Nationaal Smart City Living Lab

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Nationaal Smart City Living Lab"

Transcriptie

1 Nationaal Smart City Living Lab Programma Resultaten en lessons learned voor Smart City Living Labs in 7 urban regions Nationaal Smart City Living Lab 1

2 Connected Worlds De digitalisering van onze maatschappij gaat steeds verder. Vanuit onze professie zien we dat ook in de openbare ruimte steeds meer apparaten komen die data genereren. Om daar mee om te leren gaan hebben we het programma Nationaal Smart City Living Lab ontwikkeld. Ons eigen leerdoel hebben we ingevuld met de begeleiding van de living labs en het beschikbaar stellen van sensortechnologie, beide hebben ons veel kennis opgeleverd. Hans Nouwens Maarten Fleerakkers PwC Het bijdragen aan duurzame steden en communities in het kader van de Sustainable Development Goals staat bij PwC hoog op de agenda als het gaat om het verder brengen van BV Nederland. PwC kent reeds een lange geschiedenis als het gaat om het stimuleren, vormgeven of invulling geven aan Cities of the future, NL Smart City Strategie, Smart City Living lab en de betrokkenheid bij de Standaardisatie Adviesgroep Smart Cities. Gert-jan Baars Vanuit haar maatschappelijke betrokkenheid heeft PwC graag bijgedragen aan dit project. We hebben dat in de vorm van procesbegeleiding, het analyseren van ontvangen data en beschikbaar stellen van het Datalab gedaan. De intensieve samenwerking met de Gemeente op dit toch wel relatief vrij jonge domein, is uiterst constructief en leerzaam geweest voor alle partijen. Het heeft ons weer versterkt in het gevoel dat co-creatie met alle spelers in het veld de beste weg is om samen stappen te maken op weg naar een beter Nederland. 2 Nationaal Smart City Living Lab

3 Inhoudsopgave Voorwoord 6 1. Samenvatting Inleiding en doelstelling Aanpak vanuit techniek en vanuit de lerende organisatie Resultaten van de data-analyse en de lerende organisatie Visie en vervolgpotentie 9 2. Inleiding en doelstelling, bijdrage aan smartcities Praktische invulling van de Smart City Strategie Nederland Zeven urban regions vormen samen één denkbeeldige Smart City Aanpak vanuit de lerende organisatie en techniek Sensortechniek in openbare ruimte inzetten Begeleiden van de lerende organisatie Wat vertelt de data? Meetgegevens uit het Living Lab 18 Nationaal Smart City Living Lab 3

4 4. Resultaten van de data-analyse Resultaten per casus Zoetermeer: bebouwd in plaats van verkeersgebied Rijswijk: drukte in de wijk Breda: vergelijken en bouwhinder Dordrecht: aantrekkelijk industriegebied Helmond: slimste wijk van Nederland Veldhoven: drukker winkelcentrum Leidschendam-Voorburg: meerdere casussen vervlochten Macro-effecten op fijnstof terug te zien bij alle gemeentes Geluid, veel metingen voor nader onderzoek Micro-effecten metingen voor gerichte interventies De resultaten vanuit de lerende organisatie Algemene observaties door de deelnemers Specifieke ervaringen en leerpunten uit een levendige discussie Bestuurlijk draagvlak 37 4 Nationaal Smart City Living Lab

5 Organisatie Capaciteit Omgaan met data Financiering Kwaliteit metingen Communicatie Conclusies, welke lessen zijn te trekken uit het programma Algemeen Lessons learned organisatorisch en technisch De belangrijkste lessen vanuit de lerende organisatie De belangrijkste lessen vanuit de techniek Visie en vervolgpotentie Visie op ontwikkelingen Vervolgpotentie van het Nationaal Smart City Living Lab Advies voor een nieuw programma Advies voor opschaling 47 Nationaal Smart City Living Lab 5

6 Voorwoord Dagelijks worden we er mee geconfronteerd, de maatschappelijk en economisch zeer ingrijpende ontwikkelingen in onze maatschappij en het steeds duidelijker worden van de gevolgen daarvan. De digitalisering van de openbare ruimte is onderdeel van een scala aan mogelijke maatregelen om de negatieve gevolgen van deze ontwikkelingen op ons dagelijks leven te minimaliseren. In juni 2017 heb ik het voorzitterschap van de stichting voor het programma Nationaal Smart City Living Lab op me genomen. Zeven laboratoria in verschillende gemeenten waarin omstandigheden zijn gemonitord, data is verwerkt en vervolgens geanalyseerd. Het programma was beoogd een jaar te duren, in januari 2019 is het programma geëindigd, veel later dan gepland. En dat heeft een goede reden. Diverse gemeenten hebben de pilotperiode van hun living lab verlengd om nog meer ervaring op te doen. Het programma was één van de weinige opgeschaalde laboratoria in Nederland. Mijn dank gaat uit naar de bedrijven die het programma financieel hebben mogelijk gemaakt en de betrokken gemeenten die de moed hebben gehad om deze next step te zetten. Zonder deze besluiten komen we nooit toe aan de concrete toepassingen van Smart City oplossingen. Terugkijkend is mij een aantal zaken opgevallen om tot een succesvol programma te komen. Allereerst dat de deelnemende gemeenten en bedrijven zijn gaan doen. In korte tijd zijn de living labs opgezet en is men onder begeleiding pragmatisch gaan verkennen wat de digitalisering van de openbare ruimte nu betekent. Daarbij zijn verscheidende onderzoeksvragen aan de orde gekomen. Voor welke maatschappelijke vraagstukken zijn sensoren in te zetten, welke expertise uit de eigen organisatie is (nog meer) nodig, hoe gaan inwoners met de beschikbare data om? Deze en nog veel meer geleerde lessen zijn in dit boekwerkje verwoord. Natuurlijk is er veel meer geleerd dan hier is vastgelegd. Ik raad u aan de deelnemers aan het programma naar hun ervaring te vragen als u een smart city living lab denkt te starten. Gezien de positieve ervaringen zou ik het toejuichen als er een tweede programma komt zodat meer gemeenten in een veilige omgeving kunnen voortbouwen op de opgedane ervaringen. Want een ding is zeker: digitalisering verandert alle aspecten van onze samenleving, je kunt daarom maar beter voorbereid zijn. Hoogachtend, Marius Strijker Voorzitter Stichting Programma Nationaal Smart City Living Lab 6 Nationaal Smart City Living Lab

7 1. Samenvatting 1.1 Inleiding en doelstelling Het Programma Nationaal Smart City Living Lab is ontstaan uit de opschaling van Smart Emission Nijmegen, de winnaar van De Slimste Stad verkiezing in Het idee daarachter is dat veel Smart City projecten na uitvoering geen opvolging krijgen, waardoor veel van de opgedane kennis verloren gaat. In plaats van een nieuwe verkiezing is er een programma ontwikkeld waarin zowel professionele ondersteuning als technische hulpmiddelen zijn aangeboden om ervaring op te doen met het digitaliseren van de openbare buitenruimte. Dit heeft geleid tot de volgende doelstelling voor het programma Nationaal Smart City Living Lab: Doelstelling Een bijdrage leveren aan de bredere toepassing en opschaling van Smart Cities projecten door onderzoek naar de inzet van sensortechnologie in 7 verschillende urban regions. Om de realiteitswaarde te vergroten en praktische ervaringen op te doen is gekozen voor een Living Lab toepassing met concrete praktijksituaties. De uitgevoerde casussen hadden betrekking op 7 urban regions met specifieke karakteristieken: Wonen (Zoetermeer): Onderzoek naar verkeersruimte voor woningopgave van stuks; Schoolgebied (Rijswijk): Dagelijkse drukte rondom een grote school in een woonwijk; Publieke werken (Breda): Omgevingsmanagement bij een bouwproject; Verkeer (Dordrecht): Aantrekkelijkheid industriegebied verbeteren; Wonen (Helmond): Planologie van een nieuwe woonwijk en overlast in een bestaande woonwijk; Winkelgebied (Veldhoven): Drukte in winkelcentrum; Combinatie (Leidschendam-Voorburg): Mix van opgaven waaronder hout stook, verkeersoverlast en overlast door ligging. Daarbij wilden de programma ontwikkelaars juist naar de organisatorische aspecten kijken die van belang zijn bij de het digitaliseren van de openbare ruimte en zoveel mogelijk wegblijven van de techno-push die de Smart City ontwikkeling vaak domineert. Nationaal Smart City Living Lab 7

8 1.2 Aanpak vanuit techniek en vanuit de lerende organisatie De vraagstelling van het Nationaal Smart City Living Lab is tweeledig. Enerzijds gericht op het programma zich op het beter voorbereiden van gemeenten op het gebruik van nieuwe digitale technieken en toepassen van data (de lerende organisatie), maar zeker ook de borging van de resultaten. Anderzijds gericht op het geschikt maken van de low cost technologie voor stadsbrede metingen van luchtkwaliteit en geluidsoverlast in de openbare ruimte om gerichte interventies mogelijk te maken. Dat heeft geleid tot de volgende vraagstelling: Vraagstelling Kunnen we de in Nijmegen gebruikte sensortechniek verbeteren en daarmee uitspraken doen over (een deel van) de onderzoeksvragen in de 7 geselecteerde casussen? en Welke aspecten van de lerende organisatie zijn van belang bij de opschaling en bredere toepassing van Smart Cities technologieën en welke randvoorwaarden moeten er boven stedelijke geregeld worden? Zeven gemeenten hebben met elk een eigen projectteam gewerkt aan hun casus. Kennispartners hadden een eigen bijdrage. PwC heeft in hun datalab de dataanalyse gedaan. Het RIVM heeft ervaring opgedaan met het meten door goedkope sensoren. VNG Realisatie heeft kennisdeling gefaciliteerd. Acquire Publishing heeft een landelijk evenement georganiseerd. De Smart City Academie heeft trainingen gegeven. Imagem heeft hun software om niet beschikbaar gesteld. Connected Worlds heeft het programma ontwikkeld en de projectbegeleiding verzorgd. Tevens heeft zij het Lichtmast Sensorhotel gerealiseerd. 1.3 Resultaten van de data-analyse en de lerende organisatie Door de verbetering van de sensoren is er voor de meeste casussen een concreet antwoord te geven op de onderzoeksvragen dan wel een advies te geven welk nader onderzocht nodig is om tot een betere beantwoording te komen. Een resultaat van het programma is ook dat er zeer veel kennis is opgedaan op het gebied van de techniek achter de sensoren, met name over de wijze waarop de data gecombineerd, verwerkt en gepresenteerd kan worden. PwC heeft daarvoor een openbaar dashboard ontwikkeld waarin per stad inzichtelijk is gemaakt wat de resultaten zijn van de metingen. Daarnaast is in het programma veel kennis opgedaan over de processen die nodig zijn om te komen tot 8 Nationaal Smart City Living Lab

9 een succesvol Smart City project. Het opzetten van een projectteam, werken met een gebonden budget, communicatie met burgers en werken met grote hoeveelheden data zijn allemaal onderwerpen waar gemeenten tegenaan gelopen zijn. De grote vraag is: Wie neemt de eerste stappen voor regie op deze economisch relevante en maatschappelijk zeer ingrijpende ontwikkeling? 1.4 Visie en vervolgpotentie De vervolgpotentie van dit programma bestaat uit twee onderdelen, namelijk: 1. Een nieuw programma met andere steden/ gemeenten en; 2. Een grootschalige opschaling, bijvoorbeeld regionaal of zelfs nationaal. Zoals beschreven in de Nationale Smart City Strategie, ervaren is in het Nationaal Smart City Living Lab en naar voren komt in onderzoeken zoals Belemmeringen voor de schaalsprong van Smart Society (2018) 1 is er een duidelijk noodzaak voor een meer gestructureerde aanpak. Een overkoepelende organisatie die de vele initiatieven verbindt en de randvoorwaarden die voor heel Nederland gelden centraal organiseert. 1 Onderzoek dat de stichting heeft gedaan in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en Rijkswaterstaat. Nationaal Smart City Living Lab 9

10 2. Inleiding en doelstelling, bijdrage aan smart cities Steden worden steeds drukker en tegelijkertijd worden er steeds hogere eisen gesteld aan de leefomgeving. We willen wonen en leren in een duurzame en veilige omgeving, flexibeler werken en onze vrije tijd besteden in een groene en gezonde omgeving. Hierdoor is er een groeiende noodzaak om manieren te vinden zodat aan die hogere eisen voldaan kan worden. Het beheren en besturen van de stedelijke omgeving wordt door het werken met data op een andere manier complexer terwijl het nieuwe inzicht de complexiteit van interventies juist reduceert. Digitale technologieën en gebruik van data, bijvoorbeeld verzameld met sensoren in allerlei objecten van lichtmast tot auto, zullen een belangrijke rol spelen bij het oplossen van maatschappelijke problematieken. De inzet van digitale technologieën wordt veelal aangeduid met de term Smart City als een ontwikkeling richting slimmere en duurzamere steden. In is de Nederlandse Smart City Strategie opgesteld en aangeboden aan premier Rutte 2. Daarin worden voorwaarden voor succes genoemd, bijvoorbeeld (1) een digitale infrastructuur op basis van openbare verlichting, (2) Publiek-Private samenwerking met experimenten, (3) Samenwerking met burgers, (4) Opleiding en (5) Regionale samenwerking. 2.1 Praktische invulling van de Smart City Strategie Nederland Het Programma Nationaal Programma Smart City Living Lab 3 geeft een praktische invulling aan alle 5 genoemde voorwaarden en is de opschaling van de winnaar van De Slimste Stad van Nederland verkiezing uit 2016 (zie kader). Uit diverse onderzoeken en ervaringen uit de verkiezing voor de Slimste Stad bleek dat er veel Smart City pilots en projecten zijn maar dat er maar heel weinig doorgaan nadat het project geëindigd is. Dat betekent niet dat deze projecten niet succesvol zijn, want bij al deze projecten werd namelijk waardevolle kennis verzameld. 2 HR.pdf Nationaal Smart City Living Lab

11 Smart Emission Nijmegen Het Slimste Project van 2016 Aanleiding van het project was een nieuwe brug over de Waal met een veranderende verkeersituatie en mogelijke verslechtering van de luchtkwaliteit. Burgers maakte een eigen real-time meetnetwerk voor luchtkwaliteit. Radboud Universiteit, Geonovum en diverse organisaties en bedrijven ondersteunde het project en ook de gemeente sloot aan. Dit project resulteerde in een grote betrokkenheid van burgers, gedragsverandering, diverse (inter)nationale prijzen en een opschaling naar andere steden in het Nationaal Smart City Living Lab. Het programma voorzag in een compleet Smart City pakket dat bestond uit opleidingen, kennisdeling, begeleiding en techniek. Binnen elke gemeente was er een multidisciplinair projectteam betrokken en zijn er diverse sessies georganiseerd om kennis te delen. Daarbij is in het programma uitgegaan van de volgende doelstelling. Doelstelling Een bijdrage leveren aan de bredere toepassing en opschaling van smart cities projecten door onderzoek naar de inzet van sensortechnologie in 7 verschillende urban regions. 2.2 Zeven urban regions vormen samen één denkbeeldige Smart City In het Nationaal Smart City Living Lab is heel bewust gekozen voor een praktische benadering, waarbij de uitvoering en het opdoen van ervaring het meest belangrijk was. Daarbij is uitgegaan van drie pijlers. (1) Gelijke techniek. (2) Onderzoek naar onderwerpen die beter boven stedelijk opgelost kunnen worden om herhaling en opschaling mogelijk te maken. (3) Focus op de lerende organisatie met bestaande casussen voor een praktische invulling met een borging in de organisatie voor blijvend resultaat. Daarvoor is een denkbeeldige stad opgebouwd uit 7 karakteristieke gebieden ofwel urban regions. De gemeenten zijn gevraagd om op een van de urban regions in te schrijven. De kaartjes op pagina 13 geven de thema s aan waarop een gemeente hebben ingeschreven en waar de meetunits zijn geplaatst. Gaandeweg de concretisering van de onderzoeksvragen zijn de initiële thema s veranderd. Nationaal Smart City Living Lab 11

12 Scheveningen, ondertekening Smart City Deal op 8 juni 2017 Gemeentes konden een casus indienen voor één van de gebieden waarbij luchtkwaliteit en geluid een belangrijke rol spelen. De gemeentes Breda, Dordrecht, Helmond, Leidschendam-Voorburg*, Rijswijk, Veldhoven en Zoetermeer voldeden aan alle criteria en hebben op 8 juni 2017 op de pier in Scheveningen gezamenlijk de Smart City Deal ondertekend (*ondertekening op later tijdstip). onderzoeksvragen zijn de initiële thema s veranderd. Het verzamelen van data in de openbare omgeving stond centraal in het programma. De zeven deelnemende gemeenten hebben allemaal een pakket met dezelfde digitale technologie in bruikleen gehad. Dit pakket bestaat uit sensorhotels, gebaseerd op de in Nijmegen gebruikte techniek (zie kader) De sensoren zijn geplaatst aan lantaarnpalen op plekken die relevant zijn voor de specifieke vraagstelling. De data is vervolgens gebruikt voor onderwerpen die door de steden zijn ingebracht. De onderzoeksvragen zijn steeds verder uitgewerkt. Bij de uitwerking bleek dat het initiële thema niet paste bij de onderzoeksvraag. De tabel op pagina 14 geeft de aanpassingen aan. 12 Nationaal Smart City Living Lab

13 Het Sensorhotel Verbeterde variant van de in Nijmegen gebruikte techniek De 7 deelnemende steden hebben allemaal de beschikking gekregen over een pakket van 10 Sensorhotels om in de openbare ruimte te plaatsen. De Sensorhotels bevatten een pakket aan sensoren, waarbij de Lessons Learned uit Nijmegen in het Slimste Project 2016 zijn gebruikt voor een upgrade van zowel de sensoren, de software als het beheer. Het Sensorhotel meet tientallen omgevingsvariabelen zoals NO2, PM10, PM2,5, CO2, geluid en stuurt elke 10 seconden een datapakket door. Het Sensorhotel is ontwikkeld om aan de lichtmast te bevestigen en heeft een eigen stroomvoorzienings- en connectiviteitspakket. De use cases zijn afgestemd op maatschappelijke vraagstukken Nationaal Smart City Living Lab 13

14 Plaats Initiële urban region Urban region van de casus Zoetermeer Recreatiegebied Verkeersgebied Rijswijk Woonwijk Woonwijk Breda Evenementengebied Invalsweg binnenstad en bouwterrein Dordrecht Industriegebied Industriegebied Helmond Verkeersgebied Woonwijk Veldhoven Winkelcentrum Winkelcentrum Leidschendam-Voorburg Mixed area Mixed Area Korte inhoud van de casus, in hoofdstuk 4 wordt er dieper ingegaan op elke casus. Wonen (Zoetermeer): Onderzoek naar verkeersruimte voor woningopgave van stuks; Schoolgebied (Rijswijk): Dagelijkse drukte rondom een grote school in een woonwijk; Publieke werken (Breda): Omgevingsmanagement bij een bouwproject; Verkeer (Dordrecht): Aantrekkelijkheid industriegebied verbeteren; Wonen (Helmond): Planologie van een nieuwe woonwijk en overlast in een bestaande woonwijk; Winkelgebied (Veldhoven): Drukte in winkelcentrum; Combinatie (Leidschendam-Voorburg): Mix van opgaven waaronder hout stook, verkeersoverlast en overlast door ligging. Gezamenlijk vormen deze urban regions een beeld van een Smart City en geeft het een inkijkje in een toekomst waarbij het gebruik van sensoren naar onze overtuiging gemeengoed zal worden. 14 Nationaal Smart City Living Lab

15 3. Aanpak vanuit de lerende organisatie en techniek In het programma is gekozen voor een gecombineerde aanpak waarbij de techniek en de lerende organisatie tegelijkertijd is onderzocht. Voor beide onderdelen zijn aparte vragen gesteld. Voor de techniek is het onderzoek aangesloten op de verschillende casussen, voor de lerende organisatie is een meer algemene aanpak gehanteerd met aanpassingen per gemeente/casus. Daarbij is uitgegaan van de volgende vragen. De eerste maanden van het programma zijn besteed aan het inrichten van het project, het duidelijk krijgen van de probleemstelling voor elke casus en de voorbereiding voor de Living Lab. Hierbij zijn er per gemeente twee doelen opgesteld. Aan de ene kant is er een probleemstelling gedefinieerd voor wat de gemeente met de data wil bereiken, aan de andere kant hebben de gemeenten aangegeven wat ze zelf als organisatie van het project willen leren. Vraagstelling Kunnen we de in Nijmegen gebruikte sensortechniek verbeteren en daarmee uitspraken doen over (een deel van) de onderzoeksvragen in de 7 geselecteerde casussen? en Welke aspecten van de lerende organisatie zijn van belang bij de opschaling en bredere toepassing van Smart Cities technologieën en welke randvoorwaarden moeten er bovenstedelijke geregeld worden? Nationaal Smart City Living Lab 15

16 3.1 Sensortechniek in openbare ruimte inzetten De vraagstellingen ten aanzien van de sensortechniek waren vooral gericht op het gebruik van sensoren en de data in generieke zin. De vragen waar antwoord op werd gezocht waren onder andere: Hoeveel sensoren in een stad/gebied zijn er minimaal nodig om bepaalde zaken in beeld te brengen? Is het mogelijk het effect van interventies (bijv. sluiten toegangspoort) inzichtelijk te maken? Welke data is op microniveau te analyseren (d.w.z. hoe nauwkeurig zijn de metingen)? Welke kennis is nodig om met data te kunnen werken? Wat kunnen we, door op deze manier met data om te gaan, bereiken met data-analyse? Welke systemen zijn beschikbaar voor visualisatie? Deze vragen hadden als doel kennis te vergaren over de impact op de organisatie voor het werken met sensoren en bijbehorende data om zo een digitale slimme stad te creëren. Bovendien biedt het Living Lab bij uitstek de mogelijkheid om erachter te komen wat low cost sensoren aan inzicht opleveren en de mogelijkheden te ontdekken of en hoe big data kan ondersteunen bij beleidsvorming en communicatie naar burgers. Daarnaast dragen de antwoorden op de specifieke casussen bij aan het inzicht hoe lucht- en geluidsgegevens te gebruiken zijn bij planologie en het creëren van een gezondere leefomgeving. 3.2 Begeleiden van de lerende organisatie Voor het begeleiden van een Smart Cities project als dit is meer nodig dan kennis van techniek en data-analyse alleen. Vooraf is duidelijk gemaakt dat hoewel de steden intensieve projectbegeleiding zouden ontvangen de verantwoordelijkheid voor een mogelijke oplossing van de casus bij de gemeente blijft. Het meenemen van de betrokken ambtenaren in de ervaringen en leermomenten van het project zijn daarbij cruciaal. Een Living Lab wordt niet voor de stad maar met de stad uitgevoerd. Als de gemeente volwassen genoeg is, is het uitbreiden van de stakeholders mogelijk. Bij enkele Living Labs zijn ook inwoners betrokken en bedrijven pro-actief benaderd om deel te nemen. Om de focus gedurende het project te behouden is er gebruik gemaakt van een aanpak gebaseerd op de BXT-benadering van PwC, een holistische visie op de veranderende organisatie vanuit bedrijfsvoering (Business), beleving (experience) en technologie (Technology), afgekort BXT. In diverse sessies, waaronder een sessie in het datalab van PwC, is vanuit deze 3 verschillende invalshoeken de verandering voor de Smart City op een creatieve manier bij elkaar gebracht. Uit ervaring is gebleken dat het 16 Nationaal Smart City Living Lab

17 bij elkaar brengen van deze drie invalshoeken van groot belang is. Zonder techniek zijn goede ideeën vaak niet toepasbaar (denk aan de schoenen in back to the future die zichzelf konden strikken), zonder een goede ervaring voor de gebruiker zal goede techniek niet doorbreken (denk aan de eerste versies van tablets voor de komst van de ipad) en zonder business blijft mooie nieuwe techniek een speeltje, zoals blijkt bij veel Smart City pilots. Door op een interactieve manier te werken en telkens de resultaten van de data-analyse terug te koppelen werden de onderzoeksvragen steeds verder aangescherpt, resultaten verbeterd en de betrokkenheid hoog gehouden. 3.3 Wat vertelt de data? Deelnemende steden dienden bij inschrijving aan het programma een actuele probleemstelling (de casus) op te geven welke de focus voor het project zou vormen. Dit is als uitgangspunt gebruikt. Vanuit de probleemstelling is gekeken welke data naast de metingen over luchtkwaliteit en geluid nodig is om tot een analyse te kunnen komen en een antwoord te formuleren op de onderzoeksvragen. Het doel bij elke gemeente was om de min of meer generieke problemen waar elke gemeente mee te maken heeft op dezelfde manier te benaderen. Namelijk door er feitelijk en met behulp van data naar te kijken, verkregen informatie te analyseren en tot nieuwe inzichten en/of oplossingen te komen. Over een periode van vier maanden zijn er meerdere brainstormsessies met de verschillende gemeenten geweest om de probleemstellingen uit elkaar te trekken en op te delen in gerichte onderzoeksvragen. Rode draad hier was dat de gegevens verzameld door de sensoren als primaire databronnen zouden dienen. Dit hield in dat de onderzoeksvragen voornamelijk gericht waren op vraagstukken rondom lucht- en geluidskwaliteit. Denk hierbij aan onderzoeksvragen als: - Is er een verschil tussen geluidsmetingen te zien tijdens en buiten pauzes van de school? - Is er een piek van bepaalde luchtwaardes (zoals fijnstof of NO2) te zien wanneer nabijgelegen fabrieken actief zijn? - Is er een verschil in luchtkwaliteit te meten tussen 50 en 70 km wegen? - Is er bouwstof overlast tijdens sloopwerkzaamheden buiten een bouwplaats? Om de focus gedurende het project te behouden is er gebruik gemaakt van een aanpak gebaseerd op de BXT-benadering van PwC. Nationaal Smart City Living Lab 17

18 3.4 Meetgegevens uit het Living Lab De lessons learned uit Smart Emission Nijmegen, de winnaar van het Slimste Project 2016, zijn gebruikt voor een upgrade van zowel de sensoren, de software als het beheer. In overleg met het RIVM is gekozen voor het inbouwen in het Sensorhotel van sensoren met de beste prestatie-prijs verhouding die op de markt waren voor NO2 en fijn stof metingen. RIVM heeft diverse sensoren voor NO2 (experimenteel) gekalibreerd en de data van NO2 en fijnstof, met name PM10 en PM2,5, gepubliceerd op de website Zodra er stroom op het sensorhotel aangesloten werd kwam er direct data binnen en kon er begonnen worden met het meten van de volgende variabelen: Fijnstof (PM10 en PM2,5, gemeten in ug/m³) Temperatuur (in Celcius) CO2 (in ppm) Geluid (in db(a)) Datum-Tijd Luchtdruk (in hpa) Luchtvochtigheid (in %RH) NO2 (in mg/l, is gedurende het living lab aan meerdere sensorhotels toegevoegd) En diverse meetpunten om de werking van het Sensorhotel op afstand te kunnen volgen Per gemeente is vervolgens gekeken welke externe databronnen beschikbaar zijn en bij kunnen dragen aan de beantwoording van de onderzoeksvragen. Voor elke gemeente is windrichting en windkracht van het KNMI toegevoegd. Daarnaast zijn onderstaande databronnen toegevoegd: Rijswijk: Pauzetijden van de school en gepercipieerde overlast; Helmond: Evenementenkalender, verkeersintensiteit en gepercipieerde overlast; Helmond: Overlastmeldingen met betrekking tot stank; Veldhoven: Evenementen kalender, bezetting van de parkeergarage bij het winkelcentrum; Leidschendam-Voorburg: Verkeersintensiteit. De sensordata is door Connected Worlds verwerkt, kwalitatief gecontroleerd, beschikbaar gemaakt via een API. PwC heeft de data ingeladen om te analyseren. Nadat de eerste data geanalyseerd was, werd duidelijk dat directe relaties tussen verschillende variabelen (van zowel sensordata als externe databronnen) niet zomaar in een oogopslag te zien zijn. Een meer praktische manier om data van verschillende variabelen met elkaar te vergelijken was noodzakelijk. Om die reden is er besloten een dashboard met open source software (R studio)te bouwen en om de 10 seconde aggregatie van de metingen te aggregeren naar uurwaarden. Met het dashboard kan op een interactieve en visuele manier data met elkaar worden vergeleken. Voordeel van zo n dashboard is dat het te gebruiken is om de sensordata van elke gemeente te kunnen analyseren op een laagdrempelige manier. 18 Nationaal Smart City Living Lab

19 De dashboards zijn via de onderstaande link 4 openbaar te bekijken. Hier staat tevens extra toelichting over hoe de dashboards werken. Een belangrijk onderdeel van het onderzoek was het verrijken van de sensordata met gemeente-specifieke data. Voorbeelden zijn verkeersintensiteit, evenementenkalender of burgermeldingen over stankoverlast. Door middel van het combineren van sensordata met gemeente specifieke data was het mogelijk gerichtere analyses uit te voeren rondom de vraagstukken van elke gemeente. Voorbeelden van dashboards 4 Het dashboard is te zien op Hier kan men zelf analyses maken. Nationaal Smart City Living Lab 19

20 4. Resultaten van de data-analyse 4.1 Resultaten per casus De ontwikkelde dashboards stelden alle betrokkenen in staat om op een generieke en eenvoudige manier data correlaties te maken. Vanuit deze correlaties zijn de onderzoeksvragen van de deelnemende gemeenten zo volledig mogelijk beantwoord. De resultaten staan hieronder per gemeente en in willekeurige volgorde Zoetermeer: bebouwd in plaats van verkeersgebied De gemeente Zoetermeer heeft een extra bouwopdracht voor de realisatie van woningen binnen de huidige gemeentegrenzen. Met de huidige planologie van brede wegen door de wijken is er veel verkeer gerelateerd ruimtebeslag. Om een indicatie te krijgen of er verkeersruimte gebruikt kan worden voor woningbouw is de onderzoeksvraag of er verschil te meten is tussen een 50 en 70 km weg. De sensoren zijn geplaatst bij twee verschillende type wegen: een 50 km/u weg in het centrum, een 70 km/u weg buiten het centrum en op het fietspad dat langs de A12 loopt. Uit de data is gebleken dat er significante verschillen zijn tussen deze wegsoorten waarbij op de 70 km/u weg buiten het centrum de hoogste waarden fijnstof zijn geconstateerd. De windrichting speelt geen significant effect op bovengenoemde constatering. Verder onderzoek is nodig naar de bebouwing en de groenkaart om de wegen heen en het effect daarvan op de luchtkwaliteit. Toelichting bij grafiek op pagina 21 Rustige uren 10:00-16:00 uur, Spits 07:00-10:00 & 16:00-20:00 uur Avond 21:00-06:00 uur Fijnstof Aziëweg 3 elke keer hoogste waarden. Avonduren geeft weer hoogste waarden, vervolgens spits en als laatste de rustige uren Geluid Geluid tussen spits en rustige uren vrijwel gelijk. Avonduren minder geluid gemeten. Nacht dus rustiger dan dag. 20 Nationaal Smart City Living Lab

21 Vergelijking tussen wegen - Alle maanden op uur gemiddelden Op basis van de metingen in Zoetermeer is een verder onderzoek naar de verschillen tussen gebieden rondom een 50 en 70 km weg interessant. Nationaal Smart City Living Lab 21

22 Ook smart in Rijswijk, met de wijk een schoonmaakactie tegen zwerfvuil 22 Nationaal Smart City Living Lab

23 4.1.2 Rijswijk: drukte in de wijk De gemeente heeft de digitalisering bewust ingezet als een van de onderdelen van reeds lopende activiteiten in de wijk Vrijenban. De sensoren voor het Living Lab zijn geplaatst in een woonwijk en rondom een middelbare school die gegroeid is naar zo n studenten. Binnen de gemeente zijn er, gedurende meerdere jaren, veel klachten vanuit de woonwijk binnengekomen in verband met overlast die toegeschreven wordt aan de scholieren met betrekking tot parkeren, snelheidsovertredingen, zwerfvuil, intimidatie en geluidsoverlast. Naast de digitale invulling van het Living Lab zijn er allerlei andere activiteiten opgepakt. De inwoners zijn actief betrokken geweest in dit Living Lab met meerdere inwonersavonden en informatiedeling in een speciale Whatsappgroep. Met de fastfoodketen KFC is heel prettig samen gewerkt. Zo maken zij als enige van de food aanbieders in de buurt van de school elke dag een ronde door de wijk om zwerfvuil te verwijderen. Ook hebben zij in dit Living Lab de verpakking van de etenswaren aanzienlijk verminderd wat minder zwerfvuil tot gevolg had. Ook het ROC Mondriaan heeft meegewerkt o.a. door de school aan een kant gedurende twee weken af te sluiten. Over dit Living Lab is veel meer te zeggen. Uit de data is o.a. gebleken dat tijdens de vrije uren van de scholieren er geen significante geluidspieken geconstateerd zijn op de snoeproute tussen de school en fastfoodketens aan de andere kant van de wijk. Als interventie is de hoofdingang van ROC Mondriaan twee weken gesloten voor voetgangers. Dit leverde een meetbare vermindering van geluid op. Deze resultaten zijn voorgelegd aan de inwoners van de woonwijk en aan de gemeente met het advies om een extra entree naar het schoolplein te maken. Een opmerkelijke constatering was de hoge NO2 waardes gemeten bij verkeerslichten nabij de tramhalte dichtbij de school. De tramhalte ligt tussen twee rijbanen. Een verbetering van de luchtkwaliteit is mogelijk door een andere afstelling van die verkeerslichten voor één van de rijbanen. Hierdoor is er een betere doorstroming wat resulteert in een betere luchtkwaliteit. Uit gegevens blijkt dat er daarmee lagere waardes NO2 en PM zijn. Dit is aangekaart bij de gemeente en de verkeerslichten worden bij de eerste update opnieuw afgesteld Breda: vergelijken en bouwhinder Tijdens de Living Lab periode had de gemeente Breda een grootschalig bouwproject in de binnenstad. Een van de vragen vanuit de gemeente was of er overlast was door dit bouwproject. Daarnaast wilde de gemeente ook verschillende sensoren met elkaar vergelijken, o.a. op uitval door ervaringen in de afgelopen jaren. Hittestress en verkeersdrukte waren ook onderwerpen van onderzoek. Nationaal Smart City Living Lab 23

24 Bij het bouwproject kwamen uit de data langdurige extreem hoge fijnstof waardes naar voren tijdens de gehele periode van sloopwerkzaamheden. Deze hoge fijnstof waardes waren voornamelijk overdag, wanneer er gesloopt werd en materiaal werd afgevoerd. Gezien de veelvuldig voorkomende hogere waardes bij sloopactiviteiten is met zekerheid te stellen dat deze extreem hogere waardes veroorzaakt zijn door de bouwwerkzaamheden. In de avonduren en de weekenden lagen de waardes significant lager. Tijdens de piekmomenten kon het fijnstofniveau makkelijk van 15 naar 2000 µ/m3 stijgen ofwel ruim 130 keer hoger liggen dan in andere gebieden. Dit was voornamelijk wanneer er sloopwerkzaamheden plaatsvonden waarbij er onvoldoende maatregelen waren getroffen om de overlast door bouwstof te voorkomen. De goedkopere sensoren die in dit Living Lab gebruikt zijn blijken over een periode van meerdere maanden minder uitval te hebben dan een systeem met duurdere sensoren. De uitval, niet ontvangen meetgegevens, van de duurdere sensoren en het sensorhotel zijn vergeleken. Dat leverde de volgende resultaten op: Fijnstof en luchtvochtigheid hebben in 1,7% van de metingen door het sensorhotel geen data gegeven. Dat is ruim 4 keer beter dan het systeem met duurdere sensoren (7,2% geen data) NO2 heeft in 8,5% van de metingen met het sensorhotel geen data opgeleverd. Dit is voornamelijk doordat RIVM geen data terug heeft gegeven. Dit is bijna 2 keer beter dan het systeem met duurdere sensoren (15,4% geen data). In 1,7% van de gevallen is er daadwerkelijk geen data gemeten door fysieke uitval van het sensorhotel. Dit is ruim 9 keer beter dan het systeem met duurdere sensoren. In 1,7% van de gevallen is er daadwerkelijk geen data gemeten door fysieke uitval van het sensorhotel. Dit is ruim 9 keer beter dan het systeem met duurdere sensoren. De data uit de goedkopere sensoren was tevens real time inzichtelijk ten opzichte van een periodieke dataoverdracht van het systeem met duurdere sensoren. De sensorhotels zijn op afstand te onderhouden. Door bij uitval direct te kunnen reageren leidde tot een de hogere uptime. De vergelijkende analyse van de meetwaardes was nog niet gedaan ten tijde van het opstellen van dit rapport. 24 Nationaal Smart City Living Lab

25 Fijn stof waardes in Breda vergeleken tussen bouwgebied en omgeving Nationaal Smart City Living Lab 25

26 Dordrecht: aantrekkelijk industriegebied De oorspronkelijk probleemstelling voor de gemeente Dordrecht was het vergroten van de aantrekkelijkheid van het industrieterrein Westelijke Dordste Overs. Dit industrieterrein ligt pal aan de A16 bij het Hollands Diep. Onderzoeksvragen hadden betrekking op vermindering overlast door lang parkerende vrachtwagens, vermindering energieverbruik van lichtmasten en verbeterde doorstroming van vrachtverkeer. Gedurende de eerste tussenevaluatie werd duidelijk dat al de onderzoeksvragen niet te beantwoorden waren met de beschikbare techniek en het beschikbare budget. Vervolgens is de focus gelegd op ervaring opdoen met gebiedsgewijs meten, het opslaan, bewerken en duiden van grote hoeveelheden data afkomstig uit sensoren en te focussen opluchtkwaliteit. Uiteindelijk bleek deze beter en constanter te zijn dan verwacht. Er zijn wel meerdere opvallende pieken fijnstof in de avonduren geconstateerd waar geen verklaring voor was te vinden en waarvoor Satellietfoto als een van de aanvullende databronnen om langparkeerders in Dordrecht te spotten (bron NSO) 26 Nationaal Smart City Living Lab

27 onderzoek nodig is dat niet binnen het Living Lab paste. Er was geen verband te vinden tussen fijnstof/ NO2 en de windrichting. Uiteindelijk is gebleken dat 3 meetpunten voldoende informatie geven voor het meten van luchtkwaliteit op dit deel van het industriegebied met een afmeting van ongeveer 1 bij 2 kilometer. Om nog meer ervaring op te doen zijn daarom gedurende de laatste maanden van het Living Lab enkele sensoren op een locatie in de binnenstad geplaatst. Zo kon ook daar ervaring opgedaan worden met het meten van data over luchtkwaliteit. De gemeente geeft aan veel geleerd te hebben van hun deelname. Hoewel de onderzoeksvragen grotendeels niet direct beantwoord kunnen worden is er mede dankzij een aanwezig data team veel ervaring opgedaan met het analyseren van data en het betrekken van collegae. De gemeente kijkt daarom naar een vervolg op het Living Lab. gebied met zowel woonwijken als industrie, komen veel klachten bij de gemeente binnen vanwege stankoverlast. De gemeente wil kijken of er aan de hand van de data een verklaring te achterhalen is. Uit de data blijkt dat het fijnstof niveau in Brandevoort hoger ligt dan in Brouwhuis. Voor NO2 geldt het omgekeerde. Hierbij dient aangetekend te worden dat de locatie van de sensoren zeer specifiek is en waarschijnlijk invloed heeft gehad op de algemene conclusie. Voor Helmond was er de beschikking over data omtrent verkeersintensiteit. Hieruit blijkt dat wanneer het drukker werd op de wegen de NO2 waardes duidelijk stegen. Verder kwam naar voren dat de NO2 waardes hoger liggen op de drukkere (N) wegen dan op de wegen in de woonwijk. Helmond, geluid per type weg per maand Helmond: slimste wijk van Nederland Helmond bouwt aan de slimste wijk ter wereld en wil weten in hoeverre geluid en luchtkwaliteit te meten is en hoe die gegevens te gebruiken zijn bij de ontwikkeling van de nieuwe wijk Brandevoort. Door interventie van de gemeenteraad kwam er een tweede pilot bij. In de bestaande wijk Brouwhuis, een Nationaal Smart City Living Lab 27

28 De gemeente had ook de vraag of het mogelijk was treinverkeer terug te kunnen zien in de data. Gedurende het project is hier niet in geslaagd door een verkeerde meetmethode. Als het gemeten geluidsniveau anders samengesteld zou worden is dit waarschijnlijk wel mogelijk (leermoment). Daarvoor is verdere analyse nodig op de bestaande data en wel naar individuele banden. Met de methode van meting is wel het algehele geluidsniveau tussen beide wijken met elkaar te vergelijken. Zo blijkt dat het niveau in Brouwhuis significant hoger ligt dan dat in Brandevoort. Ten slotte is er nog gekeken naar een mogelijke oorzaak voor de vele klachten omtrent stankoverlast in bepaalde gebieden van Helmond. Hiervoor is een ingezet waar inwoners meerdere soorten van overlast konden melden. Het blijkt dat wanneer de wind vanuit het zuiden komt er veel klachten over stankoverlast bij de gemeenten binnen komen. Dit kan te maken hebben met het industriegebied dat ten zuiden van de woonwijken ligt. De bron van de stankoverlast is door de meldingen makkelijker aan te tonen en kan met gerichte metingen gelokaliseerd worden Veldhoven: drukker winkelcentrum Gemeente Veldhoven heeft casus Citycentrum voorgedragen. Het Citycentrum is wel een winkelcentrum, maar nog onvoldoende hèt winkelbelevingcentrum van Veldhoven. Er is behoefte aan meer sfeer, winkelbeleving, reuring, diversiteit om het Citycentrum nog meer het kloppend hart van de gemeente te maken. In deze Living Lab wordt onderzocht welke gebeurtenissen, interventies en onderliggende parameters een positieve en negatieve uitwerking hebben op de dynamiek in het Citycentrum. De volgende onderzoeksvragen zijn daartoe geformuleerd: Hoe is de dynamiek in het Citycentrum en door welke parameters wordt deze positief dan wel negatief beïnvloed? Hoe kunnen we vernieling/vandalisme in het Citycentrum voorkomen, in het bijzonder buiten openingstijden? Hoe kunnen we geluidsoverlast in het Citycentrum beheersbaar houden, in het bijzonder buiten openingstijden? 28 Nationaal Smart City Living Lab

29 Montage van de sensorhotels in Veldhoven Op basis van deze onderzoeksvragen zijn op 10 plaatsen in het Citycentrum sensor hotels opgehangen. Gedurende de periode van het Living Lab zijn er echter geen meldingen van vernielingen/vandalisme en geluidsoverlast voorgekomen, waardoor zich de vraag aandiende of dit werkelijk een probleem is. Verder was het niet mogelijk om de geluidsmetingen te correleren aan de bezoekersaantallen van enkele voorzieningen zoals het zwemband en het theater. Aan de hand van parkeergegevens bleek dat het parkeerterrein van de Braak het meest bezet is. Binnen de pilot is ook de optie besproken om met behulp van wifi de bezoekersstromen nauwkeuriger in beeld te krijgen. De gemeente zag dit vanwege de complicaties op het gebied van privacy niet zitten. Een van de sensoren heeft het grootste deel van de Living Lab geen data gemeten als gevolg van een storing in het ondergrondse net. Deze storing is niet opgelost gedurende de meetperiode. Hieruit is geleerd dat het belangrijk wordt om heldere SLA s af te spreken op het moment dat lichtmasten gebruikt gaan worden als ophangpunt voor sensoren. Uit deze casus is gebleken dat de betrokkenheid van belanghebbenden erg belangrijk is net als een goede onderzoeksvraag cq aanleiding om te gaan meten. Als er binnen de organisatie weinig prioriteit en draagvlak is dan is het voor de projectleden lastig om tot een resultaat te komen, ondanks alle inspanningen die gedaan zijn Leidschendam-Voorburg: meerdere casussen vervlochten De casus van Leidschendam-Voorburg was anders dan de anderen in de betekenis dat er gekozen is voor een grote spreiding van de Sensorhotels met meerdere onderzoeksonderwerpen. De eindconclusie was dat een grotere dichtheid van meetlokaties nodig was om antwoord te geven op de gestelde vragen. Een van de vragen betrof hout stook in woonwijken. De vraag was of het mogelijk is de gebieden in kaart te brengen waar dit plaatsvond. Als test is er gekeken naar data van 1 meetunit in hoogbouw en 1 in laagbouw. Nationaal Smart City Living Lab 29

30 Uit deze data is niet naar voren gekomen dat er een significant verschil is in luchtkwaliteit (fijnstof of NO2) tussen hoog en laagbouw dat te relateren is aan hout stook. Verwacht werd dat ook de meetperiode en temperatuur meespeelde (te kort en niet koud genoeg). Uit de data kwam wel naar voren dat er meer fijnstof gemeten is op wegen binnen de bebouwde kom vergeleken met N-wegen (N14) en de autosnelweg (A4) die door en langs de gemeente lopen. Er werd een verhoogde concentratie NO2 gemeten op dagen dat het druk was op de autosnelweg. Hiernaast een weergave van fijnstof te temperatuur op verschillende verkeer gerelateerde locaties: Een andere onderzoeksvraag is mogelijke geluidshinder door een windmolen aan de gemeentegrens met Den Haag. Uit de test bleek dat de windmolen te ver van de meetlokatie afstond en er door de drukke weg tussen de windmolen en het meetpunt ook invloed van de weg werd. Door de verspreide opstelling van meetunits werden wel verschillen gevonden in geluidsdruk tussen drukke en rustige wegen over langere periodes. In dit Living Lab werd aangetoond dat het belangrijk is om een netwerk van meetpunten te maken dat past bij de opgave. Desalniettemin is er veel ervaring opgedaan met de bruikbaarheid van sensortechniek en alle organisatorische vraagstukken die komen kijken bij de inzet van sensoren in de openbare ruimte. Weergave van fijnstof en temperatuur op verschillende verkeer gerelateerde locaties in Leidschendam-Voorburg Bij het plaatsen van de sensorhotels is er relatief veel schade ontstaan. Er is aanvullende kennis nodig bij installatiebedrijven voor het plaatsen van delicatere apparatuur aan lichtmasten. De data afdeling van de gemeente werd bevestigd in de noodzaak om versnippering tegen te gaan bij de digitalisering van de openbare ruimte. Het informeren van inwoners is gedaan door de communicatieafdeling. Inwoners zijn nog niet inhoudelijk betrokken bij het Living Lab. 30 Nationaal Smart City Living Lab

31 4.2 Macro-effecten op fijnstof terug te zien bij alle gemeentes Gemeten pieken binnen een gemeente waren ook terug te brengen tot macro-effecten waar gemeenten dus zelf geen invloed op hebben. Een voorbeeld hiervan zijn de paasvuren in Duitsland en het Oosten van Nederland. Door het effect van paasvuren en een draaiende wind, bleken er vanuit het westen naar het oosten verhoogde concentraties fijnstof te zijn. In de hogere luchtlagen is de fijnstof vanuit het oosten over de Noordzee weer terug geblazen. Zo werden de eerste hogere waardes gemeten in Rijswijk en Leidschendam-Voorburg vervolgens in Dordrecht, Breda en als laatste in Helmond en Veldhoven. Een andere constatering die naar voren kwam bij elke gemeente was het verband tussen de temperatuur en fijnstof. Uit de data is gebleken dat in de meetperiode bij hoge temperaturen er een laag niveau van fijnstof gemeten wordt, uitgesloten van niet te verklaren uitschieters naar boven Geluid, veel metingen voor nader onderzoek De geluidswaarden zijn geaggregeerd naar 10 seconden waarden. Hiervoor zijn 100 metingen per 1/10 sec op 30 banden geaggregeerd tot één gemiddelde, één max en één min per 10 sec. Het geluid is dus samengesteld uit meer dan 30 verschillende gemeten geluidsbanden. Deze banden hebben ieder een minimum, maximum en een gemiddeld gemeten aantal decibel per meting. Nu is het gemiddelde niveau steeds meegenomen in de berekeningen. Daardoor vallen pieken op specifieke banden weg. Zo is het maandelijkse luchtalarm niet naar voren gekomen in de data, maar ook een voorbijkomende trein dichtbij een sensor had niet de geluidspiek die je zou verwachten. Terwijl er langs de trambaan in Leidschendam-Voorburg Nationaal Smart City Living Lab 31

32 wel hogere waardes waren te zien op individuele geluidsbanden. Als er naar het maximum per geluidsband gekeken wordt zal er meer informatie naar voren komen. Zodoende zijn enkele probleemstellingen (nog) onbeantwoord gebleven. De data is beschikbaar om verdere analyse uit te voeren Micro-effecten metingen voor gerichte interventies Wat uit de data blijkt is dat interventies nauwkeuriger uit te voeren zijn als er hyper lokaal wordt gemeten. Gemeentes kunnen daardoor overlast situaties beter traceren en hier oplossingen voor bedenken. Ondanks dat een stad veel last heeft van oorzaken van slechte luchtkwaliteit die zij niet kunnen beïnvloeden kunnen ze zo wel de eigen bijdrage aan luchtverontreiniging verlagen. Wat uit de data blijkt is dat interventies nauwkeuriger uit te voeren zijn als er hyper lokaal wordt gemeten. Een duidelijk effect treedt er ook op als de data wordt gedeeld met de inwoners. Daar waar zij betrokken waren is er een toename van het bewustzijn van het eigen gedrag. Het inzetten van Living Labs waarbij een intensieve samenwerking met inwoners wordt gezocht, draagt bij aan een positieve klimaatverandering. Zo gaf inzicht in de verandering van de luchtkwaliteit bij veel verkeer de aanzet om de auto vaker te laten staan en vaker de fiets te nemen. 32 Nationaal Smart City Living Lab

33 5. De resultaten vanuit de lerende organisatie Voor veel gemeenten was het Smart City Living Lab een leerproject. Het opzetten van een projectteam, werken met een gebonden budget, communicatie met burgers en werken met grote hoeveelheden data zijn allemaal onderwerpen waar gemeenten tegenaan gelopen zijn. Waarschijnlijk is een van de belangrijkste onderdelen van een pilot de eigen organisatie en het samenwerken binnen en buiten de eigen organisatie. Deze samenwerking wordt complexer als er meer afdelingen bij betrokken zijn, er samen wordt gewerkt tussen publieke en private partijen en als er bewoners bij betrokken worden. Voor veel gemeentes is het belangrijk om zich af te vragen: hoe stel je een projectteam samen en wanneer begin je hiermee? Eerst het team samenstellen of het project starten en situationeel collega s aan laten sluiten? Dit kost vaak meer tijd én geld dan verwacht. Binnen de gemeente is er vaak de mogelijkheid tot financiering van pilots. Het Smart City Living Lab project is voor veel gemeente een voorbeeld van zo n pilot. Tijdens het project liepen veel gemeente tegen het feit aan dat ze binnen hun budget geen ruimte hadden om onvoorziene kosten op te vangen bijvoorbeeld voor extra onderzoek of aanvullende databronnen. Ook hebben meerdere gemeenten aangegeven niet de financiële mogelijkheid te hebben door te gaan met het Living Lab hoewel ze dat graag zouden willen. Doordat veel gemeenten een strikt gebonden (uren)budget hanteren kwamen enkele van hen in de knoop met het inzetten van specialisten vanuit de gemeente op onder andere het gebied van luchtkwaliteit. Het is namelijk gebleken dat tijdens het project specialistische kennis nodig was. Dat geldt naast de inhoudelijke kennis ook voor de data-analyse, -visualisatie en communicatie. Een van de lessons learned van de gemeenten was dat wanneer zij het project overnieuw konden starten ze beter over de case hadden nagedacht. Zeker op een juiste formulering van de onderzoeksvragen in combinatie met het plaatsen van de sensoren kan nog veel gewonnen worden (weten wat je waar wilt meten en waarom). Zeker met het oog op het vergelijken van data uit sensoren is het belangrijk dat sensoren op een gelijkwaardige manier geplaatst worden. Denk aan eenzelfde afstand tot de weg, Nationaal Smart City Living Lab 33

34 wel of geen groen om de sensor heen, in of uit de zon, vlak bij een harde gevel, etc. Gekscherend werd de trap waarmee de sensoren werden opgehangen als duurste gereedschap voor de sensorhotels aangeduid. Het op afstand kunnen managen van de sensoren is een enorme pre voor de uptime van de sensoren en het gericht kunnen onderhouden bij defecten. Ook bleek dat het plaatsen en onderhouden van sensoren aan het openbare verlichtingsnetwerk andere beheer niveaus vereist van die openbare verlichting met de bijkomende vraag wie verantwoordelijk was voor herstel. De reparatie van een defecte lantaarnpaal kan makkelijk 2 weken duren. Echter als er een interventie plaatsvindt en de lantaarnpaal valt uit, dan is er ook geen stroom voor de sensoren die gebruik maken van de stroomvoorziening uit de lantaarnpaal. Dan loopt het onderzoek in de soep (een probleem dat bij toepassing van een grote hoeveelheid sensoren (zwerm) veel minder groot zal zijn, omdat er dan sprake is van voldoende alternatieve metingen.) Sensoren zijn geschikt voor specifieke toepassingen. Bijvoorbeeld om trends te zien en overlast te meten. Als het geen officieel geijkte sensoren zijn, kunnen ze niet voor officiële norm metingen ingezet worden. Ook zal de gemeente in aanraking komen met burgers die zelf gaan meten. De kwaliteit van consumentenproducten zijn bijna altijd ongeschikt voor betrouwbare metingen. Deze burgers zullen echter wel met hun eigen gegevens naar de gemeente stappen om aan te tonen wat zij gemeten hebben. Dit gaat nieuwe vragen opleveren bij gemeenten. De gemeente doet er goed aan om hier mee om te leren gaan en aan verwachtingenmanagement te doen als ze zelf met sensoren gaat meten. Ook voor de resultaten van een Living Lab is het goed om aan verwachtingenmanagement te doen. Zo is het belangrijk te zorgen voor een interne borging en regelmatig te communiceren over de voortgang. Omdat de sensoren zich in de openbare ruimte bevinden is communicatie met de omgeving essentieel. In dit programma zijn de gemeentelijke websites ingezet, zijn sessies met bewoners georganiseerd en zijn nieuwsbrieven huis aan huis en online verspreid. In dit programma is de onderlinge kennisuitwisseling verzorgd door het houden van workshops, brainstormsessies en gezamenlijke evaluatiemomenten. Dit blijkt nodig te zijn voor kennisdeling. Het is geen vanzelfsprekendheid dat de zeer waardevolle kennis in- of extern wordt uitgewisseld. 34 Nationaal Smart City Living Lab

35 6. Algemene observaties door de deelnemers 5 Deze algemene observaties zijn opgemaakt naar aanleiding van een werksessie met de deelnemende gemeenten op 10 juli VNG Realisatie heeft deze werksessie begeleid, de tekst van de algemene beschouwingen is in samenspraak met de programma managers opgesteld. Onderstaande tekst is voor de leesbaarheid in dit rapport minimaal aangepast. De werksessie werd geopend met de vraag: zijn er echte stappen gezet in dit jaar? Uit de reactie van de deelnemers bleek dat zeker het geval. De discussie was direct los. Stappen zijn er zeker gezet en dat blijken voor elke gemeente dat andere stappen te zijn geweest. Gedurende de terugblik passeren er veel lessons learned die het programma waardevol hebben gemaakt. De meeste gemeenten staan nog aan de vooravond van dit soort ontwikkelingen. Het organiseren en uitvoeren van Smart City projecten kost meer tijd dan gedacht. Alles is nieuw, dus je komt voor onvoorziene zaken te staan. Duidelijk is ook dat innovatie hoog op de (bestuurlijke) agenda moet staan om voldoende tijd te kunnen claimen. 5 De algemene observaties zijn apart gepubliceerd in het kader van de werksessie op 10 juli Harde resultaten zijn immers vaak pas veel later zichtbaar. Dat maakt het ook lastig om de aandacht in de organisatie vast te houden. Te weinig tempo, geen direct bruikbare resultaten en de interesse verslapt. Tijdens het hele traject, voordat je überhaupt de beschikking hebt over de data, ben je al in contact geweest met een groot gedeelte van de organisatie. Als de data er uiteindelijk zijn, komt al snel de vraag om die te duiden. Hiertoe zijn kennis, ervaring en inzicht vanuit beleid van cruciaal belang. Maar in de praktijk blijkt de afstand tussen data en beleid relatief groot. De vraag is dan ook hoe je ervoor zorgt dat er tijdens het traject geen kloof ontstaat tussen het datateam en beleid (moet de beleidsmedewerkers van de toekomst in staat zijn om data te interpreteren?). Terwijl dit soort ontwikkelingen juist van de hele organisatie moeten zijn. In de praktijk blijkt vaak dat er in een gemeente twee, drie kennishouders zijn die onmogelijk de hele organisatie databewust kunnen maken. Het advies: sluit met data gestuurde projecten aan bij de bestaande beleidspraktijk en zorg dat de data rijp genoeg zijn om te overtuigen. Uiteindelijk is het de bedoeling dat data gedeelde informatie worden, informatie waarmee de gemeente kan sturen. Nationaal Smart City Living Lab 35

36 6.1. Specifieke ervaringen en leerpunten uit een levendige discussie De deelnemers hebben aan verschillende gesprekstafels gediscussieerd over vraagstukken waar ze tijdens de uitvoering van de pilots tegenaan zijn gelopen. Onderstaan de belangrijkste bevindingen. Discussiekaartjes 6 met daar op mogelijke organisatorische- financiële - juridische en technische belemmeringen 6 Discussiekaartjes om in groepjes te bespreken. Interesse? Neem contact op met het programma Nationaal Smart City Living Lab 36 Nationaal Smart City Living Lab

37 Bestuurlijk draagvlak De gemeente wil smart worden, maar doet het bestuur ook mee? De projectgroep heeft het mandaat van de bestuurder nodig, een handtekening en een ambtelijke opdracht. Liefst ook een mandaat om fouten te mogen maken; dat hoort immers bij een pilot. Maar laat geen twijfel bestaan over de ambitie, die moet voor iedereen duidelijk zijn. Het beste is om een project aan een groter programma te koppelen waar die ambitie al in zit. In veel gemeenten is er geen of slechts één bestuurder die interesse heeft in Smart City/society. Het zou beter zijn als dat integraal in elke portefeuille zit, zodat elke bestuurder eigenaarschap voelt. Nu is het draagvlak nog te veel afhankelijk van de beleidsprioriteiten en van innovatie als doel op zich. In een gemeente waar luchtkwaliteit al hoog op de agenda staat zal het bestuur geïnteresseerd zijn in het proces en de data-analyse. Dan is een geslaagde pilot ook makkelijker door te zetten Organisatie Als innovatie het doel is vraag dan aan de raad wat ze met innovatie bedoelen: niet iedereen heeft hetzelfde beeld bij Smart Cities. De coalitie bepaalt wat ze willen, het ambtelijk apparaat bepaalt hoe ze dat uitvoeren. De essentie van innovatieve projecten zit in de samenwerking, met externe partijen, maar zeker ook intern. Dit is een organisatorisch leerproces, een kans om de sectoraliteit eruit te halen, om integrale of zelfs virtuele teams samen te stellen. Om slim samen te werken in plaats van op elke afdeling het wiel opnieuw uit te vinden. Waarbij je altijd voor het dilemma komt te staan om te bepalen wanneer de tijd rijp is om de hele organisatie mee te trekken. Werkt de techniek nog niet optimaal, dan krijg je al snel te horen: zie je wel het werkt niet. Terwijl je met zichtbare resultaten, hoe klein ook, de organisatie kunt betrekken. Zeker als die nieuwe technieken de collega s helpen om slimmer en beter te werken. De sleutel is om de kloof te dichten tussen techniek en beleid. Focus niet alleen op het specifieke project, maar trek lessen uit het experiment; voor de toekomst en voor de brede organisatie. Bedenk ook welke capaciteit je structureel in huis wilt hebben en wat je beter af en toe kunt inhuren. Innovatie is steeds meer een sociale innovatie dan een technische. Voor het succes speelt het organiseren een grotere rol dan de techniek Capaciteit Tijd en mensen zijn soms lastig te vinden. Er is over het algemeen weinig interne ervaring met dit type innovaties en het werken met data. De discussie ging over: stel je eerst een team samen van beschikbare mensen, met hun bijbehorende capaciteiten waarop je vervolgens je plan maakt, of maak je eerst een plan zonder de beperking dat je daar wellicht de mensen niet voor in huis hebt? De crux is om het snijvlak te zoeken tussen ambitie en realisme, Nationaal Smart City Living Lab 37

38 tussen overleggen en doen. En ook hier speelt geld een rol, bijvoorbeeld voor de inhuur van externe expertise. Tips van de deelnemers voor het opstellen van een competentieprofiel om met data te werken: interesse hebben voor de uitkomsten (het verhaal achter de data), het geduld om meerdere slagen te maken (er ligt niet meteen een panklaar resultaat), gezonde argwaan (kritisch op de uitkomsten), en last but not least, gevoel voor getallen en inzicht in de techniek. Je kunt deze competenties ook inhuren. Belangrijk is dan om helder te hebben wat je inhuurt en waarom, en hoe je daar regie op kunt houden voor het juiste resultaat. En bovenal, hoe zorg ik ervoor dat ik het bij vertrek van de inhuur zelf kan! Omgaan met data Het omgaan met data is een goed leerproces geweest. Weet hoe de sensor meet, weet waarnaar je op zoek bent en weet wat je vraag is. Dat lijkt wellicht voor de hand liggend, maar bleek dat in de praktijk lastiger te zijn dan verwacht. Veel deelnemers kwamen daar pas gaandeweg achter. Maar dat is inherent aan een pilot. Volgende deelnemers kunnen daar hun lessen uit trekken, bijvoorbeeld dat het belangrijk is om goed vooronderzoek te doen. Daarin kun je bepalen wat je vraag precies is, wat voor data je wilt, op welke plekken je gaat meten, over welke periode je wilt meten en wat de kwaliteit van de data moet zijn. Want wat moet de raad met data die je zelf niet goed kunt interpreteren? Het verwerken en bewerken van data kost veel tijd, kost de nodige hulpmiddelen en vraagt kennis en duiding vanuit de beleidsterreinen. Tip: De VNG Realisatie Data Science Hub kan daarbij helpen, bijvoorbeeld met het vinden van de juiste partners in databronnen en analyse Financiering Geld voor de pilot is vaak het issue niet - daar is altijd een potje voor - maar voor het leven na de pilot is geld wel een issue. Als de pilot een succes wordt, begint het spel pas. Zijn er structurele middelen, wie betaalt? Lessons learned: bedenk aan de voorkant al wat er moet gebeuren als het project structureel wordt. En hang het bij voorkeur aan een groter project of structurele uitvoering (going concern). Dat maakt financiering van het vervolg makkelijker. Als innovatie het doel is vraag dan aan de raad wat ze met innovatie bedoelen: niet iedereen heeft hetzelfde beeld bij Smart Cities.. 38 Nationaal Smart City Living Lab

39 Kwaliteit metingen Een eerste constatering is dat sensormetingen een bepaalde nauwkeurigheid hebben die moet passen bij de onderzoeksvragen. Metingen leveren niet de waarheid op, maar geven wel trends aan. Daarbij zijn de resultaten altijd afhankelijk van de onderzoeksvraag. Ben je op zoek naar langdurige gemiddelden van bepaalde waarden, meet je lawaai vanuit het oogpunt van gezondheidszorg of hinder? Daarom ook hier: bepaal van tevoren wat de randvoorwaarden zijn voor de kwaliteit van de metingen. Waar kun je de sensoren het beste plaatsen bijvoorbeeld. Zijn er al andere bestaande sensordata of open data (RIVM, KNMI, NDW, CBS, VNG, et cetera) die je toe kunt voegen aan jouw data? zijn? Verwachtingsmanagement speelt een belangrijke rol bij innovatieprojecten en zeker bij het inzetten van sensoren Communicatie Een cruciaal onderdeel is de interne en externe communicatie. Het begrip Smart City wordt vaak gebruikt als marketing om data in de spotlights te zetten. Vooral grote steden zijn daar goed in. Is dat erg? Zeker niet, zolang deze vraag centraal staat: wat is de publieke waarde? En omdat het om de inwoners draait, is communicatie met hen cruciaal. Niet alleen over concrete zaken (waar hangen de sensoren), maar ook over de bevindingen en wat je met de data gaat doen. Doe aan verwachtingsmanagement, ook intern. Wat ga je bijvoorbeeld doen als er minder positieve meetwaarden Nationaal Smart City Living Lab 39

40 7. Conclusies, welke lessen zijn te trekken uit het programma? 7.1. Algemeen De doelstelling van het Programma Nationaal Smart City Living Lab was: Een bijdrage leveren aan de bredere toepassing en opschaling van Smart Cities projecten door onderzoek naar de inzet van sensortechnologie in 7 verschillende urban regions. Dat is gedaan door sensor techniek toe te passen op 7 verschillende casussen bij 7 verschillende gemeentes en daar lering uit te trekken. Een van de belangrijkste leereffecten voor deelnemende gemeenten was dat zij een goed georganiseerd projectteam dienen te hebben met voldoende budget in tijd en geld. Dat is vaak direct gerelateerd aan het mandaat dat de projectgroep heeft. Zo helpt het als er ambtelijk en bestuurlijk commitment is en zij aangehaakt blijven gedurende het Living Lab. Tijdens het project is gebleken dat gemeenten relatief weinig tijd en ruimte hebben voor onvoorziene acties en kosten. Verder is het hebben van specialisten in het team een pré. Zo hebben de data- en luchtspecialisten vanuit verschillende gemeenten en specialisten uit het datalab van PwC samengewerkt. Elke gemeente heeft een leerzaam proces doorlopen. Afhankelijk van de beschikbare kennis en het belang dat de gemeente hechtte aan het Living Lab heeft iedere gemeente leerervaringen uit het Living Lab gehaald. Een open deur maar een succesvol Living Lab start met commitment en betrokkenheid van de organisatie en heeft een goede onderzoeksvraag. Een goede casus is voor een Living Lab een vereiste met duidelijk beschreven doelstellingen en een scherpe probleemstelling. Aan de hand van die probleemstellingen wordt het Living Lab ingericht zoals de plaatsing van de sensoren in de openbare ruimte en de te betrekken belanghebbenden. De meeste gemeenten hebben ervoor gekozen om eerst intern ervaring op te doen. Twee gemeenten hebben er inwoners bij betrokken wat een extra dimensie gaf. Het belang van goede communicatie, zowel intern als met de betrokken partijen, is gebleken. Een goede communicatie versterkt het succes van het Living Lab en is essentieel voor het juiste verwachtingsniveau. 40 Nationaal Smart City Living Lab

41 Macro-effecten van geluids- en luchtvervuiling hebben een groot effect op microniveau (de casussen). De lokale toevoeging is het meest interessant omdat daar ook het handelingsperspectief ligt van een gemeente. Met andere woorden, brondetectie op microniveau vaststellen met alleen de data gegenereerd door de sensoren bleek niet altijd mogelijk te zijn. Het combineren van de data uit sensoren met andere databronnen geeft betere resultaten. Hiervoor is aanvullend onderzoek nodig dat in de relatief korte periode van het Living Lab niet mogelijk was. Wat vooraf bekend was, was dat de achtergrondwaarden van luchtkwaliteit, die over een groter gebied gaan en worden berekend in modellen, hoger zijn dan de lokale toevoeging aan luchtvervuiling. Toch was er voldoende onderling verschil tussen de sensoren op de verschillende meetlocaties en meetmomenten om aan te kunnen nemen dat op lokaal niveau interventies plegen een verbetering van de luchtkwaliteit tot gevolg zal hebben. Door de hyper lokale meting ontstaat de mogelijkheid voor een gemeente om zeer precies in te kunnen grijpen. Macro-effecten van geluidsen luchtvervuiling hebben een groot effect op microniveau. De gebruikte (goedkope) sensoren zijn prima in staat om trends en patronen te herkennen. Ook overlast is prima te onderbouwen met metingen van relatief goedkope sensoren. De sensoren hebben de potentie om hele gedetailleerde informatie te gaan verschaffen op elk moment van de dag zonder veel menselijke tussenkomst. Op dit moment zijn de sensoren zeker geschikt om als zwerm in te zetten. Dankzij een zwerm van sensoren wordt de data betrouwbaarder voor analyse. Op hot spots of hot moments, waar of wanneer relevante afwijkende meetwaardes voorkomen, kan vervolgens met duurdere methodes en technieken veel gerichter gemeten worden. Het aantal sensoren dat nodig is voor interessante resultaten varieert per vraagstelling. Voor een vergelijking van de meetwaardes is het plaatsen van sensoren op gelijkwaardige locaties van belang. Resultaten variëren door de plek waar wordt gemeten. Denk aan de afstand tot een weg, in de schaduw of zon, wel of niet omringd door groen, dicht tegen een gevel of in een open veld. De dichtheid van het aantal sensoren op een bepaald gebied is sterk afhankelijk van de mutaties in de omstandigheden. Door de verscheidenheid van de casussen en onderzoeksvragen is er zowel resultaat geboekt bij een grote dichtheid als een grote spreiding van meetlocaties. Het duiden van resultaten uit metingen vergt inhoudelijke kennis van zowel het betreffende domein, bijvoorbeeld luchtkwaliteit, als van de lokale omstandigheden. Zo zal Nationaal Smart City Living Lab 41

42 er samengewerkt moeten worden met specialisten op het gebied van onder andere lucht- en geluidkwaliteit om de data beter te kunnen interpreteren en verwerken. Inwoners zijn vaak weer zeer goed op de hoogte van de lokale omstandigheden. Voor het duiden is het gebruikt van extra databronnen aan te raden. Om de data samen te brengen is een platform voor Smart City data gewenst. In diverse casussen liep het betreffende projectteam aan tegen een te krap budget. Hierdoor konden er geen aanvullende databronnen aangekocht worden. Zo is het niet gelukt om de verkeersgegevens van het NDW te verwerken. De open data bleek veel moeilijker te ontsluiten dan de data waarvoor betaald moet worden. Aangezien er meerdere casussen waren die vroegen naar een verband tussen verkeersintensiteit en luchtkwaliteit is hier zeker nog veel te winnen om de resultaten van het Living Lab te verbeteren. Door het plaatsen van meerdere sensoren (zwerm) op een relatief klein gebied is er meer inzicht in hyper lokale omstandigheden. Deze data heeft ervoor gezorgd dat de gemeente in samenwerking met inwoners tot een oplossing gekomen zijn. Tegen de hyper lokale metingen kwamen enkele vakspecialisten in opstand, een gedetailleerd handelingsperspectief ontbreekt vaak om met die zeer lokale meetresultaten te kunnen werken. Inwoners hebben minder met normen en meer met overlast. Ook al voldoe je aan een EUnorm wil dat nog niet zeggen dat door lokale omstandigheden er wel overlast is. Het verschil in normmeting en trendmeting brengt een verschuiving in het vakgebied tot stand. Het verschuilen achter modellen om in te grijpen zal onder druk komen te staan als inwoners ook zelf gaan meten. Deze verandering van het vakgebied leidde soms tot pittige discussies en dat heeft het resultaat van het Living Lab zeker verbeterd. Openbare verlichting is qua locatie en voorzieningen vaak een goede infrastructuur om te combineren met sensoren. Bij een lantaarnpaal is een aansluiting voor stroom aanwezig. Doordat er alleen stroom is als de verlichting aan is, zijn er nog wel extra voorzieningen nodig zoals een accu. Als de lantaarnpaal andere functionaliteiten krijgt dan alleen verlichting zal het beheerproces naar een ander niveau moeten. Zeker bij kritische toepassingen is de huidige reparatietijd vaak te lang. Ook de noodzakelijke kennis van nieuwe digitale technieken zal bijgespijkerd moeten worden bij zowel de openbare verlichtingsmedewerkers bij de gemeente als bij de onderhoudspartijen Lessons Learned organisatorisch en technisch De algemene lessons learned zijn (1) dat er nog veel geleerd moet worden over de digitalisering van de openbare ruimte, (2) voor de regionale opschaling juridische en technische kaders te kort schieten, (3) dat financiering van opschaling lastig is, (4) voor pilots geldt dat er vaak meer tijd in gaat zitten dan gepland, (5) dat 42 Nationaal Smart City Living Lab

43 interne borging nodig is voor het vervolg na de pilotfase en (6) er ontzettend veel gebeurt op het domein van Smart Cities maar waarvan de resultaten vaak onbekend zijn. Digitalisering brengt een verandering teweeg voor bestaande methodes. Voor vakspecialisten is dit een veranderproces waar nieuwe competenties gevraagd worden. Het omgaan met de nieuwe data is sowieso een nieuwe competentie voor veel bestaande vakgebieden en rollen. Het programma Nationaal Smart City Living Lab heeft aangetoond dat succesvol opschalen en herhalen van een succesvolle pilot veel makkelijker gaat als dit bovenlokaal georganiseerd wordt. Lokale houden wat lokaal hoort en centraal regelen wat beter centraal opgepakt kan worden. Centrale onderwerpen gelden voor alle gemeenten zoals het aanzetten tot een discussie over ethiek bij het verzamelen en gebruiken van data, organiseren van constante spanning/stroom op lichtmasten, afspraken over het eigendom van data uit de publieke ruimte, inzicht in welke sensoren in de publieke ruimte aanwezig zijn, het bij elkaar brengen van pilots, tegengaan van versnippering, kennisdeling en opschalen van geslaagde pilots, etc. Genoeg onderwerpen voor een landelijke uitvoeringsagenda De belangrijkste lessen vanuit de lerende organisatie - Het omgaan met data uit sensoren en daar acties of beleid op baseren vergt specifieke competenties. - In Smart City Living Labs is vaak een behoefte aan multidisciplinaire teams. Kosten en opbrengsten vallen in verschillende afdelingen. De huidige gemeentelijke organisatie is daar nog niet op ingesteld. - Innoveren vraagt meer flexibiliteit van de gemeentelijke organisatie dan voor de bestaande processen en projecten. - Samenwerking in Smart City projecten gaat verder dan een opdrachtgever opdrachtnemer verhouding. Het programma Nationaal Smart City Living Lab heeft aangetoond dat succesvol opschalen en herhalen van een succesvolle pilot veel makkelijker gaat als dit bovenlokaal georganiseerd wordt. Nationaal Smart City Living Lab 43

44 7.4. De belangrijkste lessen vanuit de techniek - Techniek is ondersteunend en faciliteert nieuwe toepassingen. Voor een goede inzet van sensoren is een probleemstelling met zo concreet mogelijke onderzoeksvragen van groot belang. De ene probleemstelling vraagt om hyperlokaal te meten met meerdere sensoren op een compact gebied terwijl een ander probleemstelling juist bepaalde gebieden met elkaar wil vergelijken waardoor een spreiding van sensoren over een uitgestrekter gebied belangrijk is. - Sensoren zijn een goedkope manier om de dagelijkse foodprints, trends en overlast in beeld te brengen. De data is geschikt voor de onderbouwing van zeer lokale ingrepen en geven een beter beeld van de veranderingen van lokale omstandigheden. - Conclusies trekken op basismetingen zonder aanvullende databronnen en/of kennis van een lokale situatie kan vaak niet. Dat geldt ook voor het duiden van de bron. 44 Nationaal Smart City Living Lab

45 8. Visie en vervolgpotentie 8.1. Visie op ontwikkelingen Het programma bevestigt de potentie van het toepassen van sensortechnieken binnen het Smart Cities concept. Met sensoren is het namelijk mogelijk om gedetailleerd en continu metingen te verrichten waar het tot nu toe alleen mogelijk was om met menselijke observatie, datamodellen, berekeningen of puntmetingen te werken. Sensoren maken grote hoeveelheden data sneller, continu en tegen lagere kosten beschikbaar. Mogelijke toepassingen zijn er bij de Omgevingswet, Klimaat akkoorden en burgerparticipatie. Ook zijn sensoren te gebruiken om hyper lokale ingrepen te bepalen. Door sensordata samen te brengen met andere (openbare) bronnen kan nieuw inzicht worden verkregen over de stedelijke omgeving en ontwikkeling. Door toepassing van kunstmatige intelligentie (AI) kunnen er ook voorspellingen komen over de ontwikkeling van bepaalde meetwaarden. Toepassing van Kunstmatige Intelligentie en voorspellende algoritmes kunnen ervoor zorgen dat tijdig interventies kunnen worden gedaan, waardoor verkeersdoorstroming optimaal blijft, luchtkwaliteit op orde blijft of mensen tijdig worden gewaarschuwd en geluidsoverlast kan worden beperkt.stem daarbij de dashboards af op de informatiewensen van gebruikers. Sensoren zullen naar verwachting goedkoper worden waardoor ze nog breder in te zetten zijn. Hierdoor wordt het mogelijk om gedetailleerde metingen te verrichten waardoor inzichten op microniveau ontstaan die op basis van berekeningen niet zomaar inzichtelijk kunnen worden gemaakt. Dit opent de weg naar een nieuwe vorm van interventies: precisie beleid. Steden hebben elk hun eigen dynamiek. In de digitale transformatie van de openbare ruimte zijn er echter ook vele zaken waar elke gemeente mee te maken krijgt. Een meer landelijke regie op die dossiers zou een enorme hulp voor gemeenten zijn. Denk aan ontwikkeling van straatmeubilair zoals lichtmasten als opstelpunt, waarde modellen voor data, ethiek van het gebruik van data, regelgeving omtrent het digitaliseren van de openbare ruimte, geschikt maken van systemen en informatiemodellen, juridische implicaties, de grondrechten van het individu, etc. Nationaal Smart City Living Lab 45

46 8.2. Vervolgpotentie van het Nationaal Smart City Living Lab De vervolgpotentie van dit programma bestaat uit twee onderdelen, namelijk: 1. Een nieuw programma met andere steden/gemeenten en; 2. Een grootschalige opschaling, bijvoorbeeld regionaal of zelfs nationaal Advies voor een nieuw programma Dit zijn puntsgewijs de belangrijkste tips en verbetervoorstellen van de deelnemers aan het 1ste programma: Bepaal de onderzoeksvraag: waarom ga je meten, wat wil je oplossen, wat ga je meten. Heb je daar sensoren bij nodig? Welk type? Wat en wie heb je nog meer nodig? Ga daarbij uit van de vraag en niet van de techniek; Haak aan bij een maatschappelijk vraagstuk. Dat zou ook een opdrachtgever en bestuurlijke eigenaar op moeten leveren (belangrijk voor mandaat). En vergeet daarbij het verwachtingsmanagement naar de inwoners niet; Stel van tevoren een interdisciplinair (data-beleiduitvoering-privacy) team samen. Maar wacht niet op een volledig team om te beginnen; Claim een flexibel urenbudget voor de pilot; Het programma richt zich ook op het opschalen van goede projecten rondom luchtkwaliteit en geluid. Dat betekent dat er sensoren worden aangeboden inclusief dataverwerking. Zorg dat het proces rond de installatie aansluit bij de onderzoeksvraag; baseer dat op de best practices van het 1ste programma; Denk na over de aanvullende interventies die helpen om je onderzoek te doen en tot een oplossing te komen en calculeer deze kosten ook in. Maak gebruik van tijdelijke andere situaties in het Living Lab zoals een afgesloten weg, tijdelijke situatie (nieuwjaar) of een evenement (kermis, fietsronde, speeldag); Breng de rollen van alle deelnemende partijen en partners goed in kaart en zorg voor een gedeeld beeld van het resultaat; Deel het Living Lab in duidelijk fases in, elk met een gonogo beslissing; Organiseer een kick-off event om aandacht te krijgen en zodat het team elkaar leert kennen; Stel gedurende de looptijd van het Living Lab een overzicht samen met lessons learned; En de belangrijkste: weet wat het gevolg is als de pilot een succes blijkt Advies voor opschaling 46 Nationaal Smart City Living Lab

47 Zoals beschreven in de Nationale Smart City Strategie, ervaren is in het Nationaal Smart City Living Lab en naar voren komt in onderzoeken zoals Belemmeringen voor de schaalsprong van Smart Society (2018) 7 is er een duidelijk noodzaak voor een meer gestructureerde aanpak, een overkoepelende organisatie die de vele initiatieven verbindt en de randvoorwaarden die voor heel Nederland gelden centraal organiseert. De samenwerkvorm die we voor de sturing en regie zien bestaat uit een combinatie van private en publieke partijen. Bij de uitvoering zijn ook kennisorganisaties en burgers inhoudelijk betrokken. 7 Onderzoek dat de stichting heeft gedaan in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en Rijkswaterstaat. De kennispartners o Het RIVM heeft de sensoren voor stikstofdioxide (NO2) experimenteel gekalibreerd (zie samenmetenaanluchtkwaliteit.nl/documenten/kalibratie-vanno2-sensoren). Hiervoor hebben diverse sensorhotels bij officiële meetstations in Bilthoven en Schiedam gestaan. De meetgegevens van NO2 en fijnstof (PM10 en PM2,5) zijn ook gepubliceerd op o Imagem en UP2 hebben hun software beschikbaar gesteld om de gemeenten te faciliteren met het visualiseren van data. Imagem heeft tevens trainingen voor het omgaan met GEO-data verzorgd; o De Smart City Academie heeft enkele 2-daagse Smart City trainingen verzorgd; o Clairfort en To Interface hebben een workshop Innovatief Inkopen verzorgd; o De Data hub van VNG Realisatie heeft een data workshop voor 40 ambtenaren van de gemeente Rijswijk gegeven. VNG Realisatie zorgt voor het delen van de opgedane ervaringen binnen de gemeenten; o PwC ziet de Smart City als een belangrijk hulpmiddel in het behalen van de Sustainable Development Goals en het geven van een impuls aan BV Nederland. Vanuit dat perspectief heeft PwC bijgedragen aan het project door het verbeteren van de kwaliteit van de meetgegevens, het verzamelen, aggregeren en valideren en a nalyseren van de meetdata en het begeleiden van twee afstudeerders van de Data-Science opleiding aan de Universiteit van Tilburg/het JADS; o Connected Worlds ontwikkelde het programma, begeleidde de projecten intensief en verzorgde en onderhield de technische infrastructuur voor het meten van luchtkwaliteit en geluid in de 7 steden (Smart City as a Service). Nationaal Smart City Living Lab 47

PROGRAMMA NATIONAAL SMART CITY LIVING LAB

PROGRAMMA NATIONAAL SMART CITY LIVING LAB PROGRAMMA NATIONAAL SMART CITY LIVING LAB Annemarie Bakker Gemeente Rijswijk Hans Nouwens Programma directeur Nationaal Smart City Living Lab We zijn benieuwd naar uw situatie Tijdens de presentatie kunt

Nadere informatie

Leren omgaan met sensordata: Helpen sensormetingen bij aanpak lucht en geluid? 7 maart 2018 Rijswijk. Gemeente Leidschendam-Voorburg 1

Leren omgaan met sensordata: Helpen sensormetingen bij aanpak lucht en geluid? 7 maart 2018 Rijswijk. Gemeente Leidschendam-Voorburg 1 Leren omgaan met sensordata: Helpen sensormetingen bij aanpak lucht en geluid? 7 maart 2018 Rijswijk Gemeente Leidschendam-Voorburg 1 Doel workshop Opzet proef Smart City Living Lab Ervaringen LV Discussie

Nadere informatie

AMROR INNOVATIE HET INNOVATIEPROCES OP ZICH, SAMENWERKEN EN AANBESTEDEN.

AMROR INNOVATIE HET INNOVATIEPROCES OP ZICH, SAMENWERKEN EN AANBESTEDEN. AMROR INNOVATIE HET INNOVATIEPROCES OP ZICH, SAMENWERKEN EN AANBESTEDEN. VAN PRANGENDE MAATSCHAPPELIJKE VRAGEN NAAR WOEST AANTREKKELIJKE OPLOSSINGEN ALLIANTIE AMROR PROJECT FUNBAR SACHA STOLP GEMEENTE

Nadere informatie

HET POLICY LAB. Tjerk Timan. ScienceWorks 25 mei 2018

HET POLICY LAB. Tjerk Timan. ScienceWorks 25 mei 2018 HET POLICY LAB Tjerk Timan ScienceWorks 25 mei 2018 SAMENVATTING Het Policy Lab doet gecontroleerde experimenten voor het ontwikkelen van data gedreven beleid zodat beleidsmakers veilig kunnen experimenteren

Nadere informatie

Vuurwerk tijdens de jaarwisseling van 2012/2013

Vuurwerk tijdens de jaarwisseling van 2012/2013 Vuurwerk tijdens de jaarwisseling van 2012/2013 Samenvatting De luchtverontreiniging door vuurwerk is op 1 januari 2013 beperkt gebleven. Alleen in het eerste uur na de jaarwisseling zijn hoge concentraties

Nadere informatie

Benoemde Thema s Smart City Breda

Benoemde Thema s Smart City Breda Benoemde Thema s Smart City Breda Smart beheer Waarom? Continue op zoek naar verbetering dienstverlening en efficienter beheer Grote impact op tevredenheid van inwoner en bezoeker en staat van de stad

Nadere informatie

Discussienotitie Haagse Mobiliteitsagenda

Discussienotitie Haagse Mobiliteitsagenda Discussienotitie Haagse Mobiliteitsagenda Kiezen om ruimte te maken Den Haag 2040 Den Haag is volop in beweging, de stad is in trek. Verwacht wordt dat Den Haag groeit, van 530.000 inwoners in 2017 naar

Nadere informatie

Ervaringen met de SDS011 stofsensor

Ervaringen met de SDS011 stofsensor Ervaringen met de SDS011 stofsensor RIVM, 12 juli 2018 De afgelopen maanden zijn er veel PM2.5 en PM10 metingen gedaan met de SDS011 stofsensoren. Zo vlak voor de vakanties willen we een korte terugkoppeling

Nadere informatie

We doen zeven aanbevelingen om de aanpak van drukte en de leefbaarheid te

We doen zeven aanbevelingen om de aanpak van drukte en de leefbaarheid te Aanbevelingen Rekenkamer t.a.v. Drukte Amsterdam december 2016 Aanbevelingen We doen zeven aanbevelingen om de aanpak van drukte en de leefbaarheid te verbeteren. Vier aanbevelingen hebben betrekking op

Nadere informatie

Een gezonde omgeving in Binnenstad

Een gezonde omgeving in Binnenstad Een gezonde omgeving in Binnenstad Utrecht Gemeente en inwoners kunnen samen een gezonde leefomgeving creëren. Een gezonde leefomgeving is van belang om een gezonde leefstijl te bevorderen en risico s

Nadere informatie

Open sociale media en operationeel verkeersmanagement

Open sociale media en operationeel verkeersmanagement Open sociale media en operationeel verkeersmanagement Een pilot naar het monitoren van open bronnen ter ondersteuning van operationeel verkeersmanagement Eindrapportage april 2017, definitief Inhoud Doel

Nadere informatie

Structureel resultaat. Eenvoudige integratie. Helder inzicht. Onze klanten

Structureel resultaat. Eenvoudige integratie. Helder inzicht. Onze klanten Structureel resultaat Met INSIGHTNOW wordt de kwaliteit van het binnenmilieu op hoog niveau gehandhaafd tegen een fractie van de kosten van infrastructurele maatregelen en verbeteringen. Het inzicht in

Nadere informatie

Smart Emission Proof of concept citizen-sensor-netwerk Samen luchtkwaliteit en geluid meten met low-cost sensoren

Smart Emission Proof of concept citizen-sensor-netwerk Samen luchtkwaliteit en geluid meten met low-cost sensoren Smart Emission Proof of concept citizen-sensor-netwerk Samen luchtkwaliteit en geluid meten met low-cost sensoren Presentatie: Henk Nijhuis en Peter van der Voorn, gemeente Nijmegen. Smart Emission Consortium:

Nadere informatie

Healthy Urban Living Slim, Gezond en Groen

Healthy Urban Living Slim, Gezond en Groen SMART CITY UTRECHT Healthy Urban Living Slim, Gezond en Groen Brigitte Hulscher Program Manager Smart Cities, Marketing & Innovation Utrecht Jong en hoog opgeleid 334.862 inwoners, 20 % < 17, 18% 18-26,

Nadere informatie

Leefbare steden. met connected lighting

Leefbare steden. met connected lighting Leefbare steden met connected lighting 3 Steden veranderen Uitdagingen voor leefbaarheid en veiligheid Steden kunnen druk en chaotisch zijn Maar de diversiteit maakt ze voor velen aantrekkelijk Feit:

Nadere informatie

Vitale assets. Elektriciteitsverbruik als graadmeter voor conditiegestuurd onderhoud

Vitale assets. Elektriciteitsverbruik als graadmeter voor conditiegestuurd onderhoud Vitale assets Elektriciteitsverbruik als graadmeter voor conditiegestuurd onderhoud Elektriciteitsverbruik als graadmeter Big Data Pilot: De slimme sluis Met eenvoudige energiesensoren kunnen we het onderhoud

Nadere informatie

Nationaal verkeerskundecongres 2018

Nationaal verkeerskundecongres 2018 Nationaal verkeerskundecongres 2018 Veilig verkeer staat voorop, ook op fietspaden Mary Verspaget, Marketing Manager Cycle Data B.V. De ontwikkeling van de Hybride Cycle Data Radar voor nauwkeurige gegevens

Nadere informatie

Qlik Sense Healthcare. Document 16052

Qlik Sense Healthcare. Document 16052 Qlik Sense Healthcare Document 16052 Inhoud 1. Introductie... 3 1.1 Qlik Sense... 3 1.2 Qlik Sense Healthcare... 3 1.3 Qlik Sense als product... 3 2 Overview healthcare module... 4 2.1 De opbouw van de

Nadere informatie

SMART SOCIETY IN NEDERLAND

SMART SOCIETY IN NEDERLAND SMART SOCIETY IN NEDERLAND Roxane Daniels Vereniging Nederlandse Gemeenten 23 april 2019 VVSG Brussel Paraplu-begrip Integrale aanpak van maatschappelijke opgaven Cross-sectoraal Publiek-privaat Bottom-up

Nadere informatie

Sensormetingen luchtkwaliteit in Schiedam (juli -december2017)

Sensormetingen luchtkwaliteit in Schiedam (juli -december2017) Sensormetingen luchtkwaliteit in Schiedam (juli -december2017) analyse Henri de Ruiter, Ernie Weijers Februari 2018 Sinds juli 2017 meten burgers met behulp van goedkope sensoren de luchtkwaliteit in Schiedam.

Nadere informatie

RESPONS Er zijn panelleden benaderd. Van hen hebben er de vragenlijst ingevuld. Dit resulteert in een respons van 66%.

RESPONS Er zijn panelleden benaderd. Van hen hebben er de vragenlijst ingevuld. Dit resulteert in een respons van 66%. Samenvatting mobiliteit, 4-meting 2014 Het Delft Internet Panel (DIP) is ingezet om een beeld te krijgen van de door Delftenaren gebruikte vervoersmiddelen voor verplaatsingen binnen de stad en de regio.

Nadere informatie

Opleidingsprogramma DoenDenken

Opleidingsprogramma DoenDenken 15-10-2015 Opleidingsprogramma DoenDenken Inleiding Het opleidingsprogramma DoenDenken is gericht op medewerkers die leren en innoveren in hun organisatie belangrijk vinden en zich daar zelf actief voor

Nadere informatie

We zien een datagedreven wereld vol kansen. Toepassingscentrum voor big data oplossingen

We zien een datagedreven wereld vol kansen. Toepassingscentrum voor big data oplossingen We zien een datagedreven wereld vol kansen Toepassingscentrum voor big data oplossingen We zien succesvolle organisaties groeien door big data 50% van de meest succesvolle organisaties Volg ons op twitter:

Nadere informatie

De LoRaWAN Sensor Pilot in Alkmaar

De LoRaWAN Sensor Pilot in Alkmaar De LoRaWAN Sensor Pilot in Alkmaar Kees Verstoep (Vrije Universiteit, c.verstoep@vu.nl) Wies Thesingh-Van Eijk (Gemeente Alkmaar, WThesingh-vanEijk@alkmaar.nl) i.s.m: Prof. Frans Feldberg (j.f.m.feldberg@vu.nl)

Nadere informatie

Nota IPP. Onderwerp: Voortgang ontwikkeling Informatie en Participatie Platform (IPP) Inleiding

Nota IPP. Onderwerp: Voortgang ontwikkeling Informatie en Participatie Platform (IPP) Inleiding Nota IPP Onderwerp: Voortgang ontwikkeling Informatie en Participatie Platform (IPP) Inleiding In de huidige maatschappij neemt het gebruik van data een grote vlucht. Termen als open data, big data en

Nadere informatie

Luchtkwaliteit in Zeist

Luchtkwaliteit in Zeist Luchtkwaliteit in Zeist Inleiding In een eerder artikel is gesproken over Samen het milieu in Zeist verbeteren en de vier pijlers onder het uitvoeringsplan, zie het artikel op deze website van 7 juni en

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456

Nadere informatie

Sociale wijkzorgteams Den Haag

Sociale wijkzorgteams Den Haag Sociale wijkzorgteams Den Haag Onderzoek naar voorwaarden voor doeltreffend en doelmatig functioneren De rekenkamer heeft onderzoek gedaan naar de sociale wijkzorgteams in Den Haag. Daarbij is gekeken

Nadere informatie

Lijst van uitnodigingen te behandelen in de vergadering van burgemeester en wethouders van dinsdag 25 september 2018

Lijst van uitnodigingen te behandelen in de vergadering van burgemeester en wethouders van dinsdag 25 september 2018 Lijst van uitnodigingen te behandelen in de vergadering van burgemeester en wethouders van dinsdag 25 september 2018 Ingekomen van en activiteit: Afgevaardigde: VNG Smart Society meets Design samen organiseren

Nadere informatie

SENSA - EINDHOVEN 2018

SENSA - EINDHOVEN 2018 SENSA - EINDHOVEN 2018 MODELLEN EN VASTE MEETLOCATIES Bron: Omroep Brabant.nl WAAR WORDT JE ÉCHT AAN BLOOTGESTELD? Bron: ANP WP1 INTEGRATED APPLICATIONS State of the art Current developments ERP developments

Nadere informatie

Sensor City Presentatie meeting Digitale Steden Agenda. TT Circuit Assen, 16 juni 2016

Sensor City Presentatie meeting Digitale Steden Agenda. TT Circuit Assen, 16 juni 2016 Sensor City Presentatie meeting Digitale Steden Agenda TT Circuit Assen, 16 juni 2016 1 Focus op sensor technologie Elementen van Living Lab Assen Living Lab: open innovatiesysteem gericht op de gebruiker

Nadere informatie

Luchtkwaliteit meten met goedkope sensoren. Joost Wesseling, Edith van Putten

Luchtkwaliteit meten met goedkope sensoren. Joost Wesseling, Edith van Putten Luchtkwaliteit meten met goedkope sensoren Joost Wesseling, Edith van Putten Inhoud Inleiding Waarom luchtkwaliteit meten? Interessante stoffen. Zelf luchtkwaliteit meten. Elektronica en netwerk. Voorbeelden

Nadere informatie

Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem

Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem Eind juli is de eerste ronde afgerond voor de besteding van het regionale Innovatiebudget Sociaal Domein. In deze ronde is niet het volledige beschikbare

Nadere informatie

Samenvatting ontwikkeling monitor sociaal domein Cranendonck

Samenvatting ontwikkeling monitor sociaal domein Cranendonck Samenvatting ontwikkeling monitor sociaal domein Cranendonck 2016-2017 Inhoud Voorwoord... 3 Doelstellingen monitor sociaal domein... 3 Meetbare doelstellingen... 4 Rol van raad en college... 4 Visie,

Nadere informatie

ERVAREN WERKDRUK IN HET MBO

ERVAREN WERKDRUK IN HET MBO ERVAREN WERKDRUK IN HET MBO onderzoeksverslag Rozemarijn van Toly, Annemarie Groot, Andrea Klaeijsen en Patricia Brouwer 01 AANLEIDING ONDERZOEK Er is recent veel aandacht voor werkdruk onder docenten;

Nadere informatie

Advies van de begeleidingsgroep Definitieve versie 01/ 17 april Advies Pilot

Advies van de begeleidingsgroep Definitieve versie 01/ 17 april Advies Pilot Advies Pilot Inzake de effectiviteit en de inzetbaarheid van Citytrees als luchtkwaliteit in Amsterdam op basis van een uitgevoerde Pilot in de Valkenburgerstraat Opgesteld door de begeleidingsgroep van

Nadere informatie

Binnenstadsvisie Eindhoven

Binnenstadsvisie Eindhoven Binnenstadsvisie Eindhoven Raadscie. EM 20.09.16 Vera Gielen Gebiedsmanager Centrum @GielenVera Waarom visie Geeft richting voor ontwikkeling binnenstad om ervoor te zorgen dat we in 2025 de binnenstad

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

Glasvezel voor heel Helmond

Glasvezel voor heel Helmond Glasvezel voor heel Helmond Glasvezel grotendeels aanwezig, aangelegd door Breedband Helmond of KPN Aanleg glasvezel door gemeente 2019-2021 Supersnel, veilig en betaalbaar internet Klaar voor de toekomst

Nadere informatie

Aanvullende informatie over luchtkwaliteit en metingen

Aanvullende informatie over luchtkwaliteit en metingen Aanvullende informatie over luchtkwaliteit en metingen Wat doen gemeenten en GGD Amsterdam op het gebied van luchtkwaliteit? De GGD Amsterdam informeert en adviseert de inwoners en het bestuur van Amsterdam

Nadere informatie

Waar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol?

Waar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol? Hoe word ik beter in geschiedenis? Als je beter wilt worden in geschiedenis moet je weten wat er bij het vak geschiedenis van je wordt gevraagd, wat je bij een onderwerp precies moet kennen en kunnen.

Nadere informatie

QUICK SCAN PROGRAMMABEGROTING 2008 LEIDSCHENDAM-VOORBURG EN RIJSWIJK

QUICK SCAN PROGRAMMABEGROTING 2008 LEIDSCHENDAM-VOORBURG EN RIJSWIJK 1 (2007/28317) QUICK SCAN PROGRAMMABEGROTING 2008 LEIDSCHENDAM-VOORBURG EN RIJSWIJK 1. ONDERZOEKSVRAGEN 1. Kan de raad met de programmabegroting beoordelen of de voorgenomen beleidsmaatregelen doeltreffend

Nadere informatie

Stadsagenda Vlaardingen

Stadsagenda Vlaardingen Stadsagenda Vlaardingen In Vlaardingen is het prettig wonen Percentage dat het (zeer) eens is met de volgende stellingen: 51% stad voor jonge gezinnen Wat voor stad is Vlaardingen? groene stad 80% 60%

Nadere informatie

Met genoegen kondigen we de verkiezing van De Slimste Binnenstad van Nederland aan.

Met genoegen kondigen we de verkiezing van De Slimste Binnenstad van Nederland aan. Gemeente t.a.v. het College van Burgemeester en wethouders Datum: 24-2-2015 verkiezing@smartdatacity.org Aankondiging Slimste Binnenstad van Nederland Bijlage: Toelichting Geacht college, Met genoegen

Nadere informatie

Meten is weten én verbeteren!

Meten is weten én verbeteren! Meten is weten én verbeteren! Evolvr visualiseert het zorgproces binnen uw organisatie en meet de ervaringen van medewerkers en patiënten/cliënten. lees verder Van een momentopname naar continu meetproces

Nadere informatie

SCRIPTS: Mobiliteitsdiensten voor toekomst Beginnend in heden. Prof. Dr. Henk Meurs, Radboud Universiteit

SCRIPTS: Mobiliteitsdiensten voor toekomst Beginnend in heden. Prof. Dr. Henk Meurs, Radboud Universiteit SCRIPTS: Mobiliteitsdiensten voor toekomst Beginnend in heden Prof. Dr. Henk Meurs, Radboud Universiteit Innovaties in verkeer en vervoer SURF: Smart Urban Regions of the Future (SURF) - Vanuit onder meer:

Nadere informatie

Projectmanagement 2.0

Projectmanagement 2.0 Projectmanagement 2.0 Inleiding In ieder bedrijf waar in projecten wordt gewerkt liggen scopechanges op de loer. Zo ook bij het CrossOverteam Projectmanagement 2.0. De eerste dag van het project is gelijk

Nadere informatie

Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem

Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem Eind juli is de eerste ronde afgerond voor de besteding van het regionale Innovatiebudget Sociaal Domein. In deze ronde is niet het volledige beschikbare budget

Nadere informatie

1. Waarom is het een goed idee om als gemeenten samen op te trekken op het terrein van de uitvoering?

1. Waarom is het een goed idee om als gemeenten samen op te trekken op het terrein van de uitvoering? 1. Waarom is het een goed idee om als gemeenten samen op te trekken op het terrein van de uitvoering? 2. Waarom zijn standaard basisprocessen Meerdere redenen, de belangrijkste: - Juist door digitalisering

Nadere informatie

Informatie over de huidige en verwachte geluidsoverlast in Hoevelaken en Holkerveen, vooral langs de oostkant van de A28

Informatie over de huidige en verwachte geluidsoverlast in Hoevelaken en Holkerveen, vooral langs de oostkant van de A28 Informatie over de huidige en verwachte geluidsoverlast in Hoevelaken en Holkerveen, vooral langs de oostkant van de A28 Ligging van Hoevelaken, Het Hoevelakense Bos en Holkerveen Hoevelaken en Holkerveen

Nadere informatie

Slimme Leefomgeving Innovatiesessie GVAG

Slimme Leefomgeving Innovatiesessie GVAG Slimme Leefomgeving Innovatiesessie GVAG Rob Janssen Kennismaking en programma Projectmanager Data & Informatie rob.janssen@anteagroup.com Programma Innovaties Antea Group Ontwikkelingen / trends Slimme

Nadere informatie

smartops people analytics

smartops people analytics smartops people analytics Introductie De organisatie zoals we die kennen is aan het veranderen. Technologische ontwikkelingen en nieuwe mogelijkheden zorgen dat onze manier van werken verandert. Waar veel

Nadere informatie

2. Wat zijn per sector/doelgroep de algemene inzichten ten aanzien van de inhoud van de continuïteitsplannen?

2. Wat zijn per sector/doelgroep de algemene inzichten ten aanzien van de inhoud van de continuïteitsplannen? Samenvatting Aanleiding en onderzoeksvragen ICT en elektriciteit spelen een steeds grotere rol bij het dagelijks functioneren van de maatschappij. Het Ministerie van Veiligheid en Justitie (hierna: Ministerie

Nadere informatie

Toelichting op Schoonste Winkelgebied Verkiezing 2017

Toelichting op Schoonste Winkelgebied Verkiezing 2017 Toelichting op Schoonste Winkelgebied Verkiezing 2017 1. Doelstelling en doelgroep Doelstelling van de verkiezing Nederland Schoon organiseert de Schoonste Winkelgebied Verkiezing om de volgende redenen:

Nadere informatie

Onderzoek ontlasten Vlietbruggen. Onderzoeksresultaten. Adviesgroep 10 mei 2016

Onderzoek ontlasten Vlietbruggen. Onderzoeksresultaten. Adviesgroep 10 mei 2016 Onderzoek ontlasten Vlietbruggen Onderzoeksresultaten Adviesgroep 10 mei 2016 2 Algemene conclusies Verkeer Voertuigverliesuren ochtendspits Voertuigverliesuren avondspits 10000 9000 8000 7000 6000 5000

Nadere informatie

S A U S R R A O E. Naar lagere lokale emissies in de stadsregio Arnhem Nijmegen

S A U S R R A O E. Naar lagere lokale emissies in de stadsregio Arnhem Nijmegen S R L G S A H R R U T Y O U A E E D R A F O R A S Naar lagere lokale emissies in de stadsregio Arnhem Nijmegen Eolus Naar lagere lokale emissies in de stadsregio Arnhem Nijmegen Het programma Eolus beantwoordt

Nadere informatie

Hoofdstuk 16. Luchtkwaliteit

Hoofdstuk 16. Luchtkwaliteit Hoofdstuk 16. Luchtkwaliteit Samenvatting De laatste jaren komt steeds vaker de luchtkwaliteit in het nieuws, met name in stedelijk gebied. Bijna de helft van de Leidenaren maakt zich hier wel eens zorgen

Nadere informatie

Luchtkwaliteitmetingen in Alblasserdam. Jaarrapportage 2016

Luchtkwaliteitmetingen in Alblasserdam. Jaarrapportage 2016 Luchtkwaliteitmetingen in Alblasserdam Jaarrapportage 2016 Colofon Raad van Accreditatie De DCMR Milieudienst Rijnmond is door de Raad voor Accreditatie geaccrediteerd voor de NEN-EN-ISO/IEC 17025:2005

Nadere informatie

Provinciale weg N231; Verkeersintensiteit, geluid en luchtkwaliteit 1

Provinciale weg N231; Verkeersintensiteit, geluid en luchtkwaliteit 1 Provinciale weg N231 Verkeersintensiteit, geluid en luchtkwaliteit Afdeling Openbare Werken/VROM drs. M.P. Woerden ir. H.M. van de Wiel Januari 2006 Provinciale weg N231; Verkeersintensiteit, geluid en

Nadere informatie

Raadsvoorstel AGENDAPUNT NO. 9. Voorstel tot het vaststellen van de fietsbeleidsnota Fiets, een natuurlijke concurrent.

Raadsvoorstel AGENDAPUNT NO. 9. Voorstel tot het vaststellen van de fietsbeleidsnota Fiets, een natuurlijke concurrent. Raadsvoorstel Voorstel tot het vaststellen van de fietsbeleidsnota Fiets, een natuurlijke concurrent. AGENDAPUNT NO. 9. AAN DE RAAD Samenvatting Vanuit het ministerie van Infrastructuur en Milieu is met

Nadere informatie

Bijlage inhoudelijke reactie op maatregelen

Bijlage inhoudelijke reactie op maatregelen Bijlage inhoudelijke reactie op maatregelen Algemene punten ingebracht door bewoners Voor wat betreft het geluid kan de 68 dba max. nooit een jaargemiddelde zijn. Per 24 uur zou dit betekenen b.v. 's nachts

Nadere informatie

Toelichting bij de vragen uit de Veranderplanner. 1. Verkennen van het probleem

Toelichting bij de vragen uit de Veranderplanner. 1. Verkennen van het probleem Toelichting bij de vragen uit de Veranderplanner Bij iedere vraag uit de veranderplanner is hier een korte toelichting gegeven. Dit kan helpen bij het invullen van de vragen van de Veranderplanner. 1.

Nadere informatie

Aan Van Datum Ministerie van OCW Rebel

Aan Van Datum Ministerie van OCW Rebel Memo Onderwerp Verdieping voormalig gesubsidieerde Aan Van Datum Ministerie van OCW Rebel 4-6- 2015 Inleiding In dit memo wordt ingegaan op de effecten van bezuinigingen, waarbij we ons verdiepen in in

Nadere informatie

GEN Kasstromenmodel. Product beschrijving

GEN Kasstromenmodel. Product beschrijving GEN Kasstromenmodel Product beschrijving Inhoudsopgave 1. Introductie 2. GEN modellen 3. Kasstromenmodel 4. Uitkomsten kasstromenmodel 5. Bijlagen 1. Introductie - achtergrond Binnen GEN is er een kasstromenmodel

Nadere informatie

YES! GLOBAL ISSUES: CLDCO2

YES! GLOBAL ISSUES: CLDCO2 1/1/2013 CHRISTELIJK LYCEUM DELFT YES! GLOBAL ISSUES: CLDCO2 Wat is de luchtkwaliteit van onze school en voldoet deze aan de Europese norm? Door Alma van Oudheusden, Naomi Bartels en Mark Bemelmans Inhoud

Nadere informatie

Innovatie Lab Werkgroepen Energie en Fysieke Leefomgeving

Innovatie Lab Werkgroepen Energie en Fysieke Leefomgeving Innovatie Lab Werkgroepen Energie en Fysieke Verslag vanuit werkgroep Fysieke Observant - Amersfoort 5 oktober 2018 Deelnemers werkgroep Fysieke 10:15 11:15 Presentatie pitches Ronde 1 Ronde 2 11:15 12:00

Nadere informatie

Solar Highways. Zonne-geluidsschermen in Uden weren geluid én leveren groene stroom. Solar Highways. Daar krijgen wij energie van.

Solar Highways. Zonne-geluidsschermen in Uden weren geluid én leveren groene stroom. Solar Highways. Daar krijgen wij energie van. Solar Highways Zonne-geluidsschermen in Uden weren geluid én leveren groene stroom Solar Highways is een geluidsscherm dat verkeerslawaai tegenhoudt én energie opwekt. Minne de Jong SEAC Uden loopt voorop

Nadere informatie

Notitie ter ondersteuning van het debat over richtinggevende criteria locatie vestiging coffeeshop in Helmond

Notitie ter ondersteuning van het debat over richtinggevende criteria locatie vestiging coffeeshop in Helmond Notitie ter ondersteuning van het debat over richtinggevende criteria locatie vestiging coffeeshop in Helmond 1. Inleiding Coffeeshops zijn alcoholvrije horecagelegenheden waar handel in en gebruik van

Nadere informatie

Geluidsbelasting door windturbine Slikkerdijk

Geluidsbelasting door windturbine Slikkerdijk Samenvatting en conclusies In de maand december zijn gedurende vijftien dagen in het begin van de nacht metingen verricht naar het geluidsbelasting van de woonboerderij aan de Walingsweg 20 Wieringerwaard

Nadere informatie

Verkennend onderzoek beleving eetomgeving

Verkennend onderzoek beleving eetomgeving Verkennend onderzoek beleving eetomgeving Conceptbevindingen 16 december 2015 Inhoud sheets 1. Doel van de bijeenkomst 2. Onderzoeksvragen 3. Verdeling van geïnterviewde scholen 4. Beelden op basis van

Nadere informatie

Hoofdstuk 16. Luchtkwaliteit

Hoofdstuk 16. Luchtkwaliteit Hoofdstuk 16 Luchtkwaliteit Samenvatting De laatste jaren komt steeds vaker de luchtkwaliteit in het nieuws, met name in stedelijk gebied Bijna de helft van de Leidenaren maakt zich hier wel eens zorgen

Nadere informatie

trntrtrtr V td L O\'ERLASTMETINGEN IN DE GRAVII\TNESTEEG EN OMGEVING

trntrtrtr V td L O\'ERLASTMETINGEN IN DE GRAVII\TNESTEEG EN OMGEVING trntrtrtr V td L O\'ERLASTMETINGEN IN DE GRAVII\TNESTEEG EN OMGEVING : COLOFON St. INTRAVAL Postadres: Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl Kantoor Groningen: Kantoor Rotterdam: St. Jansstraat

Nadere informatie

Memo. In totaal worden er maximaal 110 woningen gerealiseerd. Dit kunnen zowel grondgebonden woningen zijn alsook gestapeld woningen.

Memo. In totaal worden er maximaal 110 woningen gerealiseerd. Dit kunnen zowel grondgebonden woningen zijn alsook gestapeld woningen. Memo aan: van: Gemeente Arnhem SAB datum: 18 maart 2015 betreft: Luchtkwaliteit Schuytgraaf Arnhem project: 150131 INLEIDING Het voornemen bestaat om veld 13 van de in aanbouw zijnde woonwijk Schuytgraaf

Nadere informatie

Introductie. De onderzoekscyclus; een gestructureerde aanpak die helpt bij het doen van onderzoek.

Introductie. De onderzoekscyclus; een gestructureerde aanpak die helpt bij het doen van onderzoek. Introductie Een onderzoeksactiviteit start vanuit een verwondering of verbazing. Je wilt iets begrijpen of weten en bent op zoek naar (nieuwe) kennis en/of antwoorden. Je gaat de context en content van

Nadere informatie

Folkert Buiter 2 oktober 2015

Folkert Buiter 2 oktober 2015 1 Nuchter kijken naar feiten en trends van aardbevingen in Groningen. Een versneld stijgende lijn van het aantal en de kracht van aardbevingen in Groningen. Hoe je ook naar de feitelijke metingen van de

Nadere informatie

Rapport Geluidsniveaumetingen bij Oosterpark

Rapport Geluidsniveaumetingen bij Oosterpark Rapport Geluidsniveaumetingen bij Oosterpark Update dd. 26 oktober 2018 (versie 2) Update dd. 19 november 2018 (versie 3 ; hoofdstuk 4 toegevoegd) 1. Inleiding In het kader van de discussie rond de bomenkap

Nadere informatie

PRACTICUM PROCESMANAGEMENT. Open inschrijving

PRACTICUM PROCESMANAGEMENT. Open inschrijving PRACTICUM PROCESMANAGEMENT Open inschrijving 1 ONTWIKKELEN VAN IDEEËN TOT DUURZAME UITKOMSTEN edereen stond achter het idee, en enthousiasme overheerste. Er gebeurt nu alleen niets meer. Hoe had ik dit

Nadere informatie

Visie Openbare Ruimte De huiskamer van a lle Amsterdammers. Samenvatting in beeld

Visie Openbare Ruimte De huiskamer van a lle Amsterdammers. Samenvatting in beeld Visie Openbare Ruimte 2025 De huiskamer van a lle Amsterdammers Samenvatting in beeld De huiskamer in historisch perspectief Toen Nu Straks In de visie worden ambities voor de Amsterdamse openbare ruimte

Nadere informatie

10 onmisbare vaardigheden voor. de ambtenaar van de toekomst. 10 vaardigheden. Netwerken. Presenteren. Argumenteren 10. Verbinden.

10 onmisbare vaardigheden voor. de ambtenaar van de toekomst. 10 vaardigheden. Netwerken. Presenteren. Argumenteren 10. Verbinden. 10 vaardigheden 3 Netwerken 7 Presenteren 1 Argumenteren 10 Verbinden Beïnvloeden 4 Onderhandelen Onderzoeken Oplossingen zoeken voor partijen wil betrekken bij het dat u over de juiste capaciteiten beschikt

Nadere informatie

1. Nota van antwoord. Eindstand 2055 reacties door 3036 personen/instanties.

1. Nota van antwoord. Eindstand 2055 reacties door 3036 personen/instanties. 1. Nota van antwoord Eindstand 2055 reacties door 3036 personen/instanties. Daarnaast zijn enkele petities/handtekeningenacties gevoerd: Petitie Voordorp 975 handtekeningen Petitie NMU meer dan 19.000

Nadere informatie

INLEIDING. Deelrapport Samenwerken voor Innovatie Innovatiemonitor Noord-Nederland Pagina 2 van 10

INLEIDING. Deelrapport Samenwerken voor Innovatie Innovatiemonitor Noord-Nederland Pagina 2 van 10 1 INLEIDING SAMENWERKINGSPROJECT NOORD-NEDERLANDSE INNOVATIEMONITOR Dit rapport is opgesteld in het kader van de Noord-Nederlandse Innovatiemonitor. De monitor is het resultaat van een strategische samenwerking

Nadere informatie

Terugkoppeling van de bewonersbijeenkomst over de Jongerenwoningen aan het Saturnusgeel van 7 juli 2015.

Terugkoppeling van de bewonersbijeenkomst over de Jongerenwoningen aan het Saturnusgeel van 7 juli 2015. Terugkoppeling van de bewonersbijeenkomst over de Jongerenwoningen aan het Saturnusgeel van 7 juli 2015. Er waren ongeveer 45 aanwezigen Mede aanwezig: medewerkers woningcorporatie De Goede Woning en de

Nadere informatie

WORKSHOP 1: RICHTING GEVEN

WORKSHOP 1: RICHTING GEVEN WORKSHOP 1: RICHTING GEVEN MVO Vlaanderen Naam van uw begeleider Agenda Voorstelling & toelichting Wat is duurzaamheid? Waarom deze stuurgroep? Start met de Sustatool! Waarden En nu? 1 Wie bent u? Voorstelling:

Nadere informatie

Instroom 1. Inclusie. Uitstroom. Doorstroom. Universiteit Utrecht 1

Instroom 1. Inclusie. Uitstroom. Doorstroom. Universiteit Utrecht 1 Instroom 1 4 Uitstroom 3 Inclusie 2 Doorstroom Universiteit Utrecht 1 Rapportage 2018 Prof. Dr. Naomi Ellemers Prof. Dr. Jojanneke van der Toorn Dr. Wiebren Jansen Inhoud Voorwoord 4 Algemeen 6 Hoe is

Nadere informatie

onderzoeksopzet handhaving

onderzoeksopzet handhaving onderzoeksopzet handhaving Rekenkamercommissie Onderzoeksopzet Handhaving rekenkamercommissie Oss 29 april 2009 1 Inhoudsopgave 1. AANLEIDING EN ACHTERGROND... 3 2. AFBAKENING... 4 3. DOELSTELLING EN ONDERZOEKSVRAGEN...

Nadere informatie

Een introductie van de IoT Game

Een introductie van de IoT Game INFORMATIEDOCUMENT Een introductie van de IoT Game Voeg met ons IoT Game waarde toe aan uw organisatie Axians Rivium Boulevard 41 2909 LK Capelle aan de IJssel Tel: +31 88 988 96 00 - www.axians.nl Bij

Nadere informatie

Laag Frequent Geluid, je zou er maar last van hebben.

Laag Frequent Geluid, je zou er maar last van hebben. Laag Frequent Geluid, je zou er maar last van hebben. In het begin is er niets, alles lijkt normaal.ik spreek in het jaar 2010, je woont in een rustige wijk en komt tot rust in je woning. Je besluit hier

Nadere informatie

Opzet burgergesprek Open Data NEXT

Opzet burgergesprek Open Data NEXT Opzet burgergesprek Open Data NEXT Datum: 26 02 2013 Inleiding De overheid heeft veel informatie, informatie die verzameld wordt om de taak van de overheid goed uit te kunnen voeren. Deze informatie wordt

Nadere informatie

Hoofdstuk 32. Luchtkwaliteit

Hoofdstuk 32. Luchtkwaliteit Hoofdstuk 32. Luchtkwaliteit Samenvatting De laatste jaren komt steeds vaker de luchtkwaliteit in het nieuws, vooral in stedelijk gebied. Bijna vier op de tien Leidenaren maakt zich hier wel eens zorgen

Nadere informatie

Palliatieve Zorg. Onderdeel: Kwalitatief onderzoek. Naam: Sanne Terpstra Studentennummer: 500646500 Klas: 2B2

Palliatieve Zorg. Onderdeel: Kwalitatief onderzoek. Naam: Sanne Terpstra Studentennummer: 500646500 Klas: 2B2 Palliatieve Zorg Onderdeel: Kwalitatief onderzoek Naam: Sanne Terpstra Studentennummer: 500646500 Klas: 2B2 Inhoudsopgave Inleiding Blz 2 Zoekstrategie Blz 3 Kwaliteitseisen van Cox et al, 2005 Blz 3 Kritisch

Nadere informatie

Een gezonde omgeving in Utrecht

Een gezonde omgeving in Utrecht Een gezonde omgeving in Gemeente en inwoners kunnen samen aan een gezonde leefomgeving bijdragen. Een gezonde leefomgeving is belangrijk om een gezonde leefstijl te bevorderen en risico s voor de gezondheid

Nadere informatie

Joost Wesseling, Annemarie van Alphen, Hester Volten, Edith van Putten RIVM, 21 Januari 2016

Joost Wesseling, Annemarie van Alphen, Hester Volten, Edith van Putten RIVM, 21 Januari 2016 1 Joost Wesseling, Annemarie van Alphen, Hester Volten, Edith van Putten RIVM, 21 Januari 2016 Inhoud Metingen nu. Context metingen door/voor burgers en steden. Sensoren: Echt goedkoop / NO2 / Stof / deeltjes

Nadere informatie

1 Inleiding. Verslag. HaskoningDHV Nederland B.V. Transport & Planning

1 Inleiding. Verslag. HaskoningDHV Nederland B.V. Transport & Planning Verslag In kader van: Ruimtelijke Visie Grootschalige Duurzame Energie Gemeente Heumen Datum: 30 november 2018 HaskoningDHV Nederland B.V. Transport & Planning Ons kenmerk: BG2639N004D01 Onderwerp: Verslag

Nadere informatie

De problematiek, de uitdagingen en veranderingsmogelijkheden in de (crisis)zorg in West-Brabant

De problematiek, de uitdagingen en veranderingsmogelijkheden in de (crisis)zorg in West-Brabant De problematiek, de uitdagingen en veranderingsmogelijkheden in de (crisis)zorg in West-Brabant 12 september, Maiju Jongeneel onderzoeker GGD West-Brabant Robuust, GGZ WNB, GGZ Breburg, IMW Breda en GGD

Nadere informatie

Registratie Data Verslaglegging

Registratie Data Verslaglegging Registratie Data Verslaglegging Registratie Controleren en corrigeren Carerix helpt organisaties in het proces van recruitment en detachering. De applicatie voorziet op een eenvoudige wijze in de registratie

Nadere informatie

Benchmark psychiatrie: preklinische setting

Benchmark psychiatrie: preklinische setting November 2015 Inleiding In 2012 is er vanuit de focusgroep acute psychiatrie Limburg besloten om een benchmark psychiatrie uit te voeren. Doelstelling was: de toegankelijkheid van het GGZ loket in beeld

Nadere informatie

Stand van zaken uitvoering motie West Wil Groene Buffer

Stand van zaken uitvoering motie West Wil Groene Buffer Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Stand van zaken uitvoering motie West Wil Groene Buffer Programma Duurzaamheid BW-nummer Portefeuillehouder H. Tiemens Samenvatting In 2012 is de motie West krijgt een

Nadere informatie

Hart voor Emmeloord. Verslag van stadscafé op 23 mei Eindrapportage. 24 mei 2017

Hart voor Emmeloord. Verslag van stadscafé op 23 mei Eindrapportage. 24 mei 2017 Hart voor Emmeloord Verslag van stadscafé op 23 mei 2017 Eindrapportage 24 mei 2017 Samenvatting en conclusie Inwoners van Emmeloord reageerden positief op het laatste ontwerp voor het stadshart dat in

Nadere informatie

EINDNOTA UTOPIA Versie 1.1 /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

EINDNOTA UTOPIA Versie 1.1 ///////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// Expertise Verkeer en Telematica Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 4 1000 BRUSSEL T 02 533 78 01 expertise.verkeer.telematica@vlaanderen.be EINDNOTA UTOPIA Versie 1.1 /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

Oproep: Actieprogramma klimaatadaptieve bouwprojecten in stedelijk gebied

Oproep: Actieprogramma klimaatadaptieve bouwprojecten in stedelijk gebied Oproep: Actieprogramma klimaatadaptieve bouwprojecten in stedelijk gebied Meld nu uw bouwproject aan voor het Actieprogramma klimaatadaptieve bouwprojecten in stedelijk gebied. Daarin bundelen overheden,

Nadere informatie