Printed in Korea Code No.:GH A Dutch. 05/2006. Rev World Wide Web

Transcriptie

1 * Sommige beschrijvingen in deze gebruiksaanwijzing kunnen iets afwijken van uw telefoon. Dit is afhankelijk van het land waar u de telefoon gekocht heeft, de geïnstalleerde software of uw serviceprovider. * Uw telefoon en de accessoires kunnen afwijken van de afbeeldingen in deze gebruiksaanwijzing. Dit is afhankelijk van het land waar u de telefoon gekocht heeft. * Drukfouten voorbehouden. World Wide Web Printed in Korea Code No.:GH A Dutch. 05/2006. Rev. 1.0

2 SGH-X650 Gebruiksaanwijzing

3 Belangrijke veiligheidsinformatie Het niet opvolgen van de volgende richtlijnen kan tot gevaarlijke situaties leiden en kan in strijd met de wet zijn. Verkeersveiligheid voor alles Gebruik de telefoon niet tijdens het rijden. Parkeer eerst de auto. Schakel de telefoon uit wanneer u gaat tanken. Gebruik de telefoon niet bij een tankstation of in de buurt van brandstoffen of chemicaliën. Uitschakelen in een vliegtuig Mobiele telefoons kunnen storingen in elektronische systemen veroorzaken. Het gebruik ervan in vliegtuigen is gevaarlijk en niet toegestaan. Schakel de telefoon uit als u zich in de nabijheid van medische apparatuur bevindt. In ziekenhuizen en andere zorginstellingen wordt vaak apparatuur gebruikt die gevoelig is voor externe radiosignalen. Houd u aan alle geldende regels of voorschriften. Storingen De werking van een mobiele telefoon kan worden verstoord door de radiosignalen van andere apparatuur.

4 Speciale voorschriften Houd u aan speciale voorschriften en zet de telefoon uit op plaatsen waar het gebruik van de telefoon niet is toegestaan of gevaar of storingen kan opleveren. Waterbestendigheid De telefoon is niet waterbestendig. Zorg ervoor dat de telefoon droog blijft. Stand van de telefoon Gebruik de telefoon alleen in de normale stand (tegen uw oor). Vermijd onnodig contact met de antenne als de telefoon is ingeschakeld. Alarmnummer bellen Toets het alarmnummer in (112 of een ander officieel alarmnummer) en druk op de toets. De telefoon buiten het bereik van kleine kinderen houden Houd de telefoon en alle bijbehorende onderdelen en accessoires buiten het bereik van kleine kinderen. Accessoires en batterijen Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen en accessoires, zoals headsets en datakabels voor de pc. Het gebruik van niet-goedgekeurde accessoires kan de telefoon beschadigen en kan gevaarlijk zijn. De telefoon kan ontploffen als u de batterij vervangt door een batterij van een onjuist type. Gooi oude batterijen weg volgens de richtlijnen die in uw gemeente gelden. Langdurige blootstelling aan een hoog volume van een headset kan tot schade aan het gehoor leiden. Deskundige technische service Laat het onderhoud van de telefoon altijd over aan gekwalificeerde technici. Zie "Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid" op pagina 77 voor meer informatie over veiligheid. Belangrijke veiligheids-informatie 1

5 2 Over deze gebruiksaanwijzing In deze gebruiksaanwijzing wordt op een beknopte manier uitgelegd hoe u de telefoon dient te gebruiken. Raadpleeg "Aan de slag" en "Andere functies van de telefoon gebruiken" als u de basisfuncties van uw telefoon snel onder de knie wilt krijgen. In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende pictogrammen gebruikt: Deze informatie heeft betrekking op de veiligheid of de functies van de telefoon. Neem deze informatie zorgvuldig door. Op de pagina waarnaar wordt verwezen, vindt u meer informatie. U moet op de navigatietoetsen drukken om naar de betreffende optie te gaan, en deze vervolgens selecteren. [ ] Een toets op de telefoon. Voorbeeld: [ ] < > Een functietoets, waarvan de functie in het scherm van de telefoon wordt weergegeven. Voorbeeld: <Menu> Camera U kunt de cameramodule op uw telefoon gebruiken om een foto te nemen. Speciale functies op uw telefoon Infrarood Via de infraroodpoort kunt u afbeeldingen, geluiden en andere persoonlijke gegevens verzenden en ontvangen. Webbrowser U kunt draadloos verbinding maken met internet zodat u de meest actuele informatie en allerlei mediacontent kunt ophalen.

6 Telefoonlijst Privé-, zakelijke en mobiele telefoonnummers van uw contacten opslaan. Visitekaartje U kunt visitekaartjes maken met uw telefoonnummer en uw profiel. Met dit elektronische visitekaartje kunt u uzelf aan anderen voorstellen. MMS (Multimedia Message Service) U kunt MMS-berichten met een combinatie van tekst, afbeeldingen en geluid verzenden en ontvangen. FM-radio U kunt naar uw favoriete FMradiostations luisteren, waar en wanneer u maar wilt. Java-games U kunt geïntegreerde Java -games spelen en nieuwe games downloaden. Agenda Hiermee kunt u uw dagelijkse, wekelijkse en maandelijkse afspraken bijhouden. Spraakrecorder U kunt memo's of geluidsfragmenten opnemen. Alarm U kunt uw telefoon gebruiken als een wekker die u 's morgens wakker maakt of u aan iets belangrijks herinnert. Speciale functies op uw telefoon 3

7 4 Inhoud Uitpakken 6 Overzicht van de onderdelen De telefoon 6 Toetsen, functies en locaties Aan de slag 7 De eerste stappen bij de bediening van de telefoon De telefoon gebruiksklaar maken... 7 De telefoon aan- en uitzetten... 8 Toetsen en display... 9 Toegang tot menufuncties De instellingen aanpassen Zelf bellen en oproepen beantwoorden Andere functies van de telefoon gebruiken 15 Aan de slag met de camera, het web en andere speciale functies De camera gebruiken Luisteren naar FM-radio Surfen op internet De telefoonlijst gebruiken Berichten verzenden Berichten bekijken Infraroodpoort gebruiken Uw agenda beheren Tekst ingeven 23 ABC-stand, T9-stand, Cijferstand en Symboolstand Telefoneren 26 Geavanceerde belfuncties Menuopties 31 Een overzicht van alle menuopties Problemen oplossen 74 Hulp bij problemen Informatie met betrekking tot gezondheid en veiligheid 77 Index 85

8 Overzicht van de menuopties Druk in de standby-stand op <Menu> om de menustand te activeren. 1 SIM-AT MENU p Oproepenlijst p Gemiste oproepen 2 Ontvangen oproepen 3 Uitgaande oproepen 4 Alles wissen 5 Gespreksduur 6 Gesprekskosten* p. 36 p. 36 p. 36 p. 36 p. 37 p Netwerkdiensten p Oproepen p. 38 doorschakelen 2 Oproepen blokkeren p Wisselgesprek p Netwerk kiezen p Nummerweergave p Bandkeuze p Actieve lijn* p Geluidsinstellingen p Inkomende oproepen 2 Berichten 3 Toon bij in-/ uitschakelen 4 Verbindingstoon 5 Toetstoon p. 40 p. 41 p. 41 p. 41 p Geluidsinstellingen (vervolg) 6 Minutenteller 7 Stille stand 8 Waarschuwing tijdens oproep p. 40 p. 41 p. 41 p Berichten p SMS-berichten 2 MMS-berichten 3 Serverberichten 4 Standaardberichten 5 Voic 6 Infoberichten 7 Instellingen 8 Geheugenstatus p. 42 p. 44 p. 47 p. 48 p. 48 p. 48 p. 49 p Funbox p WAP 2 Mediabox 3 Java/Games 4 FM-radio p. 52 p. 55 p. 57 p Agenda p Nieuwe notitie 2 Agenda 3 Takenlijst p. 60 p. 60 p Agenda (vervolg) p Klok 5 Alarm 6 Spraakrecorder 7 Calculator 8 Omrekenen 9 Timer 10 Stopwatch p. 62 p. 63 p. 64 p. 65 p. 65 p. 66 p Camera p Foto maken 2 Mijn foto's 3 Mijn albums 4 Alles wissen 5 Instellingen 6 Geheugenstatus p. 67 p. 69 p. 69 p. 69 p. 69 p Telefooninstellingen p Display 2 Welkomtekst 3 Taal 4 Beveiliging 5 Autom. herhalen 6 Helderheid stem p. 70 p. 71 p. 71 p. 72 p. 73 p Telefooninstellingen p. 70 (vervolg) 7 Elke toets antwoorden 8 Klepje actief 9 Toets op zijkant 10 Infrarood activeren 11 Instellingen terugzetten Druk in de standby-stand op <T.Lijst>. Telefoonlijst p Naam zoeken 2 Nummer toevoegen 3 Snelkeuzelijst 4 Alles naar telefoon kopiëren 5 Alles wissen 6 Eigen nummer 7 Groep instellen 8 Geheugenstatus 9 Servicenummers * p. 73 p. 73 p. 73 p. 74 p. 74 p. 31 p. 32 p. 33 p. 34 p. 34 p. 34 p. 34 p. 35 p. 35 * Deze optie wordt alleen weergegeven als deze door de SIM-kaart wordt ondersteund. 5

9 Uitpakken Overzicht van de onderdelen De telefoon Toetsen, functies en locaties Luidspreker Cameralens Cameratoets Telefoon Reisadapter Display Standby-lampje Infraroodpoort Batterij Gebruiksaanwijzing Bij de lokale Samsung-dealer kunt u diverse accessoires kopen. De onderdelen die bij de telefoon worden meegeleverd en de accessoires die verkrijgbaar zijn bij de Samsung-dealer kunnen per land en per provider verschillen. Webtoegangstoets/ bevestigingstoets Aansluitpunt headset Linkerfunctietoets Nummerkeuzetoets Volumetoetsen Alfanumerieke toetsen Toetsen voor speciale functies Navigatietoetsen (Omhoog/ Omlaag/Links/Rechts) Rechterfunctietoets Toon bij in-/uitschakelen/ Menu afsluiten Toets voor annuleren/ wissen Microfoon 6

10 Aan de slag De eerste stappen bij de bediening van de telefoon Informatie over de SIM-kaart Als u bij een provider een abonnement afsluit, ontvangt u een SIM-kaart (Subscriber Identity Module). Hierop zijn uw abonnementsgegevens (PINcode, beschikbare extra diensten en dergelijke) opgeslagen. De telefoon gebruiksklaar maken Verwijder de batterij. Plaats de SIM-kaart. Plaats de batterij terug. Sluit de reisadapter aan op de telefoon. Steek het netsnoer van de adapter in een gewoon stopcontact. Zodra de telefoon volledig is opgeladen (het batterijsymbool knippert niet meer) haalt u de stekker uit het stopcontact. Als de telefoon al aan staat, moet u deze eerst uitschakelen door [ ] ingedrukt te houden. Zorg dat de goudkleurige contactpunten op de kaart naar beneden zijn gericht. 7

11 Aan de slag Haal de adapter uit de telefoon. De telefoon aan- en uitzetten De telefoon aanzetten 1. Open de telefoon. Batterijsymbool Als de batterij bijna leeg is: hoort u een waarschuwingstoon, wordt een melding weergegeven dat de batterij bijna leeg is en knippert het batterijsymbool. Als de batterij zo zwak is dat de telefoon niet meer gebruikt kan worden, wordt het toestel automatisch uitgeschakeld. In dat geval moet u de batterij weer opladen. Zet de telefoon niet aan op plaatsen waar het gebruik van mobiele telefoons verboden is. De telefoon uitzetten 2. Houd [ ] ingedrukt om de telefoon aan te zetten. 3. Geef indien nodig de PIN-code in en druk op <OK>. 1. Open de telefoon. 2. Houd [ ] ingedrukt. 8

12 Toetsen en display Toetsen De functie uitvoeren die op de onderste regel van het display wordt aangegeven. In de standby-stand rechtstreeks de volgende menu's openen: Omhoog: Camera Omlaag: FM-radio Links: Nieuw in SMS-berichten Rechts: Agenda In de menustand: door menuopties bladeren. In de standby-stand: de webbrowser starten. Bellen of oproepen beantwoorden. In de standby-stand: de recent gebelde nummers weergeven of de nummers van ontvangen of gemiste oproepen. Tekens in het display wissen. In de menustand: teruggaan naar het vorige menuniveau. In de standby-stand: ingedrukt houden om het menu Nieuwe notitie te openen. Ingedrukt houden om de telefoon aan en uit te zetten. Een oproep beëindigen. In de menustand: invoer annuleren en teruggaan naar de standby-stand. Aan de slag 9

13 Aan de slag Cijfers, letters en enkele speciale tekens ingeven. In de standby-stand: [1] ingedrukt houden om verbinding te maken met de voic server. Houd [0] ingedrukt als u een internationale toegangscode wilt ingeven. Display Indeling Symbolen Hier worden diverse symbolen weergegeven. Tekst en afbeeldingen Hier worden berichten, instructies en ingevoerde gegevens weergegeven. Speciale tekens ingeven. In de standby-stand: [ ] ingedrukt houden om de stille stand in of uit te schakelen. Houd [ ] ingedrukt om een pauze tussen nummers in te voeren. Het volume van de telefoon regelen. In de standby-stand met de telefoon open: het toetstoonvolume aanpassen. In de standby-stand: ingedrukt houden om de camera aan te zetten. In de fotostand: een foto nemen. Symbolen Menu T.Lijst Functietoetsindicatoren Hier ziet u de huidige functie die aan de toets is toegewezen. Sterkte ontvangstsignaal In gesprek Buiten bereik van uw servicegebied; u kunt geen oproepen verzenden of ontvangen GPRS-netwerk 10

14 Thuiszone, als u zich hebt aangemeld voor de betreffende dienst Kantoorzone, als u zich hebt aangemeld voor de betreffende dienst Nieuw SMS-bericht Nieuw MMS-bericht Nieuw voic bericht Alarm ingesteld p. 63 Doorschakelfunctie actief p. 38 Infraroodpoort actief p. 74 Ingesteld op trilstand p. 40 Stille stand p. 41 Batterijsterkte Toegang tot menufuncties Functietoetsen De functie van een functietoets hangt af van de context waarin deze wordt gebruikt. Onderin het display ziet u welke functie de toets op dat moment vervult. Kies Druk op de linkerfunctietoets om de gemarkeerde optie te selecteren. Druk op de rechterfunctietoets om terug te gaan naar het vorige menuniveau. Aan de slag 11

15 Aan de slag Een optie selecteren 1. Druk op de desbetreffende functietoets. 2. Druk op de navigatietoetsen om naar de vorige of volgende optie te gaan. 3. Druk op <Kies> of op [ ] om de weergegeven functie of de gemarkeerde optie te bevestigen. 4. Gebruik voor het afsluiten een van de volgende methoden: Druk op < > of op [C] om één niveau omhoog te gaan. Druk op [ ] om terug te gaan naar de standbystand. Sneltoetsen gebruiken Druk op de cijfertoets die overeenkomt met de gewenste optie. Voor de indexnummers 10 en 11 drukt u op [0], respectievelijk [ ]. De instellingen aanpassen Displaytaal Belmelodie 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Telefooninstellingen Taal Taal display. 2. Selecteer een taal. 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Geluidsinstillingen Inkomende oproepen. 12

16 Achtergrond standby-stand 2. Selecteer een beltooncategorie, Standaard melodieën of Mijn melodieën. 3. Selecteer een beltoon. U kunt op het display een achtergrond voor de standby-stand instellen. 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en kies Telefooninstellingen Display Achtergrond. 2. Selecteer een afbeeldingscategorie, Standaard achtergronden, Foto's of Afbeeldingen. Kleurpatroon menu s Stille stand U kunt de kleur van de displayonderdelen, zoals de titelbalk en de markeringsbalk, aanpassen. 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en kies Telefooninstellingen Display Kleur. 2. Selecteer een kleurpatroon. U kunt de telefoon in de stille stand zetten zodat u anderen niet stoort met de geluiden van uw telefoon. Houd [ ] ingedrukt in de standbystand. Aan de slag 3. Selecteer een afbeelding. 13

17 Aan de slag 14 Telefoon vergrendelen U kunt de telefoon met een wachtwoord beveiligen tegen ongeoorloofd gebruik. Bij het aanzetten van de telefoon wordt u dan om het wachtwoord gevraagd. 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Telefooninstellingen Beveiliging Wachtwoord wijzigen. 2. Geef het standaardwachtwoord in en druk op <OK>. 3. Geef een nieuw wachtwoord van vier tot acht cijfers in en druk op <OK>. 4. Geef het nieuwe wachtwoord nogmaals in en druk op <OK>. 5. Selecteer Telefoonblokkering. 6. Selecteer Aanzetten. 7. Geef het wachtwoord in en druk op <OK>. Zelf bellen en oproepen beantwoorden Een oproep tot stand brengen Een oproep beantwoorden Het volume aanpassen tijdens een gesprek 1. Geef een netnummer en abonneenummer in. 2. Druk op [ ]. 3. Druk op [ ] om de oproep te beëindigen. 1. Druk wanneer de telefoon overgaat op [ ]. 2. Druk op [ ] om de oproep te beëindigen. Druk op [ / ].

18 Andere functies van de telefoon gebruiken Aan de slag met de camera, het web en andere speciale functies De camera gebruiken 1. Houd in de standby-stand Een foto nemen [Omhoog] of [ ] ingedrukt om de camera aan te zetten. 2. Richt de lens op het onderwerp en pas het beeld naar wens aan. 3. Druk op [ ], de linkerfunctietoets of [ ] om een foto te nemen. De foto wordt automatisch opgeslagen. 4. Druk op [C] als u nog een foto wilt nemen. Een foto bekijken Luisteren naar FM-radio Naar de radio luisteren 1. Druk in de standby-stand op [Omhoog] en kies Mijn foto's. 2. Selecteer de gewenste foto. 1. Sluit de connector van de meegeleverde headset aan op het aansluitpunt aan de linkerkant van de telefoon. 2. Druk in de standby-stand op [Omlaag]. 3. Druk op <Opties> en selecteer Radio aan. 4. Druk op [Links] of [Rechts] om naar beschikbare radiostations te zoeken. 5. Als u de radio wilt uitschakelen, verwijdert u de headset uit de telefoon. 15

19 16 Andere functies van de telefoon gebruiken Een radiostation opslaan 1. Sluit de connector van de meegeleverde headset aan op het aansluitpunt aan de linkerkant van de telefoon. 2. Druk in het scherm van de FM-radio op <Opties> en kies Radio aan. 3. Blader naar een lege locatie. 4. Druk op [Links] of [Rechts] om naar het gewenste radiostation te gaan. 5. Druk op <Opties> en selecteer Toevoegen. 6. Geef de naam van het radiostation in en druk op <OK>. 7. Druk op <OK> als de frequentie voor het geselecteerde radiostation wordt weergegeven. Surfen op internet Met de ingebouwde webbrowser kunt u draadloos op internet surfen en kunt u een groot aantal verschillende actuele diensten en informatie opvragen en materiaal van websites downloaden. De browser starten Navigeren op internet Druk in de standby-stand op [ ]. Druk op [Omhoog] of [Omlaag] om door de browseritems te bladeren. Als u een item wilt selecteren, drukt u op < >. Als u terug wilt gaan naar de vorige pagina, drukt u op <Terug> of op [C]. Druk op [ ] of selecteer bovenaan in het scherm om opties te gebruiken.

20 De telefoonlijst gebruiken Een contactpersoon toevoegen In het telefoongeheugen: 1. Toets in de standby-stand een telefoonnummer in en druk op <Opslaan>. 2. Selecteer Telefoon een type nummer. 3. Geef een naam in en druk op <OK> om de contactpersoon op te slaan. 4. Als u aanvullende informatie wilt opslaan, drukt u op <Opties> en selecteert u Nummer wijzigen. Druk op <Wijzig> of druk in elk veld op <Opties>. 5. Geef een nummer of een e- mailadres in, of selecteer een beltoon of afbeelding voor nummerweergave. 6. Druk op <OK> of op <Kies>. Op de SIM-kaart: 1. Toets in de standby-stand een telefoonnummer in en druk op <Opslaan>. 2. Selecteer SIM. 3. Geef een naam in en druk op <OK>. 4. Wijzig zo nodig een locatienummer. 5. Druk op <OK> om de contactpersoon op te slaan. Andere functies van de telefoon gebruiken 17

21 Andere functies van de telefoon gebruiken Contactpersonen zoeken Berichten verzenden Een tekstbericht (SMS) verzenden 1. Druk in de standby-stand op <T.Lijst> en selecteer Naam zoeken. 2. Toets de beginletters van de gewenste naam in. 3. Selecteer een item. 4. Blader naar een nummer en druk op [ ] om het nummer te kiezen. 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en kies Berichten SMS-berichten Nieuw. 2. Geef de berichttekst in. 3. Druk op [ ]. Een multimediabericht (MMS) verzenden 4. Geef bestemmingsnummers in en druk op <OK>. 5. Druk op <Verzend> om het bericht te verzenden. 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Berichten MMS-berichten Nieuw. 2. Selecteer Onderwerp. 3. Geef het onderwerp van het bericht in en druk op <OK>. 4. Kies Afbeelding en voeg een afbeeldingsbestand toe. 5. Kies Melodie en voeg een geluidsbestand toe. 18

22 6. Kies Bericht en geef de tekst voor het bericht in. 7. Druk op <Opt.> en selecteer Gereed. 8. Wanneer u klaar bent, drukt u op <Opt.> en selecteert u Verzenden. 9. Selecteer een lege locatie. 10. Kies Tel.nummer of adres en geef bestemmingnummers of - adressen in. Of selecteer Telefoonlijst om een nummer of adres op te halen uit de telefoonlijst. 11. Druk op <Verzend> om het bericht te verzenden. Berichten bekijken Een SMSbericht bekijken Wanneer een melding verschijnt: 1. Druk op <Tonen>. 2. Selecteer het bericht in Postvak IN. Vanuit Postvak IN: 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en kies Berichten SMS-berichten Postvak IN. 2. Selecteer een bericht. Andere functies van de telefoon gebruiken 19

23 Andere functies van de telefoon gebruiken Een MMSbericht bekijken Een voic openen Wanneer een melding verschijnt: 1. Druk op <Tonen>. 2. Druk op <Opties> en selecteer Ophalen. 3. Selecteer het bericht in Postvak IN. Vanuit Postvak IN: 1. Druk in de standby-stand op <Menu> en kies Berichten MMS-berichten Postvak IN. 2. Selecteer een bericht. 1. Houd in de standby-stand [1] ingedrukt. 2. Volg de aanwijzingen van het systeem. Infraroodpoort gebruiken Uw telefoon heeft een infraroodpoort waarmee u gegevens van verschillende typen infraroodcompatibele apparaten kunt verzenden of ontvangen. Gegevens verzenden 1. Open een toepassing, Telefoonlijst, Camera of Mediabox. 2. Selecteer een item. 3. Druk op <Opties> en selecteer Verzenden via infrarood. 4. Stem de infraroodpoorten op de telefoon en het andere apparaat op elkaar af. 20

24 Uw agenda beheren Gegevens 1. Zet de infraroodfunctie op Aan ontvangen (het infraroodsymbool wordt op de bovenste regel Een notitie 1. Houd in de standby-stand [C] weergegeven). maken ingedrukt Geef een notitie in en druk op Stem de infraroodpoort van de <OK> telefoon af op de infraroodpoort van het apparaat waarmee u 3. Selecteer een type notitie. informatie wilt delen. 4. Selecteer een datum in de 3. Als u gegevens hebt ontvangen agenda. van het andere apparaat, wordt 5. Voor Bellen geeft u het u gevraagd of u de bestanden telefoonnummer in dat u moet wilt opslaan. bellen en drukt u op <OK>. 4. Kies Ja om het bestand in de Voor Verjaardag gaat u verder desbetreffende map op te naar stap 7. slaan. 6. Geef de tijd in voor de afspraak en druk op <OK>. 7. Druk op <Ja> om een alarm in te stellen. Andere functies van de telefoon gebruiken 21

25 Andere functies van de telefoon gebruiken Een notitie maken (vervolg) Uw agenda bekijken 8. Geef de tijd in waarop het alarm moet afgaan en druk op <OK>. 9. Selecteer een toon voor het alarm. De notitie wordt opgeslagen. 1. Druk in de standby-stand op [Rechts]. 2. Selecteer een datum. 3. Druk op [Links] of [Rechts] om de andere items voor de geselecteerde dag weer te geven. 22

26 Tekst ingeven ABC-stand, T9-stand, Cijferstand en Symboolstand Bij een aantal functies, zoals Berichten, Telefoonlijst en Agenda kunt u tekst in de ABC-stand, T9-stand, cijferstand en de symboolstand ingeven. De ABC-stand gebruiken Druk op de betreffende toets totdat het gewenste teken op het scherm wordt weergegeven. Toets Tekens in de weergegeven volgorde Hoofdletter Kleine letter De tekstinvoerstand wijzigen Druk op de rechterfunctietoets en selecteer de gewenste stand. Houd de rechterfunctietoets ingedrukt om heen en weer te schakelen tussen de T9- en de ABC-stand. Houd [ ] ingedrukt om naar de cijferstand te schakelen. Houd [ ] ingedrukt om naar de symboolstand te schakelen. (Een SMS-bericht opstellen in de GSM-alfabetcodering) 23

27 Tekst ingeven Andere bewerkingen in de ABC-stand Als u twee keer dezelfde letter of een andere letter op dezelfde toets wilt ingeven, wacht u tot de cursor automatisch naar rechts schuift of druk op [Rechts]. Geef vervolgens de volgende letter in. Druk op [ ] om een spatie in te voegen. Druk op [ ] om te schakelen tussen hoofdletters en kleine letters. U kunt kiezen tussen Alleen kleine letters (geen indicator), Beginhoofdletter ( ) en Alleen hoofdletters ( ). Druk op [Links] of [Rechts] om de cursor te verplaatsen. Druk op [C] om tekens één voor één te verwijderen. Houd [C] ingedrukt om het display leeg te maken. De T9-stand gebruiken Met de voorspellende T9-tekstinvoerstand hoeft u slechts één keer op een toets te drukken om een teken in te voeren. Een woord ingeven in de T9-stand 1. Druk op [2] t/m [9] om te beginnen met het ingeven van een woord. Druk voor elke letter de toets één keer in. Druk bijvoorbeeld op [4], [2], [5], [5] en [6] om in de T9-stand het woord HALLO in te voeren. T9 voorspelt welk woord u wilt typen, waardoor het woord steeds als u op een toets drukt, kan veranderen. 2. Geef het hele woord in voordat u tekens wijzigt of verwijdert. 3. Ga verder met stap 4 als het juiste woord wordt weergegeven. Zo niet, drukt u op [0] om alternatieve woorden voor de ingedrukte toetsen weer te geven. 24

28 Voor OF en ME worden bijvoorbeeld [6] en [3] gebruikt. 4. Druk op [ ] om een spatie in te voegen en geef het volgende woord in. Andere bewerkingen in de T9-stand Druk op [1] om automatisch een punt of apostrof in te voeren. Druk op [ ] om een spatie in te voegen. Druk op [ ] om te schakelen tussen hoofdletters en kleine letters. U kunt kiezen tussen Alleen kleine letters (geen indicator), Beginhoofdletter ( ) en Alleen hoofdletters ( ). Druk op [Links] of [Rechts] om de cursor te verplaatsen. Druk op [C] om tekens één voor één te verwijderen. Houd [C] ingedrukt om het display leeg te maken. Een nieuw woord toevoegen aan het woordenboek van T9 Deze functie is mogelijk niet beschikbaar voor alle talen. 1. Geef het woord in dat u wilt toevoegen. 2. Druk op [0] om alternatieve woorden weer te geven voor de toetsen waarop u hebt gedrukt. Wanneer er geen alternatieve woorden meer zijn, wordt onder in het display Nieuw weergegeven. 3. Druk op <Nieuw>. 4. Gebruik de ABC-stand om het gewenste woord in te voeren en druk op <OK>. De cijferstand gebruiken In de cijferstand kunt u cijfers ingeven. Druk op de desbetreffende cijfertoetsen. Tekst ingeven 25

29 De symboolstand gebruiken In de symboolstand kunt u symbolen en speciale tekens invoegen. Actie Meer symbolen weergeven Een symbool selecteren Een of meer symbolen wissen Een of meer symbolen invoegen Werkwijze Druk op [Omhoog] of [Omlaag]. Druk op de desbetreffende cijfertoets. Druk op [C]. Druk op <OK>. Telefoneren Geavanceerde belfuncties Zelf bellen 1. Geef in de standby-stand het netnummer en abonneenummer in. Druk op [C] om het laatste cijfer te verwijderen of houd [C] ingedrukt om alle tekens in het display te wissen. U kunt de cursor verplaatsen om een onjuist cijfer te wijzigen. Houd [ ] ingedrukt om een pauze in te voegen tussen nummers. 2. Druk op [ ]. 3. Druk op [ ] om de oproep te beëindigen. Internationaal bellen 1. Houd in de standby-stand [0] ingedrukt. Het teken + verschijnt. 26

30 2. Toets achtereenvolgens het landnummer, netnummer en abonneenummer in en druk op [ ]. Laatst gebruikte nummers opnieuw kiezen 1. Druk in de standby-stand op [ ] om de lijst met recente nummers weer te geven. 2. Blader naar het gewenste nummer en druk op [ ]. Een nummer kiezen uit de telefoonlijst Als u een nummer hebt opgeslagen in de telefoonlijst, kunt u dit nummer bellen door het in de telefoonlijst te selecteren. p. 31 U kunt ook de functie voor verkort kiezen gebruiken om uw meest gebelde nummers toe te wijzen aan bepaalde cijfertoetsen. p. 33 U kunt een nummer snel bellen vanaf de SIM-kaart door het nummer van de locatie in te toetsen dat u tijdens het opslaan van het nummer hebt toegewezen. 1. Geef in de standby-stand een locatienummer in en druk op [ ]. 2. Blader zonodig door de andere nummers. 3. Druk op <Kies nr> of op [ ] om het gewenste nummer te bellen. Een oproep beantwoorden Als u wordt gebeld, gaat de telefoon over en wordt de afbeelding voor een inkomende oproep weergegeven. Druk op <Opnemen> of [ ] om de oproep aan te nemen. Tips bij het beantwoorden van een oproep Wanneer de optie Elke toets antwoorden is ingeschakeld, kunt u op elke toets drukken om een oproep te beantwoorden, behalve [ ] en [ / ]. p. 73 Wanneer Klepje actief is ingeschakeld, hoeft u de telefoon alleen maar te openen. p. 73 Druk op [ ] om een oproep te weigeren. Houd [ / ] ingedrukt om een oproep te weigeren of de beltoon uit te schakelen, afhankelijk van de instelling van de Toets op zijkant. p. 73 Telefoneren 27

31 28 Telefoneren Gemiste oproepen bekijken Als u oproepen hebt gemist, ziet u in het scherm hoeveel dit er zijn. 1. Druk op <Gemist>. 2. Blader indien nodig door de gemiste oproepen. 3. Druk op [ ] om het gewenste nummer te bellen. De headset gebruiken U kunt de headset gebruiken om te bellen en oproepen te beantwoorden zonder de telefoon vast te hoeven houden. Sluit de headset aan op het aansluitpunt aan de linkerkant van de telefoon. De knop op de headset werkt als volgt: Actie Laatst gebelde nummer herhalen Oproep beantwoorden Gesprek beëindigen Werkwijze Houd de knop twee keer ingedrukt. Houd de knop ingedrukt. Houd de knop ingedrukt. Beschikbare opties tijdens een gesprek Tijdens een gesprek kunt u een aantal functies gebruiken. Het volume regelen tijdens een gesprek Gebruik [ / ] om het volume van de oortelefoon tijdens een gesprek te regelen. Druk op [ ] om het volume te verhogen of op [ ] om het te verlagen. Twee gesprekken voeren U kunt twee gesprekken tegelijkertijd voeren als deze functie door het netwerk wordt ondersteund. 1. Druk op <Opties> en selecteer Wacht om het gesprek in de wacht te zetten. 2. Kies het tweede nummer op de gebruikelijke manier. 3. Druk op <Opties> en selecteer Wissel om tussen de gesprekken heen en weer te schakelen.

32 4. Druk op <Opties> en selecteer Gesprek in wacht beëindigen om het gesprek dat in de wacht staat te beëindigen. 5. Druk op [ ] om de huidige oproep te beëindigen. Een tweede oproep beantwoorden U kunt een inkomende oproep beantwoorden terwijl u al in gesprek bent, als deze functie door het netwerk wordt ondersteund en als u de wisselgesprekfunctie hebt ingeschakeld. p Druk op [ ] om de inkomende oproep aan te nemen. Het eerste telefoongesprek wordt automatisch in de wacht gezet. 2. Druk op <Opties> en selecteer Wissel om tussen de gesprekken heen en weer te schakelen. 3. Druk op <Opties> en selecteer Gesprek in wacht beëindigen om het gesprek dat in de wacht staat te beëindigen. 4. Druk op [ ] om de huidige oproep te beëindigen. Opties tijdens een gesprek Druk op <Opties> voor toegang tot de volgende opties tijdens een gesprek: Luidspreker aan/normaal: hiermee schakelt u de luidspreker in of schakelt u terug naar de normale stand. Wacht/Ophalen: het huidige gesprek wordt in de wacht gezet of uit de wacht gehaald. Wissel: hiermee kunt u tijdens een multipartygesprek heen en weer schakelen van het huidige gesprek naar het gesprek in de wacht. Deelnemen: hiermee brengt u een multipartygesprek tot stand door een beller in de wacht toe te voegen aan het huidige gesprek. Er kunnen maximaal 5 personen meedoen aan een multiparty-gesprek. Telefoneren 29

33 Telefoneren Uit Mpty: hiermee kunt u een privégesprek voeren met een van de deelnemers van het multiparty-gesprek. De andere deelnemers kunnen gewoon met elkaar blijven praten. Wanneer het privégesprek beëindigd is, kunt u Deelnemen kiezen om beide terug te keren naar het multiparty-gesprek. Microfoon uit/microfoon aan: hiermee kunt u de microfoon van de telefoon uitschakelen, zodat uw gesprekspartner u niet kan horen, of weer inschakelen. Toetstonen uit/toetstonen aan: hiermee kunt u de toetstonen in- of uitschakelen. Als u wilt kunnen communiceren met antwoordapparaten of telefooncentrales moet u de optie Toetstonen aan selecteren. Telefoonlijst: hiermee opent u de telefoonlijst. DTMF zenden: hiermee kunt u de toetstonen (DTMF, Dual tone multi-frequency) als groep verzenden. DTMF-toetstonen zijn de tonen die op telefoons worden gebruikt voor toonkiezen. U hoort deze tonen wanneer u op de cijfertoetsen drukt. Deze optie is handig bij het ingeven van een wachtwoord of rekeningnummer wanneer u een geautomatiseerd systeem belt, bijvoorbeeld van een bank. Bericht: hiermee kunt u SMS-berichten in Postvak IN of Postvak UIT openen. U kunt ook een nieuw SMS-bericht maken en verzenden. Gesprek opnemen: hiermee neemt u het gesprek op. Doorverbinden: hiermee verbindt u het huidige gesprek door naar een gesprekspartner die in de wacht staat. Met deze optie kunnen de twee bellers met elkaar praten, maar wordt uw verbinding met het gesprek verbroken. 30

34 Helderheid stem aan/helderheid stem uit: hierdoor worden storende geluiden onderdrukt en kan uw gesprekspartner u luid en duidelijk verstaan, zelfs wanneer u zich in een luidruchtige omgeving bevindt. Gesprek in wacht beëindigen: hiermee beëindigt u het gesprek dat in de wacht staat. Verwijder: hiermee verwijdert u een van de deelnemers van het multiparty-gesprek. SIM AT: hiermee hebt u toegang tot extra services op diverse gebieden zoals nieuws, weerberichten, sport, amusement en plaatsbepaling. Deze services worden geleverd door de provider van uw SIM-kaart. Deze optie is beschikbaar wanneer u een SIM-kaart gebruikt die het SAT-menu (SIM Application Tool Kit) ondersteunt. Menuopties Een overzicht van alle menuopties Telefoonlijst U kunt telefoonnummers opslaan op de SIM-kaart en in het telefoongeheugen. Hoewel beide geheugens in fysiek opzicht gescheiden zijn, vormen ze in de praktijk één geheel: de Telefoonlijst. Druk in de standby-stand op <T.Lijst> om dit menu te openen. Naam zoeken In dit menu kunt u nummers in de telefoonlijst opzoeken. Een nummer opzoeken 1. Geef de eerste letters in van de naam die u zoekt. 2. Selecteer de naam in de lijst. 31

35 Menuopties 3. Blader naar een nummer en druk op [ ] om het nummer te kiezen. Opties voor de telefoonlijst Terwijl u de gegevens van een contactpersoon bekijkt, kunt u op <Opties> drukken om de volgende opties weer te geven: Nummer wijzigen: hiermee kunt u de gegevens van de contactpersoon bewerken. Naam wijzigen: hiermee wijzigt u de naam van de contactpersoon. Bericht sturen: een SMS-bericht verzenden naar het geselecteerde nummer. Kopiëren: hiermee kunt u het geselecteerde nummer naar het telefoongeheugen of de SIMkaart kopiëren. Verzenden via infrarood: hiermee verzendt u de contactpersoon via de infraroodpoort. Contactpersoon wissen: hiermee wist u de contactpersoon. Nummer toevoegen In dit menu kunt u een nieuwe contactpersoon aan de telefoonlijst toevoegen. Contactpersonen opslaan in het telefoongeheugen 1. Geef een telefoonnummer in en druk op <Opslaan>. 2. Selecteer Telefoon een type nummer. 3. Geef een naam in en druk op <OK>. 4. Als u verdere gegevens wilt opslaan, drukt op [Links] of [Rechts] om naar het gewenste veld te bladeren. 5. Geef gegevens in of wijzig de instellingen. Mobiel/Thuis/Kantoor/Fax/Overig: druk op <Opties>, selecteer Nummer wijzigen en voeg een nummer toe in de gewenste categorie. druk op <Wijzig> en geef het adres in. 32

36 Notitie: druk op <Wijzig> en voeg een notitie toe over de persoon. Groep: druk op <Opties> en wijs de contactpersoon toe aan een groep. Afbeelding: druk op <Opties> en wijs een afbeelding voor nummerweergave toe die wordt weergegeven als u een oproep van die persoon ontvangt. Melodie: druk op <Opties> en wijs een beltoon toe, die u hoort als u een oproep van die persoon ontvangt. 6. Druk op <OK> of op <Kies>. Een contactpersoon opslaan op de SIM-kaart 1. Geef een telefoonnummer in en druk op <Opslaan>. 2. Selecteer SIM. 3. Geef een naam in en druk op <OK>. 4. Wijzig zo nodig het locatienummer. 5. Druk op <OK> om de contactpersoon op te slaan. Snelkeuzelijst In dit menu kunt u de meest gebelde nummers toewijzen aan de toetsen 2 tot en met 9, zodat u die nummers snel kunt kiezen. Nummers voor verkort kiezen toewijzen 1. Selecteer een cijfertoets (2 t/m 9). De toets 1 is gereserveerd voor de voic server. 2. Selecteer Nummer wijzigen. 3. Geef een telefoonnummer in of druk op <T.Lijst> om een nummer te selecteren uit de telefoonlijst. 4. Druk op <OK>. Nummers voor verkort kiezen beheren Druk in het scherm Snelkeuze op <Kies> om de volgende opties weer te geven: Nummer wijzigen: hier geeft u een nummer in of wijst u een ander nummer toe aan een toets. Naam wijzigen: hiermee wijzigt u de naam van de contactpersoon. Menuopties Telefoonlijst 33

37 Menuopties Wissen: hiermee wist u de instellingen voor verkort kiezen voor een toets. Bellen met snelkiesnummers Houd in de standby-stand de desbetreffende toets ingedrukt. Alles naar telefoon kopiëren Met dit menu kunt u alle contactpersonen die op de SIM-kaart zijn opgeslagen naar het telefoongeheugen kopiëren. Alles wissen Met dit menu kunt u alle contactpersonen wissen die op de SIM-kaart of in het telefoongeheugen zijn opgeslagen. 1. Druk op <Kies> om de geheugenlocaties te selecteren die u wilt wissen. 2. Druk op <OK>. 3. Druk op <Ja> om het wissen te bevestigen. 4. Geef het wachtwoord voor de telefoon in en druk op <OK>. Het wachtwoord is standaard ingesteld op U kunt dit wachtwoord wijzigen. p. 72 Eigen nummer Met deze functie kunt u zien wat uw eigen telefoonnummers zijn en kunt u een naam toewijzen aan elk van deze nummers. Wijzigingen die u hier aanbrengt, zijn niet van invloed op de daadwerkelijke abonneenummers op uw SIM-kaart. Groep instellen Met dit menu kunt u de eigenschappen van uw belgroepen wijzigen. Voor elke groep zijn de volgende opties beschikbaar. Melodie: hier kunt u een beltoon selecteren die u hoort als er een oproep van een lid van de groep binnenkomt. 34

38 Naam wijzigen: hiermee wijzigt u de naam van de groep. Afbeelding tonen: hier kunt u de afbeelding bekijken die wordt weergegeven wanneer u een oproep van een lid van de groep ontvangt. Geheugenstatus Met dit menu kunt u controleren hoeveel contactpersonen u hebt opgeslagen in het telefoongeheugen en op de SIM-kaart. Servicenummers In dit menu kunt u de lijst met servicenummers bekijken die door de provider zijn toegewezen. Hierin staan ook de alarmnummers, de nummers voor inlichtingen en de voic nummers. Dit menu is alleen beschikbaar als uw SIM-kaart deze functie ondersteunt. Blader naar het gewenste nummer en druk op <Kies nr> of [ ]. SIM-AT MENU (menu 1) Dit menu is beschikbaar als u een SIM-AT-kaart met aanvullende diensten gebruikt, zoals nieuws-, weeren sportberichten, ontspanning en plaatsbepaling. Welke diensten beschikbaar zijn, is afhankelijk van de services die uw provider biedt. Neem voor meer informatie contact op met uw provider of raadpleeg de instructies bij uw SIM-kaart. Als u dit menu wilt openen, drukt u in de standbystand op <Menu> en selecteert u SIM-AT MENU. Oproepenlijst (menu 2) In dit menu kunt u zien welke nummers u hebt gebeld, welke oproepen u hebt ontvangen of gemist en wat de duur van de gesprekken was. U kunt ook de kosten van uw oproepen bekijken, als deze functie door uw SIM-kaart wordt ondersteund. Druk in de standby-stand op <Menu> en kies Oproepenlijst om dit menu te openen. Menuopties SIM-AT MENU (menu 1) 35

39 Menuopties Gemiste oproepen (menu 2.1) In dit menu worden de meest recente gemiste oproepen weergegeven. Oproepgegevens bekijken 1. Druk op [Omhoog] of [Omlaag] om door de lijst met oproepen te bladeren. 2. Druk op [ ] om de gegevens van een oproep te bekijken of op [ ] om een nummer te kiezen. Opties voor oproepgegevens Terwijl u de details van een oproep bekijkt, kunt u op <Opties> drukken om de volgende opties weer te geven: Terugbellen: hiermee belt u het geselecteerde nummer. Bericht sturen: een SMS-bericht verzenden naar het geselecteerde nummer. Wijzigen: hiermee kunt u het nummer wijzigen. Wissen: hiermee wist u het geselecteerde nummer. Alles wissen: hiermee wist u alle oproepen in de lijst. Ontvangen oproepen (menu 2.2) In dit menu worden de meest recent ontvangen oproepen weergegeven. Uitgaande oproepen (menu 2.3) In dit menu worden de meest recent uitgaande weergegeven. Alles wissen (menu 2.4) Met dit menu kunt u alle gegevens van alle typen oproepen verwijderen. 1. Druk op <Kies> om de typen oproepen te selecteren die u wilt wissen. 2. Druk op <OK>. 3. Druk op <Ja> om het wissen te bevestigen. 36

40 Gespreksduur (menu 2.5) In dit menu wordt de tijdsduur van uitgaande en inkomende gesprekken weergegeven. De werkelijke duur op de rekening van uw provider kan iets afwijken. Duur laatste gesprek: hiermee kunt u de duur van het laatste gesprek bekijken. Totaal uitgaand: hiermee kunt u de totale duur van alle uitgaande oproepen bekijken. Totaal ontvangen: hiermee kunt u de totale duur van alle inkomende oproepen bekijken. Tijdtellers op nul zetten: hiermee zet u de gesprekstellers op nul. U moet hiervoor het wachtwoord voor de telefoon ingeven. Het wachtwoord is standaard ingesteld op U kunt dit wachtwoord wijzigen. p. 72 Gesprekskosten (menu 2.6) Met deze netwerkfunctie worden de gesprekskosten weergegeven. Dit menu is alleen beschikbaar als dit door uw SIM-kaart wordt ondersteund. Deze functie is niet bedoeld voor factureerdoeleinden. Kosten laatste gesprek: hiermee kunt u de kosten van de laatste oproep bekijken. Totale kosten: hiermee kunt u de totale kosten van alle oproepen bekijken. Als de totale kosten hoger uitvallen dan de maximumkosten die zijn ingesteld bij Maximumkosten instellen, moet u de teller weer op nul zetten voordat u een nieuwe oproep tot stand kunt brengen. Maximumkosten: hiermee kunt bekijken wat bij Maximumkosten instellen is ingesteld voor de maximumkosten. Kostentellers op nul zetten: hiermee zet u de kostentellers terug op nul. Maximumkosten instellen: hiermee stelt u de maximaal toegestane kosten voor uw oproepen in. Menuopties Oproepenlijst (menu 2) 37

41 Menuopties 38 Tarief: hiermee kunt u het tarief instellen dat wordt toegepast bij de berekening van de gesprekskosten. Netwerkdiensten (menu 3) Met dit menu geeft u de netwerkdiensten weer. Neem contact op met uw provider voor informatie over de beschikbaarheid van deze diensten of voor een abonnement. Als u dit menu wilt openen, drukt u in de standbystand op <Menu> en kiest u Netwerkdiensten. Oproepen doorschakelen (menu 3.1) Met deze netwerkdienst worden inkomende oproepen doorgeschakeld naar een door u opgegeven telefoonnummer. 1. Selecteer een doorschakeloptie: Altijd doorschakelen: hiermee worden alle oproepen doorgeschakeld. In gesprek: hiermee worden oproepen doorgeschakeld als u in gesprek bent. Geen antwoord: hiermee worden oproepen doorgeschakeld als u niet opneemt. Onbereikbaar: hiermee worden oproepen doorgeschakeld als u zich buiten het bereik van uw provider bevindt of als uw telefoon is uitgeschakeld. Alles annuleren: hiermee worden alle doorschakelopties geannuleerd. 2. Selecteer de typen oproepen die u wilt doorschakelen. 3. Druk op <Aan>. Druk op <Wissen> om de doorschakelfunctie uit te zetten. 4. Geef het nummer in waarnaar de oproepen moeten worden doorgeschakeld en druk op <OK>. 5. Als u Geen antwoord hebt geselecteerd, selecteert u hoelang wordt gewacht voordat wordt doorgeschakeld en drukt u op <Kies>. Oproepen blokkeren (menu 3.2) Met deze netwerkdienst kunt u oproepen blokkeren. 1. Selecteer een blokkeeroptie:

42 Alle uitgaande: hiermee blokkeert u alle uitgaande oproepen. Internationaal: hiermee blokkeert u internationale oproepen. Internationaal behalve thuisland: hiermee is het alleen toegestaan te bellen naar nummers binnen het land waar u zich bevindt (in het buitenland) en naar uw eigen land. Alle inkomende: hiermee blokkeert u inkomende oproepen. Inkomend in buitenland: alle inkomende oproepen worden geblokkeerd wanneer u de telefoon buiten het servicegebied van uw eigen provider gebruikt. Alles annuleren: hiermee annuleert u alle blokkeeropties, zodat u weer gewoon nummers kunt bellen en oproepen kunt ontvangen. Wachtwoord voor blokkeren wijzigen: hiermee wijzigt u het blokkeerwachtwoord dat u van uw provider hebt gekregen. 2. Selecteer de typen oproepen die u wilt blokkeren. 3. Druk op <Aan>. Druk op <Uit> om de blokkeerfunctie uit te schakelen. 4. Geef het blokkeerwachtwoord in dat u hebt gekregen van uw provider en druk op <OK>. Wisselgesprek (menu 3.3) Deze netwerkdienst stelt u op de hoogte wanneer iemand u probeert te bereiken terwijl u in gesprek bent. 1. Selecteer de typen oproepen waarop de wisselgesprekfunctie van toepassing is. 2. Druk op <Aan>. Druk op <Uit> om de wisselgesprekfunctie uit te schakelen. Netwerk kiezen (menu 3.4) Met deze netwerkdienst kunt u handmatig het netwerk selecteren dat moet worden gebruikt tijdens roaming buiten uw eigen netwerk, of kunt u het netwerk automatisch laten kiezen. U kunt alleen een ander netwerk kiezen als er een geldige roamingovereenkomst bestaat tussen de twee netwerken. 39 Menuopties Netwerkdiensten (menu 3)

43 Menuopties 40 Nummerweergave (menu 3.5) Met deze netwerkdienst kunt u voorkomen dat uw telefoonnummer wordt weergegeven op de telefoon van degene die u belt. Als u Standaard selecteert, wordt de standaardinstelling van het netwerk gebruikt. Bij sommige providers kunt u deze instellingen niet wijzigen. Bandkeuze (menu 3.6) U kunt de telefoon alleen gebruiken om te bellen en gebeld te worden als deze is aangemeld bij een van de beschikbare netwerken. De telefoon is geschikt voor de volgende netwerktypen: GSM 1900, een combinatie van GSM 900/1800 en triband (een combinatie van GSM 900/1800/1900). Welk netwerktype standaard wordt gebruikt, is afhankelijk van het land waar u de telefoon hebt aangeschaft. Als u naar het buitenland gaat, kan het zijn dat u op een andere band moet overschakelen. Actieve lijn (menu 3.7) Een aantal SIM-kaarten kan worden gebruikt met twee abonneenummers. Als deze functie door uw SIM-kaart wordt ondersteund, kunt u dit menu gebruiken om de lijn te selecteren die u wilt gebruiken om te bellen. Oproepen kunnen echter op beide lijnen worden beantwoord, ongeacht de geselecteerde lijn. Geluidsinstellingen (menu 4) Met dit menu kunt u verschillende geluidsinstellingen aanpassen, zoals het belsignaal, het berichtsignaal en het alarmsignaal dat u in bepaalde omstandigheden kunt gebruiken. Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Geluidsinstellingen om dit menu te openen. Inkomende oproepen (menu 4.1) Via dit menu kunt u de geluidsinstellingen voor inkomende oproepen wijzigen. Standaard melodieën: hier kunt u een van de standaard melodieën selecteren als uw beltoon.

44 Mijn melodieën: hier kunt u een melodie die u hebt gedownload als uw beltoon instellen. Belvolume: hiermee selecteert u een beltoonvolume. Type belsignaal: hier kunt u instellen hoe u wordt gewaarschuwd bij een inkomende oproep. Berichten (menu 4.2) Met dit menu kunt u de geluidsinstellingen instellen voor inkomende SMS-berichten en MMS-berichten. Beltoon: hier kunt u een van de vele berichttonen selecteren. Type belsignaal: hier geeft u op hoe u wordt gewaarschuwd bij een inkomend bericht. Herhaling: hier kunt u instellen hoe vaak de telefoon moet melden dat er een nieuw bericht is. Verbindingstoon (menu 4.4) Hiermee stelt u in dat de telefoon een pieptoon laat horen als u tijdens een uitgaande oproep verbinding heeft met het netwerk. Toetstoon (menu 4.5) Met dit menu kunt u de toon selecteren die u hoort bij het indrukken van een toets. U kunt het toetstoonvolume bijstellen met behulp van [ / ] in de standby-stand. Minutenteller (menu 4.6) hiermee stelt u in dat de telefoon tijdens een uitgaande oproep iedere minuut een pieptoon laat horen om u op de hoogte te houden van de gespreksduur. Menuopties Geluidsinstellingen (menu 4) Toon bij in-/uitschakelen (menu 4.3) Met dit menu kunt u de melodie in- of uitschakelen die u hoort wanneer u de telefoon aan- of uitzet. Stille stand (menu 4.7) Met dit menu kunt u instellen hoe de telefoon u in de stille stand waarschuwt bij een bepaalde gebeurtenis. 41

45 Menuopties Waarschuwing tijdens oproep (menu 4.8) hiermee stelt u in dat de telefoon tijdens een oproep een pieptoon laat horen wanneer u een nieuw bericht ontvangt of wanneer het alarm moet afgaan. Berichten (menu 5) Met het menu Berichten kunt u tekstberichten of multimediaberichten verzenden en ontvangen. Ook kunt u serverberichten en voic berichten ophalen en functies voor infoberichten gebruiken. Druk in de standby-stand op <Menu> en selecteer Berichten om dit menu te openen. SMS-berichten (menu 5.1) SMS is een dienst waarmee u tekstberichten met afbeeldingen, geluidsfragmenten en animaties kunt verzenden en ontvangen. Nieuw (menu 5.1.1) Met dit menu kunt u SMS-berichten maken en verzenden. U kunt dit menu snel openen door in de standbystand op [Links] te drukken. 1. Geef het bericht in. Het maximumaantal tekens dat in een bericht is toegestaan, varieert per provider. Als het maximumaantal tekens in een bericht wordt overschreden, wordt het bericht gesplitst. 2. Druk op <Opties> om de volgende opties weer te geven: Verzenden: hiermee verzendt u het bericht. Tekst: hiermee wijzigt u de tekstkenmerken. Media toevoegen/emoticon toevoegen: hiermee kunt u een afbeelding, animatie, melodie of emoticon aan uw tekstbericht toevoegen. Standaardberichten: hiermee kunt u een standaard tekstbericht toevoegen. 42

46 Bericht opslaan: hiermee slaat u het bericht op in Postvak UIT. 3. Als u klaar bent, drukt u op <Opties> en kiest u Verzenden. 4. Geef een bestemmingsnummer in of druk op <T.Lijst> om een nummer te selecteren uit de telefoonlijst, en druk op <OK>. Als u het bericht naar meerdere ontvangers wilt verzenden, vult u meer bestemmingsvelden in. 5. Druk op <Verzend> om het bericht te verzenden. Postvak IN (menu 5.1.2) Met dit menu kunt u ontvangen SMS-berichten openen. Tijdens het bekijken van een bericht kunt u op <Opties> drukken om de volgende opties weer te geven: Wissen: hiermee verwijdert u het bericht. Antwoordtekst: hiermee stuurt u een antwoord naar de afzender. Terugbellen: hiermee kunt u het telefoonnummer van de afzender bellen. Adres overnemen: hiermee neemt u URL's, adressen of telefoonnummers uit het bericht over. Verzenden: hiermee kunt u het bericht naar anderen doorsturen. Wijzigen: hiermee bewerkt u het bericht. Media ophalen: hiermee kunt u media-items in het bericht opslaan in het telefoongeheugen. Verplaatsen: hiermee verplaatst u berichten van de SIM-kaart naar het telefoongeheugen en vice versa. Postvak UIT (menu 5.1.3) Met dit menu kunt u SMS-berichten openen die u hebt verzonden of opgeslagen om ze later te verzenden. Wanneer u een bericht bekijkt, kunt u op <Opties> drukken om de volgende opties weer te geven: Wissen: hiermee verwijdert u het bericht. Adres overnemen: hiermee neemt u URL's, adressen of telefoonnummers uit het bericht over. 43 Menuopties Berichten (menu 5)

47 Menuopties 44 Verzenden: hiermee verzendt u het bericht of verzendt u het nogmaals. Wijzigen: hiermee bewerkt u het bericht. Verplaatsen: hiermee verplaatst u berichten van de SIM-kaart naar het telefoongeheugen en vice versa. Emoticon-sjablonen (menu 5.1.4) Uw telefoon bevat vooraf ingestelde emoticons die u kunt ophalen en invoegen in een SMS-bericht. Met dit menu kunt u emoticons maken of bewerken. Een emoticon maken 1. Kies Mijn emoticons. 2. Druk op <Opties> en selecteer Toevoegen. 3. Geef een emoticon in en druk op <OK> Opties voor emoticons Druk in het scherm Mijn emoticons op <Opties> om de volgende opties weer te geven: Wijzigen: hiermee bewerkt u de emoticon. Verzenden: hiermee maakt en verzendt u een bericht met een emoticon. Wissen: de emoticon wissen. Alles wissen (menu 5.1.5) Met dit menu kunt u alle berichten uit de verschillende postvakken verwijderen. 1. Druk op <Kies> om de postvakken te selecteren die u wilt wissen. 2. Druk op <OK>. 3. Druk op <Ja> om het wissen te bevestigen. MMS-berichten (menu 5.2) MMS is een dienst waarmee u berichten die een combinatie van tekst, afbeeldingen, spraak en geluid bevatten, van de ene telefoon naar een andere telefoon of naar een adres kunt verzenden. Nieuw (menu 5.2.1) Met dit menu kunt u MMS-berichten maken en verzenden. 1. Selecteer de regel Onderwerp. 2. Geef het onderwerp van het bericht in en druk op <OK>.