Besluit Vaststelling hogere grenswaarde Ingevolge artikel 82, 83 en 110a van de Wet geluidhinder t.b.v. het bestemmingsplan Broek Zuid.

Transcriptie

1 Besluit Vaststelling hogere grenswaarde Ingevolge artikel 82, 83 en 110a van de Wet geluidhinder t.b.v. het bestemmingsplan Broek Zuid. 1 Inleiding. Aanleiding. De gemeente De Fryske Marren is voornemens om in het gebied Broek Zuid een woningbouwplan met 86 woningen aan open vaarwater realiseren. In het ontwerpbestemmingsplan Broek Zuid wordt dit juridisch planologisch geregeld. Het plangebied ligt ten westen en zuiden van respectievelijk Joure en Broek. Een nieuw te graven watergang verbindt alle nieuw te graven woningen met het open vaarwater aan de Zijlroede. Naast de gronden die benodigd zijn voor de nieuwe woonwijk en de nieuwe watergang, zijn ook de volgende percelen / gronden in het plangebied meegenomen: - enkele agrarische percelen die tussen de nieuwe watergang en Joure liggen; - enkele (woon)percelen aan It Sid en twee compensatiewoningen nabij It Sijd 11 in het lint; - de woonpercelen aan de Harddraversweg 78 en de Omkromte 15 en 17; - de gronden aan de Tramwei die benodigd zijn voor de aanleg van een nieuwe rotonde en mogelijk carpoolplaatsen. Op grond van de Wet geluidhinder (Wgh) geldt rond wegen met een maximum snelheid hoger dan 30 km/uur, spoorwegen en inrichtingen die 'in belangrijke mate geluidhinder veroorzaken', een geluidzone. Bij ontwikkeling van nieuwe geluidsgevoelige objecten binnen deze geluidszones moet akoestisch onderzoek worden uitgevoerd om aan te tonen dat de ontwikkeling voldoet aan de voorkeursgrenswaarden die in de wet zijn vastgelegd. Wanneer hieraan niet wordt voldaan, kan het bevoegd gezag in dit geval de gemeente hogere grenswaarden vaststellen. Hiervoor geldt een bepaald maximum, de uiterste grenswaarde genoemd. Bij de vaststelling van hogere grenswaarden moet worden afgewogen of bronmaatregelen of maatregelen in de overdrachtssfeer kunnen worden getroffen. In deze situatie is sprake van een geluidsbelastende situatie als gevolg van wegverkeer. De nieuwe geluidsgevoelige functies liggen binnen de geluidszone van It Stld, de Tramwei, de Woudfennen en de A7. Daarnaast wordt voor de woonwijk een nieuwe weg gerealiseerd. Deze sluit aan op It Stld, waarvan het bestaande deel wordt verbreed. Deze nieuwe weg en It Süd worden wegen met een maximumsnelheid van 30 km/uur. Ook wordt een rotonde tussen It ald, de Tramwei en de Woudfennen gerealiseerd. In het kader van de Wgh is daarom een akoestisch onderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek is opgenomen in bijlage 1. Uit het onderzoek blijkt dat alleen voor het zuidelijkste bouwvlak (waar op basis van het plan twee woningen zijn beoogd) in het plangebied een relatief lichte overschrijding van de voorkeursgrenswaarde plaatsvindt als gevolg van het verkeer op de Tramwei. De maximale ontheffingswaarde wordt niet overschreden. Maatregelen aan de bron of in het overdrachtsgebied zijn niet mogelijk, gewenst of doelmatig.

2 Er dient derhalve een besluit tot vaststelling van hogere waarde te worden genomen. Door de nieuwe weg ontstaat op de bestaande woningen geen overschrijding van de voorkeursgrenswaarde. De fysieke aanpassingen aan It SiId en de Tramwei geven geen reconstructies volgens de Wgh. Een aanvaardbaar akoestisch klimaat aan de gevels van de bestaande woningen blijft gehandhaafd. De ontwikkelingen zijn vanuit de Wgh aanvaardbaar. Verstrekte gegevens. De volgens gegevens zijn verstrekt: De Fryske Marren, akoestisch onderzoek, Rho Adviseurs voor Leefruimte, ontwerp d.d , nr en vastgestelde versie d.d , nr Ontvankelijkheid. Het ingediende onderzoek voldoet aan de wettelijke richtlijnen die hieraan zijn gesteld. Procedure. De procedure is en wordt overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk Villa van de Wet geluidhinder en afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht uitgevoerd. 2 Overwegingen. Het akoestisch onderzoek. Aan de hand van het akoestisch onderzoek is bepaald welke geluidsbelasting optreedt op het plan ten gevolge van het wegverkeer. Hieruit blijkt dat de voorkeursgrenswaarde als bedoeld in de Wet geluidhinder voor het zuidelijkste bouwvlak in het plangebied licht wordt overschreden. De voorkeursgrenswaarde bedraagt voor het wegverkeer 48 db. Het ten hoogste toegestane geluidsniveau waarvoor het college van burgemeester en wethouders een hogere waarde kan vaststellen bedraagt voor de Tramwei 63 db. De maximale ontheffingswaarde voor wegen is op grond van artikel 83 Wgh afhankelijk van de ligging van de woningen (binnen- of buitenstedelijk). Voor de toekomstige woningen is een binnenstedelijke ligging van toepassing ondanks dat op dit moment (huidige situatie) een buitenstedelijke ligging van toepassing is voor het gebied. Dit met uitzondering van nieuwe woningen in binnenstedelijk gebied welke in de geluidzone liggen van een auto(snel)weg. Zodoende bedraagt de ten hoogst toelaatbare geluidbelasting (ontheffingswaarde) als gevolg van het verkeer op: It Si:id, de Tramwei en Woudfennen 63 db en als gevolg van het verkeer op de A7 53 db. De geluidsbelasting overschrijdt de maximale ontheffingswaarde niet. Dit is voor het college aanleiding om, rekening houdend met aspecten als mogelijke bron- en overdrachtsmaatregelen, overeenkomstig art. 83 van de Wet geluidhinder en hoofdstuk Villa van de Wet geluidhinder, voor deze woning in ontwerp hogere waarden Wet geluidhinder vast te stellen.

3 3 Afweging bron- en overdrachtsmaatregelen. De Wet geluidhinder (artikel 77 lid 2) stelt een verplichting om mogelijke toepassing van bron- en overdrachtsmaatregelen te beschouwen. Artikel 110a lid 5 stelt dat er pas hogere waarden kunnen worden vastgesteld als bron en overdrachtsmaatregelen zijn beschouwd. Bron- en overdrachtsmaatregelen hoeven niet te worden getroffen als ze onvoldoende doeltreffend zijn of als er sprake is van overwegende bezwaren van stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige, landschappelijke of financiële aard. Ten gevolge van het verkeer op de Tramwei wordt de voorkeursgrenswaarde van 48 db voor het zuidelijkste bouwvlak in het woningbouwplan relatief licht overschreden. Er is een aantal maatregelen aan de bron denkbaar. De eerste mogelijkheid zou het beperken van de verkeersomvang, het wijzigen van de snelheid of van de samenstelling van het verkeer kunnen zijn. Gezien de functie van de Tramwei als gebiedsontsluitingsweg is het beperken van de verkeersomvang of het wijzigen van de samenstelling van het verkeer of de maximumsnelheid niet mogelijk/gewenst. De weg biedt aansluiting op de A7 en dergelijke maatregelen stuiten zodoende op overwegende bezwaren van verkeersen vervoerskundige aard. Gezien de functie van de Tramwei als gebiedsontsluitingsweg is het beperken van de verkeersomvang of het wijzigen van de samenstelling van het verkeer of de maximumsnelheid niet mogelijk/gewenst. De weg biedt aansluiting op de A7 en dergelijke maatregelen stuiten zodoende op overwegende bezwaren van verkeers- en vervoerskundige aard. Een andere maatregel aan de bron is het toepassen van een ander wegdektype. Op de Tramwei kan geluids reducerend asfalt worden toegepast. Een dergelijke maatregel leidt tot een geluidsreductie van maximaal 3 db, waarmee de geluidsbelasting de voorkeursgrenswaarde niet meer overschrijdt. Deze maatregel stuit echter op bezwaren van financiële aard, vanwege de relatief hoge kosten in vergelijking met een genoemde overschrijding op twee woningen. Maatregelen in het overdrachtsgebied in de vorm van geluidsschermen zijn niet wenselijk in verband met de stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing. Daarnaast zijn twee schermen van ieder circa 100 m lang en 6 m hoog nodig om de voorkeursgrenswaarde niet te overschrijden. Aangezien er op twee woningen sprake is van een overschrijding van de voorkeursgrenswaarde, stuit deze maatregel dan ook op overwegende bezwaren van financiële aard. Geconcludeerd kan worden dat redelijkerwijs geen maatregelen reëel zijn om de geluidsbelasting te reduceren of dat maatregelen daartoe op overwegende bezwaren van stedenbouwkundige, landschappelijke, verkeerskundige, vervoerskundige of financiële aard stuiten. Conclusie is dat een besluit tot vaststelling van hogere waarde aan de orde is. De hogere waarde zal in het Kadaster worden vastgelegd.

4 4 Toets binnen geluidsniveau. Het bouwbesluit waaraan het bouwplan moet voldoen stelt eisen ten aanzien van de geluidwering van de gevels teneinde een geluidsniveau in de woningen van 33 db te waarborgen. Aan de omgevingsvergunning voor de betreffende woningen zal als voorwaarde worden verbonden dat voldaan moet worden aan een gevelwering van 33 db. Gezien de berekende (hogere) waarde (51 db) is de verwachting dat hier met de standaardisolatie van de woningen aan kan worden voldaan. Hiermee is het plan uitvoerbaar. 5 Procedure. Het ontwerpbesluit Wet geluidhinder, vaststelling hogere waarde voor het ontwerpbestennmingsplan Broek Zuid met het akoestisch onderzoek, heeft met ingang van 18 juli 2017 gedurende zes weken voor iedereen ter inzage gelegen met de mogelijkheid om daartegen een zienswijze in te dienen bij ons college. Van de mogelijkheid om een zienswijze in te dienen is gebruik gemaakt door mevrouw G. Hooisma, It SCid 11 te Broek. De schriftelijke zienswijze is per op 25 juli 2017 ontvangen en geregistreerd onder nummer Net als in het kader van de behandeling van haar zienswijze tegen het ontwerpbestemmingsplan inclusief welstandontwikkelcriteria en het ontwerp exploitatieplan, achten we de zienswijze ontvankelijk. In de zienswijze wordt op dit onderdeel verwezen naar Bijlage I (akoestisch onderzoek bladzijde 14) waar sprake is van twee extra compensatiewoningen met een bouwhoogte van 6 meter. Dat klopt volgens de indiener van de zienswijze niet. Onze reactie luidt als volgt. De geluidberekening gaat uit van de twee woningen in één bouwlaag met kap. Bij dergelijke woningen is het gebruikelijk dat de geluidsbelasting op de waarneemhoogten van 1,5 meter (op de begane grond) en 4,5 meter (op de verdieping) wordt berekend. Het klopt dat volgens de bouwregels de maximale bouwhoogte niet 6 maar 9 meter mag bedragen. Dit leidt echter niet tot andere uitkomsten van de berekening omdat er twee woningen in één bouwlaag met kap worden toegestaan. Ook al zou bijvoorbeeld nog een derde bouwlaag (op 7,5 meter) worden onderzocht, dan wordt de voorkeursgrenswaarde bij lange na nog niet overschreden. We nemen de zienswijze op dit punt over en passen dit tekstueel aan in het akoestisch onderzoek zodat er 9 meter wordt genoemd in plaats van 6 meter.

5 eu _ 6 Besluit. Gelet op de Algemene wet bestuursrecht, artikel 82, 83 en artikel 110a van de Wet geluidhinder en op de hiervoor genoemde overwegingen, hebben burgemeester en wethouders van de gemeente De Fryske Marren besloten de volgende hogere waarde vast te stellen, onder het overnemen van de zienswijze van mevrouw G. Hooisma zoals hiervoor is weergegeven: Ontwikkeling: Broek Zuid Aantal woningen: 2 Hogere Waarde: 51dB Geluidsbron: Tramwei Joure, 23 oktober 2017 namens burgemeester en wethouders van De Fryske Marren, /5 Jege Bosma á'fdelingshoofd ruimtelijke ontwikkeling