BESTEMINGSPLAN BUITENGEBIED, GATHERWEG 28 VAASSEN GATHERWEG 28 VAASSEN GEMEENTE EPE. augustus 2011 GEMEENTE EPE

Transcriptie

1 BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED, GATHERWEG 28 VAASSEN GEMEENTE EPE augustus GEMEENTE EPE BESTEMINGSPLAN BUITENGEBIED, GATHERWEG 28 VAASSEN

2 2

3 Inhoudsopgave Toelichting 5 Hoofdstuk 1 Inleiding Algemeen De bij het plan behorende stukken Situering van het plangebied 8 Hoofdstuk 2 Beleidskader Algemeen Streekplan Gelderland Ruimtelijke Verordening Gelderland Reconstructieplan Veluwe Vigerend en toekomstig bestemmingsplan 12 Hoofdstuk 3 Onderzoek Algemeen Huidige en gewenste situatie Milieuaspecten Watertoets Natuur, landschap en archeologie 19 Hoofdstuk 4 Het plan Algemeen Planologische afweging Planopzet Economische uitvoerbaarheid 22 Hoofdstuk 5 Maatschappelijke uitvoerbaarheid Inspraak Overleg 23 Bijlagen 25 Bijlage 1 Erfinrichtingsplan 27 Bijlage 2 Berekening geurbelasting 29 3

4 Regels 31 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 33 Artikel 1 Begrippen 33 Artikel 2 Wijze van meten 38 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 39 Artikel 3 Agrarisch 39 Hoofdstuk 3 Algemene regels 43 Artikel 4 Anti-dubbeltelregel 43 Artikel 5 Algemene bouwregels 44 Artikel 6 Algemene gebruiksregels 46 Artikel 7 Algemene afwijkingsregels 47 Artikel 8 Algemene wijzigingsregels 49 Artikel 9 Overige regels 50 Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels 51 Artikel 10 Overgangsrecht bouwwerken 51 Artikel 11 Overgangsrecht gebruik 52 Artikel 12 Slotregel 53 Bijlage bij de regels 55 Bijlage 1 Lijst van toegelaten nevenactiviteiten 57 4

5 Toelichting 5

6 6

7 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Algemeen Het agrarisch bedrijf op de locatie Gatherweg 28 te Vaassen betreft een melkveeannex vleeskuikenouderdierenhouderij. Het bedrijf ligt in het Landbouwontwikkelingsgebied (LOG) Beemte Vaassen, op het grondgebied van de gemeente Epe en grenst direct aan het grondgebied van de gemeente Apeldoorn. Het bedrijf is voornemens om een uitbreiding in bebouwing te realiseren op het grondgebied van de gemeente Apeldoorn. Tevens zal een deel worden gerealiseerd binnen het bestaande bouwvlak in de gemeente Epe. Voor de totale oppervlakte van het bedrijf (dus het totaal van het bouwvlak in de gemeente Epe en het bouwvlak in de gemeente Apeldoorn samen) is volgens de door de gemeenten vastgestelde planologische kaders voor het LOG Beemte Vaassen, maximaal 1,5 hectare toegestaan. Hierdoor vervalt een deel van het bestaande bouwvlak. De oppervlakte van het bouwvlak in de gemeente Epe wordt dus verkleind. De gemeente Epe heeft besloten om medewerking te verlenen aan de ontwikkeling. Het voorliggende bestemmingsplan omvat de planologisch-juridische regeling die de ontwikkeling van het agrarisch bedrijf op de locatie Gatherweg 28 te Vaassen mogelijk maakt. Voor de ontwikkeling op het grondgebied van de gemeente Apeldoorn wordt een projectbesluit opgesteld. Het bestemmingsplan is een partiële herziening van het bestemmingsplan "Buitengebied", zoals dat door de gemeenteraad is vastgesteld op 23 juni 2005 en (gedeeltelijk) is goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Gelderland op 14 februari Het agrarisch bouwvlak Gatherweg 28 te Vaassen heeft in het bestemmingsplan "Buitengebied" de bestemming "agrarische bedrijfsdoeleinden". Binnen de bestemming "agrarische bedrijfsdoeleinden" is geen mogelijkheid opgenomen om de grenzen van het bouwvlak te verschuiven. Daarom is voor de ontwikkeling van het agrarisch bedrijf deze partiële herziening opgesteld. Voor de bestemming van de gronden buiten dit agrarisch bouwvlak in het bestemmingsplan "Buitengebied" heeft de provincie goedkeuring onthouden. Daarom geldt voor dit gebied het voorgaande bestemmingsplan "Agrarisch Gebied". In dit bestemmingsplan is een wijzigingsbevoegdheid met bijbehorende voorwaarden opgenomen om de grenzen van het agrarisch bouwperceel te wijzigen. Echter, in dit geval kan de wijzigingsbevoegdheid niet worden toegepast, aangezien de ontwikkeling plaatsvindt op het bestaande agrarisch bouwperceel en dus niet op de omliggende gronden. 1.2 De bij het plan behorende stukken Het bestemmingsplan "Buitengebied, Gatherweg 28 Vaassen" bestaat uit de volgende stukken: verbeelding, schaal 1:2.000 (ID plannr. NL.IMRO.0232.BG014Gatherweg28- OBP1); planregels. 7

8 Op de verbeelding is de bestemming van de in het plan begrepen gronden aangegeven. In de planregels zijn bepalingen opgenomen teneinde de uitgangspunten van het plan veilig te stellen. Het plan gaat vergezeld van deze toelichting, waarin het aan het plan ten grondslag liggende onderzoek en een planbeschrijving zijn opgenomen. 1.3 Situering van het plangebied De locatie Gatherweg 28 te Vaassen ligt in het agrarisch gebied ten oosten van de A50. De locatie ligt ten zuidoosten van de kern Vaassen (op een afstand van 3,6 km) en ten noordoosten van de kern Apeldoorn (op een afstand van 4 km). Het bedrijf ligt tegen de gemeentegrens Epe-Apeldoorn, het plangebied van dit bestemmingsplan ligt in de gemeente Epe. De locatie ligt binnen het Landbouwontwikkelingsgebied (LOG) Beemte Vaassen. Op de afbeelding "Situering plangebied" is de ligging van het plangebied weergegeven. Afbeelding: Situering plangebied 8

9 Hoofdstuk 2 Beleidskader 2.1 Algemeen Bij het opstellen van bestemmingsplannen dient een gemeente rekening te houden met het door hogere overheden uitgestippelde beleid. In dit hoofdstuk wordt daarom ingegaan op relevante onderdelen uit het provinciale Streekplan Gelderland 2005 de Ruimtelijke Verordening Gelderland en het Reconstructieplan Veluwe. Tot slot wordt in dit hoofdstuk ingegaan op het geldende bestemmingsplan en het in voorbereiding zijnde bestemmingsplan voor het landbouwontwikkelingsgebied Beemte Vaassen. 2.2 Streekplan Gelderland 2005 Het Streekplan Gelderland 2005 is op 29 juni 2005 door Provinciale Staten vastgesteld. Met de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening per 1 juli 2008 heeft het streekplan de status van structuurvisie gekregen. De inhoud van het beleid is niet gewijzigd. In de structuurvisie is ingezet op versterking van de ruimtelijke kwaliteit in Gelderland. Dat gebeurt door op provinciaal niveau te sturen op kenmerken en waarden die van provinciaal belang worden geacht: natuur en water ('groenblauw raamwerk'), maar ook de ruimtelijke ontwikkelingen in het 'rode raamwerk' van stedelijke functies en infrastructuur. De rest van de provincie, het 'multifunctioneel gebied', wordt meer dan in het verleden het domein van de gemeenten. Zij werken daartoe samen in regionaal verband. De locatie Gatherweg 28 te Vaassen ligt binnen 'multifunctioneel gebied'. De locatie Gatherweg 28 ligt volgens de kaart "Zonering intensieve veehouderij volgens reconstructie" (themakaart 20) binnen landbouwontwikkelingsgebied. In het kader van de Reconstructiewet zijn plannen vastgesteld, onder andere voor de Veluwe (zie ook paragraaf 2.4 Reconstructieplan Veluwe). Deze plannen bevatten ook ruimtelijk beleid. Op grond van bepalingen in de Reconstructiewet heeft dit beleid de kracht van streekplan. Het gaat hierbij ook om streekplanbeleid voor zonering intensieve veehouderij. In de landbouwontwikkelingsgebieden in de reconstructiegebieden Veluwe en Achterhoek/Liemers is nieuwvestiging, hervestiging en uitbreiding van en omschakeling naar intensieve veehouderij in beginsel toegestaan. Bestaande bouwblokken voor intensieve veehouderij kunnen in principe uitgroeien tot 1,5 ha, afhankelijk van de feitelijke ruimtelijke en milieutechnische situatie. Voor de locatie Gatherweg 28 te Vaassen wordt ingezet op een totaal bouwvlak van 1,5 ha (het totaal van het bouwvlakdeel in de gemeente Epe plus het bouwvlakdeel in de gemeente Apeldoorn). Om hieraan te kunnen voldoen vervalt een deel van het bestaande bouwvlak. Het voorliggende bestemmingsplan omvat het deel van het oorspronkelijke agrarisch bouwperceel dat komt te vervallen. 9

10 2.3 Ruimtelijke Verordening Gelderland De Ruimtelijke Verordening Gelderland is op 15 december 2010 door Provinciale Staten van de provincie Gelderland vastgesteld en op 22 januari 2011 in werking getreden. Met de ruimtelijke verordening stelt de provincie regels aan bestemmingsplannen. Hierbij richt de provincie zich op onderwerpen die van provinciaal belang zijn, zoals verstedelijking, recreatie, glastuinbouw, water, Ecologische Hoofdstructuur en landschap. De regels in de verordening kunnen betrekking hebben op het hele provinciale grondgebied, delen of gebiedsgerichte thema's en zijn gebaseerd op de provinciale structuurvisie (voorheen Streekplan Gelderland 2005). In het kader van de voorgenomen ontwikkeling zijn de volgende onderdelen relevant voor het plangebied: Verstedelijking: nieuwe bebouwing onder voorwaarden toegestaan. Nieuwe bebouwing is toegestaan indien de nieuwe bebouwing functioneel is gebonden aan het buitengebied. In dit geval is hier sprake van, aangezien het een agrarisch bedrijf betreft. Landschap: de westzijde van het agrarisch bouwperceel ligt buiten het Nationaal Landschap de Veluwe en de oostzijde van het agrarisch bouwperceel (het deel dat met voorliggend bestemmingsplan komt te vervallen) ligt binnen het Nationaal Landschap de Veluwe met de aanduiding "waardevol landschap" (zie afbeelding "Uitsnede ligging Nationaal Landschap"). In gebieden binnen een Nationaal Landschap, met de aanduiding "waardevol landschap", kunnen slechts bestemmingen worden toegestaan, voor zover deze de kernkwaliteiten van het gebied behouden of versterken. Bij de voorgenomen ontwikkeling vindt een versterking van de kernkwaliteiten plaats, aangezien voor het onbebouwde deel binnen het Nationaal Landschap geen bouwmogelijkheden meer worden opgenomen. Afbeelding: Uitsnede ligging Nationaal Landschap 10

11 2.4 Reconstructieplan Veluwe Hoofddoel van de Reconstructiewet concentratiegebieden, die op 1 april 2002 in werking is getreden, is de bevordering van een goede ruimtelijke structuur van het concentratiegebied. Dit geldt in het bijzonder met betrekking tot landbouw, natuur, bos, landschap, recreatie en toerisme, water, milieu en infrastructuur, alsmede ter verbetering van een goed woon-, werk- en leefklimaat en van de economische structuur. Eerste stap in de reconstructie van de concentratiegebieden was het opstellen van een reconstructieplan. De provincie Gelderland wil met het "Reconstructieplan Veluwe, Dynamiek en vernieuwing op de Veluwe" een kwaliteitsimpuls geven aan een duurzame verbetering van de ruimtelijke kwaliteit en de daarmee samenhangende leefbaarheid in het landelijk gebied. Dit gebeurt op een dusdanige manier dat de verscheidenheid en de eigen identiteit van de Veluwe behouden blijven. De kwaliteitsimpulsen richten zich op landschap, natuur en water, bos, landbouw en tuinbouw, recreatie en toerisme en wonen en werken. Gericht wordt op het bevorderen van een duurzame landbouw. Hierbij gaat het om het bieden van kansen voor de ontwikkeling van in principe alle agrarische sectoren en bedrijfstypen binnen randvoorwaarden vanuit leefomgeving, dierenwelzijn en voedselveiligheid. De locatie Gatherweg 28 ligt binnen "landbouwontwikkelingsgebied" (LOG). Een klein deel van het oorspronkelijke agrarisch bouwperceel ligt binnen het gebied met de aanduiding "verweving met sterlocatie" (zie afbeelding Uitsnede ligging Reconstructiezonering). Afbeelding: Uitsnede ligging Reconstructiezonering 11

12 In het LOG ligt het primaat bij de landbouw. De volgende ontwikkelingsmogelijkheden gelden in het LOG: Nieuwvestiging, hervestiging, en uitbreiding van en omschakeling naar intensieve veehouderij is in beginsel toegestaan. Bestaande bouwvlakken voor intensieve veehouderijen kunnen in principe uitgroeien tot 1,5 ha afhankelijk van de feitelijke, ruimtelijke en milieutechnische situatie. Grotere bouwvlakken zijn mogelijk, dit staat ter beoordeling van de gemeente. Voor het toekennen van een groter bouwblok geldt als randvoorwaarde dat ruimte gereserveerd moet worden voor een goede landschappelijke inpassing. Er moeten geen nieuwe activiteiten komen die de ontwikkelingsmogelijkheden van de landbouw en in het bijzonder de intensieve veehouderij beperken. Bestaande in het vigerende bestemmingsplan toegekende rechten voor de uitbreiding van niet-agrarische functies worden gerespecteerd. Geen nieuwe functies toegestaan, als die beperkingen kunnen opleggen aan de ontwikkelingsmogelijkheden van de landbouw in het algemeen en de intensieve veehouderij in het bijzonder. Geen bouwvlakbeperkingen voor overige landbouwbedrijven (geen intensieve veehouderij zijnde), anders dan in het vigerend streek- en bestemmingsplan. Het gebied "verweving met sterlocatie" heeft als doel een verweving van landbouw, wonen en natuur. 2.5 Vigerend en toekomstig bestemmingsplan Vigerend bestemmingsplan Voor het buitengebied van de gemeente Epe is het bestemmingsplan "Buitengebied" opgesteld (2005). Voor het perceel Gatherweg 28 geldt de bestemming "agrarische bedrijfsdoeleinden". Binnen deze bestemming is geen mogelijkheid opgenomen om de grenzen van het bouwvlak te verschuiven. Bestemmingsplan Landbouwontwikkelingsgebied Beemte-Vaassen (ontwerp) Voor het LOG Beemte Vaassen wordt een bestemmingsplan opgesteld. Het betreft een intergemeentelijk bestemmingsplan van de gemeenten Epe en Apeldoorn. Het bestemmingsplan bevat de juridisch-planologische regeling waarmee bestaande intensieve veehouderijen binnen het LOG kunnen uitbreiden en nieuwe bedrijven zich hier kunnen vestigen. Het voorontwerpbestemmingsplan heeft van 20 mei 2010 tot en met 30 juni 2010 ter inzage gelegen. In het voorontwerpbestemmingsplan is de voorgenomen ontwikkeling van het bedrijf Gatherweg 28 meegenomen. Het bouwvlak van het bedrijf dat nu nog geheel in de gemeente Epe ligt, wordt vergroot zodat het ook op het perceel aan De Gaete in de gemeente Apeldoorn komt te liggen. Inmiddels is de Nota inspraak en overleg LOG Beemte Vaassen vastgesteld door de beide gemeenten. Het ontwerpbestemmingsplan "Landbouwontwikkelingsgebied Beemte-Vaassen" wordt gelijktijdig met dit ontwerpbestemmingsplan ter inzage gelegd. 12

13 Hoofdstuk 3 Onderzoek 3.1 Algemeen In dit hoofdstuk wordt ingegaan op aspecten die relevant zijn voor het opstellen van het voorliggende bestemmingsplan. Nadat aandacht wordt besteed aan de huidige en de gewenste situatie, zoals deze wordt voorgestaan door de initiatiefnemer, wordt ingegaan op milieuaspecten, de watertoets en op waarden van natuur, landschap en archeologie. 3.2 Huidige en gewenste situatie Huidige situatie Erf Op de locatie Gatherweg 28 is het erf eenvoudig van opzet. Op enige afstand van de Gatherweg, minimaal 30 meter, staat de bedrijfswoning. De bedrijfswoning betreft een eenvoudig bouwvolume: één bouwlaag met een zadelkap met wolfseinden. Direct ten noorden van de woning staat nog een bijgebouw van beperkte omvang. Ten westen van ('achter') de bedrijfswoning staan de bedrijfsgebouwen. Ten oosten van ('voor') de bedrijfswoning is een onbebouwd stuk grasland. Bij de bedrijfsgebouwen gaat het om drie sobere bouwvolumes met een zadelkap en deze zijn qua grootte vergelijkbaar. De kopgevels staan praktisch in dezelfde lijn. De kappen staan met hun lengterichting haaks op de lengterichting van de weg. Ten westen van de bedrijfsgebouwen liggen een aantal sleufsilo's en voeropslag. De erfopbouw kent dus een duidelijk stramien. Doordat de weg ter hoogte van het bedrijf een knik maakt, staan de bedrijfsgebouwen dichter bij de weg dan de bedrijfswoning. Behoudens de beplanting bij de bedrijfswoning is erfbeplanting praktisch afwezig. Het agrarische bedrijf kent twee bedrijfstakken: een melkveetak en het houden van vleeskuikenouderdieren. Die laatste zijn de ouderdieren van vleeskuikens die worden gehouden voor de productie van broedeieren. Omgeving Het plangebied ligt in het agrarische gebied ten oosten van de A50, ten zuidoosten van het dorp Vaassen en ten noordoosten van de stad Apeldoorn. De omgeving is te typeren als een kampenlandschap. Dat landschap kenmerkt zich door een grillig wegenpatroon en een onregelmatige verkaveling. De erven liggen verspreid in het gebied. De oorspronkelijke beplanting is tegenwoordig praktisch verdwenen. Daardoor heeft het landschap nu een open karakter, waar vooral de bebouwing op de erven het ruimtelijke beeld bepaalt. Het plangebied wordt ontsloten via de Gatherweg. De Gatherweg heeft een relatief smal profiel. De Gatherweg gaat op het grondgebied van de gemeente Apeldoorn over in De Gaete. Ten westen van het plangebied loopt een (onbeplante) beek. Direct ten oosten van het agrarisch bedrijf is een ander agrarisch bedrijf te vinden, gelegen aan de De Gaete 7-9. In het noorden is, op enige afstand, aan de Gatherweg 26-1 een burgerwoning gelegen. Voor het overige is het bedrijf omgeven door weilanden. 13

14 Toekomstige situatie Bij de agrarische bedrijvigheid van de vleeskuikenouderdieren staat enerzijds de kostprijs onder druk door diverse ontwikkelingen en anderzijds zit er een stijgende lijn in de kwaliteitseisen die de kuikenbroederijen stellen. Voor het agrarisch bedrijf op de locatie Gatherweg 28 te Vaassen is daarom bedrijfsuitbreiding noodzakelijk om in de toekomst economisch verantwoord te kunnen blijven werken. Voor de omvang van de pluimveehouderij is daarvoor een groei gewenst naar dieren. Het voornemen is het huidige stramien van het erf door te zetten voor de realisatie van de benodigde uitbreidingen, zie afbeelding "Situatieschets". De meest noordelijke (pluimvee)stal, met een breedte van ruim 15 meter, wordt verlengd van 60 meter naar 130 meter. Daarmee zal die stal voor circa 40 meter op het grondgebied van de gemeente Apeldoorn liggen. De goot- en bouwhoogte blijven gelijk aan het bestaande deel: een goothoogte van 2 meter en een bouwhoogte van 5,5 meter. Ook de materialisatie blijft hetzelfde: bakstenen en golfplaten. Verbonden met een klein tussenlid, wordt direct ten noorden van de verlengde stal een nieuwe pluimveestal gerealiseerd. De kopgevel van de nieuwe stal komt in dezelfde lijn te staan als de verlengde stal. Ook zal de lengte hetzelfde zijn: 130 meter, waarvan ruim 45 meter op het grondgebied van de gemeente Apeldoorn ligt. De stal krijgt een breedte van ruim 25 meter. Net als de andere stallen betreft het een eenvoudig bouwvolume: één bouwlaag met een zadelkap. De goothoogte bedraagt 2,5 meter en de bouwhoogte van 7,5 meter. Daarmee wordt voldaan aan de dakgevelverhouding die gewenst is volgens het beeldkwaliteitsplan voor het LOG Beemte Vaassen. Die verhouding bedraagt 2:1. In dit geval bedraagt de hoogte van het dakvlak 5 meter, wat gelijk is aan twee keer de goothoogte. Met die verhouding wordt aangesloten bij de (agrarische) karakteristiek van de omgeving. Daarbinnen zijn forse kappen namelijk het bepalende element van de bedrijfsgebouwen. De materialisatie van de nieuwe stal sluit aan bij de rest van het erf: bakstenen en golfplaten. Beide stallen krijgen lengteventilatie met op de uiteinden luchtwassers. Afbeelding: Situatieschets 14

15 De uitbreidingen vinden plaats bij de stal die nu het verst van de bedrijfswoning afstaat. Dat lijkt in te gaan tegen het streven uit het genoemde beeldkwaliteitsplan om te komen tot een clustering van de bedrijfsgebouwen en om de bedrijfswoning de centrale plek te geven binnen het ruimtelijke beeld van het erf. Oftewel: bedrijfsgebouwen zo dicht mogelijk bij en achter de bedrijfswoning neerzetten. De uitbreidingen dichter bij de bedrijfswoning positioneren dan nu gepland, is echter niet mogelijk. Op de grond direct ten zuiden van de locatie staan de bedrijfsgebouwen van het agrarische bedrijf aan de De Gaete 7-9. Verder is binnen de zuidelijke helft van het erf aan de Gatherweg de melkveetak van het bedrijf aanwezig en de voeropslag. Indien de uitbreidingen in aansluiting daarop zouden worden geprojecteerd, dan zou dat leiden tot een erf dat dusdanig langgerekt is dat het niet passend is in de omgeving. Daarnaast kunnen hier voor een belangrijk deel geen bedrijfsgebouwen (voor vee) worden opgericht omdat ze dan, in verband met milieueisen, te dicht bij het bedrijf aan De Gaete 7-9 komen te staan. Verder is het, vanuit het oogpunt van een goede bedrijfsvoering, wenselijk dat de beide bedrijfstakken binnen het erf een eigen 'compartiment' hebben. Met de beoogde plek voor de uitbreidingen is dat mogelijk. Desondanks is met die plek sprake van een compacte erfopbouw waarbinnen de bedrijfswoning zijn functie als hoofdgebouw kan handhaven. Op het grondgebied van de gemeente Epe vinden de voorgenomen ontwikkelingen plaats binnen het bestaande agrarisch bouwperceel. Het bestaande agrarisch bouwperceel loopt tot en met de gemeentegrens. De voorgenomen ontwikkelingen op het grondgebied van de gemeente Apeldoorn vallen buiten het agrarisch bouwperceel. In totaal is een bouwperceel van 1,5 ha toegestaan. Om hieraan te kunnen voldoen, vervalt een deel van het bestaande agrarisch bouwperceel, namelijk het onbebouwde deel aan de westzijde van ('voor') de bedrijfswoning. Dit is geen logische plek om bedrijfsgebouwen te realiseren. Op deze manier passen de voorgenomen ontwikkelingen binnen een bouwperceel van 1,5 ha. 3.3 Milieuaspecten Bij het opstellen van een bestemmingsplan is het van belang te onderzoeken in hoeverre milieuhygiënische factoren belemmeringen opleveren voor de voorgenomen ontwikkeling. In deze paragraaf wordt daarom ingegaan op (in willekeurige volgorde): milieueffectrapportage, milieuzonering, bodem, externe veiligheid en luchtkwaliteit. Milieueffectrapportage Voor het bestemmingsplan "Landbouwontwikkelingsgebied Beemte-Vaassen" is een milieueffectrapportage (m.e.r.) opgesteld. Uit de m.e.r. blijken geen dusdanige effecten te zijn op het milieu en/of een gebied dat beschermd is op grond van de Natuurbeschermingswet. In het (voorontwerp)bestemmingsplan "Landbouwontwikkelingsgebied Beemte-Vaassen" is ook voorzien in de voorgenomen ontwikkelingen. Een m.e.r. is nodig voor plannen: die m.e.r.(beoordelings)plichtig zijn volgens het Besluit milieueffectrapportage (Clijst en D-lijst) en/of indien een passende beoordeling op basis van de Natuurbeschermingswet moet worden gedaan. In het Besluit milieueffectrapportage staan duidelijke grenzen over bijvoorbeeld aantallen dieren, aantal woningen, infrastructuur en dergelijke. Voor mesthoenders geldt een m.e.r.-beoordelingsplicht voor een inrichting met en meer plaatsen. Hieruit blijkt dat de voorgenomen ontwikkeling ruim onder de grens van de m.e.r. beoordelingsplicht blijft. 15

16 Bij besluit van 21 november 2008 is door de gemeente Epe een milieuvergunning verleend voor het uitbreidingsplan van het agrarisch bedrijf aan de Gatherweg 28. In maart 2010 is een Natuurbeschermingswetvergunning door de provincie Gelderland verleend (beschikking d.d. 1 maart zaaknummer van Gedeputeerde Staten van Gelderland). Milieuzonering Zowel de ruimtelijke ordening als het milieubeleid stellen zich ten doel een goede kwaliteit van het leefmilieu te handhaven en te bevorderen. Dit gebeurt onder andere door milieuzonering. Onder milieuzonering verstaan we het aanbrengen van een voldoende ruimtelijke scheiding tussen milieubelastende bedrijven of inrichtingen enerzijds en milieugevoelige functies als wonen en recreëren anderzijds. De ruimtelijke scheiding bestaat doorgaans uit het aanhouden van een bepaalde afstand tussen milieubelastende en milieugevoelige functies. Die onderlinge afstand moet groter zijn naarmate de milieubelastende functie het milieu sterker belast. Milieuzonering heeft twee doelen, namelijk het voorkomen of zoveel mogelijk beperken van hinder en gevaar bij woningen en andere gevoelige functies en het bieden van voldoende zekerheid aan bedrijven dat zij hun activiteiten duurzaam onder aanvaardbare voorwaarden kunnen uitoefenen. In de VNG-publicatie "Bedrijven en milieuzonering" zijn voor de aspecten geur, stof, geluid en gevaar de afstanden aangegeven. De afstanden worden gemeten tussen enerzijds de grens van de bestemming die de milieubelastende functie(s) toelaat en anderzijds de dichtst daarbij gelegen situering van de gevel van een milieugevoelige functie die op grond van het bestemmingsplan mogelijk is. De gevoeligheid van een gebied voor milieubelastende activiteiten is mede afhankelijk van het omgevingstype. Eén van den omgevingstypen is "rustige woonwijk". Vergelijkbaar met de rustige woonwijk zijn rustig buitengebied, stiltegebied en natuurgebied. Daarvoor gelden dan ook dezelfde richtafstanden. Naast de geadviseerde milieuzonering voor bedrijven op basis van de VNGpublicatie, kunnen ook afstandscriteria uit specifieke milieuregelgeving gelden. Hierbij wordt gedacht aan de Wet milieubeheer, de agrarische geurwetgeving en de veiligheidsregelgeving. Deze regelgeving geldt uiteindelijk als toetsingskader voor de toegestane milieueffecten. Ook deze afstandscriteria worden meegenomen bij de beoordeling van nieuwe ontwikkelingen. Onderzocht worden zowel de feitelijke invloed van de ter plaatse gevestigde en te vestigen milieubelastende functies als de invloed die kan uitgaan van milieubelastende functies die op grond van de geldende bestemming kunnen worden gevestigd. Onderzoeksresultaten milieuzonering Bij besluit van 21 november 2008 is door de gemeente Epe milieuvergunning verleend voor de voorgenomen uitbreiding van het agrarisch bedrijf aan de Gatherweg 28 te Vaassen. In dat verband zijn de effecten op de omgeving van de uitbreiding reeds uitgebreid beoordeeld. In dit bestemmingsplan blijft de beoordeling van de milieuzoneringen dan ook beperkt tot de hoofdzaken. De totale voorgenomen ontwikkeling betreft een uitbreiding van een milieubelastende functie. Daarom is alleen sprake van een uitwaartse zonering. De omgeving is te typeren als een rustig buitengebied. Derhalve kan geen correctie worden uitgevoerd ten opzichte van het omgevingstype "rustige woonwijk". Voor een pluimveehouderij bedraagt de uitwaartse zonering 30 meter voor het aspect stof en 50 meter voor het aspect geluid. Voor het aspect geur gelden de bepalingen uit de Wet geurhinder en veehouderij. Daaruit volgt een uitwaartse zonering van 50 meter ten opzichte van bedrijfswoningen die bij andere veehouderijen horen (in sommige gevallen vallen voormalige bedrijfswoningen daar ook onder). Voor andere (burger)woningen geldt dat daarop de geurbelasting van de pluimveehouderij niet meer mag bedragen dan 14 OdourUnits/m 3 (OUE/m 3 lucht). 16

17 Binnen 50 meter van de voorgenomen uitbreidingen zijn geen milieugevoelige functies c.q. woningen aanwezig. Voor de burgerwoningen in de omgeving is de geurbelasting berekend (met het verspreidingsmodel 'V-Stacks vergunning'). Uit de resultaten blijkt dat de geurbelasting de norm niet overschrijdt. De berekening is opgenomen als Bijlage 2 bij deze toelichting. Milieuzoneringen staan de voorgenomen uitbreidingen dan ook niet in de weg. Bodem Ten aanzien van de bodemkwaliteit geldt de Wet bodembescherming (Wbb) en het (bijbehorende) Besluit bodemkwaliteit. Gestreefd wordt naar een duurzaam gebruik van de bodem. Bij een ruimtelijk plan moet de bodemkwaliteit van het betreffende gebied inzichtelijk worden gemaakt. Hierbij is van belang te weten of er bodemverontreiniging is die de functiedoelen kan frustreren, of er gezondheidsrisico's of ecologische risico's daardoor zijn en wat de mogelijkheden zijn om er tijdig iets aan te doen. Hiervoor is wettelijk verplichte informatie over de bodemkwaliteit nodig. Het uitgangspunt wat betreft de bodem in het plangebied is, dat de kwaliteit ervan zodanig dient te zijn dat er geen risico's zijn voor de volksgezondheid bij het gebruik van het plangebied voor de voorgenomen functie(s). Op de locatie Gatherweg 28 in Vaassen vindt een bestemmingswijziging plaats van een deel van het agrarisch bouwperceel. Het voorste deel van het agrarisch bouwperceel wordt gewijzigd in de bestemming "Agrarisch" (agrarische gebiedsbestemming). In principe is dan een onderzoek naar de kwaliteit van de bodem noodzakelijk. In dit geval is dit echter niet nodig omdat het feitelijk gebruik van dit deel van het agrarisch bouwperceel al "agrarisch" is. Het feitelijk gebruik van deze gronden verandert met dit bestemmingsplan niet. Derhalve is voor deze bestemmingsplanherziening geen nader onderzoek naar de kwaliteit van de bodem nodig. Externe veiligheid Op 28 oktober 2004 is het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) in werking getreden. In dit besluit zijn regels gesteld teneinde de risico's waaraan burgers in hun leefomgeving worden blootgesteld door activiteiten met gevaarlijke stoffen tot een aanvaardbaar minimum te beperken. Bedrijven die onder dit besluit vallen zijn onder meer grote chemische bedrijven, lpg-tankstations en bedrijven die kilo of meer aan chemicaliën opslaan. Het besluit verplicht gemeenten en provincies voortaan met veiligheidsnormen rekening te houden. Op basis van de "Risicokaart provincie Gelderland" blijkt dat in de directe omgeving van het plangebied geen risicovolle bedrijven gevestigd zijn die vallen onder het Bevi. De voorgenomen ontwikkeling van het agrarisch bedrijf vormt geen extra risico in het kader van externe veiligheid, aangezien deze activiteit niet onder het besluit valt. De basis voor de risicobenadering bij het vervoer van gevaarlijke stoffen (over weg, water en spoor) ligt in "Omgaan met risico's". De algemene uitgangspunten zijn uitgewerkt in de "Nota risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen" (RNVGS). Sinds augustus 2004 is sprake van een "Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen". Met deze circulaire wordt het beleid als vervat in de RNVGS verder geoperationaliseerd en verduidelijkt. Als verplichte route voor het vervoer van gevaarlijke stoffen kunnen rijks-, provinciale en gemeentewegen worden aangewezen. In de directe omgeving van het plangebied komen geen routes gevaarlijke stoffen voor. 17

18 Verder dient voor wat betreft het aspect externe veiligheid rekening te worden gehouden met buisleidingen. In en in de directe omgeving van het plangebied bevinden zich geen aardgastransportleidingen. Uit het voorgaande kan daarom worden geconcludeerd dat het aspect externe veiligheid geen beperkingen oplegt aan de voorgenomen ontwikkelingen van het agrarisch bedrijf. Luchtkwaliteit Met betrekking tot luchtkwaliteit moet rekening worden gehouden met het gestelde in de Wet milieubeheer, hoofdstuk 5, titel 5.2 Luchtkwaliteitseisen en de bijbehorende bijlagen. Op basis van artikel 5.16 Wm kan, samengevat, een bestemmingsplan worden vastgesteld, indien: aannemelijk is gemaakt dat de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt, niet leiden tot het overschrijden van een in bijlage 2 van de Wet milieubeheer opgenomen grenswaarde die behoort bij de Wet Milieubeheer, hoofdstuk 5, titel 5.2 Luchtkwaliteitseisen, of aannemelijk is gemaakt dat de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt, leiden tot een verbetering per saldo van de concentratie in de buitenlucht van de desbetreffende stof danwel, bij een beperkte toename van de concentratie van de desbetreffende stof, de luchtkwaliteit per saldo verbetert door een samenhangende maatregel of een optredend effect, of aanemelijk is gemaakt dat de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt niet in betekenende mate bijdragen aan de concentratie in de buitenlucht van een stof waarvoor in bijlage 2 een grenswaarde is opgenomen, of het project is genoemd of beschreven dan wel past binnen een programma van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit. In de onderhavige situatie is sprake van de onder a vermelde grond. In het kader van de milieuvergunning is namelijk aangetoond dat de norm voor fijn stof niet wordt overschreden. Daarnast is de beoogde uitbreiding van het agrarisch bedrijf reeds meegenomen in het bestemmingsplan "Landbouwontwikkelingsgebied Beemte- Vaassen". In het MER bij dit bestemmingsplan wordt geconcludeerd dat de grenswaarden voor fijn stof niet worden overschreden. Omdat voorliggend bestemmingsplan enkel de verkleining van het agrarisch bouwperceel (binnen de gemeente Epe) regelt, worden de uitgevoerde luchtkwaliteitsberekeningen achterwege gelaten. 3.4 Watertoets Algemeen Bij de totstandkoming van ruimtelijke plannen moet de watertoets worden toegepast. Dit houdt in dat alle ruimtelijke plannen een waterparagraaf moeten bevatten. De watertoets is het hele proces van vroegtijdig informeren, adviseren, afwegen en uiteindelijk beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten. Het kader van de watertoets is vanaf 1 november 2003 wettelijk verankerd in het Besluit op de ruimtelijke ordening (Bro). De locatie Gatherweg 28 ligt buiten bestaand stedelijk gebied. Het oorspronkelijke agrarisch bouwperceel is bijna 1 hectare groot. Van dit bouwperceel krijgt ongeveer 0,5 hectare de agrarische gebiedsbestemming. De voorgenomen ontwikkeling (de bouw van de nieuwe stalruimten) bevindt zich niet binnen enige Keurzone en niet binnen de zoekgebieden voor waterberging die de provincie Gelderland in het streekplan heeft aangegeven. 18

19 Grondwater De locatie Gatherweg 28 ligt niet in de in het streekplan vastgelegde grondwaterfluctuatiezone. Uit gegevens van peilbuizen in de omgeving blijkt dat het grondwaterpeil in het plangebied tussen 40 en 120 centimeter onder maaiveld ligt. Er is in en om het perceel geen grondwateroverlast bekend. Grondwater zal op dit perceel geen overlast veroorzaken en niet structureel worden afgevoerd. Hierdoor zal het plan grondwaterneutraal worden ontwikkeld. Oppervlaktewater en waterafhankelijke natuur Ten westen van het perceel Gatherweg 28 ligt een beek, waarop de keur van het waterschap rust. Binnen de keurzone vinden geen werkzaamheden plaats voor de voorgenomen ontwikkeling. Door dit plan ontstaat geen extra oppervlaktewater. Op het oppervlaktewater zal niet worden geloosd. De voorgenomen ontwikkeling heeft geen nadelige gevolgen voor het oppervlaktewatersysteem in de omgeving. In en om het perceel komt geen waterafhankelijke natuur voor. Het plan heeft derhalve geen nadelige gevolgen voor de waterafhankelijke natuur. Afvoer van hemelwater Het beleid is er op gericht om bij nieuwe stedelijke ontwikkelingen de afvoer van hemelwater niet op de riolering aan te sluiten. Het hemelwater dat afkomstig is van daken en verhardingen in de bodem moet worden geïnfiltreerd door middel van een infiltratievoorziening van voldoende capaciteit op eigen terrein. De materialen die in aanraking komen met het hemelwater mogen niet uitlogen en dienen volgens Duurzaam Bouwen geselecteerd te zijn. Bij de infiltratie van hemelwater mag de bodem niet verontreinigd raken door met het hemelwater afgevoerde vervuilende stoffen. Afvoer van afvalwater De nieuwe gebouwen dienen te worden voorzien van gescheiden afvoeren voor vuilen hemelwater, zoals op grond van het Bouwbesluit verplicht is. De vuilwaterafvoer van de stallen wordt aangesloten op de mestkelders onder de stallen. Dit water wordt samen met de mest afgevoerd. Watertoets De nieuw te realiseren bebouwing ligt niet in een Keurzone of in een zoekgebied voor waterberging. Het plan betreft geen HEN-water (inclusief beschermingszone), landgoed, weg, spoorlijn, damwand, scherm, ontgronding et cetera. Bovendien zal er niet meer dan de landelijke afvoernorm gaan worden geloosd op het oppervlaktewater. Af te voeren hemelwater wordt geïnfiltreerd in de bodem. Dit plan heeft geen nadelige gevolgen voor de waterhuishouding. 3.5 Natuur, landschap en archeologie Natuur Bescherming van natuurwaarden vindt plaats via de Flora- en faunawet en de Natuurbeschermingswet. Op grond van de Flora- en faunawet is iedere handeling verboden die schade kan toebrengen aan de op grond van de wet beschermde planten en dieren en/of hun leefgebied. Naast de hiervoor beschreven soortbescherming kan ook een gebiedsbescherming gelden op grond van de Natuurbeschermingswet en de Vogel- en/of Habitatrichtlijn. Flora wordt verder ook beschermd door de Boswet. 19

20 Onderzoeksresultaten natuur De voorgenomen ontwikkeling betreft (binnen de gemeente Epe) een verkleining van het bestaande bouwperceel. Waar de nieuwe bedrijfsbebouwing wordt voorgesteld (binnen het huidige agrarisch bouwperceel) is op dit moment een weiland dat een intensief agrarisch gebruik kent. Hier zijn geen beschermde flora en fauna aanwezig. Het plangebied ligt op circa 5,5 kilometer afstand van een gebied dat beschermd is op grond van de Natuurbeschermingswet, namelijk het Natura 2000-gebied "Uiterwaarden IJssel". De afstand tot het Natura 2000-gebied "Veluwe" bedraagt circa 6 kilometer. Gelet op deze grote afstanden zijn alleen de effecten van de bedrijfsuitbreiding op die gebieden relevant die zich door de lucht verplaatsen relevant: de uitstoot van ammoniak en stikstof. Op 1 maart 2010 is een vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet verleend door de provincie Gelderland. In dat verband is al door het bevoegd gezag geconcludeerd dat de genoemde uitstoot niet een dusdanig negatief effect heeft op een beschermd natuurgebied dat dit niet kan worden vergund. De uitvoering van de voorgenomen ontwikkeling leidt niet tot het verdwijnen van houtopstanden, dus treedt ook geen strijdigheid op met de Boswet. Landschap De locatie Gatherweg 28 te Vaassen ligt in een gebied dat kan worden getypeerd als kampenlandschap. Oorspronkelijk waren de percelen omzoomd met opgaande beplanting, waardoor het landschap een kleinschalig karakter had. Tegenwoordig zijn de beplantingen praktisch verdwenen. Daardoor heeft het landschap nu een open karakter. In het gebied is sprake van een onregelmatige verkaveling. In het gebied zijn verspreid liggende erven aanwezig met daartussen weilanden. Binnen het gebied wordt het ruimtelijk beeld vooral bepaald door de bebouwing op de erven. De voorgenomen ontwikkeling wordt van een adequate, landschappelijke inpassing voorzien. In het kader van de voorgenomen ontwikkeling is een erfinrichtingsplan voor de landschappelijke inpassing opgesteld, zie Bijlage 1. De aanwezige landschappelijke kwaliteiten zijn leidend voor de ontwikkelingsrichting van het erf. Op het erf is een herkenbare woonzone aanwezig met de daarbij behorende functies (zoals de tuin). bedrijfsmatige toevoegingen (zoals stallen en sleufsilo's) zijn hier niet geplaatst. Er is een samenhang tussen de gebouwen op het erf; dit blijkt uit de plaatsing van de gebouwen, de vormgeving en de materialisering. De bedrijfswoning wordt gerespecteerd als hoofdwoning. Om het erf wordt gebiedseigen beplanting gerealiseerd. Hierbij is sprake van herstel van de landschapsstructuren en beplantingstructuren. De bestaande bomen worden gehandhaafd. De gemeente Apeldoorn heeft met de initiatiefnemer een privaatrechtelijke overeenkomst gesloten waarin de afspraken ten aanzien van de landschappelijke inpassing van het erf (en de nieuwe bebouwing) zijn vastgelegd. Archeologie en cultuurhistorie Per 1 september 2007 is de Wet op de archeologische monumentenzorg van kracht geworden. In het kader hiervan dient een gemeente ruimtelijke planvorming te toetsen op archeologische waarden. Indien potentiële archeologische waarden worden verstoord, dient hier nader onderzoek naar te worden verricht. Op de kaart "Archeologie" behorend bij het Streekplan Gelderland 2005 (kaart 14) heeft het perceel Gatherweg 28 een lage archeologische verwachtingswaarde. In het kader van de voorgenomen ontwikkeling is daarom geen nader onderzoek noodzakelijk voor het aspect 'archeologie'. Er zijn geen bijzondere cultuurhistorische waarden aanwezig. Het aspect 'cultuurhistorie' vormt geen belemmering voor de voorgenomen ontwikkeling. 20

21 Hoofdstuk 4 Het plan 4.1 Algemeen In dit hoofdstuk wordt een planologische afweging gemaakt, op basis van het in hoofdstuk 2 beschreven beleidskader en het uitgevoerde onderzoek. Ook wordt de planopzet beschreven en wordt ingegaan op de uitvoerbaarheid van het plan. 4.2 Planologische afweging Het voorliggend bestemmingsplan betreft een verkleining van het bestaande bestemmingsvlak van het agrarisch bedrijf op de locatie Gatherweg 28 te Vaassen in het buitengebied van de gemeente Epe. Het agrarisch bedrijf wil uitbreiden. Op het grondgebied van de gemeente Epe wordt de bebouwing binnen het bestaande bouwperceel gerealiseerd. Voor de ontwikkelingen op het grondgebied van de gemeente Apeldoorn wordt een projectbesluit opgesteld. In het in voorbereiding zijnde bestemmingsplan "Landbouwontwikkelingsgebied Beemte-Vaassen" is reeds rekening gehouden met de voorgenomen ontwikkeling. Om te kunnen voldoen aan de toegestane 1,5 ha, wordt op het grondgebied van de gemeente Epe het bestaande bestemmingsvlak (agrarisch bouwperceel) van Gatherweg 28 verkleind. De locatie Gatherweg 28 ligt binnen landbouwontwikkelingsgebied (LOG). In het LOG kunnen bestaande bouwpercelen voor intensieve veehouderijen in principe uitbreiden tot 1,5 ha. Bij de voorgenomen ontwikkeling komt het onbebouwde deel van het bouwperceel (het deel aan de voorkant) te vervallen ten behoeve van de bedrijfsuitbreiding. Het totale bouwperceel (binnen de gemeente Epe en de gemeente Apeldoorn) wordt 1,5 hectare groot. Voor het bestemmingsplan "Landbouwontwikkelingsgebied Beemte-Vaassen" is reeds uitvoerig onderzoek gedaan naar de mogelijkheden en randvoorwaarden binnen het gebied. In hoofdstuk 3 wordt nader ingegaan op de relevante onderzoeksaspecten. De ontwikkeling is getoetst aan een aantal milieuaspecten. Hierbij is aangegeven dat de voorgestelde ontwikkeling niet leidt tot nadelige gevolgen voor deze aspecten. De belangen van eigenaren/gebruikers van aangrenzende gronden en/of nabijgelegen agrarische bedrijven worden niet belemmerd. Aangezien het voorliggende plan een verkleining van het bestaande agrarisch bouwperceel betreft, is dit ook aannemelijk. Voor de ontwikkelingen op het grondgebied van de gemeente Apeldoorn wordt een projectbesluit opgesteld waarin de onderbouwing van de onderzoeksaspecten in dat gebied wordt gegeven. 4.3 Planopzet Het bestemmingsplan is opgezet conform de RO standaarden voor digitaal raadpleegbare bestemmingsplannen: IMRO2008/SVBP2008. Het plangebied betreft het deel van het oorspronkelijke agrarisch bouwperceel dat gelegen is vóór de bedrijfsbebouwing. Dit deel krijgt in voorliggend plan de bestemming "Agrarisch" (de agrarische gebiedsbestemming). Hiermee mogen binnen het plangebied geen gebouwen ten behoeve van het agrarisch bedrijf meer worden gerealiseerd. Voor wat betreft de inhoud van de regels is aansluiting gezocht bij het (ontwerp)bestemmingsplan "Landbouwontwikkelingsgebied Beemte-Vaassen". 21

22 4.4 Economische uitvoerbaarheid Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan dient een onderzoek te worden ingesteld naar de economische uitvoerbaarheid van het plan. Het betreft hier een particulier initiatief. Met de initiatiefnemer is een anterieure grondexploitatieovereenkomst afgesloten. Alle met het bestemmingsplan samenhangende kosten zijn hierin ondergebracht en komen ten laste van de initiatiefnemer. Het verhaal van kosten van de grondexploitatie over de in het plan begrepen gronden is daarmee verzekerd. Het bepalen van het tijdvak of een fasering als bedoeld in artikel 6.13 Wro is niet noodzakelijk. Ook het stellen van eisen, regels of een uitwerking van regels als bedoeld in artikel 6.13 lid 2 Wro is niet nodig. Het vaststellen van een exploitatieplan is dan ook niet nodig. De initiatiefnemer heeft de economische noodzaak van de voorgenomen ontwikkeling (beknopt) aangetoond. Om in de toekomst een rendabel en efficiënt bedrijf te kunnen blijven, zijn de voorgenomen ontwikkelingen nodig. 22

23 Hoofdstuk 5 Maatschappelijke uitvoerbaarheid 5.1 Inspraak Het voorliggende bestemmingsplan is opgesteld conform het (ontwerp)bestemmingsplan "Landbouwontwikkelingsgebied Beemte-Vaassen". Aangezien dit bestemmingsplan reeds als voorontwerpbestemmingsplan ter inzage heeft gelegen, is voor het voorliggende bestemmingsplan afgezien van de inspraakprocedure. 5.2 Overleg Conform artikel Besluit ruimtelijke ordening dient het bestemmingsplan voorgelegd te worden aan de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en dient overleg te worden gepleegd met die diensten van provincie en rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn. In het kader van het voorontwerpbestemmingsplan "Landbouwontwikkelingsgebied Beemte-Vaassen" heeft uitgebreid (voor)overleg plaatsgevonden. Door de overlegpartners zijn geen opmerkingen gemaakt over het perceel Gatherweg 28. De gemeente Epe acht het daarom overbodig voorliggend bestemmingsplan voor een tweede keer voor te leggen aan de overlegpartners. augustus

24 24

25 Bijlagen 25

26 26

27 Bijlage 1 Erfinrichtingsplan 27

28 28

29

30

31 Bijlage 2 Berekening geurbelasting 29

32 30

33 Y&NWESTREENEN ADVISEURS VOOR HET BUITENGEBIED 9 C t. U College van burgemeester en wethouders van de gemeente Epe Eenheid Vergunningverlening De heer P. Jansen Postbus AP EPE Anthonie Fokkerstraat la 3772 MP Barneveld Tel.(0342) Fax (0342) Varsseveldseweg 65d 7131 JA Lichtenvoorde Tel. (0544) Fax (0544) Internet E-maii info^vanwestreenen.nl Rabobank Voorthuizen KvK Veluwe en Twente BTW-nr.: NL B.01 Uw kenmerk = Ons kenmerk : RK/Keurhorst 0138 Inzake : Keurhorst, Gatherweg 28 te Vaassen Betreft : aanvullende informatie Wm * * Barneveld, 25 juni 2008 Geachte heer Jansen, Op 17 september 2007 heeft cliënt een aanvraag om milieuvergunning bij de gemeente Epe ingediend. Bij brief van l O april 2008 heeft u om aanvullende informatie gevraagd. Middels deze brief en bijlagen doen wij u de gevraagde informatie toekomen. V-stacks Als bijlage is een V-stacks berekening gevoegd. In deze berekening is onder andere rekening gehouden met de woning aan de Gatherweg 26-1 te Vaassen. Verticale uitstroming De stallen worden voorzien van nok en lengteventilatie. Deze hebben beide een verticale uitstroom. Bij de lengteventilatie wordt dit gerealiseerd door middel van gebogen kokers met een zelfde diameter als de betreffende ventilatoren. Als bijlage is een ruimtelijke weergave hiervan bijgevoegd. Plattegrondtekening Als bijlage is een nieuwe set met plattegrondtekeningen bijgevoegd. Op deze plattegrondtekening zijn de beide pluimveestallen verlengd tot 130 meter. Vanuit ventilatietechnisch oogpunt zijn per stal twee nokventilatoren aangegeven. Ook is de verticale uitstroomopening van de lengteventilatie weergegeven. VanXVestreenen, Adviseurs voor het Buitengebied adviseert agrarische en niet-agrarische bedrijven en particulieren in het buitengebied. De adviseurs vormen een gespecialiseerd team van technisch deskundigen, architecten en juristen. Ze verzorgen aanvragen om bouwvergunningen, milieuvergunningen, wijzigingen in het bestemmingsplan etc. van de eerste planvorming tot en met de eventueel te voeren bezwaar en beroepsprocedures. VanWestreenen, Adviseurs voor het Buitengebied is deskundig, efficiënt en betrokken en levert kwalitatief hoogwaardige diensten.

34 V&NWESTREENEN ADVISEURS VOOR HET BUITENGEBIED Wij gaan ervan uit u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met ondergetekende via telefoonnummer Hoogachtend, VANWESTREENEN BV Bijlagen: - zoals genoemd

35 Realisatie verticale uitstroom GEMEENTE EPÊ ingekomen op: 2 6 JUNI 2008 Project: Dhr Keurhorst Plaats: Beemte Broekland No: Eiektr. rolluik voor Afsluiten ventilator Stalgedeelie Regenwater afvoer

36 Gegenereerd op: met V-STACKS Vergunning Release 1/12/2006 versie 1.1 (c) KEMA Nederland B.V. Naam van de berekening: Keurhorst, lengte en Gemaakt op: :33:32 Rekentijd: 0:00:02 Naam van het bedrijf: F. Keurhorst Berekende ruwheid: 0,070 m Meteo station: Eindhoven No: EPE ingekomen op: l 6 JUNI 2008 Brongegevens: Voignr. 1 2 BronlD Stal F Stal G X-coord Y-coord EP Hoogte 3,5 3,9 Gem.geb. hoogte 3,7 5,0 EP Diam. 0,9 0,9 EP Uittr. snelh. 10,00 10,00 E-Aanvraag Geur gevoelige locaties: Volgnummer GGLID De Gaete 5 Gatherweg 28-1 Gatherweg 26 Gatherweg 26-1 Xcoordinaat Ycoordinaat Geurnorm 14,00 14,00 14,00 14,00 Geurbelasting 1,30 4,67 4,87 13, T F. Keurhorst Y X

37 L- '.2Jjr/--*? x ""~" -~~ ^-' -" "- -.Sj; " v "" " V" '" %=^" " ^ ' ' wf< *' e m z~~^^^ ventilatie - elektra - automatisering Van Westreenen Adviseurs voor het buitengebied. Anthonie Fokkerstr. la, 3772 MP Barneveld. Bameveld, Geachte heer Kuijt Naar aanleiding van ons gesprek met U betreffende de aanvraag van een milieuvergunning voor uw cliënt Dhr. F. Keurhorst, Gatherweg LC te Vaassen kunnen wij U het volgende mededelen betreffende het garanderen van een nrinirrntm uitstroomsnelheid van het toe te passen ventilatiesysteem in de 2 vleeskuikenouderdieren ( stal F en G) zoals vermeld op uw tekening Wij stellen voor een cascadesysteem toe te passen, waarbij 2 types ventilatoren worden gebruikt Als de ventilatoren in bedrijf zijn, draaien ze op vol toerental. De uitstroomsnelheid ligt dan juist boven de 10 m/sec. Door te combineren met verschillende aantallen en types ventilatoren kan een de ventilatiecapacitert zeer nauwkeurig aan de behoefte worden aangepast Voor een uitwerking hiervan verwijzen wij naar de 2 bijgaande schema's. Qm te waarborgen dat er in de stallen een constante onderdruk wordt gerealiseerd adviseren wij om een klimaatcomputer met onderdrukregelmg toe te passen, bijvoorbeeld de PL Deze stuurt de inlaatkleppen van de stallen zodanig dat er ten alle tijden een minimale onderdruk in de stallen wordt gehandhaafd Uit klimaattechnisch oogpunt adviseren wij als ideale onderdruk een waarde van Pa ( afhankelijk van de stalbreedte. Wij vertrouwen erop U hiermede voldoende te hebben ingelicht en verblijven Hoogachtend, boon ogrorprlfmt b.v.

38 ventilatie automatisering Projekt: F. Keurhorst Gatherweg LC Vaassen Opzet ventilatiesysteem uitgaande van cascadeschakeling ventilatoren. Uitgangspunt: Uitstroomsnelheid ventilatoren > 10 m/sec Stalomsch rijving: Diersoort: Aantal dieren: Benodigde ventilatie per dier Totaal benodigde ventilatie: stal F Vleeskuikenouderdieren ms/uur m3/uur Toegepaste ventilatoren: Capacititeit diameter m3/uur bij 75 Pa in mm. oppervlakte koker in m2 Uitstroomsnelheid in m/s Venfl: Vent 2: SGS-92-B2K SGS-71-A4X ,665 0,403 10,08 10,21 STAP: Vent 1 Vent. 2 Totaal stal ventilatie % O O ,4 10,4 16,8 20,8 27,2 31,2 37,6 41,6 48,0 52,0 58,3 62,4 68,7 72,8 79,1 83,1 89,5 93,5 99,9 103,9