CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG"

Transcriptie

1 c ECLI:NL:TGZCTG:2017:160 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer C van: A., gz-psycholoog, werkzaam te B., appellant, gemachtigde mr. A.W. Hielkema te Utrecht, tegen C., verblijvende te D., verweerder in beroep, gemachtigde mr. N.M. van Wersch te Amsterdam. 1. Verloop van de procedure C. - hierna te noemen klager - heeft op 20 juli 2015 bij het Regionaal Tuchtcollege te Eindhoven tegen A. - hierna te noemen de gz-psycholoog - een klacht ingediend. Bij beslissing van 10 maart 2016, onder nummer 15101, heeft dat College de klacht gegrond verklaard en aan de gz-psycholoog de maatregel van waarschuwing opgelegd. Het College heeft voorts bepaald dat om redenen aan het algemeen belang ontleend, de beslissing, zodra zij onherroepelijk is geworden, zal worden gepubliceerd in de Staatscourant en ter publicatie zal worden aangeboden aan de tijdschriften De Psycholoog en GZ-Psychologie. De gz-psycholoog is van die beslissing tijdig in beroep gekomen. Klager heeft een verweerschrift in beroep ingediend. De zaak is in beroep behandeld ter openbare terechtzitting van het Centraal College van 28 maart 2017, waar zijn verschenen de gz-psycholoog, bijgestaan door Mr. Hielkema, en mr. Van Wersch. Verweerder is niet verschenen. 2. Beslissing in eerste aanleg Het Regionaal Tuchtcollege heeft aan zijn beslissing de volgende overwegingen ten grondslag gelegd. 2. De feiten Het gaat in deze zaak om het volgende. Aan klager is een TBS-maatregel opgelegd. Verweerder heeft in het kader van een vordering tot verlenging van de TBS-maatregel van klager in opdracht van het NIFP een zogenoemde zesjaarsrapportage opgesteld, gedateerd 15 april Bij van 18 februari 2015 aan onder meer verweerder is door het NIFP aangegeven dat ten behoeve van de rapportage het complete TBSdossier via OwnCloud (het college begrijpt derhalve op digitale wijze) ter beschikking werd gesteld. Bij bericht van verweerder aan het NIFP van 17 maart 2015 schrijft verweerder (citaat inclusief spel- en taalfouten overgenomen): in de beslissing van het Hof Arnhem van 5 juni 2014 wordt op bladzijde 1 gesproken over ( ) PJ rappprot van [psychiater] van 12 september /5

2 PJ rapport van [psycholoog] van 7 september 2013 Zien jullie kans deze rapporten in de cloud te krijgen? Ze staan niet in het aangereikte dossier en lijken wel relevant. ( ) Hierop is door het NIFP geantwoord op 18 maart 2015: ( ) Er is bij ons geen rapport bekend van [psychiater] en [psycholoog]. Bij het opstellen van de zesjaarsrapportage heeft verweerder niet de beschikking gehad over pro justitia rapportages van [psycholoog] van 26 januari 2012 en 7 september 2013 en van [psychiater] van 12 september In de lijst met geraadpleegde stukken is voorts niet opgenomen de tussenbeslissing van het gerechtshof Arnhem van 30 september 2013, het daaraan ten grondslag liggende proces-verbaal van de zitting van 16 september 2013 en de beslissing van het gerechtshof van 5 juni In de tussenbeslissing en de eindbeslissing van het gerechtshof Arnhem worden de pro justitia rapportages uit 2012 en 2013 genoemd. 3. Het standpunt van klager en de klacht Klager verwijt verweerder dat de door hem opgestelde zesjaarsrapportage onzorgvuldig is opgesteld omdat de door verweerder geraadpleegde stukken onvolledig waren. Verweerder heeft belangrijke stukken uit het patiëntendossier niet bij zijn onderzoek betrokken, terwijl hij wist of had moeten weten van het bestaan daarvan. Met name ontbr e ken rapportages van [psycholoog] van 26 januari 2012 en 7 september 2013 en van [psychiater] van 12 september Voorts is de rapportage opgesteld zonder dat verweerder de tussenbeslissing van het gerechtshof Arnhem van 30 september 2013, het daaraan ten grondslag liggende proces-verbaal van de zitting van 16 september 2013 en de beslissing van het gerechtshof van 5 juni 2014 daarbij heeft genoemd. 4. Het standpunt van verweerder Verweerder is van mening dat hem geen tuchtrechtelijk verwijt gemaakt kan worden dat hij de door klager genoemde stukken niet bij zijn onderzoek en rapportage heeft betrokken. De door hem opgestelde rapportage voldoet aan de in de tuchtrechtelijke jurisprudentie ontwikkelde criteria en is niet onzorgvuldig opgesteld. Verweerder heeft de opdracht voor de pro justitia rapportage van het Ministerie van Justitie ontvangen. Ten behoeve van de rapportage is door de opdrachtgever een dossier samengesteld. De opdrachtgever heeft op digitale wijze toegang verschaft, waarbij is aangegeven dat dit het complete tbs-dossier zou betreffen. De ontbrekende stukken (pro justitia rapportages) zijn verweerder niet door de opdrachtgever ter beschikking gesteld. Deze stukken maken ook geen onderdeel uit van het patiëntendossier. Indien de pro justitia rapportages van [psycholoog] en [psychiater] aan verweerder beschikbaar zouden zijn gesteld, dan zou hij deze hebben kunnen opnemen in zijn rapportage. Verweerder is van oordeel dat hij er op moet kunnen vertrouwen dat de opdrachtgever bij het verlenen van de opdracht zorgdraagt voor de juistheid en de volledigheid van de aangereikte onderliggende informatie. Een rapporteur kan niet zelfstandig vaststellen of de aangereikte informatie volledig is. Verweerder is bovendien zelf voldoende alert geweest op de juistheid van de aangereikte informatie en heeft aantoonbaar navraag gedaan naar die informatie. Hij hoefde ook niet te twijfelen aan het antwoord dat hij daarover van de opdrachtgever ontving. 2/5

3 Verweerder heeft nimmer van klager vernomen dat hij van mening was dat de rapportage op basis van onvolledige informatie tot stand was gekomen, ook niet na toezending en bespreking van het conceptrapport. 5. De overwegingen van het college Een rapportage zoals door verweerder is uitgebracht, wordt volgens vaste jurisprudentie van het Centraal Tuchtcollege aan de hierna volgende criteria getoetst: 1. het rapport vermeldt de feiten, omstandigheden en bevindingen waarop het berust; 2. het rapport geeft blijk van een geschikte methode van onderzoek om de voorgelegde vraagstelling te beantwoorden; 3. in het rapport wordt op inzichtelijke en consistente wijze uiteengezet op welke gronden de conclusies van het rapport steunen; 4. het rapport vermeldt de bronnen waarop het berust, daaronder begrepen de gebruikte literatuur en de geconsulteerde personen; 5. de rapporteur blijft binnen de grenzen van zijn deskundigheid. Het Centraal Tuchtcollege toetst ten volle of het onderzoek door de rapporteur uit het oogpunt van vakkundigheid en zorgvuldigheid de tuchtrechtelijke toets der kritiek kan doorstaan. Ten aanzien van de conclusie van de rapportage wordt beoordeeld of de deskundige in redelijkheid tot zijn conclusie heeft kunnen komen. Klager klaagt over de zorgvuldigheid, vanwege het onvolledig zijn van de stukken waarop de rapportage is gebaseerd. Wat betreft de beslissing van het gerechtshof Arnhem van 5 juni 2014 staat vast dat dit stuk niet wordt genoemd onder de geraadpleegde stukken; anderszins volgt uit het overzicht van de inhoud van het aan verweerder ter beschikking gestelde dossier alsmede uit de -correspondentie met het NIFP dat hij hierover de beschikking had. Er dient dan ook vastgesteld te worden dat door het niet opnemen daarvan in de geraadpleegde stukken niet is voldaan aan het onder (4) bedoelde criterium waaraan rapporten getoetst worden; het rapport vermeldt niet alle bronnen waarop het berust. Wat betreft de pro justitia rapportages van 26 januari 2012, 7 september 2013, en 12 september 2013 staat vast dat deze stukken niet genoemd worden onder de geraadpleegde stukken, worden deze stukken ook niet genoemd in het overzicht van de inhoud van het aan verweerder ter beschikking gestelde dossier. Het college stelt in dit verband voorop dat de enkele omstandigheid dat verweerder een rapportage heeft opgesteld zonder kennisname van bepaalde stukken nog niet maakt dat hem een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. Dit is mogelijk wel het geval indien vast staat dat verweerder wist dan wel redelijkerwijs behoorde te weten dat hij dit deed. Het college is van oordeel dat dit wat betreft de hiervoor genoemde pro justitia rapportages het geval is. Vast staat immers dat verweerder beschikte over een stuk (uitspraak van 5 juni 2014) waarin ze genoemd worden. Verweerder heeft voorts in correspondentie met het NIFP aangegeven dat de stukken voor zijn rapportage relevant zouden zijn en heeft het NIFP verzocht hem deze stukken alsnog ter beschikking te stellen. Het had op de weg van verweerder gelegen tenminste in zijn rapportage aan te geven dat hij niet beschikte over deze stukken en welke stappen hij had ondernomen ze te verkrijgen. Nu verweerder heeft nagelaten dit in het rapport te vermelden voldoet het rapport reeds om die reden niet aan het onder (1) te stellen criterium; het rapport vermeldt niet volledig de feiten, omstandigheden en bevindingen waarop het berust. Het college is voorts van oordeel dat verweerder niet kon volstaan met verwijzen naar (zijn onsuccesvol verzoek aan) het NIFP. Het college wijst in dit verband op de Gedragscode van het Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen, met name artikel 3/5

4 4.5 dat bepaalt dat de deskundige binnen de reikwijdte van zijn opdracht persoonlijk al het noodzakelijke onderzoeksmateriaal verzamelt of dit (mede) onder zijn verantwoordelijkheid laat doen. Nu verweerder dit niet heeft gedaan, voldoet het rapport daarmee eveneens niet aan het onder (2) te stellen criterium; het rapport geeft onvolledig blijk van een geschikte methode van onderzoek om de voorgelegde vraagstelling te beantwoorden. Aan dit alles doet niet af dat klager bij het conceptrapport niet heeft geklaagd over het rapport te meer niet nu het rapport niet direct inzichtelijk maakt dat bepaalde stukken niet zijn geraadpleegd of gebruikt. Het vermelden daarvan was belangrijk geweest zodat het een aanknopingspunt voor gesprek met klager was geweest. Het rapport was daarmee voor klager inzichtelijk geweest en hij had daarop makkelijker aanmerkingen kunnen maken. Nu verweerder dit heeft nagelaten kan hij zich reeds daarom niet verschuilen achter het destijds niet-klagen van klager. Resteren de tussenbeslissing van het gerechtshof Arnhem en het daaraan ten grondslag liggend proces-verbaal. Van deze stukken staat vast dat verweerder ze niet heeft geraadpleegd bij het opstellen van de rapportage. Het college is van oordeel dat het ontbreken van deze stukken niet zonder nadere toelichting leidt tot het onzorgvuldig zijn van het rapport. Niet is aangegeven welke inhoudelijke gegevens of beoordelingen die niet via een van de andere brondocumenten voldoende naar voren komen hierdoor niet in het rapport zijn opgenomen terwijl voorts niet is komen vast te staan dat dergelijke tussenbeslissingen en/of proces-verbaal gebruikelijk wel aan een pro justitia rapportage ten gronde worden gelegd. Het vorenstaande leidt tot de conclusie dat de klacht gegrond is. Het college stelt voorop dat onzorgvuldig handelen in een situatie als de onderhavige waarin het gaat over verlenging van vrijheidsbeperkende maatregelen een ernstig gegeven is. Het college heeft echter kunnen vaststellen dat er door verweerder enige, zij het onvoldoende, moeite is gedaan om een aantal gegevens te achterhalen. Nu voorts niet blijkt van eerder soortgelijk handelen van verweerder en evenmin is gebleken dat verweerder geen lering zal trekken uit deze beoordeling van de klacht is het college van oordeel dat volstaan kan worden met een waarschuwing. Daarbij wordt aangetekend dat een waarschuwing een zakelijke terechtwijzing is die de onjuistheid van een handelwijze naar voren brengt zonder daarop een stempel van laakbaarheid te drukken. Om redenen aan het algemeen belang ontleend, bepaalt het college dat deze beslissing op de voet van artikel 71 Wet BIG zal worden gepubliceerd. 3. Vaststaande feiten en omstandigheden Voor de beoordeling van het beroep gaat het Centraal Tuchtcollege uit van de feiten en omstandigheden zoals deze zijn vastgesteld door het Regionaal Tuchtcollege en hiervoor onder 2. De feiten zijn weergegeven. 4. Beoordeling van het beroep 4.1 In beroep heeft de gz-psycholoog zeven grieven tegen de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege en geconcludeerd deze te vernietigen, en, opnieuw rechtdoende, de klacht ongegrond te verklaren, althans de overwegingen te herzien die aan de gegrondverklaring ten grondslag liggen. 4.2 Klager heeft gemotiveerd verweer gevoerd en geconcludeerd tot verwerping van het beroep. 4.3 De behandeling van de zaak in beroep heeft het Centraal Tuchtcollege geen aanleiding gegeven tot de vaststelling van andere feiten en tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het Regionaal Tuchtcollege in eerste aanleg. Het Centraal Tuchtcollege voegt daar nog het volgende aan toe. 4/5

5 4.4 De gz-psycholoog heeft als verweer aangevoerd dat hij niet in staat was zelfstandig onderzoeksmateriaal te verzamelen, omdat hij daarbij afhankelijk was van het NIFP. Dit verweer wordt verworpen. In het tussenarrest van het Hof wordt verwezen naar de Pro Justitia rapportages. Bovendien wordt er in dat tussenarrest uitvoerig uit die rapportages geciteerd. Onder die omstandigheden had de gz-psycholoog niet alleen geen genoegen mogen nemen met het antwoord dat deze rapportages niet bestonden, maar had hij in zijn rapportage ook melding moeten maken van zijn pogingen de betreffende stukken te achterhalen. 4.5 De gz-psycholoog heeft ter zitting nog gesteld dat het Regionaal Tuchtcollege de door dit college gehanteerde norm te stringent heeft toegepast. Artikel 4.5 van de gedragscode NRGD (versie 1.0 van 23 december 2009) is inmiddels, onder invloed van hetgeen al onder beroepsgenoten gebruikelijk was, gewijzigd. Ging de oude norm nog uit van de verplichting van de deskundige persoonlijk al het noodzakelijk onderzoeksmateriaal te verzamelen, de nieuwe norm verplicht de deskundige om opheldering te vragen bij onduidelijkheid in de opdracht. Daaraan is in dezen voldaan, aldus de gzpsycholoog. 4.6 Dit standpunt van de gz-psycholoog wordt verworpen. Niet alleen bestond de nieuwe norm ten tijde van het litigieuze handelen van de gz-psycholoog nog niet, maar ook de nieuwe norm gaat er van uit dat op door de deskundige gestelde vragen bevredigende antwoordendienen te komen. In het onderhavige geval had de kwestie bij de gz-psycholoog ten minste vragen moeten oproepen. Ook de nieuwe norm had de gzpsycholoog dus niet ontslagen van de verplichting nadere informatie te verzamelen. 4.7 Nu de grieven falen, dient het beroep te worden verworpen. 4.8 In beroep is niet gebleken dat de gz-psycholoog de ernst van de tekortkoming beseft. Het Centraal Tuchtcollege zal derhalve de overweging van het Regionaal Tuchtcollege, dat niet is gebleken dat verweerder geen lering zal trekken uit de beoordeling van de klacht, vernietigen. 4.9 Met het Regionaal Tuchtcollege is het Centraal Tuchtcollege desondanks van oordeel dat de maatregel van waarschuwing passend is. Het college zal voorts bepalen dat deze beslissing op de voet van artikel 71 Wet BIG zal worden gepubliceerd. 5. Beslissing Het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg: verwerpt het beroep; vernietigt de beslissing waarvan hoger beroep, voor zover het Regionaal Tuchtcollege heeft overwogen dat niet is gebleken dat de gz-psycholoog geen lering zal trekken uit de beoordeling van de klacht; bepaalt dat deze beslissing op de voet van artikel 71 Wet BIG zal worden bekendgemaakt in de Nederlandse Staatscourant, en zal worden aangeboden aan de tijdschriften De Psycholoog en GZ-Psychologie, met het verzoek tot plaatsing. Deze beslissing is gegeven door: mr. A.D.R.M. Boumans, voorzitter, mr. dr. B.J.M. Frederiks en mr. E.F Lagerwerf-Vergunst, leden-juristen en drs. G.L.G Couturier en mr. drs. L.C. Mulder, leden-beroepsgenoten en mr. C.F. van Spanje-van Klaveren, secretaris, en uitgesproken ter openbare zitting van 18 mei Voorzitter w.g. Secretaris w.g. 5/5

C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E

C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E C2017.142 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer C2017.142 van: A., wonende te B., appellante, klaagster in eerste aanleg, tegen C., specialist

Nadere informatie

iri werkzaam te s-hertogenbosch Uitspraak: 17juli 2017 HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN

iri werkzaam te s-hertogenbosch Uitspraak: 17juli 2017 HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN Uitspraak: 17juli 2017 HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op van: 1 februari 2017 binnengekomen klacht verblijvende te Venray

Nadere informatie

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG c2018.203 ECLI:NL:TGZCTG:2018:329 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2018.203 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing

Nadere informatie

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG c2016.150 ECLI:NL:TGZCTG:2016:357 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2016.150 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing

Nadere informatie

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE C2010.295 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer C2010.295 van: , wonende te , appellant, klager in eerste aanleg, gemachtigde: R. Melchers,

Nadere informatie

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG c2016.486 ECLI:NL:TGZCTG:2017:220 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2016.486 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing

Nadere informatie

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG c2016.389 t/m c2016.425 ECLI:NL:TGZCTG:2017:137 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2016.389 t/m c2016.425 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM Het college heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 13 maart 2007 binnengekomen klacht van: A, verblijvende te B, k l a g e r,

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG 2015-079 ECLI:NL:TGZRSGR:2016:21 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 2015-079 Datum uitspraak: 1 maart 2016 Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg

Nadere informatie

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG c2014.459 ECLI:NL:TGZCTG:2016:23 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2014.459 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing

Nadere informatie

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de klacht van: 1. A, in zijn hoedanigheid van hoofdinspecteur voor de geestelijke Gezondheidszorg

Nadere informatie

2008/088 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2008/088 van: A., wonende te B.

2008/088 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2008/088 van: A., wonende te B. C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer van: A., wonende te B., appellant, klager in eerste aanleg, tegen C., arts, werkzaam te D., verweerder

Nadere informatie

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG c2012.059 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2012.059 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 32053 13 november 2014 Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Nr. C2013.442 Beslissing in de zaak onder

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 27340 1 september 2015 Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Nr. C2014.362 Beslissing in de zaak onder

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG 2017/453 ECLI:NL:TGZRAMS:2018:36 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 2017/453 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG AMSTERDAM Beslissing naar

Nadere informatie

voor de Gezondheidszorg

voor de Gezondheidszorg c2013.346 ECLI:NL:TGZCTG:2014:321 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2013.346 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Regionaal tuchtcollege voor de gezondheidszorg Amsterdam

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Regionaal tuchtcollege voor de gezondheidszorg Amsterdam STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 37525 6 juli 2018 Regionaal tuchtcollege voor de gezondheidszorg Amsterdam Beslissing naar aanleiding van de op 15 januari

Nadere informatie

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDS- ZORG TE EINDHOVEN

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDS- ZORG TE EINDHOVEN 17213 ECLI:NL:TGZREIN:2018:58 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 17213 Uitspraak: 21 juni 2018 HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDS- ZORG TE

Nadere informatie

Raad van Discipline. adres. tegen:

Raad van Discipline. adres. tegen: Verzetbeslissing Beslissing van 2 september 2014 in de zaak 14010A naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 25 februari 2014

Nadere informatie

Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Beslissing van het College van Toezicht van de Stichting Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd

Nadere informatie

2008/115 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2008/115 van: A., wonende te B.

2008/115 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2008/115 van: A., wonende te B. C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer van: A., wonende te B., appellant, klager in eerste aanleg, tegen C., bedrijfsarts, werkzaam te D., verweerder

Nadere informatie

A, verblijvende te B, bijgestaan door mr. A.R. van Dolder, advocaat te Heerhugowaard,

A, verblijvende te B, bijgestaan door mr. A.R. van Dolder, advocaat te Heerhugowaard, REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing van 4 september 2008 naar aanleiding van de op 29 augustus 2006 bij het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Eindhoven ingekomen en vervolgens naar

Nadere informatie

Reglement van het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg vanaf 1 april 2019.

Reglement van het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg vanaf 1 april 2019. 1 Reglement van het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg vanaf 1 april 2019. Het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg heeft in het belang van een behoorlijke rechtspleging het navolgende

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 48598 30 augustus 2017 Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Nr. C2017.105 Beslissing in de zaak onder

Nadere informatie

Ontvankelijkheid. Klacht over (nog) niet verrichte handeling. Tuchtrechtelijke laakbaarheid van handelwijze in gerechtelijke procedure.

Ontvankelijkheid. Klacht over (nog) niet verrichte handeling. Tuchtrechtelijke laakbaarheid van handelwijze in gerechtelijke procedure. Ontvankelijkheid. Klacht over (nog) niet verrichte handeling. Tuchtrechtelijke laakbaarheid van handelwijze in gerechtelijke procedure. De koper van een woning (klager) verwijt de verkopend makelaar (beklaagde)

Nadere informatie

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank 2011 1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank 2. Advies Commissie Wetenschappelijke Integriteit KLACHT Bij brief van 2010,

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM TWEEDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM TWEEDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER GERECHTSHOF TE AMSTERDAM TWEEDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER Beslissing van 20 november 2003 in de zaak onder rekestnummer 330/2003 GDW van: X gerechtsdeurwaarder te APPELLANT, t e g e n Y Bewindvoerder,

Nadere informatie

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG c2012.100 ECLI:NL:TGZCTG:2014:17 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2012.100 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 58823 18 oktober 2017 Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Nr. C2017.140 Beslissing in de zaak onder

Nadere informatie

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG c2014.196 ECLI:NL:TGZCTG:2015:184 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2014.196 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing

Nadere informatie

CR 12/2415 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

CR 12/2415 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. CR 12/2415 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. Niet-ontvankelijkheid klager. Al eerder over feiten geoordeeld. Tijdsverloop van acht

Nadere informatie

De Raad van Toezicht Rotterdam geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

De Raad van Toezicht Rotterdam geeft de volgende uitspraak in de zaak van: Taxatie. Onjuiste taxatiewaarde. Tussen klaagster en haar ex-echtgenoot is een gerechtelijke procedure over huwelijkse voorwaarden gevoerd. De ex-echtgenoot heeft daarbij een beroep gedaan op een in zijn

Nadere informatie

Beslissing in de zaak onder nummer C van:

Beslissing in de zaak onder nummer C van: c2013.473 ECLI:NL:TGZCTG:2014:300 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2013.473 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM TWEEDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER. Beslissing van 24 juli 2003 in de zaak onder rekestnummer 90/2003 GDW van:

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM TWEEDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER. Beslissing van 24 juli 2003 in de zaak onder rekestnummer 90/2003 GDW van: GERECHTSHOF TE AMSTERDAM TWEEDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER Beslissing van 24 juli 2003 in de zaak onder rekestnummer 90/2003 GDW van: destijds toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarder te, thans gerechtsdeurwaarder

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 27143 30 september 2014 Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Nr. C2014.053 Beslissing in de zaak onder

Nadere informatie

16.046T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 29 december 2016

16.046T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 29 december 2016 16.046T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 29 december 2016 Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd

Nadere informatie

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG c2011.307 ECLI:NL:TGZCTG:2012:YG2149 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2011.307 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing

Nadere informatie

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG C2016.331 ECLI:NL:TGZCTG:2017:102 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: C2016.331 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing

Nadere informatie

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 21 juli 2006 binnengekomen klacht van: A beiden wonende te B klagers gemachtigde C

Nadere informatie

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG c2016.123 ECLI:NL:TGZCTG:2016:332 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2016.123 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing

Nadere informatie

Zaaknummer: KZ/2014/03 Datum: 10 februari Uitspraak van de Stichting Rentmeesterskamer in de klachtzaak van:

Zaaknummer: KZ/2014/03 Datum: 10 februari Uitspraak van de Stichting Rentmeesterskamer in de klachtzaak van: UITSPRAAK Uitspraak van de Stichting Rentmeesterskamer in de klachtzaak van: de heer [klager], wonende te [plaats], klagende partij, hierna te noemen: [klager], procederend in persoon, tegen de heer mr.

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM Het College heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 20 november 2006 binnengekomen klacht van: A, advocaat, wonende te B, k l a

Nadere informatie

Bestuurdersaansprakelijkheid wegens het onverantwoord verstrekken van een risicovolle lening

Bestuurdersaansprakelijkheid wegens het onverantwoord verstrekken van een risicovolle lening Bestuurdersaansprakelijkheid wegens het onverantwoord verstrekken van een risicovolle lening Brondatum: 07-07-2015 Een bestuurder is aansprakelijk gesteld voor de niet afgedragen loonheffingen van een

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2017:1221

ECLI:NL:RBOBR:2017:1221 ECLI:NL:RBOBR:2017:1221 Instantie Datum uitspraak 09-03-2017 Datum publicatie 20-03-2017 Zaaknummer 16_2690 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Oost-Brabant Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:1333 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:1333 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:GHAMS:2016:1333 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 12-04-2016 Datum publicatie 14-04-2016 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200.180.180/01

Nadere informatie

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/352 Wtra AK van 20 juli 2015 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/352 Wtra AK van 20 juli 2015 van ACCOUNTANTSKAMER BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/352 Wtra AK van 20 juli 2015 van mr. X, wonende en kantoorhoudende te [plaats1], K L A G E R,

Nadere informatie

2007/134 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2007/134 van: A., wonende te B.

2007/134 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2007/134 van: A., wonende te B. C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer van: A., wonende te B., appellant, klager in eerste aanleg, tegen F., arts, werkzaam te D., verweerder

Nadere informatie

Beweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar.

Beweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar. Beweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar. In het kader van het uit elkaar gaan van klager en zijn partner moet de gemeenschappelijke woning getaxeerd

Nadere informatie

JT RAAD VAN TUCHT DEN HAAG EN COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

JT RAAD VAN TUCHT DEN HAAG EN COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN 0378J KONINKLIJK NEDERLANDS INSTITUUT VAN REGISTERACCOUNTANTS JURISPRUDENTIE TUCHTRECHTSPRAAK JT 2005-17 RAAD VAN TUCHT DEN HAAG EN COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN Artikel 10 GBR-1994, geheimhoudingsplicht,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2012:4344 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:GHAMS:2012:4344 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:GHAMS:2012:4344 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 27-11-2012 Datum publicatie 16-08-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200.096.974-01 NOT Civiel

Nadere informatie

17.025B Beslissing van het College van Beroep van het Kwaliteitsregister Jeugd van 29 maart 2018

17.025B Beslissing van het College van Beroep van het Kwaliteitsregister Jeugd van 29 maart 2018 17.025B Beslissing van het College van Beroep van het Kwaliteitsregister Jeugd van 29 maart 2018 Het College van Beroep heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd en beslist in de volgende samenstelling:

Nadere informatie

Beheerovereenkomst. Extra betaalde werkzaamheden vanouds verricht. De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

Beheerovereenkomst. Extra betaalde werkzaamheden vanouds verricht. De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: Beheerovereenkomst. Extra betaalde werkzaamheden vanouds verricht. Klager is sinds enige jaren eigenaar van een tweetal panden die voorheen eigendom van klagers vader waren. Beklaagde voert al sinds jaar

Nadere informatie

heeft de volgende beslissing gegeven naar aanleiding van het hoger beroep van de heer drs. A. te X. en het hoger beroep van de heer B. te Y..

heeft de volgende beslissing gegeven naar aanleiding van het hoger beroep van de heer drs. A. te X. en het hoger beroep van de heer B. te Y.. No. CvB 2013/10 HET COLLEGE VAN BEROEP van het Nederlands Instituut van Psychologen heeft de volgende beslissing gegeven naar aanleiding van het hoger beroep van de heer drs. A. te X. en het hoger beroep

Nadere informatie

Bespreking uitspraak tuchtrecht Wie mag er een klacht indienen?

Bespreking uitspraak tuchtrecht Wie mag er een klacht indienen? Home no. 1 Februari 2017 Eerdere edities Verenso.nl Bespreking uitspraak tuchtrecht Wie mag er een klacht indienen? Roy Knuiman rknuiman@verenso.nl In deze editie van het Tijdschrift voor Ouderengeneeskunde

Nadere informatie

17.008B-2 Beslissing van het College van Beroep van het Kwaliteitsregister Jeugd van 5 december 2017

17.008B-2 Beslissing van het College van Beroep van het Kwaliteitsregister Jeugd van 5 december 2017 17.008B-2 Beslissing van het College van Beroep van het Kwaliteitsregister Jeugd van 5 december 2017 Het College van Beroep, hierna te noemen: het College, heeft beraadslaagd en beslist in de volgende

Nadere informatie

ECLI:NL:CBB:2016:168. Uitspraak. College van Beroep voor het bedrijfsleven. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 15/655

ECLI:NL:CBB:2016:168. Uitspraak. College van Beroep voor het bedrijfsleven. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 15/655 ECLI:NL:CBB:2016:168 Instantie Datum uitspraak 06-06-2016 Datum publicatie 24-06-2016 Zaaknummer 15/655 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie College van Beroep voor het bedrijfsleven Bestuursrecht

Nadere informatie

1.3. Klager heeft op 9 april 2003 een verweerschrift ingediend.

1.3. Klager heeft op 9 april 2003 een verweerschrift ingediend. GERECHTSHOF TE AMSTERDAM TWEEDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER Beslissing van 9 oktober 2003 in de zaak onder rekestnummer 326/2003 GDW van: --------------------, gerechtsdeurwaarder te --------------------,

Nadere informatie

Klacht tegen makelaar als lid van de Bedrijfshuuradviescommissie. Nietontvankelijkheid

Klacht tegen makelaar als lid van de Bedrijfshuuradviescommissie. Nietontvankelijkheid Klacht tegen makelaar als lid van de Bedrijfshuuradviescommissie. Nietontvankelijkheid klacht. Klager is eigenaar van een horecapand. Huurder en verhuurder worden het niet eens over een verzoek van huurder

Nadere informatie

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG c2015.244 ECLI:NL:TGZCTG:2016:184 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2015.244 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing

Nadere informatie

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG c2016.324 ECLI:NL:TGZCTG:2017:54 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2016.324 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing

Nadere informatie

Meetinstructie niet nageleefd. Gering verschil opgegeven en werkelijke woonoppervlak.

Meetinstructie niet nageleefd. Gering verschil opgegeven en werkelijke woonoppervlak. Meetinstructie niet nageleefd. Gering verschil opgegeven en werkelijke woonoppervlak. Koper beklaagt zich erover dat het door hem gekochte appartement niet 105 m² groot is maar 100 m². De verkopende makelaar

Nadere informatie

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: de heer F. H. aangesloten NVM-Makelaar, kantoorhoudende te H, beklaagde.

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: de heer F. H. aangesloten NVM-Makelaar, kantoorhoudende te H, beklaagde. Onjuiste informatie: garage niet geïsoleerd. Verwijzing naar verkeerd artikel in koopakte en tekening in spiegelbeeld. Klager koopt een woning die bij beklaagde in verkoop was. Hij verwijt de makelaar

Nadere informatie

K MAKELAARSKANTOOR O.G. B.V.,kantoorhoudende te G, beklaagde,

K MAKELAARSKANTOOR O.G. B.V.,kantoorhoudende te G, beklaagde, Mandeligheid van buitenmuur. Informatie aan kopende collega-makelaar over juridisch geschil met de buren. Tijdsverloop voor indienen van klacht. Beklaagde is belast met de verkoop van een woning. Aan de

Nadere informatie

2006/111 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2006/111 van: 1. A., 2. B.

2006/111 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2006/111 van: 1. A., 2. B. C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer van: 1. A., 2. B., beiden wonende te C., appellanten, klagers in eerste aanleg, gemachtigden: D. en E.,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 8832 28 maart 2014 Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Nr. C2013.310 Beslissing in de zaak onder nummer

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:753 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2016:753 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2016:753 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-03-2016 Datum publicatie 04-03-2016 Zaaknummer 200.155.292/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 12 september 2013, nummer AWB 13/915, in het geding tussen belanghebbende

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 12 september 2013, nummer AWB 13/915, in het geding tussen belanghebbende Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN Afdeling belastingrecht Locatie Arnhem nummer 13/01077 uitspraakdatum: 20 mei 2014 Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer op het hoger beroep van drs.

Nadere informatie

Daarmee was de schriftelijke behandeling van de klacht gereed.

Daarmee was de schriftelijke behandeling van de klacht gereed. Taxatie. Boedeltaxatie. Peildatum. Klager en zijn partner hebben in 2006 een woning gekocht. Nadat klager en zijn partner in augustus 2008 uit elkaar waren gegaan heeft hij beklaagde in verband met de

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2006:AY3839

ECLI:NL:RVS:2006:AY3839 ECLI:NL:RVS:2006:AY3839 Instantie Raad van State Datum uitspraak 04-07-2006 Datum publicatie 13-07-2006 Zaaknummer 200602107/1 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Eerste

Nadere informatie

COLLEGE VAN BEROEP van de STICHTING KWALITEITSREGISTER JEUGD (SKJ)

COLLEGE VAN BEROEP van de STICHTING KWALITEITSREGISTER JEUGD (SKJ) COLLEGE VAN BEROEP van de STICHTING KWALITEITSREGISTER JEUGD (SKJ) 15.007B Uitspraak van het College van Beroep d.d. 12 januari 2016 (bij vervroeging) inzake het beroep tegen de uitspraak van het College

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 18004 3 april 2018 Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Nr. C2017.189 Beslissing in de zaak onder nummer

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE GRONINGEN

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE GRONINGEN Rep.nr. G2008/29 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE GRONINGEN Het College heeft het volgende overwogen en beslist over de op 24 april 2008 binnengekomen klacht van: MEVROUW A, wonende te

Nadere informatie

Het advies van de Commissie Wetenschappelijke Integriteit

Het advies van de Commissie Wetenschappelijke Integriteit LOWI Advies 2015, nr. 10 Advies van het LOWI van 17 september 2015 ten aanzien van een verzoek van, bij het LOWI ingediend op 17 augustus 2015 betreffende het voorlopig besluit van het Bestuur van, inzake

Nadere informatie

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. CR 11/2362 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. Tijdig beroep op ontbindende voorwaarde? Klager/koper deed op de dag dat het financieringsbeding

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 34381 22 juni 2017 Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Nr. C2016.452 Beslissing in de zaak onder nummer

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 2383 18 januari 2018 Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Nr. C2017.167 Beslissing in de zaak onder

Nadere informatie

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: B MAKELAARDIJ, lid van de vereniging, gevestigd en kantoorhoudende te M,

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: B MAKELAARDIJ, lid van de vereniging, gevestigd en kantoorhoudende te M, Controle door de makelaar op storting waarborgsom. Een makelaar verkoopt voor klager diens woning. In de koopakte wordt geen financieringsvoorbehoud gemaakt. Koper verbindt zich om uiterlijk op 12 november

Nadere informatie

Beslissing d.d. 10 mei 2017 ex art Tuchtrechtreglement Bancaire Sector

Beslissing d.d. 10 mei 2017 ex art Tuchtrechtreglement Bancaire Sector Beslissing Beslissing d.d. 10 mei 2017 ex art. 3.9.1 Tuchtrechtreglement Bancaire Sector DE ALGEMEEN DIRECTEUR, mr. J. Brouwer, benoemd door de Stichting Tuchtrecht Banken, Klager, gemachtigden: dhr. mr.

Nadere informatie

COMMISSIE VAN TOEZICHT FEDERATIE VAN FINANCIËLE PLANNERS BINDEND ADVIES. inzake de klacht van ], wonende te Zoetermeer, tegen

COMMISSIE VAN TOEZICHT FEDERATIE VAN FINANCIËLE PLANNERS BINDEND ADVIES. inzake de klacht van ], wonende te Zoetermeer, tegen COMMISSIE VAN TOEZICHT FEDERATIE VAN FINANCIËLE PLANNERS BINDEND ADVIES mevrouw [ inzake de klacht van ], wonende te Zoetermeer, tegen de heer [ ], FFP, kantoorhoudende te Voorhout, hierna te noemen Verweerder.

Nadere informatie

heeft de volgende beslissing gegeven naar aanleiding van het hoger beroep van verweerder.

heeft de volgende beslissing gegeven naar aanleiding van het hoger beroep van verweerder. HOF VAN DISCIPLINE No. 4516 ------------ HET HOF VAN DISCIPLINE heeft de volgende beslissing gegeven naar aanleiding van het hoger beroep van verweerder. Bij beslissing van 6 februari 2006 heeft de Raad

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG 2016-203 ECLI:NL:TGZRSGR:2017:72 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 2016-203 Datum uitspraak: 9 mei 2017 Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg

Nadere informatie

16.053Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.053Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ 16.053Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd

Nadere informatie

2007/216 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2007/216 van: A., wonende te B.

2007/216 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2007/216 van: A., wonende te B. C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer van: A., wonende te B., appellant, klager in eerste aanleg, tegen C., uroloog, wonende te D., verweerder

Nadere informatie

Zaaknummer : CBHO 2015/047 Rechter(s) : mrs. Olivier, Scholten-Hinloopen en Verheij Datum uitspraak : 7 augustus 2015 Partijen : Appellant en

Zaaknummer : CBHO 2015/047 Rechter(s) : mrs. Olivier, Scholten-Hinloopen en Verheij Datum uitspraak : 7 augustus 2015 Partijen : Appellant en Zaaknummer : CBHO 2015/047 Rechter(s) : mrs. Olivier, Scholten-Hinloopen en Verheij Datum uitspraak : 7 augustus 2015 Partijen : Appellant en Juridische Hogeschool Avans - Fontys Trefwoorden : beoordeling

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE. Het College heeft het volgende overwogen over en beslist op de op 9 augustus 2012 ingekomen klacht van

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE. Het College heeft het volgende overwogen over en beslist op de op 9 augustus 2012 ingekomen klacht van G2012/87 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE Beslissing in de zaak onder nummer van: G2012/87 Rep. nr. G2012/87 26 februari 2013 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE GRONINGEN Het College heeft het volgende

Nadere informatie

Taxatie. Onjuiste taxatiewaarde. Zelfstandig oordeel van de Raad t.o.v. oordeel civiele rechter.

Taxatie. Onjuiste taxatiewaarde. Zelfstandig oordeel van de Raad t.o.v. oordeel civiele rechter. Taxatie. Onjuiste taxatiewaarde. Zelfstandig oordeel van de Raad t.o.v. oordeel civiele rechter. Klaagster verwijt beklaagde dat hij haar woning veel te laag gewaardeerd heeft. Klaagster wijst daarbij

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201111794/1 A/2. Datum uitspraak: 12 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2016:4015

ECLI:NL:RBOBR:2016:4015 ECLI:NL:RBOBR:2016:4015 Instantie Datum uitspraak 27-07-2016 Datum publicatie 16-02-2017 Zaaknummer 16 _ 1047 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Oost-Brabant Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

C, tandarts, werkzaam te B, bijgestaan door mr. L. Neuschäfer-Greebe, verbonden aan DAS Rechtsbijstand te Amsterdam,

C, tandarts, werkzaam te B, bijgestaan door mr. L. Neuschäfer-Greebe, verbonden aan DAS Rechtsbijstand te Amsterdam, 272/2012 ECLI:NL:TGZRZWO:2013:47 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 272/2012 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 1 november 2013 naar aanleiding

Nadere informatie

Beheer. Schriftelijke vastlegging van de opdracht. Bevoegdheid tot indienen van bezwaarschriften tegen WOZ-beschikkingen.

Beheer. Schriftelijke vastlegging van de opdracht. Bevoegdheid tot indienen van bezwaarschriften tegen WOZ-beschikkingen. Beheer. Schriftelijke vastlegging van de opdracht. Bevoegdheid tot indienen van bezwaarschriften tegen WOZ-beschikkingen. Beklaagde heeft eerst voor klagers vader en later voor klager zelf het beheer over

Nadere informatie

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG c2012.093 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2012.093 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer

Nadere informatie

Medewerking ouders is nodig bij onderzoek ondersteuningsbehoefte. ADVIES

Medewerking ouders is nodig bij onderzoek ondersteuningsbehoefte. ADVIES 107282 - Medewerking ouders is nodig bij onderzoek ondersteuningsbehoefte. inzake de klacht van: ADVIES de heer A en mevrouw B te C, ouders van D, leerlinge van openbare basisschool E, klagers tegen de

Nadere informatie

DE COMMISSIE GEDRAGSCODE BOUWEND NEDERLAND

DE COMMISSIE GEDRAGSCODE BOUWEND NEDERLAND 60005 DE COMMISSIE GEDRAGSCODE BOUWEND NEDERLAND heeft het volgende overwogen en beslist omtrent het op 21 februari 2013 binnengekomen verzoek van de besloten vennootschap SCHIJF BOUW B.V., gevestigd te

Nadere informatie

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG c2018.068 ECLI:NL:TGZCTG:2018:269 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2018.068 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2013:2879

ECLI:NL:CRVB:2013:2879 ECLI:NL:CRVB:2013:2879 Instantie Datum uitspraak 17-12-2013 Datum publicatie 19-12-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 13-211 WWB Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. CR 10/2350 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. Taxatie. Niet in redelijkheid kunnen komen tot waardering. De makelaar taxeert in december

Nadere informatie

Uitspraak: 1 november 2017 HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN

Uitspraak: 1 november 2017 HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN Uitspraak: 1 november 2017 HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 29 maart 2017 bij het tuchtcollege te Amsterdam binnengekomen

Nadere informatie

Bij verweerschrift van 4 mei 2016 heeft verweerster, mede onder verwijzing naar correspondentie met klager, gereageerd op de klacht.

Bij verweerschrift van 4 mei 2016 heeft verweerster, mede onder verwijzing naar correspondentie met klager, gereageerd op de klacht. Raad van Toezicht Nederlandse Vereniging van Gecertificeerde Incasso-ondernemingen Postbus 279 1400 AG BUSSUM T: 035-6994210 Uitspraak van de Raad van Toezicht van de Nederlandse Vereniging van Gecertificeerde

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:3026

ECLI:NL:RVS:2014:3026 ECLI:NL:RVS:2014:3026 Instantie Raad van State Datum uitspraak 13-08-2014 Datum publicatie 13-08-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201311562/1/A3 Eerste

Nadere informatie