Aantal pagina's 16. Doorkiesnummer (088) Onderwerp Aanbevelingen voor een grootschalige oestermatras pilot in de Oosterschelde

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Aantal pagina's 16. Doorkiesnummer (088) 33 58 374. Onderwerp Aanbevelingen voor een grootschalige oestermatras pilot in de Oosterschelde"

Transcriptie

1 Memo Aan Tom Ysebaert, Erik van Zanten Datum Van Helena Hulsman Aantal pagina's 16 Doorkiesnummer (088) Onderwerp Aanbevelingen voor een grootschalige oestermatras pilot in de Oosterschelde 1 Inleiding 1.1 Building with Nature/Ecoshape: oestermatras De laatste jaren is het Building with Nature concept verankerd geraakt in de wereld van waterbouwers en kustbescherming, gericht op duurzame inrichting van kust-, delta- en riviergebieden. De Building with Nature ontwerpen gaan uit van het ecosysteem en maken gebruik van natuurlijke processen, zonder de infrastructurele en economische randvoorwaarden te negeren. Binnen het WINN Biobouwers project, onderdeel van WINN Leve(n)de Waterbouw, wordt er onderzoek gedaan aan het stabiliseren van platen, schorren en slikken door middel van het gebruik van natuurlijke bio-bouwers : riet, oesters, mosselen, etc. Als onderdeel van dit project wordt er met BwN/Ecoshape samen gewerkt aan de ontwikkeling van een kunstmatig oesterrif om zandplaten te stabiliseren en zo erosie tegen te gaan. Naar aanleiding van een workshop tijdens het WINN Symposium Leve(n)de Waterbouw in januari 2009 werd er een concept voorgesteld, waarbij oesterschelpen in een netconstructie (van touw of metaal) worden opgerold tot een oesterworst, die moet worden verankerd in de bodem. Inmiddels is op verschillende discussiebijeenkomsten het concept van de oesterworst geanalyseerd op bruikbaarheid, haalbaarheid en effectiviteit, en is het concept enigszins aangepast tot oestermatras : een metalen platte lage (schanskorf-achtige) constructie gevuld met (dode) oesterschelpen. De opgedane ervaring met schanskorven kan zo optimaal benut worden, om substraat te bieden voor de ontwikkeling van een oesterrif, om zand vast te houden, en (in mindere mate) om golven te remmen. 1.2 Pilots In Building with Nature/Ecoshape wordt door Imares een project getrokken waarbij twee pilots worden uitgevoerd ter stabilisatie van eroderende zandplaten in de Oosterschelde door middel van een oestermatras. In eerdere BwN bijeenkomsten zijn twee Oosterschelde locaties voor de pilots vastgesteld: de zandplaat bij de Val, en de zandplaat bij Viane. Bij deze bijeenkomsten is de voorkeur uitgesproken voor een pilot bij Viane, omdat verwacht wordt dat de erosie effecten daar groter zijn, de toegankelijkheid tot het gebied beter is, en er minder verstoring is door pierenstekers van bij de Val. Locatie keuze is echter nog niet definitief. In de planning wordt in 2009 gestart met een kleinschalige pilot, waarbij de optimale constructie van de oestermatrassen wordt getest, en ook de sterkte, de duurzaamheid en de effectiviteit in het invangen van oesterbroed wordt geanalyseerd. In 2010 wordt een

2 2/16 grootschalige pilot beoogd, waarbij een matras wordt neergelegd (+/- 100m), om delen van de zandplaat te stabiliseren door te beschermen tegen erosie. 1.3 Probleemstelling Er is een ontwerp nodig van de grootschalige oestermatras en een indicatie van de locatie en de expositie van de matras, ter input van het proces van de vergunningsverlening. Vanwege gebrek aan inzicht in stromingen en interacties tussen de plaat en de geul, is het lastig om een betrouwbaar mathematisch model op te zetten dat de optimale dimensies en locaties van een oestermatras kan berekenen. Het is dus de zaak om expert judgement en beschikbare informatie te gebruiken om een opzet van een ontwerp te maken. 1.4 Bijeenkomst In de bijeenkomst van 15 juni 2009 van Deltares deskundigen (aanwezig: Hans de Vroeg, John de Ronde, Frank Dekker, Mindert de Vries, Claire van Oeveren, Helena Hulsman, Jan-Joost Schouten) is er getracht ervaringen uit te wisselen tussen betrokken experts bij het oestermatras project in de Oosterschelde (voorlopige voorkeur voor de plaat bij Viane) en het Rijke Strand project bij Wemeldinge. Bij dit laatste project is een bund ontworpen voor het erosie-gevoelige strand van Wemeldinge. Een bund is een lage drempel (niet hoger dan -1 NAP) die de invloed van afbrekende processen op het strand vermindert, en de rand van de plaat beschermt. Bij deze bijeenkomst is besproken wat de belangrijkste afbrekende en opbouwende processen zijn die van invloed zijn op de plaat bij Viane, en in hoeverre een dergelijke bund (in de vorm van een oestermatras) toepasbaar is bij de plaatrand van Viane. Er is besproken welke kennis en data nodig is om een betrouwbaar model op te stellen waarmee de interactie tussen plaat en geul beter kan worden begrepen en erosie in kaart kan worden gebracht, en hoe een grootschalige pilot optimaal kan worden ontworpen en geplaatst zo dat monitoring gegevens bruikbaar zijn en gemakkelijk verkregen kunnen worden. Tijdens de bijeenkomst is naar voren gekomen dat de processen die spelen op de plaat, en tussen de geul en de plaat, erg onbekend zijn bij Viane. Er wordt geopperd dat de Val een betere locatie zou kunnen zijn, omdat de processen daar wellicht eenvoudiger te doorgronden zijn, en effecten van de oestermatras beter te meten. 1.5 Doel Deze memo wil een overzicht geven van de beschikbare kennis omtrent de achterliggende processen in de Oosterschelde, en aanbevelingen doen voor de vorm, locatie en expositie van de oestermatras. De vragen die behandeld worden, zijn: Wat is de optimale locatie van de grootschalige oestermatras pilot? Wat voor kennis is hiervoor nodig? Welke data is hier al voor aanwezig? Wat zijn aanbevelingen voor de locatie? De locatie wordt behandeld in hoofdstuk 2. Wat is de optimale lay-out van de grootschalige oestermatras pilot? Wat voor kennis is hiervoor nodig? Welke data is hier al voor aanwezig? Wat zijn aanbevelingen voor de lay-out? De lay-out wordt behandeld in hoofdstuk 3. Hoe kan deze pilot optimaal worden opgezet, zodat effecten van de matras waarneembaar zijn, en er bruikbare meetresultaten uitkomen? Hoe ziet het monitoring schema eruit? Wat zijn aanbevelingen voor monitoring? De monitoring van de pilot wordt behandeld in hoofdstuk 4. Wat zijn de vervolgstappen? Wat zijn de actiepunten? Hoofdstuk 5 geeft een overzicht van de mogelijke vervolgstappen.

3 3/16 2 Locaties voor de grootschalige oestermatras In dit deel wordt een vergelijking gemaakt tussen de twee mogelijke pilot locaties op zandplaten bij de Val en bij Viane. Allereerst wordt de locatie beschreven, waarna een inschatting wordt gegeven van de oorzaken van erosie. Daarna wordt ingegaan op een mogelijke locatie van de oestermatras, en de verwachte effecten. 2.1 Locatie Viane Beschrijving locatie De Slikken van Viane bevinden zich ten oosten en ten zuiden van het plaatsje Viane (figuur 2.1). Figuur 2.1. Satellietfoto van de Slikken van Viane (Google). Rode pijl wijst het oude dijkje aan. Sinds het afsluiten van de Oosterschelde is het areaal van de Slikken van Viane teruggelopen van 427 ha (1985) tot 406 ha (2001), en is de gemiddelde hoogte teruggelopen van -5 naar -17 cm NAP (bron: Verminderd getij RWS rapport 2008). De zandplaat in zijn huidige vorm is meer dan 4km lang en meer dan 1km breed. Over de zandplaat loopt een dijkje, om de voormalige havengeul naar Viane te beschermen. Delen van het dijkje zijn nog intact, maar grote delen aan de oostkant zijn inmiddels doorgebroken of verweerd, en liggen niet meer constant boven NAP.

4 4/16 Figuur 2.2. Mosselbanken in de Oosterschelde. (uit: Verminderd getij RWS rapport) Zoals op figuur 2.2 is aangegeven, komen mosselbanken voor aan de geulzijde van de plaat bij Viane. De verschillende crosssecties in figuur 2.3 laten zien dat in de laatste 20 jaar erosie heeft plaatsgevonden op de plaat bij Viane. Dwars doorsnede Dwars doorsnede 2 Dwars doorsnede 3 Figuur 2.3: profielen voor verschillende dwarsdoorsneden rondom de voorgestelde testlocatie.

5 5/16 Er vindt erosie plaats bij Viane van circa 30 cm (tussen 2001 en 2007) in het gebied aan de geulzijde van de oude dijk rand Oorzaak plaaterosie bij Viane Mogelijke oorzaken van erosie In de voorgaande paragraaf is aangegeven dat de plaat bij Viane erodeert (zie ook Figuur 2.3). Er zijn twee hypothesen waardoor plaaterosie bij Viane kan worden veroorzaakt: 1. plaat erodeert door uitwisseling van sediment tussen de plaat en de geul: dwarstransport. Hierbij kan onderscheidt worden gemaakt tussen: a. alleen transport van de plaat af; b. een balans tussen transport van de plaat af en de plaat op, waarbij het transport van de plaat af overheerst. 2. plaat erodeert door sediment transport over de plaat: langs transport Deze hypothesen zijn schematisch weergegeven in Figuur 2.4. Het is de verwachting dat een combinatie van deze hypothesen de erosie van de plaat van Viane veroorzaken. Figuur 2.4: mogelijke hypothesen voor erosie bij de plaat van Viane: erosie door dwars transport (rode pijl) en erosie door langs transport (blauwe pijl) Richting van het transport De voorkeursrichting van zowel langs transport als dwars transport worden bepaald door (een combinatie van) locale golven en getij stromingen. Locale golven bij de plaat van Viane worden bepaald door locale windcondities. Een eerste inschatting van de locale windcondities is gemaakt op basis van windmetingen uit 2008 bij Stavenisse (verkregen via In Figuur 2.5 is een windroos van de windmetingen te zien. De windsnelheden zijn representatief voor een hoogte van 10 m en een periode van 10 minuten. In Figuur 2.5 is het volgende zichtbaar: Wind komt voornamelijk uit zuidelijke tot westelijke richtingen. De grootste windsnelheden (de stormen) komen met name uit een westelijke richting

6 6/16 Figuur 2.5. Windroos Stavenisse (2008) De maximale windsnelheden in 2008 (representatief voor 10 minuten) zijn rond de 20 m/s. Gemiddeld is de windsnelheid in 2008 ongeveer 6 m/s. Er zijn enkele initiële golfberekeningen uitgevoerd om een idee te krijgen van golfcondities bij deze typische wind condities. Voor gemiddelde windsnelheden zijn de significante golf hoogtes bij de plaat rond de 20 cm. Onder storm condities kan dit oplopen tot circa 1.5 m. De dominante golfrichting valt samen met de dominante windrichting en komt uit het zuidwesten. Verder zullen golven opgewekt door westelijke windrichting bijdraaien naar zuidwestelijke richtingen. In de brekerzone zullen deze golven een transport over de plaat richting het noordoosten genereren. De locatie van de brekerzone hangt samen met de waterstand. Er is een inschatting van getijstroming gemaakt op basis van de volgende informatie: in-house beschikbare stromingsmodellen van de Oosterschelde kaarten met maximale stroomsnelheden tijdens eb en vloed voor een springtij in 1996 (RWS data, zie Figuur 2.6)

7 7/16 Figuur 2.6: maximale stroomsnelheden tijdens eb en vloed voor een springtij in 1996 Uit deze informatie kan het volgende worden geconcludeerd: De getij stromingen over de plaat zijn gemiddeld circa cm/s. In de geul loopt de stroming op tot circa 40 cm/s. Tijdens extreme condities lopen de stromingen op de plaat op tot circa 35 cm/s en in de geul tot circa 50 cm/s. Stroomsnelheden tijdens eb zijn ongeveer 1.5 x groter dan tijdens vloed tijdens zowel gemiddelde als extreme stromingscondities. De dominante richting van sedimenttransport veroorzaakt door getij-stroming is richting het zuidwesten en tegengesteld aan de dominante golfgedreven sediment transportrichting. Dit is aangegeven in Figuur 2.7. Op de foto is een wat lichtere band te zien boven de rode pijl. Deze beweegt naar het noordoosten. Mijn inschatting daarom is dat golf gedreven transport ook belangrijk is. Met Gezien de relatief kleine golven in het gebied is de verwachting dat het transport veroorzaakt door getij stroming dominant zal zijn, al geeft de zand-band (lichtere band boven de rode pijl) aan dat golf gedreven transport in de noordoostenrichting ook een belangrijke rol kan spelen. Figuur 2.7: dominante transport richting onder invloed van golven (rode pijl) en dominante transport richting onder invloed van getij stroming (blauwe pijl). De transport richtingen zijn nagenoeg tegengesteld. Naast bovenstaande langs-transport componenten is er ook een dwars-transport component (zie Figuur 2.4). In dwarsdoorsnede 2 is te zien dat de plaat uitbouwt op deze locatie in de richting van de geul. Ter plekke lijkt dus een dwars transport richting geul plaats te vinden. Dit zand wordt vanuit het zuidwesten aangevoerd (ongeveer uit de richting van de rode pijl in figuur 2.4).

8 8/16 Invloed van stormen Verwacht wordt dat stormcondities sterk kunnen bijdragen aan erosie van platen, terwijl gemiddelde condities meer opbouwend werken. Het is echter onduidelijk in hoeverre de erosie van de plaat bij Viane samenhangt met stormcondities. Er wordt aangeraden om dit verder te onderzoeken. Conclusie Op basis van de beschikbare informatie hierboven beschreven en geanalyseerd kan geen conclusie worden getrokken over de dominante drijvende factor van de erosie van de plaat van Viane Oestermatras bij Viane Mogelijke locaties Uit voorgaande sectie is gebleken dat op basis van de beschikbare informatie geen conclusie kan worden getrokken over de oorzaak van erosie bij Viane. Wel zijn er een tweetal hypotheses gedefinieerd. Door een juiste locatie en oriëntatie van de oestermatrassen kunnen de hypotheses worden geverifieerd. Locatie 1 Locatie 2 Figuur 2.8: voorstel voor mogelijke locaties van oestermatrassen In Figuur 2.8 zijn een tweetal mogelijke locaties voor oestermatrassen aangewezen. Het oesterrif bij locatie 1 moet de uitwisseling van sediment tussen de plaat en de geul voorkomen. Hiermee wordt zowel erosie (afbrekend proces) als sedimentatie (opbouwend proces), veroorzaakt door uitwisseling tussen de plaat en de geul, vermindert. De verwachting is dat aan de dijkzijde van het oesterrif ophoping van sediment zal plaatsvinden. Door het oesterrif aan de noordelijke punt te verbinden met het bestaande dijkje wordt het sediment in die hoek opgesloten. Het oesterrif bij locatie 2 beïnvloedt de langstransporterende processen, veroorzaakt door zowel golven als getijstroming. De verwachting is dat bij dit oestermatras ophoping van sediment aan beide zijden zal plaatsvinden. Zoals in voorgaande sectie beschreven is het onduidelijk welke transport richting de overhand heeft. Op basis van het verschil in sedimentatie kan daar een conclusie over worden getrokken. Zoals aangegeven zal door middel van de voorgestelde locaties meer inzicht worden verkregen in de eroderende processen bij de plaat van Viane. De locaties zijn niet in eerste

9 9/16 instantie bedoeld om de plaat te beschermen tegen erosie. Om maatregelen te nemen tegen plaaterosie moet eerst het eroderende mechanisme duidelijk zijn. 2.2 De Val Beschrijving locatie De Val, een zandplaat ten zuiden van Zierikzee, liggende tussen -1m NAP en -2m NAP, is ook onderhevig aan erosie. Op deze locatie zijn veel wormstekers actief, dus het sediment wordt regelmatig omgewoeld, en er bevinden zich ook enkele mosselpercelen (zie figuur 2.2). Diepte (m tov NAP) en Locatie dwarsdoorsnede Verschil in diepte tussen 2001 en 2007 Profiel totale dwarsdoorsnede Profiel zoom dwarsdoorsnede Figuur 2.9: plaaterosie bij de Val Op basis van Figuur 2.9 kan worden geconcludeerd dat er erosie plaats vindt bij De Val van circa cm tussen 2001 en In de volgende paragraaf worden de mogelijke oorzaken voor erosie beschreven Oorzaak plaaterosie de Val In Figuur 2.9 is te zien dat bijna de hele plaat bij de Val erodeert. Aan de landkant in de punt van de plaat vindt een kleine hoeveelheid sedimentatie plaats, hier ligt ook een klein door stenen beschermd schorretje. Op basis hiervan kan worden geconcludeerd dat plaaterosie met name plaatsvindt door uitwisseling van sediment tussen de plaat en de geul, waarbij de afbrekende processen overheersen. De uitwisseling tussen de plaat en de geul kan worden

10 10/16 gerelateerd aan zowel golven als getijstroming. Verder kunnen stormen een grote invloed hebben op de erosie van de plaat. Deze processen worden hieronder afzonderlijk besproken. Invloed van golven In paragraaf is op basis van een wind klimaat bij Stavenisse (zie Figuur 2.5) een inschatting gemaakt van de golf condities bij Viane. Op basis van dezelfde wind condities kan ook een inschatting gemaakt worden van de golfcondities bij De Val. Typische windsnelheden zijn weergegeven in paragraaf Op basis hiervan kan worden afgeleidt dat gemiddeld de golfhoogtes circa cm zijn en onder extreme condities kunnen oplopen tot circa 1.5 m. Gezien de dominante wind richting is de verwachting dat aan de oostkant van de plaat de golfactie groter zal zijn dan aan de westkant van de plaat. Aan de oostkant van de plaat is de gemiddelde richting ongeveer loodrecht op de dijk. Daarom wordt een beperkte golf-gedreven transport langs de dijk verwacht. Het is niet duidelijk wat de invloed van de golven is op het sediment transport in dwarsrichting op de dijk. Invloed van stroming Op basis van dezelfde dataset is een inschatting van de stromingscondities gemaakt. De stroming op de plaat is gering, maar in de geul stroomt het circa 50 cm/s onder extreme omstandigheden (springtij). Onder normale omstandigheden zal het circa 40 cm/s stromen. Met vloed stroomt het iets sneller dan met eb. Het is de verwachting dat er circulatie stromingen zullen optreden (bochtstroming/eddies). Deze stromingen kunnen van grote invloed zijn op de sedimentatie en of erosie van de plaat. Op basis van beschikbare gegevens kan geen inschatting worden gemaakt van deze stromingen. Invloed van stormen Het is onduidelijk in hoeverre de erosie van de plaat bij De Val samenhangt met stormcondities. Er wordt aangeraden om dit verder te onderzoeken. Conclusie Plaat erosie vindt plaats door uitwisseling van sediment tussen de plaat en de geul, waarbij het afbrekende proces overheerst. Op basis van de beschikbare informatie kan geen conclusie worden getrokken of er ook een opbouwend proces plaats vindt. Verder is de oorzaak van de uitwisseling tussen de plaat en de geul (getijstroming, golven, stormen) niet duidelijk aan te geven Oestermatras bij de Val In Figuur 2.10 is een mogelijke locatie van de oesterrif weergegeven. Het oesterrif ligt op een diepte van circa -2m NAP. Door het oesterrif te verbinden met de bestaande dijk wordt voorkomen dat er sediment weglekt tussen de dijk en het oesterrif. Verder is de vloedstroom groter dan de eb-stroom en kan worden verwacht dat er meer sediment via de oostkant van de plaat wordt afgevoerd dan via de westkant. Aan de oostkant wordt ook meer dynamiek verwacht aangezien de golfactie aan die kant groter is. Zowel de bathymetrie als de erosie van de plaat is redelijk uniform verdeeld over de plaat (zie Figuur 2.10). Daardoor zijn er twee vergelijkbare dwarsdoorsneden te definiëren. Door voor een van deze dwarsdoorsneden een oesterbank te plaatsen kan het effect van de oesterbank op de achterliggende plaat inzichtelijk worden gemaakt.

11 11/16 Figuur 2.10: voorstel locatie oesterbank De Val

12 12/16 3 Lay-out van grootschalige oestermatras De rapportage van de 1 e fase van WINN Biobouwers laat zien dat er eenvoudige modelstudies over de effecten van verschillende vormen (breedte, lengte) van oester- en mosselbanken op de erosie van een schor zijn uitgevoerd. Smalle banken blijken minder effectief in erosieremming dan brede banken (meer dan 5 meter breed). Bredere banken dempen de golfslag en halen de dynamiek uit water. Dit zorgt ervoor dat direct achter de matras of dam minder opwelling van sediment ontstaat, waarmee zand zou kunnen worden weggevoerd via langsstroming (om de matras). Op de randen en hoeken van het oesterrif kan scour (locale erosie) optreden. Om dit tegen te gaan wordt aangeraden de gradiënt tussen het oesterrif en de omliggende bodem zo klein mogelijk te maken en met afgeronde vormen te werken: afgeronde randen van de matras (richting een ovalen vorm), en ook het afronden van de bovenkant van de matras (een bolling in het midden van de matras) (zie figuur 3.1.). De mate van benodigde afronding hangt af van hoe diep de matrassen komen te liggen. Wellicht is het enkel nodig de buitenste randen van de hele constructie schuin af laten lopen. zijaanzicht Bovenaanzich Figuur 3.1: afgeronde vormen van een oesterrif Aaneengesloten / onderbroken rif Een mogelijke vorm van een oestermatras is een aaneengesloten matras (figuur 3.2), van ongeveer 20m breed, en tussen de 100 en 200m lang. Ook een onderbroken rif (figuur 3.3), dus meerdere (smallere) matrassen die op een afstand van ongeveer 2 meter van elkaar worden gelegd, behoort tot de mogelijkheden.

13 13/16 Schanskorven (6x2x0.17 m) gevuld met oesterschelpen ± 20m 200 m laagwaterlijn Figuur 3.2. Aaneengesloten rif. Schanskorven (6x2x0.17 m) gevuld met oesterschelpen ± 20m Figuur 3.3. Onderbroken rif. 200 m laagwaterlijn Bij een onderbroken rif bestaat de kans dat er tussen de matrasdelen erosie optreedt, vooral achter de matrasdelen aan de kant van de geul. Aan de landzijde is het echter ook mogelijk dat sedimentatie wordt bevorderd. Het is dus aan te bevelen beide mogelijkheden op te nemen in de grootschalige pilot, door delen van het rif aaneengesloten te maken, en andere delen onderbroken te maken. Optimale dimensies van een oestermatras De vorm die wordt voorgesteld is gebaseerd op een te verwachten werking van het oesterrif. De volgende werking wordt verwacht: oesterriffen hebben een uitdovend effect op de golven. Dit effect bestaat uit een combinatie tussen een verhoogde bodem (een obstakel zoals een golfbreker) en een verhoogde bodemruwheid. Bij laag water zal de meeste golfuitdoving plaatsvinden door de verhoogde bodem. Bij hoog water zal de meeste golfuitdoving plaatsvinden door de verhoogde bodemruwheid. Om enige golfuitdoving te realiseren door een verhoogde bodemruwheid, moet het oesterrif een minimale breedte hebben van meerdere golflengtes. Typische golven in dat gebied hebben een periode van 2 tot 2.5 seconden en een golflengte van circa 6 tot 10 m. Op basis hiervan wordt voorgesteld

14 14/16 het oesterrif minstens 20 m breed te maken. We denken overigens dat door de diepe ligging van de oesterriffen de dempende werking op golven gering zal zijn. Het oesterrif vangt zelf zand in en hoogt zich op. Dit is effectiever naarmate stroming en golfwerking tussen de oesters sterker wordt gereduceerd. Om het effect van het oesterrif op sediment transport te zien geldt een minimale lengte van 50 m. De nu gemeten netto erosie is in de orde van 5cm per jaar. Wellicht is het mogelijke effect in dezelfde orde. Dit geeft een randvoorwaarde aan de nauwkeurigheid van de monitoring. Structuur van matras: creëren van habitats Het doel van de oestermatras is in eerste instantie het aanbieden van hard substraat voor oesterbroed, zodat de oesterkolonie zich kan ontwikkelen en vervolgens zelf een oesterrif kan vormen. De oestermatras moet dus zo ontworpen worden dat een optimale habitat gecreëerd wordt voor oesterontwikkeling. Omdat nog niet veel bekend is over het ideale ontwerp voor kunstmatige oesterrif ontwikkeling, is het aan te raden een ontwerp te kiezen met een mozaïek van verschillende habitats: afwisseling in hoogte, dynamiek en beschutting creëert een verscheidenheid aan habitats, waarbij er vervolgens in de monitoring periode een beeld wordt verkregen over de meest aantrekkelijke habitat voor oesterontwikkeling. Ontwatering van het rif Doorstroom van de omgeving en ontwatering van het rif is nodig om ophoping microfaeces te voorkomen, en zo de lokale waterkwaliteit goed te houden. Open laten of gedeeltelijk vullen van patches levert wellicht gunstige habitat voor zacht substraat organismen op en bespaart materiaal. Onderbrekingen in het rif kunnen bijdragen aan de ontwatering van de oestermatrassen; dit komt ten goede aan de kwaliteit van de habitat voor oesterontwikkeling. Echter, onderbrekingen in de oesterriffen zorgen voor verminderde blokkering van het sediment transport bij de bodem. Het is dus de verwachting dat de effectiviteit van een lang oesterrif groter is dan een oesterrif met onderbrekingen. Mogelijkheden voor ontwerpen zouden onderzocht moeten worden waarbij wel het bodemtransport geblokkeerd wordt, maar waar de mate van ontwatering optimaal is voor oesterontwikkeling. 4 Voorlopige aanbevelingen Locatie De Val wordt voor een locatie van de grootschalige oestermatras proef geprefereerd, vanwege de eenvoudigere morfodynamiek in het gebied (het erosie mechanisme is duidelijk), de uniformiteit van het gebied en de beschikbaarheid van een betere referentie raai. Viane is beter toegankelijk en minder verstoord door pierenstekers, maar de erosie mechanismen zijn relatief ondoorzichtig, en het gebied weinig uniform (dus gebrek aan een referentie locatie). De mate van erosie en dynamiek op de twee locaties is erg vergelijkbaar. Lay-out Een aaneengesloten matconstructie van 30cm hoog, 100m lang en variërend van 10 tot 20m breed is aantrekkelijk vanuit het oogpunt van beperkte dynamiek aan de landkant van de matras. Een onderbroken matras (2x 50m) zou kunnen leiden tot sterke langsstroming als de opening ertussen te klein is. Als er toch wordt gekozen voor een onderbroken matras (voor bijvoorbeeld praktische redenen), moet er rekening worden gehouden met een minimale afstand tussen de matrasdelen van ongeveer 20m.

15 15/16 Door de matras niet uit 1 geheel te maken, maar bijvoorbeeld uit stukken van 25m lang en 2m breed (dus 5 stukken naast elkaar leggen om een breedte van 10m te krijgen), is er de mogelijkheid om te spelen met de ruimte tussen de verschillende parallelle delen. Met de breedte van de matras kan over de lengte van 100m worden gevarieerd: 8m, 12m, 16m, 20m. Parallelle openingen tussen de eerste rijen matrassen zijn niet aan te raden vanwege mogelijk kans op erosie door brekende golven. Wellicht is een opening tussen 3 e en 4 e of 4 e en 5 e rij matrassen wel mogelijk omdat hier minder golfwerking resteert. Interessant is te bezien hoe we met zo weinig mogelijk matrassen zoveel mogelijk zand vangen. Er kan gevarieerd met het aantal en de breedte van de openingen tussen de parallelle matrasdelen. Als er wordt gekozen voor geen openingen, kunnen de matrasdelen tegen elkaar aan gelegd worden, of, om meer weerstand te creëren, deels overlappend gelegd worden (deels over elkaar heen), zodat hoogte verschillen gecreëerd worden. Afronding van hoeken en een bolling in de matras kunnen verder het effect van langsstroming op de plaat verkleinen. Pilot monitoring: Cruciaal voor de monitoring is voldoende resolutie in verticaal om subtiele hoogteeffecten te zien. Ook voldoende resolutie in horizontaal is belangrijk om effecten in matrassen, tussen matrassen en er vlak achter te kunnen zien. Meerdere raaien zijn nodig om toevalstreffers uit te sluiten. Het is dus van belang om een aantal (drie) goede raaien uit te zetten die nauwkeurig met RTK bemeten worden (scheepsmetingen zijn hiervoor te onnauwkeurig). In de wintermaanden dient minimaal iedere maand een meting uitgevoerd te worden. Van groot belang is het om bij een zware storm vooraf en achteraf een meting te hebben, vooral een meting die snel na de storm gedaan wordt is cruciaal. 5 Vervolg Op basis van deze memo wordt gezamenlijk een definitief besluit genomen over de locatie, de vorm en het monitoring plan van de grootschalige oestermatras pilot. Deltares zal samen met IMARES een korte workshop organiseren over het gedetailleerde ontwerp en het aanbrengen van grootschalige oestermatrassen, met het oog op het maken van een stabiele, zand stabiliserende matras, maar tegelijk het ontwikkelen van een voor oesters aantrekkelijke habitat. - van Oord en Heijmans betrekken (betrokken bij ontwikkeling idee oesterworst op WINN Symposium) bij ontwikkeling van ontwerp - ecologen betrekken bij ontwikkelen van optimale habitat voor oesterontwikkeling - oesterkwekers betrekken bij ontwikkelen van optimale habitat voor oesterontwikkeling - morfologen betrekken bij het inschatten van de gevolgen van het ontwerp voor de erosie processen. Dit onderdeel wordt gefinancierd vanuit WINN.

16 16/16 Kopie aan John de Ronde, Hans de Vroeg, Jan-Joost Schouten

Memo. Beschouwingen omtrent de mogelijkheid van een rijk strand bij Wemeldinge en Yerseke. 1 Inleiding en doelstelling

Memo. Beschouwingen omtrent de mogelijkheid van een rijk strand bij Wemeldinge en Yerseke. 1 Inleiding en doelstelling Memo Aan RWS Zeeland, t.a.v. Yvo Provoost, Eric van Zanten Datum Van Hans de Vroeg Kenmerk Doorkiesnummer (088) 33 58 238 Aantal pagina's 8 E-mail hans.devroeg @deltares.nl Onderwerp Rijke strand van Wemeldinge

Nadere informatie

Sedimentatie in Harderwijker Bocht ten gevolge van de strekdam bij Strand Horst Noord

Sedimentatie in Harderwijker Bocht ten gevolge van de strekdam bij Strand Horst Noord Sedimentatie in Harderwijker Bocht ten gevolge van de strekdam bij Strand Horst Noord In het gebied tussen de strekdammen bij Strand Horst Noord en de bebouwing van Harderwijk ligt een klein natuurgebied

Nadere informatie

De Dynamiek van Mosselbanken Invloed van stroming en golven

De Dynamiek van Mosselbanken Invloed van stroming en golven De Dynamiek van Mosselbanken Invloed van stroming en golven Jasper Donker 1 3 Waterbeweging in de Waddenzee Waterstand / waterdiepte Stromingen door getij en wind Golfwerking Feedback: terugkoppeling

Nadere informatie

Veiligheidsbuffer Oesterdam: morfologische ontwikkeling van. de suppletie (voorkeursvariant) en implementatie van

Veiligheidsbuffer Oesterdam: morfologische ontwikkeling van. de suppletie (voorkeursvariant) en implementatie van Veiligheidsbuffer Oesterdam: morfologische ontwikkeling van de suppletie (voorkeursvariant) en implementatie van oesterriffen als erosieremmende maatregel in het ontwerp Date 27-06-2012 Memo Direct T 0317-487419

Nadere informatie

Aanvullende analyse stabiliteit gestorte specie in het kader van Flexibel Storten

Aanvullende analyse stabiliteit gestorte specie in het kader van Flexibel Storten MEMO datum 18-3-211 van Ir Yves Plancke yves.plancke@mow.vlaanderen.be Ir. Marco Schrijver marco.schrijver@rws.nl titel Aanvullende analyse stabiliteit gestorte specie in het kader van Flexibel Storten

Nadere informatie

VARIANTENSTUDIE ROGGENPLAAT SUPPLETIE FASE II

VARIANTENSTUDIE ROGGENPLAAT SUPPLETIE FASE II VARIANTENSTUDIE ROGGENPLAAT SUPPLETIE FASE II P R E S E N T A T I E S T A K E H O L D E R S B I J E E N K O M S T R O G G E N P L A A T, 8 N O V. 2 0 1 6, K R A B B E N D I J K E Joost Stronkhorst (HZ/Deltares),

Nadere informatie

Biobouwers als kustbeschermers: groene fantasie of fantastisch groen? Luca van Duren

Biobouwers als kustbeschermers: groene fantasie of fantastisch groen? Luca van Duren Biobouwers als kustbeschermers: groene fantasie of fantastisch groen? Luca van Duren 23 maart 2011 Wat zijn biobouwers? Organismen die direct of indirect hun omgeving zo veranderen dat ze hiermee het habitat

Nadere informatie

Maatregelverkenning. Economie en Ecologie in balans. Petra Dankers 08 november 2013

Maatregelverkenning. Economie en Ecologie in balans. Petra Dankers 08 november 2013 Maatregelverkenning Economie en Ecologie in balans Petra Dankers 08 november 2013 Kader Eerste bijeenkomst Programma Rijke Waddenzee in juni veel maatregelen geidentificeerd Royal HaskoningDHV heeft in

Nadere informatie

Verslag wierenexcursie 16 mei 2018, Noordbout. Tekst en foto s: DirkJan Dekker. Waar ligt de Noordbout?

Verslag wierenexcursie 16 mei 2018, Noordbout. Tekst en foto s: DirkJan Dekker. Waar ligt de Noordbout? Tekst en foto s: DirkJan Dekker Waar ligt de Noordbout? Richting Zierikzee (N59), bij de stoplichten van Nieuwerkerk linksaf, tot aan de Oosterscheldedijk bij Viane. Hier zijn we even gestopt, in september

Nadere informatie

Levende Waterbouw. De natuur als ingenieur

Levende Waterbouw. De natuur als ingenieur Levende Waterbouw De natuur als ingenieur Bouwen met en voor de natuur Moderne techniek en natuur gaan heel goed samen. Dat toont winn met de proefprojecten van Biobouwers en Rijke Dijk. Onder de noemer

Nadere informatie

Memo: ontwikkeling kliferosie Slufterdam

Memo: ontwikkeling kliferosie Slufterdam Memo: ontwikkeling kliferosie Slufterdam Memo: ontwikkeling kliferosie Slufterdam Tommer Vermaas Ankie Bruens 1207724-004 Deltares, 2013, B Inhoud 1 Inleiding 1 1.1 Aanleiding 1 1.2 Vraagstelling 1

Nadere informatie

Oosterschelde, stroomsnelheden Veiligheidsbuffer Oesterdam.

Oosterschelde, stroomsnelheden Veiligheidsbuffer Oesterdam. Belanghebbenden Rijkswaterstaat Zeeland Meetadviesdienst Zeelandll Poelendaelesingel JA Middelburg Postadres: Postbus KA Middelburg T () F () Doorlaatmiddel. Inleiding. Oosterschelde, stroomsnelheden Veiligheidsbuffer

Nadere informatie

Morfologische effecten van bodemdaling door gaswinning op Ameland

Morfologische effecten van bodemdaling door gaswinning op Ameland Morfologische effecten van bodemdaling door gaswinning op Ameland Zheng Bing Wang, Wim Eysink, Johan Krol, 9 december 2011, Ameland Onderzochte aspecten Noordzeekust Friesche Zeegat en De Hon Waddenzee

Nadere informatie

a) Getijdenwerking en overstromingen op de Schelde

a) Getijdenwerking en overstromingen op de Schelde EXCURSIEPUNT DE SCHELDEVALLEI Hoogte = Ter hoogte van het voormalige jachtpaviljoen, De Notelaar, gelegen aan de Schelde te Hingene (fig. 1 en 2), treffen we een vrij groot slikke- en schorregebied aan,

Nadere informatie

Morfologie kwelders en. platen Balgzand

Morfologie kwelders en. platen Balgzand Morfologie kwelders en platen Balgzand Autonome ontwikkeling Hoogwatervluchtplaatsen Werkdocument RIKZ/AB - 99.607x ir. B.B. van Marion December 1999 Samenvatting In het kader van het project GRADIËNTEN

Nadere informatie

Meten in de Waddenzee

Meten in de Waddenzee Meten in de Waddenzee Bestand tegen superstorm De waterkeringen langs de Waddenzee moeten bestand zijn tegen een superstorm die gemiddeld eens in de 4000 jaar kan optreden. Om de sterkte van de waterkering

Nadere informatie

30 jaar aan veranderingen in het Oosterschelde ecosysteem TOM YSEBAERT. Bouwen aan een Veerkrachtige Delta 1-2 juni 2017, Vlissingen

30 jaar aan veranderingen in het Oosterschelde ecosysteem TOM YSEBAERT. Bouwen aan een Veerkrachtige Delta 1-2 juni 2017, Vlissingen 30 jaar aan veranderingen in het Oosterschelde ecosysteem TOM YSEBAERT Bouwen aan een Veerkrachtige Delta 1-2 juni 2017, Vlissingen De Oosterschelde: een uniek gebied Zoute getijdennatuur (buiten- en binnendijks)

Nadere informatie

Ecobeach. Een duurzaam strand door drainage. Brouwersdam, 3-10-2014. Bas Reedijk. Hoofd afdeling kustwaterbouw BAM Infraconsult

Ecobeach. Een duurzaam strand door drainage. Brouwersdam, 3-10-2014. Bas Reedijk. Hoofd afdeling kustwaterbouw BAM Infraconsult Ecobeach Een duurzaam strand door drainage Brouwersdam, 3-10-2014 Bas Reedijk Hoofd afdeling kustwaterbouw BAM Infraconsult Inhoud Wat is Ecobeach De ervaring met Ecobeach bij Egmond Toepassing van Ecobeach

Nadere informatie

Slib van Afbraakprodukt tot Grondstof en van Voedingsstof tot Brandstof. Piet Hoekstra Geowetenschappen Waddenacademie

Slib van Afbraakprodukt tot Grondstof en van Voedingsstof tot Brandstof. Piet Hoekstra Geowetenschappen Waddenacademie MUDWELL Slib van Afbraakprodukt tot Grondstof en van Voedingsstof tot Brandstof Piet Hoekstra Geowetenschappen Waddenacademie Oerol College 19 juni 2019 - Aanvang 13.30 u. MUDWELL - Teresa van Dongen Leeuwarden,

Nadere informatie

Een stroming ontstaat als er op een bepaalde watermassa een kracht. wordt uitgeoefend. De belangrijkste aandrijfmechanismen voor kuststromingen

Een stroming ontstaat als er op een bepaalde watermassa een kracht. wordt uitgeoefend. De belangrijkste aandrijfmechanismen voor kuststromingen Aandrijfmechanisme voorkuststromingen. Een stroming ontstaat als er op een bepaalde watermassa een kracht wordt uitgeoefend. De belangrijkste aandrijfmechanismen voor kuststromingen zijn het getij, de

Nadere informatie

Deel I: algemene toelichting op het kustontwerp (breedte en hoogte duin)

Deel I: algemene toelichting op het kustontwerp (breedte en hoogte duin) Deel I: algemene toelichting op het kustontwerp (breedte en hoogte duin) Hieronder is met behulp van een aantal figuren het mechanisme van kustversterking met zand en Dijk-in-Duin in relatie tot hoogte

Nadere informatie

Monitoring Pilot Oesterrif Oosterschelde. Datum Sept 2010 Status Definitief

Monitoring Pilot Oesterrif Oosterschelde. Datum Sept 2010 Status Definitief 3 Monitoring Pilot Oesterrif Oosterschelde Datum Sept 2010 Status Definitief Monitoring Pilot Oesterrif Oosterschelde Datum Sept 2010 Status Definitief 4 5 Inhoudsopgave 1 Inleiding 7 1.1 Aanleiding 7

Nadere informatie

Aantal pagina's 5. Doorkiesnummer +31(0)88335 7160

Aantal pagina's 5. Doorkiesnummer +31(0)88335 7160 Memo Aan Port of Rotterdam, T.a.v. de heer P. Zivojnovic, Postbus 6622, 3002 AP ROTTERDAM Datum Van Johan Valstar, Annemieke Marsman Aantal pagina's 5 Doorkiesnummer +31(0)88335 7160 E-mail johan.valstar

Nadere informatie

Bijlage 1.3 Bodemdaling in het Eems-Dollardgebied in relatie tot de morfologische ontwikkeling

Bijlage 1.3 Bodemdaling in het Eems-Dollardgebied in relatie tot de morfologische ontwikkeling Bijlage 1.3 Bodemdaling in het Eems-Dollardgebied in relatie tot de morfologische ontwikkeling........................................................................................ H. Mulder, RIKZ, juni

Nadere informatie

Kenmerk ZKS Doorkiesnummer +31 (0) (0)

Kenmerk ZKS Doorkiesnummer +31 (0) (0) Memo Aan Jasper Fiselier (DHV) Datum Van Pieter Koen Tonnon Jan Mulder Kenmerk Doorkiesnummer +31 (0)88 33 58 464 +31 (0)88 33 58 446 Aantal pagina's 9 E-mail pieterkoen.tonnon @deltares.nl jan.mulder@deltares.nl

Nadere informatie

Toelichting op de resultaten toetsing criterium sedimentatie/erosie plaathoogtes

Toelichting op de resultaten toetsing criterium sedimentatie/erosie plaathoogtes Werkgroep Flexibel Storten Rijkswaterstaat Zee en Delta Poelendaelesingel 18 4335 JA Middelburg Postadres: Postbus 556 3000 AN Rotterdam T (0118) 62 20 00 F 0118-62 2464 Contactpersoon ir. M. Schrijver

Nadere informatie

Erosie en aanzanding rond strekdammen bij Katwijk

Erosie en aanzanding rond strekdammen bij Katwijk Erosie en aanzanding rond strekdammen bij Katwijk Inhoud 1 Inleiding 2 1.1 Beschrijving van de studie 2 1.2 Uitgangspunten 2 2 Zandtransport langs de kust nabij Katwijk 3 2.1 Inleiding 3 2.2 Zandtransport

Nadere informatie

Toelichting op de resultaten toetsing criterium sedimentatie/erosie plaathoogtes

Toelichting op de resultaten toetsing criterium sedimentatie/erosie plaathoogtes Werkgroep Flexibel Storten Rijkswaterstaat Zee en Delta Poelendaelesingel 18 4335 JA Middelburg Postadres: Postbus 556 3000 AN Rotterdam T (0118) 62 20 00 F 0118-62 2464 Contactpersoon ir. M. Schrijver

Nadere informatie

Morfologische effecten

Morfologische effecten Ministerie van Verkeer en Waterstaat stuvwxyz Programmadirectie Ontwikkeling Nationale Luchthaven Morfologische effecten Morfologische effecten van een kunstmatig eiland voor de kust van Egmond november1999

Nadere informatie

Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs

Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs Notitie Contactpersoon ir. J.M. (Martin) Bloemendal Datum 7 april 2010 Kenmerk N001-4706565BLL-mya-V02-NL Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs Tauw

Nadere informatie

Texelse Bierbrouwerij effect nieuwbouw op naastgelegen windturbine

Texelse Bierbrouwerij effect nieuwbouw op naastgelegen windturbine Notitie betreft: Texelse Bierbrouwerij effect nieuwbouw op naastgelegen windturbine datum: 8 januari 2018 referentie: van: aan: Buro SRO 1 Inleiding De Texelse Bierbrouwerij is voornemens haar faciliteiten

Nadere informatie

Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Ministerie van Verkeer en Waterstaat Memo Werkgroep Kennis Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Projectbureau Zeeweringen Betreft Klinkerbekledingen Yerseke Afschrift aan S. Vereeke W. Kortlever G.J. Wijkhuizen

Nadere informatie

Inventarisatie van het sublitorale wilde mosselbestand in de westelijke Waddenzee in het voorjaar van 2009

Inventarisatie van het sublitorale wilde mosselbestand in de westelijke Waddenzee in het voorjaar van 2009 onderzoek en advies mariene ecologie, visserij en schepldierkweek Elkerzeeseweg 77 4322 NA Scharendijke tel./fax: 0111-671584 GSM: 06-44278294 e-mail: marinx@zeelandnet.nl RAPPORT 2009.79 - CONCEPT Inventarisatie

Nadere informatie

Validatie Richtlijn baggervolumebepalingen. Hans Hussem en Hans Tijhuis

Validatie Richtlijn baggervolumebepalingen. Hans Hussem en Hans Tijhuis Validatie Richtlijn baggervolumebepalingen Hans Hussem en Hans Tijhuis Vraagstelling Doel richtlijn Vergroten uniformiteit baggervolumebepalingen Vraag Reproduceerbaarheid van meetmethoden Selectie technieken

Nadere informatie

Memo. 1 Introductie. +31(0) Kees den Heijer Roeland de Zeeuw (Shore Monitoring & Research)

Memo. 1 Introductie. +31(0) Kees den Heijer Roeland de Zeeuw (Shore Monitoring & Research) Memo Aan Saskia Huijs (Rijkswaterstaat Zee en Delta) Datum Kenmerk Doorkiesnummer Van +31(0)88335 7945 Kees den Heijer Roeland de Zeeuw (Shore Monitoring & Research) Aantal pagina's 9 E-mail kees.denheijer

Nadere informatie

Pilot voorland Houtribdijk Zandige dijkversterking voor de binnenwateren. Toelichting op pilot en discussie Door: Henk Steetzel

Pilot voorland Houtribdijk Zandige dijkversterking voor de binnenwateren. Toelichting op pilot en discussie Door: Henk Steetzel Pilot voorland Houtribdijk Zandige dijkversterking voor de binnenwateren Toelichting op pilot en discussie Door: Henk Steetzel Opzet workshop Aankondiging in programma: Afgelopen zomer is aan de Markermeer-zijde

Nadere informatie

Hydraulische belasting op golfbrekers in haven Wemeldinge

Hydraulische belasting op golfbrekers in haven Wemeldinge Hydraulische belasting op golfbrekers in haven Wemeldinge Berekeningen ten behoeve van het ontwerp Definitief Grontmij Nederland B.V. De Bilt, 25 oktober 2011 Inhoudsopgave 1 Inleiding en samenvatting

Nadere informatie

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE ONDERWERP Uitvoeringsplan slibmotor Kimstergat (0.11) DATUM 2-9-2016 PROJECTNUMMER C03041.001971 ONZE REFERENTIE 078928228 0.11 VAN Dr.ir. Bart Grasmeijer AAN Ecoshape KOPIE AAN Erik van Eekelen (Ecoshape),

Nadere informatie

ANALYSE AFGRAVING PROEFSECTIE PILOT HOUTRIBDIJK Morfologische ontwikkelingen rondom afgraving 16 OKTOBER 2018

ANALYSE AFGRAVING PROEFSECTIE PILOT HOUTRIBDIJK Morfologische ontwikkelingen rondom afgraving 16 OKTOBER 2018 ANALYSE AFGRAVING PROEFSECTIE PILOT HOUTRIBDIJK Morfologische ontwikkelingen rondom afgraving 16 OKTOBER 2018 Contactpersoon SJOERD VAN TIL, MSC Specialist morfologie Arcadis Nederland B.V. Postbus 137

Nadere informatie

Informatie over de versterking van de Noord-Hollandse kust Voor je spreekbeurt of werkstuk

Informatie over de versterking van de Noord-Hollandse kust Voor je spreekbeurt of werkstuk Informatie over de versterking van de Noord-Hollandse kust Voor je spreekbeurt of werkstuk De kust is (niet) veilig! De dijk aan de kust van Petten ziet er zo sterk en krachtig uit, maar toch is hij niet

Nadere informatie

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, maart 2010

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, maart 2010 Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 23-25 maart 2010 - Wim Giesen, Kris Giesen, Paul Giesen & Wouter Suykerbuyk, 29 maart 2010 23-25 maart 2010 is een bezoek gebracht aan de mitigatielocaties op

Nadere informatie

Een haalbaarheidsstudie naar het aanleggen van een afleidingskanaal

Een haalbaarheidsstudie naar het aanleggen van een afleidingskanaal z Een haalbaarheidsstudie naar het aanleggen van een afleidingskanaal Onderzoeken of een afleidingskanaal tussen de Mekong Rivier en de Golf van Thailand geschikt is als maatregel om overstromingsrisico

Nadere informatie

Dijkversterking Durgerdam

Dijkversterking Durgerdam Dijkversterking Durgerdam (capita selecta) Richard Jorissen Inhoud Bodemdaling, zetting en klink (BZK) Opwaaiing en golfcondities Overslagdebieten Kleine bijstelling bouwstenen IJdoornpolder Gebiedsontwerp

Nadere informatie

Wat zijn de effecten van suppleties op de Habitats van zeebaars en harder?

Wat zijn de effecten van suppleties op de Habitats van zeebaars en harder? Wat zijn de effecten van suppleties op de Habitats van zeebaars en harder? Telt dit door in de aanwezigheid en vangbaarheid? 30-04-16, Marcel Rozemeijer Europese Unie, Europees Fonds voor Maritieme Zaken

Nadere informatie

SCHATTEN VAN DE OOSTERSCHELDE. Pilot Oesterdam

SCHATTEN VAN DE OOSTERSCHELDE. Pilot Oesterdam SCHATTEN VAN DE OOSTERSCHELDE Pilot Oesterdam Werkgroep: Gijs van Zonneveld, ZMF Johan Gideonse, Gemeente Reimerswaal Dick de Jong, Rijswaterstaat Roel Mooij, Provincie Zeeland Cees van Rooijen, Rijksdienst

Nadere informatie

BETOMAT betonblokkenmat

BETOMAT betonblokkenmat BETOMAT betonblokkenmat 1 1. Inleiding Betomat, flexibel toepasbare betonblokkenmat. Systeem PE-G R Betomat kan in diverse soorten worden geleverd. In het algemeen worden de matten gebruikt om oevers en

Nadere informatie

hydraulische, morfologische en scheepvaarteffecten dijkversterking BR636-1 BR636-1/smei/147 ir. A. Zoon

hydraulische, morfologische en scheepvaarteffecten dijkversterking BR636-1 BR636-1/smei/147 ir. A. Zoon memo Witteveen+Bos Postbus 2397 3000 CJ Rotterdam telefoon 010 244 28 00 telefax 010 244 28 88 hydraulische, morfologische en scheepvaarteffecten dijkversterking BR636-1 BR636-1/smei/147 ir. A. Zoon datum

Nadere informatie

Memo. Inleiding. Opzet berekeningen

Memo. Inleiding. Opzet berekeningen Memo Aan Bart Grasmeijer Van Thijs van Kessel Aantal pagina's 7 Doorkiesnummer +31 (0)88 33 58 239 E-mail thijs.vankessel @deltares.nl Onderwerp notitie specieverspreiding Eemshaven Inleiding Deze beknopte

Nadere informatie

Weerstand tegen strorning in de Gorai rivier

Weerstand tegen strorning in de Gorai rivier Weerstand tegen strorning in de Gorai rivier Samenvatting In deze studie wordt de weerstand tegen strorning in de Gorai rivier onderzocht. Als basis voor deze studie zijn veldmetingen gebruikt die gedaan

Nadere informatie

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 7-14 juni 2013

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 7-14 juni 2013 Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 7-14 juni 2013 - Wim Giesen 1 & Paul Giesen 2, 18 juni 2013 In de tweede week van juni 2013 zijn korte monitoringsbezoeken uitgevoerd naar alle 10 mitigatielocaties

Nadere informatie

~l\\ 1'. liiu9. Opdracht RKZ _C van mantelovereenkomst RKZ-1906 Betreft

~l\\ 1'. liiu9. Opdracht RKZ _C van mantelovereenkomst RKZ-1906 Betreft SVASEK lira.id'htlj Notitie ~l\\ 1'. lu9 Aan Annette Kieftenburg (Deltares) en Maarten Jansen (Svasek) Van Erik Arnold (Royal Haskoning) Datum 11 november 2009 Kopie Onze referentie Status 9S9077/N3/EARN/Rott

Nadere informatie

Klimaatbestendige Oosterschelde

Klimaatbestendige Oosterschelde Oosterschelde (NL) De Nederlandse zeearm Oosterschelde is uitzonderlijk rijk aan vogels, maar de vraag is voor hoe lang nog. De platen, slikken en schorren, die nu nog in uitgestrekte foerageer- en rustplaatsen

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2005-I

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2005-I Modderstroom Er zijn vulkanen die geen lava uitspuwen, maar een constante stroom modder geven. De koude modder stroomt als een rivier langzaam de helling af (zie foto 1). Aan de rand van deze stroom droogt

Nadere informatie

MOSSELBANKEN IN DE WADDENZEE

MOSSELBANKEN IN DE WADDENZEE MOSSELBANKEN IN DE WADDENZEE Functies - Wadden ecosysteem Filter feeders en waterkwaliteit; slib Biodepositie en stabiliteit van substraat; kustbescherming Morfologische landschappelijke eenheid in systeem

Nadere informatie

Sleutelprocessen in een natuurlijke Waddenzee Han Olff & Theunis Piersma Rijksuniversiteit Groningen

Sleutelprocessen in een natuurlijke Waddenzee Han Olff & Theunis Piersma Rijksuniversiteit Groningen Sleutelprocessen in een natuurlijke Waddenzee Han Olff & Theunis Piersma Rijksuniversiteit Groningen Growth of the world human population over last 10,000 yrs Campbell & Reese 2008 Hoofdthema s Sleutelprocessen

Nadere informatie

Zonnepark HVS Goes ENECO Landschappelijke inpassing identificatie Planstatus projectnummer: datum: status: 040550.20160211.00 08-12- 2016 definitief opdrachtleider: Ir J.J. van den Berg auteur: Ir. J.J.

Nadere informatie

Meten om te weten: 2,5 jaar Zandmotor

Meten om te weten: 2,5 jaar Zandmotor : 2,5 jaar Carola van Gelder-Maas Projectmanager WVL Rijkswaterstaat 31 maart 2014 Hoe zat het ook alweer? Eroderende kustlijn NL kust 12 Mm³ zandsuppleties per jaar Zeespiegelstijging Zwakke schakels

Nadere informatie

Hydraulische analyse schuren van de stadsgrachten. Inleiding. Gegevens

Hydraulische analyse schuren van de stadsgrachten. Inleiding. Gegevens Hydraulische analyse schuren van de stadsgrachten Inleiding Het doorspoelen van de grachten in Gouda, zoals dat tot in de jaren 50 gebruikelijk was, zal een kortstondig effect hebben op de waterstand en

Nadere informatie

oppervlakte grondvlak hoogte

oppervlakte grondvlak hoogte OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter oppervlakte cirkel = π straal 2 inhoud prisma = oppervlakte grondvlak hoogte inhoud cilinder = oppervlakte grondvlak hoogte inhoud kegel = 1 3 oppervlakte

Nadere informatie

Notitie / Memo. HaskoningDHV Nederland B.V. Water. Nora Koppert en Henk Kolkman Jasper Jansen Datum: 23 december 2016

Notitie / Memo. HaskoningDHV Nederland B.V. Water. Nora Koppert en Henk Kolkman Jasper Jansen Datum: 23 december 2016 Notitie / Memo Aan: Nora Koppert en Henk Kolkman Van: Jasper Jansen Datum: 23 december 2016 Kopie: Carola Hesp Ons kenmerk: WATBE9859N001D0.1 Classificatie: Projectgerelateerd HaskoningDHV Nederland B.V.

Nadere informatie

het noordelijk deel (nabij de woningen) en het zuidelijk deel. Vanwege de invloed naar de omgeving is alleen het noordelijk deel beschouwd.

het noordelijk deel (nabij de woningen) en het zuidelijk deel. Vanwege de invloed naar de omgeving is alleen het noordelijk deel beschouwd. partner in bouwputadvies en grondwatertechniek 1/5 Project : HT140056 Park Waterrijk Hekelingen Datum : 1 September 2014 Betreft : Nota waterhuishouding Opsteller : M. (Marco) Zieverink, MSc Documentstatus

Nadere informatie

GROFZANDBARRIÈRE Een innovatie in de dijkversterking. Koen van Gerven Ulrich Förster

GROFZANDBARRIÈRE Een innovatie in de dijkversterking. Koen van Gerven Ulrich Förster GROFZANDBARRIÈRE Een innovatie in de dijkversterking Koen van Gerven Ulrich Förster Inhoud presentatie Aanleiding voor het onderzoek Werking GZB GZB ten opzichte van andere pipingmaatregelen Haalbaarheidsonderzoek

Nadere informatie

Metro Oostlijn Amsterdam

Metro Oostlijn Amsterdam Metro Oostlijn Amsterdam Oriënterend onderzoek wind en temperatuur gedreven stromingen Rapportnummer V 114-2-RA d.d. 24 februari 2014 Metro Oostlijn Amsterdam Oriënterend onderzoek wind en temperatuur

Nadere informatie

De tor. Memo. Aan Jaap Starke (Rijkswaterstaat) Datum 5 februari Kenmerk ZKS Aantal pagina's 10. Van Reinier Schrijvershof

De tor. Memo. Aan Jaap Starke (Rijkswaterstaat) Datum 5 februari Kenmerk ZKS Aantal pagina's 10. Van Reinier Schrijvershof Memo De tor s Aan Jaap Starke (Rijkswaterstaat) Datum Van Reinier Schrijvershof Kenmerk Doorkiesnummer +31(0)88335 7483 Aantal pagina's 10 E-mail reinier.schrijvershof@deltares.nl Onderwerp Verplaatsing

Nadere informatie

Aanwezigheid wadpieren op het project zandsuppletie Galgeplaat

Aanwezigheid wadpieren op het project zandsuppletie Galgeplaat Aanwezigheid wadpieren op het project zandsuppletie Galgeplaat Opgesteld door Martijn Westdorp van Sportvisserij Zuidwest Nederland Versie 2, 6 juni 2011 Woensdag 15 juni 2011 is Martijn Westdorp van Sportvisserij

Nadere informatie

Energie uit getijstroming

Energie uit getijstroming Royal Netherlands Institute for Sea Research Energie uit getijstroming Janine Nauw a, Marck Smit a, Walther Lenting a, Belen Blanco b, Jurre de Vries c, Herman Ridderinkhof, Hendrik van Aken en Mathijs

Nadere informatie

De ecologische behoeften van het IJsselmeer en de Waddenzee. Peter M.J. Herman Waddenacademie, NIOZ

De ecologische behoeften van het IJsselmeer en de Waddenzee. Peter M.J. Herman Waddenacademie, NIOZ De ecologische behoeften van het IJsselmeer en de Waddenzee Peter M.J. Herman Waddenacademie, NIOZ Een blik over de dijk Wat zijn grote trends in ecologie IJsselmeergebied? Wat drijft deze trends? Hoe

Nadere informatie

Gedragscode voor veilig varen door windparken 3. Doorlaat Brouwersdam brengt getij terug 8. Grevelingenmeer: topeisen 50 cm getij 10

Gedragscode voor veilig varen door windparken 3. Doorlaat Brouwersdam brengt getij terug 8. Grevelingenmeer: topeisen 50 cm getij 10 Nieuwsbrief Regioteam Delta Noord Secretariaat: wg.deltanoord@watersportverbond.com Redactie: Kees van der Ree. Bijdragen naar keesvdree@gmail.com Nieuwsbrief, verschijnt verschillende keren per jaar.

Nadere informatie

STROOMATLAS BENEDEN ZEESCHELDE VAK PROSPERPOLDER - KRUISSCHANS

STROOMATLAS BENEDEN ZEESCHELDE VAK PROSPERPOLDER - KRUISSCHANS MOD 78 WATERBOUWKUNDIG LABORATORIUM FLANDERS HYDRAULICS RESEARCH VAK PROSPERPOLDER - KRUISSCHANS SPRINGTIJ WATERBOUWKUNDIG LABORATORIUM EN HYDROLOGISCH ONDERZOEK Mod. 78 STROOMATLAS BENEDEN - ZEESCHELDE

Nadere informatie

Wel heeft op deze locatie 20 jaar geleden een dijkverzwaring plaatsgevonden waarbij de dijk verhoogd en verzwaard is aan de binnenzijde.

Wel heeft op deze locatie 20 jaar geleden een dijkverzwaring plaatsgevonden waarbij de dijk verhoogd en verzwaard is aan de binnenzijde. Pagina 1 van 12 Casus 1: Scheur in kruin van de waterkering. We hebben te maken met een hoogwater situatie op de Rivier Deze hoogwatergolf is zeven dagen geleden begonnen. Op dijkvak.. is op dag 5 een

Nadere informatie

Kennisinventarisatie natuurlijke klimaatbuffer Friese IJsselmeerkust

Kennisinventarisatie natuurlijke klimaatbuffer Friese IJsselmeerkust Kennisinventarisatie natuurlijke klimaatbuffer Friese IJsselmeerkust december 2013 Contacten Chris Bakker, c.bakker@itfryskegea.nl, t. 0512-30 58 60 Bronnen -Projectplan de groeiende IJsselmeerkust van

Nadere informatie

Revisie Detailadvies haven Walsoorden

Revisie Detailadvies haven Walsoorden Revisie Detailadvies haven Walsoorden Aan : Annette Kieftenburg, Quanduo Gao (Deltares) Van : Pol van de Rest Tweede lezer : Maarten Jansen Datum : 24 november 2009 Betreft : Opdracht RKZ-1906.023_ B_Revisie_haven_Walsoorden

Nadere informatie

Prognose zwemveiligheid Zandmotor - Stromingen en bodemontwikkeling- Shore. Monitoring & Research

Prognose zwemveiligheid Zandmotor - Stromingen en bodemontwikkeling- Shore. Monitoring & Research Prognose zwemveiligheid Zandmotor - Stromingen en bodemontwikkeling- Monitoring & Research 1 2 Project Locatie Opdrachtgever Opdrachtnemer Prognose van de zwemveiligheid op en rond de Zandmotor Delflandse

Nadere informatie

Toelichting op de resultaten toetsing criterium sedimentatie/erosie plaathoogtes

Toelichting op de resultaten toetsing criterium sedimentatie/erosie plaathoogtes Werkgroep Flexibel Storten Rijkswaterstaat Zee en Delta Poelendaelesingel 18 4335 JA Middelburg Postadres: Postbus 556 3000 AN Rotterdam T (0118) 62 20 00 F 0118-62 2464 Contactpersoon ir. M. Schrijver

Nadere informatie

Ecologische doelstelling

Ecologische doelstelling Nevengeulen langs de grote rivieren Leren van de praktijk Margriet Schoor Oost Nederland Platform beek- en rivierherstel Vreugderijkerwaard, oktober 2009 14 december 2011 Waarom nevengeulen? Hoofdgeul

Nadere informatie

Extrapolatie van de waterstand in het Waddengebied

Extrapolatie van de waterstand in het Waddengebied Extrapolatie van de waterstand in het Waddengebied Henk van den Brink KNMI 8 juli 2015 Probleemstelling De onzekerheid in de extrapolatie is ongewenst groot bij het gebruik van een 3-parameter (Extreme

Nadere informatie

Project Cooltoren, Rotterdam Opdrachtgever U Vastgoed Architect VANWILSUMVANLOON architectuur & stedenbouw Omschrijving Literatuuronderzoek windhinder

Project Cooltoren, Rotterdam Opdrachtgever U Vastgoed Architect VANWILSUMVANLOON architectuur & stedenbouw Omschrijving Literatuuronderzoek windhinder Project Cooltoren, Rotterdam Opdrachtgever U Vastgoed Architect VANWILSUMVANLOON architectuur & stedenbouw Omschrijving Literatuuronderzoek windhinder R815078aaA2 Datum 04.11.2015 Project Cooltoren, Rotterdam

Nadere informatie

1. Perceel met uniforme helling

1. Perceel met uniforme helling Omschrijving van types hellingen in het kader van de toepassing van het keuzepakket bufferstrook op percelen met een hoge of zeer hoge erosiegevoeligheid om te voldoen aan de randvoorwaarden erosie 1.

Nadere informatie

ZLD 6548 Onderzoek naar toepassing van nieuwe baggertechnieken: Airset in het Gat van Ossenisse.

ZLD 6548 Onderzoek naar toepassing van nieuwe baggertechnieken: Airset in het Gat van Ossenisse. ZLD 6548 Onderzoek naar toepassing van nieuwe baggertechnieken: Airset in het Gat van Ossenisse. Opdrachtgever Opdrachtnemer Rapportage door John Clever, 16 november 2007 Page 1 of 7 Inleiding Het samenwerkings

Nadere informatie

1. Perceel met uniforme helling

1. Perceel met uniforme helling Omschrijving van types hellingen in het kader van de toepassing van het keuzepakket bufferstrook op percelen met een hoge of zeer hoge erosiegevoeligheid om te voldoen aan de randvoorwaarden erosie 1.

Nadere informatie

Effect van zeer grootschalige zandwinning langs de Nederlandse kust op de waterbeweging, zandtransporten en morfologie

Effect van zeer grootschalige zandwinning langs de Nederlandse kust op de waterbeweging, zandtransporten en morfologie Effect van zeer grootschalige zandwinning langs de Nederlandse kust op de waterbeweging, zandtransporten en morfologie Effect van zeer grootschalige zandwinning langs de Nederlandse kust op de waterbeweging,

Nadere informatie

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - HAVO - AARDRIJKSKUNDE ANTWOORDEN

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - HAVO - AARDRIJKSKUNDE ANTWOORDEN ZAND BOVEN WATER LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - HAVO - AARDRIJKSKUNDE Rotterdam is de belangrijkste haven van Europa. Steeds meer containers, grondstoffen en andere spullen worden via Rotterdam

Nadere informatie

Effecten van sedimentatie en erosie op de hoogteligging van het wad bij Paesens. Tussentijdse rapportage periode september 2003-augustus 2005

Effecten van sedimentatie en erosie op de hoogteligging van het wad bij Paesens. Tussentijdse rapportage periode september 2003-augustus 2005 Effecten van sedimentatie en erosie op de hoogteligging van het wad bij Paesens Tussentijdse rapportage periode september 2003-augustus 2005 Johan Krol Oktober 2005 Inhoudsopgave. Conclusies 3 Inleiding

Nadere informatie

Bijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden

Bijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden Bijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden 0 SOB Research, 26 juni 2014 1 1. Archeologisch onderzoek 1.1 Inleiding

Nadere informatie

: Onderbouwing niet opnemen molenbiotoop molen De Roos Delft in het bestemmingsplan DSM

: Onderbouwing niet opnemen molenbiotoop molen De Roos Delft in het bestemmingsplan DSM Memo Aan : DSM Gist Services B.V. t.a.v. de heer Thom van Eijck Van : Royal Haskoning DHV, de heren Bob Meijer en Jerry de Rijke Datum : 11 oktober 2012 Kopie : Gemeente Delft, de heer Derk van Rees Onze

Nadere informatie

Modellenstudie van de ontwikkeling van de zandbank te Heist

Modellenstudie van de ontwikkeling van de zandbank te Heist De Zandbank te Heist, een boeiend fenomeen Seminarie Vrijdag Modellenstudie van de ontwikkeling van de zandbank te Heist Dries Van den Eynde, Frederic Francken & Brigitte Lauwaert Beheerseenheid van het

Nadere informatie

Veiligheidsbuffer Oesterdam Ecologische onderbouwing

Veiligheidsbuffer Oesterdam Ecologische onderbouwing Veiligheidsbuffer Oesterdam Ecologische onderbouwing 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding...3 2. Insteek Veiligheidsbuffer Oesterdam...4 2.1 Analyse van het probleem...4 2.2 De gekozen oplossing...5 2.3 De randvoorwaarden...6

Nadere informatie

Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Dick de Wilde

Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Dick de Wilde Memo Werkgroep Kennis Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Projectbureau Zeeweringen Betreft Stormschade kreukelberm Westkapelle Afschrift aan WG Kennis, pb-overleg,

Nadere informatie

MOSSELWAD ( ) Herstel en Duurzaam beheer Mosselbanken Waddenzee

MOSSELWAD ( ) Herstel en Duurzaam beheer Mosselbanken Waddenzee MOSSELWAD (2009 2014) Herstel en Duurzaam beheer Mosselbanken Waddenzee EUCC, The Coastal Union Wageningen IMARES Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-CEME) Koninklijk Nederlands Instituut voor Zeeonderzoek

Nadere informatie

Aanslibbing Deurganckdok. Numerieke modelsimulaties met Slib3D

Aanslibbing Deurganckdok. Numerieke modelsimulaties met Slib3D Aanslibbing Deurganckdok Numerieke modelsimulaties met Slib3D Inhoud Beschrijving Slib3D Calibratie hydrodynamica en sediment transport Effect dokconfiguratie op aanslibbing Effect CDW op aanslibbing Belangrijkste

Nadere informatie

Hydrologische berekeningen EVZ Ter Wisch

Hydrologische berekeningen EVZ Ter Wisch Hydrologische berekeningen EVZ Ter Wisch Inleiding In deze notitie worden verscheidene scenario s berekend en toegelicht ter ondersteuning van de bepaling van inrichtingsmaatregelen voor de EVZ Ter Wisch.

Nadere informatie

Inhoud van deze presentatie

Inhoud van deze presentatie 1 Inhoud van deze presentatie 1. Onderzoekskader en methoden 2. Invloed van de sedimentologie op strandprocessen 3. Sediment analyses van het inter-getijden gebied 4. Geologische opbouw van het strand

Nadere informatie

SAMENVATTING. www.woerden.nl/onderwerpen/wonen-en-leefomgeving/grondwaterstand en funderingen

SAMENVATTING. www.woerden.nl/onderwerpen/wonen-en-leefomgeving/grondwaterstand en funderingen SAMENVATTING Aanleiding In het westelijke deel van het Schilderskwartier zijn de woningen gefundeerd op houten palen met betonopzetters. Uit onderzoeken in de jaren 90 is gebleken dat de grondwaterstand

Nadere informatie

SIKB KALIBRATIEBIJEENKOMST 7 FEBRUARI 2017

SIKB KALIBRATIEBIJEENKOMST 7 FEBRUARI 2017 SIKB KALIBRATIEBIJEENKOMST 7 FEBRUARI 2017 KALIBRATIEDAG ELECTRONISCHE MEETMETHODEN BIJ BAGGERVOLUMEBEPALINGEN, ALTIJD BETER. 7 Februari 2017 HANS HUSSEM (HUSSEM CONSULTANCY) ANDREW DEVLIN (DELTA MARKING)

Nadere informatie

Deelrapport Hoogwaterveiligheid Aanvulling

Deelrapport Hoogwaterveiligheid Aanvulling Deelrapport Hoogwaterveiligheid Aanvulling Vlaams-Nederlandse Scheldecommissie Postbus 299-4600 AG Bergen op Zoom + 31 (0)164 212 800 nieuwesluisterneuzen@vnsc.eu www.nieuwesluisterneuzen.eu Rapport Vlaams

Nadere informatie

De bepaling van de positie van een. onderwatervoertuig (inleiding)

De bepaling van de positie van een. onderwatervoertuig (inleiding) De bepaling van de positie van een onderwatervoertuig (inleiding) juli 2006 Bepaling positie van een onderwatervoertuig. Inleiding: Het volgen van onderwatervoertuigen (submersibles, ROV s etc) was in

Nadere informatie

wiskunde CSE GL en TL

wiskunde CSE GL en TL Examen VMBO-GL en TL 2007 tijdvak 2 dinsdag 19 juni 13.30-15.30 uur wiskunde CSE GL en TL Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 23 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 81 punten

Nadere informatie

Ministerie van Verkeer en Waterstaat opq. Zonewateren. 28 juli 2004

Ministerie van Verkeer en Waterstaat opq. Zonewateren. 28 juli 2004 Ministerie van Verkeer en Waterstaat opq Zonewateren 28 juli 2004 Ministerie van Verkeer en Waterstaat opq Zonewateren 28 juli 2004 Inhoudsopgave........................................................................................

Nadere informatie

1. Korte beschrijving

1. Korte beschrijving Kennisinventarisatie natuurlijke klimaatbuffer Oesterdam November 2013 Contacten Björn van den Boom (omgevingsmanager), Natuurmonumenten, B.vandenBoom@Natuurmonumenten.nl, T. 06 5115 4386 Ben de Winder,

Nadere informatie

MOSSELWAD Herstel en Duurzaam beheer Mosselbanken Waddenzee

MOSSELWAD Herstel en Duurzaam beheer Mosselbanken Waddenzee MOSSELWAD Herstel en Duurzaam beheer Mosselbanken Waddenzee EUCC, The Coastal Union Wageningen IMARES Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-CEME) Koninklijk Nederlands Instituut voor Zeeonderzoek (NIOZ)

Nadere informatie