HUISHOUDELIJK REGLEMENT

Transcriptie

1 HUISHOUDELIJK REGLEMENT van de Volkstuindersvereniging De Vier Jaargetijden te Wijchen opgericht 13 april 1976 ARTIKEL 1. Iedere huurder/huurster van een tuin moet lid zijn van Volkstuindersvereniging De Vier Jaargetijden. ARTIKEL Nieuwe leden dienen zich te melden bij de secretaris. Leden die een tuin wensen te huren moeten zich bij de secretaris van de volkstuindersvereniging laten inschrijven. Zij worden in volgorde van inschrijving voor de vrijgekomen tuinen opgeroepen. In overleg met de tuinparkbeheerder wordt dan een tuin toegewezen. 2. Het lidmaatschap/huurderschap vangt aan conform het gestelde in de Statuten artikel 4.a., met dien verstande dat men de tuin pas mag gaan betreden nadat de betaling van de contributie, tuinhuur en borg bij de penningmeester binnen is. Deze stelt dan zo spoedig mogelijk de tuinparkbeheerder hiervan in kennis. ARTIKEL 3. De leden/tuinders zijn verplicht de statuten en reglementen, de besluiten van het bestuur, en de aanwijzingen van de tuinparkbeheerder stipt op te volgen dan wel na te leven. ARTIKEL 4 1. Conform de statuten betaalt iedere tuinder/huurder naast lidmaatschapsgeld, huur en borg aan het bestuur. 2. Onderverhuur is niet toegestaan. 3. Het is mogelijk om halve tuinen te huren. In dit geval is de huurder verschuldigd: lidmaatschapsgeld, hele borg en halve huur. De tuinder is verantwoordelijk voor zijn halve tuin. 4. Het is mogelijk om medetuinder te zijn. Een medetuinder is iemand die in goed overleg samen met een huurder tuiniert op de tuin van de laatste. De huurder/tuinder betaalt naast lidmaatschapsgeld de hele huur en borg en is verantwoordelijk voor de hele tuin. De medetuinder is lid van de vereniging en betaalt uitsluitend lidmaatschapsgeld. Aan het medetuinderschap kunnen als de huur beëindigd wordt geen rechten ontleend worden. ARTIKEL 5 1. De overname of het in het gebruik afstaan van tuinen en (on)roerende goederen die zich op/in de tuin bevinden geschiedt uitsluitend door tussenkomst van de tuinparkbeheerder. Andere overdrachten worden niet erkend. 2. Van opgezegde of anderszins vrijkomende tuinen mag, zonder uitdrukkelijke toestemming van de tuinparkbeheerder, door andere tuinders niets worden weggenomen. ARTIKEL 6. Het lidmaatschap en de eerste betaling van de tuinhuur wordt aangegaan voor de tijd van één jaar, lopende van 1 januari tot/met 31 december en is, zonder opzegging, van jaar tot jaar doorlopend. ARTIKEL Iedere tuinder/huurder betaalt een borg. Deze bedraagt euro en wordt eenmalig geïnd.

2 2. Tuinders die meerdere tuinen in beheer hebben, hoeven slechts één keer de borg te betalen. 3. De borg wordt door de penningmeester op een aparte bankrekening gestort en wordt beheerd door de volkstuindersvereniging. Aan de leden zal geen rente worden uitbetaald bij beëindiging van het lidmaatschap. 4. Bij beëindiging van het lidmaatschap zal, mits de tuin schoon is opgeleverd (zie artikel 18), de borg worden terugbetaald aan het betreffende lid of, in geval van artikel 4.b.2 van de statuten, aan diens erfgenamen. Besluiten de erfgenamen de tuin aan te houden dan dient men lid te zijn of te worden van de volkstuindersvereniging, alsdan kan op dezelfde voorwaarden zoals die golden vóór het overlijden van het lid e.e.a. gecontinueerd worden. 5. Indien de erfgenamen de tuin niet overnemen, en er is op dat moment geen liefhebber voor de tuin, zal de tuinparkbeheerder, zo nodig tegen verrekening van de borg, die maatregelen nemen die hij nodig acht. 6. Eventuele groente- of fruitopbrengsten van de aldus vrijgekomen tuin zullen in eerste instantie ten goede komen aan de erfgenamen, indien zij hier geen prijs meer op stellen zal de tuinparkbeheerder handelen naar eigen goeddunken. 7. Bij beëindiging van het lidmaatschap anders dan in artikel 7.4 genoemd, beslist de tuinparkbeheerder, met inachtneming van artikel 18.1 t/m 18.4, over een eventuele (gedeeltelijke) terugbetaling van de borg. 8. Op parken met een poort is, bij beëindiging van de huurovereenkomst, de tuinder verplicht om de sleutel bij de tuinparkbeheerder of secretaris in te leveren. In geval men deze verplichting niet nakomt, verspeelt men de borg. ARTIKEL In principe wordt, zolang de vraag naar tuinen groter is dan het aanbod, per woonadres slechts één tuin verhuurd. 2. Als het aanbod groter is dan de vraag, kunnen, na goedkeuring door het bestuur, meerdere tuinen per woonadres worden verhuurd. 3. Aan de huur van meerdere tuinen kunnen geen rechten worden ontleend. 4. Als de vraag groter is dan het aanbod, kan het bestuur besluiten om tuinen vrij te maken. Overleg tussen bestuur, beheerder en huurder is hierbij het uitgangspunt. Als overleg geen uitkomst brengt, dienen eerst derde tuinen en vervolgens tweede tuinen vrijgemaakt te worden. Als deze uitgangspunten geen uitkomst brengen, beslist het bestuur. 5. Als op een tuinpark alle tuinen bezet zijn, mogen tuinen als zij vrij komen niet onmiddellijk worden overgenomen door tuinders die uitbreiding wensen. De tuin blijft dan voorlopig vrij. Als het seizoen aan de gang is, kan in overleg tussen beheerder en bestuur worden toegestaan dat zo n tuin in beheer komt van een zittende tuinder. Maar hieraan mogen geen rechten ontleend worden. ARTIKEL Tuinders die bijen wensen te houden dienen toestemming te vragen aan het bestuur. 2. Vereist is dat tuinders van nabijgelegen tuinen geen bezwaren hebben. 3 Het bestuur stelt grenzen aan het aantal bijenhouders en het aantal volken op een complex. 4. Deze regels gelden ook in geval een bijenhouder van plan is haar of zijn hobby uit te breiden middels een tweede hok of meer volken. ARTIKEL Het bestuur zorgt voor grondwater c.q. bronwater middels handpompen. Het bestuur neem de kosten van aanleg en onderhoud voor zijn rekening. Het onderhoud is een taak van de tuinparkbeheerder.

3 2. Indien tuinders van een park dat wensen, is het mogelijk om te kiezen voor elektrische pompen. Het bestuur is financieel verantwoordelijk voor de aanleg en onderhoud. Het onderhoud is een taak van de tuinparkbeheerder. De tuinders zijn verantwoordelijk voor de jaarlijkse kosten (met name elektriciteit). Afspraken aangaande onder meer verplichtingen zijn vastgelegd in een schriftelijke regeling. Nieuwe tuinders worden op de hoogte gesteld van deze regeling. Het bestuur is bekend met de regeling en dient in te stemmen met de regeling. 3. Het bestuur laat het aan tuinders over om, op eigen kosten, in overleg met het bestuur te kiezen voor aanvullende manieren van watervoorziening. Voldaan dient te worden aan algemeen geldende voorwaarden. Daar waar dat gewenst en mogelijk is, ondersteunt het bestuur initiatieven. Afspraken aangaande verplichtingen zijn vastgelegd in een schriftelijke regeling. Nieuwe tuinders worden op de hoogte gesteld van deze regeling. Het bestuur is bekend met de regeling en dient in te stemmen met de regeling. 4. Eventuele kosten van aanvullende manieren van watervoorziening worden, ook in geval men afziet van het gebruik van de door het bestuur gefinancierde watervoorziening, niet in mindering gebracht op de huurprijs. Zulke kosten zijn niet bij de huurprijs inbegrepen. ARTIKEL 11. Leden die door ziekte of ongeval niet in staat zijn zelf of door derden hun tuin naar behoren te (laten) onderhouden, dienen zodra hier aanleiding toe is de tuinparkbeheerder hiervan in kennis te stellen, zodat passende maatregelen kunnen worden genomen. ARTIKEL 12. Leden van het bestuur hebben altijd toegang tot ieder tuincomplex en de zich daarop bevindende tuinen. Men dient zich, indien nodig, als zodanig wel kenbaar te maken aan de aanwezige tuinder(s). ARTIKEL 13. Iedere tuinder heeft de vrije beschikking over de aan haar/hem verhuurde grond, doch is verplicht: 1. haar/zijn tuin vanaf het begin in goede toestand te brengen en geregeld te onderhouden; 2. de padgedeelten die aan haar/zijn tuin grenzen vrij te houden van onkruid; 3. het tuinnummerbord op een voor ieder in het oog lopende plaats in stand te houden. ARTIKEL De leden zijn geheel vrij hun tuin naar eigen keuze te beplanten, mits wettelijke regelingen dit niet verbieden en beplantingen in overeenstemming zijn met wat in de statuten en reglement bepaald is. 2. Hoog opschietende struiken en bomen mogen niet worden geplant op plaatsen waarvoor het bestuur geen toestemming heeft gegeven. 3. Het bespuiten van gewassen met (uitsluitend) door de wet toegestane middelen is toegestaan. 4. Aardappelen moeten in wisselbouw worden geteeld. 5. Heggen op de grens met aanliggende percelen zijn niet toegestaan. 6. Beplantingen (bomen, struiken, gewassen) op of in de onmiddellijke nabijheid van de grens met aanliggende percelen die ernstige hinder veroorzaken (uitlopers, lichtbeneming, wortels) zijn, niet toegestaan. Een uitzondering is mogelijk in geval, na goed overleg, de tuinder van het naastliggende perceel geen bezwaar maakt.

4 7. Bebouwing, dienende als schuilgelegenheid of als opslag voor tuingereedschap en zaai- en pootgoed, mag in principe niet hoger zijn dan één meter en vijftig centimeter, met een vloeroppervlak niet groter van vier m2. 8. Materialen die gedurende het seizoen gediend hebben als groeiondersteuning dienen op het eind van het seizoen verwijderd te worden. Dit geldt ook voor glasopstanden. ARTIKEL Het tuinieren dient voor ontspanning te worden beoefend en mag niet het karakter van een bedrijf hebben. 2. Het drijven van handel op de tuinen is verboden. 3. Organisch materiaal dat ter compostering kan dienen, moet altijd op de eigen tuin opgeslagen worden, al het overige overbodige materiaal dient door de tuinder van het tuinpark verwijderd te worden. ARTIKEL 16. Het is verboden: 1. Plakkaten of drukwerk aan te brengen of te verspreiden zonder voorkennis en goedkeuring van de tuinparkbeheerder. 2. Buiten de eigen tuin of in de bosschages vuilnis of afval te werpen. 3. Sloten, greppels of paden te versperren of te verontreinigen. 4. Afrasteringen te verbreken en grenspalen te beschadigen of te verplaatsen. 5. Ongevraagd of zonder diens toestemming de tuin van een ander te betreden of op enigerlei wijze iets te doen op diens tuin tegen diens wil of diens toestemming. Een uitzondering geldt voor hen die namens het bestuur of de tuinparkbeheerder werkzaamheden te verrichten hebben. 6. Op de tuin dieren te houden. 7. Loslopende honden of katten op het tuinpark te hebben. 8. Propaganda te maken voor politieke, kerkelijke of andere instellingen. 9. De gehuurde tuin als opslagplaats te gebruiken voor materialen die niets van doen hebben met het tuinieren. De opslag van eigen tuinmaterialen dient binnen de omheining van de eigen tuin plaats te vinden. 10. Te rijden op het tuinpark voor alle motorvoertuigen en bromfietsen/scooters gedurende het hele jaar, behoudens het onmiddellijk uit-, in- en afladen van goederen. Na deze activiteit dient men te parkeren op het parkeerterrein. Uitgezonderd hiervan zijn voertuigen voor algemene diensten. 11. Zich met spelende radio s en dergelijke op de tuin te bevinden. 12. Kinderen zonder begeleiding op de tuin toe te laten ARTIKEL Beëindiging van het lidmaatschap houdt tevens een beëindiging in van de huurovereenkomst. Het lid is verplicht binnen veertien dagen nadat de schriftelijke beëindiging door de secretaris is ontvangen en dit ook aan de tuinparkbeheerder is meegedeeld zijn/haar eigendommen van de tuin te verwijderen en deze schoon (zie artikel 18) achter te laten. 2. De onder 17.1 genoemde werkzaamheden worden na het verstrijken van de genoemde termijn voor rekening en risico van de huurder uitgevoerd. De kosten hiervan worden met de door de tuinder betaalde borg verrekend. 3. Reeds betaalde huurpenningen worden in geval van royement niet terugbetaald, terwijl de nog verschuldigde gelden alsnog dienen te worden voldaan, wederom kan het bestuur de door de tuinder betaalde borg hiervoor aanwenden.

5 4. Indien deze opzegging niet vóór 31 oktober geschiedt blijven huur, contributie en de eventueel te betalen borg voor het volgend jaar verschuldigd. 5. Wanneer een (nieuw) lid een tuin in het midden van het seizoen van een lid dat opzegt, of van een lid dat overleden is, overneemt zal hij/zij ook de lusten en lasten van deze tuin moeten overnemen. ARTIKEL Een tuin is schoon achtergelaten als: 1. 1 Alle groenten geoogst zijn. 1.2 Alle bessenstruiken en eventuele fruitboompjes en meerjarige planten gerooid zijn; hiervan kan alleen afgeweken worden als een volgende tuinder de tuin wil overnemen. 1.3 In geval van verwaarlozing alle onkruid en wildgroei verwijderd is. 1.4 Voldaan is aan artikel 18.2 t/m Een kist voor de opslag van het gereedschap mag, mits deze in goede staat verkeerd, blijven staan. Deze kist dient wel in een goede staat te verkeren. 3. Voor wat betreft tegels geldt het volgende: 3.1 Er mag een tegelpad blijven liggen De rest van de (hele) tegels dient te worden opgeslagen op een door de tuinparkbeheerder te bepalen plaats. 3.3 Voor afvoer van kapotte tegels e.d. dient de tuinder zelf zorg te dragen Tegels, bakstenen of dakpannen die rechtop, langs de zijkanten van de tuin in de grond zijn gezet, dienen te worden verwijderd. Uiteraard geldt dit ook voor andersoortige stenen of andere materialen. Asbesthoudende producten dienen door de tuinder zelf afgevoerd te worden. 4. Palen van hout of staal en bonenstaken, dienen, wanneer deze niet door de tuinder zelf meegenomen worden, te worden opgeslagen op een door de tuinparkbeheerder te bepalen plaats. 5 Voor het overige beslist, uiteraard in overleg met de tuinder, de tuinparkbeheerder. ARTIKEL 19. In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet beslist het bestuur.