Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave"

Transcriptie

1 Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van gemeentewerf Bunnik, d.d. 24 oktober 2006 met nr. 2006WEM004199i. Bijlage 1: Voorschriften Inhoudsopgave BIJLAGE 1: VOORSCHRIFTEN Algemene voorschriften Algemeen Werktijden Terreinen en wegen Toegang Gedragsvoorschriften/instructies Milieuaspecten en componenten (Externe) veiligheid Geluidhinder...5 Waarneempunt...5 Avondperiode Luchtverontreiniging Geurhinder Bodembescherming Afvalstoffen die binnen de inrichting ontstaan Afvalwater Preventie/Verruimde reikwijdte Energiebesparing Waterbesparing Specifieke bedrijfsonderdelen; installaties Elektrische installatie Stookinstallatie (gas) Materiaalopslag van gemeentelijke uitvoerende diensten Stalling voertuigen en machines Opslag bestrijdingsmiddelen Zoutopslag Opslag wegenbouwmaterialen en overige materialen Onderhoud van apparatuur en materialen Onderhoudswerkplaats Gebruik en opslag (bewaring) van gasflessen bestemd voor eigen gebruik Opslag gevaarlijke stoffen, onderdeel gemeentewerf Opslag werkvoorraden bodembelastende vloeistoffen Laden van accu s Wasplaats Opslag afvalstoffen afkomstig van gemeentelijke diensten Opslag groenafval Opslag afvalstoffen afkomstig van particulieren Opslag van klein chemisch/gevaarlijk afval (kca/kga) Opslag van asbest en asbesthoudend materiaal Opslag elektrische en elektronische apparatuur incl. koel-/vriesapparatuur Opslag van bouw- en sloopafval en steenachtige materialen Opslag (verontreinigde) grond Opslag metalen Opslag GFT-afval en huishoudelijk restafval...25 Provincie Utrecht 1 gemeentewerf Bunnik

2 9 Oefeningen door de brandweer Acceptatie en registratie...25 Sturing van afvalstromen Milieulogboek Beëindiging van de inrichting...26 BIJLAGE 2: BIJLAGE 3: BIJLAGE 4: BIJLAGE 5: BEGRIPSBEPALINGEN...28 LITERATUUR...33 GESCHEIDEN HOUDEN VAN GEVAARLIJKE AFVALSTOFFEN...35 COMPARTIMENTERING VAN GEVAARLIJKE AFVALSTOFFEN...37 Provincie Utrecht 2 gemeentewerf Bunnik

3 1 Algemene voorschriften 1.1 Algemeen De inrichting moet in overeenstemming zijn met de bij deze vergunning behorende bescheiden, tenzij de aan deze vergunning verbonden voorschriften anders bepalen. Voor alle documenten en richtlijnen waar in deze vergunning naar wordt verwezen, geldt steeds de versie die ten tijde van het in werking treden van de vergunning actueel is, tenzij in het voorschrift de versie expliciet is aangegeven De tekening van de inrichting (met nummer B ) welke behoort bij de aanvraag om de Wet milieubeheer vergunning maakt geen deel uit van deze beschikking De inrichting moet schoon worden gehouden en in goede staat van onderhoud verkeren. 1.2 Werktijden De gemeentewerf mag alleen in werking zijn van maandag t/m vrijdag van uur en zaterdag van uur. Het afvalscheidingstation mag in werking zijn van maandag t/m zaterdag van uur en tevens 1 avond in de week van uur Ten behoeve van incidentele activiteiten zoals genoemd in de aanvraag om vergunning mag van de in voorschrift genoemde werktijden afgeweken worden. Voor de brandweeroefeningen gelden de onderstaande werktijden: -1 keer per week tussen uur In de inrichting moet tijdens de openstelling ten minste één persoon aanwezig zijn die is geïnstrueerd over en verantwoordelijk is voor de naleving van de aan de inrichting opgelegde voorschriften. In het logboek moet vermeld zijn wie verantwoordelijk is. 1.3 Terreinen en wegen Het bedrijfsterrein en het wegenstelsel moet zodanig zijn ingericht en de toegankelijkheid moet zodanig worden bewaakt, dat ten behoeve van de hulpverlening bij brand en de bestrijding van brand, calamiteiten of bijzondere omstandigheden elk bedrijfsonderdeel goed bereikbaar is Het transport, de opslag, overslag en afvoer van afval op het terrein dient zodanig te geschieden dat zich geen afval binnen en buiten de inrichting kan verspreiden Het aantrekken van insecten, knaagdieren en ander ongedierte moet zo veel mogelijk worden voorkomen. Zo vaak de omstandigheden daartoe aanleiding geven, moet doelmatige bestrijding van insecten, knaagdieren en ander ongedierte plaatsvinden. 1.4 Toegang Bij de ingangen moeten borden zijn geplaatst waarop duidelijk zijn vermeld: a. naam van de inrichting; b. het telefoonnummer van de inrichting; c. de openingstijden van de inrichting; d. verbod om het terrein buiten openingstijden te betreden; e. telefoonnummer(s) dat bereikbaar is in geval van calamiteiten; f. (globale)acceptatievoorwaarden. Provincie Utrecht 3 gemeentewerf Bunnik

4 1.4.2 Het terrein van de inrichting moet, afgezien van de noodzakelijke ingangen, rondom zijn afgescheiden door een (gesloten) omheining; de omheining moet zodanig zijn uitgevoerd dat onbevoegden zich geen toegang tot het terrein kunnen verschaffen; gevels of gedeelten van gevels van het perceel en waterpartijen (sloten) mogen deel uitmaken van de bedoelde omheining De ingangen moeten buiten werktijd zijn gesloten, tenzij deze onder toezicht staan van een daartoe door de bedrijfsleiding aangewezen persoon. 1.5 Gedragsvoorschriften/instructies De vergunninghoudster moet alle binnen de inrichting werkzame personen instrueren over de voorschriften van deze vergunning, de algemene veiligheidsvoorschriften, het praktische gebruik van kleine blusmiddelen en de voorschriften in geval van brand, voor zover een en ander op hen van toepassing is. 2 Milieuaspecten en componenten 2.1 (Externe) veiligheid Algemeen Daar waar in de inrichting overeenkomstig de voorschriften uit deze vergunning een rookverbod geldt moet met betrekking tot dit verbod een pictogram overeenkomstig NEN 3011 zijn aangebracht Hoofdafsluiters voor gas en elektriciteit moeten zijn voorzien van een duidelijk leesbaar opschrift. De hoofdafsluiters moeten voor bevoegden op een bereikbare plaats aanwezig zijn. Brandblusmiddelen Ten einde een begin van brand effectief te kunnen bestrijden moeten voldoende brandblusmiddelen aanwezig zijn. Een brandblusmiddel moet op een in het oog lopende plaats of wijze zijn aangebracht, onbelemmerd bereikt kunnen worden, in goede staat van onderhoud verkeren en steeds voor direct gebruik beschikbaar zijn In elk deel van de inrichting dat is bestemd voor de op- en overslag van gevaarlijke stoffen, moet voor elke 200 m2 vloeroppervlakte een mobiel brandblusapparaat aanwezig zijn met een blusequivalent van 6 kg poeder. Een brandblusmiddel moet op een in het oog lopende plaats of wijze zijn aangebracht, onbelemmerd bereikt kunnen worden, in goede staat van onderhoud verkeren en steeds voor direct gebruik beschikbaar zijn Draagbare blustoestellen en slanghaspels moeten jaarlijks worden geïnspecteerd en onderhouden volgens de voorschriften vermeld in de NEN 2559 en NEN-EN Bedrijven die de blusmiddelen onderhouden en inspecteren moeten beschikken over een REOB-erkenning (Regeling voor de Erkenning van Onderhoudsbedrijven kleine Blusmiddelen). Na inspectie moeten blustoestellen en slanghaspels worden voorzien van een van een label of sticker met de inspectiedatum. Draagbare blustoestellen moeten bovendien worden voorzien van een zegel Draagbare blustoestellen moeten zijn voorzien van een rijkskeurmerk met rangnummer. Slanghaspels moeten voldoen aan het gestelde in NEN-EN Provincie Utrecht 4 gemeentewerf Bunnik

5 2.2 Geluidhinder Het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (LAr, LT) veroorzaakt door de binnen de perceelgrens van de inrichting aanwezige toestellen en installaties en door de binnen de perceelgrens van de inrichting verrichte werkzaamheden en/of activiteiten, bepaald volgens de "Handleiding meten en rekenen industrielawaai uitgave 1999, mag ter plaatse van de waarneempunten 1 t/m 5 zoals genoemd in bijlage niet meer bedragen dan: Waarneempunt Dagperiode LAr, LT [db(a)] h=1,5 m Avondperiode LAr,LT [db(a)] h=4,5 m Nachtperiode LAr,LT [db(a)] h=4,5 m 1; Rumpsterweg 8a ; Schoudermantel ; Schoudermantel 57a ; Schoudermantel : Schoudermantel 53 (stacaravan) 43 35* -- * waarneemhoogte 1,8 meter Het maximale geluidniveau (LAmax) veroorzaakt door de in de inrichting aanwezige toestellen en installaties, en door de in de inrichting verrichte werkzaamheden of activiteiten in de representatieve bedrijfssituatie, mag ter plaatse van de waarneempunten 1 t/m 5 genoemde punten niet meer bedragen dan: Waarneempunt Dagperiode L Amax [db(a)] h=1,5 m Avondperiode L Amax [db(a)] h=4,5 m Nachtperiode L Amax [db(a)] h=4,5 m 1; Rumpsterweg 8a ; Schoudermantel ; Schoudermantel ; Schoudermantel : Schoudermantel 53 (stacaravan) 63 61* -- * waarneemhoogte 1,8 meter 2.3 Luchtverontreiniging Uitmondingen in de buitenlucht van afvoerleidingen van ventilatiesystemen, luchtbehandelinginstallaties of afzuigsystemen, ten aanzien waarvan in deze vergunning geen andere voorschriften zijn gesteld, moeten zodanig zijn gelegen dat van de hierdoor uittredende lucht en de daarin aanwezige stoffen geen overlast wordt ondervonden buiten de inrichting. 2.4 Geurhinder De inrichting mag geen geurhinder ter plaatse van woningen en/of gebouwen van derden veroorzaken. Indien door bevoegd gezag, op basis van (een) geregistreerde klacht(en), wordt vastgesteld dat als gevolg van de bedrijfsactiviteiten toch geurhinder wordt veroorzaakt, moet door vergunninghoudster een onderzoek (geuronderzoek) ingesteld worden naar de oorzaak van de geurhinder. Naar aanleiding van de resultaten van dit onderzoek dienen maatregelen getroffen te worden om de door of vanwege de inrichting Provincie Utrecht 5 gemeentewerf Bunnik

6 veroorzaakte emissie van reuk- en stankstoffen in de buitenlucht te beperken. De getroffen maatregelen moeten zodanig zijn dat geen geurhinder ter plaatse van woningen en/of gebouwen van derden meer wordt veroorzaakt. 2.5 Bodembescherming Algemeen De opslag en het gebruik van stoffen binnen de inrichting moet zodanig geschieden dat geen verontreiniging van de bodem optreedt Gemorste of gelekte voor de bodem schadelijke vloeistoffen moet direct worden opgenomen; hiertoe moeten voldoende absorptiemiddelen aanwezig zijn om eventuele gemorste of gelekte vloeistof op te nemen; verontreinigd absorptiemiddel dient gescheiden van andere stoffen te worden bewaard in vloeistofdicht, goed gesloten vaatwerk. Voorzieningen Op de volgende locaties binnen de inrichting dient een vloeistofkerende voorziening aanwezig te zijn: - stallingruimte voor voertuigen en machines; - opslag van vast zout; - onderhoudswerkplaats voor machines en voertuigen; - acculaadplaats; - het gevaarlijk afvalstoffen depot incl. sorteerruimte; (alleen als gebruik gemaakt wordt van speciale emballage bv. UN-gekeurde verpakkingen; anders vloeistofdichte voorziening zie voorschrift 2.5.5) - de laad- en losplaats voor gevaarlijke afvalstoffen; (alleen in die gevallen waar gebruik wordt gemaakt van speciale emballage) - de oefenplaats voor de brandweer voorzover bij de oefeningen geen blusactiviteiten plaatsvinden Op de onderstaande locaties dient een vloeistofdichte vloer aanwezig te zijn: - de wasplaats; - de oefenplaats voor de brandweer indien blusactiviteiten plaatsvinden Op de onderstaande locaties dient een vloeistofdichte vloer of vloeistofdichte opvangvoorziening aanwezig te zijn: - het gevaarlijk afvalstoffen depot incl. sorteerruimte (indien geen gebruik wordt gemaakt van speciale emballage bv. UN-gekeurde verpakkingen); - de laad- en losplaats voor gevaarlijke afvalstoffen; (alleen van toepassing als geen gebruik wordt gemaakt van UN-gekeurde verpakkingen) - opslag van bermmaaisel of daarmee verontreinigd groenafval; - opslag van bouw- en sloopafval; - opslag grof huishoudelijk afval; - opslag van restfracties; - de buitenopslag van geïmpregneerd hout; - de buitenopslag van bitumineuze afvalstoffen Regenwater afkomstig van de in de voorschriften en genoemde vloeistofdichte voorzieningen dient zonder dat verspreiding over niet vloeistofdichte terreingedeelten plaatsvindt, afgevoerd te worden naar het vuilwater riool. Provincie Utrecht 6 gemeentewerf Bunnik

7 2.5.7 Binnen 4 maanden na het van kracht worden van deze beschikking moeten de in de voorschriften en genoemde vloeistofdichte voorzieningen, voorzover dit vloeistofdichte vloeren zijn, door een Deskundig Inspecteur conform CUR/PBVaanbeveling 44 Beoordeling vloeistofdichtheid van vloeistofdichte voorzieningen worden onderzocht op vloeistofdichtheid Voor alle in de voorschriften en genoemde vloeistofdichte voorzieningen dient, voorzover dit vloeistofdichte vloeren zijn, door een door het bevoegd gezag erkende deskundige afgegeven geldige PBV-verklaring vloeistofdichte voorziening aanwezig te zijn. De verklaring moet worden bewaard in het in voorschrift genoemde milieu-logboek Bodembeschermende voorzieningen waarvoor geen PBV-verklaring vloeistofdichte voorziening vereist is (bv. lekbakken) moeten zo vaak als de omstandigheden, daartoe aanleiding geven maar ten minste 4x per jaar visueel te worden gecontroleerd op gebreken die afbreuk doen aan de bodembeschermende werking De resultaten van visuele inspecties aan bodembeschermende voorzieningen moeten worden bewaard in het in voorschrift genoemde milieulogboek; indien tijdens een visuele controle gebreken aan een vloeistofdichte constructie waarvoor een PBV-verklaring is afgegeven worden vastgesteld, dient de constructie te worden hersteld op aanwijzing van een onafhankelijke deskundige, die de constructie na herstel conform CUR/PBV-aanbeveling 44 herkeurt; geconstateerde gebreken aan overige bodembeschermende voorzieningen moeten zodanig hersteld worden dat de bodembeschermende werking van de voorziening gewaarborgd is; van de uitvoering van herstelwerkzaamheden aan bodembeschermende voorzieningen moet een aantekening worden gemaakt in het milieulogboek Vloeistofdichte voorzieningen zoals bedoeld in dienen, voorzover dit vloeistofdichte opvangvoorzieningen zijn waarvoor geen PBV-verklaring kan worden afgeven, voordat ze gebruikt gaan worden visueel gecontroleerd te worden op vloeistofdichtheid. Eventuele morsingen dienen terstond te worden opgeruimd Vloeibare chemicaliën, oliën, afgewerkte olie en andere vloeibare bodembelastende (afval)stoffen moeten worden bewaard in goed gesloten verpakkingen. De verpakkingen moeten staan opgesteld boven/in een lekbakconstructie met een opvangcapaciteit van ten minste de inhoud van de grootste verpakking vermeerderd met 10% van de gezamenlijke inhoud van de overige verpakkingen die boven de lekbakconstructie zijn opgesteld. Morsingen dienen terstond opgeruimd te worden Indien de in voorschrift bedoelde verpakkingen buiten zijn opgeslagen moeten voorzieningen zijn getroffen om te voorkomen dat regenwater in de vloeistofdichte lekbakconstructie kan geraken Lege emballage, met stoffen als bedoeld in voorschrift , die niet gereinigd is, moet worden bewaard en behandeld als gevulde emballage. 2.6 Afvalstoffen die binnen de inrichting ontstaan Hergebruik Van binnen de inrichting afkomstige afvalstoffen moeten met het oog op hergebruik naar soort gescheiden verzameld, bewaard en afgevoerd worden Bij de afvoer van de in voorschrift genoemde afvalstoffen moet gekozen worden voor afgifte (eventueel via een inzamelaar) aan een verwerker die een verwerkingsmethode hanteert met de minst nadelige gevolgen voor het milieu, te weten (in voorkeursvolgorde voor afvalbeheer): Provincie Utrecht 7 gemeentewerf Bunnik

8 - nuttig toepassen door producthergebruik; - nuttige toepassing door materiaalhergebruik; - nuttige toepassing als brandstof; - verbranden als vorm van verwijdering; - verwijdering: storten Aanvullende eis voor gevaarlijk afval De in de inrichting vrijkomende gevaarlijke afvalstoffen die behoren tot verschillende groepen zoals opgenomen in bijlage 5 dienen gescheiden te worden verzameld, gescheiden te worden bewaard en gescheiden te worden afgevoerd. De opslagmiddelen moeten voldoen aan het in voorschrift gestelde De in voorschrift genoemde gevaarlijke afvalstoffen dienen overeenkomstig het gestelde in paragraaf 8.1 van deze vergunning opgeslagen te worden. 2.7 Afvalwater Algemeen Bedrijfsafvalwater mag uitsluitend in een openbaar riool worden gebracht, als door de samenstelling, eigenschappen of hoeveelheid ervan: a. de doelmatige werking niet wordt belemmerd van een openbaar riool of de bij een zodanig openbaar riool behorende apparatuur, en b. de verwerking van rioolslib, verwijderd uit het openbaar riool, niet wordt belemmerd De volgende stoffen mogen niet worden geloosd: - stoffen die stankoverlast kunnen veroorzaken; - stoffen die verstopping of beschadiging van een openbaar riool of van de daaraan verbonden installaties kunnen veroorzaken; - grove afvalstoffen, evenals snel bezinkende stoffen met een korreldiameter van meer dan 0,75 millimeter De totale hoeveelheid bedrijfsafvalwater dient, voordat lozing op het gemeentelijk riool plaatsvindt, door een controlevoorziening te worden geleid, zodat te allen tijde bemonstering van het afvalwater kan plaatsvinden. De controlevoorziening moet goed bereikbaar en toegankelijk zijn. 3 Preventie/Verruimde reikwijdte 3.1 Energiebesparing Het energieverbruik van de inrichting moet tenminste over elk kalenderjaar worden geregistreerd. Deze gegevens dienen bewaard te worden in het in voorschrift genoemde logboek. 3.2 Waterbesparing Het waterverbruik van de inrichting moet tenminste over elk kalenderjaar worden geregistreerd. Hierbij moet het waterverbruik per soort (leiding-, grondwater, etc.) worden bijgehouden. Deze gegevens dienen bewaard te worden in het in voorschrift genoemde logboek. Provincie Utrecht 8 gemeentewerf Bunnik

9 4 Specifieke bedrijfsonderdelen; installaties 4.1 Elektrische installatie De elektrische installatie moet voldoen aan NEN De elektrische installatie en het elektrisch materieel in ruimten waar zeer licht ontvlambare stoffen, licht ontvlambare of ontvlambare stoffen worden opgeslagen of gebruikt, moet voldoen aan de voorschriften zoals aangegeven in de normen NEN 1010 en NEN-EN-IEC en NEN-EN-IEC In deze ruimten mag niet worden gerookt en is open vuur verboden. 4.2 Stookinstallatie (gas) Verwarmings- en stooktoestellen moeten zodanig zijn afgesteld dat een optimale verbranding plaatsvindt; binnen een inrichting mogen geen andere brandstoffen dan aardgas, propaangas, butaangas of gasolie bedrijfsmatig worden verstookt of verbrand Aan een verwarmings- of stooktoestel en een verbrandingsgasafvoersysteem moet ten minste éénmaal per kalenderjaar onderhoud worden verricht. beoordeling, afstelling, onderhoud en reparaties moet geschieden door: a. een voor die activiteit of activiteiten gecertificeerde natuurlijke persoon of rechtspersoon, of b. een andere natuurlijke persoon of rechtspersoon die over aantoonbare gelijkwaardige deskundigheid beschikt voor die activiteit of activiteiten; beoordeling, afstelling, onderhoud en reparaties moet zodanig worden uitgevoerd dat roet, stof of ander vuil zich daarbij niet buiten de inrichting kan verspreiden Afsluiters in vaste gasleidingen moeten goed bereikbaar zijn en zijn aangebracht: a. direct voor of na binnenkomst van de leiding in een gebouw; b. aan het einde van elk aftakking van een vaste leiding naar een gebruikstoestel, c. in de leidingen op plaatsen waar de leiding geheel of gedeeltelijk kan worden gespoeld met een inert gas, d. zodanig dat zij onder alle omstandigheden te bedienen zijn Brandstofleidingen moeten tegen mechanische beschadiging zijn beschermd of zodanig zijn aangebracht dat hiervoor niet behoeft te worden gevreesd. 5 Materiaalopslag van gemeentelijke uitvoerende diensten 5.1 Stalling voertuigen en machines De vloer waarop voertuigen, machines en werktuigen worden gestald moet zodanig zijn uitgevoerd dat eventuele gemorste en/of gelekte (vloei)stoffen snel en volledig verwijderd kunnen worden Bij stalling van voertuigen, machines en werktuigen waarvan gezien de aard of de staat van onderhoud lekkage kan worden verwacht moeten voorzieningen (plaatsen van lekbakken of plaatsing op een overeenkomstig CUR/PBV-aanbeveling goedgekeurde vloeistofdichte vloer overeenkomstig het gestelde in paragraaf 2.5 ) getroffen worden om bodemverontreiniging als gevolg van deze lekkages te voorkomen. 5.2 Opslag bestrijdingsmiddelen Bestrijdingsmiddelen en ongereinigde lege verpakkingen daarvan mogen uitsluitend zijn opgeslagen in een daartoe bestemde kast; Provincie Utrecht 9 gemeentewerf Bunnik

10 in de kast mag niet meer dan 400 kg van die middelen zijn opgeslagen De kast moet van een deugdelijke constructie zijn, doelmatig zijn ingericht, in goede staat van onderhoud verkeren De kast moet doelmatig op de buitenlucht zijn geventileerd In de kast mag geen ander kunstlicht worden gebruikt dan elektrisch licht; de elektrische installatie moet voldoen aan de voorschriften, zoals aangegeven in de norm NEN 1010 met de aanvullende voorschriften voor installaties in vochtige ruimten met bijtende gassen, dampen en stoffen zoals vermeld in hoofdstuk 75 van genoemde norm Vloeibare bestrijdingsmiddelen moeten zijn opgesteld in of boven een lekbak De bestrijdingsmiddelen moeten droog en koel worden bewaard; binnen een afstand van ten minste 2 m van de kast mogen geen vuur en/of oppervlakken met een temperatuur van meer dan C of licht ontvlambare stoffen aanwezig zijn Vloeibare bestrijdingsmiddelen moeten gescheiden van vaste bestrijdingsmiddelen zijn opgeslagen; onderlinge vermenging van de bestrijdingsmiddelen en beschadigingen van de verpakkingen moeten worden voorkomen; gemorste bestrijdingsmiddelen moeten direct worden opgeruimd; hiertoe moeten voldoende absorptiemiddelen en vaatwerk aanwezig zijn De toegangsdeur van de kast dient buiten de tijd dat hier door een bevoegd persoon bestrijdingsmiddelen worden ingezet of uitgehaald met een deugdelijk slot zodanig te zijn afgesloten dat deze door onbevoegden niet kan worden geopend Op de toegangsdeur van de kast moet duidelijk leesbaar het opschrift "BESTRIJDINGSMIDDELEN" zijn aangebracht, alsmede een afbeelding van een doodshoofd van ten minste 60 mm hoog Nabij de kast moet een blustoestel aanwezig zijn met een vulling van ten minste 6 kg. 5.3 Zoutopslag Opslag vast zout Zout mag uitsluitend worden opgeslagen in een speciaal voor deze opslag bestemde voorziening, die bestand is tegen de inwerking van zout. De opslagvoorziening moet zodanig zijn afgedekt of overkapt dat regenwater niet in contact met het zout kan komen Verspreiding van zout buiten de opslagvoorziening dient voorkomen te worden. Eventueel gemorst zout dient direct opgeruimd te worden Het lossen en verplaatsen van zout moet zodanig geschieden dat zo weinig mogelijk zout buiten de voorziening kan geraken. Opslag vloeibaar zout (pekel) De stijfheid en sterkte van de tank waarin het vloeibare zout is opgeslagen moet voldoende zijn om schadelijke vervorming als gevolg van overdruk bij vulling of overvulling te voorkomen terwijl de dichtheid onder alle omstandigheden moet zijn verzekerd De ondersteunende constructie van een tank moet bestaan uit deugdelijk materiaal. Op plaatsen waar kans op verzakking bestaat, moet een doelmatige fundering zijn aangebracht. Provincie Utrecht 10 gemeentewerf Bunnik

11 5.3.6 Indien een niveauaanwijzing of peilinrichting is aangebracht, moet deze zodanig zijn ingericht dat het uitstromen van vloeistof uit de tank, ook door verkeerde werking of door breuk, onmogelijk is In elke aansluiting op de tank beneden het hoogste vloeistofniveau en in de toevoerleiding naar de menginstallatie moet zo dicht mogelijk bij de tankwand een afsluiter zijn geplaatst. Deze moet zodanig zijn uitgevoerd dat duidelijk is te zien of de afsluiter is geopend, dan wel is gesloten Het vullen van of aftappen uit een tank moet zonder morsen geschieden Een tank mag slechts voor 95% worden gevuld Leidingen, met uitzondering van flexibele verbindingsstukken, moeten zijn vervaardigd van materiaal van voldoende mechanische sterkte. De verbindingen moeten onder alle omstandigheden even sterk zijn als de rest van de leiding. De leidingen en de appendages moeten blijvend vloeistofdicht zijn De tanks en de vul- en aftappunten moeten in of boven een lekbakconstructie zijn geplaatst. De opvangcapaciteit van de lekbakconstructie moet gelijk zijn aan de inhoud van de grootste tank vermeerderd met 10% van de inhoud van de overige tanks. Een gelijkwaardige voorziening ter voorkoming van bodemverontreiniging is in overleg met het bevoegd gezag mogelijk. Voorkomen moet worden dat er regenwater in de opvangbak terecht komt. 5.4 Opslag wegenbouwmaterialen en overige materialen Grond/zand moet zodanig worden opgeslagen dat opwaaiing en/of verstuiving wordt voorkomen. Zodra de weersinvloeden daartoe aanleiding geven moeten voorzieningen en/of maatregelen worden getroffen, zoals het aanbrengen van afdekkingen of het bevochtigen van de opslag, om verstuiving te voorkomen. 6 Onderhoud van apparatuur en materialen 6.1 Onderhoudswerkplaats Oliën, vetten of water mogen niet van de vloer van de werkplaats naar buiten worden geveegd of geschrobd. De vloer mag niet afwaterend naar een uitgang zijn gelegd Indien in de onderhoudswerkplaats zeer licht ontvlambare, licht ontvlambare of ontvlambare stoffen zijn opgeslagen of worden gebruikt is roken en open vuur verboden De onderhoudswerkplaats moet zodanig worden geventileerd dat, ter voorkoming van brand- of explosiegevaar, voldoende ventilatie is gewaarborgd om gassen of dampen die ontstaan bij lekkage of werkzaamheden, af te voeren Bij het proefdraaien of testen van verbrandingsmotoren moeten de uitlaatgassen op een zodanige wijze via een afvoerleiding bovendaks worden afgevoerd dat hiervan buiten de inrichting geen hinder wordt ondervonden Werkzaamheden waarbij vuur wordt gebruikt mogen niet worden verricht aan of in de onmiddellijke nabijheid van een brandstofreservoir of andere delen van een motorvoertuig die brandstof bevatten In de werkplaats alsmede in enig ander gebouw van de inrichting mogen, met uitzondering van het vullen met een brandstof die in de categorie brandbare vloeistof (bv. diesel) valt, geen brandstofreservoirs van motorvoertuigen worden bijgevuld. De brandstofreservoirs van motorvoertuigen moeten, behoudens tijdens aan deze reservoirs te verrichten werkzaamheden, goed zijn gesloten. Provincie Utrecht 11 gemeentewerf Bunnik

12 6.1.7 Laswerkzaamheden mogen niet worden uitgevoerd in een ruimte waar zeer licht ontvlambare, licht ontvlambare of ontvlambare stoffen zijn opgeslagen of worden gebruikt Lichtverschijnselen als gevolg van laswerkzaamheden mogen geen hinder buiten de inrichting veroorzaken. 6.2 Gebruik en opslag (bewaring) van gasflessen bestemd voor eigen gebruik Algemeen Gasflessen waarvan de herkeurtermijn (periodiek onderzoek) is verstreken mogen niet binnen de inrichting aanwezig zijn. Dit voorschrift is niet van toepassing op gasflessen die als afvalstof in afwachting van definitieve verwijdering worden opgeslagen Gasflessen moeten zijn voorzien van de vereiste ADR-gevaarsetiketten Gasflessen moeten zodanig zijn opgesteld dat zij tegen omvallen en aanrijden zijn beschermd, steeds gemakkelijk bereikbaar zijn en niet in de onmiddellijke nabijheid van brandgevaarlijke stoffen staan Voor lege gasflessen moeten dezelfde veiligheidsmaatregelen in acht worden genomen als voor gevulde gasflessen Zichtbaar beschadigde of lekkende gasflessen moeten apart gezet worden op een locatie waar het uitstromende gas zo weinig mogelijk gevaar oplevert. Gebruik van gasflessen Gasflessen die niet aan een vaste plaats zijn gebonden, moeten buiten werktijd op een vaste plaats zijn ondergebracht Leidingen, toebehoren en pakkingmateriaal moeten mechanisch voldoende sterk zijn, bestand zijn tegen de optredende druk en temperatuur en geschikt zijn voor het te transporteren gas Leidingen en toebehoren moeten zodanig zijn gedimensioneerd, dat bij de te verwachten maximumbelasting van de installatie, het drukverlies en de gassnelheid gelimiteerd blijven tot waarden waarbij de goede regeling van de gasdruk of de juiste werking van de gebruikstoestellen is gewaarborgd De afsluiter van een gasfles die niet in gebruik is moet gesloten zijn Afsluiters moeten goed bereikbaar zijn Afsluiters moeten zijn aangebracht: a. direct voor of na binnenkomst van de leiding in een gebouw; b. aan het einde van elk aftakpunt van een vaste leiding naar een gebruikstoestel; c. in de leidingen op plaatsen die het mogelijk maken de leiding geheel of gedeeltelijk te spoelen met een inert gas De opstelling van gasflessen in een gasflessenbatterij moet overzichtelijk zijn door ze op één rij te plaatsen; van een gasflessenbatterij moet de onderlinge afstand tussen de gasflessen ten minste 5 cm bedragen De totale waterinhoud van een (gas)flessenbatterij mag niet meer bedragen dan liter, met uitzondering van batterijen bestemd voor het vervoer van giftige gassen van ADR klasse 2 die moeten worden beperkt tot een totale inhoud van liter waterinhoud. Provincie Utrecht 12 gemeentewerf Bunnik

13 Tussen de verzamelleiding van een gasflessenbatterij en van een gasflessenpakket en het overige leidingstelsel moet een afsluiter zijn aangebracht. Aanvullende eisen voor acetyleen Verbindingen in een vast leidingsysteem voor acetyleen mogen uitsluitend worden gelast Aansluitingen, leidingen, afsluiters, reduceertoestellen en overig toebehoren voor acetyleen mogen niet van koper zijn, noch van legeringen die meer dan 63% koper bevatten De verbinding van een gasfles aan een verzamelleiding voor acetyleen moet plaatsvinden door middel van een beugelaansluiting van zodanige vorm en afmeting, dat uitsluitend acetyleenflessen op deze leiding kunnen worden aangesloten, één en ander volgens NEN Aanvullende eisen voor zuurstof Alle onderdelen van een leiding voor zuurstof, waarin een druk kan optreden die hoger is dan kpa (25 bar) en niet hoger dan kpa (150 bar), moeten zijn vervaardigd van koper, messing of roestvast staal; onderdelen van een leiding voor zuurstof, waarin een druk kan optreden die hoger is dan kpa (150 bar), moeten van koper of messing zijn vervaardigd Alle onderdelen van zuurstofinstallaties, die in aanraking kunnen komen met zuurstof, moeten vrij zijn van olie, vet en stof Voordat een zuurstofinstallatie in gebruik wordt genomen, moet deze worden ontvet met een onbrandbaar ontvettingsmiddel en daarna worden gespoeld met stikstof De verbinding van een gasfles aan een verzamelleiding voor zuurstof moet zodanig zijn dat het onmogelijk is om andere dan zuurstofflessen daarop aan te sluiten, één en ander volgens NEN Aanvullende eisen voor propaan en butaan Toebehoren van installaties voor propaan of butaan moeten zijn vermeld op de lijst van aanvaarde fabrikaten volgens de "Regels voor toestellen onder druk", dan wel de goedkeuring hebben van door een door Onze Minister wie het aangaat aangewezen instantie of een ten minste gelijkwaardige instelling, dan wel door een door een dergelijke instelling erkende deskundige. Aanvullende eisen voor mobiele snij- en lasaparatuur Niet aan een vaste plaats gebonden snij- en lasapparatuur moet buiten werktijd op een vaste plaats aanwezig zijn De gasflessen mogen niet horizontaal liggen en moeten zijn geplaatst op een laswagen De laswagen moet tenminste aan de volgende eisen voldoen: a. zowel tussen de flessen als tussen de handvaten en de flessen moet een brandscherm (bijv. een stalen scherm) zijn aangebracht; b. het brandscherm moet breder zijn dan de flessen en buiten de flessen uitsteken en ook hoger zijn dan de kop van de flessen. c. elke fles moet op dusdanige wijze worden vastgezet dat bij het plaatsen of verwijderen van een fles de andere fles niet kan omvallen; d. omdat de slangen niet gebundeld over de kop van de fles of reduceertoestel mogen hangen moet een voorziening aanwezig zijn voor het ophangen van de slangen (bijv. een zogenaamd slangenzadel). Provincie Utrecht 13 gemeentewerf Bunnik

14 Tijdens het in gebruik zijn van een acetyleendissousfles moet de sleutel voor het openen en sluiten op de afsluiter aanwezig zijn. Van een niet in gebruik zijnde fles moet de afsluiter zijn dichtgedraaid Een brander en de aan deze brander en flessen verbonden slangen moeten als ze niet in gebruik zijn, zijn opgehangen over een nabij de flessen geplaatst slangzadel. De slangen moeten met slangklemmen zijn bevestigd aan de brander en aan de flessen De gasdruk in een branderslang moet kunnen worden geregeld door middel van een reduceertoestel, voorzien van manometers In de nabijheid van een in gebruik zijnde acetyleen(dissous)fles moet een draagbaar blustoestel met een vulling van tenminste 6 kg bluspoeder aanwezig zijn. Bewaring en opstelling van gasflessen (meer dan 115 liter) Gasflessen, waarvan de gezamenlijke waterinhoud meer bedraagt dan 115 liter, moeten, met uitzondering van werkvoorraden, op een laskar geplaatste gasflessen of gasflessen die zijn aangesloten aan een verzamelleiding, worden opgeslagen in een daarvoor bestemde open opslagvoorziening overeenkomstig het gestelde in de hoofdstukken 3 en 6 van de PGS 15. De paragrafen 3.3, 3.8, 3.9, 3.10, 3.12, 3.13, 3.14 en 3.24 uit hoofdstuk 3 en voorschriften die uitsluitend zijn voorzien van de codering AI zijn niet van toepassing. Bewaring en opstelling van gasflessen in een inpandige opslagvoorziening Gasflessen moeten, met uitzondering van werkvoorraden, op een laskar geplaatste gasflessen of gasflessen die zijn aangesloten aan een verzamelleiding, worden opgeslagen in een daarvoor bestemde opslagvoorziening overeenkomstig het gestelde in de hoofdstukken 3 en 6 van de PGS 15. De paragrafen 3.3, 3.8, 3.9, 3.10, 3.12, 3.13, 3.14 en 3.24 uit hoofdstuk 3 en voorschriften die uitsluitend zijn voorzien van de codering AI zijn niet van toepassing In een inpandige opslagvoorziening mag de gezamenlijke waterinhoud van de aanwezige gasflessen niet meer bedragen dan 115 liter. 6.3 Opslag gevaarlijke stoffen, onderdeel gemeentewerf Gevaarlijke stoffen moeten worden opgeslagen overeenkomstig de met Wm aangeduide voorschriften uit hoofdstuk 3 van PGS 15 tenzij: - sprake is van een werkvoorraad welke voor een goede bedrijfsvoering noodzakelijk is of - de ondergrenzen genoemd in paragraaf 1.5 van PGS 15 niet worden overschreden. 6.4 Opslag werkvoorraden bodembelastende vloeistoffen Werkvoorraden bestaande uit vloeistoffen die de bodem kunnen verontreinigen moeten in een vloeistofdichte lekbakconstructie zijn geplaatst, die bestand is tegen de opgeslagen (vloei)stoffen. Deze lekbak moet ten minste de inhoud van het grootst aanwezige vat vermeerderd met 10% van de gezamenlijke inhoud van de overige vaten kunnen bevatten Indien er (vloei)stof in de lekbak is gemorst, moet deze zo snel mogelijk na constatering worden opgeruimd. Hiertoe moet in of nabij de opslagplaats voldoende absorptiemateriaal aanwezig zijn Lege, niet gereinigde, vaten moeten worden bewaard als volle vaten. Provincie Utrecht 14 gemeentewerf Bunnik

15 6.4.4 Indien direct uit het vaatwerk vloeistoffen zoals smeerolie, koelvloeistof etc. worden getapt, moet het aftappunt zich boven de lekbak bevinden. 6.5 Laden van accu s Acculaders en accu s moeten tijdens het laden zijn opgesteld in een goed geventileerde ruimte en moeten zodanig ten opzichte van de accu's zijn geplaatst dat zich in de acculader geen waterstofgas kan verzamelen Het aan- en afkoppelen van de aansluitdraden van accu's mag slechts geschieden als de stroom is uitgeschakeld; een accu-lader moet zijn geaard Een accu-lader en een accu of accubatterij moeten overzichtelijk zijn opgesteld en te allen tijde goed bereikbaar zijn. 6.6 Wasplaats Het reinigen van machines, motorvoertuigen of onderdelen daarvan en/of andere materialen mag in de inrichting uitsluitend geschieden op een wasplaats die zodanig is ingericht, dat tijdens de reinigingswerkzaamheden geen water, nevel of vuil buiten de wasplaats kan geraken; de vloer van de wasplaats moet afwaterend zijn gelegd naar schrobputjes of naar een verzamelgoot die zijn/is aangesloten op de bedrijfsriolering Veegvuil, oliën, vetten, modder, water etc. mogen niet over de rand van de vloer van de wasplaats geraken, worden geveegd of geschrobd Als brandstof voor een hogedrukreiniger mag slechts dieselolie worden gebruikt; deze dieselolie moet zijn opgeslagen in een tank, die constructief deel uitmaakt van de hogedrukreiniger en geen grotere inhoud heeft dan 30 liter; deze tank moet van staal zijn en zodanig zijn afgeschermd, dat de inhoud onder normale omstandigheden geen hogere temperatuur kan krijgen dan 40 C De leiding tussen de brandstoftank en de branderinstallatie moet van staal, koper of messing zijn en zijn voorzien van een afsluiter De branderinstallatie moet zodanig zijn ingericht en worden onderhouden, dat over het gehele regelvlak een nagenoeg rookloze verbranding wordt verkregen, waarbij het roetgehalte in de verbrandingsgassen, behoudens onmiddellijk na het starten van de brander, het roetcijfer 2 - gemeten direct achter de hogedrukreiniger en bepaald volgens de filterpapiermethode van Bacharach - niet overschrijdt; de roetdeeltjes mogen niet groter zijn dan 0,5 mm. Tijdens het reinigen met behulp van de hogedrukreiniger moeten maatregelen worden getroffen om te voorkomen dat rook zich op hinderlijke wijze buiten de inrichting kan verspreiden. 7 Opslag afvalstoffen afkomstig van gemeentelijke diensten 7.1 Opslag groenafval Geschredderd/verkleind groenafval, grasachtig materiaal, bermmaaisel en slootafval moet binnen drie maal vierentwintig uur na acceptatie uit de inrichting verwijderd worden. Provincie Utrecht 15 gemeentewerf Bunnik

16 8 Opslag afvalstoffen afkomstig van particulieren 8.1 Opslag van klein chemisch/gevaarlijk afval (kca/kga) Algemeen Gevaarlijke afvalstoffen moeten worden opgeslagen in een daarvoor bestemde opslagvoorziening. In de opslagvoorziening mogen daarnaast uitsluitend aanverwante stoffen worden opgeslagen. Gasflessen moeten, gescheiden van overige gevaarlijke afvalstoffen, worden opgeslagen in een aparte opslagvoorziening die voldoet aan de voorschriften zoals opgenomen in de voorschriften tot en met van deze vergunning In de in voorschrift genoemde opslagvoorziening mag maximaal 10 ton gevaarlijke afvalstoffen opgeslagen worden. Gevaarlijke afvalstoffen waarvoor geen ADRclassificatie geldt zijn van deze hoeveelheid uitgezonderd In een opslagvoorziening mogen, met uitzondering ten behoeve van monstername en ter bestrijding van een lekkage of calamiteit, geen aftap- of overtapwerkzaamheden plaatsvinden In een opslagvoorziening mogen sorteer- of ompakwerkzaamheden slechts plaatsvinden indien de primaire verpakking niet wordt geopend. Sorteer- of ompakwerkzaamheden waarbij de primaire verpakking wel wordt geopend dienen plaats te vinden in een speciaal daarvoor ingerichte ruimte overeenkomstig het gestelde in de voorschriften tot en met van deze vergunning Lege, ongereinigde verpakkingen moet worden opgeslagen overeenkomstig de voorschriften van dit hoofdstuk. Ontvangst-/sorteerruimte De ontvangst-/sorteerruimte moet overkapt zijn en voldoende bescherming bieden tegen weersinvloeden De wanden, deuren en het dak van de ontvangst-/sorteerruimte moeten een brandwerendheid hebben van minimaal 30 minuten Deuren moeten zelfsluitend zijn uitgevoerd en mogen uitsluitend in geopende stand zijn vastgezet, indien een voorziening is aangebracht die in geval van brand de deur automatisch sluit Deuren inclusief vluchtdeuren moeten op eenvoudige wijze kunnen worden geopend en naar buiten draaien De ontvangst-/sorteeruimte moet doelmatig (natuurlijk en/of mechanisch) op de buitenlucht zijn geventileerd. De WBDBO van de opslagvoorziening naar een andere ruimte en van een andere ruimte naar de opslagvoorziening moet ten minste 60 minuten bedragen. De wanden, het dak en de daarvoor noodzakelijke draagconstructie van de opslagvoorziening moeten een brandwerendheid van ten minste 60 minuten bezitten. In afwijking hiervan geldt dat: - indien de afstand van de opslagvoorziening tot de inrichtingsgrens, een ander bouwwerk dat tot de inrichting behoort, of andere brandbare objecten, ten minste 5 meter bedraagt, en binnen deze 5 meter geen opslag van brandgevaarlijke stoffen of goederen en geen brandgevaarlijke activiteiten plaatsvinden, de WBDBO van de opslagvoorziening ten minste 30 minuten moet bedragen. De daarvoor noodzakelijke draagconstructie van de Provincie Utrecht 16 gemeentewerf Bunnik

17 opslagvoorziening moet een brandwerendheid van ten minste 30 minuten bezitten; - indien de afstand van de opslagvoorziening tot de inrichtingsgrens, een ander bouwwerk dat tot de inrichting behoort, of andere brandbare objecten, ten minste 10 meter bedraagt, en binnen deze 10 meter geen opslag van brandgevaarlijke stoffen/goederen en geen brandgevaarlijke activiteiten plaatsvinden, ten aanzien van de WBDBO van de opslagvoorziening en de brandwerendheid van de noodzakelijke draagconstructie geen eis van toepassing is. Dit voorschrift is niet van toepassing indien in een opslagvoorziening en/of een vak daarvan uitsluitend gevaarlijke afvalstoffen van klasse 8 en/of gevaarlijke afvalstoffen zonder ADR-classificatie worden opgeslagen Het dak van de opslagvoorziening mag niet van brandgevaarlijk materiaal vervaardigd zijn De WBDBO van een brandcompartiment naar een ander brandcompartiment mag niet lager zijn 60 minuten. Indien meerdere opslagvoorzieningen naast elkaar zijn gelegen moeten maatregelen genomen worden om te voorkomen dat een incident zich van de ene naar de andere opslagvoorziening kan verplaatsen, bijvoorbeeld als gevolg uitstromende vloeistoffen Indien een constructie brandwerend moet zijn uitgevoerd, mogen toegangsdeuren, vluchtdeuren, ramen, ventilatieopeningen of rookluiken in deze constructie geen afbreuk doen aan de vereiste brandwerendheid Indien voor het behalen van de vereiste WBDBO een constructie met een bepaalde brandwerendheid moet zijn uitgevoerd, moet een in deze constructie aangebrachte deur zelfsluitend zijn uitgevoerd. Een dergelijke deur mag uitsluitend in geopende stand zijn vastgezet, indien een voorziening is aangebracht die in geval van brand de deur automatisch sluit. De vloer van een opslagvoorziening moet zijn vervaardigd van onbrandbaar materiaal. Een eventueel noodzakelijke afdekking van de hoofddraagconstructie, alsmede de afdekking aan de binnenzijde van de opslagvoorziening van wanden en en dak moeten zijn vervaardigd van onbrandbaar materiaal, beoordeeld over ten minste de eerste 10 mm van die afdekking. Kwaliteit stellingen Een stelling voor de opslag gevaarlijke afvalstoffen moet bestand zijn tegen de opgeslagen gevaarlijke afvalstoffen en stabiel zijn. Een stelling mag niet zwaarder worden belast dan waarvoor de stelling ontworpen is. Bij het gebruik van een stelling moet rekening gehouden worden met de risico's van de gevaarlijke afvalstof Indien tijdens het gebruik van een stelling een stellingonderdeel blijvend is vervormd, moeten onmiddellijk passende maatregelen worden genomen. Alvorens de stelling opnieuw in gebruik wordt genomen moeten beschadigde onderdelen worden vervangen of gerepareerd De stellingconstructie moet ten minste jaarlijks visueel op doelmatigheid, juist gebruik en eventuele beschadigingen worden geïnspecteerd. De resultaten van de inspectie moeten in het milieulogboek worden geregistreerd De regels met betrekking tot gescheiden opslag zijn eveneens van toepassing op de opslag van verpakte gevaarlijke stoffen in een stelling De opslagvoorziening voor gevaarlijke afvalstoffen moet ter beveiliging tegen blikseminslag zijn voorzien van een doelmatige aarding; Provincie Utrecht 17 gemeentewerf Bunnik

18 de aardingsinstallatie moet voldoen aan de norm NEN Aardverbindingen of elektrische doorverbindingen ter voorkoming van blikseminslag en/of elektrostatische oplading moeten ten minste éénmaal per jaar door een door een erkende deskundige worden doorgemeten; de bevindingen moeten worden vastgelegd in het milieulogboek. Explosieveiligheid Opslagruimten waarin opslag van gevaarlijke afvalstoffen van klasse 3 plaatsvindt en ruimten bestemd voor de opslag van gasflessen, worden geclassificeerd als zone 2 zoals bedoeld in de in de NPR "Gevarenzone-indeling met betrekking tot ontploffingsgevaar; Deel 1: Gasontploffingsgevaar, gebaseerd op NEN-EN-IEC ". Voor zover van toepassing moeten de technische maatregelen zoals genoemd in tabel E.1 van deze richtlijn getroffen zijn. Ventilatie De opslagvoorziening moet zijn geventileerd. Afvoer van ventilatielucht moet op de buitenlucht plaatsvinden. De ventilatieopeningen moeten zo ver mogelijk van elkaar (diametraal) zijn aangebracht. Indien een ventilatieopening is aangebracht in een bouwkundige constructie waaraan op basis van deze vergunning eisen m.b.t. WBDBO of brandwerendheid zijn gesteld, moeten vlamkerende roosters zijn aangebracht en mag door het aanbrengen van de ventilatie geen afbreuk worden gedaan aan de WBDBO van de opslagvoorziening. Productopvang De opslagvoorziening moet zodanig zijn geconstrueerd dat gelekte of gemorste gevaarlijke vloeistof redelijkerwijs niet uit de voorziening kan stromen. Daartoe moet de opslagvoorziening een opvangcapaciteit hebben van ten minste 110% van de inhoud van de grootste emballage, doch (als dat méér is) ten minste 10% van de inhoud van de totale emballage. De opvangvoorziening moet voldoende bestand zijn tegen de opgeslagen stoffen. In de opvangvoorziening mogen zich geen openingen bevinden die in rechtstreekse verbinding staan met de riolering. Verpakking en etikettering De verpakking van gevaarlijke afvalstoffen moet te allen tijde aan het volgende voldoen: a. niets van de inhoud uit de verpakking onvoorzien kan ontsnappen; b. het materiaal van de verpakking niet door de gevaarlijke afvalstoffen kan worden aangetast; dan wel met die gevaarlijke afvalstoffen een reactie kan aangaan dan wel een verbinding kan vormen; c. de verpakking tegen normale behandeling bestand is; d. van goede kwaliteit zijn; e. sterk genoeg zijn om schokken en belastingen te doorstaan die normaal gesproken tijdens het vervoer, laden, lossen en de behandeling kunnen optreden; f. op zodanige wijze zijn vervaardigd en gesloten dat onder normale omstandigheden elk verlies van de inhoud is uitgesloten; g. zich geen gevaarlijke resten aan de buitenzijde bevinden; h. voldoende ledige ruimte hebben om er zeker van te zijn dat door uitzetting van de vloeistof noch verlies van de inhoud noch blijvende vervorming van de verpakking plaatsvindt. Aan dit voorschrift wordt in ieder geval voldaan indien de gevaarlijke afvalstoffen zijn verpakt conform de bepalingen van de Verenigde Naties zoals verwoord in de "Recommandations on the Transport of Dangerous Goods" (Oranje Boek). Provincie Utrecht 18 gemeentewerf Bunnik

19 De etikettering van de in de opslagvoorziening aanwezige gevaarlijke afvalstoffen moet zodanig zijn dat de gevaarsaspecten van de gevaarlijke stof duidelijk tot uiting komen. Onverenigbare combinaties Gevaarlijke afvalstoffen die met elkaar gevaarlijke reacties kunnen aangaan waarbij sterke verhoging van temperatuur of druk optreedt of waarbij gassen kunnen ontstaan die giftiger of brandbaarder zijn dan op grond van de eigenschappen van één van de stoffen is te verwachten, moeten gescheiden van elkaar worden opgeslagen Het eerste uitgangspunt voor scheiding is een minimale verdeling in drie opslagruimten, waarbij deze opslagruimten altijd bouwkundig moeten worden gescheiden. Deze opslagruimten bevatten respectievelijk brandbare vloeistoffen + spuitbussen, gasflessen en overig materiaal. Binnen elke opslagruimte dient vervolgens overeenkomstig de indeling uit bijlage 6 een verdere verdeling in vakken te worden aangebracht. Tevens blijft het gestelde in voorschrift van kracht Gevaarlijke afvalstoffen waarvoor geen ADR-classificatie geldt mogen als aanverwante stoffen overeenkomstig het gestelde in voorschrift in de opslagvoorziening opgeslagen worden. Voorschrift is niet van toepassing op deze gevaarlijke afvalstoffen Vakkenindeling van ruimten voor de opslag van gevaarlijke afvalstoffen die op grond van de voorschriften en/of gescheiden moeten worden opgeslagen, moet geschieden door middel van opslag in aparte lekbakken, het aanbrengen van scheidingswanden met een WBDBO van ten minste 30 minuten of door het aanbrengen van een opslagvrije strook van ten minste 2 meter breed. Dit voorschrift is alleen van toepassing op vakken waarin opslag van vloeistoffen plaatsvindt Elk vak waarin vloeistoffen worden opgeslagen moet van een afzonderlijke vloeistofdichte lekbak zijn voorzien. Indien kleinverpakkingen in een tweede (om)verpakking worden opgeslagen behoeven er geen aparte opvangvoorzieningen aanwezig te zijn De ten behoeve van de vakkenindeling aangebrachte voorzieningen moeten zodanig zijn ingericht dat geen contact mogelijk is tussen gevaarlijke afvalstoffen die gescheiden moeten worden opgeslagen Kca/kga behorend tot één van de categorieën zoals opgenomen in bijlage 5 dient overeenkomstig deze categorie-indeling afgevoerd te worden. Gebruik opslagvoorziening Indien gevaarlijke afvalstoffen gestapeld worden opgeslagen, moet de verpakking op veilige wijze gestapeld zijn, waarbij rekening gehouden wordt met de sterkte van de verpakking Pallets met gevaarlijke afvalstoffen die zijn gestapeld, moeten van een deugdelijke constructie zijn. Voor iedere wijze van verpakking moet afhankelijk van gewicht en sterkte van de verpakking een maximale stapeling worden vastgesteld Breekbare (glazen) enkelvoudige verpakking mag niet worden gestapeld De opslagvoorziening moet regelmatig worden gecontroleerd op lekkages of beschadiging van de aanwezige emballage. Incidenten met gemorste gevaarlijke stoffen Gemorste of gelekte gevaarlijke afvalstoffen die in een opslagvoorziening zijn vrijgekomen moeten zo snel mogelijk worden opgeruimd. Daartoe moeten in of nabij de Provincie Utrecht 19 gemeentewerf Bunnik

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van de gemeente Montfoort te Montfoort, d.d. 21 februari 2006 met nr. 2006WEM000342i. Bijlage 1: Voorschriften Inhoudsopgave BIJLAGE 1: VOORSCHRIFTEN...1

Nadere informatie

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van gemeentewerf Woudenberg te Woudenberg, d.d. 18 april 2006 met nr. 2006WEM000657i. Bijlage 1: Voorschriften Inhoudsopgave BIJLAGE 1: VOORSCHRIFTEN...1

Nadere informatie

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van burgemeester en wethouders van Nieuwegein, d.d. 19 juni 2007 met nr. 2007WEM002171i. Bijlage 1: Voorschriften Inhoudsopgave BIJLAGE 1: VOORSCHRIFTEN...1

Nadere informatie

Checklist Gebruik en Opslag gevaarlijke stoffen Houtbewerking, bouwnijverheid en installatietechniek

Checklist Gebruik en Opslag gevaarlijke stoffen Houtbewerking, bouwnijverheid en installatietechniek Naam bedrijf Contactpersoon Adres vestiging Postcode + plaats Telefoonnummer Postadres Naam inspecteur Datum controle Activiteitenbesluit Type A Type B Type C Postcode + plaats Telefoonnummer nio = niet

Nadere informatie

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van college van burgemeester en wethouders van de gemeente Abcoude, Bovenkamp 15 te Abcoude, d.d. 29 maart 2005 met nr. 2005WEM001110i Bijlage

Nadere informatie

EVO PGS-15 Checklist

EVO PGS-15 Checklist Checklist PGS-15 Checklist EVO PGS-15 Checklist evo.nl/pgs15 1 Verkrijg eenvoudig een algemeen inzicht in de PGS-15 richtlijn Bedankt voor uw download Deze PGS-15 checklist is opgesteld om een algemeen

Nadere informatie

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van de gemeente Loenen, d.d. 9 augustus 2005 met nr. 2005WEM003129i. Bijlage 1: Voorschriften Inhoudsopgave BIJLAGE 1: VOORSCHRIFTEN...1 1 Algemene

Nadere informatie

Vragenlijst controle autobedrijven

Vragenlijst controle autobedrijven Opslag van afvalstoffen inclusief autowrakken Bewaart u gevaarlijke en niet-gevaarlijke afvalstoffen gescheiden? Ja Nee Voert u afvalstoffen gescheiden af naar een erkend inzamelaar? Ja Nee Slaat u accu

Nadere informatie

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van Kringloopstation Nieuwegein, d.d. 11 oktober 2005 met nr. 2005WEM004102i. Bijlage 1: Voorschriften Inhoudsopgave BIJLAGE 1: VOORSCHRIFTEN...1

Nadere informatie

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van de gemeente Baarn, d.d. 17 januari 2005 met nr. 2005WEM005472i. Bijlage 1: Voorschriften Inhoudsopgave BIJLAGE 1: VOORSCHRIFTEN...1 1 Algemene

Nadere informatie

Naleven van de regels, de normaalste zaak van de wereld

Naleven van de regels, de normaalste zaak van de wereld Naleven van de regels, de normaalste zaak van de wereld In deze factsheet leest u over een aantal milieu- en veiligheidsvoorschriften waar u als ondernemer mee te maken heeft. U ziet voorbeelden hoe u

Nadere informatie

Checklist voor Opslaan van gevaarlijke stoffen in verpakking niet zijnde vuurwerk, nitraathoudende kunstmeststoffen en andere ontplofbare stoffen

Checklist voor Opslaan van gevaarlijke stoffen in verpakking niet zijnde vuurwerk, nitraathoudende kunstmeststoffen en andere ontplofbare stoffen Nr. 4.1.1 Checklist voor Opslaan van gevaarlijke stoffen in verpakking niet zijnde vuurwerk, nitraathoudende kunstmeststoffen en andere ontplofbare stoffen Vindplaats Activiteitenbesluit: 4.1.1, artikel

Nadere informatie

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave. 1 Algemene voorschriften

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave. 1 Algemene voorschriften Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van burgemeester en wethouders van de gemeente Veenendaal, d.d. 5 augustus 2008 met nr. 2008INT226030 Bijlage 1: Voorschriften Inhoudsopgave 1

Nadere informatie

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van Gemeente Lopik te Lopik, d.d. 1 mei 2007 met nr. 2007WEM001569i Bijlage 1: Voorschriften Inhoudsopgave BIJLAGE 1: VOORSCHRIFTEN...1 1 Algemene

Nadere informatie

CHECKLIST PROJECT TRANSPORTBEDRIJVEN

CHECKLIST PROJECT TRANSPORTBEDRIJVEN CHECKLIST PROJECT TRANSPORTBEDRIJVEN 1. Gegevens bedrijfsdossier 1.1 Algemeen Naam bedrijf Adres Plaats / postcode Telefoon Contactpersoon Inrichtingsnummer Procedurenummer Gecontroleerd door Datum controle

Nadere informatie

Veilig werken met gassen en correcte opslag.

Veilig werken met gassen en correcte opslag. Veilig werken met gassen en correcte opslag. Hatek Lastechniek heeft op deze pagina de hoofdpunten van de richtlijn PGS15 voor u samengevat. Tevens zijn er op een aantal veelgestelde vragen uit de praktijk

Nadere informatie

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van de gemeente Oudewater, d.d. 19 juli 2005 met nr. 2005WEM002702i. Bijlage 1: Voorschriften Inhoudsopgave BIJLAGE 1: VOORSCHRIFTEN...1 1 Algemene

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het besluit. betreffende de Wet milieubeheer. voor de inrichting. G. Hindriks, Oosterwijk WZ 24 H te Nieuw-Dordrecht

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het besluit. betreffende de Wet milieubeheer. voor de inrichting. G. Hindriks, Oosterwijk WZ 24 H te Nieuw-Dordrecht VOORSCHRIFTEN behorende bij het besluit betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting G. Hindriks, Oosterwijk WZ 24 H te Nieuw-Dordrecht 2 INHOUDSOPGAVE VOORSCHRIFTEN BESLUIT BEHEER AUTOWRAKKEN 3

Nadere informatie

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van Afvalbrengstation Tractieweg te Utrecht, d.d. 19 september 2006 met nr. 2006WEM003841i. Bijlage 1: Voorschriften Inhoudsopgave BIJLAGE 1: VOORSCHRIFTEN...1

Nadere informatie

PGS 15. December 2011 versie 1.0 ten opzichte van PGS 15: Dupa Veiligheidstechniek 27-01-2012

PGS 15. December 2011 versie 1.0 ten opzichte van PGS 15: Dupa Veiligheidstechniek 27-01-2012 PGS 15 December 2011 versie 1.0 ten opzichte van PGS 15: 2005 Dupa Veiligheidstechniek 27-01-2012 Wijzigingen In tabel 1.2 is de ondergrens voor klasse 2 (gassen) gesteld op 125 l (was eerst 50 l). Voorschrift

Nadere informatie

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van gemeentewerf Houten te Houten, d.d. 9 oktober 2007 met nr. 2007ONT208524. Bijlage 1: Voorschriften Inhoudsopgave BIJLAGE 1: VOORSCHRIFTEN...1

Nadere informatie

Voorschriften behorende bij de omgevingsvergunning m.b.t. art. 2.1 lid 1 onder e Wabo (milieu)

Voorschriften behorende bij de omgevingsvergunning m.b.t. art. 2.1 lid 1 onder e Wabo (milieu) Bijlage 3: Voorschriften behorende bij de omgevingsvergunning m.b.t. art. 2.1 lid 1 onder e Wabo (milieu) VOORSCHRIFTEN BEHORENDE BIJ DE MILIEUVERGUNNING VAN: Mts. Vroege Burg. ten Holteweg 39 7751 CR

Nadere informatie

Stappenplan PGS 15: Richtlijn voor opslag verpakte gevaarlijke stoffen

Stappenplan PGS 15: Richtlijn voor opslag verpakte gevaarlijke stoffen Stappenplan PGS 15: Richtlijn voor opslag verpakte gevaarlijke stoffen Hieronder treft u een stappenplan aan waarmee u zelf aan de slag kunt gaan om te bepalen of u onder de werkingssfeer van de nieuwe

Nadere informatie

Regeling Voorwaarden voor de verhuur van standplaatsen op kermisterreinen van de gemeente Heusden 2012

Regeling Voorwaarden voor de verhuur van standplaatsen op kermisterreinen van de gemeente Heusden 2012 Regeling Voorwaarden voor de verhuur van standplaatsen op kermisterreinen van de gemeente Heusden 2012 Voorschriften Bakwagens/kramen Toelichting Een belangrijke bedreiging van de fysieke veiligheid van

Nadere informatie

... V O O R S C H R I F T E N I N H O U D BEGRIPPEN...2

... V O O R S C H R I F T E N I N H O U D BEGRIPPEN...2 BIJLAGE 1 Gewaarmerkte voorschriften omgevingsvergunning (Milieu) Behoort bij de beschikking van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Steenbergen van: CZAV, Havenweg 67-69 te Dinteloord.

Nadere informatie

V O O R S C H R I F T E N M I L I E U V E R G U N N I N G 2 VRAGENLIJST ACCEPTATIE- EN VERWERKINGSBELEID (A&V)

V O O R S C H R I F T E N M I L I E U V E R G U N N I N G 2 VRAGENLIJST ACCEPTATIE- EN VERWERKINGSBELEID (A&V) Behoort bij de beschikking van 24 mei, onder nummer 2005WEM002003i, van Gedeputeerde Staten van de voor een vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van. I N H O U D V O O R S C H R I F T E N M I L I E

Nadere informatie

OPNAME-RAPPORT APK-KEURING GEBOUWEN. Opsteller. Namens. Datum onderzoek. Aanwezig Naam Namens. Naam bouwwerk. Straat. Gemeente. Bestemming bouwwerk

OPNAME-RAPPORT APK-KEURING GEBOUWEN. Opsteller. Namens. Datum onderzoek. Aanwezig Naam Namens. Naam bouwwerk. Straat. Gemeente. Bestemming bouwwerk OPNAME-RAPPORT APK-KEURING GEBOUWEN Opsteller Namens Datum onderzoek Aanwezig Naam Namens Naam bouwwerk Straat Gemeente Bestemming bouwwerk Contactpersoon Telefoonnummer Datum gebruiksvergunning Datum

Nadere informatie

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van de sector integraal wegenbeheer van de Dienst WVV van de provincie Utrect te Utrecht, t.b.v het steunpunt Veenweide IJsselstreek, dd. 21 maart

Nadere informatie

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Au1fl0pooft

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Au1fl0pooft Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Au1fl0pooft Dit pdf bestand kunt u gebruiken als checklist bij de controle of een maatregel is uitgevoerd. In dit bestand staan per relevante activiteit uit

Nadere informatie

odijmond REGIO WATERLAND

odijmond REGIO WATERLAND Gemeente Waterland - k MRĨ 2015 INGEKOMEN Gemeente Waterland O 4 MRT 2015 GESCAND odijmond REGIO WATERLAND Gemeentewerf Monnickendam De heer J.A.J. Borst Postbus 1000 1140 BA MONNICKENDAM VERZONDEN -3

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN BEHORENDE BIJ DE MILIEUVERGUNNING VAN:

VOORSCHRIFTEN BEHORENDE BIJ DE MILIEUVERGUNNING VAN: Voorschriften milieu Zaaknummer: 607098 Vergunninghouder: Maatschap H. en E. Brink Projectomschrijving: Wijzigen stalinrichting en plaatsen mestloods VOORSCHRIFTEN BEHORENDE BIJ DE MILIEUVERGUNNING VAN:

Nadere informatie

Hightide surf&food/kennemerstrand/802/ijmuiden

Hightide surf&food/kennemerstrand/802/ijmuiden Hightide surf&food/kennemerstrand/802/ijmuiden 11 augustus 2016 Kennemerstrand 802 1976 GA IJmuiden Inhoudspagina Inhoudspagina Hightide surf&food/kennemerstrand/802/ijmuiden Samenvatting Checklistvragen

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het ontwerpbesluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting. Sunny-Egg-Systems BV te Rogat

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het ontwerpbesluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting. Sunny-Egg-Systems BV te Rogat 1 VOORSCHRIFTEN behorende bij het ontwerpbesluit betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting Sunny-Egg-Systems BV te Rogat INHOUDSOPGAVE 1 AFVALSTOFFEN 3 1.1. Afvalscheiding 3 2 BODEM 3 2.1. Doelvoorschriften

Nadere informatie

PGS 15: Opslag van verpakte gevaarlijke stoffen

PGS 15: Opslag van verpakte gevaarlijke stoffen PGS 15: Opslag van verpakte gevaarlijke stoffen Voldoet uw opslagruimte voor verpakte gevaarlijke stoffen? J NEE / Bevindingen Dow Toelichting 3.1.1 opslaan van verpakte gevaarlijke stoffen 3.1.2 hoeveelheden

Nadere informatie

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Atkqkqrorav

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Atkqkqrorav Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Atkqkqrorav Opslaan en overslaan van goederen algemeen m31 m30 m22 m t4 122 m23 m26 m27 m21 m29 Laden en lossen schepen: Houd bij het laden en lossen de afstand

Nadere informatie

1 Algemene voorschriften

1 Algemene voorschriften BIJLAGE 1 Voorschriften behorende bij het besluit onder nummer ingevolge de Wet milieubeheer op de aanvraag van Driessen-Vreeland B.V. INHOUD VOORSCHRIFTEN 1 Algemene voorschriften 1.1 Algemeen 1.1.1 De

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het ontwerpbesluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting. Avebe u.a. te Gasselternijveen

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het ontwerpbesluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting. Avebe u.a. te Gasselternijveen 1 VOORSCHRIFTEN behorende bij het ontwerpbesluit betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting Avebe u.a. te Gasselternijveen 2 INHOUDSOPGAVE 1 ALGEMEEN 3 1.1. Algemeen 3 2 AFVALSTOFFEN 3 3 BODEM

Nadere informatie

Overzicht maatregelen bij AIM-sessie Atbkd25i9m7

Overzicht maatregelen bij AIM-sessie Atbkd25i9m7 Overzicht maatregelen bij AIM-sessie Atbkd25i9m7 08-06-2016 14:42 Nr. Maatregel Activiteit Frequentie Thema Activiteitenbesluit Activiteitenregeling m31 Laden en lossen schepen: Houd bij het laden en lossen

Nadere informatie

Module 3. Magazijn en opslag Vraag Antwoord Mogelijke maatregelen Prioriteit Toelichting

Module 3. Magazijn en opslag Vraag Antwoord Mogelijke maatregelen Prioriteit Toelichting Branche RI&E vereniging SZS (versie oktober 2008) 3.1 3.1 Is de vloer vrij van oneffenheden, zodat transportmiddelen veilig kunnen rijden en geen ongemakken geeft? Verwijder drempels in de vloer. Egaliseer

Nadere informatie

PGS 15: Opslag van verpakte gevaarlijke stoffen

PGS 15: Opslag van verpakte gevaarlijke stoffen PGS 15: Opslag van verpakte gevaarlijke stoffen Voldoet uw opslagruimte voor verpakte gevaarlijke stoffen? JA NEE /A Bevindingen Dow Toelichting 3.1.1 opslaan van verpakte gevaarlijke stoffen 3.1.2 hoeveelheden

Nadere informatie

Milieuneutrale wijziging van de (werking van de) inrichting (Wabo art 2.1 lid 1 onder e en art 3.10 lid 3)

Milieuneutrale wijziging van de (werking van de) inrichting (Wabo art 2.1 lid 1 onder e en art 3.10 lid 3) Milieuneutrale wijziging van de (werking van de) inrichting (Wabo art 2.1 lid 1 onder e en art 3.10 lid 3) 1 Veranderingen Beschrijf de voorgenomen veranderingen van de inrichting. 1. De volgende afvalwaterstromen

Nadere informatie

MILIEUVOORSCHRIFTEN. 60 db(a) tussen en uur (nachtperiode);

MILIEUVOORSCHRIFTEN. 60 db(a) tussen en uur (nachtperiode); Zaaknummer: 590653 Vergunninghouder: Maatschap J. Wilting, H. Wilting-Cremer en A.A. Wilting Projectomschrijving: het veranderen of veranderen van de werking van de inrichting (revisie). MILIEUVOORSCHRIFTEN

Nadere informatie

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van NV ROVA Holding te Amersfoort, d.d. 28 november 2006 met nr.. Bijlage 1: Voorschriften Inhoudsopgave BIJLAGE 1: VOORSCHRIFTEN...1 1 Algemene

Nadere informatie

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Asatgpng2x2

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Asatgpng2x2 Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Asatgpng2x2 Opslaan en overslaan van goederen algemeen m31 m30 m22 t4 122 m23 m26 m27 Laden en lossen schepen: Houd bij het laden en lossen de afstand tussen

Nadere informatie

De laatste ontwikkelingen rondom PGS 15 Nieuwe stijl. Paula Bohlander (NEN) Robbert van t Veer (Antea Group)

De laatste ontwikkelingen rondom PGS 15 Nieuwe stijl. Paula Bohlander (NEN) Robbert van t Veer (Antea Group) De laatste ontwikkelingen rondom PGS 15 Nieuwe stijl Paula Bohlander (NEN) Robbert van t Veer (Antea Group) Wat gaan we vertellen? - Wat is een PGS? - Waarom een Nieuwe Stijl? - Wat is de Nieuwe Stijl?

Nadere informatie

6 Opslag van gasflessen

6 Opslag van gasflessen 6 Opslag van gasflessen 6.1 Inleiding Dit hoofdstuk heeft betrekking op de opslag van gasflessen. Hoewel uniformiteit met de voorschriften voor verpakte gevaarlijke stoffen (hoofdstuk 3) zoveel mogelijk

Nadere informatie

Inrichting of mijnbouwwerk oprichten of veranderen (Milieu) en aanverwante artikelen

Inrichting of mijnbouwwerk oprichten of veranderen (Milieu) en aanverwante artikelen 1 Aanvulling revisie besl u i t : 1 Gegevens inrichting Behoort bij besluit van Burgem eester en Wethouders da t u m : 25 september 2015 r eg.n r. : Z-HZ_WABO-2014-02205 toegekend Nam ens dezen, de m anager

Nadere informatie

6 - OPSLAG VAN GASFLESSEN

6 - OPSLAG VAN GASFLESSEN VOORSCHRIFTEN behorende bij het ontwerpbesluit betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting Cubri Pallet en Handelsmij BV Kanaalweg 14 te Schoonebeek 2 1 3 - ALGEMEEN 3 1.1. 3.16 - Veiligheidsignalering,

Nadere informatie

MILIEUVOORSCHRIFTEN VOOR BEDRIJVEN IN DE BANDEN- EN WIELENBRANCHE

MILIEUVOORSCHRIFTEN VOOR BEDRIJVEN IN DE BANDEN- EN WIELENBRANCHE 1 Rookverbod Bij de ingang van de vestiging moet worden aangegeven dat het verboden is om te roken. Roken is alleen buiten toegestaan of in een apart ingerichte rookruimte. Deze ruimte moet afsluitbaar

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN. behorende bij de veranderingsvergunning Wm

VOORSCHRIFTEN. behorende bij de veranderingsvergunning Wm VOORSCHRIFTEN behorende bij de veranderingsvergunning Wm betreffende het voornemen tot het reinigen van afvalwater van derden in de bestaande Biologische Voorzuivering Installatie (BVZI) Attero Noord BV

Nadere informatie

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Aw4k7idfksg

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Aw4k7idfksg Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Aw4k7idfksg Dit pdf bestand kunt u gebruiken als checklist bij de controle of een maatregel is uitgevoerd. In dit bestand staan per relevante activiteit uit

Nadere informatie

1 ALGEMENE VOORSCHRIFTEN 3 1.1 Algemeen 3 1.2 Toegang 3 1.3 Gedragsvoorschriften/instructies 3

1 ALGEMENE VOORSCHRIFTEN 3 1.1 Algemeen 3 1.2 Toegang 3 1.3 Gedragsvoorschriften/instructies 3 Bijlage 1 Voorschriften behorende bij de beschikking ingevolge de Wet milieubeheer voor Autosloperijdemontage bedrijf Firma J. van der Vaart, Leptonenweg 5, 3542 CJ Utrecht nummer 2007WEM000508i Inhoudsopgave

Nadere informatie

*15.182956* 15.182956

*15.182956* 15.182956 omgevingsvergunning wijzigen van vergunningvoorschriften (ogv art 2.31 WABO) wijzigen van vergunningvoorschriften (ogv art 2.31 WABO) Beschikking 236848 *15.182956* 15.182956 ONTWERP-OMGEVINGSVERGUNNING

Nadere informatie

Overzicht maatregelen bij AIM-sessie Avgq7pvrihs

Overzicht maatregelen bij AIM-sessie Avgq7pvrihs Overzicht maatregelen bij AIM-sessie Avgq7pvrihs 15-02-2017 13:59 m0418 Keuring en controle Ga na hoe vaak u een stookinstallatie moet laten keuren. In werking hebben van een stookinstallatie - Keuring

Nadere informatie

6 Opslag van gasflessen

6 Opslag van gasflessen 6 Opslag van gasflessen 6.1 Inleiding Dit hoofdstuk heeft betrekking op de opslag van gasflessen. Paragraaf 6.2 bevat algemene voorschriften voor de opslag van gasflessen. Paragraaf 6.3 bevat specifieke

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2053663/2848632 op de op 2 november 2011 bij hen ingekomen aanvraag van de gemeente s-hertogenbosch, om vergunning krachtens

Nadere informatie

PGS 15: Opslag verpakte gevaarlijke stoffen Versie 1.0 (september 2016) Hoi-Yee Man 12 december 2017 Open

PGS 15: Opslag verpakte gevaarlijke stoffen Versie 1.0 (september 2016) Hoi-Yee Man 12 december 2017 Open PGS 15: Opslag verpakte gevaarlijke stoffen Versie 1.0 (september 2016) Hoi-Yee Man Open De stappen om uw opslag te ontwerpen Wat bepaalt het risico? Hoe de risico s beheersen? Bestaande of nieuwe situatie?

Nadere informatie

Brandveiligheidsvoorwaarden Campings Regio Noord- en Midden Limburg

Brandveiligheidsvoorwaarden Campings Regio Noord- en Midden Limburg Brandveiligheidsvoorwaarden Campings Regio Noord- en Midden Limburg A. Open ruimte bij en in de omgeving van de inrichting. 1. Vrijhouden van terreingedeelten ten behoeve van de brandweer 1.1. De bij de

Nadere informatie

Antwoorden AIM sessie Auznl3qpx2n

Antwoorden AIM sessie Auznl3qpx2n en AIM sessie Auznl3qpx2n In de AIM heeft u tijdens sessie Auznl3qpx2n op 21 12 2016 de volgende antwoorden op de gestelde vragen gegeven. Introductie Wat is de reden van uw bezoek aan de AIM? Bedrijfstype

Nadere informatie

Brandweer voorwaarden behorend bij de APV vergunning ARTIKEL 1 Vrijhouden van terreingedeelten en bereikbaarheid 1.1 De rijbaan en/of de calamiteitenroute moet over een breedte van 3,5 meter vrij blijven.

Nadere informatie

2003WEMxxxxxi. Bijlage 1: Voorschriften 3. 1 Milieuzorg 3. 2 Milieuaspecten en -componenten 5. 3 Specifieke bedrijfsonderdelen/activiteiten 12

2003WEMxxxxxi. Bijlage 1: Voorschriften 3. 1 Milieuzorg 3. 2 Milieuaspecten en -componenten 5. 3 Specifieke bedrijfsonderdelen/activiteiten 12 Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer voor een milieustraat, grofvuilretourette en brandweeroefenplaats van de gemeente Leusden, dd. 13 januari 2004 nr. 2003WEM006178i. 2003WEMxxxxxi

Nadere informatie

BESCHIKKING WET MILIEUBEHEER

BESCHIKKING WET MILIEUBEHEER BESCHIKKING WET MILIEUBEHEER ONDERWERP Op 15 september 1992 is aan W.P. Smink, Sluisweg 13 te Heumen kadastraal bekend gemeente Heumen, sectie C, nummer 1079, een oprichtingsvergunning verleend voor een

Nadere informatie

Afdeling 4.1. Op- en overslaan van gevaarlijke en andere stoffen en gassen en het vullen van gasflessen

Afdeling 4.1. Op- en overslaan van gevaarlijke en andere stoffen en gassen en het vullen van gasflessen Bron: www.overheid.nl (Tekst geldend op: 25-02-2014) Activiteitenbesluit milieubeheer Afdeling 4.1. Op- en overslaan van gevaarlijke en andere stoffen en gassen en het vullen van gasflessen 4.1.1. Opslaan

Nadere informatie

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Asb46fyfms0

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Asb46fyfms0 Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Asb46fyfms0 Afleveren van vloeibare brandstof of gecomprimeerd aardgas aan motorvoertuigen voor het wegverkeer m265 m299 m266 Afleveren van benzine: Ga na wat

Nadere informatie

Voorschriftenbijlagen voor (mobiele) bakkramen en bakwagens

Voorschriftenbijlagen voor (mobiele) bakkramen en bakwagens INHOUD Artikel 1. Bereikbaarheid en opstelling 2 Artikel 2. Bakruimte 2 Artikel 3. Bakactiviteiten in voor gevels geplaatste bakkramen/bakwagens 2 Artikel 4. Elektrische installatie 3 Artikel 5. Gasinstallatie

Nadere informatie

Korte Checklist. 1. Organisatorische aspecten Zorg voor een brandveilige bedrijfsvoering!

Korte Checklist. 1. Organisatorische aspecten Zorg voor een brandveilige bedrijfsvoering! Korte Checklist 1. Organisatorische aspecten Zorg voor een brandveilige bedrijfsvoering! Er is een logboek aanwezig op het bedrijf / in de stallen. Hierin zijn o.a. certificaten (installaties, brandveiligheidsvoorzieningen)

Nadere informatie

INRICHTEN, OPSTELLEN EN GEBRUIK VAN EEN BATTERIJ ACETYLEENFLESSEN EN ZUURSTOFFLESSEN 1) 1963 Blz. 1

INRICHTEN, OPSTELLEN EN GEBRUIK VAN EEN BATTERIJ ACETYLEENFLESSEN EN ZUURSTOFFLESSEN 1) 1963 Blz. 1 BATTERIJ ACETYLEENFLESSEN EN ZUURSTOFFLESSEN 1) 1963 Blz. 1 1. BATTERIJ VAN ACETYLEENFLESSEN 1.1 Definities 1.1.1 Onder een batterij acetyleenflessen wordt verstaan: een aantal op een gemeenschappelijke

Nadere informatie

BESLUIT AMBTSHALVE WIJZIGING OMGEVINGSVERGUNNING

BESLUIT AMBTSHALVE WIJZIGING OMGEVINGSVERGUNNING BESLUIT AMBTSHALVE WIJZIGING OMGEVINGSVERGUNNING Onderwerp Burgemeester en wethouders van de gemeente Uden besluiten, gelet op paragraaf 2.6 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), cot het

Nadere informatie

Pluimveehouderij Bouma

Pluimveehouderij Bouma Voorschriften die behoren bij de beschikking d.d. 3 januari 2011 betreffende de revisievergunning ingevolge de Wet milieubeheer voor Pluimveehouderij Bouma, De Trije Roeden 4, Boelenslaan VOORSCHRIFTEN

Nadere informatie

BESCHIKKING D.D. 23 APRIL 2007 - NR. MPM7609 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESCHIKKING D.D. 23 APRIL 2007 - NR. MPM7609 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESCHIKKING D.D. 23 APRIL 2007 - NR. MPM7609 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Algemene wet bestuursrecht/wet milieubeheer INLEIDING Op 6 juni 2006 hebben wij het verzoek van De Jong Gameren B.V.

Nadere informatie

KEURMERK VEILIGE BOTENSTALLING SCHOUWINGRAPPORT

KEURMERK VEILIGE BOTENSTALLING SCHOUWINGRAPPORT Stichting VbV Postbus 21, 7300 AA, APELDOORN +31 55-527 05 05 FA: +31 55-522 67 66 Schouwinggegevens VbV referentie: KVB KEURMERK VEILIGE BOTENSTALLING SCHOUWINGRAPPORT Bedrijfsnaam: Aantal loodsen: Naam

Nadere informatie

Bijlage 4 - Algemene voorschriften verbonden aan de deelname aan de Vierdaagsefeesten 2016 voor het innemen van STANDPLAATSEN

Bijlage 4 - Algemene voorschriften verbonden aan de deelname aan de Vierdaagsefeesten 2016 voor het innemen van STANDPLAATSEN Eisen te stellen aan kramen Algemene eisen Deze eisen gelden te allen tijde: 1. Ten behoeve de bereikbaarheid van de hulpverlenende diensten moet een doorgaande route met een breedte van 4 meter en een

Nadere informatie

1 Milieu Veilig en gezond werken Hygiëne en milieu Opslag van milieugevaarlijke stoffen Samenvatting 11

1 Milieu Veilig en gezond werken Hygiëne en milieu Opslag van milieugevaarlijke stoffen Samenvatting 11 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Milieu 9 1.1 Veilig en gezond werken 9 1.2 Hygiëne en milieu 9 1.3 Opslag van milieugevaarlijke stoffen 10 1.4 Samenvatting 11 2 Grasvelden en bermen 12 2.1 Kruidachtigen

Nadere informatie

(ONTWERP) BESCHIKKING VERANDERINGSVERGUNNING WET MILIEUBEHEER

(ONTWERP) BESCHIKKING VERANDERINGSVERGUNNING WET MILIEUBEHEER (ONTWERP) BESCHIKKING VERANDERINGSVERGUNNING WET MILIEUBEHEER verleend aan Smurfit Kappa Solid Board B.V. ten behoeve van het wijzigen van een inrichting bedoeld voor productie van karton (Locatie: De

Nadere informatie

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van SITA Recycling Services Noord-Oost BV te Veenendaal, d.d. 22 maart 2005 met nr. 2005WEM001070i. Bijlage 1: Voorschriften Inhoudsopgave BIJLAGE

Nadere informatie

PGS 15: Opslag van verpakte gevaarlijke stoffen

PGS 15: Opslag van verpakte gevaarlijke stoffen PGS 15: Opslag van verpakte gevaarlijke stoffen Voldoet uw opslagruimte voor verpakte gevaarlijke stoffen? J NEE / Bevindingen Dow Toelichting 3.1.1 opslaan van verpakte gevaarlijke stoffen 3.1.2 hoeveelheden

Nadere informatie

GAS. Installaties die niet aan de voorschriften voldoen, moeten afgekoppeld worden.

GAS. Installaties die niet aan de voorschriften voldoen, moeten afgekoppeld worden. VEILIGHEIDSREGLEMENT BRUSSELS EXPO GAS 5.1 ALGEMENE BEPALINGEN 5.1.1 Controle De gasinstallaties worden, vóór indienststelling, gekeurd door een EDTC. De standhouder of zijn afgevaardigde zal in zijn eigen

Nadere informatie

bepalingen van de Wet milieubeheer (artikel 10.23, eerste lid), de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht

bepalingen van de Wet milieubeheer (artikel 10.23, eerste lid), de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht Onderwerp : Afvalstoffenverordening 2010 Samenvatting Deze verordening geeft onder meer aan hoe de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen gebeurt, wat wel en niet is toegestaan bij het ter inzameling

Nadere informatie

(ONTWERP)BESLUIT AMBTSHALVE WIJZIGING OMGEVINGSVERGUNNING

(ONTWERP)BESLUIT AMBTSHALVE WIJZIGING OMGEVINGSVERGUNNING (ONTWERP)BESLUIT AMBTSHALVE WIJZIGING OMGEVINGSVERGUNNING Onderwerp Burgemeester en wethouders van de gemeente Uden zijn, gelet op paragraaf 2.6 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), voornemens

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het ontwerpbesluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het ontwerpbesluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting VOORSCHRIFTEN behorende bij het ontwerpbesluit betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting Jellice Pioneer Europe te Kapitein Antiferstraat 31 te Emmen 2 INHOUDSOPGAVE 1 OPSLAG GEVAARLIJKE STOFFEN

Nadere informatie

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van A. Van de Groep en Zn, Haringweg 27 te Spakenburg, d.d. 13 februari 2007 met nr. 2007WEM000507i. Bijlage 1: Voorschriften Inhoudsopgave BIJLAGE

Nadere informatie

EXPLOSIEVEILIGHEIDSDOCUMENT Beoordeling van explosiegevaren door gas en damp van binnen arbeidsplaatsen

EXPLOSIEVEILIGHEIDSDOCUMENT Beoordeling van explosiegevaren door gas en damp van binnen arbeidsplaatsen Explosiegevaarlijke ruimte: Arbeidsplaats: Beschrijving van gas en/of damp Veiligheidsinformatieblad aanwezig (1) Vlampunt Vlampunt beneden 21 C Vlampunt boven 21 C Beschrijving van de installatie (2)

Nadere informatie

Algemene gebruiksvoorschriften behorende bij de omgevingsvergunning voor de activiteit brandveilig gebruik.

Algemene gebruiksvoorschriften behorende bij de omgevingsvergunning voor de activiteit brandveilig gebruik. Algemene gebruiksvoorschriften behorende bij de omgevingsvergunning voor de activiteit brandveilig gebruik. Paragraaf 1.4 Bijzondere bepalingen Artikel 1.16 Zorgplicht Een bij of krachtens de wet aanwezige

Nadere informatie

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave. Algemene voorschriften

Bijlage 1: Voorschriften. Inhoudsopgave. Algemene voorschriften Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van De Dukdalf Exploitatiemaatschappij B.V. te Mijdrecht, d.d. 8 januari 2008 met nr. 2007INT215689. Bijlage 1: Voorschriften Inhoudsopgave 1.1

Nadere informatie

Gemeente Langedijk. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouder van 29 december 2009, nummer 14;

Gemeente Langedijk. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouder van 29 december 2009, nummer 14; Gemeente Langedijk De raad van de gemeente Langedijk; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouder van 29 december 2009, nummer 14; gelet op artikel 10.23, eerste lid, van de Wet milieubeheer; b

Nadere informatie

Vloer niet gekeurd Matig Dwangsom p.w. max. 10 x. Licht Zelf laten verwijderen + Dwangsom Ernstig PV+

Vloer niet gekeurd Matig Dwangsom p.w. max. 10 x. Licht Zelf laten verwijderen + Dwangsom Ernstig PV+ Bijlage 1 Leidraad toepassing handhavinginstrument 'last onder ' BODEM Keuring tank niet (op tijd) uitgevoerd Geen vloeistofdichte vloer of (lek)bak aanwezig Vloer of (lek)bak niet bestand tegen chemische

Nadere informatie

PGS 15: Opslag van verpakte gevaarlijke stoffen

PGS 15: Opslag van verpakte gevaarlijke stoffen PGS 5: Opslag van verpakte gevaarlijke stoffen Voldoet uw opslagruimte voor verpakte gevaarlijke stoffen? J NEE / Bevindingen Dow Toelichting 3.. opslaan van verpakte gevaarlijke stoffen 3..2 hoeveelheden

Nadere informatie

Afvalstoffenverordening 2017 gemeente Aalten

Afvalstoffenverordening 2017 gemeente Aalten Afvalstoffenverordening 2017 gemeente Aalten Inhoudsopgave 1 ALGEMEEN...3 Artikel 1. Begripsomschrijvingen... 3 Artikel 2. Doelstelling... 3 2 HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN...3 Artikel 3. Aanwijzing inzameldienst...

Nadere informatie

Controlelijst brandveiligheid

Controlelijst brandveiligheid Controlelijst brandveiligheid Naam : Adres : Postcode / plaats : Contactpersoon : Controleur(s) : Datum afgifte gebruiksvergunning : Controlefrequentie : Datum controle : Archiefnummer : Handleiding De

Nadere informatie

1 Algemene voorschriften. 2 Milieuaspecten en -componenten. 2.1 (Externe) veiligheid. 2.2 Geluidhinder. 2.3 Nulsituatie bodemonderzoek

1 Algemene voorschriften. 2 Milieuaspecten en -componenten. 2.1 (Externe) veiligheid. 2.2 Geluidhinder. 2.3 Nulsituatie bodemonderzoek Voorschriften behorende bij het besluit ingevolge de Wet milieubeheer van te Mijdrecht d.d. 10 oktober 2006 met nummer 2006WEM004085i. 1 Algemene voorschriften...1 2 Milieuaspecten en -componenten...1

Nadere informatie

Toolbox-meeting Lassen

Toolbox-meeting Lassen Toolbox-meeting Lassen Unica installatietechniek B.V. Schrevenweg 2 8024 HA Zwolle Tel. 038 4560456 Fax 038 4560404 Lassen Lassen is een manier om twee metalen aan elkaar te verbinden. Dat gebeurt door

Nadere informatie

Toolbox onderwerp: 0264

Toolbox onderwerp: 0264 Pagina 1 van 6 EISEN T.A.V. HET GEBRUIK EN TRANSPORT VAN GASFLESSEN INLEIDING In de praktijk is er behoefte om cilinders te vervoeren met niet speciaal daarvoor ingerichte voertuigen, zoals bijvoorbeeld

Nadere informatie

Wat is een explosie? Een explosie is een zeer snel verlopende brand met een vrijkomende (verwoestende) drukgolf.

Wat is een explosie? Een explosie is een zeer snel verlopende brand met een vrijkomende (verwoestende) drukgolf. Toolbox: Brand en Explosie Het doel van een toolboxmeeting is om de aandacht en motivatie voor veiligheid en gezondheid binnen het bedrijf te verbeteren. Wat is brand? Brand is een chemische reactie van

Nadere informatie

Amitec. Het aanvraagformulier is aangepast en het lozen van huishoudelijk afvalwater en hemelwater is in de aanvraag opgenomen.

Amitec. Het aanvraagformulier is aangepast en het lozen van huishoudelijk afvalwater en hemelwater is in de aanvraag opgenomen. Reactie op opmerkingen naar aanleiding van opmerkingen op concept Aanvraagformulier 1 de bijlage van de aanvraag is een volgens de NRB toegevoegd. de bedrijfsafvalcontainer met het nummer 22 w o r d t

Nadere informatie

Datum besluit : 19 januari 2016

Datum besluit : 19 januari 2016 WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT BESLUIT Actualisatie vigerende vergunning (artikel 2.30 lid 1 jo. 2.31 lid 1b Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) Datum besluit : 19 januari 2016 GEGEVENS LOCATIE

Nadere informatie

CHECKLIST Brandpreventie

CHECKLIST Brandpreventie CHECKLIST Brandpreventie Uitvoerder: Zone: Datum: - - CONTROLE PUNT 1. Housekeeping 1.1. Rondom de gebouwen a. Geen stapeling brandbare materialen tegen de gebouwen b. Vrije toegang voor hulpdiensten 1.2.

Nadere informatie

Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van Gebr. Beijer v.o.f. te Soest, d.d. 15 augustus 2006 met nr. 2006WEM002495i.

Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van Gebr. Beijer v.o.f. te Soest, d.d. 15 augustus 2006 met nr. 2006WEM002495i. Behorende bij de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer van Gebr. Beijer v.o.f. te Soest, d.d. 15 augustus 2006 met nr. 2006WEM002495i. Bijlage 1: Voorschriften Inhoudsopgave 1 Algemene voorschriften...2

Nadere informatie

Bijlage 3b Aanwijzing van categorieën van gevallen, beperkingen en

Bijlage 3b Aanwijzing van categorieën van gevallen, beperkingen en Bijlage 3b Aanwijzing van categorieën van gevallen, beperkingen en voorschriften, afwijkingen en nadere eisen Nr. Activiteiten in waterwingebieden en grondwaterbeschermingsgebieden 1. zorgplicht 1. dat

Nadere informatie

Opslag van gasflessen. (Volgens PGS 15)

Opslag van gasflessen. (Volgens PGS 15) Opslag van gasflessen. (Volgens PGS 15) (Gerichte samenvatting op basis van de Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen 15: Opslag van verpakte gevaarlijke stoffen - juli 2005) Ten geleide Voor Nederland geldt

Nadere informatie

-5- Noem de blusmethoden voor een klasse A-brand. -5- Omschrijf de brandklassen. -5- Noem de blusmethoden voor een klasse B-brand.

-5- Noem de blusmethoden voor een klasse A-brand. -5- Omschrijf de brandklassen. -5- Noem de blusmethoden voor een klasse B-brand. -5- Met welk bord wordt een explosiegevaarlijke gebied aangegeven? -5- Noem de blusmethoden voor een klasse A-brand. -5- Noem de blusmethoden voor een klasse B-brand. -5- Noem de blusmethoden voor een

Nadere informatie