TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2017 Nr. 30
|
|
- Tessa Vedder
- 4 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 33 (2016) Nr. 2 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2017 Nr. 30 A. TITEL Brede Economische en Handelsovereenkomst (CETA) tussen Canada, enerzijds, en de Europese Unie en haar lidstaten, anderzijds (met bijlagen, protocollen en voorbehouden); Brussel, 30 oktober 2016 Voor een overzicht van de verdragsgegevens, zie verdragsnummer in de Verdragenbank. E. PARTIJGEGEVENS Op 30 oktober 2016 hebben de Europese Unie, de lidstaten van de Europese Unie en Canada een gezamenlijk uitleggingsinstrument vastgesteld inzake de Brede Economische en Handelsovereenkomst (CETA) tussen Canada, enerzijds, en de Europese Unie en haar lidstaten, anderzijds, vastgelegd. De tekst van dit gezamenlijk uitleggingsinstrument luidt als volgt: Gezamenlijk uitleggingsinstrument betreffende de Brede Economische en Handelsovereenkomst (CETA) tussen Canada en de Europese Unie en haar lidstaten 1. Preambule a. De Europese Unie en haar lidstaten en Canada stellen bij de ondertekening van de Brede Economische en Handelsovereenkomst (CETA) het volgende gezamenlijk uitleggingsinstrument vast. b. De CETA geeft gestalte aan het gedeelde streven van Canada en de Europese Unie en haar lidstaten naar vrije, eerlijke handel in een dynamische, toekomstgerichte samenleving. Het betreft een moderne, vooruitstrevende handelsovereenkomst die mee zal zorgen voor een toename van de handel en de economische activiteit, en tegelijkertijd onze gedeelde waarden en opvattingen over de rol van de overheid in de samenleving zal bevorderen en beschermen. c. De CETA schept nieuwe mogelijkheden voor handel en investeringen voor Europeanen en Canadezen. Het eindresultaat belichaamt de kracht en de intensiteit van de betrekkingen tussen de EU en Canada, alsmede de fundamentele waarden die wij koesteren. Met name wensen wij te herinneren aan het volgende: integratie in de wereldeconomie is een bron van welvaart voor onze burgers; onze sterke gehechtheid aan vrije en eerlijke handel, die ten goede moet komen aan de breedste geledingen van onze samenlevingen; het hoofddoel van handel is het vergroten van het welzijn van de burgers, door werkgelegenheid te bevorderen en duurzame economische groei te creëren; Canada en de Europese Unie en haar lidstaten erkennen de betekenis van het recht op regulering in het algemeen belang, en hebben hieraan uitdrukking gegeven in de overeenkomst; economische activiteit moet plaatsvinden binnen een door de overheid opgesteld kader van duidelijke en transparante regelgeving. d. De Europese Unie en haar lidstaten en Canada zullen derhalve werk kunnen blijven maken van de legitieme doelen van het overheidsbeleid die hun democratische instellingen hebben gesteld, zoals volksgezondheid, sociale diensten, openbaar onderwijs, veiligheid, milieu, openbare zeden, bescherming van de persoonlijke levenssfeer en van gegevens en de bevordering en bescherming van culturele diversiteit. De CETA zal evenmin afbreuk doen aan onze respectieve normen en regelgeving in verband met voedselveiligheid, productveiligheid, consumentenbescherming, gezondheid, milieu- of arbeidsbescherming. Geïmporteerde goederen moeten blijven voldoen aan binnenlandse voorschriften, waaronder de wet- en Tractatenblad
2 regelgeving, net zoals dienstverleners en investeerders zich hieraan moeten blijven conformeren. De Europese Unie en haar lidstaten en Canada bevestigen de beloften tot voorzorg die zij met betrekking tot internationale overeenkomsten hebben gedaan. e. Deze interpretatieve verklaring biedt, in de zin van artikel 31 van het Verdrag van Wenen inzake het verdragenrecht, duidelijke en ondubbelzinnige toelichting bij hetgeen Canada en de Europese Unie en haar lidstaten zijn overeengekomen met betrekking tot een aantal CETA-bepalingen die het voorwerp waren van discussie en bezorgdheid bij het publiek en biedt een overeengekomen uitlegging daarvan. Daarbij gaat het met name over het effect van de CETA op het vermogen van overheden om te reguleren in het algemeen belang, alsmede over de bepalingen inzake investeringsbescherming en geschillenbeslechting, en over duurzame ontwikkeling, arbeidsrechten en milieubescherming. 2. Recht op regulering De CETA doet geen afbreuk aan het vermogen van de Europese Unie en haar lidstaten en Canada om hun eigen wet- en regelgeving ter regulering van de economische activiteit in het algemeen belang vast te stellen en ten uitvoer te leggen, of om legitieme doelen van het overheidsbeleid te verwezenlijken, zoals de bescherming en de bevordering van de volksgezondheid, sociale diensten, openbaar onderwijs, veiligheid, het milieu, openbare zeden, sociale of consumentenbescherming, bescherming van de persoonlijke levenssfeer en van gegevens en de bevordering en bescherming van culturele diversiteit. 3. Samenwerking op regelgevingsgebied De CETA biedt Canada en de Europese Unie en haar lidstaten een platform ter facilitering van samenwerking tussen hun regelgevende instanties, met als doel de kwaliteit van de regelgeving te verbeteren en de administratieve middelen efficiënter aan te wenden. Deze samenwerking zal vrijwillig zijn: regelgevende instanties kunnen op vrijwillige basis samenwerken, maar zijn niet verplicht om dat te doen of om gevolg te geven aan het resultaat van hun samenwerking. 4. Openbare diensten a. De Europese Unie en haar lidstaten en Canada bevestigen en erkennen het recht van overheden, op alle niveaus, om openbare diensten en diensten die zij openbaar achten, te verlenen en te ondersteunen, onder meer op het gebied van volksgezondheid en onderwijs, sociale diensten en huisvesting, en het winnen, zuiveren en distribueren van water. b. De CETA belet de overheden niet om de verlening van deze diensten te definiëren en te reguleren in het algemeen belang. De CETA verplicht de overheden er niet toe diensten te privatiseren en belet hen niet het scala van diensten dat zij aan het publiek aanbieden, te verruimen. c. De CETA belet de overheden niet publieke diensten te verlenen die voorheen door particuliere dienstverleners werden aangeboden, noch om diensten die de overheden hadden geprivatiseerd, opnieuw onder zeggenschap van de overheid te brengen. De CETA impliceert niet dat door het uitbesteden van een openbare dienst aan particuliere dienstverleners, deze dienst onherroepelijk deel uitmaakt van de commerciële sector. 5. Sociale zekerheid of sociale verzekering Canada en de Europese Unie en haar lidstaten kunnen de verlening van openbare diensten zoals sociale zekerheid en sociale verzekering reguleren in het algemeen belang. De Europese Unie en haar lidstaten en Canada bevestigen dat verplichte stelsels van sociale zekerheid en sociale verzekering zijn uitgesloten van de Overeenkomst uit hoofde van artikel 13.2, lid 5, of zijn vrijgesteld van de liberaliseringsverplichtingen van de Overeenkomst op grond van de voorbehouden die de Europese Unie en haar lidstaten en Canada hebben geformuleerd met betrekking tot sociale en gezondheidsdiensten. 6. Investeringsbescherming a. De CETA bevat moderne investeringsvoorschriften waardoor de overheden het recht behouden te reguleren in het algemeen belang, ook wanneer dergelijke regulering van invloed is op buitenlandse investeringen en waarbij wordt gezorgd voor een hoog niveau van investeringsbescherming en een eerlijke en transparante geschillenbeslechting. De CETA zal er niet toe leiden dat buitenlandse investeerders gunstiger worden behandeld dan binnenlandse. De CETA bevordert niet dat een beroep wordt gedaan op de door de overeenkomst ingevoerde regeling inzake het investeringsgerecht. In plaats daarvan kunnen investeerders de rechtsmiddelen aanwenden die hun voor de binnenlandse rechtbanken ter beschikking staan. b. De CETA verduidelijkt dat overheden hun wetgeving mogen wijzigen, ongeacht of hierdoor een investering of de winstverwachtingen van een investeerder ongunstig kunnen worden beïnvloed. Voorts maakt de CETA duidelijk dat een aan een investeerder verschuldigde compensatie zal worden gebaseerd op een objectieve vaststelling door het Gerecht, en niet groter zal zijn dan het door de investeerder geleden verlies. Tractatenblad
3 c. De CETA bevat duidelijk omschreven normen voor investeringsbescherming, onder meer met betrekking tot eerlijke en billijke behandeling en onteigening, alsmede duidelijke richtsnoeren over de manier waarop geschillenbeslechtingsrechtbanken deze normen dienen toe te passen. d. Op grond van de CETA moet een onderneming een reële economische band met de economieën van Canada of de Europese Unie hebben om profijt van de overeenkomst te trekken, en mogen lege of brievenbusondernemingen die door investeerders van andere landen in Canada of de Europese Unie zijn opgericht, geen vorderingen instellen tegen Canada of de Europese Unie en haar lidstaten. De Europese Unie en Canada verplichten zich ertoe de inhoud van de verplichting tot eerlijke en billijke behandeling regelmatig te evalueren, teneinde erop toe te zien dat deze verplichting strookt met hun intenties (mede zoals geformuleerd in deze verklaring) en niet ruimer wordt geïnterpreteerd dan zij hadden bedoeld. e. Om ervoor te zorgen dat de rechtbanken de opzet van de partijen als geformuleerd in de overeenkomst in alle omstandigheden eerbiedigen, omvat de CETA bepalingen die de partijen in staat stellen bindende interpretatienota s op te stellen. Canada en de Europese Unie en haar lidstaten zijn vastbesloten een beroep op deze bepalingen te doen om eventuele onjuiste interpretaties van de CETA door rechtbanken te voorkomen en te corrigeren. f. De CETA wijkt in beslissende mate af van de traditionele aanpak van beslechting van geschillen tussen investeerders en voorziet in onafhankelijke, onpartijdige en permanente tribunalen voor investeringen, geïnspireerd door de beginselen van de rechtsstelsels van de Europese Unie en haar lidstaten, en van Canada, alsook in internationale rechtbanken zoals het Internationale Hof van Justitie en het Europees Hof voor de rechten van de mens. Volgens de CETA zijn de leden hiervan personen die in aanmerking komen voor het bekleden van rechterlijke ambten in hun respectieve landen, en worden zij door de Europese Unie en Canada voor een vaste termijn benoemd. Zaken zullen worden gehoord door drie willekeurig gekozen leden van het Gerecht. Er gelden strikte ethische regels voor deze personen om hun onafhankelijkheid en onpartijdigheid, alsmede de afwezigheid van belangenconflicten en van vooringenomenheid of schijn van vooringenomenheid, te waarborgen. De Europese Unie en haar lidstaten en Canada komen overeen onmiddellijk van start te gaan met de verdere bespreking van een gedragscode met het oog op het waarborgen van de onpartijdigheid van de leden van de gerechten, van de methode en het niveau van hun bezoldiging en van de selectieprocedure waaraan zij zullen worden onderworpen. De gemeenschappelijke doelstelling bestaat erin de werkzaamheden vóór de inwerkingtreding van de CETA te voltooien. g. De CETA is de eerste overeenkomst die een beroepsmechanisme omvat, waardoor fouten kunnen worden rechtgezet en wordt gezorgd voor samenhang van de beslissingen van het Gerecht van eerste aanleg. h. Canada en de Europese Unie en haar lidstaten verplichten zich ertoe de werking van al deze investeringsvoorschriften te monitoren, eventuele gebreken die zich voordoen tijdig te verhelpen, en na te gaan hoe de werking ervan voortdurend kan worden verbeterd. i. Daarom betekent de CETA een belangrijke, radicale wijziging van de investerings- voorschriften en de geschillenbeslechting. Met deze overeenkomst wordt de basis gelegd voor een multilaterale inspanning om deze nieuwe aanpak van beslechting van investeringsgeschillen verder te ontwikkelen tot een multilateraal investeringsgerecht. De EU en Canada zullen voortvarend werken aan de oprichting van een multilateraal investeringshof. Het moet worden opgericht zodra een minimale kritische massa van deelnemers is bereikt, moet onmiddellijk in de plaats treden van de bilaterale systemen, zoals dat in de CETA, en moet volledig openstaan voor toetreding door elk land dat de aan het hof ten grondslag liggende beginselen onderschrijft. 7. Handel en duurzame ontwikkeling a. De CETA bevestigt andermaal het reeds lang bestaande engagement van Canada en de Europese Unie en haar lidstaten voor duurzame ontwikkeling, en is bedoeld om de bijdrage van de handel aan deze doelstelling te bevorderen. b. De CETA bevat derhalve ruime en bindende toezeggingen voor de bescherming van werknemersrechten en het milieu. Voor de Europese Unie en haar lidstaten en Canada is het de hoogste prioriteit ervoor te zorgen dat de CETA concrete resultaten op deze gebieden oplevert en aldus maximale voordelen biedt voor werknemers en voor het milieu. 8. Arbeidsbescherming a. De CETA verbindt Canada en de Europese Unie en haar lidstaten ertoe hun wetgeving en beleid te verbeteren met als doel een hoog niveau van arbeidsbescherming tot stand te brengen. De CETA bepaalt dat zij hun arbeidsrecht niet mogen versoepelen om de handel te stimuleren of investeringen aan te trekken, en in het geval van een schending van deze verbintenis kunnen de overheden deze schendingen verhelpen, ongeacht of deze een negatief effect hebben op investeringen of op de winstverwachtingen van investeerders. De CETA verandert niets aan de rechten van werknemers om over collectieve overeenkomsten te onderhandelen en deze te sluiten en de naleving ervan af te dwingen, noch aan hun rechten om collectieve actie te ondernemen. b. De CETA verbindt de Europese Unie en haar lidstaten en Canada ertoe de fundamentele verdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) te ratificeren en daadwerkelijk ten uitvoer te leggen. Canada heeft Tractatenblad
4 zeven fundamentele verdragen geratificeerd en heeft de procedure ingeleid voor de ratificatie van het resterende verdrag (Verdrag betreffende het recht zich te organiseren en collectief te onderhandelen, 1949 (C98)). c. De CETA schept tevens een kader voor Canada en de Europese Unie en haar lidstaten om samen te werken inzake handelsgerelateerde arbeidsvraagstukken van gemeenschappelijk belang, onder meer door de IAO hierbij te betrekken en een volgehouden dialoog met het maatschappelijk middenveld aan te gaan, teneinde ervoor te zorgen dat de CETA handel aanmoedigt op een manier die de werknemers ten goede komt en arbeidsbeschermings- maatregelen ondersteunt. 9. Milieubescherming a. De CETA verbindt de Europese Unie en haar lidstaten en Canada ertoe hoge milieu- beschermingsniveaus te bepalen en te bevorderen, en te streven naar een voortdurende verbetering van hun wetgeving en beleid ter zake alsmede van de onderliggende beschermingsniveaus. b. De CETA erkent uitdrukkelijk het recht van Canada en de Europese Unie en haar lidstaten om hun eigen milieuprioriteiten te stellen, hun eigen milieubeschermingsniveaus te bepalen en hun wetgeving en beleid ter zake dienovereenkomstig aan te nemen of te wijzigen, met inachtneming van hun internationale verplichtingen, onder meer die welke in multilaterale milieuovereenkomsten zijn vastgelegd. Tegelijkertijd zijn de Europese Unie en haar lidstaten en Canada in de CETA overeengekomen de niveaus van milieubescherming niet te verlagen om handel of investeringen aan te moedigen, en in geval van niet-naleving van deze verbintenis kunnen de overheden deze schendingen verhelpen, ongeacht of deze een negatief effect hebben op investeringen of winstverwachtingen van investeerders. c. De CETA bevat toezeggingen voor het duurzame beheer van bossen, visserij en aquacultuur. De overeenkomst bevat tevens toezeggingen met het oog op samenwerking inzake handelsgerelateerde milieuvraagstukken van gemeenschappelijk belang, zoals klimaatverandering, waarbij de uitvoering van de Overeenkomst van Parijs een belangrijke gedeelde verantwoordelijkheid voor de Europese Unie en haar lidstaten en Canada zal vormen. 10. Evaluatie en raadpleging van belanghebbenden a. Voor verbintenissen in verband met handel en duurzame ontwikkeling, handel en arbeid en handel en milieu gelden specifieke, bindende evaluatie- en toetsingsmechanismen. Canada en de Europese Unie en haar lidstaten zijn vastbesloten deze mechanismen daadwerkelijk te gebruiken gedurende het bestaan van de overeenkomst. Voorts verplichten de partijen zich ertoe deze bepalingen tijdig te evalueren, onder meer met het oog op de daadwerkelijke afdwingbaarheid van de CETA-bepalingen inzake handel en arbeid en inzake handel en milieu. b. Belanghebbenden, waaronder werkgevers, vakbonden, arbeids- en bedrijfsorganisaties en milieugroeperingen, dienen een belangrijke rol te spelen in de ondersteuning van de effectieve uitvoering van de CETA. De Europese Unie en haar lidstaten en Canada verplichten zich ertoe regelmatig het advies van de belanghebbenden in te winnen bij de beoordeling van de uitvoering van de CETA. Zij ondersteunen hun actieve betrokkenheid, onder meer door de oprichting van een CETA-forum voor het maatschappelijk middenveld. 11. Water De CETA zal Canada of de Europese Unie en haar lidstaten er niet toe verplichten het commerciële gebruik van water toe te staan indien zij dit niet wensen. De CETA doet geenszins afbreuk aan hun beslissingsvermogen inzake het gebruik en de bescherming van waterbronnen. Voorts belet de CETA niet dat een beslissing wordt teruggedraaid om het commerciële gebruik van water mogelijk te maken. 12. Overheidsopdrachten De CETA handhaaft de mogelijkheid voor aanbestedende entiteiten in de Europese Unie en haar lidstaten en Canada om, overeenkomstig hun respectieve wetgeving, bij de aanbesteding van overheidsopdrachten milieu-, sociale en arbeidsgerelateerde criteria, zoals de verplichting zich te houden aan en te voldoen aan collectieve overeenkomsten, in aanmerking te nemen. Canada en de Europese Unie en haar lidstaten zullen dergelijke criteria in hun aanbestedingen kunnen gebruiken op een manier die niet discriminerend is en geen onnodige belemmering voor de internationale handel vormt. Ook in het kader van de CETA zal dit zo blijven. 13. Voordelen voor kleine en middelgrote ondernemingen De CETA voorziet ook in voordelen voor kleine en middelgrote ondernemingen (kmo s), ten behoeve van personen voor wie de eisen van afnemers inzake de kosten een voortdurende uitdaging zijn. De CETA zal dit probleem oplossen door: het mogelijk te maken vrijwel alle geproduceerde goederen vrij van rechten uit te voeren; de afhandelingstermijnen aan de grens in te korten en het goederenverkeer goedkoper, sneller, voorspelbaarder en efficiënter te maken; de belemmeringen op het gebied van regelgeving aan te pakken, in Tractatenblad
5 het bijzonder via de mogelijkheid om producten binnen de EU te testen en te certificeren volgens de Canadese normen en omgekeerd; het verkeer van dienstverleners als contractuele dienstverleners, beoefenaars van een vrij beroep en zakelijke bezoekers voor een kort verblijf vergemakkelijken zodat kleine en middelgrote ondernemingen vlotter klanten kunnen ontmoeten en klantenservice kunnen aanbieden; de toegang tot overheids- opdrachten voor kmo s bij de centrale, regionale en lokale overheden sterk te verruimen. Kleine landbouwers zullen evenzeer baat hebben bij de toegang tot markten en betere verkoopmogelijk- heden, ook voor specifieke kwaliteitsproducten. 14. Preferenties voor de Aboriginals van Canada Canada heeft in de CETA uitzonderingsbepalingen ( carve-outs ) opgenomen om ervoor te zorgen dat het maatregelen kan aannemen ter vrijwaring van rechten van en preferenties voor de Aboriginals. Canada is vastbesloten actief overleg te plegen met de inheemse partners om erop toe te zien dat bij de uitvoering van de CETA aan hun belangen recht wordt gedaan. Uitgegeven de zeventiende februari De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. KOENDERS trb ISSN s-gravenhage 2017 Tractatenblad
Publicatieblad van de Europese Unie
14.1.2017 L 11/3 Gezamenlijk uitleggingsinstrument betreffende de Brede Economische en Handelsovereenkomst (CETA) tussen Canada en de Europese Unie en haar lidstaten 1. Preambule a) De Europese Unie en
Raad van de Europese Unie Brussel, 27 oktober 2016 (OR. en)
Conseil UE Raad van de Europese Unie Brussel, 27 oktober 2016 (OR. en) Interinstitutionele dossiers: 2016/0205 (NLE) 2016/0206 (NLE) 2016/0220 (NLE) 13541/16 LIMITE PUBLIC WTO 300 SERVICES 28 FDI 23 CDN
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 29.1.2015 COM(2015) 21 final 2015/0013 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, van het Verdrag van de Verenigde Naties
Raad van de Europese Unie Brussel, 19 oktober 2016 (OR. en, de)
Conseil UE Raad van de Europese Unie Brussel, 19 oktober 2016 (OR. en, de) Interinstitutionele dossiers: 2016/0206 (NLE) 2016/0220 (NLE) 2016/0205 (NLE) 13463/16 LIMITE PUBLIC WTO 294 SERVICES 26 FDI 22
Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE HOGE VERTEGENWOORDIGER VAN DE EUROPESE UNIE VOOR BUITENLANDSE ZAKEN EN VEILIGHEIDSBELEID Brussel, 13.4.2015 JOIN(2015) 10 final 2015/0073 (NLE) Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.6.2003 COM(2003) 348 definitief 2003/0127 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de lidstaten worden gemachtigd in het belang van de Europese
TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2016 Nr. 63
1 (2016) Nr. 2 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2016 Nr. 63 A. TITEL Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Franse Republiek betreffende
Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE HOGE VERTEGENWOORDIGER VAN DE UNIE VOOR BUITENLANDSE ZAKEN EN VEILIGHEIDSBELEID Brussel, 28.11.2016 JOIN(2016) 54 final 2016/0366 (NLE) Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 30.4.2015 COM(2015) 183 final 2015/0095 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, van de stabilisatie- en associatieovereenkomst
TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2016 Nr. 164
17 (2016) Nr. 2 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2016 Nr. 164 A. TITEL Protocol betreffende privileges en immuniteiten van het eengemaakt octrooigerecht; Brussel, 29 juni 2016
TRACTATENBLAD VAN HET. Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie; (met Bijlagen) Rome, 25 maart 1957
13 (1957) Nr. 21 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2011 Nr. 143 A. TITEL Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie; (met Bijlagen) Rome, 25 maart 1957 B. TEKST De Franse
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.12.2011 COM(2011) 911 definitief 2011/0447 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake de verklaring van aanvaarding door de lidstaten, in het belang van de Europese
de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie
Raad van de Europese Unie Brussel, 29 november 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0367 (NLE) 14996/16 VOORSTEL van: ingekomen: 28 november 2016 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: COASI 218 ASIE 88
Raad van de Europese Unie Brussel, 5 oktober 2016 (OR. en)
Raad van de Europese Unie Brussel, 5 oktober 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0220 (E) 10974/16 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: WTO 196 SERVICES 21 FDI 17 CDN 13 BESLUIT
ILO-VERKLARING BETREFFENDE DE FUNDAMENTELE PRINCIPES EN RECHTEN OP HET WERK
Toelichting In het onderstaande zijn de afzonderlijke elementen van het normatieve kader integraal opgenomen en worden ze nader toegelicht en beschreven. Daarbij wordt aandacht besteed aan de volgende
OVEREENKOMST TUSSEN. SECURITAS AB (publ) UNION NETWORK INTERNATIONAL DE ZWEEDSE UNIE VOOR TRANSPORTWERKERS (SWEDISH TRANSPORT WORKERS UNION) OVER
Gelieve er nota van te nemen dat dit een vertaling is van een origineel document in het Engels. OVEREENKOMST TUSSEN SECURITAS AB (publ) EN UNION NETWORK INTERNATIONAL EN DE ZWEEDSE UNIE VOOR TRANSPORTWERKERS
TRACTATENBLAD VAN HET. Verdrag betreffende de Europese Unie; (met Protocollen) Maastricht, 7 februari 1992
10 (1992) Nr. 13 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2012 Nr. 182 A. TITEL Verdrag betreffende de Europese Unie; (met Protocollen) Maastricht, 7 februari 1992 B. TEKST De Nederlandse
TRACTATENBLAD VAN HET
72 (2009) Nr. 2 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2010 Nr. 96 A. TITEL Aanvullend Protocol bij het Europees Handvest inzake lokale autonomie betreffende het recht op participatie
AANBEVELING VAN DE COMMISSIE. van 6.12.2012. over agressieve fiscale planning
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 6.12.2012 C(2012) 8806 final AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 6.12.2012 over agressieve fiscale planning NL NL AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 6.12.2012 over agressieve fiscale
Embargo tot de datum waarop deze toespraak wordt gehouden / toetsen aan deze datum
Bouwen aan de democratische veiligheid in Europa Ontwerptoespraak van de secretaris-generaal Brussel, woensdag 12 november 2014 Embargo tot de datum waarop deze toespraak wordt gehouden / toetsen aan deze
jurisprudentiële fundamenten meer dan veertig jaar geleden zijn gelegd 2, bevestigd en versterkt.
Discussienota van het Hof van Justitie van de Europese Unie over bepaalde aspecten van de toetreding van de Europese Unie tot het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 10.11.2011 COM(2011) 724 definitief 2011/0328 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van de Overeenkomst in de vorm van
TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1995 Nr. 176
42 (1995) Nr. 1 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1995 Nr. 176 A. TITEL Protocol betreffende de toetreding van de Republiek Oostenrijk tot het Akkoord tussen het Koninkrijk der
Tekst van de artikelen 33 tot en met 37 met toelichting
EUROPESE CONVENTIE SECRETARIAAT Brussel, 2 april 2003 (03.04) (OR. fr) CONV 650/03 NOTA van: aan: Betreft: het Praesidium de Conventie Het democratisch leven van de Unie Deel I van de Grondwet, Titel VI:
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESCHIKKING VAN DE
9317/17 pro/gra/sl 1 D 2A
Raad van de Europese Unie Brussel, 19 mei 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0190 (CNS) 9317/17 JUSTCIV 113 NOTA van: aan: het voorzitterschap nr. vorig doc.: WK 5263/17 Nr. Comdoc.: 10767/16
TRACTATENBLAD VAN HET
32 (2013) Nr. 2 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2014 Nr. 74 A. TITEL Protocol nr. 16 bij het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden; Straatsburg,
Datum 3 oktober 2017 Betreft Beantwoording vragen van het lid Hijink over de recente ontwikkelingen rondom CETA.
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Datum 3 oktober 2017 Betreft Beantwoording vragen
Raad van de Europese Unie Brussel, 10 maart 2015 (OR. en)
Raad van de Europese Unie Brussel, 10 maart 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2014/0258 (E) 6731/15 SOC 149 EMPL 76 MIGR 12 JAI 148 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.12.2011 COM(2011) 915 definitief 2011/0450 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake de verklaring van aanvaarding door de lidstaten, in het belang van de Europese
A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 21 maart
A D V I E S Nr. 2.028 ------------------------------ Zitting van dinsdag 21 maart 2017 ----------------------------------------------- Ratificatie van het verdrag nr. 131 van de IAO betreffende de vaststelling
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.7.2017 COM(2017) 374 final 2017/0156 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de Associatieraad
EUROPEES PARLEMENT Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken ONTWERPVERSLAG
EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken 20.1.2014 2014/2006(INI) ONTWERPVERSLAG over evaluatie van de rechtspleging met betrekking tot het strafrecht
COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 51 VAN 10 FEBRUARI 1992 BETREFFENDE OUTPLACEMENT
COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 51 VAN 10 FEBRUARI 1992 BETREFFENDE OUTPLACEMENT ------------------------ Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de
PARITAIRE PARLEMENTAIRE VERGADERING ACS- EU
PARITAIRE PARLEMENTAIRE VERGADERING ACS- EU Commissie politieke zaken 5.3.2009 AP/100.506/AM1-24 AMENDEMENTEN 1-24 Ontwerpverslag (AP/100.460) Co-rapporteurs: Ruth Magau (Zuid-Afrika) en Filip Kaczmarek
Verklaring van Zweden
Raad van de Europese Unie Brussel, 18 september 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2015/0028 (COD) 11505/15 ADD 1 CODEC 1120 ENV 522 AGRI 439 MI 527 COMER 114 PECHE 271 NOTA I/A-PUNT van: aan:
Hierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document.
Raad van de Europese Unie Brussel, 10 juni 2015 (OR. en) 10817/10 DCL 1 DERUBRICERING van document: d.d.: 8 juni 2010 nieuwe status: Betreft: ST 10817/10 Publiek FREMP 27 JAI 523 COHOM 153 COSCE 17 Besluit
12756/1/16 REV 1 pro/van/ev 1 DG C 1
Raad van de Europese Unie Brussel, 12 oktober 2016 (OR. en) 12756/1/16 REV 1 COTRA 21 CDN 17 NOTA I/A-PUNT van: aan: Betreft: het secretariaat-generaal van de Raad het Comité van permanente vertegenwoordigers/de
452 ( ) Nr juli 2015 ( ) ingediend op. Ontwerp van decreet
ingediend op 452 (2014-2015) Nr. 1 30 juli 2015 (2014-2015) Ontwerp van decreet houdende instemming met de Overeenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en IJsland, anderzijds, betreffende
Vaak gestelde vragen. over het Hof van Justitie van de Europese Unie
Vaak gestelde vragen over het Hof van Justitie van de Europese Unie WAAROM EEN HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE (HVJ-EU)? Om Europa op te bouwen hebben een aantal staten (thans 28) onderling verdragen
P5_TA(2002)0269. Toekomstige ontwikkeling van Europol
P5_TA(2002)0269 Toekomstige ontwikkeling van Europol Aanbeveling van het Europees Parlement aan de Raad over de toekomstige ontwikkeling van Europol en zijn volledige opneming in het institutioneel bestel
ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/2117(INI)
EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie juridische zaken 2.10.2013 2013/2117(INI) ONTWERPVERSLAG over het EU-scorebord voor justitie civiel en bestuursrecht in de lidstaten (2013/2117(INI)) Commissie juridische
TRACTATENBLAD VAN HET
23 (2008) Nr. 2 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2013 Nr. 147 A. TITEL Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds en
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 4.4.2017 COM(2017) 164 final 2017/0075 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van de bilaterale overeenkomst tussen de
TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2002 Nr. 112. Europees Verdrag inzake de erkenning van de rechtspersoonlijkheid
50 (1986) Nr. 2 1 ) TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2002 Nr. 112 A. TITEL Europees Verdrag inzake de erkenning van de rechtspersoonlijkheid van internationale niet-gouvernementele
De deontologische beperkingen op de reclame gelet op het voorstel voor een richtlijn over de evenredigheidstoets en de rechtspraak van het HvJ-EU
De deontologische beperkingen op de reclame gelet op het voorstel voor een richtlijn over de evenredigheidstoets en de rechtspraak van het HvJ-EU Paris Decembre 8th 2017 1 Voorstel richtlijn evenredigheid
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. Eerste evaluatie van het toepassingsgebied van de handhavingsverordening
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.7.2017 COM(2017) 373 final VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Eerste evaluatie van het toepassingsgebied van de handhavingsverordening NL NL VERSLAG
Boek I, titel 2 van het Wetboek van economisch recht Hoofdstuk 5. Definities eigen aan boek XIV:
Vrij beroep 1/ België Wet van 15 mei 2014 houdende invoeging van Boek XIV "Marktpraktijken en consumentenbescherming betreffende de beoefenaars van een vrij beroep" in het Wetboek van economisch recht
Raad van de Europese Unie Brussel, 24 november 2015 (OR. en)
Raad van de Europese Unie Brussel, 24 november 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2013/0177 (E) 13777/15 JUSTCIV 256 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD tot
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE
10.11.2015 L 293/15 GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE van 8 juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad met specifieke bepalingen
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/9 VAN DE COMMISSIE
L 3/41 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/9 VAN DE COMMISSIE van 5 januari 2016 betreffende het gezamenlijk indienen en het uitwisselen van gegevens overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het
TRACTATENBLAD VAN HET
66 (1991) Nr. 6 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2014 Nr. 39 A. TITEL Overeenkomst betreffende samenwerking en een douane-unie tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten,
VERTALING EUROPEES VERDRAG TOT BESCHERMING VAN HET ARCHEOLOGISCH PATRIMONIUM. De lidstaten van de Raad van Europa, de ondertekenaars van dit Verdrag.
VERTALING EUROPEES VERDRAG TOT BESCHERMING VAN HET ARCHEOLOGISCH PATRIMONIUM De lidstaten van de Raad van Europa, de ondertekenaars van dit Verdrag. Overwegende dat het doel van de Raad van Europa erin
Het Verdrag van Lissabon en het Hof van Justitie van de Europese Unie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen PERSCOMMUNIQUÉ nr. 104/09 Luxemburg, 30 november 2009 Pers en Voorlichting Het Verdrag van Lissabon en het Hof van Justitie van de Europese Unie Het Verdrag
GSC.TFUK. Raad van de Europese Unie Brussel, 7 januari 2019 (OR. en) XT 21106/18. Interinstitutioneel dossier: 2018/0426 (NLE) BXT 125
Raad van de Europese Unie Brussel, 7 januari 2019 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2018/0426 (E) XT 21106/18 BXT 125 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD betreffende
Beginselen voor de openbare dienst
Europese Ombudsman Beginselen voor de openbare dienst voor EU-ambtenaren 2012 NL Inleiding De vijf Beginselen voor de openbare dienst 1. Toewijding aan de Europese Unie en haar burgers 2. Integriteit 3.
BIJLAGEN. bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. Een nieuw EU-kader voor het versterken van de rechtsstaat
EUROPESE COMMISSIE Straatsburg, 11.3.2014 COM(2014) 158 final ANNEXES 1 to 2 BIJLAGEN bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Een nieuw EU-kader voor het versterken van
Richtlijn betreffende bescherming rechten op aanvullend pensioen
Richtlijn betreffende bescherming rechten op aanvullend pensioen Richtlijn 98/49/EG van de Raad van 29 juni 1998 betreffende de bescherming van de rechten op aanvullend pensioen van werknemers en zelfstandigen
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 15.9.2014 COM(2014) 576 final 2014/0265 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot ondertekening en voorlopige toepassing van de economische partnerschapsovereenkomst (EPO)
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap het Comité van permanente vertegenwoordigers Initiatief
TRACTATENBLAD VAN HET. Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie; (met Bijlagen) Rome, 25 maart 1957
13 (1957) Nr. 18 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2010 Nr. 40 A. TITEL 1) Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie; (met Bijlagen) Rome, 25 maart 1957 B. TEKST De Franse
Culturele hoofdsteden van Europa voor de periode 2020 tot Voorstel voor een besluit (COM(2016)0400 C8-0223/ /0186(COD))
7.6.2017 A8-0061/ 001-018 AMENDEMENTEN 001-018 ingediend door de Commissie cultuur en onderwijs Verslag Santiago Fisas Ayxelà Culturele hoofdsteden van Europa voor de periode 2020 tot 2033 A8-0061/2017
TRACTATENBLAD VAN HET
49 (1994) Nr. 7 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2015 Nr. A. TITEL Overeenkomst inzake Partnerschap en Samen waarbij een partnerschap tot stand wordt gebracht tussen de Europese
HET HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE
HET HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE Het Hof van Justitie van de Europese Unie is een van de zeven instellingen van de EU. Zij omvat twee rechtscolleges: het Hof van Justitie en het Gerecht. Het Hof
24.5.2008 Publicatieblad van de Europese Unie L 136/3 RICHTLIJNEN
24.5.2008 Publicatieblad van de Europese Unie L 136/3 RICHTLIJNEN RICHTLIJN 2008/52/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 21 mei 2008 betreffende bepaalde aspecten van bemiddeling/mediation in burgerlijke
Inleiding en algemeen
I Inleiding en algemeen 1 Inleiding en omschrijving aanbestedingsrecht Aanbestedingsrecht Het aanbestedingsrecht is enerzijds een onderdeel van het economisch ordeningsrecht, wat op zijn beurt valt onder
VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst)
L 203/2 VERORDENINGEN GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2018/1108 VAN DE COMMISSIE van 7 mei 2018 tot aanvulling van Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen
TRACTATENBLAD VAN HET
33 (1996) Nr. 7 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2010 Nr. 275 A. TITEL Euro-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.2.2016 COM(2016) 64 final 2016/0038 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting van de Economische Partnerschapsovereenkomst tussen de partnerstaten
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 419 Wijziging van de Wet op het notarisambt in verband met de uitbreiding van de nationaliteitseis voor benoeming tot notaris tot personen met
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 januari 2008 (OR. en) 15003/07 Interinstitutioneel dossier: 2004/0251 (COD) JUSTCIV 301 CODEC 1225
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 29 januari 2008 (OR. en) 15003/07 Interinstitutioneel dossier: 2004/0251 (COD) JUSTCIV 301 CODEC 1225 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: GEMEENSCHAPPELIJK
NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING
DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Goedkeuring en machtiging tot ondertekening van het Wijzigingsprotocol tot modernisering van het Verdrag
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 25.4.2007 COM(2007) 217 definitief 2007/0077 (CNS) Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot het
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 28.10.2016 COM(2016) 694 final 2016/0343 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake de sluiting, namens de Europese Unie, van een overeenkomst tot wijziging van de Overeenkomst
TRACTATENBLAD VAN HET. Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie; (met Bijlagen) Rome, 25 maart 1957
13 (1957) Nr. 20 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2011 Nr. 47 A. TITEL Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie; (met Bijlagen) Rome, 25 maart 1957 B. TEKST De Franse
Ethische Code van Compass Group
van Compass Group Versie 1.2 Compass Group & UN Global Compact Als wereldleider in onze branche moeten we de allerhoogste eisen stellen aan de kwaliteit van de diensten die we leveren en aan de professionele
TRACTATENBLAD VAN HET
34 (2007) Nr. 7 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2015 Nr. 4 A. TITEL Verdrag van Lissabon tot wijziging van het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting
BESLUIT (EU) 2017/935 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK
1.6.2017 L 141/21 BESLUIT (EU) 2017/935 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 16 november 2016 betreffende de delegatie van de bevoegdheid tot vaststelling van deskundigheids- en betrouwbaarheidsbesluiten
Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.12.2016 COM(2016) 798 final 2016/0399 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot aanpassing van een aantal rechtshandelingen op het gebied
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 maart 2005 (24.03) 6238/05 JUSTCIV 22
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 21 maart 2005 (24.03) 6238/05 JUSTCIV 22 INFORMATIEVE NOTA van: het secretariaat-generaal van de Raad aan: het Coreper/de Raad nr.vorig doc.: 11093/04 JUSTCIV 101 Betreft:
De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op procedures van voorafgaande machtiging
EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL ONDERNEMINGEN EN INDUSTRIE Leidraad 1 Brussel, 1.2.2010 - De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op procedures van voorafgaande machtiging
TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2015 Nr. 70
13 (2013) Nr. 2 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2015 Nr. 70 A. TITEL Euro-mediterrane luchtvaartovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de regering
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 23.6.2016 COM(2016) 413 final 2016/0192 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting van de overeenkomst tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Noorwegen
TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1971 Nr. 163
28 (1971) Nr. 1 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1971 Nr. 163 A. TITEL Protocol inzake het Statuut van de handelsvertegenwoordiging van de Unie van Socialistische Sowjet-Republieken
Publicatieblad van de Europese Unie. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN
25.2.2015 L 54/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/281 VAN DE COMMISSIE van 26 november 2014 tot vervanging van de bijlagen I en II van Verordening (EU) nr.
TRACTATENBLAD VAN HET. JAARGANG 1993 Nr. 51. Verdrag betreffende de Europese Unie, met Protocollen; Maastricht, 7februari 1992
10 (1992) Nr. 2 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1993 Nr. 51 A. TITEL Verdrag betreffende de Europese Unie, met Protocollen; Maastricht, 7februari 1992 B. TEKST De Nederlandse
Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 1.6.2012 COM(2012) 255 final Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot verlening van een machtiging om onderhandelingen te openen over aanpassing van de volgende overeenkomsten
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 5.8.2015 COM(2015) 390 final 2015/0170 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het Associatiecomité in zijn
12169/16 nuf/gar/ev 1 DG G 3A
Raad van de Europese Unie Brussel, 15 september 2016 (OR. en) 12169/16 COMPET 477 MI 570 IND 190 RECH 263 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap het Comité van permanente vertegenwoordigers/de Raad
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 mei 2008 (OR. en) 9196/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0048 (AVC) JUSTCIV 94 CH 28 ISL 15 N 18
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 27 mei 2008 (OR. en) 9196/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0048 (AVC) JUSTCIV 94 CH 28 ISL 15 N 18 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: ONTWERP-BESLUIT
ANNEX BIJLAGE. bij. voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 19.2.2018 COM(2018) 74 final ANNEX BIJLAGE bij voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting van de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 17.5.2019 COM(2019) 242 final 2019/0116 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in de Raad van Ministers in te nemen standpunt met
PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 9 juli 2004 (14.07) (OR. en) 11091/04 Interinstitutioneel dossier: 2004/001 (COD) LIMITE
Conseil UE RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 9 juli 2004 (4.07) (OR. en) PUBLIC 09/04 Interinstitutioneel dossier: 2004/00 (COD) LIMITE JUSTCIV 99 COMPET 3 SOC 337 CODEC 874 OTA van: het voorzitterschap
*** ONTWERPAANBEVELING
Europees Parlement 2014-2019 Commissie internationale handel 2016/0205(E) 31.10.2016 *** ONTWERPAANBEVELING over het ontwerp van besluit van de Raad betreffende de sluiting van de Brede Economische en
10667/16 oms/hh 1 DGG 2B
Raad van de Europese Unie Brussel, 27 juni 2016 (OR. en) 10667/16 RESULTAAT BESPREKINGEN van: aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties FSTR 35 FC 29 REGIO 42 SOC 434 AGRISTR 36 PECHE 243
A8-0312/5. Daniel Caspary Onderhandelingsmandaat voor de handelsbesprekingen met Nieuw-Zeeland 2017/2193(INI)
19.10.2017 A8-0312/5 5 Visum 7 bis (nieuw) gezien zijn standpunt in eerste lezing van 8 september 2015 over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende het klonen
15201/17 gar/oms/dp 1 DG D 2A
Raad van de Europese Unie Brussel, 30 november 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0359 (COD) 15201/17 NOTA van: aan: het voorzitterschap de Raad nr. vorig doc.: 9316/17 Nr. Comdoc.: 14875/16
TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1961 Nr. 143
30 (196!) Nr. 1 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1961 Nr. 143 A. TITEL Notawisseling tussen de Nederlandse Regering en de Commissie van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie
GEDRAGSCODE. voor de leveranciers en aannemers van Infrabel // 1
GEDRAGSCODE voor de leveranciers en aannemers van Infrabel // 1 VOORWOORD Als één van de belangrijkste spelers op het gebied van duurzame mobiliteit in België wil Infrabel een verantwoord aankoopbeleid