De Invloed van Teamcohesie op Teamprestatie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De Invloed van Teamcohesie op Teamprestatie"

Transcriptie

1 De Invloed van Teamcohesie op Teamprestatie Frédérique P. Bonink Studentnummer: Begeleider: Dr. Marc W. Heerdink Universiteit van Amsterdam Bachelorthese Sociale Psychologie, 31 mei 2016 Aantal woorden onderzoek: 4958 Aantal woorden abstract: 140

2 Inhoudsopgave Abstract 3 De Invloed van Teamcohesie op Teamprestatie 4 Methode 7 Resultaten 12 Discussie 17 Literatuurlijst 22 2

3 Abstract De invloed van taak- en sociale cohesie op teamprestatie werd onderzocht bij 25 zaalvoetbalteams die op recreatieve manier hun sport beoefenden. Omdat de teams op recreatieve manier hun sport beoefenen, werd verwacht dat sociale cohesie een betere voorspeller zou zijn voor teamprestatie dan taakcohesie. De deelnemers (N = 131) vulden voor de wedstrijd een ingekorte versie van de Group Environment Questionnaire in om zo taak- en sociale cohesie te meten. Zowel in de rust als na de wedstrijd werd de subjectieve teamprestatie gemeten door middel van een vragenlijst. Objectieve teamprestatie werd gemeten gedurende de hele wedstrijd door middel van het coderen van bepaalde factoren. De resultaten toonden aan dat taakcohesie marginaal significant was voor teamprestatie, en sociale cohesie niet significant. Hieruit kan de conclusie worden getrokken dat taakcohesie een betere voorspeller is voor teamprestatie bij recreatieve sporten dan sociale cohesie. 3

4 De Invloed van Teamcohesie op Teamprestatie Tegenwoordig worden er in veel organisatorische instellingen, zoals bedrijven, militaire instellingen, sport en studie, individuen verplicht om in een team samen te werken en gemeenschappelijke doelen te behalen. Zo wordt er in het bedrijfsleven steeds meer gebruik gemaakt van zelfsturende teams (Devine, Clayton, Philips, Dunford & Melner, 1999; Kozlowski & Bell, 2003). De laatste jaren is er meer interesse gekomen in het werken in teamverband en is hiervan de populariteit gestegen (DeShon, Kozlowski, Schmidt, Milner, & Wiechmann, 2004). De populariteit is onder andere gestegen omdat organisatorisch succes vaak toe te schrijven is aan het vermogen van teams om samen te werken en op hoog niveau te presteren. Door deze ontwikkelingen is het van belang om de teamprocessen te onderzoeken en het identificeren van de processen die zorgen voor een toename in prestatie. Een factor waarvan vaak wordt aangenomen dat die teamprestatie kan beïnvloeden, is teamcohesie. Om samenwerking binnen een team te begrijpen hebben meerdere onderzoekers (Barrick, Stewart, Neubert, & Mount, 1998; Cohen & Bailey, 1997; Hackman & Morris, 1975) de aanname gemaakt dat teamprestatie een functie is van het teamproces waaronder teamcohesie valt (Van Vianen & De Dreu, 2001). Als er een verband bestaat tussen teamcohesie en teamprestatie is dat interessant voor het ontwikkelen van een betere teamprestatie en kan dat positieve consequenties hebben voor het optimaliseren van prestatie. Uit eerder onderzoek is gebleken dat de teamcohesie invloed heeft op teamprestatie (Dion, 2000; Hoegl & Gemuenden 2001, Mullen en Copper, 1994). Hierbij wordt gesteld dat leden van een hecht team zich meer inzetten voor het behalen van teamdoelen. Teamcohesie valt uiteen in twee dimensies, namelijk taakcohesie en sociale cohesie. In dit onderzoek wordt gekeken naar de invloed van taakcohesie en sociale cohesie op teamprestatie. 4

5 Teamcohesie werd voor het eerst gedefinieerd in 1935 door Lewin en hij beschreef het als een kracht van aantrekking en afstoting die leden van groepen bij elkaar houdt (Martens, Hecht, Lvna, & Casey-Campbell, 2007). Tegenwoordig wordt meestal de definitie van Festinger, Schachter en Back (1950) gebruikt die teamcohesie beschouwt als het totale gebied van de krachten waardoor de leden bij de groep blijven. Een belangrijk aspect van deze definitie is dat het gericht is op het individu en de krachten die een individu trekt om ervoor te zorgen bij een groep te blijven. Teamcohesie is een factor voor het functioneren van een team en daarom kan de link worden gelegd naar sportteams. Teamcohesie kan onderverdeeld worden in twee onderliggende dimensies, namelijk taakcohesie en sociale cohesie. Taakcohesie weerspiegelt de mate waarin teamleden samenwerken om gemeenschappelijke doelen te bereiken. Sociale cohesie verwijst naar de mate waarin teamleden empathie tonen naar elkaar en genieten van kameraadschap met de groep (Carron, Widmeyer & Brawley, 1985). Wanneer er sprake is van uitzonderlijke individuen die teveel de nadruk op zichzelf leggen, kan dit ten koste gaan van het teambelang. Er zijn vier factoren van invloed op teamcohesie, namelijk: een duidelijke rol voor de teamleden, bereidheid om persoonlijke offers te doen voor het team, de kwaliteit van communicatie tussen de teamleden en de gemeenschappelijke doelstellingen voor het team (Martin, Carron, & Burke, 2009). Uit het onderzoek van Langfred (2000) kwam een zwakke maar positieve associatie naar voren tussen teamcohesie en teamprestatie in groepen van een overheidsinstantie van een sociaal dienst bureau. Bij dit onderzoek werd een sterk negatieve associatie gevonden tussen teamcohesie en teamprestatie in groepen van een Deense militaire eenheid. Mullen en Copper (1994) hebben aangetoond dat het effect 5

6 van teamcohesie op teamprestatie groter is in kleinere teams. In dit onderzoek is het aannemelijk om te suggereren dat groepsgrootte een rol speelt. In het onderzoek van Chang en Bordia (2001) is aangetoond dat taakcohesie de enige significante voorspeller is van subjectieve teamprestatie en sociale cohesie de enige significante voorspeller van de kwaliteit van het team. De kwaliteit van het team valt onder de objectieve teamprestatie. Door deze bevindingen vereist de invloed van sociale cohesie op teamprestatie meer onderzoek. Paskevich, Brawley, Dorsch en Widmeyer (1999) hebben aangetoond dat er sterke correlaties bestaan tussen taakcohesie en de gedeelde overtuigingen van leden over de collectieve effectiviteit. Kozub en McDonell (2000) vergeleken het belang van taakcohesie en sociale cohesie voor collectieve effectiviteit in rugbyteams en vonden eveneens dat taakcohesie relatief gezien belangrijker is voor effectiviteit dan sociale cohesie. In eerder onderzoek werd een positieve relatie gevonden tussen collectieve effectiviteit en prestatie in zowel laboratorium (Greenlees, Graydon & Maynard, 2000) als in veldonderzoek (Myers, Feltz, & Short, 2004; Myers, Payment, & Feltz, 2004). Uit bovenstaande onderzoeken kan de conclusie worden getrokken effectiviteit een directe link heeft tussen teamcohesie en teamprestatie. Anshel (2003, aangehaald in Kebaili, Zanina & Arfa, 2015) beweert dat het van belang is om een effectief teamklimaat te hebben binnen een team, om zo teamcohesie te genereren. Het teamklimaat bestaat uit de sfeer, het milieu, de waargenomen omstandigheden en relaties tussen de teamleden. Uit de theorie blijkt dat een verband tussen teamcohesie en teamprestatie goed mogelijk zou kunnen zijn. In bovenstaande onderzoeken is er onderzoek gedaan naar grote overheidsinstanties en sportteams op hoog niveau. Het is een uitdaging om dit te onderzoeken met betrekking tot teamsport op recreatief niveau. Binnen een teamsport 6

7 is het namelijk van belang dat het team voorop staat en dat de spelers zich ondergeschikt maken aan het team en zich niet enkel op zichzelf focussen. Bij een recreatiesport staat het plezier en het streven naar geluk voorop (Ryan, Little, Sheldon, Timoshina & Deci, 1999). In dit onderzoek zullen deelnemers onderzocht worden die hun teamsport beoefenen op recreatief niveau, waarbij één keer in de twee à drie weken een wedstrijd wordt gespeeld en geen trainingen plaatsvinden. In dit onderzoek wordt er gekeken of er een verband bestaat tussen teamcohesie en teamprestatie. Daarnaast wordt er gekeken of er een verschil bestaat tussen taakcohesie en sociale cohesie. Hierbij wordt gekeken wat de invloed is van taakcohesie op teamprestatie en wat de invloed is van sociale cohesie op teamprestatie. In bovengenoemde eerdere onderzoeken was taakcohesie vaak een betere voorspeller voor teamprestatie dan sociale cohesie. In dit onderzoek wordt verwacht dat sociale cohesie een betere voorspeller zal zijn voor teamprestatie dan taakcohesie omdat de teams in dit onderzoek op recreatief niveau hun sport uitoefenen. Methode Deelnemers Vijfentwintig mannelijke senioren zaalvoetbalteams die lid zijn van het USC Sportcentrum uit Amsterdam namen deel aan dit onderzoek. De onderzoekers hebben via het bestuur van het USC toestemming gevraagd en via de contact gezocht met de teams. De deelnemers zijn minimaal achttien jaar oud en ontvingen een consumptiebon voor hun deelname als beloning. De teams bestaan gemiddeld uit acht personen per team. Omdat er weinig vrouwelijke zaalvoetbalteams lid zijn bij het USC, is er gekozen om alleen mannen te onderzoeken om zo de onderlinge verschillen zo klein mogelijk te houden. 7

8 Materialen Cohesie. Voor het meten van cohesie werd een verkorte versie van de Group Environment Questionnaire (GEQ; Carron, 1985) vragenlijst gebruikt die vlak voor de wedstrijd werd aangeboden aan de deelnemers. De vragenlijst bestond oorspronkelijk uit achttien items en een negenpunts Likert-schaal variërend van één tot negen (1 = sterk mee oneens; 9 = sterk mee eens). In dit onderzoek werd gebruik gemaakt van een verkorte versie van de GEQ omdat de vragenlijst anders te lang zou zijn. Omdat de vragenlijst vlak voor de wedstrijd werd aangeboden aan de deelnemers is het van belang dat het invullen van de vragenlijst niet teveel tijd in beslag nam. De GEQ werd ingekort naar aanleiding van het onderzoek van Prokesová en Musálek (2011) waarin onderzoek is gedaan naar de validiteit van elk item afzonderlijk voor cohesie. Naar aanleiding van de resultaten van dit onderzoek is de GEQ ingekort naar een vragenlijst van dertien items waarbij de validiteit voor het meten van teamcohesie het hoogst was. De Likert-schaal is ook aangepast naar vijfpunts Likert-schaal, variërend van één tot vijf ( 1 = sterk mee oneens; 5 = sterk mee eens) om dit te laten aansluiten bij de overige vragenlijsten en zo het overzicht te bewaren. De GEQ meet teamcohesie en kijkt daarbij naar vier verschillende aspecten. Er werd zowel onderscheid gemaakt tussen taakcohesie en sociale cohesie, als tussen groepsintegratie en individuele aantrekkingskracht. Groepsintegratie-taakcohesie (GI-T) is de mate waarin een groep is verenigd in het bereiken van instrumentele doelstellingen. Individuele aantrekkingskracht-taakcohesie (ATG-T) houdt de individuele motivaties in met betrekking tot de instrumentele doelstellingen. Groepsintegratie-sociale cohesie (GI-S) is de mate waarin een groep is verenigd in het ontwikkelen van activiteiten en sociale relaties binnen de groep. Individuele aantrekkingskracht-sociale cohesie (ATG-S) houdt de individuele motivaties in met 8

9 betrekking tot de activiteiten en de sociale relaties binnen de groep (Carron et al., 1985). Een vraag van de GEQ is bijvoorbeeld: Ik ben tevreden over de mate waarin mijn team bereid is te sporten (ATG-T). Er zijn verschillende redenen om te kiezen voor de GEQ vragenlijst. De vragenlijst biedt een sterkte theoretische onderbouwing (Carron et al., 1985). Daarnaast heeft onderzoek psychometrische integriteit ondersteund en uit eerder onderzoek blijft dat de GEQ de meest gebruikte maatstaaf is voor het meten van cohesie binnen een sport (aangehaald in Terry, Carron, Pink, Lane, Jones & Hall, 2000). Teamprestatie. Teamprestatie werd op subjectief niveau door middel van een vragenlijst op groepsniveau in de rust en na de wedstrijd gemeten. Voor de vragenlijst van prestatie werd de vragenlijst MATS gebruikt van zestien items waarbij gekeken werd naar vier constructen: communicatie, coördinatie, coöperatie en concentratie (MATS; McEwen & Beauchamp, 2016). De items waren gericht op groepsniveau. Voor het huidige onderzoek is de vragenlijst aangepast naar vijftien items, waarbij alle vier de constructen terugkomen maar waarbij ook één item per construct op individueel niveau gemeten wordt. De vragenlijst moest worden ingekort omdat het anders teveel tijd in beslag zou nemen. Een vraag uit de prestatievragenlijst is bijvoorbeeld: Ik heb goed met de teamleden samengewerkt. De deelnemers kunnen de items beantwoorden aan de hand van de vijfpunts Likert-schaal, variërend van één tot vijf ( 1 = sterk mee oneens; 5 = sterk mee eens). Daarnaast werd ook op objectief niveau gekeken naar teamprestatie waarbij de wedstrijd geobserveerd en gefilmd werd. Factoren die voorspellers zijn om de objectieve teamprestatie te meten zijn het aantal succesvolle passes, het aantal onsuccesvolle passes, het aantal doelpogingen, het aantal vrije trappen, het aantal strafschoppen, het aantal doelpunten en tot slot de eindstand. Deze factoren worden zowel in de eerste als in de tweede helft gemeten. 9

10 Dit onderzoek was onderdeel van een groter onderzoek waarin werd gekeken naar de relatie van verschillende groepsemoties op prestatie. In dit onderzoek zijn, naast teamcohesie, meerdere groepsemoties gemeten waaronder sportplezier, welke is gemeten met de Physical Activity Enjoyment Scale (PACES; Mullen, Olson, Phillips, Szabo, Wójcicki, Mailey & McAuley, 2011) vragenlijst. De Achievement Goal Orientation werd gemeten met een Nederlandse versie van de door Elliot en Murayama (2008) ontwikkelde Achievement Goal Questionnaire-Revised (AGQ-R) vragenlijst. Self- Assessment Manikins is gemeten met een vragenlijst van Bradley en Lang (1994). Tot slot is gebruik gemaakt van de I-PANAS SF (Thompson, 2007) om de bron van affect te meten. Procedure Gedurende vier weken werd onderzoek gedaan naar de zaalvoetbalteams van het USC. De deelnemers werden benaderd waarbij de instructies werden uitgelegd. Hierbij werd verteld dat de onderzoekers onderzoek deden naar de ervaringen van sporters tijdens wedstrijden. Door hun deelname bieden zij een helpende hand bij het afronden van de bachelorthese van de onderzoekers en zorgen zij voor meer kennis over de factoren die een rol spelen bij de totstandkoming van prestatie van een sportteam. Op drie momenten werden de vragenlijsten afgenomen. Dit vond plaats vlak voor de wedstrijd, in de rust en vlak na de wedstrijd. De vragenlijsten zullen kort zijn en niet teveel tijd in beslag nemen. De vragenlijsten werden ofwel online afgenomen via een smartphone of een Ipad ofwel door middel van pen en papier. Daarnaast werd de wedstrijd geobserveerd en gefilmd en werden er enkele statistieken bijgehouden. De beelden zullen op geen enkele andere manier worden gebruikt en de privacy blijft streng gewaarborgd. Om de resultaten niet te beïnvloeden werd er geen informatie 10

11 gedeeld over eventuele voorspellingen of onderzoeksvragen. Na het onderzoek werden de deelnemers ingelicht over het werkelijke doel van het onderzoek en konden zij daarover alle vragen stellen die zij wilden. Analyseplan De deelnemers hebben individueel de drie vragenlijsten ingevuld. De GEQ vragenlijst, welke zowel naar taak- als sociale cohesie keek, is gemeten op individueel niveau maar het zegt iets over het team. Dit geldt ook voor de subjectieve teamprestatie vragenlijsten. De objectieve teamprestatie is gemeten op teamniveau. Aan de hand van een multi-level analyse, waarbij gekeken werd naar meerdere levels, werd de analyse gedaan op teamniveau. Vervolgens was het mogelijk om aan de hand van de resultaten op teamniveau, iets te voorspellen op individueel niveau. Een Interclass Correlatie Coefficient (ICC) werd uitgevoerd om van individueel niveau naar groepsniveau te gaan. Dit kon alleen mits er voldoende overlap in zit. De ICC is een maat voor inter-beoordelaars betrouwbaarheid. In dit geval konden de deelnemers gezien worden als de beoordelaars, en teamcohesie of teamprestatie als hetgene dat beoordeeld wordt. De ICC werd berekend op basis van een ANOVA. De ICC moest minstens.50 scoren om voldoende overeenstemming te hebben tussen de antwoorden van de leden en het gemiddelde van het team. Zodra de score minstens.50 is, konden de vragen geaggregeerd worden op groepsniveau. (ICC; Hallgren, 2012) In het huidige onderzoek is teamprestatie de afhankelijke variabele en teamcohesie de onafhankelijke variabele. De relaties in dit onderzoek werd getoetst met behulp van het statistische programma SPSS. De hypotheses werden getest door middel van een MANOVA omdat er twee continue onafhankelijke variabelen zijn, namelijk taaken sociale cohesie, en twee continue afhankelijke variabelen, namelijk twee 11

12 meetmomenten voor prestatie en zowel op een objectieve manier als een subjectieve manier. Door een MANOVA te gebruiken kunnen de verschillen tussen de afhankelijke variabelen geanalyseerd worden. Er zijn assumpties waar voldaan aan moest worden. Allereerst moesten alle metingen random verdeeld zijn, er moest sprake zijn van onafhankelijkheid en er moest sprake zijn van multivariate normaliteit. Daarnaast moest er homogeniteit van covariante matrix zijn. De vijfpunts Likert-schaal die werd gebruikt in zowel de vragenlijst van cohesie (GEQ) en de prestatievragenlijst zijn beide op interval meetniveau, omdat ze variëren van één tot vijf. Resultaten In het huidige onderzoek zijn 25 teams onderzocht. Van de 138 deelnemers die deel hebben genomen aan het onderzoek hadden zeven deelnemers ofwel de gehele vragenlijst niet ingevuld, of meer dan de helft van de vragen niet ingevuld. Deze zeven deelnemers waren verdeeld over de 25 teams en hebben de vragenlijst niet kunnen invullen wegens tijdgebrek. Daarom is besloten de gegevens van deze deelnemers niet mee te nemen in de verdere dataverwerking. Daarnaast waren er vier deelnemers die willekeurig vragen hadden overgeslagen. Omdat dit om willekeurig verdeelde vragen ging, is bij deze vragen besloten het gemiddelde van een vraag te nemen. Deze opties werden besproken in het artikel van Schafer en Graham (2002). De overgebleven gegevens zijn gebruikt in de verdere dataverwerking, welke bestond uit 131 deelnemers, verdeeld over 25 teams. De grootte van de teams varieerde van drie tot acht personen per team. De gemiddelde leeftijd van de deelnemers was jaar (SD = 5.30). De deelnemers waren gemiddeld drie-en-een-half jaar lid van het team en beoefenden deze sport gemiddeld zeven-en-een-half jaar. 12

13 Een betrouwbaarheidsanalyse is uitgevoerd om te kijken of de samengestelde items hetzelfde concept meten en of er zodoende voldoende overlap in zit. De betrouwbaarheid moet voldoende zijn om te aggregeren van individueel niveau naar teamniveau. Voor taakcohesie was de Cronbach s a =.668 en voor sociale cohesie was de Cronbach s a =.729. Voor de subjectieve teamprestatie in de rust was de Cronbach s a =.805 en voor de subjectieve teamprestatie na de wedstrijd was de Cronbach s a =.923. De betrouwbaarheid van de samengestelde items was goed en dit betekende dat ze nagenoeg hetzelfde concept meten (Field, 2009). De objectieve teamprestatie is gemeten op teamniveau en daarom niet opgenomen in de betrouwbaarheidsanalyse. Een intra-class correlation coëfficiënt (ICC; Hallgren, 2012) is uitgevoerd om te kijken of het mogelijk is te aggregeren van individueel- naar teamniveau. Een One-Way Anova is uitgevoerd om de ICC te berekenen (LeBreton & Senter, 2007). Bij het uitvoeren van de Anova waren taak- en sociale cohesie en subjectieve teamprestatie gemeten op twee meetmomenten de afhankelijke variabelen, teamnummer was de onafhankelijke variabele. De ICC moest minstens.50 zijn. Bij een ICC van minstens.50 konden de individuele resultaten vertaald worden naar teamniveau. Sociale cohesie was significant, F(24, 106) = 2.51, p =.009 en de ICC was precies voldoende, namelijk ICC =.501. Taakcohesie was eveneens significant, F(24, 106) = 2.51, p =.001 en de ICC was boven de.50, namelijk ICC =.601. Subjectieve teamprestatie in de rust was significant, F(24, 101) = 3.82, p = <.001 en de ICC was goed, namelijk ICC = Subjectieve teamprestatie gemeten na de wedstrijd was eveneens significant, F(24, 106) = 7.36, p = =.001 en de ICC was ook goed, namelijk ICC = Omdat de ICC op alle afhankelijke variabelen groter was dan.50, wat betekent dat er overeenstemming zit tussen de antwoorden van de individuele leden en het gemiddelde van het team, kon er geaggregeerd worden naar teamniveau. 13

14 Voor het meten van teamprestatie is gebruik gemaakt van zowel een subjectieve meting als een objectieve meting. Factoren die voorspellers waren om de objectieve teamprestatie te meten zijn het aantal succesvolle passes, het aantal onsuccesvolle passes, het aantal doelpogingen, het aantal vrije trappen, het aantal strafschoppen, het aantal doelpunten en tot slot de eindstand. Bij het interpreteren van de codering van de objectieve teamprestatie bleek dat de resultaten erg uiteenliepen en daardoor de validiteit te laag was. Dit kan komen doordat er vier onderzoekers hebben gecodeerd, en de richtlijnen wat bijvoorbeeld een succesvolle pass bij iedere onderzoeker verschillend waren. Daarnaast werd er wel gebruik gemaakt van video-opnames, maar deze waren te onduidelijk om te interpreteren. Voor het interpreteren van objectieve teamprestatie is daarom besloten om enkel gebruik te maken van de rust- en eindstand van de wedstrijd omdat hierbij de betrouwbaarheid het hoogst was. Dit werd per helft gecodeerd, waarbij onderscheid werd gemaakt tussen winst (=1), gelijkspel (=0) en verlies (=-1). Objectieve teamprestatie werd gemeten op teamniveau en daarom hoeft het niet geaggregeerd te worden. Een Multivariate Analysis of Variance test (MANOVA) werd uitgevoerd om de verschillen tussen de afhankelijke variabelen, subjectieve- en objectieve teamprestatie zowel gemeten in de rust als na de wedstrijd, te analyseren. Bij een MANOVA werden de scores op teamprestatie gecombineerd zodat de invloed van de onafhankelijke variabelen, taak- en sociale cohesie, beter in beeld kwam. Bij de Multivariate Tests is gekeken naar de Pillai s Trace (aangeraden in Field, 2009) en daaruit bleek dat het effect van taakcohesie op teamprestatie marginaal significant was, V = 0.36, F(4, 19) = 2.68, p =.063. Het effect van sociale cohesie op teamprestatie was niet significant, V = 0.31, F(4, 19) = 2.14, p =.116. Dit betekent dat er geen onderscheid gemaakt kan worden tussen taak- en sociale cohesie. Dit is niet in lijn met de voorspellingen. Voorspeld werd dat 14

15 zowel taak- als sociale cohesie een significante voorspeller zou zijn voor teamprestatie, waarbij sociale cohesie een betere voorspeller zou zijn dan taakcohesie. Om dit nader te onderzoeken is gekeken naar de Tests of Between-Subjects Effects tabel en deze kijkt naar de afzonderlijke prestatiemetingen. Allereerst werd er gekeken naar taakcohesie waarbij er een positief significant effect werd gevonden op zowel subjectieve teamprestatie gemeten in de rust, F (1, 22) = 7.59, p =.012, als op objectieve teamprestatie gemeten in de rust, F (1, 22) = 7.62, p =.011. Er werd eveneens een positief significant effect gevonden op objectieve teamprestatie gemeten na de wedstrijd, F (1, 22) = 5.05, p =.035. Op de subjectieve teamprestatie na de wedstrijd werd een positief marginaal significant effect gevonden, F (1, 22) = 2.98, p =.099, zie tabel 1. Uit de Multivariate Tests is gebleken dat er een marginaal significant effect van taakcohesie op teamprestatie was, namelijk p =.063. In tabel 1 valt af te lezen dat alleen taakcohesie een minder goede voorspeller was voor subjectieve teamprestatie gemeten na de wedstrijd, p =.099. De overige drie prestatiemetingen zijn wel significant, en dat betekent dat taakcohesie een goede voorspeller is voor de overige drie prestatiemetingen. Met behulp van een Pearson s Correlatie Analyse kon worden aangegeven of een effect een positieve- of negatieve richting had. Dit is weergegeven in tabel 2. Voor taakcohesie zijn alle correlaties op de afzonderlijke prestatiemetingen positief, wat betekent dat taakcohesie zorgt voor een verhoging van de teamprestatie. 15

16 Tabel 1 De F-Waarden en P-Waarden van Zowel Taakcohesie als Sociale Cohesie op Subjectieve Teamprestatie en Objectieve Teamprestatie Gemeten in de Rust en na de Wedstrijd. Taakcohesie Sociale Cohesie F p F p Subjectieve prestatie rust * Subjectieve prestatie na de wedstrijd Objectieve prestatie rust * * Objectieve prestatie na de * wedstrijd * p <.050 Voor sociale cohesie werd een negatief significant effect gevonden op de objectieve teamprestatie gemeten in de rust, F (1, 22) = 7.13, p =.014. Voor de andere prestatiemetingen werd geen significant effect gevonden. Dit is weergegeven in tabel 1. Dit betekent dat sociale cohesie slechts een significante voorspeller is voor objectieve teamprestatie gemeten in de rust. De resultaten van de MANOVA zijn tegen de voorspelling in. Voorspeld werd dat sociale cohesie een groter effect zou hebben op teamprestatie dan taakcohesie. Voor zover hier iets over te zeggen is, lijkt het erop dat de resultaten het tegenovergestelde aantonen. In tabel 2 valt af te lezen dat voor sociale cohesie de correlaties op de afzonderlijke prestatiemetingen minder positief zijn dan taakcohesie, en zelfs één keer negatief, namelijk de invloed van sociale cohesie op objectieve teamprestatie in de rust (r = -.36). 16

17 Tabel 2 Pearson s Correlaties Tussen Zowel Taakcohesie als Sociale Cohesie op Subjectieve Teamprestatie en Objectieve Teamprestatie Gemeten in de Rust en na de Wedstrijd. Schaal Taakcohesie * * 2. Sociale cohesie Subjectieve prestatie rust -.62*.47*.46* 4. Subjectieve prestatie na de wedstrijd Objectieve prestatie rust Objectieve prestatie na de wedstrijd - * p <.050 Discussie In dit onderzoek is gekeken naar de invloed van zowel taak- als sociale cohesie op teamprestatie. Taak- en sociale cohesie is voorafgaand aan de wedstrijd gemeten. Teamprestatie, verdeeld in subjectieve- en objectieve teamprestatie, is gemeten in de rust en na de wedstrijd. Verwacht werd dat wanneer binnen een team een hoge mate van zowel taak- als sociale cohesie aanwezig is, dit positieve gevolgen zou hebben voor teamprestatie. De onderzoeksresultaten ondersteunen deze hypothese niet. Daarnaast werd verwacht dat sociale cohesie meer invloed zou hebben op teamprestatie dan taakcohesie. Uit de onderzoeksresultaten kwam naar voren dat zowel taak- als sociale cohesie weinig invloed hebben op teamprestatie, waarbij taakcohesie meer invloed heeft op teamprestatie dan sociale cohesie. Dit is een tegenstrijdig resultaat. Er werd verwacht dat sociale cohesie een betere voorspeller zou zijn omdat in dit onderzoek deelnemers zijn onderzocht die zaalvoetbal spelen op een recreatieve manier, waarbij 17

18 zij slechts wedstrijden spelen en niet trainen. Bij een recreatiesport staat het plezier en het streven naar geluk voorop (Ryan., 1999). Daarom was de verwachting dat sociale cohesie een betere voorspeller zou zijn. Uit het huidige onderzoek blijkt dat taakcohesie een betere voorspeller is voor teamprestatie dan sociale cohesie, ongeacht het feit dat het een recreatieve sport is. De voorspelling om te suggereren dat sociale cohesie meer invloed heeft op teamprestatie bij recreatieve teams zal nog eens onder de loep genomen moeten worden. Een mogelijke oorzaak voor het feit dat taakcohesie een betere voorspeller is, zou kunnen zijn dat de spelers tijdens een wedstrijd een doelstelling hebben en zo taakcohesie een groter effect heeft. Immers, taakcohesie weerspiegelt de mate waarin teamleden samenwerken om gemeenschappelijke doelen te bereiken (Carron et al., 1985). Uit eerder onderzoek kwam naar voren dat taakcohesie een betere voorspeller was voor teamprestatie dan sociale cohesie (Chang en Bordia, 2001; Kozub en McDonell, 2000; Langfred, 2000; Mullen en Copper, 1994; Paskevich et al, 1999). Uit de bevindingen van Paskevich et al. (1999) en Kozub en McDonell (2000) werd geconcludeerd dat taakcohesie relatief gezien belangrijker is voor effectiviteit dan sociale cohesie. In deze eerdere onderzoeken werd gebruik gemaakt van teams die sporten op hoog niveau waarbij zij gericht zijn op het behalen van goede prestaties. De bevindingen van het huidige onderzoek sluiten aan bij eerder onderzoek, waarbij taakcohesie meer invloed had op teamprestatie dan sociale cohesie. Chang en Bordia (2001) concludeerde dat taakcohesie de enige significante voorspeller is van subjectieve teamprestatie. Uit de analyses van de afzonderlijke prestatiemetingen bleek immers dat taakcohesie een positieve significant effect had op subjectieve teamprestatie in de rust, F (1, 22) = 7.59, p =.012, en dat taakcohesie een marginaal significant effect had op subjectieve teamprestatie na de wedstrijd, namelijk F (1, 22) = 2.98, p =.099. Chang en 18

19 Bordia (2001) vonden eveneens dat sociale cohesie de enige significante voorspeller was van objectieve teamprestatie. Dit resultaat is niet gevonden in het huidige onderzoek. Uit de analyses van de afzonderlijke prestatiemetingen bleek dat voor sociale cohesie slechts één prestatiemeting significant was, en dat was een negatief significant effect van social cohesie op objectieve teamprestatie gemeten in de rust, F (1, 22) = 7.13, p =.014. Uit de resultaten blijkt dat taakcohesie meer invloed heeft op de objectieve teamprestatie dan sociale cohesie. Met behulp van het programma G*Power 3.1 (Field, 2009) is er een power analyse gedaan om te kijken of dit onderzoek voldoende proefpersonen had. Om een significant effect te vinden met een gemiddelde effect size zou de steekproef minstens 150 proefpersonen moeten bevatten. De steekproef bestond in dit onderzoek uit 131 proefpersonen. Het is een mogelijke oorzaak om te suggereren dat door te weinig proefpersonen, het effect niet significant was. Echter moet er voorzichtig worden omgegaan met het resultaat van de power analyse. Het effect van taakcohesie op teamprestatie was marginaal significant, V = 0.36, F(4, 19) = 2.68, p =.063. Het effect van sociale cohesie op teamprestatie was net niet significant, V = 0.31, F(4, 19) = 2.14, p =.116. Dat verschil was echter iets groter maar alsnog klein. Wanneer objectieve teamprestatie buiten beschouwing werd gelaten, was het effect van taakcohesie op teamprestatie wel significant, V = 0.26, F(2, 21) = 3.67, p =.043. Er is echter gekozen om objectieve teamprestatie toch mee te nemen in de dataverwerking omdat het van belang is te weten dat slechts de rust- en eindstand als objectieve prestatiemaat te gebruiken onvoldoende is. Uit de analyses van de afzonderlijke prestatiemetingen bleek dat sociale cohesie een negatief significant effect had op objectieve teamprestatie in de rust F (1, 22) = 7.13, p =.014, en geen significant effect op objectieve teamprestatie na de wedstrijd. Het blijft van belang om voor 19

20 objectieve teamprestatie een goede maatstaaf te vinden en het te optimaliseren om zo nauwkeuriger te onderzoeken of sociale cohesie invloed heeft op teamprestatie. Dit is relevant omdat volgens Chang en Bordia (2001) sociale cohesie de enige significante voorspeller is voor objectieve teamprestatie. Wanneer dit in verder onderzoek ondersteund wordt, leidt dit tot een grotere betrouwbaarheid van de studie. Een oorzaak voor het feit dat sociale cohesie geen goede voorspeller is voor teamprestatie zou kunnen zijn dat de teams oorspronkelijk bestaan uit gemiddeld acht spelers. Tijdens het onderzoek is er slechts één team geweest die daadwerkelijk met acht spelers aanwezig was. De overige vierentwintig teams kwamen met minder dan acht spelers, variërend van drie tot zeven spelers. De oorzaak hiervan kan zijn dat het een recreatieve sport is en de spelers de wedstrijden onderling afwisselen. Dit zou invloed kunnen hebben op de sociale cohesie omdat het groepsgevoel zo aangetast wordt omdat de spelers iedere wedstrijd met andere teamgenoten spelen. Sociale cohesie houdt in dat spelers empathie tonen naar elkaar en genieten van de kameraadschap met de groep (Carron et al., 1985). Het afwisselen van spelers kan invloed hebben op de sociale cohesie. Bij zaalvoetbal op recreatiefniveau is het gebruikelijk dat spelers enkele minuten voor de wedstrijd aanwezig zijn. Daardoor werd het volledig invullen van de vragenlijst met volledige concentratie voor het lezen en beantwoorden van de vragen soms bemoeilijkt. Dit geldt eveneens voor de rust, waarbij de teams slecht één minuut de tijd hadden om de vragenlijst in te vullen. In de toekomst zou er bij het uitvoeren van een soortgelijk onderzoek rekening gehouden kunnen worden met een aantal punten. Een mogelijke suggestie voor vervolgonderzoek zou kunnen zijn om zorg te dragen voor voldoende deelnemers om zo met een gemiddelde effectgrootte een significant effect te kunnen vinden. Hierbij kan 20

21 voorkomen worden dat het onderzoek als zwak wordt gezien, door voldoende deelnemers te hebben en het zo te ondervangen. Een andere suggestie is de objectieve teamprestatie nauwkeurig te coderen en daarvoor meer factoren mee te nemen dan slechts de rust- en eindstand. Hierdoor kan de mogelijk ontstaan dat in vervolgonderzoek een groter effect wordt gevonden van sociale cohesie op objectieve teamprestatie. Een andere mogelijke suggestie voor vervolgonderzoek zou kunnen zijn om onderzoek te doen bij een sport waar het volledige team aanwezig is. Hierdoor wordt voorkomen dat de mogelijkheid bestaat dat de sociale cohesie onder druk komt te staan. Tot slot is het van belang dat de deelnemers voldoende tijd hebben om de vragenlijsten in te vullen. Dit kan voorkomen dat deelnemers uitgesloten moeten worden wegens het niet volledig invullen van de vragenlijsten. Voorlopig kan de conclusie worden getrokken dat in dit onderzoek geen effect is gevonden voor de invloed van zowel taak- als sociale cohesie op teamprestatie. Taakcohesie heeft, tegen de verwachting in, meer invloed op teamprestatie dan sociale cohesie. Het blijft van belang om het verband tussen teamcohesie en teamprestatie te onderzoeken omdat het positieve consequenties kan hebben voor het optimaliseren van teamprestatie. 21

22 Literatuurlijst Barrick, M. R., Stewart, G. L., Neubert, M. J., & Mount, M. K. (1998). Relating member ability and personality to work-team processes and team effectiveness. Journal of Applied Psychology, 83, Beal, D. J., Cohen, R. R., Burke, M. J., & McLendon, C. L. (2003). Cohesion and performance in groups: A meta-analytic clarification of construct relations. Journal of Applied Psychology, 88, Bradley, M. M., & Lang, P. J. (1994). Measuring emotion: The self-assessment manikin and the semantic differential. Journal of Behavior Therapy and Experimental Psychiatry, 25, Carron, A. V., Widmeyer, W. N., & Brawley, L. R. (1985). The development of an instrument to assess cohesion in sport teams: The group environment questionnaire. Journal of Sport Psychology, 7, Chang, A., & Bordia, P. (2001). A multidimensional approach to the group cohesiongroup performance relationship. Small Group Research, 32, DeShon, R. P., Kozlowski, S. W., Schmidt, A. M., Milner, K. R., & Wiechmann, D. (2004). A multiple-goal, multilevel model of feedback effects on the regulation of individual and team performance. Journal of Applied Psychology, 89, Devine, D. J., Clayton, L. D., Philips, J. L., Dunford, B. B., & Melner, S. B. (1999). Teams in organizations prevalence, characteristics, and effectiveness. Small Group Research, 30, Dion, K.L. (2000). Group cohesion: From field of forces to multidimensional construct. Group Dynamics, 4, Elliot, A. J., & Murayama, K. (2008). On the measurement of achievement goals: Critique, illustration, and application. Journal of Educational Psychology, 100,

23 Field, A. (2009). Discovering statistics using SPSS (4th Ed.). Thousand Oaks: Sage Publications. Greenlees, I., Graydon, J., & Maynard, I. (2000). The impact of individual efficacy beliefs on group goal selection and group goal commitment. Journal of Sports Sciences, 18, Hallgren, K. A. (2012). Computing inter-rater reliability for observational data: An overview and tutorial. Tutorials in Quantitative Methods for Psychology, 8, Hoegl, M., & Gemuenden, H. G. (2001). Teamwork quality and the success of innovative projects: A theoretical concept and empirical evidence. Organization Science, 12, Jarvis, M. (2006). Sport Psychology: A Student s Handbook. New York: Routledge Kebaili, S., Zanina, N., & Arfa, Y. (2015). Impact of team cohesion on performance among tunisian women soccer players. Journal of Sports and Psysical Education, 2, Kozlowski, S. W., & Bell, B. S. (2003). Work groups and teams in organizations. Handbook of psychology. Kozub, S., & McDonnell, J. (2000). Exploring the relationship between cohesion and collective efficacy in rugby teams. Journal of Sport Behavior, 23, Langfred, C. W. (2000). The paradox of self-management: Individual and group autonomy in work groups. Journal of Organizational Behavior, 21, LeBreton, J. M., & Senter, J. L. (2007). Answers to 20 questions about interrater reliability and interrater agreement. Organizational Research Methods, 11, Martens, M. L., Hecht, T., Lvna, E., & Casey-Campbell, M. (2007). A latent growth model examination of group cohesion and performance. ASAC, 28,

24 Martin, L. J., Carron, A. V., & Burke, S. M. (2009). Team building interventions in sport: A meta-analysis. Sport and Exercise Psychology Review, 5, McEwen, D., & Beauchamp, M. (2016). The multidimensional assessment of teamwork in sports. Manuscript in preparation. Mullen, S. P., Olson, E. A., Phillips, S. M., Szabo, A. N., Wójcicki, T. R., Mailey, E. L.,... & McAuley, E. (2011). Measuring enjoyment of physical activity in older adults: Invariance of the physical activity enjoyment scale (paces) across groups and time. International Journal of Behavioral Nutrition and Physical Activity, 8, 1-9. Mullen, B., & Copper, C. (1994). The relation between group cohesiveness and performance: An integration. Psychological Bulletin, 115, Myers, N. D., Feltz, D. L., & Short, S. E. (2004). Collective efficacy and team performance: A longitudinal study of collegiate football teams. Group Dynamics: Theory, Research, and Practice, 8, Myers, N. D., Payment, C. A., & Feltz, D. L. (2004). Reciprocal relationships between collective efficacy and team performance in women's ice hockey. Group Dynamics: Theory, Research, and Practice, 8, Paskevich, D. M., Brawley, L. R., Dorsch, K. D., & Widmeyer, W. N. (1999). Relationship between collective efficacy and cohesion: Conceptual and measurement issues. Group Dynamics, 3, Prokesová, E., & Musálek, M. (2011). Confirmation of conceptual validity of Czech version of group environment questionnaire by structural equation modeling. Acta Universitatis Carolinae Kinanthropologica, 47, Ryan, R. M., Chirkov, V. I., Little, T. D., Sheldon, K. M., Timoshina, E., & Deci, E. L. (1999). The American dream in Russia: Extrinsic aspirations and well-being in two cultures. Personality and Social Psychology Bulletin, 12,

25 Schafer, J. L., & Graham, J. W. (2002). Missing data: Our view of the state of the art. Psychological Methods, 7, Starreveld, P. A. (Ed.). (2012). Verslaglegging van psychologisch onderzoek. Den Haag: Boomonderwijs. Terry, P. C., Carron, A. V., Pink, M. J., Lane, A. M., Jones, G. J., & Hall, M. P. (2000). Perceptions of group cohesion and mood in sport teams. Group Dynamics: Theory, Research, and Practice, 4, Thompson, E. R. (2007). Development and validation of an internationally reliable shortform of the positive and negative affect schedule (PANAS). Journal of Cross- Cultural Psychology, 38, Van Vianen, A. E., & De Dreu, C. K. (2001). Personality in teams: Its relationship to social cohesion, task cohesion, and team performance. European Journal of Work and Organizational Psychology, 10,

DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1

DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1 DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1 Dankbaarheid in Relatie tot Intrinsieke Levensdoelen: Het mediërende Effect van Psychologische Basisbehoeften Karin Nijssen Open Universiteit

Nadere informatie

MOTIVERENDE FEEDBACK GEVEN

MOTIVERENDE FEEDBACK GEVEN MOTIVERENDE FEEDBACK GEVEN EVEN VOORSTELLEN Docent / coach Sport / zorg / onderwijs Fysiotherapie / Bewegingswetenschappen / Coaching / begeleiding / communicatie / Groepsdynamica / teamontwikkeling /

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een Vaste Relatie The Association between Daily Stress, Emotional Intimacy and Affect with Partners in a Commited

Nadere informatie

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior Martin. W. van Duijn Student: 838797266 Eerste begeleider:

Nadere informatie

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50 De relatie tussen eigen-effectiviteit 1 De Relatie tussen Eigen-effectiviteit, Intrinsieke Motivatie en Fysieke Activiteit bij 50-plussers The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and

Nadere informatie

Onze huidige kennismaatschappij is sterk in ontwikkeling. Dit heeft als gevolg dat de veroudering van onze kennis en vaardigheden ook steeds sneller

Onze huidige kennismaatschappij is sterk in ontwikkeling. Dit heeft als gevolg dat de veroudering van onze kennis en vaardigheden ook steeds sneller Onze huidige kennismaatschappij is sterk in ontwikkeling. Dit heeft als gevolg dat de veroudering van onze kennis en vaardigheden ook steeds sneller gaat. Om bij te blijven met deze veranderingen in de

Nadere informatie

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Overige

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Overige Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Self-Management Ability Scale-30 (SMAS-30) Mei 017 Review: Ilse Swinkels Invoer: Marsha Bokhorst 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking op

Nadere informatie

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten? De Modererende rol van Persoonlijkheid op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten 1 Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve

Nadere informatie

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting 220 Nederlandse Samenvatting Summary in Dutch Teams spelen een belangrijke rol in moderne organisaties (Devine, Clayton, Phillips, Dunford, & Melner, 1999; Mathieu, Marks, & Zaccaro, 2001). Doordat teams

Nadere informatie

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering The relation between Mindfulness and Psychopathology: the Mediating Role of Global and Contingent

Nadere informatie

De Group Environment Questionnaire (GEQ) Vragenlijst

De Group Environment Questionnaire (GEQ) Vragenlijst De Group Environment Questionnaire (GEQ) Vragenlijst Vragenlijst De Group Environment Questionnaire (GEQ) In deze vragenlijst worden de vier aspecten van cohesie gemeten: ATG-T, vier vragen - ATG-S, vijf

Nadere informatie

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. Self-Management Ability Scale-30 (SMAS-30) 1 Algemene gegevens

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. Self-Management Ability Scale-30 (SMAS-30) 1 Algemene gegevens 1 Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Self-Management Ability Scale-30 (SMAS-30) September 2009 Review: Béatrice Dijcks Invoer: Eveline van Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft

Nadere informatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie Causale Relatie tussen intimiteit en seksueel verlangen 1 De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie The causal

Nadere informatie

The Functional Autonomy Measurement System (SMAF): Description and Validation of an Instrument for the Measurement of Handicaps."

The Functional Autonomy Measurement System (SMAF): Description and Validation of an Instrument for the Measurement of Handicaps. Système de mesure de l autonomie fonctionnelle (SMAF) Hébert R. (1988) The Functional Autonomy Measurement System (SMAF): Description and Validation of an Instrument for the Measurement of Handicaps."

Nadere informatie

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. Dutch version of the Quebec User Evaluation of Satisfaction with assistive technology (D-QUEST)

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. Dutch version of the Quebec User Evaluation of Satisfaction with assistive technology (D-QUEST) Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Dutch version of the Quebec User Evaluation of Satisfaction with assistive technology (D-QUEST) Februari 2018 Review: Ilse Swinkels-Meewisse Invoer: Marsha

Nadere informatie

Spitzer quality of life index

Spitzer quality of life index Spitzer Quality of life index Spitzer, W. O., Dobson, A. J., Hall, J., Chesterman, E., Levi, J., Shepherd, R. et al. (1981). Measuring the quality of life of cancer patients: a concise QL index for use

Nadere informatie

Mindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs

Mindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs Mindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs Door: Joshi Verschuren, Universiteit Utrecht Vele basisscholen besteden tegenwoordig aandacht aan de mindset van

Nadere informatie

Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Validatie van het EHF meetinstrument tijdens de Jonge Volwassenheid en meer specifiek in relatie tot ADHD Validation of the EHF assessment instrument during Emerging Adulthood, and more specific in relation

Nadere informatie

De Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving

De Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving De Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving Relationships between Attachment and Well-being among the Elderly: The mediational Roles of Mindfulness

Nadere informatie

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Overige, ongespecificeerd

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Overige, ongespecificeerd Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Maastricht Social Participation Profile (MSPP) Augustus 2013 Review: G.M.J. Mars Eveline van Engelen Invoer : Marsha Bokhorst 1 Algemene gegevens Het meetinstrument

Nadere informatie

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Een onderzoek naar de invloed van cognitieve stijl, ziekte-inzicht, motivatie, IQ, opleiding,

Nadere informatie

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility. RELATIE ANGST EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility Jos Kooy Eerste begeleider Tweede

Nadere informatie

WOT statistiek. Betrouwbaarheidsanalyse. CLIN Centre for Linguistics. Els Schoonjans

WOT statistiek. Betrouwbaarheidsanalyse. CLIN Centre for Linguistics. Els Schoonjans WOT statistiek Betrouwbaarheidsanalyse Els Schoonjans CLIN Centre for Linguistics 1 Betrouwbaarheid Betrouwbaarheid van een meetinstrument: consistentie; instrument geeft vergelijkbare resultaten in vergelijkbare

Nadere informatie

Welke vragenlijst voor mijn onderzoek?

Welke vragenlijst voor mijn onderzoek? Welke vragenlijst voor mijn onderzoek? NHG wetenschapsdag 2010 Caroline Terwee Kenniscentrum Meetinstrumenten VUmc Afdeling Epidemiologie en Biostatistiek VU medisch centrum Inhoud 1. Presentatie 2. Kritisch

Nadere informatie

Relatie tussen Appreciative Inquiry en Autonome Motivatie Verklaard door Psychologische. Basisbehoeften en gemodereerd door Autonomieondersteuning

Relatie tussen Appreciative Inquiry en Autonome Motivatie Verklaard door Psychologische. Basisbehoeften en gemodereerd door Autonomieondersteuning Relatie tussen Appreciative Inquiry en Autonome Motivatie Verklaard door Psychologische Basisbehoeften en gemodereerd door Autonomieondersteuning The Relationship between Appreciative Inquiry and Autonomous

Nadere informatie

De Rol van Zelfregulatie, Motivatie en Eigen Effectiviteitsverwachting op het Volhouden

De Rol van Zelfregulatie, Motivatie en Eigen Effectiviteitsverwachting op het Volhouden De Rol van Zelfregulatie, Motivatie en Eigen Effectiviteitsverwachting op het Volhouden van Sporten en de Invloed van Egodepletie, Gewoonte en Geslacht The Role of Selfregulation, Motivation and Self-efficacy

Nadere informatie

MENTALE VEERKRACHT ALS BUFFER TEGEN DOCENTEN STRESS 1. Mentale Veerkracht als Buffer tegen Docenten Stress-Reactiviteit: een ESM-studie

MENTALE VEERKRACHT ALS BUFFER TEGEN DOCENTEN STRESS 1. Mentale Veerkracht als Buffer tegen Docenten Stress-Reactiviteit: een ESM-studie MENTALE VEERKRACHT ALS BUFFER TEGEN DOCENTEN STRESS 1 Mentale Veerkracht als Buffer tegen Docenten Stress-Reactiviteit: een ESM-studie Mental Resilience buffers Teacher Stressreactivity: An ESM-study Tanya

Nadere informatie

Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken

Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken 1 Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken Smoking Cessation in Cardiac Patients Esther Kers-Cappon Begeleiding door:

Nadere informatie

De Relatie tussen Ervaren Organisatiecultuur en Organizational. Commitment in de Periode na een Overname.

De Relatie tussen Ervaren Organisatiecultuur en Organizational. Commitment in de Periode na een Overname. De Relatie tussen Ervaren Organisatiecultuur en Organizational Commitment in de Periode na een Overname. The Relation Between Perceived Organizational Culture and Organizational Commitment After an Acquisition.

Nadere informatie

(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem

(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem (In)effectiviteit van Angstcommunicaties 1 (In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem (In)effectiveness

Nadere informatie

De relatie tussen groepsemotie op. groepsprestatie in sport: en de rol van de. context

De relatie tussen groepsemotie op. groepsprestatie in sport: en de rol van de. context De relatie tussen groepsemotie op groepsprestatie in sport: en de rol van de context Sander Wilmsen Bachelorthese Sociale Psychologie Studentnummer: 10382860, ST Wilmsen Begeleider: Marc Heerdink Datum:

Nadere informatie

De relatie tussen leiderschap en cohesie

De relatie tussen leiderschap en cohesie Bachelor scriptie 2013-2014 De relatie tussen leiderschap en cohesie Anouk Schmidt Datum: Begeleider: 16 juni 2014 Dr. R.R.D. Oudejans 1 Faculteit der Bewegingswetenschappen, Vrije Universiteit Amsterdam

Nadere informatie

Groepscohesie en prestaties bij sportteams Het belang van taakgerichte cohesie voor prestatie

Groepscohesie en prestaties bij sportteams Het belang van taakgerichte cohesie voor prestatie Groepscohesie en prestaties bij sportteams Het belang van taakgerichte cohesie voor prestatie Naam: Bram Vreugdenhil Collegekaartnr: 0371211 Instituut: Universiteit van Amsterdam Begeleider: Katharina

Nadere informatie

van Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw

van Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw De Invloed van Werk- en Persoonskenmerken op het Welbevinden van Werknemers The Influence of Job and Personality Characteristics on Employee Well-being Drs. P.E. Gouw Eerste begeleider: Dr. S. van Hooren

Nadere informatie

Uitgebreide toelichting van het meetinstrumenten

Uitgebreide toelichting van het meetinstrumenten 1 Uitgebreide toelichting van het meetinstrumenten Life Habits 22 September 2010 Review: 1) E. Bernges, M. Bertrand, L. Patelski 2) Sandra Joeris Invoer: Eveline van Engelen 1 Algemene gegevens Lichaamsregio

Nadere informatie

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effects of Contact-oriented Play and Learning in the Relationship between parent and child with autism Kristel Stes Studentnummer:

Nadere informatie

DOELGROEP De test richt zich tot zwangere vrouwen of vrouwen die recent bevallen zijn.

DOELGROEP De test richt zich tot zwangere vrouwen of vrouwen die recent bevallen zijn. BREASTFEEDING PERSONAL EFFICACY BELIEFS INVENTORY (BPEBI) Cleveland A.P., McCrone S. (2005) Development of the Breastfeeding Personal Efficacy Beliefs Inventory: A measure of women s confidence about breastfeeding.

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

De Invloed van Time Management op de Prestatie van Werknemers

De Invloed van Time Management op de Prestatie van Werknemers De Invloed van Time Management op de Prestatie van Werknemers Arbeid en Organisatie Psychologie Bachelorthese Nanniek van der Wel 6050344 Severine Koch Aantal woorden: 5084 14 juni 2012 Inhoudsopgave Abstract

Nadere informatie

Het samenstellen van een multipele indicator index. Harry B.G. Ganzeboom ADEK UvS College 2 28 februari 2011

Het samenstellen van een multipele indicator index. Harry B.G. Ganzeboom ADEK UvS College 2 28 februari 2011 Het samenstellen van een multipele indicator index Harry B.G. Ganzeboom ADEK UvS College 2 28 februari 2011 Indices voor attituden Attittuden (opvattingen) zijn complexe kenmerken Moeilijk te meten met

Nadere informatie

Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch

Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch Bottlenecks in Independent Learning: Self-Regulated Learning, Stress

Nadere informatie

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen The Association between Daily Hassles, Negative Affect and the Influence of Physical Activity Petra van Straaten Eerste begeleider

Nadere informatie

De Rotterdamse Ambtenaar: Bevroren of Bevlogen. Over de Invloed van Procedurele Rechtvaardigheid, Empowering Leiderschap en

De Rotterdamse Ambtenaar: Bevroren of Bevlogen. Over de Invloed van Procedurele Rechtvaardigheid, Empowering Leiderschap en De Rotterdamse Ambtenaar: Bevroren of Bevlogen. Over de Invloed van Procedurele Rechtvaardigheid, Empowering Leiderschap en Identificatie met de Organisatie op Status en Zelfwaardering. The Civil Servant

Nadere informatie

Overige (Overig, ongespecificeerd)

Overige (Overig, ongespecificeerd) Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Voice Related Quality of Life Measure (V-RQOL) 21 oktober 2011 Review 1: T. Dassen, K. v Nes, N. v Wersch Review 2: M. Jungen Invoer: E. Van Engelen 1 Algemene

Nadere informatie

De Relatie tussen Lichamelijke Gezondheid, Veerkracht en Subjectief. Welbevinden bij Inwoners van Serviceflats

De Relatie tussen Lichamelijke Gezondheid, Veerkracht en Subjectief. Welbevinden bij Inwoners van Serviceflats De Relatie tussen Lichamelijke Gezondheid, Veerkracht en Subjectief Welbevinden bij Inwoners van Serviceflats The Relationship between Physical Health, Resilience and Subjective Wellbeing of Inhabitants

Nadere informatie

Testattitudes van Sollicitanten: Faalangst en Geloof in Tests als. Antecedenten van Rechtvaardigheidspercepties

Testattitudes van Sollicitanten: Faalangst en Geloof in Tests als. Antecedenten van Rechtvaardigheidspercepties Testattitudes van Sollicitanten: Faalangst en Geloof in Tests als Antecedenten van Rechtvaardigheidspercepties Test-taker Attitudes of Job Applicants: Test Anxiety and Belief in Tests as Antecedents of

Nadere informatie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Algemeen, overig, ongespecificeerd

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Algemeen, overig, ongespecificeerd 1 Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Multidimensional Health Locus of Control Scales (MHLC) 1 juli 2011 Review: 1) I. Spelthann 2) Sandra Joeris Invoer: Marsha Bokhorst 1 Algemene gegevens

Nadere informatie

SAMENVATTING. Samenvatting

SAMENVATTING. Samenvatting Samenvatting SAMENVATTING PSYCHOMETRISCHE EIGENSCHAPPEN VAN ADL- EN WERK- GERELATEERDE MEETINSTRUMENTEN VOOR HET METEN VAN BEPERKINGEN BIJ PATIËNTEN MET CHRONISCHE LAGE RUGPIJN. Chronische lage rugpijn

Nadere informatie

De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl. The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style

De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl. The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style Jenny Thielman 1 e begeleider: mw. dr. Esther Bakker 2 e begeleider: mw. dr.

Nadere informatie

Extending traditional views on volunteers psychological contracts: Novel conceptual and methodological approaches in non-profit studies

Extending traditional views on volunteers psychological contracts: Novel conceptual and methodological approaches in non-profit studies Extending traditional views on volunteers psychological contracts: Novel conceptual and methodological approaches in non-profit studies Dr. Tim Vantilborgh Het psychologisch contract van vrijwilligers

Nadere informatie

/hpm. Onderzoek werkstress, herstel en cultuur. De rol van vrijetijdsbesteding. 6 februari 2015. Technische Universiteit Eindhoven

/hpm. Onderzoek werkstress, herstel en cultuur. De rol van vrijetijdsbesteding. 6 februari 2015. Technische Universiteit Eindhoven Onderzoek werkstress, herstel en cultuur De rol van vrijetijdsbesteding 6 februari 2015 Technische Universiteit Eindhoven Human Performance Management Group ir. P.J.R. van Gool prof. dr. E. Demerouti /hpm

Nadere informatie

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS Persoonskenmerken en ervaren lijden bij verslaving en PTSS 1 De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij Verslaafde Patiënten met PTSS The Relationship between Personality Traits and Suffering

Nadere informatie

Patient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG)

Patient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG) Patient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG) Bowman, L. (2006) "Validation of a New Symptom Impact Questionnaire for Mild to Moderate Cognitive Impairment." Meetinstrument Patient-reported

Nadere informatie

Mentaal Weerbaar Blauw

Mentaal Weerbaar Blauw Mentaal Weerbaar Blauw de invloed van stereotypen over etnische minderheden cynisme en negatieve emoties op de mentale weerbaarheid van politieagenten begeleiders: dr. Anita Eerland & dr. Arjan Bos dr.

Nadere informatie

LinkedIn Profiles and personality

LinkedIn Profiles and personality LinkedInprofielen en Persoonlijkheid LinkedIn Profiles and personality Lonneke Akkerman Open Universiteit Naam student: Lonneke Akkerman Studentnummer: 850455126 Cursusnaam en code: S57337 Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren Sociale Steun The Effect of Chronic Pain and the Moderating Effect of Gender on Perceived Social Support Studentnummer:

Nadere informatie

Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen

Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen Onderzoek met het Virtuele Lab Social Cognition in Psychologically Healthy Adults Research with the Virtual Laboratory Anja I. Rebber Studentnummer: 838902147

Nadere informatie

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A.

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A. Bent u gemotiveerd? Een Experimenteel Onderzoek naar de Invloed van een op het Transtheoretisch Model Gebaseerde Interventie op de Compliance bij de Fysiotherapeutische Behandeling van Psychiatrische Patiënten

Nadere informatie

Alain Van Hiel en Bart Duriez

Alain Van Hiel en Bart Duriez Een meetinstrument voor individuele verschillen in Social Dominantie Oriëntatie Alain Van Hiel en Bart Duriez Het concept Sociale Dominantie Oriëntatie (SDO) wordt gedefinieerd als een algemene opvatting

Nadere informatie

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping The Relation Between Personality, Stress and Coping J.R.M. de Vos Oktober 2009 1e begeleider: Mw. Dr. T. Houtmans 2e begeleider: Mw. Dr. K. Proost Faculteit

Nadere informatie

Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij

Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij Een vergelijking van een depressieve en een niet-depressieve groep met Experience-Sampling-Method

Nadere informatie

De rol van zelfregulerend leren en participatie in het behalen van studieprestaties onder een vernieuwd toetsingssysteem

De rol van zelfregulerend leren en participatie in het behalen van studieprestaties onder een vernieuwd toetsingssysteem De rol van zelfregulerend leren en participatie in het behalen van studieprestaties onder een vernieuwd toetsingssysteem Rob Kickert 1, Karen Stegers-Jager 2, Marieke Meeuwisse 1, Lidia Arends 1,3, Peter

Nadere informatie

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten met diabetes mellitus type 2 in de huisartsenpraktijk Thinking

Nadere informatie

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën The Relation between Personality, Education, Age, Sex and Short- and Long- Term Sexual

Nadere informatie

Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van. The explanation of the physical activity of elderly by determinants of

Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van. The explanation of the physical activity of elderly by determinants of Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van het I-change Model The explanation of the physical activity of elderly by determinants of the I-change Model Hilbrand Kuit Eerste begeleider:

Nadere informatie

Kenmerken van jongeren met en zonder sportief zelfbeeld

Kenmerken van jongeren met en zonder sportief zelfbeeld Dag van het Sportonderzoek 7 oktober 2010 Kenmerken van jongeren met en zonder sportief zelfbeeld Kirsten Verkooijen Gezondheid en Maatschappij Onderzoeksvraag Welke persoonlijke en demografische variabelen

Nadere informatie

Code Course name block Ects International Organizations Advanced Project management * Cross Cultural HRM 3 6

Code Course name block Ects International Organizations Advanced Project management * Cross Cultural HRM 3 6 Global management of Social Issues Interesting courses Global Management of Social Issues 410129 International Organizations 1 6 410130 Advanced Project management * 3 6 410133 Cross Cultural HRM 3 6 410134

Nadere informatie

Running head: MINDFULNESS, CONTINGENTE ZELFWAARDERING EN DEPRESSIE 1. De Invloed van een Gecombineerde Mindfulnessbehandeling op

Running head: MINDFULNESS, CONTINGENTE ZELFWAARDERING EN DEPRESSIE 1. De Invloed van een Gecombineerde Mindfulnessbehandeling op Running head: MINDFULNESS, CONTINGENTE ZELFWAARDERING EN DEPRESSIE 1 De Invloed van een Gecombineerde Mindfulnessbehandeling op Contingente Zelfwaardering en Depressieve Klachten. Tammasine Netteb Open

Nadere informatie

De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een. Vergelijking met Rusten in Liggende Positie

De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een. Vergelijking met Rusten in Liggende Positie De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een Vergelijking met Rusten in Liggende Positie The Effectiveness of a Mindfulness-based Body Scan: a Comparison with Quiet Rest in the Supine

Nadere informatie

De Invloed van Leiderschap en Interventies op Cohesie binnen Sportteams

De Invloed van Leiderschap en Interventies op Cohesie binnen Sportteams De Invloed van Leiderschap en Interventies op Cohesie binnen Sportteams Opdracht: Naam: Bachelorthese Thijmen van Blokland Studentnummer: 6183220 Docent: Tim de Wilde Aantal woorden: 5426 Datum: 11-6-2013

Nadere informatie

MINORENVOORLICHTING: LEERLIJN INDIVIDUEN, RELATIES EN ORGANISATIES JANNEKE OOSTROM

MINORENVOORLICHTING: LEERLIJN INDIVIDUEN, RELATIES EN ORGANISATIES JANNEKE OOSTROM MINORENVOORLICHTING: LEERLIJN INDIVIDUEN, RELATIES EN ORGANISATIES JANNEKE OOSTROM 1 INHOUD 1. Expertise binnen de afdeling Sociale en Organisatiepsychologie 2. Eindtermen van de leerlijn 3. B3 onderwijsprogramma

Nadere informatie

Modererende Rol van Seksuele Gedachten. Moderating Role of Sexual Thoughts. C. Iftekaralikhan-Raghubardayal

Modererende Rol van Seksuele Gedachten. Moderating Role of Sexual Thoughts. C. Iftekaralikhan-Raghubardayal Running head: momentaan affect en seksueel verlangen bij vrouwen 1 De Samenhang Tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen van Vrouwen en de Modererende Rol van Seksuele Gedachten The Association Between

Nadere informatie

OM JEZELF TE BLIJVEN, MOET JE VERANDEREN (J. BRANSEN) CONCEPTUEEL ONTWERP. X Methoden van Organisatieonderzoek. Voorbereiding op de masterthesis

OM JEZELF TE BLIJVEN, MOET JE VERANDEREN (J. BRANSEN) CONCEPTUEEL ONTWERP. X Methoden van Organisatieonderzoek. Voorbereiding op de masterthesis OM JEZELF TE BLIJVEN, MOET JE VERANDEREN (J. BRANSEN) CONCEPTUEEL ONTWERP Voorbereiding op de masterthesis X Methoden van Organisatieonderzoek P a g i n a 1 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave... 0 1. Conceptueel

Nadere informatie

Feedback geven en krijgen. Diepteverwerking 9 november 2016 Marieke Thurlings

Feedback geven en krijgen. Diepteverwerking 9 november 2016 Marieke Thurlings Feedback geven en krijgen Diepteverwerking 9 november 2016 Marieke Thurlings Overzicht Wat is feedback? Feedback van leraar aan leerlingen Hét model van Hattie & Timperley (2007) Zelf aan de slag Uitwisselen

Nadere informatie

Het effect van een verkorte mindfulness training bij ouderen op mindfulness, experiëntiële vermijding, self-efficacy in het omgaan met emoties,

Het effect van een verkorte mindfulness training bij ouderen op mindfulness, experiëntiële vermijding, self-efficacy in het omgaan met emoties, Het Effect van een Verkorte Mindfulness Training bij Ouderen op Mindfulness, Experiëntiële Vermijding, Self-Efficacy in het Omgaan met Emoties, Zelftranscendentie, en Quality of Life The Effects of a Shortened

Nadere informatie

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven Neuropsychologische Behandeling en Sociaal Emotioneel Welzijn bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie Neuropsychological Treatment and Social Emotional Well-being of Children with a Severe Form

Nadere informatie

GOAL-STRIVING REASONS, PERSOONLIJKHEID EN BURN-OUT 1. Het effect van Goal-striving Reasons en Persoonlijkheid op facetten van Burn-out

GOAL-STRIVING REASONS, PERSOONLIJKHEID EN BURN-OUT 1. Het effect van Goal-striving Reasons en Persoonlijkheid op facetten van Burn-out GOAL-STRIVING REASONS, PERSOONLIJKHEID EN BURN-OUT 1 Het effect van Goal-striving Reasons en Persoonlijkheid op facetten van Burn-out The effect of Goal-striving Reasons and Personality on facets of Burn-out

Nadere informatie

Hoe autonomie-ondersteunend werkt een docent binnen honoursonderwijs? Tineke Kingma Elanor Kamans Marjolein Heijne-Penninga Marca Wolfensberger

Hoe autonomie-ondersteunend werkt een docent binnen honoursonderwijs? Tineke Kingma Elanor Kamans Marjolein Heijne-Penninga Marca Wolfensberger Hoe autonomie-ondersteunend werkt een docent binnen Tineke Kingma Elanor Kamans Marjolein Heijne-Penninga Marca Wolfensberger Fellow onderzoeker Adviseur en coördinator 2 Opzet onderzoekspresentatie 1.

Nadere informatie

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars Management Summary Wat voor een effect heeft de vorm van een bericht op de waardering van de lezer en is de interesse in nieuws een moderator voor dit effect? Auteur Tessa Puijk Organisatie Van Diemen

Nadere informatie

Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden

Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden Er is onderzoek gedaan naar rouw na het overlijden van een huisdier (contactpersoon: Karolijne van der Houwen (Klinische Psychologie)). Mensen konden op internet een vragenlijst invullen. Daarin werd gevraagd

Nadere informatie

Kwantitatieve modellen. Harry B.G. Ganzeboom 18 april 2016 College 1: Meetkwaliteit

Kwantitatieve modellen. Harry B.G. Ganzeboom 18 april 2016 College 1: Meetkwaliteit Kwantitatieve modellen voor BCO PMC Harry B.G. Ganzeboom 18 april 2016 College 1: Meetkwaliteit Drie colleges Validiteits- en betrouwbaarheidsanalyse Causale analyse met confounding en mediatie Causale

Nadere informatie

Toetsende Statistiek Week 5. De F-toets & Onderscheidend Vermogen

Toetsende Statistiek Week 5. De F-toets & Onderscheidend Vermogen M, M & C 7.3 Optional Topics in Comparing Distributions: F-toets 6.4 Power & Inference as a Decision 7.1 The power of the t-test 7.3 The power of the sample t- Toetsende Statistiek Week 5. De F-toets &

Nadere informatie

Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive

Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive Gender, Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive 1 Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive Gender Effect on the Relationship between Personality Traits and Sex Drive

Nadere informatie

Onderzoek Effectiviteit. Cohesie, Commitment, Tevredenheid en Open communicatie

Onderzoek Effectiviteit. Cohesie, Commitment, Tevredenheid en Open communicatie Onderzoek Effectiviteit Cohesie, Commitment, Tevredenheid en Open communicatie Annemieke Voogd Oktober 2012 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Inleiding... 3 Cohesie... 4 Commitment... 4 Werktevredenheid...

Nadere informatie

Samenvatting. The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010

Samenvatting. The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010 Samenvatting The Disability Assessment Structured Interview, Its reliability and validity in work disability assessment, 2010 Als werknemers door ziekte hun werk niet meer kunnen doen betaalt de werkgever

Nadere informatie

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind.

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Bullying among Students with Autism Spectrum Disorders in Secondary

Nadere informatie

gedrag? Wat is de invloed van gender op deze samenhang? gedrag? Wat is de invloed van gender op deze samenhang?

gedrag? Wat is de invloed van gender op deze samenhang? gedrag? Wat is de invloed van gender op deze samenhang? Is er een samenhang tussen seksuele attituden en gedragsintenties voor veilig seksueel Is there a correlation between sexual attitudes and the intention to engage in sexually safe behaviour? Does gender

Nadere informatie

Enkelvoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden

Enkelvoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden Er is onderzoek gedaan naar rouw na het overlijden van een huisdier (contactpersoon: Karolijne van der Houwen (Klinische Psychologie)). Mensen konden op internet een vragenlijst invullen. Daarin werd gevraagd

Nadere informatie

Bullying in Schools for Special Education: Who Are the Defenders?

Bullying in Schools for Special Education: Who Are the Defenders? Pesten in het Buitengewoon Secundair Onderwijs: Wie Zijn de verdedigers? Bullying in Schools for Special Education: Who Are the Defenders? Remy Gregoor Eerste begeleider: Tweede begeleider: mw. dr. Nicole

Nadere informatie

De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen.

De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen. De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen. The Relationship between Intimacy, Aspects of Sexuality and Attachment

Nadere informatie

Jaar 3: Deelrapportage 4. Werkbevlogenheid docenten Montaigne Lyceum, mei 2010

Jaar 3: Deelrapportage 4. Werkbevlogenheid docenten Montaigne Lyceum, mei 2010 Programmalijn: Expeditie Durven, Delen, Doen: Onderwijs is populair, personeel is trots Jaar 3: Deelrapportage 4 Onderwijsontwikkeling Montaigne Lyceum Werkbevlogenheid docenten Montaigne Lyceum, mei 2010

Nadere informatie

Mahoney en Barthel Functionele beoordeling Beoordeling van de dagdagelijkse activiteiten Chronisch zieke patiënten, ouderen

Mahoney en Barthel Functionele beoordeling Beoordeling van de dagdagelijkse activiteiten Chronisch zieke patiënten, ouderen The Barthel Index (BI) Mahoney, F. I. and Barthel, D. W. (1965) "Functional Evaluation: The Barthel Index." Meetinstrument Afkorting Auteurs Onderwerp Doelstelling Populatie Gebruikers Aantal items Deelname

Nadere informatie

Assessment van Gespreksvaardigheden via de Webcamtest: Onderzoek naar Betrouwbaarheid, Beleving en de Samenhang met Persoonlijksfactoren

Assessment van Gespreksvaardigheden via de Webcamtest: Onderzoek naar Betrouwbaarheid, Beleving en de Samenhang met Persoonlijksfactoren : Onderzoek naar Betrouwbaarheid, Beleving en de Samenhang met Persoonlijksfactoren Assessment of Counseling Communication Skills by Means of the Webcamtest: A Study of Reliability, Experience and Correlation

Nadere informatie

Seksdrive, Stresscoping en Extrinsieke Ambitie : De Verschillen tussen Mannen en Vrouwen. Sexdrive, Stresscoping and Extrinsic Ambition :

Seksdrive, Stresscoping en Extrinsieke Ambitie : De Verschillen tussen Mannen en Vrouwen. Sexdrive, Stresscoping and Extrinsic Ambition : Seksdrive, Stresscoping en Extrinsieke Ambitie : De Verschillen tussen Mannen en Vrouwen Sexdrive, Stresscoping and Extrinsic Ambition : The Differences between Men and Women Karine Garcia Eerste begeleider:

Nadere informatie

DATA-ANALYSEPLAN (20/6/2005)

DATA-ANALYSEPLAN (20/6/2005) DATA-ANALYSEPLAN (20/6/2005) Inleiding De manier waarop data georganiseerd, gecodeerd en gescoord (getallen toekennen aan observaties) worden en welke technieken daarvoor nodig zijn, dient in het ideale

Nadere informatie

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality De Relatie tussen Dagelijkse Stress en Emotioneel Eten: de Rol van Persoonlijkheid The Relationship between Daily Stress and Emotional Eating: the Role of Personality Arlette Nierich Open Universiteit

Nadere informatie

Ferrell, B. A., Artinian, B. M., & Sessing, D. (1995). The Sessing scale for assessment of pressure ulcer healing. J.Am.Geriatr.Soc., 43,

Ferrell, B. A., Artinian, B. M., & Sessing, D. (1995). The Sessing scale for assessment of pressure ulcer healing. J.Am.Geriatr.Soc., 43, SESSING SCALE Ferrell, B. A., Artinian, B. M., & Sessing, D. (1995). The Sessing scale for assessment of pressure ulcer healing. J.Am.Geriatr.Soc., 43, 37-40. Meetinstrument Sessing scale Afkorting - Auteur

Nadere informatie