KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DER GENEESKUNST. van de sociaal-geneeskundige

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DER GENEESKUNST. van de sociaal-geneeskundige"

Transcriptie

1 KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DER GENEESKUNST Kaderbesluit CSG Besluit van 26 maart 2004 houdende de algemene eisen voor de opleiding, registratie en herregistratie van sociaal-geneeskundig specialisten en voor de erkenning van opleiders, opleidingsinrichtingen en opleidingsinstituten Het College voor Sociale Geneeskunde, gelet op artikel 12, eerste lid, van de Regeling specialisten geneeskunst van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst; gezien de adviezen van het Federatiebestuur van Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst, de Koepel van Artsen Maatschappij en Gezondheid, de Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde, de Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband en de Sociaal-Geneeskundigen Registratie Commissie; Besluit: Hoofdstuk A Algemene bepalingen A.1. Begripsomschrijvingen In dit besluit wordt verstaan onder: a. Aios: arts(en) in opleiding tot (sociaal-geneeskundig) specialist; b. AVGIO-commissie: vertegenwoordiging van artsen voor verstandelijk gehandicapten in opleiding; c. beroepsprofiel: beschrijving van de taken, competenties en verantwoordelijkheden van de sociaal-geneeskundige in het betreffende specialisme; d. bij- en nascholing: een vorm van deskundigheidsbevordering, inhoudende het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden respectievelijk het actualiseren van reeds aanwezige kennis en vaardigheden door sociaalgeneeskundigen door middel van cursorisch onderwijs; e. cursorisch onderwijs: niet-patiëntgebonden en niet-organisatie gerelateerde trainings- en onderwijsactiviteiten; f. CvG: Commissie voor Geschillen; g. competenties: beschrijving van het aanvangsniveau van de beroepsuitoefening van de sociaal-geneeskundige specialist; h. deskundigheidsbevordering: alle activiteiten die tot doel hebben de kwaliteit van de eigen beroepsuitoefening te waarborgen en te verbeteren, niet zijnde werkzaamheden in de individuele gezondheidszorg; i. EER: Europees Economische Ruimte; j. individueel scholingsprogramma: een op de individuele in het buitenland opgeleide sociaal-geneeskundige arts of de eerder als sociaal-geneeskundige specialist geregistreerde arts of de in een ander specialisme geregistreerde specialist, afgestemd scholingsprogramma, rekening houdend met de kennis en ervaring van de arts, waarin is vastgelegd welke delen van de opleiding de arts dient te volgen om de arts op het eindniveau van de betreffende opleiding voor sociale geneeskunde in Nederland te brengen; k. individuele gezondheidszorg: individuele gezondheidszorg, bedoeld in artikel 1 van de Wet BIG aangevuld met beroepsactiviteiten van de sociaal-geneeskundige die daaraan een bijdrage leveren; l. intercollegiale toetsing: vorm van deskundigheidsbevordering waarbij met specialisten uit het eigen specialisme of andere professionals met wie in multidisciplinair verband aan hetzelfde proces wordt samengewerkt, wordt gereflecteerd op het eigen handelen. Daarbij wordt het eigen handelen in een cyclisch proces volgens een vaste systematiek getoetst aan een vastgestelde norm en daarmee in overeenstemming gebracht; m. inrichting: al dan niet over meerdere locaties verspreide bestuurlijk of functioneel samenhangende organisatie waar sociaal-geneeskundigen werkzaam zijn en waar één of meer specialismen in de praktijk uitgeoefend worden; n. instituut: al dan niet over meerdere locaties verspreide bestuurlijk of functioneel samenhangende organisatie die de gehele opleiding kan coördineren en voor de uitvoering van het cursorisch onderwijs kan zorgdragen; o. leerdoel: omschrijving van het verwachte eindniveau van de aios na afronding van een onderwijseenheid of de praktijkopleiding en stages; p. mediator: persoon die bij conflictbemiddeling begeleidt en als mediator geregistreerd is bij het Nederlands Mediation Instituut; q. onderwijseenheid: door het opleidingsinstituut omschreven deel van de leerstof; r. onderwijs- en examenreglement: een reglement met onderwijs- en examenvoorschriften opgesteld door een opleidingsinrichting of door een opleidingsinstituut overeenkomstig het door de SGRC vastgesteld model onderwijs- en examenreglement; s. onderwijsprogramma: programma dat de door het opleidingsinstituut aangeboden leerinhoud en de werkvormen omvat; t. onderzoeksbegeleider: begeleider van wetenschappelijk onderzoek; u. onderzoeksinstituut: onderdeel van een universiteit of een instelling die mede het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek als kerntaak heeft; v. opleider: sociaal-geneeskundige werkzaam in een opleidingsinrichting en door de SGRC erkend voor de praktijkopleiding van aios; w. opleiding: opleiding tot sociaalgeneeskundige; x. opleidingsinrichting: inrichting in Nederland die door de SGRC is erkend voor de praktijkopleiding van aios; y. opleidingsinstituut: instituut in Nederland dat ter zake door de SGRC erkend is; z. opleidingsprogramma: individueel programma van de aios in het kader van een opleiding; aa. opleidingsregister: een register van aios; bb. overige deskundigheidsbevorderende activiteiten: vorm van deskundigheidsbevordering, inhoudende de activiteiten van de sociaal-geneeskundige die er op gericht zijn anderen over het specialisme te informeren en te scholen, die bijdragen aan de ontwikkeling van het specialisme en die door de wetenschappelijke vereniging van het betreffende specialisme als zodanig zijn aangemerkt; Uit: Staatscourant 18 november 2004, nr. 223 / pag. 14 1

2 cc. praktijkopleiding in een opleidingsinrichting: leren van de vaardigheden en de daaraan ten grondslag liggende wetenschappelijke concepten respectievelijk de denk- en werkwijzen die nodig zijn voor het functioneren als sociaal-geneeskundige in het betreffende specialisme waarbij in toenemende mate zelfstandig wordt gewerkt onder begeleiding van een opleider; dd. richtlijn 93/16/EEG: Richtlijn 93/16/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen d.d. 5 april 1993 ter vergemakkelijking van het vrije verkeer van artsen en de onderlinge erkenning van hun diploma s, certificaten en andere titels, zoals laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2001/19/EEG(PbEG 1993, L 165); ee. samenwerkingsverband: geheel van onderlinge afspraken met betrekking tot de samenwerking tussen instanties; ff. scholing: werken onder begeleiding van een sociaal-geneeskundige specialist; gg. scriptie: een vorm van schriftelijke neerslag van eigen onderzoek of van participatie aan wetenschappelijk onderzoek, dat is opgezet, uitgevoerd en beschreven met gebruikmaking van wetenschappelijk verantwoorde methoden; hh. sociaal geneeskundig specialisme: een deelgebied van de geneeskunde dat door het CSG als zodanig is aangewezen; ii. specifiek besluit: besluit van het CSG dat het ter uitvoering van de taken, bedoeld in artikel 12, eerste lid, van de Regeling en van dit besluit, per sociaal geneeskundig specialisme vaststelt; jj. stage: deel van de opleiding onder verantwoordelijkheid van een opleidingsinstituut, waarbij kennis nemen van en inzicht verkrijgen in de praktijk op de voorgrond staat en de eigen werkzaamheid ondergeschikt is; kk. visitatie: onderzoek ter plaatse naar het functioneren van de opleider, de opleidingsinrichting of het opleidingsinstituut met als doel een zo objectief mogelijk oordeel te verkrijgen of aan de eisen van de vigerende CSG-besluiten is voldaan; ll. visitatiecommissie: commissie die de visitaties uitvoert; mm. visitatierapport: op de daarvoor bestemde formulieren over een visitatie uitgebrachte rapportage en de eventueel daarbij gevoegde bescheiden; nn. voltijds: aantal uren per week gelijk aan een voltijds aanstelling overeenkomstig de betreffende CAO, dan wel bij gebrek aan een CAO ten minste 36 uur per week, werkzaam zijn; oo. vrijstelling: de ontheffing van de verplichting deel te nemen aan een gedeelte van de opleiding; pp. wetenschappelijk onderzoek: onderzoek gericht op het ordenen, het vermeerderen, het analyseren of het genereren van reproduceerbare observaties en metingen, resulterend in groei van reproduceerbare kennis en ervaringstheorie, begeleid door een als zodanig opgeleide onderzoeker werkzaam bij een universiteit of instelling die mede het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek in haar missie heeft opgenomen. A.2. Toepassingsbereik besluit 1. Het CSG kan per sociaal geneeskundig specialisme ter uitvoering van dit besluit specifieke besluiten vaststellen met eisen betreffende: a. de opleiding; b. de erkenning; c. de registratie en herregistratie. 2. Van dit besluit kan niet worden afgeweken in specifieke besluiten of in de besluiten van de SGRC tenzij dit uitdrukkelijk in dit besluit is bepaald. 3. In specifieke besluiten kunnen de bepalingen in dit besluit worden aangevuld. 4. In beleidsregels van de SGRC kunnen de bepalingen in dit besluit nader worden ingevuld. 5. Op beslissingen van de SGRC, die niet onder de werking van de Algemene wet bestuursrecht of de Regeling vallen, is artikel 3:4, tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht van overeenkomstige toepassing. A.3. Overzicht specialismen De volgende deelgebieden der geneeskunde worden in dit besluit als specialisme aangewezen en daaraan zijn de genoemde titels verbonden: a. arbeid en gezondheid bedrijfsgeneeskunde: bedrijfsarts; b. arbeid en gezondheid verzekeringsgeneeskunde: verzekeringsarts; c. maatschappij en gezondheid: arts voor maatschappij en gezondheid; A.4. Rechtsmiddelen In elke individuele beslissing ingevolge dit besluit staat vermeld welk rechtsmiddel bij welke instantie en binnen welke termijn tegen de betreffende beslissing kan worden aangewend. Hoofdstuk B De opleiding Titel I Algemeen B.1. Inhoud opleiding 1. De opleiding wordt gevolgd bij opleiders, opleidingsinrichtingen en opleidingsinstituten en bestaat uit de volgende met elkaar samenhangende gedeelten: a. praktijkopleiding in een voor het betreffende specialisme relevante functie en stages; b. cursorisch onderwijs. 2. Het cursorisch onderwijs, bedoeld in het eerste lid, onder b, omvat in ieder geval een scriptie. 3. In specifieke besluiten worden nadere voorschriften met betrekking tot de gedeelten van de opleiding, bedoeld in het eerste lid, gesteld. B.2. Competenties 1. De opleiding is gericht op het verwerven van door het CSG vastgestelde algemene competenties en specialismegebonden competenties voor sociaal-geneeskundigen. 2. De specialismegebonden competenties zijn vastgelegd in specifieke besluiten. 3. De in het eerste lid bedoelde algemene competenties zijn de volgende: a. ten aanzien van medisch handelen: i. De specialist bezit adequate kennis en vaardigheid naar de stand van het vakgebied; ii. De specialist past het diagnostisch, therapeutisch en preventief arsenaal van het vakgebied goed en waar mogelijk evidence based toe; iii. De specialist levert effectieve en ethisch verantwoorde patiëntenzorg; iv. De specialist vindt snel de vereiste informatie en past deze goed toe;. b. ten aanzien van communicatie: i. De specialist bouwt effectieve behandelrelaties met patiënten op; ii. De specialist luistert goed en verkrijgt doelmatig relevante patiëntinformatie; iii. De specialist bespreekt medische informatie goed met patiënten en desgewenst familie; iv. De specialist doet adequaat mondeling en schriftelijk verslag over patiëntencasus; Uit: Staatscourant 18 november 2004, nr. 223 / pag. 14 2

3 c. ten aanzien van samenwerking: i. De specialist overlegt doelmatig met collegae en andere zorgverleners; ii. De specialist verwijst adequaat; iii. De specialist levert effectief intercollegiaal consult; iv. De specialist draagt bij aan effectieve interdisciplinaire samenwerking en ketenzorg; d. ten aanzien van kennis en wetenschap: i. De specialist beschouwt medische informatie kritisch; ii. De specialist bevordert de verbreding van en ontwikkelt de wetenschappelijke vakkennis; iii. De specialist ontwikkelt en onderhoudt een persoonlijk bij- en nascholingsplan; iv. De specialist bevordert de deskundigheid van studenten, aios, collegae, patiënten en andere betrokkenen bij de gezondheidszorg; e. ten aanzien van maatschappelijk handelen: i. De specialist kent en herkent de determinanten van ziekte; ii. De specialist bevordert de gezondheid van patiënten en de gemeenschap als geheel; iii. De specialist handelt volgens de relevante wettelijke bepalingen; iv. De specialist treedt adequaat op bij incidenten in de zorg; f. ten aanzien van organisatie: i. De specialist organiseert het werk naar een balans in patiëntenzorg en persoonlijke ontwikkeling; ii. De specialist werkt effectief en doelmatig binnen een gezondheidszorgorganisatie; iii. De specialist besteedt de beschikbare middelen voor de patiëntenzorg verantwoord; iv. De specialist gebruikt informatietechnologie voor optimale patiëntenzorg, en voor bij- en nascholing; g. ten aanzien van professionaliteit: i. De specialist levert hoogstaande patiëntenzorg op integere, oprechte en betrokken wijze; ii. De specialist vertoont adequaat persoonlijk en interpersoonlijk professioneel gedrag; iii. De specialist kent de grenzen van de eigen competentie en handelt daar binnen; iv. De specialist oefent de geneeskunde uit naar de gebruikelijke ethische normen van het beroep; B.3. Toetsing en beoordeling 1. De opleiding is voorzien van momenten waarop toetsing en beoordeling plaatsvindt. 2. De toetsing en beoordeling voldoet aan het model onderwijs- en examenreglement zoals vastgesteld door de SGRC. 3. Het model, genoemd in het tweede lid, omvat in elk geval de volgende elementen: a. toetsen; b. vrijstelling; c. voortgang van de opleiding; d. einde van de opleiding; e. examencommissie. 4. Een getoetst of beoordeeld onderdeel van de opleiding dat met goed gevolg is afgerond, behoudt gedurende vijf jaar zijn geldigheid, tenzij artikel B.9., vierde lid van toepassing is. B.4. Duur 1. Tenzij in dit Hoofdstuk anders is bepaald, duurt de opleiding vier jaar en wordt deze voltijds en ononderbroken gevolgd. 2. Het opleidingsinstituut kan in een individueel geval om opleidingsinhoudelijke redenen in het kader van een eindbeoordeling besluiten tot verlenging van de opleiding en daarmee de duur van de opleiding, bedoeld in het eerste lid, overschrijden. B.5. Verlenging 1. Indien het opleidingsinstituut om redenen als genoemd in artikel B.4, tweede lid, verlenging van de opleiding van een individuele aios noodzakelijk acht stelt het opleidingsinstituut uiterlijk drie maanden voor het beoogde einde van de opleiding de aios en de opleider hiervan gemotiveerd in kennis. 2. De opleiding kan met ten hoogste 12 maanden worden verlengd. 3. Bij verlenging van de opleiding wordt het opleidingsprogramma gewijzigd en is artikel B.9. van overeenkomstige toepassing. B.6. Opschorting opleiding 1. Indien binnen de termijn van 6 maanden, genoemd in artikel C.3., tweede lid, geen nieuwe opleider is benoemd, wordt de praktijkopleiding van rechtswege opgeschort totdat een nieuwe opleider door de SGRC is benoemd. 2. Bij opschorting van de opleiding wordt het opleidingsprogramma gewijzigd en is artikel B.9. van overeenkomstige toepassing. B.7. Deeltijd 1. De opleiding kan in deeltijd worden gevolgd. Daarbij gelden de volgende voorwaarden: a. de aios dient een aanvraag tot het volgen van een opleiding in deeltijd ten minste twee weken voor aanvang van de deeltijdopleiding in bij het opleidingsinstituut onder overlegging van het gewijzigde opleidingsprogramma; b. de duur van de hele of het betreffende gedeelte van de opleiding wordt naar rato verlengd; c. de opleiding beslaat ten minste de helft van een voltijds aanstelling. 2. In het geval dat de opleiding gedurende de opleiding wordt omgezet in een opleiding in deeltijd, wordt het opleidingsprogramma gewijzigd en is artikel B.9. van overeenkomstige toepassing. B.8. Onderbreking 1. Er is sprake van onderbreking van de opleiding als er tijdelijk geen opleiding, bedoeld in artikel B.1., wordt gevolgd. 2. Afwezigheid door vakantie overeenkomstig het aantal dagen in de arbeidsovereenkomst wordt niet als onderbreking aangemerkt. 3. In de gevallen, bedoeld in het eerste lid, waarbij de praktijkopleiding meer dan gemiddeld vier weken in één opleidingsjaar wordt onderbroken, vindt volledige compensatie plaats van het meerdere van die vier weken. 4. In de gevallen, bedoeld in het eerste lid, waarbij cursorisch onderwijs wordt onderbroken, mag de onderbreking niet meer dan 20% van het betreffende onderdeel van het cursorisch onderwijs bedragen en niet meer dan 10% over het totale cursorisch onderwijs. 5. De aios doet van de onderbreking zo spoedig mogelijk, en in geval van zwangerschaps- of ouderschapsverlof voorafgaand aan de onderbreking, mededeling aan het opleidingsinstituut. 6. Indien de opleiding gedurende 25% of meer van de totale duur van de opleiding, al dan niet aaneengesloten is onderbroken, stelt het opleidingsinstituut de SGRC hiervan onverwijld op de hoogte. De SGRC kan in dat geval bepalen dat de opleiding dan wel een deel daarvan opnieuw gevolgd wordt. 7. Bij deeltijd wordt de periode, Uit: Staatscourant 18 november 2004, nr. 223 / pag. 14 3

4 genoemd in het derde lid, naar rato gewijzigd. 8. Bij hervatting van de opleiding na onderbreking, bedoeld in het derde lid, wordt het opleidingsprogramma gewijzigd en is artikel B.9. van overeenkomstige toepassing. B.9. Wijzigingen opleidingsprogramma 1. Wijzigingen in het opleidingsprogramma stelt de aios op in overleg met de opleider, de opleidingsinrichting en het opleidingsinstituut, waarbij het opleidingsprogramma zodanig wordt aangepast dat ten volle aan alle opleidingseisen kan worden voldaan en de continuïteit van de opleiding gewaarborgd is. 2. Het opleidingsinstituut bepaalt de voorwaarden voor compensatie van een gemist opleidingsonderdeel. 3. Het opleidingsinstituut beoordeelt het gewijzigde opleidingsprogramma en bericht in geval van goedkeuring van het gewijzigde opleidingsprogramma, de SGRC hierover. 4. Bij goedkeuring van het gewijzigde opleidingsprogramma kan het opleidingsinstituut besluiten tot een langere dan de in artikel B.3., vierde lid, genoemde geldigheidsduur. 5. Bij wijziging van het opleidingsprogramma als gevolg van toepassing van artikel C.16. of artikel C.22. ten aanzien van een opleidingsinrichting, kan de SGRC door het stellen van voorwaarden afwijken van de voor de praktijkopleiding geldende bepalingen. B.10. Vrijstelling 1. De aios kan worden vrijgesteld van het volgen van een of meer delen van de opleiding. 2. Vrijstelling van het volgen van een of meer onderwijseenheden kan worden verkregen door kennis: a. opgedaan in het kader van cursorisch onderwijs in een opleidingsinstituut, en b. in de vijf jaar voorafgaand aan de opleiding, en c. die daaraan qua niveau, inhoud en omvang gelijkgesteld kan worden. 3. Vrijstelling voor een of meer onderdelen van de praktijkopleiding of een of meer stages kan worden verkregen door kennis en ervaring: a. opgedaan in het kader van cursorisch onderwijs en praktijkwerkzaamheden in een opleidingsinrichting onder begeleiding van een opleider, en b. in de drie jaar voorafgaand aan de opleiding, en c die daaraan qua niveau, inhoud en omvang gelijkgesteld kunnen worden. 4. De aios die vrijstelling wenst te verkrijgen, dient hiertoe een schriftelijke aanvraag bij het opleidingsinstituut in die ten minste de redenen voor de aanvraag bevat. 5. De aios verschaft het opleidingsinstituut de gegevens en bescheiden die het opleidingsinstituut voor de beoordeling van de aanvraag nodig acht en waarover hij redelijkerwijs de beschikking kan krijgen. 6. Het opleidingsinstituut beslist binnen acht weken op de aanvraag om vrijstelling, met inachtneming van het onderwijs- en examenreglement. 7. In specifieke besluiten kunnen afwijkende voorschriften worden gesteld met betrekking tot vrijstelling voor sociaal-geneeskundige specialisten die in een ander sociaal-geneeskundig specialistenregister staan ingeschreven. B.11. Inschrijving opleidingsregister 1. Er is een opleidingsregister waarin de SGRC aios inschrijft. 2. De arts dient bij aanvang van de opleiding een aanvraag tot inschrijving in het opleidingsregister, bedoeld in het eerste lid bij de SGRC in, door middel van een door de SGRC vastgesteld formulier. 3. De aanvraag bedoeld in het eerste lid, bevat in ieder geval de volgende elementen: a. de naam en adres van de arts; b. een bewijs van inschrijving in het artsregister, bedoeld in artikel 3 van de Wet BIG; c. een bewijs dat de arts is toegelaten tot de opleiding; d. een of meer werkgeversverklaringen; e. betaling van het voor behandeling van de aanvraag door de SGRC vastgestelde bedrag. 4. Uit de werkgeversverklaringen, genoemd in het derde lid, onder d, blijken in elk geval de volgende gegevens: a. dat de arts voor de duur van de opleiding in een opleidingsinrichting werkzaam is; b. het percentage van een voltijds aanstelling dat de arts werkzaam is; c. de personalia van de toegevoegde opleider. 5. Door ondertekening van de aanvraag, bedoeld in het tweede lid, verplicht de arts zich ertoe: a. de opleidingsonderdelen, genoemd in artikel B.1. te vervullen; b. kennis te hebben van het onderwijs- en examenreglement en dit te accepteren; c. kennis te hebben van het opleidingsbeleid van de opleidingsinrichting en dit te accepteren. 6. De SGRC schrijft de arts, na ontvangst van de aanvraag, bedoeld in het tweede lid, in het opleidingsregister in. B.12. Voltooiing opleiding Het opleidingsinstituut geeft, zodra de aios alle onderwijseenheden van de opleiding met goed gevolg heeft afgesloten, aan de aios en de SGRC een verklaring af, aan de hand van een door de SGRC vastgesteld model en overeenkomstig haar onderwijs- en examenreglement, inhoudende dat de aios aan alle opleidingseisen heeft voldaan. B.13. Uitschrijving opleidingsregister De inschrijving in het opleidingsregister, bedoeld in artikel B.11., eerste lid, wordt doorgehaald zodra de SGRC de verklaring, bedoeld in artikel B.12. ontvangt, dan wel zodra de SGRC kennis neemt van tussentijdse beëindiging van de opleiding van de aios. B.14. Verplichtingen aios De aios voldoet aan de volgende verplichtingen: a. algemeen: i. hij is ingeschreven als arts in het register, bedoeld in artikel 3 van de Wet BIG en in het opleidingsregister van de SGRC en houdt deze inschrijvingen gedurende de opleiding in stand; ii. hij heeft een overeenkomst met het opleidingsinstituut afgesloten waarin ten minste is vastgelegd dat hij de verplichtingen en verantwoordelijkheden voortvloeiend uit dit besluit, de specifieke besluiten en het onderwijsen examenreglement zal naleven; iii. hij verschaft desgevraagd het opleidingsinstituut of de SGRC nauwkeurig en onverwijld de gegevens en bescheiden betreffende zijn opleiding die nodig zijn en waarover hij redelijkerwijs de beschikking kan krijgen; iv. hij volgt gedurende de opleiding Uit: Staatscourant 18 november 2004, nr. 223 / pag. 14 4

5 de hem door de opleider of het opleidingsinstituut in het belang van de opleiding gegeven aanwijzingen op; v. hij stelt met inachtneming van het onderwijs- en examenreglement een opleidingsprogramma op en legt dit ter goedkeuring voor aan het opleidingsinstituut. b. met betrekking tot de opleiding: i. hij is tijdens de praktijkopleiding werkzaam in een of meer functies bij een opleidingsinrichting waardoor hij in staat wordt gesteld zich alle aspecten van het betreffende specialisme eigen te maken; ii. hij houdt een opleidingsdossier bij volgens het door de SGRC met het betreffende opleidingsinstituut afgesproken format, waaruit de voortgang van zijn opleiding blijkt; iii. In het geval van het volgen van de opleiding in deeltijd dan wel in geval van onderbreking van de opleiding houdt de aios zich aan het bepaalde genoemd in respectievelijk artikel B.7 en artikel B.8. Titel II Opleiding en wetenschappelijk onderzoek B.15. Opleiding en wetenschappelijk onderzoek 1. De aios heeft de mogelijkheid de opleiding onder de in artikel B.16 gestelde voorwaarden te combineren met wetenschappelijk onderzoek. 2. Het wetenschappelijk onderzoek, bedoeld in het eerste lid, vervangt alle onderdelen van de opleiding gericht op het opzetten en uitvoeren van onderzoek, het verwerken van de gegevens en het rapporteren over onderzoek in de vorm van een scriptie en resulteert ten minste in een publicatie over het wetenschappelijk onderzoek. 3. In het geval, bedoeld in het eerste lid, en met inachtneming van het bepaalde in het tweede lid, wordt de totale tijdsduur van de opleiding verlengd met maximaal de duur van het wetenschappelijk onderzoek tot ten hoogste zes jaar. B.16. Randvoorwaarden Aan het combineren van de opleiding met wetenschappelijk onderzoek, bedoeld in artikel B.15., eerste lid, zijn de volgende voorwaarden verbonden: a. het wetenschappelijk onderzoek is relevant voor het specialisme en wordt uitgevoerd binnen een onderzoeksinstituut; b. gedurende de totale duur bedoeld in artikel B.15, derde lid, volgt de aios ten minste gemiddeld 16 uur per week praktijkopleiding. Indien de opleiding in deeltijd wordt gevolgd, wordt het genoemde aantal uren van de praktijkopleiding naar rato aangepast; c. ten minste een jaar van de onderzoeksperiode vindt plaats na aanvang van de opleiding en binnen de voltooiing daarvan; d. praktijkopleiding vindt in perioden van ten minste zes maanden plaats; e. de aios kan pas aanvangen met de combinatie van opleiding met wetenschappelijk onderzoek nadat de SGRC het opleidingsprogramma heeft goedgekeurd. B.17. Aanvraag goedkeuring opleidingsprogramma Het opleidingsprogramma wordt door de aios opgesteld, in overleg met de opleider, de onderzoeksbegeleider, de opleidingsinrichting en het opleidingsinstituut en met inachtneming van de artikelen B.15. en B.16. Artikel B.9. is van overeenkomstige toepassing. B.18. Overige bepalingen 1. Gedurende de periode dat de aios de opleiding, bedoeld in artikel B.1., eerste lid volgt, zijn paragraaf I-A en I-B daarop van overeenkomstige toepassing. 2. Gedurende de periode dat de aios het wetenschappelijk onderzoek uitvoert zijn de artikelen B.7. en B.8. van overeenkomstige toepassing. 3. Het tussentijds afbreken van het wetenschappelijk onderzoek vormt geen beletsel voor het voltooien van de opleiding tot sociaal-geneeskundig specialist. 4. Bij tussentijds afbreken van het wetenschappelijk onderzoek wordt het opleidingsprogramma gewijzigd en is artikel B.9. van overeenkomstige toepassing. Titel III Geschillen B.19. Commissie voor Geschillen 1. Er is een CvG inzake opleidingsaangelegenheden. De leden van de CvG worden benoemd, geschorst en ontslagen door het overleg van voorzitters van de registratiecommissies, bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Regeling. 2. De CvG is samengesteld als volgt: a. zes leden: i. een lid en een plaatsvervangend lid zijn ingeschreven in één van de door de MSRC ingestelde registers voor medisch specialisten en worden bindend voorgedragen door het CCMS; ii. een lid en een plaatsvervangend lid zijn ingeschreven in één van de door de SGRC ingestelde registers voor sociaal-geneeskundigen en worden bindend voorgedragen door het CSG; iii. een lid en een plaatsvervangend lid zijn ingeschreven in één van de door de HVRC ingestelde registers voor huisartsen, verpleeghuisartsen en artsen voor verstandelijk gehandicapten en worden bindend voorgedragen door het CHVG; iv. een lid is ingeschreven in een van de opleidingsregisters van de MSRC, de SGRC of de HVRC en maakt deel uit van een pool van artsen in opleiding die benoemd zijn op bindende voordracht van de LVAG, het LOS- GIO, de LOVAH, de VVIO en de AVGIO-commissie. Dit lid wordt ad hoc en afhankelijk van de aard van het geschil door de voorzitter van de CvG aan de CvG toegevoegd; v. twee leden zijn ingeschreven in één van de registers van de MSRC, de SGRC of de HVRC en maken deel uit van een pool van specialisten die benoemd zijn op bindende voordracht van de betreffende koepelorganisatie dan wel beroeps- of wetenschappelijke verenigingen die een recht van voordracht hebben van leden in de registratiecommissies, genoemd in artikel 1 van de Regeling. Deze leden worden ad hoc en afhankelijk van de aard van het geschil door de voorzitter van de CvG aan de CvG toegevoegd; b. een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter, beiden tevens gewoon lid met de hoedanigheid van meester in de rechten en in het dagelijks leven praktiserend jurist. Deze leden worden bindend voorgedragen door het overleg van voorzitters van de registratiecommissies. 3. De leden en de plaatsvervangend leden van de CvG kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een college of registratiecommissie. Evenmin kunnen zij zitting hebben in het bestuur van of werkzaam zijn bij de Uit: Staatscourant 18 november 2004, nr. 223 / pag. 14 5

6 KNMG of één van haar beroepsverenigingen. 4. Personen die betrokken zijn bij een geschil als bedoeld in artikel B.20. of bij een partij in dat geschil, kunnen geen deel uitmaken van de CvG. 5. De algemeen directeur van de KNMG voegt aan de CvG een ambtelijk secretaris toe. B.20. Competentie CvG 1. De CvG neemt kennis van alle geschillen met betrekking tot de naleving van dit besluit, de specifieke besluiten, de beleidsregels van de registratiecommissies, het onderwijs- en examenreglement, telkens inzake de vorm, de inhoud en de duur van de opleiding en geschillen verband houdend met inschrijven van de arts in het opleidingsregister, voorzover de Algemene wet bestuursrecht of de Regeling niet van toepassing zijn. 2. Van een geschil is sprake zodra een van de betrokken partijen uitdrukkelijk schriftelijk kenbaar maakt dat er een geschil is. 3. De CvG toetst een geschil integraal. Hoofdstuk C De erkenning tot opleider, opleidingsinrichting en opleidingsinstituut Titel I De opleider Paragraaf I-A Eisen voor erkenning van de sociaal-geneeskundige tot opleider C.1. Eisen voor erkenning als opleider Om voor erkenning als opleider in een sociaal geneeskundig specialisme in aanmerking te komen voldoet de sociaal-geneeskundige aan de volgende algemene eisen: a. hij is bij aanvang van de opleiding ten minste drie jaar geregistreerd als sociaal-geneeskundige in het desbetreffende specialisme en werkzaam geweest in een of meer voor het specialisme relevante functies; b. hij heeft in de drie maanden direct voorafgaand aan de erkenning een voor het specialisme relevante functie vervuld binnen de opleidingsinrichting dan wel binnen de inrichting die gelijktijdig erkenning als opleidingsinrichting aanvraagt; c. hij is ten minste 16 uren per week werkzaam binnen de inrichting; d. hij is door de opleidingsinrichting dan wel door de inrichting die gelijktijdig erkenning als opleidingsinrichting aanvraagt, onder voorbehoud van erkenning aangewezen als opleider, met de taken en bevoegdheden van de opleider zoals beschreven in het opleidingsbeleid; e. hij is bereid als opleider te fungeren en aan de daaruit voortvloeiende verplichtingen te voldoen. Paragraaf I-B Verplichtingen van de opleider C.2. Verplichtingen voor de opleider De opleider heeft de volgende verplichtingen met betrekking tot opleiding en onderwijs: a. hij zorgt dat de aios van hem of onder zijn verantwoordelijkheid onderwijs in het kader van de praktijkopleiding ontvangt; b. hij heeft met de aios waarvoor hij als opleider fungeert persoonlijke contacten en is voor hem voldoende bereikbaar; c. hij neemt deel aan docentenoverleg, opleidingen en trainingen opgezet voor opleiders van de opleidingsinrichting. d. hij verstrekt de aios op diens verzoek de documenten die nodig zijn voor het opleidingsdossier, bedoeld in artikel B.14., onder b, onderdeel ii. Paragraaf I-C De waarnemend opleider C.3. Eisen voor aanwijzing als waarnemend opleider 1. Om als waarnemend opleider, bedoeld in artikel C.7. onder a, te kunnen worden aangewezen is vereist dat de sociaal-geneeskundig specialist is ingeschreven in hetzelfde register als de opleider, voor wie hij zal waarnemen. 2. De waarnemend opleider treedt voor maximaal zes maanden in de rechten en plichten van de opleider, voor wie hij waarneemt. Titel II De opleidingsinrichting Paragraaf II-A Eisen voor erkenning van de inrichting tot opleidingsinrichting C.4. Algemene eisen voor erkenning als opleidingsinrichting Om voor erkenning als opleidingsinrichting in aanmerking te komen voldoet de inrichting aan de volgende algemene eisen: a. tot haar zorg en dienstverlening behoort het verlenen van individuele gezondheidszorg in het specialisme waarvoor erkenning als opleidingsinrichting wordt gevraagd; b. zij heeft zorg en dienstverlening overeenkomstig de desbetreffende wetgeving ten doel en is daarvoor verantwoordelijk; c. de kwaliteit van haar zorg en dienstverlening staat onder toezicht op de wijze als in of bij de desbetreffende wetgeving is bepaald; d. in het kader van het toezicht, genoemd onder c, zijn haar geen beperkingen opgelegd en geen voorwaarden gesteld die direct verband houden met de individuele gezondheidszorg die zij verleent; e. zij heeft een opleidingsbeleid voor sociaal-geneeskundigen; f. zij heeft voor het uitvoeren van praktijkopleiding een samenwerkingsovereenkomst gesloten met een opleidingsinstituut. C.5. Eisen voor erkenning van een samenwerkingsverband als opleidingsinrichting 1. Om voor erkenning als opleidingsinrichting in aanmerking te komen voldoet een samenwerkingsverband van inrichtingen aan de eisen, genoemd in artikel C De samenwerkingsovereenkomst, genoemd in artikel C.4., onder f, bevat ten minste de verantwoordelijkheden van de bij het samenwerkingsverband betrokken opleidingsinrichtingen en opleiders in het kader van de praktijkopleiding. C.6. Inhoud opleidingsbeleid Het opleidingsbeleid, genoemd in artikel C.4., onder e, voldoet aan de volgende eisen: a. het is in voor de SGRC toetsbare elementen opgesteld; b. het bevat de doelen van de inrichting dan wel van het samenwerkingsverband van inrichtingen voor de praktijkopleiding; c. het beschrijft de faciliteiten ten behoeve van de opleider en de aios; d. het beschrijft de wijze waarop de inrichting dan wel het samenwerkingsverband van inrichtingen het realiseren van de onder b genoemde doelen bewaakt; e. het beschrijft de afspraken die met het opleidingsinstituut zijn gemaakt over de opleiding en training van opleiders; Uit: Staatscourant 18 november 2004, nr. 223 / pag. 14 6

7 f. het borgt: i. dat de aios ervaring kan opdoen in alle taken van het beroepsprofiel van het betreffende specialisme; ii. dat de werkzaamheden van de aios die niet relevant zijn voor de opleiding beperkt blijven; iii. dat de opleider bekend is met de specifieke problematiek binnen het werkterrein van de aios; iv. dat er voldoende contact is tussen opleider en aios en de opleider voldoende bereikbaar is voor directe raadpleging; v. dat de aios kan deelnemen aan alle activiteiten die het opleidingsinstituut in het kader van zijn opleiding organiseert; vi. dat de opleider kan deelnemen aan didactische trainingen, docentenoverleg en andere door het opleidingsinstituut of de opleidingsinrichting voor de betreffende opleiders in het kader van de opleiding georganiseerde activiteiten; vii. dat de opleider de aios in het kader van de praktijkopleiding kan onderwijzen; viii. dat de totale beroepsactiviteiten van de aios en van de opleider de arbeidsvoorwaarden van de inrichting niet overschrijden. Paragraaf II-B Verplichtingen voor de opleidingsinrichting C.7. Algemene verplichtingen voor de opleidingsinrichting De opleidingsinrichting voldoet aan de volgende algemene verplichtingen: a. zij wijst een sociaal-geneeskundig specialist aan als waarnemend opleider, zodra een opleider gedurende een periode van drie maanden zijn taken als opleider niet kan of heeft kunnen verrichten; b. zij meldt de aanwijzing, bedoeld onder a, onverwijld aan het opleidingsinstituut en de SGRC; c. zij voert het opleidingsbeleid, bedoeld in artikel C.4., onder e uit. d. zij verstrekt de aios op diens verzoek de documenten die nodig zijn voor het opleidingsdossier, bedoeld in artikel B.14., onder b, onderdeel ii. C.8. Verplichtingen bij belangrijke wijzigingen De opleidingsinrichting stelt de SGRC onverwijld op de hoogte indien zich een van de volgende omstandigheden voordoet: a. essentiële veranderingen in de taken of de structuur van de opleidingsinrichting zijn opgetreden; b. verandering in een of meer van de omstandigheden, bedoeld in artikel C.4., onder d; c. de opleider heeft zijn taak neergelegd of is overleden; d. de werkzaamheden van de opleider binnen de opleidingsinrichting worden beëindigd of verminderd tot minder dan 16 uur per week; e. de opleider is geschorst of ingevolge een in kracht van gewijsde gegane rechterlijke uitspraak onder curatele gesteld wegens een geestelijke stoornis; f. de aios is overleden; g. de werkzaamheden van de aios binnen de opleidingsinrichting worden beëindigd of verminderd tot minder dan 16 uur per week; h. de aios is geschorst of ingevolge een in kracht van gewijsde gegane rechterlijke uitspraak onder curatele gesteld wegens een geestelijke stoornis; i. het samenwerkingsverband, bedoeld in artikel C.5., wordt gewijzigd. Titel III Het opleidingsinstituut Paragraaf III-A Eisen voor erkenning van het instituut tot opleidingsinstituut C.9. Eisen voor erkenning als opleidingsinstituut Voor erkenning van een instituut tot opleidingsinstituut voldoet het aan de volgende algemene eisen: a. het is een rechtspersoon met als primaire doelstelling het ontwikkelen, uitvoeren en evalueren van competentiegericht onderwijs op academisch niveau; b. het in samenwerking met opleidingsinrichtingen verzorgen van de opleiding, bedoeld in titel I, behoort tot zijn taken; c. het heeft een onderwijs- en examenreglement; d. het heeft een kwaliteitshandboek met zijn processen en werkwijzen, inclusief de werkwijzen in het reglement genoemd onder c; e. het heeft een onderwijs- of curriculumcommissie, samengesteld uit voor het betreffende specialisme relevante deskundigen uit de kringen van opleiders, (koepels van) werkgevers waartoe de opleidingsinrichtingen behoren, sociaal-geneeskundige wetenschappelijke verenigingen en het LOSGIO. Deze commissie wordt betrokken bij de vaststelling van het onderwijsprogramma en de leerinhoud van de onderwijseenheden; f. het beschikt over een opleidingsbeleid ten aanzien van de onderwijsstaf en de overige bij de opleiding betrokkenen, niet deel uitmakend van de onderwijsstaf, dat is gericht op het in overeenstemming brengen van de omvang en de deskundigheden met de desbetreffende taken en verantwoordelijkheden van het instituut. Daarbij is in elk geval het lid van de onderwijsstaf dat eindverantwoordelijk is voor het onderwijsprogramma ten minste vijf jaar ingeschreven in het voor het betreffende specialisme relevante register; g. het beschikt over een personeelsbeleid dat deskundige functievervulling van de onderwijsstaf borgt en bij- en nascholing van de onderwijsstaf bevordert; h. het heeft de taken en verantwoordelijkheden van opleidingsinrichtingen en opleiders ten aanzien van praktijkscholing beschreven in een model samenwerkingsovereenkomst. Paragraaf III-B Verplichtingen voor het opleidingsinstituut C.10. Verplichtingen voor het opleidingsinstituut 1. Het opleidingsinstituut voldoet aan de volgende verplichtingen: met betrekking tot opleiding en onderwijs: a. het werkt de competenties van het betreffende specialisme uit tot leerdoelen; b. het stelt een onderwijsprogramma vast dat zowel de organisatie als de inhoud van het praktische en theoretische gedeelte van de opleiding betreft; c. het sluit samenwerkingsovereenkomsten met instellingen die onder verantwoordelijkheid van het opleidingsinstituut delen van de opleiding verzorgen en waarin de taken en verantwoordelijkheden van bij die overeenkomsten betrokken partijen worden beschreven; d. het keurt de opleidingsprogramma s bedoeld in artikel B.14., onder a, onderdeel v, artikel B.9 en artikel B.16., onder e, goed; e. het organiseert praktijkopleiding, stages en cursorisch onderwijs zodanig dat zij met elkaar samenhangen; f. het zorgt voor instructie van oplei- Uit: Staatscourant 18 november 2004, nr. 223 / pag. 14 7

8 ders over de inhoud van de opleiding overeenkomstig de samenwerkingsovereenkomst, genoemd onder c; g. het zorgt dat de examencommissie jaarlijks uiterlijk 1 april verslag uitbrengt aan de SGRC over haar werkzaamheden gedurende het voorafgaande kalenderjaar volgens een door de SGRC vastgesteld model; h. houdt toezicht op onderbrekingen van de opleiding, bedoeld in artikel B.8. met betrekking tot de opleidingsinrichtingen en opleiders: i. het sluit samenwerkingsovereenkomsten met opleidingsinrichtingen overeenkomstig de samenwerkingsovereenkomst, bedoeld in artikel C.9., onder h; j. onderhoudt contacten met de opleiders; met betrekking tot de aios: k. stelt aios voor aanvang van de opleiding een onderwijsprogramma en het onderwijs- en examenreglement ter hand; l. bericht de SGRC welke aios gaan deelnemen aan de opleiding; m. bericht de SGRC onverwijld omtrent: i. de goedkeuring van gewijzigde opleidingsprogramma s; ii. verleende vrijstellingen; iii. omtrent het moment dat de aios aan alle opleidingseisen heeft voldaan; iv. onderbreking van de opleiding door een aios; v. de resultaten van de audits, bedoeld onder q; n. toetst en registreert de voortgang van de opleiding van aios; o. beëindigt de opleiding van de aios indien deze niet geschikt wordt geacht de opleiding voort te zetten of te voltooien en bericht de SGRC, alsmede de opleider en de opleidingsinrichting daarover; p. beschikt over een met de SGRC overeengekomen format voor een opleidingsdossier; q. het zorgt voor interne audits van het kwaliteitshandboek, genoemd in artikel C.9. onder d, en brengt daarover jaarlijks verslag uit aan de SGRC r. verstrekt de aios op diens verzoek de documenten die nodig zijn voor het opleidingsdossier, bedoeld in artikel B.14., onder b, onderdeel ii. 2. Het opleidingsinstituut bericht de SGRC onverwijld omtrent relevante veranderingen in de taken of de structuur van het opleidingsinstituut en relevante veranderingen in of met betrekking tot de opleiding. Titel IV Procedure erkenning C.11. Aanvraag erkenning tot opleider, opleidingsinrichting of opleidingsinstituut 1. De aanvraag tot erkenning tot opleider, opleidingsinrichting of opleidingsinstituut wordt respectievelijk door de betreffende specialist, de inrichting of het instituut bij de SGRC ingediend op een door de SGRC verstrekt aanvraagformulier onder overlegging van documenten waaruit blijkt dat aan de eisen voor erkenning van dit besluit en de specifieke besluiten wordt voldaan. 2. De aanvraag voor erkenning tot opleider wordt gelijktijdig met de aanvraag voor erkenning tot opleidingsinrichting voor het betreffende specialisme bij de SGRC ingediend, tenzij de inrichting al is erkend. 3. Indien de aanvraag het opnieuw verlenen van een erkenning betreft, worden bij de aanvraag overgelegd: a. de documenten, bedoeld in het eerste lid; b. door de opleidingsinrichting de overeenkomst met het opleidingsinstituut; c. door het opleidingsinstituut de overeenkomsten met de aios, opleiders en opleidingsinrichtingen; d. de bevindingen van opleiders, aios, de opleidingsinrichting of het opleidingsinstituut over een aanvraag voor erkenning, telkens op verzoek van de SGRC. 4. Tenminste vier maanden voor het verstrijken van de termijn waarvoor de erkenning is verleend wordt door de betreffende opleider, de opleidingsinrichting of het opleidingsinstituut een schriftelijke aanvraag voor het opnieuw verlenen van de erkenning bij de SGRC ingediend. C.12. Visitatie 1. Alvorens een erkenning wordt verleend doet de SGRC nader onderzoek. 2. Alvorens een erkenning als opleidingsinrichting of als opleidingsinstituut voor de eerste maal te verlenen, worden de inrichting respectievelijk het instituut gevisiteerd. 3. Indien een erkenning al eerder is verleend kan de opleider, de opleidingsinrichting of het opleidingsinstituut worden gevisiteerd. 4. Gedurende de periode van de erkenning kan de SGRC in het kader van haar toezichtstaak besluiten tot tussentijdse visitatie van de opleider, de opleidingsinrichting of het opleidingsinstituut. 5. De SGRC kan het onderzoek en de visitatie, bedoeld in het eerste, tweede en derde lid zelf uitvoeren of de visitatie door één of meer visitatoren laten uitvoeren. 6. De SGRC en de visitatiecommissie verkrijgen inzage in alle noodzakelijke stukken voor erkenning en hebben toegang tot de voor de aanvraag relevante delen van de inrichting of van het instituut. 7. Ter uitvoering van de visitaties stelt de SGRC nadere voorschriften vast. C.13. Taken visitatoren 1. De SGRC kan visitatoren belasten met de volgende taken: a. het doen van onderzoek en het uitvoeren van visitaties namens de SGRC; b. het rapporteren aan de SGRC over de bevindingen met betrekking tot de visitatie. 2. Een visitatierapport heeft een geldigheidsduur van een jaar. C.14. Samenstelling visitatiecommissie 1. De SGRC benoemt een groep van visitatoren uit de kring van haar leden en plaatsvervangend leden of uit personen op voordracht van de wetenschappelijke verenigingen die een recht van voordracht hebben bij de benoeming van leden in de SGRC. 2. De secretaris van de SGRC stelt per visitatie een visitatiecommissie samen uit de groep van visitatoren, bedoeld in het eerste lid. 3. De leden van een visitatiecommissie visiteren deskundig en onafhankelijk en zijn op generlei wijze direct betrokken bij de beoogd opleider, de opleider, de inrichting, de opleidingsinrichting, het instituut of het opleidingsinstituut. 4. De benoeming van een visitator eindigt van rechtswege overeenkomstig artikel 23b van de Regeling. 5. De SGRC kan de benoeming van een visitator intrekken of schorsen overeenkomstig het bepaalde in artikel 23c van de Regeling. 6. De te visiteren organisatie of per- Uit: Staatscourant 18 november 2004, nr. 223 / pag. 14 8

9 soon kan eenmalig een beoogd lid van de visitatiecommissie wraken door zijn bezwaar met opgaaf van redenen kenbaar te maken aan de secretaris van de SGRC. 7. De SGRC stelt een aanvullend protocol vast ter waarborging van de continuïteit van de kwaliteit van visitaties. C.15. Beslissing tot erkenning 1. Indien niet aan de betreffende eisen voor erkenning is voldaan, kan geen erkenning worden verleend. 2. Indien niet aan de betreffende eisen en verplichtingen voor erkenning wordt voldaan wordt de erkenning niet opnieuw verleend. 3. In afwijking van het tweede lid, kan de erkenning onder door de SGRC bepaalde voorwaarden opnieuw worden verleend, indien niet aan de betreffende verplichtingen voor erkenning wordt voldaan en blijkt dat de tekortkomingen incidenteel van aard of van korte duur zullen zijn. 4. De voorwaarden, bedoeld in het derde lid, zijn gericht op het herstellen van de tekortkomingen die zijn geconstateerd ten aanzien van de betreffende verplichtingen en op de wijze waarop het herstellen gedocumenteerd wordt. 5. De SGRC deelt haar beslissing, bedoeld in het eerste, tweede of het derde lid, schriftelijk mede aan de opleider, de opleidingsinrichting, het opleidingsinstituut en de betrokken aios onder toezending van het visitatierapport. C.16. Duur erkenning 1. Een erkenning wordt voor vijf jaar verleend. 2. In afwijking van het eerste lid kan een eerste erkenning worden verleend voor een kortere periode. 3. In afwijking van het eerste lid kan een erkenning opnieuw worden verleend voor een kortere periode, indien niet aan de verplichtingen voor erkenning wordt voldaan en uit de bevindingen van de visitatiecommissie blijkt dat de tekortkomingen incidenteel van aard of van korte duur zullen zijn. 4. In het geval, bedoeld in het derde lid, is artikel B.9., vierde lid, voor de aios die op de einddatum van de erkenning de opleiding nog niet hebben afgerond, van overeenkomstige toepassing. 5. De duur van een erkenning van een opleider kan niet de resterende duur van een bestaande erkenning van een opleidingsinrichting, waaraan de opleider is verbonden, overstijgen C.17. Ingangsdatum erkenning 1. Indien een erkenning voor de eerste maal wordt verleend bepaalt de SGRC de ingangsdatum van de erkenning. 2. Indien een erkenning opnieuw wordt verleend dan gaat de nieuwe termijn in op de eerste dag na afloop van de vigerende termijn van inschrijving. C.18. Eén opleidingsinrichting 1. De erkenning van de sociaalgeneeskundige als opleider wordt in verband met één opleidingsinrichting gegeven. 2. De erkenning van een opleidingsinrichting die over meerdere locaties is verspreid kan tot een of meer locaties worden beperkt. C.19. Koppeling erkenning opleider en opleidingsinrichting 1. De erkenning van de sociaal geneeskundige tot opleider kan slechts worden verleend indien tevens de inrichting is dan wel wordt erkend als opleidingsinrichting voor dat betreffende specialisme. 2. De erkenning van de inrichting tot opleidingsinrichting kan slechts worden verleend indien tevens een sociaal-geneeskundige wordt erkend als opleider voor dat betreffende specialisme. C.20. Tussentijdse wijziging erkenning 1. Indien de opleider, de opleidingsinrichting of het opleidingsinstituut de in dit besluit en de specifieke besluiten omschreven eisen en verplichtingen niet nakomt, kan de SGRC besluiten de erkenning: a. voor een nader te bepalen periode te schorsen; b. tussentijds in te trekken; c. om te zetten in een erkenning voor een kortere periode of onder door haar bepaalde voorwaarden. 2. In de gevallen bedoeld in het eerste lid onder b en c. verricht de SGRC nader onderzoek, bedoeld in artikel C.12., eerste lid, alvorens terzake een beslissing te nemen. 3. De SGRC deelt haar terzake genomen beslissing, bedoeld in het eerste lid, schriftelijk mede aan de opleider, de opleidingsinrichting, het opleidingsinstituut en de betrokken aios onder toezending van het visitatierapport. 4. Indien de erkenning van de opleidingsinrichting wordt ingetrokken vervalt de erkenning van de betreffende opleider met ingang van dezelfde datum. 5. Indien de erkenning van de opleider, de opleidingsinrichting of het opleidingsinstituut wordt geschorst of tussentijds wordt ingetrokken, kunnen vanaf dat moment door de opleider, de opleidingsinrichting respectievelijk het opleidingsinstituut geen nieuwe aios in opleiding worden genomen. C.21. Einde van rechtswege De erkenning van de opleider eindigt van rechtswege: a. bij overlijden van de opleider; b. zodra de opleider ingevolge een in kracht van gewijsde gegane rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld wegens geestelijke stoornis; c. zodra de opleider ingevolge een kracht van gewijsde gegane rechterlijke uitspraak al dan niet tijdelijk de bevoegdheid om zijn specialisme uit te oefenen is ontnomen; d. zodra een opleider zijn taak neerlegt; e. zodra een opleidingsinrichting of opleidingsinstituut gedurende twee achtereenvolgende jaren geen aios meer heeft opgeleid; f. indien geen aanvraag voor vernieuwing van een erkenning wordt ingediend g. bij intrekking van de erkenning van een opleidingsinrichting als bedoeld in artikel C.20., vierde lid. C.22. Voortzetting opleiding In geval de erkenning niet opnieuw wordt verleend, is geschorst, is geëindigd van rechtswege of is ingetrokken is het bepaalde in artikel B.8. van overeenkomstige toepassing. Hoofdstuk D Registratie en herregistratie van sociaal-geneeskundigen Titel I Inschrijving D.1. Inschrijving 1. Voor inschrijving in een door de SGRC ingesteld register van sociaalgeneeskundigen komt in aanmerking: a. Een arts die met goed gevolg de opleiding in het betreffende sociaal- Uit: Staatscourant 18 november 2004, nr. 223 / pag. 14 9

College Specialismen Verpleegkunde

College Specialismen Verpleegkunde College Specialismen Verpleegkunde Besluit van 16 december 2008 houdende de algemene eisen voor de opleiding, registratie en herregistratie van verpleegkundig specialisten en voor de erkenning van hoofdopleiders,

Nadere informatie

College voor Sociale Geneeskunde

College voor Sociale Geneeskunde KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DER GENEESKUNST College voor Sociale Geneeskunde Besluit van 26 september 2008 houdende de eisen voor de opleiding, registratie en herregistratie

Nadere informatie

Wijziging Kaderbesluit CSG

Wijziging Kaderbesluit CSG KNMG Wijziging Kaderbesluit CSG Besluit van 28 september 2007 houdende de wijziging van het Kaderbesluit CSG Het College voor Sociale Geneeskunde, Gelet op Richtlijn 2005/36/EG, artikel 14, tweede lid,

Nadere informatie

College voor Sociale Geneeskunde

College voor Sociale Geneeskunde KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DER GENEESKUNST College voor Sociale Geneeskunde Besluit van 26 september 2008 houdende de eisen voor de opleiding, registratie en herregistratie

Nadere informatie

College Geneeskundige Specialismen

College Geneeskundige Specialismen KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DER GENEESKUNST College Geneeskundige Specialismen Besluit van 12 september 2012 houdende de voorwaarden voor het experiment voor de erkenning van

Nadere informatie

Instituutsreglement OPLEIDINGSINSTITUUT IGT

Instituutsreglement OPLEIDINGSINSTITUUT IGT Instituutsreglement OPLEIDINGSINSTITUUT IGT HOOFDSTUK A Artikelen bij het Kaderbesluit CHVG en het Besluit IGT Artikel 1 Opleiding bij erkende specialisten, profielartsen en instellingen Bij artikel B.1

Nadere informatie

College voor Huisartsgeneeskunde, Verpleeghuisgeneeskunde en medische zorg voor verstandelijk gehandicapten

College voor Huisartsgeneeskunde, Verpleeghuisgeneeskunde en medische zorg voor verstandelijk gehandicapten KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DER GENEESKUNST College voor Huisartsgeneeskunde, Verpleeghuisgeneeskunde en medische zorg voor verstandelijk gehandicapten Besluit van 21 augustus

Nadere informatie

College voor Sociale Geneeskunde

College voor Sociale Geneeskunde KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DER GENEESKUNST College voor Sociale Geneeskunde Besluit van 26 september 2008 houdende de eisen voor de opleiding, registratie en herregistratie

Nadere informatie

College voor Sociale Geneeskunde

College voor Sociale Geneeskunde KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DER GENEESKUNST 13-66294_12 def. College voor Sociale Geneeskunde Besluit van 26 september 2008 houdende de eisen voor de opleiding, registratie en

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 1000 27 november 2008 Besluit van 21 augustus 2008 houdende de algemene eisen voor de opleiding tot huisarts, verpleeghuisarts

Nadere informatie

College voor Huisartsgeneeskunde, Verpleeghuisgeneeskunde en medische zorg voor verstandelijk gehandicapten

College voor Huisartsgeneeskunde, Verpleeghuisgeneeskunde en medische zorg voor verstandelijk gehandicapten KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DER GENEESKUNST College voor Huisartsgeneeskunde, Verpleeghuisgeneeskunde en medische zorg voor verstandelijk gehandicapten Besluit van 21 augustus

Nadere informatie

Centraal College Medische Specialismen

Centraal College Medische Specialismen KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DER GENEESKUNST Centraal College Medische Specialismen Besluit van 10 september 2007 houdende de wijziging van het Kaderbesluit CCMS Het Centaal College

Nadere informatie

Sociaal-Geneeskundigen Registratie Commissie

Sociaal-Geneeskundigen Registratie Commissie EISEN TE STELLEN AAN DE OPLEIDINGSINRICHTING (In te vullen door de directie) Toelichting: INVULLING De erkenningsaanvraag INRICHTING is bedoeld om na te gaan of de beoogde opleidingsinrichting voldoet

Nadere informatie

CENTRAAL COLLEGE VOOR DE FARMACIE BESLUIT NO. 11 BESLUIT REGISTRATIE EN HERREGISTRATIE ZIEKENHUISFARMACIE

CENTRAAL COLLEGE VOOR DE FARMACIE BESLUIT NO. 11 BESLUIT REGISTRATIE EN HERREGISTRATIE ZIEKENHUISFARMACIE CENTRAAL COLLEGE VOOR DE FARMACIE BESLUIT NO. 11 BESLUIT REGISTRATIE EN HERREGISTRATIE ZIEKENHUISFARMACIE Het Centraal College voor de Farmacie in vergadering bijeen op 3 november 2014 Gezien in aanmerking

Nadere informatie

College voor Huisartsgeneeskunde, Verpleeghuisgeneeskunde en medische zorg voor verstandelijk gehandicapten

College voor Huisartsgeneeskunde, Verpleeghuisgeneeskunde en medische zorg voor verstandelijk gehandicapten KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DER GENEESKUNST College voor Huisartsgeneeskunde, Verpleeghuisgeneeskunde en medische zorg voor verstandelijk gehandicapten Besluit van 21 augustus

Nadere informatie

CENTRAAL COLLEGE VOOR DE FARMACIE BESLUIT NO REGISTRATIE EN HERREGISTRATIE OPENBARE FARMACIE

CENTRAAL COLLEGE VOOR DE FARMACIE BESLUIT NO REGISTRATIE EN HERREGISTRATIE OPENBARE FARMACIE CENTRAAL COLLEGE VOOR DE FARMACIE BESLUIT NO. 2 2014 REGISTRATIE EN HERREGISTRATIE OPENBARE FARMACIE Het Centraal College voor de Farmacie in vergadering bijeen op 25 september 2014 Gezien de aanwijzing

Nadere informatie

Opleidingsinstituut Geneeskunde voor verstandelijk gehandicapten. INSTITUUTSREGLEMENT Opleiding tot Arts voor verstandelijk gehandicapten

Opleidingsinstituut Geneeskunde voor verstandelijk gehandicapten. INSTITUUTSREGLEMENT Opleiding tot Arts voor verstandelijk gehandicapten Opleidingsinstituut Geneeskunde voor verstandelijk gehandicapten INSTITUUTSREGLEMENT Opleiding tot Arts voor verstandelijk gehandicapten HOOFDSTUK A Artikelen bij het Kaderbesluit CHVG en het Besluit geneeskunde

Nadere informatie

REGLEMENT ERKENNING OPLEIDERS IN HET AANDACHTSGEBIED Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie

REGLEMENT ERKENNING OPLEIDERS IN HET AANDACHTSGEBIED Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie REGLEMENT ERKENNING OPLEIDERS IN HET AANDACHTSGEBIED Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie Preambule Het reglement erkenning opleiders in het aandachtsgebied regelt de erkenning door de Nederlandse Vereniging

Nadere informatie

Besluit van 13 september 2017 houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het geneeskundig specialisme verzekeringsgeneeskunde

Besluit van 13 september 2017 houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het geneeskundig specialisme verzekeringsgeneeskunde Besluit van 13 september 2017 houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het geneeskundig specialisme verzekeringsgeneeskunde (Besluit verzekeringsgeneeskunde) Het College Geneeskundige Specialismen,

Nadere informatie

INSTITUUTSREGLEMENT OPLEIDING TOT SPECIALIST OUDERENGENEESKUNDE

INSTITUUTSREGLEMENT OPLEIDING TOT SPECIALIST OUDERENGENEESKUNDE INSTITUUTSREGLEMENT OPLEIDING TOT SPECIALIST OUDERENGENEESKUNDE De opleidings- en erkenningseisen voor het specialisme ouderengeneeskunde zijn vastgelegd in het Kaderbesluit CHVG (hierna: Kaderbesluit)

Nadere informatie

Besluit van 14 maart 2018 houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het geneeskundig specialisme maatschappij en gezondheid 1

Besluit van 14 maart 2018 houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het geneeskundig specialisme maatschappij en gezondheid 1 Besluit van 14 maart 2018 houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het geneeskundig specialisme maatschappij en gezondheid 1 (Besluit maatschappij en gezondheid) Het College Geneeskundige Specialismen,

Nadere informatie

Besluit van 14 maart 2018 houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het geneeskundig specialisme maatschappij en gezondheid OUD

Besluit van 14 maart 2018 houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het geneeskundig specialisme maatschappij en gezondheid OUD Besluit van 14 maart 2018 houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het geneeskundig specialisme maatschappij en gezondheid (Besluit maatschappij en gezondheid) Het College Geneeskundige Specialismen,

Nadere informatie

Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst

Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst HUISARTS, VERPLEEGHUISARTS EN ARTS VOOR VERSTANDELIJK GEHANDICAPTEN REGISTRATIE COMMISSIE Besluit van 3 maart 2011 tot vaststelling

Nadere informatie

Instituutsreglement. Huisartsopleiding VUmc. Maart 2012

Instituutsreglement. Huisartsopleiding VUmc. Maart 2012 Instituutsreglement Huisartsopleiding VUmc Maart 2012 Adres: Huisartsopleiding VUmc OZW, de Boelelaan 1109 1081 HV Amsterdam Tel. 020-4448235 INHOUD Voorwoord... 3 Inleiding... 4 HOOFDSTUK A Artikelen

Nadere informatie

College voor Huisartsgeneeskunde, Verpleeghuisgeneeskunde en medische zorg voor verstandelijk gehandicapten

College voor Huisartsgeneeskunde, Verpleeghuisgeneeskunde en medische zorg voor verstandelijk gehandicapten KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DER GENEESKUNST 13-62216_9 def College voor Huisartsgeneeskunde, Verpleeghuisgeneeskunde en medische zorg voor verstandelijk gehandicapten Besluit

Nadere informatie

Visiteren = implementeren

Visiteren = implementeren Visiteren = implementeren Ralph Kupka Opleider psychiatrie Altrecht GGZ, Utrecht MSRC-lid Corry den Rooyen Onderwijskundige Paul Blok secretaris MSRC NVMO congres 12 november 2009 Ralph Kupka Opleider

Nadere informatie

Reglement Herregistratie Klinisch Fysici

Reglement Herregistratie Klinisch Fysici Reglement Herregistratie Klinisch Fysici 20 maart 2018 Dit herregistratiereglement is goedgekeurd door de ledenvergadering van de Nederlandse Vereniging voor Klinische Fysica (NVKF) tijdens de vergadering

Nadere informatie

College voor Sociale Geneeskunde

College voor Sociale Geneeskunde KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DER GENEESKUNST College voor Sociale Geneeskunde Besluit van 24 maart 2006 inhoudende opleidingseisen voor het sociaal-geneeskundig specialisme maatschappij

Nadere informatie

College voor Huisartsgeneeskunde, Verpleeghuisgeneeskunde en medische zorg voor verstandelijk gehandicapten

College voor Huisartsgeneeskunde, Verpleeghuisgeneeskunde en medische zorg voor verstandelijk gehandicapten KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DER GENEESKUNST College voor Huisartsgeneeskunde, Verpleeghuisgeneeskunde en medische zorg voor verstandelijk gehandicapten Besluit van 21 augustus

Nadere informatie

Beleidsregels buitenslands gediplomeerden RGS

Beleidsregels buitenslands gediplomeerden RGS Beleidsregels buitenslands gediplomeerden RGS 1 Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1 Toepassing op profielartsen Beleidsregel bij het Besluit buitenslands gediplomeerde profielartsen De Beleidsregels

Nadere informatie

Kaderregeling Accreditatie Herregistratie, zoals vastgesteld door het Bestuur FGzP op 6 februari 2007

Kaderregeling Accreditatie Herregistratie, zoals vastgesteld door het Bestuur FGzP op 6 februari 2007 Kaderregeling Accreditatie Herregistratie Het bestuur van de Federatie van Gezondheidszorgpsychologen (FGzP), gelet op: - het Besluit eisen voor de herregistratie van gezondheidszorgpsycholoog-specialisten,

Nadere informatie

Opzet van de praktijkopleiding arts Maatschappij & Gezondheid bij de SSGO

Opzet van de praktijkopleiding arts Maatschappij & Gezondheid bij de SSGO Opzet van de praktijkopleiding arts Maatschappij & Gezondheid bij de SSGO Voortgangsbewaking De voortgang van de opleiding en de competentieontwikkeling worden systematisch in een cyclus van formele voortgangsgesprekken

Nadere informatie

College Geneeskundige Specialismen

College Geneeskundige Specialismen KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DER GENEESKUNST College Geneeskundige Specialismen Besluit van 22 december 2014 houdende de wijziging van de volgende besluiten: Kaderbesluit CHVG

Nadere informatie

Gelet op artikel 12e, tweede lid, van de Wet op de architectentitel;

Gelet op artikel 12e, tweede lid, van de Wet op de architectentitel; Het bestuur van het bureau architectenregister; Gelet op artikel 12e, tweede lid, van de Wet op de architectentitel; Besluit: Hoofdstuk I Definities Artikel 1 In deze regeling wordt verstaan onder a. wet:

Nadere informatie

Instituutsreglement Huisartsopleiding UMCG

Instituutsreglement Huisartsopleiding UMCG Instituutsreglement Huisartsopleiding UMCG Pagina 2 van 18 Instituutsreglement Huisartsopleiding UMCG, ingangsdatum Vastgesteld door de RGS d.d. 28 december 2015 Pagina 3 van 18 Voorwoord De opleidings-

Nadere informatie

Toetsingskader Profielen

Toetsingskader Profielen Toetsingskader Profielen Besluit van 3 1 en 16² juni 2008 houdende toetsingskader op grond waarvan deelgebieden der geneeskunde als profiel kunnen worden aangewezen of opgeheven³ Het College Geneeskundige

Nadere informatie

(Kaderbesluit OrthoManuele Geneeskunde) Het College voor OrthoManuele Geneeskunde, gelet op artikel 9 van de Regeling OrthoManuele Geneeskunde;

(Kaderbesluit OrthoManuele Geneeskunde) Het College voor OrthoManuele Geneeskunde, gelet op artikel 9 van de Regeling OrthoManuele Geneeskunde; Besluit van 23 november 2011 houdende de algemene eisen voor de opleiding, registratie en herregistratie van artsen OrthoManuele Geneeskunde en de erkenning van opleiders. (Kaderbesluit OrthoManuele Geneeskunde)

Nadere informatie

De opleiding tot Restauratief Tandarts van de Nederlands Vlaamse Vereniging voor Restauratieve Tandheelkunde

De opleiding tot Restauratief Tandarts van de Nederlands Vlaamse Vereniging voor Restauratieve Tandheelkunde De opleiding tot Restauratief Tandarts van de Nederlands Vlaamse Vereniging voor Restauratieve Tandheelkunde 1. Inleiding Vanuit de tandheelkundige praktijk komt de vraag naar een gedifferentieerde tandarts

Nadere informatie

Reglement Disfunctioneren

Reglement Disfunctioneren Considerans Overwegende dat: de medisch specialist de intrinsieke intentie heeft zijn beroep als medisch specialist in al zijn facetten zo goed mogelijk te beoefenen, de medisch specialist nimmer de intentie

Nadere informatie

Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst MEDISCH SPECIALISTEN REGISTRATIE COMMISSIE

Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst MEDISCH SPECIALISTEN REGISTRATIE COMMISSIE Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst MEDISCH SPECIALISTEN REGISTRATIE COMMISSIE Besluit van 10 december 2004 strekkende tot vaststelling van beleidsregels die de MSRC

Nadere informatie

Toetsingskader Specialismen

Toetsingskader Specialismen Toetsingskader Specialismen Besluit van 9 maart 2011 houdende toetsingskader op grond waarvan deelgebieden der geneeskunde als specialismen kunnen worden aangewezen of opgeheven Het College Geneeskundige

Nadere informatie

REGELING SPECIALISMEN EN PROFIELEN GENEESKUNST

REGELING SPECIALISMEN EN PROFIELEN GENEESKUNST REGELING SPECIALISMEN EN PROFIELEN GENEESKUNST Uitgave 1 juli 2010 De Algemene Vergadering van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG); gelet op artikel 21 van

Nadere informatie

Besluit van <datum> houdende de aanvullende opleidings-, erkenningseisen voor het medisch specialisme sportgeneeskunde

Besluit van <datum> houdende de aanvullende opleidings-, erkenningseisen voor het medisch specialisme sportgeneeskunde Besluit van houdende de aanvullende opleidings-, erkenningseisen voor het medisch specialisme sportgeneeskunde (Besluit sportgeneeskunde) Het College Geneeskundige Specialismen, gelet op artikel

Nadere informatie

MODELINSTRUCTIE AIOS EN ANIOS WERKZAAM IN EEN ZORGINSTELLING

MODELINSTRUCTIE AIOS EN ANIOS WERKZAAM IN EEN ZORGINSTELLING MODELINSTRUCTIE AIOS EN ANIOS WERKZAAM IN EEN ZORGINSTELLING JANUARI 2017 2 WOORD VOORAF In 2006 is de Modelinstructie arts al dan niet in opleiding tot medisch specialist werkzaam in ziekenhuizen tot

Nadere informatie

INSTITUUTSREGLEMENT Opleiding tot Specialist Ouderengeneeskunde LUMC

INSTITUUTSREGLEMENT Opleiding tot Specialist Ouderengeneeskunde LUMC INSTITUUTSREGLEMENT Opleiding tot Specialist Ouderengeneeskunde LUMC HOOFDSTUK A Artikelen bij het Kaderbesluit CHVG en het Besluit specialisme ouderengeneeskunde Artikel 1 Opleiding bij erkende specialisten

Nadere informatie

MEDISCH SPECIALISTEN REGISTRATIE COMMISSIE (BELEIDSREGELS OPLEIDING)

MEDISCH SPECIALISTEN REGISTRATIE COMMISSIE (BELEIDSREGELS OPLEIDING) Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst MEDISCH SPECIALISTEN REGISTRATIE COMMISSIE Besluit van 6 oktober 2006 tot vaststelling van beleidsregels met betrekking tot de (wijziging

Nadere informatie

Beleidsregels Registratiecommissie Geneeskundig Specialisten

Beleidsregels Registratiecommissie Geneeskundig Specialisten Beleidsregels Registratiecommissie Geneeskundig Specialisten INHOUDSOPGAVE Algemene bepalingen... 4 Beleidsregels RGS Kaderbesluit CHVG... 5 Hoofdstuk 1 Opleidingen... 5 Hoofdstuk 2 Erkenningen... 6 Hoofdstuk

Nadere informatie

Registratiecommissie Tandheelkundige Specialismen (RTS)

Registratiecommissie Tandheelkundige Specialismen (RTS) Aan de (plv) opleiders Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie (MKA) Registratiecommissie Tandheelkundige Specialismen (RTS) Datum 10 januari 2018 Ons kenmerk 18/AVZ/LdZ/2 Telefoon (088) 4404 380 E-mail

Nadere informatie

College voor Huisartsgeneeskunde, Verpleeghuisgeneeskunde en medische zorg voor verstandelijk gehandicapten

College voor Huisartsgeneeskunde, Verpleeghuisgeneeskunde en medische zorg voor verstandelijk gehandicapten KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DER GENEESKUNST College voor Huisartsgeneeskunde, Verpleeghuisgeneeskunde en medische zorg voor verstandelijk gehandicapten Besluit van 21 augustus

Nadere informatie

CONCEPT-AMVB inzake kwaliteitseisen aan deskundigen in strafzaken

CONCEPT-AMVB inzake kwaliteitseisen aan deskundigen in strafzaken CONCEPT-AMVB inzake kwaliteitseisen aan deskundigen in strafzaken Dd 12-02-08 Artikel 1 (definities) In dit besluit wordt verstaan onder: a. Onze Minister: Onze Minister van Justitie; b. register: het

Nadere informatie

Kaderregeling accreditatie herregistratie

Kaderregeling accreditatie herregistratie Vastgesteld door het bestuur van de Federatie van Gezondheidszorgpsychologen (FGzP) op 6 februari 2007. Datum inwerkingtreding: 1 april 2007; Eerste gewijzigde versie vastgesteld door het bestuur van de

Nadere informatie

CENTRAAL COLLEGE SPECIALISTEN FARMACIE BESLUIT NO.8-2014 OPLEIDINGSEISEN OPENBARE FARMACIE

CENTRAAL COLLEGE SPECIALISTEN FARMACIE BESLUIT NO.8-2014 OPLEIDINGSEISEN OPENBARE FARMACIE CENTRAAL COLLEGE SPECIALISTEN FARMACIE BESLUIT NO.8-2014 OPLEIDINGSEISEN OPENBARE FARMACIE Het Centraal College Specialisten Farmacie, in vergadering bijeen op 14 januari 2014 gezien in aanmerking nemende

Nadere informatie

De MSRC vraagt nadrukkelijk uw aandacht voor het volgende:

De MSRC vraagt nadrukkelijk uw aandacht voor het volgende: Beleidsregels Erkenning MSRC De MSRC vraagt nadrukkelijk uw aandacht voor het volgende: De beleidsregels Erkenning van de Medisch Specialisten Registratie Commissie (MSRC) zijn op 20 mei 2005 vastgesteld

Nadere informatie

College Geneeskundig Specialismen

College Geneeskundig Specialismen KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DER GENEESKUNST College Geneeskundig Specialismen Besluit van 11 november 2015 houdende bepalingen voor de profielen maatschappij en gezondheid (Besluit

Nadere informatie

Beleidsregels herregistratie RGS. Geconsolideerde versie

Beleidsregels herregistratie RGS. Geconsolideerde versie Beleidsregels herregistratie RGS Geconsolideerde versie Februari 2017 Februari 2017 Beleidsregels Herregistratie RGS Geconsolideerde versie Februari 2017 1 2 1 Beleidsregels herregistratie RGS, besluit

Nadere informatie

Patiëntklachten. Van Statistiek naar Casuïstiek. Beoordeling functioneren medisch specialisten: 1. MSRC 2. IFMS 3. Module disfunctioneren

Patiëntklachten. Van Statistiek naar Casuïstiek. Beoordeling functioneren medisch specialisten: 1. MSRC 2. IFMS 3. Module disfunctioneren Patiëntklachten. Van Statistiek naar Casuïstiek Prof. dr. Rob Slappendel, anesthesioloog Manager Kwaliteit en Veiligheid Inhoud Hoe worden medisch specialisten normaal beoordeeld op hun functioneren. Patiënt

Nadere informatie

Besluit Herregistratie specialisten 15 Meest gestelde vragen door medisch specialisten

Besluit Herregistratie specialisten 15 Meest gestelde vragen door medisch specialisten Besluit Herregistratie specialisten 15 Meest gestelde vragen door medisch specialisten 1. Wat was de aanleiding voor de vernieuwing van de herregistratiebepalingen? Eens per vijf jaar wordt beoordeeld

Nadere informatie

Opleidingsregister voor de 3-jarige opleiding tot verpleegkundig specialist GGZ

Opleidingsregister voor de 3-jarige opleiding tot verpleegkundig specialist GGZ Opleidingsregister voor de 3-jarige opleiding tot verpleegkundig specialist GGZ Beleidsregel Uitwerking van de algemene bepalingen inzake Opleidingen in hoofdstuk B meer specifiek de artikelen 15 en 18

Nadere informatie

Artikelen bij het Kaderbesluit CHVG en het Besluit specialisme ouderengeneeskunde

Artikelen bij het Kaderbesluit CHVG en het Besluit specialisme ouderengeneeskunde INSTITUUTSREGLEMENT Opleiding tot specialist ouderengeneeskunde LUMC 5 augustus 2016 HOOFDSTUK A Artikelen bij het Kaderbesluit CHVG en het Besluit specialisme ouderengeneeskunde Artikel 1 Opleiding bij

Nadere informatie

Beleidsregels Registratiecommissie Geneeskundig Specialisten

Beleidsregels Registratiecommissie Geneeskundig Specialisten Beleidsregels Registratiecommissie Geneeskundig Specialisten INHOUDSOPGAVE Algemene bepalingen... 4 Beleidsregels RGS Kaderbesluit CHVG... 5 Hoofdstuk 1. Opleidingen... 5 Hoofdstuk 2 Erkenningen... 6 Hoofdstuk

Nadere informatie

Regeling Kwaliteit Register Tandprothetici

Regeling Kwaliteit Register Tandprothetici De Organisatie van Nederlandse Tandprothetici Besluit van 18 november 2016 houdende een regeling voor de instelling van een commissie voor registratie en herregistratie van tandprothetici en de accreditatie

Nadere informatie

College Geneeskundige Specialismen

College Geneeskundige Specialismen College Geneeskundige Specialismen Besluit van 12 december 2018 houdende de wijziging van de volgende besluiten: Besluit profielen maatschappij en gezondheid van 11 november 2015; Besluit spoedeisende

Nadere informatie

Vastgesteld door het Bestuur van de Federatie van Gezondheidszorgpsychologen (FGzP) op 10 maart 2014 Datum inwerkingtreding: 1 januari 2014

Vastgesteld door het Bestuur van de Federatie van Gezondheidszorgpsychologen (FGzP) op 10 maart 2014 Datum inwerkingtreding: 1 januari 2014 Algemene Voorwaarden bij het register voor de opleidingen tot gezondheidszorgpsycholoog, psychotherapeut, klinisch psycholoog en klinisch neuropsycholoog. (Algemene Voorwaarden Opleidingsregister) Vastgesteld

Nadere informatie

Registratiecommissie Tandheelkundige Specialismen (RTS)

Registratiecommissie Tandheelkundige Specialismen (RTS) Registratiecommissie Tandheelkundige Specialismen (RTS) Aan de (plv) opleiders Dento-Maxillaire Orthopaedie (DMO) Datum 10 januari 2018 Ons kenmerk 18/AVZ/LdZ/3 Telefoon (088) 4404 380 E-mail rts.opleiding@knmt.nl

Nadere informatie

Professioneel Statuut PROFESSIONEEL STATUUT VAN DE BEDRIJFSARTS

Professioneel Statuut PROFESSIONEEL STATUUT VAN DE BEDRIJFSARTS Professioneel Statuut PROFESSIONEEL STATUUT VAN DE BEDRIJFSARTS 1. Overwegingen 1.1. Het professioneel statuut van de bedrijfsarts (in het vervolg: het professioneel statuut) is bedoeld om de professionele

Nadere informatie

Klager: Een klant of deelnemer aan het leerwerktraject van de Stichting TVZ

Klager: Een klant of deelnemer aan het leerwerktraject van de Stichting TVZ K LACHTENREGLEMENT STICHTING TAFELVANZEVEN ROTTERDAM Artikel 1 Begrippen In dit reglement wordt verstaan onder: Commissie: Bestaande uit 4 onafhankelijke leden, hierna te noemen klachtencommissie Stichting

Nadere informatie

INSTITUUTSREGLEMENT OPLEIDING TOT HUISARTS LUMC

INSTITUUTSREGLEMENT OPLEIDING TOT HUISARTS LUMC INSTITUUTSREGLEMENT OPLEIDING TOT HUISARTS LUMC De opleidings- en erkenningseisen voor de specialismen huisartsgeneeskunde, specialisme ouderengeneeskunde en geneeskunde voor verstandelijk gehandicapten

Nadere informatie

CENTRAAL COLLEGE VOOR DE FARMACIE BESLUIT NO. 09 OPLEIDINGSEISEN ZIEKENHUISFARMACIE

CENTRAAL COLLEGE VOOR DE FARMACIE BESLUIT NO. 09 OPLEIDINGSEISEN ZIEKENHUISFARMACIE CENTRAAL COLLEGE VOOR DE FARMACIE BESLUIT NO. 09 OPLEIDINGSEISEN ZIEKENHUISFARMACIE Het Centraal College voor de Farmacie in vergadering bijeen op 19 september 2012, gezien in aanmerking nemende gelet

Nadere informatie

Reglement Dienstraden

Reglement Dienstraden Reglement Dienstraden Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen Hoofdstuk 2: Samenstelling, zittingstermijn en verkiezing Hoofdstuk 3: Functie, taak en bevoegdheden van de Dienstraad Hoofdstuk 4: Werkwijze van

Nadere informatie

College Geneeskundige Specialismen

College Geneeskundige Specialismen College Geneeskundige Specialismen Besluit van 9 november 2016 houdende de wijziging van de volgende besluiten: Besluit spoedeisende geneeskunde van 9 januari 2013; Besluit ziekenhuisgeneeskunde van 11

Nadere informatie

5. Protocol Toetsing en Beoordeling

5. Protocol Toetsing en Beoordeling 5. Protocol Toetsing en Beoordeling Dit protocol Toetsing en Beoordeling maakt deel uit van het Landelijk Opleidingsplan met ingangsdatum 1 januari 2017. Uitgangspunten Dit Protocol Toetsing en Beoordeling

Nadere informatie

Voorbeeldovereenkomst medische staf raad van bestuur

Voorbeeldovereenkomst medische staf raad van bestuur Voorbeeldovereenkomst medische staf raad van bestuur Préambule Het bestuur van.(naam ggz-instelling)..., gevestigd te..., (hierna te noemen: de instelling) is met een gemandateerde afvaardiging van de

Nadere informatie

OVERGANGSREGELING M&G

OVERGANGSREGELING M&G OVERGANGSREGELING M&G Beleidsregels van de SGRC bij Art. E.1.2 Besluit Maatschappij en Gezondheid als bedoeld in art. A 2.4 Kaderbesluit CSG betreffende de overgangsregeling voor artsen inzake inschrijving

Nadere informatie

College Geneeskundige Specialismen

College Geneeskundige Specialismen College Geneeskundige Specialismen Besluit van 11 november 2015 houdende bepalingen voor de profielen maatschappij en gezondheid *1,2,3 (Besluit profielen maatschappij en gezondheid) Het College Geneeskundig

Nadere informatie

MINIMUMOPLEIDINGSEISEN INTENSIVE CARE A. ERKENNING VAN DE OPLEIDER EN DE OPLEIDINGSINRICHTING

MINIMUMOPLEIDINGSEISEN INTENSIVE CARE A. ERKENNING VAN DE OPLEIDER EN DE OPLEIDINGSINRICHTING MINIMUMOPLEIDINGSEISEN INTENSIVE CARE A. ERKENNING VAN DE OPLEIDER EN DE OPLEIDINGSINRICHTING A.1. Duur en plaats van de opleiding De specialistenopleiding tot intensivist bedraagt in totaal 24 maanden,

Nadere informatie

Beleidsregels herregistratie RGS Geconsolideerde versie juni 2016

Beleidsregels herregistratie RGS Geconsolideerde versie juni 2016 Beleidsregels herregistratie RGS Geconsolideerde versie juni 2016 Algemene bepalingen Algemene toelichting: Het besluit herregistratie specialisten van 9 september 2015 en het Kaderbesluit profielartsen

Nadere informatie

Reglement Tuchtcommissie

Reglement Tuchtcommissie Reglement Tuchtcommissie 1 mei 2016 Artikel 1 De in dit Reglement Tuchtcommissie voorkomende begrippen hebben de betekenis als daaraan toegekend in de Statuten en het Algemeen Reglement en voorts de navolgende:

Nadere informatie

opleidingen tot gezondheidszorgpsycholoog, psychotherapeut,

opleidingen tot gezondheidszorgpsycholoog, psychotherapeut, Algemene Voorwaarden bij het register voor de opleidingen tot gezondheidszorgpsycholoog, psychotherapeut, klinisch psycholoog en klinisch neuropsycholoog. (Algemene Voorwaarden Opleidingsregister) Vastgesteld

Nadere informatie

Reglement bij het register voor de opleidingen tot verpleegkundig specialist GGZ, 3 jarige opleiding.

Reglement bij het register voor de opleidingen tot verpleegkundig specialist GGZ, 3 jarige opleiding. Reglement bij het register voor de opleidingen tot verpleegkundig specialist GGZ, 3 jarige opleiding. (Reglement Opleidingsregister) Goedgekeurd door het Bestuur van Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland

Nadere informatie

Functiebeschrijving Hoofd Opleidingsinstituut Huisartsgeneeskunde LUMC

Functiebeschrijving Hoofd Opleidingsinstituut Huisartsgeneeskunde LUMC Functiebeschrijving Hoofd Opleidingsinstituut Huisartsgeneeskunde LUMC Functiebeschrijving hoofd opleidingsinstituut huisartsgeneeskunde LUMC, pagina 1 Hoofd Opleidingsinstituut Huisartsgeneeskunde Leids

Nadere informatie

College Tandheelkundige Specialismen Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde

College Tandheelkundige Specialismen Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde College Tandheelkundige Specialismen Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde Besluit van PM strekkende tot wijziging van het Besluit Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie 2018 Het

Nadere informatie

Instructie supervisie a(n)ios werkzaam in het LUMC

Instructie supervisie a(n)ios werkzaam in het LUMC Inleiding In het Leids Universitair Medisch centrum (LUMC) worden artsen opgeleid tot medisch specialist (aios). De aard van de opleiding brengt met zich mee dat een belangrijk deel van de opleiding van

Nadere informatie

Besluit Herregistratie specialisten 16 Meest gestelde vragen door medisch specialisten

Besluit Herregistratie specialisten 16 Meest gestelde vragen door medisch specialisten Besluit Herregistratie specialisten 16 Meest gestelde vragen door medisch specialisten 1. Wat was de aanleiding voor de vernieuwing van de herregistratiebepalingen? Eens per vijf jaar wordt beoordeeld

Nadere informatie

Besluit van 12 december 2018 houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het medisch specialisme anesthesiologie

Besluit van 12 december 2018 houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het medisch specialisme anesthesiologie Besluit van 12 december 2018 houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het medisch specialisme anesthesiologie (Besluit anesthesiologie) Het College Geneeskundige Specialismen, gelet op artikel 14,

Nadere informatie

ADVIES ADVIESCOMMISSIE A

ADVIES ADVIESCOMMISSIE A ADVIES ADVIESCOMMISSIE A Referentie Utrecht, 2 juli 2019 ACO/19 6 Van Adviescommissie voor behandeling van bezwaren ex artikel 42 Regeling specialismen en profielen geneeskunst van de Koninklijke Nederlandsche

Nadere informatie

WET van 3 juni 2002, houdende instelling van het Instituut voor Bevordering van Investeringen in Suriname (Wet Investsur) (S.B no. 41).

WET van 3 juni 2002, houdende instelling van het Instituut voor Bevordering van Investeringen in Suriname (Wet Investsur) (S.B no. 41). WET van 3 juni 2002, houdende instelling van het Instituut voor Bevordering van Investeringen in Suriname (Wet Investsur) (S.B. 2002 no. 41). HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 In deze wet en daarop

Nadere informatie

College voor Huisartsgeneeskunde, Verpleeghuisgeneeskunde en medische zorg voor verstandelijk gehandicapten

College voor Huisartsgeneeskunde, Verpleeghuisgeneeskunde en medische zorg voor verstandelijk gehandicapten KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DER GENEESKUNST College voor Huisartsgeneeskunde, Verpleeghuisgeneeskunde en medische zorg voor verstandelijk gehandicapten Besluit van 21 augustus

Nadere informatie

Het competentieprofiel van de verzekeringsarts

Het competentieprofiel van de verzekeringsarts Het competentieprofiel van de verzekeringsarts Competentieprofiel verzekeringsgeneeskunde 1. Medisch handelen 1.1 De specialist bezit adequate kennis en vaardigheid naar de stand van het vakgebied. - De

Nadere informatie

Besluit van 13 september 2017 houdende de wijziging van de volgende besluiten:

Besluit van 13 september 2017 houdende de wijziging van de volgende besluiten: Besluit van 13 september 2017 houdende de wijziging van de volgende besluiten: Kaderbesluit CCMS van 11 mei 2009; Kaderbesluit CHVG van 21 augustus 2008; Kaderbesluit CSG van 26 september 2008; Besluit

Nadere informatie

werkzaam in ziekenhuizen

werkzaam in ziekenhuizen modelinstructie arts al dan niet in opleiding tot (medisch) specialist werkzaam in ziekenhuizen VOORWOORD Voor u ligt de Modelinstructie arts al dan niet in opleiding tot (medisch) specialist werkzaam

Nadere informatie

Klachtenreglement Vitaalpunt. december PR P0040 Klachtenreglement Vitaalpunt versie

Klachtenreglement Vitaalpunt. december PR P0040 Klachtenreglement Vitaalpunt versie Klachtenreglement Vitaalpunt december 2017 PR P0040 Klachtenreglement Vitaalpunt versie 2.0 05-12-2017 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Begripsbepalingen... 3 3. Algemeen... 4 5. Doelstellingen van

Nadere informatie

opleidingen tot gezondheidszorgpsycholoog, psychotherapeut,

opleidingen tot gezondheidszorgpsycholoog, psychotherapeut, Algemene Voorwaarden bij het register voor de opleidingen tot gezondheidszorgpsycholoog, psychotherapeut, klinisch psycholoog en klinisch neuropsycholoog. (Algemene Voorwaarden Opleidingsregister) Vastgesteld

Nadere informatie

Intercollegiale Toetsing

Intercollegiale Toetsing Intercollegiale Toetsing Intercollegiale toetsing (ICT) is als volgt te omschrijven: vorm van deskundigheidsbevordering waarbij met specialisten uit het eigen specialisme of andere professionals met wie

Nadere informatie

You created this PDF from an application that is not licensed to print to novapdf printer (

You created this PDF from an application that is not licensed to print to novapdf printer ( REGLEMENT STICHTING TUCHTRECHTSPRAAK MEDIATORS Artikel 1 Definities In dit reglement wordt verstaan onder: Stichting: Aangesloten Instelling: Mediator: Gedragsregels: Klachtenregeling: Tuchtcommissie:

Nadere informatie

Competentieprofiel arts Maatschappij en Gezondheid

Competentieprofiel arts Maatschappij en Gezondheid Competentieprofiel arts Maatschappij en Gezondheid COMPETENTIEGEBIED 1 MEDISCH HANDELEN 1.1 De arts Maatschappij en Gezondheid bezit adequate kennis en vaardigheid naar de stand van het vakgebied 1.1.1

Nadere informatie

PROTOCOL TOETSING EN BEOORDELING IN DE VERPLEEGHUISARTSOPLEIDING

PROTOCOL TOETSING EN BEOORDELING IN DE VERPLEEGHUISARTSOPLEIDING PROTOCOL TOETSING EN BEOORDELING IN DE VERPLEEGHUISARTSOPLEIDING Goedgekeurd door de HVRC 1 maart 2007 Voorwoord Conform artikel B3 lid 2 van het Kaderbesluit CHVG (hierna: Kaderbesluit), in werking getreden

Nadere informatie