Reader survivaltechnieken

Transcriptie

1 Reader survivaltechnieken

2 Inhoud 1. Water 2. Vuur 3. Onderkomen 4. Kampinrichting 5. Knopen en sjorringen 6. Vis en jachttechnieken 7. Survivalkit 8. Leave no trace

3 1. Water Water is essentieel voor het (over)leven. Je kunt maximaal 3 dagen zonder water. Tijdens een hike is het belangrijk om elk moment aan te grijpen waarop je kunt drinken of je voorraden kunt bijvullen. Bij het verzamelen van water moet nooit blindelings ervan uit gegaan worden dat het water drinkbaar is. Ook al is het helder en stroomt het, toch kan het vervuild zijn met schadelijke bacteriën, virussen en eencellige organismen. Deze zijn niet zichtbaar en daarom zal water altijd gedesinfecteerd moeten worden, alvorens het te kunnen drinken. Deze zuivering kan plaatsvinden door koken of chemisch desinfecteren (tabletten, druppels). Het nadeel van koken is dat je brandstof nodig hebt en het water door de temperatuur niet gelijk drinkbaar is. Chemisch desinfecteren geeft een wachttijd van 30 minuten tot 2 uur (afhankelijk van de omgevingstemperatuur), en geeft een minder aantrekkelijke bijsmaak. Als het water verontreinigd is met zichtbaar vuil zoals bladeren, bezinksel van organisch materiaal etc, kan het eerst gefilterd worden met een fijn doek (kledingstuk) of de hiervoor ontworpen Millbank Bag van het Britse leger. De Millbank bag is een zeer fijngeweven katoenen zak, die alle zichtbare ongerechtigheden eruit filtert. (zie foto). Hierdoor kun je zelfs uit plassen en poelen water halen. Daarna zal het uiteraard nog gedesinfecteerd moeten worden.

4 2. Vuur Vuur is in een hike en survivalsituatie van belang voor verschillende doeleinden: water koken en eten bereiden warmte sfeer Vuur maken kan met hulp van een firesteel. Het is van belang de voorbereidingen goed te doen, zodat je tijdens het vuur maken alle benodigdheden onder handbereik hebt. Om het vuur te starten heb je fijn, licht ontvlambaar materiaal nodig. Dit heet tondel of 1e fase. Voorbeelden hiervan zijn: droog gras, berkenbast, hele dunne houtkrullen. Als de tondel brand worden feathersticks, hars, en dunne takjes toegevoegd. Dit is de 2e fase. Elke volgende fase mag 2x zo dik zijn als de vorige. In warm droog weer is dit minder kritiek, dan wanneer je in een natte, regenachtige omgeving vuur gaat maken. Om vuur te maken het je brandstof, zuurstof en hitte nodig; de zogenaamde vuurdriehoek. Als een van de pijlers weggehaald wordt zal het vuur doven. Vuur moet rustig opgebouwd worden, met aandacht. Als je te snel wilt, zal dit averechts werken. Geef het vuur de tijd zich rustig te ontwikkelen. Heb je eenmaal takken van +- 2 cm doorsnede goed branden, dan kun je rondom al grotere blokken/stammen gaan plaatsen.

5 Je kunt verschillende soorten vuur maken met elk hun verschillende eigenschappen. De ene geeft veel hitte en snel kooltjes om op te koken. De andere soort brandt lang met weinig brandstof. De keuze die je maakt zal afhankelijk zijn van de situatie waarin je je bevindt. Pagodevuur: veel hitte, snel een groot vuur met goed asbed. Veel hout nodig. Stervuur: kookvuur, stammen zijn ook pannenhouder, weinig warmte om het vuur, weinig brandstof nodig Reflectorvuur: warmte wordt teruggekaatst naar de shelter. Het reflectiescherm kan ook van andere materialen gemaakt worden. Long log fire: twee lange stammen op of naast elkaar. Lengte van de stammen van lichaamslengte evenwijdig aan de shelter.

6 3. Onderkomen Een onderkomen heeft de functie van beschutting, bescherming, isolatie en gezelligheid. Met diverse materialen is een tijdelijk onderkomen te maken. Zeil/basha/poncho Een stuk zeil/plastic kan snel dienen als waterdicht onderkomen. Door middel van bevestiging met touw of het spannen over een horizontale leggers kunnen diverse vormen gemaakt kunnen worden. Afhankelijk van de weersomstandigheden kan gekozen voor een open of meer gesloten shelter.

7 Natuurlijk materiaal: Bij een onderkomen van natuurlijk materiaal kan gedacht worden aan de eenvoudigste vorm, zoals een overhangende rots, omgevallen boom etc, of het bouwen van een shelter. Bij het bouwen van een shelter van natuurlijk materiaal wordt een frame van takken gebouwd. De hoek dient voor een goede waterafvoer ongeveer 60 graden te bedragen. Hoe dikker de laag van het gebruikte materiaal des te beter waterdicht. Andere materialen die gekozen kunnen worden voor de dakbedekking zijn: humus, bladeren (laag van 60 cm), schorsplaten (bij volledige afdekking kan een grotere hoek dan 60 graden gebruikt worden). De dakbedekking dient laagsgewijs aangebracht te worden, werkend vanaf onder naar boven (dakpansgewijs). Voor verbindingen kan ook natuurlijk materiaal gebruikt worden zoals wortels van den en spar en bast van wilgen. Hiermee kunnen eenvoudige knopen gemaakt worden die goed houden, zelf bij sjorringen (zie hoofdstuk 5). Voor de shelter van een vuur aangelegd worden met een reflectorscherm. Ook kan een kuil gegraven worden die als koudeval dient (koude lucht zakt naar het laagste punt. Bouw dus ook nooit je onderkomen onder in het dal!) Een sneeuwhol kan gegraven worden in een sneeuwduin of heuvel. Een Quinzee lijkt op een sneeuwhol, maar wordt uitgraven in een berg die zelf is opgeworpen, aangedrukt is en zich minstens een uur heeft kunnen zetten. Wanddikte moet minimaal 30 cm bedragen. Prik hiervoor cm lange stokjes van boven in het dak. Bij het uitgraven kom je de stokjes tegen en weet je dat je niet verder moet uithollen.

8

9 4. Kampinrichting Als je shelter gebouwd is kan je het kamp nog verder in richten om je verblijf makkelijker en aangenamer te maken. Hierbij kun je denken aan divers kookgerei voor bij de vuurplaats. Hangers voor pannen/vis, een grill, lepels en spatels etc. Wilg leent zich erg goed voor het maken van deze attributen. Het is zeer buigzaam en breekt niet gauw. Gebruik vers hout.

10 5. Knopen en sjorringen Mastworp: fixeren van een touw om een paal/boom. Veel treksterkte. Alternatieve mastworp (ook midden in een touw te leggen). Hieronder staan een aantal knopen die bij trektochten en survival goed van pas komen. Behalve met touw kunnen ze ook met wortels van spar en den, of met wilgenbast geknoopt worden. 8-knoop: stopper aan einde van een touw Timmermansknoop: startknoop bij diagonaalsjorring, slepen van stronken, minimaal 6 wikkelingen leggen Visserknoop: verbinden van 2 touwen. Een enkele vissersknoop kan ook gebruikt worden als extra zekering na een mastworp. Franse prusikknoop. Prussikknoop: Zekering bij klimmen, op spanning brengen van bijv. tarp. Schuift niet onder spanning, makkelijk te verplaatsen wanneer er geen spanning op staat. Paalsteek: niet glijdende lus.

11 Vervolg: sjorringen Kruissjorring Vorksjorring (tweepoot) Driepoot sjorring Woelen om de gelegde bindingen om de knoop strak te trekken. Diagonaalsjorring Beginnen met een mastworp of timmermansknoop. Afbinden met mastworp of 2 halve knopen.

12 6. Vis en jachttechnieken Onderweg kan de lokale fauna ook een voedselbron bieden. Door tracking (zie reader tracking) kan je nagaan welke diersoorten je kunt vinden. De jacht- en/of vismethode dien je hierop aan te passen. Dit is een korte bespreking van enkele mogelijkheden die je in de praktijk kunt toepassen, hierop zijn eindeloos veel variaties te bedenken. Strikken:

13

14 Vistechnieken Er zijn 2 manieren om te vissen: passief en actief. Bij de passieve methode leg je het aas in het water en wacht tot de vis passeert en aanbijt. Bij de actieve methode ga je op zoek naar de vis. Hierbij biedt kunstaas een goed aas, omdat hiermee een groot gebied te bestrijken is. De kans om vis te vangen is groter bij de actieve methode, omdat hier meer water afgevist wordt. Een hengel is een veelzijdig instrument, waarmee je op diverse manieren kunt vissen. Heb je geen hengel dan is deze te maken met een tak en lijn uit de survivalkit. Aas wat je onderweg kunt zoeken: wormen, pissbedden, rupsen, sprinkhanen etc. Hiermee zijn diverse vissoorten te vangen.

15 7. Survivalkit Op elke tocht of vakantie zou je je survivalkit bij je moeten hebben. Hierin zitten de meest elementaire hulpmiddelen. Ook op een gewone vakantie kan iets mis lopen, waarbij de survivalkit uitkomst kan bieden. De volgende attributen kunnen in je survivalkit zitten. Uiteraard kan je naar eigen behoefte uitbreiden. Het blijft een persoonlijke aangelegenheid. Waterzuivering (tabletten of druppels) Millbank bag (water filteren) Firesteel Kompas Noodtondel (watten, karton met kaarsvet etc). Naald en draad Spiegeltje en fluitje (signalering) Lijn, haakjes en loodjes Koperdraad/ijzerdraad voor strikken Draadzaag EHBO kit Bovenstaande kan verpakt worden in een messtin indien gewenst (bescherming en kookgerei).

16 8. Leave no trace Je aanwezigheid in en het gebruik van de natuur, schept de verplichting deze natuur zo ongerept mogelijk achter te laten. Verwijder zichtbare kampresten, doof het vuur met water (het is pas uit als je je hand erop kunt leggen!!), verspreid de resten van het vuur over een groter oppervlak. Laat geen afval achter. Verwijder nog opgestelde vallen. Demp de latrine (indien aanwezig). Breek je shelter van natuurlijk materiaal af. Verbrand toiletpapier. Het is de kunst de kampplek zo achter te laten dat niemand ziet dat je er bent geweest. Oftewel: LEAVE NO TRACE