Bijlage 4 blz. 1 BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN GRONINGEN;

Transcriptie

1 Bijlage 4 blz. 1 UITRENGEBIEDEN artikel 2:53 ( APVG 2005) BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN GRONINGEN; Gelet op artikel 2:53, 1 e lid onder c en 3e lid van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Groningen 2009; BESLUITEN: De volgende plaatsen aan te wijzen waar het de eigenaar of houder van een hond is toegestaan om die hond op de weg te laten verblijven of lopen zonder dat die hond is aangelijnd: 1. Langs de Helperzoom. 2. Vestdijklaan en de geluidswal naast de snelweg. 3. Sterrebos. 4. Stadspark, rechterzijde Concourslaan, tot ringweg. 5. Stadspark, het 'festivalterrein'. 6. Langs het Hoendiep voor garage Van der Dong. 7. Het verhoogde deel van de Oude Held, bij Parelstraat en Opaalstraat (omheind). 8. Nog niet nader aangeduid gebied in Hoogkerk. 9. Dijk langs het Reitdiep van spoor tot snelweg. 10. Tussen Wilgenlaan en Parrel. 11. Park Selwerd, binnenzijde waterpartij. 12. Groenstrook tussen Boterdiep en Beijum. 13. Zuidwending. 14. Te zijner tijd deel stadsgewestpark Noorddijk. 15. Groenstrook langs Stuurboordwal. 16. Groenstrook en veldje langs Noorddijkerweg nabij Damsterdiep. 17. Strook langs Florakade. 18. Oosterpark. 19. Zuidelijk deel Noorderplantsoen, nabij Kruissingel. 20. West-Indische kade. 21. het recreatiegebied Kardinge waarover Natuurmonumenten het beheer voert, uitgezonderd de perceelnummers BDMOO L343, 349, 325, 356, 354, 1314, 1325 en GNG01 AC 2377, 2378, 2376, 1188, 660, 940, 939, Delen van het centrale wijkpark (de Groene Long) in Beijum 23. Noordelijke, oostelijke, zuidelijke en westelijke groene randzones van Beijum 24. Groengebied langs Heerdenpad in de Hunze 25. Groengebied grenzend aan de Oostelijke ringweg en de Van Tijenstraat in de Hunze 26. Recreatief pad op de Hunzedijk 27. Delen van de groenstrook langs de Bakboordswal in Lewenborg 28. Delen van groengebieden tussen Lichtboei en Getij en de Oostelijke ringweg. De volgende wegen en/of plaatsen aan te wijzen als gesloten voor honden, waardoor het de eigenaar of houder van een hond verboden is om die hond aldaar te laten verblijven of lopen: 1. Herestraat. 2. Carolieweg. 3. Naberpassage. 4. Willem Lodewijkpassage. 5. Zwanestraat. 6. Martinikerkhof. Laatstelijk gewijzigd bij collegebesluit 9 augustus 2005, nr. 6a. Datum bekendmaking: 12 augustus Datum inwerkingtreding: 15 augustus 2005.

2 Bijlage 4 blz. 2

3 Bijlage 4 blz. 3 Toelichting behorende bij het voorstel: Aanwijzen uitrenplaats voor honden in het gebied dat Natuurmonumenten beheert in het recreatiegebied Kardinge Aanleiding en probleem De Vereniging van Natuurmonumenten beheert sinds januari 2004 een groot deel van Kardinge. Sinds die tijd geeft Natuurmonumenten samen met politie en milieutoezichthouders invulling aan het toezicht in dit gebied. Gedragsregels zijn middels bebording en media-uitingen naar het publiek gecommuniceerd. Men is ook actief gaan toezien dat honden buiten de daarvoor aangegeven uitrengebied aangelijnd liepen. Omdat dit veelvuldig niet het geval was resulteerde dit o.a. in enkele processen-verbaal en vele waarschuwingen. Sommige leden van Natuurmonumenten beëindigden hun lidmaatschap en een groot deel van de bebording met gedragsregels werd vernield en gestolen. Tussen toezichthouders en hondenuitlaters ontstond een gespannen sfeer. Argumenten van Natuurmonumenten voor het vergroten van de huidige uitrenplaats: 1. In het verleden werd het los laten lopen van honden buiten de daarvoor aangegeven zones vaak gedoogd, tenzij hier problemen uit voortkwamen; 2. De gemeente heeft enige jaren terug ook al een kleine uitrenplaats aan de noordkant van Kardinge aangewezen; 3. Er is geen draagvlak voor een stringent honden-vast-beleid (is naar voren gekomen op een bijeenkomst van Natuurmonumenten hondenuitlaters en andere bezoekers van het gebied op 15 november 2004); 4. Een stringent honden-vast-beleid is praktisch niet handhaafbaar; 5. Hondenuitlaters vormen een belangrijk deel van de gebruikers van Kardinge; 6. Hondenuitlaters weten heel redelijk om te gaan met een zekere vrijheid, zonder dat dit tot excessen leidt; 7. Hondenuitlaters zijn zich bewust van de natuurwaarden in dit gebied. Wat brengt de uitvoer van het als uitrengebied bestempelen van voorvermeld gebied met zich mee? Allereerst is van belang welke ruimte de APVG van de gemeente Groningen, waar het gebied onder valt, biedt. Daarnaast wat de eigenaar van het recreatiegebied er van vindt (in dit geval ook gemeente Groningen). Artikel 71 van de APVG (2:53 APVG 2009) geeft regels voor loslopende honden: verboden plaatsen en identificatie verontreiniging door honden. Artikel 1 van dit artikel onder 1a geeft aan dat: Het een houder of verzorger van een hond verboden is een hond onaangelijnd op een weg te doen of laten verblijven. Van belang hierbij is de definitie van wat als weg betiteld kan worden. De definitie van weg vinden we in artikel 1 onder A van de APVG 1994 (1 onder b APVG 2009) Weg: 1. de weg als bedoeld in artikel 1. eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994 alsmede de daaraan liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen; 2. de -al dan niet met enige beperking- voor het publiek toegankelijke pleinen en open plaatsen, parken, plantsoenen, speelweiden, bossen en andere natuurterreinen, ijsvlakten en aanlegplaatsen voor vaartuigen; 3. de voor het publiek toegankelijke stoepen, trappen, portieken, gangen, passages en galerijen, welke uitsluitend tot voor bewoning in gebruik zijnde ruimte toegang geven en niet afsluitbaar zijn; 4. andere voor het publiek toegankelijke, al dan niet afsluitbare stopen, trappen, portieken, gangen, passages en galerijen; de afsluitbare alleen gedurende de tijd dat zij niet door of vanwege degene die daartoe naar burgerlijk recht bevoegd is, zijn afgesloten.

4 Bijlage 4 blz. 4 Het natuurgebied dat natuurmonumenten beheert, valt onder artikel 1 onder A. sub 2 van de APVG Ingevolge artikel 71 lid 3 sub c. APVG geeft aan dat het onder het eerste lid vervatte verbod (een hond onaangelijnd op een weg te doen of laten verblijven) niet geldt voor plaatsen door borden aangegeven als zijnde uitrenplaats, mist de hond, niet zijnde het soort hond als bedoeld onder g en h (naar oordeel van B&W gevaarlijk of door B&W als gevaarlijk aangemerkt ras of type hond of door kruising daarmee verkregen verwanten) losloopt onder toezicht van diens houder of verzorger, waarbij andere dieren geen overlast mag worden bezorgd. B&W kunnen de zone dus als uitrengebied bestempelen.

5 Bijlage 4 blz. 5 AANWIJSBESLUIT HONDENUITLAATGEBIEDEN artikel 2:54 APVG ( APVG 2005) HET COLLEGE VAN DE GEMEENTE GRONINGEN Gelet op artikel 2.54 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Groningen 2009; BESLUITEN: I. de gebieden op bijgevoegde tekening aan te wijzen als plaatsen waar het is toegestaan een hond van uitwerpselen te laten ontdoen. II. dit aanwijzingsbesluit treedt in werking op de eerste dag volgend op die waarop het bekend is gemaakt. Vastgesteld bij collegebesluit van 11 december 2007, nr. 6i. Datum bekendmaking: 19 december Datum inwerkingtreding: 20 december 2007.

6 Bijlage 4 blz. 6 Groninger Gezinsbode - Verplichte Mededelingen Plaatsing: woensdag 19 december 2007 (Balkje: Bekendmaking) Aanwijsbesluit hondenuitlaatgebieden ROEZ Het college van de gemeente Groningen maakt bekend: dat hij in zijn vergadering van 11 december 2007, besluitnummer 6i: I. het aanwijsbesluit hondenuitlaatgebieden heeft vast gesteld. Gelet op art van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Groningen 2005 zijn de gebieden op bijgevoegde tekening aangewezen als plaatsen waar het is toegestaan een hond van uitwerpselen te laten ontdoen. II. het aanwijsbesluit Uitrengebieden heeft gewijzigd. Aan artikel van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Groningen 2005 zijn aan de aan te wijzen plaatsen waar het de eigenaar of houder van een hond is toegestaan om die hond op de weg te laten verblijven of lopen zonder dat die hond is aangelijnd de volgende plaatsen toegevoegd: 22. Delen van het centrale wijkpark (de Groene Long) in Beijum 23. Noordelijke, oostelijke, zuidelijke en westelijke groene randzones van Beijum 24. Groengebied langs Heerdenpad in de Hunze 25. Groengebied grenzend aan de Oostelijke ringweg en de Van Tijenstraat in de Hunze 26. Recreatief pad op de Hunzedijk 27. Delen van de groenstrook langs de Bakboordswal in Lewenborg 28. Delen van groengebieden tussen Lichtboei en Getij en de Oostelijke ringweg Dit besluit is bekendgemaakt door plaatsing in het Gemeenteblad met het nummer en treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking. Dit collegebesluit ligt vanaf vandaag voor iedereen ter inzage en is kosteloos verkrijgbaar bij het Gemeentelijk Informatie Centrum (GIC), Kreupelstraat 1 (De Prefectenhof) te Groningen: open op maandag van uur, dinsdag tot en met vrijdag van uur, op donderdag ook van uur. Groningen, 19 december 2007.

7 AANWIJZINGSBESLUIT Loslopende honden Bijlage 35 blz. 1 BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN GRONINGEN; Overwegende, dat het een eigenaar of houder van een hond verboden is om die hond te laten verblijven of te laten lopen binnen de bebouwde kom op de weg zonder dat die hond is aangelijnd, en dat het college gebieden kan aanwijzen als plaats waar de aanlijnplicht voor honden niet geldt en dat op deze wijze voldoende rekening wordt gehouden met de belangen van derden. Gelet op artikel van de Algemene Plaatselijke Verordening Groningen Besluiten: I. De onderstaande gebieden aan te wijzen als locatie waar de aanlijnplicht niet van toepassing is: 1. Groenstrook noordzijde Westindischekade; 2. Groenstrook ten westen van Noorderspoorsingel tussen Stinstraat en ring N370; 3. Groenstrook ten westen van Oldenbarneveltlaan tussen Almastraat en Eikenlaan. II. Te bepalen dat dit besluit in werking treedt op de eerste dag volgende op die waarop het is bekendgemaakt.

8 Bijlage 35 blz. 2 AANWIJZINGSBESLUIT verontreiniging door honden BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN GRONINGEN; Overwegende, dat het een eigenaar of houder van een hond verplicht is ervoor te zorgen dat die hond zich niet van uitwerpselen ontdoet op een openbare plaats, met uitzondering van de goot van de rijweg naast een hoger gelegen trottoir, en dat het college gebieden kan aanwijzen als plaats waar deze verplichting niet geldt en dat op deze wijze voldoende rekening wordt gehouden met de belangen van derden. Gelet op artikel van de Algemene Plaatselijke Verordening Groningen Besluiten: I. De onderstaande gebieden aan te wijzen als locatie waar de opruimplicht van uitwerpselen niet van toepassing is: 1 Groenstrook Noordzijde Westindischekade; 2 Groenstrook ten westen van Noorderspoorsingel tussen Stinstraat en ring N370; 3 Groenstrook ten westen van Oldenbarneveltlaan tussen Almastraat en Eikenlaan; 4 Groenstrook zuidzijde van fiestpad in het Molukkenplantsoen tussen Celebestraat en Surinamestraat; 5 Groenstrook noordzijde Poortstraat tussen Idastraat en Noorderpoortsingel; 6 Groenstrook oostzijde fietspad langs Bedumerweg tussen Poortstraat en fietstunnel Bedumerweg; 7 Groenstrook westzijde Soedanstraat tussen Floresstraat en Molukkenstraat; 8 Groenstrook westzijde Bedumerweg tussen Floresstraat en Allermastraat; 9 Middenberm Sumatralaan; 10 Middenberm J.C. Kapteynlaan; 11 Groenstrook westzijde Singelweg tussen van Kerckhoffstraat en J.C. Kapteynlaan. II. Te bepalen dat dit besluit in werking treedt op de eerste dag volgende op die waarop het is bekendgemaakt. Vastgesteld bij collegebesluit van 22 december 2009, nr. 6y. Datum bekendmaking: 7 januari Datum inwerkingtreding: 8 januari 2010 Gemeenteblad

9 Bijlage 35 blz. 3 Groninger Gezinsbode - Verplichte Mededelingen Plaatsing: donderdag 7 januari 2010 (Balkje: Bekendmaking) Implementatie hondenbeleid en hondenuitlaatplan Korrewegwijk, de Hoogte ROEZ Het college van burgemeester en wethouders van Groningen maakt bekend: dat hij in zijn vergadering van 22 december 2009, besluitnummer 6y, heeft besloten het aanwijsbesluit horende bij artikel van de vast te stellen, waarbij onderstaande gebieden zijn aangewezen als locatie waar de aanlijnplicht voor honden niet van toepassing is: 1. Groenstrook noordzijde West-Indischekade; 2. Groenstrook ten westen van Noorderspoorsingel tussen Stinsstraat en ring N370; 3. Groenstrook ten westen van Oldebarneveltlaan tussen Almastraat en Eikenlaan. In dezelfde vergadering en onder hetzelfde besluitnummer heeft het college besloten het aanwijsbesluit horende bij artikel van de APVG 2009 vast te stellen, waarbij onderstaande gebieden zijn aangewezen als locatie waar de opruimplicht van uitwerpselen van honden niet van toepassing is: 1. Groenstrook noordzijde West-Indischekade; 2. Groenstrook ten westen van Noorderspoorsingel tussen Stinsstraat en ring N370; 3. Groenstrook ten westen van Oldebarneveltlaan tussen Almastraat en Eikenlaan; 4. Groenstrook zuidzijde van fietspad in het Molukkenplantsoen tussen Celebesstraat en Surinamestraat; 5. Groenstrook noordzijde Poortstraat tussen Idastraat en Noorderspoorsingel; 6. Groenstrook oostzijde fietspad langs Bedumerweg tussen Poortstraat en fietstunnel Bedumerweg; 7. Groenstrook westzijde Soendastraat tussen Floresstraat en Molukkenstraat; 8. Groenstrook westzijde Bedumerweg tussen Floresstraat en Allersmastraat; 9. Middenberm Sumatralaan; 10. Middenberm J.C. Kapteynlaan; 11. Groenstrook westzijde Singelweg tussen P.J. van Kerckhoffstraat en J.C. Kapteynlaan. Dit besluit is bekendgemaakt door plaatsing in het Gemeenteblad met het nummer en treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking. Dit collegebesluit ligt vanaf vandaag voor iedereen ter inzage en is kosteloos verkrijgbaar bij het Gemeentelijk Informatie Centrum (GIC), Kreupelstraat 1 (De Prefectenhof) te Groningen: open op maandag van uur, dinsdag tot en met vrijdag van uur, op donderdag ook van uur. Groningen, 7 januari 2010.