Bedrijfspensioenfénds^ voor de Landbouw ;

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bedrijfspensioenfénds^ voor de Landbouw ;"

Transcriptie

1 Bedrijfspensioenfénds^ voor de Landbouw ; Ministerie van SZW Directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving T a.v. mevrouw mr. drs. M.A.W. Holla Postbus : LV Den Haag behandeld door Susan Oomens-Simons onderwerp ; Gedéeltelijke intrekking vérplichtstelling Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw; doorkiesnummer ; datum 9 oktober 2014 ons kenmerk B uw kenmerk Geachte mevrouw Holla, Namens de partijeh betrokken bij het Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw (BPL), dienen wij met deze brief de gedeeltelijke intrekking van de vérplichtstelling van BPL bij u in. In deze brief wordt allereerst de reikwijdte van de gedeeltelijke intrekking nader beschreven, vervolgens worden de partijen die; de wijziging indienen genoemd en tot slot wordt de aanvraag nader toegelicht. Verder merken wij op dat parallel aan de gedeeltelijke intrekking een aanvraag is ingediend bij SZW voor wijziging van de verplichtstelling BPL door toevoeging van de subsector Groente en Fruitverwerkende Industrie. De wijzigingen betreffen intrekking van de verplichtstelling voor de zogenaamde 'piekarbeiders' voorde subsectoren Bloembollengroothandel, Glastuinbouw en Open teelten door afwijking op de definitie werknemer. Deze is vormgegeven in Bijlage 11 onder punt b, punt c en punt f. : Gewenste ingangsdatum van de wijziging is 1 januari 2015 of een datum zo spoedig ; mogelijk nadien. Partijen die de gedeeltelijke intrekking van de verplichtstelling indienen zijn: van werkgeverzijde: Land- eh Tuinbouw Organisatie Noord (LTO Noord) te Deventer; Zuidelijke Land-en Tuinbouworganisatie (ZLTO) te Tilburg; Limburgse Land- en Tuinbouw Bond-Belangenbehartiging (LLtS) te Roermond; Plantum NL te Gouda; Koninklijke Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur (KAVB) te Hillegom; Ondernemersorganisatie Glastuinbouw LTO Noord/Glaskracht (OGLNG) te Den Haag postadres postbus AA Zoetermeer bezoekadres Boerhaavelaan HX Zoetermeer telefoon I fax I KvK 4115Ö288 ;

2 Pagina 213 Koninklijke Handelsbond voor Boomkwekerij- en Bolproducten (Anthos) te Hillegom; De Nederlandse Fruittelers Organisatie (NFO) te Den Haag; De Vereniging Cultuurtechnische werken en Grondverzet, Meststoffendistributie en Loonwerken in de Agrarische Sector in Nederland (CUMELA Nederland) te Nijkerk; Vereniging van Hoveniers en Groenvoorzieners (Branchevereniging VHG) te Houten; Nederlandse Vereniging van Boseigenaren te Zeist; Algemene Vereniging Inlands Hout te Arnhem; Vereniging Landschapsbeheerorganisaties te Utrecht; Werkgeversvereniging AB Nederland te Den Haag; Coöperatieve Bond van Verenigingen voor Kunstmatige Inseminatie van Varkens te Harfsen; Vereniging van Nederlandse Groenvoederdrogerijen (VNG) te Leeuwarden; van werknemerszijde: FNV Bondgenoten te Utrecht; CNV Vakmensen te Utrecht. Toelichting op de aanvraag Partijen namens wie de verplichtstelling gedeeltelijk wordt ingetrokken geven aan dat oogstwerkzaamheden en bijbehorende be- en verwerking (nagenoeg) uitsluitend door piekarbeiders worden uitgevoerd. Dit zijn zulke korte dienstverbanden (maximaal 8 weken of korter) dat het zowel voor partijen als voor BPL niet wenselijk is deze piekarbeiders pensioen toe te kennen. Voor de piekarbeider is sprake van een geringe opbouw van ouderdomspensioen en voor het pensioenfonds is sprake van administratieve lasten die niet in verhouding staan tot de geringe pensioenopbouw. Het is in beginsel toegestaan in de arbeidsvoorwaarden onderscheid te maken naar functie. Voor het aannemen van een objectieve rechtvaardiging voor het maken van onderscheid is het noodzakelijk dat er geen alternatief voorhanden is dat minder onderscheidend is. Het hanteren van een (algemene of voor piekarbeiders specifieke) drempelperiode voor de opbouw van ouderdomspensioen in de zin van de Pensioenwet zou een dergelijk alternatief kunnen zijn, maar heeft aanzienlijke uitvoeringstechnische gevolgen. Deze gevolgen dragen bij aan de argumentatie dat uitsluiting van piekarbeiders van de pensioenregeling objectief gerechtvaardigd is. Dit aangezien het alternatief van een wachttijd of drempelperiode niet de reductie van de uitvoeringskosten tot gevolg heeft die wordt beoogd met de uitsluiting van korte dienstverbanden. Immers dient er dan een nabestaandenpensioen verzekerd te worden. De piekarbeider wordt gecompenseerd voor het gemis van de verzekering van het nabestaandenpensioen doordat deze een compensatie van de werkgever ontvangt ter hoogte van 0,7% van het geldende loon. Dit is gelijk aan de opslag die aan BPL wordt betaald voor de verzekering van het nabestaandenpensioen. Partijen zijn deze compensatie gezamenlijk overeen gekomen. Deze compensatie is opgenomen in de definitie van piekarbeid zoals bepaald in Bijlage 11 onder punt b, punt c en punt f sub 1.

3 Pagina 3 3 Heeft u nog vragen of opmerkingen, dan kunt u hiervoor bij mijn collega mevrouw S. Oomens- Simons terecht. Zij is bereikbaar via telefoonnummer Met vriendelijke groet, Namenshet bestuurvan Bedrijfspensioenfonds voorde Landbouw Richard Devue Manager Pensioenzaken Bestuursbureau BPL Bijlagen: 1. de tekst van de integrale omschrijving van de gewenste werkingssfeer van de verplichtstelling na gedéeltelijke intrekking en de wijziging van de werkingssfeer; 2. bijlage waaruit de financiële gevolgen van de gedeeltelijke intrekking blijken; 3. motivatie waarom er geen scan is toegevoegd van de arbeidsvoorwaardenregeling van het deel waarop de intrekking betrekking heeft; 4. een separate bijlage betreffende de representativiteitsgegevens; 5. een separate bijlage betreffende het effect van de gedeeltelijke intrekking op de doorsneepremie en op de kostendekkende premie. 3 O

4 Bijlage 1 bij gedeeltelijke intrekking van de verplichtstelling BPL met kenmerk B en uitbreiding B Werkingssfeer Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw Het deelnemen in de Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw is verplicht gesteld voor alle werknemers in loondienst van een werkgever die in hoofdzaak activiteiten verricht in de agrarische en groene sector, waaronder begrepen: A. 1. Bedrijfsverzorgingsdiensten: een vereniging van agrarische ondernemers die zich uitsluitend of in hoofdzaak ten doel stelt om de leden in geval van arbeidsongeschiktheid, vakantie ofanderszlns, hulp te verlenen bij de op hun bedrijven te verrichten werkzaamheden. 2. Bloembollengroothandel, zijnde een - onderneming waarin de bedrijfsactiviteiten en of arbeidsuren uitsluitend of in hoofdzaak bestaan uit de handel in bloembollen. 3. een bos en natuurondememing, zijnde een terreinbeheersbedrijf: een onderneming waarin de bosbouw in de ruime zin des woords wordt uitgeoefend, met inbegrip van werkzaamheden in droge en natte natuurterreinen en het houden van toezicht in bossen en natuurterreinen, en/of werkzaamheden die betrekking hebben op het functioneren van het bedrijf of de organisatie waardoor eerdergenoemde werkzaamheden worden uitgevoerd; aannemingsbedrijf: een onderneming die tegen betaling werkzaamheden voor terreinbeheersbedrijven verricht in bossen ofandere houtopstanden dan wel in natuurterreinen, welke bedrijfsmatig in die terreinbeheersbedrijven plegen te worden verricht, dan wel een ondememing die voor eigen rekening houtoogstwerkzaamheden verricht, en/of werkzaamheden die betrekking hebben op het functioneren van het bedrijf of de organisatie waardoor eerdergenoemde werkzaamheden worden uitgevoerd. 4. een land- en tuinboüwwerktuigenexploiterende onderneming, zijnde een onderneming waarin de activiteiten overwegend bestaan uit het met, aan of door machines en/of werktuigen voor derden verrichten van ^ landbouwambachtenwerkzaamheden: werkzaamheden met, aan of door machines en werktuigen ten behoeve van de feitelijke plantaardige en dieriijke productie; cultuurtechnische werkzaamheden: werkzaamheden met, aan of door machines en werktuigen ten behoeve van de aanleg van groenvoorzieningen, de daarmee samenhangende drainage en grondwerken (bovenste grondlaag), alsmede het hiermee samenhangende onderhoud, met uitsluiting van baggenwerkzaamheden met specifiek baggermaterieel. Van de hierboven genoemde landbouwambachten- en cultuurtechnische werkzaamheden is eerst sprake, indien en voor zover geen bouw-/aanlegvergunning is vereist, met uitzondering van de vergunningen betrekking hebbend op de feitelijke plantaardige en dieriijke productie en/of de aanleg van groenvoorzieningen; meststoffendistributie: werkzaamheden met, aan of door machines en werktuigen ten behoeve van distributie van dieriijke meststoffen, of werkzaamheden met betrekking tot overige organische meststoffen ten behoeve van de agrarische sector. 5. een hoveniersbedrijf, zijnde een onderneming waarin de activiteiten bestaan uit: hoveniers- en/of groenvoorzieningswerkzaamheden: het al dan niet voor derden aanleggen en/of onderhouden van tuinen, parken, plantsoenen, groenstroken, terreinen en begraafplaatsen, een en ander met de daartoe behorende wegen, paden en pleinen in al hun onderdelen, waaronder tevens begrepen het ruimen van sneeuw in het voornoemde. Dit alles met inbegrip van het bijleveren van alle daarvoor benodigde materialen en andere producten in de meest ruime zin van het woord. Onder Hoveniersbedrijf wordt niet verstaan een onderneming, welke zich uitsluitend of in hoofdzaak bezighoudt met de voorbereidende grondwerkzaamheden; boomverzorgingswerkzaamheden: het voor derden planten en/of verplanten en/of verzorgen van zowel de bovengrondse als ondergrondse delen van bomen, met inbegrip van de voorbereidende werkzaamheden. Dit alles met inbegrip van het bijleveren van alle daarvoor benodigde materialen en andere producten in de meest ruime zin van het woord; interieurbeplantingswerkzaamheden:

5 het voor derden plaatsen en/of onderhouden van interieurbeplantingen met inbegrip van het bijleveren van alle daarvoor benodigde materialen en andere producten in de meest ruime zin van het woord; Dak- en gevelbegroeningswerkzaamheden: het voor derden aanleggen en/of onderhouden van daktuinen, danwel beplantingsvormen op daken of tegen gevels; Greenkeeperswerkzaamheden: het aanleggen en/of onderhouden van golfterreinen een en ander met de daartoe behorende wegen, paden en pleinen in al hun onderdelen, waarondertevens begrepen het ruimen van sneeuw in het voornoemde. Dit alles met inbegrip van het bijleveren van alle daarvoor benodigde materialen en andere producten in de meest ruime zin van het woord. 6. een glastuinbouwondememing, zijnde een onderneming waarin de bedrijfsactiviteiten en/of arbeidsuren uitsluitend of in hoofdzaak bestaan uit plantaardige teelten die permanent onder glas of plastic plaatsvinden, met uitzondering van paddenstoelenteelt en de boomkwekerij onder glas of plastic, maar met inbegrip van vermeerderingsbedrijven, ongeacht of bedrijfsactiviteiten geheel of ten dele in de open lucht plaatsvinden; 7. een ondememing in open teelten, zijnde een ondememing waarin de bedrijfsactiviteiten en/of arbeidsuren uitsluitend of in hoofdzaak bestaan uit plantaardige teelten in de open lucht en plantaardige teelten die niet permanent onder glas of plastic bedekt zijn, maar met inbegrip van de boomkwekerij en aanvenwante handelsactiviteiten die onder glas of plastic bedekt plaatsvindt. Deze sector is onderverdeeld in navolgende subsectoren t.w. Open Teelten Boomkwekerij, Open Teelten Bloembollen, Open Teelten Landbouw (akkerbouw) en Open Teelten Tuinbouw; 8. een dierhouderijondememing, zijnde een onderneming waarin de bedrijfsactiviteiten en/of arbeidsuren uitsluitend of in hoofdzaak bestaan uit bedrijfsmatige productiegerichte dierhouderij met uitzondering van de stalhouderij c.q. een onderneming die paarden houdt voor recreatieve doeleinden en/of sportwedstrijden; 9. een paddenstoelenteeltondememing, zijnde een onderneming waarin de bedrijfsactiviteiten en/of arbeidsuren uitsluitend of in hoofdzaak bestaan uit: de teelt van paddenstoelen eniof aansluitende reeks van nauw venwante activiteiten, met name de opslag van, het inpakken van en het uitleveren van paddenstoelen en aanvenwante producten aan vervoerders en het in beperkte mate produceren van compost; 10. een groenvoederdrogerijonderneming, zijnde een onderneming waarin uitsluitend dan wel in hoofdzaak, groenvoederproducten kunstmatig worden gedroogd, met inbegrip van alle bijbehorende werkzaamheden; 11. een tuinbouwzaadteeltonderneming, zijnde een onderneming waarin uitsluitend of in belangrijke mate de activiteit van handels-, productie-, kweek- en/of selectiebedrijf van tuin en/of bloemzaden wordt uitgeoefend; 12. Een rundveeverbeteringsonderneming, zijnde een een organisatie die werkzaamheden doet verrichten op het gebied van de rundveeverbetering, daaronder ook begrepen een organisatie die biologisch veeverbeteringsmateriaal levert; 13. Een varkensverbeteringsorganisatie, zijnde: een fokkerij-organisatie, zijnde een organisatie, vastgelegd in een rechtsvorm conform Nederlands recht, waarin de activiteiten ovenwegend bestaan uit diensten en/of producten aanbieden voor het vervaardigen, respectievelijk distribueren van genetisch hoogwaardig fokmateriaal ten behoeve van de varkenssector; een k.i.-organisatie, zijnde een organisatie, vastgelegd in een rechtsvorm conform Nederiands recht, welke een k.i. station exploiteert en/of een instelling voor kunstmatige inseminatie van varkens exploiteert; een varkensverbeteringsorganisatie, zijnde een organisatie, vastgelegd in een rechtsvorm conform Nederiands recht, welke zich ten doel stelt het verbeteren van kwaliteit en rentabiliteit van de varkenshouderij middels diensten en/of producten van deze organisatie; 14. een natuuriijke of rechtspersoon, die in Nederiand in een onderneming uitsluitend of in hoofdzaak de groenten- en fruitverwerkende industrie uitoefent, zijnde: - groenten- en fruitverwerkende industrie: het op fabrieksmatige wijze venwerken van: A. groenten, met inbegrip van augurken, koolsoorten, landbouwerwtèn, tomaten en zilveruien, alsmede daaruit verkregen halffabrikaten tot 1. gesteriliseerd produkt;

6 2. gedroogd produkt; 3. gezouten produkt; 4. vriesprodukt; 5. tafelzuren; 6. zuurkool; 7. sappen. B. fruit en daaruit vervaardigd halffabrikaat tot: 1. fruitpulp; 2. jams en geleien; 3. vruchten op water, sap en siroop, vruchtenpureeën en vruchtenmoes; 4. konfijtprodukten; 5. appel- en perensiropen; 6. vruchtensappen en vruchtensausen; 7. appelsap en zoete most; 8. Nederiandse druivenwijn en vruchtenwijnen; 9. gedroogd produkt; 10. vriesprodukt (halffabrikaat en eindprodukt). B Onder werkgever wordt verstaan: 1. degene die een onderneming drijft met een of meer van de activiteiten zoals onder A 1 tot en met 14 vermeld, 2. degene die een onderneming drijft met een onderdeel waarin uitsluitend of in hoofdzaak een of meer van de onder A 1 tot en met 14 genoemde activiteiten worden uitgeoefend, indien in dit onderdeel meer dan de helft van het totale aantal werknemers werkzaam is, tenzij voor die gehele onderneming een andere verplichtstelling inzake een verpllchtgesteld bedrijfstakpensioenfonds van kracht is, dat eerder dan deze verplichtstelling geregistreerd is bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, 3. juridisch zelfstandige delen van ondernemingen waarvan de bedrijfsactiviteiten en/of arbeidsuren uitsluitend of in hoofdzaak worden besteed aan hierboven genoemde activiteiten als bedoeld onder A 1 tot en met 14, voor dat deel van de onderneming, tenzij zij behoort of behoren tot een concern in de zin van artikelen 2:24a (Stb. 1991, 200) en volgende van het Burgeriijk Wetboek, 4. Een en ander met inbegrip van aanvullende bepalingen in bijlage 1. C Onder werknemer wordt verstaan: de natuuriijke persoon die op basis van een arbeidsovereenkomst in dienst is van de werkgever, met uitzondering van: 1. personen, die de leeftijd van 21 nog niet hebben bereikt; 2. personen, die de pensioengerechtigde leeftijd van 67 jaar hebben bereikt; 3. personen, die - zodanig pensioen genieten - 65% of meer arbeidsongeschikt zijn in de zin van de WAO (Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering van van 18 februari 1966, Stb. 84) of de WlA (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen van 10 november 2005, Stb. 572); 4. de directeur-grootaandeelhouder in de zin van de SV-wetgeving (regeling aanwijzing directeurgrootaandeelhouder van 19 december 1997, Stct. 1997, 248); 5. Een en ander met inbegrip van aanvullende bepalingen opgenomen in bijlage 11.

7 Bijlage I bij gedeeltelijke intrekking van de verplichtstelling BPL met kenmerk B en uitbreiding B Aanvulling/afwijking definitie werkgever ln aanvulling op hetgeen is bepaald over het begrip 'werkgever' onder B, vallen de volgende ondernemingen eveneens onder het begrip 'werkgever': a. voor Bedrijfsverzorgingsdiensten: - BVAP, Agriservice, en AB-Detacherings BV's, zijnde aan de bedrijfsverzorgingsdiensten gelieerde organisaties welke zich ten doel stellen het ter beschikking stellen van arbeidskrachten, niet zijnde een uitzendorganisatie; - Stichting Agrarische Projecten Nederland (STAP), een aan de bedrijfsverzorgingsdiensten gelieerde organisatie welke zich ten doel stelt het ter beschikking stellen van arbeidskrachten in het kader van het 'combinatiebanenproject' en voor zover geen andere verplichtstelling wordt toegepast. b. voor de Bloembollengroothandel: - iedere natuuriijke of rechtspersoon die een onderneming uitoefent waarin de bedrijfsactiviteiten en/of arbeidsuren uitsluitend of in hoofdzaak aan de handel in bloembollen worden besteed. De arbeidsuren zijn inclusief de uren die via handmatige loonbedrijven, uitzendbureaus en overige derden worden besteed; -juridisch zelfstandige delen van ondernemingen waarvan de bedrijfsactiviteiten en/of arbeidsuren uitsluitend of in hoofdzaak worden besteed aan activiteiten als bedoeld in het voorgaande gedachtestreepje, vallen voor wat betreft dat deel van de onderneming onder deze verplichtstelling, tenzij zij behoort of behoren tot een concern in de zin van artikelen 2:24a en volgende van het Burgeriijk Wetboek. c. voor de Dierhouderij: - iedere natuuriijke of rechtspersoon die een ondememing uitoefent waarin de bedrijfsactiviteiten en/of arbeidsuren uitsluitend of in hoofdzaak aan bedrijfsmatige productiegerichte dierhouderij worden besteed. De arbeidsuren zijn inclusief de uren die via handmatige loonbedrijven, uitzendbureaus en overige derden binnen de onderneming aan dierhouderij worden besteed; - juridisch zelfstandige delen van ondernemingen waarvan de bedrijfsactiviteiten en/of arbeidsuren uitsluitend of in hoofdzaak worden besteed aan activiteiten als bedoeld in het voorgaande gedachtestreepje, vallen voor wat betreft dat deel van de onderneming onder deze verplichtstelling, tenzij zij behoort of behoren tot een concern in de zin van artikelen 2:24a en volgende van het Burgeriijk Wetboek; d. voor de Glastuinbouw: - iedere natuuriijke of rechtspersoon die een onderneming uitoefent waarin de bedrijfsactiviteiten en/ot arbeidsuren uitsluitend of in hoofdzaak aan glastuinbouw worden besteed. De arbeidsuren zijn inclusief de uren die via handmatige loonbedrijven, uitzendbureaus en overige derden worden besteed; - juridisch zelfstandige delen van ondernemingen waarvan de bedrijfsactiviteiten en/ot arbeidsuren uitsluitend of in hoofdzaak worden besteed aan activiteiten als bedoeld in het voorgaande gedachtestreepje, vallen voor wat betreft dat deel van de ondememing onder deze verplichtstelling, tenzij zij behoort of behoren tot een concern in de zin van artikelen 2:24a en volgende van het Burgeriijk Wetboek; e. voor het Hoveniersbedrijf: - zij die hovenierswerkzaamheden al dan niet in een hoveniersbedrijf doen verrichten; - als op een bedrijf meer verplichtstellingen van toepassing kunnen zijn, hoeft de verplichtstelling van BPL niet te worden toegepast als de hierin genoemde werkzaamheden ondergeschikte betekenis hebben in de bedrijfsvoering. f voor Land- en tuinbouwwerktuigen exploiterende ondernemingen: - zij die werkzaamheden genoemd onder A 4 doen verrichten, al dan niet in een land- en tuinbouwwerktuigen exploiterende onderneming, tenzij voor hen reeds een andere cao c.q. regeling van lonen en andere arbeidsvoorwaarden geldt. g. voor Open teelten: - iedere natuuriijke of rechtspersoon die een onderneming uitoefent waarin de bedrijfsactiviteiten en/of arbeidsuren uitsluitend of in hoofdzaak aan een open teelt wordt besteed. De arbeidsuren zijn inclusiefde uren die via handmatige loonbedrijven, uitzendbureaus en overige derden worden besteed; - juridisch zelfstandige delen van ondernemingen waarvan de bedrijfsactiviteiten en/of arbeidsuren uitsluitend of in hoofdzaak worden besteed aan activiteiten als bedoeld in het voorgaande gedachtestreepje, vallen voor wat betreft dat deel van de onderneming onder deze verplichtstelling, tenzij zij behoort of behoren tot een concern in de zin van artikelen 2:24a en volgende van het Burgerlijk Wetboek; h. voor de Paddenstoelenteelt:

8 - iedere natuuriijke of rechtspersoon die een onderneming uitoefent waarin de bedrijfsactiviteiten en/of arbeidsuren uitsluitend of in hoofdzaak aan de paddenstoelenteelt worden besteed. De arbeidsuren zijn inclusief de uren die via handmatige loonbedrijven, uitzendbureaus en overige derden worden besteed; Uitgezonderd van deze werkingssfeer zijn de hieronder genoemde kistenbedrijven: - Champignonkwekerij De Steenbrug Beheer B.V. - Champignonkwekerij Champibelle B.V. - Holland Champignons B.V. j. voor de Varkensverbetering: - degene die varkensverbeteringswerkzaamheden laat verrichten al dan niet in een varkensverbeteringsorganisatie; k. voor de Groenvoederdrogerijen - iedere natuuriijke of rechtspersoon, die in een groenvoederdrogerij bedrijfsarbeid doet verrichten.

9 Bijlage II bij gedeeltelijke intrekking van de verplichtstelling BPL met kenmerk B en uitbreiding B Aanvulling/afwijking definitie werknemer ln afwijking van hetgeen is bepaald ten aanzien van het begrip 'werknemer' onder C, geldt het volgende: a. voor Bedrijfsverzorgingsdiensten: - de directe werknemer is degene die in opdracht van de werkgever werkzaamheden verricht op de bedrijven van opdrachtgevers en leden van de vereniging. - de indirecte werknemer is degene die organisatorische, administratieve en andere ondersteunende werkzaamheden verricht in de vereniging of organisatie van de werkgever. b. voor de Bloembollengroothandel: Als werknemer wordt niet beschouwd: 1. Een piekarbeider is: - een werknemer die seizoensgebonden, uitsluitend routinematige werkzaamheden verricht die gerelateerd zijn aan oogst- en teeltwerkzaamheden (inclusief be- en verwerking van de oogst) voor agrarische gewassen; en - genoemde werkzaamheden gedurende een piekperiode (een periode van verhoogd werkaanbod) van maximaal 8 aaneengesloten weken per jaar uitvoert; en - gedurende zijn inzet tijdens de piekperiode een compensatie ter hoogte van 0,7% van het geldende loon ontvangt; en - door de werkgever uiteriijk op de 5e werkdag is aangemeld bij de fondsadministrateur. 2. Niet onder de definitie van piekarbeider van lid 1 valt: a. een werknemer die aaneensluitend aan een vast of tijdelijk dienstverband bij dezelfde werkgever een dienstverband piekarbeid aangaat waar minder dan 6 maanden tussen zit; b. een werknemer met een dienstverband piekarbeid waar binnen 31 dagen een vast of tijdelijk dienstverband bij dezelfde werkgever op volgt. 3. Een werknemer kan maar een keer per kalenderjaar een dienstverband piekarbeid aangaan. 4. De regeling Piekarbeid heeft specifiek betrekking op de premievrijstellingen voor de sector agrarisch en groen en staat los van eventuele andere (wettelijke) regelingen. c. voor de Glastuinbouw: Als werknemérwördt niet beschouwd: 1. Een piekarbeider is: - een werknemer die seizoensgebonden, uitsluitend routinematige werkzaamheden verricht die gerelateerd zijn aan oogst- en teeltwerkzaamheden (inclusief be- en venwerking van de oogst) voor agrarische gewassen; en - genoemde werkzaamheden gedurende een piekperiode (een periode van verhoogd werkaanbod) van maximaal 8 aaneengesloten weken per jaar uitvoert; en - gedurende zijn inzet tijdens de piekperiode een compensatie ter hoogte van 0,7% van het geldende loon ontvangt; en - door de werkgever uiteriijk op de 5e werkdag is aangemeld bij de fondsadministrateur. 2. Niet onder de definitie van piekarbeider van lid 1 valt: a. een werknemer die aaneensluitend aan een vast öf tijdelijk dienstverband bij dezelfde werkgever een dienstverband piekarbeid aangaat waar minder dan 6 maanden tussen zit; b. een werknemer met een dienstverband piekarbeid waar binnen 31 dagen een vast of tijdelijk dienstverband bij dezelfde werkgever op volgt. 3. Een werknemer kan maar een keer per kalenderjaar een dienstverband piekarbeid aangaan. 4. De regeling Piekarbeid heeft specifiek betrekking op de premievrijstellingen voor de sector agrarisch en groen en staat los van eventuele andere (wettelijke) regelingen. d. voor het Hoveniersbedrijf: - zij die bij een werkgever krachtens een overeenkomst tot het verrichten van arbeid persoonlijk werkzaam zijn, tenzij op grond van Bijlage 1, onder f tweede gedachtestreepje een andere verplichtstelling op de arbeidsverhouding van toepassing is, alles met uitzondering van degenen die de feitelijke leiding hebben van de onderneming. e. voor Land- en tuinbouwwerktuigen exploiterende ondernemingen; - degene die bij een werkgever op arbeidsovereenkomst ovenwegend werkzaam is voor het verrichten van werkzaamheden genoemd onder, A4 met uitzondering van directeuren van NVs of BV's; f. voor Open teelten: Als werknemer wordt niet beschouwd:

10 1. Een piekarbeider is: - een werknemer die seizoensgebonden, uitsluitend routinematige werkzaamheden verricht die gerelateerd zijn aan oogst- en teeltwerkzaamheden (inclusief be- en venwerking van de oogst) voor agrarische gewassen; en - genoemde werkzaamheden gedurende een piekperiode (een periode van verhoogd werkaanbod) van maximaal 8 aaneengesloten weken per jaar uitvoert; en - gedurende zijn inzet tijdens de piekperiode een compensatie ter hoogte van 0,7% van het geldende loon ontvangt; en - door de werkgever uiteriijk op de 5e werkdag is aangemeld bij de fondsadministrateur. 2. Niet onder de definitie van piekarbeider van lid 1 valt: a. een werknemer die aaneensluitend aan een vast of tijdelijk dienstverband bij dezelfde werkgever een dienstverband piekarbeid aangaat waar minder dan 6 maanden tussen zit; b. een werknemer met een dienstverband piekarbeid waar binnen 31 dagen een vast of tijdelijk dienstverband bij dezelfde werkgever op volgt. 3. Een werknemer kan maar een keer per kalenderjaar een dienstverband piekarbeid aangaan. 4. De regeling Piekarbeid heeft specifiek betrekking op de premievrijstellingen voor de sector agrarisch en groen en staat los van eventuele andere (wettelijke) regelingen. g. voor de Paddenstoelenteelt: - degene die een arbeidsovereenkomst in de zin van het Burgeriijk Wetboek heeft. Als werknemer wordt niet beschouwd: - de stagiaire, zijnde een leeriing van een onderwijsinstelling die praktijkervaring moet of wil opdoen, - de scholier of student in volledig of parttime ondenwijs die tijdens ondenwijsvrije tijden op maandag tot en met zaterdag en gedurende ondenwijsvakanties wordt ingezet als algemeen medewerker. h. voor de Groenvoederdrogerijen - degene die bij een werkgever op een arbeidsovereenkomst werkzaam is voor het verrichten van bedrijfsarbeid, met uitzondering van degenen die met de dagelijkse leiding belast zijn. 1. voor de groenten- en fruitverwerkende industrie: met uitzondering van: a. degene, wiens functie (volgens de ORBA-functieclassificatiemethode) is gewaardeerd met meer dan 194,5 punten ORBA. Zie hien/oor het besluit tot algemeenverbindendverklaring van de cao voor de Groenten- en Fruitvenwerkende Industrie d.d. 21 mei 2008, Staatcourant 2008, nr. 97; b. degene, die onderwijs geniet aan een instelling van dagonderwijs en als regel slechts arbeid verricht gedurende de perioden, waarin aan deze instellingen geen ondenwijs wordt gegeven; c. directeur grootaandeelhouder in de zin van de Pensioenwet (Wet van 7 december 2006, Staatsblad 2006, 705).

11 BIJLAGE BIJ HET BESLUIT D.D. 18 MAART 2008 NR. UAW/CAV/ /12 Uitgangspunten voor de indeling en de overgang van ondernemingen door de Commissie Werkingssfeer: Werkzaamheden uitgevoerd binnen de sectoren Hoveniers en Bos en Natuur van de Landbouw kunnen raken aan de werkingssfeer van de Bouwnijverheid. De huidige besluiten tot verplichtstelling van beide bedrijfstakpensioenfondsen kennen ieder voor zich een adequate afbakening van werkingssferen, zij het dat die afbakening niet expliciet is toegeschreven op in gang gezette en naar venwachting voortschrijdende ontwikkelingen in de sectoren Bos en Natuur en Hoveniers. Tegen die achtergrond hebben partijen bij de Landbouw en de Bouwnijverheid besloten tot gezamenlijke inrichting van een Commissie Werkingssfeer, die aan de hand van onderstaande criteria verantwoordelijk is voor en beslist over de indeling en overgang van ondernemingen in de sectoren Hoveniers en Bos en Natuur. De raakvlakken tussen de sector Hoveniers, waaronder tevens begrepen groenvoorzienings- en greenkeeperswerkzaamheden, en de Bouwnijverheid betreffen de werkzaamheden die in samenhang worden uitgevoerd met het "al dan niet voor derden aanleggen en/of onderhouden van tuinen, parken, plantsoenen, groenstroken, terreinen en begraafplaatsen", te weten de onderdelen "een en ander met de daartoe behorende wegen, paden en pleinen in al hun onderdelen". Tussen partijen bij de Landbouw en de Bouwnijverheid bestaat eensgezindheid over de opvatting dat de voorbereidende grondwerkzaamheden behoren tot de greenkeeperswerkzaamheden maar alleen daar waar het de grondbewerking c.q. profilering van de toplaag betreft en niet het grove grondverzet bijvoorbeeld in het kader van de aanleg van terreinen. Eveneens bestaat eensgezindheid over de opvatting dat de werkzaamheden met betrekking tot wegen, paden en pleinen in al hun onderdelen, in het kader van het Hoveniersbedrijf van ondergeschikt belang zijn. Als afbakeningscriterium daarvoor geldt dat indien die werkzaamheden minder dan 50% van de loonsom uitmaken, de onderneming behoort tot de Landbouw en indien dat voor meer dan 50% is, de onderneming behoort tot de Bouwnijverheid. De raakvlakken tussen de sectoren Bos en Natuur en de Bouwnijverheid betreffen de werkzaamheden in het kader van het terreinbeheersbedrijf, voor zover deze activiteiten worden uitgevoerd in het kader van droge en natte natuurterreinen alsmede het aannemingsbedrijf voorzover deze activiteiten worden uitgevoerd op het terrein van de weg- en waterbouw, kust- en oevenwerken en grondverzetwerkzaamheden. Tussen partijen bij de Landbouw en de Bouwnijverheid bestaat eensgezindheid over de opvatting dat voormelde werkzaamheden met betrekking tot het terreinbeheersbedrijf en het aannemingsbedrijf in het kader van de Landbouw van ondergeschikt belang zijn. Als afbakeningscriterium daarvoor geldt dat indien die werkzaamheden minder dan 50% van de loonsom uitmaken, de onderneming behoort tot de Landbouw en indien dat voor meer dan 50% is, de onderneming behoort tot de Bouwnijverheid. Gelet op de aard van de onderhavige arbeidsvoonwaarde, waarbij stabiliteit van essentieel belang is, geldt een overgangsregeling voor die situatie dat een onderneming in het Hoveniersbedrijf of het bedrijf van Bos en Natuur in enig jaar voor meer dan 50% van de loonsom activiteiten heeft ontwikkeld op die gebieden die raken aan de Bouwnijverheid. Indien deze onderneming gedurende een periode van twee achtereenvolgende jaren met zijn loonsom uitstijgt boven de 50%-grens voor de aan de Bouwnijverheid rakende activiteiten, wordt de onderneming definitief bij de Bouwnijverheid ingedeeld. In dat geval wordt aangenomen dat de onderneming structureel meer Bouwnijverheid- dan Landbouw- gerelateerd is.

12 Bijlage 2 bij gedeeltelijke intrekking van de verplichtstelling BPL met kenmerk B ln deze bijlage wordt nader ingegaan op de (financiële) gevolgen op de kostendekkende premie en de doorsneepremie van BPL van het toekennen van vrijstelling aan de piekarbeiders in 3 deelsectoren van de Agrarische en Groene sector. Deze bijlage dient ter beantwoording van de in de checklist gedeeltelijke intrekking gevraagde documenten onder 2. en 5. In deze bijlage wordt de situatie vergeleken tussen enerzijds de situatie waarin deze arbeiders wel en anderzijds geen vrijstelling krijgen. Aantallen piekarbeiders In deze drie sectoren zijn jaariijks ca mensen werkzaam die voldoen aan de definitie piekarbeid en tevens voldoen aan de leeftijdscriteria van BPL (toetredingsleeftijd 21 jaar en pensioen richtleeftijd 67 jaar). Daarnaast zijn er nog ca mensen die of jonger dan 21 of ouder dan 66 zijn. De gemiddelde leeftijd van deze werknemers is ca. 37 jaar. Salaris van de piekarbeiders Gezien de aard van de werkzaamheden kan worden verondersteld dat de piekarbeiders het minimumloon verdienen. Het parttimepercentage van de piekarbeider is maximaal 15% (immers maximaal 8 weken werk). De huidige deelnemers van BPL BPL kent momenteel jaariijks ca actieve deelnemers met een gemiddeld parttime percentage van 85% en een geschat gemiddeld fulltime-salaris van De totale loonsom bedraagt 2,6 mrd. en de totale pensioengrondslag bedraagt 1,5 mrd. De totale premie (21,7% van de pensioengrondslag) bedraagt ruim 330 min. Deze cijfers sluiten aan op de gegevens in hetjaarverslag De gemiddelde leeftijd van de deelnemers van BPL is 42,5 jaar. Gevolgen van de vrijstelling van de piekarbeiders op de totale premie Als de piekarbeiders geen vrijstelling krijgen, komen er ca deelnemers bij het fonds (op FTE basis berekend is dit FTE). De loonsom neemt met 80 min. en de PG som met 25 min. Doordat deze deelnemers nauwelijks meer verdienen dan de franchise komt maar een klein deel van het salaris terug in de pensioengrondslag. Als de piekarbeiders vrijstelling krijgen, loopt BPL ca. 5 min. premie mis (op een totaal van 330 min.) Gevolgen van de vrijstelling van de piekarbeiders op de kostendekkende premie Doordat de piekarbeiders gemiddeld jonger zijn dan het gemiddelde van BPL (verschil ca. 5 jaar) daalt de kostendekkende premie met ca. 0,05%-punt van de pensioengrondslag. Hoewel de piekarbeiders beduidend jonger zijn, is het verschil in kostendekkende premie erg beperkt door de lage totale pensioengrondslag van deze groep. Gevolgen van de vrijstelling van de piekarbeiders op de doorsnee premie BPL kent een doorsneepremie die vrijwel gelijk is aan de kostendekkende premie. Doordat de kostendekkende premie met 0,05%-punt daalt, zou de doorsneepremie eventueel kunnen dalen van 21,7% naar 21,65% van de pensioengrondslag. Bij deze berekening van de veriaging van de doorsneepremie als de piekarbeiders geen vrijstelling krijgen is nog geen rekening gehouden met een effect op de uitvoeringskosten. Als immers de piekarbeiders geen vrijstelling krijgen zullen de uitvoeringskosten stijgen vanwege de vele mutaties die moeten worden verricht en zal het neenwaartse effect op de doorsneepremie verdwijnen. Het al dan niet verienen van vrijstelling aan de piekarbeiders heeft daarmee niet of nauwelijks gevolgen voor de doorsneepremie.

13 Bijlage 3 bij gedeeltelijke intrekking van de verplichtstelling BPL met kenmerk B Gevraagd wordt via de checklist om een scan van het getekend exemplaar van de eigen arbeidsvoonwaardenregeling van het deel van de bedrijfstak waarop de intrekking betrekking heeft. De agrarische en groene sector kent meerdere subsectoren die een eigen subsectorcao kennen. De indienende partijen Bloembollengroothandel, Glastuinbouw en Open teelten hebben een eigen subsectorcao, waardoor het niet vereist is om een scan van de arbeidsvoorwaardenregeling toe te zenden.

14 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid FORMULIER REPRESENTATIVITEITSGEGEVENS (bedoeld In artikel 2, onderdeel h, artikel 3, onderdeel f, artikel 4, eerste lid, onderdeel d vah de Regeling betreffehdë aanvragen op grond van de Wet verplichte deelneming In een bedrijfstakpensioenfonds 2000) BPL en BGFI Bij een aanvraag óm verplichtstelling dienen de representativiteitsgegevens, de gebruikte bronnen en de gelianteerde onderzoeksmethodiek te worden opgegeven. Deze opgave kan wordeh ingediend aan de liand van dit formulier. Giebruikmaking van dit fórmulier is vereist bij eén percentagë reprësentativiteit ondër de 60% en ingeval beargumenteerde ziënsvvijzen tegen de representativiteit daartoe aanieiding geven. INHOUD REPRESENTATIVITEITSOPGAVE Werkgeversgegevens O Direct aan het bedrijfstakpensioenfonds gebonden werkgevers G Werkgevers gebonden door de verplichtgestelde werkingssfeer Gegevens werkzame personen; O Direct aan het bedrijfstakpensioenfonds gebonden werkzame personen O Werkzame personen gebonden door de verplichtgestelde werkingssfeer TOELICHTING Gehanteerde onderzoeksmethode Gebruikte bronnen Wijze van meting Relatie tot de werkingssfeer Actualiteit van de cijfers Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Dircictie Uitvoeringstaken Arbeidsvoorv\faiardenwetgeving De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, H.G.J. Kamp Pagina 1 van 15

15 REPRESENTATIVITEITSOPGAVE Het verplichtstellen van de deelname in een bedrijfstakpensioenfonds (bpf) vereist dat, naar het oordeel van de minister, het georganiseerde bedrijfsleven dat de aanvraag om (wijziging/intrekking van de) verplichtstelling indient een belangrijke meerderheid van de in de betreffende bedrijfstak(ken) werkzame personen vertegenwoordigt. Het meerderheidsvereiste wordt aan de hand van de representativiteitsgegevens bepaald. De mate van representativiteit wordt als volgt berekend: het aantal werknemers in de betreffende bedrijfstak(ken) in dienst van werkgevers direct betrokken bij het bpf (indien van toepassing incl. personen die in een andere hoedanigheid werkzaam zijn in de bedrijfstak) (teller), gedeeld door: het totale aantal werknemers in de betreffende bedrijfstak(ken) in dienst van werkgevers vallend onder de werkingssfeer (indien van toepassing incl. personen die in een andere hoedanigheid werkzaam zijn in de bedrijfstak) (noemer). De in de verplichtstelling van het bpf gedefinieerde werkingssfeer dient als uitgangspunt voor het bepalen van de aantallen personen in zowel de teller als de noemer. Tot het aantal personen kunnen naast werknemers ook zelfstandigen worden gerekend, indien in de werkingssfeer bepaald is dat deze ook op hen van toepassing is. Zelfstandigen dienen in voorkomend geval in de totaaltelling te worden meegenomen. Daarenboven dient in voorkomend geval in de representativiteitsopgave apart melding te worden gemaakt van de aantallen van deze specifieke groep, en van de betrouwbaarheid van de gebruikte bronnen. Wanneer het bij de aanvraag slechts om een deel van de werkingssfeer gaat of om één of meer van de bedrijfstakken in het geval van een bpf dat volgens de opgave van partijen meerdere afgebakende bedrijfstakken omvat, dan dient de representativiteitsopgave betrekking te hebben op de werkingssfeer van het deel van de bedrijfstak of de bedrijfstak(ken) waarop de aanvraag zich richt. In het geval van meerdere bedrijfstakken Impliceert dit dat voor elke afzonderlijke bedrijfstak waarop de aanvraag betrekking heeft separaat de vereiste representativiteitsopgave dient te worden gegeven. Gezien de verstrekkende consequenties van het verplichtstellen van de deelname in een bpf is het noodzakelijk dat de representativiteitsopgave voldoet aan de eisen van: reproduceerbaarheid validiteit interne consistentie onderzoekstechnische kwaliteit, en actualiteit Het is een vereiste voor de beoordeling van het representativiteitscijfer dat dit reproduceerbaar is. Brongegevens, gebruikte enquête, uitgevoerde berekeningen, analyses en extrapolatie moeten beschikbaar zijn, zodat desgevraagd een accountant, dan wel het Ministerie van SZW op basis hiervan het cijfer zelfstandig kan reproduceren. Het begrip validiteit heeft betrekking op de vraag of daadwerkelijk is gemeten wat beoogd was. Is het te meten begrip, werkzame personen, op de juiste wijze gedefinieerd én zijn vervolgens de werkzame personen ook conform de operationalisering gemeten. Voor het begrip werkzame personen bijvoorbeeld speelt dan de werkingssfeer een rol en of op een juiste wijze is gecorrigeerd voor werkzame personen die in de werkingssfeer worden uitgesloten. Pagina 2 van!5

16 Bij de interne consistentie gaat het om gebruikte meeteenheden. De eenheid in de teller moet overeenstemmen met de gehanteerde eenheid in de noemer. In teller én noemer moeten standcijfers (gemeten op een bepaald moment) of stroomcijfers (gemeten over een periode) worden gebruikt. De definitie van werkzame personen moet in beide gelijk zijn. En ook de peildatum of de peilperiode moeten in teller en noemer vergelijkbaar zijn. Bij de beoordeling van de kwaliteit van het onderzoek wordt nagegaan of voldaan is aan de vereisten van zorgvuldigheid. Het gaat hierbij om zaken als de gebruikte methode om de gegevens te verzamelen, de omvang van de enquête, de hoogte van de non-respons, de gebruikte weging, gehanteerde analyses en uitgevoerde berekeningen. De gegevens waarop het representativiteitscijfer is gebaseerd, mogen in principe niet ouder zijn dan één jaar, te rekenen vanafde indiening van de aanvraag. Om te kunnen beoordelen of aan deze criteria wordt voldaan, dient een toelichting te worden gegeven op de verstrekte werkgeversgegevens en gegevens over het aantal werkzame personen. Pagina 3 van 15

17 WERKGEVERSGEGEVENS Direct aan het bpf gebonden werkgevers Hoeveel werkgevers vallen direct onder de werkingssfeer van het verplichtgestelde bpf^? Geef aan op welke peildatum dan wel over welke periode de gegevens verzameld zijn. 1 september 2013 (gedeeltelijke intrekking) en 1 juli 2014 (uitbreiding). Werkgevers gebonden door de werkingssfeer van de verplichtsteiling Wat is het totale aantal werkgevers dat valt onder de werkingssfeer van het verplichtgestelde bpf? Geef aan op welke peildatum dan wel over welke periode de gegevens verzameld zijn. 1 september 2013 (gedeeltelijke intrekking) en 1 juli 2014 (uitbreiding). De wijze waarop de gegevens zijn verkregen over het aantal werkgevers dat direct en in totaal onder de werkingssfeer van het bpf valt moet worden toegelicht. Daarvoor is onderstaand een aantal aandachtspunten opgenomen. Afhankelijk van de gehanteerde methode kunnen de aandachtspunten al dan niet relevant zijn. Indien een van de genoemde methoden van toepassing is, dienen de vragen waarvoor een is opgenomen te worden aangekruist en te worden beantwoord. De toelichting kunt u opnemen in het daarvoor opgenomen tekstvak. Als u meer ruimte in het tekstvlak nodig heeft klikt u op de rand van het tekstvlak en kunt u door te slepen het tekstvak vergroten. De eerste vraag dient altijd te worden beantwoord. Er zijn globaal 3 methoden, die elkaar overigens niet uitsluiten: gebruik maken van bestaande bronnen/bestanden, onderzoek en extrapolatie. Daarnaast moet zonodig een toelichting worden gegeven op de actualiteit van de gebruikte gegevens. Achter de genoemde aandachtspunten is een verwijzing opgenomen naar een uitgebreidere toelichting in deel 2 van dit formulier. Dat deel gaat in op de gehanteerde onderzoeksmethode (ad. 1); de gebruikte bronnen (ad. 2); de wijze van meting (ad. 3); de relatie tot de werkingssfeer (ad. 4); en de actualiteit van de gegevens (ad. 5). Een werkgever valt direct onder de werkingssfeer van het verplichtgestelde bpf als hij lid is van een werkgeversorganisatie die betrokken is bij de aanvraag om verpllchtsteliing. Pagina 4 van 15

18 Bestaande bronnen/bestanden Geef voor het uitgevoerde onderzoek naar de bij vraag 1 en 2 opgegeven aantallen een beschrijving van: de gebruikte bronnen (ad. 2) de bronnen in relatie tot de werkingssfeer (ad. 4) de uitgevoerde correctie in de bronbestanden (ad. 4) A. Gedeeltelijke intrekking De gegevens over aantallen werkgevers zijn in een aantal stappen bepaald: 1. Koppeling van de ledenlijsten van de werkgeversorganisaties (georganiseerde werkgevers) aan het bestand van BPL (registratie van de verplicht gestelde bedrijfstakregeling) en Colland (registratie van de algemeen verbindend verklaarde bedrijfstakregelingen). In deze registratie zijn alle werkgevers opgenomen. Het voordeel hiervan is dat er geen verschillen kunnen ontstaan tussen grootheden in de noemer en de teller. Tevens hoeven bij deze werkwijze geen extrapolaties gemaakt te worden. Dit onderzoek had betrekking op peildatum 1 september 2013 en is in eerste instantie uitgevoerd voor de cao Colland. De gekoppelde bedrijven zijn vervolgens als "georganiseerd" opgenomen in de administratie van bedrijfstakregelingen (incl. BPL). 2. De introductie van de regeling Piekarbeid in drie subsectoren betekent een gedeeltelijke intrekking van de verplichtstellingsbeschikking voor de subsectoren Glastuinbouw, Open teelten en Bloembollengroothandel. Dit is mogelijk omdat de sector van BPL weliswaar wordt beschouwd als één sector, maar dat daarbinnen subsectoren zichtbaar zijn. Alleen voor deze drie subsectoren is er een afzonderlijke regeling Piekarbeid waarbij werknemers in deze regeling uitgezonderd dienen te worden van de verplichtstelling. Aangezien in de cijfers van 1 september 2013 de Piekarbeiders nog niet voorkomen, zijn daarvoor in drie subsectoren waar het om gaat scenario's ontwikkeld. 3. Voor het bepalen van de direct of via de verplichtstelling gebonden werkgevers representativiteit is gebruik gemaakt van het op grond van de procedure onder "1" tot stand gekomen bestand met daarin alle bedrijven (georganiseerd en ongeorganiseerd) onder zowel Colland als BPL. Dit bestand is vervolgens bewerkt voor de drie afzonderlijke subsectoren waarbij uitsluitend is gekeken naar verplicht bij BPL aangesloten werkgevers en naar de vrijgestelde werkgevers. 4. De werkingssfeer van de afzonderlijke bronnen (enerzijds BPL en anderzijds de gecombineerde bestanden van de werkgeversorganisaties) is gelijk. 5. In de vergelijking zijn vrijwillig aangesloten werkgevers niet meegenomen B. Uitbreiding 1. Behalve van gedeeltelijke intrekking van de verplichtstellingsbeschikking voor de drie subsectoren wegens Piekarbeid, is ook sprake van toetreding van een nieuwe subsector. Het gaat daarbij om de Groenten- en Fruitverwerkende industrie. 2. Er is gebruik gemaakt van de gegevens uit pensioenadministratie per 1 juli Het resultaat was een lijst met werkgevers, Pagina 5 van 15

19 3. verdeeld in verplicht, vrijwillig en (gedeeltelijk) gedispenseerd. Met behulp van de ledenadministratie van de VIGEF is hieraan vervolgens toegevoegd of betreffende werkgever wel of niet lid is van de VIGEF. Vrijwillig aangesloten werkgevers zijn in de onder 1 en 2 genoemde werkgevers niet meegenomen. Er hebben zich geen noemenswaardige wijzigingen voorgedaan in de periode 1 september 2013 en 1 juli 2014 xd Er is gebruik gemaakt van meerdere bestanden. Geef onderstaand een beschrijving van: de representativiteit van de bestanden (ad. 2) uitgevoerde correcties voor dubbeltellingen (ad. 2) de wijze van 'matching' van de bestanden (ad. 1) A. Gedeeltelijke intrekking De bestanden zijn representatief. Het gaat om het complete bestand van op grond van de verplichtstelling bij BPL aangesloten werkgevers. Dit bestand is gekoppeld aan de ledenlijsten van werkgeversorganisaties. Beiden naar de situatie op 1 september Vrijwillig aangesloten werkgevers zijn niet meegeteld. De vrijgestelde werkgevers zijn wel meegeteld. De procedure is zodanig Ingericht dat eventuele dubbeltellingen worden voorkomen van bedrijven die bij meerdere werkgeversorganisaties zijn aangesloten. De bestanden zijn gekoppeld door een extern bureau (Ecorys) door middel van SPSS. B. Uitbreiding De bestanden zijn representatief. Het is een uitdraai van de pensioenadministratie gekoppeld aan een uitdraai van de ledenadministratie van de werkgeversorganisatie. Voor enkele werkgevers geldt dat er dispensatie is voor een gedeelte van het personeel. Deze werkgevers zijn daarom deels verplicht aangesloten en deels gedispenseerd. Het gaat hier om drie werkgevers. Deze werkgevers zijn bij de vragen onder 1 en 2 slechts één keer geteld. Er is derhalve geen sprake van dubbeltellingen. De bronnen sluiten niet volledig aan bij de werkingssfeer. Geef een beschrijving van: de correcties die zijn uitgevoerd (ad. 4) Niet van toepassing Onderzoek Er is (aanvullend) steekproefonderzoek uitgevoerd, bijvoorbeeld op basis van een enquête. Geef een beschrijving met cijfermatige onderbouwing van: de gehanteerde methodiek (ad. 1) het steekproefkader in relatie tot de werkingssfeer (ad. 1) de respons (ad. 1) de representativiteit van de steekproef (ad. 1) eventueel gebruikvan aanvullende informatie (ad. 1) toegepaste berekeningen en schattingen (ad. 1) Pagina 6 van 15

20 Niet van toepassinq Extrapolatie Onderzoeksgegevens zijn middels andere bronnen geëxtrapoleerd. Geef een beschrijving met cijfermatige onderbouwing van: de hiervoor gebruikte bronnen (ad. 2) de representativiteit van het verkregen bestand (ad. 2) de verschillen tussen de bronnen (ad. 2)) eventueel uitgevoerde correcties (ad. 4) Niet van toepassing Peildatum xd Er zijn gegevens gebruikt ouder dan een jaar, (terug)gerekend vanaf de datum van indiening van de aanvraag. Geef een beschrijving van: de reden waarom het niet mogelijk is om gegevens van recenter datum te leveren (ad. 5) de aannemelijkheid dat sindsdien binnen de bedrijfstak geen grote fluctuaties in de genoemde aantallen zijn opgetreden. Indien wel sprake is van grote fluctuaties is aanvullend onderzoek of extrapolatie nodig (ad. 5) A. Gedeeltelijke intrekking De gegevens zijn van 1 september 2013 Overig Overige opmerkingen Niet van toepassing Pagina 7 van 15

21 GEGEVENS WERKZAME PERSONEN Direct aan het bpf gebonden werknemers^ Hoeveel werknemers worden direct aan het bpf gebonden (in voorkomend geval inclusief personen die in een andere hoedanigheid werkzaam zijn in de bedrijfstak(ken)zoals zzp-ers)? In voorkomend geval: het aantal personen dat in een andere hoedanigheid werkzaam is in de bedrijfstak(ken) en direct aan het bpf gebonden is? Niet van toepassing Geef aan op welke peildatum dan wel over welke periode de gegevens verzameld zijn. 1 september 2013 (gedeeltelijke intrekking) en 1 juli 2014 (uitbreiding). Werknemers gebonden door de verplichtstelling Wat is het totale aantal werknemers dat valt onder de werkingssfeer van de verplichtstelling (in voorkomend geval inclusief personen die in een andere hoedanigheid werkzaam zijn in de bedrijfstak(ken) zoals zzp-ers)? In voorkomend geval: het aantal personen dat in een andere hoedanigheid werkzaam is in de bedrijfstak(ken) en waarop de verplichtstellingsaanvraag betrekking heeft? Niet van toepassing Geef aan op welke peildatum dan wel over welke periode de gegevens verzameld zijn. 1 september 2013 (gedeeltelijke intrekking) en 1 juli 2014 (uitbreiding). De wijze waarop de gegevens zijn verkregen over het aantal werkzame personen, dat direct en in totaal onder de werkingssfeer van het verplichtgestelde bpf valt, moet worden toegelicht. Daarvoor is onderstaand een aantal aandachtspunten opgenomen. Afhankelijk van de gehanteerde methode kunnen de aandachtspunten Een werknemer valt direct onder de werkingssfeer van het bpf als hij werkzaam is bij een werkgever die lid Is van een werkgeversorganisatie betrokken blj het bpf. Pagina 8 van 15

22 al dan niet relevant zijn. Indien een van de genoemde methoden van toepassing is, dienen de vragen waarvoor een is opgenomen te worden aangekruist en te worden beantwoord. De toelichting kunt u opnemen in het daarvoor opgenomen tekstvak. Als u meer ruimte in het tekstvlak nodig heeft, klikt u op de rand van het tekstvlak en kunt u door te slepen het tekstvak vergroten. De eerste vraag dient altijd te worden beantwoord. Er zijn globaal 3 methoden, die elkaar overigens niet uitsluiten: gebruik maken van bestaande bronnen/bestanden, onderzoek, en extrapolatie. Daarnaast moet zonodig een toelichting worden gegeven op de actualiteit van de gebruikte gegevens. Achter de genoemde aandachtspunten is een verwijzing opgenomen naar een uitgebreidere toelichting in deel 2 van dit formulier. Dat deel gaat in op de gehanteerde onderzoeksmethode (ad. 1); de gebruikte bronnen (ad. 2); de wijze van meting (ad. 3); de relatie tot de werkingssfeer (ad. 4); en de actualiteit van de gegevens (ad. 5). Bestaande bronnen/bestanden Voor het uitgevoerde onderzoek, geef een beschrijving van: de gebruikte bronnen (ad. 2) de bronnen in relatie tot de werkingssfeer (ad. 4) de uitgevoerde correctie in de bronbestanden (ad. 4) de gehanteerde meeteenheid (ad. 3) A. Gedeeltelijke intrekking De representativiteit is een aantal stappen bepaald: 1. De eerste stap in de bepaling van de representativiteit is gezet door het koppelen van de ledenlijsten van de werkgeversorganisaties (georganiseerde werkgevers) aan het bestand van BPL registratie van de verplichtgestelde bedrijfstakregeling) en Colland (registratie van de algemeen verbindend verklaarde bedrijfstakregelingen). Dit onderzoek had betrekking op peildatum 1 september 2013 en is in eerste instantie uitgevoerd voor de cao Colland. De gekoppelde bedrijven zijn vervolgens als "georganiseerd" opgenomen in de administratie van alle bedrijfstakregelingen (incl. BPL). 2. De introductie van de regeling Piekarbeid in drie subsectoren betekent een gedeeltelijke intrekking van de verplichtstellingsbeschikking voor de subsectoren Glastuinbouw, Open teelten en Bloembollengroothandel. Dit is mogelijk omdat de sector van BPL weliswaar wordt beschouwd als één sector, maar daarbinnen zijn subsectoren zichtbaar. Alleen voor deze drie subsectoren is er een afzonderlijke regeling Piekarbeid waarbij werknemers in deze regeling uitgezonderd dienen te worden van de verplichtstelling. Aangezien in de cijfers van 1 september 2013 de Piekarbeiders nog niet voorkomen, zijn daarvoor in drie subsectoren waar het om gaat scenario's ontwikkeld. Deze zijn ook berekend uitgaande van deelnemers van BPL. 3. Voor het bepalen van de representativiteit is gebruik gemaakt van het op grond van de procedure onder "1" tot stand gekomen bestand met daarin alle bedrijven (georganiseerd en ongeorganiseerd) en dienstverbanden onder BPL. Daaruit is per verplicht aangesloten werkgever het aantal deelnemers aan BPL bepaald zodat hieruit de representativiteit kan worden berekend. Het voordeel hiervan is dat er geen verschillen kunnen ontstaan tussen grootheden in de noemer en de teller. Tevens hoeven bij deze werkwijze geen extrapolaties gemaakt te worden. Pagina 9 van 15

23 4. Dit bestand is vervolgens bewerkt voor de drie subsectoren waarbij uitsluitend is gekeken naar bij BPL aangesloten werkgevers en naar deelnemers binnen BPL per 1 september 2013 "alsof sprake zou zijn van Piekarbeid, inclusief twee alternatieven, genoemd "scenario A" en "scenario B". Voor nadere informatie zie het Word document "Gedeeltelijke intrekking verplichtstellingsbeschikking BPL i.v.m. Piekarbeid " met bijbehorende Excelsheet. 5. De werkingssfeer van de afzonderlijke bronnen is gelijk. In de vergelijking zijn vrijwillig aangesloten werkgevers niet meegenomen. Vrijgestelde werkgevers en werknemers zijn in de cijfers wél meegenomen. B. Uitbreiding 1. Behalve van gedeeltelijke intrekking van de verplichtstellingsbeschikking voor de drie subsectoren wegens Piekarbeid, is ook sprake van toetreding van een nieuwe subsector. Het gaat daarbij om de Groenten- en Fruitverwerkende industrie. 2. Uit de pensioenadministratie is een query gemaakt waaruit per verplicht en vrijwillig aangesloten werkgever het aantal werknemers per 1 juli 2014 blijkt. Deze gegevens zijn gelijk aan de werkingssfeer. De getallen zijn in aantal personen. Vervolgens is bij de (gedeeltelijk) gedispenseerde bedrijven een schriftelijke uitvraag gedaan naar het aantal werknemers dat onder de werkingssfeer van het bedrijfstakpensioenfonds valt. 3. De administratie van het fonds heeft verklaard dat er tussen 1 september 2013 en 1 juli 2014 geen noemenswaardige mutaties hebben voorgedaan. xd Indien gebruik is gemaakt van meerdere bestanden, geef een beschrijving van: de representativiteit van de bestanden (ad. 2) uitgevoerde correcties voor dubbeltellingen (ad. 2) de wijze van matching van bestanden (ad. 1) A. Gedeeltelijke intrekking De gegevens uit de pensioenadministratie zijn in overeenstemming met de verplichtstelling. De gegevens hebben betrekking op de natuurlijke persoon die op basis van een arbeidsovereenkomst in dienst is van de werkgever, met uitzondering van: 1. personen, die de leeftijd van 21 nog niet hebben bereikt; 2. personen, die de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt; 3. de directeur-grootaandeelhouder in de zin van de SV-wetgeving (regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder van 19 december 1997, Stct. 1997, 248). Van de verplichtstelling zijn tevens uitgezonderd personen, die - zodanig pensioen genieten - 65% of meer arbeidsongeschikt zijn in de zin van de WAO (Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering van 18 februari 1966, Stb. 84) of de WIA (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen van 10 november 2005, Stb. 572). Deze personen komen niet of vrijwel niet voor. In de bestandsvergelijking zijn de vrijgestelde werkgevers en werknemers wél meegenomen. De procedure is zodanig ingericht dat eventuele dubbeltellingen worden voorkomen van bedrijven die bij meerdere werkgeversorganisaties zijn aangesloten. De bestanden zijn gekoppeld door een extern bureau (Ecorys) door middel van SPSS. Pagina 10 van 15

24 B. Uitbreiding De gegevens uit de pensioenadministratie zijn overeenkomstig de verplichtstelling. Dat wil zeggen dat de volgende groepen buiten beschouwing zijn gelaten: a. degene, wiens functie is gewaardeerd met meer dan 194,5 punten ORBA; b. degene, die onderwijs geniet aan een instelling van dagonderwijs en als regel slechts arbeid verricht gedurende de perioden, waarin aan deze instellingen geen onderwijs wordt gegeven; c. directeur grootaandeelhouder in de zin van de Pensioenwet. d. werknemers jonger dan 21 jaar; Aan de (gedeeltelijk) gedispenseerde werkgevers is gevraagd om bij de opgave rekening te houden met bovengenoemde aspecten uit de verplichtstelling. Voor werkgevers met gedeeltelijke dispensatie is er rekening mee gehouden dat werknemers slechts één keer zijn geteld. Slulten de bronnen niet volledig aan bij de werkingssfeer, geef een beschrijving van: de correcties die zijn uitgevoerd (ad. 4) Niet van toepassing Onderzoek Is er aanvullend steekproefonderzoek uitgevoerd, bijvoorbeeld op basis van een enquête, geef een beschrijving van: de gehanteerde methodiek (ad. 1) het steekproefkader in relatie tot de werkingssfeer (ad. 1) de respons (ad. 1) de representativiteit van de steekproef (ad. 1) eventueel gebruik van aanvullende informatie (ad. 1) toegepaste berekeningen en schattingen (ad. 1 ) A. Gedeeltelijke intrekking Niet van toepassing B. Uitbreiding Alleen de gegevens van de gedispenseerden zijn niet afkomstig van de pensioenadministratie. Deze zijn verkregen door middel van een uitvraag bij de zes gedispenseerde werkgevers. Extrapolatie Indien onderzoeksgegevens middels andere bronnen zijn geëxtrapoleerd, geef een beschrijving van: de hiervoor gebruikte bronnen (ad. 2) de representativiteit van het verkregen bestand (ad. 2) de verschillen tussen de bronnen (ad. 2) eventueel uitgevoerde correcties (ad. 4) Niet van toepassing. Peildatum Pagina 11 van 15

25 xq Zijn gegevens gebruikt ouder dan een jaar, (terug)gerekend vanaf de datum van indiening van de aanvraag, geef een beschrijving van: de reden waarom het niet mogelijk is om gegevens van recenter datum te leveren (ad. 5) de aannemelijkheid dat sindsdien binnen de bedrijfstak geen grote fluctuaties in de genoemde aantallen zijn opgetreden. Indien wel sprake is van grote fluctuaties is aanvullend onderzoek of extrapolatie nodig (ad. 5) A. Gedeeltelijke intrekking De gegevens zijn van 1 september Overig Overige opmerkingen Niet van toepassing. TOELICHTING De door partijen bij een aanvraag tot (wijziging/intrekking van de) verplichtstelling van de deelname in een bpf aangeleverde representativiteitsgegevens dienen, ten behoeve van de beoordelingscriteria, te worden voorzien van een toelichting op de volgende punten: 1. De wijze waarop het onderzoek is uitgevoerd a. populatieonderzoëk b. steekproefonderzoek c. extrapolatie 2. De gebruikte bronnen voor het onderzoek a. uitgevoerde correcties 3. De wijze van meting a. aard van de gegevens 4. De relatie tot de werkingssfeer van de verplichtstelling a. uitgesloten werkzame personen b. vrijwillige aansluiting c. vrijgestelden d. deelnameleeftijd 5. De peildatum of de periode waarop de cijfers betrekking hebben ad 1 Gehanteerde onderzoeksmethode Het is noodzakelijk dat een beschrijving van de gehanteerde onderzoeksmethode wordt gegeven. Het gaat om de vraag hoe de gegevens zijn verzameld. Idealiter wordt er gebruik gemaakt van populatiebestanden, zowel voor werkgeversaantallen als aantallen werkzame personen. Indien geen populatiegegevens beschikbaar zijn, kan gebruik worden gemaakt van steekproefonderzoek. Het gebruik van steekproefgegevens vereist dat een toelichting wordt gegeven op de uitvoering van de enquête, de respons, de Pagina 12 van 15

26 representativiteit, verzamelde aanvullende informatie, uitgevoerde berekeningen en schattingen. Aandachtspunten::; Beschrijving van de gehanteerde onderzoeksmethode. Een beschrijving van de hierbij gebruikte bestanden. De manier waarop de steekpróef is getrokken (waarónder het gebruikte steekproefkader). De respons van de steekproef. De representatiyiteit ivan het steekproefonderzoek. Op bestanden toegepaste correcties ten opzichte van de populatie; Het gebruik van aanvullende informatie. De manier waarop berekeningen, schattingen en eventuele extrapolaties : zijn uitgevoerd. Het is niet zorgvuldig om het aantal werkzame personen van niet responderende bedrijven op nul tè schatten. Streef altijd naar de verkrijging van gegevens uit één bronbestand. Dit doet u door het bestand, waarin de gegeyens van de bij het bpf betrokken werkgevers zijn opgenomen, te matchen met het bestand waarin de totale aantallen werkgevers en wérkzame personen zijn opgenomen. Een nadere uitleg over de uitvoering van het matchen van bestanden is te vinden in het rapport Kwaliteit representativiteitsgegevens bij avv-verzoeken. Stand van Zaken 2008, eindrapport, p. 20 (zie de website onder achtereenvolgens: Actueel; Archief; 2008; Kwaliteit representativiteitsgegevens bij avv verzoeken 2008). ad 2 Gebruikte bronnen Een representativiteitsopgave moet een beschrijving bevatten vari: de gebruikte brónnen. Niet alle bronnen zijn even betrouwbaar. Ook zijn niët alle bronnen even volledig gegeven de werkingssfeer van de verplichtstelling. Inherent ;: hieraan is het gebruik van meerdere bronnen. Van belang is dat de gebruikte bronnen en de daarbij gehanteerde berekeningein goed worden beschreven. Aandachtspunten: Het is aan te bevelen zo min mogelijk bronnen te gebruiken. Worden gegevens uit verschillende bronnen gebruikt, dan vereist dit een toelichting op onderlinge vergelijkbaarheid waarbij aandacht nodig js voor dubbeltellingen, uitgesloten groepen werkzame personen en verschillen in meetmomenten. Gebruik van branche- of sectoronderzoek vereist een toelichting op de representativiteit van de gegevens. Aandacht vereist de periode waarin het onderzpek is gehouden, de onderzoeksmethode en de relatie tot de werkingssfeer. Ten aanzien van de igebruikte bronnen wordt aandacht gevraagd voor de vrijwillig aangesloten werkgevers, (gedeeltelijk) vrijgestelde werkgevers en de actualiteit van de gegevens. ad 3 Wijze van meting Uitgangspunt bij het berekenen van het representativiteitscijfer is dat de teller en de noemer worden uitgedrukt in dezelfde eenheid. Idealiter worden de teller en de noemer uitgedrukt in aantallen personen. Andere meeteenheden worden in principe afgeraden. Andere maatstaven die worden gebruikt om tot een berekening te komen van het aantal personen zijn de loonsom, aantal fte's of omzetgegevens. U dient dan wel aannemelijk te maken dat de gebruikte maatstaf een goede afspiegeling is van het aantal personen zodat geen sprake is van een systematische, eenzijdige vertekenirig van de representativiteitsgegevens. In geval van ftë als meeteenheid: móet aannemelijk worden gemaakt dat de parttimefactor van bij het bpf betrokken: werkgevers ten opzichte van door de verplichtstelling gebonden werkgevers vergelijkbaar is. Dit betreft; de eis van interne consistentie. Teller eo: noemer Pagina 13 van 15

27 moeten in dezelfde eenheid worden uitgedrukt en de peildata moeten vergelijkbaar zijn. Aandachtspunten: De wijze van meting moet dezelfde zijn voor teller en noemer. De eenheid moet gelijk zijn. Gegevens moeten ofwel standcijfers óf stroomcijfers zijn. De gegevens moeten zijn uitgedrukt in dezelfde eenheid. In de teller aantallen personen dan ook in de noemer aantallen personen gebruiken. Het gebruik van een andere meeteenheid dan aantallen personen vereist een gedegen toelichting op het gebruikte bestand en in hoeverre de gebruikte maatstaf een goede afspiegeling is van het aantal werkzame personen. ad 4 Relatie tot de werkingsfeer De representativiteitsopgave dient gerelateerd te zijn aan de werkingssfeer van het verplichtgestelde bpf. In de werkingssfeer uitgesloten categorieën werkzame personen moeten dan ook in de tellingen voor de representativiteitsopgave buiten beschouwing worden gelaten. Het is van belang dat daadwerkelijk gemeten wordt wat beoogd was. Het gaat hier om de validiteit van de gegevens. Aandachtspunten: Aandacht voor vrijwillig aangesloten werkgevers die in de representativiteitsopgave niet mogen worden meegenomen. De bronnen mogen niet vervuild zijn met werkzame personen die niet onder de werkingssfeer vallen. Hierbij kan gedacht worden aan bijvoorbeeld hoger personeel. In de tellingen moeten van de verplichte deelname in het bpf vrijgestelde werkgevers en hun werknemers wel worden meegerekend. Bestanden dienen -indien van toepassing- gecorrigeerd te worden voor jongeren die niet onder de werkingssfeer van de verplichtstelling vallen vanwege een ondergrens in de deelnameleeftijd. ad 5 Actualiteit van de cijfers Voor de representativiteitsopgave dient de datum of de periode waarop de cijfers betrekking hebben te worden vermeld. Als regel geldt dat gegevens, om te voldoen aan de eis van actualiteit, in beginsel niet ouder dan één jaar mogen zijn gerekend vanaf de datum van indiening van de aanvraag. Tevens geldt dat de verschillende peildata niet te ver uit elkaar moeten liggen, omdat anders de interne consistentie van de representativiteitsopgave in het geding is. Als uitgangspunt hierbij geldt dat de peildata niet meer dan één jaar uiteen mogen liggen. In geval de peildata te ver in het verleden liggen kunnen de gegevensbestanden op basis van de werkgelegenheidsontwikkeling in de branche worden geactualiseerd, oftewel geëxtrapoleerd. De marktontwikkelingen in het verleden vormen de basis om de huidige waarden met een zekere onzekerheidsmarge te voorspellen. Het is dan wel van belang om expliciet te vermelden op welke gegevens deze extrapolatie is gebaseerd en hoe die is uitgevoerd. De bestanden die hiervoor gebruikt worden moeten vergelijkbaar zijn naar bijvoorbeeld verhouding voltijders-deeltijders of de verhouding grote-kleine bedrijven. Aandachtspunten: «De actualiteit van de gebruikte gegevens. Deze mogen gerekend vanaf de datum van indiening van de aanvraag in beginsel niet ouder zijn dan 1 jaar. Indien de gebruikte gegevens ouder zijn, dient vermeld te worden waarom het niet mogelijk is om gegevens van recenter datum te leveren (zie ook aanvulling bij de vraag over actualiteit). Het toepassen van extrapolatie. Indien op basis van andere gegevensbronnen de gegevens voor de representativiteitsopgave zijn Pagina 14 van 15

28 geactualiseerd dient aangegeven te worden welke bronnen gebruikt zijn en op welke wijze voór onderlinge afwijkingen tussen de bronnen is gecorrigeerd. Een nadere uitleg:over de wijze van extrapoleren is te vinden in het rapport Kwaliteit representativiteitsgegevens bij avvverzoeken. Stand van Zaken 2008, eindrapport, p. 21 (zie de; website onder achtereenvolgens: Actueel; Archief; 2008; Kwalitèit representativiteitsgegevens bij avv verzoeken 2008 ). De peildatum dan wel de periode waarop de gegevens betrekking hebben. Pagina 15 vari 15 I

29 Representativiteit ten behoeve van gedeeltelijke intrekking yerplichtstellingsbeschikking BPL en wijziging cao Colland per 1 januan 2015 I.v.m. Piekarbeid en uitbreiding met subsector Groenten-en Fruitverwerkende Industrie De huidige verplichtstellingsbeschikking van BPL kent geen uitzonderingen vopr bepaalde categorieën werknemers. Dat betekent dat er ook voor de zogeheten "gelegenheidswerkers" (hierna GLW) geen uitzondering is. Volgens besluit van sociale partners is er echtergeen premieplicht voor de gelegenheidswerkers in BPL. Deze uitzondering is volgens het bestuur van BPL niet langer houdbaar en wordt naar verwachting beëindigd per Tjanuari Daarmee houdt de gelegenheidswerker op te bestaan. Aan het tegelijkertijd invoeren van een categorie "Piekarbeiders" waarvoor geen premiëplicht^, bestaat wordt gewerkt Over de definitie is overleg gevoerd; met het ministerie yap SZW. In alle bij BPL aangesloten subsectoren is de "piekarbeider" besproken. Er zijn drie subsectoren die behoefte hebben aan de "piekarbeider". Dat zijn de Open Teelten, Glastuinbouw en Bloembollengroothandel. Voor deze drie subsectoren is vopr deze specifieke grpep werknemers intrekking yan de verplichtstelling noodzakelijk.. :: Bij deze gedeeltelijke intrekking zijn cijfers nodig pver de gevolgen yopr de representativiteit in deze 3 subsectoren. De sector van BPL wordt beschpuwd als één sectpr waarbinnen subsectoren zichtbaar zijn. Voor de categorie piekarbeiders zijn nög geen ervaringsgegevens omdat de categorie nog niet bestaat. : Er zijn voor de drie subsectoren representativiteitscijfers en ervaringscijfers voor de categóriè gelegenheidswerkers per 1 september:2013. ;; Subsectoren Rep excl. Gelegenheidswerk Rep incl. Gelegenheidswerk Verschil Sector Glastuinbouw 1. aantal werkgevers aangesloten direct aan de CAO gebonden iaantal bij hen Jn dienst zijnde werknemers j totaal aantal werkgevers pnder de werkingssfeer van de CAO jtotaal aantal werknemers pnder de werkingssfeer van de CAO Representativiteitscijfer 65,43% 65,55% -0,11% Sector Open Teelten 1. ;jaantal werkgevers aangesloten direct aan de CAO gebonden iaantal bij hen indienst zijnde werknemers totaal aantal werkgevers onderde werkingssfeer van de CAO 'totaal aantal werknemers pnder de werkingssfeer van de CAO Representativiteitscijfer 60,44% 62,25% -1,81% Sector Groothandel in Bloembollen 1. {aantal werkgevers aangesloten direct aan de CAO gebonden iaantal bij hen in dienst zijnde werknemers totaal aantal werkgevers onder de werkingssfeer van de CAO totaal aantal werknemers pnder de werkingssfeer van de CAÖ Representativiteitsc i jf e r 81,14% 80,92% 0,23% 11. Om een "vertaling" te kunnen maken van Gelegenheidswerkers naar Piekarbeiders is een analyse gemaaktvan dè dienstverbanden per vanuit dè définitie van Piekarbeid. Pieikarbeid is: gedurende hetjaar gedurende maximaal 8 weken mpgelijk bij maximaal één werkgeyer. Ten ppzichte van gelegenheidswerk is daarom het aantal gelegenheidswerkers onderzocht met tbt op dat moment: méér dan één dienstverband in hetjaar. dienstverband(en) opgeteld met een totale duur langer dan 8 weken:

30

31 12. Vertaling van GLW naar Piekarbeid op : a) In totaal zijn er in drie genoemde subsectoren op gelegenheidswerkers werkzaam die op dat moment in totaal gedurende meer dan 8 weken een dienstverband hebben gehad. b) In totaal werken er in de drie genoemde subsectoren op gelegenheidswerkers die op dat moment al meerdere dienstverbanden hebben gehad. c) Bij de analyse blijkt dat alle gelegenheidswerkers die in totaal een opgeteld dienstverband hebben gehad van meer dan 8 weken hebben gehad, op één na ook meerdere gelegenheidswerk dienstverbanden hebben gehad. Daarom wordt in de berekening van het aantal potentiële extra piekarbeiders uitgegaan van deze laatste (grotere) groep. 13. De getallen van gelegenheidswerkers (GLW-ers) die vpidoen aan de nieuwe definitie Piekarbeid en de potentiële groep nieuwe piekarbeiders zijn in onderstaande tabel naast elkaar gezet voor de drie sectoren. Voor BPL gaat het uiteraard alleen om diegenen die voldoen aan de eisen om deelnemer te kunnen zijn. Voor de toekpmstigè Piekarbeiders gaat het daarbij om de leeftijdsgroep 21 t/m 66 jaar. Anderen zijn uitgezonderd. Van deze werknemers is op grond van de administratie bekend ofzij op 1 september 2013 in , 17, 18 Subsector GLW-ers die voldoen aan "Piekarbeid" Meerdere dvb GLW en dus geen Piekarbeid. Daarmee potentiële extra piekarbeiders of andere werknemer Gelijk aan vorige kolom maar 21 t/m 66 iaar Daarvan: Extra werknemer bij georganiseerde werkgevers (scenario 14.c/ 15.a) Daarvan: Extra bij ongeorganiseerde werkgevers (scenario 14.c / 15.a) Glastuinbouw Open Teelten Bloembollengrthl Onbekend is hoe wer kgevers zullen reageren op het vervallen van premievrijstelling onder de regeling Piekarbeid voor gelegenheidsarbeiders die niet meer voldoen aan de definitie piekarbeid. Daarvoor zijn 3 scenario's denkbaar: a) Er worden nieuwe werknemers gevonden die als piekarbeider ingezet kunnen worden. b) Er wprden uitzendkrachten ingezet. c) Er werden "reguliere dienstverbanden" gesloten. Bij de scenario's a en b blijft de medewerker buiten de werkingssfeer zodat er ten opzichte van de tabel bij punt 10 geen aanvullende gevolgen zijn voor de representativiteit. Dat betekent dat daarbij uitgegaan kan worden van het representativiteitscijfer "exclusief gelegenheidswerk" De invloed op de representativiteit van scenario c. is afhankelijk van de individuele keuze van de werkgever en van de vraag of het een georganiseerde of ongeorganiseerde werkgever betreft. De uitersten van de invloed van scenario c. zijn: a) Alleen georganiseerde werkgevers zetten reguliere dienstverbanden in en de ongeprganiseerde werkgevers zetten geen reguliere dienstverbanden in ter vervanging. b) Alleen pngeprganiseerde werkgevers zetten reguliere dienstverbanden in en de geprganiseerde werkgevers zetten geen reguliere dienstverbanden in ter vervanging. Vppr de uitersten beschreven pnder 15 zijn de cijfers berekend in een tabel pp de volgende pagina. Voor BPL is echter de invloed van belang op het totaalcijfer. Daarbij zijn de volgende stappen gezet: Vertrek: Representativiteit bij verplichtstelling 2013 Min: Representativiteit van de drie subsectoren binnen de verplichtstelling 2013 Geeft: Representativiteit verplichtstelling 2013 zónder deze drie subsectoren Plus: Cijfers voor representativiteit van de drie subsectoren in situatie Piekarbeid per NB. Los van Piekarbeid is ook sprake van uitbreiding werkingssfeer door toetreding van de Groenten- en Fruitverwerkende industrie. Plus: Cijfers voor representativiteit in de Groenten- en Fruitvenfl/erkende Industrie Geeft: Representativiteit na gedeeltelijke intrekking verplichtstelling voor deze drie subsectoren en uitbreiding met Groenten- en Fruitverwerkende industrie. Voor berekeningen zie afzonderlijk Excelsheet. In de nieuwe situatie waarbij geen sprake meer is van gelegenheidswerkers maar van piekarbeiders die uitgesloten zijn van de verplichtstelling van BPL worden de representativiteitscijfers

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 2712 1 februari 2013 Bekendmaking wijziging van de verplichtstelling tot deelneming in het bedrijfstakpensioenfonds voor

Nadere informatie

STAATSCOURANT. Nr. 37629

STAATSCOURANT. Nr. 37629 STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 37629 22 december 2014 Besluit van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid tot wijziging en gedeeltelijke

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 41695 3 augustus 2016 Besluit van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid tot wijziging en gedeeltelijke

Nadere informatie

STAATSCOURANT. Nr

STAATSCOURANT. Nr STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 25021 1 mei 2017 Besluit van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid tot wijziging en gedeeltelijke intrekking

Nadere informatie

Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw

Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving Tav. de heer Mr. M.H.M, van der Goes Postbus 90801 2509 LV Den

Nadere informatie

Beirijfspensio.enfonis

Beirijfspensio.enfonis Beirijfspensio.enfonis voor Hierbij verzoeken wij u namens de volgende representatieve organisaties de verplichtstelling van het Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw. (BPL) aan te passen: Van werkgeverszijde:

Nadere informatie

Sector 1. Agrocultuur

Sector 1. Agrocultuur Sector 1. Agrocultuur Subsector 1.1. Landbouw CAO-Branche 1.1.1. Bedrijfsverzorgingsdiensten voor land- en tuinbouw Aantal CAO- Werknemers 1 juli 2010 t/m 30 juni 2012. Werknemers in dienst van: bedrijfsverzorgingsdiensten,

Nadere informatie

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR DE AGRARISCHE EN AANVERWANTE SECTOREN INZAKE SOCIAAL FONDS COLLAND ARBEIDSMARKT (CAO COLLAND)

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR DE AGRARISCHE EN AANVERWANTE SECTOREN INZAKE SOCIAAL FONDS COLLAND ARBEIDSMARKT (CAO COLLAND) COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR DE AGRARISCHE EN AANVERWANTE SECTOREN INZAKE SOCIAAL FONDS COLLAND ARBEIDSMARKT (CAO COLLAND) 1 juli 2014 TOT EN MET 30 juni 2019 Incl. 6 e TTW 24 oktober 2017 Cao

Nadere informatie

stichting bedrijfstakpensioenfonds voor de schoenmakerij

stichting bedrijfstakpensioenfonds voor de schoenmakerij stichting bedrijfstakpensioenfonds voor de schoenmakerij Ministerie van Sociale Zaken én Werkgelegenheid tav mw. mr. P.L.J. van Delft ' Postbus 90801 2509 LV DEN HAAG behandeld door M. Bruijniks onderwerp

Nadere informatie

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Zeevisserij

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Zeevisserij Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Zeevisserij Ministerie van Sociale Zaken en Werkgeiegenheid Directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving Directie UAW afdeling CAV T.a.v. Mw. Mr. P.L.C. van

Nadere informatie

Volledige Intrekking verpllchtstelling BPF Vlakglas 26 augustus 2015

Volledige Intrekking verpllchtstelling BPF Vlakglas 26 augustus 2015 [N1T AN1 EN 2 6AUG. 2015 Stichting BedriJfstakpenslMnfa ids voor de Groothandel in Vlakglas, de Groothandel in ^ erf, het Glasbewerkingsen het Glazeniersbedrijf l\/linisterie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Praktische handreiking voor het opstellen van een representativiteitsopgave

Praktische handreiking voor het opstellen van een representativiteitsopgave Praktische handreiking voor het opstellen van een representativiteitsopgave 1. Inleiding De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kan op aanvraag van het georganiseerde bedrijfsleven binnen een

Nadere informatie

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR DE AGRARISCHE EN AANVERWANTE SECTOREN INZAKE SOCIAAL FONDS COLLAND ARBEIDSMARKTBELEID (CAO COLLAND)

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR DE AGRARISCHE EN AANVERWANTE SECTOREN INZAKE SOCIAAL FONDS COLLAND ARBEIDSMARKTBELEID (CAO COLLAND) COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR DE AGRARISCHE EN AANVERWANTE SECTOREN INZAKE SOCIAAL FONDS COLLAND ARBEIDSMARKTBELEID (CAO COLLAND) 1 juli 2010 tot en met 30 juni 2015 1 Tussen - De Vereniging Cultuurtechnische

Nadere informatie

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST INZAKE AANVULLING UITKERING OUDERE WERKNEMER AGRARISCHE SECTOREN KORTWEG CAO SUWAS-II

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST INZAKE AANVULLING UITKERING OUDERE WERKNEMER AGRARISCHE SECTOREN KORTWEG CAO SUWAS-II COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST INZAKE AANVULLING UITKERING OUDERE WERKNEMER AGRARISCHE SECTOREN KORTWEG CAO SUWAS-II 1 JANUARI 2015 TOT EN MET 31 DECEMBER 2017 2016 Actor Bureau voor sectoradvies Niets

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID BESLUIT VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID VAN 24 APRIL 2007 TOT WIJZIGING VAN HET BESLUIT TOT ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN

Nadere informatie

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR DE AGRARISCHE EN AANVERWANTE SECTOREN INZAKE SOCIAAL FONDS COLLAND ARBEIDSMARKTBELEID (CAO COLLAND) 2006 / 2010

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR DE AGRARISCHE EN AANVERWANTE SECTOREN INZAKE SOCIAAL FONDS COLLAND ARBEIDSMARKTBELEID (CAO COLLAND) 2006 / 2010 COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR DE AGRARISCHE EN AANVERWANTE SECTOREN INZAKE SOCIAAL FONDS COLLAND ARBEIDSMARKTBELEID (CAO COLLAND) 2006 / 2010 inclusief wijzigingen met ingang van 1 september 2009

Nadere informatie

Praktische handreiking voor het opstellen van de representativiteitsopgave bij aanvragen i.h.k.v. de Wet verplichte beroepspensioenregeling (WVB)

Praktische handreiking voor het opstellen van de representativiteitsopgave bij aanvragen i.h.k.v. de Wet verplichte beroepspensioenregeling (WVB) Praktische handreiking voor het opstellen van de representativiteitsopgave bij aanvragen i.h.k.v. de Wet verplichte beroepspensioenregeling (WVB) 1. Inleiding De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR DE AGRARISCHE EN AANVERWANTE SECTOREN INZAKE SOCIAAL FONDS COLLAND ARBEIDSMARKT (CAO COLLAND)

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR DE AGRARISCHE EN AANVERWANTE SECTOREN INZAKE SOCIAAL FONDS COLLAND ARBEIDSMARKT (CAO COLLAND) COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR DE AGRARISCHE EN AANVERWANTE SECTOREN INZAKE SOCIAAL FONDS COLLAND ARBEIDSMARKT (CAO COLLAND) 1 juli 2014 tot en met 30 juni 2019 20140384aN - CAO Colland 1 juli 2014

Nadere informatie

Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw

Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw Ministerie van SZW Directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving Ter attentie van mevrouw mr. drs. M.A.W. Holla Postbus 90801 2509 LV Den Haag behandeld door

Nadere informatie

STATUTEN. Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw

STATUTEN. Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw STATUTEN Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw Concept - BPL Statuten 1 januari 2015 HOOFDSTUK I Algemene bepalingen Artikel 1 - Naam en zetel 1. De stichting is genaamd: Stichting Bedrijfspensioenfonds

Nadere informatie

men fticsa Doorkiesnummer Ons kenmerk Datum 06-22041907 wijz.verpl/856/pb 14 augustus 2014

men fticsa Doorkiesnummer Ons kenmerk Datum 06-22041907 wijz.verpl/856/pb 14 augustus 2014 w n f r p I men fticsa Ministerie van Sociaie Zaken en Werkgelegenheid Directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoonwaardenwetgeving Postbus 90801 2509 LV 's-gravenhage Behandeld door M.M.G. Thomassen Doorkiesnummer

Nadere informatie

4ts] INRETAIL. Va km ense

4ts] INRETAIL. Va km ense 4ts] Va km ense INRETAIL Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving Postbus 90801 2509 LV DEN HAAG Betreft: intrekking verplichtstelling Pensioenfonds

Nadere informatie

Uitkeringsreglement Vergoeding kosten voor de opleiding T-rijbewijs voor BBL en BOL leerlingen GGI

Uitkeringsreglement Vergoeding kosten voor de opleiding T-rijbewijs voor BBL en BOL leerlingen GGI Uitkeringsreglement Vergoeding kosten voor de opleiding T-rijbewijs voor BBL en BOL leerlingen GGI Dit reglement is met ingang van schooljaar 2016/2017 (1 augustus 2016) van toepassing op de sector Land-

Nadere informatie

Aanvraag tot wijziging van de verplichtstelling tot deelneming in de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Beroepsvervoer over de Weg

Aanvraag tot wijziging van de verplichtstelling tot deelneming in de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Beroepsvervoer over de Weg Aanvraag tot wijziging van de verplichtstelling tot deelneming in de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Beroepsvervoer over de Weg Excellentie, De hierna genoemde representatieve organisaties

Nadere informatie

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR DE AGRARISCHE EN AANVERWANTE SECTOREN INZAKE SOCIAAL FONDS COLLAND ARBEIDSMARKT (CAO COLLAND)

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR DE AGRARISCHE EN AANVERWANTE SECTOREN INZAKE SOCIAAL FONDS COLLAND ARBEIDSMARKT (CAO COLLAND) COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR DE AGRARISCHE EN AANVERWANTE SECTOREN INZAKE SOCIAAL FONDS COLLAND ARBEIDSMARKT (CAO COLLAND) 1 juli 2014 tot en met 30 juni 2019 20150315Nb - CAO Colland 1 juli 2014

Nadere informatie

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR DE AGRARISCHE EN AANVERWANTE SECTOREN INZAKE SOCIAAL FONDS COLLAND ARBEIDSMARKTBELEID (CAO COLLAND)

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR DE AGRARISCHE EN AANVERWANTE SECTOREN INZAKE SOCIAAL FONDS COLLAND ARBEIDSMARKTBELEID (CAO COLLAND) COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR DE AGRARISCHE EN AANVERWANTE SECTOREN INZAKE SOCIAAL FONDS COLLAND ARBEIDSMARKTBELEID (CAO COLLAND) 1 Tussen - De Vereniging Cultuurtechnische werken en Grondverzet,

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID BESLUIT VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID VAN 17 DECEMBER 2008 TOT ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST

Nadere informatie

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR DE AGRARISCHE EN AANVERWANTE SECTOREN INZAKE SOCIAAL FONDS COLLAND ARBEIDSMARKT (CAO COLLAND)

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR DE AGRARISCHE EN AANVERWANTE SECTOREN INZAKE SOCIAAL FONDS COLLAND ARBEIDSMARKT (CAO COLLAND) COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR DE AGRARISCHE EN AANVERWANTE SECTOREN INZAKE SOCIAAL FONDS COLLAND ARBEIDSMARKT (CAO COLLAND) 1 juli 2014 tot en met 30 juni 2019 Inclusief 3e TTW per 1 januari 2017

Nadere informatie

pagina 1 20 aan Sectorcommissie Bedrijfsverzorgingsdiensten onderwerp Factsheet Bedrijfsverzorgingsdiensten 2011 Documentnummer N

pagina 1 20 aan Sectorcommissie Bedrijfsverzorgingsdiensten onderwerp Factsheet Bedrijfsverzorgingsdiensten 2011 Documentnummer N pagina 1 20 aan Sectorcommissie Bedrijfsverzorgingsdiensten onderwerp Factsheet Bedrijfsverzorgingsdiensten 2011 Documentnummer 20130221N van Judith Terwijn datum 22 april 2013 Inleiding Het Colland Bestuursbureau

Nadere informatie

Actuariële en bedrijfstechnische nota

Actuariële en bedrijfstechnische nota Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw Actuariële en bedrijfstechnische nota Dit is een uitgave van Bestuursbureau BPL in opdracht van het bestuur van BPL Datum September 2015 Inhoudsopgave 1.

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 225 24 januari 2019 Private Aanvulling WW en WGA-sector Agrarisch, groen en visserij Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen,

Nadere informatie

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR DE AGRARISCHE EN AANVERWANTE SECTOREN INZAKE SOCIAAL FONDS COLLAND ARBEIDSMARKTBELEID (CAO COLLAND)

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR DE AGRARISCHE EN AANVERWANTE SECTOREN INZAKE SOCIAAL FONDS COLLAND ARBEIDSMARKTBELEID (CAO COLLAND) COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR DE AGRARISCHE EN AANVERWANTE SECTOREN INZAKE SOCIAAL FONDS COLLAND ARBEIDSMARKTBELEID (CAO COLLAND) 1 juli 2010 tot en met 30 juni 2015 1 Tussen - De Vereniging Cultuurtechnische

Nadere informatie

Handleiding regeling Piekarbeid

Handleiding regeling Piekarbeid Handleiding regeling Piekarbeid Bedrijfspensioenfonds Versie 19 december 2014 0. Handleiding regeling Piekarbeid 1. Inleiding In deze handleiding leest u uitleg over de toepassing van de regeling Piekarbeid

Nadere informatie

Praktische handreiking voor het opstellen van een representativiteitopgave

Praktische handreiking voor het opstellen van een representativiteitopgave Praktische handreiking voor het opstellen van een representativiteitopgave 1. Inleiding Nadat werkgevers- en werknemersorganisaties in een sector een cao hebben afgesloten, kunnen zij de Minister van Sociale

Nadere informatie

pagina 1 25 aan Sectorcommissie Loonwerk onderwerp Factsheet Loonwerk 2011 Documentnummer Na datum 29 oktober 2012 van Judith Terwijn

pagina 1 25 aan Sectorcommissie Loonwerk onderwerp Factsheet Loonwerk 2011 Documentnummer Na datum 29 oktober 2012 van Judith Terwijn pagina 1 25 aan Sectorcommissie Loonwerk onderwerp Factsheet Loonwerk 2011 Documentnummer 20120679Na van Judith Terwijn datum 29 oktober 2012 Inleiding Het Colland Bestuursbureau voert jaarlijks een arbeidsmarktonderzoek

Nadere informatie

Statuten. Versie: 22 december 2017

Statuten. Versie: 22 december 2017 Statuten Versie: 22 december 2017 Inhoudsopgave Hoofdstuk I Algemene bepalingen... 4 Artikel 1 - Naam en zetel... 4 Artikel 2 Begripsbepalingen... 4 Artikel 3 - Doel... 5 Artikel 4 - Middelen... 5 Artikel

Nadere informatie

Statuten Versie: 21 juni 2019

Statuten Versie: 21 juni 2019 Statuten Versie: 21 juni 2019 Inhoudsopgave HOOFDSTUK I Algemene bepalingen... 4 Artikel 1 Naam en zetel... 4 Artikel 2 Begripsbepalingen... 4 Artikel 3 Doel... 5 Artikel 4 Middelen... 5 Artikel 5 Werkingssfeer...

Nadere informatie

Statuten Versie: 1 januari 2019

Statuten Versie: 1 januari 2019 Statuten Versie: 1 januari 2019 Inhoudsopgave Hoofdstuk I Algemene bepalingen... 4 Artikel 1 - Naam en zetel... 4 Artikel 2 Begripsbepalingen... 4 Artikel 3 - Doel... 5 Artikel 4 - Middelen... 5 Artikel

Nadere informatie

pagina 1 18 aan Sectorcommissie Paddenstoelen onderwerp Factsheet Paddenstoelen 2010 Documentnummer N datum 21 februari 2012

pagina 1 18 aan Sectorcommissie Paddenstoelen onderwerp Factsheet Paddenstoelen 2010 Documentnummer N datum 21 februari 2012 pagina 1 18 aan Sectorcommissie Paddenstoelen onderwerp Factsheet Paddenstoelen 2010 Documentnummer 20120140N van Daniella van der Veen datum 21 februari 2012 Inleiding Het Colland Bestuursbureau voert

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 9316 16 juni 2010 Agrarische en Aanverwante Sectoren Sociaal Fonds Colland Arbeidsmarktbeleid 2010/2015 Verbindendverklaring

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Agrarische en aanverwante sectoren Sociaal Fonds Colland Arbeidsmarktbeleid 2006/2010 Verbindendverklaring CAO-bepalingen MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID BESLUIT VAN DE MINISTER VAN SOCIALE

Nadere informatie

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR DE AGRARISCHE EN AANVERWANTE SECTOREN INZAKE SOCIAAL FONDS COLLAND ARBEIDSMARKT (CAO COLLAND)

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR DE AGRARISCHE EN AANVERWANTE SECTOREN INZAKE SOCIAAL FONDS COLLAND ARBEIDSMARKT (CAO COLLAND) COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR DE AGRARISCHE EN AANVERWANTE SECTOREN INZAKE SOCIAAL FONDS COLLAND ARBEIDSMARKT (CAO COLLAND) 1 juli 2014 TOT EN MET 30 juni 2019 Incl. 6 e TTW 24 oktober 2017 Cao

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID BESLUIT VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID VAN 28 APRIL 2005 TOT ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST

Nadere informatie

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR DE AGRARISCHE EN AANVERWANTE SECTOREN INZAKE SOCIAAL FONDS COLLAND ARBEIDSMARKT (CAO COLLAND)

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR DE AGRARISCHE EN AANVERWANTE SECTOREN INZAKE SOCIAAL FONDS COLLAND ARBEIDSMARKT (CAO COLLAND) COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR DE AGRARISCHE EN AANVERWANTE SECTOREN INZAKE SOCIAAL FONDS COLLAND ARBEIDSMARKT (CAO COLLAND) 1 juli 2014 tot en met 30 juni 2019 Inclusief TTW per 1 juli 2016 CAO

Nadere informatie

Lonen en vergoedingen

Lonen en vergoedingen VERSIE: OpTe171218 VERVANGT VERSIE: OpTe161227 Lonen en vergoedingen Cao Open Teelten Per 1 januari 2018 TOELICHTING OP DE CAO-LOONTABELLEN Nieuw loongebouw en loonsverhogingen Per 1 juli 2007 is een nieuw

Nadere informatie

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST INZAKE AANVULLING UITKERING OUDERE WERKNEMER AGRARISCHE SECTOREN KORTWEG CAO SUWAS-II

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST INZAKE AANVULLING UITKERING OUDERE WERKNEMER AGRARISCHE SECTOREN KORTWEG CAO SUWAS-II COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST INZAKE AANVULLING UITKERING OUDERE WERKNEMER AGRARISCHE SECTOREN KORTWEG CAO SUWAS-II 1 JANUARI 2010 TOT EN MET 31 DECEMBER 2014 --\\-- 2011 Actor Bureau voor sectoradvies

Nadere informatie

STICHTING UITTREDEN IN DE HOUTVERWERKENDE INDUSTRIE

STICHTING UITTREDEN IN DE HOUTVERWERKENDE INDUSTRIE STICHTING UITTREDEN IN DE HOUTVERWERKENDE INDUSTRIE Secretariaat: Reitseplein 8, Tilburg - Correspondentieadres: Postbus 90154-5000 LG Tilburg Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid afdeling uitvoeringstaken

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 55449 18 november 2016 Agrarische en Aanverwante Sectoren Sociaal Fonds Colland Arbeidsmarkt 2016/2019 Verbindendverklaring

Nadere informatie

pagina 1 18 onderwerp Factsheet Loonwerk 2010 aan Sectorcommissie Loonwerk Documentnummer 20111098N datum 29 november 2011 van Daniella van der Veen

pagina 1 18 onderwerp Factsheet Loonwerk 2010 aan Sectorcommissie Loonwerk Documentnummer 20111098N datum 29 november 2011 van Daniella van der Veen pagina 1 18 aan Sectorcommissie Loonwerk onderwerp Factsheet Loonwerk 2010 Documentnummer 20111098N van Daniella van der Veen datum 29 november 2011 Inleiding Het Colland Bestuursbureau voert jaarlijks

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 44627 4 oktober 2018 Landbouwwerktuigen Exploiterende Ondernemingen 2018/2019 Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen

Nadere informatie

Lonen en vergoedingen

Lonen en vergoedingen VERSIE: OpTe141223 VERVANGT VERSIE: OpTe131216 Lonen en vergoedingen Cao Open Teelten Per 1 januari 2015 TOELICHTING OP DE CAO-LOONTABELLEN Nieuw loongebouw en loonsverhogingen Per 1 juli 2007 is een nieuw

Nadere informatie

Factsheet Groothandel in Bloembollen Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013

Factsheet Groothandel in Bloembollen Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013 Factsheet Groothandel in Bloembollen 2014 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013 Colland Bestuursbureau, 31 oktober 2014 Pagina 2 27 Inhoudsopgave Toelichting

Nadere informatie

Premie-overzicht. voor de sector Agrarisch Bedrijf

Premie-overzicht. voor de sector Agrarisch Bedrijf Premie-overzicht voor de sector Agrarisch Bedrijf 2006 2008 Premie-overzicht 2008 Colland Premiepercentages % Dagloon Premieloon/jaar totaal werkgever werknemer maximum ( ) maximum ( ) 1 Pensioen Colland

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 15783 13 april 2017 Sociaal Fonds Colland Arbeidsmarktbeleid Verbindendverklaring gewijzigde cao-bepalingen MINISTERIE

Nadere informatie

Factsheet Open teelten Landbouw Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013

Factsheet Open teelten Landbouw Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013 Factsheet Open teelten Landbouw 2014 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013 Colland Bestuursbureau, 14 oktober 2014 Pagina 2 27 Inhoudsopgave Toelichting

Nadere informatie

11 juli 2017 BAV Verzoek tot gedeeltelijke intrekking en wijziging van de verplichtstelling Sport. M.E.C. Boumans (030)

11 juli 2017 BAV Verzoek tot gedeeltelijke intrekking en wijziging van de verplichtstelling Sport. M.E.C. Boumans (030) Aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving T.a.v. mevrouw B. Tukus-Kara (afd. CAV) Postbus 90801 2509 LV DEN HAAG tevens via email: BTukus@MINSZW.NL

Nadere informatie

Premie-overzicht 2005 voor de Sector Agrarisch Bedrijf

Premie-overzicht 2005 voor de Sector Agrarisch Bedrijf Premie-overzicht 2005 voor de Sector Agrarisch Bedrijf Premie-overzicht 2005 Colland Premie Premiepercentages % Dagloon Premieloon/jaar totaal werkgever werknemer maximum ( ) maximum ( ) 1 Pensioen Colland

Nadere informatie

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST SMINK (CAO-SMINK) VOOR DE PERIODE VAN 1 APRIL 2010 TOT EN MET 1 JANUARI 2012

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST SMINK (CAO-SMINK) VOOR DE PERIODE VAN 1 APRIL 2010 TOT EN MET 1 JANUARI 2012 COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST SMINK (CAO-SMINK) VOOR DE PERIODE VAN 1 APRIL 2010 TOT EN MET 1 JANUARI 2012 Deze CAO is afgesloten tussen: - Smink Afvalverwerking B.V. te Hoogland, - de Vereniging Cultuurtechnische

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 20164 22 december 2009 Agrarische en Aanverwante Sectoren Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen MINISTERIE VAN

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 23393 18 mei 2018 Glastuinbouw 2018 Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Nadere informatie

Gelegenheidswerk. Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw. Stichting tot Uittreding Werknemers Agrarische Sector (SUWAS I)

Gelegenheidswerk. Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw. Stichting tot Uittreding Werknemers Agrarische Sector (SUWAS I) Gelegenheidswerk 1 Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw Stichting tot Uittreding Werknemers Agrarische Sector (SUWAS I) Stichting uitvoering WW-aanvulling agrarische sectoren (SUWAS II) Stichting

Nadere informatie

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST SMINK (CAO-SMINK) VOOR DE PERIODE VAN 1 JULI 2013 TOT EN MET 30 JUNI 2014

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST SMINK (CAO-SMINK) VOOR DE PERIODE VAN 1 JULI 2013 TOT EN MET 30 JUNI 2014 COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST SMINK (CAO-SMINK) VOOR DE PERIODE VAN 1 JULI 2013 TOT EN MET 30 JUNI 2014 Deze CAO is afgesloten tussen: - Smink Afvalverwerking B.V. te Hoogland, - de Vereniging Cultuurtechnische

Nadere informatie

Bekendmaking verzoek tot wijziging verplichtstelling tot deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds MINISTERIE VAN SOGIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Bekendmaking verzoek tot wijziging verplichtstelling tot deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds MINISTERIE VAN SOGIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Bekendmaking verzoek tot wijziging verplichtstelling tot deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds MINISTERIE VAN SOGIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID BEKENDMAKING VERZOEK TOT WIJZIGING VERPLICHTSTELLING

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 47895 27 augustus 2018 Besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid tot wijziging van de verplichtstelling

Nadere informatie

Factsheet Loonwerk Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013

Factsheet Loonwerk Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013 Factsheet Loonwerk 2014 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013 Colland Bestuursbureau, 29 oktober 2014 Pagina 2 27 Inhoudsopgave Toelichting 3 Samenvatting

Nadere informatie

Factsheet Bos en Natuur Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt 2013

Factsheet Bos en Natuur Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt 2013 Factsheet Bos en Natuur 2014 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt 2013 Colland Bestuursbureau, 8 december 2014 Pagina 2 27 Inhoudsopgave Toelichting 3 Samenvatting

Nadere informatie

Premie-overzicht. voor de sector Agrarisch Bedrijf

Premie-overzicht. voor de sector Agrarisch Bedrijf Premie-overzicht voor de sector Agrarisch Bedrijf 2006 Premie-overzicht 2006 Colland Premiepercentages % Dagloon Premieloon/jaar totaal werkgever werknemer maximum ( ) maximum ( ) 1 Pensioen Colland Pensioen

Nadere informatie

Gelegenheidswerk. Een handleiding

Gelegenheidswerk. Een handleiding Gelegenheidswerk Een handleiding Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw Stichting tot Uittreding Werknemers Agrarische Sector (SUWAS I) Stichting uitvoering WW-aanvulling agrarische sectoren

Nadere informatie

Bureau voor sectoradvics

Bureau voor sectoradvics Bureau voor sectoradvics Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoonwaardenwetgeving T.a.v. de heer mr. M.H.M. van der Goes: Postbus 90801 2509 LV's-Gravenhage

Nadere informatie

. Partijen bij deze cao zijn: Van werkgeverszijde: Koninklijke Handelsbond voor Boomkwekerij- en Bolproducten (Anthos) te Hillegom,

. Partijen bij deze cao zijn: Van werkgeverszijde: Koninklijke Handelsbond voor Boomkwekerij- en Bolproducten (Anthos) te Hillegom, Retouradres: Stationsweg 1, 3445 AA Woerden Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving T.a.v. de heer mr. M.H.M. van der Goes Postbus 90801 2509

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID I SZW Nr. 8298 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 18-07-1995, nr. 136 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST

Nadere informatie

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST SMINK (CAO-SMINK) VOOR DE PERIODE VAN 1 JANUARI 2004 TOT EN MET 31 DECEMBER 2008

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST SMINK (CAO-SMINK) VOOR DE PERIODE VAN 1 JANUARI 2004 TOT EN MET 31 DECEMBER 2008 COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST SMINK (CAO-SMINK) VOOR DE PERIODE VAN 1 JANUARI 2004 TOT EN MET 31 DECEMBER 2008 1 Deze CAO is afgesloten tussen: - Smink Afvalverwerking B.V. te Hoogland, - de Vereniging

Nadere informatie

Gelegenheidswerk. Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw. Een handleiding

Gelegenheidswerk. Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw. Een handleiding Gelegenheidswerk Een handleiding Stichting Bedrijfspensioenfonds Stichting tot Uittreding Werknemers Agrarische Sector (SUWAS I) Stichting uitvoering WW-aanvulling agrarische sectoren (SUWAS II) Stichting

Nadere informatie

Dit verzoek ontvangt u via het online loket van SZW (pensioenonline) en via .

Dit verzoek ontvangt u via het online loket van SZW (pensioenonline) en via  . Datum 5 april 2018 Aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving T.a.v. mevrouw P. van Delft (afd. CAV) Postbus 90801 2509 LV DEN HAAG tevens

Nadere informatie

Factsheet Varkensverbetering 2016

Factsheet Varkensverbetering 2016 Factsheet Varkensverbetering 2016 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2015 Colland Bestuursbureau, 26 oktober 2016 1609-0530 Pagina 2 33 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Factsheet Groothandel in Bloembollen Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt

Factsheet Groothandel in Bloembollen Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt Factsheet Groothandel in Bloembollen 2013 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt Colland Bestuursbureau, 5 februari 2014 Pagina 2 26 Inhoudsopgave Toelichting

Nadere informatie

Factsheet Loonwerk 2015 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2014

Factsheet Loonwerk 2015 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2014 Factsheet Loonwerk 2015 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2014 Colland Bestuursbureau, 2 februari 2016 1602-0794 Pagina 2 28 Inhoudsopgave Toelichting

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID BESLUIT VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID VAN 16 DECEMBER 2008 TOT ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST

Nadere informatie

Behandeld door: Doorkiesnummer: ;

Behandeld door: Doorkiesnummer:  ; GROOTHANDEL IN LEVENSMIDDELEN STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS,vooR DE GROOTHANDEL IN LEVENSMIDDELEN Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid t,a,v, mevrouw C, van Delft ^ Directie UAW, Afdeling

Nadere informatie

Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw. Actuariële en bedrijfstechnische nota

Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw. Actuariële en bedrijfstechnische nota Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw Actuariële en bedrijfstechnische nota Dit is een uitgave van Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw Versie april 2014 Inhoudsopgave 1. Inleiding

Nadere informatie

19. REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019

19. REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019 19. REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019 Artikel 1 a Toepassing Dit reglement is van toepassing op de Groothandel in Bloembollen zoals bedoeld in artikel 1 sub C. lid 2 cao Colland.

Nadere informatie

REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019

REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019 REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019 Artikel 1 a Toepassing Dit reglement is van toepassing op de Groothandel in Bloembollen zoals bedoeld in artikel 1 sub C. lid 2 cao Colland en

Nadere informatie

Besluit aanmelding van collectieve arbeidsovereenkomsten en het aanvragen van algemeen verbindend verklaring

Besluit aanmelding van collectieve arbeidsovereenkomsten en het aanvragen van algemeen verbindend verklaring (Tekst geldend vanaf: 10-01-2012) Besluit aanmelding van collectieve arbeidsovereenkomsten en het aanvragen van algemeen verbindend verklaring De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; Gelet op

Nadere informatie

Premie-overzicht. voor de sector Agrarisch Bedrijf

Premie-overzicht. voor de sector Agrarisch Bedrijf Premie-overzicht voor de sector Agrarisch Bedrijf 2006 2007 Premie-overzicht 2007 Colland Premiepercentages % Dagloon Premieloon/jaar totaal werkgever werknemer maximum ( ) maximum ( ) 1 Pensioen Colland

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 706 31 januari 2018 Metaal en Techniek Goud- en Zilvernijverheid 2018/2019 Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen

Nadere informatie

Foederer. Advieswijzer Sectorindeling CAO BPF. Pension & Benefits Consultants Member Crowe Horwath International

Foederer. Advieswijzer Sectorindeling CAO BPF. Pension & Benefits Consultants Member Crowe Horwath International Advieswijzer Sectorindeling CAO BPF Inleiding Past u nog wel de juiste sectorindeling, collectieve arbeidsovereenkomst en verplicht gesteld (bedrijfstak)pensioenfonds toe? Lees in deze Advieswijzer wat

Nadere informatie

Foederer. Advieswijzer Sectorindeling CAO BPF. Pension & Benefits Consultants Member Crowe Horwath International

Foederer. Advieswijzer Sectorindeling CAO BPF. Pension & Benefits Consultants Member Crowe Horwath International Advieswijzer Sectorindeling CAO BPF Inleiding Past u nog wel de juiste sectorindeling, collectieve arbeidsovereenkomst en verplicht gesteld (bedrijfstak)pensioenfonds toe? Lees in deze Advieswijzer wat

Nadere informatie

Aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Dir. Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving afd. CAV. Postbus LV DEN HAAG

Aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Dir. Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving afd. CAV. Postbus LV DEN HAAG 2509 LV DEN HAAG Postbus 90801 3992 DB Houten 3990 GG Houten E-mail: akoedijk@bedrijfsraad.nl Waterveste 1A Postbus 491 www.bedrijfsraad.nl Bezoekadres: Postadres: KvK 50757741 CAD-coordinator Mr Arnoud

Nadere informatie

Onderzoek naar verplichting tot aansluiting

Onderzoek naar verplichting tot aansluiting Onderzoek naar verplichting tot aansluiting Vragenformulier Naam onderneming KvK-nummer Loonheffingennummer(s)* Adres Postcode en woonplaats * Vul hier alle loonheffingennummers van uw onderneming in (als

Nadere informatie

Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM

Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM Mr. Z. Kasim 1 HR 13 juli 2007, nr. C05/331, LJN BA231 Verplichte deelneming pensioenfonds, criteria arbeidsovereenkomst BW artikel 7: 610, artikel

Nadere informatie

DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving Afdeling Collectieve Arbeidsvoorwaarden Nr. : UAW/CAV/05/102048/07 DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN

Nadere informatie

Factsheet Groenvoederdrogerijen 2016

Factsheet Groenvoederdrogerijen 2016 Factsheet Groenvoederdrogerijen 2016 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2015 Colland Bestuursbureau, 28 oktober 2016 1609-0455 Pagina 2 33 Inhoudsopgave

Nadere informatie

INHOUD. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

INHOUD. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid FORMULIER REPRESENTATIVITEITSGEGEVENS (bedoeld in artikel 2, onderdeel h, artikel 3, onderdeel f, artikel 4, eerste lid, onderdeel U van de Regeling betreffende

Nadere informatie

Verstrekkingenreglement regeling minder werken voor oudere werknemers in de sector Glastuinbouw 2015

Verstrekkingenreglement regeling minder werken voor oudere werknemers in de sector Glastuinbouw 2015 Verstrekkingenreglement regeling minder werken voor oudere werknemers in de sector Glastuinbouw 2015 Artikel 1 Toepassing Dit reglement is van toepassing op aanmeldingen die na 1 april 2015 zijn ontvangen

Nadere informatie

Factsheet Varkensverbetering Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013

Factsheet Varkensverbetering Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013 Factsheet Varkensverbetering 2014 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013 Colland Bestuursbureau, 13 oktober 2014 Pagina 2 27 Inhoudsopgave Toelichting

Nadere informatie

Besluit aanmelding van collectieve arbeidsovereenkomsten en het aanvragen van algemeen verbindend verklaring

Besluit aanmelding van collectieve arbeidsovereenkomsten en het aanvragen van algemeen verbindend verklaring (Tekst geldend op: 01-10-2010) Besluit aanmelding van collectieve arbeidsovereenkomsten en het aanvragen van algemeen verbindend verklaring De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; Gelet op de

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Wonen Vervroegd Uittreden 2005 Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID BESLUIT VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID VAN 15 MAART 2007 TOT WIJZIGING VAN HET BESLUIT TOT ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN

Nadere informatie

Ministerie van Soeiale Zaken en Werkgelegenheid Bezuidenhbutséweg 12 Directie UAW, afdeling CAV

Ministerie van Soeiale Zaken en Werkgelegenheid Bezuidenhbutséweg 12 Directie UAW, afdeling CAV Pensioenfonds Ministerie van Soeiale Zaken en Werkgelegenheid Bezuidenhbutséweg 12 Directie UAW, afdeling CAV Postbus 90801 Postbus 93002 2509 LV DEN HAAG 2509 AA Den Haag T 070 3490746 Einfo@spng.nl Datum:

Nadere informatie