Optimalisatie glasaalcollector: hydraulische metingen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Optimalisatie glasaalcollector: hydraulische metingen"

Transcriptie

1 Optimalisatie glasaalcollector: hydraulische metingen Project: VA2008_41 Opgesteld in opdracht van: Ministerie van LNV februari 2009 door: Igor L.Y. Spierts en Jan H. Kemper

2

3 Statuspagina Statuspagina Titel: Optimalisatie glasaalcollector: hydraulische metingen Samenstelling: VisAdvies BV Adres: Twentehaven PT Nieuwegein Telefoon: Homepage: Opdrachtgever: Ministerie van LNV Auteur(s): I.L.Y. Spierts en Jan H. Kemper adres: Spierts@visadvies.nl Eindverantwoording I.L.Y. Spierts Aantal pagina s: 16 Trefwoorden: Glasaal, collector, hydraulica, stroomsnelheid, debiet. Projectnummer: VA2008_41 Datum: 26 februari 2009 Bibliografische referentie IL.Y. Spierts & Jan H. Kemper, Optimalisatie glasaalcollector: hydraulische metingen. VisAdvies BV, Nieuwegein. Projectnummer VA2008_41, 16 pag. Copyright: 2009 VisAdvies BV Behoudens wettelijke uitzonderingen mag niets uit dit document worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaargemaakt, in enige vorm of op enige wijze hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van VisAdvies BV. VisAdvies BV

4 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Inleiding Aanleiding Achtergrond Prototype glasaalcollector Doelstellingen en onderzoeksvragen Doelstellingen Onderzoeksvragen Materiaal en methode Proefopstelling laboratorium Randvoorzieningen laboratorium Ontwerp werkmodel glasaalcollector Formules hydraulische metingen Theoretisch Werkelijk Metingenreeks Weerstand van collectorsysteem Vergelijking pompeigenschappen Resultaten en conclusies Stabiliteit Hydraulische karakteristieken Weerstand collectorsysteem Pomp eigenschappen Algemene herbeoordeling Algemene ontwerp systeem Licht Lengte aanzuigbuizen Referenties VisAdvies BV

5 Inleiding 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Achtergrond Het gaat slecht met de Europese aal: sinds de jaren 1960 zijn de vangsten gestaag afgenomen met ca. 75%, en sinds 2000 is de intrek van glas niet meer boven de 5% van het historische niveau van vóór 1980 geweest (Dekker 2004; FAO, 2007). Voor deze dalende trends zijn verschillende oorzaken geopperd, maar bij gebrek aan overtuigend bewijs, blijft de werkelijke oorzaak vooralsnog onduidelijk. Er is daarom sinds 1998 door de Internationale Raad voor het Zeeonderzoek (ICES) geadviseerd uit voorzorg strikte beschermingsmaatregelen te nemen, en een internationaal herstelprogramma op te stellen. In 2007 is door de Ministerraad van de Europese Unie een voorstel van de Europese Commissie aangenomen voor een Verordening tot Vaststelling van Maatregelen voor het Herstel van het Bestand van Europese Aal (Commissie van de Europese Gemeenschappen 2007). In deze Verordening wordt het doel ( het herstel van het bestand van Europese aal ) en het streefbeeld ( 40 % van de natuurlijke productie van de paairijpe schieraal kan ontsnappen naar zee ) vastgesteld. De uitwerking, de keuze van beschermingsmaatregelen en de implementatie daarvan worden aan de lidstaten opgedragen. De Europese aalverordening voorziet in een terugkerende evaluatie: eerst om de 3 jaar en later om de 6 jaar. Belangrijke instrumenten daarbij zijn monitoring en toestandsbeoordeling Prototype glasaalcollector 2008 VisAdvies heeft, in samenwerking met Visserijbedrijf den Boer, een glasaalcollector ontwikkeld. De glasaalcollector heefttwee gebruiksfuncties: In de eerste plaats kan de installatie worden gebruikt om glasaal te vangen op locaties in Nederland die voor glasaal een ernstige migratiebarrière vormen (gemalen, sluizen stuwen, etc.). De gevangen glasaal kan vervolgens in geschikte habitats worden uitgezet om op te groeien tot volwassen dieren. In de tweede plaats kan de collector worden ingezet om de (glas)aalstand op een gestandaardiseerde wijze te monitoren. De collector doet dan dienst als een alternatief voor de kruisnetbevissing op glasaal. In het prototype zoals dat in het voorjaar van 2008 is ingezet (figuur 1.1) bestaat het collectorsysteem uit vier onafhankelijke opvangbakken, bijeengehouden in een aluminium frame (zie ook figuur 3.3). Het collectorsysteem is voorzien van een lamp die op 1,5 m boven de waterspiegel is geïnstalleerd (500W). Iedere opvangbak zuigt via een Pvc-buis water aan d.m.v. een dompelpomp (400W, 7 m 3 /u) en vangt de glasaal op die daarmee naar binnen komt. VisAdvies BV 1

6 Inleiding figuur 1.1 Boven- en zijaanzicht van het glasaalcollector systeem (uit Kroes et al., 2008a,b). Per bak wordt op één diepte water aangezogen. De Pvc-buizen zijn van onderen afgesloten en er zijn 6 gaten in aangebracht. In het bochtstuk, waarmee kort onder het oppervlak water wordt aanzogen, zijn geen gaten aangebracht. De gevoeligheid voor verstopping met vuil is gering. figuur 1.2 laat een schets van één collectorbak zien (linksboven) en ook is aangegeven welke aanzuigdieptes zijn toegepast per collectorsysteem. figuur 1.2 Ontwerp van de glasaalcollector met de toegepaste zuigbuizen. Per collectorsysteem zijn vier zuigdieptes toegepast (uit Kroes et al, 2008a,b). De collectorsystemen zijn aangepast aan locaal verschillende veldomstandigheden door gebruik te maken van afkoppelbare pijpen en sluitingen. De collectorbak is eenvoudig te legen. Om te voorkomen dat aal in de pomp terecht komt is iedere bak afgeschermd met een fijn aluminium rooster (0,002m perforatie). In het voorjaar van 2008 is met de hierboven beschreven glasaalcollector een experiment uitgevoerd (Kroes et al., 2008b). De eerste collector was gelegen bij het gemaal en de keersluis in Scheveningen. De eerste resultaten lieten zien dat glasaal zich succesvol liet aantrekken en opzuigen. VisAdvies BV 2

7 Inleiding 1.2 Doelstellingen en onderzoeksvragen Ondanks dat de collector in de eerste try out in Scheveningen succesvol glasaal aantrok bestond de behoefte het huidige ontwerp te verbeteren. De belangrijkste problemen met het ontwerp van de collector zijn: Instabiliteit van de collector tijdens het functioneren. In het huidige ontwerp bevindt de collector zich deels (10-20 cm) boven de waterspiegel en is van bovenaf niet luchtdicht afgesloten. Wanneer de collectorpomp wordt geactiveerd, zuigt de dompelpomp meer water aan dan via de aanvoerbuis (die op m diepte verticaal in de waterkolom steekt) aangezogen kan worden. Het gevolg is dat de collectorbak na enige tijd leeggezogen is door de pomp (afvoer > aanvoer, en dat in alle 4 de collectoren per systeem) waardoor de gehele constructie boven water komt te drijven en compleet instabiel en onhandelbaar wordt. Te lage stroomsnelheid in de aanvoerbuizen. Een minimale waterstroomsnelheid is van belang voor het vasthouden van de glasaal in de verzamelbak zodat de glasalen niet tegen de stroom in weer uit de collector en / of de aanzuigbuis naar buiten kunnen zwemmen. In dit onderzoek zijn de hydraulische aspecten van de collector (stroomsnelheden, druk opbouw, weerstanden, debiet, verval in debiet, etc.) in kaart gebracht. De informatie die dit opleverde heeft geleid tot een beter inzicht in de constructie als geheel en in de hydraulische parameters die ten grondslag liggen aan het, al dan niet, correct functioneren van de collector. De verbeteringen zijn doorgevoerd voord de collectoren die in het voorjaar van 2009 worden ingezet Doelstellingen Het ontwerpen van een stabiele constructie. De hydraulische karakteristieken van de collector (o.a. stroomsnelheden op diverse locaties, druk opbouw, weerstanden van de buizen en hele systeem, pompdebiet onder verschillende belastingen, etc.) in kaart brengen. De relatie tussen het type pomp, de pompcapaciteit, de gebruikte buisdiameter en de uiteindelijk optredende stroomsnelheden op diverse meetlocaties in de buis wordt grondig bestudeerd onder gecontroleerde omstandigheden. Tevens wordt de pompcapaciteit belast onder verschillende atmosferische druk. De informatie die dit oplevert leidt tot een beter inzicht in de constructie als geheel en in de hydraulische parameters die ten grondslag liggen aan het, al dan niet, correct functioneren van de collector. Een herbeoordeling maken van het huidige ontwerp, zoals gebruikt in de pilotstudy (kroes et al., 2008a,b): welke aanzuigdieptes zijn relevant, is licht noodzakelijk, moet er een luchtdicht afgesloten collectorbak komen, etc? Met de informatie die hiermee vergaard is worden vervolgens de zwakke technische punten in het huidige ontwerp van de collector geanalyseerd en op een aantal cruciale punten verbeterd / geoptimaliseerd. Alle onderzoeken zijn uitgevoerd in de laboratoriumruimte van VisAdvies. VisAdvies BV 3

8 Inleiding Onderzoeksvragen Wat is het effect van een luchtdicht afgesloten collectorbak, die nét onder de waterspiegel drijft, op diens stabiliteit gedurende langdurig functioneren bij verschillende pompcapaciteiten (7 m 3 /u en 9 m 3 /u)? Wat zijn de stroomsnelheden in de instroomopeningen en de debieten door de collectorbak onder wisselende omstandigheden (variabelen zijn: buisdiameter instroomopening, pompcapaciteit, totale buislengte gebruikte koppelingen)? In welke mate presteren de verschillende pompen (7 m 3 /u en 9 m 3 /u) onder geleidelijk toenemende atmosferische onderdruk? Verliezen de pompen hun debiet, en zo ja, wat is het optredende verlies (verval)? Wat zijn de pro s en contra s van het gebruik van licht bij een glasaalcollector systeem om de glasaal aan te trekken? VisAdvies BV 4

9 Materiaal en methode 2 Materiaal en methode 2.1 Proefopstelling laboratorium Randvoorzieningen laboratorium Voor de experimenten is gebruik gemaakt van een visbekken (lxbxh: 1.55x1.19x0.95 m, zie figuur 2.1) en een inhoud van 1,75 m 3. figuur 2.1 Het visbekken (1,75 m3) waarin de hydraulische metingen met de collector zijn uitgevoerd. Het visbekken is opgesteld in het natte laboratorium in het gebouw van VisAdvies. Voor een stabiele opstelling van de glasaalcollector in het visbekken werden de randen verstevigd met houten balken (zie figuur 2.1). Loodrecht op de dwarsbalken is een verstelbaar aluminium frame gemonteerd dat deels in het water hangt. Hieraan werd het glasaalsysteem gemonteerd zodanig dat het systeem 10 cm onder de waterspiegel hing. Voor het berekenen van de debieten en de stroomsnelheden in aan- en afvoerbuizen van de de collector is gebruik gemaakt van de onderdruk in de collector (zie ook paragraaf 2.2). Hiervoor werd de waterdruk werd op twee plaatsen gemeten: Aan het wateroppervlak van het visbekken als referentie (dit is de atmosferische druk van 1 Bar). In de collector Hiervoor werd een dunne flexibele slang vanuit het visbekken naar de vloerbodem en vervolgens 1.5 meter omhoog gebracht (buisje A en waterdruk H1 in figuur 2.2). Het 1,5 m hoge deel van het buisje is tegen een houten meetlat met maatverdeling (cm) vastgemaakt. VisAdvies BV 5

10 Materiaal en methode Voor het ontwerp van de glasaalcollector is een nieuw model bedacht dat afwijkt van het originele prototype van 4 collectoren in een systeem met elk één dompelpomp. Een reden voor de hieronder beschreven wijziging is de maximale afmeting die de collector mag hebben vanwege het formaat visbekken waarin de collector komt te hangen. Om praktische redenen (naast de maximale totale afmeting, ook de toegankelijkheid bij metingen, het testen van verschillende pompen, het optimaliseren van de vangconstructie voor glasaal in de collector, etc) is gekozen om de glasaalcollector fysiek te scheiden van de dompelpomp. Op deze wijze ontstaat er dus één glasaalcollector bak (l x b x h: 0,519 x 0,35 x 0,30 m) en één pompbak (l x b x h: 0,519 x 0,348 x 0,32 m). De collectorbak is voorzien van één aanzuigopening en één uitstroomopening.(binnendiameters: 0,625 m). In figuur 2.3 is een schematische weergave te zien van het bovenaanzicht van de glasaalcollector bak (links) met de pompbak (rechts). De beide bakken zijn verbonden met elkaar door een buis van 0,5 m. Op de pompbak kan aan de rechterzijde, indien gewenst, een tweede collectorbak gemonteerd worden. Een andere belangrijke, functionele, wijziging in het ontwerp is dat het gehele systeem in het nieuwe ontwerp ongeveer 0,1 m onder water komt te hangen. De collector en de pompbak zijn luchtdicht afgesloten en tijdens het functifiguur 2.2 Verschil in waterdruk (H d ) tussen het wateroppervlak van het visbekken (H1), en de afgesloten collectorbak (H2), tijdens het functioneren van de pomp. Maatverdeling: in cm. Een tweede slang liep vanuit de hermetisch afgesloten collectorbak tot naast de eerste slang instroombuis (buisje B en waterdruk H2 in figuur 2.2). Beide slangen behoren volledig met water te zijn gevuld. In rust zullen beide waterniveaus gelijk zijn aan het niveau van het visbekken. Tijdens het functioneren van de pomp zuigt deze water uit de collectorbak met een bepaald debiet, en ontstaat er een onderdruk. Het water in het buisje dat in de collector gemonteerd is, B, wordt daardoor iets naar beneden gezogen waardoor er een hoogteverschil tussen beide waterniveaus ontstaat, H d in figuur 2.2. Elke meter waterkolom levert een drukverhoging van 0,1 Bar op. Een onderdruk van 1 m in slang B resulteert derhalve in een drukverlaging van 0.1 Bar. Het ontstane hoogteverschil in waterniveau is uiteindelijk een maat voor: de weerstand die in het gehele glasaalcollector systeem aanwezig is; en bij hoge weerstanden is het ook een maat voor: het debiet dat door het systeem stroomt (dit hangt o.a. af van het type pomp en de totale weerstand die in het gehele systeem aanwezig is), en de snelheid waarmee het water door de openingen in de glasaalcollector bak stroomt Ontwerp werkmodel glasaalcollector VisAdvies BV 6

11 Materiaal en methode oneren van de pomp worden de deksels van de bakken, door de gecreëerde onderdruk in beide bakken, min of meer de bak in gezogen. Op deze wijze zal er naar verwachting geen instabiliteit meer ontstaan in het systeem, zoals dat wel voorkwam in het open prototype collectorsysteem. figuur 2.3 Bovenaanzicht van het ontwerp van de glasaalcollector voor hydraulische metingen. De collectorbak is uitgerust met een kegelvormig net met een keeltje er in bevestigd (figuur 2.3). Het keeltje voorkomt dat de gevangen glasalen weer via de instroomopening naar buitten kunnen zwemmen. figuur 2.4 Bovenaanzicht van glasaalcollector bak (links) en pompbak (rechts). In de foto links is te zien hoe het opvangnet in de collectorbak (met doorzichtige deksel) geplaatst is. In de pompbak (rechts) ligt een Grundfos pomp met een maximaal debiet van 9 m 3 /h; het groene slangetje dient voor de drukmeting. Om het effect van een kleinere diameter instroomopening op het totale pompdebiet en op stroomsnelheid in de instroomopening te testen zijn diverse, in diameter variërende opzetstukken gebruikt ( (zie figuur 2.5). VisAdvies BV 7

12 Materiaal en methode figuur 2.5 Enkele voorbeelden van opzetstukken om de instroomdiameter van de glasaalcollector te variëren. Tevens zijn diverse in lengte variërende buizen gemaakt (0,5; 0,95 en 1,45 m) met een of meerdere bochten (45 en 90 graden) om de veldcondities zoveel mogelijk te kunnen imiteren. 2.2 Formules hydraulische metingen De theoretische stroomsnelheid door de aanvoerbuizen van het systeem kunnen worden berekend aan de hand van de waterdruk in de collector. Daarnaast kan de werkelijke stroomsnelheid fysiek worden gemeten. Het verschil tussen de theoretische en werkelijke stroomsnelheden (debieten) zijn het gevolg van de weerstand in het systeem. De weerstand zal in dit geval worden bepaald door: De lengte van de aanvoerbuis (langere buis meer weerstand) De dikte van de aanvoerbuis (dunnere buis meer weerstand) De bochten in de buis (meer/ scherpere bochten meer weerstand) Theoretisch De factor die verhouding tussen de theoretische en werkelijke stroomsnelheid aangeeft is de C d waarde. Een C d van 0,8 geeft aan dat de werkelijke waarde 20% lager ligt dan theoretische waarde. De C d waarde biedt de mogelijkheid om op voorhand aan te geven wat het verlies in stroomsnelheid is bij het gebruik van een bepaalde set van aanvoerbuizen. De (theoretische) stroomsnelheden in de inlaatbuis van de collectorbak zijn berekend door gebruik te maken van een verschil tussen de normale atmosferische druk van 1 Bar en de ontstane onderdruk in de collectorbak t.g.v. de zuigende werking van de dompelpomp. Dit drukverschil (H d ) is gemeten zoals beschreven in paragraaf 2.1.1, onder variabele condities. De theoretische snelheid V wordt berekend met onderstaande formule (Hamill, 1995): VisAdvies BV 8

13 Materiaal en methode g = 9,81 m/ s2 V theor. = (2g H d ) 1/2 (m/s) (1) Wanneer H d gemeten wordt kan bij elke diameter instroomopening de daar aanwezige theoretische stroomsnelheid berekend worden. Belangrijk is om te beseffen dat de gemeten H d direct positief gecorreleerd is aan de weerstand die de pomp ondervindt van het systeem tijdens functioneren. Het theoretische debiet Q wordt berekend met de formule (Hamill, 1995): Q theor. = C d A V= 2pi R 2 (2g H d ) 1/2 (m 3 /s) (2) A = oppervlakte van de inlaat van de collector. C d = debiet coëfficiënt, deze is een maat voor de totale weerstand van het systeem: hoe hoger de weerstand, des te lager is C d (1 = geen weerstand) R = straal instroomopening collectorbak Omdat Cd de weerstand in het gehele systeem weerspiegelt onder die specifieke omstandigheid is deze factor vooralsnog een onbekende. Stel er is een oppervlak van de instroomopening van m 2 en een berekende theoretische snelheid van 0,77 m/s, dan luidt de uitkomst van formule (2): Q theor. = C d A V= C d 0, ,77= C d 0,00236 m 3 /s (3) Werkelijk Naast het berekenen van de theoretische stroomsnelheden is deze ook gemeten voor de uitlaat van de pompbak (Portable Flowmeter: Flow-Mate, Marsh-McBirney Inc., Model 2000). Ook het debiet is werkelijk gemeten. Hiertoe is gedurende een vooraf bepaalde periode het water opgevangen tijdens het functioneren van de pomp en gewogen met een AND Digital Weighing Scale FU 60 (nauwkeurigheid: 20 g). Wanneer Q theor. berekend is (zie formule (3)) kan de onbekende factor C d bepaald worden, welke een maat is voor de totale weerstand die in het systeem op dat moment aanwezig is. Met deze factor kan vervolgens het echte debiet en de echte stroomsnelheid in de instroomopening berekend (dus niet gemeten!) worden. Het echt (gemeten) debiet komt namelijk niet overeen met het theoretische berekende debiet omdat er een bepaald percentage verlies optreedt in het systeem door weerstand, C d, van het systeem. De onbekende weerstandsfactor kan berekend worden omdat het echte debiet gelijk is aan het theoretische debiet min het verlies in debiet door weerstand, volgens de formule: Q echt. = Q theor. (4) C d is de enige onbekende in formule (4) en kan hieruit dus herleid worden (zie ook formule (3)). Wanneer C d herleid is kunnen het echte debiet en de echte stroomsnelheid onder die condities berekend worden. VisAdvies BV 9

14 Materiaal en methode 2.3 Metingenreeks Weerstand van collectorsysteem In een eerste reeks metingen is het effect onderzocht van een (toenemende) weerstand (uitgedrukt als C d ) van het systeem op het debiet en op de stroomsnelheid. Deze metingen zijn uitgevoerd met een variabele hoeveelheid bochten, instroomdiameters en buislengtes van de invoerbuis naar de glasaalcollector (Zie paragraaf 2.1.2). Het resultaat is een overzicht van het effect van de gebruikte weerstandsvariabelen op Q en V, waarbij de weerstand zelf als C d tot uitdrukking komt. Er is ook onderzocht of de gebruikte pompen, binnen het weerstandsniveau zoals die in de veldexperimenten voorkomen, voldoende vermogen hebben om mogelijk optredend verlies aan Q en V te minimaliseren. Alle metingen zijn zowel uitgevoerd met een Gamma pomp met een debiet van 7 m 3 /h (400W) als met een Grunfos pomp met een debiet van 9 m 3 /h (450 W) Vergelijking pompeigenschappen In deze reeks metingen is onderzocht in welke mate de twee verschillende pompen presteren onder geleidelijk toenemende atmosferische onderdruk. Wat is het optredende verlies (verval) in debiet bij hogere atmosferische onderdruk voor beide type pompen? Voor deze metingen is onder variabele atmosferische druk (H d ) de stroomsnelheid gemeten aan de uitstroomopening van de pompbak en zijn de bijhorende debieten berekend. VisAdvies BV 10

15 Resultaten en conclusies 3 Resultaten en conclusies 3.1 Stabiliteit Het systeem zoals boven beschreven is uitvoerig getest op stabiliteit bij geleidelijk oplopende weerstand (diameter van de instroomopening): van geheel open (62,5 mm) tot nagenoeg dicht (20 mm). Er is hierbij gelet op: stabiele ligging in de waterkolom, geluidsniveau, sterkte gebruikte bakken en het lucht (water) dicht zijn van de bakken. Uit de experimenten is geconcludeerd dat het ontwerp goed voldoet aan de eisen die er aan gesteld worden in het veld. Het systeem ligt onder alle geteste omstandigheden stabiel in de waterkolom, 10 cm onder de waterspiegel. De constructie kan niet meer boven water komen te drijven omdat de gebruikte bakken volledig waterdicht, en dus ook luchtdicht, zijn. Een ander bijkomend positief effect is dat de geluidsproductie nihil is, in tegenstelling tot het prototype glasaalcollector, welke veel geluid produceerde. Een groot voordeel van een nagenoeg geruisloos systeem is dat het in het veld geen onnodige aandacht trekt. Het bleek dat beide bakken voldoende weerstand bieden tegen de heersende onderdruk. Dit heeft als voordeel dat collectorbakken die in het veld een vervuilde instroomopening hebben niet stukdraaien. 3.2 Hydraulische karakteristieken Weerstand collectorsysteem Per pomp zijn 7 metingen gedaan met elk een andere weerstand van het collectorsysteem (zie tabel 3.1). De te variëren factoren zijn de totale buislengte en het aantal gebruikte bochten van de invoerbuis naar de glasaalcollector, gelijk aan de variaties zoals deze in het veld zullen worden uitgevoerd. De diameter van de instroomopening zelf is niet gewijzigd, wat betekent dat de stroomsnelheid van het water daar niet zal verhogen t.g.v. een kleinere diameter. Wel kan de stroomsnelheid uiteindelijk beïnvloedt worden door een te hoge weerstand (C d). De C d factor is de meest interessante waarde omdat deze aangeeft hoeveel weerstand er in het systeem aanwezig is bij gebruik van verschillende buislengtes en aantal bochten. Worden bijvoorbeeld 2 bochten van 90 graden gebruikt met een totale buislengte van 0,95 m, dan zal dat leiden tot een C d van 0,66 (zie tabel 3.1). De gebruikte pompen hebben echter, behalve een bepaalde capaciteit (maximaal debiet), tevens een bepaald vermogen. Wanneer de weerstand C d die de pomp ondervindt hoger wordt, zal deze meer vermogen gebruiken om toch het maximale debiet te verpompen De verhoogde weerstand die de pomp ondervindt wordt op deze wijze dus gecompenseerd doordat de pomp meer vermogen levert. In dat geval zal er nauwelijks of géén verlies in debiet of in stroomsnelheid optreden. VisAdvies BV 11

16 Resultaten en conclusies tabel 3.1 Meetresultaten van het effect van een variabele weerstand (C d, blauw gearceerd) van het gehele collectorsysteem op het debiet Q van de Grunfos pomp (metingen 1-7, rood) en van de Gamma pomp (metingen 8-14, blauw). C d = 1: geen weerstand. Het oppervlak van de instroomopening is overal 0,00307 m 2. Alle variabelen staan in SI eenheden vermeld. Meting Bochten Buislengte H d gemeten V theor. Q theor. Q echt C d ,030 0,77 0, , , x ,035 0,83 0, , , x 90 0,5 0,042 0,91 0, , , x 90 0,5 0,046 0,95 0, , , x 90 1,45 0,062 1,10 0, , ,60 6 1x 90 0,95 0,046 0,95 0, , ,69 7 2x 90 0,95 0,051 1,00 0, , , ,012 0,49 0, , , x ,019 0,61 0, , , x 90 0,5 0,023 0,67 0, , , x 90 0,5 0,028 0,74 0, , , x 90 1,45 0,030 0,77 0, , , x 90 0,95 0,025 0,71 0, , , x 90 0,95 0,027 0,72 0, , ,62 Bij een te hoge weerstand (dus een lage C d ) komt er een punt waarop er debietverlies, en dus ook verlies aan stroomsnelheid, optreedt omdat de pomp niet meer voldoende vermogen heeft om de, te, grote weerstand tegen te gaan. Het punt waarop dit gebeurt, verschilt per pomp (zie figuur 3.1). 1,2 Debiet versus weerstand in het systeem Grundfos Gamma 1 0,8 Debiet (Q) 0,6 0,4 0, ,9 0,8 0,7 0,6 0,5 0,45 0,4 0,35 0,3 0,25 0,2 0,15 Weerstand (C d) figuur 3.1 Schematische weergave van de relatie tussen het debiet van de pompen en de ondervonden weerstand in het systeem. VisAdvies BV 12

17 Resultaten en conclusies In bovenstaande figuur is de relatie tussen het debiet en de weerstand schematisch voor beide pompen weergegeven. Uit tabel 3.1 blijkt dat de Grunfos pomp zelfs bij een weerstandswaarde C d van 0,6 geen debiet verliest (Q echt ). De rode lijnen in bovenstaande figuur geven de weerstandsniveaus aan waarbinnen de Grunfos pomp zijn debiet behoud. Er valt meteen op dat deze ruim vallen binnen de weerstandsniveaus (meting 1-7 in tabel 3.1) zoals toegepast in de metingen. De Gamma pomp kan de toenemende weerstand compenseren met meer vermogen tot een wwerstandswaarde C d van ongeveer 0,8 (blauwe lijnen in figuur 3.1). Bij een hogere weerstand verliest deze pomp iets debiet (verval, zie ook meting 9-14 in tabel 3.1). De roze lijn geeft tenslotte de weerstandsrange van het glasaalcollector systeem aan zoals die onder veldcondities voor zal komen. Er kan worden geconcludeerd dat beide pompen in ruime mate het vermogen hebben om de weerstandscondities zoals die in het veld gaan voorkomen kunnen compenseren door meer vermogen te leveren. Ofwel, tijdens de veldexperimenten zullen de pompen hun maximale debiet en stroomsnelheid handhaven onder de variabele weerstandscondities (o.a. ten gevolge van buislengtes, instroomopening, bochten en vervuiling) Pomp eigenschappen In deze reeks metingen is onderzocht in welke mate de twee verschillende pompen presteren onder geleidelijk toenemende atmosferische onderdruk. Wat is het optredende verlies (verval) in debiet bij hogere atmosferische druk voor beide type pompen? figuur 3.2 geeft de relatie weer tussen de atmosferische druk en het debiet. Het valt op dat de Grundfos pomp het debiet zeer stabiel op nagenoeg 100 % (1) houdt. 1,050 Grundfos Gamma Pompdebiet t.o.v. de maximum capaciteit 1,000 0,950 0, ,99 0,98 0,97 0,96 0,95 0,94 0,93 0,92 0,91 Atmosferische druk (bar) figuur 3.2 Schematische weergave van de relatie tussen het debiet van de pomp en de ondervonden weerstand in het systeem. De Gamma pomp echter begint bij een atmosferische druk van 0,984 Bar debiet te verliezen (zie blauwe lijn in figuur 3.2). VisAdvies BV 13

18 Resultaten en conclusies Geconcludeerd kan worden dat de Grundfos pomp beter het debiet kan behouden onder hogere atmosferische druk, echter de Gamma pomp voldoet ruimschoots aan de eisen zoals deze in het veld aan de pomp en aan het systeem zullen worden gesteld. 3.3 Algemene herbeoordeling Algemene ontwerp systeem Het prototype glasaalcollector, zoals gebruikt bij gemaal in Katwijk in 2008 (Kroes et al., 2008a,b), bestond uit 4 glasaalcollector bakken met elk één pomp. In de reeks hydraulische metingen, zoals in dit rapport beschreven, is van dit originele ontwerp afgeweken om praktische redenen (beschreven in paragraaf 2.1.2). De glasaalcollector die voor de veldwerkzaamheden in productie genomen gaat worden, bestaat e- venals het originele model, uit vier aparte glasaalcollector bakken met elk een eigen pomp. De pompen zijn van het model Gamma (400W, 7 m 3 /h). In elke bak bevindt zich een aluminium frame om te voorkomen dat glasaal in de pomp terechtkomt (0,002m perforatie). Tevens is elke bak voorzien van een kegelvormig net met een keeltje (zie paragraaf 2.1.2) zodat de gevangen glasaal niet via de instroomopening weer terug naar buiten kan zwemmen. Tenslotte zal elke bak een aanzuigbuis bevatten van 0-1,5 m lengte, afhankelijk van de locale veldomstandigheden. figuur 3.3 Foto van het originele complete glasaal collectorsysteem Licht De vier bakken zijn opgehangen in een aluminium constructie (zie figuur 3.3) die drijvend gehouden wordt met 2 grote drijvers (boven en onder in figuur 3.3). De vier collectorbakken zullen uiteindelijk 10 cm onder de waterspiegel komen te liggen en volkomen luchtdicht afgesloten zijn. Er is in het prototype glasaalcollector, zoals deze al is gebruikt bij het gemaal in Katwijk in 2008 (Kroes et al., 2008a), gebruik gemaakt van twee lichtbronnen die op 1,5 m boven het collectorsysteem geplaatst zijn (500W en 380 W). Het idee achter deze VisAdvies BV 14

19 Referenties lichtbron is dat de glasalen door licht aangetrokken zouden worden, en dat zou weer gunstig zijn voor de vangsten. Voor de in productie te nemen glasaalcollector voor de komende veldwerkzaamheden is bewust gekozen om géén gebruik te maken van een lichtbron. Hiervoor zijn drie redenen aan te voeren: Er is geen wetenschappelijk bewijs in de literatuur te vinden dat glasaal daadwerkelijk door licht zou worden aangetrokken. Een belangrijk doel van de uit te voeren veldwerkzaamheden is om de glasaalcollector als monitorings instrument in te zetten. Op deze wijze wordt getracht een beter beeld te krijgen van de verdeling en dichtheid van glasaal in de Nederlandse zoete wateren. Het gebruik van een lichtbron zou het correct uitvoeren van experimenten, om het beschreven doel te bereiken, in de weg staan. Wanneer de collector als monitorings instrument dient om op verschillende locaties een indicatie te geven van dichtheden dan kan het ene water bijvoorbeeld troebeler zijn dan het andere. Het inzetten van licht om daarmee glasalen te trekken zou dan in het ene water wel werken (helder water) en in het andere niet, waardoor elke correcte vergelijking onmogelijk wordt. Een laatste bijkomend nadeel van licht is dat het juist de aandacht trekt op het systeem. De collectoren liggen veelal op afgelegen plaatsen. Wanneer ze voorzien zouden worden van een krachtige lichtbron (> 300W) zou dat onnodige en ongewenste aandacht trekken Lengte aanzuigbuizen Er is voor de in productie te nemen glasaalcollector gekozen voor aanzuigbuizen met een lengte van maximaal 1,5 m. Uit eerder onderzoek met de prototype glasaalcollector is namelijk gebleken dat aanzuigbuizen met een lengte > 1,5 m significant minder glasalen opzogen (Kroes et al., 2008a,b). 4 Referenties Kroes, M.J., F.T. Vriese, & W.J. den Boer, 2008a. Collectorsysteem voor vangst en monitoring van migratiepatronen van glasaal d.m.v. een opwaartse (vloed)stroom. VisAdvies BV, Utrecht. Visserijbedrijf W.J. den Boer, Nieuwekerk aan de IJssel. 31 pp. Kroes, M.J., F.T. Vriese, & W.J. den Boer, 2008b. Collectorsysteem voor glasaal d.m.v. vloedsimulatie bij Scheveningen. Monitoren, verzamelen en uitzetten. VisAdvies BV, Utrecht. Projectnummer VA2008_09, 39 pp. Dekker, W., 2004a. Monitoring van de intrek van glasaal in Nederland: evaluatie van de huidige en alternatieve methodieken. RIVO Rapport. Nummer: C006/04. Europese Gemeenschappen, Proposal for a Council Regulation establishing measures for the recovery of the stock of European eel. Permanent Representatives Committee. No. Cion prop.: 13139/05 PECHE 203 COM(2005) 472 final. VisAdvies BV 15

20 Referenties FAO, Project Regional Mediterranean de development de l'aquaculture Mediterranean regional aquaculture project. Techniques used for intensive rearing and alimentation of fish and shellfish. Hamill, L., Understanding hydraulics. MACMILLAN PRESS LTD, London, UK. 366 pp. Twentehaven PT Nieuwegein t e. info@visadvies.nl K.V.K ; ABN-AMRO: Aansprakelijkheid: VisAdvies BV, noch haar aandeelhouders, vertegenwoordigers of werknemers, zijn aansprakelijk voor enige directe, indirecte, incidentele of gevolgschade dan wel boetes of andere vormen van schade en kosten die het gevolg zijn van of voortvloeien uit het gebruik van het advies van VisAdvies BV door opdrachtgever of voortvloeien uit toepassingen door opdrachtgever of derden van de resultaten van werkzaamheden of andere gegevens verkregen van VisAdvies BV. Opdrachtgever vrijwaart VisAdvies BV voor alle aanspraken van derden en de door VisAdvies BV daarmee te maken kosten (inclusief juridische bijstand) indien de aanspraken op enigerlei wijze verband houden met de voor de opdrachtgever door VisAdvies BV verrichtte werkzaamheden. Niettegenstaande het voorgaande is elke aansprakelijkheid van VisAdvies BV uit hoofde van de overeenkomst van opdracht tussen VisAdvies BV en opdrachtgever beperkt tot het bedrag dat in het betreffende geval onder de beroepsaansprakelijkheidsverzekering van VisAdvies BV wordt uitbetaald, vermeerderd met het bedrag van het eigen risico dat volgens de verzekering ten laste komt van VisAdvies BV. Indien geen uitkering mocht plaatsvinden krachtens genoemde verzekering, om welke reden ook, is de aansprakelijkheid van VisAdvies BV beperkt tot [twee keer] het bedrag dat door VisAdvies BV in verband met de betreffende opdracht in rekening is gebracht [en tijdig is voldaan in de twaalf maanden voorafgaande aan het moment waarop de gebeurtenis die tot de aansprakelijkheid aanleiding gaf plaatsvond,] met een maximumaansprakelijkheid van [ ]. VisAdvies BV 16

21 Twentehaven PT Nieuwegein t e. info@visadvies.nl K.V.K ; ABN-AMRO: Aansprakelijkheid: VisAdvies BV, noch haar aandeelhouders, vertegenwoordigers of werknemers, zijn aansprakelijk voor enige directe, indirecte, incidentele of gevolgschade dan wel boetes of andere vormen van schade en kosten die het gevolg zijn van of voortvloeien uit het gebruik van het advies van VisAdvies BV door opdrachtgever of voortvloeien uit toepassingen door opdrachtgever of derden van de resultaten van werkzaamheden of andere gegevens verkregen van VisAdvies BV. Opdrachtgever vrijwaart VisAdvies BV voor alle aanspraken van derden en de door VisAdvies BV daarmee te maken kosten (inclusief juridische bijstand) indien de aanspraken op enigerlei wijze verband houden met de voor de opdrachtgever door VisAdvies BV verrichtte werkzaamheden. Niettegenstaande het voorgaande is elke aansprakelijkheid van VisAdvies BV uit hoofde van de overeenkomst van opdracht tussen VisAdvies BV en opdrachtgever beperkt tot het bedrag dat in het betreffende geval onder de beroepsaansprakelijkheidsverzekering van VisAdvies BV wordt uitbetaald, vermeerderd met het bedrag van het eigen risico dat volgens de verzekering ten laste komt van VisAdvies BV. Indien geen uitkering mocht plaatsvinden krachtens genoemde verzekering, om welke reden ook, is de aansprakelijkheid van VisAdvies BV beperkt tot [twee keer] het bedrag dat door VisAdvies BV in verband met de betreffende opdracht in rekening is gebracht [en tijdig is voldaan in de twaalf maanden voorafgaande aan het moment waarop de gebeurtenis die tot de aansprakelijkheid aanleiding gaf plaatsvond,] met een maximumaansprakelijkheid van [ ]. VisAdvies BV

Vistoets Opsterlandse Compagnonsvaart

Vistoets Opsterlandse Compagnonsvaart Vistoets Opsterlandse Compagnonsvaart Rapport: VA2012_36 Opgesteld in opdracht van: Tijhuis Ingenieurs BV 22 november 2012 door: Q.A.A. de Bruijn Statuspagina Statuspagina Titel: Vistoets Opsterlandse

Nadere informatie

Flora- en faunawetbemonstering Hoorn-Enkhuizen

Flora- en faunawetbemonstering Hoorn-Enkhuizen Flora- en faunawetbemonstering Hoorn-Enkhuizen Rapport: VA2009_32 Opgesteld in opdracht van: Tijhuis Ingenieurs Juni, 2009 door: Martin Kroes & Robin Blokhuizen Statuspagina Titel: Flora- en faunawetbemonstering

Nadere informatie

Eindverslag. De glasaalcollector, een innovatieve maatregel voor monitoring en herstel van de glasaalintrek: pilotgebied Delfland.

Eindverslag. De glasaalcollector, een innovatieve maatregel voor monitoring en herstel van de glasaalintrek: pilotgebied Delfland. Eindverslag De glasaalcollector, een innovatieve maatregel voor monitoring en herstel van de glasaalintrek: pilotgebied Delfland. Rapport: VA2008_41 Opgesteld in opdracht van: Ministerie van LNV Januari

Nadere informatie

Hydraulische evaluatie vispassages "Meele" en "Wijhe"

Hydraulische evaluatie vispassages Meele en Wijhe Hydraulische evaluatie vispassages "Meele" en "Wijhe" Project: VA2012_08 Opgesteld in opdracht van: Ploegam noord BV maart 2012 door: Q. de Bruijn & H. Vis Statuspagina Statuspagina Titel: Hydraulische

Nadere informatie

Sterfte van migrerende zalmsmolts bij de stuw en waterkrachtcentrale

Sterfte van migrerende zalmsmolts bij de stuw en waterkrachtcentrale Sterfte van migrerende zalmsmolts bij de stuw en waterkrachtcentrale Linne. Rapport: VA2010_18 Opgesteld in opdracht van: Rijkswaterstaat Limburg Juli 2010 door: Kemper Jan H., I.L.Y Spierts & H. Vis Statuspagina

Nadere informatie

Flora- en faunabemonstering Capreton en Linge

Flora- en faunabemonstering Capreton en Linge Flora- en faunabemonstering Capreton en Linge Rapport: VA 2010_06 Opgesteld in opdracht van: Tijhuis Ingenieurs BV Juni, 2010 door: I.L.Y. Spierts Statuspagina Statuspagina Titel: Flora- en faunabemonstering

Nadere informatie

Phydrostatisch = gh (6)

Phydrostatisch = gh (6) Proefopstellingen: Bernoulli-opstelling De Bernoulli-vergelijking (2) kan goed worden bestudeerd met een opstelling zoals in figuur 4. In de figuur staat de luchtdruk aangegeven met P0. Uiterst links staat

Nadere informatie

Inventarisatie beschermde vissoorten Vreeland

Inventarisatie beschermde vissoorten Vreeland Inventarisatie beschermde vissoorten Vreeland Rapport: VA2008_11 Opgesteld in opdracht van: Tijhuis Ingenieurs BV Maart, 2008 door: R. Caldenhoven Statuspagina Statuspagina Titel: Inventarisatie beschermde

Nadere informatie

Biomassaschatting van de pelagische visstand in een haven van de Antwerpse Linkerscheldeoever

Biomassaschatting van de pelagische visstand in een haven van de Antwerpse Linkerscheldeoever Biomassaschatting van de pelagische visstand in een haven van de Antwerpse Linkerscheldeoever Mei 2007 Versie 1 door: Kemper, Jan H. Statuspagina Statuspagina Titel Biomassaschatting van de pelagische

Nadere informatie

Naam:... Studentnr:...

Naam:... Studentnr:... Naam:...... Studentnr:..... FACULTEIT CONSTRUERENDE TECHNISCHE WETENSCHAPPEN WATERBEHEER Tentamen : Stroming Examinator: J.S. Ribberink Vakcode : 401 Datum : vrijdag 15 juli 005 Tijd : 13.30 17.00 uur

Nadere informatie

Het drie-reservoirs probleem

Het drie-reservoirs probleem Modelleren A WH01 Het drie-reservoirs probleem Michiel Schipperen (0751733) Stephan van den Berkmortel (077098) Begeleider: Arris Tijsseling juni 01 Inhoudsopgave 1 Samenvatting Inleiding.1 De probleemstelling.................................

Nadere informatie

de weerstandscoëfficiënt van de bochten is nagenoeg onafhankelijk van het slangtype.

de weerstandscoëfficiënt van de bochten is nagenoeg onafhankelijk van het slangtype. TNO heeft een onderzoek naar de invloed van een aantal parameters op de wrijvings- en weerstandscoëfficiënten van DEC International -slangen en -bochten uitgevoerd (rapportnummer 90-042/R.24/LIS). De volgende

Nadere informatie

Onderzoek naar de visdichtheid in de Twentekanalen m.b.v. sonar

Onderzoek naar de visdichtheid in de Twentekanalen m.b.v. sonar Onderzoek naar de visdichtheid in de Twentekanalen m.b.v. sonar december 2006 Versie 1 door: Kemper Jan H. Statuspagina Titel Onderzoek naar de visdichtheid in de Twentekanalen m.b.v. sonar Samenstelling:

Nadere informatie

Visserij Service Nederland sterk in viswerk Glasaalonderzoek Kinderdijk

Visserij Service Nederland sterk in viswerk Glasaalonderzoek Kinderdijk Visserij Service Nederland sterk in viswerk Glasaalonderzoek Kinderdijk Onderzoek aanbod glas- en pootaal met glasaaldetector Rapport VSN 2016.06 In opdracht van Waterschap Rivierenland 19 juli 2016 Glasaalonderzoek

Nadere informatie

Hooiland pomp, Handleiding

Hooiland pomp, Handleiding Hooiland pomp, Handleiding Versie Maart 2012 Bom Aqua B.V. tel 078 6150402/ 06 120 945 36 Oosteind 47 Email info@bom-aqua.nl 3356 AB website: www.bom-aqua.nl Papendrecht Capaciteiten Opvoerhoogte van 20-75

Nadere informatie

Prestaties van (filter)pompen. Door : Rob M.

Prestaties van (filter)pompen. Door : Rob M. Prestaties van (filter)pompen Door : Rob M. Bij de aanschaf van een (filter)pomp kunnen we nogal makkelijk een misvatting maken over de prestaties van een pomp. De enige gegevens die iets zeggen over de

Nadere informatie

de weerstandscoëfficiënt van de bochten is nagenoeg onafhankelijk van het slangtype.

de weerstandscoëfficiënt van de bochten is nagenoeg onafhankelijk van het slangtype. TNO heeft een onderzoek naar de invloed van een aantal parameters op de wrijvings- en weerstandscoëfficiënten van DEC International -slangen en -bochten uitgevoerd (rapportnummer 90-042/R.24/LIS). De volgende

Nadere informatie

C.V.I. 5.3 Het meten van relatieve vochtigheid 5.3 HET METEN VAN RELATIEVE VOCHTIGHEID

C.V.I. 5.3 Het meten van relatieve vochtigheid 5.3 HET METEN VAN RELATIEVE VOCHTIGHEID 5 METHODEN VAN ONDERZOEK 5.3 HET METEN VAN RELATIEVE VOCHTIGHEID Auteur: T. van Daal 1987 Bij de conversie naar een elektronisch beschikbaar document zijn er kleine tekstuele en inhoudelijke wijzigingen

Nadere informatie

Bijlagenrapport 10 Visvriendelijke hidrostal en Amarex KRT(D)

Bijlagenrapport 10 Visvriendelijke hidrostal en Amarex KRT(D) Bijlagenrapport 10 Visvriendelijke hidrostal en Amarex KRT(D) Rapport: VA2009_33 Bijlagenrapport 10 bij het hoofdrapport: Gemalen of vermalen worden (fase 3). Onderzoek naar de visvriendelijkheid van 26

Nadere informatie

De standpijp. LET OP! De originele A4 illustraties kunt u downloaden van de website! Categorie: Doe-Het-Zelf

De standpijp. LET OP! De originele A4 illustraties kunt u downloaden van de website! Categorie: Doe-Het-Zelf De standpijp Categorie: Doe-Het-Zelf Voor de mensen die een aquarium hebben met een externe bioloog is een overloop een bekend begrip. Er zijn verschillende manieren om een overloop te creëren, maar wat

Nadere informatie

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2017 TOETS APRIL :00 12:45 uur

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2017 TOETS APRIL :00 12:45 uur TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2017 TOETS 1 12 APRIL 2017 11:00 12:45 uur 1 Eenheden. (3 punten) Een helikopter kan stil hangen in de lucht als de motor van de helikopter een vermogen levert. Een

Nadere informatie

Uitwerking tentamen Stroming 15 juli 2005

Uitwerking tentamen Stroming 15 juli 2005 Uitwerking tentamen Stroming 5 juli 005 Opgave Hydrostatica : Manometer ρ A = 890 kg/m3 g= 9.8 m/s ρ B = 590 kg/m3 ρ ZUIGER = 700 kg/m3 D ZUIGER = m ha= 30 m hb= 5 m pb= 50000 Pa (overdruk) Vraag : Hoogte

Nadere informatie

wiskunde B havo 2015-II

wiskunde B havo 2015-II Veilig vliegen De minimale en de maximale snelheid waarmee een vliegtuig veilig kan vliegen, zijn onder andere afhankelijk van de vlieghoogte. Deze hoogte wordt vaak weergegeven in de Amerikaanse eenheid

Nadere informatie

NEVAC examen Middelbare Vacuümtechniek Vrijdag 11 april 2003, 14:00-16:30 uur. Vraagstuk 1 (MV-03-1) (15 punten)

NEVAC examen Middelbare Vacuümtechniek Vrijdag 11 april 2003, 14:00-16:30 uur. Vraagstuk 1 (MV-03-1) (15 punten) NEVAC examen Middelbare Vacuümtechniek Vrijdag 11 april 2003, 14:00-16:30 uur Dit examen bestaat uit 4 vraagstukken en 5 pagina s Vraagstuk 1 (MV-03-1) (15 punten) Uitstoken en lekkage a) Na enige uren

Nadere informatie

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2012 TOETS APRIL uur

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2012 TOETS APRIL uur TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2012 TOETS 1 26 APRIL 2012 10.30 12.30 uur 1. STOK IN WATER Een homogene stok met een dichtheid van 0,60 kg/dm 3 is draaibaar aan een onderwater gelegen steen bevestigd.

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2005-I

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2005-I Modderstroom Er zijn vulkanen die geen lava uitspuwen, maar een constante stroom modder geven. De koude modder stroomt als een rivier langzaam de helling af (zie foto 1). Aan de rand van deze stroom droogt

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde b 1-2 havo 2002 - II

Eindexamen wiskunde b 1-2 havo 2002 - II Pompen of... Een cilindervormig vat met een hoogte van 32 dm heeft een inhoud van 8000 liter (1 liter = 1 dm 3 ). figuur 1 4p 1 Bereken de diameter van het vat. Geef je antwoord in gehele centimeters nauwkeurig.

Nadere informatie

Opgave 1 Omdat het oppervlak onder Jokes schoenen kleiner is. De kracht per vierkante centimeter is onder Jokes schoenen dus groter.

Opgave 1 Omdat het oppervlak onder Jokes schoenen kleiner is. De kracht per vierkante centimeter is onder Jokes schoenen dus groter. Uitwerkingen 1 Omdat het oppervlak onder Jokes schoenen kleiner is. De kracht per vierkante centimeter is onder Jokes schoenen dus groter. Opgave Het oppervlak van de snijkant is zeer klein dus de druk

Nadere informatie

Snoekbaars tank uitlaatbox

Snoekbaars tank uitlaatbox Snoekbaars tank uitlaatbox VIP Snoekbaars projekt Oktober 2014 Europees Visserijfonds: Investering in duurzame visserij 1 Inleiding Tijdens de bedrijfsvergelijking van het VIP Snoekbaars projekt zijn 4

Nadere informatie

oppervlakte grondvlak hoogte

oppervlakte grondvlak hoogte OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter oppervlakte cirkel = π straal 2 inhoud prisma = oppervlakte grondvlak hoogte inhoud cilinder = oppervlakte grondvlak hoogte inhoud kegel = 1 3 oppervlakte

Nadere informatie

DRUKVERLIES GELAMINEERDE FLEXIBELE SLANGEN

DRUKVERLIES GELAMINEERDE FLEXIBELE SLANGEN TNO heeft een onderzoek naar de invloed van een aantal parameters op de wrijvings- en weerstandscoëfficiënten van EC -slangen en -bochten uitgevoerd (rapportnummer 90-042/R.24/LIS). e volgende parameters

Nadere informatie

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen. Examen HAVO 05 tijdvak donderdag 8 juni 3.30-6.30 uur wiskunde B Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen. Dit examen

Nadere informatie

Blue Cap Keurmerk Handboek Inspectie Zwembadroosters

Blue Cap Keurmerk Handboek Inspectie Zwembadroosters Blue Cap Keurmerk 2016 - Handboek Inspectie Zwembadroosters De fysieke veiligheid van zwemmers is tijdens het zwemmen van groot belang. Beknelling onder water is een serieus verdrinkings- en letselrisico.

Nadere informatie

Rapportcode: 9.269-Drentea Datum: 20 juli 2009

Rapportcode: 9.269-Drentea Datum: 20 juli 2009 Titel: Toetsing van Drentea kantoortafel PRO-T aan de eisen t.a.v. afmetingen, veiligheid, Rapportcode: 9.269-Drentea Datum: 20 juli 2009 Rapportcode: 9.269-Drentea Datum: 20 juli 2009 Pagina: 2/9 SHR

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding 2. Materiaal & Methode 3. Resultaten 5. Theoretisch Kader 6. Discussie 7. Bronnen 9. Appendix Onderzoeksvraag 2

Inhoud. Inleiding 2. Materiaal & Methode 3. Resultaten 5. Theoretisch Kader 6. Discussie 7. Bronnen 9. Appendix Onderzoeksvraag 2 Bifilaire slinger De invloed van de slingerlengte, de lengte van en afstand tussen de draden op de trillingstijd van een bifilaire slinger. Kiki de Boer, Sitti Romijn, Thomas Markhorst & Lucas Cohen Calandlyceum

Nadere informatie

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl) Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl) Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 19 juni 13.30 16.30 uur 20 02 Voor dit examen zijn maximaal 85 punten te behalen; het examen bestaat uit

Nadere informatie

Voortgangstoets NAT 5 VWO 45 min. Week 49 SUCCES!!!

Voortgangstoets NAT 5 VWO 45 min. Week 49 SUCCES!!! Naam: Voortgangstoets NAT 5 VWO 45 min. Week 49 SUCCES!!! Noteer niet uitsluitend de antwoorden, maar ook je redeneringen (in correct Nederlands) en de formules die je gebruikt hebt! Maak daar waar nodig

Nadere informatie

VWO-gymnasium. VWO gymnasium practicumboek. natuurkunde

VWO-gymnasium. VWO gymnasium practicumboek. natuurkunde VWO-gymnasium 3 VWO gymnasium practicumboek natuurkunde natuurkunde 3 vwo gymnasium Auteurs F. Alkemade L. Lenders F. Molin R. Tromp Eindredactie P. Verhagen Met medewerking van Th. Smits Vierde editie

Nadere informatie

Examen HAVO en VHBO. Wiskunde B

Examen HAVO en VHBO. Wiskunde B Wiskunde xamen HVO en VHO Hoger lgemeen Voortgezet Onderwijs Vooropleiding Hoger eroeps Onderwijs HVO Tijdvak 2 VHO Tijdvak 3 Woensdag 21 juni 13.30 16.30 uur 20 00 it examen bestaat uit 17 vragen. Voor

Nadere informatie

Kenniscentrum energie. Verslag: meetcampagne LT netten in glastuinbouw

Kenniscentrum energie. Verslag: meetcampagne LT netten in glastuinbouw Kenniscentrum energie Verslag: meetcampagne LT netten in glastuinbouw Inhoudsopgave Kenniscentrum energie... 1 Inhoudsopgave... 2 1 Meetmethode... 3 2 Resultaten... 3 3 besluit... 7 2 Zwarte PE-buis Diameter

Nadere informatie

Bloedsomloop. 1 Inleiding. 2 Meetopstelling. VWO Bovenbouwpracticum Natuurkunde Practicumhandleiding

Bloedsomloop. 1 Inleiding. 2 Meetopstelling. VWO Bovenbouwpracticum Natuurkunde Practicumhandleiding VWO Bovenbouwpracticum Natuurkunde Practicumhandleiding Bloedsomloop 1 Inleiding Het menselijk lichaam bestaat uit een zeer groot aantal cellen. Elke cel heeft voedingsstoffen en zuurstof nodig. Elke cel

Nadere informatie

Naam: Klas: Practicum veerconstante

Naam: Klas: Practicum veerconstante Naam: Klas: Practicum veerconstante stap Bouw de opstelling zoals hiernaast is weergegeven. stap 2 Hang achtereenvolgens verschillende massa's aan een spiraalveer en meet bij elke massa de veerlengte in

Nadere informatie

AAN DE SLAG Arbeid verricht door de wrijvingskracht (thema 1)

AAN DE SLAG Arbeid verricht door de wrijvingskracht (thema 1) Arbeid verricht door de wrijvingskracht (thema 1) Is de arbeid die moet verricht worden op een voorwerp om dat voorwerp over een afstand h omhoog te brengen, afhankelijk van de gevolgde weg? Kies een van

Nadere informatie

Gassnelheid en volume metingen. Deze code van goede meetpraktijk beschrijft de toegepaste. werkwijze bij de meting voor gassnelheid en volume

Gassnelheid en volume metingen. Deze code van goede meetpraktijk beschrijft de toegepaste. werkwijze bij de meting voor gassnelheid en volume Code van goede meetpraktijk van de VKL (Vereniging Kwaliteit Luchtmetingen) Wat doet de VKL? De Vereniging Kwaliteit Luchtmetingen (VKL) heeft ten doel, binnen de kaders van de Europese en Nationale wet-

Nadere informatie

Patent nr: NL / EP / US 2005/ A1

Patent nr: NL / EP / US 2005/ A1 UltraSieve MIDI Patent nr: NL 1026138 / EP 1593305 / US 2005/0258188-A1 Installatie handleiding Introductie De UltraSieve is een voorfilter om vuildelen uit het water te zeven. De techniek is gebaseerd

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Rotterdam / Rijnmond

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Rotterdam / Rijnmond De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio / datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten voorbehouden. Niets uit

Nadere informatie

BESPARING IN BESCHERMGAS BIJ HET GASBOOGLASSEN. Theo Luijendijk, Luijendijk Advisering Jurriaan van Slingerland, TU Delft

BESPARING IN BESCHERMGAS BIJ HET GASBOOGLASSEN. Theo Luijendijk, Luijendijk Advisering Jurriaan van Slingerland, TU Delft BESPARING IN BESCHERMGAS BIJ HET GASBOOGLASSEN Theo Luijendijk, Luijendijk Advisering Jurriaan van Slingerland, TU Delft De methode om de productiekosten bij het gasbooglassen te verlagen is automatisering.

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2002-II

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2002-II Pompen of... Een cilindervormig vat met een hoogte van 32 dm heeft een inhoud van 8000 liter (1 liter = 1 dm 3 ). figuur 1 4p 1 Bereken de diameter van het vat. Geef je antwoord in gehele centimeters nauwkeurig.

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Utrecht

De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Utrecht De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten voorbehouden. Niets uit

Nadere informatie

ALGEMEEN 1. De luchtdruk op aarde is ongeveer gelijk aan. A 1mbar. B 1 N/m 2. C 13,6 cm kwikdruk. D 100 kpa.

ALGEMEEN 1. De luchtdruk op aarde is ongeveer gelijk aan. A 1mbar. B 1 N/m 2. C 13,6 cm kwikdruk. D 100 kpa. LGEMEEN 1 De luchtdruk op aarde is ongeveer gelijk aan 1mbar. B 1 N/m 2. C 13,6 cm kwikdruk. D 100 kpa. 5 Van een bi-metaal maakt men een thermometer door het aan de ene kant vast te klemmen en aan de

Nadere informatie

tentamen stromingsleer (wb1225), Faculteit 3mE, TU Delft, 28 juni 2011, u

tentamen stromingsleer (wb1225), Faculteit 3mE, TU Delft, 28 juni 2011, u Dit tentamen bestaat uit twee delen: deel I bestaat uit 7 meerkeuzevragen en deel II bestaat uit twee open vragen. Deel I staat voor 40% van uw eindcijfer. Deel I invullen op het bijgeleverde formulier.

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Haaglanden en Rijn Gouwe

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Haaglanden en Rijn Gouwe De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio en datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten voorbehouden. Niets uit

Nadere informatie

Installatie instructie voor. Q-Blue Multivert. met pompunit. De Q-Blue Multivert pagina 2. De Pompunit pagina 5

Installatie instructie voor. Q-Blue Multivert. met pompunit. De Q-Blue Multivert pagina 2. De Pompunit pagina 5 Installatie instructie voor Q-Blue Multivert met pompunit De Q-Blue Multivert pagina 2 De Pompunit pagina 5 versie maart 2017 Reoch-multivert Reoch-multivert Wij feliciteren u met de aanschaf van de Q-Blue

Nadere informatie

Geluidabsorptie van een aantal Sonaspray constructies

Geluidabsorptie van een aantal Sonaspray constructies Stieltjesweg 1 Postbus 155 2600 AD Delft TNO-rapport MON-RPT-033-DTS-2008-00750 Geluidabsorptie van een aantal Sonaspray constructies www.tno.nl T +31 15 269 20 00 F +31 15 269 21 11 Datum 5 maart 2008

Nadere informatie

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2014 TOETS 1. 23 APRIL 2014 10.30 12.30 uur

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2014 TOETS 1. 23 APRIL 2014 10.30 12.30 uur TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2014 TOETS 1 23 APRIL 2014 10.30 12.30 uur 1 RONDDRAAIENDE MASSA 5pt Een massa zit aan een uiteinde van een touw. De massa ligt op een wrijvingloos oppervlak waar het

Nadere informatie

De olie uit opgave 1 komt terecht in een tank met een inhoud van 10 000 liter. Hoe lang duurt het voordat de tank volledig met olie is gevuld?

De olie uit opgave 1 komt terecht in een tank met een inhoud van 10 000 liter. Hoe lang duurt het voordat de tank volledig met olie is gevuld? 5. Stromingsleer De belangrijkste vergelijking in de stromingsleer is de continuïteitsvergelijking. Deze is de vertaling van de wet van behoud van massa: wat er aan massa een leiding instroomt moet er

Nadere informatie

MEMO. 1. Aanleiding. Datum: 22-oktober Aan: Joep de Koning (WSK) Van: Martijn Tilma en Mia Süss (B&O-WH)

MEMO. 1. Aanleiding. Datum: 22-oktober Aan: Joep de Koning (WSK) Van: Martijn Tilma en Mia Süss (B&O-WH) MEMO Aan: Joep de Koning (WSK) Van: Martijn Tilma en Mia Süss (B&O-WH) Datum: 22-oktober 2015 Onderwerp: Capaciteit duikers Wilhelminapark, Plaspoel- en Schaapweipolder 1. Aanleiding Het Wilhelminapark

Nadere informatie

CONCEPT WATERWERKBLAD UITVOERING PERSPROEF DATUM: OKT 2014

CONCEPT WATERWERKBLAD UITVOERING PERSPROEF DATUM: OKT 2014 Herziening van juni 2004 CONCEPT WATERWERKBLAD WB 2.3 UITVOERING PERSPROEF DATUM: OKT 2014 Auteursrechten voorbehouden Met betrekking tot de persproef is in artikel 2.3 van NEN 1006 (AVWI-2014) het volgende

Nadere informatie

Debietmeting maken. Aan de hand van metingen aan de sloten en werken met natuurkundige formules een debietmeting leren maken.

Debietmeting maken. Aan de hand van metingen aan de sloten en werken met natuurkundige formules een debietmeting leren maken. Debietmeting maken Doel: Aan de hand van metingen aan de sloten en werken met natuurkundige formules een debietmeting leren maken. Benodigdheden: Groot meetlint / rolmeter Stok / lat om sloot op te meten

Nadere informatie

serie RVV Variabel debietsregelaar

serie RVV Variabel debietsregelaar serie RVV Variabel debietsregelaar www.koolair.com 3 Inhoud Page Variabel debietsregelaar, type RVV Omschrijving 4 Afmetingen en productcode 5 6 Variabel debietsregelaar, type RVV-D Omschrijving 17 18

Nadere informatie

Beproevingsrapport: Rapportcode: Datum: 18 april 2013

Beproevingsrapport: Rapportcode: Datum: 18 april 2013 Beproevingsrapport: Toetsing van Voortman Hi Tee bureautafel, hoogte instelbaar aan de eisen t.a.v. afmetingen, veiligheid, sterkte en duurzaamheid zoals gesteld in EN 527-1: 2011,. Rapportcode: 12.0866-3

Nadere informatie

Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal. Reader. Lenzen. J. Kuiper. Transfer Database

Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal. Reader. Lenzen. J. Kuiper. Transfer Database Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal Reader Lenzen J. Kuiper Transfer Database ThiemeMeulenhoff ontwikkelt leermiddelen voor Primair nderwijs, Algemeen Voortgezet nderwijs, Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie

Nadere informatie

TENTAMEN NATUURKUNDE

TENTAMEN NATUURKUNDE CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN NATUURKUNDE TENTAMEN NATUURKUNDE tweede voorbeeldtentamen CCVN tijd : 3 uur aantal opgaven : 5 aantal antwoordbladen : 1 (bij opgave 2) Iedere opgave dient op een afzonderlijk

Nadere informatie

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I WISKUNDE. MAVO-D / VMBO-gt

UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I WISKUNDE. MAVO-D / VMBO-gt UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2002-I VAK: NIVEAU: WISKUNDE MAVO-D / VMBO-gt EXAMEN: 2002-I De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke

Nadere informatie

Als l groter wordt zal T. Als A groter wordt zal T

Als l groter wordt zal T. Als A groter wordt zal T Naam: Klas: Practicum: slingertijd Opstelling en benodigdheden: De opstelling waarmee gewerkt wordt staat hiernaast (schematisch) afgebeeld. Voor de opstelling zijn nodig: statief met dwarsstaaf, dun touw

Nadere informatie

Hydraulische analyse schuren van de stadsgrachten. Inleiding. Gegevens

Hydraulische analyse schuren van de stadsgrachten. Inleiding. Gegevens Hydraulische analyse schuren van de stadsgrachten Inleiding Het doorspoelen van de grachten in Gouda, zoals dat tot in de jaren 50 gebruikelijk was, zal een kortstondig effect hebben op de waterstand en

Nadere informatie

Ontwikkeling terrein de Hogt

Ontwikkeling terrein de Hogt Tuindorpstraat 61 Gebouw C01 7555 CS Hengelo Ov. T 074 250 09 96 F 074 250 55 16 algemeen@incite-projects.nl www.incite-projects.nl IBAN: NL62 RABO 0111 3675 49 BTW nr.: NL815104868B01 KVK nr.: 08140475

Nadere informatie

De diverse somsoorten bij Fysica

De diverse somsoorten bij Fysica De diverse somsoorten bij Fysica 1 liter zout water weegt 1,03 kilo 1 liter zoet water weegt 1,00 kilo 1 meter zout water levert 0,1 bar druk op 1 meter zoet water levert 0,097 bar druk op Belangrijk:

Nadere informatie

Standaard installatie van een BioKube

Standaard installatie van een BioKube Standaard installatie van een BioKube Inhoudsopgave BioKube systeem 5 10 IE (Venus en Pluto)... 2 BioKube systeem 15 -- 20 25 30 IE (Mars)... 4 BioKubesysteem voor meerdere woningen (10 30 IE)... 6 Elektrische

Nadere informatie

Aventuri met Bernoulli De wet van Bernoulli toegepast

Aventuri met Bernoulli De wet van Bernoulli toegepast Inleiding l in de 18e eeuw bedacht Daniel Bernoulli het natuurkundige principe om te vliegen. De wet van Bernoulli is de wet van behoud van energie voor een sterk vereenvoudigde situatie waarin alleen

Nadere informatie

Door paling over de dijk naar een versneld herstel en een duurzame palingstand in Nederland. Alex Koelewijn, Voorzitter Stichting DUPAN

Door paling over de dijk naar een versneld herstel en een duurzame palingstand in Nederland. Alex Koelewijn, Voorzitter Stichting DUPAN Door paling over de dijk naar een versneld herstel en een duurzame palingstand in Nederland Alex Koelewijn, Voorzitter Stichting DUPAN Alex Koelewijn Paling Duurzaamheid Mei 2006 Verwerker & Sport (Hoop

Nadere informatie

PROBETON vzw Aarlenstraat 53/B9 1040 Brussel Tel.: +32 (0)2 237 60 20 Fax : +32 (0)2 735 63 56 mail@probeton.be www.probeton.be

PROBETON vzw Aarlenstraat 53/B9 1040 Brussel Tel.: +32 (0)2 237 60 20 Fax : +32 (0)2 735 63 56 mail@probeton.be www.probeton.be PROBETON vzw Beheersorganisme voor de controle van de betonproducten PROBETON vzw Aarlenstraat 53/B9 1040 Brussel Tel.: +32 (0)2 237 60 20 Fax : +32 (0)2 735 63 56 mail@probeton.be www.probeton.be TECHNISCHE

Nadere informatie

Bergingsberekeningen en controle afvoercapaciteit Plangebied Haatland

Bergingsberekeningen en controle afvoercapaciteit Plangebied Haatland Bergingsberekeningen en controle afvoercapaciteit Plangebied Haatland Definitief Gemeente Kampen Grontmij Nederland bv Zwolle, 29 november 2005 @ Grontmij 11/99014943, rev. d1 Verantwoording Titel : Bergingsberekeningen

Nadere informatie

Hydraulische toetsing Klaas Engelbrechts polder t.b.v. nieuw gemaal.

Hydraulische toetsing Klaas Engelbrechts polder t.b.v. nieuw gemaal. MEMO Aan: Van: Kwaliteitsborging: Onderwerp: Koos van der Zanden (PMB) Jeroen Leyzer (WH) Anne Joepen Datum: 27-11-2014 Status: Adviesnummer WH: Hydraulische toetsing Klaas Engelbrechts polder t.b.v. nieuw

Nadere informatie

Naam: Klas Practicum elektriciteit: I-U-diagram van lampje Nodig: spanningsbron, schuifweerstand (30 Ω), gloeilampje, V- en A-meter, 6 snoeren

Naam: Klas Practicum elektriciteit: I-U-diagram van lampje Nodig: spanningsbron, schuifweerstand (30 Ω), gloeilampje, V- en A-meter, 6 snoeren Naam: Klas Practicum elektriciteit: I-U-diagram van lampje Nodig: spanningsbron, schuifweerstand (30 Ω), gloeilampje, V- en A-meter, 6 snoeren Schakeling In de hiernaast afgebeelde schakeling kan de spanning

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Limburg

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Limburg De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Limburg datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten voorbehouden. Niets

Nadere informatie

vwo: Het maken van een natuurkunde-verslag vs 21062011

vwo: Het maken van een natuurkunde-verslag vs 21062011 Het maken van een verslag voor natuurkunde, vwo versie Deze tekst vind je op www.agtijmensen.nl: Een voorbeeld van een verslag Daar vind je ook een po of pws verslag dat wat uitgebreider is. Gebruik volledige

Nadere informatie

BEPROEVING RECORD-SUPER HOOI- EN SCHOVENBLAZER. BULLETIN No. 139

BEPROEVING RECORD-SUPER HOOI- EN SCHOVENBLAZER. BULLETIN No. 139 BULLETIN No. 39 BEPROEVING RECORD-SUPER HOOI- EN SCHOVENBLAZER Instituut voor Landbouwtechniek en Rationalisatie Instituut voor Bewaring en Verwerking van Landbouwprodukten DE RECORD-SUPER HOOI- EN SCHOVENBLAZER

Nadere informatie

En wat nu als je voorwerpen hebt die niet even groot zijn?

En wat nu als je voorwerpen hebt die niet even groot zijn? Dichtheid Als je van een stalen tentharing en een aluminium tentharing wilt weten welke de grootte massa heeft heb je een balans nodig. Vaak kun je het antwoord ook te weten komen door te voelen welk voorwerp

Nadere informatie

Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak

Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak 2017-2018 Analyse op basis van het doelgroepregister en de polisadministratie 1 Inhoud Inleiding...3 Aanleiding...3 Aanpak, perioden en meetmomenten...3 Samenvatting...4

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B havo II (oude stijl)

Eindexamen wiskunde B havo II (oude stijl) Kassen e meeste kassen in de glastuinbouw kun je beschouwen als een aaneenschakeling van elementen die de vorm hebben van vijfzijdige prisma s zonder tussenwanden. Zie figuur 1. figuur 1 3 2 α 2 2 2 2

Nadere informatie

Onderzoek naar transport van drijfvuil in ontvangstkelders met vortexen

Onderzoek naar transport van drijfvuil in ontvangstkelders met vortexen Onderzoek naar transport van drijfvuil in ontvangstkelders met vortexen CAPWAT Community of Practice - 16 maart 2016 Rioolgemaal t drijfvuiltje Drijfvuil 1 Inhoud presentatie 1. Introductie onderzoek 2.

Nadere informatie

1 oppervlakte grondvlak hoogte

1 oppervlakte grondvlak hoogte Examen VMBO-GL en TL 2007 tijdvak 2 dinsdag 19 juni 13.30-15.30 uur wiskunde CSE GL en TL Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 23 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 81 punten

Nadere informatie

DNV KEMA Energy & Sustainability. Rapport. Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding N-568-10

DNV KEMA Energy & Sustainability. Rapport. Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding N-568-10 DNV KEMA Energy & Sustainability Rapport Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding N-568-10 Groningen, 14 september 2012 74101761-GCS 12.R.53074 Kwantitatieve Risicoanalyse Gastransportleiding N-568-10

Nadere informatie

Energie opslag. Potentiële energie van water HUMSTERLAND ENERGIE. October 29, 2018 Opgesteld door: Walther L. Walraven

Energie opslag. Potentiële energie van water HUMSTERLAND ENERGIE. October 29, 2018 Opgesteld door: Walther L. Walraven Energie opslag Potentiële energie van water HUMSTERLAND ENERGIE WWW.HUMSTERLANDENERGIE.NL October 29, 2018 Opgesteld door: Walther L. Walraven Energie opslag Potentiële energie van water Natuurkundige

Nadere informatie

Examen HAVO. wiskunde B1,2

Examen HAVO. wiskunde B1,2 wiskunde B1,2 Eamen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 25 mei 13.30 16.30 uur 20 05 Voor dit eamen zijn maimaal 86 punten te behalen; het eamen bestaat uit 22 vragen. Voor elk

Nadere informatie

Over gewicht Bepaling van de dichtheid van het menselijk lichaam.

Over gewicht Bepaling van de dichtheid van het menselijk lichaam. Over gewicht Bepaling van de dichtheid van het menselijk lichaam. Inleiding. In het project Over gewicht worden gewichtige zaken op allerlei manieren belicht. In de wiskundeles heb je aandacht besteed

Nadere informatie

De diverse somsoorten bij Fysica

De diverse somsoorten bij Fysica De diverse somsoorten bij Fysica 1 liter zout water weegt 1,03 kilo 1 liter zoet water weegt 1,00 kilo 1 meter zout water levert 0,1 bar druk op 1 meter zoet water levert 0,097 bar druk op Belangrijk:

Nadere informatie

Examen HAVO. Wiskunde B (oude stijl)

Examen HAVO. Wiskunde B (oude stijl) Wiskunde B (oude stijl) Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Maandag 27 mei 1330 1630 uur 20 02 Voor dit examen zijn maximaal 90 punten te behalen; het examen bestaat uit 18 vragen

Nadere informatie

Algemene montage-instructie van het ATON B100RV-VW zonne-energie systeem- VOORL.

Algemene montage-instructie van het ATON B100RV-VW zonne-energie systeem- VOORL. 1 Algemene montage-instructie van het ATON B100RV-VW zonne-energie systeem- VOORL. 1. Algemeen. De basis van het systeem is een 100 liter boiler met daarop gemonteerd een pompunit en een regeling. Deze

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio West- en Midden-Brabant

De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio West- en Midden-Brabant De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio West- en datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten voorbehouden. Niets

Nadere informatie

Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs

Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs Notitie Contactpersoon ir. J.M. (Martin) Bloemendal Datum 7 april 2010 Kenmerk N001-4706565BLL-mya-V02-NL Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs Tauw

Nadere informatie

Examen HAVO. Wiskunde B1,2

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 Wiskunde 1,2 xamen HVO Hoger lgemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 21 juni 13.30 16.30 uur 20 00 it examen bestaat uit 19 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een goed

Nadere informatie

De hoek tussen twee lijnen in Cabri Geometry

De hoek tussen twee lijnen in Cabri Geometry De hoek tussen twee lijnen in Cabri Geometry DICK KLINGENS (e-mail: dklingens@pandd.nl) Krimpenerwaard College, Krimpen aan den IJssel (NL) augustus 2008 1. Inleiding In de (vlakke) Euclidische meetkunde

Nadere informatie

Wervelbedfilters. Van glas kan je het dus ook maken zoals ik al eerder op merkte Voordeel het is goedkoper Nadeel het is kwetsbaarder

Wervelbedfilters. Van glas kan je het dus ook maken zoals ik al eerder op merkte Voordeel het is goedkoper Nadeel het is kwetsbaarder Wervelbedfilters Een nieuwe ontwikkeling opgebied van filtering is een wervelbedfilter. Deze wordt al een geruime tijd toegepast op proffesioneelgebied denk maar aan Oceaan van Dierentuin Blijdorp te Rotterdam.

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Noord-Holland

De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Noord-Holland De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Noord-Holland datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 23 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 23 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen HVO 00 tijdvak woensdag 3 juni 3.30-6.30 uur wiskunde B Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 9 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 80 punten te behalen. Voor elk vraagnummer

Nadere informatie

DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS.

DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS. DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS. Materiaal Dichtheid g/cm 3 Soortelijke warmte J/g C Smelttemperatuur C Smeltwarmte J/g Kooktemperatuur C Lineaire uitzettingscoëfficiënt mm/m C alcohol 0,8 2,5 114 78 aluminium

Nadere informatie

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1977 MAVO4 NATUUR- EN SCHEIKUNDE I. Zie ommezijde. Vrijdag 19 augustus,

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1977 MAVO4 NATUUR- EN SCHEIKUNDE I. Zie ommezijde. Vrijdag 19 augustus, EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1977 MAVO4 Vrijdag 19 augustus, 9.30-11.30 uur \,._, NATUUR- EN SCHEIKUNDE I (Natuurkunde) Zie ommezijde Deze opgaven zijn vastgesteld door de commissie

Nadere informatie

Werfix BVBA. Drenotube drainage: beschrijving systeem

Werfix BVBA. Drenotube drainage: beschrijving systeem Drenotube drainage: beschrijving systeem DRENOTUBE is een geocomposiet (samenstelling van verschillende materialen) ter vervanging van de klassieke Franse drainage. Ze bestaat uit 4 elementen. 1. Een golvende

Nadere informatie