Gemeenteraad van Coevorden Postbus AA Coevorden
|
|
- Leo van der Woude
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Gemeenteraad van Coevorden Postbus AA Coevorden Betreft: klacht tegen mr J. Buurman wegens zijn leugens in elke brief door hem behandeld in de affaire Lord Nelson en klacht tegen de manier van afhandelen van eerder ingediende klachten bij de gemeenteraad van Coevorden. Doel: voortaan verschoond te blijven van brieven van de gemeente Coevorden voorzien van onwaarheden, een adequate afhandeling van mijn klachten conform wettelijke richtlijnen en behoorlijk bestuur, rehabilitatie en genoegdoening van immateriële en materiële schade geleden door de affaire Lord Nelson. Coevorden, 28 juni 2001 Geachte gemeenteraad, De laatste maanden kreeg ik direct en indirect een paar eigenaardige brieven die allen door mr J. Buurman (gemeentefunctionaris Coevorden) zijn behandeld. Enkele van deze recente brieven zijn door mij van repliek voorzien en richting Raad van State verstuurd. Deze brieven kunt u, indien u dat wenst, bij de Raad van State opvragen. Eén brief over het afhandelen van mijn klachten en de premature dood van mijn honden en het konijn van mijn zwager heb ik nog niet behandeld (Kenmerk , onderwerp vergiftigingen). Deze afhandeling volgt hieronder met als eerste doelstelling bij u als gemeenteraad van Coevorden een klacht tegen het veelvuldig liegen van mr J. Buurman in te dienen. De tweede doelstelling en wens is voortaan leugenvrije brieven van uw gemeente te willen ontvangen. De derde doelstelling en wettelijke eis is met behulp van doelstelling twee te komen tot klachtenafhandelingen van alle openstaande klachten volgens criteria vermeld in de Wet algemeen bestuursrecht. Dat dit tot rehabilitatie en genoegdoening van alle soorten geleden en nog te lijden schade leidt staat buiten kijf. Het duurde even voordat ik de rode draad tussen alle door Buurman behandelde en geschreven brieven door had, omdat de brief over de honden en het konijn in eerste instantie afweek van de andere brieven door hem behandeld. Daarnaast had ik van Buurman nooit zo n ontkennende brief verwacht en dat maakte mij argwanend, gezien de zeer slechte ervaringen met al zijn andere brieven. 1
2 Uiteindelijk kwam ik op het verband tussen al zijn behandelde en geschreven brieven. Het verband/gemene leugens De grote gemene deler tussen alle behandelde en geschreven brieven van mr J. Buurman in het kader van de affaire Lord Nelson is de leugen. Voor een ambtenaar in functie is het zeer schrijnend dit te moeten constateren. Voor een burger in kwestie is het veel schrijnender de gevolgen van deze leugens te moeten ondergaan. Hieronder volgt een chronologisch overzicht van enkele leugens (lang niet alle) in elke brief, die Buurman, soms in samenhang met anderen, jegens mij op schrift heeft gesteld. Brief van 3 juni 1999 In de door Buurman behandelende brief van 3 juni 1999, onderwerp: sluiting horecagelegenheid "Lord Nelson" liegen Buurman en burgemeester mr B.P. Jansema o.a. over de gebruikersruimte en het aantal personen met middelenbezit, over handel in middelen en het personeel dat ook bezit van middelen wordt verweten. Commentaar op deze leugens De gebruikersruimte die in eerste instantie werd aangehaald om de handel in middelen te accentueren wordt in de loop der tijd verzwegen, omdat een ieder door heeft, dat politie mijn privé-ruimte illegaal heeft betreden (artikel 12 Grondwet). Het aantal personen met middelenbezit varieert van 7, 6, 5 en 4 afhankelijk van het feit wanneer brigadier H.I. Huizenga aan woord is of onder ede het op papier zet. Ondanks het feit dat brigadier H.I. Huizenga onder ede een aantal leugens in de beide processen verbaal van bevindingen vermeldt, wordt dit door justitie als de gewoonste zaak van de wereld beschouwd en heeft hij geen meineed gepleegd. Het personeelsbestand en het personeel dat gebruikt zijn keiharde feiten die niet te doorbreken zijn. Omdat ik geen personeel in dienst heb vormen de barman, barvrouwen, portieren en anderen een dankbaar bestand dat de ene keer middelen gebruikt, de ander keer in middelen handelt en soms spandiensten voor mij verricht. Als voorbeeld Brigadier H.I. Huizenga meldt in het eerste proces verbaal van bevindingen, dat mijn cocaïnegebruik, dat hij van horen zeggen heeft en niet uit eigen waarnemingen, mede de aanleiding tot de inval is. Daar haalt hij het niet bestaande personeelsbestand bij aan, dat ook gebruikt om de inval te kunnen rechtvaardigen. Helaas is middelengebruik geen strafbaar feit (zie de Opiumwet), waardoor de politie niets in mijn discotheek had te zoeken. Op basis van artikel 9 Opiumwet komt de politie toch met zijn zestienen en een hond mijn discotheek binnen stormen (niet binnen treden). 2
3 In het geheel herzien proces verbaal van bevindingen maakt brigadier H.I. Huizenga hier dan maar handel in coke van mij en de dames achter de bar van. Handel in middelen is volgens de Opiumwet wel een strafbaar feit. Nu zou je verwachten dat politie van dit strafbaar feit een aangifte bij justitie indient. Nee hoor! De brigadier bedenkt in dit kader een derde leugen en samen met hoofd RCID A. Vries, burgemeester mr ing. B.P. Jansema en officier mr D. ten Boer wordt op één en dezelfde dag, weliswaar vier maanden na de inval, een drietal geheel nieuwe processen verbaal geschreven, een valse aangifte ingediend jegens mij omdat ik nu middelen in bezit heb (ja, middelenbezit, geen handel) en wordt ik met een dagvaarding gedreigd. Deze dagvaarding wordt nooit geschreven. Het technisch sepot dat wel wordt geschreven heeft vergaande consequenties. Brief 28 juni 1999 In de brief van 28 juni 1999, onderwerp: verzoek voorlopige voorziening, liegen Buurman en Jansema over een geplande actie in Lord Nelson welke een rechtstreeks gevolg was van informatie welke verkregen was uit lopende onderzoeken in het kader van een gerechtelijk vooronderzoek. Commentaar op de leugens: De schriftelijke vermelding dat sprake is van een gerechtelijk vooronderzoek, de mondelinge mededeling aan rechter Venema tijdens een rechtszetting, dat jegens mij een gerechtelijk vooronderzoek heeft gelopen en de mondelinge mededeling tegen mijn broer en zwager, dat bij mij een gerechtelijk vooronderzoek heeft gelopen komt Jansema op een aangifte wegens meineed te staan. De daadwerkelijk gepleegde valsheid in geschrifte door burgemeester Jansema wordt later nog nader bekeken. De informatie uit lopende onderzoeken, die dus zijn afgerond, anders kon, volgens Jansema, deze de inval in mijn discotheek niet tot gevolg hebben, heb ik nog niet gezien. Buurman beweert later, dat ik over dezelfde informatie beschik als waar zij over beschikken. Beroepend op een eerlijk proces waarbij beide partijen over dezelfde informatie bezitten verwacht ik dat ik binnen 7 werkdagen na datum van deze brief deze informatie toegestuurd krijg. Bij voorbaat bedankt. Brigadier H.I. Huizenga gebruikt in zijn beide processen verbaal van bevindingen ook de standaard clichés Uit RCID informatie is bekend en uit ambtelijke bevindingen is bekend, naast lopende onderzoeken. In het rapport van Van Traa staat in hoofdstuk 8 uitgebreide informatie over deze tactiek van RCID informatie, die niet bestaat, maar altijd en gretig door politie wordt aangehaald om te imponeren. Insiders, zoals advocaten en rechters, weten dan dat hier niet verder over doorgevraagd moet worden en dat doen zij dan ook niet. 3
4 Memo 7 juli 1999 In een interne memo 7 juli 1991 onderwerp intrekken vergunning Drank en Horeca wet Lord Nelson van de gemeente Coevorden liegt Buurman over mijn intentie een sexshop ( Joy Palace ) in Coevorden te willen exploiteren. Commentaar op de leugens: Hier is duidelijk sprake van laster. Deze laster geldt ook jegens mijn vrouw, die voor het eerst in deze memo door initiator Buurman wordt aangehaald, als een bedrijfsleider, die niet aan de zedelijkheidseisen voldoet. Op grond van welke feiten zij niet aan deze eisen voldoet is voor niemand belangrijk. Ook niet voor rechter mr T.F. Bruinenberg, want rechter mr F.T. Bruinenberg, die van mr J. Buurman en mr W. Sleijfer een tweetal enveloppen heeft gekregen, is dezelfde mening als Buurman toegedaan, zonder dit te motiveren en te onderbouwen. Daarnaast vindt ook de commissaris van de Koningin, R. ter Beek, dat het intrekken van de horecavergunning geen straf maar een doel is. Op het straffen kom ik nog terug. Brief van 14 juli 1999 In de brief van 14 juli 1999, onderwerp: intrekking vergunning Drank- en Horecawet liegen Buurman en Jansema over de feiten die zich in Lord Nelson hebben voorgedaan en die de vrees wettigen dat zij in de toekomst de openbare orde, veiligheid en zedelijkheid kunnen schaden. Zij liegen ook over het aantal pakjes, vindplaatsen en het aantal personen met middelenbezit. Jansema en Buurman melden verder: Gelet op de ernst van de situatie achten wij het namelijk ongewenst dat de werking van deze beschikking zou worden opgeschort totdat de beroepstermijn is verstreken of, indien beroep wordt ingesteld, op het beroep is beslist. Commentaar op de leugens: De mededeling dat de beschikking niet kan worden opgeschort is in strijd met enkele artikelen vermeld in de Wet algemeen bestuursrecht. Daar maakt niemand zich druk om. Ook de gemeenteraad van Coevorden niet. Zelfs het straffen met behulp van APV s, die niet rechtsgeldig zijn is voor niemand een probleem. Ook voor de gemeenteraad van Coevorden niet. De gemarkeerde pakjes van politie, die Jansema in een eerdere brief aanhaalt, vermeldt hij nu niet meer. De conclusie, dat zij uit een en dezelfde partij afkomstig zijn en dus voor de handel zijn bestemd, moet hij hier dan ook achterwege laten. Dat is maar goed ook want de door politie gemarkeerde pakjes voor handel bestempelen gaat welk erg ver. Brief van 24 augustus 1999 In de brief van 24 augustus 1999, onderwerp: verzoek voorlopige voorziening, liegen Buurman en Jansema over de toepaste Algemene Plaatselijke Verordening. Letterlijk staat in deze brief: Gelet op het vorenstaande reageren wij alert op ongewenste situaties. Daarom hebben wij gebruik gemaakt van de in artikel 58 4
5 lid 4 van de APV opgenomen bevoegdheid tot het vaststellen van nadere regels ter beteugeling en beheersing van drugsoverlast in en rond horecabedrijven. Ook staat letterlijk in deze brief: Opvallend is dat in het onderhavige verzoek met geen woord gerept wordt over het proces-verbaal van bevindingen welke na de politie-actie is opgemaakt. Juist dat proces-verbaal vormt de basis voor het standpunt dat zich in "Lord-Nelson" feiten hebben voorgedaan als bedoeld in artikel 13b van de Opiumwet. Het standpunt waarvan de fungerend president van uw rechtbank in zijn beslissing van 13 juli 1999, kenmerk 99/388 wet P07 G07, heeft gezegd dat "het voldoende aannemelijk is geworden, dat de in artikel 13b van de Opiumwet opgenomen voorwaarde voor toepassing van bestuursdwang vervuld is". Commentaar op deze leugens: Hier voeg ik het gegeven aan toe, dat Jansema tijdens dit kortgeding aan de rechter heeft gemeld, dat in mijn geval sprake van een gerechtelijk vooronderzoek is geweest, wetende, dat dit niet op waarheid berustte. Hierdoor liep plots de gehele rechtsgang anders en besloot de rechter de discotheek voor periode van drie maanden te sluiten gegrond te verklaren. Niet artikel 58 lid 4 maar artikel 58 lid 2 is gebruikt om de discotheek te sluiten. Deze Algemene Plaatselijke Verordening was ten tijde van de inval niet meer rechtsgelding in combinatie met de Opiumwet, door de invoering van artikel 13b Opiumwet. De gemeenteraad heeft hier eind april 1999 uitgebreide informatie over ontvangen. De gehele gemeenteraad laat desalniettemin toe dat burgemeester Jansema, Buurman en later ook F. Sinnema schriftelijk over dit feit mogen liegen met als gevolg dat de sluiting gegrond wordt verklaard. Weliswaar pas na het overhandigen van een tweetal enveloppen. Desalniettemin werd de sluiting proportioneel gevonden. Buurman en F. Sinnema schreven anderhalf jaar later in een brief naar de Raad van State over het toepassen van artikel 58 lid 4 het volgende: van deze beleidsregel is bij Beukeveld geen gebruik gemaakt. Was dit wel het geval geweest dan zou de horeca-inrichting voor 1 jaar gesloten zijn, terwijl thans sprake is van een sluiting voor 3 maanden. Deze kromme redenering geheel in strijd met de bewering in de brief van 24 augustus 1999 is dus namens de gemeente Coevorden naar de Raad van State gestuurd. De Raad van State heb ik gevraagd of F. Sinnema de wel bij mij gehanteerde rechtsgeldige beleidsregel, die de gemeente Coevorden gebruikt heeft, naar mij op wil sturen. Tot op heden heb ik van F. Sinnema noch van de gemeente Coevorden in deze iets ontvangen. Bij deze vraag ik de gemeenteraad van Coevorden nadrukkelijk mij mede te delen van welke Algemene Plaatselijke Verordening dan wel gebruik gemaakt is om met onmiddellijke ingang mijn discotheek voor een periode van 3 maanden te sluiten? De serie 58 lid 2 APV, 58 lid 4 APV en 5:28 lid Awb is al de revue gepasseerd. Artikel 58 lid 4 artikel 2 is in deze nog niet genoemd. 5
6 De basis van het eerste proces verbaal van bevindingen onder ambtseed door brigadier H.I. Huizenga opgesteld was toch niet zo solide als Jansema had gedacht. Daarom moest op 29 september 1999 in allerijl een drietal geheel nieuwe processen verbaal worden geschreven waaruit de politie een dag later bij de klachtencommissie van politie van het Openbaar Ministerie te Assen uit mocht citeren. In het tweede geheel herziene proces verbaal van bevindingen onder ambtseed door brigadier H.I. Huizenga opgesteld is op alle klachten jegens de gedragingen van politie ingegaan om deze te kunnen pareren. De solide basis van het eerste proces verbaal van bevindingen werd hierdoor nog meer ontkracht. Van brigadier H.I. Huizenga mocht dit proces verbaal dan ook niet meer gebruikt worden. Eeen tweetal hoofdofficieren te Assen melden dit proces verbaal dan ook nooit in het bezit te hebben gehad. Een van beide hoofdofficierenheeft beide processen verbaal tegelijk en naast elkaar op meineed moeten beoordelen. Zij heeft alleen maar de gewoonste zaken van de wereld geconstateerd. Brief van 29 september 1999 In de brief van 29 september 1999, onderwerp: perceel Schoolstraat 18 te Coevorden, liegen Buurman en Jansema over het bestemmingplan waarin voor Lord Nelson geen prominente rol zou zijn weggelegd. Commentaar op de leugen: Binnen 10 minuten liegt Jansema in een persoonlijk gesprek een drietal malen: over het gerechtelijk vooronderzoek, over het bestemmingsplan en over de desinteresse voor het pand Schoolstraat 18. Brief van 1 december 1999 In de brief van 1 december 1999, onderwerp: beroep Beukeveld, liegen Buurman en Jansema over het feit dat Lord Nelson de aangewezen plaats voor cocaïne in Coevorden is. Letterlijk staat in hun brief: Tenslotte merk ik met betrekking tot het bovenstaande nog op dat diverse in Coevorden woonachtige medewerkers van deze gemeente hebben aangegeven dat het algemeen bekend was dat, indien men harddrugs wilde hebben, "Lord Nelson" daarvoor het aangewezen adres was. Ook dit staat derhalve lijnrecht tegenover de bewering van de heer Beukeveld dat hij van niets geweten zou weten. Commentaar op de leugens: Van enig tastbaar bewijs is hier geen sprake wel van laster. Qua liegen van Buurman is het dan een tijdje stil omdat de rechtbank te Assen keer op keer de bodemprocedure uitstelt ter trainering van een eerlijk proces. Brief 9 maart 2000 Jansema en Buurman durven vervolgens geen persoonlijk gesprek met mijn advocaat aan (brief 9 maart 2000 kenmerk Beukeveld). Schijnbaar hebben zij toch het een en ander te verbergen. Integere ambtenaren daarentegen schuwen een dialoog niet. 6
7 Brief van 29 oktober 1999 Nee, hoor zij hebben niets te verbergen, want in een eerdere brief door Buurman behandeld (29 oktober 1999 kenmerk politieactie) wordt melding gemaakt van het feit dat zij over dezelfde gegevens en documenten beschikken, die ik ook heb. Afgezien van het feit dat hier wordt gelogen, blijft de politie mijn discotheek gedurende anderhalf jaar van binnen en van buiten controleren in opdracht van burgemeester Jansema (volgens afspraak, met wie is niet duidelijk, waarom wel). Vooraf aan de inval, tijdens de inval en anderhalf jaar na de inval heeft politie geen enkele overtreding van de Opiumwet geconstateerd, behalve de gemarkeerde pakjes van een persoon, die pas veertien dagen later ten tonele wordt geroepen. Toch bestaat het gevaar op een recidief (waarom is niet duidelijk, omdat nog niets is gebeurd) en moet ter bescherming van de openbare orde, woon en leefklimaat, zedelijkheid en veiligheid de discotheek imperatief worden gesloten. Waar blijft de grote leugen in de brief van 29 oktober 1999, die tot nu toe in elke brief door Buurman behandeld staat? Wel nu, de grote leugen staat in de een na laatste regel. Hier staat letterlijk: met betrekking tot de Wet Openbaarheid van Bestuur wijs ik er tenslotte op van mening te zijn, dat u via de procedure bij de sector Bestuursrecht van de Rechtbank Assen, inmiddels over alle stukken de beschikking hebt. Zoals Buurman weet: heb ik geen gegevens over Heerlen en mijn houttransport naar Coevorden, hij wel, heb ik geen gegevens over de ware aanleiding van de inval, hij wel heb ik geen gegevens over de lopende onderzoeken waar brigadier Huizenga melding van maakt, hij wel, heb ik geen gegevens over de RCID informatie waar brigadier Huizenga melding van maakt, Buurman wel, heb ik geen gegevens over de samenstelling van de stoffen, die in de discotheek zijn aangetroffen, Huizenga en Buurman ook niet, heb ik geen gegevens over het werkelijk aantal personen dat tijdens de inval aanwezig was, 12 personen op de gemuteerde lijst, 13 in het politiedossier te Assen en in werkelijkheid 14 omdat een dame van politie met haar vriendin van de lijsten zijn verwijderd, Huizenga en Buurman wel, heb ik geen gegevens over het werkelijk aantal personen, dat met middelenbezit in de discotheek is aangetroffen, 7 personen volgens het eerste proces verbaal, 6 volgens het geheel herzien proces verbaal, 5 staan er op de mutatielijst en 4 volgens de mondelinge mededeling van brigadier Huizenga bij de klachtencommissie van politie, Huizenga en Buurman wel, heb ik nog geen volmacht gezien van binnen treden, Huizenga, Buurman en de officier van justitie ook niet omdat deze machtiging niet bestaat, heb ik de gemaakte foto s nog niet gezien, Huizenga wel, Buurman niet. Om de kans te verkleinen, dat zij nog een keer worden vernietigd, moeten de foto s alleen maar tijdens de rechtszaak bij de Raad van State in portvrij enveloppen meegenomen worden, ik heb nog geen dagvaarding mogen ontvangen, die officier mr D. ten Boer onmiddellijk zou uitschrijven, Buurman ook niet. Wat dit onderwerp betreft hebben wij dezelfde informatie: het gegeven dat deze dagvaarding nooit komt. 7
8 Ook weten Buurman en de gehele gemeenteraad van Coevorden, dat ik als niet schuldige van enig strafbaar feit, door burgemeester mr ing B.P. Jansema publiekelijk en bestuursrechtelijk meerdere keren voor het zelfde feit ben gestraft, terwijl een rechter mij nog niet had veroordeeld. De onschuldpresumptie houdt in dat eenieder, die wegens een strafbaar feit wordt vervolgd voor onschuldig wordt gehouden, totdat zijn schuld is bewezen. De presumptie is één van de beginselen van een rechtsstaat en als zodanig ook terug te vinden in artikel 6 lid 2 EVRM en artikel 14 lid 2 IVBPR. De onschuldpresumptie maakt via het EVRM deel uit van het Nederlandse recht. Wordt tot vervolging of tot een bestraffende maatregel door de overheid besloten, dan geldt de bescherming van artikel 6 EVRM ten volle. Publieke veroordeling kan zeer zeker punitief werken (verlies van eer en goede naam, verlies van sociale en zakelijke contacten, impact op het gezinsleven, verminderde levensvreugde, etcetera), zodat schending, dan wel onvoldoende bescherming van de persoonlijke levenssfeer (artikel 6 en 8 EVRM) culmineert in een publieke veroordeling, waardoor hier reeds de eerste straffen beginnen. Wordt deze publieke veroordeling actief uitgelokt door burgemeester Jansema, zonder onafhankelijke en onpartijdige rechtelijke tussenkomst dan zijn volgens artikel 6 EVRM en artikel 14 IVBPR deze handelingen van burgemeester Jansema onrechtmatig te noemen. Erger wordt de publieke straf als, zoals in mijn geval, alle feiten in de affaire Lord Nelson van overheidszijde uitsluitend en alleen op leugens zijn gebaseerd. Als presumptie innocentiae wordt vervolgens de discotheek met onmiddellijke ingang gesloten op basis van niet aanwezige plaatselijke verordeningen en een verkeerd opgesteld besluit (brief 3 juni 1999 Gemeente Coevorden). Daarop volgend wordt voor hetzelfde feit met imperatief karakter de vergunning van die van mijn vrouw en die van mij ingetrokken, als straf, op straf, op straf, op straf. Naast sociaal, emotioneel, financieel, zakelijk en bestuursrechtelijk door burgemeester mr ing. B.P. Jansema te zijn gestraft gaat rechter mr T.F. Bruinenberg hiermee verder door ook strafrechtelijk zijn bijdrage te leveren. De horecavergunning van die van mijn vrouw en die van mij worden ingetrokken. Deze ontzetting van het primair beroep en recht horecapraktijken uit te oefenen wordt ons voor onbepaalde tijd ontnomen. Met andere woorden: het uitoefenen van ons primair beroep waarmee wij ons in ons levensonderhoud moeten voorzien, wordt ons voor onbepaalde tijd door de burgemeester van Coevorden, door Gedeputeerde Staten, door de commissaris van de Koningin ter Beek en door rechter Bruinenberg ontzegt. Deze ontzegging is volgens Gedeputeerde Staten te Assen, zijn commissaris van de Koningin ter Beek en rechter Bruinenberg geen Straf maar een doel. Ook het Openbaar Ministerie in de persoon van mr D. ten Boer en de politie in de personen A Vries hoofd RCID en brigadier H.I. Huizenga doen als extra straf samen 8
9 met burgemeester Jansema een duit in het zakje door met een valse aangifte van middelenbezit jegens mij te komen. Daarna meent het Openbaar Ministerie te Assen in de persoon van mr D ten Boer onmiddellijk een dagvaarding uit te moeten schrijven, dit toch schielijk achterwege latend. Vervolgens seponeert ten Boer de valse aangifte met de mededeling het niet meer te wagen het nog eens te doen, anders zwaait er wat. Dit technische sepot wordt later door de hoofdofficieren te Assen (o.a. mevr mr R.S.T. van Rossem-Broos) en de Hoge Raad (o.a. mr J. Hoekman en mr L.A.M. Gielen) als straf tegen mij gebruikt met de mededeling dat de officier van justitie in de persoon van mr D. ten Boer wel degelijk een strafbaar feit heeft geconstateerd. Crimineel gedrag door de overheid en het bedrijfsleven is mogelijk een grotere bedreiging voor de samenleving dan de ordinaire criminaliteit van overvaller, tasjesrover of de verkrachter. Vooral de mogelijkheid dat de overheid crimineel is, tart onze verbeelding en is daardoor een vergeten hoofdstuk in de criminologie. Ambtenaren worden op dit moment veel te weinig aangesproken op mogelijk laakbaar gedrag. Dit is een gedeelte uit de inaugurele rede van prof dr C. van den Heuvel (Eindhovens Dagblad 24 januari 1998). Slachtoffer van collusie bij de overheid is altijd de publieke zaak: een verminderd vertrouwen van burgers in het openbaar bestuur of ordinair misbruik van gemeenschapsgelden, aldus van den Heuvel. Ik kan mij bij deze woorden van Van den Heuvel heel goed vinden. De affaire Lord Nelson krijgt meer en meer het karakter van op zijn zachts gezegd falend overheidsbeleid. In de eerstvolgende brief en de pleitnota zullen overzichten worden gemaakt van alle ambtenaren bij politie, justitie, gemeente, provincie en ondersteunende diensten, die laakbaar met de affaire Lord Nelson betrokken zijn geweest of nog zijn om de omvang van collusie en corruptie voor een ieder duidelijk weer te geven. Ook de opstellers van onderhavige brieven, zoals mr J. Buurman, komen hierbij uitgebreid aan de orde. Brief 8 augustus 2000 Na een eis op rectificatie van de ook in deze brief aangehaalde voorbeelden van leugens in brieven door Jansema ondertekend, naast een verzoek om nadere informatie, gaat Jansema nergens op in. De brief eindigt met: ik vertrouw erop u hiermede voldoende ingelicht te hebben. Dit is wederom een leugen. Buurman en Jansema weten wel dondersgoed dat zij mij door niets mede te delen, niet voldoende hebben ingelicht. Zoals bekend is Op 9 november 2000 geven mr J. Buurman en advocaat mr W. Sleijfer na afloop van de zitting aan rechter mr T.F. Bruinenberg een tweetal enveloppen. De bevooroordeling van rechter Bruinenberg is daarna overduidelijk uit de uitspraken af te leiden. In opdracht van de procureur generaal jhr mr J. de Wijkerslooth de Weerdesteijn, (Hoge Raad der Nederlanden) doet president mr J.S. van der Kolk 9
10 (Arrondissementsrechtbank te Assen) onderzoek naar deze enveloppenoverdracht die rechter Bruinenberg zich niet meer kan herinneren. President van der Kolk en rechter Bruinenberg vinden wel bij een gezamenlijk onderzoek een tweetal volmachten, die mogelijk na afloop wel eens overhandigd zouden kunnen zijn geweest. Door de president mee te helpen bij het zoeken én iets te vinden bevestigt de rechter expliciet de enveloppen aangenomen te hebben. In de schriftelijke reactie op dit ongeloofwaardig verhaal van de president van de rechtbank Assen is tevens gemeld dat mr J. Buurman en mr W. Sleijfer dan als niet gemachtigden de gemeente Coevorden vertegenwoordigden. Tegen mr J. Buurman en mr W. Sleijfer zijn aangifte gedaan wegen overtreding van artikel 178 lid 2 wetboek van Strafrecht. Artikel 178 Wetboek van Strafrecht vermeldt. 1. Hij die een rechter een gift of belofte doet met het oogmerk om invloed te oefenen op de beslissing van een aan diens oordeel onderworpen zaak, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vierde categorie. 2. Indien die gift of belofte gedaan wordt met het oogmerk om een veroordeling in een strafzaak te verkrijgen, wordt de schuldige gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren of geldboete van de vijfde categorie. 3. Ontzetting van de in artikel 28, eerste lid, onder 1º, 2ºen 4º, vermelde rechten kan worden uitgesproken. De brieven van 12 april 2001 In de kortste brief van Buurman en F. Sinnema staat letterlijk: dit doet echter niets af aan onze mening dat deze sluitingsmaatregel op correcte feiten en gronden is gebaseerd en dat wij om die reden gehouden waren de betreffende Drank- en Horecavergunning in te trekken. Commentaar op de leugens: Het gaat niet om één vergunning maar om twee vergunningen, die beide niet op correcte feiten en gronden gebaseerd zijn ingetrokken, op basis van één enkel proces verbaal van bevindingen door één brigadier opgesteld. Dit éne proces verbaal van bevindingen is vanwege zijn vormfouten en afwijkingen van de werklelijkheid vier maanden later geheel herzien. Belangrijk voor de gemeenteraad van Coevorden is de uitspraak van de president te Maastricht in een min of meer soortgelijke situatie als de mijne. Ik haal hier enkele standpunten van deze president te Maastricht aan (Reg.nr. 00/105 Horec VV KLR). 1. De president van de rechtbank te Maastricht meldt dat de beheerders van horecagelegenheden niet verantwoordelijk kunnen worden gesteld voor hetgeen bezoekers in hun kleding mee naar binnen nemen, omdat de beheerders geen wettelijk middelen en bevoegdheden ter beschikking staan dit te controleren. 2. De president van de rechtbank te Maastricht meldt dat conform geldige Algemene Plaatselijke Verordeningen moet worden gehandeld in samenhang met artikel 13b Opiumwet. 10
11 3. Dezelfde president hecht er waarde aan te vermelden dat niet alles gebaseerd mag zijn op de verklaring van bevindingen van politie maar op een scala aan onderbouwde feiten moet berusten. 4. De president meldt ook dat beide partijen over dezelfde relevante informatie moeten beschikken. Over deze punten moeten de gemeenteraad, burgemeester en wethouders en mr J. Buurman zich maar eens beraden. Het was deze uitspraak die in mijn pleitnota werd aangehaald doch volledig door rechter mr T.F. Bruinenberg werd genegeerd. Over de langste brief van mr J. Buurman en F. Sinnema is al geschreven dat deze brief een kromme redenatie over artikel 58 van de APV bevat, waaraan een 4 e lid is toegevoegd, waarvan bij mij geen gebruik is gemaakt, anders wisten zij het in Coevorden wel. De mededeling: dat de gemeente Coevorden achteraf nog een regeling moest maken onjuist is, is een leugen. Twee maanden na de inval en wel op 24 juli 1999 keurt de gemeenteraad van Coevorden artikel 58 APV 3 de en 4 e lid goed. De gemeenteraad evenals burgemeester Jansema weten dan dat zij onbevoegd gebruik van artikel 58 lid 2 maken. Ook rechter mr T.F Bruinenberg weet dat en hij maakt hier artikel 5:28 lid 2 van, dat min of meer een soortgelijke bevoegdheid kent. Brief van 1 mei 2001 In de nog te beantwoorden brief over het vergiftigen van mijn honden en het konijn van mijn zwager, op een en dezelfde dag, zo n 40 km uit elkaar, staat dat diverse klachten over deze honden bij de gemeente Coevorden binnen gekomen, voor Buurman de aanleiding was tot het schrijven van een vermanende brief richting mij met de strekking de honden aan te binden anders zouden zij worden afgevoerd. Dat diverse klachten de aanleiding tot de vermanende brief zouden zijn geweest is een leugen. Slechts één persoon heeft slechts éénmaal één klacht geuit. Deze klacht resulteerde onmiddellijk in het feit, dat Buurman binnen 24 uur de vermanende brief over mijn loslopende honden bij mij in de brievenbus liet deponeren. De buurt kwam tegen deze brief van Buurman in opstand, omdat zij zich hier niet in konden vinden. Niet de buurt maar slechts één persoon had éénmalig geklaagd. Buurman beloofde een rectificatie te schrijven. Gezien het feit dat hij ook tegen anderen liegt, is deze brief nooit geschreven en in de buurtschap Weijerswold aangekomen. Zoals ik heb aangetoond bevat elke brief door Buurman behandeld of geschreven minimaal één grote leugen. Ook de brief van 1 mei 2001 is hier debet aan. De leugen over het aantal klachten over honden is te klein vergeleken bij de distantie niets met het verband tussen de brief en het vergiftigen te maken te hebben. Omdat Buurman in elke brief liegt en hier ook liegt geeft hij impliciet toe meer van de dode dieren af te weten dan dat hij doet voorkomen. Liegen over het feit ergens niets mee te maken te hebben, betekent er wel iets van af te weten. Het beïnvloeden van een rechter waar negen jaren gevangenis straf op staat krijgt heeft geen schriftelijke reactie van Buurman tot gevolg. 11
12 De loslopende honden, daar heeft Buurman niets en dan ook niets mee te maken en dat moet even duidelijk worden vermeld. Buurman: het waren geen loslopende honden het waren herdershonden, dat moet je nu toch weten. Rest mij over het onbehoorlijk en onwetmatig afhandelen van klachten van de gemeente Coevorden het volgende te vermelden. Het staat de gemeenteraad van Coevorden vrij taken te delegeren, te mandateren en uit te besteden. Bij deze procedure is en blijft de gemeenteraad te allen tijde eindverantwoordelijk. Dit geldt ook voor het uitbesteden en afhandelen van mijn klachten aan en door mr J. Buurman. Verwijzend naar doelstelling twee, voortaan leugenvrije brieven te ontvangen zal het voor mr J. Buurman behoorlijk omschakelen zijn. Persoonlijk zal ik de eerste leugenvrije brief van de gemeente Coevorden in de affaire Lord Nelson en het Europark inlijsten. Het blijvend volharden in het niet volgens wettelijke normen behandelen van de klachten van mijn vader en die van mij conform Awb wordt de gemeente Coevorden aangerekend als onbehoorlijk en onwetmatig. Op de APV s en het intrekken van de vergunningen, waardoor het primaire recht op werk wordt ontzegt, kom ik zeer zeker op terug als de Hoge Raad duidelijk gemaakt wordt wat volgens artikel 9 wetboek van Strafrecht een straf inhoud. Nogmaals verwijzend naar de drie doelstellingen van deze brief, verblijf ik. Met vriendelijke groeten, F.J. Beukeveld Weijerswold PJ Coevorden 12
Betreft: antwoord op uw onderzoek met verzoek op navullend onderzoek Kenmerk: 081/VdK/sl
Mr J.S. van der Kolk President Arrondissementsrechtbank te Assen Postbus 30009 9400 RA Assen Betreft: antwoord op uw onderzoek met verzoek op navullend onderzoek Kenmerk: 081/VdK/sl Coevorden, 7 juni 2001
Pleitnota behorend bij het verzet op de uitspraken van de Afdeling van de Raad van State van 23 juli 2004.
Pleitnota behorend bij het verzet op de uitspraken van de Afdeling van de Raad van State van 23 juli 2004. Deze pleitnota wordt op 10 februari 2005 door dr G.J.J. Beukeveld in het openbaar bij de Afdeling
Algemene Directie Keuringsdienst van Waren Prinses Beatrixlaan AL s Gravenhage. Deze brief wordt aangetekend verstuurd.
Algemene Directie Keuringsdienst van Waren Prinses Beatrixlaan 2 2595 AL s Gravenhage Deze brief wordt aangetekend verstuurd. Betreft: schadevergoedingen op basis van onrechtmatige daden door medewerkers
Mevr. mr. R.S.T. van Rossem-Broos Hoofdofficier van Justitie van het Arrondissementsparket te Assen. Postadres RA ASSEN
Mevr. mr. R.S.T. van Rossem-Broos Hoofdofficier van Justitie van het Arrondissementsparket te Assen. Postadres 30004 9400 RA ASSEN Betreft: een open brief, die aangetekend wordt verzonden. Coevorden, 18
Onderstaande tekst is voor een overgroot gedeelte ook gebruikt voor onze hogere beroepsprocedures bij de Raad van State.
Jonkheer mr J. de Wijkerslooth de Weerdesteijn De Procureur-Generaal Hoge Raad der Nederlanden Lange Voorhout/Kazaenrstraat 52 Postbus 20303 2500 EH s-gravenhage Betreft: een groot aantal aangiften van
Betreft: aangifte van valsheid in geschrifte door mr R. Fernhout en mw. mr J.E.W van Gestel begaan
Openbaar Ministerie Alkmaar Kruseman van Eltenweg 2 Postbus 94 1800 AB Alkmaar Betreft: aangifte van valsheid in geschrifte door mr R. Fernhout en mw. mr J.E.W van Gestel begaan Hoorn, 4 november 2003.
file://i:\derde-aangifte\2009-11-20-onbekende-griffier-rechtbank-assen.htm
Page 1 of 13 Home Voor het bouwen van het nieuwe gemeentehuis Coevorden stond de discotheek Lord Nelson in de weg en moest deze discotheek weg voor de ontsluitingsweg. Aan de onbekende griffier Rechtbank
Schade claims inzake de discotheek. Lord Nelson te Coevorden. Regeert en bezeert de leugen. In het. Bestuursrecht?
Schade claims inzake de discotheek Lord Nelson te Coevorden Regeert en bezeert de leugen In het Bestuursrecht? Dr G.J.J. Beukeveld Hoorn, mei 2004 1 STAAT DER NEDERLANDEN Ter attentie van de Minister-president
Beoordeling. h2>klacht
Rapport 2 h2>klacht Verzoekster klaagt erover dat een ambtenaar van het regionale politiekorps Limburg-Noord op 14 juli 2008 heeft geweigerd de aangifte van diefstal van haar kat op te nemen. Beoordeling
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 616 Wet van 13 december 2000 tot herziening van een aantal strafbepalingen betreffende ambtsmisdrijven in het Wetboek van Strafrecht alsmede
STAAT DER NEDERLANDEN Ten kantore van de Hoge Raad Kazernestraat 52 's-gravenhage. Deze brief wordt aangetekend verzonden
STAAT DER NEDERLANDEN Ten kantore van de Hoge Raad Kazernestraat 52 's-gravenhage Deze brief wordt aangetekend verzonden Betreft: schadeclaims op basis van onrechtmatige daden door diverse overheidsorganisaties
Rapport. Datum: 9 november 2006 Rapportnummer: 2006/361
Rapport Datum: 9 november 2006 Rapportnummer: 2006/361 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de officier van justitie te Dordrecht zijn verzoek om een voorwaardelijk sepot om te zetten in een onvoorwaardelijk
Mr H.C.P. Venema, Arrondissementsrechtbank Assen Sector Bestuursrecht Postbus RA Assen
Mr H.C.P. Venema, Arrondissementsrechtbank Assen Sector Bestuursrecht Postbus 30009 9400 RA Assen Betreft: kopieën van klachten ingediend bij: de korpschef van het regionale korps Drenthe-Zuid, bij de
De president acht zich bevoegd, het verzoek ontvankelijk en is van oordeel dat verzoeker een spoedeisend belang heeft bij de gevraagde voorziening.
ARRONDISSEMENTSRECHTBANK ASSEN Kenmerk 99 / 388 WET P07 G07 UITSPRAAK Beslissing van de president van de Arrondissementsrechtbank te Assen op de voet van het bepaalde in titel 3 van hoofdstuk 8 van de
ONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 15 oktober 2015.
ECLI:NL:RBROT:2015:7773 Instantie: Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak: 29-10-2015 Datum publicatie: 02-11-2015 Zaaknummer: 11/870399-12.ov Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg
Wettelijk kader integriteit
Wettelijk kader integriteit Afleggen eed of belofte Provinciewet Artikel 14 lid 1: Alvorens hun functie te kunnen uitoefenen, leggen de leden van Provinciale Staten in de vergadering, in handen van de
Rapport. Datum: 12 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/445
Rapport Datum: 12 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/445 2 Klacht Op 5 december 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer H. te Arnhem, ingediend door de heer F. te Doorwerth, met
Rapport. Rapport over een klacht over het regionale politiekorps Utrecht. Datum: 16 april Rapportnummer: 2012/062
Rapport Rapport over een klacht over het regionale politiekorps Utrecht. Datum: 16 april 2012 Rapportnummer: 2012/062 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat een met naam genoemde politieambtenaar van het
Rapport. Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068
Rapport Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068 2 Klacht Verzoeker, slachtoffer van poging doodslag gepleegd door zijn ex-vriendin op 10 december 1999, klaagt erover dat het arrondissementsparket te
Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het arrondissementsparket te Rotterdam. Datum: 3 augustus Rapportnummer: 2011/226
Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over het arrondissementsparket te Rotterdam. Datum: 3 augustus 2011 Rapportnummer: 2011/226 2 Feiten Verzoekers hebben bij de politie aangifte gedaan jegens
Rapport. Datum: 13 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/446
Rapport Datum: 13 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/446 2 Klacht Op 11 februari 1998 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer X te Y, ingediend door de heer mr. G. Meijers, advocaat
Nationale Ombudsman T.a.v mw. mr J.E.W. van Gestel Postbus AC Den Haag. Hoorn, 3 mei Geachte mevrouw van Gestel,
Nationale Ombudsman T.a.v mw. mr J.E.W. van Gestel Postbus 93122 2509 AC Den Haag Hoorn, 3 mei 2002 Geachte mevrouw van Gestel, Volgens afspraak met U is een drietal onderwerpen afgesproken waarop de klachtencommissie
Een onderzoek naar een onduidelijke intrekkingsbrief van het Openbaar Ministerie.
Rapport Ingetrokken of niet? Een onderzoek naar een onduidelijke intrekkingsbrief van het Openbaar Ministerie. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de klacht over het Openbaar Ministerie te Rotterdam,
ECGR/U200901131 Lbr. 09/081
Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8020 Betreft Gemeentelijk optreden bij incidenten met honden naar aanleiding intrekking RAD uw kenmerk ons kenmerk ECGR/U200901131
Hoofdstuk 3.0 Wat is een democratische rechtsstaat?
Scheiding der machten De rechters zijn gescheiden www.rechtvoorjou.nl Hoofdstuk 3.0 Wat is een democratische rechtsstaat? Maak de volgende oefeningen met behulp van de informatie op de website*. Naam Leerling:...Klas:...
Rapport. Rapport over een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: Rapportnummer: 2013/044
Rapport Rapport over een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: Rapportnummer: 2013/044 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de officier van justitie van het arrondissementsparket te Den
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de.
vonnis RECHTBANK NOORD-HOLLAND Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf Locatie Schiphol Meervoudige strafkamer Parketnummer: Uitspraakdatum: 8 april 2013 Tegenspraak Strafvonnis Dit vonnis is gewezen naar
Klachtenregeling ongewenste intimiteiten openbaar
Klachtenregeling ongewenste intimiteiten openbaar onderwijs Deze regeling is in werking getreden op 14-03-1995. Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam van
Datum 28 februari 2013 Onderwerp Beantwoording kamervragen over vervolgingen en veroordelingen wegens majesteitsschennis
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den
ECLI:NL:RBNNE:2015:389
ECLI:NL:RBNNE:2015:389 Instantie Datum uitspraak 03-02-2015 Datum publicatie 03-02-2015 Zaaknummer Awb 15/245 Rechtsgebieden Rechtbank Noord-Nederland Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Voorlopige voorziening
ECLI:NL:RVS:2014:4724
ECLI:NL:RVS:2014:4724 Instantie Raad van State Datum uitspraak 17-12-2014 Datum publicatie 24-12-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden 201408640/1/A3 en 201408640/2/A3 Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGEL:2014:6239,
Rapport. Datum: 29 november 2007 Rapportnummer: 2007/279
Rapport Datum: 29 november 2007 Rapportnummer: 2007/279 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de beheerder van het regionale politiekorps Drenthe verzoekers brieven van 6 december 2006, 29 december 2006
Rapport. Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/297
Rapport Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/297 2 Klacht Verzoeker is op 8 november 2006 door de politie aangehouden wegens stalking van zijn ex-echtgenote. In dit verband klaagt verzoeker erover
Rapport. Datum: 11 april 2000 Rapportnummer: 2000/148
Rapport Datum: 11 april 2000 Rapportnummer: 2000/148 2 Klacht Op 1 februari 1999 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer Y. te Zwolle, ingediend door de Stichting Rechtsbijstand Asiel
Beleidsregel Horecahandhaving
Beleidsregel Horecahandhaving 1. Inleiding Een horecabedrijf moet voldoen aan verschillende regels. De belangrijkste regels staan in de APV (Algemene Plaatselijke Verordening Beesel), Wet op de kansspelen
Rapport. Publicatiedatum: 15 oktober 2014. Rapportnummer: 2014 /139. 20 14/139 d e Natio nale o mb ud sman 1/6
Rapport Publicatiedatum: 15 oktober 2014 Rapportnummer: 2014 /139 20 14/139 d e Natio nale o mb ud sman 1/6 Rapport Een onderzoek naar de titel op grond waarvan het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen
Parketnummer: /19 Uitspraak: 8 april 2019 Tegenspraak
vonnis GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO Parketnummer: 500.00067/19 Uitspraak: 8 april 2019 Tegenspraak Vonnis van dit Gerecht in de strafzaak tegen de verdachte: N. S., geboren op te Aruba, wonende
GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken
parketnummer : 20.001938.96 uitspraakdatum : 29 april 1997 verstek dip GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken A R R E S T gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis
Rapport. Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014. Rapportnummer: 2014/010
Rapport Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014 Rapportnummer: 2014/010 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het College van procureurs-generaal
Ik heb een klacht. Alescon T.a.v. de Klachtencoördinator Postbus 990 9400 AZ Assen
Ik heb een klacht U werkt, u volgt een reïntegratietraject of u staat op de wachtlijst bij Alescon. Wij doen ons best om u altijd zo goed mogelijk van dienst te zijn. Toch kan het gebeuren dat u niet tevreden
Rapport. Datum: 1 december 2006 Rapportnummer: 2006/377
Rapport Datum: 1 december 2006 Rapportnummer: 2006/377 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de beheerder van het regionale politiekorps Midden en West Brabant bij brief gedateerd 10 februari 2005 zijn
Arrondissementsrechtbank Assen UITSPRAAK
Arrondissementsrechtbank Assen :'~.r\\:1 "~ 1\\ /T.chtst enf,elvoudi2e f,amer v:)or "~e" u' "'~-~~;"':'=-I'I' ;';-~I. _I~.~_.,,- J'I,=- r,- -~ L_,-. I'Q n Kenmerk: 00 / 100 HOREC POg G03 é~'\ \ \ \ ()
Damoclesbeleid gemeente Heerhugowaard 2018
Nr.: INT18-1020 Damoclesbeleid gemeente Heerhugowaard 2018 Hennepteelt en handel in hard- en softdrugs zijn de afgelopen jaren sterk toegenomen en geprofessionaliseerd en daarmee ook de risico s die daar
ECLI:NL:CRVB:2012:BW6565
ECLI:NL:CRVB:2012:BW6565 Instantie Datum uitspraak 22-05-2012 Datum publicatie 29-05-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 10-1542 WWB + 10-1557
Verordening klachtenbehandeling ongewenst gedrag gemeentepersoneel
Verordening klachtenbehandeling ongewenst gedrag gemeentepersoneel No. 990716. De raad van de gemeente het Bildt; Gelezen het voorstel van het college van Burgemeester en wethouders; Overwegende dat het
Rapport. Datum: 25 september 2006 Rapportnummer: 2006/323
Rapport Datum: 25 september 2006 Rapportnummer: 2006/323 2 Klacht Verzoeker klaagt over een brief die het regionale politiekorps Limburg Zuid hem op 16 mei 2004 heeft gezonden en waarin verzoeker werd
Rapport. Datum: 10 maart 2006 Rapportnummer: 2006/085
Rapport Datum: 10 maart 2006 Rapportnummer: 2006/085 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat een ambtenaar van het regionale politiekorps Gelderland-Midden hem na zijn aanhouding op 24 december 2003 in verband
Beleidsregel. Sluiting van voor het publiek toegankelijke gebouwen
Beleidsregel Sluiting van voor het publiek toegankelijke gebouwen De aanpak van ondermijning OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID Concernstaf, Openbare orde & veiligheid Inhoudsopgave De beleidsregel 2 Bijlage
Een onderzoek naar een klacht over de afwikkeling van in beslag genomen voorwerpen.
Rapport Een onderzoek naar een klacht over de afwikkeling van in beslag genomen voorwerpen. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de klacht over de regionale politie-eenheid Oost-Brabant en het parket
Het binnentreden van een woning
Rapport Gemeentelijke Ombudsman Het binnentreden van een woning Gemeente Amsterdam Stadsdeel Centrum 4 april 2007 RA0713268 Samenvatting Verzoeker huurt een woning en ontvangt een brief van het stadsdeel
ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377
ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 15-04-2011 Datum publicatie 15-04-2011 Zaaknummer 19.605555-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
DE RECHTERS ZIJN GESCHEIDEN
DE RECHTERS ZIJN GESCHEIDEN www.rechtvoorjou.nl Hoofdstuk 3.0 Wat is een democratische rechtsstaat? Maak de volgende oefeningen met behulp van de informatie op de website. Naam Leerling: Klas:. 3.0 a.
Rapport. Datum: 30 september 2005 Rapportnummer: 2005/302
Rapport Datum: 30 september 2005 Rapportnummer: 2005/302 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de korpschef van het regionale politiekorps Haaglanden in zijn brief van 31 januari 2005 niet inhoudelijk is
Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag
RAPPORT Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag Een onderzoek naar een afwijzing van het Openbaar Ministerie in Den Haag om kosten na vrijspraak te vergoeden. Oordeel Op basis van het onderzoek
Rapport. Datum: 22 augustus 2007 Rapportnummer: 2007/175
Rapport Datum: 22 augustus 2007 Rapportnummer: 2007/175 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat ambtenaren van het regionale politiekorps Limburg-Noord: - niet hebben gereageerd op een melding van verzoekers
ECLI:NL:HR:2010:BO2558
ECLI:NL:HR:2010:BO2558 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 02-11-2010 Datum publicatie 03-11-2010 Zaaknummer 09/00354 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BO2558
Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: 7 juli 2015 Rapportnummer: 2015/109
Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: 7 juli 2015 Rapportnummer: 2015/109 2 Aanleiding Verzoekster is advocaat en haar cliënt stelt dat hij op
Naam Beleidsregel handhaving Horeca-inrichtingen, waarop de vergunningplicht van artikel 3 Dranken Horecawet van toepassing is (2007)
Gemeenteblad Nijmegen Jaartal / nummer 2007 / 83 Naam Beleidsregel handhaving Horeca-inrichtingen, waarop de vergunningplicht van artikel 3 Dranken van toepassing is (2007) Publicatiedatum 30 mei 2007
b e z w a a r m a k e n
bezwaar maken In de gemeente Westland worden voortdurend besluiten genomen. Deze besluiten kunnen gevolgen hebben voor uw woon- en leefsituatie. Daarom is het in de wet geregeld dat u bezwaar kunt maken
file://i:\derde-aangifte\onbekende-officier.htm
Page 1 of 7 Home Aan: de onbekende officier van justitie OM Assen Arrondissementsparket Postbus 30004 9400 RA Assen Fax: 0592-33 94 85 Betreft: ernstig bezwaar tegen de dagvaarding waar geen enkele datum
P.M. Bruinooge Burgemeester en korpsbeheerder Regio Politie Noord-Holland Noord Postbus AA Alkmaar. Hoorn, 30 januari 2009,
P.M. Bruinooge Burgemeester en korpsbeheerder Regio Politie Noord-Holland Noord Postbus 21 1899 AA Alkmaar Hoorn, 30 januari 2009, Deze brief wordt open verzonden en komt op de website van de soevereine
ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273
ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 31-03-2004 Datum publicatie 08-04-2004 Zaaknummer 06/060115-03 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Gepubliceerd in Staatscourant 17 september 2007, nr. 179 / pag. 11
Gepubliceerd in Staatscourant 17 september 2007, nr. 179 / pag. 11 Klachtenregeling IGZ Artikel 1 1 Een ieder heeft het recht om over de wijze waarop de inspectie zich in een bepaalde aangelegenheid jegens
ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580
ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 Instantie Datum uitspraak 05-09-2006 Datum publicatie 06-10-2006 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 05/37675 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht
CENTRALE RAAD VAN BEROEP
CENTRALE RAAD VAN BEROEP KBW 1994/1 U I T S P R A A K in het geding tussen: het bestuur van de Sociale Verzekeringsbank, appellant, en A., wonende te B., gedaagde. I. ONTSTAAN EN LOOP VAN HET GEDING Onder
Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het Ministerie van Veiligheid. en Justitie. Publicatiedatum: 23 september 2014
Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Publicatiedatum: 23 september 2014 Rapportnummer: 2014 /122 20 14/122 d e Natio nale o mb ud sman 1/5 Feiten
3. Verzoekers konden zich met het voorgaande niet verenigen en dienden bij brief van 11 april 2007 een klacht in.
Rapport 2 h2>klacht Verzoekers klagen over de door de staatsecretaris van Justitie gevolgde intrekkingsprocedure van de aan hen verleende verblijfsvergunningen asiel voor bepaalde tijd. Met name klagen
Rapport. Datum: 22 december 2006 Rapportnummer: 2006/388
Rapport Datum: 22 december 2006 Rapportnummer: 2006/388 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de officier van justitie te Amsterdam een proces-verbaal waarin verzoeker als verdachte is aangemerkt heeft
Rapport. Rapport over een klacht over de Belastingdienst/Toeslagen te Utrecht. Datum: 6 mei 2013. Rapportnummer: 2013/047
Rapport Rapport over een klacht over de Belastingdienst/Toeslagen te Utrecht Datum: 6 mei 2013 Rapportnummer: 2013/047 2 Klacht Verzoeksters klagen over de beslissing van de Belastingdienst/Toeslagen van
ECLI:NL:RBNNE:2015:6277
ECLI:NL:RBNNE:2015:6277 Instantie Datum uitspraak 13-11-2015 Datum publicatie 17-03-2016 Zaaknummer 18.720178-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Nederland Strafrecht
Hoofdstuk 1 Bevoegdheid en rollen
Bekendmaking Rectificatie vaststelling beleid De burgemeester van Heemskerk maakt bekend een verbeterde versie van de Beleidsregel Gebiedsverboden Heemskerk vast te stellen. De daarin opgenomen verwijzingen
Datum 23 november 2012 Onderwerp Nadere informatie n.a.v. de berichtgeving over de secretaris-generaal van mijn ministerie
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den
Beleidsregel handhaving Drank- en Horecawet (2013) Vaststelling 19 december 2013
Gemeenteblad Nijmegen Jaartal / nummer 2013 / 123 Naam Beleidsregel handhaving Drank- en Horecawet (2013) Publicatiedatum 18 december 2013 Opmerkingen - Vaststelling van de beleidsregel bij besluit van
Rapport. Datum: 18 december 2003 Rapportnummer: 2003/486
Rapport Datum: 18 december 2003 Rapportnummer: 2003/486 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de Belastingdienst/Holland Midden/kantoor Leiden zijn (privé-)agenda niet aan hem heeft geretourneerd. Beoordeling
de nationale ombudsman
Postadres Postbus 93122 2509 AC Den Haag Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 151 2594 AG Den Haag Telefoon (070) 3 563 563 Telefax (070) 3 607 572 E-mail bureau@nationale.nl Doorkiesnummer (070) 3 563 672 JVG/wh
VONNIS. De Correctionele Rechtbank van het arrondissement HASSELT, 16 kamer, heeft het volgende vonnis uitgesproken : INZAKE
1 e blad VONNIS Griffie nr.: 00293 Parket nr.: HA43.L4.107456-04 Rep.: 459 Vonnis dd. 01.03.2007 De Correctionele Rechtbank van het arrondissement HASSELT, 16 kamer, heeft het volgende vonnis uitgesproken
Rapport. Datum: 15 juni 2004 Rapportnummer: 2004/222
Rapport Datum: 15 juni 2004 Rapportnummer: 2004/222 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de officier van justitie te Maastricht geen uitvoering heeft gegeven aan de door het gerechtshof te 's-hertogenbosch
ECLI:NL:GHLEE:2010:BO3296
ECLI:NL:GHLEE:2010:BO3296 Instantie Datum uitspraak 05-11-2010 Datum publicatie 08-11-2010 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-000669-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Parketnummers : 13/ , 13/ , 13/ Vragen aan Officieren van Justitie mbt afdoeningsbeslissingen getuige Sonja Holleeder
Rechtbank Amsterdam Zitting : maandag 12 maart 2018 Parketnummers : 13/730084-14, 13/731070-15, 13/731088-15 Vragen aan Officieren van Justitie mbt afdoeningsbeslissingen getuige Sonja Holleeder Inzake:
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 421 Wet van 9 oktober 2008, houdende regels strekkende tot het opleggen van een tijdelijk huisverbod aan personen van wie een ernstige dreiging
Rapport. Datum: 8 augustus 2007 Rapportnummer: 2007/162
Rapport Datum: 8 augustus 2007 Rapportnummer: 2007/162 2 Klacht Verzoeker klaagt over de wijze waarop ambtenaren van het regionale politiekorps Utrecht op 6 mei 2006 hebben gereageerd op zijn verzoek om
Voorstel van wet. Artikel 1
Regels strekkende tot het opleggen van een tijdelijk huisverbod aan personen van wie een ernstige dreiging van huiselijk geweld uitgaat (Wet tijdelijk huisverbod) Voorstel van wet Wij Beatrix, bij de gratie
ECLI:NL:RBARN:2001:AD4391
ECLI:NL:RBARN:2001:AD4391 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 10-10-2001 Datum publicatie 10-10-2001 Zaaknummer 05.096060-01 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig
Rapport. Datum: 31 januari 2011 Rapportnummer: 2011/032
Rapport Datum: 31 januari 2011 Rapportnummer: 2011/032 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de griffie van het gerechtshof Den Haag hem het arrest van 17 juli 2008 niet heeft toegestuurd met als gevolg
Rapport. Op het verkeerde been
Rapport Op het verkeerde been Een onderzoek naar aanleiding van een klacht over de voorlichting door de gemeente Bloemendaal en de Immigratie-en Naturalisatiedienst bij een naturalisatieverzoek. Oordeel
Het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) zond verzoeker hiervoor op 4 november 2006 een beschikking met een sanctiebedrag van 40.
Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt er over dat de officier van justitie bij de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie (CVOM) op geen enkele wijze heeft gereageerd op zijn herhaalde schriftelijke verzoek
Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de politiechef van de regionale eenheid Noord-Nederland. Datum: 28 juli 2014
Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over de politiechef van de regionale eenheid Noord-Nederland. Datum: 28 juli 2014 Rapportnummer: 2014/082 2 Klacht Verzoeker klaagt er over dat de politie-eenheid
Zoekresultaat - inzien document. ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: Uitspraak. Rechtbank Oost-Brabant
Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ec Instantie Datum uitspraak 07-10-2015 Datum publicatie 07-10-2015 Rechtbank Oost-Brabant
Rapport. Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/192
Rapport Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/192 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie haar klacht van 16 april 2004 over de lange duur van de behandeling
ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012
ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 Instantie Datum uitspraak 11-06-2003 Datum publicatie 12-08-2003 Zaaknummer 2200326602 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage
RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN
RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2003.1733 (052.03) ingediend door: hierna te noemen 'klager', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen
Beoordeling Bevindingen
Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) aan hem als advocaat een machtiging van zijn cliënt heeft gevraagd om stukken bij de IND te kunnen opvragen,
Aanvraagformulier vrijstelling schoolbezoek Op grond van art. 11 van de leerplichtwet 1969 In te vullen door aanvrager
Aanvraagformulier vrijstelling schoolbezoek Op grond van art. 11 van de leerplichtwet 1969 In te vullen door aanvrager Inleveren: Ingevulde formulieren dient u in te leveren bij de directeur van de school
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 143 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces Nr. 2 VOORSTEL VAN WET
Rapport. Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/190
Rapport Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/190 2 Klacht Verzoekers klagen erover dat het regionale politiekorps Utrecht hun verzoek om vergoeding van de schade als gevolg van een politieonderzoek in
Landelijk model klachtenregeling
Landelijk model klachtenregeling Introductie Op 1 januari 2002 is voor alle bedrijven in Nederland een uniforme klachtenregeling in werking getreden. De regeling is gebaseerd op een gemeenschappelijk model
Een onderzoek naar de manier waarop de burgemeester van Valkenswaard is omgegaan met de klachten van een belanghebbende over een besluit.
Rapport Bezwaar of klacht? Een onderzoek naar de manier waarop de burgemeester van Valkenswaard is omgegaan met de klachten van een belanghebbende over een besluit. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt
OORDEEL. Het klachtenformulier is gedateerd 14 april 2009 en bij het secretariaat ingeboekt op 15 april 2009 onder nummer
Dossiernummer 32-2009 OORDEEL Verzoeker de heer E. namens mevrouw O. te Almelo. Datum verzoek Het klachtenformulier is gedateerd 14 april 2009 en bij het secretariaat ingeboekt op 15 april 2009 onder nummer
ECLI:NL:RBZWB:2017:800
ECLI:NL:RBZWB:2017:800 Instantie Datum uitspraak 13-02-2017 Datum publicatie 23-02-2017 Zaaknummer AWB 16_4682 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Bestuursrecht