I 179 I De nieuwe deelgeschilprocedure: de eerste oogst

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "I 179 I De nieuwe deelgeschilprocedure: de eerste oogst"

Transcriptie

1 I 179 I De nieuwe deelgeschilprocedure: de eerste oogst mr. S.J. de Groot 1 Inleiding Op 1 juli 2010 trad de Wet deelgeschilprocedure in letselen overlijdenszaken 2 in werking. Deze nieuwe wet heeft als doel om te bevorderen dat partijen er samen uitkomen in onderhandelingen, waardoor zij de gang naar de bodemrechter niet hoeven te maken. De deelgeschilregeling is een reactie op de wens die in de maatschappij (en de politiek) breed leeft om tot vereenvoudiging en versnelling van de buitengerechtelijke afhandeling van letsel- en overlijdensschade te komen. 3 De lange duur van het schaderegelingstraject wordt vaak veroorzaakt door verschil van mening over de vele vragen die beantwoord moeten worden. Naast het vaststellen van aansprakelijkheid dient ook de omvang van de schadevergoeding te worden bepaald. Dat vergt onder meer antwoord op de vraag of het letsel, dan wel het overlijden uit een bepaalde gebeurtenis is voortgevloeid en of en in welke mate de benadeelde eigen schuld had. Door de grote hoeveelheid en diversiteit aan rechtsvragen, de grote belangentegenstellingen en de veelal bestaande noodzaak tot inschakeling van deskundigen, komen partijen in de buitengerechtelijke onderhandelingen niet zelden moeilijk tot een vergelijk. Dit kan er toe leiden dat partijen de kern van de zaak uit het oog verliezen, waardoor de verhoudingen verslechteren en de duur van de afhandeling toeneemt. Een eenvoudige en snelle toegang tot de rechter ter oplossing van deze deelgeschillen in de buitengerechtelijke onderhandelingsfase kan de totstandkoming van een minnelijke regeling bij deze zaken bevorderen. 4 Inmiddels zijn de eerste deelgeschillen door de rechter behandeld. Een aantal daarvan is gepubliceerd. In deze bijdrage zullen de eerste beslissingen worden besproken. In het bijzonder zal worden stilgestaan bij (1) de ontvankelijkheid van het verzoek (ex artikel 1019z Rv) en (2) hoe de rechter omgaat met de kostenbegroting (ex artikel 1019aa Rv). 1. Wanneer is een deelgeschil ontvankelijk? 5 De deelgeschilprocedure is bedoeld als een extra instrument ter voorkoming van een impasse in de buitengerechtelijke onderhandelingen. Er is dan ook toegang tot de rechter, indien de aan de rechter verzochte beslissing een bestaande impasse kan doorbreken waardoor partijen weer in staat zijn de onderhandelingen verder op te pakken. Artikel 1019z bepaalt dan ook dat de verzochte beslissing dient bij te dragen aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst. De rechter heeft een grote beoordelingsvrijheid bij het bepalen of een deelgeschil voldoende bijdraagt aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst. Akkermans en De Groot 6 spraken over de proportionaliteitstoets, waarbij gekeken wordt of de met een deelgeschil te investeren tijd, geld en moeite opwegen tegen het belang van de vordering en de bijdrage die de beslissing kan leveren aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst. Wanneer bijvoorbeeld de volledige vraag naar de omvang van de schade wordt voorgelegd, dan is de kans groot dat er niet is voldaan aan de proportionaliteitstoets. De vaststelling van de (totale) schade is immers veelal complex, waarvoor veel tussenstappen nodig zijn. Als aan deze proportionaliteitstoets is voldaan, dan kan vrijwel ieder deelgeschil aangaande een aanspraak voor schade door dood of letsel bij de deelgeschillenrechter worden aangekaart. Dat blijkt ook uit de tot dusverre gepubliceerde uitspraken. Zo leent een deelgeschil over de aansprakelijkheidsvraag (de zorgplicht van de werkgever ex artikel 7:658 BW) zich volgens de kantonrechter te Rotterdam 7 voor de behandeling in een deelgeschilprocedure. De kantonrechter overweegt (r.o. 4.3) dat er in deze zaak sprake is van een patstelling die voortzetting van de buitengerechtelijke onderhandelingen frustreert. De impasse kan worden doorbroken met het verzochte oordeel, waardoor de onderhandelingen kunnen worden voortgezet. Dat de verzochte beslissing volgens verweerster niet direct zal leiden tot een eindregeling, omdat de zaak complex is en in Mr. S.J. de Groot is advocaat bij SAP Letselschade Advocaten te Amersfoort. Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, titel 17 van rechtspleging in deelgeschillen betreffende letsel- en overlijdensschade, artikel 1019w t/m 1019cc. Kamerstukken II 2008/09, , nr. 3, p. 1; Kamerstukken I 2009/10, , nr. C. p. 1. Kamerstukken II 2007/08, , nr. 3. Volledigheidshalve merk ik hierbij op dat ik in dit artikel voor de duidelijkheid spreek over ontvankelijkheid. De wettekst spreekt echter van het al dan niet afwijzen van het verzoek (artikel 1019z Rv). A.J. Akkermans en G. de Groot, De deelgeschilprocedure voor letsel- en overlijdensschade: Nieuwe verantwoordelijkheden voor de rechter en voor partijen, TvP 2010/2. Rechtbank Rotterdam, sector kanton, 6 oktober 2010, L&S 2010/374 (deze afl.) LJN: BN

2 de rede ligt dat ook op andere punten geschillen tussen partijen zullen rijzen, doet hier volgens de kantonrechter niet aan af. Ook het verweer dat er in deze zaak veel bewijsvoering vereist is, waardoor het deelgeschil veel tijd in beslag zal nemen en kostbaar zal zijn en het verzoek zich derhalve niet leent voor behandeling in de deelgeschilprocedure, wordt door de kantonrechter gepasseerd. Het oordeel van de kantonrechter is correct, omdat uit de memorie van toelichting 8 blijkt dat de aansprakelijkheidsvraag wel degelijk in een deelgeschilprocedure aan de orde kan komen. De rechter zal zich, net als bij andere deelgeschillen, ook dan moeten afvragen of de bijdrage van de beantwoording van de aansprakelijkheidsvraag een zodanige bijdrage levert aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst, dat dit opweegt tegen de kosten en het tijdsverloop van de procedure. Op grond van artikel 284 lid 1 Rv is op de deelgeschilprocedure (als verzoekschriftprocedure) het gewone bewijsrecht van overeenkomstige toepassing, tenzij de aard van de zaak zich daartegen verzet. Bij een zaak waarin de feiten niet of nauwelijks in geschil zijn (zoals in de onderhavige zaak het geval was) ligt het niet in de rede dat uitvoerige bewijsvoering en deskundigenberichten noodzakelijk zijn, waardoor het verzoek zich leent voor behandeling in de deelgeschilprocedure. Dat de deelgeschilprocedure geen mogelijkheid heeft om derde partijen in vrijwaring op te roepen zoals in de onderhavige kwestie een rol speelde is ook geen reden om tot de conclusie te komen dat het verzoek zich niet leent voor behandeling in een deelgeschilprocedure. De mogelijkheid blijft openstaan om een bodemprocedure aan te spannen, waarbij dat wel mogelijk is. Uiteindelijk wordt in deze zaak geoordeeld dat de werkgever inderdaad haar zorgplicht heeft geschonden en jegens verzoekster aansprakelijk is. In een andere zaak geeft de kantonrechter te Amersfoort 9 in een uitspraak van 24 september 2010 aan dat een verzoek omtrent de verjaring van een vordering ex artikel 7:658 BW zich ook leent voor behandeling als deelgeschil. Dit ondanks het verweer dat de beslissing onvoldoende zou kunnen bijdragen aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst. De kantonrechter is in deze zaak van mening dat er wel is voldaan aan de criteria van 1019z Rv en komt tot de conclusie dat verweerster bij verzoekster het vertrouwen heeft gewekt dat zij de aansprakelijkheid serieus in onderzoek had. Het verzoek wordt toegewezen en de rechter beslist dat de verzekeraar zich naar maatstaven van redelijkheid en bilijkheid niet meer op verjaring van de vordering kan beroepen. Ook in een uitspraak van de rechtbank te Utrecht van 13 oktober wordt het criterium (voldoende kunnen bijdragen aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst) ruim uitgelegd. In deze zaak wordt verzocht om een expertiserapport van een (medisch) deskundige als (bindend) uitgangspunt vast te stellen ten behoeve van de verdere schadeafwikkeling in een whiplashzaak. Verweerster voert aan dat het verzoek geen deelgeschil betreft. Over vrijwel alle aspecten die ertoe doen in deze zaak (medisch, arbeidskundig en bedrijfseconomisch) zou onduidelijkheid bestaan. Het uitlichten van één aspect (het medische) zou onvoldoende zijn om te komen tot afwikkeling van deze zaak. Ook voert verweerster aan dat de kosten en moeite van deze deelgeschilprocedure omvangrijk zijn en het vooruitzicht op een minnelijke regeling gering is te noemen. De rechtbank volgt het standpunt van verweerster niet (r.o. 4.6): De beslechting van dit geschil, aan het begin van het traject van de schadevaststelling, kan naar het oordeel van de rechtbank bijdragen aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst. Het geschil is dan ook als deelgeschil zoals bedoeld in artikel 1019w Rv aan te merken en het verzoek wordt uiteindelijk toegewezen. De rechtbank oordeelt dat het expertiserapport inderdaad als bindend uitgangspunt dient bij de verdere schadeafwikkeling in deze zaak. In een uitspraak van de rechtbank s-gravenhage van 3 november gaat het om een aanrijding tussen een fietser en een auto. Er is hierbij sprake van een onduidelijke toedracht van het ongeval. Er wordt verzocht het eigen schuld verweer te verwerpen en te oordelen dat de verzekeraar voor 100% aansprakelijk is. Verweerster, verzekeringsmaatschappij Reaal, voert in deze zaak aan dat het verzoekschrift geen duidelijke omschrijving van het verzoek bevat en daarmee niet aan de eisen van de wet voldoet. Op grond daarvan dient verzoekster volgens verweerster in haar verzoek niet-ontvankelijk te worden verklaard. De rechtbank overweegt (r.o. 4.2) dat op grond van artikel 1019x lid 3 jo. artikel 278 lid 1 Rv het verzoekschrift een duidelijke omschrijving van het verzoek en de gronden waarop het berust moet bevatten. Verweerster heeft ter zitting erkend dat het haar wel duidelijk was dat het verzoekster erom ging dat de mate van aansprakelijkheid werd vastgesteld. Gelet hierop voldoet het verzoekschrift aan de door de wet gestelde eisen omtrent de inhoud van een verzoekschrift en is verzoekster ontvankelijk in haar verzoek, waarna dit verzoek wordt toegewezen. De rechtbank beslist dat Reaal voor 100% aansprakelijk is voor de schade van verzoekster als gevolg van het ongeval Kamerstukken II 2007/08, , nr. 3. Kantonrechter Amersfoort, 24 september 2010, L&S 2010/376 (deze afl.). Rechtbank Utrecht 13 oktober 2010, LJN: BO1694. Rechtbank s-gravenhage 3 november 2010, LJN: BO

3 Op 1 december heeft de rechtbank Rotterdam geoordeeld over een deelgeschil dat betrekking had op de kosten van rechtsbijstand. Verzekeraar London voert als verweer dat het verzoek van verzoekster tot tussentijdse vergoeding van een bedrag van E 4.266,48 wegens buitengerechtelijke kosten zich niet leent voor behandeling in een deelgeschilprocedure. De rechtbank volgt dit standpunt niet. Hierbij wordt in aanmerking genomen dat een geschil over de tussentijdse vergoeding van buitengerechtelijke kosten in de wetsgeschiedenis uitdrukkelijk als voorbeeld van een mogelijk deelgeschil wordt genoemd. 13 Dat beslechting van het geschil over de kosten rechtsbijstand niet direct tot een vaststellingsovereenkomst zal leiden, is niet doorslaggevend. Voldoende is dat de beslissing een bijdrage kan leveren aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst en daarmee aan de verdere schadeafwikkeling en dat is naar het oordeel van de rechtbank hier het geval. Onderdeel van de discussie over de hoogte van de kosten van de kosten rechtsbijstand is de vraag of sprake is van onnodige kosten vanwege het inschakelen van een nieuwe belangenbehartiger. De rechtbank motiveert uitgebreid (r.o. 4.5 t/m 4.7) waarom er geen sprake is van onnodige kosten. Zeker in een letselschadezaak is het belangrijk dat het slachtoffer vertrouwen heeft in zijn belangenbehartiger. Het zal dan ook kunnen voorkomen dat een slachtoffer in de loop van de behandeling van een letselschadezaak tot het inzicht komt dat zijn of haar oorspronkelijke keuze voor een belangenbehartiger achteraf bezien voor hem of haar niet de juiste keuze was, om welke reden er behoefte zal kunnen bestaan aan een nieuwe belangenbehartiger. Verder oordeelt de rechtbank (r.o. 4.8) over het verweer van de verzekeraar dat geen sprake is van een aanvaardbare verhouding tussen de kosten van rechtsbijstand en de omvang van de schade. De rechtbank verwerpt het standpunt van London dat de redelijkheid van de buitengerechtelijke kosten niet kan worden beoordeeld zolang nog niet bij benadering is vastgesteld wat de omvang van de door verzoekster geleden schade is. Weliswaar is denkbaar dat achteraf niet komt vast te staan dat er als gevolg van het ongeval schade is geleden, althans dat achteraf komt vast te staan dat de aan het ongeval toerekenbare schade relatief beperkt is, maar dat betekent volgens de rechtbank niet dat de eerder in redelijkheid gemaakte buitengerechtelijke kosten alsnog als niet redelijk moeten worden aangemerkt. Het verzoek wordt toegewezen nu de kosten als redelijk zijn te beschouwen (aan de hand van de dubbele redelijkheidstoets ). Het aanvullende verzoek om de verzekeraar te gelasten medewerking te verlenen aan een deskundigenonderzoek wordt afgewezen bij gebrek aan een op dit moment bestaand voldoende belang. Toch zijn er grenzen, zo blijkt uit de uitspraak van de kantonrechter te Eindhoven van 23 september In deze zaak hadden partijen reeds een vaststellingsovereenkomst gesloten. De kosten van rechtsbijstand maakten geen onderdeel uit van deze overeenkomst en zouden separaat worden afgewikkeld. Verweerster erkent vervolgens niet de volledige kosten van rechtsbijstand. Verzoekster is het hier niet mee eens en wenst een beslissing via de deelgeschilprocedure. Verzoekster is van mening dat het verzoek bijdraagt aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst ter beslechting van het laatste geschil dat partijen nog verdeeld houdt. Verweerster, verzekeringsmaatschappij Noordhollandsche, is van mening dat de deelgeschilprocedure niet is bedoeld voor de afdoening van dit soort geschilpunten, aangezien reeds een minnelijke regeling is bereikt. Verzoekster zou ook geen schade lijden wegens de kosten van rechtsbijstand, omdat zij een beroep heeft gedaan op haar rechtsbijstandsverzekering. De rechter is van mening dat een beslissing op dit verzoek niet kan bijdragen aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst, aangezien reeds een vaststellingsovereenkomst tussen partijen is gesloten. Dit standpunt wordt gebaseerd op artikel 1019bb in samenhang met artikel 1019 cc Rv. In deze artikelen wordt bepaald dat hoger beroep van de in het kader van een deelgeschil gegeven beslissing is uitgesloten. Eerst dient in principale te worden geprocedeerd over het geschil met betrekking tot de geleden letselschade dat partijen verdeeld houdt. Hierna kan pas hoger beroep worden ingesteld. Hieruit blijkt dat de wetgever heel nadrukkelijk uitgaat van het nemen van een beslissing waarna partijen nader onderhandelen of zo nodig procederen over de resterende geschilpunten. Aangezien dit in deze zaak niet meer mogelijk is doordat reeds een vaststellingsovereenkomst is gesloten, wijst de rechter het verzoek conform artikel 1019z Rv. af. Tot slot is er nog een uitspraak gepubliceerd van een deelgeschil bij de rechtbank Utrecht van 27 oktober In deze zaak wordt geen verweer gevoerd tegen de behandeling als deelgeschil. Wel is deze uitspraak een goed voorbeeld van een geschil dat in deze procedure kan worden behandeld. In deze zaak gaat het om de vraag of verzoekster ten tijde van het overlijden van haar ex-man in gezinsverband met hem samenwoonde, zodat zij aanspraak kan maken op vergoeding van overlijdensschade in de zin van artikel 6:108 lid 1 sub c BW. Na de echtscheiding ontstond tussen hen wederom een affec Rechtbank Rotterdam 1 december 2010, L&S 2010/190 (deze afl.), LJN: BO5673. Kamerstukken II , 31518, nr. 3, p. 10, 16, 20 en 21. Kantonrechter Eindhoven 23 september 2010, LJN: BN8382, Rechtbank Utrecht 27 oktober 2010, L&S 2010/187 (deze afl.). 15

4 tieve relatie. De rechter is van mening dat ondanks de overgelegde verklaringen niet kan worden aangenomen dat er (weer) sprake was van samenwonen in gezinsverband. Hierbij speelt mee dat verzoekster ten tijde van het overlijden van haar ex-man nog een eigen woning bezat, hier ook stond ingeschreven en dat verzoekster nog steeds alimentatie ontving. Er was volgens de rechter dan ook nog sprake van een bepaalde mate van zelfstandigheid, waardoor er geen sprake was van samenwonen in gezinsverband in de zin van artikel 6:108 lid 1 sub c BW. Het verzoek werd dan ook afgewezen. 2. Begroting van de (buitengerechtelijke) kosten Artikel 1019aa Rv bepaalt dat de rechter in de beschikking de kosten van de deelgeschilprocedure dient te begroten. De kosten van deze procedure worden niet als proceskosten, maar als buitengerechtelijke kosten in de zin van artikel 6:96 BW aangemerkt. Lid 3 van artikel 1019aa Rv bepaalt dan ook uitdrukkelijk dat de proceskostenveroordeling van artikel 289 Rv niet van toepassing is. Uit het voorgaande blijkt dat indien de aansprakelijkheid vaststaat en het voor de benadeelde redelijk was om de met de deelgeschilprocedure gemoeide kosten te maken, deze kosten volledig voor vergoeding in aanmerking komen. Hierbij is het niet relevant of de benadeelde al dan niet in het gelijk wordt gesteld. Ook indien de benadeelde in het ongelijk wordt gesteld, komen zijn kosten volledig voor vergoeding in aanmerking, mits het redelijk was om deze kosten te maken. Dit is echter niet het geval indien het niet redelijk was dat de benadeelde de procedure aanhangig heeft gemaakt, bijvoorbeeld wanneer deze procedure onnodig was, of wanneer het verzoek bij voorbaat zinloos was. Het uitgangspunt dat de benadeelde de kosten van deze procedure volledig vergoed krijgt, gaat uiteraard ook niet op wanneer de benadeelde eigen schuld kan worden tegengeworpen. Wanneer een schadevergoedingsplicht op de voet van artikel 6:101 BW wordt verminderd, wordt ook de verplichting om de buitengerechtelijke kosten te vergoeden in beginsel in dezelfde mate verminderd. 16 Uit de eerste uitspraken blijkt dat de rechters zeer wisselend omgaan met de begroting en toekenning van de kosten rechtsbijstand. In de hiervoor besproken uitspraak van de kantonrechter te Rotterdam van 6 oktober waarin wordt geoordeeld over de aansprakelijkheid van de werkgever, hanteert de kantonrechter de dubbele redelijkheidstoets van artikel 6:96 BW: het dient redelijk te zijn dat de kosten zijn gemaakt en de hoogte van de kosten dient eveneens redelijk te zijn. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft verzoekster de kosten in redelijkheid gemaakt. Voldoende is gebleken dat tussen partijen een patstelling was ontstaan en dat zij zonder een oordeel van de rechter de onderhandelingen niet zouden hebben kunnen voortzetten. Verzoekster heeft in dit geval bij de pleitnota een specificatie gevoegd van de kosten die gemaakt zijn tot het moment van de zitting. Deze kosten bedragen E 1.846,50. De kantonrechter acht deze kosten redelijk en wijst deze toe, verhoogd met één uur à E 232,50 ter vergoeding van de tijd besteed aan het bijwonen van de zitting. Ook in de reeds besproken uitspraak van de rechtbank Utrecht van 27 oktober , waarbij het verzoek werd afgewezen omtrent het vaststellen dat sprake is van samenwonen in gezinsverband in de zin van artikel 6:108 lid 1 sub c BW, werd verweer gevoerd tegen de kosten van rechtsbijstand. Verzoekster vordert voor dit deelgeschil een bedrag van E 274,50 per uur (inclusief kantoorkosten, exclusief BTW) onder verwijzing naar het advies van de Vereniging Advocaten voor Slachtoffers van Personenschade (hierna: de ASP-staffel). 19 Door verzoekster wordt een urenspecificatie overgelegd, waaruit blijkt dat in totaal 25 uur en 12 minuten aan dit verzoek is besteed. Verweerster in deze zaak, verzekeraar Achmea, voert aan dat de buitengerechtelijke kosten steeds zijn vergoed op basis van een uurtarief van E 210,00. Het zou volgens Achmea dan ook niet redelijk zijn om een uurtarief van E 274,50 te hanteren bij de behandeling van het deelgeschil. Ook het aantal uren dat gewerkt is in deze zaak zou volgens Achmea bovenmatig zijn. De kosten van de totale procedure zouden begroot moeten worden op E 2.500,00. De rechtbank gaat mee met het standpunt van Achmea. Zij ziet geen aanleiding om af te wijken van de reeds in het stadium voorafgaande aan het deelgeschil vergoede tarieven. Omdat Achmea zowel het uurtarief als het aantal aan de zaak bestede uren betwist, begroot de rechtbank de buitengerechtelijke kosten. Zij gaat hierbij uit van het tot op heden vergoede uurtarief van E 210,00. Abusievelijk noemt de rechtbank een tarief van E 120,00. De omvang en complexiteit van het deelgeschil zijn volgens de rechtbank beperkt. De rechtbank begroot de redelijke kosten als bedoeld in artikel 6:96 BW op E 2.400,00, te vermeerderen met het door verzoekster betaalde griffierecht van E 263,00. Waarom de rechter meer waarde hecht aan het standpunt van Ach HR 21 september 2007, NJ 2008, 241. Kantonrechter Rotterdam 6 oktober 2010, L&S 2010/188, LJN: BN9805. Rechtbank Utrecht 27 oktober 2010, / HA RK Zie hierover J.F. Roth, Een redelijk uurtarief, L&S 2010/127 (afl. 3). 16

5 mea dan aan het uurtarief gebaseerd op de ASP-staffel blijft onduidelijk. Mogelijk dat het feit dat het verzoek is afgewezen toch een rol heeft gespeeld bij de vaststelling van de kosten rechtsbijstand, maar dat is uiteraard niet meer dan een vermoeden. Ook in de hierboven besproken uitspraak van de rechtbank Utrecht van 13 oktober wordt niet meegegaan met het uurtarief van E 376,85 gebaseerd op de ASP-staffel. Hier speelt echter wel mee dat verzoekster geen gedetailleerde opgave heeft toegezonden van het gehanteerde uurtarief en het aantal gewerkte uren aan de hand van een concrete omschrijving van de verrichte werkzaamheden, welke voorwaarde wel opgenomen is in de ASP-staffel. Ook merkt de rechtbank op dat het uurtarief mede gebaseerd is op het veronderstelde financiële belang van de zaak, terwijl daarover nog geen duidelijkheid bestaat. De factor specialisatie acht de rechtbank niet (volledig) van belang, aangezien het niet gaat om een dermate gecompliceerd deelgeschil. Verzoekster heeft ter zitting medegedeeld dat aan de zaak ongeveer 12 uur is besteed, inclusief hoorzitting en nabespreking. Verweerster, verzekeringsmaatschappij Allianz, voert aan dat een uurtarief van E 200,00 redelijk is. Zij stelt dat, omdat in het verzoekschrift slechts een klein deel van de zaak aan de rechtbank is voorgelegd, de tijdsbesteding niet omvangrijk heeft kunnen zijn. Voorts voert verweerster aan dat reeds een bedrag van E ,97 aan buitengerechtelijke kosten is voldaan. De grens van het redelijke is volgens verweerster wel bereikt. De rechtbank geeft aan dat eerst getoetst moet worden of er voorafgaand aan het deelgeschil dat ter beslissing wordt voorgelegd buitengerechtelijke kosten zijn betaald door een aansprakelijke partij. Indien dit het geval is, dan ziet de rechtbank geen aanleiding om in het kader van de begroting van de kosten zoals bedoeld in artikel 1019aa Rv af te wijken van in dat kader gevorderde en door de aansprakelijke partij geaccepteerde tariefstellingen. Aangezien in deze zaak door verweerster niet is aangegeven tegen welk tarief dit is gebeurd, begroot de rechtbank de kosten zelf aan de hand van de omvang en complexiteit van het geschil, mede aan de hand van het aantal pagina s van het verzoek (4 pagina s), op E 2.000,00 te vermeerderen met het betaalde griffierecht. Wel merkt de rechtbank op dat het door verweerster aangevoerde argument dat zij reeds ruim E ,00 aan buitengerechtelijke kosten heeft voldaan voorafgaand aan de procedure geen rol kan spelen bij de begroting van de kosten van dit deelgeschil. Verweerster heeft de desbetreffende kosten kennelijk zelf beoordeeld als redelijke kosten in de zin van artikel 6:96 BW. In de eerder besproken uitspraak van de kantonrechter te Eindhoven 21 waarin sprake was van een afwijzing van het verzoek, aangezien reeds een vaststellingsovereenkomst ondertekend was, moest de kantonrechter zich ook uitlaten over de kosten. De kantonrechter merkt op dat gezien de aard van de procedure de kosten tussen partijen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt. Waarom de rechter deze beslissing neemt wordt niet duidelijk. Volgens artikel 1019 aa Rv zal hij immers de kosten moeten begroten. Is de rechter van mening dat er sprake is van een procedure die volstrekt onnodig of onterecht aanhangig is gemaakt? Of speelt wellicht mee dat ook bij de onderhandeling buiten rechte deze kosten op grond van 6:96 BW niet voor vergoeding in aanmerking zouden zijn gekomen? Ook zijn er uitspraken te vinden waarin de volledige kosten worden toegewezen. Zo wijst de rechtbank Amsterdam 22 een bedrag van E 7.618,38 (inclusief BTW) toe, op grond van een uurtarief van E 291,00 gebaseerd op de ASP-staffel. Hetzelfde geldt voor de reeds besproken uitspraak van de kantonrechter te Amersfoort van 24 september Ook hier was sprake van de toewijzing van het verzoek, evenals een volledige vergoeding van de gemaakte kosten ad E 2.718, Ook in de uitspraak van de rechtbank te Rotterdam op 1 december werd een bedrag van E 1.593,41 26 aan kosten rechtsbijstand tot het moment van de zitting door de rechtbank redelijk gevonden. De rechtbank begroot vervolgens zelf de met de verdere behandeling van de zaak gemoeide kosten op E 750,00. In de reeds besproken uitspraak van de rechtbank te s- Gravenhage van 3 november , waarin het eigen schuldverweer van de verzekeraar aan de orde kwam, werd door verzoekster E 4.497,71 aan kosten voor rechtsbijstand gevorderd. 28 Volgens verweerster voldoen deze kosten niet aan de dubbele redelijkheidstoets. De rechtbank oordeelt echter dat de omvang van de kosten en de aan de zaak bestede tijd redelijk voorkomen en wijst het gehele bedrag toe Rechtbank Utrecht 13 oktober 2010, LJN: BO1694. Kantonrechter Eindhoven 23 september 2010, LJN: BN8382. Rechtbank Amsterdam 28 oktober 2010, LJN BO3227. Kantonrechter Amersfoort 24 september 2010, L&S 2010/189 (deze afl.). In deze beschikking wordt geen uurtarief genoemd. Rechtbank Rotterdam 1 december 2010, L&S 2010/190 (deze afl.), LJN: BO5673. Ook in deze beschikking wordt geen uurtarief genoemd. Rechtbank s-gravenhage 3 november 2010, LJN: BO3565. Ook in deze beschikking wordt geen uurtarief genoemd. 17

6 3. Conclusie Uit de eerste oogst van beslissingen in deelgeschilprocedures blijkt dat de rechters welwillend zijn als het gaat om de ontvankelijkheidsvraag. Ondanks verweer van de aansprakelijke of aansprakelijk gestelde partij wordt al vrij snel geoordeeld dat oplossing van het deelgeschil kan bijdragen aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst. Indien de wederpartij aansprakelijk is en het voor de benadeelde redelijk was om de met de deelgeschilprocedure gemoeide kosten te maken, zouden deze volledig voor vergoeding in aanmerking komen. Hierbij is niet relevant of de benadeelde al dan niet in het gelijk wordt gesteld. Toch lijkt uit de reeds gepubliceerde uitspraken afgeleid te kunnen worden dat indien het slachtoffer in het ongelijk wordt gesteld, de rechter kritischer kijkt naar de gemaakte kosten dan wanneer het slachtoffer gelijk krijgt. Het is te hopen dat deze trend niet zal doorzetten, aangezien dit afbreuk zal doen aan het doel en de laagdrempeligheid van deze wet. Immers, slachtoffers zouden op deze manier zelf met hun kosten kunnen blijven zitten. Gezien het nog geringe aantal uitspraken kunnen op dit punt nog geen al te stevige conclusies worden getrokken. 18

hikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Afdeling Civiel recht kantonrechter locatie Utrecht zaaknummer: UE VERZ MAR/1217

hikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Afdeling Civiel recht kantonrechter locatie Utrecht zaaknummer: UE VERZ MAR/1217 Afdeling Civiel recht kantonrechter locatie Utrecht zaaknummer: 4498796 UE VERZ 15-500 MAR/1217 Beschikking van 23 december 2015 hikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND inzake [VERZOEKSTER], wonende te Wijk

Nadere informatie

JA 2013/70 Rechtbank Amsterdam, , /HA RK ,

JA 2013/70 Rechtbank Amsterdam, , /HA RK , JA 2013/70 Rechtbank Amsterdam, 31-01-2013, 521487/HA RK 12-275, LJN BZ0515 Deelgeschil, Buitengerechtelijke kosten, Bijdrage aan vaststellingsovereenkomst Publicatie JA 2013 afl. 4 Publicatiedatum 24

Nadere informatie

Deelgeschillen: de ins & outs na 400 zaken

Deelgeschillen: de ins & outs na 400 zaken 28 maart 2014 Deelgeschillen: de ins & outs na 400 zaken Esther Pans esther.pans@kvdl.nl Deelgeschillen 1. Wat was het oogmerk van de deelgeschilprocedure? 2. Waar staan wij nu? 3. Welke zaken zijn niet

Nadere informatie

JA 2013/187 Deelgeschil, Proceskosten, Voorlopig deskundigenbericht. »Samenvatting

JA 2013/187 Deelgeschil, Proceskosten, Voorlopig deskundigenbericht. »Samenvatting JA 2013/187 Deelgeschil, Proceskosten, Voorlopig deskundigenbericht Ook gepubliceerd in: ECLI:NL:RBNHO:2013:6863 Aflevering 2013 afl. 10 Rubriek College Deelgeschillen Datum 25 juli 2013 Rechtbank Noord-Holland

Nadere informatie

Deelgeschillen: de ins & outs na 400 zaken

Deelgeschillen: de ins & outs na 400 zaken Deelgeschillen: de ins & outs na 400 zaken Esther Pans Vrijdag 28 maart 2014 Deelgeschillen 1. Wat was het oogmerk van de deelgeschilprocedure? 2. Waar staan wij nu? 3. Welke zaken zijn niet geschikt?

Nadere informatie

Begroting van de kosten van de deelgeschilprocedure

Begroting van de kosten van de deelgeschilprocedure Begroting van de kosten van de deelgeschilprocedure M e v r o u w m r. S. C o l s e n * Met de invoering van de Wet deelgeschilprocedure voor letselen overlijdensschade (art. 1019w-1019cc Wetboek van Burgerlijke

Nadere informatie

Beschikking van de meervoudige kamer in de rechtbank Almelo op het verzoek van:

Beschikking van de meervoudige kamer in de rechtbank Almelo op het verzoek van: Beschikking RECHTBANK ALMELO Sector civiel recht zaaknummer: 128288 / HA RK 12-36 datum beschikking: 18 juli 2012 (Im) Beschikking van de meervoudige kamer in de rechtbank Almelo op het verzoek van: Bertha

Nadere informatie

beschikking AFSCH In? md, oil P - 101/1 RECHTBANK LIMBURG Burgerlijk recht Zittingsplaats Maastricht zaaknummer: C1031178000 / HA RK 13-10

beschikking AFSCH In? md, oil P - 101/1 RECHTBANK LIMBURG Burgerlijk recht Zittingsplaats Maastricht zaaknummer: C1031178000 / HA RK 13-10 In? md, oil P - 101/1 beschikking RECHTBANK LIMBURG Burgerlijk recht Zittingsplaats Maastricht AFSCH zaaknummer: C1031178000 / HA RK 13-10 Beschikking van 22 mei 2013 in de zaak van [VERZOEKSTER], wonende

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : De heer A te B, vertegenwoordigd door de heer C te D, tegen E te F en G te H Zaak : Schadevergoeding, wettelijke rente Zaaknummer : 2012.03079 Zittingsdatum : 11 september

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2013:BZ5965

ECLI:NL:RBZWB:2013:BZ5965 ECLI:NL:RBZWB:2013:BZ5965 Instantie Datum uitspraak 13-02-2013 Datum publicatie 02-04-2013 Rechtbank Zeeland-West-Brabant Zaaknummer C/12/85391 / HA RK 12-110 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2013:CA1890

ECLI:NL:RBNHO:2013:CA1890 ECLI:NL:RBNHO:2013:CA1890 Instantie Datum uitspraak 28-02-2013 Datum publicatie 04-06-2013 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 141023 / HA RK 12-66 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

De Wet deelgeschilprocedure voor letsel- en overlijdensschade

De Wet deelgeschilprocedure voor letsel- en overlijdensschade De Wet deelgeschilprocedure voor letsel- en overlijdensschade Mr. (hr,h. van Diik en mevrouw mr, P. Oskam' Kennedy Van der Laan Advocaten Al in november 2008 vond in dit tijdschrift een eerste verkenning

Nadere informatie

De kosten van het voorlopige deskundigenbericht bij een beroep op het blokkeringsrecht

De kosten van het voorlopige deskundigenbericht bij een beroep op het blokkeringsrecht Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series De kosten van het voorlopige deskundigenbericht bij een beroep op het blokkeringsrecht Hof Arnhem 13 januari 2009, zaaknummer 200.005.438 I. van

Nadere informatie

Partijen zullen hierna [BETROKKENE] en [VERZEKERAAR] genoemd worden.

Partijen zullen hierna [BETROKKENE] en [VERZEKERAAR] genoemd worden. beschikking RECHTBANK ROTTERDAM Team handel zaaknummer / rekestnummer: C/10/423356 / HA RK 13-304 Beschikking van in de zaak van [BETROKKENE], wonende te Rotterdam, verzoeker, advocaat mr. P. Meijer, tegen'

Nadere informatie

Zaaknummers: 1332071 VZ VERZ 12-2042 1339421 VZ VERZ 12-29691. beschikking ex artikel 1019w Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in

Zaaknummers: 1332071 VZ VERZ 12-2042 1339421 VZ VERZ 12-29691. beschikking ex artikel 1019w Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in Zaaknummers: 1332071 VZ VERZ 12-2042 1339421 VZ VERZ 12-29691 beschikking RECHTBANK ROTTERDAM Sector kanton Locatie Rotterdam zaaknummers: 1332071 VZ VERZ 12-2042 1339421 VZ VERZ 12-2969 uitspraak: 21

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2016:4523

ECLI:NL:RBAMS:2016:4523 ECLI:NL:RBAMS:2016:4523 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 14-07-2016 Datum publicatie 19-07-2016 Zaaknummer EA VERZ 16-542 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

De deelgeschilprocedure: een korte introductie voor de arbeidsrechtjurist

De deelgeschilprocedure: een korte introductie voor de arbeidsrechtjurist Auteur: Petra klein Gunnewiek Titel: De deelgeschilprocedure: een korte introductie voor de arbeidsrechtjurist Bron: ArbeidsRecht 2012/44 Contact: e-mail: petrakleingunnewiek@vbk.nl tel. +31 30 259 55

Nadere informatie

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Kenmerk: 05/16 Bindend advies in de zaak van: A., wonende te Z., eiser, gemachtigde: mr. Th.F.M. Pothof tegen De Stichting B., gevestigd te IJ., verweerster, gemachtigde:

Nadere informatie

schikking AFSCHRIFT RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT Handelsrecht Middelburg zaaknummer / rekestnummer: C/02/308975 / HA RK 15-232

schikking AFSCHRIFT RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT Handelsrecht Middelburg zaaknummer / rekestnummer: C/02/308975 / HA RK 15-232 schikking AFSCHRIFT RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT Handelsrecht Middelburg zaaknummer / rekestnummer: C/02/308975 / HA RK 15-232 Beschikking van 15 maart 2016 in de zaak van [VERZOEKER], wonende te Terneuzen,

Nadere informatie

Partijen worden hierna [VERZOEKER] en [VERZEKERAAR] genoemd.

Partijen worden hierna [VERZOEKER] en [VERZEKERAAR] genoemd. beschikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Afdeling Civiel recht handelskamer locatie Utrecht zaaknummer / rekestnummer: C1161368625 / HA RK 14-103 Beschikking van in de zaak van [VERZOEKER], wonende te [WOONPLAATS],

Nadere informatie

De stand van zaken De deelgeschillenrechter twee jaar in actie (IV)

De stand van zaken De deelgeschillenrechter twee jaar in actie (IV) De stand van zaken De deelgeschillenrechter twee jaar in actie (IV) 12 Mevrouw mr. P. Oskam Kennedy Van der Laan Iets later dan in PIV-Bulletin 2012, 1 aangekondigd bespreek ik in dit vierde artikel sinds

Nadere informatie

de stichting STICHTING UNION DES VICTIMES DES DÉCHETS TOXIQUES D'ABIDJAN ET BANLIEUES, gevestigd te Nijmegen, verzoekster,

de stichting STICHTING UNION DES VICTIMES DES DÉCHETS TOXIQUES D'ABIDJAN ET BANLIEUES, gevestigd te Nijmegen, verzoekster, beschikking RECHTBANK AMSTERDAM Afdeling privaatrecht zaaknummer / rekestnummer: C/13/561110 / HA RK 14-69 Beschikking van in de zaak van de stichting STICHTING UNION DES VICTIMES DES DÉCHETS TOXIQUES

Nadere informatie

«JA» Deelgeschillen. 1.De procedure (...; red.)

«JA» Deelgeschillen. 1.De procedure (...; red.) 56 «JA» Deelgeschillen 56 Rechtbank Gelderland zp Arnhem 9 december 2015, nr. C/05/288516/HA RK 15-124, ECLI:NL:RBGEL:2015:8249 (mr. Van Vlimmeren-van Ommen) Noot mr. M. Verheijden en mr. V. Oskam Deelgeschil.

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALK:2010:BP3091

ECLI:NL:RBALK:2010:BP3091 ECLI:NL:RBALK:2010:BP3091 Instantie Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak 29-12-2010 Datum publicatie 04-02-2011 Zaaknummer 119974 - HA ZA 10-474 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

2.1. X leeft van een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand. Op deze uitkering worden de lopende huurbetalingen volledig ingehouden.

2.1. X leeft van een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand. Op deze uitkering worden de lopende huurbetalingen volledig ingehouden. beschikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Afdeling Civiel recht kantonrechter zittinghoudende te Utrecht zaaknummer: 2534388 UE VERZ 13805 GD/4243 Beschikking van 13 december 2013 inzake X wonende te Arnhem,

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken.

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken. RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2003.3113 (088.03) ingediend door: hierna te noemen 'klaagster', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht

Nadere informatie

Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster

Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster LJN: BW9368, Rechtbank Amsterdam, 6 juni 2012 2. De feiten 2.1. [A] en [B] wonen tegenover elkaar in [plaats]. [C] woont

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2015:3633

ECLI:NL:RBAMS:2015:3633 ECLI:NL:RBAMS:2015:3633 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 23-04-2015 Datum publicatie 15-06-2015 Zaaknummer C-13-574965 - HA RK 14-335 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

beschikking RECHTBANK UTRECHT Sector handel en kanton Kantonrechter Locatie Utrecht Zaaknummer: UE VERZ MAR 4186

beschikking RECHTBANK UTRECHT Sector handel en kanton Kantonrechter Locatie Utrecht Zaaknummer: UE VERZ MAR 4186 beschikking RECHTBANK UTRECHT Sector handel en kanton Kantonrechter Locatie Utrecht Zaaknummer: 827432 UE VERZ 12-875 MAR 4186 Beschikking van 12 oktober 2012 (bij vervroeging) in de zaak van [VERZOEKER],

Nadere informatie

beschikking RECHTBANK AMSTERDAM Afdeling privaatrecht zaaknummer / rekestnummer: C/13/579829 / HA RK 15-13 Beschikking van 21 mei 2015 in de zaak van

beschikking RECHTBANK AMSTERDAM Afdeling privaatrecht zaaknummer / rekestnummer: C/13/579829 / HA RK 15-13 Beschikking van 21 mei 2015 in de zaak van beschikking RECHTBANK AMSTERDAM Afdeling privaatrecht zaaknummer / rekestnummer: C/13/579829 / HA RK 15-13 Beschikking van 21 mei 2015 in de zaak van [VERZOEKSTER], wonende te Amsterdam, verzoekster, advocaat

Nadere informatie

Indicatietarieven in IE-zaken

Indicatietarieven in IE-zaken Indicatietarieven in IE-zaken Versie 1 september 2014 Voorwoord Op 29 april 2004 is de zogenaamde Handhavingsrichtlijn tot stand gekomen (Richtlijn 2004/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. W.H.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. W.H. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-472 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. W.H. Luk, secretaris) Klacht ontvangen op : 26 oktober 2015 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-257 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. D.G. Rosenquist, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-257 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. D.G. Rosenquist, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-257 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. D.G. Rosenquist, secretaris) Klacht ontvangen op: 21 april 2015 Ingesteld door: Consument

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. C.A. Koopman, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. C.A. Koopman, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-299 (voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. C.A. Koopman, secretaris) Klacht ontvangen op : 5 februari 2015 Ingesteld door : Consument

Nadere informatie

N.V. Univé Schade, gevestigd te Assen, hierna te noemen Aangeslotene.

N.V. Univé Schade, gevestigd te Assen, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-233 d.d. 6 juni 2014 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter en mevrouw mr. I.M.L. Venker, secretaris) Samenvatting Consument en Aangeslotene hebben

Nadere informatie

Convenant met BSA Schaderegelingsbureau B.V. inzake het standaardiseren van processen van werkgeversregres

Convenant met BSA Schaderegelingsbureau B.V. inzake het standaardiseren van processen van werkgeversregres Convenant met BSA Schaderegelingsbureau B.V. inzake het standaardiseren van processen van werkgeversregres Convenant tussen BSA en Verbond van Verzekeraars Overwegingen: BSA pleegt voor werkgevers (waaronder

Nadere informatie

2. De feiten 2.1. Verzoekers zijn de ouders van [B], geboren op 28 april 1994 (hierna: [B]).

2. De feiten 2.1. Verzoekers zijn de ouders van [B], geboren op 28 april 1994 (hierna: [B]). Uitspraak beschikking RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rekestnummer: 417945 / HA RK 12-213 Beschikking van 17 augustus 2012 in de zaak van 1. [A1], wonende te [woonplaats], 2. [A2],

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen Zaak Zaaknummer : 201502665 Zittingsdatum : 6 juli 2016 : A te B, vertegenwoordigd door C te B, tegen OWM Centrale Zorgverzekeraars groep Zorgverzekeraar U.A. en OWM Centrale

Nadere informatie

1. A., 2. B., hierna te noemen opdrachtgevers, C., hierna te noemen aanneemster,

1. A., 2. B., hierna te noemen opdrachtgevers, C., hierna te noemen aanneemster, Essentie: opdrachtgevers niet-ontvankelijk nu vervaltermijn van vijf jaar meer dan vijf jaar is verlopen. Geen beroep op redelijkheid en billijkheid omdat aanneemster na verloop van de vervaltermijn aansprakelijkheid

Nadere informatie

Rechtbank Amsterdam 21-05-2015 15-06-2015 C-13-579829 - HA RK 15-13. Civiel recht. Eerste aanleg - enkelvoudig

Rechtbank Amsterdam 21-05-2015 15-06-2015 C-13-579829 - HA RK 15-13. Civiel recht. Eerste aanleg - enkelvoudig ECLI:NL:RBAMS:2015:3649 Instantie Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Wetsverwijzingen Vindplaatsen Rechtbank Amsterdam 21-05-2015 15-06-2015

Nadere informatie

: DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, verder te noemen Rechtsbijstandverzekeraar

: DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, verder te noemen Rechtsbijstandverzekeraar Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-045 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. C.E. Polak, en mr. dr. S.O.H. Bakkerus, leden en mr. M.H.P. Leijendekker, secretaris) Klacht

Nadere informatie

Convenant loonregres

Convenant loonregres Overwegingen: Aon pleegt voor werkgevers onder meer loonregres ex. artikel artikel 6:107a BW; Aon is van mening dat er op grond van artikel 6:96 lid 2 sub b en c BW voor de zogenaamde buitengerechtelijke

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken.

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken. RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2006.2274 (047.06) ingediend door: hierna te noemen 'klaagster', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procedure

Samenvatting. 1. Procedure Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-251 d.d. 20 augustus 2012 (mr. C.E. du Perron, voorzitter, en mr. F.E. Uijleman, secretaris) Samenvatting Aansprakelijkheidsverzekering,

Nadere informatie

: Aegon Financiële Diensten B.V., gevestigd te Leeuwarden, verder te noemen de Bank

: Aegon Financiële Diensten B.V., gevestigd te Leeuwarden, verder te noemen de Bank Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-226 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. E.L.A. van Emden, J.C. Buiter, leden en mr. A.C. de Bie, secretaris) Klacht ontvangen op

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. B.I. Bethlehem, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. B.I. Bethlehem, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-317 (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. B.I. Bethlehem, secretaris) Klacht ontvangen op : 12 mei 2015 Ingesteld door : Consument Tegen

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. I.M.L. Venker, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. I.M.L. Venker, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-149 (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. I.M.L. Venker, secretaris) Klacht ontvangen op : 24 augustus 2018 Ingediend door : Consument Tegen

Nadere informatie

CHARTA MAGAZINE [ #9 2014 ]

CHARTA MAGAZINE [ #9 2014 ] AGNA CHARTA MAGAZINE [ #9 2014 ] PERSONENSCHADE Mr. J.G. Keizer, advocaat SAP Letselschade Advocaten Deelgeschil: Wat is het, en wat kan ik er mee? SAP Letselschade Advocaten is een toonaangevend advocatenkantoor

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 142 d.d. 12 juli 2010 (mr. B. Sluijters, voorzitter, mr. drs. M.L. Hendrikse en drs. A.I.M. Kool) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming

Nadere informatie

Partijen zullen hierna "[BETROKKENE] q.q." en "Reaal" genoemd worden.

Partijen zullen hierna [BETROKKENE] q.q. en Reaal genoemd worden. beschikking RECHTBANK DEN HAAG Team handel zaaknummer / rekestnummer: C/09/439349 / HA RK 13-144 Beschikking van in de zaak van [VADER] en [MOEDER], handelend in hun hoedanigheid van curatoren van hun

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M.G. de Vries, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M.G. de Vries, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2016-106 (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M.G. de Vries, secretaris) Klacht ontvangen op : 6 januari 2015 Ingesteld door : Consument Tegen

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-294 (mr. B.F. Keulen, voorzitter, mr. S. Riemens en mr. drs. S.F. Van Merwijk, leden en mr. M. van Pelt, secretaris) Klacht ontvangen op

Nadere informatie

zaaknummer / rekestnummer: C/16/ / HA RK MAR

zaaknummer / rekestnummer: C/16/ / HA RK MAR Civiel recht handelskamer locatie Utrecht zaaknummer / rekestnummer: C/16/420717 / HA RK 16-167 MAR Beschikking ex artikel 1019w Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (deelgeschil) van (bij vervroeging)

Nadere informatie

Gehoord de gerechten adviseert de Raad u als volgt. 1

Gehoord de gerechten adviseert de Raad u als volgt. 1 De Minister van Justitie d.t.v. mw. mr. M. Wesselink Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG datum 11 januari 2007 contactpersoon R.C. Hartendorp doorkiesnummer 070-361 9788 faxnummer 070-361 9746 e-mail R.Hartendorp@rechtspraak.nl

Nadere informatie

Aegon Schadeverzekering N.V., gevestigd te Den Haag, hierna te noemen Aangeslotene.

Aegon Schadeverzekering N.V., gevestigd te Den Haag, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-382 d.d. 20 oktober 2014 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en drs. L.B. Lauwaars RA, leden en mr. F.E. Uijleman, secretaris)

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN. 1. Inleiding

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN. 1. Inleiding Aanpassing van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering tot invoering van een procedure voor deelgeschillen ter bevordering van de buitengerechtelijke afhandeling van letsel- en overlijdensschade (Wet

Nadere informatie

TUCHTRAAD FINANCIËLE DIENSTVERLENING (ASSURANTIËN) UITSPRAAK in de zaak nr. [nummer] mevrouw [naam klaagster], hierna te noemen klaagster,

TUCHTRAAD FINANCIËLE DIENSTVERLENING (ASSURANTIËN) UITSPRAAK in de zaak nr. [nummer] mevrouw [naam klaagster], hierna te noemen klaagster, TUCHTRAAD FINANCIËLE DIENSTVERLENING (ASSURANTIËN) UITSPRAAK 18-015 in de zaak nr. [nummer] ingediend door: met betrekking tot: mevrouw [naam klaagster], hierna te noemen klaagster, [naam aangeslotene

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. A.C. de Bie, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. A.C. de Bie, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-665 (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. A.C. de Bie, secretaris) Klacht ontvangen op : 18 februari 2017 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter enl mr. R.G. de Kruif, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter enl mr. R.G. de Kruif, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-855 (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter enl mr. R.G. de Kruif, secretaris) Klacht ontvangen op : 23 mei 2017 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2016:665

ECLI:NL:RBROT:2016:665 ECLI:NL:RBROT:2016:665 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 20012016 Datum publicatie 28012016 Zaaknummer C/10/473480 / HA ZA 15333 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.LA. van Emden, voorzitter en mr. F. Faes, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.LA. van Emden, voorzitter en mr. F. Faes, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-723 (mr. E.LA. van Emden, voorzitter en mr. F. Faes, secretaris) Klacht ontvangen op : 27 juni 2017 Ingediend door : Consument Tegen :

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. R.G. de Kruif, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. R.G. de Kruif, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-323 (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. R.G. de Kruif, secretaris) Klacht ontvangen op : 27 juli 2017 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 140 d.d. 30 mei 2011 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en mr. A.W.H. Vink, leden, en mr. F.E. Uijleman, secretaris)

Nadere informatie

GEZAMENLIJKE BEHANDELING VAN EEN ONTBINDINGSVERZOEK EN KORT GEDING: EEN GEZAMENLIJK BELEID ONTBREEKT

GEZAMENLIJKE BEHANDELING VAN EEN ONTBINDINGSVERZOEK EN KORT GEDING: EEN GEZAMENLIJK BELEID ONTBREEKT GEZAMENLIJKE BEHANDELING VAN EEN ONTBINDINGSVERZOEK EN KORT GEDING: EEN GEZAMENLIJK BELEID ONTBREEKT E.I. Bouma 1 Inleiding In de praktijk komt het regelmatig voor dat de werkgever de kantonrechter verzoekt

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2014:4759

ECLI:NL:RBMNE:2014:4759 ECLI:NL:RBMNE:2014:4759 Instantie Datum uitspraak 25-06-2014 Datum publicatie 08-10-2014 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer 2978081 AE VERZ 14-87 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

De deelgeschilprocedure

De deelgeschilprocedure LSA Midweekarrangement mei 2013 De deelgeschilprocedure Prof. A.J. Akkermans DE DEELGESCHILPROCEDURE IS OP GANG GEKOMEN Aantal treffers op rechtspraak.nl met trefwoord deelgeschil in inhoudsindicatie Start

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:3565

ECLI:NL:RBROT:2017:3565 ECLI:NL:RBROT:2017:3565 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 19-04-2017 Datum publicatie 10-05-2017 Zaaknummer C/10/507047 / HA ZA 16-758 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter, terwijl mr. I.M.L. Venker als secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter, terwijl mr. I.M.L. Venker als secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr. 2017-429 (mr. B.F. Keulen, voorzitter, terwijl mr. I.M.L. Venker als secretaris) Klacht ontvangen op : 24 maart 2016 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

Samenvatting. Consument, ARAG SE, gevestigd te Leusden, hierna te noemen: Aangeslotene. 1. Procesverloop

Samenvatting. Consument, ARAG SE, gevestigd te Leusden, hierna te noemen: Aangeslotene. 1. Procesverloop Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-373 d.d. 9 oktober 2014 (mr. P.A. Offers, prof. mr. E.H. Hondius en drs. W. Dullemond, leden en mr. E.E. Ribbers, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B tegen C te D Zaak : Beëindiging, te late opzegging, compensatie Zaaknummer : 2009.00799 Zittingsdatum : 9 september 2009 1/6 Geschillencommissie Zorgverzekeringen

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2011:BV3534

ECLI:NL:RBUTR:2011:BV3534 ECLI:NL:RBUTR:2011:BV3534 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 28-12-2011 Datum publicatie 09-02-2012 Zaaknummer 287601 / HA ZA 10-1263 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 191.99 ingediend door: wonende te hierna te noemen 'klaagster', vertegenwoordigd door te tegen: gevestigd te hierna te noemen

Nadere informatie

prof. mr. A.S. Hartkamp, voorzitter, mr A. Bus, mr. F.H.J. Mijnssen, mr. F.P. Peijster en prof. mr. F.R. Salomons.

prof. mr. A.S. Hartkamp, voorzitter, mr A. Bus, mr. F.H.J. Mijnssen, mr. F.P. Peijster en prof. mr. F.R. Salomons. GCHB 2012-434 Uitspraak van 2 februari 2012 prof. mr. A.S. Hartkamp, voorzitter, mr A. Bus, mr. F.H.J. Mijnssen, mr. F.P. Peijster en prof. mr. F.R. Salomons. Consument aanvaardt advies van de Geschillencommissie

Nadere informatie

DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V, gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: Aangeslotene.

DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V, gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-372 d.d. 9 oktober 2014 (mr. P.A. Offers, prof. mr. E.H. Hondius en drs. W. Dullemond, leden en mr. E.E. Ribbers, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

De Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor bindend advies.

De Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor bindend advies. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-209 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. dr. S.O.H. Bakkerus, mr. B.F. Keulen, leden en mr. I.M.L. Venker, secretaris) Klacht ontvangen

Nadere informatie

Eiseres zal hierna [A] genoemd worden. Gedaagden zullen hierna ieder afzonderlijk [B] en [C], alsmede gezamenlijk [B] c.s. genoemd worden.

Eiseres zal hierna [A] genoemd worden. Gedaagden zullen hierna ieder afzonderlijk [B] en [C], alsmede gezamenlijk [B] c.s. genoemd worden. Rechtbank Amsterdam, 06 juni 2012; de hondenbezitter is aansprakelijk voor de letselschade van een vrouw die tijdens het uitlaten van de hond ten valt komt doordat de hond plotseling hard aan de lijn trok.

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2015:4468

ECLI:NL:RBROT:2015:4468 ECLI:NL:RBROT:2015:4468 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 24-06-2015 Datum publicatie 14-07-2015 Zaaknummer C-10-459512 - HA ZA 14-950 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

De Commissie heeft partijen opgeroepen voor een mondelinge behandeling op 5 maart 2012.

De Commissie heeft partijen opgeroepen voor een mondelinge behandeling op 5 maart 2012. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-122 d.d. 17 april 2012 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, en mr. F.E. Uijleman, secretaris) Samenvatting Reisverzekering, toepasselijkheid verzekeringsvoorwaarden,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ4413

ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ4413 ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ4413 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 19-04-2011 Datum publicatie 13-05-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie awb 09-5337 wwb en awb 10-4936

Nadere informatie

Bij memorie van grieven, met producties, heeft Burger een grief tegen het bestreden vonnis gericht.

Bij memorie van grieven, met producties, heeft Burger een grief tegen het bestreden vonnis gericht. arrest GERECHTSHOF 'S-GRAVENHAGE Sector handel Zaaknummer Rolnummer rechtbank : 370789lKG ZA 10-877 arrest van de vijfde civiele kamer d.d. 22 februari 2011 inzake Paul Burger, kantoorhoudende te Amsterdam,

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, is het navolgende gebleken.

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, is het navolgende gebleken. RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2005.2662 (068.05) ingediend door: hierna te noemen 'klagers', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. T. Boerman, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. T. Boerman, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr. 2017-232 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. T. Boerman, secretaris) Klacht ontvangen op : 30 juni 2016 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2017:3845

ECLI:NL:RBLIM:2017:3845 ECLI:NL:RBLIM:2017:3845 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 26042017 Datum publicatie 27042017 Zaaknummer 5494929 \ CV EXPL 1610633 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Verbintenissenrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2011:BU6743

ECLI:NL:RBARN:2011:BU6743 ECLI:NL:RBARN:2011:BU6743 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 07-09-2011 Datum publicatie 05-12-2011 Zaaknummer 215392 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. M.H.P. Leijendekker, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. M.H.P. Leijendekker, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-702 (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. M.H.P. Leijendekker, secretaris) Klacht ontvangen op : 12 mei 2017 Ingediend door : Consument Tegen

Nadere informatie

De Wet deelgeschilprocedure voor letsel- en overlijdensschade

De Wet deelgeschilprocedure voor letsel- en overlijdensschade TILBURG UNIVERSITY 2014 MASTERSCRIPTIE PRIVAATRECHT De Wet deelgeschilprocedure voor letsel- en overlijdensschade Hoe wordt de deelgeschilprocedure in de praktijk toegepast en welke problemen bestaan hierbij?

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B, tegen C te D Zaak : Terugvordering no-claimteruggave 2007 Zaaknummer : 2009.00568 Zittingsdatum : 21 oktober 2009 1/7 Geschillencommissie Zorgverzekeringen (prof.

Nadere informatie

Rapport. Datum: 28 juni 2007 Rapportnummer: 2007/136

Rapport. Datum: 28 juni 2007 Rapportnummer: 2007/136 Rapport Datum: 28 juni 2007 Rapportnummer: 2007/136 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de griffier van de rechtbank te Amsterdam Sector kanton, locatie Hilversum op 3 augustus 2000 heeft nagelaten

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B vs. C en E. te D Zaak : Geneeskundige zorg, Alexander Technieklessen Zaaknummer : 2009.00519 Zittingsdatum : 7 oktober 2009 1/5 Geschillencommissie Zorgverzekeringen

Nadere informatie

LJN: BJ4855,Sector kanton Rechtbank Haarlem, zaak/rolnr.: 415843 / CV EXPL 09-1336

LJN: BJ4855,Sector kanton Rechtbank Haarlem, zaak/rolnr.: 415843 / CV EXPL 09-1336 LJN: BJ4855,Sector kanton Rechtbank Haarlem, zaak/rolnr.: 415843 / CV EXPL 09-1336 Datum uitspraak: 23-07-2009 Datum publicatie: 10-08-2009 Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Eerste aanleg enkelvoudig

Nadere informatie

DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Verzekeraar.

DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Verzekeraar. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-310 d.d. 27 oktober 2015 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. F.E. Uijleman, secretaris) Samenvatting Rechtsbijstandverzekering,

Nadere informatie

vonnis in kort geding ex artikel 254 lid 5 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,

vonnis in kort geding ex artikel 254 lid 5 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam, ECLI:NL:RBROT:2016:996 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 10-02-2016 Datum publicatie 10-02-2016 Zaaknummer 4645281 VV EXPL 15-591 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort geding

Nadere informatie

Convenant verhaalsrecht BSA en Verbond 2015 Convenant verhaalsrecht BSA en Verbond

Convenant verhaalsrecht BSA en Verbond 2015 Convenant verhaalsrecht BSA en Verbond Convenant verhaalsrecht BSA en Verbond 2015 Vertrouwelijk 1 Alleen voor intern gebruik Overwegingen: BSA pleegt voor werkgevers (waaronder de overheid) onder meer loonregres ex. artikel 2 Verhaalswet ongevallen

Nadere informatie

2.2. ASR heeft aansprakelijkheid van haar verzekerde voor het ongeval erkend.

2.2. ASR heeft aansprakelijkheid van haar verzekerde voor het ongeval erkend. RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Civiel recht handelskamer locatie Utrecht zaaknummer / rekestinunmer: C/16/447446 / HA RK 17-227 Beschikking van in de zaak van {VERZ], wonende te Rotterdam, verzoekster, advocaat

Nadere informatie

Bij de memorie van eis zijn producties gevoegd (genummerd 1 17).

Bij de memorie van eis zijn producties gevoegd (genummerd 1 17). SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Arbitraal vonnis in kort geding van 28 november 2014 Kenmerk: SG KG 14/28 De fungerend voorzitter van het Scheidsgerecht, mr. R.J.B. Boonekamp, wonende te Arnhem, bijgestaan

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B, tegen IZA Zorgverzekeraar NV te Arnhem Zaak : Premie, hoogte betalingsachterstand, vonnis Zaaknummer : 201701160 Zittingsdatum : 4 april 2018 Stichting Klachten

Nadere informatie

AANBEVELINGEN ten aanzien van de schikking ter zitting in Wwz-zaken (en pro forma ontbinding) en de proceskostenveroordeling in Wwz-zaken

AANBEVELINGEN ten aanzien van de schikking ter zitting in Wwz-zaken (en pro forma ontbinding) en de proceskostenveroordeling in Wwz-zaken AANBEVELINGEN ten aanzien van de schikking ter zitting in Wwz-zaken (en pro forma ontbinding) en de proceskostenveroordeling in Wwz-zaken INLEIDING In de plenaire vergadering van het Landelijk overleg

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Proces. 1.1 De Commissie is met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken tot haar uitspraak genomen:

Samenvatting. 1. Proces. 1.1 De Commissie is met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken tot haar uitspraak genomen: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-391 (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter, mr. S.W.A. Kelterman, mr. L. van Berkum, leden en mr. S. Rutten, secretaris) Klacht ontvangen

Nadere informatie

Vijf jaar deelgeschilprocedure een evaluatie

Vijf jaar deelgeschilprocedure een evaluatie Vijf jaar deelgeschilprocedure een evaluatie M r. S. J. d e G r o o t e n m r. J. E. v a n O e r s * 1. Inleiding De afgelopen jaren is er veel veranderd in letselschadeland. Personenschadezaken kenmerkten

Nadere informatie

Samenvatting. Klik hier voor de uitspraak in eerste aanleg.

Samenvatting. Klik hier voor de uitspraak in eerste aanleg. Uitspraak Commissie van Beroep 2015-006 d.d. 12 februari 2015 (mr. C.A. Joustra, mr. dr. S.B. van Baalen, mr. J.B.M.M. Wuisman, drs. P.H.M. Kuijs en mr. A. Bus, leden, en mr. M.J. Drijftholt, secretaris)

Nadere informatie