Dit artikel uit PROCES is gepubliceerd door Boom juridisch en is bestemd voor Els van der Duin

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Dit artikel uit PROCES is gepubliceerd door Boom juridisch en is bestemd voor Els van der Duin"

Transcriptie

1 ARTIKELEN Achter de schermen bij een pro justitia onderzoek in Teylingereind: de toegevoegde waarde van klinische observatie bij moeilijk onderzoekbare jeugdigen * Merijne Groeneweg & Harmen van den Dorpel 1 Inleiding Het dilemma van de tbs-weigeraars: De helft van alle verdachten weigert onderzoek naar psyche. Michael P. ontliep zo tbs-maatregel. Moet het systeem op de schop?, zo luidt een nieuwsbericht in de NRC. 1 Dekker wil tbs-weigeraars terugdringen, aldus het Advocatenblad. 2 Weigeraars zijn een hot item. Ze domineren regelmatig het nieuws en de agenda van minister Dekker. Meest recentelijk laaide het debat op na de moord op Anne Faber, maar de maatschappelijke discussie dateert van ver daarvoor. Hoewel de discussie zich lijkt toe te spitsen op volwassen verdachten, is de problematiek rond het weigeren van pro justitia onderzoek om op die manier een behandelmaatregel te ontlopen ook met betrekking tot jeugdigen en jongvolwassenen actueel. Weigering van medewerking aan ambulant onderzoek is regelmatig reden om een jeugdige verdachte op de observatieafdeling van Teylingereind te plaatsen teneinde een klinisch observatieonderzoek uit te laten voeren. In dit artikel wordt de lezer aan de hand van vier casussen een inkijkje geboden in de werkwijze van Teylingereind ten aanzien van moeilijk onderzoekbare jeugdige verdachten. In paragraaf 3 wordt een schets van de casussen gegeven, waarna in paragraaf 4 duidelijk gemaakt wordt op welke manier deze werkwijze kan leiden tot advisering aan de rechtbank of, anders gezegd, wat de toegevoegde waarde van klinische observatie bij moeilijk onderzoekbare jeugdigen kan zijn. * Mr. M.A. Groeneweg is als jurist verbonden aan de observatieafdeling van Forensisch Centrum Teylingereind. A.J. van den Dorpel is als GZ-psycholoog verbonden aan de observatieafdeling van Forensisch Centrum Teylingereind. 1 F. Schravesande, Het dilemma van de tbs-weigeraars, NRC 14 oktober S. Kuijsten, Dekker wil tbs-weigeraars terugdringen, Advocatenblad 8 oktober PROCES 2019 (98) 2

2 Achter de schermen bij een pro justitia onderzoek in Teylingereind: de toegevoegde waarde van klinische observatie bij moeilijk onderzoekbare jeugdigen 2 Het klinisch multidisciplinair onderzoek op de observatieafdeling van Teylingereind 3 Op de observatieafdeling van Teylingereind worden jongens en jongvolwassen mannen tot 23 jaar geplaatst die worden verdacht van een (ernstig) strafbaar feit en bij wie een onderzoek naar hun persoonlijkheid door de rechter noodzakelijk wordt geacht. De wettelijke basis voor deze plaatsing is gelegen in artikel 196 of 317 van het Wetboek van Strafvordering (Sv). Het deskundigenoordeel van onderzoekers van het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP) voorafgaand aan de plaatsing vormt de onderbouwing voor de beslissing dat het onderzoek niet voldoende op een andere wijze kan plaatsvinden. 4 De rechter wil van het onderzoeksteam weten eenvoudig gezegd of er sprake is van een stoornis bij de jeugdige, 5 of deze aanwezig en eventueel van invloed was op het ten laste gelegde, wat het recidivegevaar is, welk advies wordt gegeven ter voorkoming van recidive, en of afdoening binnen het jeugd- of volwassen kader daarvoor het meest passend is. De aard van het observatieonderzoek in Teylingereind is vergelijkbaar met het onderzoek in het Pieter Baan Centrum voor volwassenen. Plaatsing is ook mogelijk in het kader van een lopende maatregel plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (PIJ-maatregel), op verzoek van de directeur van een justitiële jeugdinrichting (JJI). 6 In het navolgende zal worden ingegaan op de groep jeugdigen die hun medewerking niet of nauwelijks aan een pro justitia onderzoek verleent. Dit is slechts een van de indicaties om een jeugdige klinisch te observeren. 7 De specifieke omstan- 3 Voor een meer uitgebreide uiteenzetting wordt verwezen naar: C. Schalk & M. Hulshof, Een puzzel van zeven weken; observeren, rapporteren en adviseren. De jeugdige in het observatieonderzoek, PROCES 2013, p Art. 197 lid 1 Sv. De jeugdigen zijn veelal kort na het ten laste gelegde gezien door een psychiater of psycholoog van het NIFP in het kader van een traject- of voorgeleidingsconsult of er is reeds ambulant onderzoek uitgevoerd waarin werd geadviseerd een klinisch observatieonderzoek uit te voeren. 5 Met het stoornisbegrip in gedragskundige zin wordt bedoeld een diagnose, classificeerbaar volgens de DSM-5. Onderscheidenlijk van de gedragskundige en zijn beroepsnormen kan een rechter een stoornis in juridische zin vaststellen, een vereiste voor het opleggen van een behandelmaatregel. Hier wordt in par. 5 verder op in gegaan. 6 In het navolgende zal de nadruk liggen op de onderzoeken pro justitia. De werkwijze van de onderzoeksteams in PIJ-onderzoeken is echter sterk vergelijkbaar. Wanneer een verzoek door de directeur van een JJI om een jeugdige met een PIJ-maatregel te onderzoeken wordt gedaan, is dat gebaseerd op art. 22d Bjj. 7 Indicaties voor een pro justitia onderzoek op de observatieafdeling van Teylingereind kunnen zijn: ernstige strafbare feiten bij jeugdige of ASR-verdachte, moeilijk onderzoekbare jeugdigen, mediagevoelige zaken, hardnekkige recidive, groepsdelict (mogelijkheid tot medeverdachtenobservatie), de vraagstelling is niet te beantwoorden middels ambulant onderzoek, er is sprake van psychische problemen of gezinsproblematiek, er is sprake van een voorgeschiedenis met hulpverlening, noodzaak tot groepsdynamische diagnostiek en interactieobservatie, onverwachte slecht bij de persoon passende ernstige feiten of out of the blue, al dan niet in het kader van solo daderschap, familie moet worden betrokken in het onderzoek, nader specialistisch onderzoek of proefbehandeling zijn aangewezen, contra-expertise. Deze opsomming is niet limitatief. Wanneer onderzoek wordt gedaan naar meisjes, verricht het onderzoeksteam het observatieonderzoek in de inrichting waar het meisje verblijft. PROCES 2019 (98) 2 133

3 Merijne Groeneweg & Harmen van den Dorpel digheden van het geval bepalen of klinische observatie het aangewezen middel is. Alle jeugdigen die op de observatieafdeling worden geplaatst, hebben met elkaar gemeen dat er ernstige zorgen omtrent hun ontwikkeling bestaan. De jeugdigen doorlopen gedurende zeven weken een 24-uursprogramma waarin ze door een (kinder- en jeugd)psychiater, GZ-psycholoog, vaktherapeut, docent en pedagogisch medewerkers worden geobserveerd en onderzocht. De milieurapporteur onderzoekt en rapporteert over de levensloop en ontwikkeling van een jeugdige. Bij het onderzoek is er aandacht voor psychische, lichamelijke en medische zaken, intelligentie, onderwijsniveau en risicotaxatie. Op indicatie worden aanvullende externe (medisch) specialisten geraadpleegd, wiens conclusies worden verwerkt door de onderzoekend psychiater en psycholoog. Er kan bijvoorbeeld een indicatie voor aanvullend neurologisch of neuropsychologisch onderzoek aanwezig zijn. Tijdens het verblijf van de jeugdige vinden er vier multidisciplinaire besprekingen plaats. Het onderzoeksteam bepaalt eerst de onderzoeksopzet en stelt aandachtspunten voor observatie vast om tot een zo volledig mogelijk beeld van de jeugdige te komen. Onderzoeksinformatie wordt vervolgens uitgewisseld, hypotheses worden bevestigd of bijgesteld en uiteindelijk komt het team tot beantwoording van de vragen van de rechtbank. De observatie leidt tot een rapport aan de rechter, met daarin een advies met betrekking tot de diagnostiek, de eventuele relatie met het ten laste gelegde, het recidivegevaar en de noodzaak van behandeling, alsmede het strafrechtelijk kader. 8 3 De benadering van moeilijk onderzoekbare verdachten in Teylingereind 3.1 Weigeraar of moeilijk onderzoekbaar De jeugdige is niet verplicht tot een actieve medewerking. 9 Hij kan echter niet tegenhouden dat hij naar de observatieafdeling wordt overgebracht en dat over hem wordt gerapporteerd. De groep die zijn medewerking niet verleent aan het onderzoek dient te worden onderscheiden in de mate waarin wordt geweigerd en in de reden voor de weigering. Zo kan de jeugdige volledig weigeren of slechts aan bepaalde delen van het onderzoek medewerking verlenen. Deze laatste groep wordt als moeilijk onderzoekbaar beschouwd. Dit is de meest voorkomende vorm van beperkte medewerking op de observatieafdeling van Teylingereind. De meest vergaande vorm van weigeren betreft de jeugdige die zeven weken lang de meeste tijd op zijn kamer doorbrengt en daarbij niet in gesprek gaat met medewerkers van de afdeling. Op de observatieafdeling van Teylingereind komt dit zelden voor. De ervaring leert dat de discipline die een zeer strikte weigering vergt lastiger kan worden opgebracht door een jeugdige dan een volwassene. Daarbij zullen ook het uitnodigende dagprogramma en de verblijfsruimte (het pedagogisch leefklimaat) van de JJI, zoals hierna omschreven, een rol spelen. Een veelgehoorde reden voor beperkte medewerking aan het onderzoek is dat men de kans op een behandelmaatregel zo klein mogelijk wil houden, gebaseerd 8 Bij jeugdigen die in het kader van de PIJ-maatregel worden geobserveerd, wordt de directeur van de inrichting geadviseerd over de behandelmogelijkheden en het verlengingsadvies. 9 Zie noot PROCES 2019 (98) 2

4 Achter de schermen bij een pro justitia onderzoek in Teylingereind: de toegevoegde waarde van klinische observatie bij moeilijk onderzoekbare jeugdigen op de aanname dat de rechter met beperkte kennis over de persoon van de verdachte minder snel een behandelmaatregel zal opleggen. Het betreft dan een gekozen procespositie. Als de weigering voortkomt uit een psychiatrische stoornis en/of een forse intelligentiebeperking, wordt gesproken van een pathologische weigering. In dergelijke gevallen is vaak in verschillende contexten sprake van complex en moeilijk te begrijpen gedrag, dat tijdens het klinisch onderzoek zichtbaar wordt. 3.2 De benadering van moeilijk onderzoekbare verdachten 10 Tijdens de zeven weken durende periode van observatie zijn de psychiater en psycholoog alsook de onderzoekers van de andere disciplines voortdurend op zoek naar mogelijkheden om, indien men te maken heeft met een moeilijk onderzoekbare verdachte, de rechter toch van bruikbare informatie te voorzien. De gedragsdeskundigen in het onderzoek kwijten zich van hun taak en inspanning door bij moeilijk onderzoekbare jeugdigen regelmatig langs te gaan voor een gesprek, minimaal om te informeren naar de actuele houding ten opzichte van het onderzoek. In alle gevallen van moeilijk onderzoekbare jeugdige verdachten is de observeerbare interactie tussen jeugdige en gedragsdeskundige waardevol, waarbij niet alleen van belang is wat gezegd wordt, maar tevens de wijze waarop het contact verloopt. Ook de observatie van het contact dat de jeugdige op de afdeling al dan niet maakt is waardevol. Binnen het pedagogisch leefklimaat, dat wil zeggen op de observatieafdeling waar de jeugdigen zeven weken in groepsverband verblijven en tijdens het onderwijs op de interne school, zijn alle gedragingen en gebeurtenissen die worden waargenomen onderdeel van de observatie. Het is voor pedagogisch medewerkers een dagelijkse uitdaging om met moeilijk onderzoekbare jeugdigen in contact te komen en op zoek te gaan naar te observeren interactie. Er kan gevarieerd worden met verschillende benaderingen en bejegeningsstijlen, waarbij de verschillende reacties van een jeugdige een belangrijke bron worden om te analyseren. Getracht wordt om de omgeving van de leefgroep zo rijk mogelijk te maken door het aanbod van spelletjes en andere recreatieve activiteiten en door het zo veel mogelijk nabootsen van een huiselijke omgeving, waarin bijvoorbeeld gezamenlijk kan worden gekookt. Daarnaast wordt op de observatieafdeling vaktherapie in drie vormen aangeboden, te weten psychomotore therapie, beeldende therapie en muziektherapie. Vaktherapie wordt zowel in groepsverband als individueel gegeven. Door variëteit in aanbod en vorm wordt getracht ook moeilijk onderzoekbare jongeren te bereiken. Een jeugdige die niet mee wenst te werken aan het onderzoek, kan niet verhinderen dat door de milieuonderzoeker getracht wordt zijn levensloop en ontwikkeling in kaart te brengen. Ook op deze manier wordt zo veel mogelijk informatie vergaard van waaruit gedragskenmerken naar voren komen. Tijdens een klinische observatieperiode kan de diversiteit in personen, rollen en invalshoeken, tezamen met gegevens over de levensgeschiedenis die worden ver- 10 In het navolgende wordt met deze term de gehele groep moeilijk onderzoekbare verdachten bedoeld, inclusief de weigeraars. PROCES 2019 (98) 2 135

5 Merijne Groeneweg & Harmen van den Dorpel zameld, leiden tot de uitkomst dat er ondanks een weigering tot meewerken aan onderzoek conclusies kunnen worden geformuleerd. Meer concreet kan de reactie op de benadering van een strenge groepsleider die een jongere aanspreekt op zijn taken bijvoorbeeld verschillen van de gecontroleerde houding die een jongere bij de onderzoekend psycholoog vasthoudt, en levert een spelsituatie met groepsgenoten bij vaktherapie soms informatie op die samen met kennis over de levensgeschiedenis diagnostisch op waarde kan worden geschat. Over iemand die niet meewerkt aan een intelligentietest kan aan de hand van observatie op school en in complexe groepssituaties (bijvoorbeeld tijdens een denksport als schaken) soms toch een uitspraak worden gedaan over het niveau van functioneren. 3.3 Het construeren van gedragspatronen aan de hand van de zaak A. Jeugdige A. werd op 13 juli 2018 door de Rechtbank Midden-Nederland veroordeeld tot twee jaar jeugddetentie voor het doden van S. De rechtbank legde hem tevens een PIJ-maatregel op. 11 Deze jeugdige verdachte heeft zeer beperkt meegewerkt aan het onderzoek gedurende zijn verblijf op de observatieafdeling binnen Teylingereind. Zo heeft hij niet willen spreken over voor onderzoekers relevante gespreksonderwerpen, zoals agressie en beleving van seksualiteit, heeft hij niet willen meewerken aan het testpsychologisch onderzoek en heeft hij een systeemobservatie geweigerd. Opzichzelfstaand kan een dergelijke situatie een grote belemmering opleveren voor het onderzoeksteam. Echter binnen het multidisciplinair onderzoeksteam kunnen vele losse constateringen samen leiden tot het construeren van gedragspatronen. In het geval van A. kwam informatie over het gedrag vanuit het milieurapport overeen met de observatie in Teylingereind en de contacten met onderzoekers, waardoor zicht kwam op zijn gedragspatronen en een diagnose kon worden gesteld. Kennis van deze gedragspatronen is niet alleen gedragskundig van waarde voor het eventueel stellen van een diagnose, maar ook wanneer in juridisch verband uitspraken moeten worden gedaan over de doorwerking van een stoornis in het ten laste gelegde en wanneer een inschatting van het gevaar voor de maatschappij moet worden gemaakt. De wijze waarop onderzoekers tot advisering konden komen bij deze moeilijk onderzoekbare jeugdige wordt in de uitspraak zichtbaar: gedragspatronen behorend bij de vastgestelde problematiek konden naast informatie uit het strafdossier worden gelegd, waardoor een advies kon worden geformuleerd. Het gedragspatroon dat bij A. kon worden gereconstrueerd, werd als volgt omschreven: Verdachte probeert de regie te behouden over vrijwel alle gesprekken en situaties. Als dit niet lukt, neemt de druk bij hem toe en neemt de mate van zelfregulatie af. Onderliggend is er sprake van een persoonlijkheidsstructuur waarbij hij zich over het algemeen adequaat kan gedragen, maar zodra hij geconfronteerd wordt met krenkingen en dus onder druk komt te staan, vervalt hij in eerste instantie in primaire afweer, passief agressief gedrag. Ver- 11 Rb. Midden-Nederland 13 juli 2018, ECLI:NL:RBMNE:2018:3274. Alle navolgende citaten betreffende deze zaak ook van het onderzoeksteam van Teylingereind zijn afkomstig uit de gepubliceerde uitspraak. 136 PROCES 2019 (98) 2

6 Achter de schermen bij een pro justitia onderzoek in Teylingereind: de toegevoegde waarde van klinische observatie bij moeilijk onderzoekbare jeugdigen dachte lijkt bij (dreigende, vermeende of daadwerkelijke) krenking eerst het gewicht van de krenking te willen verminderen (door de ander te devalueren, minder belangrijk te maken). Wanneer dit een onvoldoende effect teweeg brengt, zal hij de ander op afstand proberen te houden, het contact verbreken of door middel van manipuleren of dreigen de krenking ongedaan proberen te maken. Indien de druk niet verlaagd wordt en verdachte niet meer de controle of regie heeft over die situatie, kan hij uiteindelijk vervallen in agressieve impulsdoorbraken. Niet alleen was A. moeilijk onderzoekbaar, hij ontkende elke betrokkenheid bij de dood van S. Ontkenning van het ten laste gelegde is eveneens een complicerende factor. Het maken van een als, dan -constructie kan in zo n geval een methode zijn om de rechtbank zo zorgvuldig mogelijk voor te lichten. Als uw rechtbank bewezen acht dat verdachte bijvoorbeeld deze gewapende overval heeft gepleegd, dan is het aannemelijk dat de navolgende kenmerken van zijn stoornis daarin hebben doorgewerkt. Of dit mogelijk is, hangt af van de omstandigheden van het geval. 12 Het kunnen reconstrueren van het delictscenario (enig zicht op situationele omstandigheden en mogelijke emoties, gedachten en motivaties van de verdachte) is een voorwaarde voor het maken van een als, dan-constructie. In de strafzaak tegen A. was de doodsoorzaak van S. op het moment van onderzoek onbekend. 13 Het onderzoeksteam kon zich op basis van het strafdossier wel een beeld vormen van de relatie tussen A. en S. Zij vonden elkaar leuk, maar de relatie kenmerkte zich ook door ruzies over en weer. Er was een wisselwerking van aantrekken en afstoten. De onderzoekers zagen het door hen tijdens de observatie en uit het milieuonderzoek vastgestelde gedragspatroon terug in de contacten tussen verdachte en slachtoffer: Het app-verkeer laat zien dat verdachte een dreigende krenking probeerde af te wenden. Het app-contact dat hij met [slachtoffer] had volgt een patroon, waarbij hij echter geen controle lijkt te krijgen op het gedrag van de ander. En als een ander belangrijk is voor verdachte (een affectieve lading krijgt), verdraagt hij deze krenking niet. Er volgt een proces van aantrekken en afstoten (ofwel contact zoeken en elkaar blokkeren op social media). Om weer de regie te krijgen over de relatie die hij met haar wilde, manipuleert of chanteert hij haar. ( ) Vanuit deze problematiek is onderzoekers bekend dat verdachte, in een ultieme poging de regie te krijgen, kan komen tot agressieve impulsdoorbraken. Verdachte heeft niet willen spreken over het ten laste gelegde, waardoor onderzoekers in het ongewisse zijn gebleven wat betreft de precieze toedracht. Onderzoekers zijn echter, gezien de emotionele lading en de daarbij behorende gedragspatronen, van mening dat er in ieder geval sprake is van 12 Beukers concludeerde in 2005 al dat een eenduidig antwoord op de vraag of over een ontkennende verdachte gerapporteerd kan worden, niet te geven is. In: M. Beukers, Gedragskundige rapportage in strafzaken. Waar liggen de grenzen, Strafblad 2005, p Door onderschepping van het NFI-rapport werd dit landelijk nieuws: NFI-rapport: doodsoorzaak S. blijft onduidelijk, RTL nieuws 23 november 2017, te raadplegen via www. rtlnieuws. nl/ nederland/ artikel/ / nfi -rapport -doodsoorzaak -s -blijft -onduidelijk. PROCES 2019 (98) 2 137

7 Merijne Groeneweg & Harmen van den Dorpel enige doorwerking van zijn gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens in het ten laste gelegde feit. Zoals aangegeven, is de informatie over de gedragskeuzes van een jeugdige die wordt verzameld tijdens een klinische observatie in Teylingereind niet alleen belangrijk voor de diagnostiek en eventuele doorwerking in het ten laste gelegde. De informatie wordt ook in beschrijvende zin gebruikt voor een toelichting bij het recidivegevaar dat wordt vastgesteld aan de hand van risicotaxatie-instrumenten. Kennis van de gedragspatronen leidde in het geval van A. tot de inschatting dat risico s met name zijn gelegen in de relationele sfeer. Aldus het onderzoeksteam noopten de bevindingen in deze zaak, gelet op het hoge recidivegevaar en de noodzaak tot behandeling, tot oplegging van een onvoorwaardelijke PIJ-maatregel. 3.4 Weging van een grote verscheidenheid aan gedrag in de zaak K. De 18-jarige K. werd in mei 2018 door de rechtbank veroordeeld voor verkrachting en mishandeling van zijn vriendin. Hij werd veroordeeld tot een gevangenisstraf en kreeg, conform het deskundigenadvies, een tbs-maatregel opgelegd. 14 De deskundigen in Teylingereind moesten na zeven weken observatie vaststellen dat het een moeilijk onderzoekbare jongeman betrof. Niet alleen omdat hij zijn medewerking aan meerdere onderzoeksonderdelen weigerde, maar tevens gelet op de complexiteit van zijn problematiek. Op gedragsniveau waren de waarnemingen zó uiteenlopend dat per persoon en dagdeel een totaal ander beeld van deze jeugdige kon ontstaan. Een schets: Als onderzoeker aankomt bij de gesprekskamer blijkt K. zich achter de deur te hebben verschanst, heeft een hanger in zijn trui gedaan en heeft zichzelf als het ware aan de zich achter de deur bevindende kapstok opgehangen. ( ) Als hij later in de groepsruimte komt zien de groepsleiders een K. die zij nog niet eerder hebben gezien. Hij is stil en teruggetrokken: Vandaag was ik weer even mijzelf, dus dat kan je dan verwachten. ( ) K. verstoort gesprekken, neemt het gesprek over of gaat gekke geluiden maken om op die manier de aandacht naar zich toe te trekken. ( ) Vanaf dat moment verdwijnt de extreme spanning uit zijn lichaam en is K. helemaal slap. Hij stribbelt niet meer tegen en werkt mee met de plaatsing in de opvang. Zijn stem is rustig en hij laat zich goed begeleiden. Vanwege de input van alle deeldisciplines van het onderzoeksteam en zeven weken 24 uur zicht op deze jongvolwassene kon door de deskundigen een diagnose worden gesteld waarbij zij een verklaring konden geven voor de grote variatie in zijn gedrag: 14 Om te voorkomen dat de geciteerde informatie in combinatie met de kenmerken van de strafzaak herleidbaar is naar de persoon wordt in de navolgende voorbeelden geen kenmerk van de uitspraak genoemd. Waar nodig zijn bepaalde onderdelen weggelaten of aangepast. 138 PROCES 2019 (98) 2

8 Achter de schermen bij een pro justitia onderzoek in Teylingereind: de toegevoegde waarde van klinische observatie bij moeilijk onderzoekbare jeugdigen Eenvoudig gezegd hebben de basale emoties (lust en onlust) zich onvoldoende van elkaar kunnen onderscheiden. Zo is er sprake van een altijd aanwezig basaal wantrouwen, van ernstige impulsiviteit en een instabiel grillig gevoelsleven, waarbij er enerzijds behoefte is aan nabijheid (zogenaamde fusie-behoefte ), maar dit niet verdragen wordt met als gevolg op afstand zettend gedrag, en er tegelijkertijd ook angst is voor die afstand (verlatingsangst). ( ) Gezien de problematiek van K. met de gebrekkige differentiatie tussen het seksuele en agressieve driftleven geldt dat de tenlastegelegde seksuele- en agressieve feiten in gedragskundige zin dezelfde psychodynamische betekenis hebben. De diagnostische conclusies en doorwerking van de problematiek in het ten laste gelegde leidden tevens tot de inschatting dat het gevaar op recidive zeer hoog was. Dit, tezamen met de uitgerijpte en complexe vorm van zijn problematiek, vormde de onderbouwing tot een tbs-advies. 3.5 Met lege handen in de zaak M.? De rechtbank legde de 20-jarige M. in december 2018 zeven jaar gevangenisstraf op voor poging tot doodslag op twee personen. M. stak twee ogenschijnlijk willekeurige slachtoffers onverhoeds met een mes en holde daarna hard weg. Een van de slachtoffers raakte ernstig gewond. Het motief bleef raadselachtig. M. legde geen inhoudelijke verklaring af. Een delictscenario kon onmogelijk uit de beschikbare informatie worden afgeleid. Dat hij de dader was, werd door de rechtbank afgeleid uit DNA-materiaal op het mes en bloedsporen die bij M. thuis zijn gevonden. Ten aanzien van de klinische observatie in Teylingereind kan worden gesteld dat het onderzoeksteam vrijwel met lege handen stond: M. kon worden beschouwd als weigeraar. Hij hield alle individuele gesprekken met onderzoekers af en nam niet deel aan de activiteiten van het dagprogramma, zoals schoolgang. In de dagelijkse gang van zaken tijdens het verblijf in de gemeenschappelijke ruimte functioneerde M. prima, daarbij de regie houdend over de informatie rond zijn persoon. De meest waardevolle informatie was afkomstig van de milieuonderzoeker. Deze kon met enkele referenten uit de omgeving van M. spreken en ontving stukken van de jeugdreclassering, inclusief M. s hulpverleningsgeschiedenis. Uit deze informatie kon worden afgeleid dat de situatie waarin hij is opgegroeid onveilig en instabiel was. Meermalen werd M. gescheiden van de primaire verzorgers in zijn leven. Op basis van de informatie over zijn levensgeschiedenis in combinatie met gedragskenmerken die werden geregistreerd in zeven weken verblijf op de observatieafdeling stelden psychiater en psycholoog een diagnose, te weten een bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling ( M. laat thans kenmerken zien die passend zijn bij een gereserveerd-vermijdende gehechtheidsstijl. De behoefte aan autonomie wordt gemaximaliseerd en daarmee wordt de behoefte aan verbondenheid geminimaliseerd ). Verdere diepgang kon aan deze diagnose niet worden gegeven vanwege de weigering van M. In het oog springende psychiatrische ziektebeelden zoals psychose of depressie konden tijdens de observatieperiode PROCES 2019 (98) 2 139

9 Merijne Groeneweg & Harmen van den Dorpel worden uitgesloten. Op de mogelijke toegevoegde waarde van de vaststelling van een diagnose die gelijktijdig met het ten laste gelegde aanwezig was, wordt in paragraaf 5 verder ingegaan. In het vonnis van de rechtbank is te lezen: Bij gebrek aan medewerking van verdachte aan de onderzoeken hebben de deskundigen niet kunnen vaststellen of er een verband bestaat tussen enerzijds de geconstateerde bedreigende persoonsontwikkeling en anderzijds de bewezen verklaarde feiten. Zij hebben ook geen inschatting kunnen maken van de kans op herhaling en geen advies kunnen geven over een op te leggen straf of maatregel. Alles afwegende en met name gelet op de ernst van de feiten is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf van aanzienlijke duur aan verdachte dient te worden opgelegd. 3.6 De grote waarde van collaterale informatie en gedragsobservatie in de zaak N. N. was 15 jaar en werd verdacht van het plegen van een woningoverval en een diefstal met geweld toen hij op de observatieafdeling van Teylingereind verbleef. N. weigerde zijn medewerking aan delen van het onderzoek en gaf onbetrouwbare antwoorden tijdens de gesprekken met onderzoekers ( het is moeilijk N. op een waarheid te betrappen ). Ondanks de wens van N. om onzichtbaar te blijven had het onderzoeksteam zijn handen vol aan hem tijdens zijn verblijf. Gedurende de zeven weken van observatie is N. betrokken bij tien incidenten en heeft hij tijdens het adviesgesprek zelfs het elfde incident veroorzaakt. N. is betrokken bij alle ongeregeldheden in de groep. In week vijf is een inventarisatie gemaakt en op dat moment had N., met uitzondering van één jongen, met alle andere jeugdigen gevochten die op de afdeling verbleven. Het gedrag van N. is binnen deze minder gestructureerde groep, waarbinnen jongeren constant in- en uitstromen, niet meer te handhaven. N. kon tevens niet voorkomen dat er belangrijke collaterale informatie over zijn persoon werd verzameld door de milieuonderzoeker, die familiereferenten sprak en via een schooldirecteur een groot deel van de hulpverleningsgeschiedenis van N. in kaart bracht. Daaruit bleek een patroon van gedragsproblemen vanaf zeer jonge leeftijd dat overging in een patroon van het plegen van vermogens- en geweldsdelicten vanaf de leeftijd van 12 jaar. De ouders van N. waren niet alleen onvermogend om hem bij te sturen, maar stelden zich zelfs ondermijnend op ten opzichte van de eerder ingezette hulpverlening. De deskundigen konden tot een diagnostische conclusie komen ( Er wordt een jongeman gezien met een gebrekkige morele ontwikkeling, beperkte agressieregulatie en frustratietolerantie die in sociaal emotioneel opzicht onrijp te noemen is. N. heeft negatieve opvattingen, is impulsief en neemt geen verantwoordelijkheid voor zijn gedrag. Zijn beperkte cognitieve vermogens zorgen er tevens voor dat hij situaties slecht overziet en buiten het feit dat er sprake is van onwil ook nauwelijks in staat is tot zelfreflectie ) en er kon een gelijktijdigheidsverband tussen deze diagnose en het ten laste gelegde worden vastgesteld, maar dit verband kon 140 PROCES 2019 (98) 2

10 Achter de schermen bij een pro justitia onderzoek in Teylingereind: de toegevoegde waarde van klinische observatie bij moeilijk onderzoekbare jeugdigen niet verder worden gespecificeerd vanwege de gedeeltelijke weigering en ontkenning van N. Op basis van de kennis van zijn problematiek en het gedrag dat hij in de observatieperiode had laten zien kon wel worden vastgesteld dat de kans op gewelddadige recidive aanzienlijk was. Het is noodzakelijk dat er fors wordt ingegrepen om nog een kans te krijgen om deze verstoorde ontwikkeling te keren. Het risico dat de problematiek zich snel consolideert in een antisociale persoonlijkheidsstoornis is groot. N. heeft geen inzicht in zijn problematiek, kan gewelddadig reageren en staat niet open voor hulpverlening. Gezien het feit dat hij tevens een hoog risico heeft om te recidiveren, is het noodzakelijk dat hij in een gesloten beveiligde en gestructureerde omgeving wordt opgenomen en hij in staat kan worden gesteld om te profiteren van enige hulpverlening. Een langdurige plaatsing in een JJI lijkt alleen al om die reden onafwendbaar. Deze vaststellingen leidde het team naar het onvermijdelijke advies om N. een PIJ-maatregel op te leggen. N. keerde in 2018 op 22-jarige leeftijd terug naar de observatieafdeling op het moment dat hij verdacht werd van uitgaansgeweld. Hij had drie jaar een onvoorwaardelijke PIJ-maatregel doorlopen. Opnieuw weigerde hij het onderzoek. Uit de collaterale informatie kon worden afgeleid dat de PIJ-maatregel niet heeft voorkomen dat het gedragspatroon van criminele activiteiten, inclusief de beperkte zelfregulatie, zich voortzette. Op de observatiegroep genoot de 22-jarige door de wol geverfde N. aanzien van de andere jeugdigen. Hij werd voorzien in zijn behoefte om bewonderd te worden, waardoor zijn regulerende functies minder onder druk stonden dan tijdens het eerste verblijf. De deskundigen constateerden dat sprake was van een antisociale en een narcistische persoonlijkheidsstoornis, alsmede van psychopathie. Dankzij de grote hoeveelheid aan collaterale informatie uit het milieuonderzoek, tezamen met de groepsobservatie, kon opnieuw een onderbouwd behandeladvies worden gegeven. Dit keer betrof het een tbs-advies, dat in 2018 door de rechtbank werd overgenomen. N. is tegen deze uitspraak in hoger beroep gegaan. 4 Op welke manier kan de werkwijze van Teylingereind bij moeilijk onderzoekbare jeugdigen leiden tot advisering aan de rechter? Aan de hand van de casussen is getracht inzichtelijk te maken op welke manier de werkwijze binnen Teylingereind kan leiden tot een advies aan de rechter. Zo werd zichtbaar dat informatie uit het milieuonderzoek in samenhang bezien met informatie uit de observatieperiode diagnostisch kan worden gewogen door psychiater en psycholoog ook wanneer zij niet over een uitgebreid gespreksonderzoek beschikken. Wanneer door de deskundigen gedragspatronen kunnen worden geconstrueerd, kan vervolgens worden ingeschat welke gedragskeuzes een jeugdige geneigd is te maken. Dit is alleen niet mogelijk wanneer diepgang aan de diagnose ontbreekt, zoals zichtbaar werd in de casus van M. De basis en meer- PROCES 2019 (98) 2 141

11 Merijne Groeneweg & Harmen van den Dorpel waarde van het multidisciplinair klinisch onderzoek zijn gelegen in een zo breed mogelijke inventarisatie van relevante informatie over het functioneren van de jeugdige. Het gebruik van verschillende bronnen heeft deels een objectiverende functie, maar draagt daarnaast bij aan de verbreding en verdieping van de gedragskundige analyse en daarmee aan de validiteit van de uiteindelijke diagnostiek. 15 Dit uitgangspunt geldt ook voor de moeilijk onderzoekbare jeugdigen bij wie het onderzoek beperkingen kent. Met kennis van de problematiek (de eventueel aanwezige stoornis of gebrekkige ontwikkeling) kan worden beoordeeld in hoeverre deze beperkend is in de keuzevrijheid van de jeugdige. De verzamelde informatie over de leefomstandigheden en gedragskeuzes van een jeugdige is ook van waarde voor het inschatten van het recidiverisico. Als de voorgaande stappen zijn genomen de vragen over diagnostiek en eventuele doorwerking in het ten laste gelegde zijn beantwoord, kan worden beoordeeld wat er nodig is om het tij te keren. Op welke manier kan worden bereikt dat de jeugdige andere gedragskeuzes maakt? Afhankelijk van het recidivegevaar het belang van de bescherming van de maatschappij wordt ingeschat welk kader hiervoor het meest passend zou kunnen zijn. Wanneer sprake is van een forse weigering en de verzamelde informatie beperkt is, wordt aan de rechtbank toch zo veel mogelijk informatie meegegeven. Zoals de constatering dat de persoonlijkheidsontwikkeling van een jeugdige bedreigd is. Daarmee kan door de rechter een stoornis in juridische zin worden vastgesteld, waarover in het navolgende meer. 5 Op welke manier heeft de advisering na klinische observatie bij moeilijk onderzoekbare jeugdige verdachten gevolgen voor de rechtsgang? Een bevel tot klinische observatie kan alleen worden gegeven als het onderzoek niet op een andere wijze kan plaatsvinden. Het betreft een middel dat slechts indicatief wordt ingezet. Het kan worden gezien als een ultieme poging van de rechter om meer over de persoon van de verdachte te weten te komen, zodat deze de jeugdige naar het meest passende vervolgtraject ter voorkoming van recidive kan geleiden. Ten aanzien van de hiervoor beschreven casussen konden de deskundigen de rechter in alle gevallen voorlichten over of sprake is van een stoornis of gebrekkige ontwikkeling en zo ja, welke beperkingen hieruit voortkomen. In de meeste gevallen werd een advies gegeven ter voorkoming van recidive. Het is uiteindelijk aan de rechter of hij het opgestelde advies opvolgt. Ook wanneer door een weigering niet alle vragen van de rechtbank kunnen worden beantwoord, kan de klinische observatie gevolgen hebben voor de rechtsgang. Voor oplegging van de behandelmaatregelen PIJ of tbs heeft een rechter strikt genomen geen gedragskundig advies nodig wanneer een jeugdige weigert mee te werken aan het onderzoek pro justitia (art. 77s lid 5 en art. 37 lid 3 (nieuw art. 37a lid 4) Wetboek van Strafrecht). Voor oplegging van deze behandelmaatre- 15 J.M.L. van Mulbregt, Het collegiaal overleg bij de gedragskundige rapportage pro Justitia, Expertise en Recht 2015, 6, p PROCES 2019 (98) 2

12 Achter de schermen bij een pro justitia onderzoek in Teylingereind: de toegevoegde waarde van klinische observatie bij moeilijk onderzoekbare jeugdigen gelen moet de rechter wel zelf kunnen vaststellen dat bij de jeugdige ten tijde van het begaan van het misdrijf een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens bestond, 16 en bij een PIJ-maatregel tevens dat oplegging van de maatregel in het belang is van een zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling van de jeugdige. De rechter hoeft slechts een stoornis van feitelijke aard vast te kunnen stellen, niet is vereist dat het een geclassificeerde stoornis volgens de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM) betreft. 17 In de casus van M. is geschetst dat (zelfs bij een strikte weigering) op basis van de collaterale informatie samen met de gedragsobservatie door de deskundigen soms een diagnose wordt gesteld die gelijktijdig met de ten laste gelegde feiten aanwezig was. De rechtbank heeft hiermee de mogelijkheid tot het opleggen van een behandelmaatregel. Er werd in de casus van M. voor gekozen om een langere gevangenisstraf op te leggen omdat de diepgang aan de diagnose ontbrak, waardoor geen ander verband dan gelijktijdigheid werd vastgesteld tussen stoornis en delict. Daardoor kon ook geen inschatting worden gemaakt van de kans op herhaling, of op welke punten zou moeten worden behandeld om toekomstige recidive te voorkomen. Jeugdofficier van justitie A. Bos van het arrondissementsparket Noord-Holland bevestigt dat het vanuit haar vakgebied lastig is om zonder gedragskundig advies op grond van een weigerrapport oplegging van een behandelmaatregel te eisen in een strafzaak. Het maakt daarbij niet uit of het om een jeugdige of volwassen verdachte gaat. We blijven juristen. Het valt niet mee om daarvoor de onderbouwing te vormen zonder gedragskundig advies. Toch schakelt zij haar eigen gevoel bij de persoon van de verdachte in een strafzaak niet uit. Dit zou reden kunnen zijn voor het vorderen van nader pro justitia onderzoek, al dan niet door middel van klinische observatie. Rechter-commissaris R. van de Water van de Rechtbank Amsterdam ziet een voorzichtige trend waarbij de rechter een eigen verantwoordelijkheid vanuit het oogpunt van maatschappijbeveiliging neemt bij oplegging van een behandelmaatregel en zich daarbij niet gebonden acht aan de (weiger)rapportage van deskundigen. Hij legt uit dat de beoordeling of sprake is van een stoornis in juridische zin kan zijn gelegen in de aard van het gepleegde feit, waarbij hij het voorbeeld noemt van de dader van een doelbewuste verkrachting, iets wat voor een gedragskundige gelet op diens beroepsnormen niet mogelijk is. Oplegging van een PIJ-maatregel bij jeugdigen ziet hij tevens als een kans voor positieve ontwikkeling. 18 In de 16 In de nieuwe bepaling zal worden gesproken van een psychische stoornis, psychogeriatrische aandoening of verstandelijke handicap (Stb. 2018, 37, inwerkingtreding nader te bepalen). 17 HR 15 april 1975, NJ 1975/288; HR 22 januari 2008, NJ 2008/193; HR 18 december 2012, ECLI:NL:HR:2012:BY5355. EHRM 3 maart 2015, app.nr /12 (Constancia/Nederland), par Het is niet uitgesloten dat oplegging van een PIJ-maatregel door rechters wordt opgelegd als strafverhogend element, zo stelt Van de Water. Met name ten aanzien van de adolescente doelgroep daders van jaar wordt voor sommige feiten de kale oplegging van de maximale jeugddetentie van twee jaar als onevenredig ten opzichte van het misdrijf ervaren. Van de Water is er voorstander van om jongvolwassenen in een JJI te plaatsen in plaats van in een PI. Denkbaar is volgens hem daarom dat de maximale jeugddetentie omhoog wordt gebracht voor adolescente daders. PROCES 2019 (98) 2 143

13 Merijne Groeneweg & Harmen van den Dorpel optiek van Van de Water betekent het feit dat een jeugdige niet meewerkt aan gedragskundig onderzoek voorafgaand aan de afdoening van de strafzaak niet dat hij tijdens de maatregel niet tot inkeer kan komen. Bij jeugdige verdachten van een ernstig feit die ambulant onderzoek weigeren is de kans volgens de ervaring van Van de Water groot dat een bevel klinische observatie volgt teneinde de zittingsrechters zo volledig mogelijk voor te lichten. Recente jurisprudentiestudies inzake volwassen verdachten die klinisch werden geobserveerd in het Pieter Baan Centrum wijzen uit dat de afdoening van een zaak met een weigerende verdachte mede afhankelijk is van de mate waarin het voor de deskundigen alsnog mogelijk is een stoornis vast te stellen en een behandeladvies te geven. 19 Hoe meer vragen konden worden beantwoord door de deskundigen, hoe groter de kans op een tbs-maatregel was. 20 Op basis van onderhavige casusstudie kunnen dergelijke conclusies voor jeugdige verdachten in brede zin niet worden getrokken. Het zou wel de aanzet kunnen vormen naar vergelijkbaar onderzoek op het gebied van jeugdige verdachten. 6 Afsluiting Aan de hand van vier casussen werd de lezer in dit artikel een kijkje achter de schermen bij een observatieonderzoek in Teylingereind geboden. Er is inzichtelijk gemaakt op welke manier de werkwijze bij moeilijk onderzoekbare jeugdigen kan leiden tot advisering aan de rechtbank. Door gegevens vanuit verschillende invalshoeken over de jeugdige te verzamelen en deze te combineren werd in de beschreven zaken zicht op de persoon verkregen. Wanneer gedragspatronen in beeld kunnen worden gebracht, kunnen uitspraken worden gedaan over vrijheid in gedragskeuzes, recidivegevaar en het meest passende kader ter voorkoming van recidive. De klinische observatie is op die manier van toegevoegde waarde voor de rechter wanneer er ernstige zorgen bestaan omtrent de ontwikkeling van een jeugdige of jongvolwassene en deze weigert inzage te geven in zijn persoon. Hoewel onderhavige dwarsdoorsnede van het bestand jeugdige, moeilijk onderzoekbare verdachten in Teylingereind lijkt te suggereren dat de klinische observatie in de meeste gevallen van toegevoegde waarde is voor de rechter, en dat weige- 19 M.H. Nagtegaal & D.L. Janssen, Weigerende verdachten en afdoeningen door de rechter: welke beslissing is gebruikelijk?, Sancties 2018, 42, p Veelvoorkomende motiveringen van de rechter om bij een weigerende verdachte wel of niet tot oplegging van een tbs-maatregel over te gaan, werden door Van der Wolf, Gielesen en Kaat in beeld gebracht. De hoeveelheid aan beschikbare informatie speelt voor de rechter vanzelfsprekend een belangrijke rol. Daarnaast het tijdsverloop tussen beschikbare rapportage uit het verleden en de actueel ten laste gelegde feiten, waarbij tevens meespeelt of de destijds vastgestelde problematiek chronisch van aard is. De rechter woog in zijn beslissingen ook regelmatig de ernst van het feit mee en of er een mogelijkheid tot oplegging van alternatieve gedragsmaatregelen bestond. De hoeveelheid eerdere veroordelingen werd voor de gevaarsinschatting en noodzaak tot tbs als relevant beoordeeld. M.J.F. van der Wolf, N. Gielesen & F.J. Kaat, Wat wil de rechter met de weigeraar en waarom? Een analyse van recente jurisprudentie, Sancties 2018, 42, p PROCES 2019 (98) 2

14 Achter de schermen bij een pro justitia onderzoek in Teylingereind: de toegevoegde waarde van klinische observatie bij moeilijk onderzoekbare jeugdigen ren niet loont, zoals in de inleiding werd gesuggereerd, is hiervoor vervolgonderzoek wenselijk. PROCES 2019 (98) 2 145

Het Pieter Baan Centrum. Algemene informatie

Het Pieter Baan Centrum. Algemene informatie Het Pieter Baan Centrum Algemene informatie 1 Deze brochure is bedoeld om algemene informatie te geven over het Pieter Baan Centrum (PBC). Het PBC is de forensisch psychiatrische observatiekliniek van

Nadere informatie

Observatieafdeling Teylingereind. Informatie voor ouders

Observatieafdeling Teylingereind. Informatie voor ouders Observatieafdeling Teylingereind Informatie voor ouders Uw kind is geplaatst op afdeling De Ven van Teylingereind of komt hier binnenkort naartoe. Wij kunnen ons indenken dat u hier veel vragen over heeft.

Nadere informatie

Observatieafdeling Teylingereind. Informatie voor jongeren

Observatieafdeling Teylingereind. Informatie voor jongeren Observatieafdeling Teylingereind Informatie voor jongeren Je bent geplaatst op observatieafdeling De Ven van Teylingereind of je komt hier binnenkort naartoe. Deze informatie is bedoeld om je een idee

Nadere informatie

Landelijke bestemming voor klinische observatie. Een beter beeld dankzij de diepgang. Ontwikkelingen rondom adolescenten

Landelijke bestemming voor klinische observatie. Een beter beeld dankzij de diepgang. Ontwikkelingen rondom adolescenten 7 weken klinische observatie voor jongeren Forensisch Centrum Teylingereind Landelijke bestemming voor klinische observatie Interview mr. Ronny van de Water Een beter beeld dankzij de diepgang Vooruit

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 32 398 Vaststelling van een Wet forensische zorg en daarmee verband houdende wijzigingen in diverse andere wetten (Wet forensische zorg) G BRIEF

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 11 oktober 2013 Onderwerp Weigerende observandi

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 11 oktober 2013 Onderwerp Weigerende observandi 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Wegingslijst adolescentenstrafrecht

Wegingslijst adolescentenstrafrecht Wegingslijst adolescentenstrafrecht Naam jongere Naam gebruiker Datum invullen Geboortedatum jongere Parketnummer Invulinstructies 1. Onder het kopje Info kunt u per uitspraak nagaan of er voldoende informatie

Nadere informatie

Sessie Weigerende observandi. Kijken naar mensen die niet bekeken willen worden

Sessie Weigerende observandi. Kijken naar mensen die niet bekeken willen worden Sessie Weigerende observandi Kijken naar mensen die niet bekeken willen worden Vandaag Michiel van der Wolf: De weigeraar, een probleemanalyse Arjen Schoute: Hoe kijk je naar mensen die niet bekeken willen

Nadere informatie

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Inleiding Dit memo heeft betrekking op de uitvoering van het jeugdstrafrecht na de invoering

Nadere informatie

Het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie

Het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP) is een centrum van expertise en kennis op het gebied van

Nadere informatie

Wegingslijst adolescentenstrafrecht

Wegingslijst adolescentenstrafrecht Wegingslijst adolescentenstrafrecht Naam jongere Naam gebruiker Datum invullen Geboortedatum jongere Invulinstructies 1. Onder het kopje Info wordt per uitspraak nagegaan of er voldoende informatie aanwezig

Nadere informatie

(Jong)Volwassen? Gebruik indicatiecriteria adolescentenstrafrecht. Studiedag 18 april 2014. Lieke Vogelvang & Maaike Kempes

(Jong)Volwassen? Gebruik indicatiecriteria adolescentenstrafrecht. Studiedag 18 april 2014. Lieke Vogelvang & Maaike Kempes (Jong)Volwassen? Gebruik indicatiecriteria Studiedag 18 april 2014 Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Lieke Vogelvang & Maaike Kempes Overzicht strafrechtketen 18-23 Wegingslijst

Nadere informatie

34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016

34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016 34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016 Nr. 75 Brief van de minister van Veiligheid en Justitie Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Psychologische en psychiatrische rapportage in strafzaken. Informatie voor onderzochte

Psychologische en psychiatrische rapportage in strafzaken. Informatie voor onderzochte Psychologische en psychiatrische rapportage in strafzaken Informatie voor onderzochte de rechter. ook zij bedoeld. i. Als in deze brochure wordt gesproken over hij wordt daarmee Terminologie: gaat maken.

Nadere informatie

Informatie voor betrokkenen

Informatie voor betrokkenen Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Nederla voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Nederlands Instituut vo Psychiatrie en Psychologie Nederlands Instituut voor Forensisc

Nadere informatie

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Inleiding Deze factsheet heeft betrekking op de uitvoering van het jeugdstrafrecht na de invoering

Nadere informatie

Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging

Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging TBS voor Dummies Juridische basiskennis over de maatregel TBS, oplegging en verlenging Auteur: Miriam van der Mark, advocaat-generaal en lid van de Kerngroep Forum TBS Algemeen De terbeschikkingstelling

Nadere informatie

De uitvoering van het jeugdstrafrecht

De uitvoering van het jeugdstrafrecht Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet De uitvoering van het jeugdstrafrecht 1 De uitvoering van het jeugdstrafrecht 2 Inleiding Deze

Nadere informatie

Voor de ontwikkeling van de werkwijze is binnen het ForCA de werkgroep observatiemethodiek in het leven geroepen. Deze heeft naar eigen zeggen de

Voor de ontwikkeling van de werkwijze is binnen het ForCA de werkgroep observatiemethodiek in het leven geroepen. Deze heeft naar eigen zeggen de Weeland, J., Mulders, L.T.E., Wied, M. de, & Brugman, D. Procesevaluatie Observatieafdelingen Teylingereind. Universiteit Utrecht: Vakgroep psychologie, Afdeling ontwikkelingspsychologie. Samenvatting

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Maatregelopties voor jong volwassenen: Gedragsbeïnvloedende Maatregel, Plaatsing in een Inrichting voor Jeugdigen. Terbeschikkingstelling

Maatregelopties voor jong volwassenen: Gedragsbeïnvloedende Maatregel, Plaatsing in een Inrichting voor Jeugdigen. Terbeschikkingstelling Maatregelopties voor jong volwassenen: Gedragsbeïnvloedende Maatregel, Plaatsing in een Inrichting voor Jeugdigen Terbeschikkingstelling Studiedag NIFP Adolescentenstrafrecht 18 april 2014 Nederlands Instituut

Nadere informatie

SAMENVATTING Inleiding Methode van onderzoek

SAMENVATTING Inleiding Methode van onderzoek SAMENVATTING Inleiding De PIJ-maatregel is een jeugdstrafrechtelijke maatregel die kan worden opgelegd als voor het delict voorlopige hechtenis is toegestaan, indien de algemene veiligheid van personen

Nadere informatie

Samenvatting. Doelstelling en onderzoeksvragen

Samenvatting. Doelstelling en onderzoeksvragen Samenvatting Het onderhavige onderzoek betreft de proces- en effectevaluatie van een speciale afdeling in het Pieter Baan Centrum (PBC) voor weigerende verdachten in het Pro Justitia (PJ-)onderzoek. Het

Nadere informatie

Panische paniek voor de PIJ

Panische paniek voor de PIJ Reinier Feiner FeinerIwema Advocaten Wietske Arema Panische paniek voor de PIJ Subtitel Vragen vooraf: Is de veronderstelling juist? (dat advocaten adviseren niet mee te werken aan dubbel rapportage);

Nadere informatie

Inhoud. Deel I Inleidende beschouwingen 1. Deel II Juridische beschouwingen 17. Hoofdstuk 1 Gedragsdeskundigen in strafzaken 3

Inhoud. Deel I Inleidende beschouwingen 1. Deel II Juridische beschouwingen 17. Hoofdstuk 1 Gedragsdeskundigen in strafzaken 3 Inhoud Deel I Inleidende beschouwingen 1 Hoofdstuk 1 Gedragsdeskundigen in strafzaken 3 1.1 Inleiding 3 1.2 Historische beschouwingen 6 1.3 De actualiteit van het onderwerp 8 1.3.1 De wetenschap 8 1.3.2

Nadere informatie

Samenvatting. Aanleiding onderzoek

Samenvatting. Aanleiding onderzoek Samenvatting Aanleiding onderzoek Weigerende observandi zijn verdachten van een ernstig misdrijf die in opdracht van de rechter(-commissaris) of officier van justitie (OvJ) gedragskundig moeten worden

Nadere informatie

Samenvatting. Doel. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Cahier

Samenvatting. Doel. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Cahier Samenvatting Op 1 april 2014 is het adolescentenstrafrecht (ASR) in werking getreden. Met het adolescentenstrafrecht beoogt de wetgever een flexibele toepassing van het jeugden volwassenenstrafrecht rond

Nadere informatie

Samenvatting. Aanleiding onderzoek

Samenvatting. Aanleiding onderzoek Samenvatting Aanleiding onderzoek In Nederland kan aan individuen met een psychische stoornis die een ernstig misdrijf hebben gepleegd, de maatregel terbeschikkingstelling (tbs) worden opgelegd. Indien

Nadere informatie

Individueel Traject Afdeling WORKSHOP FFZ 22 JANUARI 2019 DOOR JOLITA DE VETH EN IRENE BOS

Individueel Traject Afdeling WORKSHOP FFZ 22 JANUARI 2019 DOOR JOLITA DE VETH EN IRENE BOS Individueel Traject Afdeling WORKSHOP FFZ 22 JANUARI 2019 DOOR JOLITA DE VETH EN IRENE BOS Ontstaansgeschiedenis Justitiële Jeugdinrichtingen: vangen jongeren op en behandelen jongeren in het kader van

Nadere informatie

Adolescentenstrafrecht

Adolescentenstrafrecht Adolescentenstrafrecht Aanpak met perspectief De ambitie Wat er verandert Februari 2014 Ambitie Adolescenten 16 tot 23 jaar Gerichte aanpak: rekening houden met ontwikkelingsfase Effectieve aanpak biedt

Nadere informatie

P R O J U S T I T I A

P R O J U S T I T I A Psychologisch onderzoek P R O J U S T I T I A betreffende de heer/mevrouw Voornamen TUSSENVOEGSEL(S) ACHTERNAAM geboren : dag maand jaar te : plaats, land wonende : straat nr, postcode, plaats parketnummer

Nadere informatie

P R O J U S T I T I A

P R O J U S T I T I A Psychiatrisch onderzoek P R O J U S T I T I A betreffende de heer/mevrouw Voornamen TUSSENVOEGSEL(S) ACHTERNAAM geboren : dag maand jaar te : plaats, land verblijvend : forensisch psychiatrische instelling

Nadere informatie

TBS uit de gratie. K.P.M.A. Muis L. van der Geest

TBS uit de gratie. K.P.M.A. Muis L. van der Geest K.P.M.A. Muis L. van der Geest Samenvatting en conclusies in hoofdpunten In 2008 en 2009 is er sprake van een opvallende daling van het aantal tbs-opleggingen met bevel tot verpleging. Het is onwaarschijnlijk

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:6331

ECLI:NL:RBROT:2017:6331 ECLI:NL:RBROT:2017:6331 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 09-08-2017 Datum publicatie 18-08-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 10/049808-15 en 10/231146-15

Nadere informatie

Centrum voor Transculturele Psychiatrie Veldzicht

Centrum voor Transculturele Psychiatrie Veldzicht Centrum voor Transculturele Psychiatrie Veldzicht Vaardig en veilig verder helpen Een diversiteit aan mensen In Veldzicht bieden we een beschermde omgeving voor het intensief behandelen van mensen met

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING Zedendelicten vormen een groot maatschappelijk probleem met ernstige gevolgen voor zowel het slachtoffer als voor de dader. Hoewel de meeste zedendelicten worden gepleegd door

Nadere informatie

7 PSYCHOLOGISCH ONDERZOEK

7 PSYCHOLOGISCH ONDERZOEK LET OP: de psycholoog en/of psychiater dienen ook de volledige geraadpleegde stukken op te sommen helemaal vooraan in het rapport. Je kunt hierbij gebruik maken van de opsomming van de milieu-onderzoeker,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355

ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355 ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 20-11-2007 Datum publicatie 21-11-2007 Zaaknummer 19.830186-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Externe brochure : toelichting

Externe brochure : toelichting Externe brochure : toelichting Doel: profilering Veldzicht Doelgroep: stakeholders Veldzicht Optionele uitwerking: boekje centrum voor transculturele psychiatrie VAARDIG EN VEILIG VERDER HELPEN In Veldzicht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2011:BR2992

ECLI:NL:RBUTR:2011:BR2992 ECLI:NL:RBUTR:2011:BR2992 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 14-07-2011 Datum publicatie 26-07-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 16/600081-11; 16/600434-10 (tul)

Nadere informatie

Leren van eerder gemaakte fouten. Leren van Delict

Leren van eerder gemaakte fouten. Leren van Delict Leren van eerder gemaakte fouten. Leren van Delict Jongeren vinden het zinvol om hun gedrag te begrijpen. Leren van Delict Leren van Delict vermindert de kans op recidive bij jongeren die vanwege hun gewelddadige

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 Instantie Datum uitspraak 17-10-2011 Datum publicatie 25-10-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-003332-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSHE:2012:BW4627

ECLI:NL:RBSHE:2012:BW4627 ECLI:NL:RBSHE:2012:BW4627 Instantie Datum uitspraak 03-04-2012 Datum publicatie 03-05-2012 Rechtbank 's-hertogenbosch Zaaknummer 01/845043-05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: Rapportnummer: 2013/044

Rapport. Rapport over een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: Rapportnummer: 2013/044 Rapport Rapport over een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: Rapportnummer: 2013/044 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de officier van justitie van het arrondissementsparket te Den

Nadere informatie

Kinderdoding. Inhoud. Onderzoeksopzet. Aanleiding 17-10-2010. Aanleiding Onderzoeksopzet Wetgeving Resultaten Discussie. Verschil in berechting tussen

Kinderdoding. Inhoud. Onderzoeksopzet. Aanleiding 17-10-2010. Aanleiding Onderzoeksopzet Wetgeving Resultaten Discussie. Verschil in berechting tussen Kinderdoding Verschil in berechting tussen mannelijke en vrouwelijke kinderdoders Aanleiding Onderzoeksopzet Wetgeving Resultaten Discussie Inhoud E.J.C. Goetheer 13-1- Aanleiding Proefschrift A.J. Verheugt,

Nadere informatie

Algemene bepalingen. Transactie DDD. Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN.

Algemene bepalingen. Transactie DDD. Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN. DDD Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN Algemene bepalingen Artikel 79a Ten aanzien van degene die ten tijde van het begaan van een strafbaar

Nadere informatie

Rapport. Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068

Rapport. Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068 Rapport Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068 2 Klacht Verzoeker, slachtoffer van poging doodslag gepleegd door zijn ex-vriendin op 10 december 1999, klaagt erover dat het arrondissementsparket te

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 575 Wet van 20 december 2007, tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de jeugdzorg met het

Nadere informatie

VVRVereniging van Pro Justitia Rapporteurs

VVRVereniging van Pro Justitia Rapporteurs Inventarisatie van de toegenomen eisen aan pro justitia rapportages sinds 2008 door: Vereniging van Pro Justitia rapporteurs, 13 juli 2017 Algemeen Sinds de laatste inventarisatie van de normtijden voor

Nadere informatie

Handleiding weigerende verdachten

Handleiding weigerende verdachten Handleiding weigerende verdachten Indicatiestelling weigerende verdachten Inleiding Per 1 mei 2010 heeft het Pieter Baan Centrum (PBC) een nieuw beleid Moeilijk Onderzoekbaren geformuleerd waarbij er

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:CA1193

ECLI:NL:GHARL:2013:CA1193 ECLI:NL:GHARL:2013:CA1193 Instantie Datum uitspraak 12-02-2013 Datum publicatie 28-05-2013 Zaaknummer 21-004366-12 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht

Nadere informatie

Mariëlle Dekker Direkteur Augeo Foundation

Mariëlle Dekker Direkteur Augeo Foundation Mariëlle Dekker Direkteur Augeo Foundation WHY aanpak kindermishandeling Veilig opgroeien Herstel WHY van het schadefonds maatschappelijke uiting solidariteit erkenning van het onrecht en leed geschade

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2004:AR8109

ECLI:NL:RBUTR:2004:AR8109 ECLI:NL:RBUTR:2004:AR8109 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 23 12 2004 Datum publicatie 23 12 2004 Zaaknummer 16/028249 04 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerkeneerste aanleg meervoudig

Nadere informatie

Uitbrengen van de rapportage Aanbevelingen voor psychiaters en psychologen pj rapporteurs. 1. Informatieplicht

Uitbrengen van de rapportage Aanbevelingen voor psychiaters en psychologen pj rapporteurs. 1. Informatieplicht Uitbrengen van de rapportage Aanbevelingen voor psychiaters en psychologen pj rapporteurs 1. Informatieplicht De NIP code (2007) is hierin duidelijk. Bij het aangaan van de professionele relatie dient

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2009:BJ9048

ECLI:NL:RBZUT:2009:BJ9048 ECLI:NL:RBZUT:2009:BJ9048 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 30-09-2009 Datum publicatie 30-09-2009 Zaaknummer 06/460261-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Datum 15 juli 2015 Onderwerp NIFP standpunt m.b.t. het toerekennen en wijziging standaardvraagstelling. Geachte heer/mevrouw,

Datum 15 juli 2015 Onderwerp NIFP standpunt m.b.t. het toerekennen en wijziging standaardvraagstelling. Geachte heer/mevrouw, 1 > Retouradres Postbus 13369 3507 LJ Utrecht Herman Gorterstraat 5 3511 EW Utrecht Postbus 13369 3507 LJ Utrecht www.nifpnet.nl Contactpersoon A.J. de Groot Portfeuillehoduer Rapportage nifp@dji.minjus.nl

Nadere informatie

8 PSYCHIATRISCH ONDERZOEK

8 PSYCHIATRISCH ONDERZOEK LET OP: de psycholoog en/of psychiater dienen ook de volledige geraadpleegde stukken op te sommen helemaal vooraan in het rapport. Je kunt hierbij gebruik maken van de opsomming van de milieu-onderzoeker,

Nadere informatie

Middelengebruik behandelen en terugdringen. Brains4Use

Middelengebruik behandelen en terugdringen. Brains4Use Middelengebruik behandelen en terugdringen. Brains4Use Brains4Use Jongeren in Justitiële Jeugdinrichtingen en Jeugdzorg Plus - instellingen vervallen soms in oude fouten door hun middelen gebruik. Behandeling

Nadere informatie

Reclassering Nederland

Reclassering Nederland Reclassering Nederland Ministerie van Justitie en Veiligheid In ternetconsultatie Reclassering Nederland Datum 2 april 2019 Landelijk kantoor Onderwerp Internetconsu Itatie conceptwetsvoorstel Invoeringswet

Nadere informatie

Kort verslag van de beleidsanalyse van het programma Valor in India

Kort verslag van de beleidsanalyse van het programma Valor in India Kort verslag van de beleidsanalyse van het programma Valor in India Inspectie jeugdzorg Utrecht, april 2008 2 Inhoudsopgave= Samenvatting...5 1. Inleiding...7 1.1. Aanleiding...7 1.2. Vraagstelling...7

Nadere informatie

Samenvatting. Inleiding

Samenvatting. Inleiding Samenvatting Inleiding Het onderhavige onderzoek gaat over weigerende verdachten in het Pro Justitia (PJ-)onderzoek en beoogt een bijdrage te leveren aan de oplossing van de problematiek van de weigerende

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. 1. Wat zijn trauma-gerelateerde stoornissen, dissociatieve stoornissen en

Nederlandse samenvatting. 1. Wat zijn trauma-gerelateerde stoornissen, dissociatieve stoornissen en Nederlandse samenvatting 1. Wat zijn trauma-gerelateerde stoornissen, dissociatieve stoornissen en persoonlijkheidsstoornissen? Van de trauma- en stressorgerelateerde (kortweg trauma-gerelateerde) stoornissen

Nadere informatie

Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11

Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11 Titel II Straffen 1. Algemeen Artikel 1:11 1. De straffen zijn: a. de hoofdstraffen: 1. gevangenisstraf; 2. hechtenis; 3. taakstraf; 4. geldboete. b. de bijkomende straffen: 1. ontzetting van bepaalde

Nadere informatie

Vijftien jaar weigerende verdachten in het Pro Justitia onderzoek

Vijftien jaar weigerende verdachten in het Pro Justitia onderzoek Cahier 2018-15 Vijftien jaar weigerende verdachten in het Pro Justitia onderzoek Prevalentie, informatiebehoefte officieren van justitie en rechters, en afdoeningen door de rechter M.H. Nagtegaal m.m.v.

Nadere informatie

Meldcode Huiselijke geweld en Kindermishandeling. Vademecum voor beleid nr. 20

Meldcode Huiselijke geweld en Kindermishandeling. Vademecum voor beleid nr. 20 Meldcode Huiselijke geweld en Kindermishandeling Vademecum voor beleid nr. 20 Pagina 2 van 7 Inhoud Inleiding... 4 Definities... 4 Stappenplan... 4 Individuele melding van een groepsleerkracht... 6 Verantwoordelijkheid

Nadere informatie

verwijzers Behandeling en begeleiding Forensische zorg voor mensen met een LVB

verwijzers Behandeling en begeleiding Forensische zorg voor mensen met een LVB verwijzers Behandeling en begeleiding Forensische zorg voor mensen met een LVB Forensische cliënten met een licht verstandelijke beperking (LVB) hebben na een delict strafrechtelijk zorg opgelegd gekregen.

Nadere informatie

Hoe beïnvloedt de scheiding de advisering rond strafrechtelijke of civielrechtelijke plaatsing?

Hoe beïnvloedt de scheiding de advisering rond strafrechtelijke of civielrechtelijke plaatsing? Hoe beïnvloedt de scheiding de advisering rond strafrechtelijke of civielrechtelijke plaatsing? Drs. R. Simmering Gedragsdeskundige, Raad voor de Kinderbescherming Utrecht 21 mei 2010 Hoe beïnvloedt de

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2016:382 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 15/01533

ECLI:NL:PHR:2016:382 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 15/01533 ECLI:NL:PHR:2016:382 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 12-04-2016 Datum publicatie 24-05-2016 Zaaknummer 15/01533 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM Het college heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 13 maart 2007 binnengekomen klacht van: A, verblijvende te B, k l a g e r,

Nadere informatie

III. Rapportage Civiel (beslissingsdiagnostiek jeugd) 7. Rapportages civiel (bladzijde 26) 7.1 Jeugdigen 7.1.1 Productie 7.1.

III. Rapportage Civiel (beslissingsdiagnostiek jeugd) 7. Rapportages civiel (bladzijde 26) 7.1 Jeugdigen 7.1.1 Productie 7.1. Jaarcijfers NIFP 2014: Inhoud I. Zorg 1. Zorg Gevangeniswezen (bladzijde 2) 1.1 Productie 1.2 Populatie 2. Zorg Directie Bijzondere Voorzieningen (bladzijde 5) 2.1 Productie 2.2 Populatie II. Rapportage

Nadere informatie

Het adolescentenstrafrecht

Het adolescentenstrafrecht Het adolescentenstrafrecht Wetswijziging 1 april 2014, Prof mr E.M.Mijnarends, bijzonder hoogleraar jeugdstrafrecht Leiden, coordinerend jongeren officier MN Drie pijlers onder wet ASR 1. overgrote deel

Nadere informatie

P. de Beurs, psychiater en adviseur voor de IGZ

P. de Beurs, psychiater en adviseur voor de IGZ P. de Beurs, psychiater en adviseur voor de IGZ Dilemma s bij risicotaxatie Risicotaxatie is een nieuw en modieus thema in de GGZ Veilige zorg is een illusie Hoe veiliger de zorg, hoe minder vrijheid voor

Nadere informatie

Factsheet landelijke inkoopafspraken in het kader van het jeugdstrafrecht

Factsheet landelijke inkoopafspraken in het kader van het jeugdstrafrecht Factsheet landelijke inkoopafspraken in het kader van het jeugdstrafrecht Met de Jeugdwet komt de verantwoordelijkheid voor de jeugdreclassering en de jeugdhulp 1 bij de gemeenten te liggen. Jeugdreclassering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016-2017 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de afschaffing van de voorwaardelijke invrijheidstelling en aanpassing van de voorwaardelijke

Nadere informatie

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman)

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

Samenvatting. Adviesaanvraag

Samenvatting. Adviesaanvraag Samenvatting Adviesaanvraag De antisociale persoonlijkheidsstoornis (ASP) is een psychiatrische stoornis die wordt gekenmerkt door een duurzaam patroon van egocentrisme, impulsiviteit en agressiviteit.

Nadere informatie

AANGETEKEND. Melius Zorg B.V. T.a.v. Terwestenpad BD S GRAVENHAGE

AANGETEKEND. Melius Zorg B.V. T.a.v. Terwestenpad BD S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 483 3500 AL Utrecht AANGETEKEND Melius Zorg B.V. T.a.v. Terwestenpad 11 2525 BD S GRAVENHAGE Bezoekadres: Stadsplateau 1 3521 AZ Utrecht T 088 370 02 30 www.inspectiejeugdzorg.nl

Nadere informatie

EENDAAGSE GROEPSPSYCHOTHERAPEUTISCHE DAGBEHANDELING

EENDAAGSE GROEPSPSYCHOTHERAPEUTISCHE DAGBEHANDELING 1 2 EENDAAGSE GROEPSPSYCHOTHERAPEUTISCHE DAGBEHANDELING 3 INFORMATIE OVER PSYMENS PsyMens is een kleinschalige GGZ instelling met vestigingen in Utrecht, Nieuwegein, Woerden en Amersfoort. Wij bieden een

Nadere informatie

Leidraad in de keten. Landelijk Instrumentarium Jeugdstrafrechtketen (LIJ) Contactgegevens

Leidraad in de keten. Landelijk Instrumentarium Jeugdstrafrechtketen (LIJ) Contactgegevens Contactgegevens Heeft u na het lezen van deze Leidraad vragen of opmerkingen over het LIJ? U kunt dan contact opnemen met het projectteam LIJ via het telefoonnummer: 070 370 72 75. Mailen kan ook naar:

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMAA:2005:AT2876

ECLI:NL:RBMAA:2005:AT2876 ECLI:NL:RBMAA:2005:AT2876 Instantie Rechtbank Maastricht Datum uitspraak 25-03-2005 Datum publicatie 31-03-2005 Zaaknummer 008231-04 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011 ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 16-11-2011 Datum publicatie 18-11-2011 Zaaknummer 13/656781-11 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

JEUGDHULPVERLENING. JEUGDBESCHERMING. GEESTELIJKE GE-

JEUGDHULPVERLENING. JEUGDBESCHERMING. GEESTELIJKE GE- 4. JEUGDHULPVERLENING. JEUGDBESCHERMING. GEESTELIJKE GE- ZONDHEmSZORG. Soms rijst bij hulpverleners binnen de sector van de jeugdhulpverlening een vermoeden dat een kind slachtoffer is (geweest) van ritueel

Nadere informatie

https://www.rechtspraak.nl/sitecollectiondocuments/orientatiepunten-en-afspraken-lovs.pdf 2

https://www.rechtspraak.nl/sitecollectiondocuments/orientatiepunten-en-afspraken-lovs.pdf 2 34 846 Voorstel van wet van het lid Markuszower tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de invoering van minimumstraffen bij bepaalde gewelds- en zedendelicten (Wet hoge minimumstraffen)

Nadere informatie

Psychosomatiek Eikenboom

Psychosomatiek Eikenboom specialistische geestelijke gezondheidszorg informatie voor patiënten en verwijzers Psychosomatiek Eikenboom Er zijn mensen, die jarenlang tobben met lichamelijke klachten waarvoor artsen geen afdoende

Nadere informatie

Het adolescentenstrafrecht

Het adolescentenstrafrecht Het adolescentenstrafrecht Aanpak met perspectief Deze brochure is een uitgave van: Ministerie van Veiligheid en Justitie Postbus 20301 2500 EH Den Haag Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Februari 2014 J-22221

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 28 741 Jeugdcriminaliteit Nr. 16 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 16 maart

Nadere informatie

Hoe relevant ook, het begrip wilsbekwaamheid is

Hoe relevant ook, het begrip wilsbekwaamheid is Samenvatting 179 180 Autonomie is de afgelopen decennia centraal komen te staan binnen de geneeskunde en zorg. Daarmee samenhangend is ook de wilsbekwame beslissing van de patiënt steeds belangrijker geworden.

Nadere informatie

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling HZ. Gelet op het Besluit verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling;

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling HZ. Gelet op het Besluit verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling; Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling HZ Het college van bestuur van de Stichting HZ University of Applied Sciences; Gelet op het Besluit verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling;

Nadere informatie

Samenvatting. Vraagstelling en aanpak. Conclusies

Samenvatting. Vraagstelling en aanpak. Conclusies Samenvatting Vraagstelling en aanpak De aanleiding voor dit onderzoek vormt de daling van het aantal onvoorwaardelijke maatregelen tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (pij-maatregel) die na

Nadere informatie

het college van bestuur van de Hogeschool van Amsterdam (hierna: de hogeschool), verweerder.

het college van bestuur van de Hogeschool van Amsterdam (hierna: de hogeschool), verweerder. Zaaknummer : 2013/249 Rechter(s) : mrs. Troostwijk, Lubberdink, Borman Datum uitspraak : 9 mei 2014 Partijen : Appellant tegen CvB Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : Bedreigingsgevaar, belangenafweging,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237 ECLI:NL:RBOVE:2017:2237 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 26-04-2017 Datum publicatie 31-05-2017 Zaaknummer 08/910083-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Raadkamer

Nadere informatie

NEDERLANDSE ORDE VAN ADVOCATEN

NEDERLANDSE ORDE VAN ADVOCATEN Ontvangen op 05-02-2019 Verwerkt op 05-02-2019 Ministerie van Justitie en Veiligheid t.a.v. de heer drs. S. Dekker Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Den Haag, 5 februari 2019 dossiernummer: 106550 uw kenmerk:

Nadere informatie

NRGD Adviesbeoordelingsformulier 003 Forensische Psychiatrie, Psychologie en Orthopedagogiek, strafrecht

NRGD Adviesbeoordelingsformulier 003 Forensische Psychiatrie, Psychologie en Orthopedagogiek, strafrecht NRGD Adviesbeoordelingsformulier 003 Forensische Psychiatrie, Psychologie en Orthopedagogiek, strafrecht Toetser 1: Toetser 2: Toetser 3: Datum schriftelijke toetsing: Strafrecht volwassenen psychiatrie

Nadere informatie

DPENBAAR MINISTERIE. College van procureurs-generaal. 2595AJ Den Haag

DPENBAAR MINISTERIE. College van procureurs-generaal. 2595AJ Den Haag DPENBAAR MINISTERIE College van procureurs-generaal Postbus 20305, 2500 EH Den Haag Ministerie van Justitie en Veiligheid t.a.v. Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid Mevrouw A. Broekers-Knol Postbus

Nadere informatie

Beleidsregels indicatiestelling AWBZ 2011. Bijlage 7. Behandeling

Beleidsregels indicatiestelling AWBZ 2011. Bijlage 7. Behandeling 2011 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Doelstelling functie 4 2.1 Algemeen 4 2.2 Continue, systematische, langdurige en multidisciplinaire zorg (CSLM) 5 2.3 gericht op herstel en/of het aanleren van vaardigheden

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 Instantie Datum uitspraak 11-11-2009 Datum publicatie 11-11-2009 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-002029-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377 ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 15-04-2011 Datum publicatie 15-04-2011 Zaaknummer 19.605555-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Wie zijn onze patiënten?

Wie zijn onze patiënten? In deze folder vertellen wij u graag wat meer over Forensisch Psychiatrisch Centrum de Kijvelanden. De Kijvelanden behandelt mensen met een psychiatrische stoornis. De rechter heeft hen tbs met bevel tot

Nadere informatie

De regels zijn gelijk. Toch is iedereen anders. Wlz-toegangscriteria voor cliënten met een psychische stoornis

De regels zijn gelijk. Toch is iedereen anders. Wlz-toegangscriteria voor cliënten met een psychische stoornis De regels zijn gelijk. Toch is iedereen anders. Wlz-toegangscriteria voor cliënten met een psychische stoornis De Wet langdurige zorg (Wlz) wordt ook toegankelijk gemaakt voor cliënten vanaf 18 jaar met

Nadere informatie