het carnetje, een boekje. Maar op andere bals, kon je gewoon op een dame afstappen en haar ten dans vragen. Meestal kon een meisje niet weigeren, want dat was nogal onbeleefd 225. M.L. is de enige vrouwelijke respondent die nog een dergelijk boekje heeft gekend. Ze moest dit boekje na het bal tonen aan haar moeder 226. Deze oude gewoonte verdwijnt nagenoeg helemaal tijdens het interbellum 227. Eenmaal een man een vrouw ten dans heeft uitgenodigd, heeft een vrouw verschillende mogelijkheden. Ze kan de dans aanvaarden of weigeren. Maar weigeren wordt aanzien als onbeleefd en dus moest een vrouw zich goed bewust zijn van de mogelijke consequenties. G.M vertelt ons dat een vrouw een goede reden moest hebben om te weigeren. Als de vrouw geen reden opgaf, kreeg ze ervan langs 228. I.M. daarentegen verdroeg het niet wanneer vrouwen mannen afwimpelden en ermee weigerden te dansen. Ze herinnert zich een voorval: Er was azo een doos van een jongen en die kwam naar mij om te dansen. Ik danste daarmee. En dan ging hij naar haar en ze wilde niet. Ik zei tegen haar: Wie zijt gij wel toch? en ze verschoot ervan. Ik zei: Is die jongen niet goed genoeg voor te dansen, toch? en ze verschoot ervan. En ze danste ermee. Als je gaat gaan dansen meneer, moet je met 221 Interview 2: Blomme Hans en respondent I.M. 222 Interview 30: Van Ertvelde Anaïs en respondent J.M. 223 Interview 3 : Boënne Maarten en respondent L.S. 224 Interview 15 : Hoedaert Lennert en respondent G.N. 225 Interview 33: Vandenbussche Steven en respondent M.D.B. 226 Interview 35: Vanwalleghem Maud en respondent M.L. 227 Cor Vanistendael, Ibidem., pp Interview 14 : Goeminne Koen en respondent G.M. 80

82 iedereen dansen 229! Veel hing ook af van de persoon die de vrouw uit dansen vroeg. In hoofdstuk één hebben we al gezien dat soldaten een kwalijke reputatie hadden en sommige vrouwen wilden daar niet mee dansen uit angst een smet op hun blazoen te krijgen. Zo vertelt J.B. ons dat ze niet met soldaten danste. Als je met soldaten danste, kreeg je een slechte naam 230. Een vrouw moest ook een zekere subtiliteit aan de dag leggen en zich schikken naar de ongeschreven omgangsregels. Een man kon zich op zijn tenen getrapt voelen indien de vrouw die hem afwees enkele minuten later met iemand anders stond te dansen. I.M. kent dit gegeven. Ja, maar als dat gebeurde, moest je niet met een ander dansen, want ze zouden u een toarte gegeven hebben, maar ik heb dat nooit gedaan, als er iemand naar mij kwam om te dansen -dat was altijd twee keren, halféén zeggen ze dan, ik danste daar twee keer mee, maar daarachter moest hij niet meer komen 231. Dat is iets wat we in de interviews wel vaker horen. Een man moest aanvoelen wanneer hij moest ophouden en niet verscheidene keren om een dans vragen. Een vrouw moest er ook mee kunnen omgaan dat er bepaalde mannen waren waar je niet vanaf geraakte. Zo herinnert L.S. zich nog dat wanneer een jongen steeds terugkwam haar ouders ingrepen en zeiden dat hij moest vertrekken 232. I.M had daar zo haar eigen trucje voor: Er waren er ook waar je niet vanaf geraakte! Maar ik had een kameraad en als ik met iemand aan het dansen was die me niet aanstond en ze bleven dansen Je kon zelf niet zeggen merci. Ik zei dan altijd ik kom [doet situatie na en maakt zwaaiend gebaar]. Ik zag niemand, hé. Ik zei dan: mijn maat roept mij en ik was weg, ik zei: ik zal er gaan zijn [lacht]. Een man had een duidelijke bedoeling met dit plakken. Zo vertelt A.D.V. ons: Jongens en meisjes gingen niet samen naar de dancing. Je leerde elkaar op de dansvloer kennen als je haar ging vragen voor de dans, en stond ze u aan, dan ging je het nog eens vragen [glimlacht]. 233 Tijdens dit onderzoek vroegen we ons ook af in hoeverre dit plakken kon omslaan in handtastelijkheden en hoe vrouwen hiermee omgingen. Uit de verklaringen van A.D.V. leren we dat men elkaar tijdens het dansen stevig vasthield. Men drukte elkander goed tegen zich aan hoor, zoveel als je mocht. Op de dansvloer werd dikwijls gekust, vooral als het een beetje donkerder werd, zoals in het Klein Casino aan het Belfort 234. Hij voegt daaraan toe dat er 229 Interview 2: Blomme Hans en respondent I.M. 230 Interview 12 : Furniere Andy en respondent J.B. 231 Interview 2: Blomme Hans en respondent I.M. 232 Interview 3 : Boënne Maarten en respondent L.S. 233 Interview 34: Vanheule Koen en respondent A.D.V. 234 Interview 34: Vanheule Koen en respondent A.D.V. 81

83 natuurlijk wel eens werd gevoeld. We bemerken dat de meeste vrouwen hun mannetje wel kunnen staan en aangeven wanneer een man de grens overtreedt. Zo getuigt I.M.: Oh, maar dan sloeg je maar op hun handen, hé, maar dat gebeurde allemaal maar Ze wisten waar ze dat moesten doen 235! Onderzoek in Antwerpen onder leiding van Cor Vanistendael toont aan dat dansen versiertruc nummer één was in die tijd. Men ging dansen om zich te amuseren maar tevens om iemand te leren kennen. Dit is niet verwonderlijk voor een seksegescheiden samenleving als die van in het interbellum. M.D.B. verwoordt het treffend: Gaan dansen was ook een kwestie van een mogelijke partner vinden. Ik heb mijn vrouw niet ontmoet op de dansvloer, maar er waren wel mensen die daar hun vrouw hebben ontmoet. Iedereen ging dan ook dansen. Kwestie van iemand te leren kennen en zich te amuseren 236. R.R. leerde zijn vrouw kennen in een dancing. Na een tijdje mocht hij zijn toekomstige vrouw na het dansen naar huis begeleiden 237. Ook I.P leerde tijdens het uitgaan haar man kennen. Ze vertelt dat ze tijdens het uitgaan naar een lief ging zoeken 238. Ook G.M. heeft haar man ontmoet tijdens het dansen 239. Zo getuigt R.V.: Ja, als gij een lief opdeed, dan was dat mooi meegenomen; hij kon dan eens betalen, een keer dat doen voor u 240. J.B. denkt er net zo over. Ze vertelt hoe moeilijk het was om met haar tien frank zakgeld rond te komen. En wat deed je dan: je zocht u dan eens een jongen waar je bij ging die voor u betaalde. Ik kon zo wel drinkgeld sparen 241. Men ontmoette op de dansvloer misschien niet zijn definitieve levenspartner maar kon er toch een liefje opscharrelen, zo blijkt uit het interview met A.D.V.: Op de dansvloer, ik leerde ze daar kennen. In de week sprak je eens af, dat was dan een liefje voor een dag, een week of twee en daarna was dat gedaan 242. Maar vele respondenten benadrukken dat een partner zoeken niet prioriteit nummer één was. Maar toch was dit één van de belangrijke elementen in de hele dans- en uitgaanscultuur. Het gros van onze respondenten ontmoette hun man of vrouw niet op de dansvloer maar op andere gelegenheden of via kennissen. Toch kennen de meeste respondenten die hun partner niet op de dansvloer hebben ontmoet toch iemand die dat wel heeft gedaan of achten ze de kans dat zoiets mogelijk is erg reëel. 235 Interview 2: Blomme Hans en respondent I.M. 236 Interview 33: Vandenbussche Steven en respondent M.D.B. 237 Interview 29: Van Eenoo Mieke en respondent R.R. 238 Interview 6: De Boeck Gijs en respondent I.P. 239 Interview 14: Goeminne Koen en respondent G.M. 240 Interview 1: Bauwens Michal en respondent R.V. 241 Interview 12 : Furniere Andy en respondent J.B. 242 Interview 34: Vanheule Koen en respondent A.D.V. 82

84 Het huwelijk betekent een nieuw hoofdstuk in het leven van onze respondenten en trekt een streep onder het uitgaansleven en het dansen in dancings. Een ander leven met een huisje, tuintje en boompje dringt zich op. We bemerken zelf binnen onze interviews dat mensen uitgaan als ze jong en alleenstaand zijn. Dit wordt ons tevens bevestigd door onderzoek van Cor Vanistendael 243. Dansen brengt bovendien een connotatie van verleiding en aanraking met zich mee. Iets wat vele echtgenoten of echtgenotes niet kunnen appreciëren. Zo herinnert I.M zich dat als we vrijden, dan moest ik niet dansen met een ander 244. Y.K. voelde dat niet haar huwelijk maar haar kinderen een rem waren op het dansen: Als we nog geen kinderen hadden, gingen we dikwijls dansen. Toen mijn eerste kind geboren werd, was het gedaan met de pret 245. Onze respondenten verklaren vaak spontaan dat hun uitgaansjaren langer zouden geduurd hebben indien ze niet zo jong getrouwd waren. Na het huwelijk komen andere prioriteiten op de voorgrond die een rem zetten op het uitgaansleven van de respondenten. Zo vertelt R.V.: (Dansen deed u misschien maar om de twee of drie weken?) Oh ja, dat was heel weinig. Voornamelijk omdat ik zo jong getrouwd ben. Moest ik langer jong zijn geweest had ik dat misschien gedaan, maar ik had een man. 246 Andere respondenten verklaarden dat het huwelijk op zich geen rem zet op het dansen maar dat hun partner geen danser was. J.M. vertelt ons dat ze gestopt is met dansen omdat haar man geen danser was maar wie dat graag bleef doen, die bleef dat doen Cor Vanistendael, Ibidem., pp Interview 2: Blomme Hans en respondent I.M. 245 Interview 27: Van Den Driessche Roeland met respondent Y.K. 246 Interview 1: Bauwens Michal en respondent R.V. 247 Interview 30: Van Ertvelde Anaïs en respondent J.M. 83

85 2.4 Muziek en dansen Muziek en dansen vormen het hart van de activiteit die dancings brengen. Ze zijn met elkaar verstrengeld en kunnen niet apart bestudeerd worden. We willen dieper ingaan op hoe muziek gespeeld werd en wat dit precies inhield maar tevens is het belangrijk te onderzoeken welke dansen men uitvoerde. Muziek wordt op verschillende manieren gespeeld. Men kan spreken van een tweedeling tussen orkesten die live muziek spelen en reusachtige dansorgels die voor muziek zorgen aan de hand van speciale orgelboeken. In hoofdstuk één hebben we ons al deels toegelegd op de muzikale inrichting van dancings door dieper op het interieur en op bepaalde casussen in te gaan. Binnen onze ondervraagde populatie bemerken we twee tendensen. De ene helft heeft vooral een live band aan het werk gezien terwijl de andere helft vooral een dansorgel gewend is. Dansorgels waren vernuftige technische constructies die bij velen ontzag opriepen. Voor vele dancings waren ze dan ook de pièce de resistance 248. De onderstaande foto toont een dansorgel van dichterbij. 249 Foto 26: afbeelding van een Mortier orgel. 248 Zie foto 21: Dansorgel van danszaal Victoria. 249 Ed Fermont, Van café naar café, Eeklo, de Eecloonaar, 2000, pp

86 R.V. herinnert zich de dansorgels erg goed. Je had orgels die zo groot waren als een muur. En alle muziekinstrumenten die speelden, die zag je erop: een accordeon, Magnifiek. Een muziekorgel speelde dan magnifieke stukken. En dat was een soort plaat die ze daar oplegden. En het speelde dat allemaal automatisch. 250 Zo vertelt J.B.: Met een orgel. Dat ken je toch wel, zoiets waar ze aan draaien. Heb je dat nog nooit gezien?...dat was met een orgel waar je zelfs geld in moest steken. 251 G.G. herinnert zich één dancing met orgel waar ze één keer geweest is. Je moest er een kaartje insteken en dan speelde de muziek en kon je dansen. 252 N.P. herinnert zich dan weer dat er geen live bands waren maar dat dansorgels populair waren 253. Een dergelijk dansorgel is zeker niet te onderschatten tegenover een live band, dat is toch de mening van M.V.G.: Ja, vroeger was dat een orgel waar ze aan draaiden. En ten tweede was dat bijna een jazzband. Dat was geïnstalleerd met schijven en trommels en dergelijke meer. Dat kon zelfs in gewone cafés ook. 254 A.D.V. herinnert zich vooral dat de orgels hoempa-hoempa muziek speelden 255. Orkesten die live spelen zijn echter ook erg in zwang. Deze orkesten hebben we kort besproken in hoofdstuk één wanneer we zagen dat in sommige dancings als de Perroquet een band van vijf man speelde. Uit interviews vernemen we ook dat het gemiddelde orkest vijf à zes man telde. We bemerken tijdens de interviews dat personen uit een welgesteldere klasse geen ervaring hadden met dansorgels. Ze gaan vaker naar chiquere bals en dancings waar livemuziek hoger aangeschreven staat dan orgelmuziek. We bemerken dat beide vormen van muziekuitvoering een bepaalde klasse aantrekt. Dit wordt ook opgemerkt door de toenmalige danspopulatie. O.H. herinnert zich nog dat de muziek gespeeld wordt door een orkest. Ze vervolgt door te stellen dat orgels voor danszalen van een lagere klasse zijn 256. Dit stemt overeen met Els Van Leeuwes bevinding dat er een klassenverschil is tussen dancings met een dansorgel en dancings met een orkest 257. Deze orkesten spelen de nieuwste muzikale hype: de jazz. We zijn tijdens dit onderzoek niet in staat gebleken te bestuderen hoeveel orgelzalen er in Gent waren ten opzichte van dancings met een orkest. Zo n onderzoek zou ons in staat hebben gesteld om de evolutie van de jazzbands tegenover de dansorgels te schetsen. Orgels 250 Interview 1: Bauwens Michal en respondent R.V. 251 Interview 12: Furniere Andy met respondent J.B. 252 Interview 15: Hoedaert Lennert en respondent G.N. 253 Interview 16: Hofman Daan en respondent N.P. 254 Interview 7: De Winter Wim en respondent M.V.G. 255 Interview 34: Vanheule Koen en respondent A.D.V. 256 Interview 18: Ladlani Yunes en respondent O.H. 257 Els Van Leeuwe, Ibidem., pp

87 en orkesten kennen zware belastingheffingen waardoor men nauwkeurig zou kunnen nagaan hoeveel danszalen een orgel of een orkest hebben. De keuze van een dancinguitbater voor een orgel of een orkest hangt overigens maar ten dele af van de toenmalige mode en tendensen. Uit onderzoek is gebleken dat het aantal orgelzalen daalt wanneer de taksen op dansorgels stijgen 258. Orkesten komen dan meer in zwang omdat dit de uitbaters goedkoper uitkomt. Zo bemerken we dat modes en trends afhankelijk zijn van economische correlaties en stedelijke, provinciale of nationale reglementen. Volgens Cor Vanistendaels onderzoek in Antwerpen luidt de periode een overgang in van orgeldanszalen naar big bandorkesten 259. We vroegen aan al onze respondenten hoe het dansen in zijn werk ging. Uit het Antwerpse onderzoek vernemen we van verschillende getuigen dat er per dans betaald wordt. Dit heette nen halven of halve soukes dansen. Concreet ging dit als volgt in zijn werk. Er werd gewerkt met coupons die op voorhand gekocht moesten worden. Je moest dan per dans zo n kaartje afscheuren en afgeven aan één van de controleurs die zeer snel rondgingen om de ambiance van de avond niet te veel te verstoren. Volgens alle getuigen werd de orgelmuziek ergens middenin de dans stopgezet om betaling te eisen voor de dans werd verdergezet, met aansluitend nog een dans 260. De dans werd wellicht aangekondigd door middel van bordjes of een speciale lichtbak 261. Om dit principe van wie danst, betaalt ruimtelijk mogelijk te maken werd de orgeldanszaal speciaal ingericht met gaanderijen rondom de dansvloer. Het publiek dat niet wenste te dansen, kon zo rond de dansvloer circuleren zonder die te hoeven over te steken. Zoals al gezegd, lag de dansvloer verzonken in de vloer 262. Het principe van een verzonken dansvloer zorgt ervoor dat de ruimte tussen de dansende en niet-dansende personen duidelijk wordt afgebakend. Hoewel we ernaar vroegen kon maar één respondent zich herinneren dat er per dans betaald werd. J.M. herinnert zich dat je apart moest betalen als je de dansvloer op wou. Ik heb dat wel een keer geweten dat dat bestond. Dat je moest betalen, ja, voor iedere dans. Ze kwamen rond maar ik heb dat nooit meegemaakt. 263 Onze geïnterviewden zeggen dat ze aan de ingang van de dancing betalen. Indien ze niet moesten betalen wordt er verwacht een dat ze consummatie kochten. Welke dansen zijn populair tijdens het interbellum? We bevinden ons in een interessante overgangsperiode waarbij oudere dansen als de wals nog steeds gedanst worden 258 Nele Paelinckx, Ibidem., pp Cor Vanistendael, Ibidem., pp Idem., pp Idem., pp Idem., pp Interview 30: Van Ertvelde Anaïs en respondent J.M. 86

88 terwijl nieuwe exotische dansen als de foxtrot, de charleston en de tango opkomen. We hebben de negenendertig interviews systematisch doorgenomen en aan onze respondenten gevraagd welke dansen ze nog zelf gedanst hebben. Onze resultaten zijn in onderstaande grafiek samengebracht. De populairste dans is zonder twijfel de wals, gevolgd door de tango, de charleston en de foxtrot. De wals staat bekend als een trage dans terwijl de foxtrot of quickstep snelle dansen zijn. Oudere dansen als de quadrille, de scottisch, de mazurka en de polka zijn aan het verdwijnen. Deze dansen zijn gedateerd en dat laten de respondenten weten in de interviews. E.N. vertelt ons: De scottisch en de mazurka heb ik niet gekend, dat was in de tijd van mijn moeder. 264 A.D.V. weet nog goed dat de polka in zijn tijd aan het verdwijnen was 265. C.V. herinnert zich ook nog dat ze de polka, de mazurka, de scottisch en de quadrille niet meer dansten. De charleston en de tango waren nieuw en hip 266. Bovendien kenden alle exotisch, uit Noord- of Zuid-Amerika overgewaaide dansen succes 267. Sommige respondenten hebben daar nog levendige herinneringen aan. Mijn man kon erg goed de charleston dansen. Dat heb ik nooit gekunnen. Dan moet je met uw been slagen, hé De mijne zouden in de knoop geslagen zijn [lacht]. 268 Ook het medium film speelde hierin een belangrijke rol. Zo 264 Interview 13: Gernaert Ivo en respondent E.N. 265 Interview 34: Vanheule Koen en respondent A.D.V. 266 Berger Daniel, Colard Didier, De Reymaeker Michel, e.a., Ibidem., pp Idem., pp Interview 2: Blomme Hans en respondent I.M. 87

89 herinnert A.D.V. zich: Dan had je ook dat koppel, die filmsterren, die veel dansen hebben gelanceerd die dan werden nagedaan.: Fred Astaire en Ginger Rogers. Die dansfilms werden veel nageaapt. 269 We vroegen ons eveneens af waar onze respondenten hebben leren dansen. Uit navraag blijkt dat het gros van hen gewoon thuis leerde dansen. I.M. bijvoorbeeld leerde dansen op de zolder met haar broer. G.H. leerde dansen van haar tante 270. I.M. leerde het op café: Ik heb altijd goed kunnen dansen. Als ik 14 jaar was, bij mijne kameraad was het café en er stond een orgel. Daar moest je dan 25 centiemen insteken, hé. En daar heb ik leren dansen. 271 Anderen kennen dan weer het privilege van een dansleraar. Voor meisjes en jongens uit rijkere kringen was een goede dansopleiding belangrijk, aangezien ze later op chique bals statige dansen moesten uitvoeren onder het oog van anderen. Een zestal van onze respondenten vernoemt de dansschool. Twee van onze respondenten vernoemen dezelfde dansleraar ergens aan het Baudelohof. Mijnheer Dorme (of Doorme) gaf dansles aan jongens en meisjes. Het spreekt voor zich dat deze lessen aan de bourgeoisie waren voorbehouden. F.V. beschrijft de school als serieus, mooi en proper. Ze beschrijft mijnheer Dorme als een beleefde man. Meneer was zelf Franssprekend maar hij kon evengoed Nederlands of Gents. Maar we hebben geen Gents gesproken, enkel Nederlands en Frans. Ze beschrijft het publiek als in orde, ook inzake kleren. Ze merkt wel op dat er meer Franstalige dan Nederlandstalige leerlingen waren 272. Ook H.G. beschrijft de school van mijnheer Dorme als bourgeois en erg Fransgericht. Ik weet wel dat er een dansschool was die Doorme heette. Dat was een dansschool voor de bourgeoisie: de meisjes leerden er dansen. Mijn vrouw is daar ook naartoe gegaan [lacht] maar dat is haar niet bevallen. Natuurlijk, zij had die Vlaamse achtergrond, terwijl die meneer Doorme was bourgoisie; dat was en français en dat ging niet. 273 M.L. kreeg dansles van mevrouw Blikuy. In groep leerde ze dansen als de foxtrot en de tango 274. Hoewel we te horen krijgen dat zowel meisjes als jongens dansles volgen, vertelt M.D.B. dat het zijn zus was die op dansles mocht terwijl hij thuis leerde dansen. Ik heb op mezelf leren dansen, thuis. Er waren er ook, onder andere mijn zus, die danslessen gingen volgen in een dansschool Interview 34: Vanheule Koen en respondent A.D.V. 270 Interview 32: Van Hauwermeiren Remco en respondent H.G. 271 Interview 2: Blomme Hans en respondent I.M. 272 Interview 17: Keirse Thomas en respondent F.V. 273 Interview 32: Van Hauwermeiren Remco en respondent H.G. 274 Interview 35: Vanwalleghem Maud en respondent M.L. 275 Interview 33: Vandenbussche Steven en respondent M.D.B. 88

90 2.5 Mode De onderstaande prenten geven een beeld weer van modemagazines uit 1914 en Mode kan op tien jaar tijd drastisch veranderen. Deze foto s weerspiegelen wat vrouwen uit het interbellum voorgeschoteld krijgen. Deze prenten blijven maar prenten. Wat vrouwen zien is een droom, een leidraad maar geen realiteit. 276 Foto 27: De linkse afbeelding toont de mode uit 1914, de rechtse de mode van Zoals vermeld in ons woord vooraf leeft Gent niet op het scherp van de snee. De nieuwste trends en modes vinden niet direct toegang en aarden gemakkelijker in een grootstad als Parijs, Londen of Brussel. We vinden mode en kledij een belangrijk aspect om te bestuderen. Men mag niet vergeten dat jongeren gingen dansen om zich te amuseren maar ook om met iemand van het andere geslacht in contact te komen. De eerste indruk en de uiterlijkheden spelen hierbij een grote rol. Vele respondenten benadrukken hoe belangrijk het was er goed uit te zien. Binnen de interviews zien we dat er uiteenlopende meningen zijn over de precieze mode en de lengte van de rokken. We zullen ons dan ook niet focussen op hoe de mode 276 HUYSMANS S., Feestkledij verplicht. Feestkledij door de eeuwen heen, in: Tijdschrift voor Industriële Cultuur, 2001, Cahier 17, bijlagen. 89

91 precies was, maar wat wel opvalt is dat alle vrouwen proberen mee te zijn met de mode en aandacht besteden aan wat ze dragen. Vrouwen waren erg goed op de hoogte van de trends en proberen die te volgen met de middelen die ze hebben. Er loopt één rode draad door al onze interviews. Iedereen draagt zijn zondagse kledij om naar een dancing te gaan. Elk jaar met Pasen kreeg men nieuwe kleren om te dragen op zondag vandaar overigens de uitdrukking op zijn paasbest. Vrouwen droegen een jurk of een rok met een hakschoen. Men greep niet automatisch naar donkere kleuren, zoals nu vaak gebeurt. Zo vertelt G.V.C.: In onze tijd niet, wij vonden dat luguber. Nee, dat waren meer kleuren. En we veranderden ook tot drie keer van andere kleren Neen, da s niet op hetzelfde bal natuurlijk 277. Sommige vrouwen vertellen dat hun jurken lichte kleuren hadden, zoals roze. De meningen over de lengte van die rok lopen uiteen. Maar op de meer burgerlijke gelegenheden of vooraanstaande bals stond een lange jurk chiquer. De mode van de cocktailjurkjes was nog niet binnengedrongen. Een enkele vrouw droeg een broek wanneer ze ging dansen maar zij bestempelt zichzelf als een uitzonderlijk geval 278. Ze studeerde sport en voelde zich niet op haar gemak in een rok. G.M. benadrukt dan weer dat ze geen speciale uitgaanskleren had en dezelfde kleren droeg als overdag 279. P.D.R. beleefde een waar plezier aan mode en uitgaan. Ze kon goed naaien en hoeden maken waarin ze de laatste modes incorporeerde. Ze droeg altijd de nieuwste kapsels en was een stapje voor op de mode 280. Iedereen benadrukt dat men er deftig bijliep. Men probeerde duidelijk niet te choqueren of te veel bloot te laten zien. Zoals I.P. het uitdrukt: We hebben wij nooit moeten zeggen die loopt zo kort gekleed 281. De meningen lopen uiteen over het soort kapsel dat tijdens het interbellum gangbaar was. Modes veranderen elk seizoen en het is mogelijk dat een bepaalde trend beter in het geheugen ligt dan een andere. M.V.G. herinnert zich vooral dat de haren lang moesten zijn: En lange haren! Nu heeft men korte haren maar de vrouwen hadden toen nog lange haren. En dat was erg als dat werd afgeknipt 282. Sommige respondenten zoals R.R. weten nog van zich een bepaald kort kapsel dat de polka heette 283. G.V.C. herinnert zich al lachend dat ze nog een kop à la garçon heeft gehad Interview 11: Devroe Wouter en respondent G.V.C. 278 Interview 10:Dejonghe Lisa en respondent C.V. 279 Interview 14: Goeminne Koen en respondent G.M. 280 Interview 20: Muys Jasper en respondent P.D.R. 281 Interview 6: De Boeck Gijs en respondent I.P. 282 Interview 7: De Winter Wim en respondent M.V.G. 283 Interview 29: Van Eenoo Mieke en respondent R.R. 284 Interview 11: Devroe Wouter en respondent G.V.C. 90

92 Make-up is tijdens het interbellum nog een beetje taboe. Vooral ouders zien het niet graag wanneer hun dochters zich schminkten. R.V. herinnert zich nog goed dat ze haar lippenstift afveegde voor ze na het dansen naar huis ging, ze wou namelijk niet dat haar moeder dit zag 285. Zo ook L.S.: [Droeg u make-up of lippenstift?] Enkel als niemand het zag. Ik kon af en toe wat gebruiken van mijn buurmeisjes. Wel opletten dat mijn ouders het niet zagen 286. Lippenstift is veruit het populairste make-upproduct. Maar sommige respondenten vermelden dat het niet goedkoop was en ze het dus ook niet kochten. Van mannen werd ook verwacht dat ze er deftig bijliepen. De indruk die ze maakten, was immers van een even vitaal belang. Voor een gewone dancing trok een man zijn zondagse kleren aan. Dat betekende een deftige broek, een hemd, een vest en een das. Sommige dancings legden strenge eisen op aan hun cliënteel. Bar Mac aan de Kuiperskaai verwachtte van zijn mannelijke klanten dat ze een stropdas droegen. Geen nood, indien een man zonder das aankwam kon hij er, mits een fooi, bij de portier één lenen 287. Voor chiquere gelegenheden trok een man een rokvest aan, droeg hij een strikje en een hoge hoed. G.M., die uitging in de Thalia, vertelt ons voorts dat een stropdas daar niet verplicht was; men zag ook jongens lopen met een zijdelings geknoopt sjaaltje Interview 1: Bauwens Michal en respondent R.V. 286 Interview 3 : Boënne Maarten en respondent L.S. 287 Els Van Leeuwe, Ibidem., pp Interview 14: Goeminne Koen en respondent G.M. 91

93 2.6 Conclusie Dit hoofdstuk had als doel om door middel van ons project mondelinge geschiedenis de beleving van de uitgaande jeugd tijdens het interbellum te vatten. De samenwerking met Prof. Dr. Bruno De Wever heeft ons een unieke kans geboden om in een erg kort tijdsbestek aan genoeg mondelinge bronnen te geraken. Het werk van negenendertig tweedejaarsstudenten geschiedenis heeft ons in staat gesteld dit hoofdstuk te schrijven. Tijdens het afnemen van de interviews is steeds gepolst naar de beleving en ervaring van de respondenten inzake praktische afspraken, controle van de ouders, chaperonne, omgang met de andere sekse, type muziek, soorten dansen en mode. Ten eerste hebben we de sociale controle aangesneden. Ouders zijn een allesbepalende factor inzake het uitgaan. Zij bepalen of jongeren uitgaan en hoelang ze mogen wegblijven. Sommige van onze respondenten moeten voor donker thuis zijn, maar veelal mogen ze tot elf uur, soms tot twaalf uur s avonds uitgaan. Voorts blijkt dat ouders streng toekijken of hun kroost op tijd thuis is. De respondenten behouden levendige herinneringen aan de consequenties van te laat thuis zijn. Sommige ouders gaan nog een stap verder en chaperonneren hun dochter naar een bal of dancing. We hebben geen enkele aanwijzing gevonden dat dit een algemeen gebruik is maar toch is iedereen wel met het fenomeen chaperonne vertrouwd. Veelal gaan ouders de eerste keren mee om gerustgesteld te zijn over hoe het er eigenlijk aan toe gaat. Niemand kijkt raar op van de aanwezigheid van ouders in dancings. Naarmate het interbellum vordert, raakt dit systeem meer en meer uit de mode. Het verdwijnen hiervan heeft alles te maken met de komst van lossere zeden en het doorbreken van het taboe rond anticonceptie. Eén van de grootste kopzorgen van ouders en hun reden tot chaperonneren was de vrees voor ongewenste zwangerschappen. Dansen houdt een ontmoeting met het andere geslacht in, dat kan evolueren tot een flirt of een relatie. Dit is ook de reden waarom jongens geen chaperonne toegewezen krijgen. Ouders hebben veel minder schrik voor de gevolgen van hun misstap. Ten tweede hebben we de omgang tussen man en vrouw tijdens een avondje dansen willen analyseren. In een seksegescheiden samenleving als het interbellum is dansen een belangrijke activiteit om contact te leggen met het andere geslacht. Vele respondenten bevestigen dat het vinden van een vriendje of vriendinnetje vergemakkelijkt werd. Sommige van onze respondenten hebben hun levenspartners of tenminste een liefje ontmoet op de dansvloer. Dansen houdt een zekere lichamelijke aanraking in die kan overgaan tot meer. 92

94 Tijdens een avondje dansen gelden er strikte omgangsregels tussen mannen en vrouwen. De man nodigt de vrouw uit tot dansen en begeleidt haar naar de dansvloer waar ze één à twee dansen doen en ten slotte vergezelt de man de vrouw terug naar haar plaats. Deze handeling wordt gecompliceerd wanneer een vrouw niet wil dansen en weigert. Onze respondenten bevestigen dat een vrouw kan weigeren maar wel een goede reden achter de hand moet hebben (bijvoorbeeld dat ze zich niet goed voelt). Een vrouw die zomaar weigert, wordt als onbeleefd aangezien en als ze zo onsubtiel is om tijdens dezelfde of een snel daarop volgende dans met een andere man te dansen, kan dit ontaarden in ruzie. Omgekeerd nodigen vrouwen mannen niet uit voor een dans, behalve als dit expliciet wordt omgeroepen. Dan nog wordt dit aanzien als een uitzondering waarvan vele van onze respondenten enkel maar gehoord hebben. Een balboekje waarin mannen zich bij vrouwen voor een dans inschrijven is van een hele andere en chiquere klasse en verdwijnt tijdens het interbellum. Uit ons onderzoek blijkt ook dat mannen niet te veel mogen plakken aan vrouwen en zich niet te vaak op dezelfde avond mogen aanbieden. Vrouwen ervaren dit als vervelend en ook hun chaperonnes kunnen dit niet echt appreciëren. Eenmaal getrouwd en gesetteld vermindert het uitgaan en het dansen. Dit heeft volgens ons te maken met twee factoren. Ten eerste slorpt het nieuwe familiale leven met kinderen zoveel geld, tijd en energie op dat mensen het niet meer kunnen opbrengen te gaan dansen. Ten tweede mag men het fysieke aspect van dansen niet uit het oog verliezen. Dansen vergt een zekere mate van intimiteit van beide danspartners. Jaloezie is hiervan een voor de hand liggende consequentie. Ten derde hebben we een blik geworpen op de muziekverzorging in dancings. We merken een tweedeling tussen dansorgels en orkesten op. Dansorgels hebben veelal het imago volks te zijn en te passen binnen een dancing van lager allooi terwijl orkesten een netter en beter imago hebben. Maar dansorgels blijven magnifieke, tot de verbeelding sprekende muziekverzorgers. Langzamerhand krijgen orkesten de overhand op dansorgels. Dit aspect hebben we niet in detail kunnen onderzoeken doordat het voorziene tijdsbestek ons niet toeliet taxatielijsten te bestuderen. Maar onderzoek in Antwerpen bevestigt dit gegeven. Vervolgens hebben we ons toegespitst op de verschillende dansen die in deze periode populair waren. Aan de hand van onze grafiek is duidelijk te zien hoe oudere dansen als de quadrille, scottisch, mazurka en polka aan populariteit inboeten terwijl de wals, tango, foxtrot en charleston erg geliefd zijn bij de toenmalige jeugd. Ten slotte hebben we het modeaspect dat gepaard gaat met dansen aangesneden. Opvallend is dat men geen uitgaanskledij kent. Men kent enkel de weekplunje en de deftige 93

95 zondagskledij, die ook gedragen wordt tijdens het dansen. Deze zondagskledij straalt een zeker formeel aspect uit, maar men mag niet vergeten dat men zich van zijn beste en mooiste kant wou tonen om een goede eerste indruk te maken. Mannen dragen een pak met hemd en vest terwijl vrouwen steevast een rok of jurk aantrekken. De lengte van de rok is het voorwerp van discussie en we krijgen geen eenduidig antwoord van onze respondenten. Gent is Parijs of Londen niet en dus is het aannemelijk dat men niet om de paar maanden van roklengte verandert bedenk ook dat er maar één keer per jaar, met Pasen, nieuwe zondagse kleren worden gekocht. Wat wel vaststaat, is dat vrouwen voor chique bals een speciale baljurk aantrekken. De mannen moeten verschijnen in een driedelig pak met hoge hoed. Hier volstaat zondagskledij niet meer. Kapsels weerstaan de modetendensen ook niet. Haartooien wisselen tussen kort en lang. Op make-up rust tijdens het interbellum nog een zeker taboe. Het wordt vlug aangezien als vulgair en angstvallig verborgen voor de ouders. Erg veel make-up doen de vrouwen ook niet op. Het beperkt zich vooral tot lippenstift en poeder. Make-up aanbrengen is geen standaardroutine voor uitgaande vrouwen in het interbellum. Ten eerste moet men oppassen met het mogelijke imago dat make-up met zich meebrengt en ten tweede is make-up tijdens het interbellum een dure aangelegenheid. Wat vooral opvalt, is het formele karakter waarin deze omgangsvormen en regels ingebed zijn. Alles straalt formaliteit uit, tot aan de kledij toe. In het volgende hoofdstuk bekijken we hoe er over dansen en dancings gedacht werd. Dit doen we op drie verschillende niveaus: op een persoonlijk, politiek en ideologisch niveau. 94

96 95

97 Hoofdstuk 3: Mentaliteit ten opzichte van dancings en dansen Hoewel het begrip mentaliteit de afgelopen dertig jaar haar plaats in de geschiedschrijving heeft verdiend, mag men dat niet als algemeen verworven zien. Mentaliteit is nochtans een belangrijk analysekader, dat ons historici kan helpen relaties beter te kaderen. Michel Vovelle is van mening dat cultuur, en a fortiori de mentaliteit, niet boven de sociale werkelijkheid zweeft maar ermee verstrengeld is 289. De relatie tussen mentaliteit en sociale werkelijkheid moet onderzocht moet worden. Iedereen lijkt wel een mening te hebben over uitgaan en hanteren dus een bepaalde mentaliteit ten opzichte van dancings. Michel Vovelle onderschatte het belang niet van de relatie tussen ideologie en mentaliteit. Vovelle liet de relatie tussen het concrete materiële leven van de bevolking en de collectieve beeldwereld niet links liggen 290. We willen dit hoofdstuk benutten om te onderzoeken hoe mensen, besturen en ideologische zuilen dancings in hun concrete leefwereld ervaren. We willen dit analyseren op drie niveaus. Ten eerste willen we de houding van de gewone mensen schetsen. Hiervoor grijpen we terug naar onze mondelinge bronnen en dossiers van de Hinderlijke Inrichtingen. Ten tweede trachten we aan de hand van gemeentebladen, politiereglementen en belastingen te achterhalen welk beleid de stad Gent voert. Ten derde belichten we de houding die ideologische zuilen aannemen versus dancings. We willen vooral dieper ingaan op de tegenstelling tussen het feestbeleid van de katholieke en de socialistische zuil. Iedereen lijkt wel iets te willen zeggen over dancings. Zowel de bevolking, de besturen als de ideologische zuilen hebben hun mening over uitgaan en dansen. 289 Michel Vovelle, Mentaliteitsgeschiedenis: essays over leef- en beeldwereld, Nijmegen, SUN, 1985, pp Michel Vovelle, Ibidem., pp

98 3.1 Houding van de bevolking tegenover dancings Dancings zijn in het interbellum paradoxale etablissementen. Ze roepen bij de bevolking strijdige gevoelens op, want hoewel veel mensen zich willen amuseren, zijn velen gekant tegen deze vorm van vertier. Uit de klachtenbrieven van de dossiers Hinderlijke Inrichtingen van de Thalia 291 en Le Perroquet 292 blijkt dat de komst van dancings een golf van kritiek veroorzaken. Buurtbewoners uiten om de volgende zaken bezwaar. Enerzijds klaagt men de overlast van geluid en vechtpartijen aan, vooral de duivelse muziek van de jazzbands zorgt voor ergernis. Buren halen meermaals aan dat dit toch geen locatie is om een dancing neer te zetten. Anderzijds maakt men zich zorgen om de waarde van de aanpalende eigendommen. Onder de buren leeft de angst dat huizen zullen devalueren en, dat men door de overlast geen kamers meer zal verhuren. Ondanks deze tegenkantingen komen de dancings er toch. De stad Gent is consequent in haar opvatting dat, indien ze een aanvraag zou weigeren op grond van deze klachten, er geen enkele dancing meer zou mogen bestaan. Tijdens de interviews is gepeild hoe onze respondenten en hun omgeving over dansen en uitgaan dachten. Er bestonden namelijk heftige tegenstanders die dansen als iets verderfelijk bestempelen. Onze respondenten herinneren zich dat dansen door bepaalde personen als zondig werd gezien, omdat mannen en vrouwen zo dicht bij elkaar kwamen. Dit zou aanleiding tot intimiteiten kunnen geven. Zo vinden E.N. haar ouders dancings ordinair: omdat ze veel te dicht bij elkaar waren zeker, het is niet zoals nu dat ze veel afstand houden van elkaar. En ook omdat de ouders zagen dat hun kind soms te rap aan een jongen begon door te dansen 293. G.M. haar ouders gingen zelfs tot straffen over: Mijn moeder vond het uitgaan spijtig, mijn vader deed zijn broekriem uit en klopte, mijn grootmoeder ook. Ik mocht niet uitgaan van mijn ouders, maar ik deed het toch 294. Andere ouders hebben echter gemengde gevoelens over dansen maar laten het, al dan niet schoorvoetend, toe. Een mogelijk compromis voor de ouders is bijvoorbeeld een chaperonne aan te stellen. Sommige ouders, zoals die van M.D.M., beseffen dat ze aan hun kinderen moeten toegeven: Ze waren er tegen ja, absoluut tegen, maar op de duur konden ze dat niet, gelijk voor mijn broers konden ze dat niet meer tegenhouden want ze zouden zijn weggelopen denk ik, van op de duur altijd neen 295. Anderen vertellen dat uitgaan geen probleem vormt, maar dat het netjes moest blijven. M.D.M. herinnert zich dat dansen 291 Stadsarchief Gent, Hinderlijke Inrichtingen, Reeks X, dossier Stadsarchief Gent, Hinderlijke Inrichtingen, Reeks X, dossier Interview 13: Gernaert Ivo en respondent E.N. 294 Interview 14: Goeminne Koen en respondent G.M. 295 Interview 4: Carpentier Maxime en respondent M.D.M. 97

99 geaccepteerd werd zolang het amusement bleef: Het was zowel een amusement, maar het mocht natuurlijk niet te ver gaan hé, de mensen zeiden tot daar en niet verder 296. N.P. merkt op dat er vanaf de jaren dertig veranderingen op komst waren: Luistert. Ge moet rekenen dat we in de jaren dertig waren, t was aan het keren. Die ouwe tijd was al een beetje gedaan. Jaren dertig-veertig werd het al wat losser 297. Het merendeel van onze respondenten ziet geen graten in het dansen. Ze vinden het een normale activiteit. J.B. ziet uitgaan en dansen als iets waar ze recht op had: Welnee, als je nu heel de week werkt, dan heb je toch wel recht op een verzetje voor een keer, hé Ouders die te streng voor hun kinderen zijn en ze niet laten uitgaan worden ook schuin bekeken. M.V.N. herinnert zich zijn vader: [Dus de buren vonden het zeer normaal dat mensen ] Dat ik zou uitgaan, ja. En zij kwamen naar huis onder morgen. En dat mijn vader daar aan de deur stond te wachten van tien uur, daar lachten ze altijd mee. Ze zeiden: Kijk, O. is weer aan het wachten achter zijn zoon 299. Uit onze mondelinge bronnen vernemen we dat dancings zelf ook zorgden voor controle door middel van controleurs en buitensmijters. G.M. weet nog goed dat er controleurs rondliepen: Ja, er liepen controleurs rond, een stuk of vier, twee links en twee rechts. Als je iets zei of deed dat niet mocht, vloog je aan de deur 300. J.B. weet nog dat het de portiers waren die de politie verwittigden indien het uit de hand liep: [Er stond een portier aan de deur?] Ja, dat was wel zo. Het waren dan die mannen die de politie verwittigden Interview 4: Carpentier Maxime en respondent M.D.M. 297 Interview 16: Hofmaan Daan en respondent N.P. 298 Interview 12: Furniere Andy en respondent J.B. 299 Interview 9: Decelle Pieter en respondent M.V.N. 300 Interview 14: Goeminne Koen en respondent G.M. 301 Interview 12: Furniere Andy en respondent J.B. 98

100 3.2 Houding van het stadsbestuur Marc Reynebeau ziet de jaren 1930 als een periode van massificatie waarbij het proces van democratisering of gelijkschakeling homogeniteit brengt en mensen zonder eigenschappen vormt 302. De stadsbevolking dijt steeds verder uit waardoor het noodzakelijk wordt ook het uitgaan in goede banen te leiden. Maar ook het provinciaal en stedelijk bestuur stellen reglementen op om het dansen te onderwerpen aan hun vereisten. We kunnen ons de vraag stellen hoe vrij de vrije tijd was? Dansen is meer dan louter een danspas zetten. Het is een verzameling van gedragscodes en ongeschreven regels. Wat je wel en niet hoort te doen wordt niet enkel door middel van opvoeding meegegeven maar tevens door middel van oplegging. Een mens wordt tijdens zijn leven niet enkel beknot in zijn doen en laten maar wordt beïnvloedt in zijn gedachten en morele overtuigingen. Er zijn twee manieren waarop het Gentse stadsbestuur danszalen probeert te controleren, ofwel door middel van politiereglementen ofwel door middel van belastingen. We bekijken beide vormen van dichtbij. Politiereglementen Op 26 december 1927 vaardigt het College van Burgemeester en Schepenen van Gent een nieuw politiereglement voor danszalen en danspartijen uit 303. Het vorige reglement dateert van 27 maart Het besluit luidt als volgt 304 : Artikel 1: Het is verboden danszalen te openen of te houden zonder voorafgaande machtiging van den heer Burgemeester. Worden als danszalen beschouwd, alle lokalen waar op bepaalde, door het publiek bekende dagen en uren, danspartijen worden ingericht bij middel van orkest, jazzband of orgel. Het is tevens verboden zonder zelfde machtiging te laten dansen in gewone herbergen, d.i. deze waar bij middel eener piano, orchestrion of soortgelijk muziekspeeltuig, op onregelmatige tijdstippen van den dag en slechts bij tusschenpozen wordt gedanst; of danspartijen in te richten in welkdanige andere lokalen. Deze machtigingen kunnen altijd ingetrokken en zullen alle maanden moeten vernieuwd worden. Er zal geene nieuwe machtiging toegestaan worden zoo de taks op de danspartijen van der voorgaande 302 Marc Reynebeau, Mensen zonder eigenschappen, in: R. Gobyn en W. Spriet, De jaren dertig in België: de massa in verleiding, Brussel, Ludion, pp Provinciaal Archief Oost-Vlaanderen, Politieverordeningen, dossier 2/8985/ Provinciaal Archief Oost-Vlaanderen, Politieverordeningen, dossier 2/8985/5. 99

101 maand niet werd betaald. Te dien einde zal de aanvrager het door den stadsontvanger verleende kwijtschrift overleggen. Artikel 2: Iedere persoon die gemachtigd wordt openbare danspartijen in te richten, zal deze moeten doen staken, de Zon- en Feestdagen te middernacht, en de werkdagen te 11 ure s avonds. De uren dat de danszalen mogen openblijven, zullen tijdelijk kunnen verlengd worden bij bijzondere besluiten van den Burgemeester, ter gelegenheid der Gentsche feesten, Karnaval of andere buitengewone feestelijkheden. Artikel 3: Zoo er nog gedanst wordt na het uur bepaald voor het sluiten der danszalen of eindigen der danspartijen, zal de policie proces-verbaal opmaken tegen de personen die er nog zouden laten dansen, alsook tegen diegenen die er nog zouden dansen. Artikel 4: De overtreders van voorgaande artikels zullen gestraft worden met de straffen van enkele policie. Foto 28 Uitreksel van een aanplakbrief van 26 december Provinciaal Archief Oost-Vlaanderen, Politieverordeningen, 2/8985/5. 100

102 Dit politiereglement bezorgt ons de indruk dat dancings strikt gereglementeerd waren. Artikel één biedt ons een duidelijke definitie van wat de stad Gent precies onder een danszaal verstaat. Om verwarring uit de weg te gaan, wordt het verschil tussen een dancing met orgel, orkest of jazzband, waar het reglementair was danspartijen te houden, en een herberg met een piano of orchestrion waar af en toe, onaangekondigd, gedanst werd, duidelijk gemaakt. Voorts komen we te weten, dat geen enkele dancing open is, zonder dat de burgemeester hiervan op de hoogte is. Indien de uitbater zijn belastingen niet betaald heeft, dreigt hij zijn vergunning te verliezen. Dit reglement stelt duidelijk vast tot welk uur men op welbepaalde dagen mag dansen. Volgens artikel twee mag men op zon- en feestdagen tot middernacht dansen en tijdens de werkdagen tot elf uur s avonds. We vragen ons af waarom dat Le Perroquet toestemming vraagt om open te blijven tot drie uur s nachts? Dancings mogen volgens artikel twee op speciale gelegenheden als Carnaval of Gentse Feesten wel langer openblijven. Dit reglement wordt zeven jaar vroeger op de zitting van de gemeenteraad van 14 juni 1920 ook al besproken 306. De artikels uit 1927 wijken nauwelijks af van die uit Op inhoudelijk vlak spreken beide reglementen over hetzelfde, maar in de loop van de jaren worden ze wel uitgebreid. Artikel één is in 1920 nog vrij basaal terwijl in 1927 al vrij diep wordt ingegaan op de muziekverzorging van een dancing. Uit het bovenstaande reglement valt een bepaalde stedelijke houding af te leiden. De stad Gent tolereert dancings. Danszalen en danspartijen mogen bestaan, maar onder strikte regels. Ze tracht de wildgroei aan dancings in te perken. Ze beperkt de openingsuren zodat om goed weten tot wanneer men overal danst. Het stadsbestuur dreigt met sancties indien dit reglement niet wordt nageleefd. Uit een ander politiereglement uit 1945 merken we voor het eerst op dat er vermelding wordt gemaakt van een leeftijdsgrens 307. Op 2 juli 1945 beslist de Gentse gemeenteraad dat de toegang tot danszalen, openbare bals en andere attractieinrichtingen verboden wordt aan minderjarigen beneden 18 jaar 308. Dit is opmerkelijk sinds we in geen enkel ander document een dergelijke regel hebben gezien. Geen enkele van onze respondenten herinnert zich dat ze een bepaalde minimumleeftijd moesten hebben. Enkele respondenten merken wel op dat men in de loop van de tijd strenger is geworden op vlak van minimumleeftijd. M.V.G. herinnert zich nog dat er gecontroleerd werd op de ouderdom van de dansers: Maar in mindere mate 306 Stadsarchief Gent, Gemeentebladen Gent, zitting 14 juni Provinciaal Archief Oost-Vlaanderen, Politieverordeningen, dossier 2/9590/ Provinciaal Archief Oost-Vlaanderen, Politieverordeningen, dossier 2/9590/

103 voor de oorlog [WO II] dan na de oorlog. Na de oorlog is de controle groter geworden doordat men vroeger ging dansen, al op jaar 309. Belastingen De stad Gent heft op twee verschillende manieren belastingen op dancings en danspartijen. Zoals verwacht worden uitbaters belast voor het openhouden van een dancing, maar ook bezoekers worden belast omdat ze uitgaan. Tijdens ons onderzoek vinden we verschillende sporen van belastingen op de uitgaande bevolking terug, waarvan de verste teruggaat tot in Hoewel de beslissing uit 1916 stamt, bemerken we dat deze regel, weliswaar in veranderende vorm, steeds opnieuw aangepast opduikt tijdens het interbellum. De beraadslaging vindt plaats op 15 maart Op 5 januari 1917 wordt deze maatregel op een aanplakbrief openbaar gemaakt 310. Het College der schepenen van Gent, onder leiding van Schepen van financiën Edward Anseele, komt samen om de bijzondere taks op den toegang in de lokalen waar feesten en vermakelijkheden ingericht worden te bespreken en goed te keuren. Het College wil een taks heffen op de toegangskaarten die uitbaters verkopen, om zo rechtstreeks de personen te treffen die zich willen vermaken en er de financiële middelen toe hebben. De schepenen geloven niet, zoals sommigen wel beweren, dat de inrichters of ondernemers van schouwspelen op onrechstreeksche wijze zullen getroffen en in hunne belangen benadeeld worden 311. De belasting van de uitbaters wordt immers niet verhoogd, enkel die van de bezoekers. De schepenen geloven niet dat dancings minder bezoekers zullen tellen: De taks is evenmin van aard om hunne gestichten te doen verlaten: degenen die zich willen vermaken zullen zich geen plezier ontzeggen voor zoo eene geringe vermeerdering van uitgaven 312. De stad Gent wilt vijf centiemen heffen op plaatsen die tot vijftig centiemen kosten, tien centiemen op een plaats die tot één frank kost en vijftien centiemen op een ticket dat duurder is dan één frank. Indien de vermakelijkheden volledig gratis zijn, dan moet deze belasting niet betaald worden. Maar dan mogen noch de uitbaters, noch de organisatoren de bezoekers verplichten tot een aankoop van bijvoorbeeld drank of drukwerk. Indien dit wel het geval is, dan zal elke bezoeker vijftien cent belasting betalen aan de ingang. Op 5 juli 1924 wordt deze taksverordening aangepast 313. De toegangsprijs is beduidend gestegen en men 309 Interview 7: De Winter Wim en respondent M.V.G. 310 Provinciaal Archief Oost-Vlaanderen, Politieverordeningen, dossier 2/ / Provinciaal Archief Oost-Vlaanderen, Politieverordeningen, dossier 2/ / Provinciaal Archief Oost-Vlaanderen, Politieverordeningen, dossier 2/ / Provinciaal Archief Oost-Vlaanderen, Politieverordeningen, dossier 0/881/4. 102

104 breidt de belasting uit. Ook de straffen op ontduiking worden duidelijker beschreven. Al bij al blijft het principe gelijk maar worden de artikels uitvoeriger. Foto 29: Uitreksel van een taksverordening Provinciaal Archief Oost-Vlaanderen, Politieverordeningen, dossier 0/881/4. 103

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen,

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen, Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen, Afgelopen maandag hebben we met de deelnemers van de kring Eigentijds Bijbellezen Paasverhalen gelezen. Vier verhalen van de opstanding, verteld door

Nadere informatie

Van mij. Een gezicht is geen muur. Jan Bransen, Universiteit Utrecht

Van mij. Een gezicht is geen muur. Jan Bransen, Universiteit Utrecht [Gepubliceerd in Erik Heijerman & Paul Wouters (red.) Praktische Filosofie. Utrecht: TELEAC/NOT, 1997, pp. 117-119.] Van mij Een gezicht is geen muur Jan Bransen, Universiteit Utrecht Wij hechten veel

Nadere informatie

F r a n c i s c u s. v a n. Leven met aandacht. w e g D e. Erfgoed Congregatie Zusters Franciscanessen van Oirschot

F r a n c i s c u s. v a n. Leven met aandacht. w e g D e. Erfgoed Congregatie Zusters Franciscanessen van Oirschot Leven met aandacht Erfgoed Congregatie Zusters Franciscanessen van Oirschot w e g D e v a n F r a n c i s c u s 2 Leven met aandacht Inhoud 1 De weg van Franciscus 9 2 De oprichting van de congregatie

Nadere informatie

Wij zijn Kai & Charis van de Super Student en wij geven studenten zin in de toekomst.

Wij zijn Kai & Charis van de Super Student en wij geven studenten zin in de toekomst. Hallo, Wij zijn Kai & Charis van de Super Student en wij geven studenten zin in de toekomst. Dat is namelijk helemaal niet zo makkelijk. Veel studenten weten nog niet precies wat ze willen en hoe ze dat

Nadere informatie

IN EEN HUIS IN GEMENGDE HOEVESTIJL

IN EEN HUIS IN GEMENGDE HOEVESTIJL I N T E R I E U R W Wonen op de Windrichtingen IN EEN HUIS IN GEMENGDE HOEVESTIJL Tekst: ANNEMIE WILLEMSE Foto s: JAN VERLINDE 22 TIJDLOOS TIJDLOOS 23 Na een zoektocht naar de ideale bouwgrond, gingen

Nadere informatie

Maandblad van het Religieus Genootschap der Vrienden (Quakers) www.quakers.nu 85e jaargang nr. 7 Juli/Augustus 2014

Maandblad van het Religieus Genootschap der Vrienden (Quakers) www.quakers.nu 85e jaargang nr. 7 Juli/Augustus 2014 Maandblad van het Religieus Genootschap der Vrienden (Quakers) www.quakers.nu 85e jaargang nr. 7 Juli/Augustus 2014 Groepsfoto van de Nederlandse Jaarvergadering op zondag 18 mei 14 Kees Nieuwerth vertelt

Nadere informatie

Ouderbetrokkenheid: interviewschema

Ouderbetrokkenheid: interviewschema Ouderbetrokkenheid: interviewschema Contactinformatie: Prof. dr. Johan van Braak, Lien Ghysens en Ruben Vanderlinde Vakgroep Onderwijskunde Universiteit Gent Inleiding Met dit interview willen we meer

Nadere informatie

GELIJKE KANSEN IN BELGIË HISTORISCH ONDERZOEK

GELIJKE KANSEN IN BELGIË HISTORISCH ONDERZOEK GELIJKE KANSEN IN BELGIË HISTORISCH ONDERZOEK 1. TOELICHTING Tijdens het bezoek aan de Democratiefabriek hebben jullie kunnen vaststellen dat bepaalde elementen essentieel zijn om tot democratie te komen.

Nadere informatie

REPORTAGE MET KLASSIEKE CHARME

REPORTAGE MET KLASSIEKE CHARME REPORTAGE Huis MET KLASSIEKE CHARME Met oprecht respect voor oude materialen, stijlen en tradities kun je schitterende, hedendaagse projecten realiseren. Dat is wat het trendsettende bouwbedrijf Vlassak-Verhulst

Nadere informatie

FOTOGRAFIEPROJECT Enkele ideeën, puur ter inspiratie

FOTOGRAFIEPROJECT Enkele ideeën, puur ter inspiratie FOTOGRAFIEPROJECT Enkele ideeën, puur ter inspiratie BASISOPDRACHT (uit te voeren door alle leeftijden en zonder voorkennis / uitleg vooraf) 1. Kies een foto die je mooi / interessant vindt. Waarom vind

Nadere informatie

PVA AFSTUDEERPROJECT BRITTA ZIMMERMAN 2015

PVA AFSTUDEERPROJECT BRITTA ZIMMERMAN 2015 PVA AFSTUDEERPROJECT BRITTA ZIMMERMAN 2015 H1 AANLEIDING WAT IS MIJN IDENTITEIT? Geboren uit een combinatie van een Indonesische vader en een Nederlandse moeder, ben ik al sinds kleins af aan bezig geweest

Nadere informatie

6.1 De Net Promoter Score voor de Publieke Sector

6.1 De Net Promoter Score voor de Publieke Sector 6.1 De Net Promoter Score voor de Publieke Sector Hoe kun je dienstverleners het beste betrekken bij klantonderzoek? Ik ben de afgelopen jaren onder de indruk geraakt van een specifieke vorm van 3 e generatie

Nadere informatie

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind MEE Nederland Raad en daad voor iedereen met een beperking Moeilijk lerend Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind Moeilijk lerend Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind Inhoudsopgave

Nadere informatie

Lisa Van Damme. Ik hou ervan om het juiste moment af te wachten!

Lisa Van Damme. Ik hou ervan om het juiste moment af te wachten! 2 portfolio Lisa Van Damme Lisa Van Damme begon, geïnspireerd door sociaal geëngageerde fotografen, op 17-jarige leeftijd aan een studie fotografie. Voor haar is fotografie meer dan een doel; het is eerst

Nadere informatie

Handreiking bij een spirituele zoektocht.

Handreiking bij een spirituele zoektocht. Handreiking bij een spirituele zoektocht. Deze handreiking hoort bij: Oud- en nieuw- katholiek. De spirituele zoektocht van die andere katholieken. Door Joris Vercammen. Valkhof pers 2011. Het boek is

Nadere informatie

Netje is een meid! Vrolijke meid, uit een vissersdorp!

Netje is een meid! Vrolijke meid, uit een vissersdorp! Netje is een meid! Vrolijke meid, uit een vissersdorp! Haring! Verse haring! Wie maakt me los! Ik heb verse haring! Ha... ja, nou heb ik jullie aandacht, hè? Sorry, ik ben uitverkocht. Vandaag geen haring

Nadere informatie

Bepaal eerst de probleemstelling of hoofdvraag

Bepaal eerst de probleemstelling of hoofdvraag Bepaal eerst de probleemstelling of hoofdvraag De probleemstelling is eigenlijk het centrum waar het werkstuk om draait. Het is een precieze formulering van het onderwerp dat je onderzoekt. Omdat de probleemstelling

Nadere informatie

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze. 2015 Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou!

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze. 2015 Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou! DEEL 1 1 WERKBOEK 5 Eigen keuze Inhoud 2 1. Hoe zit het met je keuzes? 3 2. Hoe stap je uit je automatische piloot? 7 3. Juiste keuzes maken doe je met 3 vragen 9 4. Vervolg & afronding 11 1. Hoe zit het

Nadere informatie

FACTS & FIGURES Bioscoopbezoek Mathijs De Baere

FACTS & FIGURES Bioscoopbezoek Mathijs De Baere Inleiding Al begin 20ste eeuw opende de eerste bioscopen hun deuren in België en midden de jaren twintig van de 20 e eeuw telde België al meer dan 1000 bioscopen (Convents, 2007; Biltereyst & Meers, 2007)

Nadere informatie

Familie aan tafel. Een werkvorm voor individuele coaching of intervisie.

Familie aan tafel. Een werkvorm voor individuele coaching of intervisie. Familie aan tafel. Een werkvorm voor individuele coaching of intervisie. De cliënt krijgt een groot vel papier en kleurkrijt. De opdracht is: Teken je gezin van herkomst rond de etenstafel. Een werkvorm

Nadere informatie

Welkom, Gezien de kritiek gisteren uit de krantenwereld doen we het als NOS kennelijk nog niet zo slecht. Wellicht zelfs wel iets te goed. Althans in de ogen van sommigen. Ik heb nieuws voor jullie. We

Nadere informatie

Jolan. Jolanda Omvlee (42),

Jolan. Jolanda Omvlee (42), Jolan Jolanda Omvlee (42), getrouwd met Ron (48), moeder van Lise (10) en Emmely (6) is directeur van Compassion. Ze geeft leiding aan 38 personen, haar contacten gaan internationaal. 22 tekst Wieteke

Nadere informatie

Coffeeshop in de buurt Ervaringen van direct omwonenden

Coffeeshop in de buurt Ervaringen van direct omwonenden Coffeeshop in de buurt Ervaringen van direct omwonenden De gemeente Dordrecht zet zich in om overlast in het algemeen, en van coffeeshops in het bijzonder, te verminderen. Dordrecht telt in totaal acht

Nadere informatie

Dierbaren lezer. den Muzenmeester. Ik, den Muzenmeester, voel mijn einde naderen en schrijf daarom mijn testament.

Dierbaren lezer. den Muzenmeester. Ik, den Muzenmeester, voel mijn einde naderen en schrijf daarom mijn testament. Dierbaren lezer Ik, den Muzenmeester, voel mijn einde naderen en schrijf daarom mijn testament. Voor ik dezen stoffigen wereld verlaat, wil ik u mijnen schat toevertrouwen. Heel mijn leven heb ik mijne

Nadere informatie

Gedragscode. Gewoon goed doen

Gedragscode. Gewoon goed doen Gedragscode Gewoon goed doen 2 Inhoudsopgave pagina 1. Missie, ambitie en kernwaarden 4 2. Gewoon goed doen 5 3. Waarom een gedragscode? 6 4. Omgaan met de patiënt/klant: respectvol en gastvrij 7 5. Professioneel

Nadere informatie

Koninklijke Bibliotheek van België EDUCATIEVE DIENST

Koninklijke Bibliotheek van België EDUCATIEVE DIENST Koninklijke Bibliotheek van België EDUCATIEVE DIENST INTRO No furniture so charming as books, verkondigde de Engelse schrijver Sydney Smith twee eeuwen geleden. Boeken hebben we in de Koninklijke Bibliotheek

Nadere informatie

18 DECEMBER 2008: Besluit project Atalanta ( project dierenpark / centrum / theater)

18 DECEMBER 2008: Besluit project Atalanta ( project dierenpark / centrum / theater) 18 DECEMBER 2008: Besluit project Atalanta ( project dierenpark / centrum / theater) Bijdrage 1 e termijn Voorzitter, Hoe staat de DOP tegenover het project dierenpark / centrum / theater? Wij zouden er

Nadere informatie

Sollicitatiegesprekken volgens de STAR methode

Sollicitatiegesprekken volgens de STAR methode Sollicitatiegesprekken volgens de STAR methode Tijdens sollicitatiegesprekken wil je zo snel en zo goed mogelijk een kandidaat voor een openstaande functie selecteren. De STAR vragenmethode is een gedegen

Nadere informatie

snapshots uit onderzoek naar seksuele en reproductieve gezondheid

snapshots uit onderzoek naar seksuele en reproductieve gezondheid snapshots uit onderzoek naar seksuele en reproductieve gezondheid 2 Freedom can not be achieved unless the women have been emancipated form all forms of oppression. Nelson Mandela Beste lezer, Met trots

Nadere informatie

Openingsgebeden INHOUD

Openingsgebeden INHOUD Openingsgebeden De schuldbelijdenis herzien Openingsgebeden algemeen Openingsgebeden voor kinderen Openingsgebeden voor jongeren INHOUD De schuldbelijdenis herzien De schuldbelijdenis heeft in de openingsritus

Nadere informatie

Elk seizoen een nieuw interieur

Elk seizoen een nieuw interieur 52 Stijlvol Wonen B i n n e n k i j k e n Elk seizoen een nieuw interieur De kans dat Anke en Geert ooit uitgekeken raken op hun interieur, is wel heel erg klein. De inrichting wordt namelijk regelmatig

Nadere informatie

Gezellige eenheid met speelse variatie

Gezellige eenheid met speelse variatie 130 Gezellige eenheid met speelse variatie Spelen met ruimtes, hoogtes en materialen is een gedurfde keuze die de nodige dosis lef vereist, maar als de stap daadwerkelijk gezet is, kan dat uitmonden in

Nadere informatie

Preek Psalm 78:1-8 20 september 2015 In het spoor van Opening winterwerk Spiegelbeeld I

Preek Psalm 78:1-8 20 september 2015 In het spoor van Opening winterwerk Spiegelbeeld I Preek Gemeente van Christus, De mooiste dingen in het leven kun je niet als erfernis wegschenken Let er maar eens op. De belangrijkste dingen zijn geen erfstuk. Zeker, je kunt mooie spulletjes erven. Of

Nadere informatie

Waarom doet Hij dat zo? Om de diepste bedoeling van Gods geboden aan te geven. Daar kom ik straks op terug. Hij geeft in de Bergrede de beloften en

Waarom doet Hij dat zo? Om de diepste bedoeling van Gods geboden aan te geven. Daar kom ik straks op terug. Hij geeft in de Bergrede de beloften en 1 De Bijbel open 2013 5 (02-02) Vandaag bespreken we een vraag over de betekenis van de Wet die God aan Israel gaf voor de christelijke gemeente van het Nieuwe Testament en dus voor ons. Is het zo dat

Nadere informatie

Allemaal in ontwikkeling. Door: Rieke Veurink / Fotografie: Kees Winkelman

Allemaal in ontwikkeling. Door: Rieke Veurink / Fotografie: Kees Winkelman Permanente educatie in Smallingerland Allemaal in ontwikkeling Door: Rieke Veurink / Fotografie: Kees Winkelman Van cursussen professioneel Engels, kennis opdoen bij een andere afdeling tot vierjarige

Nadere informatie

DE FAMILIE VAN LOON 130 _

DE FAMILIE VAN LOON 130 _ DE FAMILIE VAN LOON Mooi idee: je familie en huis jarenlang laten portretteren door schilders en fotografen. De roemrijke familie Van Loon uit Amsterdam deed dat. De indrukwekkende stapel familieportretten

Nadere informatie

Terug naar de basiswaarden M A G A Z I N E. In financiële advisering past geen dubbele moraal. FFP-Verkiezingsdebat

Terug naar de basiswaarden M A G A Z I N E. In financiële advisering past geen dubbele moraal. FFP-Verkiezingsdebat J A A R G A N G 6 N U M M E R 2 J U N I 2 0 1 0 M A G A Z I N E In financiële advisering past geen dubbele moraal FFP-Verkiezingsdebat Integraal advies nader verankeren in gedragscode Terug naar de basiswaarden

Nadere informatie

ART/MEDIA & ME AUTOBIOTIC SELFIE DOCUMENT

ART/MEDIA & ME AUTOBIOTIC SELFIE DOCUMENT ART/MEDIA & ME AUTOBIOTIC SELFIE DOCUMENT Gwen Bergers G&I1A 3009429 19.11.15 Project docenten: Saskia Freeke, Sonja van Vuuren, Martin Lacet & John Hennequin Art/Media & Me Autobiotic Selfie Voor de lessen

Nadere informatie

Tevredenheid bij bezoekers van infokantoren

Tevredenheid bij bezoekers van infokantoren Tevredenheid bij bezoekers van infokantoren Regionale infokantoren algemene resultaten Onderzoek uitgevoerd door Guidea in samenwerking met Toerisme Vlaanderen 1 Doelstellingen en Methodologie 3 1 Achtergrond

Nadere informatie

De punt op de i van de restauratie

De punt op de i van de restauratie Gerlof van der Veen De punt op de i van de restauratie Op zoek naar historische eenheid in hedendaagse verscheidenheid Aan de markten in Zutphen vormen de afzonderlijke gevels met elkaar een beschermd

Nadere informatie

Training interviewen Communicatie jaar 1 2010, periode 1, week 4

Training interviewen Communicatie jaar 1 2010, periode 1, week 4 Training interviewen Communicatie jaar 1 2010, periode 1, week 4 Welk interview observeer je? Soort interview: Radio Datum interview: 20-09-2010 Interviewer(s): Frenk van der Linden Geïnterviewde: Rudolf

Nadere informatie

DISCIPELSCHAP BIJBELSTUDIE VGSU BLOK

DISCIPELSCHAP BIJBELSTUDIE VGSU BLOK DISCIPELSCHAP BIJBELSTUDIE VGSU BLOK 4 2010-2011 INHOUD Inleiding... 5 Avond 1... 6 Avond 2... 8 Avond 3... 10 Avond 4... 12 3 4 INLEIDING Een ieder die niet zijn kruis draagt en achter Mij aankomt, die

Nadere informatie

VIEREN DOOR/VOOR JONGEREN

VIEREN DOOR/VOOR JONGEREN VIEREN DOOR/VOOR JONGEREN VOORBEDE Soms moeten gebeurtenissen en dingen met naam worden genoemd. Soms moet je de dingen meer openlaten, opdat iedereen zijn eigen ervaringen erin kan herkennen. De voorbede

Nadere informatie

Oefening 2: Lichtplan

Oefening 2: Lichtplan EERSTE JAAR BACHELOR IN DE MAKELAARDIJ Oefening 2: Lichtplan LAMBRECHTS GWENDOLIEN STEDELIJKE ONTWIKKELING EN WOONBELEID LECTOR: JANSSENS DIETER ACADEMIEJAAR 2014-2015 Gent is absoluut een pionier in Vlaanderen,

Nadere informatie

De VrijBaan Vragenlijst (specifiek voor iemand die geen werk heeft)

De VrijBaan Vragenlijst (specifiek voor iemand die geen werk heeft) De VrijBaan Vragenlijst (specifiek voor iemand die geen werk heeft) Inleiding Veel mensen ervaren moeilijkheden om werk te vinden te behouden, of van baan / functie te veranderen. Beperkingen, bijvoorbeeld

Nadere informatie

HC zd. 22 nr. 32. dia 1

HC zd. 22 nr. 32. dia 1 HC zd. 22 nr. 32 een spannend onderwerp als dit niet waar is, valt alles duigen of zoals Paulus het zegt in 1 Kor. 15 : 19 als wij alleen voor dit leven op Christus hopen zijn wij de beklagenswaardigste

Nadere informatie

Een nieuwe bank. Lesvoorbereiding Crisis graad 2. Verwondering

Een nieuwe bank. Lesvoorbereiding Crisis graad 2. Verwondering Een nieuwe bank Lesvoorbereiding Crisis graad 2 Voorzie speelgoed - geld, echte kleine muntstukken of print het blad met de centen. Op elk blad staan 100 centen in rijen van 10. Zo kan je gemakkelijk het

Nadere informatie

Tentoonstelling Vakantiekolonies aan de Belgische kust (1887-1980) 10 april 2012-2 mei 2012. Lakenhalle, Scholenstraat 4, 3290 Diest

Tentoonstelling Vakantiekolonies aan de Belgische kust (1887-1980) 10 april 2012-2 mei 2012. Lakenhalle, Scholenstraat 4, 3290 Diest Tentoonstelling Vakantiekolonies aan de Belgische kust (1887-1980) 10 april 2012-2 mei 2012 Lakenhalle, Scholenstraat 4, 3290 Diest Vakantiekolonies aan de Belgische kust (1887-1980) Wie herinnert zich

Nadere informatie

JUST BE YOU.NL. Het mooiste wat je kunt worden is jezelf! 23 tips voor direct meer zelfvertrouwen. Marian Palsgraaf - www.justbeyou.

JUST BE YOU.NL. Het mooiste wat je kunt worden is jezelf! 23 tips voor direct meer zelfvertrouwen. Marian Palsgraaf - www.justbeyou. JUST BE YOU.NL Het mooiste wat je kunt worden is jezelf! 23 tips voor direct meer zelfvertrouwen Marian Palsgraaf - www.justbeyou.nl Het mooiste wat je kunt worden is jezelf. Mijn passie is mensen te helpen

Nadere informatie

Versterking in de zoektocht?

Versterking in de zoektocht? Contact: bram@co-searching.be In oktober 2016 rondden we onze online bevraging bij (ex-)deelnemers af. In deze bevraging gingen we na hoe zij de workshops van Co-Searching hebben ervaren. 37 deelnemers

Nadere informatie

EEN ZAMBIAANSE SPIEGEL

EEN ZAMBIAANSE SPIEGEL 26 EEN ZAMBIAANSE SPIEGEL Marike Spruyt - de Kloe / Willemieke Reijnoudt De grootste kracht van christelijk onderwijs is dat het bijdraagt aan karakterverandering. Op onze school komen kinderen uit arme

Nadere informatie

WERVINGSCIRKEL. De juiste persoon op de juiste plaats

WERVINGSCIRKEL. De juiste persoon op de juiste plaats WERVINGSCIRKEL De juiste persoon op de juiste plaats Werving gaat om het aantrekken van vrijwilligers die passen bij de organisatie en bij de taken die ze gaan uitvoeren. Kort samengevat: de juiste persoon

Nadere informatie

Inleiding op het lespakket. Blz. 3. Het verhaal van Musa Blz. 4. Even voorstellen, Inleiding op Musa in de klas. Blz. 5

Inleiding op het lespakket. Blz. 3. Het verhaal van Musa Blz. 4. Even voorstellen, Inleiding op Musa in de klas. Blz. 5 Musa Inhoud Inleiding op het lespakket. Blz. 3 Het verhaal van Musa Blz. 4 Even voorstellen, Inleiding op Musa in de klas. Blz. 5 Het koffertje ontdekken. Blz. 6 en 7 Inhoud koffertje. Blz. 8 en 9 2 Inleiding

Nadere informatie

Vraag aan de zee. Vraag aan de tijd. wk 3. wk 2

Vraag aan de zee. Vraag aan de tijd. wk 3. wk 2 Bladzijde negen, Bladzijde tien, Krijg ik het wel ooit te zien? Ander hoofdstuk, Nieuw begin.. Maar niets, Weer dicht, Het heeft geen zin. Dan probeer ik achterin dat dikke boek. Dat ik daar niet vaker

Nadere informatie

De symfonie. Welke symfonie hoor je? Schrijf de juiste volgorde in de kaders bij de cd-hoezen.

De symfonie. Welke symfonie hoor je? Schrijf de juiste volgorde in de kaders bij de cd-hoezen. De symfonie Welke symfonie hoor je? Schrijf de juiste volgorde in de kaders bij de cd-hoezen. Welke van deze symfonieën spreekt je het meest aan en waarom? Welke van deze symfonieën spreekt je het minst

Nadere informatie

Hoop is niet hetzelfde als optimisme.

Hoop is niet hetzelfde als optimisme. Zondag 27 maart 2016 Pasen verkondiging Maartenskerk Johannes 20, 1-18 Teun Kruijswijk Jansen I Ze hadden zich er al helemaal bij neergelegd, ze hadden er vrede mee: met de dood van Jezus. Misschien was

Nadere informatie

Onderzoek naar de huisstijl en het logo van het Museum voor Natuurwetenschappen. door Valerie Konings

Onderzoek naar de huisstijl en het logo van het Museum voor Natuurwetenschappen. door Valerie Konings Onderzoek naar de huisstijl en het logo van het Museum voor Natuurwetenschappen door Valerie Konings 0 Dankwoord Eerst en vooral zou ik Yannick Siebens willen bedanken, voor de kansen die ik kreeg tijdens

Nadere informatie

De renaissance!! Waarschijnlijk heb je al eens van deze term gehoord bij het bezoeken van museums of tijdens lessen geschiedenis.!

De renaissance!! Waarschijnlijk heb je al eens van deze term gehoord bij het bezoeken van museums of tijdens lessen geschiedenis.! De renaissance Waarschijnlijk heb je al eens van deze term gehoord bij het bezoeken van museums of tijdens lessen geschiedenis. Deze term betekent letterlijk de wedergeboorte, en is een kunststroming uit

Nadere informatie

Stageverslag Michaël Deslypere

Stageverslag Michaël Deslypere Stageverslag Michaël Deslypere MANPOWER Stagementor: Valerie Milissen Stagebegeleider: Pieterjan Bonne 2 Inhoudsopgave 1.Voorwoord... 3 2.Situering/voorstelling van de stageplaats... 4 3.Beschrijving van

Nadere informatie

Wiskunde en creativiteit

Wiskunde en creativiteit Wiskunde en creativiteit Tom Verhoeff Al op de kleuterschool kreeg ik mijn bedenkingen bij de manier waarop het onderwijs omgaat met creativiteit. Creativiteit kwam toen niet verder dan de (door juffen

Nadere informatie

E-PAPER. Drie praktische tips om je werk als apothekersassistent(e) leuker te maken!

E-PAPER. Drie praktische tips om je werk als apothekersassistent(e) leuker te maken! Dé expert in praktische apotheektrainingen E-PAPER Drie praktische tips om je werk als apothekersassistent(e) leuker te maken! 1 Inhoudsopgave De cliënt en ik 3 Weet jij nog waarom je in de apotheek wilde

Nadere informatie

Rapportage Open Dag Evaluatie - Landelijk Voortgezet Onderwijs. Maart 2012

Rapportage Open Dag Evaluatie - Landelijk Voortgezet Onderwijs. Maart 2012 Rapportage Open Dag Evaluatie - Landelijk Voortgezet Onderwijs Maart 2012 Scholen met Succes Postbus 3386 2001 DJ Haarlem info@scholenmetsucces.nl tel: 023 534 11 58 Rapportage Open Dag Evaluatie - Landelijk

Nadere informatie

Visueel Fotoclub Lichtaart

Visueel Fotoclub Lichtaart Club in de kijker 21 Visueel Fotoclub Lichtaart Op een warme herfstdag net voor Allerheiligen bezoek ik het salon van Fotoclub Visueel Lichtaart. Ik kom eerst terecht in wat de club de alternatieve ruimte

Nadere informatie

PERSTEKST HUIS VAN ALIJN MUSEUM VAN HET DAGELIJKS LEVEN

PERSTEKST HUIS VAN ALIJN MUSEUM VAN HET DAGELIJKS LEVEN ROOK PERSTEKST HUIS VAN ALIJN MUSEUM VAN HET DAGELIJKS LEVEN EXPO ROOK Roken in veranderende tijden in beeld. Een historisch kader voor de actualiteit. In unieke voorwerpen, archiefbeelden, foto s en bewegend

Nadere informatie

http://toelatingsexamen.110mb.com

http://toelatingsexamen.110mb.com Arts-patiëntgesprek Dit onderdeel bestaat uit meerkeuzevragen met 4 antwoordmogelijkheden, waarvan je er meestal al meteen 2 kan elimineren omdat ze te extreem zijn. Je moet eigenlijk op je gevoel afgaan

Nadere informatie

Beste leerkracht, Concept

Beste leerkracht, Concept Beste leerkracht, In deze handleiding vindt U alle informatie over de stadswandeling doorheen het historisch centrum van Antwerpen die we ontwikkeld hebben in het kader van het project Rockox feest!. Concept

Nadere informatie

De Budget Ster: omgaan met je schulden

De Budget Ster: omgaan met je schulden De Budget Ster: omgaan met je schulden Budget Ster Copyright EffectenSter BV 2014 Budget Ster MOTIVATIE EN VERANTWOORDELIJKHEID STRESS DOOR SCHULDEN BASISVAARDIGHEDEN STABILITEIT FINANCIEEL ADMINISTRATIEVE

Nadere informatie

De Joodse identiteit is geen vast gegeven 1

De Joodse identiteit is geen vast gegeven 1 De Joodse identiteit is geen vast gegeven 1 In Joodse kring is de schijf van vijf een bekend model om de eigen identiteit te bespreken en vorm te geven. Maar het kan daarbij ook verkeerd gaan. IDO ABRAM

Nadere informatie

Doet je buurt bruisen.

Doet je buurt bruisen. Doet je buurt bruisen. Gratis tool Organiseer op www.planidoo.be Samen. Sneller. Beter. 1 Een event in je straat, dorp, gemeente of stad? Gratis tool Ben je een vat vol wervelende ideeën voor toffe activiteiten

Nadere informatie

Leuke dingen in de zomervakantie

Leuke dingen in de zomervakantie Leuke dingen in de zomervakantie bij jou in de wereld buurt! Deze zomervakantie hoef jij je niet te vervelen want er zijn weer leuke dingen te doen. Wat dacht je van Dansend de wereld rond, Schotse Highland

Nadere informatie

Werken in een andere sector of branche: iets voor u?

Werken in een andere sector of branche: iets voor u? Werken in een andere sector of branche: iets voor u? Uw hele loopbaan blijven werken in dezelfde sector of branche? Voor veel werknemers is het bijna vanzelfsprekend om te blijven werken in de sector of

Nadere informatie

Hans van Rooij VERSTAG

Hans van Rooij VERSTAG Hans van Rooij VERSTAG Colofon Eindredactie Joost Pool Redactie Boris Goddijn Vormgeving Pien Vermazeren Fotografie Boris Goddijn Beeldbewerking Pien Vermazeren Copyright en disclaimer Het overnemen van

Nadere informatie

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtonen 1) Integratiecampagne

Nadere informatie

Tekst herdenking Brabantse gesneuvelden: Wie de ogen sluit voor het verleden, is blind voor de toekomst

Tekst herdenking Brabantse gesneuvelden: Wie de ogen sluit voor het verleden, is blind voor de toekomst Tekst herdenking Brabantse gesneuvelden: Wie de ogen sluit voor het verleden, is blind voor de toekomst Dames en heren, allen hier aanwezig. Het is voor mij een grote eer hier als pas benoemde burgemeester

Nadere informatie

TIMING DOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN ONDERWIJS- EN LEERACTIVITEITEN (STRATEGIE) MEDIA EN WERKVORMEN I.

TIMING DOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN ONDERWIJS- EN LEERACTIVITEITEN (STRATEGIE) MEDIA EN WERKVORMEN I. Lesvoorbereiding TIMING DOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN ONDERWIJS- EN LEERACTIVITEITEN (STRATEGIE) MEDIA EN I. Inleiding Aanknopingsfase 9 min. Probleemstelling 1 min. De lln kunnen in eigen woorden vertellen

Nadere informatie

HC zd. 6 nr. 32. dia 1

HC zd. 6 nr. 32. dia 1 HC zd. 6 nr. 32 wie Jezus wil kennen moet de verhalen over hem lezen beschreven door Matteüs, Marcus, Lucas en Johannes terecht worden ze evangelisten genoemd ze beschrijven het evangelie ze vertellen

Nadere informatie

Waarom we een derde van ons leven missen 17. 2 Nieuwe wegen naar het innerlijke leven. Hoe de wetenschap dromen grijpbaar maakt 24

Waarom we een derde van ons leven missen 17. 2 Nieuwe wegen naar het innerlijke leven. Hoe de wetenschap dromen grijpbaar maakt 24 Inhoud inleiding Nieuw inzicht in onze dromen 11 i wat dromen zijn 1 Terugkeer naar een vergeten land Waarom we een derde van ons leven missen 17 2 Nieuwe wegen naar het innerlijke leven Hoe de wetenschap

Nadere informatie

Kerkelijk initiatief voor sociale huisvesting in Brussel

Kerkelijk initiatief voor sociale huisvesting in Brussel Kerkelijk initiatief voor sociale huisvesting in Brussel Herman COSIJNS, Adjunct van Mgr De Kesel INLEIDING De problematiek van de sociale huisvesting enerzijds en de wens van de Kerk om mee te werken

Nadere informatie

Aan de Schrans in Leeuwarden is één van de meest opvallende orthodontiepraktijken. van Noord-Nederland gevestigd. Daarin werkt

Aan de Schrans in Leeuwarden is één van de meest opvallende orthodontiepraktijken. van Noord-Nederland gevestigd. Daarin werkt Aan de Schrans in Leeuwarden is één van de meest opvallende orthodontiepraktijken van Noord-Nederland gevestigd. Daarin werkt orthodontist Daniël van der Meulen samen met veertien assistentes intensief

Nadere informatie

Geschiedenis en Staatsinrichting TL Bohemen, Houtrust, Kijkduin 2014-2015-2016

Geschiedenis en Staatsinrichting TL Bohemen, Houtrust, Kijkduin 2014-2015-2016 Schoolexamen derde leerjaar mavo (2014 2015) 1 SE1 De industriële samenleving in Nederland Het proces van industrialisatie heeft de Nederlandse samenleving ingrijpend veranderd vanaf het midden van de

Nadere informatie

HC zd. 42 nr. 31. dia 1

HC zd. 42 nr. 31. dia 1 HC zd. 42 nr. 31 weinig mensen zullen zeggen dat ze leven voor het geld geld maakt niet gelukkig toch zeggen we er graag achteraan: wel handig als je het hebt want waar leef ik voor? een christen mag zeggen:

Nadere informatie

Musical De Eendenclub verdwaalt

Musical De Eendenclub verdwaalt Pagina 1 van 9 Musical De Eendenclub verdwaalt Normale versie voor 3 typetjes (Otto/Elle/Izzi) Een eigen productie van Recrateam Zang: Leonie van Gent en Martijn Boer Stemmen op de cd-versie: Martijn Boer

Nadere informatie

Enkele vragen aan Kristin Harmel

Enkele vragen aan Kristin Harmel Enkele vragen aan Kristin Harmel Waar gaat Zolang er sterren aan de hemel staan over? Zolang er sterren aan de hemel staan gaat over Hope McKenna- Smith, eigenaresse van een bakkerij in Cape Cod. Ze komt

Nadere informatie

Marktonderzoek GDI maart 2016

Marktonderzoek GDI maart 2016 Uitgevoerd 8 t/m 31 maart 2016, onder ruim 2200 bij ons bekende adressen. Marktonderzoek GDI maart 2016 Respons: 18%, volgens deskundigen een prima respons voor dit onderzoek. 1 De resultaten samengevat:

Nadere informatie

Relaties. HDYO heeft meer informatie beschikbaar over de Ziekte van Huntington voor jongeren, ouders en professionals op onze website: www.hdyo.

Relaties. HDYO heeft meer informatie beschikbaar over de Ziekte van Huntington voor jongeren, ouders en professionals op onze website: www.hdyo. Relaties HDYO heeft meer informatie beschikbaar over de Ziekte van Huntington voor jongeren, ouders en professionals op onze website: www.hdyo.org Relaties kunnen een belangrijke rol spelen bij het omgaan

Nadere informatie

Openingstijden Stadswinkels 2008

Openingstijden Stadswinkels 2008 Openingstijden Stadswinkels 2008 Openingstijden Stadswinkels 2008 René van Duin & Maaike Dujardin Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) december 2008 In opdracht van Publiekszaken afdeling Beleid

Nadere informatie

Hieronder volgen relevante gegevens van de enquête gevoerd door het Crowdfundingplatform CATARSE.ME begin 2014.

Hieronder volgen relevante gegevens van de enquête gevoerd door het Crowdfundingplatform CATARSE.ME begin 2014. Hieronder volgen relevante gegevens van de enquête gevoerd door het Crowdfundingplatform CATARSE.ME begin 2014. Inhoud 1. Profiel deelnemend publiek 2. De enquête a. Donateurs: hun voorkeur om een project

Nadere informatie

Ervaringen Voorbeeld jouw ervaring delen? formulier

Ervaringen Voorbeeld jouw ervaring delen? formulier Ervaringen Voorbeeld jouw ervaring delen? formulier Vraag 1 Hoe heb je zielsliefde ontdekt, en ontdekte je zielsliefde het ook op dat moment? Ik ontmoette haar op mijn werk in de rookruimte. We konden

Nadere informatie

Jongeren en vrijetijdsbesteding

Jongeren en vrijetijdsbesteding s t u d i e Jongeren en vrijetijdsbesteding Jongeren en vrijetijdsbesteding OIVO, juli 2007 Agenda 1. Doelstellingen 2. Methodologie 3. De vrijetijdsbestedingen 1. Verschillen volgens leeftijd, sociale

Nadere informatie

Schooluniformen in Nederland. Het betreden van een nieuwe markt.

Schooluniformen in Nederland. Het betreden van een nieuwe markt. Schooluniformen in Nederland. Het betreden van een nieuwe markt. Executive summary Naam auteur: Els Sluis Studentennummer: 500533437 E-mailadres: sluisels@hotmail.com Soort rapport: Executive Summary Opleiding:

Nadere informatie

landelijk, licht EN eclectisch interieur

landelijk, licht EN eclectisch interieur interieur landelijk, licht EN eclectisch TEKST: ANNEMIE WILLEMSE - FOTOGRAFIE: JAN VERLINDE De bewoners van dit huis woonden eerder al in hetzelfde park. Ze waren het erover eens dat dit het leukste en

Nadere informatie

EVANGELIE. 25 ste zondag door het jaar. Bidden met het Evangelie. Bidden met dit Evangelie: zie achterzijde

EVANGELIE. 25 ste zondag door het jaar. Bidden met het Evangelie. Bidden met dit Evangelie: zie achterzijde Bidden met dit Evangelie: zie achterzijde EVNGELIE 25 ste zondag door het jaar I MTTHEÜ 20:1-16 n die tijd vertelde Jezus aan zijn leerlingen de volgende gelijkenis: Want met het koninkrijk der hemelen

Nadere informatie

Hulpproject voor begeleiding van weeskinderen en andere kwetsbare kinderen. Jaarverslag 2009

Hulpproject voor begeleiding van weeskinderen en andere kwetsbare kinderen. Jaarverslag 2009 Hulpproject voor begeleiding van weeskinderen en andere kwetsbare kinderen Jaarverslag 2009 Naam project: hulp aan weeskinderen en andere kwetsbare kinderen Periode: januari-december 2009 Locatie: Gulele,

Nadere informatie

De gelijkenis van het huis op de rots en op het zand.

De gelijkenis van het huis op de rots en op het zand. De gelijkenis van het huis op de rots en op het zand. Eerst lezen. Daarna volgen er vragen en opdrachten. Gelijkenissen Toen de Heere Jezus op aarde was, heeft Hij gelijkenissen verteld om de mensen veel

Nadere informatie

Directeur/bestuurder Peter Meijs aan het woord. Nieuwe leidinggevenden bij SDW stellen zich voor

Directeur/bestuurder Peter Meijs aan het woord. Nieuwe leidinggevenden bij SDW stellen zich voor SDWNIEUWS Informatie voor cliënten, ouders en cliëntvertegenwoordigers oktober 2010 BELANGRIJKE Informatie voor jou, lees dit blad goed! Directeur/bestuurder Peter Meijs aan het woord > Lees verder op

Nadere informatie

De mantelzorg DER LIEFDE

De mantelzorg DER LIEFDE De mantelzorg DER LIEFDE Ongeveer 3,5 miljoen Nederlanders zorgen onbetaald en langdurig voor een chronisch zieke, gehandicapte of hulpbehoevende partner of familielid. Ook op de HAN zijn veel medewerkers

Nadere informatie

Samen het leven omarmen

Samen het leven omarmen Samen het leven omarmen Amstelstraat 112 5626 BH Eindhoven - Acht T. 040-262 12 65 E. antonius@zorggroepsintmaarten.nl samen het leven omarmen Welkom. Samen het leven omarmen 03 Antonius in Acht is een

Nadere informatie

Geschiedenis en Staatsinrichting TL Bohemen, Houtrust, Kijkduin 2015-2016-2017

Geschiedenis en Staatsinrichting TL Bohemen, Houtrust, Kijkduin 2015-2016-2017 Exameneenheden geschiedenis GS/K/1 Oriëntatie op leren en werken GT GS/K/2 Basisvaardigheden GT GS/K/3 Leervaardigheden in het vak geschiedenis en staatsinrichting GT GT GS/K/4 De koloniale relatie Indonesië

Nadere informatie

DONATEUR KIEST GOEDE DOEL VANWEGE ONDERWERP EN STOPT MET STEUN VANWEGE ONTEVREDENHEID OVER GOEDE DOEL

DONATEUR KIEST GOEDE DOEL VANWEGE ONDERWERP EN STOPT MET STEUN VANWEGE ONTEVREDENHEID OVER GOEDE DOEL Meting maart 2013 Het Nederlandse Donateurspanel van WWAV wordt mede mogelijk gemaakt door het CBF en is uitgevoerd door Peil.nl DONATEUR KIEST GOEDE DOEL VANWEGE ONDERWERP EN STOPT MET STEUN VANWEGE ONTEVREDENHEID

Nadere informatie

MOMOTARO. Beste, Barbara Beel en Sarah Beel www.casablancavzw.be

MOMOTARO. Beste, Barbara Beel en Sarah Beel www.casablancavzw.be Beste, Momotaro is een eeuwenoud Japans verhaal. Het vertelt over een kleine perzikjongen en over groot geluk, over vrienden en vijanden en over hoe je samen sterk, moedig en wijs kan zijn. Het verhaal

Nadere informatie