1.3 Geestelijke en lichamelijke gesteldheid

Transcriptie

1 .3 Geestelijke en lichamelijke gesteldheid Als je barst van de hoofdpijn, koorts hebt, down bent of je hondsmoe voelt, ben je een minder goede verkeersdeelnemer dan wanneer je fit bent. En ook bepaalde gevoelens, zoals boosheid of verdriet, kunnen je rijstijl beïnvloeden. Hetzelfde geldt wanneer je een auto bestuurt terwijl je zware medicijnen hebt geslikt, alcohol hebt gedronken of drugs hebt gebruikt. Geconcentreerd rijden Autorijden gaat het beste wanneer je niets anders doet. Dat betekent dus dat je beter geen zwaar gesprek kunt voeren met een passagier. Ook tegelijkertijd telefoneren kun je beter laten, zelfs handsfree. Doe ook geen andere dingen, zoals rommelen in het handschoenenkastje, je spiegels instellen, eten, een sigaret opsteken, of het bedienen van de navigatie. Al dit soort zaken leiden je aandacht af van het verkeer. Ook een vertrouwde route kan ervoor zorgen dat je concentratie vermindert, net als het rijden op lange, kaarsrechte wegen door een eentonig polderlandschap. Dit wordt ook wel polder-blindheid genoemd. Handsfree of niet; bellen is altijd risicovol. 2

2 Veilig autorijden Goede conditie Vermoeidheid is in 5 procent van de ongevallen de hoofdoorzaak van het ongeval. Vermoeidheid merk je aan zware oogleden, aanhoudend gapen, plotseling opschrikken, dubbel zien of zelfs even wegdutten. De verschijnselen gaan pas over na een stop om even te rusten. Ook een goede conditie is prettig bij het autorijden. Wanneer je regelmatig beweegt, gezond eet en zorgt dat je ontspannen en uitgerust bent, rijd je een stuk veiliger en prettiger. Als je een goede conditie hebt, rijd je veiliger. Ervaring Iedere bestuurder is anders. De ene is zelfverzekerd, de ander twijfelt vaak. Sommige bestuurders rijden roekeloos, anderen juist zeer voorzichtig. Wat voor bestuurder je ook bent, goed rijden leer je door rijervaring en zelfkennis. Dat laatste is heel belangrijk. Besef je wat je kunt, wat je goed doet en wat je nog beter zou kunnen doen? Leer je van je fouten? Dit zijn stuk voor stuk zinvolle vragen die je jezelf regelmatig moet stellen. Pas dan word je met elke kilometer die je rijdt een betere bestuurder. 22

3 Alcohol Rijden onder invloed van alcohol is verboden. Het verraderlijke van alcohol is, dat je jezelf gaat overschatten. Je denkt dat je beter rijdt, maar dat is juist niet zo! Alles holt achteruit: je gezichtsvermogen, de aanpassing van je ogen aan licht en donker, je gevoel voor afstand en snelheid, je concentratievermogen, je evenwicht en je reactiesnelheid. De toegestane hoeveelheid alcohol in het bloed bedraagt maximaal 0,5 promille. Bij een ademonderzoek is de toegestane grens van het alcohol gehalte maximaal 220 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht. Deze grens is al bereikt wanneer je, binnen één uur, twee glazen bier drinkt! Alcoholpercentage jonge bestuurder Voor zogenaamde beginnende bestuurders geldt een lagere limiet van 0,2 promille (88 microgram bij ademonderzoek). Je bent een beginnende bestuurder als: < je je eerste rijbewijs voor je 8e verjaardag hebt behaald en dat minder dan 7 jaar geleden is < je je eerste rijbewijs na je 8e verjaardag hebt behaald en dat minder dan 5 jaar geleden is Hoeveel alcohol bevat een glas bier, wijn of sterke drank Elk standaard glas bevat dezelfde hoeveelheid alcohol. Glasinhoud in ml: Bierglas 250 ml - Wijnglas 00 ml - Whiskyglas 35 ml Alcoholpercentage: Bier 5% - Wijn 2% - Whisky 35% Aantal ml alcohol: Bierglas 2,5 ml - Wijnglas 2 ml - Whiskyglas 2,25 ml 23

4 Veilig autorijden Het exacte effect van alcohol is moeilijk in te schatten. Van tevoren is niet precies te zeggen hoe hoog het alcoholgehalte in je bloed wordt en wat dat met je lichaam doet. Vaststaat dat alcohol extra sterk werkt bij kleine en lichte mensen, bij mensen die geen alcohol gewend zijn, wanneer je op een nuchtere maag drinkt of als je je niet goed voelt. Het lichaam breekt alcohol af met slechts 0, promille per uur. De afbraak van glas alcohol duurt al snel,5 uur. Dat kun je niet versnellen. Frisse lucht, zwarte koffie, een dutje doen: het helpt allemaal niets. Ga niet rijden als je gedronken hebt. Medicijnen Met bepaalde medicijnen loop je een verhoogd risico in het verkeer. Vooral kalmeringsmiddelen, slaappillen, pijnstillers, eetlustremmers, peppillen, verdovingsinjecties van de tandarts en middelen tegen allergieën, reisziekte of verkoudheid hebben vaak een negatieve invloed op de rijvaardigheid. Op de verpakking van verkeersgevaarlijke medicijnen staat een gele sticker met kunnen de rijvaardigheid beïnvloeden. Twijfel je, vraag het dan aan je arts of apotheker. Sommige medicijnen werken wel 48 uur, ook bij eenmalig gebruik. 24

5 Vraag of je medicijnen het rijden kunnen beïnvloeden. Drugs Drugs werken in op het centrale zenuwstelsel, beïnvloeden de lichamelijke en psychische gesteldheid en veranderen het gedrag. Het effect is vaak niet in te schatten, want van de ene op de andere keer kan hetzelfde middel verschillend uitwerken. Vaak is dit zelfs erger dan alcohol, omdat de afbraak in het lichaam veel trager gaat. Rijden onder invloed van drugs is levensgevaarlijk en valt onder crimineel gedrag. Dit is dus een misdrijf. Zero tolerance voor gecombineerd gebruik Als je alcohol en drugs combineert of als je verschillende soorten drugs door elkaar gebruik, worden de negatieve effecten extreem versterkt. Daarom is besloten op dit gecombineerd gebruik een zero tolerance beleid te gaan voeren: zelfs bij de allerkleinste hoeveelheden ben je in overtreding en wordt een straf opgelegd. Emoties Deelnemen aan het verkeer betekent niet alleen dat je je voertuig onder controle moet hebben. Het betekent ook dat je je emoties in de hand moet houden. Dit geldt zowel voor negatieve als voor positieve emoties. 25

6 Je kunt zo uitgelaten zijn, dat je vlinders in je buik krijgt en wel over de weg zou willen vliegen. Je kunt zo geërgerd zijn door het tergende gedrag van iemand voor je, dat je nekharen overeind gaan staan en je hem het liefst zou willen afstraffen. Deze gevoelens zijn menselijk, maar het is beter om je gezonde verstand te laten werken en zo je emoties onder controle te houden. Ook door stress kan je hectisch, nerveus, verstrooid en ongeconcentreerd worden. Zonder dat je er erg in hebt, kun je daardoor te hard gaan rijden en verkeerstekens, de remlichten van een voorganger, spelende kinderen of fietsers missen. Autorijden zonder stress is prettiger en veiliger. Emoties en stress beïnvloeden je concentratie. Andere weggebruikers Denk niet alleen aan jezelf in het verkeer. Er rijden heel wat mensen rond die van zichzelf vinden dat ze de ideale bestuurder zijn. Ze menen dat ze alles in de hand hebben en dat ze met hun voertuig alles kunnen. Maar wie zichzelf overschat kan een gevaar worden, zowel voor zichzelf als voor anderen. Houd dus rekening met je eigen beperkingen en wees alert op de beperkingen van je medeweggebruikers. 26

7 Ergernissen Soms gedragen andere weggebruikers zich zo irritant, dat je je groen en geel kunt ergeren. Maar daarmee schiet je niets op. Het gaat alleen maar ten koste van je concentratie. De oplossing: laat de ander maar begaan en kies voor je eigen veiligheid. Erger je niet, maar kies voor veiligheid.