2. De feiten 2.1. Verzoekers zijn de ouders van [B], geboren op 28 april 1994 (hierna: [B]).

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "2. De feiten 2.1. Verzoekers zijn de ouders van [B], geboren op 28 april 1994 (hierna: [B])."

Transcriptie

1 Uitspraak beschikking RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rekestnummer: / HA RK Beschikking van 17 augustus 2012 in de zaak van 1. [A1], wonende te [woonplaats], 2. [A2], wonende te [woonplaats], verzoekers, beiden handelend zowel pro se als in hun hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordigers van [B], advocaat: mr. D.J. Ladrak te Leiden, tegen de Onderlinge Waarborgmaatschappij voor Instellingen in de Gezondheidszorg MEDIRISK B.A., gevestigd te Utrecht, verweerster, advocaat: mr. L. Beij te Utrecht. Als belanghebbende wordt aangemerkt: de stichting STICHTING DIACONESSENHUIS LEIDEN, gevestigd te Leiden, belanghebbende, advocaat: mr. L. Beij te Utrecht. Partijen zullen hierna verzoekers en MediRisk worden genoemd. Belanghebbende wordt hierna aangeduid als het ziekenhuis. Verweerster en belanghebbende zullen gezamenlijk MediRisk c.s. worden genoemd. 1. De procedure 1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit: - het verzoekschrift, ter griffie ingekomen op 25 april 2012, met producties; - het verweerschrift (mede namens het ziekenhuis), met producties; - de brief van 21 juni 2012 met bijlage van mr. Ladrak; - het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 22 juni Ten slotte is een datum voor beschikking bepaald. 2. De feiten 2.1. Verzoekers zijn de ouders van [B], geboren op 28 april 1994 (hierna: [B]) Op 11 juli 1995 is bij [B] een cystoscopie, een inwendig onderzoek van de plasbuis en de blaas, verricht. Een aantal dagen na dit onderzoek werd [B] ziek. Achteraf is gebleken dat bij [B] sprake was van een urosepsis, een bloedvergiftiging door een urinewegontsteking, die mogelijk voorkomen had kunnen worden als aan [B] voorafgaand aan de cystoscopie profylaxe antibiotica was toegediend. Na de urosepsis verslechterde de nierfunctie van [B]. Nefrologisch onderzoek dat nadien

2 plaatsvond wees uit dat bij [B] sprake was dysplasie, een nierfunctiestoornis, die reeds voor aanvang van de behandeling van [B] bestond Verzoekers hebben het ziekenhuis, tegen wettelijke aansprakelijkheid verzekerd bij MediRisk, bij brief van 9 april 1997 aansprakelijk gesteld Op basis van een rapport van prof. dr. J.M. Nijman d.d. 31 januari 1998, waarin werd geoordeeld dat [B] ten tijde van de cystoscopie profylactisch had moeten worden behandeld met antibiotica, heeft MediRisk aansprakelijkheid erkend, waarna met het regelen van de schade een aanvang werd genomen In het kader van de schaderegeling heeft de heer Nijman op 10 november 2002, 22 december 2004 en 22 augustus 2008 op verzoek van partijen aanvullende rapporten uitgebracht In 2010 heeft MediRisk [C] van het gelijknamige schaderegelingsbureau (hierna: [C]) ingeschakeld Bij van 17 maart 2011 heeft mr. Ladrak (hierna: Ladrak) aan [C] en [D], destijds werkzaam bij MediRisk, een voorlopige schadestaat met toelichting doen toekomen Op 18 maart 2011 heeft een bespreking plaatsgevonden tussen Ladrak en [C], waarbij deels ook verzoekers zelf aanwezig waren. De heer Ruinard was hierbij niet aanwezig Bij van 4 mei 2011 heeft [C] aan Ladrak onder meer het volgende bericht: "Hetgeen op 18 maart jl. bij u op kantoor besproken is, heb ik aan Medirisk gerapporteerd, ik heb overleg gepleegd. Als het mij wordt gevraagd lijkt het me efficiënt binnenkort nog een keer met elkaar af te spreken teneinde te trachten de schadevergoeding over de achterliggende jaren in der minne te begroten." Op 14 juni 2011 heeft Ladrak per een aangepaste voorlopige schadestaat met toelichting aan [C] toegezonden. Deze schadestaat sluit op een totaalbedrag van ,55, te vermeerderen met een tweetal PM-posten, te weten de wettelijke rente vanaf juli 1995 over ,-- aan smartengeld en wettelijke rente Op 16 juni 2011 heeft een tweede bespreking plaatsgevonden. Hierbij zijn alleen Ladrak en [C] aanwezig geweest Bij van 22 juni 2011 heeft Ladrak aan [C], voor zover hier van belang, het volgende medegedeeld: "Op basis van het overleg dat ik intussen met de moeder van [B] had, ga ik ervan uit, dat de door MediRisk op te stellen en door mij ter ondertekening aan mijn beide cliënten toe te zenden vaststellingsovereenkomst, waarin opgenomen een totaal schadebedrag ad ,-, getekend zal worden. Voor [B] - dat was ik even kwijt - was al eens eerder een rekening met BEM-clausule geopend. Het is de bedoeling - en zo mag het in de vaststellingsovereenkomst worden opgenomen - dat terzake van smartengeld tot zijn 18e jaar inclusief wettelijke rente aan [B] toekomt een bedrag ad ,- en een bedrag ad 7000,- terzake vóór zijn 18e verjaardag opgelopen studievertraging, derhalve ,- voor [B] (waarvan een deel al eerder op de BEM-rekening is overgemaakt). Het resterende bedrag ad ,- betreft een lumpsum terzake van de tussen ons besproken schade van de ouders. Een deel daarvan betreft vergoeding van zorguren terzake waarvan ik u wil vragen MediRisk een belastinggarantie te laten opstellen. Uiteraard komen op het totaalbedrag in mindering alle reeds gedane voorschotbetalingen (nìet terzake de BGK).

3 Ervan uitgaande dat wij het thans over de schade tot de meerderjarigheid van [B] eens zijn geworden, doe ik u bijgaand mijn slotdeclaratie ter beoordeling en ter bevordering van vergoeding toekomen" Op 8 juli 2011 heeft [C] telefonisch contact met Ladrak opgenomen. [C] heeft hierbij onder meer te kennen gegeven vraagtekens te hebben bij de totstandkoming van het tijdens de bespreking van 16 juni 2011 geformuleerde bedrag van ,--. Ook heeft [C] tijdens dit gesprek gemeld dat hij nog de goedkeuring van MediRisk nodig had Bij van 13 juli 2011 heeft [C] onder meer aan Ladrak bericht: "Ik heb tijdens de bespreking vrijblijvend over een schade-omvang van ,00 gesproken. Maar daar ligt onjuist rekenwerk aan ten grondslag. Gelet op het feit dat u snel aangaf daar mee in te kunnen stemmen, had u dat kennelijk eerder door, dan ik. Dat spijt mij, maar het is niet anders. Naast een foutieve rekenexercitie kan ik uw wijze van vaststelling van smartengeld en berekening van wettelijke rente alsnog niet overnemen." [C] vermeldt voorts dat, na zijn correcties, de schadestaat van Ladrak uitkomt op een bedrag van ,-- en dat hij binnenkort met MediRisk in overleg gaat betreffende een minnelijke regeling van de onderhavige zaak waarna hij op de zaak terug komt Bij van 6 september 2011 heeft [C], voor zover hier van belang, aan Ladrak het volgende laten weten: "Uw brief van 16 augustus jl. ligt ter beantwoording voor mij. 1. U en ik hebben gesproken, we zijn uit elkaar gegaan met een voorstel waar zowel [de familie] als Medirisk zich over mocht uit spreken. U hebt de familie niet gebonden, ik Medirisk niet. 2. (...) 3. Het is juist dat ik u op 8 juli jl. gebeld heb. Kon u mij niet met een juiste specificatie van het schadebedrag helpen, aansluitend heb ik slechts tot een rekenfout kunnen concluderen. Als we uit elkaar gegaan zijn "onder voorbehoud instemming wederzijdse cliënt" heeft Medirisk dan het recht op terugfluiten? Ja toch? Omdat ik mij verrekend heb, heb ik Medirisk geadviseerd mij terug te fluiten. En zo geschiedde." Tot op heden heeft MediRisk een schadevergoeding van in totaal ,--, betrekking hebbend op de periode tot het 18e levensjaar van [B], uitgekeerd. Voorts heeft MediRisk een bedrag ad ,-- aan buitengerechtelijke kosten voldaan. 3. Het geschil 3.1. Verzoekers verzoeken de rechtbank bij wijze van deelgeschil ex artikel 1019w-1019cc van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv) - voor zover thans nog van belang -: a. te verklaren voor recht dat tussen verzoekers en MediRisk op 16 c.q. 22 juni 2011 een overeenkomst tot stand is gekomen tot begroting van de letselschade van [B] tot diens meerderjarigheid op ,--, althans te verklaren voor recht dat sprake is geweest van de door MediRisk opgewekte schijn dat een dergelijke overeenkomst met haar tot stand is gekomen; b. te verklaren voor recht dat MediRisk gehouden is tot vergoeding over te gaan van het in het lichaam van het verzoekschrift omschreven nog openstaande bedrag aan buitengerechtelijke kosten ad ,51; c. de kosten van deze procedure ex artikel 1019aa Rv op de voet van artikel 6:96 BW te begroten op het bedrag van de over te leggen gespecificeerde declaratie Verzoekers leggen aan het onder a genoemde verzoek het volgende ten grondslag. Ten tijde van de bespreking op 16 juni 2011, op welk moment reeds vooroverleg had plaatsgevonden en hun claims volledig bekend waren, heeft [C] zelf - naar mocht worden aangenomen namens MediRisk - voorgesteld de schade gedurende de minderjarigheid van [B] (hierna: de schade) te begroten op

4 (uiteindelijk) ,--. Van een vrijblijvend aanbod of een aanbod onder voorbehoud van goedkeuring door MediRisk was geen sprake. Het aanbod is door Ladrak aanvaard, onder het enkele voorbehoud van hun expliciete instemming. Deze instemming werd vervolgens op 22 juni 2011 per mail aan [C] bevestigd. Gezien het voorgaande stellen verzoekers zich op het standpunt dat op 16 c.q. 22 juni 2011 tussen hen en MediRisk is overeengekomen dat de schade op ,-- dient te worden begroot. Voor zover de rechtbank dat standpunt niet deelt, stellen verzoekers dat sprake is geweest van de door MediRisk opgewekte schijn dat een dergelijke overeenkomst met haar tot stand is gekomen MediRisk c.s. voeren gemotiveerd verweer Op de stellingen van verzoekers en MediRisk c.s. wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan. 4. De beoordeling Voldoende belang 4.1. De rechtbank begrijpt uit het verhandelde ter zitting dat het primair door MediRisk c.s. gevoerde verweer dat verzoekers bij hun verzoek geen belang hebben in de zin van artikel 3:303 van het Burgerlijk Wetboek (BW) niet langer is gehandhaafd, zodat op dit punt niet behoeft te worden beslist. Behandeling in een deelgeschilprocedure 4.2. Vervolgens dient, gezien de betwisting van MediRisk c.s. op dit punt, te worden beoordeeld of het verzoek zich leent voor behandeling in een 4.3. Het (primaire) verzoek strekt ertoe dat de rechtbank voor recht verklaart dat tussen verzoekers en MediRisk een overeenkomst tot stand is gekomen tot begroting van de schade op ,--. MediRisk c.s. stellen dat verzoekers hiermee in wezen beslechting van het gehele tussen partijen nog resterende geschil verzoeken. De rechtbank volgt dit standpunt niet. Een beslissing op het verzoek maakt verder onderhandelen over de schade (tot aan de achttiende verjaardag van [B]) weliswaar overbodig, maar over de schade van [B] vanaf zijn 18e jaar zullen nog onderhandelingen moeten volgen. Toewijzing van het verzoek leidt dus niet tot een oplossing van het geheel. Zoals uit het hierna navolgende zal blijken is om een beslissing op het verzoek te kunnen nemen - anders dan MediRisk c.s. betogen - nadere bewijslevering niet noodzakelijk. Met verzoekers is de rechtbank van oordeel dat de relevante feiten middels de ingediende stukken en het verhandelde ter zitting afdoende zijn komen vast te staan. De rechtbank verwacht dat, nadat een beslissing op het verzoek is gegeven, de buitengerechtelijke onderhandelingen (spoedig) verder kunnen worden voortgezet. Daarmee is het belang van het verzoek van verzoekers gegeven. Dit alles afgewogen tegen de investering in tijd, geld en moeite, bestaat er geen grond om het verzoek op voorhand af te wijzen. De vraag of de verzochte beslissing voldoende kan bijdragen aan de totstandkoming van een (verdere) minnelijke regeling dient naar het oordeel van de rechtbank, gezien het voorgaande, bevestigend te worden beantwoord. De rechtbank zal derhalve overgaan tot een inhoudelijke beoordeling. Inhoudelijke beoordeling Totstandkoming overeenkomst 4.4. De vraag die voor ligt is of tussen verzoekers en MediRisk een overeenkomst tot stand is gekomen tot begroting van de schade op een bedrag van , Ingevolge artikel 6:217 lid 1 BW komt een overeenkomst tot stand door aanbod en aanvaarding. In beginsel geldt voor de totstandkoming van een overeenkomst geen schriftelijkheidsvereiste en is de wijze van totstandkoming vormvrij Gelet op het debat tussen partijen dient in het kader van de hiervoor weergegeven vraag

5 beoordeeld te worden of tijdens de bespreking op 16 juni 2011 door [C] een aanbod is gedaan om de schade definitief te begroten op ,-- en zo ja, of dit aanbod MediRisk heeft gebonden. Heeft [C] het aanbod tot begroting van de schade op een bedrag van ,-- gedaan en is een rechtsgeldige overeenkomst tot stand gekomen? 4.7. De rechtbank stelt voorop dat [C] ter zitting heeft erkend dat tijdens de bespreking op 16 juni 2011 gesproken is over een bedrag van ,-- in totaal De rechtbank is van oordeel dat uit de stukken en het verhandelde ter zitting afgeleid kan worden dat het voorstel om de schade op een bedrag van ,-- te begroten afkomstig is geweest van [C] De rechtbank overweegt hiertoe in de eerste plaats dat Ladrak een uitgewerkte (voorlopige) schadestaat had opgesteld (reeds voor de eerste bespreking op 18 maart 2011 en vervolgens aangepast voor de tweede bespreking op 16 juni 2011), welke schadestaat sloot op een ander bedrag, namelijk ,55, nog te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf juli 1995 over ,-- aan smartengeld en wettelijke rente overigens. Onder die omstandigheden ligt het niet voor de hand dat Ladrak vervolgens tijdens de bespreking een lager bedrag voorstelt, maar is het veeleer gebruikelijk dat van de zijde van Medirisk door [C] een tegenvoorstel wordt gedaan Voorts neemt de rechtbank in aanmerking dat Ladrak ter zitting uitdrukkelijk heeft verklaard dat [C] het voorstel heeft gedaan, terwijl [C] heeft verklaard dat hij zich niet meer kan herinneren wie het bedrag van ,-- heeft genoemd. De rechtbank acht dit laatste niet geloofwaardig, aangezien ter zitting is gebleken dat [C] zich de gang van zaken tijdens de bespreking voor het overige tot in detail kan herinneren Tot slot leidt de rechtbank ook uit het handelen van [C] in de periode na de bespreking, waaronder het telefoongesprek van 8 juli 2010, alsmede uit de inhoud van zijn van 13 juli 2011 (r.o ) af dat [C] tijdens de bespreking het bedrag van ,-- heeft voorgesteld MediRisk c.s. voeren vervolgens primair als verweer dat sprake is geweest van een uitnodiging tot het doen van een aanbod, omdat het voorstel niet alle essentiële elementen van de overeenkomst bevatte. In dit verband wordt aangevoerd dat er tijdens de bespreking niet is gesproken over de buitengerechtelijke kosten, een af te geven belastinggarantie en/of de verdeling van het bedrag over [B] en verzoekers. De rechtbank is van oordeel dat het voorstel van [C] heeft te gelden als een geldig aanbod, nu dit met betrekking tot de de begroting van de schade alle essentiële elementen van een overeenkomst bevat. Met verzoekers is de rechtbank van oordeel dat de af te geven belastinggarantie en de verdeling van het bedrag ondergeschikte kwesties van uitwerking van de op te stellen vaststellingsovereenkomst betreffen en los staan van de schadebegroting. Ze tasten de geldigheid van het aanbod van [C] dan ook niet aan Het subsidiaire verweer van Medirisk c.s. dat het aanbod aangemerkt dient te worden als een vrijblijvend aanbod in de zin van artikel 6:219 BW, zodat [C] daar nog op terug mocht komen, slaagt evenmin. Gesteld noch gebleken is dat [C] bij het doen van het aanbod tijdens de bespreking van 16 juni 2011 heeft aangegeven dat het aanbod vrijblijvend was. [C] heeft immers pas op 8 juli 2011 telefonisch aangegeven dat sprake was van een vrijblijvend aanbod en hij heeft het aanbod pas bij van 13 juli 2011 herroepen. Maar zelfs wanneer een vrijblijvend aanbod zou zijn gedaan, is dit onder de gegeven omstandigheden niet 'onverwijld' na aanvaarding door verzoekers herroepen (artikel 6:219 lid 2 BW), zodat een rechtsgeldige overeenkomst tot stand is gekomen Ook aan het meer subsidiaire verweer van MediRisk c.s. dat het aanbod op grond van artikel 6:221 lid 1 BW is komen te vervallen omdat het niet onmiddellijk is aanvaard, gaat de rechtbank voorbij. Uit de feitelijke gang van zaken blijkt dat partijen van dit artikel van regelend recht hebben afgeweken en het de bedoeling was dat Ladrak na overleg met verzoekers zou berichten of het door [C] gedane aanbod werd aanvaard Uiterst subsidiair voeren MediRisk c.s. aan dat - gelet op de in de van Ladrak van 22 juni

6 2011 opgenomen aanvullende voorwaarden - sprake is geweest van een van het door [C] gedane aanbod afwijkende aanvaarding. Daarmee heeft op grond van artikel 6:225 lid 1 BW (de inhoud van) de van Ladrak te gelden als een nieuw aanbod en tegelijkertijd als een verwerping van het oorspronkelijke aanbod. Met verwijzing naar hetgeen de rechtbank hiervoor onder r.o heeft overwogen, is zij van oordeel dat, met inachtneming van het Haviltex-criterium, Ladrak het aanbod van [C] heeft aanvaard en aanvullend een (separaat) aanbod heeft gedaan om in het kader van het opstellen van de vaststellingsovereenkomst enige nog openstaande en niet tijdens de bespreking van 16 juni 2011 aan de orde gekomen punten af te kaarten. Die (ondergeschikte) punten zien op de verdeling van het schadebedrag, de belastinggarantie en de buitengerechtelijke kosten Gezien het voorgaande is de rechtbank, anders dan MediRisk c.s., van oordeel dat tijdens de bespreking op 16 juni 2011 door [C] een aanbod als bedoeld in artikel 6:217 lid 1 BW is gedaan, welk aanbod tijdig door verzoekers is aanvaard. Dientengevolge is een overeenkomst tot stand gekomen die behelst dat de schade is begroot op een bedrag van ,--. Is MediRisk aan de overeenkomst gebonden? MediRisk c.s. stellen dat van een volmacht aan [C] geen sprake is geweest en dat [C], net als Ladrak, nog overleg diende te voeren met MediRisk Nu MediRisk c.s. een beroep doen op het ontbreken van een volmacht, dient getoetst te worden aan het bepaalde in artikel 3:61 lid 2 BW. Doorslaggevend is of MediRisk de schijn heeft gewekt dat [C] tijdens de bespreking van 16 juni 2011 een volmacht had om namens MediRisk een bindend aanbod van ,-- te doen Naar het oordeel van de rechtbank blijkt uit het feitelijk handelen van MediRisk dat zij de schijn heeft gewekt dat [C] tijdens de bespreking bevoegd was om haar te vertegenwoordigen en een haar bindend voorstel te doen aangaande de begroting van de schade. Daartoe overweegt de rechtbank als volgt. MediRisk heeft [C] ingeschakeld in verband met de afwikkeling van de schade. [C] heeft ook voortdurend gefungeerd als contactpersoon van MediRisk in verband met de afwikkeling van de schade. Bij de eerdere bespreking van 18 maart 2011 was het de bedoeling dat [D] van MediRisk aanwezig zou zijn. Uiteindelijk is dat vanwege ziekte van [D] niet gebeurd en is uitsluitend [C] aanwezig geweest. Juist omdat [C] alleen bij de bespreking van 18 maart 2011 aanwezig is geweest, heeft hij in zijn brief van 4 mei 2011 aangegeven dat hij de zaak naar aanleiding van de bespreking van 18 maart 2011 uitvoerig met MediRisk heeft besproken. Anders dan MediRisk c.s. betogen, mochten verzoekers daar uit afleiden dat [C] tijdens dit overleg ook heeft besproken tegen betaling van welke bedragen MediRisk bereid was de zaak te regelen. [C] heeft in diezelfde brief een nieuwe bespreking geïnitieerd, waarbij het doel was de schade "in der minne te begroten". [C] heeft daarbij aangegeven dat hij - in afwijking van de bijeenkomst van 18 maart alleen aanwezig zou zijn. Gesteld noch gebleken is dat MediRisk niet met deze gang van zaken instemde. Door [C] alleen naar de bespreking van 16 juni 2011 te laten gaan, welke bespreking - nota bene op aangeven van [C] - tot doel had de schade "in der minne te begroten", heeft MediRisk de schijn gewekt dat [C] tijdens die bespreking bevoegd was om namens MediRisk schikkingsbedragen te noemen, waar MediRisk vervolgens aan gebonden was. Indien dit niet de bedoeling was, dan had MediRisk dit - al dan niet door [C] tijdens de bespreking van 16 juni uitdrukkelijk kenbaar moeten maken. Gesteld noch gebleken is, dat dit is gebeurd. Tot slot is nog van belang dat [C] niet onverwijld heeft gereageerd op de van Ladrak van 22 juni 2011, waarin werd bericht dat verzoekers instemden met een schadebedrag van ,-- in totaal, terwijl dit - ander dan MediRisk c.s. stellen - onder de gegeven omstandigheden wel van hem had mogen worden verwacht De rechtbank is, anders dan MediRisk c.s., van oordeel dat Ladrak er onder de gegeven omstandigheden redelijkerwijs van uit mocht gaan dat [C] bevoegd was tot vertegenwoordiging van MediRisk tijdens de bespreking van 16 juni 2011 en dat hij daartoe een volmacht had Gezien het voorgaande mocht van de zijde van verzoekers en Ladrak redelijkerwijs worden aangenomen dat het door [C] op 16 juni 2011 aanbod namens MediRisk is gedaan. Conclusie

7 4.22. Nu uit het bovenstaande volgt dat het aanbod van [C] op 22 juni 2011 is aanvaard, is op dat moment tussen verzoekers en MediRisk een bindende overeenkomst tot stand gekomen tot begroting van de schade op een bedrag van ,--. De rechtbank zal aldus verklaren voor recht. Buitengerechtelijke kosten Tussen partijen is in geschil of MediRisk gehouden is tot vergoeding van de na maart 2011 door Ladrak aan MediRisk toegezonden declaraties ad ,51 in totaal. Beoordeeld dient te worden of deze buitengerechtelijke kosten ingevolge artikel 6:96 lid 2 BW voldoen aan de dubbele redelijkheidstoets: zowel het inroepen van de rechtsbijstand als de daarvoor gemaakte kosten dienen redelijk te zijn De rechtbank stelt voorop dat de buitengerechtelijke kosten uiteindelijk - voor zover zij voldoen aan artikel 6:96 lid 2 BW - voor rekening dienen te komen van het ziekenhuis als aansprakelijke partij en uitgekeerd dienen te worden door MediRisk. De omstandigheid dat, zoals MediRisk c.s. stellen, niet is gebleken dat verzoekers zelf de kosten hebben voldaan, staat - wat daarvan ook zij - niet aan toewijzing van de verzochte verklaring voor recht in de weg De rechtbank acht het inroepen van deskundige bijstand door verzoekers redelijk. Op dit punt is door MediRisk c.s. ook geen verweer gevoerd Met betrekking tot de omvang van de buitengerechtelijke kosten hebben MediRisk c.s. wel verweer gevoerd. MediRisk c.s. zijn van mening dat de in rekening gebrachte kosten niet redelijk zijn De rechtbank overweegt dat tot op heden een bedrag van ,-- aan buitengerechtelijke kosten door MediRisk is voldaan. Vermeerderd met de na maart 2011 toegezonden declaraties bedragen de buitengerechtelijke kosten circa ,-- in totaal. Gezien het totale schadebedrag ad ,--, acht de rechtbank deze kosten redelijk. Bovendien dient MediRisk ook nog schadevergoeding over de periode vanaf het bereiken van de 18-jarige leeftijd door [B] te voldoen, terwijl een deel van de gemaakte kosten (de vaststelling van de aansprakelijkheid) ook ten bate van die schade is gemaakt. Voorts dient in aanmerking te worden genomen de omstandigheid dat dit een complexe en zeer langlopende zaak is. Om die reden kan er ook niet van worden uitgegaan dat de werkzaamheden van Ladrak, hoewel hij lid is van de Vereniging voor Letselschade Advocaten, relatief weinig tijd in beslag nemen, zodat de rechtbank aan dat verweer van MediRisk c.s. voorbij gaat. Ook aan het verweer dat de tijdsbesteding aan correspondentie bovenmatig is, gaat de rechtbank voorbij. De omstandigheid dat Ladrak vanaf juli 2011 tot februari 2012 heeft geprobeerd om MediRisk er van te overtuigen dat zij gehouden was aan de tot stand gekomen overeenkomst, acht de rechtbank - gelet op het belang van verzoekers en [B] bij een spoedige afwikkeling van de zaak - redelijk. Bovendien heeft Ladrak die kosten moeten maken omdat MediRisk weigerde om de tussen haar en verzoekers tot stand gekomen overeenkomst na te komen. De in het kader van dit deelgeschil gevorderde kosten zijn dan ook voor een belangrijk deel het gevolg van de opstelling van MediRisk die achteraf onjuist is. Onder die omstandigheden dienen deze kosten voor rekening van MediRisk te komen. In verband met de overige openstaande declaraties heeft Ladrak ter zitting onbestreden gesteld dat daartegen nimmer inhoudelijk bezwaar is gekomen door MediRisk, terwijl de overige declaraties zonder enig protest (maar wel te laat) zijn vergoed. Onder die omstandigheden heeft MediRisk haar recht verwerkt om tegen deze declaraties nog bezwaar in te dienen en moet zij die kosten vergoeden. In dit verband is nog van belang dat uit de als producties 3 en 8 bij verzoekschrift overgelegde declaraties blijkt dat Ladrak - anders dan MediRisk c.s. stellen - niet voor elke handeling een tijdsbesteding van minimaal 12 minuten in rekening heeft gebracht Het voorgaande leidt ertoe dat het verzoek te verklaren voor recht dat MediRisk gehouden is tot vergoeding over te gaan van de nog openstaande buitengerechtelijke kosten ad ,51 zal worden toegewezen. Kosten deelgeschil

8 4.29. Ingevolge artikel 1019aa Rv dient de rechtbank de kosten bij de behandeling van het verzoek aan de zijde van de persoon die schade door dood of letsel lijdt te begroten, waarbij alle redelijke kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 BW in aanmerking worden genomen. Of de kosten redelijk zijn, hangt ervan af of het redelijk is dat de kosten zijn gemaakt en of de omvang van de kosten redelijk is Niet in geschil is dat de met de onderhavige procedure gemoeide kosten in redelijkheid zijn gemaakt. De rechtbank zal dan ook overgaan tot begroting van de kosten Mr. Ladrak stelt blijkens zijn declaratie d.d. 21 juni ,52 aan kosten te hebben gemaakt. Daarbij is hij uitgegaan van een honorarium van 3.719,50 in totaal (rekening houdend met 17:18 uur en een uurtarief van 215,--), 5% kantoorkosten en 19% btw, te vermeerderen met het betaalde griffierecht ad 267,--. Nu MediRisk c.s. tegen deze kostenopgave onvoldoende (gemotiveerd) bezwaar hebben gemaakt en de kosten de rechtbank redelijk voorkomen, zal de rechtbank de kosten conform het verzoek van verzoekers begroten op een bedrag van 4.914, De beslissing De rechtbank: 5.1. verklaart voor recht dat tussen verzoekers en MediRisk op 22 juni 2011 een overeenkomst tot stand is gekomen tot begroting van de letselschade van [B] tot diens meerderjarigheid op ,--; 5.2. verklaart voor recht dat MediRisk gehouden is tot vergoeding over te gaan van de nog openstaande buitengerechtelijke kosten ad ,51; 5.3. begroot de kosten als bedoeld in artikel 1019aa Rv op 4.914,52. Deze beschikking is gegeven door mr. J.L.M. Luiten en in het openbaar uitgesproken op 17 augustus 2012, in tegenwoordigheid van de griffier.

N.V. Univé Schade, gevestigd te Assen, hierna te noemen Aangeslotene.

N.V. Univé Schade, gevestigd te Assen, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-233 d.d. 6 juni 2014 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter en mevrouw mr. I.M.L. Venker, secretaris) Samenvatting Consument en Aangeslotene hebben

Nadere informatie

hikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Afdeling Civiel recht kantonrechter locatie Utrecht zaaknummer: UE VERZ MAR/1217

hikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Afdeling Civiel recht kantonrechter locatie Utrecht zaaknummer: UE VERZ MAR/1217 Afdeling Civiel recht kantonrechter locatie Utrecht zaaknummer: 4498796 UE VERZ 15-500 MAR/1217 Beschikking van 23 december 2015 hikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND inzake [VERZOEKSTER], wonende te Wijk

Nadere informatie

schikking AFSCHRIFT RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT Handelsrecht Middelburg zaaknummer / rekestnummer: C/02/308975 / HA RK 15-232

schikking AFSCHRIFT RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT Handelsrecht Middelburg zaaknummer / rekestnummer: C/02/308975 / HA RK 15-232 schikking AFSCHRIFT RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT Handelsrecht Middelburg zaaknummer / rekestnummer: C/02/308975 / HA RK 15-232 Beschikking van 15 maart 2016 in de zaak van [VERZOEKER], wonende te Terneuzen,

Nadere informatie

: Aegon Financiële Diensten B.V., gevestigd te Leeuwarden, verder te noemen de Bank

: Aegon Financiële Diensten B.V., gevestigd te Leeuwarden, verder te noemen de Bank Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-226 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. E.L.A. van Emden, J.C. Buiter, leden en mr. A.C. de Bie, secretaris) Klacht ontvangen op

Nadere informatie

Hof: medisch advies behoeft niet te worden overgelegd

Hof: medisch advies behoeft niet te worden overgelegd pagina 1 van 5 (http://stichtingpiv.nl/) Inloggen PIV-Kennisnet(http://stichtingpiv.nl/inloggen) JURISPRUDENTIE Bron: Hof Amsterdam 3 februari 2016 Publicatie nummer: (nog) niet gepubliceerd Zaaknummer:

Nadere informatie

Aegon Schadeverzekering N.V., gevestigd te Den Haag, hierna te noemen Aangeslotene.

Aegon Schadeverzekering N.V., gevestigd te Den Haag, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-382 d.d. 20 oktober 2014 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en drs. L.B. Lauwaars RA, leden en mr. F.E. Uijleman, secretaris)

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2017:3845

ECLI:NL:RBLIM:2017:3845 ECLI:NL:RBLIM:2017:3845 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 26042017 Datum publicatie 27042017 Zaaknummer 5494929 \ CV EXPL 1610633 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Verbintenissenrecht

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, is het navolgende gebleken.

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, is het navolgende gebleken. RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2005.2662 (068.05) ingediend door: hierna te noemen 'klagers', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht

Nadere informatie

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam Beschikking van 7 september 2004 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake de klacht met zaaknummer 28.2003 van: [ ], wonende te [ ],

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : De heer A te B, vertegenwoordigd door de heer C te D, tegen E te F en G te H Zaak : Schadevergoeding, wettelijke rente Zaaknummer : 2012.03079 Zittingsdatum : 11 september

Nadere informatie

2.1. X leeft van een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand. Op deze uitkering worden de lopende huurbetalingen volledig ingehouden.

2.1. X leeft van een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand. Op deze uitkering worden de lopende huurbetalingen volledig ingehouden. beschikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Afdeling Civiel recht kantonrechter zittinghoudende te Utrecht zaaknummer: 2534388 UE VERZ 13805 GD/4243 Beschikking van 13 december 2013 inzake X wonende te Arnhem,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2013:BZ5965

ECLI:NL:RBZWB:2013:BZ5965 ECLI:NL:RBZWB:2013:BZ5965 Instantie Datum uitspraak 13-02-2013 Datum publicatie 02-04-2013 Rechtbank Zeeland-West-Brabant Zaaknummer C/12/85391 / HA RK 12-110 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:1404

ECLI:NL:GHSHE:2017:1404 ECLI:NL:GHSHE:2017:1404 Instantie Datum uitspraak 30-03-2017 Datum publicatie 20-04-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 200.207.710_01 Burgerlijk

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2016:4523

ECLI:NL:RBAMS:2016:4523 ECLI:NL:RBAMS:2016:4523 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 14-07-2016 Datum publicatie 19-07-2016 Zaaknummer EA VERZ 16-542 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Kenmerk: 05/16 Bindend advies in de zaak van: A., wonende te Z., eiser, gemachtigde: mr. Th.F.M. Pothof tegen De Stichting B., gevestigd te IJ., verweerster, gemachtigde:

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2012:BZ0856

ECLI:NL:GHSGR:2012:BZ0856 ECLI:NL:GHSGR:2012:BZ0856 Instantie Datum uitspraak 05-12-2012 Datum publicatie 08-02-2013 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 200.109.671-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 21 d.d. 2 april 2009 (mr. M.M. Mendel, voorzitter, mr. E.M. Dil - Stork en mr. B. Sluijters) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming

Nadere informatie

Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen, LRGD. Raad voor de Tuchtrechtspraak U I T S P R A A K

Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen, LRGD. Raad voor de Tuchtrechtspraak U I T S P R A A K Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen, LRGD Raad voor de Tuchtrechtspraak U I T S P R A A K Inzake de klacht van [Klaagster BV], gevestigd te [gemeente] aan de [adres], hierna te noemen klaagster,

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. W.H. Luk, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. W.H. Luk, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-537 (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. W.H. Luk, secretaris) Klacht ontvangen op : 8 februari 2017 Ingediend door : Consument Tegen

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2016:11833

ECLI:NL:RBDHA:2016:11833 ECLI:NL:RBDHA:2016:11833 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 03-10-2016 Datum publicatie 04-10-2016 Zaaknummer C/09/503343 / FA RK 16-214 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2017:5985

ECLI:NL:RBAMS:2017:5985 ECLI:NL:RBAMS:2017:5985 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 18-08-2017 Datum publicatie 18-08-2017 Zaaknummer CV EXPL 17-2120 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Partijen zullen hierna "[BETROKKENE] q.q." en "Reaal" genoemd worden.

Partijen zullen hierna [BETROKKENE] q.q. en Reaal genoemd worden. beschikking RECHTBANK DEN HAAG Team handel zaaknummer / rekestnummer: C/09/439349 / HA RK 13-144 Beschikking van in de zaak van [VADER] en [MOEDER], handelend in hun hoedanigheid van curatoren van hun

Nadere informatie

Zaaknummers: 1332071 VZ VERZ 12-2042 1339421 VZ VERZ 12-29691. beschikking ex artikel 1019w Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in

Zaaknummers: 1332071 VZ VERZ 12-2042 1339421 VZ VERZ 12-29691. beschikking ex artikel 1019w Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in Zaaknummers: 1332071 VZ VERZ 12-2042 1339421 VZ VERZ 12-29691 beschikking RECHTBANK ROTTERDAM Sector kanton Locatie Rotterdam zaaknummers: 1332071 VZ VERZ 12-2042 1339421 VZ VERZ 12-2969 uitspraak: 21

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2015:6706

ECLI:NL:RBDHA:2015:6706 ECLI:NL:RBDHA:2015:6706 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 11062015 Datum publicatie 21072015 Zaaknummer C09488927 FA RK 153785 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen en

Nadere informatie

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Arbitraal vonnis van 19 oktober 2009 Kenmerk: 09/03 Het Scheidsgerecht, samengesteld als volgt: mr. A. Hammerstein, wonende te Arnhem, voorzitter, mr. R.P.D. Kievit, wonende

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2015:3633

ECLI:NL:RBAMS:2015:3633 ECLI:NL:RBAMS:2015:3633 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 23-04-2015 Datum publicatie 15-06-2015 Zaaknummer C-13-574965 - HA RK 14-335 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Partijen worden hierna [VERZOEKER] en [VERZEKERAAR] genoemd.

Partijen worden hierna [VERZOEKER] en [VERZEKERAAR] genoemd. beschikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Afdeling Civiel recht handelskamer locatie Utrecht zaaknummer / rekestnummer: C1161368625 / HA RK 14-103 Beschikking van in de zaak van [VERZOEKER], wonende te [WOONPLAATS],

Nadere informatie

Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster

Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster LJN: BW9368, Rechtbank Amsterdam, 6 juni 2012 2. De feiten 2.1. [A] en [B] wonen tegenover elkaar in [plaats]. [C] woont

Nadere informatie

Partijen zullen hierna [BETROKKENE] en [VERZEKERAAR] genoemd worden.

Partijen zullen hierna [BETROKKENE] en [VERZEKERAAR] genoemd worden. beschikking RECHTBANK ROTTERDAM Team handel zaaknummer / rekestnummer: C/10/423356 / HA RK 13-304 Beschikking van in de zaak van [BETROKKENE], wonende te Rotterdam, verzoeker, advocaat mr. P. Meijer, tegen'

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken.

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken. RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2006.2274 (047.06) ingediend door: hierna te noemen 'klaagster', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2015:2826

ECLI:NL:RBDHA:2015:2826 ECLI:NL:RBDHA:2015:2826 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 16-03-2015 Datum publicatie 17-03-2015 Zaaknummer C-09-468114 - FA RK 14-4655 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ0950

ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ0950 ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ0950 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 08-04-2011 Datum publicatie 12-04-2011 Zaaknummer 303308 / FA RK 11-1694 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-

Nadere informatie

Beschikking van de meervoudige kamer in de rechtbank Almelo op het verzoek van:

Beschikking van de meervoudige kamer in de rechtbank Almelo op het verzoek van: Beschikking RECHTBANK ALMELO Sector civiel recht zaaknummer: 128288 / HA RK 12-36 datum beschikking: 18 juli 2012 (Im) Beschikking van de meervoudige kamer in de rechtbank Almelo op het verzoek van: Bertha

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:8005

ECLI:NL:RBDHA:2017:8005 ECLI:NL:RBDHA:2017:8005 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 17072017 Datum publicatie 03082017 Zaaknummer C/09/522456 / FA RK 168986 Rechtsgebieden Personen en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 191.99 ingediend door: wonende te hierna te noemen 'klaagster', vertegenwoordigd door te tegen: gevestigd te hierna te noemen

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 52 d.d. 14 juli 2009 (mr R.J. Verschoof, voorzitter, mr drs M.L. Hendrikse en mr M.M. Mendel) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2002.4920 (141.02) ingediend door: hierna te noemen 'klaagster', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B, tegen C en E beiden te D Zaak : Farmaceutische zorg; Cialis Zaaknummer : 2009.02640 Zittingsdatum : 9 juni 2010 1/6 Geschillencommissie Zorgverzekeringen (prof.

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2008:BG2357

ECLI:NL:RBROT:2008:BG2357 ECLI:NL:RBROT:2008:BG2357 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 01-10-2008 Datum publicatie 03-11-2008 Zaaknummer 285436 / HA ZA 07-1418 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B vertegenwoordigd door E te F tegen C te D Zaak : Geneeskundige zorg, psychotherapie, vergoeding nietgecontracteerde zorgaanbieder, DBC Zaaknummer : 2009.01932 Zittingsdatum

Nadere informatie

R A A D V O O R G E S C H I L L E N van de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants

R A A D V O O R G E S C H I L L E N van de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants Nummer 5052181 R A A D V O O R G E S C H I L L E N van de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants heeft bij wijze van bindend advies de volgende uitspraak gedaan in zake het geschil tussen: X eiseres

Nadere informatie

het College van bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

het College van bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever Samenvatting 02073 Commissie voor geschillen Geschil omtrent inschaling van de functie. De werknemer treedt in tijdelijke dienst van de werkgever en ontvangt eerst een salarisstrook met vermelding van

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 214 d.d. 6 september 2011 (prof. mr. C.E. du Perron, voorzitter, en mr. F.E. Uijleman, secretaris) Samenvatting Lijfrenteverzekering, informatieplicht.

Nadere informatie

Bij de memorie van eis zijn producties gevoegd (genummerd 1 17).

Bij de memorie van eis zijn producties gevoegd (genummerd 1 17). SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Arbitraal vonnis in kort geding van 28 november 2014 Kenmerk: SG KG 14/28 De fungerend voorzitter van het Scheidsgerecht, mr. R.J.B. Boonekamp, wonende te Arnhem, bijgestaan

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2005:AS6703

ECLI:NL:RBUTR:2005:AS6703 ECLI:NL:RBUTR:2005:AS6703 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 26-01-2005 Datum publicatie 14-03-2005 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 184276/FA RK04-5055 Personen-

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2013:CA1890

ECLI:NL:RBNHO:2013:CA1890 ECLI:NL:RBNHO:2013:CA1890 Instantie Datum uitspraak 28-02-2013 Datum publicatie 04-06-2013 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 141023 / HA RK 12-66 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B, in deze vertegenwoordigd door de E te F vs C te D Zaak : Geneeskundige zorg, buitenland, (spoed)partus Zaaknummer : 2007.2591 Zittingsdatum : 9 april 2008 1/5

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken.

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken. RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2003.3113 (088.03) ingediend door: hierna te noemen 'klaagster', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht

Nadere informatie

de besloten vennootschap, De Nederlandse Voorschotbank B.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

de besloten vennootschap, De Nederlandse Voorschotbank B.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-148 d.d. 31 maart 2014. (mr. H.J. Schepen, voorzitter, drs. A. Adriaansen en mr. A.M.T. Wigger, leden en mevrouw mr. M.M.C. Oyen, secretaris).

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : De heer A te B, tegen C te D, vertegenwoordigd door E te F Zaak : Eigen risico, verjaring, betalingsachterstand Zaaknummer : 2012.01051 Zittingsdatum : 21 november 2012

Nadere informatie

vonnis in kort geding ex artikel 254 lid 5 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,

vonnis in kort geding ex artikel 254 lid 5 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam, ECLI:NL:RBROT:2016:996 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 10-02-2016 Datum publicatie 10-02-2016 Zaaknummer 4645281 VV EXPL 15-591 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort geding

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2016:4659

ECLI:NL:CRVB:2016:4659 ECLI:NL:CRVB:2016:4659 Instantie Datum uitspraak 06-12-2016 Datum publicatie 12-12-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 16/1577 PW Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2017:1537

ECLI:NL:RBAMS:2017:1537 ECLI:NL:RBAMS:2017:1537 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 09-03-2017 Datum publicatie 13-03-2017 Zaaknummer KK EXPL 17-174 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

vanstate /1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201108441/1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) op het

Nadere informatie

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam Beschikking van 4 november 2003 als bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet in de zaak met nummer 249.2002 van: [ ], advocaat te [ ], klager, tegen:

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B versus C te D Zaak : Premie Zaaknummer : 2008.01808 Zittingsdatum : 25 maart 2009 1/6 Zaak: 2008.01808 (Premie) Geschillencommissie Zorgverzekeringen (prof. mr.

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2016:665

ECLI:NL:RBROT:2016:665 ECLI:NL:RBROT:2016:665 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 20012016 Datum publicatie 28012016 Zaaknummer C/10/473480 / HA ZA 15333 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186

ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186 ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 06-07-2010 Datum publicatie 23-07-2010 Zaaknummer AWB 10/180, 10/181, 10/508, 10/513, 10/684 en 10/685 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:4009

ECLI:NL:RBROT:2017:4009 ECLI:NL:RBROT:2017:4009 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 23052017 Datum publicatie 30052017 Zaaknummer 5663098 VZ VERZ 17981 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Arbeidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2016:661

ECLI:NL:RBLIM:2016:661 ECLI:NL:RBLIM:2016:661 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 27012016 Datum publicatie 28012016 Zaaknummer 4683113/AZ/15341 27012016 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Arbeidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2014:11422

ECLI:NL:RBDHA:2014:11422 ECLI:NL:RBDHA:2014:11422 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 12092014 Datum publicatie 23102014 Zaaknummer C09457216 FA RK 1310244 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen

Nadere informatie

- het op 4 juni 2014 ingekomen klaagschrift van [klager] ( klager ), inclusief 5 producties;

- het op 4 juni 2014 ingekomen klaagschrift van [klager] ( klager ), inclusief 5 producties; RAAD VAN TUCHT VERENIGING VAN REGISTERCONTROLLERS Datum uitspraak: 4 november 2014 Zaaknummer: RvT VRC 2014-02 de heer [klager], wonende te [woonplaats 1] gemachtigde: de heer mr. R.M. Braat K L A G E

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procedure

Samenvatting. 1. Procedure Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2011-359 d.d. 28 december 2011 (mevrouw mr. E.M. Dil-Stork, voorzitter, mevrouw mr. P.M. Arnoldus-Smit en mr. J.W.H. Offerhaus, leden, en mr.

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2013:18614

ECLI:NL:RBDHA:2013:18614 ECLI:NL:RBDHA:2013:18614 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 24122013 Datum publicatie 13012014 Zaaknummer 2293657 RL EXPL 1325337 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2015:2828

ECLI:NL:CRVB:2015:2828 ECLI:NL:CRVB:2015:2828 Instantie Datum uitspraak 12-08-2015 Datum publicatie 28-08-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 13/5439 WW Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766

ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766 ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 19-12-2006 Datum publicatie 02-02-2007 Zaaknummer SBR 06-1767 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ4413

ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ4413 ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ4413 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 19-04-2011 Datum publicatie 13-05-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie awb 09-5337 wwb en awb 10-4936

Nadere informatie

X wonende te Y, appellant, tegen het college van bestuur van de Hogeschool van Beeldende Kunsten, Muziek en Dans verweerder,

X wonende te Y, appellant, tegen het college van bestuur van de Hogeschool van Beeldende Kunsten, Muziek en Dans verweerder, Zaaknummer: 1995/155 Rechter(s): mr. Olivier Datum uitspraak: 21 december 1995 Partijen: X tegen het college van bestuur van de Hogeschool van Beeldende Kunsten, Muziek en Dans Trefwoorden: Auditor, inschrijving,

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B, tegen N.V. C te D Zaak : Beëindiging zorgverzekering, fout nieuwe ziektekostenverzekeraar Zaaknummer : 2009.00308 Zittingsdatum : 23 september 2009 1/5 Geschillencommissie

Nadere informatie

JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel )

JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel ) JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel ) [De minderjarige], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], Frankrijk, wonende

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B, tegen C te D en E te F Zaak : Declaraties, ontbreken vertaling, gelijkheidsbeginsel Zaaknummer : 2010.00043 Zittingsdatum : 18 augustus 2010 1/6 Geschillencommissie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2016:1526

ECLI:NL:RBOBR:2016:1526 ECLI:NL:RBOBR:2016:1526 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecli:nl:rbobr:2016:1526 Instantie Rechtbank Oost Brabant Datum uitspraak 09 03 2016 Datum publicatie 04 04 2016 Zaaknummer

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDOR:2010:BO7430

ECLI:NL:RBDOR:2010:BO7430 ECLI:NL:RBDOR:2010:BO7430 Instantie Rechtbank Dordrecht Datum uitspraak 29-11-2010 Datum publicatie 15-12-2010 Zaaknummer 10/1272 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2016:10882

ECLI:NL:RBNHO:2016:10882 ECLI:NL:RBNHO:2016:10882 Instantie Datum uitspraak 28-12-2016 Datum publicatie 17-01-2017 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer C/15/245613 / FA RK 16-4085 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. U I T S P R A A K Nr. 2000/111 Mo. i n d e k l a c h t nr. 019.00. hierna te noemen 'klager',

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. U I T S P R A A K Nr. 2000/111 Mo. i n d e k l a c h t nr. 019.00. hierna te noemen 'klager', RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 019.00 ingediend door: hierna te noemen 'klager', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2016:1678

ECLI:NL:RBAMS:2016:1678 ECLI:NL:RBAMS:2016:1678 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 24-03-2016 Datum publicatie 29-03-2016 Zaaknummer KK EXPL 16-200 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2015:6424

ECLI:NL:RBROT:2015:6424 ECLI:NL:RBROT:2015:6424 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 02-09-2015 Datum publicatie 09-09-2015 Zaaknummer C/10/476228 / FA RK 15-3821 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2017:449

ECLI:NL:RBMNE:2017:449 ECLI:NL:RBMNE:2017:449 Instantie Datum uitspraak 02-02-2017 Datum publicatie 06-02-2017 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer C/16/418623 / FA RK 16-4448 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

LJN: BH1764, Centrale Raad van Beroep, 07/2959 WWB + 07/2960 WWB + 08/6263 WWB + 08/6264 WWB + 08/6265 WWB

LJN: BH1764, Centrale Raad van Beroep, 07/2959 WWB + 07/2960 WWB + 08/6263 WWB + 08/6264 WWB + 08/6265 WWB LJN: BH1764, Centrale Raad van Beroep, 07/2959 WWB + 07/2960 WWB + 08/6263 WWB + 08/6264 WWB + 08/6265 WWB Datum uitspraak: 20-01-2009 Datum publicatie: 04-02-2009 Rechtsgebied: Bijstandszaken Soort procedure:

Nadere informatie

Verweerder heeft op 7 november 1995 een verweerschrift ingediend.

Verweerder heeft op 7 november 1995 een verweerschrift ingediend. Zaaknummer: 1995/147 Rechter(s): mrs. Loeb, Martens, dr Brommer Datum uitspraak: 4 maart 1996 Partijen: X tegen het college van bestuur van de Rijksuniversiteit Groningen Trefwoorden: Fatale datum, bekendmaking

Nadere informatie

Rechtbank Amsterdam 08-05-2015 28-05-2015 3603419 CV EXPL 14-32341. Civiel recht. Eerste aanleg - enkelvoudig. Rechtspraak.nl

Rechtbank Amsterdam 08-05-2015 28-05-2015 3603419 CV EXPL 14-32341. Civiel recht. Eerste aanleg - enkelvoudig. Rechtspraak.nl ECLI:NL:RBAMS:2015:3202 Instantie Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vindplaatsen Uitspraak Rechtbank Amsterdam 08-05-2015 28-05-2015 3603419

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2017:2065

ECLI:NL:RBAMS:2017:2065 ECLI:NL:RBAMS:2017:2065 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 21-03-2017 Datum publicatie 31-03-2017 Zaaknummer KK EXPL 17-154 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ANONIEM Bindend advies

ANONIEM Bindend advies ANONIEM Bindend advies Partijen : A te B, in deze vertegenwoordigd door E, advocaat te F, vs. C te D Zaak : Schadevergoeding Zaaknummer : 2008.01038 Zittingsdatum : 19 november 2008 1/7 Zaak: 2008.01038

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 081.99 ingediend door: hierna te noemen klaagster, tegen: hierna te noemen verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 23-06-2015 Datum publicatie 04-09-2015 Zaaknummer CV EXPL 14-22777 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B vertegenwoordigd door E te F tegen C te D Zaak : Collectiviteit, korting op de premie met terugwerkende kracht Zaaknummer : 2011.00544 Zittingsdatum : 26 oktober

Nadere informatie

DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringsmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringsmaatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-394 d.d. 29 oktober 2014 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en dr. B.C. de Vries, leden en mr. I.M.L. Venker, secretaris)

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 162 d.d. 2 september 2010 (mr. M.M. Mendel, voorzitter, mr. B.F. Keulen en dr. D.F. Rijkels) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming

Nadere informatie

1. Procedure. 2. Feiten

1. Procedure. 2. Feiten Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 122 d.d. 1 juli 2010 (mr. J. Wortel, voorzitter, en de heren R.H.G. Mijné en de heer H. Mik RA) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. de Raad voor Rechtsbijstand 's-gravenhage, appellant,

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. de Raad voor Rechtsbijstand 's-gravenhage, appellant, Raad vanstate 200700246/1. Datum uitspraak: 6 juni 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: de Raad voor Rechtsbijstand 's-gravenhage, appellant, tegen de uitspraak in zaak

Nadere informatie

ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-295 d.d. 25 oktober 2013 (prof.mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. W.F.C. Baars en mr. W.H.G.A. Filott mpf, leden en mevrouw mr. L.T.A.

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2010:BN9920

ECLI:NL:RBHAA:2010:BN9920 ECLI:NL:RBHAA:2010:BN9920 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 23-09-2010 Datum publicatie 08-10-2010 Zaaknummer 171924 / KG ZA 10-360 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Waardebepaling tegen de zin van een van de twee opdrachtgevers gemeld.

Waardebepaling tegen de zin van een van de twee opdrachtgevers gemeld. Waardebepaling tegen de zin van een van de twee opdrachtgevers gemeld. Klaagster en haar partner gaan uit elkaar. In dat kader moet de gezamenlijke woning worden verkocht. Als na geruime tijd geen verkoop

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2017:2573

ECLI:NL:RBOVE:2017:2573 ECLI:NL:RBOVE:2017:2573 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 23062017 Datum publicatie 26062017 Zaaknummer C/08/201386 / KG ZA 17141 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

SAMENVATTING Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO

SAMENVATTING Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO SAMENVATTING 105154 - Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO Het taakbelastingsbeleid van de opleiding is van toepassing op de personeelsleden en heeft gevolgen voor

Nadere informatie

Beweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar.

Beweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar. Beweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar. In het kader van het uit elkaar gaan van klager en zijn partner moet de gemeenschappelijke woning getaxeerd

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2016:199

ECLI:NL:RBAMS:2016:199 ECLI:NL:RBAMS:2016:199 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 20-01-2016 Datum publicatie 02-02-2016 Zaaknummer C/13/572226 / HA ZA 14-903 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Intellectueel-eigendomsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2017:1283

ECLI:NL:CRVB:2017:1283 ECLI:NL:CRVB:2017:1283 Instantie Datum uitspraak 23-03-2017 Datum publicatie 07-04-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 15/4862 ANW Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2015:3937

ECLI:NL:RBDHA:2015:3937 ECLI:NL:RBDHA:2015:3937 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 07-04-2015 Datum publicatie 06-05-2015 Zaaknummer C-09-477807 - HA RK 14-638 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Uitspraak. GERECHTSHOF 's-hertogenbosch. Afdeling civiel recht

Uitspraak. GERECHTSHOF 's-hertogenbosch. Afdeling civiel recht ECLI:NL:GHSHE:2016:416 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 11-02-2016 Datum publicatie 12-02-2016 Zaaknummer 200 180 361_01 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie