Wijzigingen: AB 1997 no. 31*; AB 2012 no. 54; (inwtr. AB 2013 no. 15) =================================================================== Artikel 1

Transcriptie

1 Intitulé : Merkenverordening Citeertitel: Merkenverordening Vindplaats : AB 1989 no. GT 46 Wijzigingen: AB 1997 no. 31*; AB 2012 no. 54; (inwtr. AB 2013 no. 15) =================================================================== Artikel 1 1. Er is een Bureau voor de intellectuele eigendom, belast met de taken omschreven in deze landsverordening, tevens optredende als Bureau voor de industriële eigendom, als bedoeld in de Rijksoctrooiwet. 2. Dit bureau voor de intellectuele eigendom, in deze landsverordening verder aangeduid als "bureau", ressorteert onder de minister van Justitie. De inrichting van het bureau wordt bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, geregeld. Artikel 2 1. Het recht tot uitsluitend gebruik van een merk ter onderscheiding van iemands waren of diensten van die van anderen komt toe aan degene, die het eerst tot het omschreven doel van dat merk in Aruba gebruik heeft gemaakt, doch alleen voor die soort van waren of diensten, waarvoor het door hem gebruikt is, en niet langer dan drie jaren na het laatste gebruik. 2. Echter kan de rechthebbende aan een ander toestemming geven van het merk gebruik te maken. Dit gebruik wordt als gebruik door de rechthebbende beschouwd. 3. Behoudens bewijs van het tegendeel en het bepaalde bij het vierde en vijfde lid wordt hij, die van een merk het eerst overeenkomstig artikel 5 inschrijving heeft verzocht, geacht de eerste gebruiker van dat merk te zijn. 4. Hij die van een merk overeenkomstig artikel 5 inschrijving heeft verzocht binnen zes maanden na de dag, waarop hij het in een der tot het Unieverdrag toegetreden staten regelmatig voor de eerste maal heeft gedeponeerd, wordt geacht van dat merk reeds bij de aanvang van die termijn in Aruba gebruik te hebben gemaakt. 5. Hij die van een merk, waaronder zijn waren of diensten zijn tentoongesteld op een officiële of officieel erkende internationale tentoonstelling, op het grondgebied van een der tot het Unieverdrag toegetreden staten gehouden, overeenkomstig artikel 5 inschrijving heeft verzocht binnen zes maanden na de dag waarop die tentoonstelling is geopend, wordt geacht van dat merk reeds in Aruba gebruik te hebben gemaakt op de dag, waarop het ter onderscheiding van zijn waren of diensten ter tentoonstelling aanwezig was. Tot bewijs van de dag dier aanwezigheid kan het bureau de overlegging vorderen van een gewaarmerkte verklaring van het bestuur der tentoonstelling of, te zijner keuze, van andere bevoegde zijde afkomstig. Artikel 3 In geval de bepalingen van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van Aruba niet een rechter aanwijzen, voor wie de rechthebbende * (Artikel I, onderdelen A, D, E en F van deze wijziging treedt in werking op een bij landsbesluit te bepalen tijdstip en zijn niet in deze tekst verwerkt)

2 op een merk tot vaststelling van zijn recht of wegens inbreuk daarop kan worden opgeroepen, kan de verweerder voor het gerecht in eerste aanleg van Aruba worden opgeroepen. Artikel 4 1. Een inschrijving van een merk ten name van meer dan één rechthebbende is alleen dan geoorloofd, indien deze allen gezamenlijk op dat merk voor dezelfde soort van waren of diensten recht hebben. 2. Tot bewijs van dit laatste kan het bureau de overlegging vorderen van een gewaarmerkt uittreksel van de akte, waaruit van de gezamenlijke gerechtigdheid blijkt. Artikel 5 1. Ter verkrijging van de inschrijving van een merk dient de belanghebbende bij het bureau een verzoekschrift in drievoud in. Hierin moet een duidelijke afbeelding van het merk zijn opgenomen; tevens moeten worden vermeld de soort van waren of diensten, waarvoor het merk bestemd is, en de volledige naam en het adres van de verzoeker. Bij het verzoekschrift moet een cliché van het merk worden gevoegd. Het bureau kan bepalen, aan welke eisen de cliché's moeten voldoen. Het kan voorts bepalen, in welke gevallen geen cliché behoeft te worden bijgevoegd. Indien de verzoeker de kleur van het merk als onderscheidend kenmerk wenst, geeft hij in het verzoekschrift een beknopte aanwijzing van de kleur of kleuren, waarin het merk is uitgevoerd, en stelt hij een door het bureau te bepalen aantal afdrukken in kleur van het merk ter beschikking van het Bureau. 2. De indiening van het verzoekschrift kan geschieden door een schriftelijk daartoe in Aruba gevestigde gemachtigde. 3. Het verzoekschrift wordt geacht niet te zijn ingediend, zolang niet voor elk merk een bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, te bepalen bedrag is voldaan, waarvan in geen geval teruggave geschiedt. Artikel 6 1. Het merk mag niet bevatten: a. woorden of voorstellingen, welke in strijd zijn met de goede zeden of waardoor het gebruik van het merk strijd met de openbare orde oplevert, de mogelijkheid tot misleiding van het publiek waaronder begrepen; b. wapens, vlaggen of andere staatsemblemen van de tot het Unieverdrag toegetreden staten, zomede iedere nabootsing daarvan, bezien uit heraldisch oogpunt, voor zover die emblemen algemeen bekend zijn of voorkomen op een bij het bureau aanwezige lijst, als bedoeld in artikel 6 ter, derde lid, van het Unieverdrag, tenzij met goedkeuring van de bevoegde machten; c. door de onder b bedoelde staten voor gelijke of gelijksoortige waren of diensten aangenomen officiële controle- of waarborgtekens of -stempels, zomede iedere nabootsing daarvan, bezien uit heraldisch oogpunt, voor zover die tekens of stempels voorkomen op een lijst, als bedoeld onder b, tenzij met goedkeuring van de bevoegde machten; d. zij het ook met een geringe afwijking, de naam, een afkorting van de naam of een embleem van bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, aan te wijzen internationale organisaties of onderdelen daarvan; 2

3 e. zij het ook met een geringe afwijking, een wapen van het Koninkrijk of een deel daarvan of van een daarin gevestigd publiekrechtelijk lichaam, tenzij met toestemming van de bevoegde autoriteiten. 2. Het merk moet, in zijn geheel beschouwd, geschikt zijn ter onderscheiding van de waren of diensten, waarvoor het bestemd is. 3. Het bureau kan bovendien tegen de inschrijving bezwaar maken, indien het merk: a. geheel of in hoofdzaak overeenstemt met een merk, dat ten name van een ander voor dezelfde soort van waren of diensten is ingeschreven of waarvan een ander voor dezelfde soort van waren of diensten eerder inschrijving heeft verzocht, dan wel b. zodanig overeenstemt met een merk, dat ten name van een ander is ingeschreven of waarvan een ander eerder inschrijving heeft verzocht of dat in Aruba bekend staat als merk van een ander, ofwel met eens anders handelsnaam, dat bij het publiek verwarring omtrent de herkomst der waren of diensten zou kunnen ontstaan. 4. Het bureau geeft van zijn bezwaren binnen een maand na de ontvangst van het verzoekschrift schriftelijk kennis aan de verzoeker. 5. Indien de verzoeker in gebreke blijft de bezwaren binnen een door het bureau te bepalen termijn op te heffen, wordt de inschrijving geweigerd. Van de weigering geeft het bureau onder opgave van redenen onverwijld schriftelijk kennis aan de verzoeker. Artikel 7 1. Indien het bureau tegen de inschrijving geen bezwaar heeft of zijn bezwaren opgeheven zijn, deelt het binnen een maand na de ontvangst van het verzoekschrift, onderscheidenlijk binnen een maand nadat de verzoeker de bezwaren heeft opgeheven, schriftelijk aan deze mede, dat het merk kan worden ingeschreven. 2. Tot inschrijving wordt overgegaan binnen twee weken, nadat de verzoeker een bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, te bepalen bedrag aan het bureau heeft betaald. Indien het bedrag niet is betaald binnen een maand na de in het eerste lid bedoelde mededeling, wordt het verzoek om inschrijving geacht niet te zijn ingediend. 3. De inschrijving heeft plaats in het daartoe bestemde openbare register, met vermelding van de dag van ontvangst van het verzoekschrift en van dagtekening en nummer der inschrijving. 4. De inschrijving werkt van de dag van ontvangst van het verzoekschrift af. 5. Van de inschrijving en het daarbij ingevolge het derde lid vermelde wordt aan de verzoeker onverwijld schriftelijk mededeling gedaan, onder terugzending van een gewaarmerkt exemplaar van het verzoekschrift. Artikel 8 1. Door de zorg van het bureau wordt in een door het bureau uit te geven blad een afbeelding van elk van de sedert de laatste openbaarmaking ingeschreven merken opgenomen, met opgave van de soort van waren of diensten, waarvoor zij bestemd zijn, en van de woonplaatsen der verzoekers en, indien de kleur van het merk een onderscheidend kenmerk daarvan is, met beknopte aanwijzing van de kleur of kleuren, waarin het merk is uitgevoerd. Bij elk merk wordt tevens vermeld de datum, waarop het in artikel 5, eerste lid, bedoeld verzoekschrift is ingediend. 2. Dit blad verschijnt op de 16e dag van iedere maand en wordt 3

4 algemeen verkrijgbaar gesteld. 3. Na de openbaarmaking van het merk wordt het in artikel 5, eerste lid, bedoelde cliché zo spoedig mogelijk aan de verzoeker teruggegeven, indien de aanvrager zulks kenbaar heeft gemaakt bij de indiening van zijn verzoek. Artikel 9 1. Degene, van wiens merk de inschrijving op grond van artikel 6, vijfde lid, is geweigerd, kan aan het gerecht in eerste aanleg verzoeken te bevelen, dat het merk wordt ingeschreven. Het verzoek moet worden gedaan binnen twee maanden na de kennisgeving van de weigering. 2. De indiening van het verzoekschrift kan geschieden door een in Aruba gevestigde gemachtigde. Artikel Indien een overeenkomstig artikel 7 ingeschreven merk: a. geheel of in hoofdzaak overeenstemt met een merk, waarop een ander voor dezelfde soort van waren of diensten recht heeft krachtens artikel 2, dan wel b. zodanig overeenstemt met een merk, waarop een ander recht heeft krachtens artikel 2, of dat in Aruba bekend staat als merk van een ander, ofwel met eens anders handelsnaam, dat bij het publiek verwarring omtrent de herkomst der waren of diensten zou kunnen ontstaan, kan die ander, onverminderd andere hem ten dienste staande rechtsmiddelen, aan het gerecht in eerste aanleg verzoeken de inschrijving nietig te verklaren. Het verzoek moet worden gedaan binnen zes maanden na de openbaarmaking ingevolge artikel 8, eerste lid. 2. Ook na verloop van die termijn kan de ander op gelijke wijze de nietigverklaring der inschrijving verzoeken, ingeval zijn recht uit een rechterlijk gewijsde blijkt. 3. De indiening van het verzoekschrift kan geschieden door een in Aruba gevestigde gemachtigde. 4. Indien zich ten aanzien van het merk een omstandigheid voordoet als bedoeld in artikel 6, eerste lid, of het merk niet voldoet aan het tweede lid van dat artikel, kan door de officier van justitie worden gevorderd, dat de inschrijving wordt nietig verklaard. Artikel 11 Van elk der in artikel 9 of artikel 10 bedoelde verzoeken en van elke in artikel 10 bedoelde vordering van de officier van justitie wordt door de griffier binnen drie dagen aan het bureau schriftelijk kennis gegeven. Artikel Het gerecht in eerste aanleg beslist in raadkamer. 2. De beslissing op een verzoek, krachtens artikel 9 gedaan, wordt niet gegeven, dan nadat de verzoeker in de gelegenheid is gesteld om zijn recht op de inschrijving van het merk, en het hoofd van het bureau om de weigering van inschrijving, voor het gerecht in eerste aanleg mondeling te verdedigen. Het verzoek en het daarop door het gerecht in eerste aanleg gegeven eenvoudig appointement tot bepaling van de dag der behandeling worden vanwege de verzoeker aan het hoofd betekend binnen veertien dagen na de dagtekening van appointement. 4

5 3. De beslissing op een verzoek of een vordering, krachtens artikel 10 gedaan, wordt niet gegeven dan na verhoor of behoorlijke oproeping van degene, te wiens name de inschrijving is gesteld, op de door het gerecht in eerste aanleg bij eenvoudig appointement op het verzoek of de vordering bepaalde dag, welke aan het bureau door de griffier schriftelijk wordt medegedeeld en aan degene, te wiens name de inschrijving is gesteld, wordt bekendgemaakt door betekening, vanwege de verzoeker of de officier van justitie, van het verzoek of de vordering en het daarop gegeven appointement binnen veertien dagen na de dagtekening van dit laatste. 4. De wederpartij kan een verweerschrift indienen binnen een maand na de in het tweede en derde lid bedoelde betekening. Het gaat vergezeld van een afschrift, dat de griffier onverwijld aan de verzoeker of de officier van justitie toezendt. 5. Bij het verhoor kan de verzoeker, en in het geval voorzien bij het laatste lid van artikel 10 de officier van justitie, de gronden, waarop zijn verzoek of zijn vordering berust, mondeling uiteenzetten. 6. Vóór het sluiten van een verhoor, als in dit artikel voorgeschreven, bepaalt het gerecht in eerste aanleg de dag, waarop het zijn beslissing geven zal. 7. De beschikking van het gerecht in eerste aanleg is op straffe van nietigheid met redenen omkleed. Artikel Binnen een maand na de dag der beslissing door het gerecht in eerste aanleg kan hoger beroep worden ingesteld bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, sint Eustatius en Saba, dat in raadkamer beslist. 2. Geldt het hoger beroep een merk, waarvan de inschrijving door het bureau is geweigerd, dan is het bij het tweede lid van artikel 12 voor de eerste instantie bepaalde op dat hoger beroep toepasselijk, met dien verstande, dat de daar voorgeschreven betekening geschiedt aan degene, die inschrijving van het merk heeft verzocht, vanwege het bureau, indien deze het hoger beroep heeft ingesteld. 3. Geldt het hoger beroep een merk, van welks inschrijving nietigverklaring werd verzocht of gevorderd, dan is het bij het derde lid van artikel 12 voor de eerste instantie bepaalde op dat hoger beroep toepasselijk, met dien verstande, dat de daar voorgeschreven oproeping en betekening zal geschieden aan de oorspronkelijke verzoeker vanwege degene, te wiens name de inschrijving is gesteld, indien deze het hoger beroep heeft ingesteld. 4. Artikel 12, vierde tot en met zevende lid, is van overeenkomstige toepassing. 5. De verweerder kan van zijn kant incidenteel beroep instellen, zelfs na verloop van de gestelde termijn en na berusting in de beschikking. Het incidenteel beroep wordt, op straffe van verval, ingesteld bij het verweerschrift. De afstand van het principaal beroep doet het incidenteel beroep niet vervallen. Artikel 14 Hij die geen woonplaats in Aruba heeft, moet bij de indiening van een verzoekschrift, als bedoeld in de artikelen 5, 9, 10 of 13 woonplaats in Aruba kiezen. Alle exploten kunnen dan aan die gekozen woonplaats geschieden. 5

6 Artikel Van de beslissing van het gerecht in eerste aanleg wordt binnen drie dagen door de griffier schriftelijk kennis gegeven aan het bureau. 2. Gelijke kennisgeving geschiedt door de griffier bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, sint Eustatius en Saba van de beslissing in hoger beroep. 3. Overeenkomstig de in kracht van gewijsde gegane beslissing van het gerecht in eerste aanleg of het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba wordt door het bureau het merk met inachtneming van het vierde lid ingeschreven of van de nietigverklaring der inschrijving aantekening gedaan in de daartoe bestemde kolom van het openbare register, waarin het merk werd ingeschreven. 4. Tot inschrijving wordt overgegaan binnen twee weken, nadat de verzoeker het krachtens artikel 7, tweede lid, vastgestelde bedrag aan het bureau heeft betaald. Indien het bedrag niet is betaald binnen drie maanden na de beslissing van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba, of nadat de beslissing van het gerecht in eerste aanleg in kracht van gewijsde is gegaan, wordt het verzoek om inschrijving geacht te zijn ingetrokken. Artikel In geval een toestemming, als bedoeld in artikel 2, tweede lid, is verleend, wordt dit aan de kant van de inschrijving aangetekend op verzoek van degene, te wiens name de inschrijving is gesteld, mits een akte, waarbij de toestemming is verleend, wordt overgelegd. 2. De toestemming kan verleend worden voor een deel der waren of diensten, waarvoor het merk is ingeschreven. In de akte, waarbij de toestemming is verleend, en in het verzoekschrift, als bedoeld in eerste lid, dient te worden vermeld voor hoelang de toestemming is verleend. In beide gevallen wordt dit aan de kant van de inschrijving aangetekend. 3. De aantekening, als bedoeld in het eerste lid, kan worden doorgehaald op verzoek van degene, die de toestemming heeft verkregen, welk verzoek een afstand van het recht om van het merk gebruik te maken insluit. Van deze doorhaling wordt aan degene, te wiens name de inschrijving is gesteld, door het bureau mededeling gedaan. 4. De aantekening, als bedoeld in het eerste lid, kan worden doorgehaald op verzoek van degene, te wiens name de inschrijving is gesteld, mits deze bij zijn verzoek ten genoegen van het bureau aantoont, dat de tijd, waarvoor de toestemming werd verleend, is geëindigd. Indien in de akte, waarbij de toestemming is verleend, vermeld staat, dat de verlening is geschied tot wederopzeggens toe, zal degene, te wiens name de inschrijving is gesteld, te allen tijde een einde kunnen maken aan het recht tot gebruik van het merk, door de toestemming bij deurwaardersexploot in te trekken en de inschrijving der toestemming te doen doorhalen onder overlegging van een afschrift van het exploot. 5. Voor kosten van deze aantekening is een bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, te bepalen bedrag verschuldigd. Dit bedrag moet bij de indiening van het in het vierde lid bedoelde verzoek worden voldaan. Artikel Door de zorg van het bureau wordt aankondiging gedaan van: 6

7 a. de nietigverklaring der inschrijving van een merk; b. de doorhaling der inschrijving; c. de overgang van een overeenkomstig artikel 7 ingeschreven merk, die overeenkomstig artikel 21 is aangetekend; d. de toestemming tot het gebruik van een merk of de intrekking of doorhaling van zodanige toestemming, die overeenkomstig artikel 16 is aangetekend. 2. De aankondigingen, voorgeschreven in dit artikel, worden geplaatst in het in het eerste lid van artikel 8 bedoeld blad. Artikel Het bij artikel 7 bedoelde openbare register ligt voor ieder kosteloos ter inzage in de lokalen van het bureau. 2. Het bureau verstrekt tegen betaling van een bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, te bepalen bedrag aan een ieder op diens verzoek schriftelijke inlichtingen, alsmede afschriften van of uittreksels uit de registers. Artikel De kracht ener inschrijving vervalt: a. door doorhaling op verzoek van degene, te wiens name de inschrijving is gesteld; b. door verloop van tien jaren na de dag, vanaf welke de inschrijving werkt, indien deze niet is vernieuwd; c. door verloop van tien jaren na de dag, vanaf welke de vernieuwing, zo de inschrijving is vernieuwd, werkt. 2. Het vervallen van de kracht der inschrijving overeenkomstig het eerste lid, onderdeel a, wordt aangetekend in de daartoe bestemde kolom van het openbare register, waarin het merk werd ingeschreven. Artikel Degene, te wiens name de inschrijving van een merk overeenkomstig artikel 7 is gesteld, kan vernieuwing van de inschrijving verzoeken. Het verzoekschrift mag niet later dan drie maanden na het verstrijken van de in artikel 19, eerste lid, onderdeel b, of, zo de inschrijving is vernieuwd, van de in artikel 19, eerste lid, onderdeel c, genoemde termijn worden ingediend. 2. De artikelen 5 en 6, eerste, vierde en vijfde lid, zijn van overeenkomstige toepassing. 3. Indien het bureau tegen de vernieuwing van de inschrijving geen bezwaar heeft, geschiedt deze binnen een maand na de ontvangst van het verzoekschrift. De vernieuwing werkt van het tijdstip af, waarop de kracht van inschrijving, zonder deze vernieuwing, ingevolge artikel 19, eerste lid, onderdeel b of onderdeel c, zou vervallen of zou zijn vervallen; is echter het verzoekschrift meer dan zes maanden vóór genoemd tijdstip ontvangen, dan werkt de vernieuwing van het tijdstip van de ontvangst af. De artikelen 7, derde en vijfde lid, en 8 zijn van overeenkomstige toepassing. 4. Ten aanzien van een vernieuwing zijn de artikelen 9 tot en met 17 van overeenkomstige toepassing, met dien verstande, dat een verzoek, als bedoeld in artikel 10, eerste lid, slechts kan worden gedaan, als verzoekers recht uit een rechterlijk gewijsde blijkt. 7

8 Artikel De overgang aan een ander van een merk, overeenkomstig artikel 7 ingeschreven, wordt aangetekend aan de kant van de inschrijving op schriftelijk verzoek van partijen, of alleen van de verkrijgende partij, indien de overgang van het merk voldoende blijkt uit het in het tweede lid bedoelde uittreksel. 2. Het bewijs van overgang wordt geleverd door overlegging van een gewaarmerkt uittreksel van de betrekkelijke akte aan het bureau. 3. Voor kosten van aantekening van overgang is een bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, te bepalen bedrag verschuldigd. Dit bedrag moet bij de indiening van het verzoekschrift aan het bureau worden voldaan. Artikel 22 Wijziging in de naam of in het adres van degene, te wiens name de inschrijving van een merk overeenkomstig artikel 7 is gesteld, of aan wie een toestemming als bedoeld in artikel 2, tweede lid, is verleend, wordt op zijn schriftelijk verzoek aan de kant van de inschrijving aangetekend. Bij de indiening van het verzoekschrift moet een bedrag worden voldaan, dat bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, wordt vastgesteld. Artikel 23 Alle stukken, gericht tot en uitgaande van het bureau, benevens de daarbij behorende volmachten en bewijsstukken, zijn vrij van het recht van zegel en van de formaliteit van registratie. Artikel Van de beschikking, houdende de beslissing, bedoeld bij artikel 15, eerste en tweede lid, en van alle vonnissen, gewezen in burgerlijke en strafzaken betreffende waren- of dienstmerken, wordt door de griffier een afschrift gezonden aan het bureau. 2. Deze toezending geschiedt van beschikkingen op verzoeken om de inschrijving van een merk te bevelen binnen acht dagen, van alle andere eindbeschikkingen en vonnissen binnen een maand na de uitspraak. Artikel 25 Indien het kantoor van het bureau gedurende de laatste dag van enige door of jegens het bureau in acht te nemen termijn is gesloten, wordt die termijn voor de toepassing van deze landsverordening verlengd tot het einde van de eerstvolgende dag, waarop het bureau wederom is geopend. Artikel 26 Deze landsverordening is niet van toepassing op merken, welke van overheidswege zijn vastgesteld. Artikel 27 Belanghebbenden kunnen zich ten opzichte van het bureau doen vertegenwoordigen door een schriftelijk daartoe gemachtigde. Als gemachtigde in de zin dezer landsverordening worden behalve advocaten, bin- 8

9 nen Aruba de praktijk uitoefenende, alleen toegelaten in Aruba gevestigde natuurlijke personen, die hun beroep maken van het verlenen van bemiddeling in merkaangelegenheden. Artikel 28 Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen ter uitvoering van deze landsverordening nadere regels worden gesteld. Artikel 29 Deze landsverordening kan worden aangehaald als Merkenverordening. 9