Ontwerp Omgevingsvergunning

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Ontwerp Omgevingsvergunning"

Transcriptie

1 * * * * Ontwerp Omgevingsvergunning Kenmerk : WABO Aanvraagnummer (OLO) : Aanvrager : V.O.F. Haenen-Bussemakers Onderwerp : het oprichten van een vleesvarkens- en biggenstal, drie luchtwassers, luchtkanaal, twee sleufsilo s en het aanleggen van erfverharding Locatie : Ulfterhoek 20 te Sevenum Kadastraal bekend gemeente : Sevenum, sectie S, nummer 96, 97 en 98 Datum ontvangst aanvraag : 30 december 2016 Datum ontwerpbesluit : 28 september 2017 Verzonden op : 28 september 2017 Ontwerpbesluit Burgemeester en wethouders zijn voornemens om, op grond van artikel 2.10, artikel 2.14, artikel 2.17 en artikel 2.12 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) een vergunning te verlenen voor de werkzaamheden/onderdelen: - het bouwen van een bouwwerk (verder te noemen: bouwen) (artikel 2.1, lid 1, sub a); - handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening (artikel 2.1, lid 1, sub c); - werk of werkzaamheden uitvoeren (artikel 2.1, lid 1, sub b); - handelingen met gevolgen voor beschermde gebieden (verder te noemen: gebiedsbescherming) (artikel 2.1, lid 1, sub i); - inrichting of mijnbouwwerk oprichten of veranderen (verder te noemen: milieu (revisievergunning)) (artikel 2.1, lid 1, sub e, onder 2º); voor het oprichten van een vleesvarkens- en biggenstal, drie luchtwassers, luchtkanaal, twee sleufsilo s en het aanleggen van erfverharding op het adres Ulfterhoek 20 te Sevenum. Daarnaast hebben wij op grond van artikel 7.17, lid 1 van de Wet milieubeheer besloten dat er geen verplichting geldt tot het opstellen van een milieueffectrapport (MER). De stukken, zoals genoemd in paragraaf bijgevoegde documenten, maken deel uit van de vergunning. De voorschriften van deze vergunning moeten worden nageleefd. Namens burgemeester en wethouders van Horst aan de Maas, Jan van Maren, Teamhoofd Ruimtelijke Ordening en Vergunningen Postbus 6005 / 5960 AA Horst T Banknr Bezoekadres: F IBAN NL48RABO E gemeente@horstaandemaas.nl Wilhelminaplein 6, Horst BIC RABONL2U E facturen@horstaandemaas.nl

2 Pag. 2 van 40 INHOUDSOPGAVE 1. PROCEDURE Bevoegd gezag Ontvankelijkheid en procedure Verklaring van geen bedenkingen (vvgb) Gedeputeerde Staten Activiteitenbesluit milieubeheer Besluit milieueffectrapportage (Besluit m.e.r.) Richtlijn industriële emissies Zienswijzen Bijgevoegde documenten OVERWEGINGEN EN TOETSINGEN Inleiding Overwegingen onderdeel bouwen Overwegingen onderdeel handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening Overwegingen onderdeel werk of werkzaamheden uitvoeren Overwegingen onderdeel gebiedsbescherming (Wet natuurbescherming) Overwegingen onderdeel milieu (revisievergunning) Vigerende en aangevraagde situatie Activiteitenbesluit Toetsing aan milieucriteria aangaande agrarische bedrijven Geur Ammoniak Luchtkwaliteit (Volks)gezondheid Afvalstoffen Afvalwater (Externe) veiligheid Bodem Geluid Energie Toetsing aan overige richtlijnen, regels en wetten Conclusies VOORSCHRIFTEN Bouwen Handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening Werk of werkzaamheden uitvoeren Gebiedsbescherming Milieu (revisievergunning) 37

3 Pag. 3 van PROCEDURE 1.1 Bevoegd gezag Gelet op hetgeen aangevraagd is, het bepaalde in hoofdstuk 3 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) en bijlage I van het Bor zijn wij in dit geval bevoegd een beslissing te nemen op de aanvraag. 1.2 Ontvankelijkheid en procedure Na ontvangst van de aanvraag hebben wij deze aan de hand van het Besluit omgevingsrecht (Bor) en de Ministeriële regeling omgevingsrecht (Mor) getoetst op ontvankelijkheid. Daarbij is o.a. gebleken dat het onderdeel handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening en uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde of van werkzaamheden niet in de aanvraag zijn meegenomen en het onderdeel milieu (veranderingsvergunning) niet terecht aangevraagd was. Hierdoor is door ons bepaald dat de aanvraag niet ontvankelijk was. Op 11 januari 2017 hebben wij de aanvrager daartoe in beginsel per brief (met kenmerk: ) aangegeven dat we de aanvraag nog niet op ontvankelijkheid en inhoud hebben kunnen toetsen. Dit met de reden dat beoordeeld was dat het beoogde plan niet binnen het bestemmingsplan Buitengebied Sevenum 2009 past. Allereerst hebben we moeten toetsen of we aan het beoogde plan medewerking konden verlenen. Vanwege de korte ligging tot de Rotterdam Rijn Pijpleiding (RRP-leiding) hebben we hiertoe de RRP om een verklaring van geen bezwaar moeten vragen. De RRP hebben wij hiertoe op 18 januari 2017 per mail (met kenmerk: ) verzocht. Op 31 januari 2017 heeft de RRP per brief (met kenmerk: ) een verklaring van geen bezwaar afgegeven. Toen wij beoordeeld hebben dat we aan het beoogde plan medewerking kunnen verlenen, hebben wij op 14 februari 2017 per brief (met kenmerk: ) de aanvrager om aanvullende gegevens gevraagd. Desgevraagd hebben wij op 7 april 2017 via het OLO de aanvullende gegevens ontvangen. Verder hebben we op 12 april 2017 per voor de aspecten energie en geluid om inhoudelijke aanvulling gevraagd. Desgevraagd hebben wij op 24 april 2017 via het OLO de aanvullende gegevens ontvangen. Op 25 april 2017 hebben wij per mail verzocht om inhoudelijke wijzigingen ten opzichte van de vergunde situatie. Desgevraagd hebben wij op 3 mei 2017 via het OLO de aanvullende gegevens ontvangen. Op 3 juli 2017 hebben wij per aanvrager verzocht om bij de aanvraag voor de activiteit bouwen het luchtkanaal, de luchtwasser en drukkamer van stal 1 en 3 mee te nemen. Bij de brief van 14 februari 2017 hadden wij al verzocht om aan te geven dit mee te nemen. In de aanvullende toelichting van 7 april 2017 heeft aanvrager aangegeven dat dit vergunningsvrij zou zijn. Dit gegeven is niet terecht. Op verzoek van ons heeft de aanvrager op 3 augustus 2017 via het OLO de aanvraag activiteit bouwen hierop aangevuld. Wij zijn van oordeel dat de aanvraag inclusief de aangevulde gegevens daarmee dan uiteindelijk ontvankelijk is. Conform artikel 3.10 lid 1 onder a, c en e Wabo vindt de behandeling van de aanvraag plaats volgens paragraaf 3.3 Wabo in combinatie met afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit betreft de uitgebreide voorbereidingsprocedure. 1.3 Verklaring van geen bedenkingen (vvgb) Gedeputeerde Staten Op grond van artikel 2.27 Wabo wijst het Besluit omgevingsrecht (Bor) of een bijzondere wet categorieën van gevallen aan waarvoor geldt dat een omgevingsvergunning niet wordt verleend dan nadat een daarbij aangewezen bestuursorgaan heeft verklaard dat het daartegen geen bedenkingen heeft. Omdat het hier een geval betreft als vermeld in artikel 6.10a van het Besluit omgevingsrecht, wordt de omgevingsvergunning niet verleend dan nadat Gedeputeerde Staten van Limburg heeft verklaard dat daartegen geen bedenkingen zijn. In dit kader hebben wij onverwijld na ontvangst van de aanvraag een exemplaar daarvan toegezonden aan de Gedeputeerde Staten van Limburg.

4 Pag. 4 van 40 Op 11 september 2017 hebben wij van de Gedeputeerde Staten van Limburg de ontwerp verklaring ontvangen, waaruit blijkt dat er geen bedenkingen zijn tegen het verlenen van de gevraagde vergunning. Deze verklaring bestaat uit een considerans en voorschriften. Overwegingen hiervoor zijn opgenomen in paragraaf 2.5. De VVGB is als bijlage bij deze vergunning gevoegd en maakt onderdeel uit van de vergunning. 1.4 Activiteitenbesluit milieubeheer In het Activiteitenbesluit zijn voor verschillende activiteiten die binnen inrichtingen plaats kunnen vinden algemene voorschriften opgenomen. Met het Activiteitenbesluit wordt de vergunningplicht vanwege het onderdeel milieu voor de meeste inrichtingen opgeheven. Alleen inrichtingen waartoe een IPPC-installatie (Integrated Pollution Prevention and Control) behoort en inrichtingen die zijn aangewezen als vergunningplichtig in bijlage I van het Besluit omgevingsrecht (Bor) blijven vergunningplichtig op grond van de Wabo. Deze inrichtingen worden aangemerkt als type C-inrichtingen. De vergunningaanvraag heeft betrekking op een inrichting waartoe een IPPC- installatie behoord (categorie 6.6b van bijlage I van de RIE) / een inrichting die voldoet aan de omschrijving uit categorie 5.1 (opslaan van zeer licht ontvlambare, licht ontvlambare, ontvlambare of brandbare vloeistoffen), categorie 7.1, lid a (opslag van dierlijke meststoffen), categorie 8.3 (het houden van meer dan gespeende biggen), categorie 28.1, lid a, onder 2º (opslaan van bedrijfsafvalstoffen met een capaciteit van 5 m 3 of meer) en categorie (vergunningplichtige inrichting voor het nuttig toepassen of verwijderen van afvalstoffen) van bijlage I van het Bor. De inrichting wordt dan ook aangemerkt als een type C inrichting. De inrichting is daarmee vergunningplichtig met dien verstande dat een aantal voorschriften uit het Activiteitenbesluit rechtstreeks, dus zonder dat deze in deze vergunning expliciet zijn opgenomen, mogelijk van toepassing zijn. Voor zover dit het geval is, is dit elders in deze beschikking (onder 2.6 bij overwegingen onderdeel milieu (revisievergunning) ) aangegeven. Op grond van artikel 1.10 van het Activiteitenbesluit dient de wijziging van de inrichting te worden gemeld. De informatie uit de aanvraag hebben wij aangemerkt als de melding. 1.5 Besluit milieueffectrapportage (Besluit m.e.r.) Hoofdstuk 7 van de Wet milieubeheer (Wm) behandelt het milieueffectrapport (MER). De Wm maakt onderscheid tussen activiteiten waarbij het opstellen van een MER verplicht is (m.e.r.-plicht) en activiteiten waarbij het bevoegd gezag moet beoordelen of een MER nodig is (m.e.r.-beoordelingsplicht). Het gaat bij veehouderijen volgens het Besluit milieueffectrapportage (Besluit m.e.r.) dan om activiteiten in de vorm van het oprichten, wijzigen of uitbreiden van een installatie voor het fokken, mesten of houden van dieren. In de bijlage bij het Besluit m.e.r. ligt in de vorm van een drempelwaarde per diercategorie vast wanneer voor een initiatief de m.e.r.-plicht (onderdeel C van de bijlage) of de m.e.r.-beoordelingsplicht (onderdeel D van de bijlage) geldt. Bij de voorliggende aanvraag blijkt dan de volgende situatie: Diercategorie drempelwaarde onderdeel C drempelwaarde onderdeel D gevraagde oprichting/ wijziging/uitbreiding mestvarkens (D.3) > dieren > dieren 1800 dieren gespeende biggen (D.1.1) geen > dieren 600 dieren De aanvraag resulteert in een onderschrijding van de drempelwaarde van zowel onderdeel C als onderdeel D. Er geldt dus geen m.e.r.-plicht of directe m.e.r.-beoordelingsplicht. Het Besluit m.e.r. maakt voor een dergelijk scenario beide drempelwaarden indicatief en roept een indirecte m.e.r.-beoordelingsplicht in het leven. Dat betekent dat wij gehouden zijn te beoordelen of een MER nodig is als op grond van de selectiecriteria uit bijlage

5 Pag. 5 van 40 III van de Europese m.e.r.-richtlijn niet kan worden uitgesloten dat de aangevraagde activiteiten nadelige gevolgen voor het milieu kunnen hebben. De selectiecriteria betreffen: 1. de kenmerken van het project, 2. de plaats van het project en 3. de kenmerken van de potentiële gevolgen. Ad 1 en 2: Kenmerken en plaats van het project De kenmerken en de plaats van de voorgenomen activiteiten blijken voldoende duidelijk uit de aanvraag met bijlagen. In aanvulling daarop stellen we vast dat de veehouderij is gelegen buiten de bebouwde kom van de meest dichtbijgelegen kern Sevenum in het buitengebied van de gemeente Horst aan de Maas. De omgeving heeft voornamelijk een agrarisch karakter. Wij concluderen dat de aangevraagde activiteiten passen bij de functie die het gebied vervult. Ad 3: Potentiële gevolgen Verderop in het besluit gaan wij in op de gevolgen van de aangevraagde activiteiten voor het milieu. Voor zover wij vanuit de MER-richtlijn in aanvulling hierop de cumulatieve effecten en effecten voor specifieke gebieden dienen te beoordelen, stellen wij vast dat het bij de veehouderijsector vooral gaat om de gevolgen van de uitstoot van ammoniak, geur en fijn stof. Onderstaand gaan wij nader in op deze aspecten. Ammoniak De aangevraagde situatie heeft een toename van de ammoniakdepositie (neerslag) tot gevolg voor de in het kader van de Wet natuurbescherming (Natura 2000) aangewezen gebieden. Deze depositie moet beoordeeld worden aan de hand van de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS). Onder de PAS is met een samenstel van maatregelen per te beschermen gebied gekeken hoeveel depositie dat gebied kan verdragen en hoeveel ruimte (de ontwikkelruimte) er nog beschikbaar is eer sprake is van overbelasting. Dit betekent dat met het bij het PAS horende model Aerius onderzocht moet worden wat het effect is van de aangevraagde omgevingsvergunning en of er nog ontwikkelruimte is voor de voorgenomen activiteit. Voor zover de depositie kleiner is dan 1 mol per hectare per jaar heeft een veehouderij geen vergunning Wet natuurbescherming meer nodig en kan het bedrijf in kwestie volstaan met het indienen van een melding. Als er nog maar 5% of minder ontwikkelruimte beschikbaar is, verschuift de grens tussen meldingsplicht en vergunningplicht van 1 mol per hectare per jaar naar 0,05 mol per hectare per jaar. Uit de bij de aanvraag voor deze vergunning gevoegde Aeriusberekening blijkt dat de uit de aangevraagde activiteiten volgende ammoniakdepositie past in de ontwikkelruimte die voor de betrokken gebieden beschikbaar is. Dit betekent dat het voorgenomen initiatief weliswaar een negatieve invloed heeft op beschermde gebieden, maar dat die invloed is voorzien in de beschikbare ontwikkelruimte. Onder deze omstandigheden zien wij wat betreft ammoniak geen aanleiding voor het doorlopen van een formele MERbeoordeling dan wel het laten opstellen van een MER. Voor de aangevraagde situatie is op 7 september 2017 door de Gedeputeerde Staten van Limburg een ontwerpbesluit verklaring van geen bedenkingen (met kenmerk: 2017/63191) verleend. Uit de verklaring van geen bedenkingen blijkt dat de aangevraagde situatie, ten opzichte van de stikstofdepositie die op grond van onderliggende vergunning d.d. 8 augustus 2013 krachtens artikel 19d, eerste lid, van de Nb-wet 1998 mag worden veroorzaakt, voorziet in een toename van stikstofdepositie van ten hoogte 0,18 mol per hectare per jaar op een voor stikstofgevoelig habitattype in een Natura 200-gebied dat is opgenomen in het programma PAS. Voor wat betreft deze toename van stikstofdepositie is toedeling van ontwikkelingsruimte noodzakelijk om toestemming te kunnen verlenen voor de aangevraagde wijziging en uitbreiding van de bestaande activiteit.

6 Pag. 6 van 40 De aangevraagde situatie heeft een afname van de ammoniakemissie tot gevolg. De ammoniakemissie in de vigerende situatie bedraagt 9.855,0 kg NH 3 /jaar en in de aangevraagde situatie 4.690,95 kg NH 3 /jaar. De inrichting ligt niet in een 250 meter zone om een zeer kwetsbaar gebied (Wav). De nieuwe huisvestingssystemen van de dierenverblijven voldoen aan de Best Beschikbare Technieken (BBT), doordat voldaan wordt aan het Besluit emissiearme huisvesting. De bestaande stal 2 voldoet niet aan maximale emissiewaarden uit het Besluit emissiearme huisvesting. In de Wav en in het Besluit emissiearme huisvesting is echter de optie voor intern salderen opgenomen. Onder intern saldering wordt verstaan: de mogelijkheid om binnen een veehouderij in (een deel van) de bestaande huisvestingssystemen geen BBT toe te passen, op voorwaarde dat de daardoor gemiste ammoniakreductie wordt gecompenseerd door het toepassen van verdergaande technieken dan BBT in de overige huisvestingssystemen. Voorwaarde is wel dat een huisvestingssysteem dat op 1 januari 2007 nog niet in de veehouderij aanwezig was, wel afzonderlijk moet voldoen aan de maximale emissiewaarde. Dat intern salderen is toegestaan, is door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State bevestigd (zie bijvoorbeeld uitspraak van 15 oktober 2008, zaak ). De totale aangevraagde ammoniakemissie per jaar lager is dan de maximale emissie per jaar. Bovendien was huisvestingssysteem van stal 2 ( D (BWL V1)) aanwezig op Hiermee wordt voldaan aan het Besluit emissiearme huisvesting. De nadelige gevolgen voor het milieu nemen per saldo dus af en geeft ons dan ook geen reden een MER te laten opstellen. Geur Het aspect geur valt uiteen in twee onderdelen: de voorgrondbelasting en de achtergrondbelasting. De voorgrondbelasting is de geurhinder die het gevolg is van alleen de aangevraagde activiteiten op omliggende geurgevoelige objecten. Dit onderdeel van het aspect geur behandelen wij verderop. In het licht van de MER gaat het op deze plaats om de achtergrondbelasting. Dit betreft de geurhinder als gevolg van de aangevraagde activiteiten bovenop de al aanwezige geurhinder als gevolg van andere activiteiten in de omgeving. Bij de achtergrondbelasting gaat het dus om de cumulatieve geurhinder. Volgens de aangevraagde situatie neemt de totale geurvracht af, namelijk met 44,24%. Dit betekent een verbetering van het woon- en leefklimaat ter plaatse van omliggende geurgevoelige objecten. Een MER vanwege het aspect geur is dan ook niet nodig. Fijn stof De totale hoeveelheid fijn stof neemt als gevolg van de aanvraag af met 35,9%. Wij concluderen dat de nieuwe situatie verbetert ten opzichte van de vergunde situatie, zodat wij geen aanleiding zien vanwege fijn stof een MER te vragen. Overige kenmerken en gevolgen De aangevraagde activiteiten hebben ook gevolgen voor geluid, bodem, afvalstoffen, water en energie. De initiatiefnemer treft volgens de aanvraag voldoende maatregelen om gevaar, schade of hinder voor de omgeving te voorkomen dan wel te beperken tot het wettelijk toegestane niveau. Wij zien geen reden om vanwege een van deze aspecten een MER te laten opstellen. 1.6 Richtlijn industriële emissies Vanaf 1 januari 2013 is de Europese richtlijn industriële emissies (RIE) in de Nederlandse milieuwetgeving geïmplementeerd (richtlijn 2010/75/EU, PbEU L334). De RIE geeft milieueisen voor de installaties die genoemd staan in de bij de richtlijn horende bijlage I. Wanneer een installatie daar genoemd is, spreken we van een IPPC-

7 Pag. 7 van 40 installatie. Binnen de inrichting waar deze beschikking betrekking op heeft, bevinden zich één of meer IPPCinstallaties. Het gaat hier om: Intensieve varkenshouderij met meer dan plaatsen voor mestvarkens (3.802 dierplaatsen)(categorie 6.6b). In het belang van het bereiken van een hoog niveau van bescherming van het milieu moeten aan de vergunning voorschriften worden verbonden, die nodig zijn om de nadelige gevolgen die de inrichting voor het milieu kan veroorzaken, te voorkomen of, indien dat niet mogelijk is, zoveel mogelijk bij voorkeur bij de bron te beperken en ongedaan te maken. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat in de inrichting ten minste de voor de inrichting in aanmerking komende beste beschikbare technieken (BBT) worden toegepast. Bij het bepalen van BBT voor een IPPC-installatie, moeten wij rekening houden met Europese referentiedocumenten (BREF-documenten). Deze documenten geven een overzicht van de beschikbare milieutechnieken en wijzen de technieken aan die de beste milieuprestaties leveren en daarnaast economisch en technisch haalbaar zijn. Deze aanwijzingen worden BBT-conclusies genoemd. De procedure tot vaststelling en bekendmaking van BBT-conclusies vindt op Europees niveau plaats. Deze BBT-conclusies worden via internet bekend gemaakt, totdat deze zijn vervangen door actuele conclusies. Voor de nieuwe BBT-conclusies zorgt de Europese Commissie zelf voor publicatie op internet. Er moet worden voldaan aan de BBT-conclusies voor de hoofdactiviteit en aan andere relevante BBTconclusies. Op grond van bijlage 1 van de Regeling omgevingsrecht moet voor het bepalen van BBT voor de installaties en processen binnen de inrichting aanvullend een toetsing plaatsvinden aan relevante aangewezen informatiedocumenten over BBT. Uit jurisprudentie met betrekking tot het bepalen van BBT bij het toetsten aan BBT-conclusies bij vergunningverlening, is gebleken dat het bevoegd gezag bij het toetsen aan BBT-conclusies de actualiteit hiervan moet nagaan ten aanzien van de ontwikkelingen van BBT, die sinds het vaststellen van de BBTconclusies hebben plaatsgevonden. Op 15 februari 2017 zijn door de Commissie de meest actuele BBTconclusies voor de intensieve pluimvee- en varkenshouderij vastgesteld. Bij het nemen van deze beschikking hebben wij rekening gehouden met de volgende BBT-conclusies: Categorie in bijlage 1 RIE Belangrijkste BBT-conclusies Ook van belang zijnde BBTconclusies / BREF s 6.6b Intensieve varkenshouderij met meer dan plaatsen mestvarkens BBT conclusies voor de Intensieve pluimvee- en varkenshouderij BREF op- en overslag bulkgoederen (BREF ESB) BREF Energie-efficiëntie Naast de BBT-conclusies hebben wij rekening gehouden met de volgende in de bijlage bij de Mor aangewezen informatiedocumenten over beste beschikbare technieken: Nederlandse richtlijn bodembescherming (NRB), maart 2012; Beleidslijn IPPC-omgevingstoetsing ammoniak en veehouderij, juni 2007; Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen 15: Opslag van verpakte gevaarlijke stoffen, september 2016; Voor een verdere beschouwing van de beste beschikbare technieken, verwijzen wij naar de afzonderlijke toetsing aan de relevante milieucompartimenten. Als het toepassen van de BBT-conclusies leidt tot buitensporig hoge kosten als gevolg van de geografische ligging, de lokale milieuomstandigheden of de technische kenmerken van de IPPC-installatie mogen in

8 Pag. 8 van 40 specifieke gevallen minder strenge emissiegrenswaarden worden vastgesteld. Een dergelijke afwijking moet in de vergunning uitdrukkelijk worden gemotiveerd. BBT-conclusies voor intensieve pluimvee- of varkenshouderij De BBT-conclusies voor intensieve pluimvee- of varkenshouderij bevatten de volgende aspecten: Milieubeheerssystemen Een milieubeheerssysteem heeft tot doel om de algehele milieuprestaties van de veehouderij te verbeteren. Het gaat dan onder meer om het opstellen van een milieubeleid, de planning, vaststelling en uitvoering van procedures en het controleren van de prestaties en het nemen van corrigerende maatregelen. Dit aspect vertaalt zich in de zin van een verplichte boekhouding, waarin onder meer water- en energieverbruik, hoeveelheid veevoer en de hoeveelheid afval en meststoffen worden bijgehouden. Hiervoor gelden de registratie voorschriften zoals deze zijn opgenomen in het Activiteitenbesluit (voor zover dit van toepassing is) en deze vergunning. Met betrekking tot de meststoffen gaat het hier om de voorwaarden die zijn opgenomen in het mestbeleid. Goede bedrijfspraktijken Dit aspect vertaalt zich in noodplannen, voorlichting en opleiding van personeel en het onderhouden van installaties. Hiervoor gelden de voorschriften zoals deze zijn opgenomen in het Activiteitenbesluit (voor zover dit van toepassing is) en deze vergunning. Daarnaast zijn hiervoor regels opgenomen in de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet). Dit geldt voor de voorlichting en opleiding van personeel en het onderhoud van gereedschap, machines en installaties (arbeidsmiddelen). Om veilig en gezond te kunnen werken dienen arbeidsmiddelen in goede staat te verkeren en op de juiste wijze te worden gebruikt. Voor specifieke installaties zijn controlevoorschriften opgenomen in het Activiteitenbesluit (voor zover dit van toepassing is) en deze vergunning. Een ander onderdeel van een goede bedrijfspraktijk is het zodanig situeren van activiteiten om overlast naar de omgeving te beperken. Dit vindt zijn uitwerking in de verschillende toetsingskaders die in deze beoordeling zijn behandeld. Verder gaat het om het zodanig opslaan van dode dieren dat emissies worden voorkomen of verminderd. De regels voor het opslaan en afvoeren van dode dieren (kadavers) staan in de Regeling dierlijke producten. In de omgevingsvergunning is geen verdere toets nodig. Voedingsbeheer De uitstoot van mineralen uit mest, waar dit aspect betrekking op heeft, is geïmplementeerd in het mestbeleid en behoeft in de omgevingsvergunning geen verdere toets. Efficiënt gebruik van water / emissies uit afvalwater In de BBT-conclusies worden een aantal waterbesparende maatregelen beschreven. Het gaat hierbij om gebruik van hogedrukreinigers welke zuiniger zijn bij het schoonspuiten van stallen, het ijken, controleren en onderhouden van drinkwaterinstallatie en het bijhouden van het waterverbruik. Hiervoor gelden de voorschriften zoals deze zijn opgenomen in het Activiteitenbesluit. Verder wordt voor het waterverbruik en de besparende maatregelen verwezen naar de toetsing zoals elders in de beoordeling van de aanvraag is opgenomen. Voor het uitrijden van afvalwater gelden eveneens de voorschriften uit het Activiteitenbesluit en voor het lozen van afvalwater met meststoffen geldt het Besluit gebruik meststoffen.

9 Pag. 9 van 40 Efficiënt gebruik van energie In de BBT-conclusies worden enkele aspecten als isolatiewaarden in stallen, ventilatiewijzen en verlichting beschreven. Voor het energieverbruik en de besparende maatregelen wordt verder verwezen naar de toetsing zoals elders in de beoordeling van de aanvraag is opgenomen. Huisvesting In de BBT-conclusies zijn, voor wat betreft de diercategorieën waarvoor voldoende bewezen technieken zijn ontwikkeld, huisvestingssystemen beschreven welke voldoen aan het criterium BBT. De passende maatregelen tegen verontreiniging zijn voor de vergunninghouder hierbij niet alleen op het gebruik van de stallen van toepassing, maar ook op de kosten, bouwwijze, ontwerp, onderhoud en ontmanteling ervan. Hierbij spelen de emissies van ammoniak, geur, stof en geluid een rol, maar ook het energieverbruik en het afvalwater zijn afwegingscriteria. In onderhavige situatie wordt bij de vleesvarkens en gespeende biggen emissiearme huisvesting- en stalsystemen toegepast. Uit de beoordeling hierna onder het kopje BBT en maximale emissiewaarde (paragraaf Ammoniak) blijkt dat de toegepaste emissiearme (huisvestings)systemen voldoen aan het criterium dat het toepassen van de BBT vereist. Opslag van varkensmest Voor de opslag van mest wordt onderscheid gemaakt in vaste en vloeibare mest (drijfmest). Voor de vloeibare mest geldt dat deze in een afgedekte opslag moet worden bewaard (bijv. mestbassin of mestkelder). Voor de vaste mestopslagen geldt dat deze op een dichte vloer moet worden opgeslagen met afdekking dan wel percolaatopvang. Waar van toepassing gelden de voorschriften zoals deze zijn opgenomen in het Activiteitenbesluit of deze vergunning. Het uitrijden van varkensmest Zoals bij de voerstrategieën is aangegeven, heeft dit aspect betrekking op het mestbeleid en behoeft in de omgevingsvergunning geen verdere toets. Het uitrijden van mest is een aspect dat buiten de inrichting plaatsvindt. Voor wat betreft de emissies (ammoniak, geur, zwevende deeltjes (stof) en geluid) wordt hier volstaan met een verwijzing naar de volgende hoofdstukken waarin dit is beschouwd. BREF op- en overslag bulkgoederen (BREF ESB) De BREF ESB is van toepassing op de opslag, het transport en de verlading van vloeistoffen, vloeibare gassen en vaste stoffen bij IPPC-installaties onafhankelijk van de sector of industrie. Deze horizontale BREF gaat in op de emissies naar de lucht, bodem, water, waarbij de meeste aandacht uitgaat naar de emissies naar de lucht. De informatie met betrekking tot emissies van de opslag, handling en transport van vaste stoffen is gericht op stof. In de categorie specifieke BREF s (primaire BREF s) zijn ook technieken opgenomen voor op- en overslag. Die technieken zijn dan specifiek voor die branche. De specifieke maatregelen de primaire BREF s verdienen de voorkeur boven de generieke maatregelen uit de horizontale BREF s. Zo zijn in de BREF IV specifieke maatregelen opgenomen voor de opslag van dierlijke mest. Voor de opslag van verpakte gevaarlijke stoffen en de opslag van vloeistoffen en gassen in opslagtanks zijn voorwaarden gesteld in de PGS-richtlijnen. Deze zijn van toepassing op basis van de algemeen werkende regels in het Activiteitenbesluit of op basis van de voorschriften die in deze vergunning zijn gesteld. De technische en organisatorische maatregelen uit de BREF ESB zijn verwerkt in deze Nederlandse BBTdocumenten.

10 Pag. 10 van 40 De eisen aan emissies naar de lucht uit deze BREF zijn opgenomen in afdeling 2.3 van het Activiteitenbesluit. Deze regels hebben een rechtstreekse werking. Voor de aangevraagde activiteiten en daarbij behorende voorzieningen zijn, rekening houden met de in dit besluit opgenomen voorschriften, in overeenstemming met de in de BREF ESB genoemde best beschikbare technieken. De maatregelen staan in een redelijke verhouding tot de schaal van de installatie. BREF Energie-efficiëntie De BREF Energie-efficiency is van toepassing is op alle RIE-inrichtingen, behalve degenen die vallen onder het systeem van Emissiehandel. Deze BREF bevat derhalve richtsnoeren en conclusies inzake technieken voor energie-efficiëntie die voor alle onder de RIE vallende installaties in het algemeen als BAT-compatibel worden beschouwd. Deze BREF: - bevat geen specifieke informatie over processen en activiteiten in sectoren die onder andere BREFdocumenten vallen; - stelt geen sectorspecifieke BBT vast. Processpecifieke BAT voor energie-efficiëntie en daarmee samenhangende energieverbruiksniveaus worden in de desbetreffende verticale sectorspecifieke BREF-documenten gegeven. Voor het energieverbruik en de besparende maatregelen wordt verder verwezen naar de toetsing zoals elders in de beoordeling van de aanvraag is opgenomen. Hieruit volgt dat de aangevraagde en vergunde activiteiten met de in dit besluit opgenomen voorschriften in overeenstemming zijn met de BREF Energie-efficiëntie. 1.7 Zienswijzen De ontwerpomgevingsvergunning en bijbehorende stukken liggen ter inzage van 29 september 2017 tot en met 9 november De stukken liggen in de informatiehoek van het gemeentehuis aan het Wilhelminaplein 6 in Horst en zijn te raadplegen op de gemeentelijke website ( onder bekendmakingen. Gedurende de inzagetermijn kan een ieder zijn zienswijzen kenbaar maken. Dit kan (bij voorkeur) schriftelijk bij het college van burgemeester en wethouders, Postbus 6005, 5960 AA Horst of mondeling bij het team Ruimtelijke Ordening en Vergunningen. Let op! Het indienen van beroep is alleen mogelijk door diegenen die een zienswijze tegen het ontwerpbesluit hebben ingediend. 1.8 Bijgevoegde documenten De volgende documenten zijn in de bijlage opgenomen en behoren bij dit besluit: - Revisieaanvraag Ulfterhoek 20 te Sevenum; ingekomen op ; met ons kenmerk: ; - Aanvullende gegevens: Toelichting aanvraag; ingekomen op ; met ons kenmerk: ; - Aanvullende gegevens: V-stacksberekening Ulfterhoek 20 te Sevenum; ingekomen op ; met ons kenmerk: Aanvullende gegevens: ISL3a Berekening beoogde situatie; ingekomen op ; met ons kenmerk: ; - Aanvullende gegevens: Bouwtekeningen; ingekomen op ; met ons kenmerk: ; - Aanvullende gegevens: Onderbouwing aanvraag VVGB; ingekomen op ; met ons kenmerk: ; - Aanvullende gegevens: Systeembeschrijving; ingekomen op ; met ons kenmerk: ; - Aanvullende gegevens: Dimensioneringsplannen; ingekomen op ; met ons kenmerk: ;

11 Pag. 11 van 40 - Aanvullende gegevens: Aeriusberekening projecteffect; ingekomen op ; met ons kenmerk: ; - Aanvullende gegevens: Aeriusverschilberekening; ingekomen op ; met ons kenmerk: ; - Aanvullende gegevens: Verantwoording nieuw systeem; ingekomen op ; met ons kenmerk: ; - Aanvullende gegevens: Tekening vergunning Wet milieubeheer; ingekomen op ; met ons kenmerk: ; - Aanvullende gegevens: Aerius calculator: Berekening voor vergunningaanvraag; ingekomen op ; met ons kenmerk: ; - Aanvullende gegevens: Toelichting bij aanvullende gegevens aanvraag WABO; Ulfterhoek 20 te Sevenum; ingekomen op ; met ons kenmerk: ; - Aanvullende gegevens: Milieutekening Uitbreiding ulfterhoek 20; ingekomen op ; met ons kenmerk: ; - Aanvullende gegevens: plattegrond-gevels-situatie; ingekomen op ; met ons kenmerk: ; - Brochure NL - Veilig werken in de RRP-leidingstrook; ingekomen op ; met ons kenmerk: ; - Reactie RRP - Verklaring van geen bezwaar V BEH ; ingekomen op ; met ons kenmerk: ; - Aanvullende gegevens: Toelichting naar aanleiding van verzoek om aanvullende gegevens van betreft Ulfterhoek 20 te Sevenum; ingekomen op ; met ons kenmerk: ; - Aanvullende gegevens: Toelichting bij aanvraag WABO: Ulferhoek 20 te Sevenum; ingekomen op ; met ons kenmerk: ; - Aanvullende gegevens: bouwtekening luchtwassers blad 1 Ulferhoek 20 te Sevenum; ingekomen op ; met ons kenmerk: ; - Aanvullende gegevens: Bouwtekening luchtwassers blad 2 Ulferhoek 20 te Sevenum; ingekomen op ; met ons kenmerk: ; - Ontwerp-verklaring van geen bedenkingen Wet Natuurbescherming betr. varkenshouderij Ulfterhoek 20 Sevenum, V.O.F. Haenen-Bussemakers Sevenum; ingekomen op 11 september 2017; met ons kenmerk:

12 Pag. 12 van OVERWEGINGEN EN TOETSINGEN 2.1 Inleiding De aanvraag heeft betrekking op de volgende werkzaamheden / onderdelen: - Bouwen - Handelen in strijd met regels RO - Werk of werkzaamheden uitvoeren - Gebiedsbescherming - Milieu (revisievergunning) Aan dit besluit liggen per onderdeel de volgende inhoudelijke overwegingen ten grondslag. 2.2 Overwegingen onderdeel bouwen Bij het nemen van het besluit hebben wij overwogen dat: - Het bouwplan voldoet onder voorwaarde aan de voorschriften van het bouwbesluit; - Het bouwplan in overeenstemming is met de bepalingen van de gemeentelijke bouwverordening; - Het bouwplan voldoet aan de redelijke eisen van welstand. Het plan voldoet aan de sneltoetscriteria van het welstandsbeleid van de gemeente Horst aan de Maas. De vorm en het materiaalgebruik sluit aan bij de bebouwing in de omgeving. Daarnaast is het uitbouwen ruimtelijk herkenbaar voor het buitengebied. - De twee aangevraagde sleufsilo s vergunningvrij gerealiseerd kunnen worden en daarom niet vergund zijn. 2.3 Overwegingen onderdeel handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening De locatie is gelegen in het bestemmingsplan Buitengebied en heeft de bestemming Agrarisch Bouwkavel met de aanduiding intensieve veehouderij. Vanwege de aanwezigheid van een olieleiding geldt ter plaatse ook de dubbelbestemming Olieleiding. Daarnaast hebben burgemeester en wethouders bij besluit van 17 september 2013 een wijzigingsplan vastgesteld in die zin dat de bestemming Agrarisch Bouwkavel met de aanduiding intensieve veehouderij vergroot. Door de vaststelling van het wijzigingsplan zijn de regels behorend bij de bestemming Agrarisch Bouwkavel met de aanduiding intensieve veehouderij op het vergrootte deel van de bouwkavel van toepassing geworden. Afstand tot zijdelingse perceelsgrens De nieuw te bouwen vleesvarkens- en biggenstal (stal 4) is niet in overeenstemming met de bebouwingsregeling behorend bij de bestemming Agrarisch Bouwkavel. In de tabel behorend bij artikel 4, lid van het bestemmingsplan is bepaald dat de afstand van de stal tot aan de zijdelingse perceelsgrens minimaal 3 meter moet bedragen. Deze afstand wordt vanwege de luchtwasser aan de achterzijde van stal 4 ten opzichte van het kadastrale perceel gemeente Sevenum, sectie S, nummer 546 niet gehaald. Met gebruikmaking van artikel 2.12, lid 1, onder a, sub 1 Wabo juncto artikel 4, lid 4.5, onder a van het bestemmingsplan kan worden afgeweken van de minimale maat tot de zijdelingse perceelsgrens, mits voldaan wordt aan de criteria zoals opgenomen in artikel 16 van het bestemmingsplan. Overwegingen ten aanzien van de algemene toetsingscriteria om af te kunnen wijken van het bestemmingsplan zoals opgenomen in artikel 16, lid van het bestemmingsplan: a. De binnen de bestemming beschreven waarden, opgenomen in de doeleindenomschrijving en geconcretiseerd in de nadere detaillering van de doeleinden, mogen niet onevenredig worden aangetast In de doeleindenomschrijving en de nadere detaillering is aangegeven dat de gronden gebruikt mogen worden ten behoeve van een agrarisch bedrijf. Er zijn geen specifieke waarden aangegeven. Door te

13 Pag. 13 van 40 bouwen op kortere afstand dan 3 meter tot de zijdelingse perceelsgrens vindt er dan ook geen aantasting van waarden plaats. b. De afwijking mag geen onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat tot gevolg hebben De zijdelingse perceelsgrens waar de minimale afstand van 3 meter niet wordt gehaald, grenst aan de spoorweg. Door te bouwen op kortere afstand dan 3 meter tot de zijdelingse perceelsgrens vindt er dan ook geen aantasting van het woon- en leefklimaat aan. Zoals uit de overige documenten en overwegingen behorend bij deze vergunning blijkt, is de stal milieutechnisch inpasbaar ten opzichte van omliggende woningen c. De afwijking mag niet leiden tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkeling van omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende uit de milieu- en dierenwelzijnswetgeving De zijdelingse perceelsgrens waar de minimale afstand van 3 meter niet wordt gehaald, grenst aan de spoorweg. Door te bouwen op kortere afstand dan 3 meter tot de zijdelingse perceelsgrens worden omliggende agrarische bedrijven niet belemmerd. d. De afwijking mag geen nadelige invloed hebben op de verkeersafwikkeling en de parkeerbalans Binnen de agrarische bouwkavel is voldoende ruimte voor parkeren, laden en lossen en manoeuvreren. e. De afwijking mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de functie van de kern Sevenum als kernwinkelgebied Het betreft hier een agrarische bedrijfsactiviteit en de functie van de kern Sevenum als kernwinkelgebied wordt niet aangetast door het feit dat een stal op kortere afstand dan 3 meter tot de zijdelingse perceelsgrens wordt gebouwd. f. De afwijking mag niet leiden tot strijdigheid met de Wet geluidhinder. De stal betreft geen geluidgevoelig object. Daarbij wordt aan de kant van de spoorweg de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens slechts op een te verwaarlozen deel overschreden. Er is geen sprake van strijdigheid met de Wet geluidhinder. Overwegingen ten aanzien van de specifieke toetsingscriteria zoals opgenomen in artikel 16, lid van het bestemmingsplan: a. De situering van de bebouwing leidt niet tot een onevenredige aantasting van het landschappelijk karakter Gelet op de ligging aan de kant van de spoorweg is en het feit dat er slechts sprake is van een minimale overschrijding van de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens, is er geen sprake van een onevenredige aantasting van het landschappelijk karakter. b. Er vindt geen onevenredige aantasting van de veiligheid plaats (doorgang hulpdiensten e.d.) De locatie blijft ruim voldoende bereikbaar voor de hulpdiensten. Vanwege de minimale overschrijding van de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens vindt er geen onevenredige aantasting van de veiligheid plaats. c. Er vindt geen onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van het aangrenzend perceel plaats. De overschrijding van de zijdelingse perceelsgrens vindt plaats aan de kant van de spoorweg. Gelet op het feit dat er slechts sprake is van een minimale afstand waarop de perceelsgrens wordt overschreden, is er geen sprake van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van het aangrenzend perceel. Conclusie Voor wat betreft de geconstateerde minimale overschrijding van de zijdelingse perceelsgrens ter hoogte van de luchtwasser van de nieuw te bouwen stal, kan met toepassing van artikel 2.12, lid 1, onder a, sub 1 Wabo juncto artikel 4, lid 4.5, onder a van het bestemmingsplan worden afgeweken.

14 Pag. 14 van 40 Dubbelbestemming Leidingen Over het perceel loopt een hogedruk olietransportleiding. Op grond van artikel 14, lid 14.2 van het bestemmingsplan mag ter plaatse van de aanduiding olietransportleiding alsmede 32 meter aan weerszijden van deze leiding geen bebouwing worden opgericht, behalve bouwwerken ten dienste van de olietransportleiding. De aanvraag voorziet in bebouwing binnen 32 meter aan weerszijden van de olietransportleiding. Op grond van artikel 14, lid 14.3 van het bestemmingsplan kunnen burgemeester en wethouders afwijken van dit bouwverbod, mits hierbij uit hoofde van de bescherming van de leiding geen bezwaar bestaat nadat de betrokken beheerder is gehoord. De aanvraag omgevingsvergunning is ter advisering aan de betrokken beheerder Rotterdam-Rijnpijpleiding (RRP) voorgelegd. Bij brief van 18 januari 2017, kenmerk BEH , heeft RRP mede onder verwijzing naar een eerdere brief van 19 april 2011 verklaard geen bezwaar te hebben tegen de bouw van een nieuwe vleesvarkens- en biggenstal en het realiseren van twee sleufsilo s onder de voorwaarden dat: 1. De vleesvarkens- en biggenstal en de sleufsilo s niet te categoriseren zijn als (beperkt) kwetsbaar object ; 2. De vleesvarken- en biggenstal en de sleufsilo s buiten de belemmerde strook van 5 meter ter weerszijden van de leiding, gemeten uit het hart van de leiding, worden gerealiseerd; 3. Voor werkzaamheden nabij de belemmerde strook het bepaalde in de brochure Veilig werken in de RRP-leidingstrook in acht wordt genomen; 4. De minimale afstand van de leiding tot aan de bebouwing ter plaatse door een van de toezichthouders van RRP wordt aangegeven; 5. Ten minste 3 werkdagen van te voren contact wordt opgenomen met de afdeling Pijpleiding Inspectie Oost voor het uitzetten van de leiding; 6. De werkzaamheden zoals bijvoorbeeld het aanleggen van een (open) verharding rondom genoemde gebouwen, terreinverlichting, hekwerk, kabels, riolering en/of hemelwaterafvoer nabij de belemmerde strook schriftelijk bij de RRP worden ingediend. Uit de definitie van "(beperkt) kwetsbaar object" zoals genoemd in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (art. 1 lid I) constateren wij dat de beoogde gebouwen en het beoogde gebruik (huisvesting varkens en voeropslagen) niet vallen onder de categorie van gebouwen met een zogenaamd groepsrisico (zoals kantoren, een ziekenhuis of woning) en dus niet als (beperkt)kwetsbaar object hoeven te worden aangemerkt. Conclusie Voor wat betreft de ligging van de vleesvarkens- en biggenstal en de twee sleufsilo s binnen de afstand van 32 meter aan weerszijden van de oliepijpleiding, kan met toepassing van artikel 2.12, lid 1, onder a, sub 1 Wabo juncto artikel 14, lid 14.3 van het bestemmingsplan worden afgeweken van het bouwverbod opgenomen in artikel 14, lid 14.2 van het bestemmingsplan. De door de RRP gestelde voorwaarden zijn opgenomen in de voorschriften behorende bij deze vergunning. 2.4 Overwegingen onderdeel werk of werkzaamheden uitvoeren In artikel 14, lid van het bestemmingsplan is bepaald dat het verboden is om op de in artikel 14 van het bestemmingsplan bedoelde gronden met de dubbelbestemming Leidingen (aanduiding olietransportleiding en de zone 32 meter aan weerszijden van de aanduiding) zonder vergunning van burgemeester en wethouders een aantal werken en werkzaamheden uit te voeren, waaronder het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen. De aanvraag omgevingsvergunning is aangevuld met het onderdeel werk of werkzaamheden uitvoeren (artikel 2.1, lid 1, sub b) omdat binnen de zone van 32 meter aan weerzijden van de olieleiding erfverharding wordt aangelegd. In artikel 14, lid van het bestemmingsplan is bepaald dat de vergunning voor het uitvoeren van het werk of werkzaamheden (de aanleg van de erfverharding)

15 Pag. 15 van 40 slechts kan worden verleend indien door de aanleg van de erfverharding dan wel door de daarvoor direct hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen veiligheidsrisico s (kunnen) ontstaan en de leiding niet wordt of kan worden aangetast. Ook hierover moet de leidingbeheerder worden gehoord. Onder 2.3 is opgenomen dat de aanvraag voor advies aan de RRP is voorgelegd. Bij brief van 18 januari 2017, kenmerk BEH , heeft RRP mede onder verwijzing naar een eerdere brief van 19 april 2011 verklaard geen bezwaar te hebben tegen de bouw van een nieuwe vleesvarkens- en biggenstal en het realiseren van twee sleufsilo s. Daarbij heeft de RRP aangegeven dat het aanleggen van (open) verhardingen schriftelijk aan de RRP moeten worden gemeld en dat voor de werkzaamheden het bepaalde in de brochure Veilig werken in de RRP-leidingstrook in acht moet worden genomen. Conclusie Voor wat betreft de ligging van de nieuwe erfverharding binnen de afstand van 32 meter aan weerszijden van de oliepijpleiding, kan met toepassing van artikel 14, lid van het bestemmingsplan, gelet op het bepaalde in artikel 14, lid van het bestemmingsplan vergunning worden verleend. De door de RRP gestelde voorwaarden zijn opgenomen in de voorschriften behorende bij deze vergunning. 2.5 Overwegingen onderdeel gebiedsbescherming (Wet natuurbescherming) De plannen van de aanvrager kunnen nadelige gevolgen hebben voor natuurgebieden en beschermde dierenen plantensoorten die vallen onder de bescherming van de Wet natuurbescherming (Wnb). Gebiedsbescherming Voor de aangevraagde activiteit is, naast de omgevingsvergunning milieu, ook een Wnb-toestemming nodig. Deze omgevingsvergunning natuur is tegelijk met de omgevingsvergunning milieu aangevraagd. De omgevingsvergunning natuur kan alleen worden verleend als de bevoegde provincie een verklaring van geen bedenkingen (vvgb) heeft afgegeven. Op 17 januari 2017 hebben wij de Gedeputeerde Staten van Limburg via het OLO om een vvgb verzocht. Op 7 september 2017 heeft de provincie Limburg een vvgb (met kenmerk: 2017/63191) afgegeven. De provincie heeft deze op 11 september 2017 aan ons toegezonden. Hierin geven zij aan voornemens zijn te besluiten dat er geen redenen zijn om de Verklaring van geen bedenkingen (vvgb) te weigeren. Aan de vvgb zijn voorschriften verbonden. G.S. van Limburg heeft ons als bevoegd gezag verzocht om: 1. de bij deze vvgb gegeven voorschriften overeenkomstig artikel 2.27 van de Wabo te verbinden aan de omgevingsvergunning. 2. daarbij te bepalen dat deze voorschriften bij de inwerkingtreding van de omgevingsvergunning de voorschriften vervangen die zijn verbonden aan de bij het besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg van 8 augustus 2013 met kenmerk 2013/44156 (zaaknummer ) krachtens artikel 16/19d van de Nb-wet 1998 verleende vergunning (welke op grond van artikel 9.4, eerste lid, van de Wnb heeft te gelden als een vergunning als bedoeld in artikel 2.7, tweede lid, van de Wnb) voor het wijzigen, uitbreiden en exploiteren van een varkenshouderij aan de Ulfterhoek 20 te Sevenum en laatstbedoelde voorschriften vervallen op het tijdstip waarop de overeenkomstig artikel 2.27 van de Wabo aan de omgevingsvergunning verbonden voorschriften onherroepelijk worden. Soortenbescherming Als gevolg van de aangevraagde activiteiten kunnen door Wnb beschermde plant- of diersoorten in het geding raken. De Wnb verbiedt het verrichten van handelingen die schadelijk zijn voor beschermde dier- en plantensoorten zonder ontheffing van de bevoegde provincie.

16 Pag. 16 van 40 Uit de aanvraag blijken de gevolgen van de voorgenomen activiteiten op de dier- en plantsoorten in de omgeving. Dier- en plantensoorten die door de Wnb worden beschermd zijn niet in het geding. Een ontheffing of vergunning in gevolge de Wnb is daarom niet nodig. 2.6 Overwegingen onderdeel milieu (revisievergunning) De aanvraag heeft betrekking op het veranderen en uitbreiden van een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, sub e, onder 3º en artikel 2.6, lid 1 van de Wabo. De Wabo legt in artikel 2.14 het milieuhygiënische toetsingskader van de aanvraag vast. Een toetsing aan deze aspecten heeft plaatsgevonden. Wij beperken ons in het navolgende tot die onderdelen van het toetsingskader die ook daadwerkelijk op onze beslissing van invloed zijn. Maatregelen ter voorkoming of beperking van nadelige gevolgen / BBT De installaties en activiteiten binnen de inrichting dienen te voldoen aan de criteria van beste beschikbare technieken (BBT). Gelet op artikel 2.14, lid 1 onder a hebben wij de volgende aspecten betrokken bij de beslissing op de aanvraag: 1. de bestaande toestand van het milieu, voor zover de inrichting daarvoor gevolgen kan veroorzaken; 2. de gevolgen voor het milieu, mede in hun onderlinge samenhang bezien, die de inrichting kan veroorzaken, mede gezien de technische kenmerken en de geografische ligging daarvan; 3. de met betrekking tot de inrichting en het gebied waar de inrichting zal zijn of is gelegen, redelijkerwijs te verwachten ontwikkelingen die van belang zijn met het oog op de bescherming van het milieu; 4. de voor het einde van de in artikel 3:16 van de Algemene wet bestuursrecht bedoelde termijn of krachtens artikel 3.12 vijfde lid, aangegeven termijn ingekomen adviezen en zienswijzen; 5. de mogelijkheden tot bescherming van het milieu, door de nadelige gevolgen voor het milieu, die de inrichting kan veroorzaken, te voorkomen, of zoveel mogelijk te beperken, voor zover zij niet kunnen worden voorkomen; 6. het systeem van met elkaar samenhangende technische, administratieve en organisatorische maatregelen om de gevolgen die de inrichting voor het milieu veroorzaakt, te monitoren, te beheersen en, voor zover het nadelige gevolgen betreft, te verminderen, dat degene die de inrichting drijft, met betrekking tot de inrichting toepast, alsmede het milieubeleid dat hij met betrekking tot de inrichting voert. Bij onze beslissing hebben we in ieder geval het volgende in acht genomen: de beste beschikbare technieken, de grenswaarden, de aanwijzing van de minister en de ontvangen adviezen. Wij beperken ons tot die onderdelen van het toetsingskader die ook daadwerkelijk op onze beslissing van invloed (kunnen) zijn. In artikel 9.2 van de Mor zijn de documenten aangewezen, waarmee het bevoegd gezag bij de bepaling van beste beschikbare technieken (BBT) in het kader van de vergunningverlening rekening moet houden. Bijlage 1 van de Mor bevat een overzicht van de hiervoor bedoelde documenten. Voor een verdere beschouwing van de beste beschikbare technieken, verwijzen wij naar de afzonderlijke toetsing aan de relevante milieucompartimenten. In het belang van het bereiken van een hoog niveau van bescherming van het milieu worden aan deze vergunning de voorschriften verbonden, die nodig zijn om de nadelige gevolgen die de inrichting voor het milieu kan veroorzaken, te voorkomen of, indien dat niet mogelijk is, zoveel mogelijk - bij voorkeur bij de bron te beperken en ongedaan te maken. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat in de inrichting ten minste de voor de inrichting in aanmerking komende beste beschikbare technieken (BBT) worden toegepast.

17 Pag. 17 van Vigerende en aangevraagde situatie Huidige vergunningsituatie Ten behoeve van deze inrichting is op 13 april 1993 een revisievergunning op grond van de Hinderwet verleend voor het huisvesten van vleesvarkens. Verder is op 4 oktober 2011 een revisievergunning op grond van de Wet milieubeheer verleend voor het veranderen en uitbreiden van de varkenshouderij met de bouw van een nieuwe vleesvarkensstal. Deze vergunningen moet volgens het overgangsrecht aangemerkt worden als een omgevingsvergunning. De vergunning van 4 oktober 2011 is niet inwerking getreden, omdat er voor de nieuw te realiseren vleesvarkensstal nooit een bouwvergunning is aangevraagd en verleend. Hierdoor dient teruggevallen te worden op de voorliggende vergunning, in dit geval de revisievergunning van 13 april In tabel 1a is het aantal dieren, de ammoniak-, geur- en fijn stofemissie weergegeven waarvoor vergunning is verleend en wat rechtsgeldig is. Het maximale aantal te houden dieren is gelijk aan het aantal dierplaatsen. Tabel 1a: Huidige vergunde situatie Stal 1, 2 en 3 Diercategorie vleesvarkens huisvestingssyste em D 3.1 (BWL V1) (Volledig roostervloer) Aantal dieren Ammoniakemissie a) Geuremissie b) Fijn stofemissie c) emissie-factor Ammoniak (kg/jaar) Totale ammoniak emissie (kg/jaar) emissiefactor geur (OU E/s) Totale geur emissie (OU E/s) emissie factor fijn stof (gr/jr) Totale fijn stof- emissie (kg/jaar) , ,0 23, , ,0 Totaal 9.855, , , 0 a) Uitgaande van de Regeling ammoniak en veehouderij gepubliceerd d.d. 11 april 2017 b) Uitgaande van de Regeling geurhinder en veehouderij gepubliceerd d.d. 10 april 2017 c) Uitgaande van de emissiefactoren fijn stof voor de veehouderij zoals deze zijn gepubliceerd op d.d. 15 maart 2017 Aangevraagde situatie De aanvraag ziet toe op een uitbreiding c.q. verandering van de inrichting. De veranderingen houden in dat in de bestaande drie stallen in totaal minder dieren worden gehouden. De uitbreiding omvat de oprichting van een nieuwe vleesvarkensstal en biggenstal voor het huisvesten van 1800 vleesvarkens en 600 gespeende biggen. De bestaande stallen 1 en 3 en de nieuwe stal 4 worden voorzien van een gecombineerd luchtwassysteem met 85% ammoniakemissiereductie, watergordijn en biologische wasser (BWL V2). Stal 2 blijft traditioneel (BWL V1) uitgevoerd. Vanwege de bouw van een nieuwe stal komen de bestaande sleufsilo s te vervallen. Daarvoor in de plaats worden ten noorden van de nieuwe stal twee nieuwe sleufsilo s aangelegd. Binnen de inrichting is een brijvoerinstallatie aanwezig voor het verstrekken van brijvoer aan de dieren. Hierbij worden ook bijproducten ingemengd. Voor de opslag van deze producten (veelal afvalstoffen vanuit de levensmiddelenindustrie) zijn een viertal silo s aanwezig met een totale inhoud van 200 ton. Daarnaast worden nog twee sleufsilo s opgericht met een totale inhoud van circa 1300 m 3. In deze silo s wordt voornamelijk CCM opgeslagen. Van deze 1300 m 3 aan opslagruimte is circa 200 m 3 in gebruik ten behoeve van de opslag van bijproducten.

18 Pag. 18 van 40 Uit de aanvraag blijkt dat binnen de inrichting minder dan ton aan afvalstoffen per jaar doorgezet worden en er minder dan m³ opslagcapaciteit aanwezig is voor bijproducten. Daarmee kan gesteld worden dat wij bevoegd gezag zijn voor wat betreft deze aanvraag. De diverse producten worden gemengd in de aanbouw van stal 1. In deze ruimte zijn een voormenger en een mengtank gesitueerd te samen met voerpompen en een compressor. Vanuit deze ruimte wordt het mengsel verpompt naar de dieren. De aanbouw is vermeld op de plattegrondtekening behorende bij de aanvraag. Hiervoor is geen omgevingsvergunning activiteit bouwen aangevraagd omdat op dit gebouw geen bouwvergunningplicht rust. Daarnaast vindt er bij de bestaande stallen een wijziging van de stalsystemen en dieraantallen plaats. De wijzigingen zien er per stal als volgt uit: Stal 1: Stal 1 betreft een bestaande stal voor het huisvesten van 679 vleesvarkens (BWL V1). In de beoogde situatie wordt een gecombineerd luchtwassysteem geplaatst met 85% ammoniakemissiereductie, watergordijn en biologische wasser (BWL V2). In stal 1 worden in de beoogde situatie 588 vleesvarkens gehuisvest. Stal 2: Stal 2 betreft een bestaande stal voor het huisvesten van 766 vleesvarkens (BWL V1). In de beoogde situatie worden 721 vleesvarkens gehuisvest. Stal 3: Stal 3 betreft een bestaande stal voor het huisvesten van 745 vleesvarkens (BWL V1). In de beoogde situatie wordt een gecombineerd luchtwassysteem geplaatst met 85% ammoniakemissiereductie, watergordijn en biologische wasser (BWL V2). In de beoogde situatie worden 693 vleesvarkens gehuisvest in deze stal. Stal 4: Stal 4 betreft een nieuwe stal voor de huisvesting van vleesvarkens en 600 gespeende biggen. De varkens worden gehuisvest op een gecombineerd luchtwassysteem met 85% ammoniakemissiereductie, watergordijn en biologische wasser (BWL V2). Het aantal dieren waarvoor vergunning wordt gevraagd en de ammoniak-, geur- en fijn stofemissie zijn in tabel 1b weergegeven. Het maximale aantal te houden dieren is gelijk aan het aantal dierplaatsen. Ammoniakemissie a) Geuremissie b) Fijn stofemissie c) Tabel 1b: Aangevraagde situatie Stal Diercategorie Huisvestingssysteem Aantal dieren emissiefactor Ammoniak (kg/jaar) Totale ammoniak emissie (kg/jaar) emissiefactor geur (OU E/s) Totale geur emissie (OU E/s) emissie factor fijn stof (gr/jr) Totale fijn stofemissie (kg/jaar) 1 Vleesvarkens D (BWL 588 0,45 264,6 3, , , V2) 2 Vleesvarkens D (BWL 721 4, ,50 23, ,

19 Pag. 19 van V1) 3 Vleesvarkens D (BWL V2) 4 Vleesvarkens D (BWL Gespeende biggen V2) D (BWL V2) 693 0,45 311,85 3, , , ,45 810,00 3, , , ,10 60,00 1,20 720, ,0 Totaal 4.690, , ,0 a) Uitgaande van de Regeling ammoniak en veehouderij gepubliceerd d.d. 11 april 2017 b) Uitgaande van de Regeling geurhinder en veehouderij gepubliceerd d.d. 10 april 2017 c) Uitgaande van de emissiefactoren fijn stof voor de veehouderij zoals deze zijn gepubliceerd op d.d. 15 maart Activiteitenbesluit Binnen de inrichting vindt een aantal activiteiten plaats waarvoor het Activiteitenbesluit en de bijbehorende ministeriële regeling direct werkende regels stelt. Het gaat hier, in hoofdzaak, om de onderstaande activiteiten, welke in hoofdstuk 3 van het Activiteitenbesluit zijn opgenomen. - Lozen van hemelwater, dat niet afkomstig is van een bodembeschermende voorziening ( 3.1.3); - Het in werking hebben van een stookinstallatie, niet zijnde een grote stookinstallatie ( met de bijbehorende ministeriële regeling); - Opslaan en overslaan van goederen ( met de bijbehorende ministeriële regeling); - Opslaan van agrarische bedrijfsstoffen ( met de bijbehorende ministeriële regeling); - Opslaan van drijfmest en digestaat ( met de bijbehorende ministeriële regeling); - Opslaan van vloeibare bijvoedermiddelen ( met de bijbehorende ministeriële regeling); - Opslaan van gasolie, smeerolie of afgewerkte olie in een bovengrondse opslagtank ( met de bijbehorende ministeriële regeling); - Houden van landbouwhuisdieren in dierenverblijven ( met de bijbehorende ministeriële regeling). Wij merken op dat deze activiteiten moeten plaatsvinden overeenkomstig de voorschriften uit het Activiteitenbesluit en de daarop gebaseerde ministeriële regeling. Vanwege de rechtstreekse werking van dit besluit en de bijbehorende ministeriële regeling kunnen in deze vergunning geen voorschriften worden opgenomen die betrekking hebben op de daarin geregelde activiteiten en aspecten, tenzij dit besluit of bijbehorende regeling de mogelijkheid biedt tot het stellen van maatwerkvoorschriften. Wij zien geen aanleiding om maatwerkvoorschriften te stellen. Dit betekent dat de betreffende paragrafen uit het Activiteitenbesluit en de bijbehorende ministeriele regeling geraadpleegd moeten worden om te zien welke regels hierop van toepassing zijn. Op de activiteiten die verricht worden binnen de inrichting waarop hoofdstuk 3 van het Activiteitenbesluit van toepassing is, zijn ook afdeling 2.1 Zorgplicht, afdeling 2.2 Lozingen en afdeling 2.3 Lucht van het Activiteitenbesluit rechtstreeks van toepassing. Op alle activiteiten die verricht worden binnen de inrichting is ook afdeling 2.4 Bodem van het Activiteitenbesluit rechtstreeks van toepassing, met uitzondering van artikel 2.11, eerste lid. In deze vergunning zijn met betrekking tot de zorgplicht, lozingen, lucht en bodem voor deze activiteiten geen (aanvullende) voorschriften gesteld. Dit betekent dat de betreffende afdelingen uit het Activiteitenbesluit geraadpleegd moeten worden om te zien welke regels hierop van toepassing zijn. Ook is hoofdstuk 6 Overgangs- en slotbepalingen van het Activiteitenbesluit rechtstreeks van toepassing.

20 Pag. 20 van Toetsing aan milieucriteria aangaande agrarische bedrijven Geur Geur dierenverblijven De Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) vormt het exclusieve toetsingskader voor geurbelasting, als gevolg van de dierenverblijven, op gevoelige objecten. Artikel 3, lid 1 van de Wgv bevat geurnormen voor gevoelige objecten binnen en buiten de bebouwde kom in een concentratiegebied (de gemeente Horst a/d Maas is gelegen in het concentratiegebied zuid). Voor de bebouwde kom geldt een norm van 3 OU E /m³ en voor het buitengebied geldt een norm van 14 OU E /m³. De Regeling geurhinder en veehouderij (Rgv) schrijft voor dat de geurbelasting berekend moet worden met het model V-Stacks vergunning. In afwijking van deze systematiek bepaalt artikel 3, lid 2 van de Wgv dat voor een gevoelig object dat deel uitmaakt van een andere veehouderij, of sinds 19 maart 2000 geen deel meer uitmaakt van een andere veehouderij, een minimale afstand geldt. De afstand wordt gemeten vanaf het dichtst bij het gevoelig object gelegen emissiepunt en bedraagt 100 meter binnen de bebouwde kom en 50 meter buiten de bebouwde kom. Bij de aanvraag is een berekening gevoegd van de geuremissie (bijlage V-stacksberekening Ulfterhoek 20 te Sevenum, met ons kenmerk: ). Met behulp van het programma V-stacks vergunning, versie 2010, is een berekening gemaakt van de geurbelasting op de in de directe omgeving gelegen geurgevoelige objecten. De uitkomsten hiervan zijn weergegeven in de volgende tabel: Tabel 2b: Geurbelasting geurgevoelige objecten geurgevoelig object bebouwde kom (voormalig) onderdeel geurnorm (ou E/m 3 ) geurbelasting aanvraag afstandsnorm tot woning bij andere voldoet aan afstandsnorm andere veehouderij (ou E/m 3 ) veehouderij (m) Ulfterhoek 11 nee nee 14,0 4,6 n.v.t. n.v.t. Ulfterhoek 28 nee nee 14,0 12,0 n.v.t. n.v.t. Ulfterhoek 24 nee nee 14,0 6,6 n.v.t. n.v.t. Ulfterhoek 21 nee nee 14,0 7,6 n.v.t. n.v.t. Ulfterhoek 25 nee nee 14,0 4,5 n.v.t. n.v.t. Ulfterhoek 23 nee nee 14,0 4,8 n.v.t. n.v.t. Industrieweg 24 nee nee 14,0 3,2 n.v.t. n.v.t. Berghemweg 16 nee nee 14,0 2,2 n.v.t. n.v.t. Berghemweg 14a nee nee 14,0 1,6 n.v.t. n.v.t. Kern Sevenum ja nee 14,0 1,2 n.v.t. n.v.t. Wij stellen vast dat de Wgv verlening van de aangevraagde vergunning niet in de weg staat. In aanvulling op het hiervoor behandelde toetsingskader volgt uit artikel 5, lid 1 van de Wgv een norm voor de afstand van de buitenzijde van het dichtstbijzijnde dierenverblijf tot de buitenzijde van een gevoelig object. De minimale afstand is 25 meter als het gevoelig object buiten de bebouwde kom ligt en 50 meter als het gevoelig object binnen de bebouwde kom ligt. De afstandsnormen uit artikel 5, lid 1 van de Wgv wijken af van de andere afstandsnormen uit de Wgv, omdat deze uitgaan van de afstand van het dichtstbijzijnde emissiepunt van de veehouderij tot de buitenzijde van een geurgevoelig object. Artikel 5, lid 1 van de Wgv bevat dus een aanvullende afstandseis waaraan ook moet worden voldaan. Uit de aanvraag blijkt dat in de aangevraagde

21 Pag. 21 van 40 situatie voldaan wordt aan de hiervoor genoemde afstanden. Artikel 5, lid 1 van de Wgv staat verlening van de aangevraagde vergunning niet in de weg. Geur brijvoerkeuken Brijvoer is een voermethode die al een groot aantal jaren wordt toegepast in de varkenshouderij sector. Brijvoer is een veelomvattend begrip. Onder brijvoer wordt onder meer begrepen: - Droogvoer dat met water wordt gemengd; - Droogvoer dat met natte brijvoerproducten wordt gemengd; - Bijproducten (droge en natte) en een voederkern die worden gemengd. In de brijvoerkeuken in de aanbouw van stal 1 worden de verschillende bijproducten gemengd met water en eventueel aangevuld met mengvoeder, om te komen tot een compleet diervoeder volgens een vooraf vastgesteld receptuur. Vervolgens wordt het voer verpompt naar een mengtank in stal 2. Waar zo nodig de bijproducten vooraf nog opgemengd worden om te komen tot een homogeen product. Na de bereiding van het voedsel wordt het voedsel via voerpompen aan de dieren gevoerd in stal 2 en stal 3. Het halfbrij-mengsel wordt opgeslagen in gesloten opslagtanks. In de brijvoerkeuken wordt het halfbrij-mengsel verder gemengd met mengvoer (en eventueel water) en wordt daarna aan de dieren gevoerd. De opslag van het halfbrij-mengsel vindt plaats in een gesloten systeem van tanks en leidingsystemen. Vrije, ongecontroleerde, emissies vanuit de tanks, het vloeistofdichte leidingsysteem en de voerkeukens, vinden niet plaats. Geuremissie van de opslagtanks, de brijvoerkeuken en menginstallatie wordt daardoor zoveel mogelijk voorkomen. Vrije, ongecontroleerde, emissies vanuit deze voorzieningen vinden dan ook niet plaats. Daarnaast ligt de brijvoerkeuken met de bijbehorende silo's en menginstallatie op een zodanig grote afstand van geurgevoelige objecten (± 100 meter), dat voor geurhinder nabij die objecten niet hoeft te worden gevreesd. Conclusie geur Uit de geurbeoordeling stellen wij vast dat de Wgv verlening van de aangevraagde vergunning niet in de weg staat Ammoniak Algemeen De ammoniakemissie vanuit de veehouderij wordt beoordeeld op de volgende onderdelen: - Wet ammoniak en veehouderij (Wav), ligging ten opzichte van zeer kwetsbare gebieden; - Besluit emissiearme huisvesting voor landbouwhuisdieren (Besluit emissiearme huisvesting), beste beschikbare technieken (BBT) en maximale ammoniakemissiewaarden; - technische kenmerken en de geografische ligging van de installatie alsmede de plaatselijke milieuomstandigheden (IPPC-omgevingstoets); - gevolgen van directe ammoniakschade aan gewassen. Wet ammoniak en veehouderij (Wav) De Wav stelt regels voor de ammoniakemissie uit de tot de veehouderij behorende dierenverblijven. Onder de Wav worden uitsluitend de zeer kwetsbare gebieden beschermd. Gebieden zijn zeer kwetsbaar als zij voor verzuring gevoelig zijn en binnen de (door de provincie begrensde) ecologische hoofdstructuur (EHS) gelegen zijn. Van belang is tevens dat zij als zeer kwetsbaar door Provinciale staten zijn aangewezen. Provinciale staten van Limburg hebben op 18 april 2008 de zeer kwetsbare gebieden aangewezen.

22 Pag. 22 van 40 De Wav bepaalt dat binnen een zone van 250 meter rond zeer kwetsbare gebieden geen oprichtingen van veehouderijen zijn toegestaan en dat uitbreidingen van het aantal dieren van één of meer diercategorieën uitsluitend toegestaan zijn, als het (gecorrigeerd) maximaal emissieplafond voor ammoniak wordt gerespecteerd. Het meest dichtbij gelegen zeer kwetsbaar gebied Kaldenbroek te Grubbenvorst ligt, uitgaande van de aangevraagde situatie, op ongeveer meter van de dierenverblijven. Het bedrijf ligt niet in een 250 meter zone om een zeer kwetsbaar gebied. Voor dit bedrijf geldt dan ook geen beperking in de vorm van een gecorrigeerd maximaal ammoniakemissieplafond. De Wav staat verlening van de aangevraagde vergunning niet in de weg. Beste beschikbare technieken (BBT) en maximale ammoniakemissiewaarde Zoals in 1.6 aangegeven, hebben wij bij het nemen van deze beschikking onder andere rekening gehouden met de volgende documenten over BBT: - BBT-conclusies voor Intensieve pluimvee- en varkenshouderij; - de Beleidslijn IPPC-omgevingstoetsing ammoniak en veehouderij; - de Oplegnotitie BREF Intensieve pluimvee- en varkenshouderij. Toetsing ammoniak op basis van het Besluit emissiearme huisvesting Nederland heeft ervoor gekozen om vanwege de ernst van de ammoniakproblematiek voor huisvestingssystemen de voorschriften ten aanzien van de emissie van ammoniak vast te stellen in een algemene maatregel van bestuur en niet in de vergunningvoorwaarden. Op 1 juli 2015 is het Besluit emissiearme huisvesting in werking getreden. Het Besluit emissiearme huisvesting stelt voor de huisvesting van verschillende diercategorieën maximale emissiewaarden voor fijn stof en ammoniakemissie per dierplaats en geeft aan wanneer hieraan uiterlijk moet zijn voldaan. In tabel 3a is per diercategorie per stal de maximale emissiewaarde naast de emissiefactor van het aangevraagde huisvestingssysteem gezet. Tabel 3a: huisvestingssystemen aangevraagde situatie Stal nummer diercategorie Aantal dieren emissiefactor (kg NH 3 per dierplaats per maximale emissiewaarde (kg Kolom maximale emissiewaarde jaar)* NH 3 per dierplaats per jaar)* 1 Vleesvarkens D (BWL 588 0,45 1,6 A V2) 2 Vleesvarkens D (BWL 721 4,50 1,6 A V1) 3 Vleesvarkens D (BWL 693 0,45 1,6 A V2) 4 Vleesvarkens D (BWL ,45 1,5 B V2) Gespeende biggen D (BWL V2) 600 0,10 0,21 B * Emissiefactor op basis van bijlage 1 van de Rav en maximale emissiewaarde op basis van bijlage 1 van de het Besluit emissiearme huisvesting Uit de tabel blijkt dat niet alle stallen voldoen aan maximale emissiewaarden uit het Besluit emissiearme huisvesting. In de Wav en in het Besluit emissiearme huisvesting is echter de optie voor intern salderen

23 Pag. 23 van 40 opgenomen. Onder intern saldering wordt verstaan: de mogelijkheid om binnen een veehouderij in (een deel van) de bestaande huisvestingssystemen geen BBT toe te passen, op voorwaarde dat de daardoor gemiste ammoniakreductie wordt gecompenseerd door het toepassen van verdergaande technieken dan BBT in de overige huisvestingssystemen. Voorwaarde is wel dat een huisvestingssysteem dat op 1 januari 2007 nog niet in de veehouderij aanwezig was, wel afzonderlijk moet voldoen aan de maximale emissiewaarde. Dat intern salderen is toegestaan, is door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State bevestigd (zie bijvoorbeeld uitspraak van 15 oktober 2008, zaak ). In onderstaande tabel zijn de emissiewaarden van de aangevraagde stalsystemen en de maximale emissiewaarden weergegeven. Tabel 3b: Toegestane ammoniakemissie op basis van maximale emissiewaarde Huisvestingssysteem aantal dieren emissiewaarde Rav (kg) maximale emissiewaarde (kg) emissie/jaar volgens aanvraag (kg) maximale emissie/jaar (kg) Huisvestingssysteem aanwezig op D (BWL V2) 588 0,45 1,6 264,6 940,8 Ja D (BWL V1) 721 4,50 1, , ,6 Ja D (BWL V2) 693 0,45 1,6 311, ,8 Ja D (BWL V2) ,45 1,5 810, ,0 nee D (BWL V2) 600 0,10 0,21 60,00 126,0 nee Totaal 4.690, ,2 Uit bovenstaande tabel blijkt dat de totale aangevraagde emissie per jaar lager is dan de maximale emissie per jaar. Bovendien was huisvestingssysteem D (BWL V1)aanwezig op Hiermee wordt voldaan aan het Besluit emissiearme huisvesting. IPPC De Wav legt in artikel 3, lid 3 een aanvullende toets op bij IPPC-installaties. Deze toets betekent dat een vergunning moet worden geweigerd als niet kan worden voldaan aan voorschriften, welke nodig zijn vanwege de technische kenmerken en de geografische ligging van de installatie of de plaatselijke milieuomstandigheden, maar niet met toepassing van de in aanmerking komende BBT kunnen worden gerealiseerd. Beleidslijn IPPC-omgevingstoetsing ammoniak en veehouderij (Beleidslijn) De Wav en de RIE schrijven niet voor op welke wijze rekening moet worden gehouden met de technische kenmerken en geografische ligging van de veehouderij. Ook ontbreekt een omschrijving van wat onder plaatselijke milieuomstandigheden moet worden begrepen. Om deze leegte te vullen heeft het ministerie van VROM in 2007 de Beleidslijn IPPC-omgevingstoetsing ammoniak en veehouderij (Beleidslijn) vastgesteld. Met behulp van de Beleidslijn kunnen wij bepalen of en in hoeverre strengere emissie-eisen nodig zijn vanwege de technische kenmerken, geografische ligging of plaatselijke milieuomstandigheden. Deze emissie-eisen worden in de Beleidslijn aangemerkt als strenger dan BBT (BBT+) en veel strenger dan BBT (BBT++). De Afdeling

24 Pag. 24 van 40 bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft uitgesproken dat de beleidslijn niet in strijd is met de IPPCrichtlijn (zie bijvoorbeeld uitspraak van 18 maart 2009, zaak /1). In de toelichting behorende bij de aanvraag (met ons kenmerk: ) is getoetst aan de beleidslijn IPPComgevingstoetsing. De resultaten hiervan zijn als volgt: De ammoniakemissie gecorrigeerd voor BBT bedraagt in de uitgangssituatie: Tabel 3c: ammoniakemissie uitgangssituatie Na uitbreiding en aanpassing van het bedrijf bedraagt bij toepassing van BBT de maximale emissiewaarde: Tabel 3d: ammoniakemissie beoogde situatie Verdergaande emissie-eisen kunnen alleen gesteld worden over de uitbreiding. Berekening plafond intern salderen: Emissieplafond vigerende vergunning op basis van BBT: 3.504,00 kg NH3 Emissieplafond beoogde situatie op basis van BBT: kg 6.029,20 kg NH3 Tot kg kan men rekenen bij de uitbreiding met BBT, boven de kg dient men te rekenen met BBT+, boven de kg dient men te rekenen met BBT , ,00 = 1.029,20 kg NH ,20 kg NH3/1,5 kg NH3 per dier = 687 vleesvarkens 687 vleesvarkens * 1,10 kg NH3 per dier = 755,70 kg NH3 De maximale emissie mag dus (3.504,00 kg + (600*0,21=126,00 kg) + (1.113*1,5=1.669,50 kg) + (687*1,1=755,70 kg)) 6.055,20 kg NH3 bedragen. De ammoniakemissie in de beoogde situatie bedraagt 4.690,95 kg NH3. Hiermee is de uitbreiding BBT. De aanvraag voldoet daarmee aan de Beleidslijn. Directe ammoniakschade aan gewassen In de Wav is aangegeven dat deze wet niet geldt voor de gevolgen voor het milieu die worden veroorzaakt door directe opname van ammoniak uit de lucht door planten en bomen. Vooral coniferen en fruitbomen zijn gevoelig voor ammoniakopname. Het rapport Stallucht en Planten van het IMAG in Wageningen uit 1981 schetst hoe deze gevolgen beoordeeld moeten worden. Om schade te voorkómen worden in het rapport minimale afstanden

Ontwerp besluit UV

Ontwerp besluit UV Ontwerp besluit UV 20160070 Aanvraag en verzoek Op 3 mei 2016 is voor het adres Aan 't Ven 6 te Nederweert ingekomen: 1. Een omgevingsvergunning aanvraag voor het veranderen van een pluimveehouderij (OBM)

Nadere informatie

Omgevingsvergunning OV 20140031

Omgevingsvergunning OV 20140031 Omgevingsvergunning OV 20140031 Aanvraag Op 28 februari 2014 is een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het veranderen van een paardenhouderij (inclusief camping) op het adres Grasdijk

Nadere informatie

Omgevingsvergunning OV

Omgevingsvergunning OV Omgevingsvergunning OV 20130168 Aanvraag Op 06 december 2013 is een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het veranderen van een varkenshouderij (OBM) op het adres Hennesweg 41 te Ospel.

Nadere informatie

* * * *

* * * * *18-2215842* *18-2215842* Ontwerp Omgevingsvergunning Kenmerk : WABO-2017-0834 Aanvraagnummer (OLO) : 3368543 Aanvrager : G.H.F. Janssen Onderwerp : het omzetten van de bestaande agrarische bedrijfswoning

Nadere informatie

Ontwerp omgevingsvergunning UV

Ontwerp omgevingsvergunning UV Ontwerp omgevingsvergunning UV 20150044 Aanvraag Op 13 april 2015 is een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het veranderen van een rundveehouderij op het adres Stokershorst 5 te Nederweert-Eind.

Nadere informatie

* * * *

* * * * *17-0063583* *17-0063583* Ontwerp Omgevingsvergunning Kenmerk : WABO-2017-0113 Aanvraagnummer (OLO) : 2816284 Aanvrager : Boerderij Wienes Onderwerp : nieuwbouw zorgboerderij bij Zorgboerderij Wienes Locatie

Nadere informatie

Ontwerp Omgevingsvergunning

Ontwerp Omgevingsvergunning *18-2246023* *18-2246023* Ontwerp Omgevingsvergunning Kenmerk : WABO-2017-0517 Aanvraagnummer (OLO) : 3127455 Aanvrager : Maatschap Vestjens-Van Enckevort Onderwerp : oprichten van een rijhal met ontvangst-

Nadere informatie

Ontwerp Omgevingsvergunning

Ontwerp Omgevingsvergunning *17-0103675* *17-0103675* Ontwerp Omgevingsvergunning Kenmerk : WABO-2017-0118 Aanvraagnummer (OLO) : 2818780 Aanvrager : R.A.G. van Gool Onderwerp : tijdelijk - persoonsgebonden- gedoogbeschikking ten

Nadere informatie

Pagina 1 van 50 Registratienummer: Z / D

Pagina 1 van 50 Registratienummer: Z / D Postbus 8035 5601 KA Eindhoven T: 088-369 03 69 I: www.odzob.nl Ontwerpbeschikking van Burgemeester en wethouders van Heeze-Leende op de op 11 augustus 2016 bij hen ingekomen aanvraag van Melkveebedrijf

Nadere informatie

Weigering omgevingsvergunning

Weigering omgevingsvergunning Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Weigering omgevingsvergunning Oprichting Vleesvarkensstallen, voerkeuken, luchtwassers, loods, mest- en sleufsilo s Klevar B.V. te gemeente Horst aan

Nadere informatie

Ontwerp Omgevingsvergunning

Ontwerp Omgevingsvergunning *18-2227353* *18-2227353* Ontwerp Omgevingsvergunning Kenmerk : WABO-2017-0317 Aanvraagnummer (OLO) : 2993767 Aanvrager : Entergraven-Van Gelder B.V. Onderwerp : het nieuwbouwen van een groepsaccommodatie

Nadere informatie

Ontwerp Omgevingsvergunning

Ontwerp Omgevingsvergunning *17-0094468* *17-0094468* Ontwerp Omgevingsvergunning Kenmerk : WABO-2017-0732 Aanvraagnummer (OLO) : Aanvrager : G.M.C. Kleuskens Onderwerp : huisvesting arbeidsmigranten Locatie : Crommentuijnstraat

Nadere informatie

Kadastrale ligging: Mestbassins: Gem. Coevorden, Dalen Sectie H nr. 485

Kadastrale ligging: Mestbassins: Gem. Coevorden, Dalen Sectie H nr. 485 Bijlage 1: Overwegingen m.b.t. art. 2.1 lid 1 onder e Wabo (milieu) Bijlage behorende bij de omgevingsvergunning: Nummer: 20110227/129546 Bedrijfsgegevens Naam: Mts IJken Adres: Middendorp 17 Plaats: Wachtum

Nadere informatie

Pagina 1 van 49 Registratienummer: Z / D

Pagina 1 van 49 Registratienummer: Z / D Postbus 8035 5601 KA Eindhoven T: 088-369 03 69 I: www.odzob.nl Ontwerpbeschikking van Burgemeester en wethouders van Heeze-Leende op de op 11 juli 2016 bij hen ingekomen aanvraag van J.P. Hendriks te

Nadere informatie

in in ii mi ii mm ii ii

in in ii mi ii mm ii ii Hartveroverende Heerlyckheit in in ii mi ii mm ii ii 16int00435 Zaaknummer: gemeente Hilvarenbeek mm. VERZONDEN 2 2FEB 2Bl B OMGEVINGSVERGUNNING 20140122 Besluit Burgemeester en wethouders van Hilvarenbeek,

Nadere informatie

Pagina 1 van 51 Registratienummer: Z / D

Pagina 1 van 51 Registratienummer: Z / D Postbus 8035 5601 KA Eindhoven T: 088-369 03 69 I: www.odzob.nl Beschikking van Burgemeester en wethouders van Heeze-Leende op de op 11 augustus 2016 bij hen ingekomen aanvraag van Melkveebedrijf Noordman

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING BEPERKTE MILIEUTOETS

OMGEVINGSVERGUNNING BEPERKTE MILIEUTOETS ONTWERPBESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING BEPERKTE MILIEUTOETS Onderwerp Burgemeester en wethouders van de gemeente Woensdrecht hebben op 2 oktober 2014 een aanvraag om een omgevingsvergunning beperkte milieutoets

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING. datum: 11 mei 2017 Provincie Gelderland Zaaknummer: 2017WB0071

ONTWERPBESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING. datum: 11 mei 2017 Provincie Gelderland Zaaknummer: 2017WB0071 ONTWERPBESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING datum: 11 mei 2017 Provincie Gelderland Zaaknummer: 2017WB0071 Onderwerp Op 26 januari 2017 is een aanvraag voor een omgevingsvergunning op grond van de Wet algemene

Nadere informatie

ONTWERPBESCHIKKING. Omgevingsvergunning beperkte milieutoets. datum: 28 juni 2016 Gemeente Bronckhorst nr

ONTWERPBESCHIKKING. Omgevingsvergunning beperkte milieutoets. datum: 28 juni 2016 Gemeente Bronckhorst nr ONTWERPBESCHIKKING Omgevingsvergunning beperkte milieutoets datum: 28 juni 2016 Gemeente Bronckhorst nr. 2016-0629 Aanvraag Op 24 maart 2016 heeft u een aanvraag voor een omgevingsvergunning beperkte milieutoets

Nadere informatie

DEFINITIEVE VERGUNNING. EEW Energy from Waste Delfzijl BV

DEFINITIEVE VERGUNNING. EEW Energy from Waste Delfzijl BV DEFINITIEVE VERGUNNING verleend aan EEW Energy from Waste Delfzijl BV ten behoeve van de activiteit het wijzigen van de verwerkingscapaciteit (locatie: Oosterhorn 38, 9936 HD te Farmsum) Groningen, 17

Nadere informatie

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Ontwerpbeschikking Omgevingsvergunning Aanvrager : Van Gansewinkel Nederland B.V. Aangevraagde activiteiten : Ambtshalve wijziging in verband met IPPC toets Locatie

Nadere informatie

BESLUIT INTREKKING OMGEVINGSVERGUNNING. Transportbedrijf P. Pikkert V.O.F.

BESLUIT INTREKKING OMGEVINGSVERGUNNING. Transportbedrijf P. Pikkert V.O.F. BESLUIT INTREKKING OMGEVINGSVERGUNNING van Transportbedrijf P. Pikkert V.O.F. Voor de op- en overslag van rejects, bietenstaartje en/of perspulp, zand/grind en bestratingsmaterialen (Locatie: Roderwolderdijk

Nadere informatie

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Beschikking OMGEVINGSVERGUNNING Gedeputeerde Staten van Gelderland hebben op 7 juli 2014 een aanvraag voor een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 lid

Nadere informatie

Ontwerpbesluit vaststellen wijzigingsplan ex artikel 3.6, lid 1, sub a Wet ruimtelijke ordening

Ontwerpbesluit vaststellen wijzigingsplan ex artikel 3.6, lid 1, sub a Wet ruimtelijke ordening *19-0084538* *19-0084538* Ontwerpbesluit vaststellen wijzigingsplan ex artikel 3.6, lid 1, sub a Wet ruimtelijke ordening Kenmerk Aanvrager Onderwerp Locatie : Z-HZ_BP-2019-000589 : Lakei B.V. : wijzigingsplan

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING *D * D

OMGEVINGSVERGUNNING *D * D *D170252216* D170252216 OMGEVINGSVERGUNNING Aanvrager : Tapijtfabriek Intercarpet BV Datum besluit : 24 mei 2017 Onderwerp : aanpassen vergunning Locatie : Tweede Broekdijk 1 te Aalten OLO-nummer : 2807768

Nadere informatie

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING verleend aan: Salt voor: solid soda dosering activiteiten: milieuneutraal veranderen (fase 1) locatie: Oosterhorn 4, Farmsum kenmerk bevoegd gezag: GR-VERG-2018-000460 kenmerk

Nadere informatie

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Ontwerpbeschikking Omgevingsvergunning Aanvrager : IJsbeer Energie Steenwijk B.V. Aangevraagde activiteiten : Gedeeltelijke intrekking omgevingsvergunning voor wat

Nadere informatie

Ontwerp Omgevingsvergunning

Ontwerp Omgevingsvergunning *19-0053053* *19-0053053* Ontwerp Omgevingsvergunning Kenmerk : WABO-2019-0031 Aanvraagnummer (OLO) : 4134469 Aanvrager : Speulhof B.V. Onderwerp : gebruiksvergunning voor de huisvesting van arbeidsmigranten

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING. aanleg waterstofleiding. milieuneutraal veranderen van een inrichting. Oosterhorn 4 te Farmsum. vth-nummer: Z

OMGEVINGSVERGUNNING. aanleg waterstofleiding. milieuneutraal veranderen van een inrichting. Oosterhorn 4 te Farmsum. vth-nummer: Z OMGEVINGSVERGUNNING voor: aanleg waterstofleiding activiteiten: milieuneutraal veranderen van een inrichting verleend aan: Akzo Nobel Chemicals B.V. locatie: Oosterhorn 4 te Farmsum vth-nummer: Z2017-00002714

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT

ONTWERPBESLUIT WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT ONTWERPBESLUIT WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT OP VERZOEK INTREKKEN VAN DE OMGEVINGSVERGUNNING verleend aan Suiker Unie locatie Vierverlaten ten behoeve van het bouwen en het in werking hebben van

Nadere informatie

Pagina 1 van 14 Registratienummer: Z / D

Pagina 1 van 14 Registratienummer: Z / D Postbus 8035 5601 KA Eindhoven T: 088-369 03 69 I: www.odzob.nl Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op de op 13 oktober 2016 bij hen ingekomen aanvraag van Suez Water NV te Venlo, om

Nadere informatie

Beschikking OMGEVINGSVERGUNNING. verleend aan. Suiker Unie Vierverlaten. ten behoeve van de activiteit bouwen en mliieuneutraal veranderen

Beschikking OMGEVINGSVERGUNNING. verleend aan. Suiker Unie Vierverlaten. ten behoeve van de activiteit bouwen en mliieuneutraal veranderen Beschikking OMGEVINGSVERGUNNING verleend aan Suiker Unie Vierverlaten ten behoeve van de activiteit bouwen en mliieuneutraal veranderen voor het plaatsen van een noodwaterbuffertank (locatie: Fabriekslaan

Nadere informatie

[ONTWERP] Omgevingsvergunning UV 31844

[ONTWERP] Omgevingsvergunning UV 31844 Haaren Helvotrt Esch Biezenmorrel gemeente Haaren [ONTWERP] Omgevingsvergunning UV 31844 Burgemeester en Wethouders hebben op 13 juli 2016 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het vestigen

Nadere informatie

in in miii ii inn ii i ii

in in miii ii inn ii i ii gemeente Hilvarenbeek in in miii ii inn ii i ii 16int04982 Zaaknummer: VERZONDEN 1 2 JAN 2017 OMGEVINGSVERGUNNING 20160444 Burgemeester en wethouders van Hilvarenbeek, Gezien het op 22 november 2016 ingekomen

Nadere informatie

* * * *

* * * * *17-0084632* *17-0084632* Omgevingsvergunning Kenmerk : WABO-2017-0333 Aanvraagnummer (OLO) : 2961503 Aanvrager : E.P.C. Sijbers - Wijnhoven Onderwerp : verbouwen van een bestaande schuur tot kleinschalig

Nadere informatie

ontwerp OMGEVINGSVERGUNNING Echelpoelweg, gemeente Weerselo sectie P nr. 2012 en 1836

ontwerp OMGEVINGSVERGUNNING Echelpoelweg, gemeente Weerselo sectie P nr. 2012 en 1836 ontwerp OMGEVINGSVERGUNNING Echelpoelweg, gemeente Weerselo sectie P nr. 2012 en 1836 Zaaknummer: : 14.16391 OLO nummer: : 1526543 Documentnummer : U15.002356 Burgemeester en wethouders van Dinkelland

Nadere informatie

Beoordeling omgevingsvergunning beperkte milieutoets

Beoordeling omgevingsvergunning beperkte milieutoets Beoordeling omgevingsvergunning beperkte milieutoets 1. Procedurele overwegingen 1.1. Gegevens aanvrager Wij hebben op 3 december 015 een aanvraag ontvangen voor een omgevingsvergunning als bedoeld in

Nadere informatie

BESCHIKKING INTREKKING OMGEVINGSVERGUNNING. Smurfit Kappa Solid Board BV

BESCHIKKING INTREKKING OMGEVINGSVERGUNNING. Smurfit Kappa Solid Board BV BESCHIKKING INTREKKING OMGEVINGSVERGUNNING van Smurfit Kappa Solid Board BV ten behoeve van de productie van massief karton (Locatie: KM1, Cereswijk 6 te Oude Pekela) Groningen, 14januari 2014 Nr. 2014-00964/3,

Nadere informatie

* * * *

* * * * *18-0011304* *18-0011304* Omgevingsvergunning Kenmerk : WABO-2017-0118 Aanvraagnummer (OLO) : 2818780 Aanvrager : R.A.G. van Gool Onderwerp : tijdelijk - persoonsgebonden- gedoogbeschikking ten behoeve

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Ons kenmerk C2151548/5862/118604 /15392 op de op 27 juni 2014 bij hen ingekomen aanvraag van Rundveebedrijf Alders VOF (handelsnaam Vlako BV), om vergunning

Nadere informatie

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING voor: Plaatsen schutting activiteiten: bouwen van een bouwwerk gebruik in strijd met het bestemmingsplan verleend aan: De heer A.A. van der Griend locatie: Aurorastraat 6, 9635

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de gewaarmerkte stukken en bijlagen deel uitmaken van de vergunning.

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de gewaarmerkte stukken en bijlagen deel uitmaken van de vergunning. Dossiernummer: 2011/16386 Omgevingsvergunning Burgemeester en wethouders van Zundert zijn voornemens om overeenkomstig de besluitvormingsprocedure als bedoeld in artikel 3.10 van de Wet algemene bepalingen

Nadere informatie

Pagina 1 van 11 Registratienummer: Z / D

Pagina 1 van 11 Registratienummer: Z / D Postbus 8035 5601 KA Eindhoven T: 088-369 03 69 I: www.odzob.nl Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op de op 19 december 2016 bij hen ingekomen aanvraag van Varkensbedrijf Rijnen Oirschot

Nadere informatie

Publiek. De overwegingen die aan dit besluit ten grondslag liggen worden verderop in dit document per activiteit vermeld.

Publiek. De overwegingen die aan dit besluit ten grondslag liggen worden verderop in dit document per activiteit vermeld. Publiek O M G E V I N G S V E R G U N N I N G Burgemeester en Wethouders hebben op 28 november 2014 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het milieuneutraal veranderen van de uitbreiding

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op de op 2 december 2016 door ons ontvangen aanvraag voor een vergunning ingevolge artikel 2.7, tweede lid, van de Wet natuurbescherming van R. Verburgt

Nadere informatie

Deze wijziging is vereist voor het opslaan van waterstof en koolzuur in gasflessen.

Deze wijziging is vereist voor het opslaan van waterstof en koolzuur in gasflessen. B E S C H I K K I N G omgevingsvergunning Besluit van het college van burgemeester en wethouders van Papendrecht. Onderwerp van de aanvraag Op 4 oktober 2018 hebben wij van Pon Power B.V. een aanvraag

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. voor de activiteit milieuneutraal veranderen. Rockwool B.V.

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. voor de activiteit milieuneutraal veranderen. Rockwool B.V. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Omgevingsvergunning voor de activiteit milieuneutraal veranderen Rockwool B.V. te Roermond Zaaknummer: 2015-1985 Kenmerk: 2016/48004 d.d. 23 juni 2016 Verzonden:

Nadere informatie

DEFINITIEVE BESCHIKKING WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT CONSIDERANS

DEFINITIEVE BESCHIKKING WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT CONSIDERANS DEFINITIEVE BESCHIKKING WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT CONSIDERANS Aanvraag Datum aanvraag Datum ontwerp beschikking Datum definitieve beschikking Olo nummer Dossier nummer BAG nummer 03 maart

Nadere informatie

FUIV[b. Grou, 5 maart 2015 VERZONDEN -6 MRT Friese Uitvoeringsdienst Milieu en Omgeving

FUIV[b. Grou, 5 maart 2015 VERZONDEN -6 MRT Friese Uitvoeringsdienst Milieu en Omgeving FUIV[b Afvalverwerkingsinrichting Skinkeskans V.O.F./ TOP Leeuwarden T.a.v. de heer van Smaalen Postbus 6 9843 ZG GRIJPSKERK Grou, 5 maart 2015 VERZONDEN -6 MRT 2015 Ons kenmerk : 201 5-FUMO-0003748 Afdeling

Nadere informatie

ONTWERP. OMGEVINGSVERGUNNING Dorpsstraat 20 in Lattrop-Breklenkamp

ONTWERP. OMGEVINGSVERGUNNING Dorpsstraat 20 in Lattrop-Breklenkamp ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING Dorpsstraat 20 in Lattrop-Breklenkamp Zaaknummer : WABO-2017-1420) OLO nummer : 3326517 Documentnummer : Burgemeester en wethouders van Dinkelland beschikken op de aanvraag

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Ons kenmerk C2144823/3654471 op de op 17 maart 2014 bij hen ingekomen aanvraag van Fransen Gerrits Vastgoed BV, om vergunning krachtens de Wet algemene

Nadere informatie

Voorschriften en overwegingen

Voorschriften en overwegingen Hof van Tholen 2 4691 DZ Tholen Postbus 51 4690 AB Tholen telefoon: 14 0166 e-mail: gemeente@tholen.nl website: www.tholen.nl Voorschriften en overwegingen bank: NL14BNGH0285008315 bic: BNGHNL2G btw-nummer:

Nadere informatie

BESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING VERLENEN

BESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING VERLENEN BESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING VERLENEN Onderwerp Wij hebben op 29 december 2014 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen van Den Ouden Groenrecycling BV. Het betreft het bouwen van een nieuw entreegebouw.

Nadere informatie

Leges: bouwactiviteiten : 6.291,00 buitenplanse afwijking (bouw/aanleg) Wabo art 2.12 lid 1 onder a 3o : 4.917,00

Leges: bouwactiviteiten : 6.291,00 buitenplanse afwijking (bouw/aanleg) Wabo art 2.12 lid 1 onder a 3o : 4.917,00 ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING (Wabo artikel 2.1) Dossiernummer: VROM/HZ_WABO-2014-0257 Burgemeester en wethouders van de gemeente Someren Datum gezien de aanvraag van : Twan Kusters Holding B.V. vertegenwoordigd

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING. : het wijzigen van de grens van een inrichting bedoeld voor de zuivering van rioolwater

OMGEVINGSVERGUNNING. : het wijzigen van de grens van een inrichting bedoeld voor de zuivering van rioolwater OMGEVINGSVERGUNNING verleend aan : Waterschap Noorderzijlvest voor : het wijzigen van de grens van een inrichting bedoeld voor de zuivering van rioolwater activiteit : milieuneutraal veranderen van een

Nadere informatie

BESCHIKKING WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT Milieu Omgevingsvergunning beperkte milieutoets

BESCHIKKING WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT Milieu Omgevingsvergunning beperkte milieutoets BESCHIKKING WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT Milieu Omgevingsvergunning beperkte milieutoets Aanvraag Datum aanvraag Datum ontwerp beschikking Datum definitieve beschikking Olo nummer Dossier nummer

Nadere informatie

Aanmeldnotitie Besluit Mer

Aanmeldnotitie Besluit Mer Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Aanmeldnotitie Besluit Mer Geerlings Metaalrecycling BV te Venlo Zaaknummer 2012-0164 d.d. 5 april 2012 Verzonden: INHOUDSOPGAVE 1 Besluit 3 2 Procedure 4 2.1

Nadere informatie

Ontwerpbesluit OMGEVINGSVERGUNNING. veranderen koelinstallatie. milieuneutraal veranderen van een inrichting. Oosterhorn 4 te Farmsum

Ontwerpbesluit OMGEVINGSVERGUNNING. veranderen koelinstallatie. milieuneutraal veranderen van een inrichting. Oosterhorn 4 te Farmsum Ontwerpbesluit OMGEVINGSVERGUNNING voor: veranderen koelinstallatie activiteiten: milieuneutraal veranderen van een inrichting verleend aan: Akzo Nobel Chemicals B.V. locatie: Oosterhorn 4 te Farmsum vth-nummer:

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING (Ontwerp)

OMGEVINGSVERGUNNING (Ontwerp) OMGEVINGSVERGUNNING (Ontwerp) verleend aan Rabobank Zuid en Oost Groningen voor het bouwen van een Rabobank geldkiosk aan de Hoofdweg 29 in Bellingwolde Veendam Nummer gemeente: 141114 Nummer Liza: 26644

Nadere informatie

Omgevingsvergunning Verkleinen van de inrichting

Omgevingsvergunning Verkleinen van de inrichting Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Omgevingsvergunning Verkleinen van de inrichting Dienst Stadsbeheer te Maastricht Zaaknummer: 2013-0182 Kenmerk: 2013/16657 d.d. 21 maart 2013 Verzonden: INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

Eenheid Klant - Bouwen, Wonen & Ondernemen. Vormvrije Mer beoordeling

Eenheid Klant - Bouwen, Wonen & Ondernemen. Vormvrije Mer beoordeling Eenheid Klant - Bouwen, Wonen & Ondernemen Datum : 17 september 2013 Onderwerp : Vormvrije Mer beoordeling Opsteller : Arie Johannes Vormvrije Mer beoordeling Inleiding Op 2 september 2013 is een aanvraag

Nadere informatie

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING LET OP! Dit is nog geen omgevingsvergunning. Hiermee kunt u nog niet starten met de werkzaamheden.

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING LET OP! Dit is nog geen omgevingsvergunning. Hiermee kunt u nog niet starten met de werkzaamheden. VOORBLAD Besluit Burgemeester en wethouders hebben op 12 september een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het plaatsen van een. De aanvraag gaat over nabij Van Heemstraweg 2 te Weurt

Nadere informatie

het oprichten van een appartementengebouw Onyxdijk 167 te Roosendaal

het oprichten van een appartementengebouw Onyxdijk 167 te Roosendaal Stichting S&L Zorg T.a.v. D. van Randwijk Postbus 148 4700 AC Roosendaal NEDERLAND contactpersoon : Mevr. M. Bezemer (Aanw.op ma,di,do) Roosendaal : doorkiesnummer : (0165) 579875 (W20_vrl_OU) onderwerp

Nadere informatie

(ONTWERP) OMGEVINGSVERGUNNING

(ONTWERP) OMGEVINGSVERGUNNING (ONTWERP) OMGEVINGSVERGUNNING Burgemeester en wethouders van Moerdijk hebben op 19 december 2013 een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

Nadere informatie

*15.159324* 15.159324

*15.159324* 15.159324 omgevingsvergunning plaatsen van een luchtkanaal, overkapping en luchtwasser (Fase 2) plaatsen van een luchtkanaal, overkapping en luchtwasser (Fase 2) Beschikking 239368 *15.159324* 15.159324 ONTWERP-OMGEVINGSVERGUNNING

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE VERGUNNING OP BASIS VAN ARTIKEL 2.7, LID 2, VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB)

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE VERGUNNING OP BASIS VAN ARTIKEL 2.7, LID 2, VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB) Assen, 30 oktober 2018 Ons kenmerk 201801916-00783333 ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE VERGUNNING OP BASIS VAN ARTIKEL 2.7, LID 2, VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB) Vergunninghouder

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND Aan: Yara Sluiskil B.V. Postbus 2 4540 AA Sluiskil Kenmerk: Afdeling: Vergunningverlening Datum: 26 juli 2017 Onderwerp: Omgevingsvergunning op grond

Nadere informatie

Postbus KA Eindhoven T: I:

Postbus KA Eindhoven T: I: Postbus 8035 5601 KA Eindhoven T: 088-369 03 69 I: www.odzob.nl Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op de op 7 juni 2016 bij hen ingekomen aanvraag van Fransen Gerrits Vastgoed B.V. te

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. voor het milieuneutraal veranderen. Sappi Maastricht B.V.

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. voor het milieuneutraal veranderen. Sappi Maastricht B.V. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Omgevingsvergunning voor het milieuneutraal veranderen. Sappi Maastricht B.V. te Maastricht Zaaknummer: 2017-206587 Kenmerk: 2018/2142 d.d. 11 januari 2018

Nadere informatie

en met toepassing van artikel 3.3 lid 3 van de Wabo de aanhoudingsplicht van artikel 3.3 van de Wabo te doorbreken.

en met toepassing van artikel 3.3 lid 3 van de Wabo de aanhoudingsplicht van artikel 3.3 van de Wabo te doorbreken. Besluit omgevingsvergunning Pagina 1 van 5 BESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING 1.1 Aanvraag Gezien de aanvraag omgevingsvergunning van: Naam : Gemeentehuis Venray wonende/gevestigd : Postbus 500 5800 AM Venray

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING Datum: 11 november 2014

OMGEVINGSVERGUNNING Datum: 11 november 2014 OMGEVINGSVERGUNNING Datum: 11 november 2014 Burgemeester en wethouders hebben op 14 januari 2013 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het legaliseren van appartementen. De aanvraag

Nadere informatie

Q,dbn. Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Omgevingsdienst Brabant Noord

Q,dbn. Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Omgevingsdienst Brabant Noord Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Q,dbn Omgevingsdienst Brabant Noord Op het op 1 maart 2016 door ons ontvangen verzoek om een verklaring van geen bedenkingen in

Nadere informatie

veranderen van milieu-inrichting Steenbergen, 31 januari 2014

veranderen van milieu-inrichting Steenbergen, 31 januari 2014 Exlan C osultants b.v., dhr. G. van Iersel, Postbus 200, 5460 BC Veghel / OMWB Omgevingsvergunning milieneutraal veranderen *UM1400552* ons kenmerk : UM1400552 zaaknummer : ZK13000938 uw kenmerk : 1051117

Nadere informatie

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Procedurele Overwegingen Aanvrager : Bel Leerdammer B.V. Aangevraagde activiteiten : Plaatsen van een sprinklerbuffertank en bijbehorend pomphuis Locatie : Rondweg

Nadere informatie

Gemeente Bergen Datum besluit Datum verzending: Nummer

Gemeente Bergen Datum besluit Datum verzending: Nummer Omgevingsvergunning (artikel 2.1, 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) Gemeente Bergen Datum besluit Datum verzending: Nummer 2011.00165 Gezien het verzoek ingediend door: N.V. Nederlandse

Nadere informatie

* *

* * omgevingsvergunning bouwen van een woning, afwijken van het bestemmingsplan en aanleggen van een inrit bouwen van een woning, afwijken van het bestemmingsplan en aanleggen van een inrit Beschikking ZD18.010597

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING Vriezenveenseweg 93 te Geesteren

OMGEVINGSVERGUNNING Vriezenveenseweg 93 te Geesteren OMGEVINGSVERGUNNING Vriezenveenseweg 93 te Geesteren Zaaknummer: : 14.05346 OLO nummer: : 1244767 Documentnummer : U14.009084 Burgemeester en wethouders van Tubbergen beschikken op de aanvraag van : de

Nadere informatie

Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Omgevingsdienst Brabant Noord

Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Omgevingsdienst Brabant Noord Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Omgevingsdienst Brabant Noord Op het op 28 januari 2016 door ons ontvangen verzoek om een verklaring van geen bedenkingen in het

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. De overwegingen om te komen tot dit besluit staan in de bijlage welke een onderdeel is van dit besluit.

Omgevingsvergunning. De overwegingen om te komen tot dit besluit staan in de bijlage welke een onderdeel is van dit besluit. Omgevingsvergunning Burgemeester en wethouders van de gemeente Molenwaard hebben op 8 september 2017 van Mts. J.D. & J. Slingerland van Beijnum een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor

Nadere informatie

Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Op het op 6 januari 2016 door ons ontvangen verzoek om een verklaring van geen bedenkingen in het kader van de Natuurbeschermingswet

Nadere informatie

tômgevingsd/msŕ jc Midden- ca Wts-t-Brabaat

tômgevingsd/msŕ jc Midden- ca Wts-t-Brabaat tômgevingsd/msŕ jc Midden- ca Wts-t-Brabaat Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant c2ļ2223073472392 Van Gansewinkel Milieutechniek BV, Middenweg 15 te Moerdijk. t9mgevingsdí'm.sŕÿ Midden-

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING FASE 1. datum: 29 december 2016 Provincie Gelderland Zaaknummer: OLO

ONTWERPBESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING FASE 1. datum: 29 december 2016 Provincie Gelderland Zaaknummer: OLO ONTWERPBESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING FASE 1 datum: 29 december 2016 Provincie Gelderland Zaaknummer: OLO 2456129 Onderwerp Op 14 juli 2016 is een aanvraag voor een gefaseerde omgevingsvergunning op grond

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING. uitbreiding met parelmolen ten behoeve van het fijnmalen van magnesiumhydroxide

OMGEVINGSVERGUNNING. uitbreiding met parelmolen ten behoeve van het fijnmalen van magnesiumhydroxide OMGEVINGSVERGUNNING voor: uitbreiding met parelmolen ten behoeve van het fijnmalen van magnesiumhydroxide activiteit: het milieuneutraal veranderen van een inrichting verleend aan: Nedmag bv locatie: Billitonweg

Nadere informatie

Pagina 1 van 8 Registratienummer Z.62657/D

Pagina 1 van 8 Registratienummer Z.62657/D Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op de op 9 januari 2017 door Gebr. Aldenzee Deurne B.V. te Deurne ingediende aanvraag, om vergunning ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Ons kenmerk C2140613/3540209 op aanvraag om een omgevingsvergunning ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) van Van Gansewinkel

Nadere informatie

instandhoudingstermijn van 25 jaar

instandhoudingstermijn van 25 jaar Ontwerpbesluit omgevingsvergunning Pagina 1 van 5 ONTWERP-BESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING 1.1 Aanvraag Gezien de aanvraag omgevingsvergunning van: Naam : KS NL17 B.V. wonende/gevestigd : M.H. Tromplaan 55

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Activiteit milieuneutraal veranderen. Rockwool B.V. te Roermond

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Activiteit milieuneutraal veranderen. Rockwool B.V. te Roermond Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Omgevingsvergunning Activiteit milieuneutraal veranderen Rockwool B.V. te Roermond Zaaknummer: 2015-1632 Kenmerk: 2015/95267 d.d. 10 december 2015 Verzonden:

Nadere informatie

De heer M.H.G.W. Loo Givelderweg PB Heijenrath. diversen. Geachte heer Loo,

De heer M.H.G.W. Loo Givelderweg PB Heijenrath. diversen. Geachte heer Loo, De heer M.H.G.W. Loo Givelderweg 2 6276 PB Heijenrath Datum: 20 mei 2015 Behandeld door: de heer M. v.d. Venne Uw brief van: Onderwerp: verleende omgevingsvergunning Uw kenmerk: Dossiernummer: 20150011

Nadere informatie

* * * *

* * * * *19-0017808* *19-0017808* Ontwerp Omgevingsvergunning Kenmerk : WABO-2018-0539 Aanvraagnummer (OLO) : 3804667 Aanvrager : Pets Place Boerenbond Retail B.V. Onderwerp : vestigen van een Boerenbond, Pets

Nadere informatie

Intrekking omgevingsvergunning

Intrekking omgevingsvergunning *18-2216573* *18-2216573* Besluit van Burgemeester en wethouders van Horst aan de Maas Intrekking omgevingsvergunning Kenmerk : WABO-2017-0755 Aanvrager : L. Knoops Onderwerp : intrekking omgevingsvergunning

Nadere informatie

Beschikking Wet milieubeheer

Beschikking Wet milieubeheer Beschikking Wet milieubeheer Besluit van burgemeester en wethouders van Woensdrecht. Datum beschikking: 16-12-2008 Onderwerp aanvraag Op 3 juli 2008 is een aanvraag om vergunning ingevolge de Wet milieubeheer

Nadere informatie

OIVIGEVINGSVERGUNNING. Gasunie Transport Services (GTS)

OIVIGEVINGSVERGUNNING. Gasunie Transport Services (GTS) OIVIGEVINGSVERGUNNING verleend aan Gasunie Transport Services (GTS) ten behoeve van de activiteit milieuneutraal veranderen "aanpassingen aan het brandstofgassysteem" (Locatie: Vierhuizerweg 1 te Eemshaven)

Nadere informatie

Onderwerp Datum 28-09-2015

Onderwerp Datum 28-09-2015 Besluit omgevingsvergunning Pagina 1 van 5 BESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING 1.1 Aanvraag Gezien de aanvraag omgevingsvergunning van: Naam : W.P. Kanters wonende/gevestigd : Merseloseweg 1335801 CC Venray ontvangen

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BV9444

ECLI:NL:RVS:2012:BV9444 ECLI:NL:RVS:2012:BV9444 Instantie Raad van State Datum uitspraak 14-03-2012 Datum publicatie 21-03-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201111372/1/A4 en 201111372/2/A4

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING. milieuneutraal veranderen van een inrichting. Industrieweg 16 te Noordhorn. datum besluit: 13 oktober 2017

OMGEVINGSVERGUNNING. milieuneutraal veranderen van een inrichting. Industrieweg 16 te Noordhorn. datum besluit: 13 oktober 2017 OMGEVINGSVERGUNNING voor: het wijzigen van een inrichting bedoeld voor het op- en overslaan en bewerken van afvalstoffen van derden en op- en overslaan van gevaarlijke afvalstoffen van meer dan 50 ton.

Nadere informatie

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE VERGUNNING OP BASIS VAN ARTIKEL 2.7, LID 2, VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB)

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE VERGUNNING OP BASIS VAN ARTIKEL 2.7, LID 2, VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB) 1 Assen, 25 maart 2019 Ons kenmerk 201802064-00810929 BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE VERGUNNING OP BASIS VAN ARTIKEL 2.7, LID 2, VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB) Vergunninghouder

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING. het in gebruik nemen van een nieuwe voorbreker ter vervanging van de huidige. milieuneutraal veranderen van een inrichting

OMGEVINGSVERGUNNING. het in gebruik nemen van een nieuwe voorbreker ter vervanging van de huidige. milieuneutraal veranderen van een inrichting OMGEVINGSVERGUNNING voor: het in gebruik nemen van een nieuwe voorbreker ter vervanging van de huidige. activiteiten: milieuneutraal veranderen van een inrichting verleend aan: Berger Recycling B.V. locatie:

Nadere informatie

omgevingsdienst Ondertekening Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, voor dezen.

omgevingsdienst Ondertekening Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, voor dezen. omgevingsdienst H A A G L A N D E N SezoekaCes Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag Zaaknummer 00516338 T (070) 2i 899 02 Ons Kenmerk : ODH-2018-00089144 fs'olt

Nadere informatie

VERZONDEN 0 8 SEP 2016

VERZONDEN 0 8 SEP 2016 J.;! gemeente Hilvarenbeek inuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiii 16int02800 Zaaknummer: 20150248 VERZONDEN 0 8 SEP 2016 OMGEVINGSVERGUNNING 20150248 Ontwerpbesluit Burgemeester en wethouders van Hilvarenbeek,

Nadere informatie

Besluit vaststellen wijzigingsplan ex artikel 3.6, lid 1, sub a Wet ruimtelijke ordening

Besluit vaststellen wijzigingsplan ex artikel 3.6, lid 1, sub a Wet ruimtelijke ordening *18-2283908* *18-2283908* Besluit vaststellen wijzigingsplan ex artikel 3.6, lid 1, sub a Wet ruimtelijke ordening Kenmerk : Z-HZ_BP-2018-000585 Aanvrager : H.P.J. Van Rengs Onderwerp : het wijzigen van

Nadere informatie