Gearchiveerd op 01/08/2013

Transcriptie

1 Provinciale dienst van:... Datum:... Verantwoordelijke Controleur:... Nr:... Operator :... N uniek... Adres : PRI 2019 Slachten en uitslachten van productiedieren en loopvogels in het slachthuis - Dierenwelzijn [2019] v5 C : conform NC : niet-conform NA : niet van toepassing 1. Geslachte diersoorten H : hoofdstuk B : bijlage A : artikel 1. Op het tijdstip van de controle geslachte soorten. : paragraaf L : Lid P : punt C NC Punten NA van de niet-conformiteiten : 0 2. Algemene structuur 1. De infrastructuur van het slachthuis voorkomt dat dieren vallen en zich verwonden. 3 Koninklijk besluit : 16/01/1998 BH1B1&B7 (1*) 2. De helling voor het uitladen van de dieren is maximaal 20. 3

2 Koninklijk besluit : 16/01/1998 BH1B1 (1*) 3. De stallen bieden voldoende bescherming tegen ongunstige weersomstandigheden. 3 Koninklijk besluit : 16/01/1998 BH1B6 (1*) 4. De stallen kunnen indien nodig snel van strooisel worden voorzien. 3 Koninklijk besluit : 16/01/1998 BH1B7 (1*) 5. De stallen zijn voorzien van voldoende, indien nodig mobiele, verlichting om de erin 3 ondergebrachte dieren te kunnen controleren. Koninklijk besluit : 16/01/1998 BH1A5&B7 (1*) 6. De drijfgangen moeten zo zijn geconstrueerd dat gebruik kan worden gemaakt van het kuddeinstinct. 7. De drijfgangen zijn breed genoeg en zijn van die aard dat verwondingen worden vermeden Bedwelmen gebeurt met behulp van : 9. Er is onmiddellijk gebruiksklare reserve bewelmingsapparatuur beschikbaar. Koninklijk besluit : 16/01/1998 H1A6 2 (2*). De installaties die de dieren in bedwang houden worden onderhouden en zijn zodanig dat slachten zonder vermijdbaar lijden mogelijk is. Koninklijk besluit : 16/01/1998 BH2 1 (1*) 11. Er is geschikt materiaal voorhanden om dieren die niet kunnen lopen aan te voeren. 12. Het gebruik van een kinlift ter fixatie van de kop mag niet leiden tot overextensie van de nek. Koninklijk besluit : 16/01/1998 BH2 1 (1*) 13. De bedwelming brengt het dier in een staat van volledige bewusteloostheid. Koninklijk besluit : 16/01/1998 H1A2 5 (1*) 14. Bij een rituele slachting zonder bedwelming wordt het dier pas opgetrokken of verplaatst als het bewusteloos is In het algemeen wordt de dieren elk vermijdbaar lijden bespaard. 16. Het dier is bewusteloos bij het verbloeden behalve bij een rituele slachting zonder bedwelning.

3 Koninklijk besluit : 16/01/1998 BH4 1 (1*) 17. Bij rituele slachtingen zonder bedwelming wordt het ruggenmerg niet geraakt tijdens of na het snijden en wordt niet meer aan de wonde geraakt na het snijden. 18. De karkasverwerking start niet vooraleer de dood is ingesteld, dit is wanneer het hart is gestopt met kloppen. van de niet-conformiteiten : 0 3. CONTROLE EN VERZORGING 1. Opgewonden of vermoeide dieren krijgen ten minste 24 uur rust. 1 Koninklijk besluit : 16/01/1998 BH1B5 (1*) 2. Bij het slachten wordt voorrang verleend aan niet-gespeende of gewonde dieren. 3. De gestalde dieren worden ten minste 2x per dag gecontroleerd. 3 Koninklijk besluit : 16/01/1998 BH1A5 (1*) 4. Dieren die meer dan 12 uur worden gehouden worden gevoederd. Koninklijk besluit : 16/01/1998 BH1B9 (1*) 5. Dieren die elkaar kunnen verwonden, worden gescheiden gehouden. Koninklijk besluit : 16/01/1998 BH1A3 (1*) 6. Niet-gespeende of gewonde dieren worden in afwachting van het slachten van de andere gescheiden.

4 7. Dieren die niet onmiddellijk naar de slachtplaats worden gebracht, beschikken over drinkwater. Koninklijk besluit : 16/01/1998 BH1B9 (1*) 8. De elektrische veedrijver wordt op passende wijze gebruikt. 9. De dieren worden niet ongecontroleerd, overdreven of onnodig geslagen.. Men stelt niet vast dat de dieren worden geslaan op delen van het lichaam die bijzonder gevoelig zijn of dat op die delen druk uitgeoefend wordt, Koninklijk besluit : 16/01/1998 BH1B4 (1*) 11. De dieren worden niet voortgedreven met puntige of snijdende voorwerpen. 12. Dieren die niet kunnen lopen worden ter plekke bedwelmd en gekeeld of op een manier die niet nog meer lijden veroorzaakt naar de slachtplaats gebracht. 13. De dieren worden niet voortgetrokken of opgetild bij de poten, de oren, de staart, de kop of de vacht en worden niet uit de voertuigen gegooid. Koninklijk besluit : 16/01/1998 BH1B2&B3 (1*) 14. De dieren worden onmiddellijk nadat ze in de bedwelmingsbox werden geplaatst, bedwelmd (gekeeld bij rituele slachting). Koninklijk besluit : 16/01/1998 BH3A1c (1*) * * van de niet-conformiteiten : PERSONEEL

5 1. Het personeel is beroepsbekwaam en voldoende talrijk. Koninklijk besluit : 16/01/1998 H1A7 (1*) 2. Bij het uitvoeren van een rituele slachting beschikt de offeraar over een geldige machtiging 3 Koninklijk besluit : 11/02/1988 A2 1 (3*) van de niet-conformiteiten : 0 Wetgeving: 1*. kb 16/01/98 inzake de bescherming van dieren bij het slachten of doden. 2*. koninklijk besluit van 16/01/1998 inzake de bescherming van dieren bij het slachten of doden 3*. kb 11/02/1988 betreffende sommige door een religieuze ritus voorgeschreven slachtingen.

6 Commentaar operator Gunstig Gunstig met opmerkingen Ongunstig Gemaakt te Handtekening en stempel controleur, op Naam operator of aanwezige persoon : Functie : Tekent voor kennisname :