CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG"

Transcriptie

1 c ECLI:NL:TGZCTG:2016:27 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer C van: A., wonende te B., appellante, klaagster in eerste aanleg, gemachtigde mr. W. de Klein, tegen C., bedrijfsarts, werkzaam te D., verweerder in beide instanties, gemachtigde mr. W.A.M. Rupert. 1. Verloop van de procedure A. - hierna klaagster - heeft op 30 april 2014 bij het Regionaal Tuchtcollege te Amsterdam tegen C. - hierna de arts - een klacht ingediend. Bij beslissing van 3 februari 2015, onder nummer 14/162, heeft dat College de klacht afgewezen. Klaagster is van die beslissing tijdig in hoger beroep gekomen. De arts heeft een verweerschrift in hoger beroep ingediend. De zaak is in hoger beroep behandeld ter openbare terechtzitting van het Centraal Tuchtcollege van 12 november 2015, waar zijn verschenen klaagster, bijgestaan door mr. W. de Klein, en de arts, bijgestaan door mr. W.A.M. Rupert. Mr. De Klein heeft de standpunten van klaagster toegelicht aan de hand van pleitnotities die aan het Centraal Tuchtcollege zijn overgelegd. 2. Beslissing in eerste aanleg Het Regionaal Tuchtcollege heeft aan zijn beslissing het volgende ten grondslag gelegd. 2. De feiten Op grond van de stukken kan van het volgende worden uitgegaan: 2.1 Klaagster is van 1 juli 1986 tot 1 mei 2012 in dienst geweest bij de regiopolitie E. (hierna: werkgever). Per 9 april 2009 is klaagster herplaatst in de functie van medewerker coördinatie en casescreening B in de rang van hoofdagent van politie. 2.2 Werkgever heeft een contract met F.. Hiertoe verleent F. onder meer bedrijfsgeneeskundige zorg. Verweerder is als bedrijfsarts werkzaam bij F. en in die hoedanigheid heeft hij een behandelrelatie met klaagster gehad. 2.3 Klaagster heeft sinds 1 december 1996 een WAO-uitkering op basis van 50% arbeidsongeschiktheid en is in de jaren voorafgaand aan 2009 bekend bij de arbodienst. 2.4 Op 12 oktober 2009 heeft klaagster zich ziek gemeld in verband met gezondheidsklachten, waaronder ernstige vermoeidheidsklachten. 2.5 Op 29 oktober 2009 is klaagster bij verweerder op het spreekuur geweest. In de spreekuurrapportage van 30 oktober 2009 staat onder meer: Betrokkene is op dit moment arbeidsongeschikt als rechtstreeks gevolg van de door haar beleefde arbeidsomstandigheden. Inmiddels vindt begeleiding plaats door BMW. Advies: In overleg met deze reintegratietraject opstellen en uitvoeren. 1/7

2 2.6 In een van 5 november 2009 van verweerder aan de bedrijfsmaatschappelijk werker (BMW) van werkgever, de heer G., staat onder meer: Ik zag vorige week deze mevrouw. Was daarvoor al benaderd door haar leidinggevende: zij zou haar leiding niet accepteren etc. Etc. Er zou ook bemoeienis met de districtschef zijn. Zij heeft een WAO percentage ivm chronische vermoeidheidsklachten. Vindt dat daar onvoldoende aandacht voor is/ rekening mee wordt gehouden. Lijkt me in het geheel af te stevenen op een arbeidsconflikt. Op mijn vraag of ze elders ook arbeidsongeschikt zou zijn antwoordde zij ontkennend 2.7 In een brief van 4 december 2009 heeft de heer H. (districtsleiding) namens werkgever aan klaagster onder meer het volgende bericht: Op donderdag 3 december 2009 heb ik met jou een gesprek gehad over jouw huidige arbeidsverzuim. ( ) In dat gesprek heb ik de volgende twee items aan de orde gesteld. 1. De zoektocht naar een andere functie; 2. Het feit dat je nu niet aan het werk bent en de relatie met jouw leidinggevende; ( ) Ad 1: Ik heb na onze eerste afspraak serieus werk gemaakt van het vinden van een andere passende functie. Dat heeft tot op heden (nog) niet tot enig resultaat geleid. Gezien de bezuinigingen en de daarmee gepaard gaande krimp in de daarvoor in aanmerking komende functies cq. werkzaamheden, verwacht ik op korte termijn dat deze mogelijkheden alleen maar kleiner worden. ( ) Ad 2: Jij gaf aan dat jouw relatie met je direct leidinggevende ( ) tot problemen aanleiding heeft gegeven. Ik heb het aanbod gedaan om z.s.m. met elkaar om tafel te gaan om deze problematiek te bespreken en op te lossen. Daartoe kunnen we in goed overleg, een procesbegeleider bij het gesprek aanwezig laten zijn. Jij gaf aan dat je hierover na moest denken, maar dat ten tijde van het gesprek niet kon. Jouw leidinggevende gaf aan hiertoe zeker bereid te zijn. Blijft overeind mijn standpunt dat jullie beiden aan de relatie leidinggevende/medewerker moeten gaan werken en dit z.s.m. moeten oppakken. Ik verwacht dan ook dat jij er alles aan doet om zakelijk tot een goede werkrelatie te komen. ( ) Tenslotte wil ik nog het volgende onder je aandacht brengen. Je bent op dit moment niet aan het werk. De bedrijfsarts heeft vastgesteld dat je arbeidsongeschikt was als gevolg van de door jou beleefde arbeidsomstandigheden. De bedrijfsarts heeft tevens vastgesteld dat jij jouw werkzaamheden weer kunt hervatten. Op donderdag 3 december heb ik uit zorgvuldigheid hernieuwd contact laten leggen met de bedrijfsarts en hem de gehele situatie voor gelegd. De bedrijfsarts is stellig van mening dat jij per direct weer aan het werk kunt. Ik verwacht dan ook van jou dat je op maandag 7 december a.s. je werkzaamheden ( ) weer hervat. 2.8 Op 7 december 2009 is klaagster zonder berichtgeving niet op het werk verschenen. 2.9 In een brief van 8 december 2009 heeft de werkgever aan klaagster bericht dat haar afwezigheid op 7 december 2009 wordt aangemerkt als ongeoorloofd verzuim. Klaagster is opgedragen op 10 december 2009 haar werkzaamheden te hervatten en dat als zij wederom zonder berichtgeving niet verschijnt, zij ernstig rekening moet houden met de maatregel van onvrijwillig ontslag Op 10 december 2009 is klaagster om 7.30 uur op het werk verschenen. Om 7.50 uur heeft zij zich weer ziek gemeld. Diezelfde dag heeft een medewerker van F. een huisbezoek afgelegd en deze heeft haar opgeroepen voor het spreekuur van verweerder Op 14 december 2009 is klaagster bij verweerder op het spreekuur geweest. In de spreekuurrapportage van die dag staat onder meer: Betrokkene heeft momenteel 2/7

3 klachten als gevolg van de door haar beleefde arbeidsomstandigheden. Zij heeft inmiddels een verzoek om overleg met de districtsleiding verzocht. Verdere begeleiding Arbodienst m.i. niet aan de orde (STECR): oplossing conflikt verdient aandacht In een brief van 26 januari 2010 van I., waarnemend huisarts, staat onder meer het volgende. Op uw verzoek heb ik, zijnde uw huisarts, op papier gezet wat mijn visie is op de lichamelijke klachten en beperkingen, die al zeker 10 jaar bestaan, en de huidige situatie. Er is sprake van een chronisch vermoeidheidssydroom, met daarnaast lichamelijke en emotionele klachten die mede gerelateerd zijn aan uw werksituatie, waardoor uw kwaliteit van leven reeds lange tijd negatief wordt beinvloed. De laatste periode lijkt sprake van posttraumatische stressklachten t.g.v. door u ervaren ongewenste omgangsvormen in de werksfeer, dit bovenop de al lang bestaande chronische vermoeidheid. Door dit alles voelt u zich niet in staat om naar behoren te werken, de ervaren psychosociale arbeidsbelasting is te groot geworden. Als huisarts heb ik hiervoor helaas geen oplossing. Deze zal gevonden moeten worden via goed overleg tussen u en betrokken leidinggevenden, bedrijfsarts en bedrijfsmaatschappelijk werk Klaagster heeft tegen het advies van 14 december 2009 bezwaar ingediend. De zogenoemde Commissie van Drie heeft na onderzoek op 22 februari 2010 het volgende geconcludeerd. - dat er aanwijzingen zijn voor medische problematiek welke nader onderzocht moeten worden. - dat deze problematiek een belemmering vormt om tot een oplossing te komen in het arbeidsconflict. Wij adviseren een onderzoek via de PDC politiepoli in J.. Daarnaast het advies om een Ambermelding voor herziening WAO te doen. En vervolgens is het wenselijk om het arbeidsconflict op te lossen Op 18 maart 2010 is klaagster weer op het spreekuur bij verweerder geweest en heeft verweerder geadviseerd een expertise aanvraag bij HSK te doen Op 24 maart 2010 heeft verweerder een aanmeldingsformulier aan HSK gezonden, waarop staat vermeld dat geen sprake is van een wettelijke regeling. Onderaan het formulier staat met een * vermeld dat indien geen sprake is van een wettelijke regeling de cliënt een blokkeringsrecht heeft. Onder de kop Samenvatting probleem cliënt staat onder meer: De klachten van betrokkene bleken het gevolg te zijn van de door haar beleefde arbeidsomstandigheden en met name de arbeidsverhouding met haar leidinggevende. Er bleek sprake van een arbeidsconflikt. Overeenkomstig de STECR richtlijn adviseerde ik bemiddeling bedrijfs maatschappelijk werk bij te voeren gesprekken met de werkgever. Gesprekken vonden plaats (externe vakbondsmedewerker, districtsleiding, mediation) zonder resultaat. Tegen mijn advies tekende betrokkene bezwaar aan en een cie van 3 kwam tot de conclusie dat er sprake was van een conflikt en mogelijk een PTSS. Naar mijn oordeel is hier gezien de DSM IV criteria geen sprake van. Werkgever geeft aan dat er reeds vanaf 2000 conflikten bestaan tussen betrokkene en leidinggevenden, er diverse werkplekken waren waar telkens een conflikt met de leiding optrad. Werkgever heeft getracht oplossingen te zoeken middels begeleiding BMW, herplaatsing en mediation. Betrokkene heeft naar de visie van werkgever problemen met het accepteren van gezag. Gaarne uw onderzoek Klaagster heeft na uitnodiging door HSK aan hen bericht dat zij eerste overleg met haar huisarts wilde en heeft vervolgens besloten niet deel te nemen aan de expertise door HSK In een brief van 20 april 2010 heeft de werkgever klaagster opgedragen zich alsnog te melden bij HSK voor een onderzoek. Daarbij is vermeld dat sprake is van 3/7

4 een wettelijke regeling (de Wet Verbetering Poortwachter) en dat als zij niet verschijnt haar bezoldiging wordt stopgezet. Daarna heeft een onderzoek bij HSK plaatsgevonden In een van verweerder aan Mailbox Accountbureau van 20 mei 2010 staat onder meer het volgende: Abusievelijk werd door mij aangegeven dat er geen sprake zou zijn van een wettelijke regeling. Echter deze expertise moet gezien worden in het kader van de Wet verbetering Poortwachter, Ik verzoek u betrokkene hiervan op de hoogte te stellen en mij zo spoedig mogelijk de rapportage toe te zenden Op 11 juni 2010 heeft klaagster aan HSK bericht dat zij geen toestemming gaf voor het verstrekken van medische informatie aan werkgever. HSK heeft daarop geantwoord dat zij geen toestemming nodig hebben om de rapportage aan werkgever te sturen, maar dat zij zich niet in de kwestie wilden mengen en dat zij het rapport daarom onder zich zouden houden in afwachting van bericht van de bedrijfsarts. Vervolgens heeft een discussie plaatsgevonden tussen HSK, klaagster en werkgever over het al dan niet verstrekken (en verstrekt hebben) van de HSK-rapportage Op 11 november 2010 heeft werkgever aan klaagster medegedeeld voornemens te zijn om tot strafontslag over te gaan Van 17 november 2010 tot en met 9 februari 2011 is klaagster opgenomen geweest in het GGZ Centrum voor Psychisch Herstel Bij brief van 31 januari 2011 heeft werkgever besloten klaagster te ontslaan wegens zeer ernstig plichtsverzuim. Het strafontslag is geëffectueerd op de dag van uitreiking van deze brief aan klaagster op 18 februari Klaagster heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit tot strafontslag. Klaagster en verweerder hebben uiteindelijk een vaststellingsovereenkomst gesloten, waarbij eervol ontslag is verleend en klaagster een ontslagvergoeding is toegekend. 3. Het standpunt van klaagster en de klacht De klacht houdt zakelijk weergegeven in dat verweerder: 1. zich niet onafhankelijk heeft opgesteld en meer oog heeft gehad voor de belangen van de werkgever dat voor haar belangen; 2. door zijn handelen dan wel nalaten gedurende de verzuimbegeleiding in zijn zorgplicht ten aanzien van klaagster tekort is geschoten; 3. op onzorgvuldige en summiere wijze verslaglegging heeft gedaan in het medisch dossier van klaagster; 4. zijn beroepsgeheim heeft geschonden en zich daarnaast niet heeft beperkt tot het verstrekken van relevante medische informatie; 5. niet dan wel onjuist de geldende richtlijnen van de NVAB heeft toegepast en in ieder geval niet heeft gemotiveerd waarom deze richtlijnen niet zijn gevolgd. 4. Het standpunt van verweerder Verweerder heeft de klacht en de daaraan ten grondslag gelegde stellingen bestreden. Voor zover nodig wordt daarop hieronder ingegaan. 5. De overwegingen van het college 5.1 Het college ziet aanleiding het eerste, tweede en vijfde klachtonderdeel gezamenlijk te behandelen. Deze klachtonderdelen komen erop neer dat klaagster het niet eens is met het oordeel van verweerder dat sprake was van een arbeidsconflict en (zoals klaagster heeft begrepen) zijn oordeel op 4 december 2009 dat klaagster arbeidsgeschikt was. Naar het oordeel van het college is uit het dossier niet op te maken dat verweerder klaagster op 4 december 2009 arbeidsgeschikt heeft verklaard, zoals hieronder nog nader zal worden uiteengezet. Wel is het zo dat hij het probleem van klaagster heeft 4/7

5 aangemerkt als een arbeidsconflict. Daartoe had hij alle aanleiding, nu klaagster zelf heeft gemeld dat zij klachten ervoer als gevolg van de werkomstandigheden en dat zij dacht weer aan het werk te kunnen als de problematiek die zij had met haar leidinggevenden zou zijn opgelost. Ook heeft zij medegedeeld dat zij in een andere functie of op een andere werkplek niet arbeidsongeschikt zou zijn. Verweerder heeft daarop volgens de geldende richtlijnen geadviseerd dat eerst het conflict zou moeten worden opgelost, waarna klaagster weer aan het werk zou kunnen. Tevens schrijven de richtlijnen voor dat een beperkte afkoelingsperiode in acht wordt genomen, maar dat het conflict niet wordt gemedicaliseerd. Daarmee is naar het oordeel van het college niet gezegd dat verweerder haar medische situatie niet serieus nam. Hij heeft immers wel degelijk geoordeeld dat haar klachten als reëel moesten worden ervaren. Bovendien deed zijn oordeel dat sprake was van een arbeidsconflict niets af aan de reeds eerder geconstateerde 50% arbeidsongeschiktheid. Naar het inzicht van verweerder werd de overige 50% veroorzaakt door een arbeidsconflict en hij heeft daarbij volgens het college een zorgvuldige afweging gemaakt. Dat klaagster het daar niet mee eens is, is iets anders. Dat verweerder klaagster arbeidsgeschikt heeft verklaard in de spreekuurrapportage van 4 december 2009 is niet juist. Hij heeft juist geadviseerd dat éérst het conflict zou moeten worden opgelost, omdat dat leidde tot lichamelijke en psychische klachten bij klaagster, niets anders dan hij reeds in de spreekuurraportage van 29 oktober 2009 had geadviseerd. De werkgever heeft kennelijk uit de rapportages geconcludeerd dat klaagster arbeidsgeschikt was. Dit kan verweerder echter niet worden verweten. Hij was niet op de hoogte van het gesprek van klaagster met de werkgever. Ook op 14 december 2009 heeft hij niet geadviseerd tot arbeidsgeschiktheid. Deze constatering is een misvatting van de werkgever geweest, die niet aan verweerder kan worden verweten. 5.2 Klaagster heeft verweerder voorts verweten dat hij een expertise door HSK heeft geadviseerd, terwijl de Commissie van Drie had geadviseerd dat een expertise door PDC zou worden gedaan. Verweerder heeft hiervoor de volgende uitleg gegeven. De werkgever vond PDC niet geschikt, vanwege budgettaire redenen en omdat deze instantie in het leven was geroepen voor PTSS bij politiemensen in de executieve dienst. Omdat klaagster niet in het veld werkzaam was presenteerde zij dus een andere problematiek dan waarmee PDC bekend is. Verweerder was het daar niet mee oneens en achtte HSK ook een goede, zo niet betere instantie om een onderzoek te verrichten omdat deze beschikte over bredere expertise en klaagster dus beter zou kunnen helpen. Uit het dossier blijkt dat verweerder dit met klaagster heeft besproken. Bij de spreekuurnotities van 18 maart 2010 staat immers: Betrokkene is het eens met procedure, wel verwonderd over stellingname G.. Klaagster heeft aan verweerder niet gemeld dat zij het met de verwijzing naar HSK niet eens was, heeft niet de brief van de huisarts van 26 januari 2010 aan hem verstrekt en heeft ook niet aan verweerder medegedeeld dat zij eerst met haar huisarts wilde overleggen alvorens een onderzoek bij HSK te ondergaan, althans dit is onvoldoende aannemelijk geworden. Het college is van oordeel dat verweerder met de afweging en de keuze voor HSK en het invullen van het aanvraagformulier zorgvuldig heeft gehandeld. Dat daarin ook de visie van de werkgever is gemeld was voor het HSK relevante informatie; er was immers sprake van een arbeidsconflict. De discussie met HSK over het al dan niet inzien en corrigeren van het rapport van HSK wordt hier buiten beschouwing gelaten, omdat verweerder daar buiten staat. Dat verweerder ten onrechte in het aanvraagformulier HSK heeft gemeld dat geen wettelijke regeling van toepassing was is juist. Verweerder heeft dit later hersteld en niet valt in 5/7

6 te zien welke schade klaagster daarvan heeft ondervonden. De slotsom is dat het eerste, tweede en vijfde klachtonderdeel ongegrond zijn. 5.4 Het derde klachtonderdeel met betrekking tot onzorgvuldige en summiere verslaglegging in het medisch dossier van klaagster wordt eveneens ongegrond geacht. Deels ziet dit klachtonderdeel op de - zoals reeds eerder overwogen - onjuiste aanname dat verweerder klaagster arbeidsgeschikt heeft verklaard, en deels op de verwijzing naar HSK, waarover hiervoor reeds is overwogen. Voor het overige is evenmin gebleken van onzorgvuldige dan wel summiere verslaglegging. 5.3 Het vierde klachtonderdeel ziet op het verstrekken van medische gegevens door verweerder aan werkgever zonder toestemming van klaagster. Daarvan is niet gebleken. Ook dit klachtonderdeel is ongegrond. 5.4 De conclusie van het voorgaande is dat de klacht (in al haar onderdelen) kennelijk ongegrond is en zonder verder onderzoek in raadkamer zal worden afgewezen. Verweerder kan met betrekking tot de klacht geen verwijt als bedoeld in artikel 47 lid 1 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg worden gemaakt. 3. Vaststaande feiten en omstandigheden Voor de beoordeling van het hoger beroep gaat het Centraal Tuchtcollege uit van de feiten en omstandigheden zoals weergegeven in de beslissing in eerste aanleg, welke weergave in hoger beroep niet, althans onvoldoende, is bestreden. 4. Beoordeling van het hoger beroep Procedure 4.1 Klaagster beoogt met haar beroep de zaak in volle omvang aan het Centraal Tuchtcollege ter beoordeling voor te leggen. Hetgeen zij daartoe heeft aangevoerd komt in de kern neer op een herhaling van de stellingen die zij reeds in eerste aanleg heeft geuit. 4.2 De arts heeft gemotiveerd verweer gevoerd en geconcludeerd tot verwerping van het beroep. Beoordeling 4.3 Het Centraal Tuchtcollege gaat uit van de door het Regionaal Tuchtcollege in de beslissing waarvan beroep onder 3. opgenomen klachtonderdelen. 4.4 Ten aanzien van het eerste, tweede en vijfde klachtonderdeel heeft de uitvoerige behandeling van de zaak in hoger beroep het Centraal Tuchtcollege geen aanleiding gegeven tot de vaststelling van andere feiten en tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het Regionaal Tuchtcollege in eerste aanleg. Het Centraal Tuchtcollege verenigt zich met hetgeen het Regionaal Tuchtcollege in de beslissing waarvan beroep onder 5.1 en 5.2 heeft overwogen en maakt deze overwegingen tot de zijne. Het Centraal Tuchtcollege gaat er hierbij vanuit dat het Regionaal Tuchtcollege met de zinsnede de reeds eerder geconstateerde 50% arbeidsongeschiktheid heeft bedoeld de arbeidsongeschiktheid waarvoor klaagster een WAO-uitkering ontving. Het Centraal Tuchtcollege deelt het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege dat niet is gebleken dat de arts klaagster voor de overige 50% arbeidsgeschikt heeft verklaard en vindt bevestiging voor dit oordeel in de brief van 14 december 2009 van de arts. In deze brief heeft de arts benadrukt dat oplossing van het arbeidsconflict aandacht verdient en wordt met geen woord gerept over arbeidsgeschiktheid van klaagster. Met het Regionaal Tuchtcollege is het Centraal Tuchtcollege derhalve van oordeel dat klachtonderdelen één, twee en vijf ongegrond zijn. 4.5 Het derde klachtonderdeel betreft het verwijt van klaagster dat de verslaglegging in het medisch dossier onzorgvuldig en summier is. Het Centraal Tuchtcollege onderschrijft de stelling van klaagster dat de verslaglegging summier is, hetgeen de arts ook 6/7

7 heeft erkend, maar is met het Regionaal Tuchtcollege van oordeel dat de aantekeningen niet zodanig summier zijn dat de arts daarvoor in tuchtrechtelijke zin een verwijt valt te maken. Dit klachtonderdeel is derhalve eveneens ongegrond. 4.6 Het vierde klachtonderdeel ziet op het verstrekken van medische gegevens door de arts aan de werkgever van klaagster zonder toestemming van klaagster. Nu hiervan ook in hoger beroep niet is gebleken, is dit klachtonderdeel eveneens ongegrond. 4.7 Op grond van het vorenstaande wordt het beroep verworpen. 5. Beslissing Het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg: verwerpt het beroep. Deze beslissing is gegeven door: mr. A.D.R.M. Boumans, voorzitter, mr. M.W. Zandbergen en mr. G.P.M. van den Dungen, leden-juristen en drs. J.A.F. Leunisse-Walboomers en drs. H.S. Boersma, leden-beroepsgenoten, en mr. J. van den Hoven, secretaris, en uitgesproken ter openbare zitting van 5 januari Voorzitter w.g. Secretaris w.g. 7/7

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE C2010.295 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer C2010.295 van: , wonende te , appellant, klager in eerste aanleg, gemachtigde: R. Melchers,

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG 2015-079 ECLI:NL:TGZRSGR:2016:21 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 2015-079 Datum uitspraak: 1 maart 2016 Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg

Nadere informatie

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG c2016.389 t/m c2016.425 ECLI:NL:TGZCTG:2017:137 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2016.389 t/m c2016.425 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor

Nadere informatie

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG c2016.150 ECLI:NL:TGZCTG:2016:357 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2016.150 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG 2017/320 ECLI:NL:TGZRAMS:2018:29 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 2017/320 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG AMSTERDAM Beslissing naar

Nadere informatie

C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E

C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E C2017.142 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer C2017.142 van: A., wonende te B., appellante, klaagster in eerste aanleg, tegen C., specialist

Nadere informatie

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG c2018.203 ECLI:NL:TGZCTG:2018:329 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2018.203 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing

Nadere informatie

2008/115 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2008/115 van: A., wonende te B.

2008/115 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2008/115 van: A., wonende te B. C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer van: A., wonende te B., appellant, klager in eerste aanleg, tegen C., bedrijfsarts, werkzaam te D., verweerder

Nadere informatie

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG c2012.059 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2012.059 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG G2017/124 ECLI:NL:TGZRGRO:2018:9 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: G2017/124 Rep.nr. G2017/124 13 maart 2018 Def. 032 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG 2018-139 ECLI:NL:TGZRSGR:2019:13 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 2018-139 Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Den Haag heeft de

Nadere informatie

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG c2016.123 ECLI:NL:TGZCTG:2016:332 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2016.123 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2014:39. Uitspraak. Centrale Raad van Beroep. Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:CRVB:2014:39. Uitspraak. Centrale Raad van Beroep. Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:CRVB:2014:39 Instantie Datum uitspraak 15-01-2014 Datum publicatie 17-01-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 11-7549 WAJONG Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

16.058T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.058T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ 16.058T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. F.J.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. F.J. 107289 UITSPRAAK in het geding tussen: A, wonende te B, verzoeker, hierna te noemen A gemachtigde: de heer mr. S.L. Knols en het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 48598 30 augustus 2017 Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Nr. C2017.105 Beslissing in de zaak onder

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM Het College heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 26 juni 2008 binnengekomen klacht van: A, wonende te B, k l a g e r, tegen

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE. Het College heeft het volgende overwogen en beslist over de op 7 juni 2011 binnengekomen

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE. Het College heeft het volgende overwogen en beslist over de op 7 juni 2011 binnengekomen G2010/51 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE Beslissing in de zaak onder nummer van: G2010/51 Rep.nr. G 2010/51 6 december 2011 Def. 159 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE GRONINGEN Het College heeft

Nadere informatie

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG c2014.459 ECLI:NL:TGZCTG:2016:23 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2014.459 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing

Nadere informatie

2008/088 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2008/088 van: A., wonende te B.

2008/088 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2008/088 van: A., wonende te B. C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer van: A., wonende te B., appellant, klager in eerste aanleg, tegen C., arts, werkzaam te D., verweerder

Nadere informatie

RAAD VAN DISCIPLINE. De raad heeft het volgende overwogen en beslist naar aanleiding van de op 10 januari 2011 binnengekomen klacht van:

RAAD VAN DISCIPLINE. De raad heeft het volgende overwogen en beslist naar aanleiding van de op 10 januari 2011 binnengekomen klacht van: 11-005A ECLI:NL:TADRAMS:2011:YA2002 RAAD VAN DISCIPLINE Beslissing in de zaak onder nummer van: 11-005A RAAD VAN DISCIPLINE in het ressort Amsterdam BESLISSING d.d. 13 september 2011 in de zaak 11-005A

Nadere informatie

2006/111 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2006/111 van: 1. A., 2. B.

2006/111 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2006/111 van: 1. A., 2. B. C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer van: 1. A., 2. B., beiden wonende te C., appellanten, klagers in eerste aanleg, gemachtigden: D. en E.,

Nadere informatie

Beroep tegen berisping is gegrond omdat het plichtsverzuim niet ernstig genoeg is. UITSPRAAK

Beroep tegen berisping is gegrond omdat het plichtsverzuim niet ernstig genoeg is. UITSPRAAK 107912 - Beroep tegen berisping is gegrond omdat het plichtsverzuim niet ernstig genoeg is. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw A, wonende te C, appellante, hierna te noemen A, gemachtigde: mevrouw

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van Stichting C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. J.A.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van Stichting C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. J.A. 107540 - De berisping wegens het niet naleven van het programma van toetsing en afsluiting is terecht; het beroep tegen schorsing is niet-ontvankelijk. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw A, wonende

Nadere informatie

Beslissing in de zaak onder nummer C van:

Beslissing in de zaak onder nummer C van: c2013.473 ECLI:NL:TGZCTG:2014:300 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2013.473 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing

Nadere informatie

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 16/1226 Wtra AK van 9 december 2016 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 16/1226 Wtra AK van 9 december 2016 van ACCOUNTANTSKAMER BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 16/1226 Wtra AK van 9 december 2016 van X, wonende te [plaats1], K L A G E R t e g e n Y, accountant-administratieconsulent,

Nadere informatie

18.125T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 25 februari 2019

18.125T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 25 februari 2019 18.125T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 25 februari 2019 Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG. Beslissing naar aanleiding van de op 11 januari 2017 binnengekomen klacht van:

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG. Beslissing naar aanleiding van de op 11 januari 2017 binnengekomen klacht van: 2017/012 ECLI:NL:TGZRAMS:2017:112 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 2017/012 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG AMSTERDAM Beslissing naar

Nadere informatie

Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen.

Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen. 1408 Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen. Het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen, hierna te noemen het College, heeft het

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. C.A.C.M.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. C.A.C.M. 107626 UITSPRAAK in het geding tussen: A, wonende te B, appellante, gemachtigde: de heer mr. J. Roose en het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde:

Nadere informatie

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 2 april 2008 binnengekomen klacht van: A wonende te B klaagster tegen: C bedrijfsarts

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2016:5122

ECLI:NL:CRVB:2016:5122 ECLI:NL:CRVB:2016:5122 Instantie Datum uitspraak 28-12-2016 Datum publicatie 06-01-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 15/3697 WW Bestuursrecht

Nadere informatie

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG c2018.223 ECLI:NL:TGZCTG:2019:142 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2018.223 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing

Nadere informatie

CR 12/2415 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

CR 12/2415 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. CR 12/2415 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. Niet-ontvankelijkheid klager. Al eerder over feiten geoordeeld. Tijdsverloop van acht

Nadere informatie

2007/134 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2007/134 van: A., wonende te B.

2007/134 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2007/134 van: A., wonende te B. C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer van: A., wonende te B., appellant, klager in eerste aanleg, tegen F., arts, werkzaam te D., verweerder

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2016:3509

ECLI:NL:CRVB:2016:3509 ECLI:NL:CRVB:2016:3509 Instantie Datum uitspraak 21-09-2016 Datum publicatie 22-09-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 15/4307 WW Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

Rapport. Datum: 23 november 2007 Rapportnummer: 2007/271

Rapport. Datum: 23 november 2007 Rapportnummer: 2007/271 Rapport Datum: 23 november 2007 Rapportnummer: 2007/271 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat: een met naam genoemde verzekeringsarts van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) Utrecht

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG GP2013/13 ECLI:NL:TGZRGRO:2014:22 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: GP2013/13 Rep.nr. GP2013/13 8 juli 2014 Def. 068 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE

Nadere informatie

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG c2015.244 ECLI:NL:TGZCTG:2016:184 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2015.244 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing

Nadere informatie

JT RAAD VAN TUCHT DEN HAAG EN COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

JT RAAD VAN TUCHT DEN HAAG EN COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN 0378J KONINKLIJK NEDERLANDS INSTITUUT VAN REGISTERACCOUNTANTS JURISPRUDENTIE TUCHTRECHTSPRAAK JT 2005-17 RAAD VAN TUCHT DEN HAAG EN COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN Artikel 10 GBR-1994, geheimhoudingsplicht,

Nadere informatie

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG c2016.154 ECLI:NL:TGZCTG:2017:160 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2016.154 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2017:2145

ECLI:NL:CRVB:2017:2145 ECLI:NL:CRVB:2017:2145 Instantie Datum uitspraak 15-06-2017 Datum publicatie 20-06-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 16/3245 AW Ambtenarenrecht

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 9698 10 april 2015 Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Nr. C2014.052 Beslissing in de zaak onder nummer

Nadere informatie

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG c2018.068 ECLI:NL:TGZCTG:2018:269 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2018.068 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2017:1859

ECLI:NL:CRVB:2017:1859 ECLI:NL:CRVB:2017:1859 Instantie Datum uitspraak 12-04-2017 Datum publicatie 23-05-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 15/4501 WW Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd en beslist

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM Het College heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 15 mei 2007 binnengekomen klacht van: A, wonende te B, k l a a g s te r, tegen

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM Het College heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 20 november 2008 binnengekomen klacht van: A, wonende te B, k l a a g s t e

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM TWEEDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM TWEEDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER GERECHTSHOF TE AMSTERDAM TWEEDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER Beslissing van 20 november 2003 in de zaak onder rekestnummer 330/2003 GDW van: X gerechtsdeurwaarder te APPELLANT, t e g e n Y Bewindvoerder,

Nadere informatie

16.144Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.144Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ 16.144Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd

Nadere informatie

17.064T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

17.064T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ 17.064T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd

Nadere informatie

16.058Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.058Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ 16.058Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 55389 21 oktober 2016 Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Nr. C2015.438 Beslissing in de zaak onder

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:753 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2016:753 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2016:753 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-03-2016 Datum publicatie 04-03-2016 Zaaknummer 200.155.292/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ADVIES. inzake de klacht van: de heer A, vader van B, klager gemachtigde: mevrouw mr. M. Shaaban. tegen

ADVIES. inzake de klacht van: de heer A, vader van B, klager gemachtigde: mevrouw mr. M. Shaaban. tegen 107071 ADVIES inzake de klacht van: de heer A, vader van B, klager gemachtigde: mevrouw mr. M. Shaaban tegen de heer C, directeur van D te E, verweerder 1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE Bij klaagschrift van

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2015:2164

ECLI:NL:CRVB:2015:2164 ECLI:NL:CRVB:2015:2164 Instantie Datum uitspraak 24-06-2015 Datum publicatie 07-07-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 12-5005 WIA Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

Beheerovereenkomst. Extra betaalde werkzaamheden vanouds verricht. De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

Beheerovereenkomst. Extra betaalde werkzaamheden vanouds verricht. De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: Beheerovereenkomst. Extra betaalde werkzaamheden vanouds verricht. Klager is sinds enige jaren eigenaar van een tweetal panden die voorheen eigendom van klagers vader waren. Beklaagde voert al sinds jaar

Nadere informatie

UITSPRAAK. de Vereniging B, gevestigd te C, verweerster, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. M. De Vita

UITSPRAAK. de Vereniging B, gevestigd te C, verweerster, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. M. De Vita 107818 - Beroep tegen schriftelijke berisping. De werkgever heeft een te groot verschil gemaakt in sanctionering van de werknemer en diens collega, terwijl sprake was van gelijke omstandigheden. in het

Nadere informatie

106593 - Docente terecht op staande voet ontslagen omdat zij stagebezoeken heeft gefingeerd en hiervoor reiskostendeclaraties heeft ingediend.

106593 - Docente terecht op staande voet ontslagen omdat zij stagebezoeken heeft gefingeerd en hiervoor reiskostendeclaraties heeft ingediend. 106593 - Docente terecht op staande voet ontslagen omdat zij stagebezoeken heeft gefingeerd en hiervoor reiskostendeclaraties heeft ingediend. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw A, wonende te B, appellante,

Nadere informatie

het College van Bestuur van C, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. dr. J.H. van Gelderen

het College van Bestuur van C, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. dr. J.H. van Gelderen 104967 - Beroep tegen ontslag wegens arbeidsongeschiktheid; De werknemer is 50% arbeidsongeschikt en de werkgever ontslaat hem voor 0,5 fte. De werkgever heeft ter zitting gesteld dat de ontslagbeslissing

Nadere informatie

Onvoldoende belangenbehartiging. Onzorgvuldig optreden. Slechte bereikbaarheid.

Onvoldoende belangenbehartiging. Onzorgvuldig optreden. Slechte bereikbaarheid. 18-31 RvT West 200 BELANGENBEHARTIGING OPDRACHTGEVER Onvoldoende belangenbehartiging. Onzorgvuldig optreden. Slechte bereikbaarheid. Klaagster heeft beklaagde een opdracht tot dienstverlening bij verkoop

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG 2017-249a ECLI:NL:TGZRSGR:2018:54 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 2017-249a Datum uitspraak: 24 april 2018 Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE 230/2018 ECLI:NL:TGZRZWO:2019:19 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 230/2018 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 18 januari 2019 naar aanleiding

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2006:AY8235

ECLI:NL:CRVB:2006:AY8235 ECLI:NL:CRVB:2006:AY8235 Instantie Datum uitspraak 12-09-2006 Datum publicatie 15-09-2006 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 04/3835 WAO en 04/3870

Nadere informatie

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDS- ZORG TE EINDHOVEN

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDS- ZORG TE EINDHOVEN 18181 ECLI:NL:TGZREIN:2019:36 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 18181 Uitspraak: 13 juni 2019 HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDS- ZORG TE

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2011:BR3572

ECLI:NL:CRVB:2011:BR3572 ECLI:NL:CRVB:2011:BR3572 Instantie Datum uitspraak 13-07-2011 Datum publicatie 01-08-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 10-376 WMO Bestuursrecht

Nadere informatie

Raad voor de tuchtrechtspraak KNMG

Raad voor de tuchtrechtspraak KNMG Raad voor de tuchtrechtspraak KNMG 2 18 mei 2007 Raad voor de tuchtrechtspraak KNMG Uitspraak in de zaak van: , psychiater in ruste wonende te , klager, t e g e n : , psychiater wonende te ,

Nadere informatie

Samenvatting. Klik hier voor de uitspraak in eerste aanleg. 1. De procedure in hoger beroep

Samenvatting. Klik hier voor de uitspraak in eerste aanleg. 1. De procedure in hoger beroep Uitspraak Commissie van Beroep 2016-025 d.d. 12 augustus 2016 (mr. W.J.J. Los, voorzitter, mr. J.B. Fleers, mr. A. Smeeïng-van Hees en mr. A. Bus, leden, en mr. G.A. van de Watering, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

16.107T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.107T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ 16.107T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd

Nadere informatie

17.137T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 9 mei 2018

17.137T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 9 mei 2018 17.137T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 9 mei 2018 Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd en beslist

Nadere informatie

1.2 Belanghebbende, vertegenwoordigd door zijn bewindvoerder [naam 1], heeft een op 1 december 2016 gedateerd verweerschrift ingediend.

1.2 Belanghebbende, vertegenwoordigd door zijn bewindvoerder [naam 1], heeft een op 1 december 2016 gedateerd verweerschrift ingediend. Uitspraak Commissie van Beroep 2017-024 d.d. 3 juli 2017 (mr. F.R. Salomons, voorzitter, mr. A. Bus, mr. J.B. Fleers, drs. P.H.M. Kuijs AAG en mr. R.J.F. Thiessen, leden, en mr. H.C. Dobbelaar-ten Cate,

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2016:4659

ECLI:NL:CRVB:2016:4659 ECLI:NL:CRVB:2016:4659 Instantie Datum uitspraak 06-12-2016 Datum publicatie 12-12-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 16/1577 PW Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2004.0216 (009.04) ingediend door: hierna te noemen 'klager', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen

Nadere informatie

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG c2016.486 ECLI:NL:TGZCTG:2017:220 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2016.486 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing

Nadere informatie

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG c2012.219 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2012.219 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer

Nadere informatie

Samenvatting Centrale Raad van Beroep Meervoudige kamer U I T S P R A A K

Samenvatting Centrale Raad van Beroep Meervoudige kamer U I T S P R A A K 11/6156 AW SamenvattingOntslag, primair wegens ongeschiktheid anders dan op grond van ziekten of gebreken en subsidiair wegens gebrek aan vertrouwen. Gedrag en houding van appellant zijn grotendeels begrijpelijk

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. A. Westerveld, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. A. Westerveld, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-026 (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. A. Westerveld, secretaris) Klacht ontvangen op : 3 oktober 2016 Ingediend door : Consument Tegen

Nadere informatie

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS. Advies Klachtnummer 2015 N-3/8 8 april 2015

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS. Advies Klachtnummer 2015 N-3/8 8 april 2015 LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS Advies Klachtnummer 2015 N-3/8 8 april 2015 School stelt zich ten opzichte van gescheiden vader partijdig op. Moeder krijgt informatie die de vader

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2014:3289

ECLI:NL:CRVB:2014:3289 ECLI:NL:CRVB:2014:3289 Instantie Datum uitspraak 26-09-2014 Datum publicatie 14-10-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 12-3044 WIA Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG C2016.331 ECLI:NL:TGZCTG:2017:102 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: C2016.331 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing

Nadere informatie

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG c2017.074 ECLI:NL:TGZCTG:2017:187 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2017.074 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing

Nadere informatie

16.046T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 29 december 2016

16.046T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 29 december 2016 16.046T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 29 december 2016 Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG 2017/453 ECLI:NL:TGZRAMS:2018:36 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 2017/453 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG AMSTERDAM Beslissing naar

Nadere informatie

2008/017 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2008/017 van: A., wonende te B.

2008/017 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2008/017 van: A., wonende te B. C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer van: A., wonende te B., appellante, verweerster in het incidenteel beroep, klaagster in eerste aanleg,

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2015:4258

ECLI:NL:CRVB:2015:4258 ECLI:NL:CRVB:2015:4258 Instantie Datum uitspraak 26-10-2015 Datum publicatie 03-12-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 14/3047 WAO Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

Beslissing in de zaak onder nummer C van:

Beslissing in de zaak onder nummer C van: c2013.115 ECLI:NL:TGZCTG:2014:134 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2013.115 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. S.W.A. Kelterman, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. S.W.A. Kelterman, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-115 (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. S.W.A. Kelterman, secretaris) Klacht ontvangen op : 19 oktober 2015 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

16.072T Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.072T Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ 16.072T Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd

Nadere informatie

CR 09/2280 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

CR 09/2280 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. CR 09/2280 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. Informatie aan niet-opdrachtgever. Verleggen van bemiddelingskosten naar de andere

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2006:AU9684 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:GHAMS:2006:AU9684 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:GHAMS:2006:AU9684 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 12-01-2006 Datum publicatie 16-01-2006 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 1169/05 NOt Civiel recht

Nadere informatie

Waardebepaling tegen de zin van een van de twee opdrachtgevers gemeld.

Waardebepaling tegen de zin van een van de twee opdrachtgevers gemeld. Waardebepaling tegen de zin van een van de twee opdrachtgevers gemeld. Klaagster en haar partner gaan uit elkaar. In dat kader moet de gezamenlijke woning worden verkocht. Als na geruime tijd geen verkoop

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2010:BM7336

ECLI:NL:CRVB:2010:BM7336 ECLI:NL:CRVB:2010:BM7336 Instantie Datum uitspraak 12-05-2010 Datum publicatie 15-06-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 09-1922 AW en 09-3529

Nadere informatie

Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd

Nadere informatie

Ziekteverzuimreglement Inhoud

Ziekteverzuimreglement Inhoud Ziekteverzuimreglement Inhoud 1. Tijdig ziekmelden... 2 2. Verstrekken van informatie... 2 3. Controle... 3 4. Begeleiding door de werkgever... 3 5. Controle en begeleiding door de arbodienst... 3 6. Vakantie

Nadere informatie

Kern: verstrekken van informatie aan behandelend specialist na beëindiging behandelrelatie. Conflict van plichten?

Kern: verstrekken van informatie aan behandelend specialist na beëindiging behandelrelatie. Conflict van plichten? Klachtencommissie Huisartsenzorg Midden-Nederland Uitspraak maart 2013 Kern: verstrekken van informatie aan behandelend specialist na beëindiging behandelrelatie. Conflict van plichten? Klaagster verwijt

Nadere informatie

16.102Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.102Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ 16.102Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd

Nadere informatie

: Hypodroom Financiële Dienstverlening B.V., handelend onder de naam Ben s Hypotheekhuis, gevestigd te Leeuwarden, verder te noemen Tussenpersoon

: Hypodroom Financiële Dienstverlening B.V., handelend onder de naam Ben s Hypotheekhuis, gevestigd te Leeuwarden, verder te noemen Tussenpersoon Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-635 (mr. J.S.W Holtrop, voorzitter, mr. dr. S.O.H Bakkerus, lid, drs. J.H. Paulusma-de Waal M&G RGA, arts en mr. R.A. Blom, secretaris)

Nadere informatie

16.020T Beslissing van het College van Toezicht van Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.020T Beslissing van het College van Toezicht van Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ 16.020T Beslissing van het College van Toezicht van Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd en

Nadere informatie

De Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor niet-bindend advies. De uitspraak is daardoor niet bindend.

De Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor niet-bindend advies. De uitspraak is daardoor niet bindend. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-087 (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. A.W.H. Vink, drs. A. Paulusma- de Waal, arts en mr. G.A. van de Watering, secretaris) Klacht ontvangen

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG 2018-137 ECLI:NL:TGZRSGR:2018:182 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 2018-137 Datum uitspraak: 20 november 2018 Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg

Nadere informatie