Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw. Actuariële en bedrijfstechnische nota

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw. Actuariële en bedrijfstechnische nota"

Transcriptie

1 Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw Actuariële en bedrijfstechnische nota Dit is een uitgave van Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw Versie april 2014

2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Pensioenreglement Pensioenreglement Uitvoeringsreglement Verplichtstelling 8 3. Financiële opzet De waarderingsgrondslagen van de beleggingen Technische Voorzieningen Reserves Financiering Sturingsmiddelen Vereist vermogen Minimum vereist eigen vermogen Vereist vermogen Beleggingsbeleid Beleggingsbeginselen Strategisch beleid De uitvoering van het vermogensbeheer Portefeuillebeheer Risicobeheersing Beleggingscategorieën Derivaten Securities lending Verantwoord beleggen Resultaatsevaluatie De organisatie van het pensioenfonds Uitbestede taken De aansluiting Uitvoeringsreglement Organogram Informatievoorziening aan het bestuur en aan de medezeggenschapsorganen Beleidskader uitbestede processen Ondertekening 47 Bijlage I - Crisisplan Bpf Landbouw 48 ABTN Pensioenfonds voor de Landbouw pagina 2 51

3 1. Inleiding Het doel van de ABTN is om integraal inzicht te geven in het functioneren van Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw (het pensioenfonds) en om een beschrijving te geven van het ten behoeve van het pensioenfonds te voeren beleid, waarbij de financiële opzet en de grondslagen waarop het rust, gemotiveerd omschreven zijn. Deze ABTN beschrijft de actuariële en bedrijfstechnische werkwijze van het pensioenfonds vanaf 1 januari In hoofdstuk 2 wordt een korte beschrijving gegeven van het pensioenreglement. Daarna wordt in hoofdstuk 3 uiteengezet op welke wijze de omvang van de verplichtingen wordt vastgesteld. In dat hoofdstuk wordt tevens beschreven op welke wijze de jaarlijkse bijdrage wordt bepaald die benodigd is voor de dekking van deze verplichtingen. In hoofdstuk 4 wordt het gewenst vermogen besproken. Vervolgens wordt in hoofdstuk 5 stilgestaan bij het beleggingsbeleid van het pensioenfonds. In hoofdstuk 6 komt tot slot de organisatie van het pensioenfonds aan de orde. Dit hoofdstuk is aangepast aan de beoogde situatie per 1 juli ABTN Pensioenfonds voor de Landbouw pagina 3 51

4 2. Pensioenreglement 2.1 Pensioenreglement De pensioenregeling luidt in hoofdlijnen als volgt: - Basisregeling Middelloonregeling - Toetredingsleeftijd ouderdomspensioen Minimaal 21 jaar en uiterlijk eindigend op 67 jaar. - Pensioenrichtleeftijd ouderdomspensioen 67 jaar voor de pensioenen, die vanaf 1 januari 2013 worden opgebouwd. De voor deze datum opgebouwde pensioenen hadden een (richt)leeftijd van 65 jaar en zijn actuarieel herrekend naar 67 jaar. - Loon voor de opbouw van het pensioen Het loon in de zin van hoofdstuk 3 van de Wet financiering sociale verzekeringen, met uitzondering van: a. uitkeringen en verstrekkingen ingevolge de WAO, de WIA, de WW of met deze uitkeringen naar de aard en strekking gelijk te stellen uitkeringen of loonbetalingen; b. het genot van een door de werkgever ter beschikking gestelde auto. - Franchise Met ingang van 1 januari 2002 wordt gestreefd om de franchise jaarlijks, beleidsmatig, aan te passen aan de CBS-prijsindex alle huishoudens, afgeleid. Hierbij is de franchise minimaal gelijk aan de geldende franchise als bedoeld in artikel 18a, achtste lid, van de Wet op de loonbelasting De dagfranchise bedraagt in 2014: 50,00 per dag. De jaarfranchise bedraagt Maximum pensioengevend loon Voor 2014 : ,00. - Pensioengrondslag Als pensioengrondslag geldt voor enig jaar het loon voor de opbouw van het pensioen van de deelnemer, verminderd met de franchise. - Opbouwpercentage ouderdomspensioen Tot en met 2001: 1,75% van de pensioengrondslag. Van 2002 tot en met 2006: 1,9% van de pensioengrondslag. Van 2007 tot en met 2011: 2% van de pensioengrondslag. In 2012: 1,85% van de pensioengrondslag. Vanaf 2013: 1,95% van de pensioengrondslag. - Ouderdomspensioen Het te bereiken ouderdomspensioen is gelijk aan de som van de jaarlijks vastgestelde pensioenopbouw waarbij het opgebouwde saldo onderhevig is aan mogelijke indexaties die door het bestuur, gelet op de beschikbare middelen, jaarlijks worden vastgesteld. ABTN Pensioenfonds voor de Landbouw pagina 4 51

5 - Partnerpensioen - tot 31 december 2001: 70% van het ouderdomspensioen op opbouwbasis; - tussen 1 januari 2002 en 31 december 2006: 64% op risicobasis; - met ingang van 1 januari 2007: 70% van het te behalen c.q. opgebouwde ouderdomspensioen. - Wezenpensioen Voor ieder kind 20% van het bereikbaar partnerpensioen tot 24 jaar. Voor ieder kind 40% van het partnerpensioen voor volle wezen tot 24 jaar. - ANW-hiaatpensioen Anw-hiaatvoorziening voor partners van deelnemers indien voldaan wordt aan de voorwaarden; de hoogte is gelijk aan de Anw-uitkering als bedoeld in artikel 17 lid 1 van de Anw verhoogd met de vakantietoeslag volgens de Anw en onder aftrek van de inkomensafhankelijke Anw-uitkering die door de partner wordt ontvangen. - Premievrijstelling arbeidsongeschiktheid Bij een arbeidsongeschiktheid op grond van de WAO dan wel de WIA van 65% of meer wordt de pensioenopbouw premievrij voortgezet; bij een arbeidsongeschiktheid tussen 45% en 65% een opbouw van 50% tussen 25% en 45% een opbouw van 25% (in geval van een WIA-uitkering geldt dit alleen bij arbeidsongeschiktheid van 35% tot 45%). - Premievrijstelling werkloosheid De deelnemer die na zijn ontslag in aanmerking komt voor een loongerelateerde uitkering krachtens de Werkloosheidswet heeft in principe recht op premievrije pensioenopbouw voor de periode van maximaal een half jaar. - Arbeidsongeschiktheidspensioen (AOP) Het arbeidsongeschiktheidspensioen is gelijk aan het zogenaamde WAO-hiaat. Bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid wordt een evenredige uitkering verleend (in geval van een WIA-uitkering is er geen recht op arbeidsongeschiktheidspensioen). - Indexaties van aanspraken Het bestuur beslist jaarlijks in hoeverre de pensioenrechten en pensioenaanspraken worden aangepast. Een indexatie wordt alleen verleend als de beschikbare financiële middelen van het fonds dit naar het oordeel van het bestuur toelaten. Voor de deelnemers wordt gestreefd naar een indexatie die maximaal gelijk is aan de stijging van het CBS- consumentenprijsindexcijfer, alle huishoudens afgeleid, over de periode van september tot september daaraan voorafgaand; De indexaties worden uit beleggingsrendement gefinancierd. Voor de voorwaardelijke indexaties is geen bestemmingsreserve gevormd en wordt geen premie betaald. ABTN Pensioenfonds voor de Landbouw pagina 5 51

6 - Uitruilmogelijkheden Op de pensioendatum heeft elke deelnemer, ook die geboren is voor , het recht om een deel van het opgebouwde ouderdomspensioen om te ruilen in een partnerpensioen of andersom met instemming van de partner. Uitruil van ouderdomspensioen in partnerpensioen kan tevens bij beëindiging van de deelneming plaatsvinden. De deelnemer kan er tevens voor kiezen om voor het prepensioen dan wel het ouderdomspensioen een andere ingangsdatum te kiezen. De pensioenen worden uitgeruild met door het bestuur vastgestelde percentages. Ook kan de deelnemer ervoor kiezen om de hoogte van de pensioenuitkering te variëren. Excedentregeling Werkgevers hebben de mogelijkheid om een excedentregeling bij BPL af te sluiten voor het deel van het salaris boven maximum pensioengevend loon. De excedentregeling is verder gelijk aan de parameters van de basisregeling, met uitzondering van de pensioengrondslag. Het opbouwpercentage bedraagt 1,95% van de pensioengrondslag (salaris -/- maximum pensioengevend salaris van de basisregeling). Voor de excedentregeling wordt een leeftijds- en geslachtsafhankelijke premie geheven. Overgangsregeling Afschaffen prepensioenregeling Vanaf 2007 vindt geen opbouw meer plaats van prepensioen. De VUT-regeling in Suwas I vervalt op termijn, waarbij de laatste uitkering in 2014 wordt gedaan. Deelnemers die voor 1 januari 1950 zijn geboren kunnen vanaf 64 jaar gebruikmaken van de prepensioenregeling. Voor deelnemers die per 31 december 1997 én per 1 januari 1998 in dienst zijn bij een bij het fonds aangesloten werkgever geldt dat zij een aanvulling krijgen op de prepensioenregeling. Deze garantieregeling wordt gefinancierd door het VUT-fonds Suwas I. Werknemers die op 31 december 2000 en op 1 januari 2001 deelnemer waren aan de BPL-regeling, hebben een extra opbouw prepensioen gehad van maximaal drie jaar, over de periode 1 januari 1998 tot 1 januari 2001 voor zover zij deelnemer waren in de genoemde periode. VPL Aan deelnemers die tussen 1 januari 1950 en 31 december 1965 geboren zijn, wordt extra pensioen toegekend over dienstjaren voor De opbouw en financiering van deze pensioenaanspraken is uitgesteld tot uiterlijk 31 december 2021 of als een deelnemer eerder met pensioen gaat. Deze inkoop van extra pensioenaanspraken geldt alleen als betrokkene op 31 december 2006 en op 1 januari 2007 deelnemer was aan de pensioenregeling en de volledige uitstelperiode van 15 jaar deelnemer blijft aan de pensioenregeling of eerder met pensioen gaat. Deze inkoop maakt het mogelijk om 2 tot 3 jaar eerder met pensioen te gaan. Aanvullende regeling Het fonds kan op verzoek van een aangesloten werkgever voor al zijn werknemers een aanvullende regeling (excedentregeling) afsluiten. De inhoud van de aanvullende regeling is vastgelegd in het pensioenreglement. Het betreft aanvullende ouderdoms-, partner- en wezenpensioenen over het loon dat jaarlijks meer bedraagt dan het maximum premieloon als bedoeld in hoofdstuk 3 van de Wet financiering sociale verzekeringen. Als de werkgever gebruik maakt van deze mogelijkheid wordt met hem een afzonderlijke uitvoeringsovereenkomst afgesloten. In deze uitvoeringsovereenkomst ABTN Pensioenfonds voor de Landbouw pagina 6 51

7 worden de voorwaarden vastgelegd die gelden voor de deelname in de aanvullende regeling. Tevens wordt bepaald in hoeverre het pensioenreglement en het uitvoeringsreglement van toepassing zijn. 2.2 Uitvoeringsreglement Het uitvoeringsreglement bevat bepalingen die betrekking hebben op de verhouding tussen een verplicht aangesloten werkgever en het pensioenfonds. Hier volgen de hoofdlijnen, voor zover deze hoofdlijnen niet al elders in deze ABTN worden beschreven. Premievaststelling, premiebetaling en niet nakomen premieverplichtingen De premie voor de verplichte pensioenregeling wordt, na overleg met CAO-partijen, vastgesteld en zo nodig gewijzigd door het bestuur. Een wijziging wordt doorgevoerd met ingang van 1 januari van een kalenderjaar. De hoogte van de met ingang van 2013 geldende premie voor de basisregeling wordt, evenals het loon waarover deze wordt geheven, beschreven in hoofdstuk 3.4 van deze ABTN. Geen premie is overigens verschuldigd bij voortzetting van de pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid en werkloosheid. Als de premie hoger is vastgesteld dan de door de regelgeving vereiste premie, kan het pensioenfonds het surplus gebruiken voor extra buffervorming voor herstel, of om een reserve te vormen voor toekomstige indexatieverlening of voor andere doelen als omschreven in deze ABTN. Als de door de regelgeving vereiste premie hoger is dan voor sociale partners acceptabel is, heeft het bestuur mandaat van sociale partners om de pensioenregeling aan te passen door de hoogte van de op te bouwen aanspraken in de toekomst naar beneden bij te stellen. Premieheffing vindt plaats als volgt. Na afloop van elke loonperiode wordt voor elke werkgever de verschuldigde premie vastgesteld aan de hand van de door de werkgever per loonperiode aan te leveren loonopgaven. De verschuldigde premie dient binnen een maand na afloop van iedere loonperiode voldaan te zijn. Artikel 26 van de Pensioenwet wordt bij de premieheffing in acht genomen. Bij overschrijding van de betalingstermijn kan het pensioenfonds de wettelijke rente en vergoeding van andere kosten vorderen. Als een werkgever met de betaling in gebreke blijft maakt het fonds gebruik van de haar ter beschikking staande rechtsmiddelen. Zo kan het pensioenfonds een dwangbevel uitbrengen, beslag laten leggen op goederen van de werkgever, het faillissement van de werkgever aanvragen of de bestuurders van de werkgever aansprakelijk stellen. Ook is het pensioenfonds bevoegd om als uiterste middel de actieve deelnemers in dienst van een werkgever te informeren over een betalingsachterstand van die werkgever. Als sprake er is van een premieachterstand ter grootte van 5% van de totale door het pensioenfonds te ontvangen jaarpremie én het pensioenfonds niet beschikt over het minimaal vereist eigen vermogen, als bedoeld in hoofdstuk 4.1 van deze ABTN, informeert het pensioenfonds met inachtneming van artikel 28 van de Pensioenwet de deelnemersraad en de ondernemingsraad van de onderneming die nog premie aan het pensioenfonds verschuldigd is. Informatie De werkgever is verplicht alle deelnemers bij het pensioenfonds aan te melden en de gegevens volledig, juist en tijdig te verstrekken. Een werkgever moet het pensioenfonds inzage verlenen in zijn administratie voor zover dat noodzakelijk is voor een goede uitvoering van de pensioenregeling. Indien een werkgever geen of onjuiste gegevens verstrekt voor de premieheffing, is het pensioenfonds bevoegd deze naar beste weten zelf vast te stellen. Het fonds kan dan ook een boete opleggen. Het pensioenfonds zorgt ervoor dat de deelnemers over de pensioenregeling worden geïnformeerd overeenkomstig artikel 21 van de Pensioenwet. ABTN Pensioenfonds voor de Landbouw pagina 7 51

8 Vermogenstekorten, vermogensoverschotten en winstdeling De financiële sturingsmiddelen die het fonds hanteert, worden beschreven in hoofdstuk 3.5 van deze ABTN. Bij onderdekking respectievelijk een reservetekort volgt het pensioenfonds de daarop betrekking hebbende procedures zoals voorgeschreven in de Pensioenwet. Bij premiekorting neemt het pensioenfonds artikel 129 van de Pensioenwet in acht. Van de wettelijke mogelijkheid van terugstorting maakt het pensioenfonds geen gebruik. Vrijstelling In het uitvoeringsreglement worden de voorwaarden aangegeven waaronder: - een werkgever voor zijn werknemers vrijstelling kan worden verleend van de verplichte deelneming in het pensioenfonds; het betreft de wettelijke voorwaarden van het Vrijstellings- en boetebesluit Wet Bpf een werkgever of een werknemer wegens gemoedsbezwaren vrijstelling kan worden verleend. Klachten en geschillen De voor de werkgever geldende klachten- en geschillenprocedure is beschreven. 2.3 Verplichtstelling De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft bij beschikking van 29 januari 2013 (Stcrt. 2013, nr 2712.) goedgevonden: het deelnemen in de Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw verplicht gesteld voor alle werknemers in loondienst van een werkgever die in hoofdzaak activiteiten verricht in de agrarische en groene sector, waaronder begrepen: A. 1. Bedrijfsverzorgingsdiensten: een vereniging van agrarische ondernemers die zich uitsluitend of in hoofdzaak ten doel stelt om de leden in geval van arbeidsongeschiktheid, vakantie of anderszins, hulp te verlenen bij de op hun bedrijven te verrichten werkzaamheden. 2. Bloembollengroothandel, zijnde een onderneming waarin de bedrijfsactiviteiten en of arbeidsuren uitsluitend of in hoofdzaak bestaan uit handel in bloembollen. 3. een bos en natuuronderneming, zijnde een - terreinbeheersbedrijf: een onderneming waarin de bosbouw in de ruime zin des woords wordt uitgeoefend, met inbegrip van werkzaamheden in droge en natte natuurterreinen en het houden van toezicht in bossen en natuurterreinen, en/of werkzaamheden die betrekking hebben op het functioneren van het bedrijf of de organisatie waardoor eerdergenoemde werkzaamheden worden uitgevoerd; - aannemingsbedrijf: een onderneming die tegen betaling werkzaamheden voor terreinbeheersbedrijven verricht in bossen of andere houtopstanden dan wel in natuurterreinen, welke bedrijfsmatig in die terreinbeheersbedrijven plegen te worden verricht, dan wel een onderneming die voor eigen rekening houtoogstwerkzaamheden verricht, en/of werkzaamheden die betrekking hebben op het functioneren van het bedrijf of de organisatie waardoor eerdergenoemdewerkzaamheden worden uitgevoerd. 4. een land- en tuinbouwwerktuigenexploiterende onderneming, zijnde een onderneming waarin de activiteiten overwegend bestaan uit het met, aan of door machines en/of werktuigen voor derden verrichten van - landbouwambachtenwerkzaamheden: werkzaamheden met, aan of door machines en werktuigen ten behoeve van de feitelijke plantaardige en dierlijke productie; - cultuurtechnische werkzaamheden: werkzaamheden met, aan of door machines en werktuigen ten behoeve van de aanleg van groenvoorzieningen, de daarmee samenhangende drainage en grondwerken (bovenste grondlaag), alsmede het hiermee samenhangende onderhoud, met uitsluiting van baggerwerkzaamheden met specifiek baggermaterieel. ABTN Pensioenfonds voor de Landbouw pagina 8 51

9 Van de hierboven genoemde landbouwambachten- en cultuurtechnische werkzaamheden is eerst sprake, indien en voor zover geen bouw-/aanlegvergunning is vereist, met uitzondering van de vergunningen betrekking hebbend op de feitelijke plantaardige en dierlijke productie en/of de aanleg van groenvoorzieningen. - meststoffendistributie: werkzaamheden met, aan of door machines en werktuigen ten behoeve van distributie van dierlijke meststoffen, of werkzaamheden met betrekking tot overige organische meststoffen ten behoeve van de agrarische sector; 5. een hoveniersbedrijf, zijnde een onderneming waarin de activiteiten overwegend bestaan uit: - hoveniers- en/of groenvoorzieningswerkzaamheden: het al dan niet voor derden aanleggen en/of onderhouden van tuinen, parken, plantsoenen, groenstroken, terreinen en begraafplaatsen, een en ander met de daartoe behorende wegen, paden en pleinen in al hun onderdelen, waaronder tevens begrepen het ruimen van sneeuw in het voornoemde. Dit alles met inbegrip van het bijleveren van alle daarvoor benodigde materialen en andere producten in de meest ruime zin van het woord. Onder Hoveniersbedrijf wordt niet verstaan een onderneming, welke zich uitsluitend of in hoofdzaak bezighoudt met de voorbereidende grondwerkzaamheden; - boomverzorgingswerkzaamheden: het voor derden planten en/of verplanten en/of verzorgen van zowel de bovengrondse als ondergrondse delen van bomen, met inbegrip van de voorbereidende werkzaamheden. Dit alles met inbegrip van het bijleveren van alle daarvoor benodigde materialen en andere producten in de meest ruime zin van het woord. - interieurbeplantingswerkzaamheden: het voor derden plaatsen en/of onderhouden van interieurbeplantingen met inbegrip van het bijleveren van alle daarvoor benodigde materialen en andere producten in de meest ruime zin van het woord; - Dak- en gevelbegroeningswerkzaamheden: het voor derden aanleggen en/of onderhouden van daktuinen, danwel beplantingsvormen op daken of tegen gevels; - Greenkeeperswerkzaamheden: het voor derden aanleggen en/of onderhouden van golfterreinen een en ander met de daartoe behorende wegen, paden en pleinen in al hun onderdelen, waaronder tevens begrepen het ruimen van sneeuw in het voornoemde. Dit alles met inbegrip van het bijleveren van alle daarvoor benodigde materialen en andere producten in de meest ruime zin van het woord; 6. een glastuinbouwonderneming, zijnde een onderneming waarin de bedrijfsactiviteiten en/of arbeidsuren uitsluitend of in hoofdzaak bestaan uit plantaardige teelten die permanent onder glas of plastic plaatsvinden, met uitzondering van paddenstoelenteelt en de boomkwekerij onder glas of plastic, maar met inbegrip van vermeerderingsbedrijven, ongeacht of bedrijfsactiviteiten geheel of ten dele in de open lucht plaatsvinden; 7. een onderneming in open teelten, zijnde een onderneming waarin de bedrijfsactiviteiten en/of arbeidsuren uitsluitend of in hoofdzaak bestaan uit plantaardige teelten in de open lucht en plantaardige teelten die niet permanent onder glas of plastic bedekt zijn, maar met inbegrip van de boomkwekerij en aanverwante handelsactiviteiten die onder glas of plastic bedekt plaatsvindt. Deze sector is onderverdeeld in navolgende subsectoren t.w. Open Teelten Boomkwekerij, Open Teelten Bloembollen, Open Teelten Landbouw (akkerbouw) en Open Teelten Tuinbouw; 8. een dierhouderijonderneming, zijnde een onderneming waarin de bedrijfsactiviteiten en/of arbeidsuren overwegend bestaan uit bedrijfsmatige productiegerichte dierhouderij met uitzondering van de stalhouderij c.q. een onderneming die paarden houdt voor recreatieve doeleinden en/of sportwedstrijden; 9. een paddenstoelenteeltonderneming, zijnde een onderneming waarin de bedrijfsactiviteiten en/of arbeidsuren overwegend bestaan uit de teelt van paddenstoelen en/of aansluitende reeks van nauw verwante activiteiten, met name de opslag van, het inpakken van en het uitleveren van paddenstoelen en aanverwante producten aan vervoerders en het in beperkte mate produceren van compost; ABTN Pensioenfonds voor de Landbouw pagina 9 51

10 10. een groenvoederdrogerijonderneming, zijnde een onderneming waarin uitsluitend dan wel in hoofdzaak, groenvoederproducten kunstmatig worden gedroogd, met inbegrip van alle bijbehorende werkzaamheden; 11. een tuinbouwzaadteeltonderneming, zijnde een onderneming waarin uitsluitend of in belangrijke mate de activiteit van handels-, productie-, kweek- en/of selectiebedrijf van tuin en/of bloemzaden wordt uitgeoefend; 12. Een rundveeverbeteringsonderneming, zijnde een organisatie die werkzaamheden doet verrichten op het gebied van de rundveeverbetering, daaronder ook begrepen een organisatie die biologisch veeverbeteringsmateriaal levert; 13. Een varkensverbeteringsorganisatie, zijnde: - een fokkerij-organisatie, zijnde een organisatie, vastgelegd in een rechtsvorm conform Nederlands recht, waarin de activiteiten overwegend bestaan uit diensten en/of producten aanbieden voor het vervaardigen, respectievelijk distribueren van genetisch hoogwaardig fokmateriaal ten behoeve van de varkenssector, - een k.i.-organisatie, zijnde een organisatie, vastgelegd in een rechtsvorm conform Nederlands recht, welke een k.i. station exploiteert en/of een instelling voor kunstmatige inseminatie van varkens exploiteert, - een varkensverbeteringsorganisatie, zijnde een organisatie, vastgelegd in een rechtsvorm conform Nederlands recht, welke zich ten doel stelt het verbeteren van kwaliteit en rentabiliteit van de varkenshouderij middels diensten en/of producten van deze organisatie. B. Onder werkgever wordt verstaan: 1. degene die een onderneming drijft met een of meer van de activiteiten zoals onder A 1 tot en met 13 vermeld, 2. degene die een onderneming drijft met een onderdeel waarin uitsluitend of in hoofdzaak een of meer van de onder A1 tot en met 13 genoemde activiteiten worden uitgeoefend, indien in dit onderdeel meer dan de helft van het totale aantal werknemers werkzaam is, 3. juridisch zelfstandige delen van ondernemingen waarvan de bedrijfsactiviteiten en/of arbeidsuren uitsluitend of in hoofdzaak worden besteed aan hierboven genoemde activiteiten als bedoeld onder A1 tot en met 13, voor dat deel van de onderneming, tenzij zij behoort of behoren tot een concern in de zin van artikelen 2:24a (Stb.1991, 200) en volgende van het Burgerlijk Wetboek. 4. in aanvulling op hetgeen vermeld is in leden 1 tot en met 3 gelden navolgende aanvullingen en afwijkingen bij de definitie van werkgever: a. voor Bedrijfsverzorgingsdiensten: - BVAP, Agriservice, en AB-Detacherings BV s, zijnde aan de bedrijfsverzorgingsdiensten gelieerde organisaties welke zich ten doel stellen het ter beschikking stellen van arbeidskrachten, niet zijnde een uitzendorganisatie; - Stichting Agrarische Projecten Nederland (STAP), een aan de bedrijfsverzorgingsdiensten gelieerde organisatie welke zich ten doel stelt het ter beschikking stellen van arbeidskrachten in het kader van het combinatiebanenproject en voor zover geen andere verplichtstelling wordt toegepast. b. voor de Bloembollengroothandel: - iedere natuurlijke of rechtspersoon die een onderneming uitoefent waarin de bedrijfsactiviteiten en/of arbeidsuren uitsluitend of in hoofdzaak aan de handel in bloembollen worden besteed. De arbeidsuren zijn inclusief de uren die via handmatige loonbedrijven, uitzendbureaus en overige derden worden besteed; - juridisch zelfstandige delen van ondernemingen waarvan de bedrijfsactiviteiten en/of arbeidsuren uitsluitend of in hoofdzaak worden besteed aan activiteiten als bedoeld in het voorgaande gedachtestreepje, vallen voor wat betreft dat deel van de onderneming onder deze verplichtstelling, tenzij zij behoort of behoren tot een concern in de zin van artikelen 2:24a en volgende van het Burgerlijk Wetboek. c. voor de Dierhouderij: - iedere natuurlijke of rechtspersoon die een onderneming uitoefent waarin de bedrijfsactiviteiten en/of arbeidsuren uitsluitend of in hoofdzaak aan bedrijfsmatige productiegerichte dierhouderij worden besteed. De arbeidsuren zijn inclusief de uren die via handmatige loonbedrijven, uitzendbureaus en overige derden binnen de onderneming aan dierhouderij worden besteed; ABTN Pensioenfonds voor de Landbouw pagina 10 51

11 - juridisch zelfstandige delen van ondernemingen waarvan de bedrijfsactiviteiten en/of arbeidsuren uitsluitend of in hoofdzaak worden besteed aan activiteiten als bedoeld in het voorgaande gedachtestreepje, vallen voor wat betreft dat deel van de onderneming onder deze verplichtstelling, tenzij zij behoort of behoren tot een concern in de zin van artikelen 2:24a en volgende van het Burgerlijk Wetboek; d. voor de Glastuinbouw: - iedere natuurlijke of rechtspersoon die een onderneming uitoefent waarin de bedrijfsactiviteiten en/of arbeidsuren uitsluitend of in hoofdzaak aan glastuinbouw worden besteed. De arbeidsuren zijn inclusief de uren die via handmatige loonbedrijven, uitzendbureaus en overige derden worden besteed; - juridisch zelfstandige delen van ondernemingen waarvan de bedrijfsactiviteiten en/of arbeidsuren uitsluitend of in hoofdzaak worden besteed aan activiteiten als bedoeld in het voorgaande gedachtestreepje, vallen voor wat betreft dat deel van de onderneming onder deze verplichtstelling, tenzij zij behoort of behoren tot een concern in de zin van artikelen 2:24a en volgende van het Burgerlijk Wetboek; e. voor het Hoveniersbedrijf: - zij die hovenierswerkzaamheden al dan niet in een hoveniersbedrijf doen verrichten; - als op een bedrijf meer verplichtstellingen van toepassing kunnen zijn, hoeft de verplichtstelling van BPL niet te worden toegepast als de hierin genoemde werkzaamheden ondergeschikte betekenis hebben in de bedrijfsvoering. f. voor Land- en tuinbouwwerktuigen exploiterende ondernemingen: - zij die werkzaamheden genoemd onder A 4 doen verrichten, al dan niet in een land- en tuinbouwwerktuigen exploiterende onderneming, tenzij voor hen reeds een andere cao c.q. regeling van lonen en andere arbeidsvoorwaarden geldt. g. voor Open teelten: - iedere natuurlijke of rechtspersoon die een onderneming uitoefent waarin de bedrijfsactiviteiten en/of arbeidsuren uitsluitend of in hoofdzaak aan een open teelt wordt besteed. De arbeidsuren zijn inclusief de uren die via handmatige loonbedrijven, uitzendbureaus en overige derden worden besteed; - juridisch zelfstandige delen van ondernemingen waarvan de bedrijfsactiviteiten en/of arbeidsuren uitsluitend of in hoofdzaak worden besteed aan activiteiten als bedoeld in het voorgaande gedachtestreepje, vallen voor wat betreft dat deel van de onderneming onder deze verplichtstelling, tenzij zij behoort of behoren tot een concern in de zin van artikelen 2:24a en volgende van het Burgerlijk Wetboek; h. voor de Paddenstoelenteelt: - iedere natuurlijke of rechtspersoon die een onderneming uitoefent waarin de bedrijfsactiviteiten en/of arbeidsuren uitsluitend of in hoofdzaak aan de paddenstoelenteelt worden besteed. De arbeidsuren zijn inclusief de uren die via handmatige loonbedrijven, uitzendbureaus en overige derden worden besteed; Uitgezonderd van deze werkingssfeer zijn de hieronder genoemde kistenbedrijven: - Champignonkwekerij De Steenbrug Beheer B.V. - Champignonkwekerij Champibelle B.V. - Holland Champignons B.V. j. voor de Varkensverbetering: - degene die varkensverbeteringswerkzaamheden laat verrichten al dan niet in een varkensverbeteringsorganisatie; k. voor de Groenvoederdrogerijen - iedere natuurlijke of rechtspersoon, die in een groenvoederdrogerij bedrijfsarbeid doet verrichten. C. Onder werknemer wordt verstaan: de natuurlijke persoon die op basis van een arbeidsovereenkomst in dienst is van de werkgever, met uitzondering van: 1. personen, die de leeftijd van 21 nog niet hebben bereikt; 2. personen, die de pensioengerechtigde leeftijd hebben overschreden; ABTN Pensioenfonds voor de Landbouw pagina 11 51

12 3. personen, die zodanig pensioen genieten 65% of meer arbeidsongeschikt zijn in de zin van de WAO (Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering van 18 februari 1966, Stb. 84) of de WIA (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen van 10 november 2005, Stb. 572); 4. de directeur-grootaandeelhouder in de zin van de SV-wetgeving (regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder van 19 december 1997, Stct. 1997, 248). 5. in aanvulling op hetgeen vermeld is in leden 1 tot en met 4 gelden navolgende aanvullingen en afwijkingen bij de definitie van werknemer: a. voor Bedrijfsverzorgingsdiensten: - de directe werknemer is degene die in opdracht van de werkgever werkzaamheden verricht op de bedrijven van opdrachtgevers en leden van de vereniging. - de indirecte werknemer is degene die organisatorische, administratieve en andere ondersteunende werkzaamheden verricht in de vereniging of organisatie van de werkgever. b. voor het Hoveniersbedrijf: - zij die bij een werkgever krachtens een overeenkomst tot het verrichten van arbeid persoonlijk werkzaam zijn, tenzij op grond van Bijlage I, onder f tweede gedachtestreepje een andere verplichtstelling op de arbeidsverhouding van toepassing is, alles met uitzondering van degenen die de feitelijke leiding hebben van de onderneming. c. voor Land- en tuinbouwwerktuigen exploiterende ondernemingen: - degene die bij een werkgever op arbeidsovereenkomst overwegend werkzaam is voor het verrichten van werkzaamheden genoemd onder, A4 met uitzondering van directeuren van NV s of BV s; d. voor de Paddenstoelenteelt: - degene die een arbeidsovereenkomst in de zin van het Burgerlijk Wetboek heeft. Als werknemer wordt niet beschouwd: - de stagiaire, zijnde een leerling van een onderwijsinstelling die praktijkervaring moet of wil opdoen, - de scholier of student in volledig of parttime onderwijs die tijdens onderwijsvrije tijden op maandag tot en met zaterdag en gedurende onderwijsvakanties wordt ingezet als algemeen medewerker. e. voor de Groenvoederdrogerijen - degene die bij een werkgever op een arbeidsovereenkomst werkzaam is voor het verrichten van bedrijfsarbeid, met uitzondering van degenen die met de dagelijkse leiding belast zijn. ABTN Pensioenfonds voor de Landbouw pagina 12 51

13 3. Financiële opzet Het fonds voert de pensioenregeling uit conform het pensioenreglement. De pensioenaanspraken zijn volledig verzekerd in eigen beheer. Het fonds heeft derhalve geen herverzekeringscontracten afgesloten. 3.1 De waarderingsgrondslagen van de beleggingen De onroerende zaken in exploitatie zijn gewaardeerd tegen actuele waarde gebaseerd op in- en externe taxaties, waarbij rekening wordt gehouden met de staat van het onderhoud. Jaarlijks wordt 100% extern getaxeerd. De waardering van de aandelen en de obligaties geschiedt tegen beurswaarde. De waardering van hypothecaire leningen geschiedt tegen nominale waarde. De waardering van onderhandse leningen geschiedt tegen actuele waarde. Deze actuele waarde is bepaald rekening houdend met toekomstige kasstromen en is contant gemaakt tegen de herleide marktwaarde (Yield). Hierbij speelt het risicoprofiel en de resterende looptijd een rol. 3.2 Technische Voorzieningen Het fonds kent de volgende voorzieningen: - De Voorziening Pensioenverplichtingen - De Voorziening Arbeidsongeschiktheidspensioenverplichtingen - Spaarfonds gemoedsbezwaarden De Voorziening Pensioenverplichtingen wordt gesteld op de contante waarde van de reglementair tot en met de balansdatum verworven pensioenaanspraken. Bij de waardering van de pensioenaanspraken wordt van de volgende grondslagen uitgegaan: - Interest Nominale rentetemijnstructuur (zero-coupon), zoals door De Nederlandsche Bank maandelijks op haar website wordt gepubliceerd. Vanaf 30 september 2012 publiceert DNB de Ultimate Forward Rate. - Sterfte AG Prognosetafel , waarbij de sterftekansen zijn vermenigvuldigd met 94%. Deze vermenigvuldiging is nodig om de sterftekansen van de generatietafel aan te passen aan de verzekeringssterfte van BPL. De hoogte van deze vermenigvuldiging wordt periodiek geëvalueerd. - Wezenpensioen De lasten van nog niet ingegaan wezenpensioen zijn gesteld op 5% van de lasten van het nog niet ingegaan partnerpensioen; bij de vaststelling van de lasten ter zake van ingegaan wezenpensioen wordt verondersteld dat het pensioen moet worden uitgekeerd tot de 24-jarige leeftijd, waarbij geen rekening wordt gehouden met sterftekansen. ABTN Pensioenfonds voor de Landbouw pagina 13 51

14 - Leeftijdsverschil De leeftijd van de partner van de deelnemer is 3 jaar lager resp. hoger gesteld dan die van de deelnemer. - Gehuwdheidsfrequentie Voor de deelnemers geboren in 1937 of later bedraagt de gehuwdheidsfrequentie op de pensioendatum 100% en wordt daarna vastgesteld op basis van de gegevens in de GBA. Voor de deelnemers geboren voor 1937 wordt de gehuwdheid sowieso vastgesteld op basis van de GBA. - Premievrijstelling invaliditeit Voor (gewezen) deelnemers is de contante waarde van de toekomstige pensioenopbouw in de Voorziening Pensioenverplichtingen opgenomen. Jaarlijks komt uit het gedeelte van de Voorziening Pensioenverplichtingen voor toekomstige pensioenopbouw een bedrag beschikbaar dat wordt gebruikt voor de financiering van premievrije pensioenen. Door revalidering en invalidering wordt een bedrag aan eerdergenoemde voorziening onttrokken respectievelijk toegevoegd. - Opslag voor toekomstige kosten Voor de dekking van toekomstige kosten wordt de netto voorziening verhoogd met 2%. - Leeftijden De leeftijden worden gebaseerd op de geboortemaand van de deelnemers. - Voorziening niet opgevraagd pensioen Vanaf boekjaar 2015 wordt de voorziening vastgesteld aan de hand van de daadwerkelijk niet opgevraagde pensioenen. Van de in het betreffende boekjaar niet opgevraagde pensioenen wordt 50% in de voorziening opgenomen. Van het boekjaar daarvoor 40%, van het boekjaar daarvoor 30%. Jaarlijks neemt het percentage af met 10%, zodat de voorziening afhangt van de daadwerkelijke opgevraagde pensioenen in de afgelopen vijf jaar. Voor de boekjaren wordt, in afwachting van een onderzoek door TKP naar alle niet opgevraagde pensioenen in de afgelopen 5 jaar, de voorziening vastgesteld op de hoogte van de voorziening in boekjaar De Voorziening Arbeidsongeschiktheidspensioen wordt op basis van rentedekking vastgesteld. Dat wil zeggen dat er een voorziening wordt getroffen zodra de uitkering ingaat. 3.3 Reserves Het fonds kent de volgende reserves: - De Algemene Reserve - De Reserve Anw-hiaat - De Beleggingsreserve - De Bestemmingsreserve VPL-pensioen - De Bestemmingsreserve VPO (voortzetting pensioenopbouw) Doel van de reserves: - De Algemene reserve is bedoeld om alle niet-beleggingsrisico s op te vangen. Dit betreft onder andere operationele risico s, inflatierisico en actuariële risico s. - De Reserve Anw-hiaat is bedoeld om tegenvallers in de Anw-hiaat-regeling te kunnen opvangen. ABTN Pensioenfonds voor de Landbouw pagina 14 51

15 - De Beleggingsreserve is bedoeld om koersdalingen in de beleggingsportefeuille op te kunnen vangen. - De Bestemmingsreserve VPL is bedoeld voor de financiering van de toekenning van de VPL-pensioenen - De Bestemmingsreserve VPO is bedoeld om de van FVP ontvangen gelden over de jaren 2010 en 2011 aan te vullen. Naar verwachting zal namelijk het FVP over deze jaren niet de oorspronkelijk bedoelde uitkering doen. Als er dan nog middelen over zijn, wordt bepaald of ook over 2012 en eventueel verdere jaren pensioenopbouw bij werkloosheid kan worden toegekend. De reserves worden als volgt vastgesteld: - De Algemene Reserve wordt gevoed door het resultaat, nadat de Reserve Anw-hiaat en de Beleggingsreserve op het juiste niveau zijn gebracht. - Aan de Reserve Anw-hiaat wordt toegevoegd het verschil tussen enerzijds de Anw-hiaat-premie en toegerekende interest en anderzijds de toevoeging aan de Anw-hiaat-voorziening, de toegerekende administratiekosten en de verrichte Anw-hiaat-uitkeringen. - De Beleggingsreserve is gelijk aan het vereist eigen vermogen verminderd met het minimum vereist vermogen. Op deze wijze wordt bewerkstelligd dat de beleggingsreserve minimaal gelijk is aan de reserves, die een pensioenfondsfonds moet aanhouden voor beleggingsrisico s in het FTK. - De Bestemmingsreserve VPL-pensioen wordt gevoed door de premies VPL-pensioen ad. 1,25% van het loon, welke tot en met 2021 wordt geheven. De kosten voor de toekenning van deze pensioenen (inclusief bijdrage aan de reserves) worden onttrokken aan deze reserve. Jaarlijks wordt aan de bestemmingsreserve een rendement toegekend dat gelijk is aan het rendement van BPL over de hele portefeuille inclusief de rendementen over de hedge-portefeuille. Er zijn namelijk geen afzonderlijke beleggingen aan deze reserve toegewezen, waardoor geen apart rendement voor deze reserve kan worden vastgesteld. - De Bestemmingsreserve VPO is ultimo 2011 opgenomen in de balans, ter grootte van 4,001 mln. Er worden geen middelen of rendement aan toegevoegd. De toevoeging aan de FVP-gelden wordt aan deze reserve onttrokken. 3.4 Financiering De basisregeling wordt gefinancierd door middel van een reglementaire doorsneepremie van 21,70% van de pensioengrondslag. Uit deze premie worden ouderdomspensioen, nabestaandenpensioen, wezenpensioen en de Anwhiaat-uitkering gefinancierd. Jaarlijks wordt vastgesteld of de reglementaire doorsneepremie hoger is dan de gedempte kostendekkende premie. De gedempte kostendekkende premie wordt bepaald aan de hand van een rendement van 4%. In 2013 wordt de reglementaire doorsneepremie echter niet getoetst aan deze gedempte premie maar aan de vraag of de reglementaire doorsneepremie bijdraagt aan het herstel van de dekkingsgraad tot een niveau van 104,4%. In 2014 is, in afwachting van de nieuwe wet- en regelgeving rond het financiële toetsingskader, de financiële opzet van de premie niet gewijzigd en gebaseerd op de uitgangspunten van de premie voor De opbouw van de gedempte premie in 2012 en de premie die bijdraagt aan herstel in 2013 (en 2014) is als volgt /14 Rekenrente 4% UFR Actuariële inkoop pensioen 15,5% 19,2% Opslag PVI 0,1% 0,2% Solvabiliteit 2,5% 0,9% Administratiekosten 1,4% 1,4% Totaal 19,5% 21,7% ABTN Pensioenfonds voor de Landbouw pagina 15 51

16 De premie is in 2013 vastgesteld aan de hand van de volgende uitgangspunten. 1. Actuarieel benodigde premie De premie is gebaseerd op de volgende grondslagen Overlevingsgrondslagen AG Prognosetafel met een algehele correctie van 94% op de sterftekansen. Rendement UFR van september 2012 Excassokosten 2% 2. Opslag voor arbeidsongeschiktheidsrisico s Deze opslag betreft de IBNR-voorziening, die ook in de premie is opgenomen. Uit de recente Actuarieel Rapporten van Mercer blijkt dat deze opslag en voorziening in de afgelopen jaren voldoende is geweest. 3. Opslag voor solvabiliteit Deze opslag is gebaseerd op de minimaal vereiste dekkingsgraad ultimo Deze bedraagt 104,4%. De opslag voor solvabiliteit is derhalve 0,9% (4,4% over de som van de actuariële inkoop ad 19,2% en de opslag PVI ad 0,2%) 4. Opslag voor uitvoeringskosten De uitvoeringskosten exclusief vermogensbeheer bedragen vanaf 2012 ca. 17,5 mln. VPL-overgangsmaatregelen Vanaf 2012 tot uiterlijk 2021 wordt tevens een premie geheven van 1,25% (2012: 2,3%) van het salaris. Deze premie én de reserve overgangsmaatregelen is voldoende om de rechten die voortvloeien uit de VPL-overgangsrechten te kunnen financieren. Jaarlijks bekijkt het bestuur of deze premie inderdaad voldoende is om de rechten te financieren. De excedent-regeling De premie voor 2014 van de excedent-regeling is een actuariële premie (afhankelijk van leeftijd en geslacht) met de volgende grondslagen. Omdat de premie voor de basisregeling ook niet is gewijzigd, is de premieopzet voor de excedentregeling ook ongewijzigd gebleven. Overlevingstafel AG12-62 Correctie overlevingstafel 90% Rente UFR September2012 Solvabiliteitsopslag 5% Kostenopslag 7,5% Excassokosten 2% Premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid 1% 3.5 Sturingsmiddelen Het bestuur heeft de volgende sturingsmiddelen: 1. het premiebeleid; 2. het indexatiebeleid; 3. het beleggingsbeleid; 4. de regeling. Premiebeleid De reglementaire premie, 21,70% van de pensioengrondslag, is voor onbepaalde tijd vastgesteld. Als de premie niet aan ABTN Pensioenfonds voor de Landbouw pagina 16 51

17 de regelgeving voldoet, zal het bestuur in gesprek gaan met cao-partners. Cao-partners zullen de regeling zodanig aanpassen dat de premie wel aan de regelgeving voldoet. Indexatiebeleid Het indexatiebeleid luidt als volgt: De ambitie van het bestuur is jaarlijks pensioenrechten en pensioenaanspraken aan te passen aan de prijsontwikkeling. Indexatieverlening is echter altijd voorwaardelijk en afhankelijk van een specifiek bestuursbesluit. Het specifieke bestuursbesluit wordt normaliter in november van enig jaar genomen. Voor het bepalen van het feitelijk besluit in enig jaar, wordt als basis de volgende staffel door het bestuur als uitgangspunt gebruikt: GDG < VD VD GDG < VD + 10% GDG VD +10% Geen indexatie Indexatie-verlening naar rato Volledige indexatie-verlening + inhaalindexatie cf onderstaande tabel Voor inhaalindexatie geldt de volgende staffel: GDG VD + 10% GDG VD + 20% GDG VD + 25% GDG VD + 30% Over maximaal 1 jaar terug Over maximaal 3 jaar terug Over maximaal 5 jaar terug Over maximaal 10 jaar terug Inhaal indexatie mag echter niet leiden tot een dekkingsgraad onder de grens in de bovenstaande staffel. Hierbij staat GDG voor Gemiddelde Dekkingsgraad en VD voor Vereiste Dekkingsgraad conform de definitie in hoofdstuk 4. Als maatstaf wordt gehanteerd de consumentenprijsindex (CPI) alle huishoudens afgeleid (dus exclusief effecten door overheidsbeleid) voor de maand september, zoals vastgesteld door het CBS; De Gemiddelde Dekkingsgraad wordt als volgt bepaald: het rekenkundig gemiddelde van 4 kwartalen, eindigend bij het 3 de kwartaal van het jaar voorafgaand aan de eerste januari waarop de indexatie wordt toegekend. - Daarbij geldt dat het verschil tussen hoogste kwartaalstand en laagste kwartaalstand niet meer mag bedragen dan 20%; is dit wel het geval dan wordt de hoogste kwartaalstand afgetopt op de laagste kwartaalstand + 20%. - Ook geldt hierbij dat de actuele dekkingsgraad niet lager mag zijn dan de Vereiste Dekkingsgraad -/- 5% op het moment dat het indexatiebesluit genomen wordt; Bij de vaststelling van de Gemiddelde Dekkingsgraad, de Vereiste Dekkingsgraad en de actuele dekkingsgraad wordt de dekkingsgraad genomen voordat de indexatietoekenning daarin verwerkt is; Het beleid wordt elke 2 jaar geëvalueerd. Beleggingsbeleid In hoofdstuk 5 wordt nader ingegaan op het beleggingsbeleid. Regeling Het uitgangspunt van het bestuur is dat er nooit een verlaging van de al opgebouwde pensioenrechten zal plaatsvinden. Als bij dermate grote financiële problemen bovenstaande sturingsmiddelen geen afdoende oplossing bieden, zal eventueel de pensioenregeling voor in de toekomst op te bouwen pensioenrechten worden gewijzigd. Crisisplan In het voorjaar van 2012 heeft het bestuur een crisisplan vastgesteld. In dit plan definieert het bestuur onder andere wat voor haar een crisis is en welke sturingsmiddelen zij ten tijde van een crisis wil inzetten. Het crisisplan is als bijlage bij deze ABTN gevoegd. ABTN Pensioenfonds voor de Landbouw pagina 17 51

18 4. Vereist vermogen Het fondsvermogen is in het vervolg gedefinieerd als de som van de Technische voorziening en de reserves (de Algemene Reserve, de Reserve Anw-hiaat en de Beleggingsreserve), zoals beschreven in 3.2 en 3.3. De bestemmingsreserve VPLpensioen is geen onderdeel van het fondsvermogen. 4.1 Minimum vereist eigen vermogen Het minimum vereist eigen vermogen bedraagt ca. 4,4% van de Technische voorziening zoals beschreven in deze ABTN onder 3.2. Het minimum vereist vermogen wordt bepaald aan de hand van de wettelijke voorschriften. Indien het fondsvermogen lager is dan het minimum vereist vermogen én de Technische voorziening, bestaat er een situatie van onderdekking. Bij onderdekking beschrijft het bestuur in een herstelplan de maatregelen die moeten worden genomen om, na toestemming van DNB, in maximaal drie jaar uit de situatie van onderdekking te komen. 4.2 Vereist vermogen Het bestuur van het pensioenfonds streeft ernaar om het fondsvermogen minimaal gelijk te laten zijn aan het vereist vermogen. Indien het fondsvermogen lager is dan het vereiste vermogen, is er sprake van een reservetekort en beschrijft het bestuur in een herstelplan de maatregelen die moeten worden genomen om wel aan de normen van het vereiste vermogen te voldoen. Hierbij wordt in principe een maximale termijn van vijftien jaar voor een situatie van een reservetekort gehanteerd. Het wettelijk vereist vermogen is het eigen vermogen dat behoort bij de evenwichtssituatie van het fonds. In die evenwichtssituatie is het wettelijk vereist vermogen zodanig vastgesteld dat met de wettelijk vastgestelde zekerheidsmaat van 97,5% ten aanzien van de als onvoorwaardelijk aangemerkte onderdelen van de pensioenovereenkomst wordt voorkomen dat het fonds binnen 1 jaar beschikt over minder middelen dan de hoogte van de technische voorzieningen. Het wettelijk vereist vermogen wordt in principe vastgesteld aan de hand van de DNB-rekenregels, die gelden voor het standaard-model. Hierbij passen twee opmerkingen. Het bestuur heeft er voor gekozen om de rentegevoeligheid van de inflatieproducten vast te stellen op 50% bij de berekening van de reserves voor het renterisico. Daarnaast heeft het bestuur tevens een reserve vast gesteld voor het risico van actief-beheer-beleggingen. Bij de bepaling van de reserve voor het actief beheer wordt verondersteld dat er geen correlatie is met de risico s voor zakelijke waarden omdat één van de uitgangspunten van het actief beheer juist is om het risico van de totale zakelijke waarden portefeuille zo veel mogelijk constant te houden. Het wettelijk vereist vermogen kan, gegeven het in deze ABTN beschreven beleggingsbeleid, op basis van de strategische mix ultimo 2013 als volgt worden geschat: Reserves voor het renterisico 7,2% van de voorziening Reserves voor het zakelijke waarden-risico 11,3% van de voorziening Reserves voor het valutarisico 6,2% van de voorziening Reserves voor het grondstoffenrisico nihil Reserves voor het kredietrisico 1,8% van de voorziening Reserves voor de actuariële risico s 3,2% van de voorziening Reserves voor actief-beheer 1,1% van de voorziening Vermindering reserves door diversificatie 12,9% van de voorziening Totaal wettelijk vereist vermogen 17,9% van de voorziening De vereiste dekkingsgraad bedraagt derhalve op basis van bovenstaande reserves 120,6% ultimo ABTN Pensioenfonds voor de Landbouw pagina 18 51

19 5. Beleggingsbeleid In dit hoofdstuk wordt het beleggingsbeleid beschreven. Het beleggingsbeleid bestaat enerzijds uit de strategische afweging tussen rendement en risico die resulteert in de keuze van de vermogenscategorieën, de omvang van die categorieën en het beperken van financiële risico s. Anderzijds bestaat het beleggingsbeleid uit het beheer van het vermogen binnen iedere vermogenscategorie en uitvoering van het risicobeleid. Dit vindt plaats binnen mandaatrichtlijnen die de beleggingsopdracht vormen voor de uitvoerders. 5.1 Beleggingsbeginselen Uitgangspunt voor het beleggingsbeleid van BPL is dat aan de (nominale) verplichtingen moet worden voldaan en dat het pensioen zoveel mogelijk waardevast moet zijn. Hiervoor worden risico s geaccepteerd om rendement te behalen en de uitvoeringskosten beperkt te houden. De beleggingsbeginselen vormen de algemene overtuiging van het pensioenfonds ten aanzien van beleggen en de houding ten aanzien van de risico s. De beginselen gebruiken wij als uitgangspunt ten aanzien van de verdere uitwerking van het beleggingsbeleid. Door BPL worden de volgend beginselen gebruikt bij haar beleggingsbeleid. Lange termijn visie De beleggingsportefeuille is met name gericht op actief beleggen via lange termijn investeringen en niet met het doel om (met hoge transactievolumes) op korte termijn de markt te verslaan. Het succes wordt niet afgemeten aan de resultaten ten opzichte van de (korte termijn gedreven) financiële markten. Profiteren van illiquide vermogenscategorieën Door de lange beleggingshorizon kunnen vermogenscategorieën in portefeuille worden genomen die niet op korte termijn te gelde te maken zijn (illiquide vermogenscategorieën) waardoor meer kan worden geprofiteerd van het hogere rendement voor zulke categorieën. Zoeken naar innovatieve investeringsmogelijkheden in eigen sectoren Het pensioenfonds is goed gepositioneerd om via een zgn. portefeuille van kansen op een innovatieve, rendabele wijze te investeren in de bij BPL aangesloten sectoren, op voorwaarde dat de governance goed is geregeld Duurzaamheid Het pensioenfonds heeft als uitgangspunt dat duurzaamheid op lange termijn een hoger rendement, danwel een lager risico oplevert. Vandaar dat alle beleggingsactiviteiten worden getoetst op duurzaamheid door beleggingen en tegenpartijen te toetsen op ecologische, sociale en governance normen. Integriteit en maatschappelijke verantwoordelijkheid Het pensioenfonds toetst haar activiteiten, tegenpartijen en dienstverleners ook op integriteit en maatschappelijke verantwoord gedrag. BPL wenst geen zaken te doen met tegenpartijen die onethisch gedrag vertonen. Daarnaast wijst het pensioenfonds ook activiteiten af die een potentieel verstorend effect op de financiële markten hebben. Zo worden short gaan (verkopen van effecten die niet in bezit zijn) en het uitlenen van effecten afgewezen. Transparantie en aansturing Het pensioenfonds kiest voor transparante beleggingsvormen die direct kunnen worden aangestuurd, dus zo min mogelijk ABTN Pensioenfonds voor de Landbouw pagina 19 51

20 in beleggingsfondsen en met nog grotere terughoudendheid in fondsen-van-fondsen. Bij voorkeur houdt het pensioenfonds het beheer van het vermogen zoveel mogelijk in één hand via direct beleggingen, daardoor kan BPL meer invloed uitoefenen op het beleid en lagere kosten bedingen. Acceptabel kostenniveau De kosten die samenhangen met het vermogens beheer en beleggingstransacties moeten acceptabel zijn in relatie tot de geleverde prestatie, dit geldt voor (stapeling van) fee s die betaald dienen te worden voor investeringen in beleggingsfondsen alsmede voor transactiekosten voor (onnodig veel) transacties in de portefeuille Prudent De beleggingsportefeuille moet tot in detail begrepen worden en kunnen worden uitgelegd aan de stakeholders. Het pensioenfonds neemt daarom geen risico s waarvan ze niet kan overzien in welke mate die het uitbetalen van een waardevast pensioen in de waagschaal stellen. Ook leverage (meer marktrisico lopen dan men aan beleggingen bezit) wordt tot een minimum beperkt. Tevens wordt niet onnodig in derivaten belegd, ofwel derivaten zijn vooral toegestaan om risico s in de portefeuille te reduceren. 5.2 Strategisch beleid De regelgeving van het FTK maakt de economische risico s (verbonden aan aandelen, valuta, rente, etc) die in pensioenfondsen aanwezig zijn expliciet en vertaalt deze naar vereiste reserveposities en dekkingsgraden. Hiermee worden pensioenfondsen gedwongen te overwegen welk totaal risiconiveau het fonds kan of wil accepteren. Vervolgens wordt dat risico zo ingezet dat het rendement van het vermogen wordt gemaximeerd. Het bestuur van het pensioenfonds is verantwoordelijk voor dit strategische belegging- en risicobeleid. Daarmee wordt aansluiting tussen de beleggingsbeginselen, het beleggingsbeleid, de pensioenverplichtingen en de overige sturingsmiddelen bereikt. De basis hiervoor is de ALM studie die periodiek door het fonds wordt uitgevoerd welke wordt gevolgd door een portefeuille constructie studie om de meest optimale beleggingsportefeuille te bepalen. Onder het strategisch beleggingsbeleid wordt verstaan: de vaststelling van de risico s die het fonds wenst te accepteren, de jaarlijks vast te stellen normportefeuille, bandbreedtes en de beleggingsrichtlijnen. Het bestuur wordt hierbij geadviseerd door Syntrus Achmea Vermogensbeheer B.V. en het Bestuursbureau. 5.3 De uitvoering van het vermogensbeheer De advisering over het vermogensbeheer wordt uitgevoerd door de afdeling Strategisch Pensioen Management van Syntrus Achmea Vermogensbeheer B.V. (hierna: de Beheerder ). Het vermogensbeheer wordt uitgevoerd door verschillende Operationele Vermogensbeheerders waaronder Syntrus Achmea Vermogensbeheer B.V., Syntrus Achmea Real Estate and Finance, Kempen Capital Management, Robeco, State Street, Numeric en Stone Harbor. De verschillende Operationeel Vermogensbeheerders zijn belast met de beleggingen in aandelen, vastrentende waarden, liquiditeiten, infrastructuur, private equity en instrumenten waarmee risico s (zoals renterisico en inflatierisico) worden afgedekt. Syntrus Achmea Real Estate and Finance is belast met de uitvoering van de beleggingen in direct vastgoed. De Operationeel Vermogensbeheerders worden geselecteerd en gemonitord door de Beheerder. Hierbij voert de Beheerder een gestructureerd manager research proces waarbij aansluiting op de individuele mandaten en het gewenste risicoprofiel centraal staan. De Operationeel Vermogensbeheerders zijn verantwoordelijk voor het operationele beleggingsbeleid. Ze zijn binnen de geformuleerde randvoorwaarden (de mandaatrichtlijnen) vrij in de wijze van belegging en herbelegging. Beslissingen die ABTN Pensioenfonds voor de Landbouw pagina 20 51

Actuariële en bedrijfstechnische nota

Actuariële en bedrijfstechnische nota Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw Actuariële en bedrijfstechnische nota Dit is een uitgave van Bestuursbureau BPL in opdracht van het bestuur van BPL Datum September 2015 Inhoudsopgave 1.

Nadere informatie

Beirijfspensio.enfonis

Beirijfspensio.enfonis Beirijfspensio.enfonis voor Hierbij verzoeken wij u namens de volgende representatieve organisaties de verplichtstelling van het Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw. (BPL) aan te passen: Van werkgeverszijde:

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 2712 1 februari 2013 Bekendmaking wijziging van de verplichtstelling tot deelneming in het bedrijfstakpensioenfonds voor

Nadere informatie

STAATSCOURANT. Nr. 37629

STAATSCOURANT. Nr. 37629 STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 37629 22 december 2014 Besluit van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid tot wijziging en gedeeltelijke

Nadere informatie

REGLEMENT AANVULLINGSREGELINGEN PER 1 JANUARI 2006 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HANDEL IN BOUWMATERIALEN

REGLEMENT AANVULLINGSREGELINGEN PER 1 JANUARI 2006 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HANDEL IN BOUWMATERIALEN REGLEMENT AANVULLINGSREGELINGEN PER 1 JANUARI 2006 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HANDEL IN BOUWMATERIALEN Februari 2011 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1.1 Inleidende bepalingen 1.

Nadere informatie

Aanvullend reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (hoog)

Aanvullend reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (hoog) Aanvullend reglement 2017 Pensioenopbouw boven Salarisgrens (hoog) Aanvullend reglement 2 Inhoudsopgave Voorwoord 3 1. Definities 4 2. Algemeen 5 3. Deelname 5 4. Vaststelling Aanvullende pensioengrondslag

Nadere informatie

REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE

REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE 1 INHOUDSOPGAVE REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN Inhoudsopgave BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN... 3 ARTIKEL 1. AANSPRAKEN... 3 ARTIKEL 2. VARIABEL PENSIOENGEVEND

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Caribisch Nederland. Uitvoeringsreglement als bedoeld in artikel 11f van de Pensioenwet ambtenaren BES

Stichting Pensioenfonds Caribisch Nederland. Uitvoeringsreglement als bedoeld in artikel 11f van de Pensioenwet ambtenaren BES Stichting Pensioenfonds Caribisch Nederland Uitvoeringsreglement als bedoeld in artikel 11f van de Pensioenwet ambtenaren BES Juni 2017 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen... 3 Artikel 1 Algemene

Nadere informatie

Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw

Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving Tav. de heer Mr. M.H.M, van der Goes Postbus 90801 2509 LV Den

Nadere informatie

Addendum 2 bij het Pensioenreglement Sanoma 2009 pensioenregeling, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland, contractnummer

Addendum 2 bij het Pensioenreglement Sanoma 2009 pensioenregeling, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland, contractnummer Pagina 1 van het addendum 2 bij het Pensioenreglement Sanoma 2009 pensioenregeling, contractnummer 27339 Addendum 2 bij het Pensioenreglement Sanoma 2009 pensioenregeling, van 27339. Stichting Pensioenfonds

Nadere informatie

Aanvullend pensioenreglement "Excedent middelloon "

Aanvullend pensioenreglement Excedent middelloon Aanvullend pensioenreglement "Excedent middelloon " STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR HET BEROEPSVERVOER OVER DE WEG voor de werknemers geboren op of na 1 januari 1950 ORSIMA April 2018 1 Voorwoord

Nadere informatie

Addendum 2 bij het Pensioenreglement pensioenregeling A, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland, contractnummer

Addendum 2 bij het Pensioenreglement pensioenregeling A, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland, contractnummer Pagina 1 van het addendum 2 bij het Pensioenreglement Sanoma pensioenregeling A, contractnummer 27339 Addendum 2 bij het Pensioenreglement pensioenregeling A, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland,

Nadere informatie

Uitvoeringsreglement Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Waterbouw

Uitvoeringsreglement Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Waterbouw Uitvoeringsreglement Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Waterbouw Artikel 1 Definities De begripsomschrijvingen zoals opgenomen in het Pensioenreglement Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Waterbouw (hierna:

Nadere informatie

Grondslagen StiPP verklaring financiële en actuariële gelijkwaardigheid 2016

Grondslagen StiPP verklaring financiële en actuariële gelijkwaardigheid 2016 Grondslagen StiPP verklaring financiële en actuariële gelijkwaardigheid 2016 Inleiding Als, conform artikel 2 of artikel 6 van het Vrijstellings- en boetebesluit Wet Bpf 2000, vrijstelling kan worden verkregen,

Nadere informatie

PRINCIPE-AKKOORD PENSIOEN VOOR DE TECHNIEK

PRINCIPE-AKKOORD PENSIOEN VOOR DE TECHNIEK PRINCIPE-AKKOORD PENSIOEN VOOR DE TECHNIEK Werknemers- en werkgevers-organisaties in de Metaal en Techniek en Metalektro, samenwerkend in de Stichting Vakraad Metaal en Techniek en de Stichting Raad van

Nadere informatie

STICHTING PENSIOENFONDS VAN DE METALEKTRO AANVULLEND REGLEMENT. Pensioenopbouw boven de Salarisgrens (hoog) voor het personeel van <naam onderneming>

STICHTING PENSIOENFONDS VAN DE METALEKTRO AANVULLEND REGLEMENT. Pensioenopbouw boven de Salarisgrens (hoog) voor het personeel van <naam onderneming> STICHTING PENSIOENFONDS VAN DE METALEKTRO AANVULLEND REGLEMENT Pensioenopbouw boven de Salarisgrens (hoog) voor het personeel van gevestigd te Legenda Blauw = invullen

Nadere informatie

REGLEMENT WAO-HIATENPENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE

REGLEMENT WAO-HIATENPENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE REGLEMENT WAO-HIATENPENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE 1 INHOUDSOPGAVE BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN...3 Artikel 1. DEELNEMERS...4 Artikel 2. AANSPRAKEN...4 Artikel 3. AANVRAAG EN TOEKENNING WAO-HIATEN-PENSIOEN...4

Nadere informatie

Aanvullend reglement Extra Pensioenopbouw Boven de Salarisgrens 2015

Aanvullend reglement Extra Pensioenopbouw Boven de Salarisgrens 2015 Aanvullend reglement 1 Aanvullend reglement Extra Pensioenopbouw Boven de Salarisgrens 2015 20150324 Reglement Pensioenopbouw Extra pensioenopbouw Boven de Salarisgrens 2015 Aanvullend reglement 2 Voorwoord

Nadere informatie

PENSIOENREGLEMENT II STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE MEUBELINDUSTRIE EN MEUBILERINGSBEDRIJVEN. Juni 2015

PENSIOENREGLEMENT II STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE MEUBELINDUSTRIE EN MEUBILERINGSBEDRIJVEN. Juni 2015 PENSIOENREGLEMENT II STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE MEUBELINDUSTRIE EN MEUBILERINGSBEDRIJVEN Juni 2015 ARTIKEL 1 Begripsbepalingen De definities en de begripsomschrijvingen zoals vermeld in

Nadere informatie

Aanvullend reglement

Aanvullend reglement Aanvullend reglement Pensioenopbouw boven de Salarisgrens (hoog) 2019 Aanvullend reglement Pensioenopbouw boven de Salarisgrens (hoog) voor het personeel van gevestigd te Pensioenopbouw boven de Salarisgrens

Nadere informatie

Samenvatting DEPF reglementen Per 1 januari 2015

Samenvatting DEPF reglementen Per 1 januari 2015 Samenvatting DEPF reglementen Per 1 januari 2015 Er zijn drie DEPF pensioenreglementen: 67, 65 en VP. - Onder het 67-reglement zijn een basisregeling en een overgangsregeling opgenomen. - Voor het 65-reglement

Nadere informatie

Uitvoeringsovereenkomst

Uitvoeringsovereenkomst Uitvoeringsovereenkomst Stichting Pensioenfonds Ardagh Nederland, gevestigd te Dongen, hierna te noemen het fonds en de dochterondernemingen van Ardagh Group Netherlands B.V., gevestigd te Dongen, te weten:

Nadere informatie

Samenvatting DEPF reglementen Per 1 januari 2016

Samenvatting DEPF reglementen Per 1 januari 2016 Samenvatting DEPF reglementen Per 1 januari 2016 Er zijn drie DEPF pensioenreglementen: 67, 65 en VP. - Onder het 67-reglement zijn een basisregeling en een overgangsregeling opgenomen. - Voor het 65-reglement

Nadere informatie

Sector 1. Agrocultuur

Sector 1. Agrocultuur Sector 1. Agrocultuur Subsector 1.1. Landbouw CAO-Branche 1.1.1. Bedrijfsverzorgingsdiensten voor land- en tuinbouw Aantal CAO- Werknemers 1 juli 2010 t/m 30 juni 2012. Werknemers in dienst van: bedrijfsverzorgingsdiensten,

Nadere informatie

AANVULLENDE PENSIOENREGELING

AANVULLENDE PENSIOENREGELING AANVULLENDE PENSIOENREGELING Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Agrarische en Voedselvoorzieningshandel Uw pensioen is onze zorg. Inleiding Voor u ligt de brochure over de aanvullende pensioenregelingen

Nadere informatie

Aanvullend reglement 2016. Pensioenopbouw boven salarisgrens (laag)

Aanvullend reglement 2016. Pensioenopbouw boven salarisgrens (laag) Aanvullend reglement 2016 Pensioenopbouw boven salarisgrens (laag) Aanvullend reglement 2 Inhoudsopgave Voorwoord 3 1. Definities 4 2. Algemeen 5 3. Deelneming 5 4. Vaststelling Aanvullende pensioengrondslag

Nadere informatie

R E G L E M E N T voor P R E - P E N S I O E N. van Stichting Sportfondsen Pensioenfonds te Amsterdam

R E G L E M E N T voor P R E - P E N S I O E N. van Stichting Sportfondsen Pensioenfonds te Amsterdam R E G L E M E N T voor P R E - P E N S I O E N van Stichting Sportfondsen Pensioenfonds te Amsterdam INHOUD Inleidende bepalingen Artikel 1. Aanvullende pensioenregeling 1 Artikel 2. Deelnemerschap 1 Artikel

Nadere informatie

PENSIOENREGLEMENT V OVERGANGSREGELING VOOR DEELNEMERS GEBOREN OP OF NA 1 JANUARI 1950

PENSIOENREGLEMENT V OVERGANGSREGELING VOOR DEELNEMERS GEBOREN OP OF NA 1 JANUARI 1950 PENSIOENREGLEMENT V OVERGANGSREGELING VOOR DEELNEMERS GEBOREN OP OF NA 1 JANUARI 1950 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR HET BEROEPSVERVOER OVER DE WEG GELDEND VANAF 1 JANUARI 2006 April 2015 OVERGANGSREGELING

Nadere informatie

Reglement arbeidsongeschiktheidspensioen Stichting Voorzieningsfonds Getronics

Reglement arbeidsongeschiktheidspensioen Stichting Voorzieningsfonds Getronics Reglement arbeidsongeschiktheidspensioen Stichting Voorzieningsfonds Getronics Inhoud REGLEMENT ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSPENSIOEN STICHTING VOORZIENINGSFONDS GETRONICS Begripsomschrijvingen... 3 Artikel 1

Nadere informatie

U i t v o e r i n g s r e g l e m e n t PENSIOENFONDS RECREATIE

U i t v o e r i n g s r e g l e m e n t PENSIOENFONDS RECREATIE U i t v o e r i n g s r e g l e m e n t PENSIOENFONDS RECREATIE 1 januari 2015 INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen 4 Artikel 1 Definities 4 Artikel 2 De verplichte pensioenregeling 5 Artikel

Nadere informatie

Grondslagen StiPP verklaring financiële en actuariële gelijkwaardigheid 2017

Grondslagen StiPP verklaring financiële en actuariële gelijkwaardigheid 2017 Grondslagen StiPP verklaring financiële en actuariële gelijkwaardigheid 2017 Inleiding Als, conform artikel 2 of artikel 6 van het Vrijstellings- en boetebesluit Wet Bpf 2000, vrijstelling kan worden verkregen,

Nadere informatie

Aanvullend reglement. Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag) 2016. 20150622 Reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag)

Aanvullend reglement. Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag) 2016. 20150622 Reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag) Aanvullend reglement 1 Aanvullend reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag) 2016 20150622 Reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag) Aanvullend reglement 2 Voorwoord De verplichte pensioenregeling

Nadere informatie

Procedure toetsing premie, bijlage 3 (ABTN) Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot

Procedure toetsing premie, bijlage 3 (ABTN) Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot Feitelijke premie In de uitvoeringsovereenkomst tussen de vennootschap en het pensioenfonds wordt bepaald dat de vennootschap jaarlijks een vaste premie ter beschikking stelt. Deze premie wordt vastgesteld

Nadere informatie

Overzicht en kerncijfers pensioenregelingen Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Baksteenindustrie

Overzicht en kerncijfers pensioenregelingen Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Baksteenindustrie Overzicht en kerncijfers pensioenregelingen Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Baksteenindustrie Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Baksteenindustrie (BPF Baksteen) is opgericht op 1-4-1957.

Nadere informatie

Samenvatting DEPF reglementen

Samenvatting DEPF reglementen Samenvatting DEPF reglementen Er zijn drie DEPF pensioenreglementen: 67, 65 en VP. - Onder het 67-reglement zijn een basisregeling en een overgangsregeling opgenomen. - Voor het 65-reglement geldt dat

Nadere informatie

1. Definities Kostendekkende premie Premie die noodzakelijk is om jaarlijks ouderdomspensioenaanspraken in te kopen.

1. Definities Kostendekkende premie Premie die noodzakelijk is om jaarlijks ouderdomspensioenaanspraken in te kopen. Premiebeleid 1. Definities Kostendekkende Premie die noodzakelijk is om jaarlijks ouderdomspensioenaanspraken in te kopen. Gedempte Premie gebaseerd op gemiddelde rente curves, waardoor de invloed van

Nadere informatie

REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE

REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE 1 INHOUDSOPGAVE REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN... 3 ARTIKEL 1. AANSPRAKEN... 3 ARTIKEL 2. VARIABEL PENSIOENGEVEND SALARIS...

Nadere informatie

Uitvoeringsovereenkomst

Uitvoeringsovereenkomst Uitvoeringsovereenkomst Stichting Pensioenfonds Ardagh Nederland, gevestigd te Dongen, hierna te noemen het fonds en de dochterondernemingen van Ardagh Group Netherlands B.V., gevestigd te Dongen, te weten:

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds van de Grolsche Bierbrouwerij, statutair gevestigd te Enschede, hierna te noemen: "het Fonds"

Stichting Pensioenfonds van de Grolsche Bierbrouwerij, statutair gevestigd te Enschede, hierna te noemen: het Fonds Uitvoeringsovereenkomst 2018 Grolsche Bierbrouwerij Nederland B.V., statutair gevestigd te Enschede, hierna te noemen: "de Werkgever" en Stichting Pensioenfonds van de Grolsche Bierbrouwerij, statutair

Nadere informatie

Uitvoeringsovereenkomst. Wolters Kluwer Nederland B.V. en Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland

Uitvoeringsovereenkomst. Wolters Kluwer Nederland B.V. en Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland Uitvoeringsovereenkomst Wolters Kluwer Nederland B.V. en Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland Overeengekomen 01-01-2008 Bijlage 1 01-01-2008 2 UITVOERINGSOVEREENKOMST De ondergetekenden, Wolters

Nadere informatie

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Voor de Drankindustrie Uitvoeringsovereenkomst Aanvullende pensioenregeling

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Voor de Drankindustrie Uitvoeringsovereenkomst Aanvullende pensioenregeling Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Voor de Drankindustrie Uitvoeringsovereenkomst Aanvullende pensioenregeling Uitvoeringsovereenkomst excedent middelloonregeling per 1 januari 2015 1 Inhoudsopgave Hoofdstuk

Nadere informatie

Reglement ANW-hiaatverzekering. van. Pensioenfonds Deloitte

Reglement ANW-hiaatverzekering. van. Pensioenfonds Deloitte Reglement ANW-hiaatverzekering van Pensioenfonds Deloitte Versie: April 2013 Inhoudsopgave Artikel 1 Begripsomschrijvingen 3 Artikel 2 ANW-hiaatverzekering 5 Artikel 3 Deelnemerschap 5 Artikel 4 Aanmelding

Nadere informatie

STICHTING PENSIOENFONDS VAN DE METALEKTRO AANVULLEND REGLEMENT. Pensioenopbouw boven de Salarisgrens (hoog) voor het personeel van <naam onderneming>

STICHTING PENSIOENFONDS VAN DE METALEKTRO AANVULLEND REGLEMENT. Pensioenopbouw boven de Salarisgrens (hoog) voor het personeel van <naam onderneming> STICHTING PENSIOENFONDS VAN DE METALEKTRO AANVULLEND REGLEMENT Pensioenopbouw boven de Salarisgrens (hoog) voor het personeel van gevestigd te Legenda Blauw = invullen

Nadere informatie

STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE GROOTHANDEL IN BLOEMEN EN PLANTEN UITVOERINGSREGLEMENT

STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE GROOTHANDEL IN BLOEMEN EN PLANTEN UITVOERINGSREGLEMENT STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE GROOTHANDEL IN BLOEMEN EN PLANTEN UITVOERINGSREGLEMENT Werkgeversvoorzitter Drs. F. Verschuren.. Werknemersvoorzitter Dhr. G.P.M.J. Roest HOOFDSTUK 1: ALGEMENE

Nadere informatie

TIJDELIJKE AANVULLINGSREGELING van Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate. Per 1 januari 2006

TIJDELIJKE AANVULLINGSREGELING van Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate. Per 1 januari 2006 TIJDELIJKE AANVULLINGSREGELING van Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate Per 1 januari 2006 Looptijd tot en met 31 december 2014 Versie 1 januari 2013 Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate

Nadere informatie

STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL. Postbus GC Rijswijk.

STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL. Postbus GC Rijswijk. STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL Verrijn Stuartlaan 1e 2288 EK Rijswijk Telefoon: 070-3381020 Fax : 070-3503531 Postbus 3144 2280 GC Rijswijk www.bpfavh.nl

Nadere informatie

Collectieve Arbeidsovereenkomst over pensioenen. Tronox Pigments (Holland) B.V. Rotterdam-Botlek

Collectieve Arbeidsovereenkomst over pensioenen. Tronox Pigments (Holland) B.V. Rotterdam-Botlek Collectieve Arbeidsovereenkomst over pensioenen Voor de werknemers in dienst van Tronox Pigments (Holland) B.V. te Rotterdam-Botlek Looptijd 1 januari 2015 t/m 31 december 2019 Tronox Pigments (Holland)

Nadere informatie

UITVOERINGSOVEREENKOMST MET REXEL NEDERLAND B.V.

UITVOERINGSOVEREENKOMST MET REXEL NEDERLAND B.V. UITVOERINGSOVEREENKOMST MET REXEL NEDERLAND B.V. STICHTING PENSIOENFONDS SAGITTARIUS 1 De ondergetekenden: Stichting Pensioenfonds Sagittarius, gevestigd te Bussum aan de Brediusweg 57A, hierna te noemen

Nadere informatie

UITVOERINGSREGLEMENT STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VAN DE VOOR HET SCHILDERS-, AFWERKINGS- EN GLASZETBEDRIJF

UITVOERINGSREGLEMENT STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VAN DE VOOR HET SCHILDERS-, AFWERKINGS- EN GLASZETBEDRIJF UITVOERINGSREGLEMENT VAN DE STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR HET SCHILDERS-, AFWERKINGS- EN GLASZETBEDRIJF 1 juli 2015 INHOUDSOPGAVE Artikel 1 - Definities 3 Artikel 2 - Premiebetaling 3 Artikel

Nadere informatie

U i t v o e r i n g s r e g l e m e n t STICHTING PENSIOENFONDS RECREATIE

U i t v o e r i n g s r e g l e m e n t STICHTING PENSIOENFONDS RECREATIE U i t v o e r i n g s r e g l e m e n t STICHTING PENSIOENFONDS RECREATIE Januari 2014 INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen 4 Artikel 1 Definities 4 Artikel 2 De verplichte pensioenregeling 5

Nadere informatie

Update! WIJZIGINGEN PENSIOENREGELING PER 1 JANUARI 2015. bpfhibin.nl

Update! WIJZIGINGEN PENSIOENREGELING PER 1 JANUARI 2015. bpfhibin.nl Update! bpfhibin.nl stichting bedrijfstakpensioenfonds voor de handel in bouwmaterialen December 2014 Kunt u uw werknemers uitleggen wat er per 1 januari 2015 is veranderd aan hun pensioen? WIJZIGINGEN

Nadere informatie

STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL. Postbus GC Rijswijk.

STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL. Postbus GC Rijswijk. STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL Verrijn Stuartlaan 1E 2288 EK Rijswijk Telefoon: 070-3381020 Fax : 070-3503531 Postbus 3144 2280 GC Rijswijk www.bpfavh.nl

Nadere informatie

UITVOERINGSREGLEMENT SW EN WIW STICHTING PENSIOENFONDS VOOR WERK EN (RE)INTEGRATIE

UITVOERINGSREGLEMENT SW EN WIW STICHTING PENSIOENFONDS VOOR WERK EN (RE)INTEGRATIE UITVOERINGSREGLEMENT SW EN WIW STICHTING PENSIOENFONDS VOOR WERK EN (RE)INTEGRATIE JULI 2015 H OOFDSTUK 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Definities Voor dit reglement zijn de definities van toepassing

Nadere informatie

27 september Deelnemersvergadering

27 september Deelnemersvergadering 27 september 2007 Deelnemersvergadering Kernpunten 2006 Goed jaar, dekkingsgraad van 117,1% naar 122,7% Geen herstelplan meer nodig in 2007 Indexatie in 2006 verleend over 2005 van: - 0,63% voor de actieve

Nadere informatie

Kemira Rotterdam B.V.

Kemira Rotterdam B.V. Kemira Rotterdam B.V. Collectieve arbeidsovereenkomst over pensioenen 2019-2023 Pagina 1 van 7 COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST OVER PENSIOENEN Ondergetekenden: Kemira Rotterdam B.V. te Botlek-Rotterdam

Nadere informatie

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Drankindustrie Uitvoeringsovereenkomst Aanvullende Middelloonregeling Module A

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Drankindustrie Uitvoeringsovereenkomst Aanvullende Middelloonregeling Module A Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Drankindustrie Uitvoeringsovereenkomst Aanvullende Middelloonregeling Module A Uitvoeringsovereenkomst Aanvullende Middelloonregeling Module A per 1 januari 2016

Nadere informatie

Aanvullend reglement

Aanvullend reglement Aanvullend reglement Pensioenopbouw boven de Salarisgrens (laag) 2018 Aanvullend reglement Pensioenopbouw boven de Salarisgrens (laag) voor het personeel van gevestigd te Pensioenopbouw boven de Salarisgrens

Nadere informatie

U i t v o e r i n g s r e g l e m e n t PENSIOENFONDS RECREATIE

U i t v o e r i n g s r e g l e m e n t PENSIOENFONDS RECREATIE U i t v o e r i n g s r e g l e m e n t PENSIOENFONDS RECREATIE 1 januari 2017 INHOUDSOPGAVE 1 januari 2017 1 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen 4 Artikel 1 Definities 4 Artikel 2 De basispensioenregeling

Nadere informatie

Uitvoeringsreglement. Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Groothandel in Levensmiddelen. Versie 1 juli 2015

Uitvoeringsreglement. Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Groothandel in Levensmiddelen. Versie 1 juli 2015 Uitvoeringsreglement Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Groothandel in Levensmiddelen Versie 1 juli 2015 INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen... 3 Artikel 1.1 Definities... 3 Hoofdstuk

Nadere informatie

Bijlagen. Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland. Versie 1 januari 2013 PENSIOENREGLEMENT UNISYS PENSIOENKAPITAALPLAN

Bijlagen. Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland. Versie 1 januari 2013 PENSIOENREGLEMENT UNISYS PENSIOENKAPITAALPLAN Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland Bijlagen PENSIOENREGLEMENT UNISYS PENSIOENKAPITAALPLAN PENSIOENREGLEMENT UNISYS COMBI PENSIOEN UNISYS PENSIOENREGLEMENT, 12 E NOTA VAN WIJZIGING Versie 1 januari

Nadere informatie

Uw persoonlijke gegevens De heer X. Deelnemer Geboren op: 2 januari 1972 Deelnemersnummer: Uw partner Y. Partner Geboren op: 5 februari 1975

Uw persoonlijke gegevens De heer X. Deelnemer Geboren op: 2 januari 1972 Deelnemersnummer: Uw partner Y. Partner Geboren op: 5 februari 1975 pagina 1 van 7 Uniform Pensioenoverzicht 2019 Stand per: 1 januari 2019 Uw persoonlijke gegevens De heer X. Deelnemer Geboren op: 2 januari 1972 Deelnemersnummer: 999999 Relatienummer: xyz123456 Uw partner

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Ford Nederland Pensioenreglement

Stichting Pensioenfonds Ford Nederland Pensioenreglement Bijlage B Overzicht maximum pensioengevend salaris, grenssalaris, franchise en maximum uitkeringsloon WIA: Datum Maximum pensioengevend salaris Grenssalaris Franchise Maximum uitkeringsloon WIA 1 januari

Nadere informatie

de pensioengerechtigde leeftijd of bij eerder overlijden, zoals aanspraken op ouderdomsen nabestaandenpensioen en pré-pensioen.

de pensioengerechtigde leeftijd of bij eerder overlijden, zoals aanspraken op ouderdomsen nabestaandenpensioen en pré-pensioen. de pensioengerechtigde leeftijd of bij eerder overlijden, zoals aanspraken op ouderdomsen nabestaandenpensioen en pré-pensioen. De hierna opgenomen bepalingen worden niet alleen toegepast op formeel overeengekomen

Nadere informatie

PENSIOENREGLEMENT UNISYS PENSIOENKAPITAALPLAN PENSIOENREGLEMENT UNISYS COMBI PENSIOEN UNISYS PENSIOENREGLEMENT, 12E NOTA VAN WIJZIGING

PENSIOENREGLEMENT UNISYS PENSIOENKAPITAALPLAN PENSIOENREGLEMENT UNISYS COMBI PENSIOEN UNISYS PENSIOENREGLEMENT, 12E NOTA VAN WIJZIGING Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland Bijlagen PENSIOENREGLEMENT UNISYS PENSIOENKAPITAALPLAN PENSIOENREGLEMENT UNISYS COMBI PENSIOEN UNISYS PENSIOENREGLEMENT, 12E NOTA VAN WIJZIGING Versie 1 januari

Nadere informatie

Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven

Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven 6b Bitumineuze- en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven (Bpf-Bikudak) 65 P E N S I O E N R E G E L I N G U T A - W E R K N E M E R S Jaarboek Pensioen- en bedrijfstakeigen regelingen in de sector bouwnijverheid

Nadere informatie

UITVOERINGSREGLEMENT. Geldig per 01-01-2013

UITVOERINGSREGLEMENT. Geldig per 01-01-2013 Geldig per 01-01- Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen...4 Artikel 1.1 Werkingssfeer...4 Artikel 1.2 Algemene begripsbepalingen...4 Artikel 1.3 Gebondenheid aangesloten werkgevers aan statuten

Nadere informatie

Uitvoeringsreglement. Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Drankindustrie

Uitvoeringsreglement. Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Drankindustrie Uitvoeringsreglement Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Drankindustrie Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen... 2 Hoofdstuk 2 Wijze van vaststelling van de verschuldigde premie... 4 Hoofdstuk

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds HAL

Stichting Pensioenfonds HAL Stichting Pensioenfonds HAL excedent-arbeidsongeschikt- Pensioenreglement heidspensioen 1 Artikel 1 Begripsomschrijvingen Voor zover daarvan hierna in dit reglement niet wordt afgeweken, gelden in dit

Nadere informatie

Buitengewone vergadering van deelnemers 22 november 2010

Buitengewone vergadering van deelnemers 22 november 2010 Buitengewone vergadering van deelnemers 22 november 2010 Agenda 1. Opening, mededelingen en ingekomen stukken 2. Pensioenregeling uitgevoerd door BNPF 3. Vergelijking andere pensioenfondsen 4. Herstelplan

Nadere informatie

REGLEMENT PENSIOENSPAREN van Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate

REGLEMENT PENSIOENSPAREN van Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate REGLEMENT PENSIOENSPAREN van Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate (versie 1 januari 2015) Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate (Pensioenfonds Ten Cate) Bezoekadres: Brugstraat 2, Almelo

Nadere informatie

REGLEMENT PENSIOENSPAREN van Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate. Per 1 januari 2011

REGLEMENT PENSIOENSPAREN van Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate. Per 1 januari 2011 REGLEMENT PENSIOENSPAREN van Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate Per 1 januari 2011 Stichting Pensioenfonds Koninklijke Ten Cate Bezoekadres: Brugstraat 2, Almelo Correspondentieadres: Postbus

Nadere informatie

Een nieuwe keuze in pensioenoplossingen. ICK Beschikbare Premieregeling

Een nieuwe keuze in pensioenoplossingen. ICK Beschikbare Premieregeling Een nieuwe keuze in pensioenoplossingen voor de ICK-branche ICK Beschikbare Premieregeling ICK Beschikbare Premieregeling 2 De ICK-branche verbreedt het aanbod op het gebied van pensioen. Naast de bestaande

Nadere informatie

U i t v o e r i n g s r e g l e m e n t PENSIOENFONDS RECREATIE

U i t v o e r i n g s r e g l e m e n t PENSIOENFONDS RECREATIE U i t v o e r i n g s r e g l e m e n t PENSIOENFONDS RECREATIE 1 juli 2015 INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen 4 Artikel 1 Definities 4 Artikel 2 De verplichte pensioenregeling 5 Artikel 2A

Nadere informatie

Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven

Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven 6b Bitumineuze- en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven (Bpf-Bikudak) 65 P e n s i o e n r e g e l i n g u t a - w e r k n e m e r s Jaarboek Pensioen- en bedrijfstakeigen regelingen in de sector bouwnijverheid

Nadere informatie

PENSIOENREGLEMENT V OVERGANGSREGELING VOOR DEELNEMERS GEBOREN OP OF NA 1 JANUARI 1950

PENSIOENREGLEMENT V OVERGANGSREGELING VOOR DEELNEMERS GEBOREN OP OF NA 1 JANUARI 1950 PENSIOENREGLEMENT V OVERGANGSREGELING VOOR DEELNEMERS GEBOREN OP OF NA 1 JANUARI 1950 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR HET BEROEPSVERVOER OVER DE WEG GELDEND VANAF 1 JANUARI 2006 Januari 2018 OVERGANGSREGELING

Nadere informatie

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds TrueBlue

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds TrueBlue Stichting Bedrijfstakpensioenfonds TrueBlue Uitvoeringsreglement Dit uitvoeringsreglement is een uitgave van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds TrueBlue administrateur Syntrus Achmea Pensioenbeheer N.V.

Nadere informatie

Reglement Versleepregeling

Reglement Versleepregeling HEINEKEN NEDERLANDS BEHEER B.V. HEINEKEN GROUP B.V HEINEKEN INTERNATIONAL B.V. (Versie 2014 definitief- d.d. 07 januari 2014) INHOUD Artikelen Bladzijde 1. Begripsbepalingen 3 2. Werkingssfeer van de regeling

Nadere informatie

UITVOERINGSOVEREENKOMST

UITVOERINGSOVEREENKOMST 1 UITVOERINGSOVEREENKOMST Stichting bedrijfstakpensioenfonds voor de sector Waterrecreatie en de Kunststoffen en Houten jachtbouw INHOUDSOPGAVE Artikel 1. Verplichtingen van de werkgever 2. Verplichtingen

Nadere informatie

UITVOERINGSOVEREENKOMST MET REXEL NEDERLAND B.V.

UITVOERINGSOVEREENKOMST MET REXEL NEDERLAND B.V. STICHTING PENSIOENFONDS SAGITTARIUS UITVOERINGSOVEREENKOMST MET REXEL NEDERLAND B.V. De ondergetekenden: Stichting Pensioenfonds Sagittarius, gevestigd te Bussum aan de Brediusweg 57A, hierna te noemen

Nadere informatie

en Ardagh Metal Packaging Netherlands B.V.

en Ardagh Metal Packaging Netherlands B.V. Versie 2017 tussen en Ardagh Metal Packaging Netherlands B.V. Versie 2017 Zutphenseweg 51 Postbus 318 7400 AH Deventer Telefoon : 0570-682116 Fax : 0570-682019 Email : info@sptdv.nl Internet : www.sptdv.nl

Nadere informatie

UITVOERINGSREGLEMENT STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE BANDEN- EN WIELENBRANCHE

UITVOERINGSREGLEMENT STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE BANDEN- EN WIELENBRANCHE UITVOERINGSREGLEMENT STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE BANDEN- EN WIELENBRANCHE december 2015 H O O F D S T U K 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsbepalingen Voor dit reglement zijn de definities

Nadere informatie

Betreft: Startbrief in verband met toetreding tot de pensioenregeling

Betreft: Startbrief in verband met toetreding tot de pensioenregeling Yvonne Bloem Administrateur Stichting Pensioenfonds Syngenta Nederland Westeinde 62 Postbus 2 1600 AA Enkhuizen Tel. 0228-366 435 Fax. 0228-366 445 yvonne.bloem@syngenta.com Betreft: Startbrief in verband

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Uitkeringsovereenkomst

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Uitkeringsovereenkomst Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Uitkeringsovereenkomst Wat u moet weten over uw pensioen Het Uniform Pensioenoverzicht geeft u duidelijkheid over wat u krijgt bij pensionering en arbeidsongeschiktheid.

Nadere informatie

1. Definities Zuivere Kostendekkende premie Premie die noodzakelijk is om jaarlijks ouderdomspensioenaanspraken in te kopen.

1. Definities Zuivere Kostendekkende premie Premie die noodzakelijk is om jaarlijks ouderdomspensioenaanspraken in te kopen. Premiebeleid 1. Definities Zuivere Kostendekkende premie Premie die noodzakelijk is om jaarlijks ouderdomspensioenaanspraken in te kopen. Gedempte premie Premie gebaseerd op gemiddelde rente curves, waardoor

Nadere informatie

Collectieve Arbeidsovereenkomst inzake Pensioen

Collectieve Arbeidsovereenkomst inzake Pensioen Inhoud Collectieve Arbeidsovereenkomst inzake Pensioen... 2 Artikel 1 Werkingssfeer... 2 Artikel 2 Beschikbare premie en werknemersbijdrage pensioenpremie... 2 Artikel 3 Algemene verplichtingen van partijen...

Nadere informatie

AANVULLEND PENSIOENREGLEMENT EINDLOON

AANVULLEND PENSIOENREGLEMENT EINDLOON STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL Laan van Zuid Hoorn 165 2289 DD Rijswijk Telefoon: 070-3061190 Fax : 08422-62369 Website: www.bpfavh.nl Postbus 3144 2280

Nadere informatie

HERSTELPLAN 31 maart 2009

HERSTELPLAN 31 maart 2009 HERSTELPLAN 31 maart 2009 Naam pensioenfonds: Stichting Pensioenfonds Akzo Nobel Nummer fonds: 07781 Dekkingsgraad per 31 december 2008: 95,6% Status financiële positie (reservetekort, dekkingstekort):

Nadere informatie

Augustus 2013 UITVOERINGSREGLEMENT STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HANDEL IN BOUWMATERIALEN

Augustus 2013 UITVOERINGSREGLEMENT STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HANDEL IN BOUWMATERIALEN Augustus 2013 UITVOERINGSREGLEMENT STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HANDEL IN BOUWMATERIALEN Bijgewerkt tot en met de bestuursbesluiten van 27 augustus 2013 HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen Artikel

Nadere informatie

PENSIOENREGLEMENT II

PENSIOENREGLEMENT II PENSIOENREGLEMENT II ARTIKEL 1 Begripsbepalingen De definities en de begripsomschrijvingen zoals vermeld in de statuten, pensioenreglement I en het uitvoeringsreglement zijn ook van toepassing in dit pensioenreglement.

Nadere informatie

Tabellenboek. geldig van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015 TRANSPARANT OVER ELKE FASE

Tabellenboek. geldig van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015 TRANSPARANT OVER ELKE FASE Tabellenboek geldig van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015 TRANSPARANT OVER ELKE FASE Inhoudsopgave Algemeen... 3 Geldigheid... 4 Uitgangspunten...5 Pensioenvervroeging... 6 Uitruil tussen partnerpensioen

Nadere informatie

Pensioenbijeenkomst. 22 maart 2018

Pensioenbijeenkomst. 22 maart 2018 Pensioenbijeenkomst 22 maart 2018 Programma Welkom! Het fonds - mensen en cijfers* Financiële positie en beleid* Pensioenregeling en keuzes Actualiteiten 5 minuten 15 minuten 10 minuten 5 minuten Vragen?

Nadere informatie

In de Pensioenwet is vastgelegd dat wanneer een pensioenfonds niet langer voldoet aan de gestelde eisen ten aanzien van:

In de Pensioenwet is vastgelegd dat wanneer een pensioenfonds niet langer voldoet aan de gestelde eisen ten aanzien van: Financieel Crisisplan 1. Elementen crisisplan In de Pensioenwet is vastgelegd dat wanneer een pensioenfonds niet langer voldoet aan de gestelde eisen ten aanzien van: vereist eigen vermogen (ultimo 2011

Nadere informatie

Tabellenboek. geldig van 1 januari 2015 tot en met 31 december Duidelijk over dadelijk

Tabellenboek. geldig van 1 januari 2015 tot en met 31 december Duidelijk over dadelijk geldig van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015 Inhoudsopgave Algemeen... 3 Geldigheid... 4 Uitgangspunten... 5 Pensioenvervroeging... 6 Uitruil tussen partnerpensioen en ouderdomspensioen... 7 Variëren

Nadere informatie

Uitvoeringsreglement. Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Foodservice en Groothandel in Levensmiddelen. Versie 1 januari 2017

Uitvoeringsreglement. Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Foodservice en Groothandel in Levensmiddelen. Versie 1 januari 2017 Uitvoeringsreglement Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Foodservice en Groothandel in Levensmiddelen Versie 1 januari 2017 INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen... 3 Artikel 1.1 Definities...

Nadere informatie

REGLEMENT EXCEDENT ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSPENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE

REGLEMENT EXCEDENT ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSPENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE REGLEMENT EXCEDENT ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSPENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE INHOUDSOPGAVE REGLEMENT EXCEDENT ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSPENSIOEN BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN... 3 Artikel 1. DEELNEMERS... 4

Nadere informatie

Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw

Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw Herstelplan per 31 augustus 2011 Naam pensioenfonds: Bedrijfspensioenfonds Nummer fonds: 10565 Dekkingsgraad per 31-8-2011: Dekkingsgraad per ultimo augustus 2011 is 102,5%. Status financiële positie (reservetekort,

Nadere informatie

Uitvoeringsreglement. Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Drankindustrie

Uitvoeringsreglement. Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Drankindustrie Uitvoeringsreglement Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Drankindustrie April 2016 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen... 2 Hoofdstuk 2 Wijze van vaststelling van de verschuldigde premie...

Nadere informatie

Uitvoeringsreglement. Per 11 maart 2015

Uitvoeringsreglement. Per 11 maart 2015 Uitvoeringsreglement Per 11 maart 2015 Laatstelijk gewijzigd door het bestuur op 11 maart 2015 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 De algemene bepalingen 4 Artikel 1.1 De begrippen en afkortingen 4 Artikel 1.2 De

Nadere informatie

Reglement Regeling Vervroegd Uittreden voor werknemers die na 30 juni 1937 en voor 1 januari 1950 zijn geboren

Reglement Regeling Vervroegd Uittreden voor werknemers die na 30 juni 1937 en voor 1 januari 1950 zijn geboren Stichting Pensioenfonds Gasunie Reglement Regeling Vervroegd Uittreden voor werknemers die na 30 juni 1937 en voor 1 januari 1950 zijn geboren Vastgesteld: 13 december 1994 Gewijzigd: 14 november 1995

Nadere informatie

Kemira Rotterdam B.V.

Kemira Rotterdam B.V. Kemira Rotterdam B.V. Collectieve arbeidsovereenkomst over pensioenen 2014-2018 Pagina 1 van 9 COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST OVER PENSIOENEN Ondergetekenden: Kemira Rotterdam B.V. te Botlek-Rotterdam

Nadere informatie