362. Wonen nabij hoogspanningsverbindingen: voorzorgsbeleid tot voorzorgswetgeving?
|
|
- Dirk Christiaens
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 362. Wonen nabij hoogspanningsverbindingen: van voorzorgsbeleid tot voorzorgswetgeving? ARTHUR VEGT EN VEII JACOBS Op 26 april 2018 is de Wet van 9 april 2018 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van de Gaswet (voortgang energietransitie) gepubliceerd in het Staatsblad. 1 Zoals de titel van deze wet reeds doet vermoeden, heeft de wetswijziging (onder meer) betrekking op de energietransitie. De wetswijziging voorziet echter ook in een regeling die daar niet zozeer betrekking op heeft: namelijk een regeling die beoogt tegemoet te komen aan de maatschappelijke wens om wonen nabij hoogspanningsverbindingen terug te dringen door hoogspanningsverbindingen in de buurt van woningen te verplaatsen of te verkabelen (lees: ondergronds aan te leggen). Dit deel van de wetswijziging treedt in werking op 1 januari In deze bijdrage bespreken wij deze zeer actuele problematiek en signaleren wij de haken en ogen van de nieuwe regeling. Daarbij passeren onder meer het ter zake vastgestelde rijksbeleid, de toepassing van dit beleid door de hoogste bestuursrechter en (uiteraard) de nieuwe regeling de revue. \ 1. Aanleiding Iedereen kent ze wel. De grote, bovengrondse torens met kilometerlange (hoogspanning) elektriciteitskabels. Deze hoogspanningsverbindingen zijn vaak te zien langs de snelweg of het spoor en in uitgestrekte weilanden. Door de bevolkingsdichtheid van ons land ontkwam (en ontkomt) men er soms echter niet aan een hoogspanningsverbinding in (de buurt van) een woonwijk te realiseren en andersom. Wonen nabij een hoogspanningsverbinding wordt al geruime tijd in verband gebracht met gezondheidsrisico s. Hoewel uit diverse onderzoeken die zijn uitgevoerd naar deze gezondheidsrisico s geen onomstotelijk oorzakelijk verband naar voren komt, beweegt de discussie de gemoederen al jaren. Toch kon men het maar niet eens worden over een effectieve aanpak van dit maatschappelijke probleem. Waar de rijksoverheid deze problematiek aan het begin van deze eeuw probeerde in te dammen door middel van beleid (het Voorzorgsbeleid ), gaat zij nu een stap verder door de op dit Voorzorgsbeleid gebaseerde wijziging van de Elektriciteitswet 1998 (de Elektriciteitswet ). De recente wetswijziging en de belangen van vele betrokken partijen (denk aan decentrale overheden, netbeheerders, projectontwikkelaars, maar ook en niet in de minste mate burgers) bewoog ons tot het schrijven van een overzichtsartikel over deze problematiek. Daar komt bij dat de relevantie van dit nu al actuele onderwerp in de nabije toekomst naar verwachting alleen maar groter zal worden. 1 Stb. 2018, 109. De energietransitie en de daarmee gepaard gaande elektrificatie van huishoudens en industrie zullen leiden tot een intensivering en uitbreiding van hoogspanningsnetten. Hoewel de rijksoverheid inzet op een afbouw van woningen nabij hoogspanningsverbindingen, kan deze tendens door de energietransitie mogelijk onder druk komen te staan. 2. Opbouw artikel In deze bijdrage gaan wij achtereenvolgens in op het relevante rijksbeleid (het Voorzorgsbeleid (par. 3)), de toepassing van dit beleid in de bestuursrechtelijke rechtspraak (par. 4), de regeling met betrekking tot de uitkoop van woningen die zich bevinden onder hoogspanningsverbindingen (par. 5) en de met de wetswijziging geïntroduceerde nieuwe verplaatsings-/verkabelingsregeling (par. 6). Wij sluiten deze bijdrage af met een vooruitblik en een kritische noot (par. 7). 3. Voorzorgsbeleid, vermijdt langdurig verblijf van kinderen bij hoogspanningsverbindingen (2005/2008) Rondom een hoogspanningsverbinding bevindt zich een elektromagnetisch veld. De sterkte van een elektromagnetisch veld wordt uitgedrukt in (micro)tesla ( µt ). De sterkte van een elektromagnetisch veld in de buurt van een hoogspanningsverbinding hangt onder meer af van de elektriciteitsspanning die door de draden wordt getransporteerd. Hierin wordt onderscheid gemaakt tussen 50, 110, 4 NUMMER 6, september 2018 / SDU Praktijk Omgevingsrecht
2 : van voorzorgsbeleid tot voorzorgswetgeving? 150, 220 en 380 kv. De elektromagnetische veldsterkte is het hoogst in het hart van de hoogspanningsverbinding op het punt waar de draden het laagst hangen. Daar bedraagt de veldsterkte op een meter boven maaiveld ongeveer 10 µt. Hoe verder men van de hoogspanningsverbinding komt, hoe verder de elektromagnetische veldsterkte afneemt. 2 Bij de effecten van blootstelling aan elektromagnetische velden op de gezondheid wordt een onderscheid gemaakt tussen kortetermijneffecten (directe effecten) en langetermijneffecten. Om kortetermijneffecten als gevolg van blootstelling aan elektromagnetische velden te voorkomen, heeft de Europese Unie een referentieniveau van blootstelling aan 100 µt aanbevolen. 3 Volgens het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (het RIVM ) wordt dit referentieniveau nergens op de voor het publiek toegankelijke plaatsen in Nederland overschreden. 4 Een aantal gepoolde analyses naar de lange termijneffecten van blootstelling aan elektromagnetische velden laat een zwakke, maar statisch significante associatie zien tussen langdurige blootstelling aan elektromagnetische velden van bovengrondse hoogspanningsverbindingen en de kans op leukemie bij kinderen tot 15 jaar. 5 In deze gepoolde analyses zijn de resultaten van verschillende onderzoeken uit de periode 1976 tot 2010 samengenomen. In Nederland gelden geen wettelijke normen voor de blootstelling aan magneetvelden. Wel heeft Nederland, als een van de weinige landen binnen de Europese Unie, beleid ontwikkeld ten aanzien van de gezondheidseffecten van blootstelling aan magneetvelden van hoogspanningsverbindingen op de lange termijn. Dit beleid is gebaseerd op het voorzorgsbeginsel dat is opgenomen in (thans) artikel 191 lid 1 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Het voorzorgsbeginsel opent de mogelijkheid om maatregelen te treffen als er aanwijzingen zijn voor een mogelijk risico voor milieu of gezondheid. In het licht hiervan heeft het RIVM in oktober 2004 de Nota Nuchter Omgaan met Risico s opgesteld. 6 Daarin is een aantal uitgangspunten (beleid) geformuleerd ten aanzien van de omgang met (onzekere) risico s met betrekking tot (onder meer) het wonen nabij hoogspanningsverbindingen. Een van de uitgangspunten van deze nota is dat Aanbeveling 1999/591/EG van de Raad van 12 juli 1999, PB 1999, L 199/ Zie Ahlbom e.a., A pooled analysis of magnetic fields and childhood leukaemia, British Journal of Cancer, 2000 (september 83(5)); Greenland e.a., A pooled analysis of magnetic fields, wire codes, and childhood leukemia, Childhood Leukemia-EMF Study Group, Epidemiology, 2000 (november 11(6)); Kheifets, Pooled analysis of recent studies on magnetic fields and childhood leukaemia, British Journal of Cancer, 2010 (september 28:103(7)). 6 RIVM, Nota Nuchter Omgaan met Risico s, kenmerk: /2003, de gevaren en risico s van een activiteit moeten worden afgewogen tegen de maatschappelijke kosten en baten van die activiteit. Bij brief van 3 oktober heeft de staatssecretaris van het toenmalige Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer ( VROM ) de uitgangspunten uit deze nota nader ingevuld. In die brief formuleerde de staatssecretaris het volgende advies voor de colleges van burgemeester en wethouders en gedeputeerde staten: Op basis van het voorgaande adviseer ik u om bij de vaststelling van streek- en bestemmingsplannen en van de tracés van bovengrondse hoogspanningslijnen, dan wel bij wijzigingen in bestaande plannen of van bestaande hoogspanningslijnen, zo veel als redelijkerwijs mogelijk is te vermijden dat er nieuwe situaties ontstaan waarbij kinderen langdurig verblijven in het gebied rond bovengrondse hoogspanningslijnen waarbinnen het jaargemiddelde magneetveld hoger is dan 0.4 microtesla (de magneetveldzone). ( ) Indien het nieuwe bestemmingsplan (of een bestaand plan dat wordt gewijzigd) met de specifieke zone overlapt, adviseer ik vervolgens om daarin geen of zo weinig mogelijk gevoelige bestemmingen zoals woningen, crèches en kinderopvangplaatsen te situeren. Omdat er in de praktijk toch wat onduidelijkheid bleek te bestaan over bepaalde begrippen uit de beleidsbrief van 2005, heeft de Minister van het toenmalige Ministerie van VROM bij brief van 4 november het advies uit de brief van 2005 verduidelijkt. Zo zijn onder meer de begrippen langdurig verblijf, gevoelige bestemming en bestaande situatie verduidelijkt. Een langdurig verblijf is een verblijf van tenminste tussen de 14 en 18 uur per dag gedurende een periode van minimaal één jaar. Gevoelige bestemmingen zijn bestemmingen zoals woningen, scholen, crèches en kinderdagopvangplaatsen. Bestemmingen waar kinderen voor (nog) kortere tijd en niet dagelijks verblijven, kwalificeren niet als gevoelige bestemmingen. Onder bestaande situatie wordt, tot slot, de situatie eind 2005 (toen het eerste advies werd uitgebracht) verstaan. De brieven uit 2005 en 2008 worden hierna aangeduid als het Voorzorgsbeleid. Ter invulling van dit Voorzorgsbeleid wordt bij de vaststelling van nieuwe bestemmingsplannen rekening gehouden met zogeheten indicatieve magneetveldzones. Deze zones geven de breedte weer van bestaande hoogspanningsverbindingen. Op de website van de RIVM is een (in juli 2018 geactualiseerde) Netkaart te raadplegen waarop alle indicatieve zones zijn weergegeven. Volgens het Voorzorgsbeleid moet zoveel als mogelijk worden voorkomen 7 Ministerie van VROM, Beleidsadvies met betrekking tot hoogspanningslijnen, kenmerk: SAS/ , 3 oktober Ministerie van VROM, Verduidelijking van het advies met betrekking tot hoogspanningslijnen, kenmerk: DGM/ , 4 november Praktijk Omgevingsrecht NUMMER 6, september 2018 / SDU 5
3 dat kinderen langdurig worden blootgesteld aan een jaargemiddelde magneetveldsterkte van meer dan 0,4 µt. 9 De Gezondheidsraad heeft op 18 april 2018 een advies 10 uitgebracht naar aanleiding van de adviesvraag van de staatssecretaris van het toenmalige Ministerie van Infrastructuur en Milieu van 19 maart 2014 om te bepalen of nieuwe gegevens aanleiding geven om het Voorzorgsbeleid ten aanzien van blootstelling aan magnetische velden van bovengrondse hoogspanningsverbindingen te heroverwegen. De Gezondheidsraad concludeert dat er voor leukemie en hersentumoren aanwijzingen voor een oorzakelijk verband zijn. De bewijskracht voor beide typen tumoren is thans echter niet voldoende om te spreken van een waarschijnlijk of bewezen oorzakelijk verband. 11 Gelet hierop merkt de Commissie het volgende op: De commissie [Elektromagnetische Velden van de Gezondheidsraad] ziet in de huidige stand van wetenschap geen aanleiding de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat te adviseren het beleid met betrekking tot bovengrondse hoogspanningslijnen te heroverwegen. Het Voorzorgsbeleid uit 2005 en 2008 hoeft volgens de Gezondheidsraad in zoverre niet te worden herzien. Wel doet de Gezondheidsraad een, zeker met het oog op de hierna (in par. 5) te bespreken nieuwe wettelijke regeling, interessante aanbeveling: Omdat er aanwijzingen zijn voor een oorzakelijk verband tussen blootstelling aan magnetische velden en een verhoogd risico op kinderleukemie en hersentumoren, en magnetische velden niet tegengehouden worden door bodem of bouwmaterialen, geeft de commissie vanuit gezondheidskundig oogpunt de staatssecretaris in overweging om het beleid uit te breiden naar ondergrondse elektriciteitskabels en andere bronnen van langdurige blootstelling aan magnetische velden uit het elektriciteitsnetwerk, zoals transformatorstations en transformatorhuisjes. 12 Bij brief van 29 mei kondigde de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat aan dat zij zal verkennen welke maatregelen in dit verband denkbaar zijn. De staatssecretaris geeft aan dat zij verwacht deze verkenning aan het einde van 2018 te kunnen afronden RIVM, Indicatieve magneetveldzones rond bovengrondse hoogspanningslijnen: toelichting bij de geactualiseerde Netkaart, kenmerk: , 17 juli 2018, p Gezondheidsraad, Hoogspanningslijnen en gezondheid deel I: kanker bij kinderen, kenmerk: 2018/08, 18 april Brief van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, Kamerstuk nr. 39, 29 mei Gezondheidsraad, Hoogspanningslijnen en gezondheid deel I: kanker bij kinderen, kenmerk: 2018/08, 18 april 2018, p Brief van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, Kamerstuk nr. 39, 29 mei Brief van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, Kamerstuk nr. 39, 29 mei Het voorzorgsbeleid in de bestuursrechtelijke rechtspraak 4.1 Inleiding In deze paragraaf bespreken wij hoe de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling ) omgaat met de toepassing van het Voorzorgsbeleid in de praktijk, aan de hand van drie uitspraken van de Afdeling. De eerste twee uitspraken die aan bod komen (uit 2010 en 2018), zien op de situatie dat via een rijksinpassingsplan een nieuw tracé van hoogspanningsverbindingen werd voorzien op een locatie nabij woningen. Een aantal appellanten verzette zich tegen deze nieuwe tracés, onder meer met een beroep op het belang van hun gezondheid. De laatste te bespreken uitspraak (uit 2017) ziet op de spiegelsituatie. Omwonenden en ontwikkelaar stelden zich hier juist op het standpunt dat de planwetgever het Voorzorgsbeleid te restrictief had toegepast. 4.2 Het Voorzorgsbeleid en nieuw tracé In de uitspraak van 29 december stond een rijksinpassingsplan ter discussie dat voorzag in de komst van een hoogspanningsverbinding van 380 kv. Ten aanzien van het Voorzorgsbeleid stelt de Afdeling voorop dat uit dat beleid niet volgt dat bij het realiseren van een nieuwe hoogspanningsverbinding geen enkele gevoelige bestemming binnen de magneetveldzone mag liggen. Wel houdt dit beleid in dat een afweging moet worden gemaakt of gevoelige bestemmingen die binnen de magneetveldzone komen te liggen en die redelijkerwijs niet vermeden kunnen worden, ter plaatse kunnen worden gehandhaafd, aldus de Afdeling. Daarnaast overweegt de Afdeling dat er geen wettelijke verplichting bestaat om een magneetveldzone in te tekenen op de verbeelding van een inpassings-/bestemmingsplan. Het ligt op de weg van de minister(s) om een (gemotiveerde) afweging te maken. Dit hadden de ministers nagelaten. De besluitvorming ging op dit onderdeel onderuit. Ook de uitspraak van 8 augustus zag op een rijksinpassingsplan voor een hoogspanningsverbinding. Het tracé is onderdeel van een nieuw aan te leggen verbinding tussen Borsele en de landelijke ring bij Tilburg. Onder verwijzing naar (onder meer 17 ) de bovengenoemde uitspraak uit 2010 beoordeelt de Afdeling of in dat geval voor alle bestaande woningen die binnen de magneetveldzone komen te staan op juiste wijze is afgewogen of het laten voortduren van de woonbestemming wenselijk is. Deze afweging bleek volgens de Afdeling voldoende uit de toelichting bij het inpassingsplan. 15 ABRvS 29 december 2010, ECLI:NL:RVS:2010:BO ABRvS 8 augustus 2018, ECLI:NL:RVS:2018: De Afdeling verwijst in dit verband tevens naar een uitspraak van 24 februari 2016, ECLI:NL:RVS:2016:465, waarin zij op vergelijkbare wijze oordeelde. Zie inzake de gezondheidsaspecten van elektromagnetische velden verder: ABRvS 21 september 2016, ECLI:NL:RVS:2016:2518 en ABRvS 21 september 2016, ECLI:NL:RVS:2016: NUMMER 6, september 2018 / SDU Praktijk Omgevingsrecht
4 : van voorzorgsbeleid tot voorzorgswetgeving? 4.3 Het Voorzorgsbeleid en bestaand tracé In de uitspraak van de Afdeling van 11 oktober deed zich de spiegelsituatie voor. In deze zaak stond een bestemmingsplan ter discussie waarin de planwetgever had bepaald dat de voor 'Wonen- Uit te werken' aangewezen gronden zijn bestemd voor wonen, met inbegrip van beroep aan huis, met uitzondering voor wonen als hoofdverblijf voor personen jonger dan 15 jaar. Een aantal bewoners stelde zich op het standpunt dat deze planregel in strijd was met artikel 8 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (het EVRM ), ook wel het recht op bescherming van de privésfeer. De Afdeling verwerpt dit betoog en oordeelt dat het vaststellen van de planregel juist noodzakelijk was in het belang van één of meer van de in artikel 8 lid 2 van het EVRM genoemde doelen, zoals in dit geval de bescherming van de gezondheid. Voor zover al sprake zou zijn van een inmenging in de zin van artikel 8 van het EVRM, zou die inmenging haar grondslag vinden in de Wet ruimtelijke ordening (de Wro ) en het op grond van die wet door de raad vastgestelde bestemmingsplan, aldus de Afdeling. Ook een projectontwikkelaar, die zijn woningbouwplannen in rook zag opgaan, kwam tegen het bestemmingsplan op. Ten aanzien van zijn betoog overweegt de Afdeling dat hij op de hoogte had kunnen zijn van het Voorzorgsbeleid en dat het een nieuwe en geen bestaande situatie (van voor eind 2005) betrof. Tot slot achtte de Afdeling het gerechtvaardigd dat de planwetgever een groter gewicht had toegekend aan het belang van de volksgezondheid dan aan de belangen van de projectontwikkelaar. 5. De uitkoopregeling (2017) Naast de hierna (in par. 6) te bespreken verplaatsings-/ verkabelingsregeling heeft het Voorzorgsbeleid geleid tot de Regeling specifieke uitkering aankoop woningen onder een hoogspanningsverbinding (de Uitkoopregeling ). 5.1 De aanleiding voor de Uitkoopregeling In 2011 kondigde de minister van het toenmalige ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie aan een regeling te zullen uitwerken om bewoners zoveel mogelijk te ontlasten van hoogspanningsverbindingen die door woongebieden lopen en daarbij de betaalbaarheid van de energievoorziening in gedachten te houden. 19 Daar waar het Voorzorgsbeleid zich richt op het voorkomen van nieuwe situaties waarin woningen (te) nabij hoogspanningsverbindingen zijn gelegen, wilde de minister ook bewoners in bestaande situaties tegemoetkomen. Dit heeft geresulteerd in de op 1 januari 2017 in werking getreden Uitkoopregeling. 18 ABRvS 11 oktober 2017, ECLI:NL:RVS:2017: Brief van de Minister van Economische Zaken, Kamerstukken II , , nr De inhoud van de Uitkoopregeling De Uitkoopregeling houdt kort gezegd in dat het college van burgemeester en wethouders de minister van Economische Zaken en Klimaat (de Minister ) kan verzoeken om toekenning van een vergoeding voor de aankoop of verplaatsing van een woning (en het daarbij behorende perceel inclusief opstallen) die (deels) loodrecht is gelegen onder een hoogspanningsverbinding die niet in aanmerking komt voor verplaatsing of verkabeling. 20 De Uitkoopregeling ziet uitsluitend op woningen. Bij gecombineerde functies (zoals een woning en aansluitend bedrijfsgedeelte) valt enkel de woning onder de Uitkoopregeling, indien deze woning aan het situeringsvereiste voldoet. Een inventarisatie van gemeenten heeft uitgewezen dat in Nederland ongeveer 385 woningen onder de reikwijdte van de Uitkoopregeling vallen. 21 Voor de Uitkoopregeling is in de periode 2017 tot en met 2021 een budget beschikbaar gesteld van in totaal 140 miljoen ( 28 miljoen per jaar). 22 Indien de woning na de datum van inwerkingtreding van de Uitkoopregeling (op 1 januari 2017) van eigenaar is gewisseld, dan komt de huiseigenaar niet in aanmerking om te worden uitgekocht of voor het verplaatsen van de woning. Een uitzondering geldt voor erfopvolging. De Uitkoopregeling heeft een looptijd van vijf jaar. Eigenaren van woningen, die van de Uitkoopregeling gebruik willen maken, kunnen dit tot 1 juli 2021 aan de gemeente kenbaar maken, zodat voorafgaand aan de uitkering nog een deugdelijk taxatie- en aankoopproces kan worden doorlopen. Indien een huiseigenaar zijn woning wil verplaatsen in plaats van zich te laten uitkopen, dan moet worden aangetoond dat het verplaatsen van de woning (inclusief de kosten voor bijvoorbeeld het verwijderen van de fundering) goedkoper is De systematiek van de Uitkoopregeling De uitkering onder de Uitkoopregeling wordt verleend op basis van de systematiek verlening, bevoorschotting (het voorschot kan 100% van het totale uitkeringsbedrag bedragen) en vaststelling. Een aanvraag voor een uitkering op basis van de Uitkoopregeling kan worden gedaan op het moment dat de koopovereenkomst tussen de gemeente en de huiseigenaar tot stand is gekomen. Deze koopovereenkomst zal doorgaans onder de ontbindende voorwaarde worden gesloten dat voor de aankoop een uitkering zal worden verstrekt. Het staat gemeenten en huiseigenaren vrij om onderling, buiten de Uitkoopregeling om, aanvullende afspraken te maken, uiteraard voor zo ver deze afspraken 20 Ook de kosten voor het aanbrengen van een nieuwe fundering, de aansluiting op de riolering en het gas- en elektriciteitsnetwerk komen voor vergoeding in aanmerking. 21 Nota van toelichting Uitkoopregeling, Staatscourant 2016 nr , 15 december 2016 ( NvT Uitkoopregeling ), p NvT Uitkoopregeling, p NvT Uitkoopregeling, p. 13. Praktijk Omgevingsrecht NUMMER 6, september 2018 / SDU 7
5 geen consequenties hebben voor de uitkering op basis van de Uitkoopregeling. 24 Een op grond van de Uitkoopregeling afgegeven beschikking is gericht aan het college van burgemeester en wethouders. Een huiseigenaar die zijn woning heeft verkocht (onder de bovengenoemde ontbindende voorwaarde) heeft een belang bij een besluit tot toekenning van een uitkering, welk belang is afgeleid van het belang van het college van burgemeester en wethouders, aldus de Nota van Toelichting bij de Uitkoopregeling. 25 De Uitkoopregeling is nadrukkelijk een alternatief voor de hierna te bespreken verplaatsings-/verkabelingsregeling. In de Nota van Toelichting bij de Uitkoopregeling wordt aangegeven dat het buiten bevolkingskernen doorgaans financieel niet proportioneel is om hoogspanningsverbindingen onder de grond te brengen of te verleggen. Hierdoor geldt als uitgangspunt dat de toepassing van de Uitkoopregeling buiten bevolkingskernen in beginsel voor de hand ligt. 6. De wetswijziging, verplaatsen of verkabelen van een hoogspanningsverbinding (2018) 6.1 De aanleiding voor de regeling Zoals hiervoor al even aan bod kwam, voorziet de wetswijziging in een regeling die het wonen in de nabijheid van hoogspanningsverbindingen beoogt terug te dringen. Kort gezegd, voorziet deze regeling in de bevoegdheid van burgemeester en wethouders en/of gedeputeerde staten om een netbeheerder te verzoeken bovengrondse hoogspanningsverbindingen te verplaatsen. De systematiek van deze regeling wordt in de volgende paragraaf nader toegelicht. De memorie van toelichting bij de wetswijziging bevat de volgende (algemene) onderbouwing voor deze regeling: De hoge bevolkingsdichtheid van Nederland in combinatie met de vraag naar elektriciteit en het hiervoor benodigde transportsysteem heeft ertoe geleid dat in de loop van de tijd situaties zijn ontstaan waar woningen en hoogspanningsverbindingen zich zeer dicht bij elkaar bevinden. Door toepassing, sinds 2005, van het zogenaamde voorzorgsbeleid ten aanzien van magneetvelden is er verschil ontstaan tussen verbindingen of woonwijken, die voor of na 2005 zijn aangelegd. Door een regeling voor de verkabeling (het ondergronds aanleggen) of verplaatsing van bestaande 24 Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, vragen en antwoorden uitkoopregeling ( april NvT Uitkoopregeling, p. 15. Of dit belang kwalificeert als een rechtstreeks belang als bedoeld in artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht, lijkt de Minister niet helemaal zeker te weten. De Minister laat dat enigszins in het midden en merkt op dat de rechter de ontvankelijkheid van het beroep toetst bij de behandeling van het beroep en derhalve eigenstandig een oordeel zal vormen over de vraag of een indiener belanghebbende is. verbindingen op te nemen in het wetsvoorstel, kan dit bestaande verschil worden opgeheven. 26 Verderop in de memorie van toelichting (nog steeds in par. 4.7) wordt een koppeling gemaakt met de hiervóór genoemde Uitkoopregeling: De aanwijzingsbevoegdheid van de Minister is verder nodig om de samenhang tussen het in dit wetsvoorstel opgenomen verplaatsings- en verkabelingsmogelijkheden en de reeds genoemde uitkoop van woningen onder hoogspanningsverbindingen te borgen. ( ) Daarbij wordt onder meer onderzocht wat de kosten zijn voor het verkabelen of verleggen van het betreffende tracé, mede in relatie tot de kosten van uitkoop van woningen die loodrecht onder deze verbindingen staan. Indien blijkt dat verkabelen of verplaatsen kostenefficiënter is dan uitkoop van de betreffende woningen kan het betreffende tracé worden aangewezen. Waar de uitkoopregeling volledig ten laste komt van de Rijksbegroting, worden de kosten in verband met verplaatsing of verkabeling gedragen door de decentrale overheid en de netbeheerder (en daarmee uiteindelijk de afnemers van elektriciteit). Over deze lastenverdeling bevat de memorie van toelichting de volgende onderbouwing: De situatie dat woningen in de buurt van hoogspanningsverbindingen staan, is niet door toedoen van één partij ontstaan. Dit is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van verschillende overheden (rijk, provincies en gemeenten), de netbeheerders en bewoners, die hierover in het verleden keuzes hebben gemaakt. Daarom is het vanzelfsprekend dat bovengenoemde partijen samen naar een oplossing zoeken voor de ongewenste effecten van de destijds gemaakte keuzes en de kosten en lasten daarvan zoveel als mogelijk gezamenlijk worden gedragen De systematiek van de regeling De verplaatsings-/verkabelingsregeling is opgenomen in (het nieuwe) artikel 22a van de Elektriciteitswet. Een aantal aspecten van die regeling waaronder het kostenaspect, nadere regels over een ontheffingaanvraag en de termijn voor de indiening van een aanwijzingsverzoek (waarover hierna meer) wordt nader uitgewerkt in een algemene maatregel van bestuur. Een ontwerp van die algemene maatregel van bestuur (het Ontwerpbesluit besluit verplaatsen en verkabelen hoogspanningsverbindingen (het Ontwerpbesluit )) is op 3 april 2018 aangeboden aan de Tweede Kamer. De kern van de verplaatsings-/verkabelingsregeling is neergelegd in het eerste lid van artikel 22a van de Elektriciteitswet. Die bepaling luidt als volgt: 26 Kamerstukken II , , nr. 3 (MvT), p MvT, p NUMMER 6, september 2018 / SDU Praktijk Omgevingsrecht
6 : van voorzorgsbeleid tot voorzorgswetgeving? 1. Een netbeheerder verplaatst op verzoek van een college van burgemeester en wethouders of van gedeputeerde staten bovengrondse delen van netten die bestemd zijn voor transport van elektriciteit op een spanningsniveau van 50 kv of hoger of vervangt deze door ondergrondse delen voor zover: a. dat deel 1. ten minste meter lang is, tenzij het een net betreft met een spanningsniveau van 50 kv of 2. ten minste 500 meter lang is, voor zover het een deel betreft dat direct is verbonden met een transformator-, schakel-, verdeel- of onderstation, voor zover het een te vervangen deel betreft en b. deze delen door Onze Minister zijn aangewezen. De in het eerste lid neergelegde verplaatsings-/verkabelingsregeling betreft een discretionaire bevoegdheid van de decentrale overheid. Het doen van een dergelijk verzoek aan een netbeheerder is dan ook geen verplichting, dus ook niet als de minister een tracédeel daartoe heeft aangewezen op de voet van het eerste lid, sub b. De verplaatsings-/verkabelingsregeling heeft een breder bereik dan de Uitkoopregeling. Zoals gezegd ziet de Uitkoopregeling namelijk slechts op woonhuizen (inclusief het aangrenzende perceel met opstallen) die zich (gedeeltelijk) loodrecht onder de hoogspanningsverbinding liggen. De verplaatsings-/verkabelingsregeling ziet echter ook op andere gevoelige bestemmingen, zoals kinderdagverblijven, scholen en crèches. De regeling kan worden toegepast voor een te verplaatsen deel van een hoogspanningsnet van meer dan 50 kv dat ten minste meter lang is. Dit vereiste is opgenomen om de stabiliteit van het net te kunnen waarborgen. Het tweede vereiste voor toepassing van de regeling is dat de desbetreffende verbinding door de minister moet zijn aangewezen als te verplaatsen/te vervangen. Volgens de memorie van toelichting is dat vereiste nodig om de samenhang tussen de verplaatsings- en verkabelingsmogelijkheden en de uitkoop van woningen onder hoogspanningsverbindingen te borgen. Zoals hiervóór al even aan bod kwam, is de minister ook het bevoegde orgaan om te beslissen over een verzoek om toepassing van de Uitkoopregeling. De afweging voor toepassing van een van beide opties (uitkopen of verplaatsen) ligt hierdoor dan ook in eerste instantie bij één en hetzelfde bestuursorgaan. Hoe de minister deze afweging maakt, is geregeld in artikel 22a lid 2 van de Elektriciteitswet: 2. Krachtens het eerste lid, onderdeel b, worden slechts delen aangewezen waarvoor vervanging of verplaatsing kostenefficiënt is. Bij de aanwijzing kan worden bepaald dat een deel wordt aangewezen voor verplaatsing of voor vervanging. Onder kostenefficiënt wordt in dit verband verstaan dat de vervanging of verplaatsing van aangewezen delen niet meer kosten met zich brengt dan de kosten die gemaakt worden bij de uitkoop van woningen die zich loodrecht onder het betreffende gedeelte van de hoogspanningsverbinding bevinden. 28 De vraag wat kostenefficiënt is, wordt in dit verband bezien vanuit het perspectief van de overheid en niet (ook) vanuit dat van de netbeheerder. Zoals hiervóór aan bod kwam, komen de kosten van uitkoop (volledig) ten laste van het Rijk. Indien de regeling uit artikel 22a van de Elektriciteitswet wordt toegepast, dan komen de kosten voor maximaal 20% 29 voor rekening van de decentrale overheid (de gemeente of de provincie) en dus voor ten minste 80% voor rekening van de netbeheerder. 30 De wetgever heeft deze belasting van de netbeheerder willen ondervangen door in de regeling op te nemen dat de netbeheerder de kosten die hij niet vergoed krijgt van de (verzoekende) decentrale overheid, door kan berekenen aan de uiteindelijke energie-afnemers. Naast deze afnemers voelt in zoverre uiteindelijk alleen de (verzoekende) decentrale overheid de financiële consequenties van toepassing van verplaatsings-/verkabelingsregeling, nu deze kosten drukken op haar begroting. Met deze verplichte bijdrage heeft de wetgever beoogd te voorkomen dat (op verzoek van de decentrale overheid) door de netbeheerder investeringen worden gedaan voor situaties die op lokaal of regionaal niveau niet of maar in beperkte mate als een knelpunt worden ervaren. 31 Als opgemerkt, is toepassing van de regeling door de decentrale overheid facultatief: het is dus aan haar zelf om per situatie af te wegen in hoeverre verplaatsing van hoogspanningsmasten of het verkabelen daarvan wenselijk is en in relatie tot de daarmee gepaard gaande kosten een meerwaarde heeft. 32 Om de decentrale overheid meer inzicht te verschaffen in (onder meer) de daadwerkelijke kosten van het verplaatsen of vervangen van hoogspanningsverbindingen, is in artikel 22a lid 4 van de Elektriciteitswet een daartoe strekkende bevoegdheid opgenomen: 28 Vgl. de brief van de Minister van Economische Zaken van 26 april 2017 inzake een onderzoek naar alternatieven voor de uitkoop van woningen onder hoogspanningsverbindingen (Kamerstukken II , , nr. 216). 29 Overeenkomstig het bepaalde in art. 2 van het Ontwerpbesluit is de hoogte van de eigen bijdrage van de decentrale overheid die het verzoek doet, afhankelijk gesteld van het inwoneraantal van de gemeente waarin het desbetreffende tracédeel zich bevindt. Gemeenten met meer dan inwoners dienen 20% bij te dragen aan de kosten die de netbeheerder moet maken voor het verplaatsen of verkabelen van het desbetreffende tracédeel. Indien een gemeente minder dan inwoners heeft, dan bedraagt de eigen bijdrage 15%. In alle gevallen wordt de eigen bijdrage gemaximeerd op per kilometer nieuw aan te leggen tracé. Bij een gezamenlijk verzoek van burgemeester en wethouders en gedeputeerde staten mag verwacht worden dat de desbetreffende bevoegde gezagen onderling afspraken maken over de verdeling van de eigen bijdrage. Mocht dat niet het geval blijken te zijn, dan kan de netbeheerder op grond van de hoofdelijke aansprakelijkheid uit het BW elk van de partijen aanspreken voor de verschuldigde bijdrage, aldus de nota van toelichting bij het Ontwerpbesluit. 30 Zie art. 2 van het Ontwerpbesluit. 31 MvT, p Zie de nota naar aanleiding van het verslag (Kamerstukken II , , nr. 12, p. 37). Praktijk Omgevingsrecht NUMMER 6, september 2018 / SDU 9
7 4. Een netbeheerder onderzoekt op verzoek van een college van burgemeester en wethouders of van gedeputeerde staten de technische haalbaarheid, de ruimtelijke aspecten en de investeringskosten van het verplaatsen of vervangen van een deel van het net dat op grond van het eerste lid is aangewezen. Ook hierbij geldt dat de decentrale overheid die een netbeheerder verzoekt een dergelijk (nader) onderzoek uit te voeren, tot 20% bijdraagt in de kosten voor de uitvoering van het verzoek. 33 Voor het geval dat uit dit nadere onderzoek blijkt dat het verplaatsen of vervangen van de aangewezen hoogspanningsverbindingen technisch of ruimtelijk niet haalbaar is of strijdig is met het belang van de leveringszekerheid, is in artikel 22a lid 5 van de Elektriciteitswet de volgende ontheffingsmogelijkheid opgenomen: 5. Onze Minister kan op aanvraag van een netbeheerder ontheffing verlenen van de verplichting op grond van het eerste lid, aanhef, voor een in die ontheffing aangewezen deel van het net indien het vervangen of verplaatsen van dat deel technisch of ruimtelijk niet haalbaar is of strijdig is met het belang van leveringszekerheid. Een ontheffing heeft tot gevolg dat de netbeheerder niet hoeft over te gaan tot verplaatsing of vervanging van het aangewezen deel van het net. Volgens de nota van toelichting bij het Ontwerpbesluit verwacht de minister, overigens zonder nadere toelichting, dat een dergelijke ontheffing slechts een enkele maal zal worden aangevraagd. Het zesde lid van artikel 22a van de Elektriciteitswet voorziet in de mogelijkheid voor de decentrale overheid om de minister te verzoeken niet-aangewezen bovengrondse delen van hoogspanningsnetten toch aan te wijzen voor verplaatsing of vervanging: 6. Onze Minister kan op verzoek van een college van burgemeester en wethouders of gedeputeerde staten bovengrondse delen van netten die bestemd zijn voor transport van elektriciteit op een spanningsniveau van 50kV of hoger aanwijzen voor verplaatsing of vervanging voor zover die niet overeenkomstig het eerste lid zijn aangewezen. Een netbeheerder onderzoekt op verzoek van een college van burgemeester of gedeputeerde staten, na instemming van Onze Minister, de technische haalbaarheid, de ruimtelijke aspecten, het belang van leveringszekerheid en de investeringskosten van het verplaatsen of vervangen van het betreffende deel van het net. Bij het verzoek, bedoeld in de eerste volzin, wordt het onderzoek overgelegd. Het eerste lid, aanhef, tweede en de derde lid zijn van overeenkomstige toepassing op een aanwijzing. Voordat de decentrale overheid de minister op grond van deze bepaling verzoekt niet-aangewezen bovengrondse delen van hoogspanningsnetten alsnog aan te wijzen voor 33 Zie art. 2 van het Ontwerpbesluit. verplaatsing of vervanging, zal zij dus eerst instemming moeten hebben van de minister om de netbeheerder op te dragen een nader onderzoek uit te voeren naar de technische haalbaarheid, de ruimtelijke aspecten, het belang van leveringszekerheid en de investeringskosten. Uit dat nadere onderzoek zal dan moeten blijken dat het in dat specifieke geval mogelijk/haalbaar is om te verplaatsen of te verkabelen. Dit instemmingsvereiste dient ter voorkoming dat de netbeheerder door de decentrale overheid gevraagd wordt onderzoek te verrichten voor niet kansrijke tracédelen. De minister zal hierbij met name bezien of sprake is van een in potentie kostenefficiënt kansrijk alternatief. 34 De minister zal het aanwijzingsverzoek van de decentrale overheid, overeenkomstig het bepaalde in artikel 22a lid 2 van de Elektriciteitswet, vervolgens moeten toetsen op kostenefficiëntie. Het Ontwerpbesluit bevat een termijn waarbinnen een verzoek op grond van het zesde lid kan worden ingediend. Dit is tot twee jaar na het tijdstip waarop het bij Koninklijke boodschap van 8 december 2016 ingediende wetsvoorstel tot wet is verheven en die wet in werking treedt Rechtsbescherming? Een vraag die zich laat stellen, is welke rechtsbescherming openstaat tegen een aanwijzing en een daaropvolgend verzoek als bedoeld in artikel 22a van de Elektriciteitswet. De rechtsbescherming wordt kort aangestipt in de memorie van toelichting en wel (slechts) met betrekking tot het besluit van de minister tot aanwijzing van (delen van) een tracé. Tegen een dergelijke aanwijzing kunnen belanghebbenden bezwaar en beroep instellen. 36 Dit sluit aan bij vaste jurisprudentie van de Afdeling waaruit volgt dat, indien niet in een algemeen verbindend voorschrift zelf een gebied is aangewezen waar een verbod of gebod geldt, maar is bepaald dat aanwijzing geschiedt bij nader besluit van een bestuursorgaan, die aanwijzing een (appellabel) concretiserend besluit van algemene strekking is. 37 Te verwachten is dat naast de netbeheerder tevens omwonenden, van wie niet is uit te sluiten dat zij ter plaatse van hun woning gevolgen van enige betekenis zullen ondervinden van een eventuele verplaatsing of verkabeling, als belanghebbenden zullen worden aangemerkt. 38 Hoewel de memorie van toelichting (en de rest van de parlementaire geschiedenis) daarover zwijgt, gaan wij ervan uit dat ook een (schriftelijk) verzoek van burgemees- 34 Kamerstukken II , , nr. 13, p Art. 7 van het Ontwerpbesluit. Hierbij merken wij op dat de wetswijziging reeds deels in werking is getreden (per 1 juli 2018) en deels nog in werking moet treden (per 1 januari 2019). Art. 22a treedt in werking per 1 januari 2019 (zie het Besluit van 26 april 2018 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van de Gaswet (voortgang energietransitie), Stb. 2018, 129). 36 MvT, p Vgl. o.m. ABRvS 11 oktober 2017, ECLI:NL:RVS:2017:2748 en ABRvS 18 november 2015, ECLI:NL:RVS:2015: Vgl. in dit verband o.m. ABRvS 20 juni 2018, ECLI:NL:RVS:2018: NUMMER 6, september 2018 / SDU Praktijk Omgevingsrecht
8 : van voorzorgsbeleid tot voorzorgswetgeving? ter en wethouders of gedeputeerde staten tot verplaatsing of verkabeling kwalificeert als een (appellabel) besluit waartegen bezwaar en beroep openstaan. Het rechtsgevolg van een dergelijk verzoek, is dat de netbeheerder verplicht is het desbetreffende deel van het tracé te verplaatsen of te verkabelen. De parlementaire geschiedenis zwijgt ook over de rechtsbescherming tegen de beslissing van de minister omtrent een ontheffingsverzoek als bedoeld in artikel 22a lid 5 van de Elektriciteitswet. Nu de wetswijziging geen afwijkende bepalingen daaromtrent bevat (c.q. de regeling rechtstreeks beroep en/of de bevoegdheidsregeling als bedoeld in de bijlagen 1 en 2 van de Awb niet wijzigt), gaan wij er eveneens van uit dat tegen de beslissing van de minister omtrent een ontheffingsverzoek bezwaar en beroep open staat voor belanghebbenden. Een laatste vraag met betrekking tot de rechtsbescherming is, hoe wordt omgegaan met verzoeken van (belanghebbende) omwonenden om het besluitvormingsproces uit de verplaatsings-/verkabelingsregeling te initiëren. Kwalificeert een verzoek van een omwonende aan de minister om een tracé aan te wijzen als een aanvraag als bedoeld in artikel 1:3 lid 3 Algemene wet bestuursrecht ( Awb )? En hoe zit dat met een verzoek aan de decentrale overheid om een aangewezen tracé te laten verplaatsen/verkabelen op grond van deze regeling? De verplaatsings-/verkabelingsregeling sluit dergelijke verzoeken niet uit. De memorie van toelichting merkt in dit verband slechts op dat is gekozen voor een beperkte kring van verzoekers (de decentrale overheden) vanwege de ruimtelijke inpassing die nodig is om het verplaatsen of het vervangen mogelijk te maken. 39 Wij kunnen ons voorstellen dat juist (belanghebbende) omwonenden, voor wie deze regeling is geschreven, een incentive zullen hebben om een decentrale overheid in beweging te krijgen. Zeker wanneer de minister reeds een tracé heeft aangewezen. De praktijk/rechtspraak zal moeten uitwijzen hoe wordt omgegaan met actieve omwonenden, die besluitvorming van de decentrale overheden/de minister niet willen afwachten. 7. Een vooruitblik met een kritische noot In deze slotparagraaf blikken wij vooruit op de mogelijke praktische uitwerking van de verplaatsings-/verkabelingsregeling. Daarnaast plaatsen wij een aantal kritische noten bij de regeling. 7.1 Uitkoopregeling vs. verplaatsings-/verkabelingsregeling in de praktijk Volgens de parlementaire geschiedenis gaat de wetgever ervan uit dat in eerste instantie ongeveer 140 kilometer aan hoogspanningsverbindingen voor aanwijzing door de minister in aanmerking komt. Het betreft daarbij 50, MvT, p. 31. en 150 kv-verbindingen langer dan 1 kilometer die door het bewoonde gebied van een bevolkingskern lopen. De kosten voor het verkabelen (dus onder de grond brengen) van deze hoogspanningsverbindingen zijn in kaart gebracht en (vooralsnog) begroot op ongeveer 440 miljoen. 40 Op 24 juli 2014 heeft de Tweede Kamer een lijst gepubliceerd met het aantal woningen dat in aanmerking komt voor uitkoop. De gemeenten Molenwaard (44 woningen), Zaanstad (39 woningen) en Sliedrecht (22 woningen) vormen daarbij de top drie van het grootste aantal woningen dat voor uitkoop in aanmerking komt. 41 Volgens de op rijksoverheid.nl 42 gepubliceerde kaart Aantal woningen per gemeente dat voor de uitkoopregeling in aanmerking komt van 20 april 2018, staat Zaanstad thans aan kop (52 woningen), gevolgd door Molenwaard (43 woningen) en Sliedrecht (24 woningen). Zoals hiervóór aan bod kwam, is het uitgangspunt dat de Uitkoopregeling wordt toegepast bij solitaire woningen. Bij hoge concentraties uitkoopwoningen ligt toepassing van de verplaatsings-/verkabelingsregeling, gelet op de kostenefficiëntie, voor de hand. 43 Het is echter de vraag of dit uitgangspunt in de praktijk ook daadwerkelijk toepassing vindt. Op verzoek van de minister hebben TenneT en Liander een onderzoek uitgevoerd naar kostenefficiënte alternatieven voor uitkoop van woningen onder hoogspanningsverbindingen. In hun op 21 april 2017 verschenen onderzoeksrapport 44 concluderen zij dat de mogelijkheden voor alternatieven die voldoen aan de criteria van het rijk (kostenefficiënt), van de gemeente (ruimtelijk inpasbaar) èn van de netbeheerders (leveringszekerheid) beperkt blijken te zijn. Voor verreweg de meeste uitkoopwoningen geldt dat een dergelijk alternatief niet voorhanden is en dat de vrijwillige uitkoopregeling daarom de enige realistische mogelijkheid is. 45 De belangrijkste reden die zij daarvoor geven, is dat de kosten van een alternatief zelden lager blijken te zijn dan de geraamde uitkoopkosten, met andere woorden: uitkoop blijkt in de meeste gevallen de meest kostenefficiëntie invulling. Daarnaast leidt de verplaatsing of verkabeling van bestaande hoogspanningsverbindingen in bewoond gebied volgens het rapport van TenneT en Liander in veel gevallen tot een verplaatsing van het probleem (de ene woning verdwijnt uit een magneetveld, maar een andere woning 40 Zie de nota van toelichting bij het Ontwerpbesluit en de brief van de Minister aan de Voorzitter van de Tweede Kamer van 1 juli 2015 (Kamerstukken II , , nr. 198, p. 4) 41 Kamerstukken II , , nr Vgl. MvT, p Alternatievenonderzoek uitkoopregeling Onderzoek naar kostenefficiënte alternatieven voor uitkoop van woningen onder Hoogspanningslijnen (bijlage bij Kamerstukken II , , nr. 216). 45 Zie p. 10 van het rapport van het alternatievenonderzoek. Praktijk Omgevingsrecht NUMMER 6, september 2018 / SDU 11
9 komt juist in het magneetveld van de te verplaatsen hoogspanningsverbinding te liggen). Daarnaast wordt geconcludeerd dat een nieuw tracé (bovengronds of ondergronds) belemmerend kan zijn voor ruimtelijke ontwikkelingen die een gemeente in voorbereiding heeft, of voor de gemeente niet acceptabel zijn vanwege natuur- of cultuurlandschappelijke belangen. Uit het rapport volgt verder dat ondergrondse alternatieven alleen zijn beschouwd op het spanningsniveau 150 kv. De mogelijkheden voor verkabeling op 380 kv-niveau zijn om redenen van leveringszekerheid namelijk zeer beperkt en de kosten daarvan zijn vele malen hoger dan van bovengrondse aanleg. Verkabeling op 380 kv-niveau is in de praktijk daarom volgens het rapport niet kostenefficiënt. Hoewel de wetgever ervan uitging dat ingeval van een hoge bewoningsdichtheid verkabelen kostenefficiënter is dan uitkoop van woningen onder het desbetreffende tracé, lijkt dat (in elk geval volgens TenneT en Liander) in de praktijk dus toch tegen te vallen. Indien de minister en de decentrale overheid, ondanks de conclusies uit dit rapport, toch de desbetreffende tracés aanwijzen en de netbeheerder vervolgens verzoeken tot verplaatsing of verkabeling over te gaan, dan zijn daarover de nodige discussies/procedures te verwachten met onder meer netbeheerders. Met betrekking tot gebieden met een lage bewoningsdichtheid (lees: het buitengebied) zijn overheid en netbeheerder het overigens wel erover eens dat het niet kostenefficiënt zal zijn om hoogspanningsverbindingen te verplaatsen of te verkabelen. 46 In het buitengebied liggen over het algemeen maar weinig woningen onder hoogspanningsverbindingen. Voor die situaties biedt de Uitkoopregeling uitkomst. De vraag resteert dan in welke situaties tot verplaatsing/verkabeling wordt overgegaan op de voet van artikel 22a van de Elektriciteitswet. 7.2 Omslachtige bevoegdhedenverdeling? Zoals hiervoor (in par. 5.2) is geschetst, zijn op basis van artikel 22a van de Elektriciteitswet drie besluiten denkbaar: een aanwijzingsbesluit van de minister, een verzoek tot verplaatsing/verkabeling van de decentrale overheid en (in voorkomend geval) een ontheffing van de minister. Ervan uitgaande dat tegen al deze besluiten dezelfde rechtsbescherming openstaat, signaleren wij het volgende. De reden waarom de wetgever ervoor heeft gekozen de minister een aanwijzingsbevoegdheid te verlenen, is volgens de memorie van toelichting om de samenhang tussen de verplaatsings- en verkabelingsmogelijkheden en de uitkoop van woningen onder hoogspanningsverbindingen te borgen. De ontheffingsbevoegdheid lijkt te zijn ingegeven als een soort correctiemechanisme indien naar aanleiding van het verzoek blijkt dat de aanwijzing technisch of ruimtelijk niet haalbaar is of in strijd is met de leveringszekerheid. De memorie van toelichting gaat ervan uit dat indien de minister de ontheffing verleent hij vervolgens de aanwijzing van het betreffende tracé zal intrekken. 47 Gelet op het feit dat de decentrale overheid en niet de rijksoverheid (een deel van) de kosten voor verplaatsing/verkabeling draagt, de decentrale overheid het initiatief neemt voor de toepassing van de regeling en de decentrale overheid (in overleg met de netbeheerder) voor de benodigde planologische en feitelijke uitvoering zorgdraagt, vragen wij ons af of de rol van de minister niet op een andere (meer overzichtelijke) wijze had kunnen worden vormgegeven. Wat ons betreft, is dat zo. Te denken valt bijvoorbeeld aan de volgende constructie, waarbij wij zo veel mogelijk aansluiting hebben proberen te zoeken bij de regeling als voorzien. Stap 1: de decentrale overheid verzoekt (in alle gevallen) de netbeheerder een onderzoek te verrichten als bedoeld in artikel 22a lid 4 (dus naar de technische haalbaarheid, de ruimtelijke aspecten en de investeringskosten van het verplaatsen/vervangen van het desbetreffende deel); Stap 2: de decentrale overheid vraagt de minister een verklaring van geen bedenkingen af te geven ( vvgb ), waarbij het toetsingskader is of de voorgenomen verplaatsing/vervanging kostenefficiënt(er dan uitkopen) is, als bedoeld in artikel 22a lid 2; Stap 3: indien het onderzoek als bedoeld in stap 1 daartoe aanleiding geeft en de in stap 2 bedoelde vvgb is afgegeven, verzoekt de decentrale overheid de netbeheerder het desbetreffende deel te verplaatsen/vervangen, als bedoeld in artikel 22a lid 1; Stap 4: indien de netbeheerder vindt dat het vervangen of verplaatsen van dat deel technisch of ruimtelijk niet haalbaar is of strijdig is met het belang van leveringszekerheid (als bedoeld in artikel 22a lid 5), dan kan hij administratief beroep instellen bij de minister tegen het in stap 3 bedoelde verzoek. Wat ons betreft zou vervolgens, gelijk aan de rechtsbescherming tegen bijvoorbeeld inpassingsplannen en bestemmingsplannen, kunnen worden volstaan met beroep in één instantie. Het voordeel van de hierboven beschreven systematiek is dat de besluitvorming meer wordt geïntegreerd, in die zin dat alle relevante aspecten (de technische haalbaarheid, de ruimtelijke aspecten, de investeringskosten en de kostenefficiëntie) al in het kader van (de voorbereiding van) het verzoek tot verplaatsing/verkabeling aan bod zijn gekomen. Wij zijn voorstanders van een getrapte procedure. Het doorlopen van de ene stap is noodzakelijk voor de besluitvorming in de andere stap (zonder het onderzoek van de netbeheerder (stap 1) geen vvgb en zonder vvgb (stap 2) geen verzoek tot verplaatsing/verkabeling (stap 3)). Artikel 22a lid 4 Elektriciteitswet vereist thans niet dat de netbeheerder in alle gevallen een onderzoek doet naar de technische haalbaarheid, de ruimtelijke aspecten en de 46 Zie in dit verband de nota van toelichting bij het Ontwerpbesluit. 47 MvT, p NUMMER 6, september 2018 / SDU Praktijk Omgevingsrecht
Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 59031 23 oktober 2018 Regeling van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 15 oktober 2018, nr. WJZ/18248947,
Nadere informatietot wijziging van het Besluit omgevingsrecht (aanwijzing bovengrondse elektriciteitsleiding als vergunningvrij bouwwerk)
Besluit van tot wijziging van het Besluit omgevingsrecht (aanwijzing bovengrondse elektriciteitsleiding als vergunningvrij bouwwerk) Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van,
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 31 574 PKB Randstad 380 kv verbinding Haarlemmermeer Oost Nr. 36 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer
Nadere informatieHoogspanningslijnen en gezondheid deel I: kanker bij kinderen. Nr. 2018/08. Samenvatting
Hoogspanningslijnen en gezondheid deel I: kanker bij kinderen Nr. 2018/08 Hoogspanningslijnen en gezondheid deel I: kanker bij kinderen pagina 2 van 5 In Nederland ontstaan jaarlijks ongeveer 135 nieuwe
Nadere informatieDe Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage
> Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 29 023 Voorzienings- en leveringszekerheid energie Nr. 198 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der
Nadere informatiePosition Paper. Uitkoopbeleid bij nieuwe bovengrondse hoogspanningslijnen
Position Paper Uitkoopbeleid bij nieuwe bovengrondse hoogspanningslijnen Een zeer belangrijk uitgangspunt bij het bepalen van een nieuw tracé voor een bovengrondse hoogspanningsverbinding is afstand houden
Nadere informatieHoogspanningslijnen. Antwoord op de meest gestelde vragen
Hoogspanningslijnen Antwoord op de meest gestelde vragen 2 Ministerie van Infrastructuur en Milieu Hoogspanningslijnen Antwoorden op de meest gestelde vragen Inhoudsopgave 1. Waarom deze brochure? 3 2.
Nadere informatieVRAGEN EN ANTWOORDEN UITKOOPREGELING VOOR WONINGEN ONDER EEN HOOGSPANNINGSLIJN
VRAGEN EN ANTWOORDEN UITKOOPREGELING VOOR WONINGEN ONDER EEN HOOGSPANNINGSLIJN Ministerie van Economische Zaken November 2016 VRAGEN EN ANTWOORDEN UITKOOPREGELING VOOR WONINGEN ONDER EEN HOOGSPANNINGSLIJN
Nadere informatieMinisterie van Economische Zaken VRAGEN EN ANTWOORDEN UITKOOPREGELING VOOR WONINGEN ONDER EEN HOOGSPANNINGSLIJN
Ministerie van Economische Zaken VRAGEN EN ANTWOORDEN UITKOOPREGELING VOOR WONINGEN ONDER EEN HOOGSPANNINGSLIJN Ministerie van Economische Zaken April 2016 VRAGEN EN ANTWOORDEN UITKOOPREGELING VOOR WONINGEN
Nadere informatieGelet op artikel 17, vijfde lid, van de Financiële-verhoudingswet en 3, eerste en tweede lid, van de Kaderwet EZ-subsidies,
Regeling van de Minister van Economische Zaken van [datum], nr. WJZ/, houdende regels over het verstrekken van een specifieke uitkering aan gemeenten voor aankoop van woningen onder een hoogspanningsverbinding
Nadere informatieOntwikkeling bouwplan Eikendal Berekening van de specifieke magneetveldzone van de 110 kv-hoogspanningslijn Harculo- Platvoet
Ontwikkeling bouwplan Eikendal Berekening van de specifieke magneetveldzone van de 110 kv-hoogspanningslijn Harculo- Platvoet In opdracht van: Gemeente Deventer. Datum: Referentie: Auteur: M.Peeters Auteur:
Nadere informatieGemeenten hebben een eigen verantwoordelijkheid om het advies al dan niet op te volgen.
Raadsinformatiebrief Onderwerp Problematiek hoogspanningslijn Inleiding/aanleiding De gemeente Oirschot heeft door Kema onderzoek laten uitvoeren naar de breedte van de magneetveldzone rond de hoogspanningslijn
Nadere informatieRandstad 380 kv hoogspanningsverbinding Beverwijk-Zoetermeer Richtlijnen voor het milieueffectrapport
ȟȟ ȟ Randstad 380 kv hoogspanningsverbinding Beverwijk-Zoetermeer Richtlijnen voor het milieueffectrapport Randstad 380 kv hoogspanningsverbinding Beverwijk-Zoetermeer Richtlijnen voor het milieueffectrapport
Nadere informatieBerekening magneetveldzones nabij 150 kv-hoogspanningslijn Eindhoven Oost Maarheeze ter hoogte van Heeze (project Bulders), in de gemeente
Berekening magneetveldzones nabij 150 kv-hoogspanningslijn Eindhoven Oost Maarheeze ter hoogte van Heeze (project Bulders), in de gemeente Heeze-Leende Colofon Colofon Berekening magneetveldzones nabij
Nadere informatieSpecifieke magneetveld zones
Specifieke magneetveld zones 150 kv schakelstation Boxtel. IJsselstein, 17 september 2010 In opdracht van TenneT B.V. Jenastraat 4 tel: +31 30 686 52 91 Mail: piet.peeters@hetnet.nl 3401 WJ IJsselstein
Nadere informatieWij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Concept Besluit verplaatsen en verkabelen hoogspanningsverbindingen Besluit van [datum], houdende nadere regels met betrekking tot het verplaatsen of vervangen door ondergrondse delen van delen van een
Nadere informatieVerkabelen hoogspanningslijnen
Verkabelen hoogspanningslijnen Kessel + Kessel-Eik Informatie avond 27-Jun-2018 Mark Schreurs & Gabor Kovacs Agenda -Welkom -Elektrische en magnetische velden -150 KV Hoogspanningslijnen -Gezondheid -Wetsvoorstellen
Nadere informatieRaadsvoorstel. Aan de raad van de gemeente Sliedrecht. Agendapunt: Sliedrecht, 28 maart 2006
Raadsvoorstel Aan de raad van de gemeente Sliedrecht Agendapunt: Sliedrecht, 28 maart 2006 Onderwerp: Onderzoek Kema berekeningen magnetische velden onder de hoogspanningsleidingen Baanhoek- West. Samenvatting:
Nadere informatieDat hiertoe onder andere het operationeel windvermogen op zee wordt opgeschaald naar 4.450 MW in 2023;
De Minister van Economische Zaken; In overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad, Overwegende, Dat op grond van richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter
Nadere informatieDe minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM)
De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) Uw kenmerk : - Bijlagen : - Geachte minister, In het overleg op 27 september met de leiding van de Gezondheidsraad bracht u
Nadere informatieNota van toelichting. Algemeen. 1. Inleiding
Nota van toelichting Algemeen 1. Inleiding Dit besluit vormt de uitwerking van artikel 22a, zevende lid, van de Elektriciteitswet 1998. Met artikel 22a van de Elektriciteitswet 1998 wordt geregeld in welke
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 42535 24 juli 2017 Besluit van de Minister van Economische Zaken tot toepassing van de Rijkscoördinatieregeling ten behoeve
Nadere informatieConsultatieverslag Besluit verplaatsen en verkabelen hoogspanningsverbindingen
Consultatieverslag Besluit verplaatsen en verkabelen hoogspanningsverbindingen Versie 7 Datum 26 februari 2018 Status Definitief Inhoud 1. Inleiding 3 2. Wat is er op hoofdlijnen met de opbrengst gedaan?
Nadere informatieBeoordeling. h2>klacht
Rapport 2 h2>klacht Verzoekster en andere bewoners van een woning nabij een hoogspanningsleiding te Hoogeveen klagen erover, dat de bij de instandhouding van het leidingstelsel betrokken overheidsinstanties,
Nadere informatie150kV-hoogspanningsstation Boxtel
150kV-hoogspanningsstation Boxtel Berekening 0,4 µt magneetveldcontour In opdracht van: TenneT TSO B.V. Datum: 15 maart 2013 Referentie: Auteur: M.Peeters Auteur: M.Peeters datum: 15-03-2013 gecontroleerd:
Nadere informatieUitspraak /1/R1
Uitspraak 201601235/1/R1 Datum van uitspraak: woensdag 31 augustus 2016 Tegen: de raad van de gemeente Bergen Proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig Rechtsgebied: Ruimtelijke-ordeningskamer - Bestemmingsplannen
Nadere informatieUitspraak /1/R3
pagina 1 van 5 Uitspraak 201402066/1/R3 Datum van uitspraak: woensdag 22 april 2015 Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: 201402066/1/R3. Datum uitspraak: 22 april 2015 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK de raad
Nadere informatieOmgevingsvergunning aanleg hoogspanningsverbinding Doetinchem-Wesel 380 kv, onderdeel ondergronds kabeltracé 150 kv richting Zevenaar nummer 2015.
Omgevingsvergunning aanleg hoogspanningsverbinding Doetinchem-Wesel 380 kv, onderdeel ondergronds kabeltracé 150 kv richting Zevenaar nummer 2015.0499 Aanvraag Op 16 juli 2015 is een aanvraag om een omgevingsvergunning
Nadere informatieAlternatievenonderzoek uitkoopregeling
OPDRACHTGEVER AUTEUR Ministerie van Economische Zaken Peter Nieuwenhuijse (TenneT) en Jan Buesink (Liander) VERSIE v1.0 VERSIE STATUS Definitief PAGINA 1 van 10 Alternatievenonderzoek uitkoopregeling Onderzoek
Nadere informatieDe Minister van Economische Zaken; In overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad, Overwegende,
Besluit van de Minister van Economische Zaken van 4 december 2014, nr. DGETM-ED/14172990, tot toepassing van de Rijkscoördinatieregeling ten behoeve van project transmissiesysteem op zee Borssele De Minister
Nadere informatie150/380kV-hoogspanningsstation Oostzaan
150/380kV-hoogspanningsstation Oostzaan Berekening magneetveldcontouren In opdracht van: TenneT TSO B.V. Datum: 21 februari 2014 Referentie: Auteur: M.Peeters Auteur: M. Peeters datum: 21-02-2014 gecontroleerd:
Nadere informatieb e s l u i t : Pagina 1 van 7 Nr: De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr.
Nr: 13-13 De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr. 13-13; gelet op artikel 3.30 Wet ruimtelijke ordening (Wro); b e s l u i t : vast te stellen de volgende:
Nadere informatie150 kv-lijn Veenendaal II-Veenendaal I
150 kv-lijn Veenendaal II-Veenendaal I Berekening specifieke magneetveldzone In opdracht van: Joulz Datum: Referentie: Auteur: A.A.H.J. Ross Auteur datum 17-2-2010 gecontroleerd datum 17-2-2010 PETERSBURG
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2011:BR4589
ECLI:NL:RVS:2011:BR4589 Instantie Raad van State Datum uitspraak 01-08-2011 Datum publicatie 10-08-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201107028/1/H1 en 201107028/2/H1
Nadere informatieBESTEMMINGPSLAN. Mettegeupel - Oost - Oss Bijlage 4: Hoogspanningsonderzoek
BESTEMMINGPSLAN Mettegeupel - Oost - Oss - 2016 Bijlage 4: Hoogspanningsonderzoek Gemeente Oss Raadhuislaan 2 5341 GM Oss T: 14 0412 F: 0412 642605 www.oss.nl Magneetveldberekeningen Plangebied Mettegeupel-Oost
Nadere informatieInleiding ADVIES. Nederlandse Mededingingsautoriteit
Nederlandse Mededingingsautoriteit ADVIES Advies van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, als bedoeld in artikel 20e, derde lid, van de Elektriciteitswet 1998. Zaaknummer: 104152/15
Nadere informatieHoogspannings- lijnen
Hoogspanningslijnen 2 Een nieuwe hoogspanningsverbinding leggen we niet zo maar aan. We onderzoeken eerst nauwkeurig welk tracé en welke technische uitvoering het beste is. Dat gebeurt door een zorgvuldige
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 36159 18 december 2014 Toepassing van de Rijkscoördinatieregeling ten behoeve van het project transmissiesysteem op zee
Nadere informatieOmgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten.
Omgevingsvergunning Poststuknummer: DA00085026 Burgemeester en wethouders hebben op 8 december 2016 een aanvraag omgevingsvergunning ontvangen en in behandeling genomen voor het gedeeltelijk verleggen
Nadere informatieTenneT TSO B.V. Postbus AS ARNHEM. Behandeld door: B. Peters Telefoonnummer: Ons kenmerk: /15uit04866 Behorend bij:
TenneT TSO B.V. Postbus 718 6800 AS ARNHEM Behandeld door: B. Peters Telefoonnummer: 0316-291663 Ons kenmerk: 20150205/15uit04866 Behorend bij: Uw kenmerk: Uw brief van: Bijlage(n): Onderwerp: Ontwerpbesluit
Nadere informatieOmgevingsvergunning aanleg hoogspanningsverbinding Doetinchem-Wesel 380 kv, mast 3 nummer
Omgevingsvergunning aanleg hoogspanningsverbinding Doetinchem-Wesel 380 kv, mast 3 nummer 2015.0494 Aanvraag Op 16 juli 2015 is een aanvraag om een omgevingsvergunning ingediend door TenneT TSO B.V. ten
Nadere informatie150kV kabelverbinding Roosendaal-Dinteloord
150kV kabelverbinding Roosendaal-Dinteloord Berekening magneetveldzones In opdracht van: TenneT-AM Datum: 4 juni 2012 Referentie: Auteur: A.A.H.J. Ross Auteur: A. Ross datum: 4-6-2012 gecontroleerd: datum:4-6-2012
Nadere informatieECLI:NL:RBSHE:2011:BQ2099
ECLI:NL:RBSHE:2011:BQ2099 Instantie Datum uitspraak 19-04-2011 Datum publicatie 21-04-2011 Rechtbank 's-hertogenbosch Zaaknummer AWB 10-1012 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht
Nadere informatie380 kv in de gemeente Moerdijk
380 kv in de gemeente Moerdijk 23 oktober 2017 Jaap Kamp, wethouder Lex Bezemer, communicatie Roger Raat, adviseur ruimte WAT GAAN WE VANDAAG BESPREKEN De totstandkoming van het tracé Wat kan de gemeente
Nadere informatieUw kenmerk Ons kenmerk Voor informatie Bijlagen Datum OLO Tel diverse
TenneT TSO B.V. Postbus 718 6800 AS Arnhem P U B L I E K S Z A K E N V E R G U N N I N G E N Gemeente Velsen Dudokplein 1 1971 EN IJMUIDEN T : 14 0255 : 0255 567200 F : 0255 567760 Internet: www.velsen.nl
Nadere informatie6. Bij brief van 22 oktober 2001 heeft Vebega de gronden van haar bezwaarschrift op het punt van de ontvankelijkheid aangevuld.
BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit op het bezwaar gericht tegen de beslissing van 4 september 2001, kenmerk 2269-95.F.049. Zaaknummer 2705-19/ Vebega I.
Nadere informatie: Beleid artikel 19 WRO. : RWB / Ruimtelijke Inrichting Noord
Nota PS-commissie Vergaderdatum : 2 februari 2006 Commissie voor : ROV Agendapunt nr. : 7 Commissienr. : Onderwerp : Beleid artikel 19 WRO Opsteller/telefoon/e-mail-adres : Afdeling/bureau : RWB / Ruimtelijke
Nadere informatieOmgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten.
Omgevingsvergunning Poststuknummer: DA00110064 Burgemeester en wethouders hebben op 6 september 2018 een aanvraag omgevingsvergunning ontvangen en in behandeling genomen voor het bouwen van 207 woningen
Nadere informatieGemeente. Schijndel. Beleidsnotitie indieningsvereisten. Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a.
Gemeente Schijndel Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a., sub 2 Wabo 2 3 bij verzoeken om afwijken van het bestemmingsplan Inleiding Op 24 september 2014 is het
Nadere informatieBeoordeling elektromagnetische veldsterkte rondom hoogspanningslijnen in Nieuwland, Amersfoort. November 2009 GGD Midden-Nederland
Beoordeling elektromagnetische veldsterkte rondom hoogspanningslijnen in Nieuwland, Amersfoort November 2009 GGD Midden-Nederland Beoordeling elektromagnetische veldsterkte rondom hoogspanningslijnen
Nadere informatieCVDR. Nr. CVDR367404_1. Coördinatieverordening gemeente Maastricht. 14 maart Officiële uitgave van Maastricht.
CVDR Officiële uitgave van Maastricht. Nr. CVDR367404_1 14 maart 2017 Coördinatieverordening gemeente Maastricht Hoofdstuk 1 Artikel 1 Begripsomschrijvingen Deze verordening verstaat onder: d. e. f. g.
Nadere informatie380/150kV-hoogspanningsstation Vijfhuizen
380/150kV-hoogspanningsstation Vijfhuizen Berekening 0,4 µt magneetveldcontour In opdracht van: TenneT TSO B.V. Datum:22 Augustus 2012 Referentie: Rev1 Auteur: M.Peeters Auteur: M.Peeters datum: 22-08-2012
Nadere informatieNieuwe hoogspanningsverbinding vanuit Borssele. Zuid West
Zuid West Nieuwe hoogspanningsverbinding vanuit Borssele De ministeries van Economische Zaken en VROM werken samen met TenneT TSO B.V. aan de Zuid-West 380 kv-verbinding. De landelijk netbeheerder TenneT
Nadere informatieUw kenmerk Ons kenmerk Voor informatie Bijlagen Datum
GEMEENTE VELSEN TenneT TSO B.V. t.a.v. de heer G. Volman Postbus 718 6800 AS ARHNEM PUBLIEKSZAKEN VERGUNNINGEN Gemeente Velsen Dudokplein 1 1971 EN IJMUIDEN T : 14 0255 : 0255 567200 F : 0255 567760 Internet:
Nadere informatieOmgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten.
Omgevingsvergunning Poststuknummer: DA00079369 Burgemeester en wethouders hebben op 30 juni 2016 een aanvraag omgevingsvergunning ontvangen en in behandeling genomen voor het bouwen van 14 woningen op
Nadere informatieBesluit. Geschilbesluit Crown Van Gelder
Besluit Geschilbesluit Crown Van Gelder Ons kenmerk Zaaknummer : ACM/UIT/493003 : ACM/17/024896 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt als bedoeld in artikel 51, tweede lid, van de Elektriciteitswet
Nadere informatieNadeelcompensatieregeling kabels en leidingen Gemeente Ede 2015
Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen Gemeente Ede 2015 Beleidsregels over nadeelcompensatie als gevolg van het op verzoek van het college van burgemeester en wethouders verplaatsen, of het anderszins
Nadere informatieOntwerpbesluit Omgevingsvergunning
Ontwerpbesluit Omgevingsvergunning Poststuknummer: DA00103914 Burgemeester en wethouders hebben op 6 september 2018 een aanvraag omgevingsvergunning ontvangen en in behandeling genomen voor het bouwen
Nadere informatiegelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 februari 2018;
Coördinatieverordening gemeente Delft 2018 De raad van de gemeente Delft; Overwegende dat het mogelijk is besluiten die samenhangen met de realisatie van ruimtelijke ontwikkelingen te coördineren en zodoende
Nadere informatieWABO EN OVERGANGSRECHT; EEN NADERE BESCHOUWING
WABO EN OVERGANGSRECHT; EEN NADERE BESCHOUWING Dat het vaststellen van overgangsrecht bij nieuwe wet- en regelgeving niet altijd een gemakkelijke opgave is, bleek al met de invoering van de nieuwe Wet
Nadere informatieons kenmerk ECGR/U201301490 Lbr. 13/100
Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8393 betreft Modelverordening elektronische kennisgeving uw kenmerk ons kenmerk ECGR/U201301490 Lbr. 13/100 bijlage(n)
Nadere informatieGGD Gelre IJssel. Geachte heer Van de Weerdt, Het Kennisplatf
= = GGD Gelre IJssel Onderwerp Adviesvraag hoogspanningslijn Zutphen Uw kenmerk - 1/5 Behandeld door R.M. van der Graaf info-emv@kennisplatform.nl Geachte heer Van de Weerdt, Het Kennisplatf rm heeft van
Nadere informatieZie https://www.utrecht.nl/bestuur-en-organisatie/initiatief-en-invloed/participatie/leefstraten.
P O S T A D R E S Postbus 2888 3000 CW ROTTERDAM K A N T O O R A D R E S Blaak 31 3011 GA ROTTERDAM T E L E F O O N +31 10 224 64 39 F A X +31 10 412 58 39 E - M A I L I N T E R N E T arthur.vegt@loyensloeff.com
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2015:435. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Inhoudsindicatie
ECLI:NL:RVS:2015:435 Instantie Raad van State Datum uitspraak 18-02-2015 Datum publicatie 18-02-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201402761/1/R1 Bestuursrecht Eerste
Nadere informatie«JG» Actueel commentaar
Actueel commentaar Planschade beperken of ongedaan maken met toepassing van artikel 6.1.3.4 Bro? Bestemmingsplannen moeten elke tien jaar worden geactualiseerd (art. 3.1 lid 1 Wro). 1 Dan zal voor vergelijkbare
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 416 Wet van 25 september 2008 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998, de Mijnbouwwet en de Gaswet in verband met toepassing van de rijkscoördinatieregeling
Nadere informatieDirectoraat-generaal Energie, Telecom & Mededinging Bezoekadres Postadres Factuuradres Overheidsidentificatienr Behandeld door Besluit
> Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag Datum Betreft Voorbereidingsbesluit Windpark Drentse Monden en Oostermoer Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401 2500 EK
Nadere informatieNadeelcompensatieregeling kabels en leidingen Gemeente Hollands Kroon 2015
Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen Gemeente Hollands Kroon 2015 Beleidsregels over nadeelcompensatie als gevolg van het verplaatsen op verzoek van de gemeente of het anderszins nemen van maatregelen
Nadere informatiewerkzaamheden en/of het daarbij veranderende gebruik van panden en/of percelen,
Indieningsvereisten Ruimtelijke Plannen gemeente Woudenberg Zoals vastgesteld en van toepassing sinds januari 2012 en gewijzigd vastgesteld 16 juli 2015 Inleiding Voor het opstellen van een bestemmingsplan
Nadere informatieUitspraken. http://www.raadvanstate.nl/uitspraken/zoeken_in_uitspraken/zoekresultaat/?zoeken_ve... 200908100/1/R1
deze uitspraak deze uitspraak Page 1 of 66 Uitspraken ZAAKNUMMER 200908100/1/R1 DATUM VAN UITSPRAAK woensdag 29 december 2010 TEGEN de minister van Economische Zaken (thans: Economische Zaken, Landbouw
Nadere informatieECLI:NL:RBGEL:2016:2558
ECLI:NL:RBGEL:2016:2558 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 12-05-2016 Datum publicatie 19-05-2016 Zaaknummer AWB - 15 _ 7447 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieGemeente Bergen Datum besluit Datum verzending: Nummer
Omgevingsvergunning (artikel 2.1, 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) Gemeente Bergen Datum besluit Datum verzending: Nummer 2011.00165 Gezien het verzoek ingediend door: N.V. Nederlandse
Nadere informatieDe Minister van Economische. Zaken en. De Minister van Infrastructuur en Milieu. Overwegende dat:
De Minister van Economische Zaken en De Minister van Infrastructuur en Milieu Overwegende dat: - het wenselijk is te voorkomen dat zich in het gebied dat bestemd zal worden voor het Windpark Zeewolde en
Nadere informatieRegistratienummer: Besluit omgevingsvergunning Elswoutshoek
Registratienummer: 2016003300 Besluit omgevingsvergunning Elswoutshoek Op 22 mei 2015 is namens de heer J.W. Slewe te Overveen een aanvraag omgevingsvergunning ingediend voor de activiteit handelen in
Nadere informatieNieuwsbrief. Inhoudsopgave NR 5. december 2016
Nieuwsbrief NR 5 Ter inzage legging definitief inpassingsplan Het definitieve inpassingsplan voor het project Zuid-West 380 kv west ligt samen met de december 2016 Inhoudsopgave vergunningen die nodig
Nadere informatieBeslispunt Vaststelling van de lijst categorieën verklaring van geen bedenkingen Stadskanaal 2016.
Voor het kiezen van de datum voor de raadsvergadering --> Klik op het knopje ernaast om een raadsvergaderdatum te selecteren.onderstaande velden worden door tekstverwerking ingevuld!!!stuur DIT RAADSVOORSTEL
Nadere informatieHelmond, 11 juni 2009 Ons kenmerk: 0999015361 Doorkiesnr.: Onderwerp: Vonnis bouwvergunning 2 e semi-permanente school Uw kenmerk: Uw brief d.d.
Aan de leden van de gemeenteraad. Raadsinformatiebrief 44 Communicatie Helmond, 11 juni 2009 Ons kenmerk: 0999015361 Doorkiesnr.: Onderwerp: Vonnis bouwvergunning 2 e semi-permanente school Uw kenmerk:
Nadere informatieNoot van de commissie: Ook hier blijkt weer dat externe veiligheid ook een kwestie van overwogen ruimtelijke ordening is
Essentie uitspraak: Het bestemmingsplan maakt uitbreiding van een tankstation niet mogelijk. De milieuvergunning mag, vanwege het ruimtelijke feit, worden geweigerd. De gemeente is niet verplicht om het
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2016:2872
ECLI:NL:RVS:2016:2872 Instantie Raad van State Datum uitspraak 02-11-2016 Datum publicatie 02-11-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201507981/1/R2 Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieOmgevingsvergunning UV/
Aanvraag Burgemeester en wethouders hebben op 10 maart 2011 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen van C.A. van Zon, Barrierweg 62 a te Liempde voor het gedeeltelijk verbouwen van het bijgebouw
Nadere informatieIndieningsvereisten ruimtelijke plannen gemeente Wierden
Beleidsregel Indieningsvereisten ruimtelijke plannen gemeente Wierden Inleiding Voor het opstellen van een bestemmingsplan is de initiatiefnemer zelf verantwoordelijk. Er wordt veel belang gehecht aan
Nadere informatieReconstructie 380kV-lijn Maasbracht -Eindhoven en 150kV-lijn Eindhoven oost Helmond zuid te Helmond
Reconstructie 380kV-lijn Maasbracht -Eindhoven en 150kV-lijn Eindhoven oost Helmond zuid te Helmond Berekening specifieke magneetveldzone definitief ontwerp In opdracht van: TenneT TSO B.V. Datum: 11 januari
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2013:1522
ECLI:NL:RVS:2013:1522 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-10-2013 Datum publicatie 16-10-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201206838/1/A3 Bestuursrecht Tussenuitspraak
Nadere informatieNadeelcompensatieregeling kabels en leidingen Maasdriel
GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Maasdriel Nr. 116856 7 juli 2017 Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen Maasdriel Nadere regels over nadeelcompensatie als gevolg van het op verzoek
Nadere informatieRegeling van de Minister van Economis
Regeling van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van, nr. WJZ/18086924, houdende regels omtrent de aanwijzing van gebieden als bedoeld in artikel 10, zevende lid, onderdeel a, van de Gaswet (Regeling
Nadere informatieRb. Noord-Holland, , HAA 13/1804, ECLI:NL:RBNHO:2013:12968, BR Mr. J.M. Janse van Mantgem. Tijdelijke omgevingsvergunning
Rb. Noord-Holland, 31-12-2013, HAA 13/1804, ECLI:NL:RBNHO:2013:12968, BR Mr. J.M. Janse van Mantgem Tijdelijke omgevingsvergunning Tijdelijke omgevingsvergunning Omgevingsvergunning met instandhoudingstermijn
Nadere informatieADVIES VAN DE DIRECTEUR DTE AAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, OP BASIS VAN ARTIKEL 15, TWEEDE LID, VAN DE ELEKTRICITEITSWET 1998.
ADVIES VAN DE DIRECTEUR DTE AAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, OP BASIS VAN ARTIKEL 15, TWEEDE LID, VAN DE ELEKTRICITEITSWET 1998. BEDRIJFSGEGEVENS AANVRAGER Ontheffingsaanvrager: Tuinbouwcombinatie
Nadere informatieWet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)
29 Wet van 6 november 2008, houdende regels inzake een vergunningstelsel met betrekking tot activiteiten die van invloed zijn op de fysieke leefomgeving en inzake handhaving van regelingen op het gebied
Nadere informatieNadeelcompensatieregeling kabels en leidingen gemeente Almere 2016
CVDR Officiële uitgave van Almere. Nr. CVDR422357_1 12 december 2017 Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen gemeente Almere 2016 Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen gemeente Almere 2016
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2014:1463
ECLI:NL:RVS:2014:1463 Instantie Raad van State Datum uitspraak 23-04-2014 Datum publicatie 23-04-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201308905/1/R2 Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieVoorsorteren op de omgevingsvergunning De mogelijkheden tot de gecoördineerde voorbereiding van besluiten in de Wro en de Awb per 1 juli 2008
Voorsorteren op de omgevingsvergunning De mogelijkheden tot de gecoördineerde voorbereiding van besluiten in de Wro en de per 1 juli 2008 Inleiding Veel wordt in Nederland geklaagd over het aantal vergunningen
Nadere informatieOnderwerp : Verklaring van geen bedenkingen
Raadsvoorstel *Z0158AF9EC1* Aan de raad Documentnummer : INT-14-14647 Afdeling : Ruimte Onderwerp : Verklaring van geen bedenkingen Inleiding Bij besluit van 2 december 2010 (2010/53460) heeft uw raad
Nadere informatieVerordening schade-advisering ruimtelijke ordening Flevoland
Verordening schade-advisering ruimtelijke ordening Flevoland Artikel 1: Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder : aanvraag : adviseur: commissie: Besluit: deskundige belanghebbende:
Nadere informatieNadeelcompensatieregeling kabels en leidingen gemeente Almere 2016
Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen gemeente Almere 2016 Beleidsregels over nadeelcompensatie als gevolg van het op verzoek van het college van burgemeester en wethouders verplaatsen of het anderszins
Nadere informatieToelichting op de Coördinatieverordening
Toelichting op de Coördinatieverordening Hoofdstuk 1: Algemene toelichting 1. Coördinatieregeling ex artikel 3.30 Wro Afdeling 3.6 Wro bevat verschillende coördinatieregelingen voor Rijk, provincie en
Nadere informatieOmgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten.
Omgevingsvergunning Poststuknummer: DA00107087 Burgemeester en wethouders hebben op 17 juli 2018 een aanvraag omgevingsvergunning ontvangen en in behandeling genomen voor het bouwen van 2 vrijstaande schuurwoningen
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2014:3854
ECLI:NL:RVS:2014:3854 Instantie Raad van State Datum uitspraak 29-10-2014 Datum publicatie 29-10-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201401837/1/R1 Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieDe Minister van Economische Zaken, Gelet op de artikelen 93, derde lid, van de Elektriciteitswet 1998 en 85, derde lid, van de Gaswet;
CONCEPT Regeling van de Minister van Economische Zaken van, nr. WJZ, houdende nadere regels met betrekking tot het verlenen van instemming met wijzigingen ten aanzien van de eigendom van elektriciteitsnetten
Nadere informatieDirectoraat-generaal Energie, Telecom & Mededinging Directie Energiemarkt DGETM-EM / Toelichting
Toelichting Inleiding Om in de toekomst voldoende capaciteit te hebben voor elektriciteitstransport moet tussen Borssele en Tilburg een nieuwe 380 kilovolt hoogspanningsverbinding worden aangelegd. In
Nadere informatie