Bollen, kolommen, platen en achtvlakken
|
|
- Lotte Kok
- 4 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Bollen, kolommen, platen en achtvlakken 1 D (het aantal moleculen is evenredig met de dichtheid gedeeld door de molecuulmassa) C (De loopsnelheid van Q is hier in beide proeven groter dan die van P) 3 D (in beide structuren is een inwendig spiegelvlak aanwezig)
2 Zure regen 1 C (g) + H (l) HC 3 (aq) + H + (aq) (of H 3 + (aq)) 6,3 7 Uit K z voor C + H ( 10 ) en gegeven ph : 4,5 10 = [C ] o 6,3 ( 10 ) 13,3 + 4, ,5 10 6,3 [C ] 10 = = 1, mol 1 ; 1,0 1, mol 1 4,5 = mol, (dus lang niet verzadigd, zie Binas 44). 3 ph = 4,0 betekent een [H + ] van 10,3 maal zo groot, dat is ca. 00 zo groot. 4 H + (aq) + B (aq) HB; H + (aq) + Red H + x + òf bij een zuur-basereactie wordt H + overgedragen, bij een redoxreactie neemt H + een e op. 5 zink lost geleidelijk op volgens: H + (aq) + Zn(s) Zn + (aq) + H (g) 6 Het basische CaC 3 neutraliseert het zuur in de regen. 7 CaC 3 (s) + HAc (aq) Ca + (aq) + Ac (aq) + H (l) + C (g) 8 In zure regen is de ph van regenwater zo laag, dat het oplosbaarheidsproduct van Al(H) 3 niet bereikt wordt, zodat Al(H) 3 in oplossing gaat. Berekeningen zijn niet nodig in dit geval. Al(H) 3 (s) + 3 H + (aq) Al(H ) 3 3+ (aq) òf Al(H) 3 (H ) 3 (s) + 3 H + (aq) Al(H ) 6 3+ (aq) 9 CaC 3 neemt H + weg. Een flinke hoeveelheid CaC 3 vormt op die manier een buffer. 10 CaC 3 (s) + H + (aq) Ca + (aq) + HC 3 (aq); daarnaast HC 3 (aq) + H + (aq) H (l) + C (g) 11 Kennelijk Woods ake, want de ph = 4,7. De bodem is van graniet. Die bevat -verbindingen, die niet met H + reageren. Enige bufferwerking van H + wordt veroorzaakt door Al(H) 3. 1 Bodem met de meeste kalksteen (Panther ake) vormt de beste buffer. o
3 plossen en neerslaan In 1 liter zit 0,0050 mol AgN 3, NaCl en NaBr. Slaan beide zouten AgBr en AgCl wel neer? Stel: het slechtst oplosbare AgBr slaat neer: 13 [Ag + ] = [Br ] = 5,4 10 = 7, mol 1 [Cl ] = 5, mol 1 [Ag + ] [Cl ] = 7, , = 3, > 1, ; dus ook neerslag AgCl. In de oplossing geldt K s (AgCl) = [Ag + ] [Cl ] en K s (AgBr) = [Ag + ] [Br ] 10 [Cl ] 1,8 10 = = [Br ] 5,4 10 Verder: ionenbalans [Ag + ] + [Na + ] = [Br ] + [Cl ] + [N 3 ] [Ag + ] + 0,010 = [Br ] [Br ] + 0,0050 [Ag + ] «0,010 0,0050 = 333 [Br ] [Br ] = 1, mol 1 [Cl ] = 333 [Br ] [Cl ] = 5, mol 1 [Ag + ] = of [Ag + ] = 10 Ks (AgCl) 1,8 10 = [Cl ] 5, Ks (AgBr) 5,4 10 = [Br ] 1,5 10 = 3, mol = 3, mol 1
4 Uitwisseling 1 H + I HI + H + + I (via de twee halfreacties) [ I ( CCl4 )] [ I ( aq) ] 99 V 99 = 8 ; = 8 ; V = = 1, I + S 3 I + S 4 6 mol 3,00 m 0,0100 = 0,30 mmol S 3 0,115 mmol I / 5,00 m [I (CCl 4 )] =,30 10 mol 4,30 10 [ I ( aq) ] = 8 [I (aq)] =, mol 5 10,34 m 0,0100 mol = 0,1034 mmol S 3 0,0517 mmol I / 5,00 m [I ] totaal =, mol [I 3 ] =, , = 1, mol [I3 (aq)] K = [I (aq)][i 3 1,79 10 = = 6,39 4 ], ,100 6 Een gedeelte van het opgeloste jood zou aan het complex onttrokken worden door het evenwicht van 1. (minder zuur, minder naar links).
5 Structuur en bijproduct 1 B (I: een cis- en een trans-isomeer; II: geen stereocentrum) C (voor een propylstam zijn methylradicalen (niet aanwezig in mechanisme) nodig)
6 Analyse 1 Er is 5,4175 5,384 = 0,0333 g water; dat komt overeen met 0,0333 = 0,0037 g H 18 1 Er is 6,6449 6,481 = 0,168 g C, wat overeenkomt met 0,168 = 0,0444 g C. Het totaal van 44 C en H is minder dan het gewicht van het onderzochte monster. Dus er is nog zuurstof: 0,1075 (0, ,0037) = 0,0594 g. Atoomverhouding C : H : = 0, (CH) p + 5/4 p p C + ½ p H 0,0037 : 1 CaCl + 6 H CaCl 6 H (Binas 45B) C + Ca CaC 3 C + NaH Na C 3 + H 0,0594 : 16 = 1 : 1 : 1, dus de verhoudingsformule CH. 4 Nee, want Ca bindt ook water. Men zou dan teveel C vinden en te weinig water. 5 15,36 m 0,1000 mol = 1,536 mmol; eenbasisch zuur. M = 0,0891g 1,536 mmol = 58 g mol 1. tweebasisch zuur: 1,536 mmol/ = 0,768 mmol: M = 58 = 118 g mol 1. driebasisch zuur M = 3 58 = 174 g mol 1. 6 M = 58 (CH) ; er is geen eenbasisch zuur met deze molecuulformule. M = 116 (CH) 4 ; mogelijke oplossing HCCH=CHCH M = 174 (CH) 6 ; mogelijke oplossing HC CH C CH CH CH 7 Het moet M = 116 zijn. Immers na waterafsplitsing ontstaat C 4 H 3. Dus was het C 4 H 4 4. Het moet bovendien door die waterafsplitsing de cis-vorm zijn, dus maleïnezuur, dat dan leidt tot maleïnezuuranhydride. Gevraagde naam: cis-buteendizuur (of toegestaan: cis-1,-etheendicarbonzuur).
7 liconenrubber 1 Bijv. + 3 Cl Cl 3 + C H 6 f Cl Cl 3 + ( ) 4 H 3 C Cl 3 ( ) Cl + H ( ) (H) + HCl bifunctioneel, dus lineaire polymeren: H H + H H + H H +... H H 4 Bij ( ) 3 Cl ontstaat na hydrolyse een monofunctioneel hydroxide ( ) 3 H. Dit is een ketenstopper H H + H H +H 5 Cl 3 levert na hydrolyse (H) 3 en dat is trifunctioneel 3-dimensionale groei: ketens met dwarsverbindingen: H H H
8 Tweelingion 1 K z (glycine) > K b (glycine) zuur is sterker dan base: oplossing in water reageert zuur 1. K z (NH + 3 ) = 1, ,0 10 K b (NH ) = 1, = 6, K b (C ) =, K b (NH )» K b (C ) NH neemt sneller proton op. Volgens een analoge redenering/berekening: CH geeft sneller protonen af. 3 Door toevoegen zuur zal evenwicht ➀ naar links gaan minder (III) en evenwicht ➁ naar rechts meer (IV) 4 Een oplossing van glycine in water reageert zuur (zie 1) en bevat dus meer III dan IV. m evenveel III en IV te krijgen moet je dus aanzuren (zie 3) 5 Bij IEP geldt [H NCH C ] = [ + H 3 NCH CH] ,6 10 [ H3NCH C ],5 10 [ H3NCH C = + [H ] [H ] 1,6 10 [H ] [H 3 + ] = 3 1,5 10 [H3 = 14 1,0 10 1,6 10, ] = 6, [H 3 + ] = 8, ph = 6,10 6 Bij titratie van (I) met base zou er een reactie plaatsvinden met CH-groep, men zou dan veeleer een titratiecurve verwachten volgens 3 waar ook een CH-groep reageert. Bij titratie van (II) reageert de zure NH 3 + -groep met de base, zoals dat ook in titratie 1 het geval is Glycine bevat dus een NH 3 + -groep en lijkt dus op (II) + ]
9 Elektrochemie 1 A (cel B heeft de grootste potentiaal; de concentratieverhouding is daar het groots cel B is het galvanische element; de linkerhalfcel van cel B heeft de hoogste concentratie: op elektrode III slaat dus koper neer en is de pluspool. De elektronenstroom loopt dus van elektrode IV naar elektrode I van cel A (elektrolysecel) op deze minpool slaat dus koper neer.) A (de potentiaal van de koperelektrode is 0,34 + 0,059/ log 0,1 = 0,31. De zilverelektrode heeft dus een potentiaal van 0,31 + 0,9 = 0,60. Er geldt dus 0,60 = 0,80 + 0,059 log[ag + ] [Ag + ] = 10 3,4 = [I 3 ] oplosbaarheidsproduct van kaliumjodaat = [Ag + ][I 3 ] = 10 6,8 = 10 7
10 rdelijk H 3 CCH I n H 3 CCH CH + 18 * I I * + S 3 S I * radioactief jood wordt gereduceerd tot jodide dat wateroplosbaar is. t (min) N t ln N t 8,85 8,54 7,9 7,66 7,14 6,37 5,86 extrapoleren naar t = 0 levert ln N o = 9,3 N o = N t = N o e λt ln N t = ln N o λt; λ = richtingscoëfficiënt = 0,079 min 1 ; τ = ln / λ = 4,8 min 9,00 ln N t 8,00 7,00 6,00 5, min
Bollen, kolommen, platen en achtvlakken
Bollen, kolommen, platen en achtvlakken Van twee vloeistoffen P en Q is het volgende gegeven: P Q molecuulmassa (u) 170 160 dichtheid (g ml 1 ) bij 0 C 0,75 3,1 Stel dat beide vloeistoffen bestaan uit
Nadere informatieOpgave 1 Twee eeuwen terug
pgave 1 Twee eeuwen terug 1 x y z + (x + ¼ y ½z) 2 x 2 + ½y 2 2 Mg 2 (s) + 6 2 (l) Mg 2. 6 2 (s) 3 2 + 2 Na Na 2 3. 2 Er is 5,5535 5,6311 = 0,0822 g 2 opgenomen. Dat komt overeen met 12 0, 0822 = 2,229
Nadere informatieUitwerkingen van de opgaven uit: CHEMISCHE ANALYSE ISBN , 1 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 15 Elektrochemie bladzijde 1
Hoofdstuk 15 Elektrochemie bladzijde 1 Opgave 1 Welke halfreactie kan men verwachten in de volgende gevallen? a Br ionen bij een positieve elektrode Br kan gemakkelijk elektronen afstaan, is dan reductor:
Nadere informatieS S. Errata Nova scheikunde uitwerkingen leerjaar 4 havo 140,71. Met dank aan Mariëlle Marsman, Mill-Hill College, Goirle. Hoofdstuk 1 Atoombouw
Errata Nova scheikunde uitwerkingen leerjaar 4 havo Met dank aan Mariëlle Marsman, Mill-Hill College, Goirle Hoofdstuk 1 Atoombouw Theorie 19 b 78,99 23,98504 10,00 24,98584 11,01 25,98259 24, 31 100 20
Nadere informatieBasisscheikunde voor het hbo ISBN e druk Uitgeverij Syntax media
Hoofdstuk 6 Chemisch evenwicht bladzijde 1 Opgave 1 Hoe luidt de evenwichtsvoorwaarde voor de volgende evenwichtsreacties? [SO 3] 2 a 2 SO 2(g) + O 2(g) 2 SO 3(g) K = ------------------- [SO 2] 2 [O 2]
Nadere informatieNATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE
NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 af te nemen in de periode van woensdag 5 januari 01 tot en met woensdag 1 februari 01 Deze voorronde bestaat uit 4 meerkeuzevragen verdeeld over
Nadere informatiePbSO 4(s) d NH 4Cl + KOH KCl + H 2O + NH 3(g) NH 4. + OH - NH 3(g) + H 2O e 2 NaOH + CuCl 2 Cu(OH) 2(s) + 2 NaCl
Hoofdstuk 11 Chemische reacties bladzijde 1 Opgave 1 De ionen die in water ontstaan: a NaCl Na Cl - b AgNO 3 Ag - NO 3 c (NH 4) 2SO 4 2 NH 4 SO 4 d KOH K OH - e NiSO 4 Ni 2 SO 4 Opgave 2 Schrijf de volgende
Nadere informatieOEFENOPGAVEN VWO EVENWICHTEN
OPGAVE 1 OEFENOPGAVEN VWO EVENWICHTEN In een ruimte van 5,00 liter brengt men 9,50 mol HCl(g) en 2,60 mol O 2 (g). Na evenwichtsinstelling is 40,0% van de beginstoffen omgezet en is er Cl 2 (g) en H 2
Nadere informatieNADELEN VAN ZURE REGEN.
efenset 1984 pgaven pgave 1 Zure regen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Het onderwerp zure regen heeft het afgelopen jaar in de pers veel aandacht gehad. Er volgen nu een aantal citaten over dit onderwerp. Lees de tekst
Nadere informatieSCHEIKUNDEOLYMPIADE 2018
SCHEIKUNDEOLYMPIADE 018 CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 af te nemen in de periode van 15 tot en met 7 januari 018 Deze voorronde bestaat uit 0 meerkeuzevragen verdeeld over 8 onderwerpen en opgaven met in totaal
Nadere informatieUitwerkingen van de opgaven uit: CHEMISCHE ANALYSE ISBN , 1 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 5 Argentometrie bladzijde 1
Hoofdstuk 5 Argentometrie bladzijde 1 Opgave 1 Bereken met behulp van het oplosbaarheidsproduct de oplosbaarheid (g/l) in zuiver water bij kamertemperatuur, van: a CuBr K s = 5,2 x 10-9 CuBr Cu + + Br
Nadere informatieNATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE
NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE CORRECTIEMODEL VOORRONDE af te nemen in de periode van januari tot en met 5 februari 04 Deze voorronde bestaat uit 0 meerkeuzevragen verdeeld over 8 onderwerpen en open opgaven
Nadere informatieBUFFEROPLOSSINGEN. Inleiding
BUFFEROPLOSSINGEN Inleiding Zowel in de analytische chemie als in de biochemie is het van belang de ph van een oplossing te regelen. Denk bijvoorbeeld aan een complexometrische titratie met behulp van
Nadere informatie5.4 ph van oplossingen van zwakke zuren of zwakke basen
Opmerking: We gaan ervan uit, dat bij het mengen van oplossingen geen volumecontractie optreedt. Bij verdunde oplossingen is die veronderstelling gerechtvaardigd. 5.4 ph van oplossingen van zwakke zuren
Nadere informatieVoorronde Opgave 1. Opgaven. woensdag 17 februari
Voorronde 1982 Opgaven woensdag 17 februari Opgave 1 1 2 3 4 5 6 Jood is in water slecht oplosbaar. Het oplossen van een geringe hoeveelheid jood komt voor een klein deel tot stand door een redoxreactie
Nadere informatie25/02/2017. [H 2 S] = K b,2 [OH ] = 1,
25/02/207 Meerstapshydrolyse van anionen Sommige anionen, afkomstig van meerbasische zuren hydrolyseren in meerdere stappen. De mate waarin elk van die hydrolysestappen doorgaat is afhankelijk van de desbetreffende
Nadere informatieFrank Povel. a1. De twee factoren zijn: 1. er moeten geladen deeltjes zijn; 2. de geladen deeltjes moeten zich kunnen verplaatsen.
UITWERKING CCVS-TENTAMEN 26 november 2014 Frank Povel NB. Deze uitwerking is door mij gemaakt en is niet de uitwerking die de CCVS hanteert. Er kunnen dan ook op geen enkele wijze rechten aan deze uitwerking
Nadere informatieOEFENOPGAVEN VWO ZUREN EN BASEN + ph-berekeningen
OEFENOPGAVEN VWO ZUREN EN BASEN + ph-berekeningen OPGAVE 1 01 Bereken hoeveel mmol HCOOH is opgelost in 40 ml HCOOH oplossing met ph = 3,60. 02 Bereken ph van 0,300 M NaF oplossing. 03 Bereken hoeveel
Nadere informatieElektronenoverdracht (1)
Redoxreacties 1 Elektronenoverdracht (1) Een bekende reactie is: 2 Na(s) + Cl 2 (g) 2 NaCl(s) (oude notatie: Na + Cl - ) Hierbij is sprake van elektronenoverdracht. Dit kan als volgt worden voorgesteld:
Nadere informatieEindexamen scheikunde 1-2 vwo 2001-I
Eindexamen scheikunde - vwo -I 4 Antwoordmodel Parkeerkaartje Het juiste antwoord is: S 8 - + I - S4 - + I S 8 - voor de pijl en S4 - na de pijl I - voor de pijl en I na de pijl juiste coëfficiënten Indien
Nadere informatieMaak bij het oplossen ook gebruik van het feit dat de totale positieve lading in de oplossing gelijk is aan de totale negatieve lading.
Voorronde 1980 heeft niet plaatsgevonden. p voordracht van docenten over het hele land zijn leerlingen met gemiddeld 9 voor het vak scheikunde uitgenodigd deel te nemen aan de Nationale eindronde 1980.
Nadere informatieEindexamen scheikunde 1 vwo 2001-I
Eindexamen scheikunde vwo -I 4 Antwoordmodel Parkeerkaartje Het juiste antwoord is: S O 8 - + I - SO4 - + I S O 8 - voor de pijl en SO4 - na de pijl I - voor de pijl en I na de pijl Indien de volgende
Nadere informatieEXAMEN SCHEIKUNDE VWO 1982 EERSTE TIJDVAK uitwerkingen
EXAMEN SCHEIKUNDE VWO 1982 EERSTE TIJDVAK uitwerkingen Oxonium 1982-I(I) Opmerking: Het ruimtelijk verloop (zie onder) van de substitutiereactie (S N2) was bij de beantwoording niet noodzakelijk: Uit (methoxyethaan)
Nadere informatieUITWERKING CCVS-TENTAMEN 28 november OPGAVE 1 chroomaluin. OPGAVE 2 - deodorant. Frank Povel
l UITWERKING CCVS-TENTAMEN 28 november 2017 Frank Povel NB. Deze uitwerking is door mij gemaakt en is niet de uitwerking die de CCVS hanteert. Er kunnen dan ook op geen enkele wijze rechten aan deze uitwerking
Nadere informatieEXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 8 OPGAVEN
MAVO-4 I EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1973 MAVO-4 Woensdag 9 mei, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) OPEN VRAGEN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 8 OPGAVEN
Nadere informatieBollen, kolommen, platen en achtvlakken
Bollen, kolommen, platen en achtvlakken Van twee vloeistoffen P en Q is het volgende gegeven: P Q molecuulmassa (u) 170 160 dichtheid (g ml 1 ) bij 20 0,75 3,1 Stel dat beide vloeistoffen bestaan uit bolvormige
Nadere informatieOEFENOPGAVEN MOLBEREKENINGEN
OEFENOPGAVEN MOLBEREKENINGEN * = voor VWO Salmiak, NH 4 Cl(s), kan gemaakt worden door waterstofchloride, HCl(g), te laten reageren met ammoniak, NH 3 (g) 01 Wat is de chemische naam voor salmiak? 02 Geef
Nadere informatieEindexamen havo scheikunde pilot 2013-I
Beoordelingsmodel ph-bodemtest 1 maximumscore 2 Een juist antwoord kan als volgt zijn geformuleerd: Het tabletje bevat bariumsulfaat en deze stof is slecht oplosbaar (in water). notie dat het tabletje
Nadere informatieSCHEIKUNDEOLYMPIADE 2017
SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2017 CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 af te nemen in de periode van 18 tot en met 25 januari 2017 Deze voorronde bestaat uit 20 meerkeuzevragen verdeeld over 8 onderwerpen en 2 opgaven met
Nadere informatieVoorronde Opgave 1. (17 punten) Opgaven
Voorronde 1985 Opgaven woensdag 6 februari De opgaven kunnen in willekeurige volgorde worden gemaakt. De normering is als volgt: Opgave 1: 17 punten Opgave: 18 punten Opgave 3: 14 punten Opgave 4: 1 punten
Nadere informatieUITWERKING CCVS-TENTAMEN 28 november OPGAVE 1 chroomaluin. OPGAVE 2 - deodorant. Frank Povel
l UITWERKING CCVS-TENTAMEN 28 november 2017 Frank Povel NB. Deze uitwerking is door mij gemaakt en is niet de uitwerking die de CCVS hanteert. Er kunnen dan ook op geen enkele wijze rechten aan deze uitwerking
Nadere informatie38 e Nationale Scheikundeolympiade
8 e Nationale Scheikundeolympiade Rijksuniversiteit Groningen THEORIETOETS correctievoorschrift dinsdag juni 207 Deze theorietoets bestaat uit 6 opgaven met in totaal 4 deelvragen. Gebruik voor elke opgave
Nadere informatießCalciumChloride oplossing
Samenvatting door R. 1673 woorden 17 februari 2013 8 1 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie Additiereactie Bij een reactie tussen hexeen en broom springt de C=C binding open. Aan het molecuul
Nadere informatie6 VWO SK Extra (reken)opgaven Buffers.
6 VWO SK Extra (reken)opgaven Buffers. Opgave I. 1 Je wilt een buffermengsel maken met ph = 4,20. Welke stoffen kun je het beste als uitgangsstoffen nemen? Opgave II. 2 In 1,00 liter water is opgelost
Nadere informatieZUUR-BASE BUFFERS Samenvatting voor het VWO
ZUUR-BASE BUFFERS Samenvatting voor het VWO versie december 2014 INHOUDSOPGAVE 1. Vooraf 2. Wat is een buffer? 3. Hoe werkt een buffer? 4. Geconjugeerd zuur/base-paar 5. De ph van een buffer De volgende
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 9, 10, 11 Zuren/Basen, Evenwichtsconstanten
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 9, 10, 11 Zuren/Basen, Evenwichtsconstanten Samenvatting door een scholier 1087 woorden 22 januari 2009 6 42 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie Scheikunde
Nadere informatieReacties en stroom 1
Reacties en stroom 1 Elektronenoverdracht (1) Een bekende reactie is: 2 Na(s) + Cl 2 (g) 2 NaCl(s) (oude notatie: Na + Cl - ) Hierbij is sprake van elektronenoverdracht. Dit kan als volgt worden voorgesteld:
Nadere informatieEindexamen scheikunde 1-2 vwo 2007-I
Beoordelingsmodel Epoxypropaan 1 maximumscore 3 methoxyetheen stamnaam etheen 1 voorvoegsel methoxy 2 Indien een naam is gegeven waarin als enige fout een onjuist voorvoegsel voorkomt, maar uit de naam
Nadere informatieZelfs zuiver water geleidt in zeer kleine mate elektrische stroom en dus wijst dit op de aanwezigheid van geladen deeltjes.
Cursus Chemie 4-1 Hoofdstuk 4: CHEMISCH EVENWICHT 1. DE STERKTE VAN ZUREN EN BASEN Als HCl in water opgelost wordt dan bekomen we een oplossing die bijna geen enkele covalente HCl meer bevat. In de reactievergelijking
Nadere informatieNB. VERGETEN IS DE NORMERING OP DE OPGAVEN TE ZETTEN WILT U DE KANDIDATEN DIT MONDELING MEDEDELEN?
Voorronde 1984 pgaven woensdag 1 februari 1984. Beschikbare tijd: 3 klokuren. Deze voorronde bestaat uit 5 opgaven. et geheel omvat 10 pagina s. De opgaven kunnen in willekeurige volgorde gemaakt worden.
Nadere informatieUITWERKING CCVS-TENTAMEN 16 april 2018
l UITWERKING CCVS-TENTAMEN 16 april 2018 Frank Povel NB. Deze uitwerking is door mij gemaakt en is niet de uitwerking die de CCVS hanteert. Er kunnen dan ook op geen enkele wijze rechten aan deze uitwerking
Nadere informatie1 XIII. Oplosbaarheid
XIII. Oplobaarheid 1 3 4 Oploen van ionaire verbindingen in water: het oplobaarheidprodut 5 oploen: Ca (v) Ca (aq) - (aq) neerlaan: Ca (aq) - (aq) Ca (v) evenwihtintelling: Ca (v) Ca (aq) - (aq) verzadigde
Nadere informatieEindexamen scheikunde havo 2007-II
Beoordelingsmodel Kwik 1 maximumscore 2 aantal protonen: 160 aantal elektronen: 158 aantal protonen: 160 1 aantal elektronen: het gegeven aantal protonen verminderd met 2 1 2 maximumscore 2 g 2 Cl 2 Indien
Nadere informatieHoofdstuk 8. Redoxreacties. Chemie 6 (2u)
Hoofdstuk 8 Redoxreacties Chemie 6 (2u) Deze slides voor de lesbegeleiding worden ter beschikking gesteld, maar ze zijn te beperkt om als samenvatting van de cursus te kunnen dienen. Oxidatie / Reductie
Nadere informatie21 e NATIONALE CHEMIE OLYMPIADE Voorronde 1, 2000
e NATIONALE CHEMIE OLYMPIADE Voorronde, 000 Opgaven woensdag 9 februari Deze voorronde bestaat uit 9 vragen verdeeld over 7 opgaven. De maximum score voor dit werk bedraagt 00 punten. De toets duurt maximaal
Nadere informatieRedoxreacties. Gegeven zijn de volgende reactievergelijkingen: Reactie 1: Pd Cl - 2- PdCl 4 Reactie 2: 2 Cu I - -
Redoxreacties 5vwo Opgave 1 Redox of niet? Gegeven zijn de volgende reactievergelijkingen: Reactie 1: Pd 2+ + 4 Cl - 2- PdCl 4 Reactie 2: 2 Cu 2+ + 5 I - - 2 CuI + I 3 Leg voor elk van beide reacties uit
Nadere informatieUITWERKING CCVS-TENTAMEN 15 april 2019
l UITWERKING CCVS-TENTAMEN 15 april 2019 Frank Povel NB. Deze uitwerking is door mij gemaakt en is niet de uitwerking die de CCVS hanteert. Er kunnen dan ook op geen enkele wijze rechten aan deze uitwerking
Nadere informatieOefenopgaven BEREKENINGEN
Oefenopgaven BEREKENINGEN havo Inleiding De oefenopgaven over berekeningen zijn onderverdeeld in groepen. Vet gedrukt staat aangegeven om wat voor soort berekeningen het gaat. Kies uit wat het beste past
Nadere informatieEindexamen scheikunde 1-2 vwo 2002-I
4 Antwoordmodel Munt 1 Het juiste antwoord bevat de notie dat V 0 = +0,96 V van N 3 + H + /N + H 2 of V 0 = +0,93 V van N 3 + H + /HN 2 + H 2 of V 0 = +0,81 V van N 3 + H + /N 2 + H 2 groter is dan V 0
Nadere informatieCCVS-tentamen 16 mei 2014 - Uitwerking
CCVStentamen 16 mei 2014 Uitwerking door Frank Povel NB. De puntentoekenning is door mij gedaan op grond van de totalen per opgave zoals weergegeven op bij het tentamen behorende voorblad. OPGAVE 1 koper
Nadere informatieVraag Antwoord Scores
Ademtest 1 maximumscore 2 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: Een ureummolecuul bevat NH 2 groepen / N-H bindingen, zodat er waterstbruggen (met watermoleculen) gevormd kunnen worden. (Dus ureum is
Nadere informatieEen reactie blijkt bij verdubbeling van alle concentraties 8 maal zo snel te verlopen. Van welke orde zou deze reactie zijn?
Hoofdstuk 19 Reactiesnelheid en evenwicht bladzijde 1 Opgave 1 Voor de volgende reactie: 4 NH 3(g) + 5 O 2(g) 4 NO(g) + 6 H 2O(g) blijkt onder bepaalde omstandigheden: S = 2,5 mol/l s. Hoe groot zijn:
Nadere informatieHoofdstuk 12 Zuren en basen
Hoofdstuk 12 Zuren en basen bladzijde 1 Opgave 1 Reactie van de volgende zuren met water: HNO 3 HNO 3 H 2O H 3O NO 3 C 2H 5NH 3 C 2H 5NH 3 H 2O H 3O C 2H 5NH 2 HCN HCN H 2O H 3O CN HClO 4 HClO 4 H 2O H
Nadere informatieSCHEIKUNDEOLYMPIADE 2019
SCHEIKUNDEOLYMPIADE 019 CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 af te nemen in de periode van 1 tot en met 5 januari 019 Deze voorronde bestaat uit 0 meerkeuzevragen verdeeld over 8 onderwerpen en 3 opgaven met in
Nadere informatie2 H 2 O(vl) H 3 O + (aq) + OH - (aq) Deze evenwichtsreactie wordt meestal eenvoudiger als volgt geschreven:
Zuren en basen 1. Autoionisatie van water Op het eerste gezicht geleidt water de elektrische stroom niet. Bij gebruik van meer gevoelige meetapparatuur blijkt water toch de elektrische stroom te geleiden,
Nadere informatieIn de natuur komen voor Cu en Cl respectievelijk de isotopen 63 Cu, 65 Cu en 35 Cl, 37 Cl voor.
Chemie Vraag 1 In de natuur komen voor Cu en Cl respectievelijk de isotopen 63 Cu, 65 Cu en 35 Cl, 37 Cl voor. Nuclide Nuclidemassa (u) 63 Cu 62,93 65 Cu 64,93 35 Cl 34,97 37 Cl 36,95 Wat is de verhouding
Nadere informatieUITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I VAK: SCHEIKUNDE 1,2 EXAMEN: 2001-I
UITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2001-I VAK: SCHEIKUNDE 1,2 NIVEAU: VWO EXAMEN: 2001-I De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen.
Nadere informatieOEFENTOETS Zuren en basen 5 VWO
OEFENTOETS Zuren en basen 5 VWO Gesloten vragen 1. Carolien wil de zuurgraad van een oplossing onderzoeken met twee verschillende zuur-baseindicatoren en neemt hierbij het volgende waar: I de oplossing
Nadere informatieNATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE
NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE CORRECTIEMODEL VOORRONDE 1 af te nemen in de periode van 28 januari tot en met 4 februari 2015 Deze voorronde bestaat uit 20 meerkeuzevragen verdeeld over 8 onderwerpen en
Nadere informatieUitwerkingen van de opgaven uit: CHEMISCHE ANALYSE ISBN , 1 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 17 Potentiometrie bladzijde 1
Hoofdstuk 17 Potentiometrie bladzijde 1 Opgave 1 Stel dat we twee referentie-elektroden in een oplossing dompelen en de spanning meten, hoe groot is dan de spanning tussen de onderstaande combinaties?
Nadere informatieHet is echter waarschijnlijker dat rood kwik bestaat uit Hg 2+ ionen en het biantimonaation met de formule Sb2O7 4.
Lyceum Oudehoven Hoefslag 4 4205 NK Gorinchem Schoolexamen Leerjaar: 4 Vak: Scheikunde Datum: 26-06-2013 Tijd: 13.00 14.30 uur Uitdelen: opgavenvellen + proefwerkpapier Toegestaan: rekenmachine, potlood,
Nadere informatieUITWERKING CCVS-TENTAMEN 16 mei 2014 Frank Povel
UITWERKING CCVSTENTAMEN 16 mei 2014 Frank Povel NB. Deze uitwerking is door mij gemaakt en is niet de uitwerking die de CCVS hanteert. Er kunnen dan ook op geen enkele wijze rechten aan deze uitwerking
Nadere informatie3. Welke van onderstaande formules geeft een zout aan? A. Al 2O 3 B. P 2O 3 C. C 2H 6 D. NH 3
Toelatingsexamens en Ondersteunend Onderwijs VOORBLAD EXAMENOPGAVEN Toetsdatum: n.v.t. Vak: Scheikunde voorbeeldexamen 2015 Tijdsduur: 2 uur en 30 minuten De volgende hulpmiddelen zijn toegestaan bij het
Nadere informatie_ Examen VWO. tij ~.- Q)
_ Examen VWO ~ Voorbereidend C Wetenschappelijk :::J Onderwijs ~.- Q) J: e tij VWO Tijdvak 2 Dinsdag 22 juni 13.30-16.30 uur Als bij een vraag een verklaring, uitleg of berekening gevraagd wordt, worden
Nadere informatieCENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN SCHEIKUNDE TENTAMEN SCHEIKUNDE. datum : donderdag 29 juli 2010
CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN SCHEIKUNDE TENTAMEN SCHEIKUNDE datum : donderdag 29 juli 2010 tijd : 14.00 tot 17.00 uur aantal opgaven : 6 Iedere opgave dient op een afzonderlijk vel te worden gemaakt
Nadere informatieEXAMEN SCHEIKUNDE VWO 1983 EERSTE TIJDVAK opgaven
EXAMEN SCHEIKUNDE VWO 1983 EERSTE TIJDVAK opgaven Eliminatie 1983-I(I) Als uit een molecuul twee atomen of atoomgroepen worden verwijderd waarbij in het molecuul een meervoudige binding ontstaat, dan spreekt
Nadere informatieOefenopgaven TITRATIES
Oefenopgaven TITRATIES vwo ZUURBASE-TITRATIES OPGAVE 1 Tijdens een titratie wordt 10,00 ml 3,00 10-4 M zwavelzuur getitreerd met natronloog van onbekende molariteit. Er is 21,83 ml natronloog nodig om
Nadere informatieNATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE
NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE OPGAVEN VOORRONDE 1 af te nemen in de periode van woensdag 25 januari 2012 tot en met woensdag 1 februari 2012 Deze voorronde bestaat uit 24 meerkeuzevragen verdeeld over
Nadere informatieEindexamen scheikunde 1 vwo I
Stinkdier 19 maximumscore 5 De gele kleur die ontstaat op het filtreerpapiertje dat boven de stinkdiervloeistof wordt gehouden, komt van het lood(ii)mercaptide, dat ontstaat doordat de (vluchtige) thiol
Nadere informatieWat is de formule van het metaalchloride waarin M het symbool van het metaal voorstelt?
Chemie Vraag 1 5,0.10-4 mol van een metaalchloride wordt opgelost in water. Er is 60 ml van een 2,5.10-2 mol.l -1 zilvernitraatoplossing nodig om alle chlorideionen neer te slaan onder de vorm van zilverchloride.
Nadere informatieWat is de formule van het metaalchloride waarin M het symbool van het metaal voorstelt?
Chemie Vraag 1 5,0.10-4 mol van een metaalchloride wordt opgelost in water. Er is 60 ml van een 2,5.10-2 mol.l -1 zilvernitraatoplossing nodig om alle chlorideionen neer te slaan onder de vorm van zilverchloride.
Nadere informatieExamen VWO. Scheikunde
Scheikunde Examen VW Voorbereidend Wetenschappelijk nderwijs Tijdvak 1 Dinsdag 18 mei 13.30 16.30 uur 19 99 Dit examen bestaat uit 23 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een goed
Nadere informatieOefenvraagstukken 5 VWO Hoofdstuk 11. Opgave 1 [HCO ] [H O ] x x. = 4,5 10 [CO ] 1,00 x 10
Oefenvraagstukken 5 VWO Hoofdstuk 11 Zuren en basen Opgave 1 1 Ga na of de volgende zuren en basen met elkaar kunnen reageren. Zo ja, geef de reactievergelijking. Zo nee, leg duidelijk uit waarom niet.
Nadere informatieOplossingen Scheikunde van 2001
www. Oplossingen Scheikunde van 2001 Disclaimer: Alle uitwerkingen zijn onder voorbehoud van eventuele fouten. Er is geen enkele aansprakelijkheid bij de auteur van deze documenten. Om deze vragen te kunnen
Nadere informatieFosfor kan met waterstof reageren. d Geef de vergelijking van de reactie van fosfor met waterstof.
1 Een oplossing van zwavelzuur en een oplossing van bariumhydroxide geladen beide elektriciteit. Wordt bij de zwavelzuuroplossing een oplossing van bariumhydroxide gedruppeld, dan neemt het elektrisch
Nadere informatieStabilisator voor PVC
Stabilisator voor PVC 1 maximumscore 2 Voorbeelden van een juist antwoord zijn: Als chlooretheen polymeriseert ontstaan lange ketens zonder dwarsverbindingen. De ketens kunnen langs elkaar bewegen (bij
Nadere informatieKoolstofdioxide1985-II(I)
EXAMEN SCHEIKUNDE VWO 1985, TWEEDE TIJDVAK, uitwerkingen Koolstofdioxide1985-II(I) 1 liter (1 dm ) lucht bevat,0010 % CO, dat is,0010 4 dm CO. 1 mol gas heeft een volume van 4 4 dm (gegeven) 1 dm,0 10
Nadere informatieEindexamen scheikunde 1 vwo 2004-I
Eindexamen scheikunde 1 vwo 004-I 4 Beoordelingsmodel Zink 1 Een juist antwoord kan als volgt zijn geformuleerd: IJzerionen zijn Fe + of Fe 3+ en sulfide-ionen zijn en dat leidt tot de formule Fe of Fe
Nadere informatieSCHEIKUNDEOLYMPIADE 2017
SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2017 CORRECTIEMODEL VOORRONDE 2 af te nemen in de periode van 20 tot en met 24 maart 2017 Deze voorronde bestaat uit 20 meerkeuzevragen verdeeld over 7 onderwerpen en 3 opgaven met
Nadere informatieEXAMEN SCHEIKUNDE VWO 1986, EERSTE TIJDVAK, uitwerkingen
EXAMEN SCHEIKUNDE VWO 1986, EERSTE TIJDVAK, uitwerkingen Rioolwater 1986-I(I) Indien de chloride-ionen niet verwijderd worden, zullen ze door dichromaationen in chloor(gas) worden omgezet. Hierdoor wordt
Nadere informatie38 e Nationale Scheikundeolympiade
38 e Nationale Scheikundeolympiade Rijksuniversiteit Groningen THEORIETOETS opgaven dinsdag 13 juni 2017 Deze theorietoets bestaat uit 6 opgaven met in totaal 34 deelvragen. Gebruik voor elke opgave een
Nadere informatieEXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN
MAVO-4 I EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1974 MAVO-4 Woensdag 8 mei, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) OPEN VRAGEN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN
Nadere informatieNATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE
NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE CORRECTIEMODEL VOORRONDE af te nemen in de week van woensdag 8 maart 01 Deze voorronde bestaat uit 0 meerkeuzevragen verdeeld over 6 onderwerpen en open opgaven met in totaal
Nadere informatieChemie 2001 Vraag 1 Je wil 1 liter van een 0,010 M oplossing van glucose (C6H1206) bereiden, door een geschikt volume van een meer geconcentreerde oplossing over te brengen in een maatkolf van 1,0 liter
Nadere informatieUITWERKING CCVS-TENTAMEN 24 november 2015
Uitwerking CCVStentamen 24 november 2015 door Frank Povel UITWERKING CCVSTENTAMEN 24 november 2015 Frank Povel NB. Deze uitwerking is door mij gemaakt en is niet de uitwerking die de CCVS hanteert. Er
Nadere informatie5 VWO. H8 zuren en basen
5 VWO H8 zuren en basen Inleiding Opdracht 1, 20 min in tweetallen Nakijken; eventueel vragen stellen 8.2 Zure, neutrale en basische oplossingen 8.2 Zure, neutrale en Indicator (tabel 52A) Zuurgraad 0-14?
Nadere informatieScheikunde SE2. Hoofdstuk 8
Scheikunde SE2 Hoofdstuk 8 Paragraaf 2 Indicatoren: stoffen waarmee je kunt bepalen of een oplossing zuur of basisch is. Zuur: als een oplossing een ph heeft van minder dan 7. Basisch: als een oplossing
Nadere informatie1. Elementaire chemie en chemisch rekenen
In onderstaande zelftest zijn de vragen gebundeld die als voorbeeldvragen zijn opgenomen in het bijhorend overzicht van de verwachte voorkennis chemie. 1. Elementaire chemie en chemisch rekenen 1.1 Grootheden
Nadere informatieOefenopgaven ZUREN en BASEN havo
Oefenopgaven ZUREN en BASEN havo OPGAVE 1 Men lost de volgende zouten op in water: (i) ammoniumnitraat (ii) kaliumsulfide (iii) natriumwaterstofsulfaat 01 Geef voor elk van deze zouten de oplosvergelijking.
Nadere informatieOEFENOPGAVEN VWO6sk1 TENTAMEN H1-11
OEFENOPGAVEN VWO6sk1 TENTAMEN H1-11 06-07, HU, oktober 2006 1. POLARITEIT, WATERSTOFBRUGGEN Zie het apart uitgedeelde stencil voor extra theorie (is tentamenstof!) en een oefenopgave. 2. CHEMISCH REKENEN
Nadere informatie5 Water, het begrip ph
5 Water, het begrip ph 5.1 Water Waterstofchloride is een sterk zuur, het reageert als volgt met water: HCI(g) + H 2 0(I) Cl (aq) + H 3 O + (aq) z b Hierbij reageert water als base. Ammoniak is een zwakke
Nadere informatieScheikunde Vraag 1. Vraag 1: <A> <B> <C> <D>
Scheikunde Vraag 1 Je wil 1 liter van een 0,010 M oplossing van glucose (C 6 H 12 O 6 ) bereiden, door een geschikt volume van een meer geconcentreerde oplossing over te brengen in een maatkolf van 1,0
Nadere informatieUITWERKING CCVS-TENTAMEN 18 april 2017
UITWERKING CCVSTENTAMEN 18 april 2017 Frank Povel NB. Deze uitwerking is door mij gemaakt en is niet de uitwerking die de CCVS hanteert. Er kunnen dan ook op geen enkele wijze rechten aan deze uitwerking
Nadere informatieDeze methylionen hechten zich aan het methoxymethaan, waarbij trimethyloxonium-ionen worden gevormd:
EXAMEN SCHEIKUNDE VWO 1982 EERSTE TIJDVAK opgaven Oxonium 1982-I(I) Sommige reacties van alkoxyalkanen vertonen overeenkomst met reacties van alkanolen. Zo kan zowel ethoxyethaan als ethanol reageren met
Nadere informatieSamenvatting Scheikunde Hoofdstuk 9
Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 9 Samenvatting door een scholier 2070 woorden 9 jaar geleden 6 39 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie Scheikunde hoofdstuk 9 - Reacties en Stroom 9.1
Nadere informatieHoofdstuk 14: Zuur-Base
Hoofdstuk : uur-ase Wat is een zuur? -het bevat H-atomen -het splitst H af bij oplossen in water HO H zelfde energie als covalente binding H-rest H rest H-rest HO HO rest HO permanent Hl H l Sp² hybridisatie
Nadere informatieEindexamen havo scheikunde pilot II
Zelfbruiners 1 maximumscore 2 Een voorbeeld van een juist antwoord is: Bij de reactie reageert de dubbele binding tot een enkele binding / verdwijnt de dubbele binding, dus het is een additiereactie. de
Nadere informatieEindexamen scheikunde havo 2008-I
Beoordelingsmodel Uraan 1 maximumscore 2 aantal protonen: 92 aantal neutronen: 146 aantal protonen: 92 1 aantal neutronen: 238 verminderen met het aantal protonen 1 2 maximumscore 2 UO 2 + 4 HF UF 4 +
Nadere informatieHoofdstuk 6. De ph/zuurgraad is een getal waarin de hoeveelheid zuur of base wordt uitgedrukt. Dit getal ligt meestal tussen de 0 en 14.
Samenvatting door W. 879 woorden 15 oktober 2012 5,8 52 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Hoofdstuk 6 2 De PH van een oplossing De ph/zuurgraad is een getal waarin de hoeveelheid zuur
Nadere informatieOpgave 1. n = m / M. e 500 mg soda (Na 2CO 3) = 0,00472 mol. Opgave 2. m = n x M
Hoofdstuk 8 Rekenen met de mol bladzijde 1 Opgave 1 n = m / M a 64,0 g zuurstofgas (O 2) = 2,00 mol (want n = 64,0 / 32,0) enz b 10,0 g butaan (C 4H 10) = 0,172 mol c 1,00 g suiker (C 12H 22O 11) = 0,00292
Nadere informatie