Toezichthoudende taak Raad voor de Kinderbescherming. Plan van aanpak

Transcriptie

1 Toezichthoudende taak Raad voor de Kinderbescherming Plan van aanpak

2 1 Inleiding Toezichthoudende taak van de RvdK op de jeugdreclassering Aanleiding voor dit onderzoek Afbakening 5 2 Onderzoeksopzet Doelstelling Centrale vraagstelling Onderzoeksvragen Operationalisering 7 3 Onderzoeksaanpak Dataverzameling - methoden en technieken van onderzoek Tussentijdse analyse Herkenbaarheid eerste beeld toetsen Overall analyse Rapportage 11 4 Samenhang met andere onderzoeken 12 5 Communicatie 13 Bijlagen I Schematische weergave berichtenverkeer 14 II Bronnenlijst 15 III Afkortingen 16 2

3 1 De Inspectie Justitie en Veiligheid (hierna: Inspectie JenV) en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd in oprichting (IGJ i.o.) (hierna: Inspecties) zijn belast met het toezicht op de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: RvdK). Binnen de jeugdstrafrechtketen vervult de RvdK een belangrijke rol in het bewaken van de samenhang tussen de verschillende activiteiten die de partners in de jeugdstrafrechtketen uitvoeren. De toezichthoudende taak op de jeugdreclassering is hiervan een onderdeel. Met de uitvoering van de toezichthoudende taak vervult de RvdK een belangrijke rol in de borging van continuïteit en samenhang binnen de jeugdstrafrechtketen. 1.1 Toezichthoudende taak van de RvdK op de jeugdreclassering De RvdK heeft een bij wet geregelde toezichthoudende taak op de jeugdreclassering. 1 De gecertificeerde instellingen (hierna: GI s) zijn van overheidswege gecertificeerd om maatregelen in het kader van de jeugdreclassering te mogen uitvoeren. Zij moeten de RvdK hierover informeren door het aanleveren van rapportages. De RvdK toetst deze rapportages aan de hand van eigen landelijke toetsingscriteria. In het uiterste geval kan de RvdK hierbij gebruik maken van een aanwijzingsbevoegdheid. Dit wil zeggen dat de RvdK de jeugdreclassering een aanwijzing kan geven wanneer de RvdK dat in het belang van de jeugdige acht. De RvdK toetst niet (de kwaliteit van) het methodisch handelen van de GI, omdat de instelling daarvoor zelf de verantwoordelijkheid draagt. Daarnaast bewaakt de RvdK de termijnen van de maatregelen en de op te leveren rapportages. Waar nodig intervenieert de RvdK door de jeugdreclassering aan te spreken op niet-naleving van termijnen. 1 Artikel 77hh van het Wetboek van Strafrecht. Met de inwerkingtreding op 1 januari 2018 van de Wet herziening tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen (USB) zal de grondslag voor de toezichthoudende taak artikel 6:1:25, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering zijn, dat stelt: De raad voor de kinderbescherming heeft tot taak toezicht te houden op de uitvoering van reclasseringswerkzaamheden met betrekking tot jeugdigen en is in dat kader bevoegd de gecertificeerde instelling als bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet danwel, indien het minderjarigen betreft, een reclasseringsinstelling als bedoeld in artikel 14c, vijfde lid, van het Wetboek van Strafrecht aanwijzingen te geven. 3

4 1.2 Aanleiding voor dit onderzoek De afgelopen jaren is de context waarin de RvdK werkt sterk veranderd. Hieronder wordt ingegaan op de veranderingen en de gevolgen die dit heeft voor de RvdK. Bovendien komen uit eerder verrichte Inspectieonderzoeken signalen over de uitvoering van de toezichthoudende taak. Deze signalen zullen de Inspecties eveneens hieronder nader toelichten. Veranderingen in de (jeugd)strafrechtketen In de (jeugd)strafrechtketen zijn de afgelopen jaren veranderingen doorgevoerd. Aanleiding hiervoor vormden twee rapporten van het Wetenschappelijk Onderzoeken Documentatiecentrum 2 (hierna: WODC) en de Algemene Rekenkamer. 3 Naar aanleiding van deze rapporten zijn onder andere twee programma s 4 door het ministerie van Justitie en Veiligheid (hierna: JenV) ingericht. Deze zijn gericht op een snellere doorlooptijd, meer regie op de keten, meer samenhang in de keten en meer efficiëntie binnen de keten. Het resultaat uit deze programma s is dat de regie over de tenuitvoerlegging van straffen in handen komt van de minister van JenV in plaats van het Openbaar Ministerie (hierna: OM). 5 Vooruitlopend hierop is de coördinatie van de uitvoering van straffen centraal belegd bij het Administratie- en Informatie Centrum voor de Executieketen (hierna: AICE), onderdeel van het Centraal Justitieel Incassobureau (hierna: CJIB). AICE moet ervoor zorgen dat elke speler in de strafrechtketen de noodzakelijke informatie op maat, tijdig en juist krijgt aangeleverd. Invoering Jeugdwet Naast bovengenoemde veranderingen in de (jeugd)strafrechtketen is per 1 januari 2015 de nieuwe Jeugdwet in werking getreden. Hiermee is de verantwoordelijkheid voor de jeugdreclassering bij gemeenten komen te liggen. De gemeente moet jeugdreclassering inkopen bij een GI en deze vervolgens opdracht geven om jeugdreclassering uit te voeren. De Jeugdwet stelt verplicht dat correspondentie tussen GI en gemeenten loopt via de Collectieve Opdracht Routeer Voorziening 6 (hierna: CORV). 7 Gevolgen voor de RvdK De komst van AICE (jeugdstrafrechtketen) en CORV (gemeentelijk domein) hebben ervoor gezorgd dat de stroom van berichten is veranderd. Sinds 1 januari 2015 stuurt het OM berichten, vonnissen en beschikkingen waarin jeugdreclassering is opgelegd via AICE naar de GI en de RvdK krijgt een kopie hiervan. 8 In bijlage I staat het huidige proces rondom het berichtenverkeer in de jeugdstrafrechtketen weergegeven WODC. (2012) Doorlooptijden in de strafrechtketen. Algemene Rekenkamer. (2012) Prestaties in de strafrechtketen. Het eerste programma, uitvoeringsketen strafrechtelijke beslissingen, is gestart in Het tweede programma, versterken prestaties strafrechtketen, is gestart in Wet herziening tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen, aangenomen door zowel de Tweede als de Eerste Kamer, maar op dit moment nog niet in werking is getreden. Vermoedelijke datum van inwerkingtreding 1/1/2018. CORV is een digitaal knooppunt dat zorgt voor de elektronische afhandeling van het formele berichtenverkeer tussen justitie partijen en het gemeentelijke domein. Dit vindt zijn grondslag in de regeling justitiële keteninformatisering Jeugdwet. Dit betreffen: opdracht reclassering, melding start reclassering, melding overtreding voorwaarden, melding beëindiging opdracht, melding afloop opdracht, verzoek wijziging opdracht, gewijzigde opdracht reclassering. 4

5 Waar de RvdK voorheen tussen de berichtenstromen zat en een schakel vormde in het berichtenverkeer tussen OM en GI, verloopt dit nu rechtstreeks. De RvdK informeert de GI ook niet meer vooraf over een nieuw opgelegde jeugdreclasseringsmaatregel. Deze veranderingen hebben gevolgen voor de werkprocessen bij de RvdK. De RvdK moet er in deze veranderende context voor zorgen dat hij zijn toezichthoudende taak blijft uitvoeren. Signalen uit onderzoeken Daarnaast komen er signalen over de toezichthoudende taak uit twee Inspectieonderzoeken. Uit het onderzoek Jeugdreclassering, dat de Inspectie JenV in 2017 heeft uitgevoerd, blijkt grote diversiteit te bestaan in de wijze waarop de RvdK landelijk zijn toezichthoudende taak invult. Dit onderzoek wordt naar verwachting begin 2018 gepubliceerd. Ook in het recent afgerond calamiteitenonderzoek 9 casusonderzoek Nissewaard hebben de Inspecties verbeterpunten geconstateerd ten aanzien van de toezichthoudende taak op de jeugdreclassering. Het eerste verbeterpunt heeft betrekking op het ontbreken van heldere afspraken tussen GI s en RvdK over welke stukken wanneer getoetst moeten worden. Het andere verbeterpunt betreft het ontbreken van persoonlijk contact wanneer stukken vanuit de GI niet tijdig voor toetsing zijn aangeleverd. De voortgang op deze verbeterpunten wordt meegenomen in voorliggend onderzoek. 1.3 Afbakening De RvdK houdt ook toezicht op de uitvoering van reclasseringswerkzaamheden bij minderjarigen waarvan de uitvoering is opgedragen aan een reclasseringsinstelling voor volwassenen. De Inspecties nemen deze groep niet mee in hun onderzoek omdat het een kleine groep minderjarigen betreft. Volgens 3RO 10 betrof dit op 1 oktober 2017 landelijk 5 minderjarigen. In vergelijking: op 30 juni 2017 hadden 3550 minderjarigen een jeugdreclasseringsmaatregel. 11 Daarnaast verloopt de manier waarop de RvdK informatie en stukken krijgt van een reclasseringsinstelling op een andere wijze dan het hierboven geschetste proces van berichtenverkeer. Ook is de context van de organisaties anders. Deze groep in het onderzoek betrekken levert dan ook te weinig meerwaarde op. De RvdK houdt ook toezicht op jongeren met een jeugdreclasseringsmaatregel in de leeftijd van 18 tot 22 jaar. Zij zijn meerderjarig geworden op het moment dat een jeugdreclasseringsmaatregel al liep, of hebben in het kader van het adolescentenstrafrecht een jeugdreclasseringsmaatregel opgelegd gekregen. Op 30 juni 2017 bestond deze groep uit 3255 meerderjarigen. 12 De Inspecties nemen deze groep wel in hun onderzoek mee. 9 Casusonderzoek Nissewaard, onderzoek naar aanleiding van het overlijden van een jongere, november RO zijn de drie reclasseringsorganisaties te weten; Reclassering Nederland, Stichting Leger des Heils jeugdbescherming en reclassering en Stichting verslavingsreclassering GGZ. 11 Centraal Bureau voor de Statistiek. (Oktober 2017) Jeugdbescherming en jeugdreclassering 1e halfjaar Centraal Bureau voor de Statistiek. (Oktober 2017) Jeugdbescherming en jeugdreclassering 1e halfjaar

6 2 2.1 Doelstelling De Inspecties willen met dit onderzoek inzichtelijk maken hoe de RvdK invulling geeft aan de toezichthoudende taak op de jeugdreclassering. Dit omdat de positie van de RvdK in het berichtenverkeer binnen de jeugdstrafrechtketen is veranderd en er signalen zijn dat de uitvoering van de toezichthoudende taak landelijk grote verschillen kent. 2.2 Centrale vraagstelling De centrale vraagstelling van dit onderzoek luidt hiermee als volgt: Op welke wijze geeft de Raad voor de Kinderbescherming invulling aan zijn toezichthoudende taak op de jeugdreclassering? 2.3 Onderzoeksvragen Om de centrale onderzoeksvraag te beantwoorden, moeten de Inspecties inzicht krijgen in de wijze waarop de RvdK de rapportages udelijk toetst en de termijnen bewaakt. Daarnaast moeten zij zich een beeld vormen over de wijze waarop de RvdK reageert wanneer hij bemerkt dat de aangeleverde rapportage van de GI niet aan de eigen landelijke toetsingscriteria voldoet of termijnen niet worden gehaald. Tot slot is het nodig om zicht te krijgen op de wijze waarop de RvdK zorgt dat hij de benodigde informatie aangeleverd krijgt die hij nodig heeft om zijn taak te kunnen uitvoeren. De Inspecties beantwoorden derhalve de centrale onderzoeksvraag aan de hand van de volgende deelvragen: 1. Hoe voert de RvdK de toetsing op de ud van de rapportages en de bewaking van de termijnen uit? 2. Op welke wijze handelt de RvdK wanneer hij bemerkt dat de aangeleverde rapportage van de GI niet aan de eigen landelijke toetsingscriteria voldoet of dat termijnen niet worden gehaald? 6

7 3. Hoe zorgt de RvdK ervoor dat hij die informatie aangeleverd krijgt die hij nodig heeft om zijn toezichthoudende taak uit te kunnen voeren? De RvdK is voor een goede uitvoering van zijn taken afhankelijk van de keten waarbinnen hij werkzaam is. Hoewel dit onderzoek zich niet expliciet op de keten richt, nemen de Inspecties het OM en de GI s wel mee in hun onderzoek. 2.4 Operationalisering Hieronder gaan de Inspecties in op de deelvragen. In figuur 1 op de volgende pagina staat dit schematisch uitgewerkt. Hoe voert de RvdK de toetsing op de ud van de rapportages en de bewaking van de termijnen uit? Hierbij kijken de Inspecties naar de wijze waarop de RvdK de rapportages toetst (udelijke toetsing) en de termijnen bewaakt (procedurele toetsing). Bij de udelijke toetsing kijken de Inspecties in hoeverre de RvdK het plan van aanpak toetst op het aansluiten van de doelen op de geconstateerde problematiek en hoe de RvdK checkt dat alle relevante en actuele informatie in het plan van aanpak zijn verwerkt. Verder kijken de Inspecties hoe de RvdK de voortgang op de doelen en de onderbouwing hiervan in de tussenrapportages toetst. Tot slot bekijken de Inspecties of de RvdK in de eindrapportage toetst in hoeverre de gestelde doelen zijn behaald met bijbehorende onderbouwing. Bij de procedurele toetsing kijken de Inspecties hoe de RvdK de termijnen van het plan van aanpak, de tussenrapportages en de eindrapportage bewaakt. Op welke wijze handelt de RvdK wanneer hij bemerkt dat de aangeleverde rapportage van de GI niet aan de criteria voldoet of dat termijnen niet worden gehaald? Bij deze deelvraag kijken de Inspecties naar het handelen van de RvdK wanneer hij bemerkt dat de aangeleverde rapportage van de GI niet aan de criteria voldoet of dat termijnen niet worden gehaald. Daarbij willen de Inspecties weten of er een escalatiemodel bestaat en wanneer deze wordt toegepast. Een in de wet beschreven escalatiemiddel betreft de bevoegdheid van de RvdK tot het geven van een aanwijzing aan de GI. 13 De Inspecties gaan na wat deze aanwijzing behelst, hoe de RvdK omgaat met deze aanwijzing en in welke situatie(s) hiervan gebruik wordt gemaakt. Hoe zorgt de RvdK ervoor dat hij die informatie aangeleverd krijgt die hij nodig heeft om zijn toezichthoudende taak uit te kunnen voeren? De Inspecties kijken bij deze deelvraag welke informatie de RvdK nodig heeft om zijn toezichthoudende taak te kunnen uitvoeren. Verder bekijken zij hoe de RvdK aan deze informatie komt. Onderdeel van de informatie die de RvdK moet ontvangen, betreft de rapportages die de GI opstelt. Doordat de RvdK niet meer in het berichtenverkeer tussen de GI en OM zit, willen de Inspecties kijken hoe de RvdK omgaat met het feit dat hij de informatie gelijktijdig met het OM krijgt. 13 Artikel 77hh, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht. Met de inwerkingtreding op 1 januari 2018 van de Wet herziening tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen is de aanwijzingsbevoegdheid vastgelegd in artikel 6:1:25, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering, Artikel 6:1:25 eerste lid. 7

8 Escalatiemodel; waaronder de aanwijzingsbevoegdheid = Informatie van GI naar RvdK = Moment waarop RvdK interventie op udelijke gronden kan doen = Moment waarop RvdK kan interveniëren ihkv termijnbewaking Inhoudelijke toetsing: Toetsen van rapportages Plan van aanpak Tussenrapportage Sluiten de doelen aan op geconstateerde problematiek Is alle actuele relevante informatie betrokken Voortgang op realiseren doelen inclusief onderbouwing Hoe voert de RvdK de toetsing op de ud van de rapportages en de bewaking van de termijnen uit? Eindrapportage Behalen van gestelde doelen inclusief onderbouwing PvA binnen 6 weken Procedurele toetsing: Bewaken van termijnen Tussenevaluatie, (half) jaarlijks Eindrapportage tijdig Figuur 1: Analysekader toezichthoudende taak RvdK. 8

9 3 De Inspecties verzamelen binnen dit onderzoek data door een documentstudie te doen, interviews af te nemen bij medewerkers van een aantal locaties 14 van de RvdK en dossierstudie te verrichten. Daarnaast spreken de Inspecties ook met medewerkers van de GI s en OM. Vervolgens voeren de Inspecties een tussentijdse analyse uit. De bevindingen uit deze analyse leggen de Inspecties voor aan medewerkers van andere locaties van de RvdK. Daarna volgt de overall analyse waarin ook de verbetermaatregelen uit het casusonderzoek Nissewaard betrokken worden. Tot slot leidt het onderzoek tot een rapportage. Voor deze opzet is gekozen omdat de Inspecties verwachten hiermee de centrale onderzoeksvraag het beste te kunnen beantwoorden. De Inspecties willen zich uit documenten een beeld vormen over wat de toezichthoudende taak udt en hoe de RvdK hier invulling aan wil geven. Wet- en regelgeving schrijft voor dat de RvdK de toezichthoudende taak moet uitvoeren, maar wat dit udt en hoe dit moet gebeuren staat hierin niet beschreven. Vervolgens willen zij middels interviews en dossierstudie helder krijgen of de RvdK de toezichthoudende taak uitvoert zoals in de eigen documenten staat beschreven en of dit consequent wordt toegepast. Om een landelijk beeld te kunnen schetsen leggen de Inspecties de bevindingen voor aan een aantal andere medewerkers bij de RvdK. De wijze waarop de bevindingen uit het casusonderzoek Nissewaard worden meegenomen, is afhankelijk van het aangeleverde verbeterplan en de vorderingen hierop. De Inspecties bepalen dit daarom op een later moment in het onderzoek. 3.1 Dataverzameling - methoden en technieken van onderzoek Documentenstudie De Inspecties vragen verschillende documenten op. Hierbij gaat het onder andere om werkprocessen van de RvdK over de toezichthoudende taak, werkprocessen over de samenwerking met de GI s, samenwerkingsafspraken met de GI s en het OM, en de eigen landelijke toetsingscriteria voor de toezichthoudende taak. De Inspecties vragen andere relevante documenten die betrekking hebben op de (uitvoering van) de toezichthoudende taak eveneens toe te sturen. 14 De Inspecties zijn zich ervan bewust dat de RvdK niet meer redeneert vanuit locaties, maar vanuit gebiedsgerichte resultaatverantwoordelijke teams. Voor het selecteren van de medewerkers van de RvdK is voor de overzichtelijkheid gekozen de locaties als uitgangspunt te nemen. 9

10 Interviews en dossierstudie Interviews medewerkers RvdK De Inspecties nemen individuele semigestructureerde interviews af bij verschillende functionarissen van de RvdK. Dit betreffen medewerkers die de toetsing op de jeugdreclasseringsmaatregelen uitvoeren en administratieve medewerkers die dit proces ondersteunen. Indien nodig zal tevens een gesprek gevoerd worden met het directielid en de beleidsadviseur die de toezichthoudende taak in de portefeuille hebben. Op deze manier krijgen de Inspecties zicht op hoe de RvdK de udelijke toetsing en termijnbewaking uitvoert. Dossierstudie Met de dossierstudie willen de Inspecties, aanvullend op de interviews, inzichtelijk krijgen wat de RvdK registreert om zijn toezichthoudende taak te kunnen vervullen. Daarnaast willen de Inspecties zicht krijgen op waar in het dossier, op welk moment en hoe registratie binnen de uitoefening van deze taak plaatsvindt. Zij zullen deze dossierstudie verrichten aan de hand van een vooraf opgestelde vragenlijst/checklist. Groepsinterviews GI s en OM De RvdK is een speler in de jeugdstrafrechtketen en vanuit die rol afhankelijk van zijn ketenpartners. Daarom willen de Inspecties naast individuele interviews bij de RvdK semigestructureerde groepsinterviews bij de GI s en OM afnemen. Bij de GI s willen de Inspecties spreken met uitvoerders van de jeugdreclassering. Bij het OM zullen officieren van justitie bevraagd worden. Met het voeren van interviews bij GI s en het OM verwachten de Inspecties inzichtelijk te krijgen wat deze organisaties merken van de toezichthoudende taak door de RvdK. 3.2 Tussentijdse analyse Na de dataverzameling wordt bezien wat er aan informatie is opgehaald. Hierna vindt een analyse plaats en wordt een eerste beeld opgesteld over hoe de RvdK zijn toezichthoudende taak uitvoert en wat de ketenpartners hiervan bemerken. 3.3 Herkenbaarheid eerste beeld toetsen Tijdens de dataverzameling zijn interviews gehouden met medewerkers van de RvdK van verschillende locaties. Om de herkenbaarheid van het eerste beeld uit de tussentijdse analyse te toetsen, leggen de Inspecties deze voor aan medewerkers van de RvdK bij locaties waar zij niet zijn geweest. De Inspecties gaan na op welke punten het beeld herkend wordt en waarom dit al dan niet het geval is. 3.4 Overall analyse De Inspecties voeren een overall analyse uit. Waar nodig zullen de Inspecties het eerste beeld uit de tussentijdse analyse aanscherpen met de informatie verkregen tijdens het toetsen van de herkenbaarheid. De Inspecties gaan hierbij na of dit leidt tot een uniform beeld van de wijze waarop de RvdK haar toezichthoudende taak uitvoert of dat dit een heel divers beeld geeft. Ten slotte bepalen zij wat het oordeel wordt over de wijze waarop de RvdK invulling geeft aan zijn toezichthoudende taak. 10

11 Nissewaard In het in paragraaf 1.2 aangestipte casusonderzoek Nissewaard is aan de RvdK een aanbeveling gedaan op de toezichthoudende taak. De Inspecties verwachten hierop halverwege februari 2018 een verbeterplan en zes maanden later (halverwege augustus 2018) een evaluatie hiervan. De Inspecties kijken of de aanbevelingen zo zijn aangepakt dat deze tot verbeteringen hebben geleid en of dit overige locaties handvaten tot verbeteringen biedt. Afhankelijk van de uitkomsten uit de evaluatie en de bevindingen uit het onderzoek zal besloten worden of en op welke wijze aanvullende handelingen nodig zijn. 3.5 Rapportage De bevindingen uit het onderzoek leiden tot een gezamenlijk Inspectierapport met conclusies en aanbevelingen. Het rapport wordt vervolgens vastgesteld en openbaar gemaakt. In hoofdstuk 5 wordt hier verder op ingegaan. 11

12 4 De mogelijkheid bestaat dat er gedurende de looptijd van dit onderzoek een calamiteitenonderzoek wordt uitgevoerd dat raakvlakken heeft met dit onderzoek. In dat geval zal afstemming zijn over de bevindingen van beide onderzoeken. Navraag bij de RvdK leverde ons de informatie op dat er geen lopende of geplande onderzoeken zijn die dit onderwerp raken. 12

13 5 Voor de start van het onderzoek informeren de Inspecties de betrokkenen over (het doel van) het onderzoek. De Inspecties publiceren het plan van aanpak op hun websites. De Inspecties bieden per interview een gespreksverslag voor wederhoor aan de respondenten aan. Het conceptrapport wordt voorgelegd voor wederhoor aan de betrokken organisaties. Na verwerking van de wederhoor en na interne vaststelling van het rapport, vindt bestuurlijke bespreking plaats met de betrokken organisaties. Het rapport wordt zes weken na aanbieding aan de minister voor Rechtsbescherming openbaar. Tevens wordt het rapport officieel aan de betrokken organisaties aangeboden. Alle betrokkenen bij het onderzoek ontvangen daarna een met een verwijzing naar het rapport op de website van de Inspectie JenV. De algemene werkwijze van de Inspectie JenV staat beschreven in het Protocol voor de werkwijze Deze is hier op de site van de Inspectie JenV te vinden. 13

14 I ZM OM AICE RvdK JUBES CORV Gemeente IFM GI JD-online 14

15 II Geraadpleegde documenten Doorlooptijden in de strafrechtketen. WODC, Jeugdbescherming en jeugdreclassering 1e halfjaar Centraal Bureau voor de Statistiek, oktober Ketenprocesmodel Jeugdstrafrechtketen, versie Prestaties in de strafrechtketen. Algemene Rekenkamer, Geraadpleegde websites Geraadpleegde wetgeving Jeugdwet Wet herziening tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen Wetboek van Strafvordering 15

16 III Afkorting AICE CJIB CORV GI IGJ i.o. Inspectie JenV Inspecties OM RvdK WODC Betekenis Administratie en Informatiecentrum voor de Executieketen Centraal Justitieel Incassobureau Collectieve Opdracht Routeer Voorziening Gecertificeerde Instelling Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd in oprichting Inspectie Justitie en Veiligheid De IGJ i.o. en Inspectie JenV Openbaar Ministerie Raad voor de Kinderbescherming Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum 16

17 Missie Inspectie Justitie en Veiligheid De Inspectie Justitie en Veiligheid houdt voor de samenleving, de ondertoezichtgestelden en de politiek en bestuurlijk verantwoordelijken toezicht op het terrein van justitie en veiligheid om inzicht te geven in de kwaliteit van de taakuitvoering en de naleving van regels en normen, om risico s te signaleren en om organisaties aan te zetten tot verbetering. Hiermee draagt de Inspectie bij aan een rechtvaardige en veilige samenleving. Missie Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd We kunnen in Nederland vertrouwen op goede gezondheidszorg en jeugdhulp. Voor iedereen, altijd en overal. Dat willen we zo houden, ook voor volgende generaties. Daarom bewaken en bevorderen wij goede en veilige zorg. Wij gaan uit van gezond vertrouwen in de aanbieders van zorg en de jeugdhulp. Omgekeerd vragen we vertrouwen in ons toezicht en onafhankelijke oordeel. Wij zijn de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd, IGJ, onderdeel van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Dit is een uitgave van: Inspectie Justitie en Veiligheid Ministerie van Justitie en Veiligheid Turfmarkt DP Den Haag Postbus EH Den Haag Contactformulier Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Stadsplateau AZ, Utrecht Postbus DA, Heerlen December 2017 Aan deze publicatie kunnen geen rechten worden ontleend. Vermenigvuldigen van informatie uit deze publicatie is toegestaan, mits deze uitgave als bron wordt vermeld.