De relatie tussen opstandig gedrag van een kind en disciplineren van de ouder.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De relatie tussen opstandig gedrag van een kind en disciplineren van de ouder."

Transcriptie

1 De relatie tussen opstandig gedrag van een kind en disciplineren van de ouder. Verschillen tussen moeders en vaders en zonen en dochters. Masterscriptie Gezinspedagogiek Pedagogische Wetenschappen Universiteit Leiden Begeleidster: Dr. D.J.H. Smeets Tweede lezer: Prof. dr. J. Mesman Datum: 21 januari 2014 Ilse Sanders (s )

2 Samenvatting In dit onderzoek is de bidirectionele relatie tussen opstandig gedrag van een kind en het disciplineren van de ouder onderzocht. Verwacht wordt dat ouders van kinderen die vaker opstandig gedrag vertonen vaker gebruik maken van negatieve disciplinering-strategieën vergeleken met ouders van kinderen die weinig opstandig zijn. Andersom wordt verwacht dat kinderen van ouders die veel negatieve disciplinering-strategieën toepassen een jaar later meer opstandig gedrag vertonen. Naast de bidirectionele relatie is onderzocht in hoeverre geslacht van het kind een rol speelt en of vaders en moeders verschillende disciplineringstrategieën gebruiken. Voor dit onderzoek is gebruik gemaakt van een aselect getrokken steekproef van 96 gezinnen die deelnamen aan de longitudinale studie Boys will be boys. De steekproef bestaat uit moeders en vaders en hun oudste kind van 3-4 jaar oud. Ouders van kinderen die weinig opstandig gedrag laten zien commanderen hun kinderen vaker vergeleken met ouders van kinderen die vaker opstandig zijn. Ook blijkt dat vaders vergeleken met moeders vaker gebruik maken van laksheid. Bij zowel moeders als vaders speelt geslacht van het kind geen rol in het strategie-gebruik. Het disciplineren van de ouders blijkt daarnaast het opstandige gedrag van de kinderen niet te voorspellen. De disciplinering-strategie Commanderen wordt bediscussieerd en er worden verklaringen gezocht in de steekproef, meetinstrument en andere kindfactoren voor het niet gevonden effect van disciplineren op opstandige gedrag. Ook worden verschillen in de opvoeding tussen vaders en moeders besproken. Ten slotte worden aanbevelingen en suggesties voor vervolgonderzoek gegeven. Inleiding Naarmate jonge kinderen ouder worden, leren lopen en zelf op ontdekking uitgaan moeten ouders grenzen aangeven waardoor nieuwe uitdagingen en spanningen kunnen ontstaan. Peuters worden opstandig: ze luisteren niet naar instructies of doen het tegenovergestelde van wat wordt gevraagd (Owen, Slep, & Heyman, 2012). Dit onderzoek gaat over de vraag: hoe gaan ouders om met het opstandige gedrag van hun kind? Oftewel hoe is de relatie tussen het disciplineren van de ouder en het opstandige gedrag van een kind? In de vroege ontwikkeling kan veel opstandig gedrag de voorloper zijn van probleemgedrag op latere leeftijd (Egeland, Kalkoske, Gottesman, & Erickson, 1990; Owen et al., 2012). Het is daarom belangrijk dat ouders op een adequate manier met het opstandige gedrag van hun kind 3

3 omgaan om probleemgedrag op latere leeftijd te kunnen voorkomen. In dit onderzoek wordt de bidirectionele relatie onderzocht tussen opstandig gedrag en disciplineren. Niet alleen de samenhang tussen het opstandige gedrag van een kind en het disciplineren van de ouder wordt onderzocht maar ook wat de invloed is van het disciplineren op het opstandige gedrag een jaar later. Tot nu toe is er echter weinig onderzoek naar hoe vaders disciplineren. Het onderzoek richt zich daarom niet alleen op moeders maar ook op vaders. Disciplineren Ouders kunnen positieve en negatieve disciplinering-strategieën toepassen. Negatieve strategieën zijn bijvoorbeeld het commanderen of fysiek ingrijpen zonder uitleg. Een ander voorbeeld is toegeven of niet ingrijpen (Van Zeijl et al., 2007). Met commanderen worden verbale uitingen bedoeld die gericht zijn op het laten stoppen van het ongewenste gedrag van een kind zonder uitleg te geven waarom. Fysiek ingrijpen is bijvoorbeeld het weghalen of afpakken van een voorwerp waar een kind niet aan mag komen. Niet ingrijpen of laksheid houdt in dat een ouder de disciplinering-strategie niet goed doorzet en uiteindelijk opgeeft waardoor een kind zijn zin krijgt. Voorbeelden van positieve strategieën zijn het gebruiken van afleiding, het tonen van empathie en inductie (Van Zeijl et al., 2007). Afleiding past de ouder toe door de aandacht van het kind op iets anders te richten. Met empathie tonen wordt bedoeld dat ouders interesse hebben en begrip tonen voor de gedachten en gevoelens van hun kinderen door bijvoorbeeld te benoemen dat de ouder begrijpt dat iets moeilijk is voor een kind. Inductie houdt in dat de ouder uitleg geeft waarom een kind bijvoorbeeld niet aan een bepaald voorwerp mag komen en wat de consequenties zijn. Ouders neigen meestal naar een bepaalde opvoedingsstijl die invloed heeft op de manier van disciplineren. Baumrind (1971) heeft opvoedingsstijlen van ouders in drie groepen verdeeld: de autoritaire, de autoritieve en permissieve opvoedingsstijl. De autoritaire ouder hanteert strikte regels zonder uitleg te geven. De negatieve disciplinering-strategieën commanderen en fysiek ingrijpen zonder uitleg zullen gebruikt worden door ouders met een meer autoritaire opvoedingsstijl. De autoritieve ouder hanteert ook regels, maar luistert en verplaatst zich in het kind om eventueel het opvoedgedrag aan te passen. Positieve disciplinering-strategieën zoals afleiding of empathie tonen zullen meer gebruikt worden door ouders met een meer autoritieve opvoedingsstijl. Een permissieve opvoedingsstijl houdt in dat ouders weinig bijdragen aan het disciplineren van hun kind. Laksheid of niet ingrijpen zal worden gebruikt door ouders met een meer permissieve opvoedingsstijl. De autoritieve 4

4 opvoedingsstijl kan omschreven worden als een sensitieve opvoedingsstijl omdat de ouders naast het hanteren van de regels ook rekening houden met signalen en gevoelens van een kind. Ouders met een autoritieve opvoedingsstijl zijn het meest succesvol in het opvoeden van sociale en verantwoordelijke kinderen die luisteren naar de ouders (Grusec & Goodnow, 1994). Hoffman (1994) sluit aan op de autoritieve opvoedingsstijl door te stellen dat discipline pas effectief is als het niet teveel of te weinig opwinding veroorzaakt bij het kind. Oftewel als de ouder een kind te weinig prikkelt door niet in te grijpen, zal het kind de ouder negeren en bij teveel prikkeling, zoals bij lichamelijk straffen, zal het kind te angstig worden en kan het kind de boodschap van de ouder niet goed verwerken. In dit onderzoek wordt onderzocht of het disciplineren van de ouders invloed heeft op het opstandige gedrag van een kind. Ook wordt onderzocht of er samenhang is tussen het opstandige gedrag van een kind en het disciplineren van de ouder. Daarom wordt eerst de relatie tussen het opstandige gedrag van een kind en het disciplineren van de ouder besproken. Relatie tussen opstandig gedrag en disciplineren De mate van opstandig gedrag van een kind kan invloed hebben op de keuze die ouders maken om te disciplineren. Ouders van peuters die veel externaliserend gedrag vertonen gebruiken bijvoorbeeld een paar jaar later vaker fysieke discipline (Choe, Olson, & Sameroff, 2013). Del Vecchio en O Leary (2006) vonden in een groep agressieve peuters dat moeders, als reactie op opstandig gedrag, vaker laksheid lieten zien in combinatie met overactief disciplineren (77,8%) dan moeders in een groep minder agressieve peuters (51,8%). Overactief disciplineren houdt in dat ouders bijvoorbeeld vaak hun boosheid laten zien, vaker fysiek ingrijpen en veel dreigend commanderen (Del Vecchio & O Leary, 2006; Dowling, Slep, & O Leary, 2009). Arnold en O Leary (1995) concluderen ook dat overactief disciplineren vaker wordt toegepast bij kinderen die vaak opstandig zijn. De relatie met laksheid werd echter niet gevonden. Daarnaast kan negatief gedrag van het kind indirect effect hebben op het disciplineren van de moeder. Het opstandige gedrag veroorzaakt negatieve gedachten en emoties over het kind wat kan leiden tot overactief disciplineren (Lorber & O Leary, 2005). Uit het onderzoek van Verhoeven et al. (2010) komt naar voren dat ouders met zonen die veel externaliserend gedrag laten zien een gebrek aan structuur hebben en vaker gebruik maken van lichamelijke discipline en psychologische controle. Belsky, Hsieh en Crnic (1998) vonden daarentegen geen onderbouwing voor de invloed van 5

5 opstandig gedrag op het disciplineren. Negatief gedrag, zoals een moeilijk temperament van het kind, veroorzaakte geen negatief opvoedgedrag van de ouder. In veel van de genoemde studies is onderzoek gedaan naar het effect van negatief kindgedrag op het gebruik van negatieve disciplinering-strategieën van ouders (Del Vecchio & O Leary, 2006; Arnold & O Leary, 1995; Lorber & O Leary, 2005; Dowling et al., 2009; Belsky et al.,1998). In het huidige onderzoek wordt niet alleen onderzocht of ouders van opstandige kinderen vaker negatieve disciplinering-strategieën gebruiken, maar ook of ouders meer positieve disciplinering-strategieën gebruiken als hun kind minder vaak opstandig is. In dit onderzoek wordt de positieve strategie Afleiding onderzocht naast de negatieve strategieën Commanderen, Laksheid en Fysiek ingrijpen. Verwacht wordt dat de ouders van kinderen die vaker opstandig gedrag laten zien vaker negatieve disciplinering-strategieën gebruiken dan de ouders van kinderen die minder vaak opstandig gedrag laten zien. Andersom wordt verwacht dat ouders met kinderen die minder vaak opstandig zijn vaker gebruik maken van positieve disciplinering-strategieën dan ouders met kinderen die vaker opstandig zijn. Invloed disciplineren op opstandig gedrag Naast de relatie tussen opstandig gedrag en het disciplineren van de ouder heeft het disciplineren ook invloed op het opstandige gedrag van een kind. Verschillende theorieën verklaren de bidirectionele relatie tussen disciplineren en opstandig gedrag. Volgens de sociale leertheorie van Bandura (1973) leren kinderen opstandig of agressief gedrag door het voorbeeld van hun ouders te volgen. Kinderen imiteren het gedrag van hun ouders en leren op deze wijze nieuw gedrag aan. Een andere theorie die dit effect kan verklaren is Patterson s (1982) Coercion Theory. Bijvoorbeeld als een kind afwijzend reageert op een opdracht of vraag van de ouder, dan kan een ouder hierop reageren door te schelden of te schreeuwen. Daarop wordt het kind nog opstandiger en geeft de ouder uiteindelijk toe. Het kind leert hierdoor dat opstandig gedrag wordt beloond en zal dit gedrag vaker gaan gebruiken om zijn zin te krijgen. Oftewel Patterson s Coercion Theory verklaart dat een combinatie van negatieve disciplinering-strategieën en een permissieve opvoedingsstijl zorgt voor het in stand houden van probleemgedrag. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat negatieve disciplineren-strategieën geassocieerd zijn met externaliserend gedrag van het kind (Gershoff, 2002; Patterson, 1982). Daarnaast lijkt het disciplineren van de ouder ook het opstandige gedrag van een kind te kunnen voorspellen (Choe et al., 2013). In een meta-analyse van Rothbaum en Weisz (1994) 6

6 is in niet-klinische steekproeven gevonden dat harde discipline, inconsistent disciplineren en afwijzing van het kind door de ouder belangrijke voorspellers zijn voor probleemgedrag bij kinderen. Een ander voorbeeld is dat kinderen van moeders die vaak negatieve disciplineringstrategieën gebruiken na 1 jaar vaker agressief gedrag vertonen. Dit effect is echter alleen aanwezig bij de minder sensitieve moeders (Alink et al., 2009). Van Zeijl et al. (2007) concluderen in hun onderzoek dat zowel positieve als negatieve disciplinering-strategieën invloed hebben op externaliserend gedrag, maar dat dit afhankelijk is van het temperament van het kind. Kinderen met een moeilijk temperament blijken gevoeliger te zijn voor zowel positieve als negatieve disciplinering-strategieën vergeleken met kinderen met een makkelijker temperament. Positieve disciplinering-strategieën kunnen leiden tot minder externaliserend gedrag bij het kind (Rothbaum & Weisz, 1994; Van Zeijl et al., 2007; Choe et al., 2013). Videofeedback Intervention to promote Positive Parenting Sensitive Discipline (VIPP-SD) is een voorbeeld van een interventie voor het bevorderen van positieve disciplinering-strategieën. VIPP-SD is een kortdurend preventief interventieprogramma gericht op het verminderen van externaliserend gedrag door middel van sensitief disciplineren. Tijdens de bezoeken werden disciplinering-strategieën zoals inductie en afleiding geïntroduceerd, video-opnamens bekeken en feedback gegeven om sensitieve discipline te bevorderen. Na afloop van de interventie werd in de interventiegroep door de ouders meer positief gedisciplineerd in vergelijking met de ouders uit de controlegroep. Daarnaast vertoonden de kinderen uit de interventiegroep minder externaliserend gedrag dan de kinderen uit de controlegroep (Van Zeijl et al., 2006). In het huidige onderzoek wordt het effect van disciplineren van de ouder op het opstandige gedrag van het kind een jaar later gemeten. Omdat het onderzoek onderdeel is van een longitudinale studie die vier jaar duurt wordt er gebruik gemaakt van de data van onderzoeksjaar 1 en onderzoeksjaar 2. Er wordt verwacht dat de kinderen van ouders die vaak negatieve disciplinering-strategieën gebruiken een jaar later meer opstandig gedrag laten zien dan de kinderen van ouders die vaker positieve disciplinering-strategieën gebruiken. Verschillen tussen jongens en meisjes en moeders en vaders In deze studie wordt ook onderzocht of er een relatie is tussen het geslacht van een kind en het disciplineren van de ouder. Uit verschillende studies blijkt dat jongens vaker externaliserend gedrag laten zien dan meisjes (Alink et al., 2006; Martin & Ross, 2005; 7

7 Kuczynski, Kochanska, Radke-Yarrow, & Girnius-Brown, 1987). Er van uitgaande dat jongens vaker opstandig gedrag vertonen dan meisjes wordt in het huidige onderzoek onderzocht of ouders ook verschillend met hun zonen en dochters omgaan in relatie tot het disciplineren. Onderzoek toont namelijk aan dat, ongeacht het temperament van het kind, moeders bij jongens bijvoorbeeld vaker gebruik maken van lichamelijke straffen dan bij meisjes (Gordon, 1983). Jongens uit disharmonieuze families lijken daarnaast door ouders meer blootgesteld te worden aan inconsistente en dwingende discipline dan meisjes (Dadds, Sheffield, & Holbeck, 1990). Volgens Jansen et al. (2012) gebruiken ouders vaker strenge discipline bij jongens dan bij meisjes. Volgens de onderzoeker kan het geslacht van het kind als een moderater werken tussen het disciplineren van de ouder en externaliserend gedrag van het kind. Het nadeel van deze studie is dat gebruik gemaakt is van ouder-rapportages waardoor de kans groter is op seksespecifieke en sociaal wenselijke antwoorden. Daarentegen gebruiken ouders volgens Kerr, Lopez, Olsen en Sameroff (2004) geen verschillende disciplinering-strategieën voor zonen en dochters. In meerdere onderzoeken worden verschillen in strategiegebruik gevonden tussen vaders en moeders. Moeders rapporteren bijvoorbeeld minder fysieke discipline en meer inductie dan vaders (Kerr et al., 2004). Daarnaast maken moeders vaker gebruik van vriendelijke begeleiding bij hun kinderen dan vaders (Blandon & Volling, 2008). Rothbaum en Weisz (1994) vonden dat de opvoeding door de moeder een betere voorspeller is van externaliserend gedrag dan opvoeding door de vader in cross-sectional studies. Deater- Deckard en Dodge (1997) concluderen in hun onderzoek dat het effect van harde discipline op externaliserend gedrag afhangt van het geslacht van de ouder en het kind. Zo blijkt dat wanneer ouder en kind van hetzelfde geslacht zijn het effect wordt versterkt. De relatie tussen harde discipline van moeders en externaliserend gedrag van het kind was sterker voor meisjes dan voor jongens. Ouders hebben een unieke invloed op het gedrag van het kind afhankelijk van het geslacht van het kind. Zo lijken vaders een grotere invloed te hebben dan moeders op de socialisatie van hun dochters (Kosterman, Haggerty, Spoth, & Redmond, 2004). Wisselende resultaten worden gevonden over de verschillen tussen moeders en vaders en het disciplineren. Door middel van deze studie wordt geprobeerd meer kennis te krijgen over de verschillen tussen vaders en moeders en jongens en meisjes in het disciplineren en mogelijke verklaringen. In het huidige onderzoek wordt verwacht dat ouders verschillende disciplinering-strategieën gebruiken, beïnvloed door het geslacht van het kind. 8

8 Onderzoeksvragen Samengevat wordt in deze studie de bidirectionele relatie tussen het disciplineren van de ouder en het opstandige gedrag van een kind onderzocht. Op basis van de literatuur worden de volgende onderzoeksvragen en hypothesen onderzocht: 1) Is er een relatie tussen de mate van opstandigheid van een kind en het strategiegebruik van de ouder? Verwacht wordt dat ouders van de kinderen die vaker opstandig gedrag laten zien vaker negatieve disciplinering-strategieën gebruiken; en dat ouders met kinderen die minder vaak opstandig zijn vaker gebruik maken van positieve disciplinering-strategieën. Er wordt bovendien onderzocht of vaders en moeders verschillende disciplinering-strategieën gebruiken afhankelijk van het geslacht van het kind. 2) Zijn de disciplinering-strategieën die ouders gebruiken in het eerste onderzoeksjaar (T1) voorspellend voor het opstandige gedrag van de kinderen een jaar later (T2)? Verwacht wordt dat de kinderen van ouders die vaak negatieve disciplineringstrategieën gebruiken een jaar later meer opstandig gedrag laten zien dan de kinderen van ouders die vaker positieve disciplinering-strategieën gebruiken. Bovendien wordt onderzocht of hierin verschillen zijn tussen moeders en vaders. Methode Dit onderzoek is uitgevoerd binnen de studie Boys will be boys van de afdeling Algemene en Gezinspedagogiek van de Universiteit Leiden. Boys will be boys is een vierjarige longitudinale studie die gericht is op vroege seksespecifieke opvoeding en socialisatie bij jongens en meisjes in relatie tot opstandig gedrag. Er is onderzoek gedaan naar de verschillen tussen vaders en moeders en naar verschillen tussen gezinnen. De helft van de gezinnen heeft twee kinderen van hetzelfde geslacht en de andere helft heeft twee kinderen van een verschillend geslacht. Van de gezinnen met twee kinderen van een verschillend geslacht is bij de helft het oudste kind een jongen en de andere helft heeft als oudste kind een 9

9 meisje. Door deze onderzoeksopzet is het ook mogelijk de verschillen in gedrag tussen ouders en kinderen met een verschillend geslacht en leeftijd binnen een gezin te analyseren. Aan de studie hebben in het eerste onderzoeksjaar 390 Nederlandse gezinnen met twee kinderen mee gedaan, met een leeftijdsverschil tussen de kinderen van ongeveer 18 tot 30 maanden. Gezinnen konden mee doen als het jongste kind ongeveer 12 maanden oud was. De gezinnen zijn geworven via de Gemeentelijke Basis administratie van verschillende steden en dorpen uit het westen van Nederland en ouders konden zelf aangeven of zij mee wilden doen aan het onderzoek. Eenouder gezinnen, ouders of kinderen met ernstige lichamelijke of verstandelijke beperkingen en ouders die niet zijn geboren in Nederland en geen Nederlands spreken zijn uitgesloten van deelname aan het studie. Hiervoor is gekozen om de homogeniteit te waarborgen. De studie duurt vier jaar waarin elk jaar huisbezoeken plaatsvinden. Tijdens een huisbezoek zijn verschillende observatie en computertaken uitgevoerd. Deze taken zijn voornamelijk gericht op onderzoek naar sensitiviteit en disciplineren van de ouder, onderwerpen die veel worden besproken in de literatuur in relatie tot de ontwikkeling van opstandig gedrag. In het eerste jaar zijn huisbezoeken voor vaders en moeders gepland rond de eerste verjaardag van het jongste kind. Vervolgens is dit 3 jaar herhaald, de laatste huisbezoeken vinden plaats als het jongste kind ongeveer 4 jaar oud is. Steekproef In het huidige onderzoek is gebruik gemaakt van een aselecte steekproef van 96 gezinnen die deelnemen aan de studie Boys will be boys. 22 Gezinnen bestaan uit twee jongens, 26 gezinnen bestaan uit twee meisjes. Daarnaast zijn er 29 gezinnen waarvan het oudste kind een jongen is en de jongste een meisje en er zijn 19 gezinnen waarvan het oudste kind een meisje is en de jongste een jongen. De steekproef voor dit onderzoek bestaat uit vaders, moeders en hun oudste kinderen. Het aantal jongens en meisjes in de steekproef is ongeveer gelijk verdeeld: 50 jongens en 46 meisjes. Ten tijde van het eerste huisbezoek zijn de oudste kinderen gemiddeld drie jaar (3,1) oud (SD=0,28) en ten tijde van het tweede onderzoeksjaar gemiddeld vier (4,1) jaar oud (SD= 0,28). De ouders zijn hoog opgeleid, ongeveer de helft heeft een universitaire studie genoten (moeders 55,2% en de vaders 49,0%). De moeders zijn gemiddeld 34 jaar (SD=3,57) en de vaders 36 jaar (SD=5,12) ten tijde van het eerste huisbezoek. De meeste ouders hebben een 10

10 hoge sociaal economische status (SES) (77,1%). Moeders werken in het eerste onderzoeksjaar gemiddeld 26 uur per week (SD=7,93) en vaders gemiddeld 37 uur per week (SD=5,88). Procedure De ouders die voor de studie Boys will be boys zijn geselecteerd, hebben een brief gekregen met daarin het doel en korte uitleg van de studie. Zodra de ouders hun deelname hadden bevestigd, werden zij benaderd door de Universiteit Leiden. De gezinnen zijn twee keer per jaar ingepland voor een huisbezoek op basis van de verjaardag van het jongste kind met de vader en de moeder apart. Tussen een huisbezoek met vader en een huisbezoek met moeder zaten een aantal weken. De huisbezoeken duurden in totaal ongeveer twee uur en bestonden uit verschillende observatietaken die zijn gefilmd. Twee onderzoekers waren bij de huisbezoeken aanwezig. De eerste onderzoeker had tijdens het huisbezoek de leiding over de observatietaken en het filmen. De tweede onderzoeker ondersteunde de eerste onderzoeker en deed computertaken met de ouders en het oudste kind en hield het jongste kind bezig als de ouder taken uitvoerde met het oudste kind. Voor de start van een huisbezoek werd een korte introductie gegeven en moesten ouders tekenen deelname aan het onderzoek. De ouders kozen zelf de plek uit waar zij de taken wilden uitvoeren, meestal in de woonkamer. De ouder deed tijdens een huisbezoek eerst met beide kinderen afzonderlijk verschillende observatietaken en vervolgens voerde de ouder een aantal observatietaken uit met beide kinderen samen. Aan het einde van elk huisbezoek kregen de kinderen een klein cadeau en na elk tweede huisbezoek kregen de ouders 30 euro voor deelname aan het onderzoek. De huisbezoeken zijn uitgevoerd door getrainde bachelor- en masterstudenten onder begeleiding van promovendi van de Universiteit Leiden. In dit onderzoek is gebruik gemaakt van thuisobservaties van de taak Aantrekkelijk Speelgoed (Don t touch toys). Deze taak wordt uitgevoerd met beide kinderen en de vader of de moeder. Voor de twee huisbezoeken werd gebruik gemaakt van verschillende tassen met speelgoed, zodat de kinderen niet hetzelfde speelgoed te zien zouden krijgen. In beide tassen waren een knuffel en twee of drie verschillende soorten speelgoed aanwezig die qua uiterlijk en geluid aantrekkelijk waren voor de kinderen. Aan het begin van de observatietaak kreeg de ouder de tas met speelgoed en een kaartje waarop de opdracht stond uitgelegd. De ouder kreeg de opdracht om het speelgoed uit de tas te halen en de kinderen twee minuten niet aan het speelgoed te laten komen. Vervolgens kreeg de ouder na twee minuten een seintje van de 11

11 onderzoeker dat de kinderen alleen met de knuffel mochten spelen. Na weer twee minuten mochten de kinderen met het al het speelgoed spelen en was de observatietaak afgerond. De ouder werd gevraagd op dezelfde wijze te reageren zoals hij of zij normaal ook zou doen in een soortgelijke situatie. Meetinstrumenten In het huidige onderzoek is de relatie tussen opstandig gedrag en de disciplinering strategieën van de ouders onderzocht door middel van de observatietaak Aantrekkelijk speelgoed. Voor deze observatietaak zijn kind en ouderschalen gecodeerd Opstandig gedrag. Op de kindschaal is aangegeven of een kind aan het speelgoed komt of ernaar reikt (Opstandig gedrag). Het kind moet bij het reiken een duidelijk beweging maken naar het speelgoed met de intentie om het speelgoed aan te raken, Als het kind tijdens de observatietaak niet aan het speelgoed is gekomen of ernaar heeft gereikt dan is dit gecodeerd als 0. Zodra een kind wel aan het speelgoed komt of ernaar reikt wordt opstandig gedrag gecodeerd voor 10 seconden. Ook als een kind tijdens deze 10 seconden meerdere keren aan het speelgoed komt of ernaar reikt telt alleen de eerste keer mee. Als het kind na deze 10 seconden weer aan het speelgoed komt of ernaar reikt wordt er weer een periode van 10 seconden geturfd. Het aantal periodes van 10 seconden waarin een kind aan het speelgoed is gekomen of ernaar heeft gereikt is aan het einde van het coderen bij elkaar opgeteld. Deze waarde geeft de opstandigheid van het kind aan gedurende observatietaak. Als een kind per ongeluk het speelgoed aanraakt dan is dit niet gecodeerd als opstandig gedrag. De films waarin het kind aan het speelgoed komt of er naar reikt en de ouder op geen enkel moment de opdracht geeft om niet aan het speelgoed te komen of juist wel de opdracht geeft om aan het speelgoed te komen zijn niet meegenomen in de studie. Op T1 hebben 9 codeurs het opstandige gedrag gecodeerd met een intraclass correlatie coëfficiënt van 0,97 (range 0,92-1,00). Op T2 is het opstandige gedrag door 23 codeurs gecodeerd met een intraclass correlatie van 0,95 (range 0,90-0,99). Disciplinering-strategieën. Op de ouderschalen zijn de reacties van de ouders op het gedrag van het kind aangegeven in de 10 seconden waarin het kind opstandig is. Op de schaal zijn 4 disciplinering-strategieën gecodeerd, namelijk: Commanderen, fysiek ingrijpen, niet ingrijpen en afleiding gebruiken. Commanderen (Commanderen) is gecodeerd als de ouder zegt dat het kind niet aan het speelgoed mag komen, dit kan ook door nee, alleen kijken of de naam van het kind te zeggen. Het commanderen moet als doel hebben het kind van het 12

12 speelgoed vandaan te houden. Fysiek ingrijpen (Fysiek) is gecodeerd als de ouder het kind stopt met het reiken naar of het aanraken van het speelgoed door fysiek in te grijpen. Dit kan bijvoorbeeld door het kind vast te houden, te blokkeren of het speelgoed te verplaatsen. Niet ingrijpen (Laksheid) is gecodeerd als de ouder tijdens de 10 seconden niet reageert op het kind. Afleiding (Afleiding) is gecodeerd als de ouder reageert met het doel de aandacht van het kind weg te halen van het speelgoed. Dit kan zowel verbaal als non-verbaal door bijvoorbeeld te wijzen, een spelletje voor te stellen of een gesprek aan te gaan over het speelgoed. Tijdens de 10 seconden van opstandig gedrag is gecodeerd welke disciplineringstrategieën de ouder gebruikt door deze aan te kruisen. In deze 10 seconden kunnen verschillende strategieën worden gecodeerd, maar een bepaalde strategie kan tijdens deze periode maar een keer gecodeerd worden. De waarden van de ouderschalen geven aan hoe vaak op welke wijze is gereageerd op het gedrag van het kind. 10 Codeurs hebben de ouderschaal gecodeerd in het eerste onderzoeksjaar met een intraclass correlatie coëfficiënt van 0,94 (0,90-0,99) voor de strategie Commanderen, 0,93 (0,83-0,99) voor de strategie Fysiek, 0,94 (0,85-0,98) voor de strategie Laskheid en 0,85 (0,70-0,94) voor de strategie Afleiding. In een eerdere fase in het onderzoek zijn ook andere positieve disciplineringstrategieën geobserveerd zoals empathie en inductie. Deze strategieën zijn niet meegenomen in dit onderzoek, omdat de betrouwbaarheid bij het coderen van deze strategieën niet voldoende was. Resultaten Voordat de hypotheses zijn getoetst, is een data-inspectie uitgevoerd om de normaliteit van de variabelen, de uitbijters en missende waarden te onderzoeken. Vervolgens zijn verschillende toetsen uitgevoerd om antwoord te kunnen geven op de onderzoeksvragen. Data- inspectie Eerst is onderzocht hoe vaak een bepaalde strategie wordt gebruikt als reactie op het opstandige gedrag. Binnen de 10 seconden waarin een kind opstandig gedrag laat zien, kunnen meerdere disciplinering-strategieën gebruikt worden. Om deze reden is het gebruik van elke strategie berekend in percentages ten opzichte van het totaal gebruikte disciplineringstrategieën per ouder. In Tabel 1 wordt een overzicht gegeven van alle disciplinering- 13

13 strategieën van moeders en vaders, deze variabelen zijn gebruikt in de analyses. Er zijn geen missende waarden aanwezig in de data set. Moeders. In de bovenste helft van Tabel 1 wordt een overzicht gegeven van de disciplinering-strategieën van moeders en het opstandige gedrag van het kind bij moeders. Uit de gemiddelden blijkt dat de kinderen bij moeder in het eerste onderzoeksjaar (T1) en in het tweede onderzoeksjaar (T2) gemiddeld 7 keer opstandig gedrag laten zien. Vier kinderen zijn niet opstandig geweest bij moeder op T1. De verdelingen van de variabelen Fysiek en Afleiding bij moeders op T1 komen overeen met een normaalverdeling. Dit is te zien aan de Z scheefheid en Z kurtosis die vallen binnen de regel 0 = normaal, < -3 of > 3: niet normaal (Kroonenberg, 2006). De verdelingen van de variabelen Commanderen en Laksheid bij moeders op T1 zijn niet normaal verdeeld. De uitbijters worden niet gezien als foute of extreme waarden. De scheefheid van deze variabelen is mogelijk veroorzaakt doordat het strategieën zijn die minder worden gebruikt, waardoor de verdeling per definitie scheef is. Een log transformatie van de variabelen verbeterde de normaliteit niet, daarom is besloten de analyses met de oorspronkelijke variabelen uit te voeren. Vaders. In de onderste helft van Tabel 1 wordt een overzicht gegeven van de disciplinering-strategieën van vaders en opstandig gedrag van het kind bij vaders. Gemiddeld zijn kinderen bij vaders op T1 en T2 7 keer ongehoorzaam geweest. Twaalf kinderen zijn op T1 niet opstandig geweest. De verdelingen van de variabelen Commanderen en Fysiek bij vaders op T1 komen overeen met een normaal verdeling. De verdelingen van de variabelen Laksheid en Afleiding op T1 zijn niet normaal verdeeld. Ook voor de vader toets-variabelen is ervoor gekozen om geen log transformatie toe te passen omdat dit weinig verbetering van de normaliteit opleverde. 14

14 Tabel 1. Beschrijvende gegevens van de verdelingen moeders en vaders N Min Max M SD z scheefheid z kurtosis Opstandig gedrag T ,06 4,41 2,23-0,21 Commanderen T ,49 0,19 1,86 3,41 Fysiek T ,58 0,24 0,16 0,20-1,82 Laksheid T ,10 0,17 11,42 20,90 Afleiding T ,50 0,18 0,15 2,46-0,80 Opstandig gedrag T ,23 5,50 3,75 0,50 Opstandig gedrag T ,80 5,31 2,64-0,01 Commanderen T ,49 0,22 1,45 0,80 Fysiek T ,70 0,21 0,17 1,70-0,96 Laksheid T ,15 0,23 6,50 4,58 Afleiding T ,15 0,16 7,60 15,38 Opstandig gedrag T ,23 6,45 5,66 3,82 0,50 z scheefheid = scheefheid/standaardmeetfout = kurtosis/standaardmeetfout moeders Vaders z kurtosis Opstandig gedrag. Om de relatie tussen het opstandige gedrag van het kind en de disciplinering-strategieën van ouders te onderzoeken is een gemiddelde mate van opstandigheid voor ieder kind berekend. Hiervoor zijn de Z-scores van de opstandigheid van het kind bij moeders en vaders gebruikt. Hiervoor is gekozen zodat dezelfde opstandigheidsscore gebruikt kon worden bij analyses om het disciplineren van vader en moeder te kunnen vergelijken. De variabele Opstandig gedrag op T1 is berekend als het gemiddelde van de Z-score van vader en moeder, (N=95, M=0, SD=0,82). In deze groep is 1 gezin niet meegenomen omdat het oudste kind zowel bij vader als bij moeder geen opstandig gedrag heeft laten zien waardoor geen disciplinering-strategieën gescoord konden worden. Er is eenzelfde variabele opstandig gedrag op T2 gemaakt waarbij twee gezinnen niet zijn meegenomen omdat het oudste kind bij vader en moeder geen opstandig gedrag heeft laten zien,(n=94, M=0, SD=0,90). Deze variabele is gebruikt om te onderzoeken in hoeverre de disciplinering-strategieën van ouders op T1 het opstandige gedrag voorspellen op T2. De variabele gemiddelde opstandigheid op T1 is verdeeld in een groep weinig opstandig en een groep vaker opstandig (zie Tabel 2). 15

15 Tabel 2. Gemiddelde (M) en SD opstandigheid T1, voor de groepen weinig opstandig en vaker opstandig Weinig opstandig Vaker opstandig N M SD Moeders 47 4,17 2,45 Vaders 47 3,62 3,17 Totaal 47 7,79 3,46 Moeders 48 10,04 3,87 Vaders 48 9,98 5,07 Totaal 48 20,02 6,15 Verschillen tussen jongens en meisjes en vaders en moeders. Voordat antwoord is gegeven op de onderzoeksvragen is onderzocht of jongens meer opstandig gedrag laten zien dan meisjes en of verschillen in het geslacht van het kind een rol spelen. Op T1 blijkt dit niet zo te zijn, er is geen significant verschil in opstandig gedrag tussen jongens en meisjes op T1 in de steekproef (t(93) = 0,43,p = 0,65). Op T2 is er wel een significant verschil in opstandig gedrag tussen jongens en meisjes, (t(92) = 2,86, p < 0,01). Jongens (N=48, M=0,24, SD=0,99) laten op T2 significant vaker opstandig gedrag zien dan meisjes (N= 46, M=-0,25, SD=0,60). De verschillen tussen moeders en vaders en moeders is ook onderzocht. In Tabel 3 wordt een overzicht gegeven van de percentages gebruikte disciplinering-strategieën van moeders en vaders gesplitst in de twee groepen opstandigheid. Tabel 3 Percentages en SD s van type strategie ten opzichte van elkaar op T1 moeders (N = 92) en vaders (N= 84) Commanderen Fysiek Laksheid Afleiding Weinig Moeder 53(23,1) 22(18,4) 10(21,0) 16(17,1) opstandig Vader 56(24,9) 19(17,6) 12(21,1) 14(18,8) Vaker Moeder 45(12,3) 26(12,8) 10(13,0) 20(12,6) opstandig Vader 43(17,9) 23(15,5) 18(24,5) 16(13,7) Relatie tussen opstandig gedrag en disciplineren Om antwoord te geven op de vraag of er een relatie is tussen de mate van opstandigheid van een kind en het strategiegebruik van de ouder is een Repeated Measures ANOVA (RM ANOVA) uitgevoerd. Strategiegebruik is in de toets gebruikt als afhankelijke variabele. De vier verschillende strategieën (Commanderen, Fysiek, Laksheid en Afleiding) zijn ingevoerd als within subjects factor. Naast mate van opstandig gedrag (weinig vs vaker) 16

16 is ook geslacht van het kind (jongen/meisje) als between factor ingevoerd om te onderzoeken of ouders bij jongens of meisjes verschillende strategieën gebruiken. Twee toetsen zijn uitgevoerd, voor moeders en vaders apart. Voor moeders blijkt dat er een significant hoofdeffect is van type strategie, F(3,264) = 69,77, p<0,001. Dit betekent dat de ene strategie significant vaker is gebruikt dan de ander. In Tabel 3 is te zien dat Commanderen het meeste is gebruikt als strategie. Er zijn geen significante interactie-effecten met de strategieën Commanderen, Fysiek, Laksheid en Afleiding gevonden: de strategieën zijn door moeders in beide groepen opstandige kinderen even vaak toegepast. Er is ook geen significant interactie-effect gevonden met geslacht van het kind: moeders gebruiken bij jongens geen andere strategieën als reactie op opstandig gedrag dan bij meisjes. Ook voor vaders is er een hoofdeffect voor type strategie, F(3,240) = 43,25, p <0,001. Vaders hebben net zoals moeders het vaakst de strategie Commanderen gebruikt als reactie op opstandig gedrag (zie Tabel 3). Bij vaders is in tegenstelling tot moeders wel een interactieeffect gevonden tussen type strategie en opstandig gedrag, F(3,240) = 3,05, p <0,05: vaders gebruiken voor de twee opstandigheidsgroepen verschillende strategieën. Om te onderzoeken waar deze verschillen in zitten is een post hoc t-toets met Bonferoni correctie uitgevoerd. Hieruit blijkt dat de strategie Commanderen relatief vaker gebruikt is bij kinderen die weinig opstandig zijn dan bij kinderen die vaker opstandig zijn, t(82) = 2,769, p <0,01. Uit de RM ANOVA komt naar voren dat de andere strategieën even vaak zijn toegepast in de groep weinig vaker opstandige kinderen. Met behulp van een correlatietoets is ook gekeken naar de samenhang tussen opstandig gedrag op T1 en disciplineren op T1. Uit deze toets komt het verschil in het gebruik van de strategie Commanderen in de verschillende opstandigheidsgroepen terug in de vorm van een negatieve correlatie. De strategie Laksheid komt in tegenstelling tot de RM ANOVA in de correlatietoets naar voren als een positieve correlatie, r(84) = 0,264, p< 0,01: Laksheid wordt door vaders vaker gebruikt naarmate kinderen opstandiger zijn (zie Tabel 4). Er is bij vaders geen significant interactie-effect gevonden met geslacht van het kind: vaders gebruiken bij jongens geen andere strategieën als reactie op opstandig gedrag dan bij meisjes. Moeders vs. Vaders. Vervolgens is onderzocht of moeders en vaders verschillende disciplinering-strategieën gebruiken in reactie op het opstandige gedrag van het kind. Hiervoor is een RM ANOVA uitgevoerd met geslacht van de ouder (Moeder, Vader) als within factor en de mate van opstandigheid (Weinig opstandig, Vaker opstandig) als between 17

17 factor. Voor iedere strategie zijn aparte analyses uitgevoerd. Alleen voor de strategie Laksheid is een significant hoofdeffect gevonden, F(1,77) = 4,10, p <0,05. Vaders maken significant vaker gebruik van Laksheid dan moeders. De andere drie strategieën zijn relatief gezien even vaak gebruikt door vaders en moeders. Er is geen interactie-effect gevonden met opstandig gedrag van het kind. Er is geen relatie tussen de opstandigheid van het kind en de verschillen in strategiegebruik tussen moeders en vaders. Invloed strategiegebruik T1 op opstandig gedrag T2 Ook is onderzocht of disciplinering-strategieën die ouders gebruiken op T1 voorspellend zijn voor opstandig gedrag van het kind op T2. De variabele gemiddelde opstandigheid T2 is gebruikt voor deze onderzoeksvraag. Om dit te onderzoeken is eerst gebruik gemaakt van een correlatietoets. Hieruit komt naar voren dat de disciplineringstrategieën op T1 niet correleren met het opstandige gedrag van het kind op T2 (zie Tabel 4). Opstandig gedrag op T1 is wel positief gecorreleerd met opstandige gedrag op T2, r(94) =,452, p< 0,001: meer opstandig gedrag op T1 betekent ook meer opstandig gedrag op T2. Omdat de strategie variabelen niet samenhangen, ook niet als wordt gecorrigeerd voor opstandig gedrag op T1, wordt er geen regressieanalyse uitgevoerd. Oftewel disciplineren is niet gerelateerd aan opstandig gedrag een jaar later. Tabel 4 Correlatietabel met strategieën moeders (M) en vaders (V) en opstandig gedrag (Opst) Fys-M Laks-M Afl-M Com-V Fys-V Laks-V Afl -V Opst T1 Opst T2 Com-M -0,36 ** -0,42 ** -0,38 ** 0,02 0,002-0,07 0,07-0,23 * -0,10 Fys-M -0,35 ** -0,22 * -0,11 0,34 ** -0,09-0,07 0,12 0,20 Laks-M -0,26 * 0,15-0,28 * 0,07-0,01 0,01-0,04 Afl-M -0,09-0,03 0,11-0,001 0,14-0,03 Com-V -0,19-0,61 ** -0,31 ** -0,35 ** -0,15 Fys-V -0,36 ** -0,24 * 0,11 0,07 Laks-V -0,23 * 0,26 * 0,07 Afl -V -0,02 0,02 Opst T1 0,45 ** ** : p<0,001 * : p<0,01 18

18 Discussie Het doel van deze studie was de relatie tussen opstandig gedrag van het kind en het disciplineren van de ouder te onderzoeken. Bovendien is onderzocht of het geslacht van het kind hierin een rol speelt en of er verschillen zijn tussen moeders en vaders in de manier van disciplineren. Uit de resultaten blijkt dat er alleen voor vaders een relatie aanwezig is tussen opstandig gedrag en disciplineren. Daarnaast maken vaders in onderzoeksjaar 1 vaker gebruik van de negatieve disciplinering-strategie Laksheid in vergelijking met moeders. Disciplinerings-strategieën lijken daarentegen voor zowel moeders als vaders niet het opstandige gedrag van hun kinderen een jaar later te voorspellen. Relatie tussen opstandig gedrag en disciplineren In het huidige onderzoek zijn de disciplinering-strategieën Commanderen, Fysiek ingrijpen, Laksheid en Afleiding onderzocht. Uit de resultaten blijkt dat ouders het vaakst commanderen als reactie op het opstandige gedrag van hun kind. Dit doen ouders zowel bij kinderen die vaker opstandig zijn als bij kinderen die weinig opstandig zijn. In tegenstelling tot de hypothese blijkt er geen samenhang te zijn tussen de opstandigheid van het kind en de disciplinering-strategieën die moeders gebruiken. Voor vaders echter blijkt dat er sprake is van een relatie tussen de mate van opstandigheid en de disciplinering-strategieën die worden gebruikt. Vaders gebruiken bij kinderen die minder vaak opstandig zijn vaker de strategie Commanderen dan bij kinderen die vaker opstandig zijn. Dit is een opvallend resultaat, omdat er vanuit was gegaan dat het veelvuldig gebruik maken van de strategie Commanderen een negatieve strategie is. Een verklaring hiervoor kan zijn dat de ouders met minder opstandige kinderen bij het commanderen ook uitleg geven. Hierdoor kan het kind beter begrijpen wat de ouder bedoelt met het commanderen. Omdat in dit onderzoek het geven van uitleg niet is gescoord, kan het commanderen wellicht ook gezien worden als een positieve strategie. Het geven van uitleg of het gebruiken van inductie leidt tot het nadenken over de consequenties waardoor kinderen leren pro-sociaal te zijn en empathie te tonen (Hoffman, 2000). Gardner, Sonuga-Barke en Sayal (1999) vonden tijdens een taak, waarbij de moeder haar kind liet opruimen, dat 80% van de kinderen luistert naar het commanderen van de moeder wanneer zij hierbij ook uitleg geeft over wat en waarom gaat gebeuren. Als de moeder geen uitleg gaf over de taak luisterde 24% van de kinderen naar het commanderen. Het geven van instructies of inductie is een positieve disciplinering-strategie die in vervolgonderzoek meegenomen 19

19 moet worden om te onderzoeken of ouders die vaak commanderen gebruiken ook uitleg geven over de regels. Een andere verklaring voor de verschillen in het commanderen kan gezocht worden bij de sensitiviteit van de ouder en gehechtheid van het kind. Sensitiviteit is niet meegenomen in dit onderzoek maar kan wel invloed hebben op het gedrag van de ouder en het kind. Volgens de gehechtheidstheorie van John Bowlby (1969) zoeken kinderen vanuit biologisch uitgangspunt hun ouders op voor veiligheid en bescherming. Kinderen die veilig gehecht zijn weten dat zij bij hun ouders terecht kunnen en hebben meer vertrouwen in hun ouders en zullen beter luisteren. Veilig gehechte kinderen hebben sensitieve ouders die de signalen van hun kinderen opvangen en hier op een adequate manier op reageren (Shaw & Bell, 1993). Disciplineren door een sensitieve ouder is effectiever dan disciplineren door een ouder die minder betrokken is bij zijn of haar kind (Grusec & Goodnow, 1994). Als ouders niet sensitief zijn richting hun kind, moet het kind meer zijn best doen om aandacht te krijgen, bijvoorbeeld door zich opstandig te gedragen. Kinderen van ouders die sensitief zijn zullen een grotere wil tonen om naar hun ouders te luisteren dan kinderen van minder sensitieve ouders (Grusec & Goodnow, 1994). Zo laten bijvoorbeeld de kinderen van moeders die op de leeftijd van 1 jaar weinig sensitief zijn, een jaar later meer agressief gedrag zien (Shaw, Keenan, & Vondra, 1994). Ouders in het huidige onderzoek die vaker commanderen zijn mogelijk sensitiever dan ouders die minder vaak commanderen. In vervolgonderzoek moet de sensitiviteit van de ouder meegenomen worden om te onderzoeken wat het effect hiervan is op het opstandige gedrag van een kind en het disciplineren van de ouder. Afleiding als positieve disciplinering-strategie wordt tegen de verwachting in niet vaker gebruikt door ouders van kinderen die weinig opstandig zijn dan bij kinderen van ouders die vaker opstandig zijn. Dit komt niet overeen met de resultaten uit andere onderzoeken die wel een relatie vonden tussen positieve disciplinering-strategieën en opstandig gedrag (Rothbaum & Weisz, 1994; Van Zeijl et al., 2007, Choe et al., 2013). Verhoeven et al. (2010) daarentegen vonden geen bewijs dat ouders van kinderen die minder externaliserend gedrag laten zien meer ondersteuning boden als positieve disciplineringstrategie. Terwijl ouders van kinderen die meer externaliserend gedrag lieten zien wel vaker negatieve disciplinering-strategieën gebruikten. Afleiding wordt door ouders weinig toegepast in het onderzoek. Het is dus belangrijk om ook andere positieve disciplinering-strategieën te onderzoeken zoals empathie of inductie om te kunnen bepalen hoe de relatie is tussen positieve-disciplineringstrategieën en opstandig gedrag. 20

20 Naast de relatie tussen het opstandig gedrag en het commanderen wordt ook nog een andere relatie gevonden. Naarmate kinderen meer opstandig worden blijken ouders een lichte voorkeur te hebben voor de strategie Laksheid. Deze relatie is alleen aanwezig voor vaders. Het gebruik van deze strategie naarmate kinderen opstandiger worden komt deels overeen met het onderzoek van Del Vecchio en O Leary, 2006 waarin moeders in een groep agressieve peuters als reactie op het opstandige gedrag vaker laksheid laten zien in combinatie met overactief disciplineren vergeleken met de moeders met minder agressieve peuters. De combinatie met overactief disciplineren wordt echter niet gevonden in het huidige onderzoek. Het is mogelijk dat de vaders uit het onderzoek bij kinderen die steeds opstandiger worden het disciplineren sneller opgeven omdat de eerder gebruikte disciplinering-strategieën geen gewenst effect hebben op het kind, wat gedeeltelijk verklaard kan worden door Patterson s (1982) Coercion Theory. De gevonden relatie tussen Laksheid en opstandig gedrag in deze studie is niet heel sterk dus er kunnen alleen voorzichtige conclusies getrokken worden. Verschillen tussen jongens en meisjes en moeders en vaders In deze studie zijn tegen de verwachtingen in geen verschillen gevonden in het disciplineren van ouders bij jongens en meisjes. Daarnaast blijken jongens niet vaker opstandig gedrag te laten zien dan meisjes in het eerste onderzoeksjaar. Dat er in onderzoeksjaar 1 geen verschil in geslacht van het kind is gevonden verklaard mogelijk ook dat geslacht van het kind geen rol speelt in het strategiegebruik van vaders en moeders. Uit de studie van Alink et al. (2006) blijkt wel dat jongens vaker agressief gedrag laten zien dan meisjes. In deze studie is voor het meten van externaliserend gedrag gebruik gemaakt van ouderrapportages. Omdat in de huidige studie het opstandige gedrag gemeten is door observaties zijn ouders mogelijk minder beïnvloed door seksespecifieke vooroordelen die bij zelfrapportages meer zullen voorkomen. Het gebruik van observaties in de huidige studie kan hierdoor wellicht een beter beeld geven van de verschillen tussen jongens en meisjes in opstandig gedrag. Uit de resultaten van het huidige onderzoek blijkt er wel een verschil te zijn tussen vaders en moeders in het gebruik van Laksheid als disciplinering-strategie. Vaders gebruiken vaker Laksheid als reactie op het opstandige gedrag van hun kinderen dan moeders. Hoewel vaders meer de negatieve disciplinering-strategie Laksheid gebruiken om te disciplineren zijn kinderen niet vaker opstandig bij vaders dan bij moeders wat overeenkomt met de eerder gevonden resultaten. Het disciplineren door vaders wordt mogelijk meer gekarakteriseerd 21

21 door een gebrek aan warmte en inductie dan het disciplineren door moeders (Kerr et al., 2004). Zowel vaders als moeders geven aan dat moeders sensitiever, voorzichtiger en verantwoordelijker zijn (Wille, 1995). Daarnaast besteden moeders, ondanks dat zij meer zijn gaan werken dan vroeger, nog steeds de meeste tijd in de verzorging van hun kind (Bittman & Wajcman, 2000). Doordat moeders vaker de lichamelijke verzorging op zich nemen zijn zij zich meer bewust van tijdschema s dan vaders waardoor vaders flexibeler en minder streng zijn in de opvoeding (Craig, 2006). De leeftijd van het kind kan ook een rol spelen. Naarmate kinderen ouder worden gaan vaders meer verbale instructies geven. Bij jonge kinderen geven vaders minder verbale instructies dan moeders (Fagot & Hagan, 1991). Een combinatie van minder sensitief, flexibeler en minder verbaal zijn dan moeders kan verklaren dat vaders vaker gebruik maken van Laksheid en gewend zijn hun kinderen meer hun gang te laten gaan. Een soortgelijk onderzoek met jonge en oudere kinderen moet uitgevoerd worden om te onderzoeken of leeftijd van het kind een rol speelt in het verschil in disciplineren tussen vaders en moeders. De ouders in de huidige studie zijn grotendeels hoog opgeleid en hebben een hoge SES. Dit kan een verklaring zijn voor de geringe verschillen in opstandig gedrag bij vaders en moeders en tussen jongens en meisjes. Het is bekend dat ouders met een lagere SES meer traditionele familie patronen hebben waardoor er ook meer familieconflicten kunnen ontstaan (Marks, Lam, & McHale, 2009). Het kan zijn dat in een steekproef met een lage SES het verschil in disciplineren tussen vaders en moeders wel invloed heeft het opstandig gedrag van kinderen. Daarnaast hebben de ouders zich voor dit onderzoek vrijwillig op kunnen geven. Ouders die in het dagelijks leven veel problemen ervaren in de opvoeding zijn mogelijk minder geneigd zich op te geven voor dit soort onderzoeken dan ouders die deze problemen minder ervaren. De vraag is dus in hoeverre deze steekproef representatief is voor de Nederlandse bevolking. Soortgelijke onderzoeken moeten herhaald worden met een representatieve steekproef voordat generaliserende conclusies getrokken kunnen worden. Invloed disciplineren op opstandige gedrag Vervolgens is onderzocht of het disciplineren van de ouders voorspellend is voor het opstandige gedrag van het kind een jaar later. In tegenstelling tot de hypothese komt uit de resultaten naar voren dat zowel positieve als negatieve strategieën niet voorspellend zijn voor het opstandige gedrag een jaar later. Verhoeven et al. (2010) vonden een vergelijkbaar resultaat waarin de opvoedingstrategieën zoals gebrek aan structuur en steun en straffen geen 22

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Interactionistische perspectieven benadrukken dat de persoon en zijn of haar omgeving voortdurend in interactie zijn en samen een systeem vormen. Dit idee van integratie

Nadere informatie

EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS

EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS Wetenschappelijk onderzoek In dit rapport worden de wetenschappelijke bevindingen beschreven betreffende de effectiviteit van de Geef me de 5 Basiscursus.

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) Waar voelen kinderen zich meer op hun gemak: in kinderdagverblijven of in gastouderopvang? Ervaren kinderen en hun professionele opvoeders in de kinderopvang meer stress (hogere niveaus

Nadere informatie

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017)

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Hechtingsrelatie Zelfregulatie en interactie tijdens de nacht Onderdeel van de discussie rond sensitief en responsief ouderschap richt zich

Nadere informatie

Verschillende gemeenten in het westen en het midden van Nederland hebben adressen verstrekt van Turkse gezinnen met 2-jarige peuters van wie de

Verschillende gemeenten in het westen en het midden van Nederland hebben adressen verstrekt van Turkse gezinnen met 2-jarige peuters van wie de Samenvatting In de jaren 60 en 70 kwamen Turkse gastarbeiders naar Nederland met de intentie om geld te verdienen en vervolgens weer terug te keren naar Turkije. De overgrote meerderheid van gastarbeiders

Nadere informatie

Poppen of auto s? Universiteit Leiden Child and Family studies 2012

Poppen of auto s? Universiteit Leiden Child and Family studies 2012 Poppen of auto s? Onderzoek naar de verschillen tussen vaders en moeders bij stereotype en contrastereotype uitspraken en de invloed van gezinssamenstelling Universiteit Leiden Child and Family studies

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken)

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) 101 102 Hoofdstuk 1. Algemene introductie Het belangrijkste doel van dit proefschrift was het ontwikkelen van de Interactieve Tekentest (IDT), een nieuwe test

Nadere informatie

Samenvatting. Summary in Dutch

Samenvatting. Summary in Dutch Summary in Dutch 141 142 Inleiding De vraag Wat is agressie? lijkt op het eerste gezicht gemakkelijk te beantwoorden. Iedereen kan zich wel een voorstelling maken van agressief gedrag en ook het woordenboek

Nadere informatie

Samenvatting. Coparenting en Angst van het Kind

Samenvatting. Coparenting en Angst van het Kind Samenvatting Coparenting en Angst van het Kind In dit proefschrift worden verschillende associaties tussen coparenting en angst binnen het gezin getoetst, zoals voorgesteld in het model van Majdandžić,

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) SAMENVATTING Jaarlijks wordt 8% van alle kinderen in Nederland prematuur geboren. Ernstige prematuriteit heeft consequenties voor zowel het kind als de ouder. Premature

Nadere informatie

Hundreds of videotaped laboratory episodes were coded by independent observers who were unaware of each dyad s experimental condition.

Hundreds of videotaped laboratory episodes were coded by independent observers who were unaware of each dyad s experimental condition. Appendices For the first time, the Child Behavior Checklist was used to investigate whether externalizing problem behaviors can be assessed in children as young as 1 year old. Changes from pretest to posttest

Nadere informatie

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren alcohol. Dit proefschrift laat zien dat de meerderheid van

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) Parenting Support in Community Settings: Parental needs and effectiveness of the Home-Start program J.J. Asscher Samenvatting (Dutch summary) Ouders spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van kinderen.

Nadere informatie

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals Gedragsproblemen komen veel voor onder kinderen en adolescenten. Als deze problemen ernstig zijn en zich herhaaldelijk voordoen, kunnen ze een negatieve invloed hebben op het dagelijks functioneren van

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen

Samenvatting (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen (Summary in Dutch) Het Belang van Leeftijdsgenoten: Sociale Problemen in de Kleuterklas en de Ontwikkeling van Psychische Problemen 141 Als kinderen psychische problemen ontwikkelen zoals gedragsproblemen

Nadere informatie

Nieuwsbrief voor ouders. Universiteit van Amsterdam. De sociale ontwikkeling van kinderen. Amsterdam, april 2012, jaargang 5, nr.

Nieuwsbrief voor ouders. Universiteit van Amsterdam. De sociale ontwikkeling van kinderen. Amsterdam, april 2012, jaargang 5, nr. Nieuwsbrief voor ouders De sociale ontwikkeling van kinderen Universiteit van Amsterdam Amsterdam, april 2012, jaargang 5, nr. 1 Beste ouder, Door middel van deze nieuwsbrief willen wij u op de hoogte

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch)

Samenvatting. (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) 142 In dit proefschrift is de rol van de gezinscontext bij probleemgedrag in de adolescentie onderzocht. We hebben hierbij expliciet gefocust op het samenspel met andere factoren uit

Nadere informatie

Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots?

Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots? Behavioural Science Institute Afdeling Sociale en Cultuurpsychologie Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots? Terugkoppeling onderzoeksresultaten mei-juni 2016 Sari Nijssen, promovenda

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Cover Page. Author: Netten, Anouk Title: The link between hearing loss, language, and social functioning in childhood Issue Date:

Cover Page. Author: Netten, Anouk Title: The link between hearing loss, language, and social functioning in childhood Issue Date: Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/47848 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Netten, Anouk Title: The link between hearing loss, language, and social functioning

Nadere informatie

Summary & Samenvatting. Samenvatting

Summary & Samenvatting. Samenvatting Samenvatting De meeste studies na rampen richten zich op de psychische problemen van getroffenen zoals post-traumatische stress stoornis (PTSS), depressie en angst. Naast deze gezondheidsgevolgen van psychische

Nadere informatie

De relatie tussen verbaal disciplineergedrag van ouders en internaliserend probleemgedrag van kinderen

De relatie tussen verbaal disciplineergedrag van ouders en internaliserend probleemgedrag van kinderen De relatie tussen verbaal disciplineergedrag van ouders en internaliserend probleemgedrag van kinderen Beau Stuijt s1148052 Bachelorscriptie Boys Will Be Boys? Algemene en Gezinspedagogiek Universiteit

Nadere informatie

11. Multipele Regressie en Correlatie

11. Multipele Regressie en Correlatie 11. Multipele Regressie en Correlatie Meervoudig regressie model Nu gaan we kijken naar een relatie tussen een responsvariabele en meerdere verklarende variabelen. Een bivariate regressielijn ziet er in

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting De mate waarin je in staat bent om je gedrag te reguleren en om te gaan met anderen is van grote invloed op je persoonlijk en maatschappelijk succes in het leven. Kinderen die

Nadere informatie

Samenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie

Samenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie Overgewicht is een snel groeiend wereldwijd probleem en is geassocieerd

Nadere informatie

Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen?

Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen? Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen? Effectiviteitsonderzoek naar lesmateriaal Wijzer in geldzaken voor groep 7 www.wijzeringeldzaken.nl Inleiding:

Nadere informatie

SAMENVATTING. Samenvatting

SAMENVATTING. Samenvatting Samenvatting In deze studie is de relatie tussen gezinsfunctioneren en probleemgedrag van kinderen onderzocht. Er is veelvuldig onderzoek gedaan naar het ontstaan van probleem-gedrag van kinderen in de

Nadere informatie

Appendix A. Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Appendix A. Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Appendix A Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary) Interventie voor ouders en de context van het opvoeden Cumulatief risico en proces evaluatie Externaliserend gedrag zoals

Nadere informatie

Stimulerend spel van ouders met hun kleuters

Stimulerend spel van ouders met hun kleuters Stimulerend spel van ouders met hun kleuters Stimulerend spel: verschillen tussen vaders en moeders en ten aanzien van jongens en meisjes, en de relatie met sensitiviteit en nonintrusiviteit van ouders

Nadere informatie

Geslacht als moderator in de relatie tussen prosociaal gedrag en probleemgedrag

Geslacht als moderator in de relatie tussen prosociaal gedrag en probleemgedrag Geslacht als moderator in de relatie tussen prosociaal gedrag en probleemgedrag Naam student: Jenna Takema Studentnummer: S0628786 Afstudeerrichting: Child and Family Studies - Algemene en Gezinspedagogiek.

Nadere informatie

DATA-ANALYSEPLAN (20/6/2005)

DATA-ANALYSEPLAN (20/6/2005) DATA-ANALYSEPLAN (20/6/2005) Inleiding De manier waarop data georganiseerd, gecodeerd en gescoord (getallen toekennen aan observaties) worden en welke technieken daarvoor nodig zijn, dient in het ideale

Nadere informatie

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Rode wangen, zweethanden en coy-smiles: De rol van emotionele en socio-cognitieve

Nadere informatie

THEMA SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING Kern Subkern 0-4 groep 1-2 groep 3-6 groep 7-8 Onderbouw vo Bovenbouw vmbo Bovenbouw havo-vwo

THEMA SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING Kern Subkern 0-4 groep 1-2 groep 3-6 groep 7-8 Onderbouw vo Bovenbouw vmbo Bovenbouw havo-vwo Kern Subkern 0-4 groep 1-2 groep 3-6 groep 7-8 Onderbouw vo Zelf Gevoelens Verbaal en non-verbaal primaire gevoelens beschrijven en uiten. Kwaliteiten Verbaal en non-verbaal beschrijven dat fijne en nare

Nadere informatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie Samenvatting Gehoor en de relatie met psychosociale gezondheid, werkgerelateerde variabelen en zorggebruik. De Nationale Longitudinale Studie naar Horen Slechthorendheid is een veelvoorkomende chronische

Nadere informatie

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten G.E. Wessels Datum: 16 augustus 2013 In opdracht van: Stichting Informele Zorg Twente 1. Inleiding Het belang van mantelzorg wordt in Nederland

Nadere informatie

Fysiek disciplineren door vaders en moeders en externaliserend probleemgedrag van jonge kinderen. Bachelorscriptie van Ilse-Marie Zwakenberg

Fysiek disciplineren door vaders en moeders en externaliserend probleemgedrag van jonge kinderen. Bachelorscriptie van Ilse-Marie Zwakenberg Fysiek disciplineren door vaders en moeders en externaliserend probleemgedrag van jonge kinderen Bachelorscriptie van Ilse-Marie Zwakenberg Studentnummer: 0713821 Studierichting: Algemene Gezinspedagogiek

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Pouw, Lucinda Title: Emotion regulation in children with Autism Spectrum Disorder

Nadere informatie

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting Inleiding Depressie en angst zijn veel voorkomende psychische stoornissen. Het ontstaan van deze stoornissen is gerelateerd aan een breed scala van risicofactoren, zoals genetische kwetsbaarheid, neurofysiologisch

Nadere informatie

Het verband tussen het disciplineren door vaders en moeders en het prosociale gedrag van jongens en meisjes

Het verband tussen het disciplineren door vaders en moeders en het prosociale gedrag van jongens en meisjes Het verband tussen het disciplineren door vaders en moeders en het prosociale gedrag van jongens en meisjes Marleen Zoeteman S1154427 Universiteit Leiden Scriptiebegeleider: Lotte van der Pol, MSc Tweede

Nadere informatie

M.L.H. de Roon. Master Thesis Pedagogische Wetenschappen Child and Family Studies

M.L.H. de Roon. Master Thesis Pedagogische Wetenschappen Child and Family Studies De ontwikkeling van externaliserend en internaliserend probleemgedrag bij kinderen van drie tot vier jaar en de invloed van temperament op probleemgedrag M.L.H. de Roon Master Thesis Pedagogische Wetenschappen

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) * 132 Baby s die te vroeg geboren worden (bij een zwangerschapsduur korter dan 37 weken) hebben een verhoogd risico op zowel ernstige ontwikkelingproblemen (zoals mentale

Nadere informatie

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen

Nadere informatie

Je ziet het pas als je kijkt!! Karakter is een centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie Vipp-sd en vipp-auti bij de Zorglijn Infants.

Je ziet het pas als je kijkt!! Karakter is een centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie Vipp-sd en vipp-auti bij de Zorglijn Infants. Karakter is een centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie. Je ziet het pas als je kijkt!! Vipp-sd en vipp-auti bij de Zorglijn Infants. Manja v.d Smagt en Natasja Witte www.karakter.com 2 1 Disclosure belangen

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties De afgelopen decennia zijn er veel nieuwe technologische producten en diensten geïntroduceerd op de

Nadere informatie

Globale kwaliteit en attitude in Nederlandse kinderdagverblijven

Globale kwaliteit en attitude in Nederlandse kinderdagverblijven Globale kwaliteit en attitude in Nederlandse kinderdagverblijven Een onderzoek naar de Video-feedback Intervention to promote Positive Parenting-Child Care Center (VIPP-CCC) Masterscriptie Algemene- en

Nadere informatie

Samenvatting Inleiding Methode

Samenvatting Inleiding Methode Samenvatting Inleiding In de ene familie komt criminaliteit vaker voor dan in de andere. Uit eerder onderzoek blijkt dan ook dat kinderen van criminele ouders zelf een groter risico lopen op het plegen

Nadere informatie

Imago-onderzoek 2014 Centrum voor Jeugd en Gezin Gemeente Apeldoorn

Imago-onderzoek 2014 Centrum voor Jeugd en Gezin Gemeente Apeldoorn Imago-onderzoek 1 Centrum voor Jeugd en Gezin Gemeente Apeldoorn 1 Inhoudsopgave Pagina Samenvatting 3 Resultaten ouders Algemene beschrijving ouders 1. Hoeveel ouders hebben van het CJG gehoord? 6. Waar

Nadere informatie

Academisch schrijven: instructie voor de opdracht rond wetenschappelijk schrijven.

Academisch schrijven: instructie voor de opdracht rond wetenschappelijk schrijven. Academisch schrijven: instructie voor de opdracht rond wetenschappelijk schrijven. Thema s: - Inhoud - Structuur - Onderbouwing - APA-regels Anouk Zuurmond INHOUD: GEKOZEN PERSPECTIEF Anouk Zuurmond Voor

Nadere informatie

218 SAMENVATTING De prevalentie van overgewicht en obesitas bij kinderen is de laatste jaren sterk toegenomen. In Nederland hebben 12.8% van de jongen

218 SAMENVATTING De prevalentie van overgewicht en obesitas bij kinderen is de laatste jaren sterk toegenomen. In Nederland hebben 12.8% van de jongen Samenvatting 217 218 SAMENVATTING De prevalentie van overgewicht en obesitas bij kinderen is de laatste jaren sterk toegenomen. In Nederland hebben 12.8% van de jongens en 14.8% van de meisjes overgewicht,

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19153 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Claessens, Sanne Title: Programming the brain : towards intervention strategies

Nadere informatie

Het Verband tussen Sensitiviteit van Ouders en Externaliserend Probleemgedrag van het Kind

Het Verband tussen Sensitiviteit van Ouders en Externaliserend Probleemgedrag van het Kind Het Verband tussen Sensitiviteit van Ouders en Externaliserend Probleemgedrag van het Kind Denise de Brabander S1109952 Bachelorscriptie Universiteit Leiden Pedagogische Wetenschappen, Gezinspedagogiek

Nadere informatie

BEGRIP VAN BEWIJS. vrije Universiteit amsterdam. Instituut voor Didactiek en Onderwijspraktijk. Vragenlijst. Herman Schalk

BEGRIP VAN BEWIJS. vrije Universiteit amsterdam. Instituut voor Didactiek en Onderwijspraktijk. Vragenlijst. Herman Schalk Instituut voor Didactiek en Onderwijspraktijk BEGRIP VAN BEWIJS Herman Schalk Vragenlijst Toelichting bij de vragenlijst p. 3 Vragen bij de elementen van begrip van bewijs p. 4 vrije Universiteit amsterdam

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 31 322 Kinderopvang Nr. 342 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Wouter Pinxten (contact: Wouter.Pinxten@UGent.be) Prof. Dr. John Lievens Achtergrond

Nadere informatie

A c. Dutch Summary 257

A c. Dutch Summary 257 Samenvatting 256 Samenvatting Dit proefschrift beschrijft de resultaten van twee longitudinale en een cross-sectioneel onderzoek. Het eerste longitudinale onderzoek betrof de ontwikkeling van probleemgedrag

Nadere informatie

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Coparenting and child anxiety Metz, M. Link to publication

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Coparenting and child anxiety Metz, M. Link to publication UvA-DARE (Digital Academic Repository) Coparenting and child anxiety Metz, M. Link to publication Citation for published version (APA): Metz, M. (2017). Coparenting and child anxiety General rights It

Nadere informatie

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting Perseverative cognition: The impact of worry on health Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Perseveratieve cognitie: de invloed van piekeren op gezondheid Iedereen maakt zich wel eens zorgen.

Nadere informatie

Chapter 11. Nederlandse samenvatting

Chapter 11. Nederlandse samenvatting Chapter 11 Nederlandse samenvatting Chapter 11 Reumatoïde artritis (RA) is een chronische aandoening die wordt gekenmerkt door ontstekingen van de gewrichten. Symptomen die optreden zijn onder andere pijn,

Nadere informatie

het psychisch functioneren van de ouder, de tevredenheid van de ouders met de (huwelijks)relatie en de gezinscommunicatie. Een beter functioneren van

het psychisch functioneren van de ouder, de tevredenheid van de ouders met de (huwelijks)relatie en de gezinscommunicatie. Een beter functioneren van 9 Samenvatting 173 174 9 Samenvatting Kanker is een veel voorkomende ziekte. In 2003 werd in Nederland bij meer dan 72.000 mensen kanker vastgesteld. Geschat wordt dat het hier in 9.000 gevallen om mensen

Nadere informatie

Onenigheid over de Opvoeding van Kinderen en Huwelijkstevredenheid van Vaders en Moeders als Voorspellers van Agressie van jonge Kinderen

Onenigheid over de Opvoeding van Kinderen en Huwelijkstevredenheid van Vaders en Moeders als Voorspellers van Agressie van jonge Kinderen Onenigheid over de Opvoeding van Kinderen en Huwelijkstevredenheid van Vaders en Moeders als Voorspellers van Agressie van jonge Kinderen Florine van den Assem Bachelorscriptie Studierichting Gezinspedagogiek

Nadere informatie

hoofdstuk 1 hoofdstuk 2 hoofdstuk 3

hoofdstuk 1 hoofdstuk 2 hoofdstuk 3 SAMENVATTING Dit proefschrift is gewijd aan Bouwen aan Gezondheid : een onderzoek naar de effectiviteit van een leefstijlinterventie voor werknemers in de bouwnijverheid met een verhoogd risico op hart

Nadere informatie

Cover Page. Author: Meijer, Eline Title: This is [not] who I am : understanding identity in continued smoking and smoking cessation Date:

Cover Page. Author: Meijer, Eline Title: This is [not] who I am : understanding identity in continued smoking and smoking cessation Date: Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/57383 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Meijer, Eline Title: This is [not] who I am : understanding identity in continued

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Betreft Landelijke Kwaliteitsmonitor Kinderopvang - resultaten

Nadere informatie

Samenvatting. Achtergrond van het onderzoek. Doel en vraagstelling van het onderzoek

Samenvatting. Achtergrond van het onderzoek. Doel en vraagstelling van het onderzoek Samenvatting Achtergrond van het onderzoek Tot op heden zijn er in Nederland geen cijfers beschikbaar over de omvang van kindermishandeling. Deze cijfers zijn hard nodig; kennis over de aard en omvang

Nadere informatie

De invloed van emotionele beschikbaarheid van vaders en moeders op externaliserend probleemgedrag bij eenjarige kinderen.

De invloed van emotionele beschikbaarheid van vaders en moeders op externaliserend probleemgedrag bij eenjarige kinderen. De invloed van emotionele beschikbaarheid van vaders en moeders op externaliserend probleemgedrag bij eenjarige kinderen. Masterscriptie Algemene- en gezinspedagogiek Dorien Kloosterman 0573027 Begeleiders:

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Introductie In dit proefschrift evalueer ik de effectiviteit van de academische discussie over de ethiek van documentaire maken. In hoeverre stellen wetenschappers de juiste

Nadere informatie

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste Samenvatting Mensen zijn in het algemeen geneigd om consensus voor hun eigen gedrag waar te nemen. Met andere woorden, mensen denken dat hun eigen gedrag relatief vaak voorkomt. Dit verschijnsel staat

Nadere informatie

MASTER ORTHOPEDAGOGIEK SCRIPTIE

MASTER ORTHOPEDAGOGIEK SCRIPTIE FACULTEIT DER MAATSCHAPPIJ- EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN Graduate School of Childhood Development and Education MASTER ORTHOPEDAGOGIEK SCRIPTIE 2016-2017 De beïnvloeding van tijdoriëntatie, timemanagement en

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING (SUMMARY IN DUTCH)

NEDERLANDSE SAMENVATTING (SUMMARY IN DUTCH) NEDERLANDSE SAMENVATTING (SUMMARY IN DUTCH) Het klassieke gezin bestaat uit een man die kostwinner is en een vrouw die de zorgtaken en het huishouden op zich neemt (Lamb & Lewis, 2010). Hoewel vaders in

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 179 In dit proefschrift werden de resultaten beschreven van studies die zijn verricht bij volwassen vrouwen met symptomen van bekkenbodem dysfunctie. Deze symptomen komen frequent voor en kunnen de kwaliteit

Nadere informatie

Proefschrift Girigori.qxp_Layout 1 10/21/15 9:11 PM Page 129 S u m m a r y in Dutch Summary 129

Proefschrift Girigori.qxp_Layout 1 10/21/15 9:11 PM Page 129 S u m m a r y in Dutch Summary 129 S u m m a r y in Dutch Summary 129 Gedurende de geschiedenis hebben verschillende factoren zoals slavernij, migratie, de katholieke kerk en multinationals zoals de Shell raffinaderij de gezinsstructuren

Nadere informatie

drs. Leonard Coffi, MBA OPVOEDING HOEZO, HOEZO OPVOEDING?

drs. Leonard Coffi, MBA OPVOEDING HOEZO, HOEZO OPVOEDING? drs. Leonard Coffi, MBA OPVOEDING HOEZO, HOEZO OPVOEDING? Introductie Definitie van opvoeding en opvoedingsstrategiën Doel van de opvoeding Het opvoedingsproces Opvoedingsstijlen drs. Leonard Coffi,MBA

Nadere informatie

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Respons thuiszorgorganisaties en GGD en In deden er tien thuiszorgorganisaties mee aan het, verspreid over heel Nederland. Uit de

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/32778 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Endendijk, Joyce Johanna Title: Heroes and housewives : the role of gender and

Nadere informatie

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131 chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 132 Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 133 Zaadbalkanker wordt voornamelijk bij jonge mannen vastgesteld

Nadere informatie

Melatonin Treatment and Light Therapy for Chronic Sleep Onset Insomnia in Children A. van Maanen

Melatonin Treatment and Light Therapy for Chronic Sleep Onset Insomnia in Children A. van Maanen Melatonin Treatment and Light Therapy for Chronic Sleep Onset Insomnia in Children A. van Maanen Samenvatting Inslaapproblemen komen veel voor bij kinderen en hebben negatieve gevolgen voor gezondheid,

Nadere informatie

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Samenvatting Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Stabiliteit en verandering in gerapporteerde levensgebeurtenissen over een periode van vijf jaar Het belangrijkste doel van dit longitudinale,

Nadere informatie

Fort van de Democratie

Fort van de Democratie Fort van de Democratie Stichting Vredeseducatie / peace education projects Het Fort van de Democratie WERKT! Samenvatting van een onderzoek door de Universiteit van Amsterdam naar de effecten van de interactieve

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Tijdens het proces van een echtscheiding

Nadere informatie

IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY

IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY IMPACTMETING VAN BRIGHT ABOUT MONEY - eindrapport - Y. Bleeker MSc (Regioplan) dr. M. Witvliet (Regioplan) dr. N. Jungmann (Hogeschool Utrecht) Regioplan Jollemanhof

Nadere informatie

College 3 Meervoudige Lineaire Regressie

College 3 Meervoudige Lineaire Regressie College 3 Meervoudige Lineaire Regressie - Leary: Hoofdstuk 8 p. 165-169 - MM&C: Hoofdstuk 11 - Aanvullende tekst 3 (alinea 2) Jolien Pas ECO 2012-2013 'Computerprogramma voorspelt Top 40-hits Bron: http://www.nu.nl/internet/2696133/computerprogramma-voorspelt-top-40-hits.html

Nadere informatie

Keeping Youth in Play: the Effects of Sports-Based Interventions in the Prevention of Juvenile Delinquency A. Spruit

Keeping Youth in Play: the Effects of Sports-Based Interventions in the Prevention of Juvenile Delinquency A. Spruit Keeping Youth in Play: the Effects of Sports-Based Interventions in the Prevention of Juvenile Delinquency A. Spruit Dutch summary De financiële en maatschappelijke kosten van jeugdcriminaliteit zijn

Nadere informatie

Samenvatting. Summary in Dutch

Samenvatting. Summary in Dutch 6 Samenvatting Summary in Dutch 112 Samenvatting Emotionele en sociale processen bij pesten, gepest worden en verdedigen Pesten op school is een wereldwijd probleem met negatieve korte- en langetermijngevolgen

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Jeugdgezondheidszorg

Werkinstructies voor de CQI Jeugdgezondheidszorg Werkinstructies voor de 1. De vragenlijst Waarvoor is de CQI JGZ bedoeld? De CQI Jeugdgezondheidzorg (CQI JGZ) is bedoeld om de kwaliteit van zorg rond de jeugdgezondheidzorg te meten vanuit het perspectief

Nadere informatie

De effectiviteit van de VIPP-SD op internaliserend en externaliserend probleemgedrag van het kind in het kinderdagverblijf

De effectiviteit van de VIPP-SD op internaliserend en externaliserend probleemgedrag van het kind in het kinderdagverblijf De effectiviteit van de VIPP-SD op internaliserend en externaliserend probleemgedrag van het kind in het kinderdagverblijf Begeleidsters: Dr. H. J. Vermeer & Dr. M. Linting Student: Naomi Boers Studentnummer:

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De nadelige gezondheidsrisico s/gevolgen van roken en van depressie en angststoornissen zijn goed gedocumenteerd, en deze aandoeningen doen zich vaak tegelijkertijd voor. Het doel

Nadere informatie

Waarom doen sommige personen wel aan sport en anderen niet? In hoeverre speelt

Waarom doen sommige personen wel aan sport en anderen niet? In hoeverre speelt Nederlandse samenvatting (Dutch summary) Waarom doen sommige personen wel aan sport en anderen niet? In hoeverre speelt genetische aanleg voor sportgedrag een rol? Hoe hangt sportgedrag samen met geestelijke

Nadere informatie

Dutch Summary Samenvatting. Pesten Gecontextualiseerd: Het Veranderen van het Groepsproces door het Veranderen van de Betrokkenheid

Dutch Summary Samenvatting. Pesten Gecontextualiseerd: Het Veranderen van het Groepsproces door het Veranderen van de Betrokkenheid Dutch Summary Samenvatting Pesten Gecontextualiseerd: Het Veranderen van het Groepsproces door het Veranderen van de Betrokkenheid van de Buitenstaanders In Hoofdstuk Een werd de theoretische achtergrond

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Huisartsenzorg Overdag

Werkinstructies voor de CQI Huisartsenzorg Overdag Werkinstructies voor de 1. De vragenlijst Waarvoor is de bedoeld? De is bedoeld om de kwaliteit van zorg in de huisartspraktijk tijdens kantooruren te meten vanuit het perspectief van de patiënt. De vragenlijst

Nadere informatie

Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl.

Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl. Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl. In het kader van het project Innovatieve Dienstverlening doet kenniscentrum ICOON onderzoek naar de omstandigheden

Nadere informatie

Bijlage A: Aanbevelingen

Bijlage A: Aanbevelingen Bijlage A: Aanbevelingen Reeds goede bekendheid en status Het CJG is goed bekend onder Apeldoornse professionals. Daarnaast is het deel van de professionals die al eens hebben doorverwezen naar het CJG,

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. (summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting. (summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (summary in Dutch) 149 Samenvatting In dit proefschrift is agressief en regelovertredend gedrag van (pre)adolescenten onderzocht. Vanuit een doelbenadering (Sociale Productie Functie

Nadere informatie

Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden

Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden Er is onderzoek gedaan naar rouw na het overlijden van een huisdier (contactpersoon: Karolijne van der Houwen (Klinische Psychologie)). Mensen konden op internet een vragenlijst invullen. Daarin werd gevraagd

Nadere informatie

1. Reductie van error variantie en dus verhogen van power op F-test

1. Reductie van error variantie en dus verhogen van power op F-test Werkboek 2013-2014 ANCOVA Covariantie analyse bestaat uit regressieanalyse en variantieanalyse. Er wordt een afhankelijke variabele (intervalniveau) voorspeld uit meerdere onafhankelijke variabelen. De

Nadere informatie

HTS Report STAXI-2. Vragenlijst over boosheid. Jeroen de Vries ID Datum Zelfrapportage. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

HTS Report STAXI-2. Vragenlijst over boosheid. Jeroen de Vries ID Datum Zelfrapportage. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam STAXI-2 Vragenlijst over boosheid HTS Report ID 15890-3155 Datum 18.07.2017 Zelfrapportage INLEIDING STAXI-2 2/9 Inleiding De STAXI-2 is een vragenlijst waarmee op basis van zelfrapportage diverse aspecten

Nadere informatie