EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL GEZONDHEID EN VOEDSELVEILIGHEID

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL GEZONDHEID EN VOEDSELVEILIGHEID"

Transcriptie

1 Ref. Ares(2018) /05/2018 EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL GEZONDHEID EN VOEDSELVEILIGHEID Audits en analyse inzake gezondheid en voedsel DG(SANTE) DEFINITIEF VERSLAG OVER EEN ONDERZOEKSMISSIE UITGEVOERD IN NEDERLAND VAN 21 TOT EN MET 29 NOVEMBER 2017 TENEINDE INFORMATIE TE VERZAMELEN OVER OP RISICO'S GEBASEERDE CONTROLES IN DE DIERVOEDERSECTOR In een reactie op de door de bevoegde autoriteit ingediende informatie zijn eventuele in het ontwerpverslag vermelde onjuistheden gecorrigeerd; in voorkomend geval is de toelichting vermeld in een voetnoot.

2 Samenvatting Dit verslag gaat over de resultaten van een onderzoeksmissie in Nederland die in het kader van het werkprogramma van 2017 van het directoraat-generaal Gezondheid en Voedselveiligheid van de Europese Commissie is uitgevoerd van 21 tot en met 29 november De missie is een onderdeel van een reeks onderzoeksmissies die tot doel heeft informatie te verzamelen over goede praktijken van de bevoegde autoriteiten en de moeilijkheden waarmee ze worden geconfronteerd wanneer ze een op risico's gebaseerde benadering ten uitvoer leggen in overeenstemming met de vereisten vastgelegd in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 882/2004. Het gaat in dit geval meer bepaald om de planning en uitvoering van officiële controles in de diervoedersector. In Nederland is de planning van officiële diervoedercontroles op risico's gebaseerd. De tenuitvoerlegging van de controles wordt ondersteund door een duidelijk systeem voor de registratie en erkenning van niet-primaire exploitanten van diervoederbedrijven en een over het algemeen degelijk opleidingssysteem voor personeel dat wordt ingezet bij inspecties en bemonstering. Omdat er echter geen voldoende gedetailleerd (en bijgewerkt) register van primaire exploitanten van diervoederbedrijven en gegevens over bepaalde andere categorieën producenten, zoals exploitanten van levensmiddelenbedrijven die bijproducten op de diervoedermarkt brengen en mobiele mengvoederbereiders bestaan, zijn diervoederinspecties moeilijker te plannen. De bevoegde autoriteit erkent dat ook. De officiële diervoederinspecties nemen de vorm aan van op risico's gebaseerde projectinspecties en systeemaudits. Bij de inspecties worden specifieke aspecten van de diervoederproductie gecontroleerd. Dergelijke inspecties zijn dus niet van algemeen van aard. Deze inspecties/audits worden over het algemeen uitgevoerd zoals ze gepland staan. De enige opgemerkte zwakke punten hadden betrekking op de beoordelingen van de diervoederinspecteurs van de homogeniteit van de mengvoeders en de doeltreffendheid van de maatregelen van de exploitanten van diervoederbedrijven om deze homogeniteit aan te tonen. Het officiële bemonsteringsplan is gebaseerd op relevante risicofactoren en de inspecteurs blijken in het algemeen een erg goede kennis van de wettelijke bemonsteringsvereisten te hebben. In het algemeen werden het geplande aantal inspecties uitgevoerd en het geplande aantal monsters genomen, en wanneer werd vastgesteld dat niet aan de voorschriften was voldaan, werd tijdig en degelijk actie ondernomen. Ondanks de vastgestelde punten die voor verbetering vatbaar zijn, luidt de algemene conclusie dat het Nederlandse systeem op veel gebieden een goed voorbeeld is van hoe op risico's gebaseerde beginselen voor officiële diervoedercontroles met succes in de praktijk kunnen worden toegepast. II

3 Inhoudsopgave 1 Inleiding Rechtsgrondslag Doelstellingen en werkingssfeer van de missie Achtergrond en uitgangspunten Bevindingen Functies, verantwoordelijkheden en opleiding van bevoegde autoriteiten Lijst van exploitanten van diervoederbedrijven en hun activiteiten Algemene criteria om officiële diervoedercontroles te plannen Planning van inspecties en audits Planning van het officiële bemonsteringsprogramma Procedures en richtsnoeren voor officiële controles Procedures en richtsnoeren voor de follow-up van niet-naleving Herziening van de op risico's gebaseerde planning van de officiële diervoedercontroles Tenuitvoerlegging van de officiële diervoedercontroles volgens risicocriteria Uitvoering van inspecties Tenuitvoerlegging van het bemonsteringsprogramma Besprekingen met de bevoegde autoriteit Algemene conclusies Slotvergadering...14 III

4 IN DIT VERSLAG GEBRUIKTE AFKORTINGEN EN BEGRIPPEN Afkorting DG SANTE EU EDB VTE HACCP MANCP NVWA PDV RASFF RIKILT RVO Verklaring Directoraat-generaal Gezondheid en Voedselveiligheid van de Europese Commissie Europese Unie Exploitant van een diervoederbedrijf Voltijdequivalent Risicoanalyse en kritische controlepunten (Hazard Analysis and Critical Control Points) Meerjarig nationaal controleplan Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Productschap Diervoeder Systeem voor snelle waarschuwingen over levensmiddelen en diervoeders RIKILT Wageningen University & Research Rijksdienst voor Ondernemend Nederland IV

5 1 INLEIDING De missie vond van 21 tot en met 29 november 2017 in Nederland plaats in het kader van het werkprogramma van 2017 van het directoraat-generaal Gezondheid en Voedselveiligheid (DG SANTE) van de Europese Commissie. Het team van de missie bestond uit een auditor van het directoraat Audits en analyse inzake gezondheid en voedsel, en een nationale deskundige uit een lidstaat. Ze werden tijdens de volledige missie begeleid door een vertegenwoordiger van de bevoegde autoriteit, de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). Er is op 21 november 2017 een openingsvergadering met de bevoegde autoriteit georganiseerd waar de doelstellingen, het tijdschema en de rapportageprocedures voor de missie werden vastgelegd. 2 RECHTSGRONDSLAG De missie werd uitgevoerd krachtens de algemene bepalingen van de EU-wetgeving, en met name artikel 45 van Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad. Zie de bijlage voor volledige verwijzingen naar de wetgeving. Wanneer in dit verslag naar wetteksten wordt verwezen, wordt, voor zover van toepassing, de laatste gewijzigde versie bedoeld. 3 DOELSTELLINGEN EN WERKINGSSFEER VAN DE MISSIE De missie is een onderdeel van een reeks onderzoeksmissies die tot doel heeft informatie te verzamelen over goede praktijken van de bevoegde autoriteiten en de moeilijkheden waarmee ze worden geconfronteerd wanneer ze een op risico's gebaseerde benadering ten uitvoer leggen in overeenstemming met de vereisten vastgelegd in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 882/2004. Het gaat in dit geval meer bepaald om de planning en uitvoering van officiële controles in de diervoedersector. Wat de werkingssfeer betreft, omvatte de missie officiële controles van de veiligheidsvoorschriften voor diervoeders in de gehele voederketen (met inbegrip van primaire producenten) en ingevoerde diervoeders van niet-dierlijke oorsprong, met uitzondering van het deel over voorschriften zoals vastgelegd bij Verordening (EG) nr. 669/2009 van de Commissie. De missie omvatte de volgende bezoeken: Bezoeken/vergaderingen Nummer Opmerkingen Bevoegde autoriteit 2 Openings- en slotvergadering Producent van mengvoeders 2 In beide gevallen wordt het gebruik van coccidiostatica toegestaan Exploitant van een levensmiddelenbedrijf die bijproducten van niet-dierlijke oorsprong als voedermiddelen op de markt brengt 2 Bijproducten van maal- en brouwprocessen 1

6 Organisatie die voormalige levensmiddelen verzamelt/recyclet en ze als voedermiddelen op de markt brengt 2 Voormalige levensmiddelen die zijn verzameld bij bakkerijen en banketbakkerijen en zijn verwerkt Producent van voormengsels 1 Tal van voormengsels Primaire voederproducent 2 Overeenkomstig bijlage I bij Verordening (EG) nr. 183/ ACHTERGROND EN UITGANGSPUNTEN Zoals is onderstreept in het Overzichtsverslag DG(SANTE)/ dat is bekendgemaakt na de laatste auditreeks die tussen 2012 en 2014 in de diervoedersector is uitgevoerd 1, was in tal van lidstaten de risicoprioritering van officiële controles een zwak punt of in een vroege ontwikkelingsfase door het algemene klimaat van bezuiniging op middelen. In sommige gevallen werden de bevoegde autoriteiten met moeilijkheden geconfronteerd wanneer ze de betrouwbaarheid van de eigen controles van de exploitanten in acht nam, en in andere gevallen hadden de bevoegde autoriteiten onvoldoende rekening gehouden met risico's, zoals de risico's door het gebruik van voormalige levensmiddelen/bijproducten van levensmiddelen en mineraalvoeders/voederadditieven. Sommige lidstaten waren er echter wel in geslaagd om mechanismen op te zetten voor risicoprioritering van officiële controles, en dergelijke mechanismen kunnen nuttig zijn voor andere lidstaten. In dit kader is het doel van de huidige reeks onderzoeksmissies om de kennis van het directoraat bij te werken over de op risico's gebaseerde aanpak die de bevoegde autoriteiten ten uitvoer leggen om officiële diervoedercontroles te organiseren. De verzamelde gegevens zullen worden geanalyseerd om op EU-niveau vast te stellen met welke moeilijkheden de autoriteiten nog steeds te kampen hebben wanneer ze op risico's gebaseerde beginselen toepassen, en om voorbeelden van goede praktijken of mechanismen te identificeren die de risicobasis voor diervoedercontroles kan verbeteren indien ze door meer lidstaten zouden worden toegepast. 5 BEVINDINGEN 5.1 FUNCTIES, VERANTWOORDELIJKHEDEN EN OPLEIDING VAN BEVOEGDE AUTORITEITEN Wettelijke voorschriften Artikelen 4, 5 en 6 van Verordening (EG) nr. 882/2004. Bevindingen 1. De organisatie van officiële controles bij exploitanten van diervoederbedrijven is beschreven in het landenprofiel voor Nederland van de diensten van de Commissie 2. De bevoegde autoriteit heeft het team van de missie op de hoogte gesteld van bepaalde wijzigingen in de organisatie die moeten worden opgenomen in het landenprofiel. 1 Beschikbaar op: 2 Beschikbaar op: 2

7 2. Kort gesteld is het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit verantwoordelijk voor de wetgeving en het beleid op het gebied van diervoeders. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (een onafhankelijk agentschap dat is aangesteld door het ministerie en onder zijn bestuurlijke verantwoordelijkheid ressorteert) is verantwoordelijk voor de planning en tenuitvoerlegging van de officiële diervoedercontroles. Er is een duidelijke verdeling van de functies en verantwoordelijkheden met betrekking tot de organisatie en tenuitvoerlegging van de officiële diervoedercontroles. 3. Bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit stellen 4 personeelsleden (voltijdequivalenten) de planning voor de controles op en 13 voltijdequivalenten voeren alle soorten officiële diervoedercontroles uit. Tegen 2018 wenst de bevoegde autoriteit het aantal diervoederinspecteurs te verhogen met 2,5 voltijdequivalenten. 4. De diervoederinspecteurs moeten onder meer voldoende kennis hebben van de desbetreffende delen van Verordening (EG) nr. 882/2004 en een grondig begrip van Verordening (EG) nr. 183/2005 van het Europees Parlement en de Raad. 5. Alle diervoederinspecteurs nemen geregeld (ten minste eenmaal per jaar) deel aan een opleiding die verband houdt met de uitvoering van officiële diervoedercontroles. Het team van de missie heeft bewijsstukken gezien van opleidingen die tijdens de periode hebben plaatsgevonden. 6. Het team van de missie heeft zwakke punten in de kennis van sommige diervoederinspecteurs opgemerkt wanneer het gaat over de beoordeling van de maatregelen van exploitanten van diervoederbedrijven voor het testen van de homogeniteit van mengvoeders en versleping (zie bevinding 55). De ondervraagde inspecteurs (bij de exploitanten van diervoederbedrijven waar mengen een deel van de voederproductiecyclus was) verklaarden dat ze geen specifieke opleiding hadden genoten over het technische onderwerp homogeniteit. 5.2 LIJST VAN EXPLOITANTEN VAN DIERVOEDERBEDRIJVEN EN HUN ACTIVITEITEN Wettelijke voorschriften Artikelen 9 tot en met 19 van Verordening (EG) nr. 183/2005. Bevindingen 7. Het registratie- en erkenningssysteem voor bedrijven en tussenpersonen is beschreven in deel 2.4 van het landenprofiel. 8. Over het algemeen is er een passend en goed werkend systeem voor de registratie van exploitanten van diervoederbedrijven die geen primaire producenten zijn. De volgende aantallen niet-primaire exploitanten van diervoederbedrijven zijn in 2016 geregistreerd/erkend: 3

8 I. Geregistreerde/erkende exploitanten van diervoederbedrijven: 2 500, waarvan 800 levensmiddelenbedrijven die bijproducten aan de voederketen leveren II. vervoerders (vervoer via de weg of de binnenwateren): III. Handelaren: IV. Opslag en overslag (zonder handel): De website van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit bevat duidelijke informatie over de registratie en erkenning van exploitanten van diervoederbedrijven en de registratie-/erkenningsprocedure kan online worden afgehandeld. Tijdens de registratie moet de exploitant aangeven over welke activiteiten het precies gaat. Het systeem laat de exploitanten van diervoederbedrijven ook toe de registratie online in te trekken. 10. Er zijn twee openbare lijsten van exploitanten van diervoederbedrijven op de website van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit: één voor geregistreerde exploitanten en een andere voor enkel erkende exploitanten van diervoederbedrijven. Alle activiteiten in verband met diervoeders zijn duidelijk aangegeven op de lijsten, die ten minste eenmaal per week automatisch worden bijgewerkt. 11. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit verklaarde dat ze de lijst met erkende exploitanten van diervoederbedrijven bijhoudt sinds de uitvoering van Verordening (EG) nr. 183/2005. Tot 2015 was het Productschap Diervoeder (PDV) (ontbonden vanaf 1 januari 2015) verantwoordelijk voor de registratieprocedure en hield het de lijst van geregistreerde exploitanten bij. Sinds 1 januari 2015 is de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit eveneens verantwoordelijk voor de erkenningsprocedure. 12. Doordat de lijst in andere handen terechtkwam, moesten exploitanten van diervoederbedrijven zich opnieuw registreren in overeenstemming met de procedure die op de website van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit is beschreven. Eind 2014 lanceerde de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit een informatiecampagne om de exploitanten van diervoederbedrijven in kennis te stellen over de nieuwe registratie. 13. Begin 2017 namen de inspecteurs zelf contact op met de exploitanten die hun "oude" registratie/erkenning (van het PDV) hadden behouden en waarin hun activiteiten in verband met diervoeders niet waren gespecificeerd, teneinde de ontbrekende informatie in de lijsten aan te vullen. 14. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit gaf toe dat de huidige lijsten de huidige activiteiten van de exploitanten van diervoederbedrijven niet altijd correct weergeven en dat ze de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit niet altijd tijdig op de hoogte stellen van wijzigingen in hun activiteiten. 15. Bij een exploitant van een diervoederbedrijf die werd bezocht (een exploitant van een levensmiddelenbedrijf die bijproducten aan de voederketen levert) merkte het team van de missie op dat de exploitant in maart 2017 was geregistreerd, maar al voor die datum voedermiddelen aan de voederketen leverde. Tijdens besprekingen met de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit over die bevinding werd het team van de missie gemeld dat er nog andere exploitanten van levensmiddelenbedrijven kunnen zijn, die niet als 4

9 exploitant van een diervoederbedrijf zijn geregistreerd, maar bijproducten aan de voederketen leveren. Om dit probleem aan te pakken is in 2016 een project uitgevoerd waarbij 62 verwerkingsbedrijven van niet-dierlijke levensmiddelen werden geïnspecteerd. De bevoegde autoriteit ontdekte dat op het moment van de inspectie acht van die bedrijven niet als exploitanten van diervoederbedrijven waren geregistreerd. 16. Het team van de missie werd gemeld dat er mobiele mengvoederbereiders in Nederland zijn die niet zijn geregistreerd en dus niet bekend zijn bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. Bijgevolg zijn die mobiele mengvoederbereiders niet opgenomen in het systeem van officiële diervoedercontroles. 17. Het team van de missie merkte op dat de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit niet over een eigen register van primaire diervoederproducenten beschikt. Bepaalde beknopte informatie kan uit registers van andere autoriteiten worden gehaald (bv. de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en private certificeringsregelingen). De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit verklaarde dat op basis van dergelijke informatie selecties kunnen worden verricht per diercategorie, maar dat de informatie ontbreekt wat betreft zelf mengen en/of gebruiken van toevoegingsmiddelen, voormengsels en/of aanvullende voedermiddelen. 5.3 ALGEMENE CRITERIA OM OFFICIËLE DIERVOEDERCONTROLES TE PLANNEN Wettelijke voorschriften De artikelen 3, 8, 10, 15, 16, 54 en 55 van Verordening (EG) nr. 882/2004. Artikel 1 van en bijlage I bij Verordening (EG) nr. 152/2009 van de Commissie. Artikel 3 van en bijlage I bij Richtlijn 2002/32/EG van het Europees Parlement en de Raad. Bevindingen Planning van inspecties en audits 18. In Nederland is er momenteel een nieuwe aanpak om inspecties en audits te plannen. Vóór de invoering van de huidige planningscyclus werd de volledige planning opgesteld door de coördinerende inspecteur; nu wordt de planning gebaseerd op informatie van andere directies van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, met name het Bureau Risicobeoordeling & Onderzoek en de Divisie Inlichtingen- en Opsporingsdienst. Het doel hiervan is rekening te houden met de ervaring en kennis van alle betrokken afdelingen van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit en zo een consistente op risico's gebaseerde aanpak in de planning te garanderen. De nieuwe aanpak moet voornamelijk het efficiënte gebruik van de middelen en de inzet ervan voor de relevantste problemen garanderen. Bovendien overweegt de bevoegde autoriteit om gegevens uit schadeclaims en private certificeringsregelingen te gebruiken. 19. Officiële diervoederinspecties worden in de vorm van projecten (onaangekondigde inspecties) en systeemaudits (aangekondigde inspecties) georganiseerd. 5

10 20. De "projectinspecties" hebben slechts betrekking op specifieke delen van de diervoederwetgeving en kunnen dus per definitie niet alomvattend zijn; de gecontroleerde aspecten worden geselecteerd op basis van de relevante risicocriteria (afgeleid uit strategische prioriteiten, wetswijzigingen, resultaten van voorgaande inspecties, analyses van tendenzen enz.). Bij de selectie van exploitanten van diervoederbedrijven wordt rekening gehouden met hun activiteiten, eerdere inspecties en in bepaalde gevallen informatie uit private certificeringsregelingen. Er is geen vastgelegde regelmaat voor "projectinspecties". Het team van de missie kreeg een aantal voorbeelden van "projectinspecties", zoals "Afzet plantaardige bijproducten van levensmiddelenindustrie naar diervoeder" 3, "Gebruik koper en zink in de varkenshouderij", "Vervoer dierlijke bijproducten en diervoeder", "Naleving etiketterings- en claimvoorschriften" enz. Het team van de missie merkte op dat er per project tussen 20 en 50 exploitanten van diervoederbedrijven worden geïnspecteerd. 21. De systeemaudits zijn gericht op de verificatie van plannen voor risicoanalyse en kritische controlepunten (HACCP), waardoor andere aspecten van de diervoederproductie misschien niet in de audit zijn opgenomen. De regelmaat waarmee erkende exploitanten van diervoederbedrijven een audit krijgen, bedraagt drie jaar; voor andere exploitanten van diervoederbedrijven is geen interval vastgelegd. 22. Er is geen specifieke planning voor officiële controles bij importeurs van diervoeders die niet moeten voldoen aan de bijzondere voorwaarden voor invoer die zijn bepaald in Verordening (EG) nr. 669/2009 van de Commissie en andere relevante beschermingswetgeving. In beginsel kunnen importeurs van diervoeders worden onderworpen aan een "projectinspectie", indien dat noodzakelijk wordt geacht. Het team van de missie heeft geen lopend project geïdentificeerd dat specifiek betrekking had op importeurs van diervoeders. Niettemin vallen ingevoerde diervoeders onder het Nationaal Plan Diervoeders (zie bevinding 31). 23. Informatie uit private certificeringsregelingen kan in acht worden genomen bij de planning van bepaalde projecten, maar in werkelijkheid blijkt deze informatie slechts een erg beperkte invloed op het definitieve plan te hebben. 24. In de periode is een project uitgevoerd om drie private certificeringsregelingen (voor de diervoedersector) te beoordelen in het kader van de werkzaamheden van de Taskforce Voedselvertrouwen 4. Het theoretische onderzoek en de verificatieprocedure zijn afgerond. De regelingen zijn verzocht bepaalde aanpassingen te doen aan de voorafgaande aankondiging van de inspecties/audits en hun risico-oriëntatie en -inhoud. Naar verwachting zal het project de komende maanden worden voltooid. 3 Aanvullende informatie is beschikbaar op: 4 Aanvullende informatie is beschikbaar op: 6

11 5.3.2 Planning van het officiële bemonsteringsprogramma 25. RIKILT Wageningen University & Research (hierna "RIKILT" genoemd) heeft een (softwaregebaseerd) statistisch model ontwikkeld voor de prioritering/classificatie van risico's van ongewenste stoffen (in de zin van Richtlijn 2002/32/EG) in verschillende voedermiddelen Het model neemt kennisgevingen uit het systeem voor snelle waarschuwingen over levensmiddelen en diervoeders (RASFF), beschikbare informatie over crisissen/incidenten met diervoeders, controle van resultaten, specifieke studies over dit onderwerp, adviezen van deskundigen, analyses van tendenzen enz. in aanmerking. Het team van de missie merkte op dat RIKILT toegang heeft tot bepaalde sectorale bemonsteringsplannen en gegevens over voederformulering, oorsprong van voedermiddelen en hoeveelheden daarvan. 27. De factoren in het model waarmee rekening wordt gehouden voor de prioritering/classificatie van risico's zijn: I. omvang van de markt (hoeveelheid voedermiddelen); II. aandeel van de voedermiddelen in de verschillende soorten mengvoeder (voedersamenstelling); III. oorsprong van de voedermiddelen; IV. effect van de ongewenste stoffen op dieren en mensen (toxiciteit van de ongewenste stoffen: er wordt zelfs een overdracht en accumulatie van dieren naar levensmiddelen in aanmerking genomen); V. prevalentie van de ongewenste stoffen in de voedermiddelen (risico dat de stoffen worden aangetroffen op basis van de oorsprong van de voedermiddelen). 28. Op basis van de resultaten van het model stelt de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit een nationaal bemonsteringsplan op en legt zij het aantal te behalen monsters, de soorten analyten, de soorten diervoeders en de categorieën exploitanten van diervoederbedrijven die moeten worden bemonsterd, vast, rekening houdend met de haalbaarheid, de begroting en andere technische factoren. Het bemonsteringsplan is een onderdeel van het meerjarig nationaal controleplan (MNCP). 29. Het nationale bemonsteringsplan omvat ongewenste stoffen in de zin van Richtlijn 2002/32/EG, residuen van bestrijdingsmiddelen in de zin van Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad, niet-toegestane stoffen (bv. geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik en verboden dierlijke eiwitten) en verboden middelen in de zin van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 767/2009 van het Europees Parlement en de Raad, genetisch gemodificeerde organismen enz. De bemonstering heeft betrekking op de gehele voederketen, dus zowel op primaire als nietprimaire exploitanten van diervoederbedrijven. 5 Een gedetailleerde beschrijving is beschikbaar op: 7

12 30. Bij de planning van het nationale bemonsteringsplan neemt de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit de controleprogramma's in acht die in het kader van de sectorale en private certificeringsregelingen zijn ontwikkeld en uitgevoerd, teneinde het ontwerp van het officiële bemonsteringsplan te optimaliseren. 31. Voor ingevoerde diervoeders (die niet zijn onderworpen aan de bijzondere voorwaarden voor invoer zoals bepaald in Verordening (EG) nr. 669/2009 van de Commissie en andere relevante Uniewetgeving) wordt in het nationale bemonsteringsplan specifiek het aantal officiële monsters vastgesteld die moeten worden genomen om de betreffende veiligheidsparameters voor diervoeders te controleren. Wanneer mogelijk worden de monsters op de punten van binnenkomst genomen. 32. Het team van de missie merkte op dat er voor de meeste soorten diervoeders een passende risicobeoordeling voorhanden is, wat de planning van de officiële bemonstering vergemakkelijkt. 33. In het nationale bemonsteringsplan voor 2017 staat duidelijk het aantal monsters per inspecteur, per soort verontreinigende stof, per soort diervoeder en per doelgroep (schakel in de voederketen). 34. Welke exploitanten van diervoederbedrijven worden geselecteerd voor officiële bemonstering en welke soort diervoeder ter plaatse wordt bemonsterd, wordt beslist door de diervoederinspecteurs, in het kader van het aantal monsters dat in het bemonsteringsplan per diersoort en per doelgroep (soort diervoederbedrijf) moet worden bereikt. Indien nodig ontvangen de inspecteurs steun van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit en/of RIKILT. 35. Ook restanten van verpakkingsmateriaal in voormalige levensmiddelen die worden verwerkt en als voedermiddelen in de handel worden gebracht, zijn in het nationale bemonsteringsplan opgenomen. Het team van de missie merkte op dat na een vorige audit van de Commissie (DG SANTE MR) een aanbeveling hiertoe was verstrekt. In haar antwoord heeft de bevoegde autoriteit verklaard dat "de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit handhavingsmaatregelen heeft, indien het verpakkingsmateriaal in voedermiddelen meer dan 0,15 % gewichtspercent bedraagt" en dat op basis van de desbetreffende risicobeoordeling de vastgestelde concentratie geen risico voor de volksgezondheid met zich meebrengt 6. Er is een gevalideerde methode voorhanden voor de analyse van de concentratie van verpakkingsmateriaal in diervoeders Procedures en richtsnoeren voor officiële controles 36. Elk project begint met de ontwikkeling van een alomvattend documentenpakket, waarin een gedetailleerde projectbeschrijving, een checklist voor inspecteurs, richtsnoeren om relevante exploitanten van diervoederbedrijven te identificeren, informatie over 6 Meer informatie is beschikbaar in het landenprofiel op: 8

13 referenties enz. zijn opgenomen. Het team van de missie kreeg projectdocumenten van verschillende afgeronde en lopende projecten. Het team van de missie merkte op dat de onderzochte documenten de doelstellingen van de projecten goed weergaven en voldoende informatie boden aan de inspecteurs om de controleactiviteiten te vergemakkelijken en standaardiseren. 37. De checklists bestaan uit vragen in verband met de toepasselijke wettelijke voorschriften (binnen de werkingssfeer van het project) die met "ja" of "nee" moeten worden beantwoord (naleving of niet, mits dat voorschrift van toepassing is). 38. Over het algemeen is er een gedetailleerde en passende instructie voor bemonstering. Hierin wordt echter voorgeschreven om twee eindmonsters te bereiden, terwijl deel 9.4 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 152/2009 drie eindmonsters voorschrijft (voor controle-, verhaal- en arbitragedoeleinden). De bevoegde autoriteit verduidelijkte dat de instructie over het aantal eindmonsters gebaseerd is op de algemene bepalingen zoals vastgesteld in deel 3 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 152/2009, waarin is bepaald dat "ten minste twee eindmonsters" vereist zijn. 39. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit heeft een gedetailleerde en passende beschrijving van de controlemaatregelen voor versleping van restanten 7 opgesteld en op haar publieke website bekendgemaakt om exploitanten van diervoederbedrijven bewust te maken van dit probleem. Dat maakt het voor de diervoederinspecteurs bovendien gemakkelijker om de efficiëntie van de eigen controleprogramma's voor versleping van restanten van de exploitanten van diervoederbedrijven te beoordelen Procedures en richtsnoeren voor de follow-up van niet-naleving 40. In 2016 is een nieuw Algemeen Interventiebeleid NVWA opgesteld. Het document beschrijft het beleid dat moet worden toegepast bij overtredingen van de wettelijke voorschriften die tijdens inspecties, audits, productanalyses enz. worden vastgesteld. De toe te passen methoden bij niet-naleving moeten evenredig zijn met de ernst van de nietnaleving en de risico's die eruit kunnen voortvloeien. 41. In het interventiebeleid van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit zijn alle overtredingen in vier klassen opgedeeld: I. Klasse A: zeer ernstige overtredingen en/of misdrijven die doorgaans worden behandeld door de Divisie Inlichtingen- en Opsporingsdienst. De desbetreffende informatie wordt aan het Openbaar Ministerie verstrekt. De follow-up bestaat uit een nieuwe inspectie/nieuwe bemonstering binnen drie maanden. II. Klasse B: ernstige overtredingen en/of misdrijven waarvoor het betrekken van de Divisie Inlichtingen- en Opsporingsdienst niet noodzakelijk is. De follow-up bestaat uit een nieuwe inspectie/nieuwe bemonstering binnen drie maanden. 7 Beschikbaar op: 9

14 III. IV. Klasse C: overtredingen die geen rechtstreeks risico voor de gezondheid van dieren of mensen inhouden. De follow-up bestaat uit een nieuwe inspectie/nieuwe bemonstering binnen drie maanden. Klasse D: geringe overtreding. Er is geen specifieke follow-up in de vorm van een nieuwe inspectie/nieuwe bemonstering, maar de situatie wordt opnieuw gecontroleerd bij de volgende routine-inspectie/-audit. 42. De bevoegde autoriteit heeft een bijlage bij haar interventiebeleid gevoegd met de noodzakelijke informatie voor de classificatie van verschillende overtredingen. 43. Tijdens de bezoeken aan de exploitanten van diervoederbedrijven merkte het team van de missie op dat vergelijkbare overtredingen anders werden geclassificeerd door de aanwezige diervoederinspecteurs, misschien omdat het interventiebeleid nog redelijk nieuw is en de inspecteurs er nog niet helemaal mee vertrouwd zijn. 44. In 2016 zijn 251 handhavingsmaatregelen genomen op basis van de resultaten van de officiële diervoedercontroles met onder meer bemonstering. De maatregelen bestonden uit 204 schriftelijke waarschuwingen, 43 rapporten van bevindingen en 4 processenverbaal. 45. Een RASFF-procedure die in geval van een vermeend ernstig risico voor de gezondheid van mensen of dieren of het milieu moet worden geactiveerd, werd voorgelegd aan het team van de missie. Het merkte op dat het document voldoende bepalingen bevat om een kennisgeving af te geven en te behandelen. Er was echter geen vereiste vermeld over de termijn waarbinnen de RASFF-kennisgeving moet worden geactiveerd vanaf het moment dat de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit van het risico op de hoogte is Herziening van de op risico's gebaseerde planning van de officiële diervoedercontroles Wettelijke voorschriften Artikel 4 en artikel 8, lid 3, van Verordening (EG) nr. 882/2004. Bevindingen 46. De nieuw opgestelde handhavingsregie past een filosofie van kennisgedreven en op risico's gerichte herziening van de officiële controles toe op alle gebieden van de bevoegdheden van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, met inbegrip van diervoeder. Om de situatie in een veranderende omgeving tijdig in te schatten en te herzien, wordt permanent toezicht gehouden op het beheer (strategisch niveau), de ontwikkeling (tactisch niveau) en de tenuitvoerlegging (operationeel niveau). 47. Het team van de missie merkte op dat verschillende divisies van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (waaronder het Bureau Risicobeoordeling & Onderzoek en de Divisie Inlichtingen- en Opsporingsdienst) betrokken zijn bij dat permanente toezicht, wat de herziening van de officiële diervoedercontroles voldoende mogelijk maakt. Alle betrokken partijen wisselen geregeld informatie uit. Wanneer dat 10

15 noodzakelijk wordt geacht, wordt het programma van de officiële diervoedercontroles gewijzigd. In het algemeen zijn de factoren die tot een wijziging kunnen leiden, wijzigingen aan de wetgeving, opkomende behoeften, waargenomen tendenzen, aanpassingen aan de analysemethodologie enz. 5.4 TENUITVOERLEGGING VAN DE OFFICIËLE DIERVOEDERCONTROLES VOLGENS RISICOCRITERIA Wettelijke voorschriften Artikelen 3, 8, 9, 10, 11, 15 en 16 van Verordening (EG) nr. 882/2004. Artikelen 5, 6 en 7 van en bijlagen I, II en III bij Verordening (EG) nr. 183/2005. Artikel 1 van en bijlage I bij Verordening (EG) nr. 152/2009 van de Commissie. Artikel 3 van en bijlage I bij Richtlijn 2002/32/EG. Bevindingen Uitvoering van inspecties 48. Zoals beschreven in afdeling is er geen algemene regelmaat voor inspecties vastgesteld. De bevoegde autoriteit stelt projecten voor waarin het aantal werkuren en het aantal te bezoeken exploitanten van diervoederbedrijven (en wanneer nodig hun profiel) is vastgesteld. 49. De diervoederinspecteurs van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit voeren doorgaans de officiële diervoedercontroles bij niet-primaire producenten van diervoederbedrijven uit. Het team van de missie nam kennis van een initiatief om levensmiddeleninspecteurs van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit te betrekken bij de inspecties van exploitanten van levensmiddelenbedrijven die bijproducten aan de voederketen leveren. Dat garandeert de informatie-uitwisseling tussen beide soorten inspecteurs, wat de bevoegde autoriteit een behulpzame benadering acht. Bij exploitanten van diervoederbedrijven die primaire producent zijn, voeren inspecteurs voor primaire productie (die doorgaans andere problemen behandelen dan voederveiligheidsaspecten van de productie van levensmiddelen van niet-dierlijke en dierlijke oorsprong) de diervoederinspecties uit. 50. In 2016 zijn inspecties/audits uitgevoerd. Bij de onderzochte projecten merkte het team van de missie op dat het aantal werkuren/te bezoeken exploitanten van diervoederbedrijven doorgaans werd gehaald. 51. Bovendien merkte het op dat de inspecteurs doorgaans de checklists gebruikten die voor de projecten waren ontwikkeld. 52. Het team van de missie bezocht negen exploitanten van diervoederbedrijven en merkte de volgende tekortkomingen op in de eigen kwaliteits-/controleprogramma's van die exploitanten: 11

16 I. Ontoereikende etikettering (voor voedermiddelen en/of eindproducten) bij de meeste exploitanten van diervoederbedrijven die waren bezocht. II. Onvolledige of onvoldoende uitgebreide HACCP-plannen bij twee exploitanten van diervoederbedrijven (beide exploitanten van levensmiddelenbedrijven die bijproducten leveren aan de voederketen). III. Het totaal ontbreken of een onvoldoende aantal bewaarde monsters bij twee exploitanten van diervoederbedrijven. 53. Alle voornoemde tekortkomingen werden correct opgemerkt door de aanwezige inspecteurs. Tegelijk merkte het team van de missie op dat deze tekortkomingen tijdens voorgaande inspecties/audits niet waren vastgesteld, wat de omvattendheid van de "projectinspecties" in vraag stelt. 54. De diervoederinspecteurs bij niet-primaire exploitanten van diervoederbedrijven gaven blijk van een grondige kennis van de algemene voorschriften in Verordening (EG) nr. 183/2005, maar de inspecteurs bij primaire exploitanten van diervoederbedrijven hadden moeilijkheden om de desbetreffende voorschriften van Verordening (EG) nr. 183/2005 toe te passen (bv. de maatregelen om de diervoederproductie onder hygiënische omstandigheden te garanderen of om te voorkomen dat schadelijke organismen gevaarlijke verontreiniging veroorzaken enz.). 55. Het team van de missie merkte op dat de inspecteurs moeite hadden met de beoordeling van de tests voor de homogeniteit van mengvoeders (alle inspecteurs) en versleping (twee inspecteurs) (zie bevinding 6) Tenuitvoerlegging van het bemonsteringsprogramma 56. Het aantal monsters, de soorten analyten, de soorten diervoeders en de categorieën exploitanten van diervoederbedrijven die moeten worden bemonsterd, zijn gebaseerd op het jaarlijks nationaal bemonsteringsplan. De diervoederinspecteurs beslissen over de precieze plaats voor bemonstering en het soort diervoeder dat wordt bemonsterd. Over het algemeen werd de voorgestelde planning uit het nationale bemonsteringsplan gevolgd wat betreft het aantal monsters en analyten. 57. In 2016 zijn officiële diervoedermonsters genomen. Elk officieel diervoedermonster wordt doorgaans getest op verschillende parameters. Daardoor is er een hoger aantal analyseresultaten dan genomen monsters. 58. De diervoederinspecteurs voor niet-primaire productie gaven blijk van een grondige kennis van de desbetreffende voorschriften zoals vastgelegd in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 152/2009. van de Commissie. Het concept "partij" van monsters werd echter door geen enkele diervoederinspecteur toegepast, mogelijk door een gebrek aan duidelijkheid hierover in de instructie voor bemonstering. 59. De diervoederinspecteurs voor primaire productie verklaarden dat ze slechts een beperkt aantal officiële diervoedermonsters nemen. Het team van de missie merkte op dat de 12

17 inspecteurs moeite hebben met de desbetreffende bepalingen uit Verordening (EG) nr. 152/2009 (zie ook bevinding 54). 60. De bemonsteringsprotocollen die het team van de missie heeft vastgesteld, waren over het algemeen bevredigend. 61. Het team van de missie heeft enkele laboratoriumrapporten bekeken en merkte op dat bepaalde verplichte rapportageparameters (voornamelijk de correctie voor terugvinding en de uitgebreide meetonzekerheid) vermeld in deel C6 van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 152/2009 niet in de rapporten waren vermeld Terwijl de aanwezige diervoederinspecteurs moeite hadden met de interpretatie van die rapporten, verduidelijkte de bevoegde autoriteit dat alle laboratoriumrapporten naar één persoon worden gestuurd die de binnenkomende resultaten interpreteert en, wanneer nodig, de diervoederinspecteur die het monster nam, waarschuwt. Het team van de missie merkte op dat er geen geschikte back-up voor deze functie is, wat erop neerkomt dat wanneer die persoon afwezig is, niemand de laboratoriumrapporten interpreteert. 63. Er zijn drie officieel aangestelde laboratoria voor officiële controles, die allen geaccrediteerd zijn overeenkomstig EN ISO 17025; hun respectieve accreditaties omvatten de analyses/matrices die in het nationale bemonsteringsplan zijn opgenomen. Het team van de missie werd gemeld dat het merendeel van de officiële diervoedermonsters in een van deze laboratoria wordt geanalyseerd. 64. Het team van de missie merkte op dat de overeengekomen termijn voor de analyse van de routinediervoedermonsters in het vaakst ingeschakelde laboratorium tussen 10 en 30 werkdagen bedraagt. 5.5 BESPREKINGEN MET DE BEVOEGDE AUTORITEIT 65. De bevoegde autoriteit ondervindt moeilijkheden bij het verkrijgen van bijgewerkte informatie over de activiteiten in verband met diervoeders van bepaalde exploitanten van diervoederbedrijven, waaronder van exploitanten van levensmiddelenbedrijven die bijproducten aan de voederketen leveren (zie ook bevindingen 14, 15 en 16). 6 ALGEMENE CONCLUSIES In Nederland is de planning van officiële diervoedercontroles op risico's gebaseerd. De tenuitvoerlegging van de controles wordt ondersteund door een duidelijk systeem voor de registratie en erkenning van niet-primaire exploitanten van diervoederbedrijven en een over het algemeen degelijk opleidingssysteem voor personeel dat wordt ingezet bij inspecties en 8 In een reactie op het ontwerpverslag verklaarde de bevoegde autoriteit dat de bekeken laboratoriumrapporten specifiek voor de missie waren gedrukt, met alle analyseresultaten van de genomen monsters. Doorgaans worden, in overeenstemming met de overeenkomst met RIKILT, alleen laboratoriumrapporten van nietconforme analysen ingediend, met de meetonzekerheid als rapportageparameter. 13

18 bemonstering. Omdat er echter geen voldoende gedetailleerd (en bijgewerkt) register van primaire exploitanten van diervoederbedrijven en gegevens over bepaalde andere categorieën producenten, zoals exploitanten van levensmiddelenbedrijven die bijproducten op de diervoedermarkt brengen en mobiele mengvoederbereiders bestaan, zijn diervoederinspecties moeilijker te plannen, wat door de bevoegde autoriteit wordt erkend. De officiële diervoederinspecties nemen de vorm aan van op risico's gebaseerde projectinspecties en systeemaudits. Bij de inspecties worden specifieke aspecten van de diervoederproductie gecontroleerd. Ze zijn dus niet van algemeen van aard. Deze inspecties/audits worden over het algemeen uitgevoerd zoals ze gepland staan. De enige opgemerkte zwakke punten hadden betrekking op de beoordelingen van de diervoederinspecteurs van de homogeniteit van de mengvoeders en de doeltreffendheid van de maatregelen van de exploitanten van diervoederbedrijven om deze homogeniteit aan te tonen. Het officiële bemonsteringsplan is gebaseerd op relevante risicofactoren en de inspecteurs blijken in het algemeen een erg goede kennis van de wettelijke bemonsteringsvereisten te hebben. In het algemeen werden het geplande aantal inspecties uitgevoerd en het geplande aantal monsters genomen, en wanneer werd vastgesteld dat niet aan de voorschriften was voldaan, werd tijdig en degelijk actie ondernomen. Ondanks de vastgestelde punten die voor verbetering vatbaar zijn, luidt de algemene conclusie dat het Nederlandse systeem op veel gebieden een goed voorbeeld is van hoe op risico's gebaseerde beginselen voor officiële diervoedercontroles met succes in de praktijk kunnen worden toegepast. 7 SLOTVERGADERING Op 29 november 2017 werd een slotvergadering gehouden met vertegenwoordigers van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit en RIKILT. Het team van de missie heeft de belangrijkste bevindingen van de missie gepresenteerd. De aanwezige autoriteiten hebben geen blijk van grote onenigheid hieromtrent gegeven. 14

19 BIJLAGE 1 VERWIJZINGEN NAAR WETGEVING Verwijzing naar wetgeving Verordening (EG) nr. 882/2004 Verordening (EG) nr. 669/2009 Verordening (EG) nr. 183/2005 Verordening (EG) nr. 152/2009 Richtlijn 2002/32/EG Verordening (EG) nr. 396/2005 Publicatieblad PB L 165 van , blz. 1, gerectificeerd en opnieuw bekendgemaakt in PB L 191 van , blz. 1 PB L 194 van , blz PB L 35 van , blz PB L 54 van , blz PB L 140 van , blz PB L 70 van , blz Titel Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn Verordening (EG) nr. 669/2009 van de Commissie van 24 juli 2009 ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft meer uitgebreide officiële controles op de invoer van bepaalde diervoeders en levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong en tot wijziging van Beschikking 2006/504/EG Verordening (EG) nr. 183/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 12 januari 2005 tot vaststelling van voorschriften voor diervoederhygiëne Verordening (EG) nr. 152/2009 van de Commissie van 27 januari 2009 tot vaststelling van de bemonsterings- en analysemethoden voor de officiële controle van diervoeders Richtlijn 2002/32/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 mei 2002 inzake ongewenste stoffen in diervoeding Verklaring van de Raad Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad 15

20 Verordening (EG) nr. 767/2009 PB L 229 van , blz Verordening (EG) nr. 767/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende het in de handel brengen en het gebruik van diervoeders, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 79/373/EEG van de Raad, Richtlijn 80/511/EEG van de Commissie, Richtlijnen 82/471/EEG, 83/228/EEG, 93/74/EEG, 93/113/EG en 96/25/EG van de Raad en Beschikking 2004/217/EG van de Commissie 16

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL GEZONDHEID EN VOEDSELVEILIGHEID

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL GEZONDHEID EN VOEDSELVEILIGHEID Ref. Ares(2019)3910491-19/06/2019 EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL GEZONDHEID EN VOEDSELVEILIGHEID Audits en analyse inzake gezondheid en voedsel DG(SANTE) 2018-6339 EINDVERSLAG VAN EEN AUDIT UITGEVOERD

Nadere informatie

code IB02-SPEC35 versie 02 Inwerkingtreding: 1 oktober 2017 pag. 1 van 5

code IB02-SPEC35 versie 02 Inwerkingtreding: 1 oktober 2017 pag. 1 van 5 code IB02-SPEC35 versie 02 Inwerkingtreding: 1 oktober 2017 pag. 1 van 5 Versie Datum De Staatssecretaris van Wijzigingen ten opzichte van eerdere versie Vaststelling Economische Zaken 02 05-09-2017 De

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL GEZONDHEID EN VOEDSELVEILIGHEID

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL GEZONDHEID EN VOEDSELVEILIGHEID Ref. Ares(2016)6552335-22/11/2016 EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL GEZONDHEID EN VOEDSELVEILIGHEID Audits en analyse inzake gezondheid en voedsel DG(SANTE) 2016-8900 - MR EINDVERSLAG OVER EEN ONDERZOEKSMISSIE

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 16.3.2012 Publicatieblad van de Europese Unie L 77/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN VERORDENING (EU) Nr. 225/2012 VAN DE COMMISSIE van 15 maart 2012 tot wijziging van bijlage II bij Verordening

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) 23.10.2015 L 278/5 VERORDENING (EU) 2015/1905 VAN DE COMMISSIE van 22 oktober 2015 tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 183/2005 van het Europees Parlement en de Raad wat het testen op

Nadere informatie

23.3.2011 Publicatieblad van de Europese Unie L 77/25

23.3.2011 Publicatieblad van de Europese Unie L 77/25 23.3.2011 Publicatieblad van de Europese Unie L 77/25 VERORDENING (EU) Nr. 284/2011 VAN DE COMMISSIE van 22 maart 2011 tot vaststelling van specifieke voorwaarden en gedetailleerde procedures voor de invoer

Nadere informatie

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van (datum), nr., Directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van (datum), nr., Directie Wetgeving en Juridische Zaken; WIJ BEATRIX, BIJ DE GRATIE GODS, KONINGIN DER NEDERLANDEN, PRINSES VAN ORANJE- NASSAU, ENZ. ENZ. ENZ. Besluit van... houdende regels inzake diervoeders (Besluit diervoeders 2012) Besluit van Op de voordracht

Nadere informatie

VERORDENING (EG) VAN DE COMMISSIE van 30 november 2009 tot vaststelling van overgangsmaatregelen voor de uitvoering van de Verordening

VERORDENING (EG) VAN DE COMMISSIE van 30 november 2009 tot vaststelling van overgangsmaatregelen voor de uitvoering van de Verordening VERORDENING (EG) VAN DE COMMISSIE van 30 november 2009 tot vaststelling van overgangsmaatregelen voor de uitvoering van de Verordeningen (EG) nr. 853/2004, (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het

Nadere informatie

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst)

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst) L 125/10 VERORDENINGEN VERORDENING (EU) 2015/786 VAN DE COMMISSIE van 19 mei 2015 tot vaststelling van criteria voor de aanvaardbaarheid van zuiveringsprocedés die worden toegepast op producten die bedoeld

Nadere informatie

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Omzendbrief betreffende versleping van de diervoeders Huidige versie Referenties PCCB/S1/626741 Datum 15/03/2011 Trefwoorden Kruisverontreiniging,

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2008) 1995.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2008) 1995. RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 12 juni 2008 (13.06) (OR. fr) Interinstitutioneel dossier: 2008/0110 (COD) 10637/08 ADD 2 AGRILEG 104 CODEC 769 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De onderdelen d tot en met h worden geletterd e tot en met i.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De onderdelen d tot en met h worden geletterd e tot en met i. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 17924 4 juli 2013 Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 1 juli 2013, nr. WJZ/13101068, houdende wijziging

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie

Publicatieblad van de Europese Unie L 29/24 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/186 VAN DE COMMISSIE van 2 februari 2017 tot vaststelling van bijzondere voorwaarden voor het binnenbrengen in de Unie van zendingen uit bepaalde derde landen wegens

Nadere informatie

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst)

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst) L 156/2 VERORDENINGEN UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/949 VAN DE COMMISSIE van 19 juni 2015 tot goedkeuring van de door bepaalde derde landen verrichte, aan de uitvoer voorafgaande controles op bepaalde

Nadere informatie

(3) Het verslag bevat feedback over de ervaringen met de overgangsmaatregelen van Verordening (EG) nr. 2076/2005 van de Commissie (4). In het verslag

(3) Het verslag bevat feedback over de ervaringen met de overgangsmaatregelen van Verordening (EG) nr. 2076/2005 van de Commissie (4). In het verslag VERORDENING (EU) VAN DE COMMISSIE van 2 februari 2017 tot vaststelling van overgangsmaatregelen voor de toepassing van de Verordeningen (EG) nr. 853/2004 en (EG) nr. 854/2004 van het Europees Parlement

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) L 171/100 26.6.2019 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2019/1084 VAN DE COMMISSIE van 25 juni 2019 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 142/2011 wat betreft de harmonisatie van de lijst van erkende of geregistreerde

Nadere informatie

Meldingsplicht diervoederlaboratoria Verplichtingen uit Wet dieren en Diervoederhygiëneverordening bekend?

Meldingsplicht diervoederlaboratoria Verplichtingen uit Wet dieren en Diervoederhygiëneverordening bekend? Meldingsplicht diervoederlaboratoria Verplichtingen uit Wet dieren en Diervoederhygiëneverordening bekend? In de Wet dieren, die sinds 1 januari 2013 in werking is getreden, is in artikel 5.15 een meldingsplicht

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) L 242/20 UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 885/2014 VAN DE COMMISSIE van 13 augustus 2014 tot vaststelling van bijzondere voorwaarden voor de invoer van okra's en kerrieblad uit India en houdende wijziging

Nadere informatie

TRA 3191 Onmiddelijke verpakking diervoeders - INFRASTRUCTUUR, INRICHTING EN HYGIENE [3191] v1

TRA 3191 Onmiddelijke verpakking diervoeders - INFRASTRUCTUUR, INRICHTING EN HYGIENE [3191] v1 Provinciale dienst van : Datum : Veranwoordelijke controleur : Nr : Operator : N uniek : Adres : TRA 9 Onmiddelijke verpakking diervoeders - INFRASTRUCTUUR, INRICHTING EN HYGIENE [9] v C: conform NC: Niet-conform

Nadere informatie

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 28.3.2019 C(2019) 2266 final UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 28.3.2019 inzake een in 2020, 2021 en 2022 uit te voeren gecoördineerd meerjarig controleprogramma

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie COMMISSIE

Publicatieblad van de Europese Unie COMMISSIE 10.1.2004 L 6/29 II (Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing) COMMISSIE AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 19 december 2003 betreffende een gecoördineerd programma voor 2004

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) 8.11.2018 L 278/7 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/1660 VAN DE COMMISSIE van 7 november 2018 tot vaststelling van bijzondere voorwaarden voor de invoer van bepaalde levensmiddelen van nietdierlijke oorsprong

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 22 december 2010 (OR. en) 18255/10 COMER 241

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 22 december 2010 (OR. en) 18255/10 COMER 241 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 22 december 2010 (OR. en) 18255/10 COMER 241 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie ingekomen:

Nadere informatie

DEFINITIEF VERSLAG VAN EEN AUDIT UITGEVOERD IN NEDERLAND VAN 10 TOT EN MET 19 SEPTEMBER 2013

DEFINITIEF VERSLAG VAN EEN AUDIT UITGEVOERD IN NEDERLAND VAN 10 TOT EN MET 19 SEPTEMBER 2013 Ref. Ares(2014)1465563-07/05/2014 EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL GEZONDHEID EN CONSUMENTEN Directoraat F Voedsel- en Veterinair Bureau DG(SANCO) 2013-6753 - MR DEFINITIEF DEFINITIEF VERSLAG VAN

Nadere informatie

FAQ. 2. Op wie heeft de Europese Verordening 183/2005 betrekking?

FAQ. 2. Op wie heeft de Europese Verordening 183/2005 betrekking? FAQ 1. Waaruit bestaat de Europese Verordening 183/2005? Deze nieuwe Verordening bepaalt de voorschriften voor diervoederhygiëne. Alle verschillende activiteiten in de diervoederketen worden onderverdeeld

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 oktober 2009 (15.10) (OR. en) 14299/09 ADD 1 AGRILEG 182 DENLEG 93

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 oktober 2009 (15.10) (OR. en) 14299/09 ADD 1 AGRILEG 182 DENLEG 93 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 3 oktober 2009 (5.0) (OR. en) 4299/09 ADD AGRILEG 82 DEEG 93 NOTA I/A-PUNT - ADDENDUM van: de Groep veterinaire deskundigen (volksgezondheid) aan: het Coreper/de Raad

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie

Publicatieblad van de Europese Unie 7.2.2017 L 32/35 UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2017/204 VAN DE COMMISSIE van 3 februari 2017 tot machtiging van de lidstaten om tijdelijk af te wijken van een aantal bepalingen van Richtlijn 2000/29/EG van de

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA 's-gravenhage

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA 's-gravenhage > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA 's-gravenhage Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie

Publicatieblad van de Europese Unie L 30/10 6.2.2015 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/175 VAN DE COMMISSIE van 5 februari 2015 tot vaststelling van bijzondere voorwaarden voor de invoer van guarpitmeel van oorsprong of verzonden uit India

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL GEZONDHEID EN VOEDSELVEILIGHEID

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL GEZONDHEID EN VOEDSELVEILIGHEID Ref. Ares(2016)2833179-17/06/2016 EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL GEZONDHEID EN VOEDSELVEILIGHEID Audits en analyse inzake gezondheid en voedsel DG(SANTE) 2015-7622 - MR EINDVERSLAG VAN EEN AUDIT

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Publicatieblad van de Europese Unie. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 13.1.2016 L 8/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/24 VAN DE COMMISSIE van 8 januari 2016 tot vaststelling van bijzondere voorwaarden voor de invoer van grondnoten

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) L 173/42 VERORDENING (EU) 2019/1091 VAN DE COMMISSIE van 26 juni 2019 tot wijziging van bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de voorschriften voor

Nadere informatie

UITVOERINGSRICHTLIJN 2014/97/EU VAN DE COMMISSIE

UITVOERINGSRICHTLIJN 2014/97/EU VAN DE COMMISSIE L 298/16 16.10.2014 UITVOERINGSRICHTLIJN 2014/97/EU VAN DE COMMISSIE van 15 oktober 2014 tot uitvoering van Richtlijn 2008/90/EG van de Raad wat betreft de registratie van leveranciers en van rassen en

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 2012R0028 NL 25.06.2012 001.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B VERORDENING (EU) Nr. 28/2012 VAN DE COMMISSIE van

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie

Publicatieblad van de Europese Unie L 174/3 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/1060 VAN DE COMMISSIE 2 juli 2015 tot verlening een vergunning voor watervrije betaïne en betaïnehydrochloride als toevoegingsmiddelen voor diervoeding voor alle

Nadere informatie

TRA 3169 Groothandel in diervoeders - INFRASTRUCTUUR, INRICHTING EN HYGIENE [3169] v1

TRA 3169 Groothandel in diervoeders - INFRASTRUCTUUR, INRICHTING EN HYGIENE [3169] v1 Provinciale dienst van : Datum : Veranwoordelijke controleur : Nr : Operator : N uniek : Adres : TRA 69 Groothandel in diervoeders - INFRASTRUCTUUR, INRICHTING EN HYGIENE [69] v C: conform NC: Niet-conform

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 14.1.2012 Publicatieblad van de Europese Unie L 12/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN VERORDENING (EU) Nr. 28/2012 VAN DE COMMISSIE van 11 januari 2012 tot vaststelling van voorschriften voor

Nadere informatie

Geconsolideerde TEKST

Geconsolideerde TEKST NL Geconsolideerde TEKST samengesteld door het CONSLEG-systeem van het Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen CONSLEG: 2002D0994 03/02/2003 Aantal bladzijden: 5 < Bureau voor officiële

Nadere informatie

Informatieblad Transport van levensmiddelen, diervoeders en dierlijke bijproducten.

Informatieblad Transport van levensmiddelen, diervoeders en dierlijke bijproducten. Informatieblad Transport van levensmiddelen, diervoeders en dierlijke bijproducten. Nadere uitwerking van de Hygiënecode Transport Opslag en Distributie en de Hygiënecode Diervoedersector Wegtransport

Nadere informatie

22.12.2005 NL Publicatieblad van de Europese Unie L 338/83

22.12.2005 NL Publicatieblad van de Europese Unie L 338/83 22.12.2005 NL Publicatieblad van de Europese Unie L 338/83 VERORDENING (EG) Nr. 2076/2005 VAN DE COMMISSIE van 5 december 2005 tot vaststelling van overgangsregelingen voor de uitvoering van de Verordeningen

Nadere informatie

VERORDENING (EG) Nr. 183/2005 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 12 januari 2005 tot vaststelling van voorschriften voor diervoederhygiëne

VERORDENING (EG) Nr. 183/2005 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 12 januari 2005 tot vaststelling van voorschriften voor diervoederhygiëne 2005R0183 NL 20.04.2009 001.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B VERORDENING (EG) Nr. 183/2005 VAN HET EUROPEES PARLEMENT

Nadere informatie

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 19.3.2018 C(2018) 1558 final UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 19.3.2018 betreffende de procedurele stappen van de raadplegingsprocedure om vast te stellen

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie

Publicatieblad van de Europese Unie 4.1.2019 NL L 2/21 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2019/12 VAN DE COMMISSIE van 3 januari 2019 tot verlening van een vergunning voor L-arginine als voor diervoeding voor alle diersoorten (Voor de EER relevante

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) 11.12.2015 NL L 326/49 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/2307 VAN DE COMMISSIE van 10 december 2015 tot verlening van een vergunning voor menadion-natriumwaterstofsulfiet en menadionnicotinamidewaterstofsulfiet

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) 17.1.2017 NL L 13/167 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/59 VAN DE COMMISSIE van 14 december 2016 betreffende vergunningen voor 1,1-dimethoxy-2-fenylethaan, fenethylformiaat, fenethyloctanoaat, fenethylisobutyraat,

Nadere informatie

AANBEVELING VAN DE COMMISSIE

AANBEVELING VAN DE COMMISSIE L 48/28 Publicatieblad van de Europese Unie 21.2.2013 AANBEVELINGEN AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 19 februari 2013 betreffende een gecoördineerd controleplan ter opsporing van frauduleuze praktijken

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie

Publicatieblad van de Europese Unie 25.3.2017 L 80/7 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/556 VAN DE COMMISSIE van 24 maart 2017 houdende de nadere regeling voor de inspectieprocedures inzake goede klinische praktijken overeenkomstig Verordening

Nadere informatie

FAQ - Autocontrolegids voor de handel in granen en agro-toelevering

FAQ - Autocontrolegids voor de handel in granen en agro-toelevering PB 07 FAQ (G-038) REV 1 2 2013-1/8 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Autocontrolegids voor de handel in granen en agro-toelevering Van toepassing vanaf: 13/09/2013 Opgesteld

Nadere informatie

betreffende met GGO's geproduceerde levensmiddelen

betreffende met GGO's geproduceerde levensmiddelen L 268/24 VERORDENING (EG) Nr. 1830/2003 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 22 september 2003 betreffende de traceerbaarheid en etikettering van genetisch gemodificeerde organismen en de traceerbaarheid

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) L 13/246 NL UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/65 VAN DE COMMISSIE van 14 december 2016 tot verlening van een vergunning voor 1-isopropyl-4-methylbenzeen, pin-2(10)-een, pin-2(3)-een, β- caryofylleen, kamfeen,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 13289 27 augustus 2010 Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 20 augustus 2010, nr. 145464,

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 29.11.2007 COM(2007) 761 definitief 2007/0266 (ACC) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD over het standpunt van de Gemeenschap in het Gemengd Comité EG-Faeröer

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 28.02.2006 COM(2006) 89 definitief Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren (door de Commissie ingediend)

Nadere informatie

Bijlage 9 behorende bij het Convenant tussen het Ministerie van Economische Zaken en het Ministerie van Financien van 23 februari 2015.

Bijlage 9 behorende bij het Convenant tussen het Ministerie van Economische Zaken en het Ministerie van Financien van 23 februari 2015. Bijlage 9 behorende bij het Convenant tussen het Ministerie van Economische Zaken en het Ministerie van Financien van 23 februari 2015. Inzake de handhavingstaken door de Douane voor niet-veterinaire diervoeders,

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen

Koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen PB 00 P 09 - REV 2 2005-2/13 I. DOELSTELLINGEN EN TOEPASSINGGEBIED Via deze procedure wordt er door het FAVV nagegaan of het onderzochte bedrijf voldoet aan de geldende wetgeving inzake de wettelijk opgelegde

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 20.10.2017 NL L 271/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1914 VAN DE COMMISSIE van 19 oktober 2017 tot verlening van een vergunning voor salinomycine-natrium

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) 3.6.2019 NL L 144/41 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2019/901 VAN DE COMMISSIE van 29 mei 2019 tot verlening van een vergunning voor riboflavine geproduceerd door Ashbya gossypii (DSM 23096), riboflavine geproduceerd

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) 15.7.2015 NL L 187/5 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/1152 VAN DE COMMISSIE van 14 juli 2015 tot verlening van een vergunning voor tocoferolextracten van plantaardige oliën, tocoferolrijke extracten van

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING. INTERPRETATIENOTA Nr. 2015-01

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING. INTERPRETATIENOTA Nr. 2015-01 EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING Directoraat I. Landbouwwetgeving en procedures I.1. Landbouwwetgeving; vereenvoudiging Datum van verspreiding 8.7.2015 INTERPRETATIENOTA

Nadere informatie

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/9 VAN DE COMMISSIE

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/9 VAN DE COMMISSIE L 3/41 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/9 VAN DE COMMISSIE van 5 januari 2016 betreffende het gezamenlijk indienen en het uitwisselen van gegevens overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL GEZONDHEID EN VOEDSELVEILIGHEID

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL GEZONDHEID EN VOEDSELVEILIGHEID EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL GEZONDHEID EN VOEDSELVEILIGHEID Brussel, 27 februari 2018 KENNISGEVING AAN BELANGHEBBENDEN TERUGTREKKING VAN HET VERENIGD KONINKRIJK EN EU-REGELS OP HET GEBIED VAN

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) 24.10.2015 L 280/31 UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2015/1918 VAN DE COMMISSIE van 22 oktober 2015 tot vaststelling van het systeem voor administratieve bijstand en samenwerking (AAC-systeem) krachtens Verordening

Nadere informatie

De verhouding tussen Richtlijn 98/34/EG en de Verordening betreffende wederzijdse erkenning

De verhouding tussen Richtlijn 98/34/EG en de Verordening betreffende wederzijdse erkenning EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL ONDERNEMINGEN EN INDUSTRIE Leidraad 1 Brussel, 1.2.2010 - De verhouding tussen Richtlijn 98/34/EG en de Verordening betreffende wederzijdse erkenning 1. IEIDING

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie

Publicatieblad van de Europese Unie 4.2.2017 NL L 31/29 UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2017/198 VAN DE COMMISSIE van 2 februari 2017 betreffende maatregelen ter voorkoming van de insleep en verspreiding in de Unie van Pseudomonas syringae pv. actinidiae

Nadere informatie

TRA 3147 Vervaardigen van diervoeders - INFRASTRUCTUUR, INRICHTING EN HYGIENE [3147] v2

TRA 3147 Vervaardigen van diervoeders - INFRASTRUCTUUR, INRICHTING EN HYGIENE [3147] v2 Provinciale dienst van : Datum : Veranwoordelijke controleur : Nr : Operator : N uniek : Adres : TRA 47 Vervaardigen van diervoeders - INFRASTRUCTUUR, INRICHTING EN HYGIENE [47] v2 C : conform NC : niet-conform

Nadere informatie

De Inspecteur-Generaal van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit,

De Inspecteur-Generaal van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, code IB02-SPEC37 versie 05 Inwerkingtreding: 15 februari 2017 pag. 1 van 6 De Minister van Versie Datum vaststelling Volksgezondheid, Welzijn en Sport/ De Nederlandse Voedsel en Wijzigingen ten opzichte

Nadere informatie

PRI 3373 Vervaardiging van mengvoeders op de boerderij - Infrastructuur, inrichting en hygiëne [3373] v1

PRI 3373 Vervaardiging van mengvoeders op de boerderij - Infrastructuur, inrichting en hygiëne [3373] v1 Provinciale dienst van : Datum : Veranwoordelijke controleur : Nr : Operator : N uniek : Adres : PRI 7 Vervaardiging van mengvoeders op de boerderij - Infrastructuur, inrichting en hygiëne [7] v C: conform

Nadere informatie

Informatieblad 64: Borging van voedselveiligheid in de levensmiddelenketen met betrekking tot de gevaren verbonden aan grondstoffen

Informatieblad 64: Borging van voedselveiligheid in de levensmiddelenketen met betrekking tot de gevaren verbonden aan grondstoffen Informatieblad 64: Borging van voedselveiligheid in de levensmiddelenketen met betrekking tot de gevaren verbonden aan grondstoffen Datum Inleiding Volgens Verordening (EG) 852/2004 zijn levensmiddelen

Nadere informatie

L 120/20 Publicatieblad van de Europese Unie 7.5.2008 AANBEVELINGEN COMMISSIE

L 120/20 Publicatieblad van de Europese Unie 7.5.2008 AANBEVELINGEN COMMISSIE L 120/20 Publicatieblad van de Europese Unie 7.5.2008 AANBEVELINGEN COMMISSIE AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 6 mei 2008 inzake de externe kwaliteitsborging voor wettelijke auditors en auditkantoren die

Nadere informatie

Inhoudsopgave I. BASISREGELS. A. Substantiële regels

Inhoudsopgave I. BASISREGELS. A. Substantiële regels Inhoudsopgave I. BASISREGELS A. Substantiële regels Verord. (EG) nr. 178/2002 E.P. en de Raad 28 JANUARI 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving,

Nadere informatie

Borging van voedselveiligheid in de levensmiddelenketen met betrekking tot de gevaren verbonden aan grondstoffen

Borging van voedselveiligheid in de levensmiddelenketen met betrekking tot de gevaren verbonden aan grondstoffen Contact info@vwa.nl 64 Titel Borging van voedselveiligheid in de levensmiddelenketen met betrekking tot de gevaren verbonden aan grondstoffen Inleiding Volgens Verordening (EG) 852/2004 zijn levensmiddelenbedrijven

Nadere informatie

AANBEVELING VAN DE COMMISSIE

AANBEVELING VAN DE COMMISSIE 15.1.2011 Publicatieblad van de Europese Unie L 11/75 AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 14 januari 2011 tot vaststelling van richtsnoeren voor het onderscheid tussen voedermiddelen, toevoegingsmiddelen,

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) 8.6.2017 L 145/13 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/962 VAN DE COMMISSIE van 7 juni 2017 tot intrekking van de vergunning voor ethoxyquine als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor alle diersoorten en

Nadere informatie

FAQ - Autocontrolegids Dierenvoeders

FAQ - Autocontrolegids Dierenvoeders PB 07 FAQ (G-001) REV 4 2019-1/10 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Autocontrolegids Dierenvoeders Van toepassing vanaf: 26-04-2019 Naam functie/ dienst Datum Handtekening

Nadere informatie

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, 19.6.2014 L 179/17 GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. 664/2014 VAN DE COMMISSIE van 18 december 2013 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL GEZONDHEID EN VOEDSELVEILIGHEID

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL GEZONDHEID EN VOEDSELVEILIGHEID Ref. Ares(2016)156958-12/01/2016 EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL GEZONDHEID EN VOEDSELVEILIGHEID Directoraat F Voedsel- en Veterinair Bureau DG(SANTE) 2015-7436 - MR DEFINITIEF VERSLAG VAN EEN

Nadere informatie

code INV PR 03 versie 02 ingangsdatum 23-09-2014 pag. 1 van 5

code INV PR 03 versie 02 ingangsdatum 23-09-2014 pag. 1 van 5 code INV PR 03 versie 02 ingangsdatum 23-09-2014 pag. 1 van 5 versie datum toelichting 0.1 19-09-2013 Eerste versie, concept voor nieuw document ter vervanging van INV PR 03 en 05. Met ingang van dit document

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 289/33

Publicatieblad van de Europese Unie L 289/33 NL 31.10.2013 Publicatieblad de Europese Unie L 289/33 UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 1060/2013 VAN DE COMMISSIE 29 oktober 2013 tot verlening een vergunning voor bentoniet als toevoegingsmiddel voor

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 35285 18 december 2013 Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 11 december 2013, 179952-114751-VGP

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties document D048897/03.

Hierbij gaat voor de delegaties document D048897/03. Raad van de Europese Unie Brussel, 14 februari 2017 (OR. en) 6294/17 AGRILEG 42 VETER 16 BEGELEIDENDE NOTA van: de Europese Commissie ingekomen: 13 februari 2017 aan: Nr. Comdoc.: D048897/03 Betreft: het

Nadere informatie

De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op procedures van voorafgaande machtiging

De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op procedures van voorafgaande machtiging EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL ONDERNEMINGEN EN INDUSTRIE Leidraad 1 Brussel, 1.2.2010 - De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op procedures van voorafgaande machtiging

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) L 147/8 NL 12.6.2015 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/897 VAN DE COMMISSIE 11 juni 2015 tot verlening een vergunning voor thiaminehydrochloride en thiaminemononitraat als toevoegingsmiddelen voor diervoeding

Nadere informatie

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. 26.7.2013 Publicatieblad van de Europese Unie L 201/31 VERORDENING (EU) Nr. 717/2013 VAN DE COMMISSIE van 25 juli 2013 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 142/2011 wat betreft de vermeldingen inzake

Nadere informatie

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Omzendbrief met betrekking tot erkenning-/registratievoorwaarden van opslagbedrijven van dierlijke bijproducten en afgeleide producten die niet

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst) (12) De aanvrager, de lidstaten, met uitzondering van de lidstaat-rapporteur,

(Voor de EER relevante tekst) (12) De aanvrager, de lidstaten, met uitzondering van de lidstaat-rapporteur, L 252/26 Publicatieblad van de Europese Unie 19.9.2012 UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 844/2012 VAN DE COMMISSIE van 18 september 2012 tot vaststelling van de nodige bepalingen voor de uitvoering van de

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) 6.5.2015 NL L 115/25 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/724 VAN DE COMMISSIE van 5 mei 2015 tot verlening van een vergunning voor retinylacetaat, retinylpalmitaat en retinylpropionaat als en voor diervoeding

Nadere informatie

titel Overdracht werkzaamheden pluimvee- en konijnenslachthuizen code PA-40 versie 9 ingangsdatum pag. 1 van 6

titel Overdracht werkzaamheden pluimvee- en konijnenslachthuizen code PA-40 versie 9 ingangsdatum pag. 1 van 6 code PA-40 versie 9 ingangsdatum 13-09-2018 pag. 1 van 6 versie datum toelichting 7 20-09-2011 Splitsen van het overdracht deel van de PM keuring en het toezicht op de bedrijfskeurders. Dit voorschrift

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie VERORDENINGEN

Publicatieblad van de Europese Unie VERORDENINGEN L 10/2 NL 14.1.2019 VERORDENINGEN UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2019/49 VAN DE COMMISSIE van 4 januari 2019 tot verlening van een vergunning voor natriumseleniet, gecoate korrels natriumseleniet en zink-lselenomethionine

Nadere informatie

PUBLIC. Brussel, 8 oktober 2009 (08.10) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 14149/09 LIMITE ENV 649 ENT 183

PUBLIC. Brussel, 8 oktober 2009 (08.10) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 14149/09 LIMITE ENV 649 ENT 183 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 8 oktober 2009 (08.10) (OR. en) 14149/09 LIMITE PUBLIC ENV 649 ENT 183 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 21.1.2009 COM(2009) 12 definitief Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD betreffende het voorlopig verbod op het gebruik en de verkoop in Hongarije

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) 28.1.2016 L 21/45 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/100 VAN DE COMMISSIE van 16 oktober 2015 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen tot bepaling van het gezamenlijke besluitvormingsproces met

Nadere informatie

Nr. 2018/775 (PB L 131 van , blz. 8)

Nr. 2018/775 (PB L 131 van , blz. 8) VERORDENING (EU) VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 28 mei 2018 tot vaststelling van voorschriften voor de toepassing van artikel 26, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement

Nadere informatie

Richtlijn 2006/121/EG van het Europees Parlement en de Raad. van 18 december 2006

Richtlijn 2006/121/EG van het Europees Parlement en de Raad. van 18 december 2006 30.12.2006 NL Publicatieblad van de Europese Unie L 396/849 Richtlijn 2006/121/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot wijziging van Richtlijn 67/548/EEG van de Raad betreffende

Nadere informatie

UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2016/715 VAN DE COMMISSIE

UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2016/715 VAN DE COMMISSIE L 125/16 13.5.2016 UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2016/715 VAN DE COMMISSIE van 11 mei 2016 inzake maatregelen met betrekking tot bepaalde vruchten van oorsprong uit bepaalde derde landen om het binnenbrengen

Nadere informatie

10/01/2012 ESMA/2011/188

10/01/2012 ESMA/2011/188 Richtsnoeren en aanbevelingen Samenwerking, met inbegrip van delegatie, tussen de ESMA, de bevoegde autoriteiten en de sectorale bevoegde autoriteiten krachtens Verordening (EU) nr. 513/2011 inzake ratingbureaus

Nadere informatie

Inhoudsopgave Tekst Begin

Inhoudsopgave Tekst Begin Voorstel tot herziening van het KB van 20 september 2012 V2 20 SEPTEMBER 2012. -Koninklijk besluit betreffende de monsternemingen en de analyse ervan, bedoeld in artikel 3, 5 van het Koninklijk besluit

Nadere informatie

VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 6.2.2019 C(2019) 595 final VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 6.2.2019 tot wijziging van bijlage IX bij Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de

Nadere informatie

L 252/10 Publicatieblad van de Europese Unie

L 252/10 Publicatieblad van de Europese Unie L 252/10 Publicatieblad van de Europese Unie 28.9.2011 UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 961/2011 VAN DE COMMISSIE van 27 september 2011 tot vaststelling van bijzondere voorwaarden voor de invoer van levensmiddelen

Nadere informatie

Erkenningen Buitengrens Inspectie Post / Sub Inspectiepost Verlenen en onderhoud erkenning (HPIE0201) 8 juni 2016 Versie: 1.1.1

Erkenningen Buitengrens Inspectie Post / Sub Inspectiepost Verlenen en onderhoud erkenning (HPIE0201) 8 juni 2016 Versie: 1.1.1 1. DOEL Deze instructie beschrijft de werkwijze voor het verlenen en onderhouden van een erkenning van een Buitengrens Inspectie Post (BIP) of een Sub Inspectiepost (SIP) 2. TOEPASSINGSGEBIED Levende dieren

Nadere informatie

2003R1830 NL

2003R1830 NL 2003R1830 NL 11.12.2008 001.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B VERORDENING (EG) Nr. 1830/2003 VAN HET EUROPEES

Nadere informatie