BIJLAGE. 1 Status van de tekst. 2 Eén Huis van het Kind Brussel of meerdere Brusselse Huizen van het Kind? 3 Missie en visie Huis van het Kind Brussel

Transcriptie

1 BIJLAGE Bijlage nr. 1 Conceptnota Huis van het Kind Brussel (versie 5 juni 2014) Samenwerken zodat gezinnen (en organisaties) er beter van worden Conceptnota ontwikkeld door de stuurgroep van het project Huis van het Kind Brussel Versie goedgekeurd op stuurgroep d.d. 5 juni Status van de tekst Deze conceptnota werd ontwikkeld door de stuurgroep van het project Huis van het Kind Brussel. De volgende twee vragen staan centraal in deze conceptnota: wat kan de missie en visie zijn van een Huis van het Kind in Brussel? Hoe organiseren we het Huis van het Kind in Brussel? Deze versie van de conceptnota werd goedgekeurd op de stuurgroep d.d. 5 juni Het vormt het raamwerk om een erkenning en subsidiëring bij K&G aan te vragen. Eenmaal het samenwerkingsverband Huis van het Kind Brussel van start gaat, zal dit raamwerk verder worden ontwikkeld en verfijnd. 2 Eén Huis van het Kind Brussel of meerdere Brusselse Huizen van het Kind? Vertrekpunt van de nota is dat een Huis van het Kind in Brussel moet vertrekken van een sterke lokale invulling dicht bij de gezinnen. Tegelijkertijd is er ook nood aan een bovenlokaal niveau in functie van een goede spreiding van het aanbod in Brussel, het maken van bovenlokale samenwerkingsafspraken en een gezamenlijke expertiseontwikkeling en deling. Daarom kiezen we voor een Brussel-brede erkenning van het Huis van het Kind waarbij er vertrokken wordt van een gedeelde missie en visie voor het Huis van het Kind voor het ganse Brussels werkingsgebied. We kiezen voor een organisatiemodel met twee niveaus: Een lokaal niveau waar de missie en visie van het Huis van het Kind Brussel lokaal wordt gerealiseerd met voldoende autonomie om dit lokaal in te kleuren, af te stemmen op de lokale realiteit en in te spelen op de situatie en noden van de gezinnen. Een bovenlokaal niveau dat een sterke preventieve gezinsondersteuning in Brussel faciliteert door bovenlokaal samen te werken. In deze tekst starten we met een voorstel van missie en visie van het Huis van het Kind Brussel. Vervolgens werken we het organisatiemodel verder uit. 3 Missie en visie Huis van het Kind Brussel De missie en visie wordt uitgewerkt aan de hand van de volgende vragen: Wat is het Huis van het Kind Brussel? Wie is de doelgroep? Wat zijn de leidende principes van het Huis van het Kind Brussel? Wat zijn de ambities van het Huis van het Kind Brussel? 3.1 Wat is het Huis van het Kind Brussel? Huis van het Kind Brussel is het Brusselse samenwerkingsverband van Nederlandstalige organisaties dat in samenwerking een aanbod, acties en maatregelen ontwikkelt met als doel het creëren van een leefomgeving in Brussel waarin het goed is om op te voeden en op te groeien. Meer specifiek streeft het samenwerkingsverband naar een leefomgeving waarin kinderen en jongeren maximale ontwikkelingskansen krijgen, ouders zich gesteund voelen in de opvoeding van en zorg voor hun kind(eren) en een krachtig partnerschap tussen ouders en andere opvoedingsverantwoordelijken bestaat. Hiertoe investeert het samenwerkingsverband in het uitbouwen en versterken van lokale 1

2 samenwerkingsverbanden op verschillende plaatsen in Brussel (o.a. door inzet middelen, spreiding aanbod, bovenlokale samenwerkingsafspraken te maken waar nodig, ). Dit sluit aan bij de doelstelling die de Vlaamse regelgever beoogt met de preventieve gezinsondersteuning en de uitbouw van Huizen van het Kind, met name: Het welbevinden van aanstaande ouders en gezinnen met kinderen en jongeren bevorderen door hen te ondersteunen op het gebied van welzijn en gezondheid, zodat voor ieder kind en jongere maximale gezondheids- en welzijnswinsten gerealiseerd worden. De preventieve gezinsondersteuning doet dit minstens door: aanstaande ouders, gezinnen, hun kinderen en jongeren gepast te ondersteunen op het vlak van gezondheid, de ontwikkeling en de opvoeding van hun opgroeiende kinderen en jongeren; de sociale, informele netwerken rondom gezinnen en hun kinderen en jongeren te bevorderen en te ondersteunen; risico s, problemen inzake gezondheid, ontwikkeling, opvoeding en onderwijs bij kinderen vroegtijdig op te sporen, op te volgen en/of te verwijzen; infectieziekten bij kinderen te voorkomen, onder meer door toediening van vaccinaties; te werken aan de versterking van kwetsbare aanstaande ouders en gezinnen met kinderen en jongeren in het kader van de bestrijding van kinderarmoede; door middel van sensibilisering en het promoten van ondersteunende maatregelen ten aanzien van aanstaande ouders en gezinnen met kinderen en jongeren bij te dragen aan het creëren van een gezinsvriendelijk klimaat in de gehele samenleving. (Decreet houdende de organisatie van preventieve gezinondersteuning, goedgekeurd op 20 november 2013) Het Brussels samenwerkingsverband is sectoroverschrijdend: naast organisaties uit de preventieve gezinsondersteuning wordt er actief samengewerkt met kinderopvang, onderwijs, socio-culturele organisaties, jeugdwerking, sport verenigingen, Het werkingsgebied van het huis van het Kind is het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad. 3.2 Wie is de doelgroep? Het Huis van het Kind Brussel richt zich tot alle kinderen en jongeren tot (prioritair) 12 jaar, (aanstaande) moeders en vaders van kinderen en jongeren van -9 maand tot 24 jaar en andere opvoedingsverantwoordelijken die wonen in het tweetalig gebied in Brussel-Hoofdstad. Binnen het beleidskader van de preventieve gezinsondersteuning van de Vlaamse Gemeenschap en van de Vlaamse Gemeenschapscommissie en rekening houdend met de diversiteit, richt het Huis van het Kind Brussel zich tot een doelpubliek van 30 procent van de Brusselse bevolking. Daarbij gaat prioriteit naar gezinnen met kinderen die thuis (ook) Nederlands spreken en naar gezinnen die kiezen voor een Nederlandstalige dienstverlening, met bijzondere aandacht voor kwetsbare gezinnen. 3.3 Leidende principes van het Huis van het Kind Brussel Het Huis van het Kind Brussel streeft naar een universele dienstverlening waarbij er een basisaanbod dienstverlening wordt aangereikt aan elk kind en elk gezin, met aansluitend en waar nodig een geïntegreerd supplementair aanbod aangepast aan de noden van specifieke gezinnen Het Huis van het Kind Brussel streeft naar gelijkwaardigheid, betrokkenheid en respect voor diversiteit Een laagdrempelig en toegankelijk aanbod met en voor alle ouders en kinderen is een centraal idee in het concept van het Huis van het Kind (zowel in Vlaams beleidskader als in Brussels concept). Tegelijkertijd is er de terugkerende zorg voor het bereiken van maatschappelijk kwetsbare gezinnen. Om dit te realiseren, wordt er gewerkt aan voorzieningen waarin iedereen: het gevoel heeft dat hij/zij erbij hoort wordt gestimuleerd om alle aspecten van zijn/haar identiteit te ontwikkelen 2

3 van elkaar kan leren over culturele en andere grenzen heen kan participeren als actieve burger bewust omgaat met vooroordelen via een open communicatie en leergierigheid samenwerkt om institutionele vormen van vooroordelen en discriminatie te bestrijden. (cfr. DECET 1 principes) Het Huis van het Kind Brussel legt verbindingen Meer specifiek: Verbindingen tussen gezinnen: het werken aan sociale cohesie over sociaal-economische en etnisch-culturele grenzen heen, investeren in bonding of verbinden van gezinnen met gemeenschappelijke kenmerken en bridging of verbinden van gezinnen die op het eerste zicht van elkaar verschillen Verbindingen tussen gezinnen en aanbod: aanbod naar gezinnen brengen, gezinnen actief doorverwijzen naar het gepaste aanbod, gezinnen ondersteunen om aan bepaalde activiteiten deel te nemen, afstemmen tussen thuis en andere leefmilieus van kinderen (bvb. kinderopvang, school) Verbindingen tussen voorzieningen: aanbod kenbaar maken, aanbod organisatorisch afstemmen, expertisedeling, samen projecten realiseren, Het Huis van het Kind Brussel vertrekt vanuit de visie dat een krachtig partnerschap tussen basisvoorzieningen voor kinderen en ouders, gezinnen ten goede komt. Daarom worden er in het kader van het Huis van het Kind Brussel maximaal verbindingen gelegd tussen preventieve gezinsondersteuning, kinderopvang, onderwijs, jeugdwerk en het netwerk rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp. Bij de uitwerking van het Huis van het Kind Brussel wordt maximaal verder gebouwd op bestaande waardevolle dynamieken en samenwerkingsverbanden. Brussel is immers op vlak van samenwerking geen blanco blad: De buitenschoolse kinderopvang werkt samen met partners om een webfunctie uit te bouwen die kinderen toelaat om vrijetijdsmogelijkheden in de buurt te ontdekken. De voorschoolse kinderopvang werkt al meerdere jaren samen om de toegankelijkheid van de kinderopvang te vergroten via samenwerking. Dit resulteerde recent in de oprichting van de vzw Samenwerken aan kinderopvang. Er zijn in Brussel op dit moment 28 Brede School projecten waarbij organisaties uit verschillende sectoren rondom een of meer scholen een netwerk vormen met als gemeenschappelijk doel: de brede ontwikkeling van kinderen en jongeren, op school en in de vrije tijd. Ten slotte zijn er op verschillende plaatsen in Brussel reeds lokale samenwerkingsverbanden Huizen van het Kind aan het groeien De uitdaging bestaat er in om verder te bouwen op bestaande goedwerkende samenwerkingsverbanden en dynamieken en te zoeken hoe het Huis van het Kind-verhaal deze bestaande samenwerkingsverbanden en dynamieken kan versterken. Dit kan enkel door lokaal steeds de analyse te maken: Wat gebeurt er reeds? Wat bestaat er? Wat functioneert goed en behouden we? Hoe kunnen we het bestaande versterken? En ook: hoe kunnen we middelen bundelen? 1 DECET staat voor Diversity in Early Childhood Education and Training. Het is een netwerk van Europese organisaties met als doel diversiteit een plaats te geven in voorzieningen voor kinderen en ouders. 3

4 3.4 Wat zijn de ambities van het Huis van het Kind Brussel? Sterke lokale samenwerkingsverbanden realiseren Het vertrekpunt van de nota is dat een Huis van het Kind in Brussel moet vertrekken van een sterke lokale invulling dicht bij de gezinnen. Daarom is een eerste ambitie van het Huis van het Kind Brussel om lokaal sterke samenwerkingsverbanden te creëren. Hiertoe wordt Brussel opgedeeld in verschillende werkingsgebieden. Het werkingsgebied van een lokaal samenwerkingsverband mag niet overlappend zijn met het werkingsgebied van een ander lokaal samenwerkingsverband. Er wordt met andere woorden gekozen voor unieke werkingsgebieden waarbinnen één lokaal samenwerkingsverband Huis van het Kind actief is. Een mogelijk vertrekpunt voor het bepalen van de werkingsgebieden zijn de zones Lokaal Sociaal Beleid. Deze zone-afbakening houdt rekening met de gemeentegrenzen, waardoor één of meerdere gemeenten in hun globaliteit opgenomen zijn binnen een zone. Daarnaast is de zone-bepaling gekoppeld aan socioeconomische en demografische indicatoren om te komen tot een min of meer homogeen geheel dat als zone benoemd wordt. Deze zones worden als geografische gebiedsomschrijvingen gehanteerd bij de uittekening van het Vlaams welzijnsbeleid in Brussel en het stimuleren van samenwerking tussen welzijnsvoorzieningen. Deze zone-indeling was ook het vertrekpunt voor het bepalen van de werkingsgebieden van de huidige regiogroepen voorschoolse kinderopvang. In deze regiogroepen werken kinderdagverblijven samen aan een toegankelijke kinderopvang in Brussel. De ondersteuning van deze regiogroepen gebeurt door de vzw Samenwerken aan kinderopvang Brussel. Het schema in bijlage bij deze nota geeft een overzicht van de zones Lokaal Sociaal Beleid, de bestaande regiogroepen voorschoolse kinderopvang en de aanwezige Brede Scholen en Initiatieven Buitenschoolse kinderopvang (in functie van maximale aansluiting op bestaande samenwerkingsverbanden). Belangrijk uitgangspunt bij het afbakenen van werkingsgebieden is het zoeken naar een werkbare grootte voor gezinnen en organisaties. In een volgende fase (eenmaal er zicht is op de middelen) wordt deze ambities verder geconcretiseerd. In functie van de beschikbare middelen zullen er prioritaire werkingsgebieden worden bepaald. Criteria die kunnen gehanteerd worden bij de bepaling van prioriteiten, zijn: Waar kunnen er bestaande waardevolle dynamieken worden versterkt? Waar leven de meeste kinderen, jongeren, gezinnen in Brussel (het aantal geboortes, aantal kinderen, aantal maatschappelijk kwetsbare gezinnen (bvb. 1-ouder, huishoudens zonder inkomen)? Waar is er nood aan investering in samenwerkingsverbanden op vlak van preventieve gezinsondersteuning? Waar zitten blinde vlekken op vlak van preventieve gezinsondersteuning? Een basisaanbod op vlak van preventieve gezinsondersteuning in Brussel voor elk gezin realiseren Het Huis van het Kind Brussel streeft er naar om in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een behoeftedekkend en kwaliteitsvolle preventieve gezinsondersteuning in Brussel te realiseren. Het samenwerkingsverband garandeert dat het aanbod dat minimaal in een Huis van het Kind dient aanwezig te zijn, wordt gerealiseerd, met name: Consultatiebureaus Minimaal twee andere vormen van aanbod aanwezig Het door Kind en Gezin erkend of gesubsidieerd aanbod De minimale 3 pijlers preventieve gezondheidszorg, opvoedingsondersteuning, acties ter bevordering van sociale cohesie en ontmoeten zijn aanwezig De invulling van een basisaanbod preventieve gezinsondersteuning in Brussel wordt samen met de partners van het samenwerkingsverband verder uitgewerkt. 4

5 3.4.3 Een goede spreiding van het aanbod Om de voorgaande ambities te realiseren zal er moeten nagedacht worden over de spreiding van het aanbod. Op dit moment is die spreiding niet steeds optimaal. Denk bijvoorbeeld aan de consultatiebureaus Prenatale ondersteuning, met bijzondere aandacht voor kwetsbare zwangeren, uitbouwen Het risico op doodgeboorte en het risico om te overlijden in het eerste levensjaar (perinatale sterfte) neemt toe naarmate men daalt op de sociale ladder. Kinderen die geboren worden in een gezin zonder inkomen uit werk lopen twee keer meer risico op doodgeboorte, en voor de levendgeborenen, 1,8 keer meer risico om te sterven in het eerste levensjaar, dan kinderen geboren in een gezin met twee inkomens uit werk. Het aandeel van de bevolking dat leeft onder de armoederisicogrens is in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest significant hoger dan in België, Vlaanderen en Wallonië. Ongeveer een derde van de Brusselaars (33,7 %) moet zien rond te komen met een inkomen onder de armoederisicogrens. Dit weerspiegelt zich in een hoger perinataal sterftecijfer. Dit werd bevestigd door een vorig jaar verschenen Europese studie (European Perinatal Health Report). Tegelijkertijd is het (Nederlandstalig) aanbod op vlak van prenatale ondersteuning beperkt in Brussel. Daarom is het de ambitie van het Huis van het Kind Brussel in te zetten op een versterking van de prenatale ondersteuning in Brussel Samenhuizen waar mogelijk Ten slotte kiest het Huis van het Kind Brussel er voor waar er zich opportuniteiten voordoen om verschillende diensten voor kinderen en gezinnen samen te brengen, deze maximaal te benutten. Het eerste streven is investeren in sterke lokale samenwerkingsverbanden. Samenhuizen is immers niet voldoende om een goede samenwerking en een beter toegankelijke dienstverlening te garanderen, maar het kan dit wel mee faciliteren. Tenslotte blijft een outreachende werking cruciaal, ook indien er samengehuisd wordt. 4 Organisatiemodel Huis van het Kind in Brussel Zoals in de inleiding gezegd, kiezen we voor een organisatiemodel met 2 niveaus. Een lokaal niveau waar de missie en visie van het Huis van het Kind Brussel lokaal wordt gerealiseerd met voldoende autonomie om dit lokaal in te kleuren, af te stemmen op de lokale realiteit en in te spelen op de situatie en noden van de kinderen en ouders. Daarnaast een bovenlokaal niveau dat een sterke preventieve gezinsondersteuning in Brussel faciliteert door bovenlokaal samen te werken. Wat gebeurt er op deze twee niveaus? Hoe verhouden deze twee niveaus zich ten op zichte van elkaar en wie is er bij betrokken? 4.1 Lokaal niveau: lokale samenwerkingsverbanden Zoals eerder gezegd, wordt op lokaal niveau de missie en visie van het Huis van het Kind Brussel lokaal gerealiseerd met voldoende autonomie om dit lokaal in te kleuren, af te stemmen op de lokale realiteit en in te spelen op de situatie en noden van de kinderen en ouders. Dit lokale niveau wordt aangestuurd door een lokaal samenwerkingsverband. Deze lokale samenwerkingsverbanden zijn geen eilanden; maar werken samen met de andere lokale samenwerkingsverbanden en het (bovenlokale) Platform HvhK Brussel. Het lokaal samenwerkingsverband wordt getrokken door een stuurgroep van kernpartners die vanuit welzijn, gezondheid, gezin, cultuur en onderwijs werkzaam zijn. De kernpartners vormen een geëngageerde groep met een aanbod naar gezinnen en met organisaties die lokaal verankerd zijn. De kerngroep omvat minstens één of meerdere partners met een universeel aanbod naar gezinnen en met een generalistische (eerder dan gespecialiseerde) werking. De stuurgroep beperkt zich niet tot professionelen, maar betrekt ook actief vertegenwoordigers van gezinnen in Brussel (denk bvb. aan verenigingen waar kansarmen het woord nemen, zelforganisaties, cliëntvertegenwoordiging). Ervaringen uit reeds bestaande samenwerkingsverbanden 2 leren dat er ook aandacht moet zijn voor de draagkracht van de betrokken organisaties. Als een organisatie onvoldoende draagkracht heeft, is de 5

6 versterking van de eigen werking prioritair en kan dit het netwerk hypothekeren. Bij voorkeur is er dus een goede balans tussen reguliere en projectmatige partners in de stuurgroep van kernpartners. Naast de kernpartners wordt er samen gewerkt met netwerkpartners: organisaties die nodig zijn om de opdracht van het lokale samenwerkingsverband te realiseren, maar geen kernpartners zijn. De inhoud van de samenwerking met netwerkpartners kan zeer divers zijn: in samenwerking gezinsondersteunend aanbod lokaal realiseren, bekendmaking van het aanbod, toeleiden van gezinnen, kennis over de leefsituatie van gezinnen delen, samen zorgen voor een leefbare buurt,. In dit netwerk wordt er sectoroverstijgend gewerkt en, in het belang van de gezinnen, overlegd, samengewerkt en/of doorverwezen naar tweetalige en Franstalige organisaties. Een cruciale voorwaarde voor het functioneren van lokale samenwerkingsverbanden is de coördinatie van het samenwerkingsverband. In het kader van de Brede School werd deze rol reeds goed omschreven en gedocumenteerd: de coördinator fungeert als een trekker die initiatief neemt, dynamiek op gang brengt, dialoog stimuleert, maar ook kanaliseert. Daarnaast dient deze coördinator voldoende betrokken te zijn en verbondenheid te tonen met de realiteit van alledag, en de vinger aan de pols te houden. Een gelijkwaardige partner die zelf betrokkene en belanghebbende is, maar die geen hiërarchische meerdere is en de neutraliteit bewaart, zodat de samenwerking met de verschillende lokale partners vlot verloopt. Daarnaast een coördinator die beschikt over voldoende organisatorische competenties en een procesbegeleider die de samenwerking in overleg kan vorm geven. De volgende figuur geeft deze rollen visueel weer: Bron: Starten met een brede school (Ernalsteen, Blaton & Joos; 2012) Daarnaast is transparantie over het beschikbare werkingsbudget van het samenwerkingsverband cruciaal. Een werkingsbudget van het samenwerkingsverband is nodig zodat het lokaal samenwerkingsverband gezamenlijk acties kan ondernemen met het oog op het realiseren van de ambities. Dit is duidelijk onderscheiden van het organisatie-eigen werkingsbudget waarmee de betrokken organisaties hun basiswerking realiseren. 2 Zie bijvoorbeeld het onderzoeksrapport XYZ: Schoolkinderopvang in de stad. Een actieonderzoek naar een model van meersporenbeleid. IBO in grootstedelijke context. (VBJK VGC, 2003) 6

7 4.2 Bovenlokaal niveau: Platform HvhK Brussel Bovenlokaal dienen de volgende functies gerealiseerd te worden: Bovenlokale regie uitvoeren: het maken van bovenlokale afspraken over spreiding van het aanbod in Brussel, samenwerking tussen organisaties, inzet van middelen, ; Verzorgen bovenlokale communicatie en promotie naar verschillende sectoren en gezinnen; Lokale samenwerkingsverbanden ondersteunen, bvb. hoe samenwerkingsverbanden opstarten en onderhouden? Hoe participatie van gezinnen stimuleren? Toegankelijkheidsbeleid uitwerken? Privacybeleid uitwerken? ; Uitwisseling stimuleren over verschillende lokale samenwerkingsverbanden heen. Onder meer door het voorzien in vormings- en intervisiemomenten voor de coördinatoren en medewerkers partnerorganisaties van de lokale samenwerkingsverbanden; Brussel-brede evaluatie van het HvhK Brussel. Deze functies worden opgenomen door het Platform HvhK Brussel. Het Platform HvhK Brussel werkt in nauwe dialoog samen met VGC als lokaal bestuur en beleidsregisseur op vlak van preventieve gezinsondersteuning. Het Platform HvhK Brussel is samengesteld uit sleutelfiguren uit het werkveld preventieve gezinsondersteuning, vertegenwoordigers van de lokale samenwerkingsverbanden en belangenorganisaties van gezinnen. We stellen voor om de werking van het samenwerkingsverband opvoedingswinkel en de functies van het Lokaal overleg Opvoedingsondersteuning hierin te integreren. Ook op dit niveau kan er een onderscheid gemaakt worden tussen kernpartners die zich engageren om toe te treden tot het samenwerkingsverband en het HvhK in Brussel te trekken. Deze bovenlokale kernpartners dienen als samenwerkingsverband de aanvraag voor de erkenning van het Brusselse HvhK in. Zij vormen het Platform. Daarnaast zijn er de bovenlokale netwerkpartners van het platform waarmee wordt samengewerkt en uitgewisseld, onder meer in functie van het creëren van een draagvlak, aanpakken van knelpunten, bekendheid met elkaars werking, De opdracht, bevoegdheden en samenstelling van het Platform HvhK Brussel wordt uitgewerkt in een aparte discussienota. 5 Tot slot Met deze conceptnota worden de contouren van het Huis van het Kind Brussel uitgezet. Er blijven weliswaar nog belangrijke vragen die de komende maanden beantwoord moeten worden. Hoe geven we de opvoedingswinkel in de toekomst vorm in Brussel? Hoe zetten we de Vlaamse en Brusselse middelen in om het Huis van het Kind Brussel te realiseren? Welke middelen zetten we lokaal in en wat is er nodig om het bovenlokale niveau te realiseren? Welke procedure kan er worden gehanteerd om middelen lokaal toe te kennen? In welke concrete organisatievorm kunnen we het organisatiemodel gieten? Eenmaal het samenwerkingsverband Huis van het Kind Brussel operationeel is, zullen dit prioritaire vragen voor de discussie zijn. 7

8 BIJLAGE Overzicht zones Lokaal Sociaal Beleid, regiogroepen voorschoolse kinderopvang en Brede Scholen en Initiatieven Buitenschoolse kinderopvang Zones LSB KO BS IBO s Geboortecijfer Aantal <18j (2011) 3 (2013) Zone 1: Brussel-stad CKO Brussel: Brusselse vijfhoek Brussel-stad: Nieuwland, Buiten de Lijntjes, Klavertje Vier Brussel-stad: De Buiteling Miks: Laken, Neder over Heembeek, Haren Laken: Laken, De Haven Laken: Nekkersdal, Stroomopwaarts Zone 2: Schaarbeek, Sint-Joost, Evere Miks: Schaarbeek, Sint-Joost, Evere Schaarbeek: Helmet, Noord, De Kriek Evere: Papageno, De Witlofkinderen Sint-Joost Sint-Joost: De Buiteling Schaarbeek: Helmet Zone 3: Oudergem, Watermaal- Bosvoorde, Sint-Pieters- Woluwe, Sint- Lambrechts Woluwe B-Oost Oudergem Sint-Pieters- Woluwe Zone 4: Etterbeek, Elsene B-Oost Etterbeek: Domino, De Brede stroom Etterbeek: Stroomopwaarts Elsene Zone 5: Ukkel, Sint- Gillis, Vorst Zuidpool Sint Gillis: De Waaier Vorst 3 Cijfers per zone LSB 8

9 Zone 6: Anderlecht Zuidpool Anderlecht: Hartje Anderlecht, Nellie Melba, Kuregem, Lucerna Anderlecht: KIK Zone 7: Molenbeek, Koekelberg Noordwest Molenbeek: BROM, BROM+ Molenbeek: De verliefde wolk Koekelberg: De Vlotte babbel! Zone 8: Ganshoren, Jette, Sint- Agatha Berchem, Noordwest Sint-Agatha Berchem: Flamingo Jette: BreS, Verrekijker Jette: De Puzzel Ganshoren: De Rivieren Gezien om gevoegd te worden bij Collegebesluit houdende de goedkeuring van de subsidieaanvraag 'Huis van het Kind Brussel'. nr van De collegeleden, Bruno DE LILLE Brigitte GROUWELS Guy VANHENGEL 9