Analyse & Rekenen. Reken Hulp. Kerncijfers personenschade

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Analyse & Rekenen. Reken Hulp. Kerncijfers personenschade"

Transcriptie

1 Analyse & Rekenen Reken Hulp de Kerncijfers personenschade 2019

2 Inhoud Sociale Zekerheid 7 Alfabetisch overzicht sociale voorzieningen/uitkeringen 4 Minimum(jeugd)loon 7 Daglonen ZW-, WAO/WIA- en WW-uitkering 7 Werkdagen 7 Uitkeringspercentages WAO / Wajong / IVA / WGA 7 Wajong 8 Tegemoetkoming arbeidsongeschikten 8 IOAW en IOAZ 9 Bijstand 9 Toeslagenwet 10 Kinderbijslag 10 Eigen bijdrage Wlz en Wmo 10 Anw - Algemene nabestaandenwet 11 AOW - Algemene Ouderdomswet 11 Loon- en inkomstenbelasting 17 Premieheffingen 13 Belastingtarieven box 1, 2 en 3 IB 13 Heffingskortingen 14 Autovergoeding 15 Bijtelling auto van de zaak 15 Zorgverzekeringswet 15 Lijfrente-aftrek 15 Wettelijke rente 16 Modaal inkomen 16 Indexcijfers cao-lonen 17 Consumentenprijsindex (CPI) 17 Toeslagen 20 Huurtoeslag 20 Zorgtoeslag 20 Kindgebonden budget 21 Kinderopvangtoeslag 21 Richtlijnen van De Letselschade Raad 22 Huishoudelijke hulp 22 Kilometervergoeding 22 Licht letsel (smartengeld) 23 Studievertraging 23 Zelfwerkzaamheid 24 Ziekenhuis- / revalidatiedaggeldvergoeding 25 Rekenmatrix Opleiding en Inkomen 26 Rekenmodel overlijdensschade 27 Rekenrente 30 Kapitalisatiefactoren 34 Informatie benodigd bij verlies van arbeidsvermogen 42 Cursusaanbod 43 het RekenProgramma 43 Nawoord 47 2

3 Analyse & Rekenen de Reken Hulp 2019 Voor u ligt de nieuwe RekenHulp met de laatste cijfers bijgewerkt tot en met 1 januari Waarschijnlijk heeft u wel gezien dat onze naamgeving is veranderd. Voortaan gaan wij voor alle disciplines verder als de Bureaus met 5 verschillende onderdelen: - Analyse & Rekenen - Medisch - Herstel & Werk - Interactie - Opleidingen Uiteraard blijven bij de Bureaus Analyse & Rekenen de u bekende rekenkundig experts actief om u te voorzien van onafhankelijke rekenkundige letselschadeberekeningen, bedrijfseconomische analyses en rekencursussen. Wij vertrouwen er op dat u ook ditmaal veel plezier heeft van deze editie van de RekenHulp! Met vriendelijke groet, 3 Erik-Jan Bakker, Erna Sommer, Robert Withagen, Steven Jonkman, Yvette van Noort

4 Alfabetisch overzicht sociale voorzieningen/uitkeringen AIO - Aanvullende inkomensvoorziening ouderen De AIO-aanvulling kan iemand aanvragen als hij/zij de AOW-leeftijd heeft bereikt, rechtmatig in Nederland woont en niet genoeg inkomen of vermogen heeft om in zijn/haar levensonderhoud te voorzien. AKW - Algemene kinderbijslagwet De AKW biedt ouders een tegemoetkoming in de kosten die het opvoeden en verzorgen van kinderen tot 18 jaar met zich mee brengt. Anw - Algemene nabestaandenwet Op grond van de Anw kunnen nabestaanden in aanmerking komen voor een nabestaandenuitkering. Ook weeskinderen komen in aanmerking voor een uitkering. AOW - Algemene Ouderdomswet De AOW is een basispensioenvoorziening voor mensen vanaf de AOW-leeftijd. Daarnaast kent de AOW een partnertoeslag voor een jongere partner van de AOW-gerechtigde indien de desbetreffende partner geen of weinig inkomen heeft IOAW - Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers De IOAW is bedoeld voor oudere langdurig werklozen, die 50 jaar of ouder waren toen zij werkloos werden. De IOAW is ook voor gedeeltelijk arbeidsongeschikte werklozen, ongeacht hun leeftijd. De IOAW-uitkering is een aanvulling op het (gezins)inkomen tot bijstandsniveau. De IOAW wordt uitgevoerd door de gemeente. IOAZ - Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen De IOAZ is bedoeld voor ex-zelfstandigen van 55 jaar of ouder en gedeeltelijk arbeidsongeschikte ex-zelfstandigen (ongeacht hun leeftijd), die noodgedwongen hun bedrijf of beroep moesten beëindigen. De IOAZ-uitkering vult het (gezins)inkomen aan tot het bijstandsniveau. Ouderen kunnen deze uitkering tot hun AOW-gerechtigde leeftijd krijgen. IOW - Wet Inkomensvoorziening voor oudere werklozen De IOW is een uitkering voor ouderen vanaf 60 jaar nadat de WWuitkering of WGA-uitkering is afgelopen. De uitkering is maximaal 70% van het minimumloon. De IOW wordt uitgevoerd door het UWV. Het inkomen van de partner wordt bij de IOW buiten beschouwing gelaten. Participatiewet De Participatiewet vervangt sinds 1 januari 2015 de Wet werk en bijstand (Wwb), de Wet sociale werkvoorziening (WSW) en een groot deel van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong). Doel van de Participatiewet is ondersteuning bij arbeidsinschakeling en verlening van bijstand door gemeenten. TW - Toeslagenwet De Toeslagenwet vult een aantal uitkeringen aan tot het sociaal minimum als het totale inkomen van de uitkeringsgerechtigde en eventuele partner daaronder ligt. 4

5 Wajong - Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten De Participatiewet vervangt sinds 1 januari 2015 een groot deel van de Wajong. De Wajong biedt jonggehandicapten en studenten, die tijdens de studie gehandicapt zijn geraakt, ondersteuning bij het vinden en behouden van een baan bij een reguliere werkgever. Indien zij hiermee niet voldoende kunnen verdienen, komen zij in aanmerking voor inkomensondersteuning. WAO - Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering De WAO werd op 29 december 2005 vervangen door de WIA, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen. De WAO blijft bestaan voor mensen die al een WAO-uitkering genoten. Wel kunnen zij worden herkeurd volgens nieuwe strengere criteria, al dan niet met gevolgen voor de uitkering. WAZ - Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen Alleen zelfstandige ondernemers die voor 1 augustus 2004 arbeidsongeschikt zijn geworden, kunnen nog in aanmerking komen voor een WAZ-uitkering. Als een zelfstandige nu arbeidsongeschikt wordt, moet hij/zij zelf voor een vervangend inkomen zorgen. WIA - Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen De WIA bevordert dat werknemers die gedeeltelijk arbeidsgeschikt zijn aan het arbeidsproces blijven deelnemen en regelt de inkomensverzekering voor werknemers die gedeeltelijk arbeidsgeschikt (WGA) of volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn (IVA). 5 Wlz Wet langdurige zorg De Wlz is per 1 januari 2015 ingevoerd en vervangt de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). De Wlz is er voor mensen die de hele dag intensieve zorg of toezicht dichtbij nodig hebben. Om zorg vanuit de Wlz te krijgen, heeft men een Wlz-indicatie nodig van het Centrum indicatiestelling zorg (CIZ) Wmo Wet maatschappelijke ondersteuning De Wmo regelt dat mensen met een beperking ondersteuning kunnen krijgen. Het kan gaan om ouderen, gehandicapten of mensen met psychische problemen. Het doel van de Wmo is om het mogelijk te maken dat mensen zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen. WW - Werkloosheidswet De WW verzekert werknemers die werkloos worden tegen de financiële gevolgen van werkloosheid. Het verlies aan inkomen kan voor een bepaalde periode opgevangen worden met een WW-uitkering. ZW - Ziektewet De ZW geldt uitsluitend voor mensen die geen werkgever (meer) hebben, zoals uitzendkrachten. Ook kan iemand ziekengeld ontvangen als men ziek wordt ten gevolge van zwangerschap en bevalling. Het ziekengeld bedraagt ten minste 70% van het dagloon (dit is aan een maximum gebonden). Als iemand gaat werken als zelfstandige is het in bepaalde situaties mogelijk om zich vrijwillig te verzekeren. ZEZ - Zwangerschaps- en bevallingsuitkering voor zelfstandigen Vrouwelijke zelfstandigen hebben recht op een ZEZ-uitkering van minimaal zestien weken. Analyse & Rekenen

6 Carrouselintake Carrouseldata 2019: 15 januari 05 februari 26 februari 19 maart 09 april Rob Lemmens, Candida Vuijk, Ellen van den Berg, Nelleke van Heeswijk, Kim Kraal, Robert Withagen - Carrouselintake - Carrouselintake ZZP - Verzuimcarrousel MELD JE AAN interactie@debureaus.nl 6

7 Sociale Zekerheid De lonen en uitkeringen vermeld in de tabellen zijn bruto bedragen. Minimum(jeugd)loon Per 1 januari 2019 is het bruto minimumloon met 1,35% verhoogd ten opzichte van 1 juli De minimumlonen worden twee keer per jaar (1 januari en 1 juli) aangepast aan de ontwikkeling van de cao-lonen. leeftijd % minimumloon per maand excl. VT per jaar incl. VT 22 e.v. 100% 1.615, , % 1.373, , % 1.131, , % 888, , ,5% 767, , ,5% 638, , ,5% 557, , % 484, ,36 Daglonen ZW-, WAO/WIA- en WW-uitkering Het maximumdagloon voor de berekening van de ZW-, WAO/WIA- en WW-uitkering is met ingang van 1 januari 2019 vastgesteld op 214,28 bruto. Werkdagen In 2019 zijn er 261 werkdagen. jaar werkdagen Uitkeringspercentages WAO / Wajong / WIA-IVA / WIA-WGA % arbeidsongeschiktheid WAO Wajong* IVA WGA** WGA*** % % 75% % 75% - 70% 28% % 75% - 70% 35% % 75% - 70% 42% ,75% 75% - 70% 50,75% % 75% 75% 70% 70% * De Wajong (regeling vanaf 2010) vult aan tot maximaal 75% van het minimumloon. In bepaalde gevallen kan het inkomen aangevuld worden tot 100% van het minimumloon. ** Indien wordt voldaan aan de inkomenseis (tenminste 50% van de restverdiencapaciteit wordt benut) bedraagt de uitkering 70% van de betreffende grondslag. Gedurende de eerste twee maanden bedraagt het uitkeringspercentage van de loongerelateerde WGA-uitkering 75%. *** Indien niet wordt voldaan aan de inkomenseis komt men in aanmerking voor de WGA-vervolguitkering (gebaseerd op het minimumloon). 7 Analyse & Rekenen

8 Wajong Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten De Wajong biedt jonggehandicapten en studenten, die tijdens de studie gehandicapt zijn geraakt, ondersteuning bij het vinden en behouden van een baan bij een reguliere werkgever. Indien zij hiermee niet voldoende kunnen verdienen, komen zij in aanmerking voor inkomensondersteuning. De Participatiewet vervangt sinds 1 januari 2015 een groot deel van de Wajong. Gevolgen voor nieuwe Wajongers Mensen met een ziekte of handicap die duurzaam geen arbeidsvermogen hebben, hebben mogelijk recht op Wajong. Het gaat om mensen die nooit meer kunnen werken. Zij krijgen van het UWV een Wajonguitkering als ze voldoen aan de voorwaarden. Jonggehandicapten die wel kunnen werken, krijgen van de gemeente een bijstandsuitkering als ze voldoen aan de voorwaarden en hulp bij het vinden van geschikt werk. Gevolgen voor bestaande Wajongers UWV gaat tussen 2015 en 2018 de gegevens van alle jonggehandicapten, die al vóór 1 januari 2015 een Wajong-uitkering ontvingen, herbeoordelen. Dat doen zij om vast te stellen wie wel of geen mogelijkheden heeft om te werken. Wajongers die niet kunnen werken Wajongers zonder mogelijkheden om te werken, behouden gewoon hun Wajong-uitkering ter hoogte van 75% van het minimumloon. Wajongers die kunnen werken Wajongers die kunnen werken, krijgen hulp van het UWV bij het vinden van geschikt werk. Ook zij behouden hun Wajong-uitkering. De hoogte van de uitkering gaat voor hen wel veranderen. De uitkering is vanaf 1 januari 2018 maximaal 70% van het minimumloon. leeftijd 23 e.v grondslag per werkdag 74,29 74,29 63,15 52,00 40,86 35,29 per jaar incl. VT* , , , , , ,72 extra toeslag per maand 2,01 4,85 9,85 16,44 17,11 * Op basis van 261 werkdagen en te vermenigvuldigen met het uitkeringspercentage. Tegemoetkoming arbeidsongeschikten extra toeslag per jaar 24,12 58,20 118,20 197,28 205,32 In september van elk jaar betaalt het UWV de Tegemoetkoming arbeidsongeschikten (voorheen WTCG) aan mensen die (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt zijn. Dit bedrag is een compensatie voor de extra kosten die men heeft door ziekte of handicap. De tegemoetkoming bedroeg in ,68 netto. De hoogte van de tegemoetkoming voor 2019 is nog niet bekend. Dit bedrag wordt in juli door het Ministerie van SZW vastgesteld. Men komt in aanmerking voor deze extra tegemoetkoming als men op 1 juli: minstens 35% arbeidsongeschikt was; recht had op een arbeidsongeschiktheidsuitkering van het UWV (WAO-uitkering, WIA-uitkering, Wajong-uitkering of WAZ-uitkering). 8

9 IOAW en IOAZ De IOAW en de IOAZ vullen het gezamenlijke inkomen aan tot bijstandsniveau. De bruto inkomsten van de gerechtigde en de partner worden in mindering gebracht op de grondslagen die in de tabel te zien zijn. excl. VT per maand totaal incl. VT per jaar Bijstand Bijstand is er voor mensen die niet genoeg inkomen of vermogen hebben om in hun levensonderhoud te voorzien. En ook niet in aanmerking komen voor een andere uitkering. In verband met de vermogens- en inkomenstoets wordt de bijstandsuitkering doorgaans niet in een berekening van de personenschade opgenomen. gehuwd / samenwonend (beide partners 21 jaar of ouder) 1.535, ,04 leefsituatie leeftijd hoogte bijstandsuitkering 9 alleenstaanden en alleenstaande ouders zonder meerderjarige medebewoners alleenstaanden en alleenstaande ouders met een of meer meerderjarige medebewoners 1.195,54 767, , ,64 Per 1 juli 2015 is de kostendelersnorm bij de IOAW en IOAZ stapsgewijs ingevoerd. Per 1 januari 2019 ontvangt de kostendelende alleenstaande (ouder) 50% van de gehuwdennorm. De invoering van de kostendelersnorm in de IOAW en IOAZ is hiermee afgerond. In tegenstelling tot de bijstand wordt bij de IOAW geen rekening gehouden met het eigen vermogen. Bij de IOAZ wordt wel rekening gehouden met het eigen vermogen In 2019 blijft een vermogen tot ,- buiten beschouwing. Van elk bedrag daarboven wordt 3% in mindering gebracht op de uitkering. Bij een pensioentekort geldt een extra vrijstelling van maximaal ,-. gehuwd of samenwonend alleenstaande alleenstaande ouder jongeren 21 jaar tot AOW-leeftijd gehuwd / samenwonenden 21 jaar tot AOW-leeftijd 21 jaar tot AOW-leeftijd 21 jaar tot AOW-leeftijd 18 tot 21 jaar alleenstaanden en alleenstaande ouders vanaf AOW-leeftijd (AIO-uitkering) gehuwd / samenwonenden alleenstaanden en alleenstaande ouders 100% van het minimumloon (samen) netto excl. VT per maand 1.391,82 974, , ,41 70% van het minimumloon 70% van het minimumloon +extra kindgebonden budget uitkering wordt afgeleid van de kinderbijslag totaal incl. VT per jaar , , , ,60 Kostendelersnorm Bij de kostendelersnorm telt het aantal huisgenoten mee voor de hoogte van uw bijstandsuitkering. Hoe meer personen van 21 jaar of ouder in een woning, hoe lager de bijstandsuitkering. Analyse & Rekenen

10 Toeslagenwet De Toeslagenwet vult een aantal uitkeringen aan tot het sociaal minimum als het totale inkomen van de uitkeringsgerechtigde en eventuele partner daaronder ligt. Hiervoor worden normbedragen vastgesteld. Deze worden twee keer per jaar (1 januari en 1 juli) aangepast. Als het totale inkomen lager is dan het normbedrag voor het sociaal minimum, krijgt men mogelijk een toeslag op het inkomen. bruto per dag* Gehuwd/samenwonend Alleenstaanden: vanaf 22 jaar van 21 jaar van 20 jaar van 19 jaar van 18 jaar * exclusief vakantietoeslag Kinderbijslag bruto per dag* De netto bedragen voor de kinderbijslag zijn voor 2018 gewijzigd. Bedragen per kwartaal per per per t/m 5 jaar (per kind) 219,97 202,23 201,05 74,29 54,97 43,92 35,51 27,17 23,37 6 t/m 11 jaar (per kind) 267,10 245,57 244,13 12 t/m 17 jaar (per kind) 314,24 288,90 287,21 Als een kind niet thuis woont, omdat het bijvoorbeeld gehandicapt is, is het in sommige gevallen mogelijk om tweemaal kinderbijslag te krijgen. Eigen bijdrage Wlz en Wmo Volwassenen die zorg krijgen uit de Wet langdurige zorg (Wlz), of de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) moeten daarvoor een eigen bijdrage betalen. Kinderen hoeven geen eigen bijdrage te betalen. De hoogte van de eigen bijdrage hangt af van het verzamelinkomen (van twee jaar geleden), leeftijd en gezinssituatie. Ook is bepalend of men in een instelling verblijft of thuis zorg ontvangt. De eigen bijdrage is verhoogd voor mensen met een eigen vermogen (vermogensinkomensbijtelling). Bij het inkomen wordt 4% van de grondslag sparen en beleggen opgeteld. eigen bijdrage zorg thuis minimum per 4 weken alleenstaanden eigen bijdrage zorg met verblijf (echt)paren (echt)paren pensioengerechtigd maximum per 4 weken minimum per maand maximum per maand Wmo Wlz lage eigen bijdrage 164,20 861,80 Wlz (pgb) Wlz hoge eigen bijdrage piepgrens* 2.364,80 * Wanneer men de hoge eigen bijdrage betaalt, moet men minimaal een bepaald bedrag overhouden om vrij te besteden. Dit is per 1 januari 2019: - voor alleenstaanden 3.741,- per jaar ( 312,- per maand); - voor (echt)paren 5.819,- per jaar ( 485,- per maand). - 0,00-17,50 23,40 23,40 861,80 10

11 Anw Algemene nabestaandenwet AOW Algemene Ouderdomswet per maand tegemoetkoming per maand totaal incl. VT* per jaar per maand IO AOW per maand totaal incl. VT* per jaar Nabestaandenuitkering 1.204,39 17, ,40 Alleenstaand 1.190,58 25, ,00 Nabestaandenuitkering bij verzorgingsrelaties Nabestaandenuitkering bij kostendelersnorm Wezenuitkering tot 10 jaar 767,11 767,11 385,40 17,12 17,12 17, , , ,08 Gehuwd/samenwonend (beide partners AOWleeftijd of ouder) Gehuwd/samenwonend zonder toeslag (partner jonger dan de AOW-leeftijd) 809,81 809,81 25,23 25, , ,48 Wezenuitkering van 10 tot 16 jaar Wezenuitkering van 16 tot 21 jaar * Het totaal jaarbedrag is inclusief de tegemoetkoming Anw. Per 1 juli 2015 is voor de nabestaandenuitkering Anw de kostendelersnorm ingevoerd. Voor gehuwden en alleenstaanden van 21 jaar of ouder die samenwonen met één of meer meerderjarige personen waarmee kosten kunnen worden gedeeld, geldt op grond van de kostendelersnorm een lager bedrag. De hoogte van de nabestaandenuitkering is afhankelijk van het inkomen. Inkomen in verband met (vroegere) arbeid (bijvoorbeeld een WAO-, WIA- of WW-uitkering) komt volledig in mindering op de nabestaandenuitkering. Van inkomen uit arbeid (loon, winst, VUT, vervroegd pensioen of een bovenwettelijke uitkering) blijft een deel buiten beschouwing: 50% van het minimumloon plus een derde deel van wat boven dit bedrag wordt verdiend. Bij een inkomen uit arbeid tot 807,90 bruto per maand wordt de nabestaandenuitkering nog volledig uitbetaald. Er wordt geen nabestaandenuitkering ontvangen als men meer verdient dan 2.614,49 per maand ,11 770,81 17,12 17, , ,84 Gehuwd/samenwonend met max. toeslag (partner jonger dan de AOW-leeftijd) Gehuwd/samenwonend met 10% verlaagde toeslag (partner jonger dan de AOW-leeftijd) 1.619, ,64 25,23 25,23 * Het totaal jaarbedrag is inclusief inkomensondersteuning AOW , ,40 Ouderen krijgen een inkomensondersteuning (IO) bovenop hun AOW die afhankelijk is van het aantal jaren dat men in Nederland heeft gewoond. Vanaf 1 april 2015 is de AOW-partnertoeslag vervallen. Degenen die vóór 1 januari 1950 geboren zijn en een AOW-toeslag ontvangen, behouden deze toeslag totdat de jongere partner AOW-pensioen krijgt of een te hoog inkomen krijgt. De bedragen zijn volledige AOW-uitkeringen. Wie pas later in Nederland is komen wonen of een aantal jaren in het buitenland heeft gewoond, zal een lagere uitkering krijgen indien de ontbrekende jaren niet zijn bijverzekerd. Voor ieder jaar 2% minder AOW. Analyse & Rekenen

12 Medisch Werken met 1 Medisch adviseur creeërt vaak rust voor betrokkene. Candida Vuijk, Medisch Directeur c.vuijk@debureaus.nl Tel.: Rob Lemmens, Medisch adviseur r.lemmens@debureaus.nl Tel.:

13 Loon- en inkomstenbelasting Premieheffingen Belastingtarieven box 2 IB werkgever werknemer In box 2 wordt het inkomen uit aanmerkelijk belang belast. Er geldt een vast tarief van 25% over het gehele belastbare inkomen. Volksverzekeringen AOW Anw Wlz (tot en met 2014 AWBZ) Werknemersverzekeringen WAO/WIA-basis (Aof) Whk-rekenpremie Awf (WW) Het maximum bruto premieloon werknemersverzekeringen is ,- per jaar. Belastingtarieven box 1 IB 6,46% 1,24% 3,60% In box 1 worden het inkomen uit werk en woning belast ,37 17,90% 0,10% 9,65% Belastingtarieven box 3 IB In box 3 worden de (fictieve) inkomsten uit sparen en beleggen belast. Er geldt een vast tarief van 30% over het forfaitair rendement. De grondslag sparen en beleggen wordt toegerekend aan een spaardeel en een beleggingsdeel. Voor de toerekening wordt gebruik gemaakt van 3 vermogensschijven. Per 1 januari 2019 wordt over het spaardeel en het beleggingsdeel een forfaitair rendement van respectievelijk 0,13% en 5,60% in aanmerking genomen. schijf t/m ,- van ,- t/m ,- vanaf ,- Sparen 0,13% 67% 21% 0% beleggen 5,60% 33% 79% 100% forfaitair rendement 1,94% 4,45% 5,60% schijf vanaf t/m tarief < AOW-lft. tarief > AOW-lft. Voor iedereen geldt in box 3 een heffingsvrij vermogen. Dit is een vast bedrag dat is vrijgesteld van belasting ,65% 38,10% 38,10% * 51,75% 18,75% 20,20% 38.10% * 51,75% * De aftrekbare kosten met betrekking tot een eigen woning zijn in het jaar 2019 aftrekbaar tegen een tarief van ten hoogste 49%. betreft Heffingsvrij vermogen per persoon Heffingsvrij vermogen fiscaal partnerschap - bij overdracht aan partner bedrag , ,- 13 Analyse & Rekenen

14 Heffingskortingen Heffingskorting < AOW-lft. > AOW-lft. Toelichting Algemene heffingskorting lagere inkomens (maximaal) 2.477, ,- Geldt voor iedere belastingplichtige. Algemene heffingskorting hogere inkomens 0,- 0,- Geldt voor iedereen met belastbaar inkomen. De afbouw is maximaal (tot nihil) als het verzamelinkomen meer is dan ,-. Arbeidskorting lagere inkomens (maximaal) 3.399, ,- Geldt voor iedereen die een inkomen heeft uit tegenwoordige arbeid. Arbeidskorting hogere inkomens 0,- 0,- Geldt voor iedereen die een inkomen heeft uit tegenwoordige arbeid. De afbouw is maximaal (tot nihil) als het loon meer is dan ,-. Inkomensafhankelijke combinatiekorting (maximaal) 2.835, ,- Geldt voor minstverdienende partners en alleenstaande ouders (inkomen > 4.993,- tot ,-) die de zorg hebben voor kinderen onder de 12 jaar. Ouderenkorting (maximaal) 1.596,- Geldt voor belastingplichtigen vanaf de AOW-leeftijd tot een verzamelinkomen van ,-.De afbouw is maximaal (tot nihil) als het verzamelinkomen meer is dan ,-. Alleenstaande ouderenkorting 429,- Geldt voor iedere belastingplichtige die recht heeft op een AOWuitkering voor alleenstaanden. Jonggehandicaptenkorting 737,- Geldt voor mensen die een Wajong-uitkering ontvangen en die niet in aanmerking komen voor een ouderenkorting. Ondernemersfaciliteiten IB Zelfstandigenaftrek 7.280,- De zelfstandigenaftrek geldt voor de ondernemer die aan het urencriterium (meer dan uren op jaarbasis) voldoet. Startersaftrek 2.123,- Extra zelfstandigenaftrek voor starters. Fiscale oudedagsreserve maximum/percentage 8.999,- / 9,44% MKB-winstvrijstelling 14% 14

15 Autovergoeding Zorgverzekeringswet (Zvw) Belastingvrij voor zakelijke ritten per kilometer: 0,19. betreft Bijtelling auto van de zaak Zvw inkomensafhankelijke bijdrage - werkgeversheffing Met ingang van 1 januari 2017 zijn de kortingen voor zuinige auto s (CO2-uitstoot gr/km) en zeer zuinige auto s (CO2-uitstoot 1-50 gr/ km) komen te vervallen. Voor nieuwe auto s in deze categorie geldt het algemene bijtellingspercentage van 22 procent. Voor volledig elektrische auto s gaat het bijtellingspercentage van 4% vanaf 2019 gelden tot maximaal ,- van de catalogusprijs. Voor het bedrag daarboven geldt het bijtellingspercentage van 22%. Zvw maximumbijdrage-inkomen Zvw inkomensafhankelijke bijdrage - eigen bijdrage Voor de verschillende categorieën geldt: CO2-uitstoot Standaardpremie* Verplichte Eigen Risico 5,70% , 1.609, 385,- * De standaardpremie is de geraamde gemiddelde nominale premie verhoogd met het geraamde gemiddelde bedrag wat een verzekerde in het volgend jaar aan eigen risico betaalt (Min. van VWS). Lijfrente-aftrek Bijtellingspercentage betreft Jaarruimte 0 g/km 4% 4% 4% > 0 g/km 22% 22% 22% Reserveringsruimte Geboren na 31 augustus 1962 (maximaal) Geboren voor 1 september 1962 (maximaal) 15 6,95% ,17% van premiegrondslag 7.254, ,- Analyse & Rekenen

16 Wettelijke rente Sinds 1 januari 2015 bedraagt de wettelijke rente 2%. datum rente 2% 3% 4% 3% 4% 6% 4% 5% 7% 8% Modaal inkomen Het bruto modaal inkomen is het inkomen dat dicht onder de premieinkomensgrens voor de zorgverzekeringswet ligt. Deze grens wordt jaarlijks door het Nederlands Centraal Planbureau (CPB) geïndexeerd op basis van de gemiddelde loonstijging in de bedrijven-sector. Het begrip wordt als referentiepunt gebruikt om inkomenseffecten van maatregelen door de overheid te bepalen. Het bruto modaal inkomen is in 2019 op ,- (inclusief vakantietoeslag) gesteld. jaar bruto modaal inkomen , , , , , , , , , , , , , ,- Tussen 2012 en 2013 is sprake van een trendbreuk. Tot en met 2012 was de berekening gerelateerd aan de maximale premie-inkomensgrens voor de Zorgverzekeringswet (Zvw). Vanaf 2013 staat het modaal inkomen voor de meest voorkomende inkomensgroep onder werknemers. Deze herziening is voor het eerst in 2018 ingevoerd. 16

17 Indexcijfers cao-lonen Binnen cao s worden jaarlijks algemene salarisaanpassingen vastgelegd. Periodiek worden daarvan gemiddelden bepaald. Dit is de cao loonindex die wordt vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De cao loonindex wordt uitgedrukt als een stijgingsfactor ten opzichte van het loonniveau in een referentiejaar. Onderstaand zijn de loonindices opgenomen voor het referentiejaar Consumentenprijsindex (CPI) De Consumentenprijsindex (CPI) is een samengesteld gewogen gemiddelde van verschillende prijsstijgingen uitgedrukt in een indexcijfer. Het is een belangrijke maatstaf voor het meten van de gemiddelde prijsontwikkeling in Nederland. De inflatie wordt gemeten als de procentuele stijging van de CPI. Onderstaand zijn de indices opgenomen voor het referentiejaar jaar indexcijfer (2010=100) jaarmutatie % jaar indexcijfer (2015=100) jaarmutatie % *111,7 109,5 108,0 106,1 104,6 103,7 102,5 101,1 100,0 98,7 96,1 93,0 91,1 89,3 88,7 87,6 85,2 *2,0 1,4 1,8 1,4 0,9 1,2 1,4 1,1 1,3 2,8 3,3 2,1 2,0 0,7 1,2 2,8 3, *103,44 101,70 100,32 100,00 99,40 98,44 96,04 93,73 91,59 90,44 89,37 87,20 85,82 84,88 83,48 82,43 80,74 *1,7 1,4 0,3 0,6 1,0 2,5 2,5 2,3 1,3 1,2 2,5 1,6 1,1 1,7 1,3 2,1 3,3 * voorlopig cijfer per 1 januari 2019 * voorlopig cijfer per 1 januari Analyse & Rekenen

18 Herstel en Werk Kinderen en letselschade Wanneer kinderen betrokken zijn bij een ongeval, kan de ontwikkeling hierdoor worden verstoord. Doordat kinderen nog volop in ontwikkeling zijn, zijn zij erg kwetsbaar. Dit maakt dat een ongeval grote gevolgen kan hebben voor de toekomst. Bij de afwikkeling van letselschades dienen belangenbehartigers en aansprakelijke verzekeraars hier rekening mee te houden. Wat wij zien in de praktijk is dat de juiste hulp voor kinderen met letselschade in veel gevallen moeizaam op gang komt. Vaak hebben belangenbehartigers en aansprakelijke verzekeraars veel aandacht voor het direct zichtbare fysieke letsel van een kind, maar hebben zij minder aandacht voor het letsel dat niet direct zichtbaar is, zoals de problemen die na een ongeval kunnen ontstaan in het sociaal-emotionele functioneren en de gevolgen van deze problemen op andere levensgebieden zoals de gezinssituatie. Doordat aan het begin van een letselschadeproces vaak weinig aandacht aan deze problemen wordt besteed, stapelen de problemen zich steeds verder op. Wanneer de problemen na verloop van tijd aan het licht komen, worden deze problemen niet altijd als een gevolg van het ongeval beschouwd. In het kader van de herstelgerichte dienstverlening is het ons inziens van belang om de gevolgen van een ongeval voor kinderen en gezinnen zo veel mogelijk te beperken. Dit kan naar onze mening worden gerealiseerd door kinderen en gezinnen in een vroeg stadium de juiste hulp te bieden. Een jeugdprofessional, met kennis van letselschadeprocessen, kan in deze gevallen van meerwaarde zijn. 18

19 Arbeidsdeskundig advies Herstelcoaching Casemanagement Kind Een jeugdprofessional biedt begeleiding aan kinderen en ouders die direct of indirect betrokken zijn bij een ongeval. Het doel van de begeleiding van een jeugdprofessional is om de balans binnen een gezin te laten terugkeren, door kinderen en hun ouders, daar waar mogelijk, te ontzorgen. - Een jeugdprofessional wordt door een belangenbehartiger en aansprakelijke verzekeraar gezamenlijk ingeschakeld. Wanneer een jeugdprofessional wordt ingeschakeld gaat deze bij een gezin op bezoek. De jeugdprofessional inventariseert welke problemen er binnen een gezin spelen en stelt samen met het gezin een plan van aanpak op. Als er een plan van aanpak is opgesteld, gaat de jeugdprofessional direct met het gezin aan de slag! Anders dan in het reguliere circuit zijn er geen wachtlijsten zodat er geen onnodige vertraging ontstaat. - Voor belangenbehartigers en aansprakelijke verzekeraars kan het soms lastig zijn om te bepalen in welke situaties het zinvol kan zijn om een jeugdprofessional in te schakelen. Wat ons betreft is de inschakeling van een jeugdprofessional na een ongeval van meerwaarde wanneer: een kind aanhoudend last heeft van negatieve gevoelens, zoals boosheid, verdriet en/of angst; een kind sterk veranderd gedrag laat zien zoals onzekerheid, piekeren, spanning, vermoeidheid, opstandig gedrag en/of het willen overnemen van de verantwoordelijkheden van de ouders; een kind opeens problemen vertoont op school zoals een angst om te falen, concentratieproblemen, verminderde schoolprestaties en/of uitval; een kind langdurig moet herstellen en er sprake is van een verhoogd risico op het ontstaan van problemen op andere levensgebieden; - & Letsel een kind broertjes of zusjes heeft die vergelijkbare negatieve gevoelens dan wel gedragsveranderingen vertonen; ouders een ongeval hebben doorgemaakt en niet in staat zijn om er op eenzelfde manier voor hun kinderen te zijn als voor het ongeval; er sprake is van meerdere problemen binnen een gezin en een gezin er niet in slaagt om deze problemen zelfstandig de baas te worden. Door de vroegtijdige inschakeling van een jeugdprofessional krijgen kinderen en gezinnen sneller de juiste hulp. De jeugdprofessional weet hoe het er in een letselschadeproces aan toe gaat en heeft oog voor de verschillende belangen van alle betrokken partijen. De jeugdprofessional onderhoudt het contact met alle partijen en zorgt ervoor dat alle partijen van de laatste ontwikkelingen op de hoogte zijn. Dit alles draagt bij aan een hogere tevredenheid, een efficiënter letselschadeproces en een verminderde schadelast! Nieuwsgierig geworden? Neem gerust contact met ons op! Sophie Ouwehand s.ouwehand@debureaus.nl Kim Kraal k.kraal@debureaus.nl Tel.:

20 Toeslagen Huurtoeslag De hoogte van de toeslag is afhankelijk van de huur, soort huurhuis, de leeftijd, de gezinssituatie en het (gezamenlijke) verzamelinkomen*. Om huurtoeslag te krijgen, mag het toetsingsinkomen niet te hoog zijn. Bij de berekening van de huurtoeslag telt naast het toetsingsinkomen en dat van de eventuele toeslagpartner ook het toetsingsinkomen van eventuele medebewoner(s) mee. Wanneer sprake is van inwonende kinderen onder de 23 jaar dan telt de eerste 4.885,- van het toetsingsinkomen niet mee voor de huurtoeslag. situatie op 1 januari 2019 Jonger dan AOW-leeftijd zonder toeslagpartner Jonger dan AOW-leeftijd met toeslagpartner Op 1 januari AOW-leeftijd of ouder zonder toeslagpartner Met toeslagpartner: op 1 januari heeft de meest verdienende bewoner de AOW-leeftijd bereikt. maximum toetsingsinkomen per jaar De huurtoeslag kan oplopen tot maximaal 354,- per maand. Als men belasting betaalt in box 3, bestaat er (behalve in zeer uitzonderlijke gevallen) geen recht meer op huurtoeslag , , , ,- Huurgrenzen leeftijd op 1 januari 2019 Tussen de 18 en 23 jaar en geen kinderen Tussen de 18 en 23 jaar en kinderen Tussen de 23 en AOWleeftijd AOW-leeftijd of ouder zonder toeslagpartner AOW-leeftijd of ouder met toeslagpartner Zorgtoeslag rekenhuur per maand De hoogte van de toeslag is afhankelijk van het (gezamenlijke) verzamelinkomen*. Om zorgtoeslag te krijgen, mag het toetsingsinkomen niet te hoog zijn. situatie op 1 januari 2019 zonder toeslagpartner met toeslagpartner tussen de 228,62 en 424,44 tussen de 228,62 en 720,42 tussen de 228,62 en 720,42 tussen de 226,80 en 720,42 tussen de 224,99 en 720,42 maximum toetsingsinkomen per jaar Er is geen recht op zorgtoeslag wanneer het vermogen op 1 januari 2019 groter was dan: ,- voor een alleenstaande; ,- voor partners , ,- De zorgtoeslag is maximaal 1.189,- per jaar voor een alleenstaande en 2.314,- per jaar voor gehuwden of samenwonenden. 20

21 Kindgebonden budget Het kindgebonden budget is een bijdrage voor de kosten van kinderen tot 18 jaar. De hoogte van het kindgebonden budget is afhankelijk van het (gezamenlijke) verzamelinkomen*, het aantal kinderen en de leeftijd van de kinderen. Om kindgebonden budget te krijgen, mag het toetsingsinkomen niet te hoog zijn. Bij de berekening van het kindgebonden budget telt ook het toetsingsinkomen van de eventuele toeslagpartner mee. Hoe hoog het (gezamenlijke) toetsingsinkomen mag zijn, hangt tevens af van het aantal kinderen en hun leeftijd. Als het toetsingsinkomen lager is dan ,-, krijgt men het maximum toeslagbedrag. Dit bedrag is afhankelijk van het aantal kinderen. aantal kinderen jonger dan 12 jaar 1 kind 2 kinderen Verhoging vanaf 3e kind alleenstaande ouder 4.305, ,- 292,- Verhogingen voor kinderen vanaf 12 jaar Voor kinderen van 12 tot en met 15 jaar: 239,- per jaar; Voor kinderen van 16 en 17 jaar: 427,- per jaar. ouder met toeslagpartner 1.166, ,- 292,- Is het toetsingsinkomen hoger dan ,- dan wordt het kindgebonden budget lager (afbouwpercentage van 6,75%). Als het inkomen te hoog is, krijgt men geen kindgebonden budget. Er is geen recht op kindgebonden budget wanneer het vermogen op 1 januari 2019 groter was dan: ,- voor een alleenstaande; ,- voor partners. Kinderopvangtoeslag De hoogte van de kinderopvangtoeslag is afhankelijk van het (gezamenlijke) verzamelinkomen* en het aantal kinderen dat gebruik maakt van de kinderopvang. Ook het uurtarief en het aantal opvanguren zijn van belang. Bij de berekening van de kinderopvangtoeslag telt ook het toetsingsinkomen van de eventuele toeslagpartner mee. Voor de kinderopvangtoeslag is er geen inkomensgrens. Maar hoe hoger het toetsingsinkomen, hoe lager het bedrag aan kinderopvangtoeslag zal zijn. Aantal opvanguren Men kan alleen kinderopvangtoeslag krijgen voor de uren die men werkt. Hierbij wordt uitgegaan van de ouder die het minst werkt. Gaat het kind naar de dagopvang dan kan men over 140% van de gewerkte uren toeslag krijgen. Gaat het om buitenschoolse opvang dan krijgt men over 70% van de gewerkte uren toeslag. Gaat het kind minder uren per week naar de opvang dan gaat men uit van de werkelijke opvanguren. Per kind kan men kinderopvangtoeslag krijgen over maximaal 230 uur kinderopvang per maand. Dit geldt voor alle vormen van opvang samen. Maximumuurtarief Voor kinderopvangtoeslag geldt een maximumuurtarief. Dagopvang in een kindercentrum: 8,02 per uur. Buitenschoolse opvang (bso) bij kindercentrum 6,89 per uur. Gastouderopvang (dagopvang en bso): 6,15 per uur. * Het verzamelinkomen is de optelsom van het belastbaar inkomen in box 1, 2 en 3. Kijk voor meer informatie en bijzondere situaties over de diverse toeslagen op 21 Analyse & Rekenen 20

22 Richtlijnen van De Letselschade Raad Huishoudelijke hulp Per 1 januari 2019 zijn de normbedragen ongewijzigd. Normbedragen huishoudelijke hulp per week (een week wordt gelijkgesteld met 7 dagen). Alleenstaande 2-persoonshuishouden Gezin met inwonende kinderen jonger dan 5 jaar Gezin met inwonende kinderen ouder dan 5 jaar licht tot matig beperkt 69,- 91,- 171,- 148,- zwaar beperkt 137,- 181,- 342,- 295,- Gedurende een periode van drie maanden gelden de normbedragen volgens de tabel. Na deze periode, voor de volgende drie maanden, geldt bij continuering een uurtarief van 9,50. Nadat deze tweede termijn is verlopen (6 maanden na ongeval), betaalt de verzekeraar een redelijke vergoeding. Er dient rekening te worden gehouden met de mate waarin de benadeelde vóór het ongeval een bijdrage in het huishouden leverde. Deze bijdrage wordt uitgedrukt in een vast percentage van 25, 50, 75 of 100%. De schadevergoeding ter zake kosten huishoudelijke hulp wordt vastgesteld volgens de navolgende formule: Normbedrag volgens mate van beperking x bijdrage in het huishouden (vóór het ongeval). Deze aanbeveling is van toepassing op ongevallen die na 1 juli 2009 hebben plaatsgevonden. Kilometervergoeding Per 1 januari 2019 is het normbedrag ongewijzigd. Het normbedrag per gereden kilometer met een personenauto bedraagt 0,26. ingangs-/ wijzigingsdatum 1 januari januari januari januari januari januari 2002 kilometervergoeding 0,26 0,29 0,24 0,22 0,21 0,20 Onder de normering van de kilometervergoeding vallen: Reiskosten van gezins- en naaste familieleden voor het bezoeken van het slachtoffer in het ziekenhuis en bij tijdelijk verblijf in een revalidatiecentrum. Reiskosten van het slachtoffer voor bezoeken aan artsen, fysiotherapeuten en andere beroepsbeoefenaren die betrokken zijn bij de medische behandeling, alsmede voor bezoeken aan een Bureau Slachtofferhulp en andere belangenbehartigers. Vergoeding A. Personenauto Voor reizen met een personenauto bedraagt de vergoeding 0,26 voor de eerste 2000 kilometer per jaar per claimgerechtigde. Als jaar geldt in deze: telkens een jaar na de schadedatum. Bij meer dan 2000 gereden kilometers per schadejaar adviseert de Letselschade Raad de vergoeding concreet vast te stellen. Dit kan op basis van gangbare ANWB-tabellen, waarbij zowel de vaste als variabele kosten als uitgangspunt voor de vergoeding gelden. 22

23 B. Openbaar vervoer Bij gebruik van het openbaar vervoer worden de daadwerkelijk gemaakte kosten vergoed. C. Taxi De daadwerkelijke taxikosten worden vergoed indien het openbaar of eigen vervoer geen passende voorziening blijkt te zijn. Hierbij moet worden gedacht aan een medische indicatie of de afwezigheid van eigen vervoer of openbaar vervoer, e.d. Licht letsel (smartengeld) Per 1 januari 2019 zijn de normbedragen gewijzigd. a. Tot 875,- bij oppervlakkig en beperkt letsel met een herstelperiode van ongeveer twee maanden. Denk hierbij onder meer aan schaafwonden, kneuzingen, brandwonden van de eerste graad en beperkte, niet-ontsierende littekens. b. Van 575,- tot 1.725,- bij letsel waarvoor korte medische en/of therapeutische behandeling heeft plaatsgevonden en waarbij sprake is van een herstelperiode van twee tot vier maanden. Denk onder meer aan (lichte) hersenschudding of whiplash met restloos herstel, forse verzwikking/verstuiking, een gebroken rib en enkele dagen arbeidsongeschiktheid. c. Van 1.150,- tot 2.125,- bij letsel met een wat langere herstelperiode van ongeveer vier tot zes maanden, maar met een uiteindelijk restloos herstel (op eventueel wat beperkte, niet-ontsierende littekens na), waarvoor medische en/of therapeutische behandeling heeft plaatsgevonden. Denk hierbij onder meer aan gevallen van korte ziekenhuisopname, bij eenvoudige botbreuken, indien sprake is van een aantal weken tot enkele maanden arbeidsongeschiktheid en tijdelijke hulpbehoevendheid. (Onder arbeidsongeschikt wordt tevens verstaan het niet of niet volledig kunnen uitvoeren van taken, bijvoorbeeld in de huishouding.) 23 Studievertraging Per 1 januari 2019 zijn de normbedragen gewijzigd. Categorie-indeling en normbedragen voor schade wegens studievertraging op basis van één jaar studievertraging: categorie basisschool VMBO/LBO HAVO/MBO/VWO HBO/WO , , , , , , , ,- De richtlijn ziet louter op de studievertraging als zodanig c.q. het daardoor later betreden van de arbeidsmarkt. Het gaat om een studievertraging van maximaal 1 jaar , , , ,- De vergoeding ziet op de vertraging in de opleiding die op het moment van het ongeval werd gevolgd en wordt vastgesteld op basis van het normbedrag dat daarvoor geldt in het jaar dat de schadepost studievertraging wordt geregeld. Extra studiekosten (boeken- en examenkosten en dergelijke) vallen niet onder de richtlijn. Deze uitgaven zijn zeer individueel en vaak concreet aan te tonen. Derhalve lenen deze kosten zich niet voor normering. Van de schade wegens studievertraging dient te worden onderscheiden de aan een ongeval toe te rekenen schade als gevolg van een aangepaste opleiding of opleiding op een lager niveau. Deze schadefactor dient afzonderlijk te worden beoordeeld en maakt deel uit van het vast te stellen verlies aan arbeidsvermogen. De richtlijn beoogt een vangnet te bieden voor het merendeel van de voorkomende gevallen en laat de mogelijkheid om schade wegens studievertraging concreet vast te stellen onverlet. Analyse & Rekenen

24 Zelfwerkzaamheid Per 1 januari 2019 zijn de normbedragen ongewijzigd. Normbedragen zelfwerkzaamheid per jaar. categorie Eigen woning/met tuin/ alle onderhoud Eigen woning/met tuin/ weinig onderhoud Eigen woning/zonder tuin/ alle onderhoud Eigen woning/zonder tuin/ weinig onderhoud Huurwoning/met tuin/ alle onderhoud Huurwoning/met tuin/ weinig onderhoud Huurwoning/zonder tuin/ alle onderhoud Huurwoning/zonder tuin/ weinig onderhoud normbedrag vanaf ,- 570,- 741,- 285,- 570,- 285,- 371,- 143,- normbedrag vanaf ,- 599,- 778,- 299,- 599,- 299,- 390,- 150,- Deze normbedragen zijn gebaseerd op de technische rekenvoorbeelden voor schilderwerk en tuinonderhoud, waarbij is uitgegaan van een twee onder een kap/hoekwoning of hoekwoning. Daarnaast wordt onderscheid gemaakt in de kosten van onderhoud voor een viertal woningtypen: woningtype Vrijstaande woning Twee onder een kap/hoekwoning Rijtjeshuis Flat/appartement Vaststelling van de schadevergoeding omrekenfactor t.a.v. de bedragen in de tabel 1. Het normbedrag wordt aangepast aan de mate waarin het vermogen tot zelfwerkzaamheid beperkt is. De mate van beperking wordt in overleg vastgesteld en uitgedrukt in een vast percentage van 25, 50 of 100. Dit percentage is maatgevend voor de uiteindelijke schadevergoeding per jaar. 2. Voor de vaststelling van de looptijd van de toekomstige schade wordt uitgegaan van een eindleeftijd van 70 jaar, zonder sterftekanscorrectie. Voor de kapitalisatie van de toekomstige schade wordt uitgegaan van de dan geldende rekenrente. 3. Voor zover er ter zake van de woning, tuin of persoon van het slachtoffer in relatie tot zelfwerkzaamheid sprake is van bijzondere omstandigheden die zich niet lenen voor een genormeerde vergoeding, moet de schade concreet worden vastgesteld. 1,3 1,0 0,8 0,7 24

25 Ziekenhuis- / revalidatiedaggeldvergoeding Per 1 januari 2019 zijn de normbedragen ongewijzigd. ingangs-/wijzigingsdatum 1 januari januari januari januari januari januari 2002 revalidatiedaggeldvergoeding ziekenhuisdaggeldvergoeding 30,- 28,- 26,- 25,- 25,- 23,- 15,- 14,- 13,- 12,50 De ziekenhuisdaggeldvergoeding is per 1 januari 2009 uitgebreid met een vergoeding voor een tijdelijk verblijf in een revalidatievoorziening. Van een tijdelijk verblijf in een revalidatievoorziening is sprake: gedurende een maximale al dan niet aaneengesloten herstel- en/of verpleegduur van 365 dagen, waarbij de duur van ziekenhuisopname(n) voor dit totaal van 365 dagen meetellen, met dien verstande dat de vergoeding van het revalidatiedaggeld komt te vervallen op het moment dat het voor betrokkene of diens naasten duidelijk is dat de opname een zodanig langdurig of permanent karakter krijgt, dat het dan nog resterende aantal dagen van die termijn van die 365 dagen zal worden overschreden. 25 Analyse & Rekenen

26 Rekenmatrix Opleiding en Inkomen De Rekenmatrix Opleiding en Inkomen dient als hulpmiddel bij de bepaling van het arbeidsinkomen gecorreleerd aan het opleidingsniveau. De vermelde salarissen zijn gemiddelden en gebaseerd op een 40-urige werkweek (peildatum 1 januari 2019). Het betreft het totaal bruto salaris (inclusief vakantietoeslag en overige emolumenten) vóór aftrek van premies werknemersverzekeringen. werk/denkniveau opleidingsniveau Basisonderwijs VMBO (basis/kader) VMBO (GL / TL)* MBO MBO/HBO HBO HBO+ HBO/WO WO WO+ WO++ startsalaris bruto/jaar 9.947, , , , , , , , , , ,- eindsalaris bruto/jaar , , , , , , , , , , ,- aantal x modaal 0,6x 0,9x 1,0x 1,3x 1,6x 1,8x 2,1x 2,3x 2,6x 2,8x 3,3x groeipad in jaren Gehanteerde bronnen: CBS Loonstructuuronderzoek (LSO); CBS indexcijfers cao-lonen; CBS MBO-gediplomeerden op de arbeidsmarkt; BBRA salarisschalen overheid; SEO Economisch Onderzoek (Studie & Werk 2016); Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA); Vereniging van Universiteiten (VNSU) (Academici op de arbeidsmarkt 2016). Begrippen: Minimumloon: 9.947,- vanaf 18 jaar tot ,- vanaf 22 jaar Modaal inkomen: ,- bruto (bron: CPB) Indexcijfers cao-lonen (2010 = 100): 2019=111,7 (bron: CBS) * GL = gemengde leerweg / TL = theoretische leerweg 1. Gemiddeld startsalaris MBO. 2. Gemiddeld startsalaris HBO. 3. Maximum startsalaris HBO. 4. Gemiddeld startsalaris WO. 5. Maximum startsalaris WO. 26

27 Rekenmodel overlijdensschade In het nieuwe rekenmodel voor de berekening van overlijdensschade wordt het gezin beschouwd als een economische eenheid. Na het overlijden van een volwassene is er sprake van een besparing (vrijval van uitgaven). Het Nibud heeft hier onderzoek naar gedaan en de vrijval uitgedrukt in een percentage van het netto gezinsinkomen. Het nieuwe rekenmodel gaat uit van het traditionele 2-oudergezin. Rekenmethodiek De rekenmethodiek om de schade vast te stellen is als volgt: Begrippen Weggevallen Normatieve Uitgaven (WNU) Stap 1 Het netto gezinsinkomen zonder overlijden wordt verminderd met een vastgesteld percentage Weggevallen Normatieve Uitgaven (WNU). Het WNU-percentage is afhankelijk van het netto gezinsinkomen, het aantal gezinsleden en de leeftijd van de kinderen zonder overlijden. Stap 2 Het netto gezinsinkomen met overlijden wordt verhoogd met extra weggevallen uitgaven (WU) en wordt verminderd met bijgekomen uitgaven (BU). Stap 3 Het verschil tussen de uitkomst van stap 1 en van stap 2 vormt de jaarschade van het gezin. Het nieuwe rekenmodel is normatief neutraal, dus zonder ter discussie staande verrekeningen. Het eventueel verrekenen van voordelen volgt pas na het toepassen van de rekenmethodiek. zonder overlijden besteedbaar gezinsinkomen behoefte gezin na overlijden Op basis van onderzoek heeft het Nibud een tabel samengesteld om de Weggevallen Normatieve Uitgaven vast te stellen. Weggevallen Uitgaven (WU) De WU is bedoeld voor specifieke uitgaven, welke, naast de WNU, ook nog zijn verminderd of zijn weggevallen na het overlijden en dus het besteedbaar gezinsinkomen na overlijden verhogen. Voorbeelden: - lagere hypotheekrente a.g.v. aflossing hypotheek; - speciale hobby van de overledene. Bijgekomen Uitgaven (BU) De BU is bedoeld voor uitgaven, welke er na het overlijden bij zijn gekomen en dus het besteedbaar gezinsinkomen na overlijden verlagen. Voorbeelden: - extra kosten voor kinderopvang; - huishoudelijke hulp; - verlies van zelfwerkzaamheid na overlijden besteedbaar gezinsinkomen + WU schade gezin 27 - WNU - BU Analyse & Rekenen

28 Definitie netto besteedbaar inkomen Inkomensbron Bruto loon uit arbeid hoofdkostwinner Bruto loon uit arbeid partner Bruto loon uit arbeid kinderen Winst voor fiscale correcties hoofd kostwinner Winst voor fiscale correcties over de leden van het huishouden Sociale uitkeringen Bruto pensioen Bijverdiensten Ontvangen partneralimentatie (=bruto) Fiscale bijtelling leaseauto Premies werknemersverzekeringen Inkomensafhankelijke bijdrage Zvw Negatieve opbrengst eigen woning (=hypotheekrenteaftrek-eigenwoningforfait) Fiscale aftrekposten (ook voor zelfstandigen) Inkomstenbelasting (box 1,2 en 3) (incl. premies volksverzekeringen, AOW, Anw en Wlz/AWBZ) Heffingskortingen Huurtoeslag, Zorgtoeslag, Kindgebonden budget, Kinderopvangtoeslag Ontvangen kinderalimentatie (= netto) Kinderbijslag, Tegemoetkoming Schoolkosten Inkomsten uit vermogen (netto) Overig inkomen (kostgeld, netto) Koopsubsidies (netto) Totaal netto besteedbaar inkomen Fiscaal Traject + + n.v.t Consumptief Traject + + n.v.t = 28

29 Tabel Weggevallen Normatieve Uitgaven (WNU) Netto besteedbaar gezinsinkomen (Nibud-definitie) per jaar Huishoudsamenstelling Paar zonder kinderen Paar met 1 kind < 13 jaar Paar met 1 kind > 13 jaar Paar met 2 kinderen < 13 jaar Paar met 2 kinderen, 1 < 13 jaar en 1 > 13 jaar Paar met 2 kinderen > 13 jaar Paar met 3 kinderen < 13 jaar Paar met 3 kinderen, 2 < 13 jaar en 1 > 13 jaar Paar met 3 kinderen, 1 < 13 jaar en 2 > 13 jaar Paar met 3 kinderen > 13 jaar 28,10% 20,90% 20,30% 20,20% 19,70% 19,30% 21,20% 21,30% 21,50% 21,70% 27,40% 19,90% 18,40% 17,80% 16,60% 15,70% 17,20% 16,60% 16,20% 15,70% 23,90% 17,80% 16,70% 16,10% 15,20% 14,70% 15,60% 15,40% 15,20% 15,10% 21,70% 16,30% 15,10% 14,70% 13,70% 13,20% 14,00% 13,70% 13,50% 13,40% 20,30% 15,20% 14,10% 13,70% 12,70% 12,10% 12,90% 12,60% 12,40% 12,20% 19,30% 14,50% 13,40% 12,90% 12,00% 11,50% 12,20% 11,80% 11,60% 11,40% 18,50% 13,90% 12,90% 12,70% 11,50% 10,90% 11,60% 11,30% 11,00% 10,80% Toepassing tabel WNU Bij netto gezinsinkomens onder de gelden de percentages uit de kolom behorend bij een inkomen van Bij netto gezinsinkomens die liggen tussen de vermelde inkomens, dient geïnterpoleerd te worden. Bij netto gezinsinkomens van meer dan per jaar gelden de percentages uit de kolom behorende bij een inkomen van Bij een huishoudsamenstelling met meer dan drie kinderen dienen de percentages voor een huishoudsamenstelling met drie kinderen te worden gehanteerd. Verdeling schade Het nieuwe rekenmodel berekent een gezinsschade. In beginsel vindt er geen verdeling van de schade over de gezinsleden plaats. Indien betrokkenen toch een verdeling van de schade voorstaan, kan gebruik worden gemaakt van de door het Nibud/CBS aangehouden verdelingspercentages. Feitelijk zal de verdeling ieder jaar opnieuw moeten worden vastgesteld, omdat de percentages per gezinslid veranderen naarmate kinderen ouder worden. 29 aantal kinderen in gezin totaal per kind ouder 17% 17% 83% 26% 13% 74% 33% 11% 67% 40% 10% 60% Analyse & Rekenen

30 Rekenrente Rekenrente wordt toegepast om toekomstige schade af te wikkelen in een som ineens. Aan het slachtoffer dat in de toekomst jaarlijks terugkerende schade zal lijden, moet een kapitaal worden toegekend dat toereikend is om ieder jaar een bedrag ter hoogte van die jaarschade van de bank te kunnen opnemen. In de letselschadepraktijk is momenteel veel discussie over de hoogte van deze rekenrente. Als onafhankelijk bureau volgen wij de ontwikkelingen op de voet. Begrippen Contante waarde Op de toekomstige jaarschades is een actuariële correctie nodig. Naast de sterftekanscorrectie moet er rekening worden gehouden met rente en inflatie. Dit wordt het kapitaliseren of contant maken van de schade genoemd. De kapitalisatiedatum is de datum waarop de toekomstschade contant wordt gemaakt. Inflatie De toekomstige schade wordt berekend tegen het prijspeil van de kapitalisatiedatum. De euro ten tijde van de kapitalisatiedatum is niet vergelijkbaar met de euro in de toekomst, omdat er sprake zal zijn van inflatie. Dit beïnvloedt het schadebedrag. Hiervoor dient te worden gecompenseerd, zodat de schadevergoeding uiteindelijk voldoende is om alle jaarlijkse schaden uit te voldoen. Rente Tegenover de inflatie wordt verondersteld dat de ontvangen schadevergoeding een rente zal opleveren die in mindering kan komen op de schade. Hiermee wordt het schadebedrag verlaagd. Verondersteld wordt dat de schadevergoeding, samen met de te realiseren rente, voldoende moet zijn om jaarlijks opnamen te doen ter hoogte van de dan te lijden schade. Rekenrente In de personenschadepraktijk wordt altijd gesproken over de term rekenrente. Hiermee wordt het saldo van de rente en de inflatie bedoeld. Het begrip rekenrente zorgt regelmatig voor een spraakverwarring. Voor het correct kunnen vervaardigen van een schadeberekening dient zowel het toe te passen percentage voor de rente als de inflatie te worden benoemd. Referentiebronnen Voor het objectief vaststellen van de toepasselijke percentages voor de rente en de inflatie kan aansluiting worden gezocht bij cijfers uit de historie, de actuele ontwikkelingen en de toekomstverwachtingen in de economie. Hiervoor zijn diverse bronnen beschikbaar, zoals: - Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS); - De Nederlandsche Bank (DNB); - Centraal Plan Bureau (CPB); - Ultimate Forward Rate (UFR). Termijnen De te realiseren rente is afhankelijk van de looptijd en de economische omstandigheden. Een onderverdeling van de looptijd van een berekening in termijnen is daarom essentieel. Op basis van de voornoemde bronnen is het raadzaam om, gerekend vanaf de kapitalisatiedatum, drie termijnen te onderscheiden: 0 t/m 5 jaar, 6 t/m 20 jaar en vanaf 20 jaar. Afname kapitaal Binnen een looptijd moeten periodes van een lage of hoge rekenrente kunnen worden gecompenseerd om de op de schadevergoeding toegepaste rekenrente te realiseren. Daarom dient bij het vaststellen van een toepasselijke percentage tevens rekening te worden gehouden met de afname van het kapitaal, doordat het slachtoffer jaarlijks een opname zal doen. Elke jaarschade heeft in principe zijn eigen looptijd en daarmee een eigen gemiddelde rekenrente. Huidige praktijk Op dit moment zijn er geen algemeen geaccepteerde percentages ten aanzien van de te hanteren rekenrente. De jurisprudentie op dit gebied is wisselend. Het is aan opdrachtgevers om hierin een keuze te maken. Indien gewenst kan op dit punt om advies worden gevraagd. 30

31 Opleidingen De nieuwe data rekencussen voorjaar 2019 zijn: RekenCursus Verlies van arbeidsvermogen Donderdag 7 maart RekenCursus Verlies van levensonderhoud Donderdag 21 maart RekenCursus Zelfstandig ondernemer Donderdag 11 april Erik-Jan Bakker, Senior rekenkundig expert / IT-professional ej.bakker@debureaus.nl Tel.: De Bureaus Opleidingen verzorgt diverse cursussen die verband houden met de berekening van personenschade en is erkend als opleidingsinstelling door het Nederlands Instituut voor Registerexperts (NIVRE). De cursussen van De Bureaus Opleidingen zijn zodanig ingericht dat alle vaktechnische aspecten aan de orde komen, waarbij de werkvormen zijn gericht op een zo effectief mogelijke kennisoverdracht. De cursussen zijn op academisch niveau. Deelname aan deze cursussen levert NIVRE punten op. Alle cursussen kunnen op verzoek tevens incompany worden verzorgd. 31

32 Medisch De Medisch adviseur van de toekomst Binnen een letselschadeclaim heeft de medisch adviseur een rol in het beoordelen van het opgelopen letsel. Aan de hand van het medische dossier kan de medisch adviseur een jurist informeren over de aard en ernst van het letsel, de causaliteit en de toekomstverwachting. Er is veel variatie in het moment waarop een medisch adviseur wordt ingeschakeld. Soms wordt eerst het beloop afgewacht en wordt pas bij stagneren van het herstel of bij knelpunten in een schadeafwikkeling de visie van de medisch adviseur gevraagd en is de letselschadeafwikkeling een punt van discussie geworden. De medisch adviseurs van de Bureaus willen partijen helpen om tot een efficiëntere, persoonlijkere en meer bevredigende afwikkeling te komen. De medisch adviseur wordt volgens onze visie eerder betrokken bij een dossier en spreekt de betrokkene ook zelf. Deze aanpak biedt partijen de volgende voordelen: Door de betrokkene zelf voor een consult uit te nodigen wordt de medische situatie beter in kaart gebracht. Een lichamelijk onderzoek, het eigen verhaal van de betrokkene en de medische informatie helpen de medisch adviseur in een objectieve en betere oordeelsvorming Door de betrokkene persoonlijk te spreken worden veel bestaande onduidelijkheden weggenomen bij betrokkene. Over het verloop van een schadebehandeling, de medische informatie, de voorgeschiedenis, het belang van een onafhankelijke expertise etc. Door eerder te worden betrokken bij de beoordeling van dossiers voorkom je veel stagnatie. Eventuele knelpunten 32

33 in de behandeling, de werksituatie en de persoonlijke situatie worden vroegtijdiger geadresseerd en kan hieromtrent worden geadviseerd. De medisch adviseur is geen behandelend arts maar een trajectbegeleider die kan signaleren en adviseren over de mogelijke aandachtspunten in de medische dossierbehandeling. Bij de Bureaus staan wij voor bovengenoemde aanpak vanwege het persoonlijke karakter van de medische beoordeling en de efficiëntere afwikkeling, voor alle partijen, van een dossier. De taak van een medisch adviseur is om het opgelopen letsel en de toekomstverwachting te beoordelen. Vroege betrokkenheid en het persoonlijke contact met de betrokkene leveren hieraan een essentiële bijdrage. Medische Aansprakelijkheid Rechtsbijstand WA 1MA Neem gerust contact met ons op! Candida Vuijk, Medisch Directeur Tel.:

34 Kapitalisatiefactoren (3% rekenrente) Mannen Leeftijd Leeftijd Looptijd ,9716 1,9156 2,8328 3,7240 4,5898 5,4311 6,2485 7,0427 7,8142 8,5638 9,2921 9, , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,3777 0,9715 1,9153 2,8321 3,7228 4,5879 5,4283 6,2446 7,0375 7,8076 8,5556 9,2822 9, , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,2833 0,9713 1,9146 2,8309 3,7208 4,5850 5,4244 6,2396 7,0312 7,8000 8,5465 9,2714 9, , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,0791 0,9710 1,9139 2,8293 3,7181 4,5809 5,4185 6,2314 7,0204 7,7860 8,5288 9,2494 9, , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,5149 0,9702 1,9111 2,8235 3,7080 4,5654 5,3961 6,2008 6,9800 7,7342 8,4639 9,1696 9, , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,0808 0,9670 1,9017 2,8046 3,6762 4,5170 5,3276 6,1084 6,8599 7,5823 8,2762 8,9417 9, , , , , , , , , , , , , , , , , , ,4850 0,9592 1,8779 2,7567 3,5958 4,3955 5,1563 5,8783 6,5616 7,2065 7,8131 8,3814 8,9115 9,4036 9, , , , , , ,8137 0,9362 1,8087 2,6178 3,3636 4,0467 4,6677 5,2279 5,7286 6,1718 6, , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,2150 De kapitalisatiefactoren zijn bepaald op basis van de periodesterftetafels GBM/GBV , 6% rente en 3% inflatie. De contante waarde kan als volgt worden bepaald: kies uit de tabel de kapitalisatiefactor bij de looptijd en de desbetreffende leeftijd (op kapitalisatiedatum) en vermenigvuldig deze factor met de netto jaarschade. 22, , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,

35 35 Looptijd ,9716 1,9156 2,8329 3,7241 4,5900 5,4314 6,2489 7,0431 7,8148 8,5646 9, , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,7234 0,9716 1,9155 2,8326 3,7236 4,5893 5,4303 6,2473 7,0411 7,8123 8,5615 9,2893 9, , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,6410 0,9715 1,9153 2,8321 3,7228 4,5880 5,4284 6,2448 7,0378 7,8081 8,5562 9,2829 9, , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,8016 0,9713 1,9146 2,8307 3,7203 4,5842 5,4230 6,2374 7,0281 7,7955 8,5404 9,2633 9, , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,3871 0,9704 1,9121 2,8255 3,7116 4,5708 5,4039 6,2113 6,9938 7,7519 8,4860 9,1967 9, , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,2724 0,9681 1,9051 2,8115 3,6880 4,5352 5,3537 6,1442 6,9070 7,6428 8,3521 9,0353 9, , , , , , , , , , , , , , , , , , ,4131 0,9632 1,8903 2,7819 3,6385 4,4606 5,2486 6,0029 6,7238 7,4114 8,0659 8,6874 9,2756 9, , , , , , , ,7668 0,9491 1,8473 2,6943 3,4898 4,2335 4,9249 5,5637 6,1499 6,6834 7,1647 Leeftijd Leeftijd Vrouwen

36 Kapitalisatiefactoren (2% rekenrente) Mannen Leeftijd Leeftijd Looptijd ,9807 1,9424 2,8855 3,8104 4,7175 5,6070 6,4793 7,3347 8,1736 8,9962 9, , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,0255 0,9806 1,9421 2,8848 3,8092 4,7155 5,6041 6,4752 7,3293 8,1666 8,9874 9, , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,9056 0,9803 1,9414 2,8835 3,8071 4,7125 5,6000 6,4699 7,3227 8,1585 8,9777 9, , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,6398 0,9801 1,9406 2,8820 3,8044 4,7083 5,5938 6,4614 7,3112 8,1436 8,9587 9, , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,9068 0,9792 1,9378 2,8760 3,7940 4,6922 5,5705 6,4293 7,2686 8,0886 8,8894 9, , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,0606 0,9761 1,9283 2,8566 3,7613 4,6421 5,4992 6,3325 7,1419 7,9274 8,6888 9, , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,4371 0,9681 1,9041 2,8077 3,6786 4,5164 5,3208 6,0912 6,8273 7,5285 8,1941 8,8236 9,4163 9, , , , , , , ,7835 0,9449 1,8338 2,6657 3,4398 4,1554 4,8120 5,4098 5,9492 6,4311 6, , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,3525 De kapitalisatiefactoren zijn bepaald op basis van de periodesterftetafels GBM/GBV , 4% rente en 2% inflatie. De contante waarde kan als volgt worden bepaald: kies uit de tabel de kapitalisatiefactor bij de looptijd en de desbetreffende leeftijd (op kapitalisatiedatum) en vermenigvuldig deze factor met de netto jaarschade. 26, , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,

37 37 Looptijd ,9807 1,9424 2,8856 3,8106 4,7177 5,6073 6,4797 7,3352 8,1742 8,9970 9, , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,0149 0,9806 1,9423 2,8853 3,8101 4,7169 5,6061 6,4781 7,3331 8,1716 8,9937 9, , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,0580 0,9806 1,9420 2,8848 3,8092 4,7155 5,6042 6,4754 7,3296 8,1671 8,9881 9, , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,9193 0,9803 1,9413 2,8833 3,8066 4,7116 5,5985 6,4677 7,3193 8,1538 8,9712 9, , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,1485 0,9795 1,9388 2,8781 3,7977 4,6978 5,5786 6,4403 7,2832 8,1073 8,9130 9, , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,6822 0,9772 1,9317 2,8637 3,7734 4,6609 5,5264 6,3699 7,1916 7,9916 8,7700 9, , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,5693 0,9722 1,9167 2,8335 3,7225 4,5837 5,4169 6,2219 6,9984 7,7460 8,4643 9,1526 9, , , , , , , , ,8653 0,9580 1,8730 2,7440 3,5696 4,3486 5,0796 5,7614 6,3928 6,9729 7,5010 Leeftijd Leeftijd Vrouwen

38 Kapitalisatiefactoren (1% rekenrente) Mannen Leeftijd Leeftijd Looptijd ,9902 1,9707 2,9415 3,9029 4,8548 5,7974 6,7308 7,6550 8,5701 9, , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,7608 0,9901 1,9703 2,9408 3,9016 4,8528 5,7944 6,7265 7,6492 8,5626 9, , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,6060 0,9899 1,9697 2,9395 3,8995 4,8497 5,7901 6,7209 7,6422 8,5540 9, , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,2545 0,9896 1,9689 2,9379 3,8967 4,8453 5,7837 6,7120 7,6301 8,5381 9, , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,2875 0,9888 1,9660 2,9318 3,8860 4,8286 5,7594 6,6783 7,5850 8,4795 9, , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,8734 0,9855 1,9563 2,9120 3,8523 4,7767 5,6849 6,5765 7,4510 8,3078 9,1465 9, , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,8341 0,9775 1,9318 2,8619 3,7671 4,6464 5,4988 6,3232 7,1184 7,8833 8,6164 9,3165 9, , , , , , , , ,9139 0,9541 1,8604 2,7167 3,5213 4,2723 4,9681 5,6078 6,1905 6,7161 7, , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,0409 De kapitalisatiefactoren zijn bepaald op basis van de periodesterftetafels GBM/GBV , 3% rente en 2% inflatie. De contante waarde kan als volgt worden bepaald: kies uit de tabel de kapitalisatiefactor bij de looptijd en de desbetreffende leeftijd (op kapitalisatiedatum) en vermenigvuldig deze factor met de netto jaarschade. 30, , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,

39 39 Looptijd ,9902 1,9707 2,9416 3,9030 4,8551 5,7977 6,7312 7,6555 8,5707 9, , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,9223 0,9902 1,9706 2,9413 3,9025 4,8542 5,7965 6,7295 7,6533 8,5679 9, , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,2546 0,9901 1,9703 2,9408 3,9016 4,8528 5,7945 6,7267 7,6496 8,5631 9, , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,7222 0,9898 1,9696 2,9393 3,8990 4,8488 5,7886 6,7186 7,6387 8,5489 9, , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,6684 0,9890 1,9670 2,9339 3,8898 4,8344 5,7678 6,6898 7,6004 8,4995 9, , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,1188 0,9867 1,9598 2,9192 3,8648 4,7962 5,7133 6,6159 7,5036 8,3763 9, , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,2313 0,9817 1,9446 2,8883 3,8124 4,7162 5,5991 6,4604 7,2993 8,1149 8,9060 9, , , , , , , , , ,1504 0,9673 1,9002 2,7968 3,6549 4,4725 5,2471 5,9766 6,6588 7,2915 7,8732 Leeftijd Leeftijd Vrouwen

40 Herstel en Werk Wet Arbeidsmarkt in Balans Als arbeidsdeskundigen richten wij ons onder meer op de re-integratie van betrokkenen in het arbeidsproces. Wij zitten hierdoor frequent aan tafel bij werkgevers om de re-integratie 1e spoor te monitoren en eventuele knelpunten tijdig te signaleren. Ook spreken we veelal met potentieel nieuwe werkgevers in het kader van de re-integratie 2e spoor. Met belangstelling volgen wij dan ook de actuele ontwikkelingen op het gebied van wet- en regelgeving met betrekking tot arbeid. Zo ligt er nu een nieuw wetsvoorstel Wet arbeidsmarkt in balans (WAB)*, met als doel heeft het verbeteren van de balans tussen vaste en flexibele arbeidsovereenkomsten. Enkele voorbeelden uit dit wetsvoorstel zijn: Ontslag wordt ook mogelijk als er sprake is van een optelsom van omstandigheden, de zogenaamde cumulatiegrond. Nu moet de werkgever aan een van de acht ontslaggronden volledig voldoen. Deze nieuwe negende grond geeft de rechter de mogelijkheid omstandigheden te combineren. De werknemer kan maximaal een halve transitievergoeding extra krijgen (bovenop de transitievergoeding), wanneer de cumulatiegrond gebruikt wordt voor het ontslag. Werknemers krijgen vanaf de eerste dag recht op een transitievergoeding (ontslagvergoeding), ook tijdens de proeftijd. Nu geldt dit pas vanaf een dienstverband vanaf twee jaar. De opbouw van de transitievergoeding wordt verlaagd bij lange dienstverbanden. Dit wordt voor iedereen een derde maandsalaris per gewerkt jaar. Nu is het nog zo 40

41 Herstelcoaching Casemanagement Kind & Letsel Arbeidsdeskundig advies dat na 10 jaar de transitievergoeding wordt opgehoogd naar een half maandsalaris per jaar tot een maximum van in totaal bruto (2018), dan wel indien dit hoger is een jaarsalaris. Er komt een regeling voor kleine werkgevers om de transitievergoeding te compenseren als ze hun bedrijf moeten beëindigen wegens pensionering of ziekte. De WW-premie wordt voor werkgevers voordeliger als ze een werknemer een vaste baan aanbieden in plaats van een tijdelijk contract. Nu is de hoogte van de WW-premie afhankelijk van de sector waar een bedrijf actief in is. Verlenging van de proeftijd voor werkenden die meteen een vast contract krijgen, van twee maanden naar vijf maanden. De opeenvolging van tijdelijke contracten, de zgn. ketenbepaling, wordt verruimd. Nu is het mogelijk om aansluitend drie tijdelijke contracten in twee jaar aan te gaan. Dit wordt drie jaar. Ook wordt het mogelijk om de pauze tussen een keten tijdelijke contracten per cao te verkorten van zes naar drie maanden, als er sprake is van terugkerend tijdelijk werk dat maximaal negen maanden per jaar kan worden gedaan. Daarnaast komt er een uitzondering op de ketenregeling voor invalkrachten in het primair onderwijs die invallen wegens ziekte. Werknemers die op payrollbasis werken, krijgen minimaal dezelfde arbeidsvoorwaarden als de werknemers die in dienst zijn bij de opdrachtgever. Ook krijgen ze recht op een adequaat pensioen. De definitie van de uitzendovereenkomst wordt niet gewijzigd. Er worden maatregelen genomen om verplichte permanente beschikbaarheid van oproepkrachten te voorkomen. Zo moet een werknemer minstens vier dagen van tevoren worden opgeroepen door de werkgever. Ook houden oproepkrachten recht op loon als het werk minder dan vier dagen van tevoren wordt afgezegd. De termijn van vier dagen kan bij cao worden verkort tot één dag. Indien deze nieuwe wet wordt aangenomen zal dit dus van invloed zijn op de positie van de werknemer en werkgever in de arbeidsrelatie. Dit vraagt aandacht in de gesprekken met werkgever en werknemer, zeker bij arbeidsongeschiktheid. Mocht u van gedachten willen wisselen wat dit voor u betekent, belt of mailt u ons gerust! *De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft op 6 november 2018 de WAB naar de Tweede Kamer gestuurd. Dit wetsvoorstel moet nog worden aangenomen door de Tweede Kamer en Eerste Kamer. De beoogde inwerkingsdatum van de wet is 1 januari Mogelijk worden onderdelen van de wet al in 2019 ingevoerd (bron: Rijksoverheid). Nieuwsgierig geworden? Neem gerust contact met ons op! Nelleke van Heeswijk n.heeswijk@debureaus.nl Ellen van den Berg e.vandenberg@debureaus.nl Tel.:

42 Het RekenMachientje Op kunt u gebruik maken van het RekenMachientje. Met het Reken- Machientje kan eenvoudig en snel een contante waarde berekening kan worden gemaakt. Het RekenMachientje kan worden gebruikt om een jaarlijks terugkerend toekomstig schadebedrag te kapitaliseren. Hierbij kan worden gedacht aan een schadepost voor bijvoorbeeld huishoudelijke hulp of verlies van zelfwerkzaamheid. Het RekenMachientje is een digitale versie van de in de personenschaderegeling bekende kapitalisatieschijven en tabellen. In tegenstelling tot deze papieren versies biedt het de mogelijkheid andere rente- en inflatiepercentages te gebruiken. Daarnaast wordt gerekend met een nauwkeurigere sterftekanscorrectie. In de berekening van het RekenMachientje wordt geen rekening gehouden met de eventuele fiscale consequenties. Bij een grote schadesom kan er sprake zijn van hierover verschuldigde vermogensrendementsheffing. Voor meer complexe en gedetailleerde berekeningen is het raadzaam gebruik te maken van het RekenProgramma. Dit programma biedt veel meer mogelijkheden voor het berekenen van verlies van arbeidsvermogen en verlies van levensonderhoud (overlijdensschade). Informatie benodigd bij verlies van arbeidsvermogen Regelmatig worden wij benaderd met de vraag welke gegevens nodig zijn om een berekening en een rapportage op te stellen. Vanzelfsprekend vinden wij het geen probleem u daarover uitgebreid te woord te staan. In de onderstaande opsomming is kort en krachtig geformuleerd welke gegevens benodigd zijn. In uw opdrachtbrief kunt u het onderstaande ideaaltype overnemen. Ten behoeve van de opstelling van een berekening van de schade wegens verlies van arbeidsvermogen zijn, afhankelijk van de situatie, de volgende gegevens nodig: 1. Salarisspecificaties van 12 maanden voor het ongeval ter bepaling van overwerk, bonussen, etc. 2. Alle jaaropgaven van de werkgever vanaf het jaar van het ongeval tot heden. 3. Alle jaaropgaven van het UWV tot heden. 4. Alle jaaropgaven van een invaliditeitspensioen tot heden. 5. Meest recente salarisspecificatie werkgever. 6. Meest recente uitkeringsspecificatie UWV. 7. Meest recente uitkeringsspecificatie invaliditeitspensioen. 8. Toekenningsbeschikking(en) WIA (WAO) / Wajong / WW-uitkering. 9. Uniform Pensioenoverzicht (UPO) van het jaar van het ongeval. 10. Meest recente Uniform Pensioenoverzicht (UPO). 11. Toekenningsbeschikking premievrije voortzetting van het ouderdomspensioen. Op onze website vindt u onder het kopje downloads informatieformulieren, waarop e.e.a. gedetailleerd wordt toegelicht. Bij schade wegens verlies van levensonderhoud (overlijdensschade) zijn meer gegevens nodig. De benodigde gegevens kunnen verzameld worden op basis van de desbetreffende informatieformulieren. 42

43 Het RekenProgramma Bent u werkzaam in de personenschade en op zoek naar een programma dat beter inspeelt op uw behoefte bij het maken van berekeningen? Het RekenProgramma : biedt u de mogelijkheid om berekeningen te maken van zowel verlies van arbeidsvermogen als van verlies van levensonderhoud of enkel de contante waarde van doorlopende schadeposten; biedt de mogelijkheid om zowel eenvoudige, globale berekeningen als complexe, geavanceerde berekeningen te maken; is uiterst gebruikersvriendelijk en informatief; geeft u snel en duidelijk inzicht in de schade; bevat handige rekenmodules die hulp bieden bij het maken van uw berekening; is up-to-date, de meest recente wijzigingen op het gebied van fiscaliteiten en sociale verzekeringen zijn in de software doorgevoerd. Wilt u meer informatie? Neem contact op via rekenen@debureaus.nl of bel met de Bureaus Analyse & Rekenen op telefoonnummer Robert Withagen r.withagen@debureaus.nl Uitproberen? Om echt een idee te krijgen van het RekenProgramma kunt u het gedurende 30 dagen vrijblijvend en gratis uitproberen. Ga naar om u als gebruiker te registreren. Abonnementsvormen en prijzen looptijd gebruik rekenmodules rapportage rekenmodules aantal dossiers rapportage berekeningen prijs per gebruiker extra gebruiker binnen organisatie Trial Light Pro 30 dagen 1 gratis n.v.t 1 jaar x 10 (per 12 maanden) x / jaar 420 / jaar 1 jaar onbeperkt / jaar 560 / jaar 43 Erna Sommer e.sommer@debureaus.nl Tel.: Prijzen exclusief BTW, per 1 januari /2019 De RekenHulp is een uitgave van de Bureaus BV. De samenstellers van de RekenHulp hebben de grootst mogelijke zorgvuldigheid betracht bij het verzamelen en weergeven van de juiste gegevens. De Bureaus aanvaardt echter geen enkele aansprakelijkheid voor eventuele fouten of omissies. Analyse & Rekenen

44 Smoelenboek Willy Ederveen, Ellen van den Berg, Marieke de Jongh, Kim Kraal, Gerdi Groeneveld Anne-Louise van der Meer, René Stoop, Marion van Lierop, Bianca van Woudenberg, Jasper Vijfhuizen, Esther de Groot FML* medisch advies* coaching* berekeningen* jeugdprofessionals*

45 rekenkundig experts herstelcoaches medisch adviseurs arbeidsdeskundigen jeugdprofessionals Ernst Dewel, Manon Smit, Sophie Ouwehand, Yvette van Noort, André Spelde, Ashraf Mirza Rob Lemmens, Petra Verbeeten, Mylia Kartosoewito, Julian Kok, Steven Jonkman, Francie Peters, Willem Hustinx, Alof Dallenga, Dean Kerens, Janneke Companjen- Vink, Jarno Knol, Corline Loedeman, Natalie Akbulut opleidingen* herstel* het RekenProgramma* re-integratie* carrouselintake*

46 Nawoord

47 de Reken Hulp 2019 Ook dit jaar bieden wij u met veel plezier deze RekenHulp aan en wij hopen dat u in de opmaak, inhoud en de snelheid van aanbieden de kernwaarden van onze organisatie herkent. Wij rekenen er op dat u veel plezier zult hebben van dit naslagwerk! Met vriendelijke groet, Francie Peters Directeur de Bureaus T M Analyse & Rekenen Medisch Herstel & Werk Interactie Opleidingen

48 Analyse & Rekenen Medisch Herstel & Werk Interactie Opleidingen de Reken Hulp 2019 is een uitgave van de Bureaus BV Postbus AA Utrecht T E rekenen@debureaus.nl I

Uitkeringsbedragen per 1 juli 2018

Uitkeringsbedragen per 1 juli 2018 Uitkeringsbedragen per 1 juli 2018 Per 1 juli 2018 worden de Participatiewet, Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en Wet inkomensvoorziening oudere

Nadere informatie

aanvulling september 2014 De RekenHulp

aanvulling september 2014 De RekenHulp aanvulling september 2014 De RekenHulp Kerncijfers personenschade 2014 de Rekenaars Het RekenBureau is inmiddels uitgebreid naar 5 rekenaars. Allen toegewijde professionals die met passie hun vak uitoefenen.

Nadere informatie

Uitkeringsbedragen per 1 januari 2019

Uitkeringsbedragen per 1 januari 2019 Uitkeringsbedragen per 1 januari 2019 Per 1 januari 2019 worden de Participatiewet, IOAW en IOAZ, AOW, Anw, Wajong, WW, WIA, WAO, ZW en TW aangepast. Dit komt doordat deze uitkeringen gekoppeld zijn aan

Nadere informatie

Uitkeringsbedragen per 1 januari 2018

Uitkeringsbedragen per 1 januari 2018 Uitkeringsbedragen per 1 januari 2018 Per 1 januari 2018 worden de Participatiewet, Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en Wet inkomensvoorziening

Nadere informatie

Uitkeringsbedragen per 1 juli 2019

Uitkeringsbedragen per 1 juli 2019 Uitkeringsbedragen per 1 juli 2019 Per 1 juli 2019 worden de Participatiewet, Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en Wet inkomensvoorziening oudere

Nadere informatie

Uitkeringsbedragen per 1 januari 2015

Uitkeringsbedragen per 1 januari 2015 Uitkeringsbedragen per 1 januari 2015 Per 1 januari 2015 worden de AOW, Anw, WW, WIA, WAO, ZW, TW, Wajong, Participatiewet (voorheen WWB), IOAW en IOAZ aangepast als gevolg van de stijging van het wettelijk

Nadere informatie

Reken. K ernc i j f ers p ers o nens c had e

Reken. K ernc i j f ers p ers o nens c had e H2018ul p de Reken K ernc i j f ers p ers o nens c had e Inhoud Sociale Zekerheid 7 Alfabetisch overzicht sociale voorzieningen/uitkeringen 4 Minimum(jeugd)loon 7 Daglonen ZW-, WAO/WIA- en WW-uitkering

Nadere informatie

Prijsvraag: Kladblokberekening zie pag.42. de Reken Hulp. Kerncijfers personenschade 2017

Prijsvraag: Kladblokberekening zie pag.42. de Reken Hulp. Kerncijfers personenschade 2017 Prijsvraag: Kladblokberekening zie pag.42 de Reken Hulp 2017 Kerncijfers personenschade 2017 Inhoud Sociale Zekerheid 7 Alfabetisch overzicht sociale voorzieningen/uitkeringen 4 Minimum(jeugd)loon 7 Daglonen

Nadere informatie

Uitkeringsbedragen per 1 juli 2015

Uitkeringsbedragen per 1 juli 2015 Uitkeringsbedragen per 1 juli 2015 Per 1 juli 2015 worden de AOW, Anw, WW, WIA, WAO, ZW, TW, Wajong, Participatiewet (voorheen WWB), IOAW en IOAZ aangepast als gevolg van de stijging van het wettelijk

Nadere informatie

Uitkeringsbedragen per 1 januari 2016

Uitkeringsbedragen per 1 januari 2016 Uitkeringsbedragen per 1 januari 2016 Per 1 januari 2016 worden de Participatiewet (voorheen WWB), IOAW en IOAZ, AOW, Anw, Wajong, WW, WIA, WAO, ZW en TW aangepast als gevolg van de stijging van het wettelijk

Nadere informatie

Uitkeringsbedragen per 1 januari 2017

Uitkeringsbedragen per 1 januari 2017 Uitkeringsbedragen per 1 januari 2017 Per 1 januari 2017 worden de Participatiewet, IOAW en IOAZ, AOW, Anw, Wajong, WW, WIA, WAO, ZW en TW aangepast als gevolg van de stijging van het wettelijk minimumloon

Nadere informatie

4. Kerncijfers personenschade 2016

4. Kerncijfers personenschade 2016 4. Kerncijfers personenschade 2016 Minimum (jeugd)loon Leeftijd incl. vt 23 e.v. 1.524,60 19.758,82 22 1.295,90 16.794,86 21 1.105,35 14.325,34 20 937,65 12.151,94 19 800,40 10.373,18 18 693,70 8.990,35

Nadere informatie

Uitkeringsbedragen per 1 juli 2016

Uitkeringsbedragen per 1 juli 2016 Uitkeringsbedragen per 1 juli 2016 Per 1 juli 2016 worden de Participatiewet, IOAW en IOAZ, AOW, Anw, Wajong, WW, WIA, WAO, ZW en TW aangepast als gevolg van de stijging van het wettelijk minimumloon per

Nadere informatie

Participatiewet De bijstandsuitkeringen stijgen per 1 januari 2015. De netto normbedragen voor mensen vanaf 21 jaar tot aan pensioen zijn:

Participatiewet De bijstandsuitkeringen stijgen per 1 januari 2015. De netto normbedragen voor mensen vanaf 21 jaar tot aan pensioen zijn: Uitkeringsbedragen per 1 januari 2015 Participatiewet De bijstandsuitkeringen stijgen per 1 januari 2015. De netto normbedragen voor mensen vanaf 21 jaar tot aan pensioen zijn: Gehuwden/samenwonenden per

Nadere informatie

De uitkeringsbedragen per 1 januari 2014

De uitkeringsbedragen per 1 januari 2014 De uitkeringsbedragen per 1 januari 2014 Per 1 januari 2014 worden de AOW, ANW, WW, WIA, WAO, TW, Wajong, WWB, IOAW en IOAZ aangepast als gevolg van de stijging van het wettelijk minimumloon per 1 januari

Nadere informatie

Inhoud. Wet werk en bijstand... 2 IOAW en IOAZ... 4 AOW... 5 Anw... 7 Wajong... 8 Maximumdagloon (WW, WIA en WAO)... 9 Toeslagenwet...

Inhoud. Wet werk en bijstand... 2 IOAW en IOAZ... 4 AOW... 5 Anw... 7 Wajong... 8 Maximumdagloon (WW, WIA en WAO)... 9 Toeslagenwet... Inhoud Wet werk en bijstand... 2 IOAW en IOAZ... 4 AOW... 5 Anw... 7 Wajong... 8 Maximumdagloon (WW, WIA en WAO)... 9 Toeslagenwet... 9 1 Wet werk en bijstand Per 1 juli 2014 stijgen de bijstandsuitkeringen.

Nadere informatie

Uitkeringsbedragen per 1 juli 2013. Nieuwsbericht 25-06-2013

Uitkeringsbedragen per 1 juli 2013. Nieuwsbericht 25-06-2013 Uitkeringsbedragen per 1 juli 2013 Nieuwsbericht 25-06-2013 Per 1 juli 2013 worden de AOW, ANW, WW, WIA, WAO, TW, Wajong, Wwb, IOAW en IOAZ aangepast als gevolg van de stijging van het wettelijk minimumloon

Nadere informatie

Historisch overzicht bedragen De Letselschade Richtlijnen per 1 januari 2019

Historisch overzicht bedragen De Letselschade Richtlijnen per 1 januari 2019 Historisch overzicht bedragen De Letselschade Richtlijnen per 1 januari 2019 De Letselschade Richtlijn Ziekenhuis- en Revalidatiedaggeldvergoeding Wijzigingsdatum Ziekenhuisdaggeldvergoeding Revalidatiedaggeldvergoeding

Nadere informatie

Historisch overzicht bedragen De Letselschade Richtlijnen per 1 januari 2017

Historisch overzicht bedragen De Letselschade Richtlijnen per 1 januari 2017 Historisch overzicht bedragen De Letselschade Richtlijnen per 1 januari 2017 De Letselschade Richtlijn Ziekenhuis- en Revalidatiedaggeldvergoeding Wijzigingsdatum Ziekenhuisdaggeldvergoeding Revalidatiedaggeldvergoeding

Nadere informatie

Overzicht uitkeringsbedragen en maatregelen Sociale Zaken en Werkgelegenheid per 1 juli 2017

Overzicht uitkeringsbedragen en maatregelen Sociale Zaken en Werkgelegenheid per 1 juli 2017 Overzicht uitkeringsbedragen en maatregelen Sociale Zaken en Werkgelegenheid per 1 juli 2017 Per 1 juli 2017 worden de Participatiewet, IOAW en IOAZ, AOW, Anw, Wajong, WW, WIA, WAO, ZW en TW aangepast

Nadere informatie

Sociale verzekeringen en uitkeringen (januari) 2012 Premieoverzicht

Sociale verzekeringen en uitkeringen (januari) 2012 Premieoverzicht Sociale verzekeringen en uitkeringen (januari) 2012 Premieoverzicht Premies per 1 januari 2012 Volksverzekeringen (premieafdracht aan Belastingdienst) premie % AOW ANW AWBZ werkgever - - - werknemer 17,91

Nadere informatie

Historisch overzicht bedragen De Letselschade Richtlijnen per 1 januari 2015

Historisch overzicht bedragen De Letselschade Richtlijnen per 1 januari 2015 Historisch overzicht bedragen De Letselschade Richtlijnen per 1 januari 2015 De Letselschade Richtlijn Ziekenhuis- en Revalidatiedaggeldvergoeding Wijzigingsdatum Ziekenhuisdaggeldvergoeding Revalidatiedaggeldvergoeding

Nadere informatie

Historisch overzicht bedragen De Letselschade Richtlijnen per 1 januari 2016

Historisch overzicht bedragen De Letselschade Richtlijnen per 1 januari 2016 Historisch overzicht bedragen De Letselschade Richtlijnen per 1 januari 2016 De Letselschade Richtlijn Ziekenhuis- en Revalidatiedaggeldvergoeding Wijzigingsdatum Ziekenhuisdaggeldvergoeding Revalidatiedaggeldvergoeding

Nadere informatie

Rekenregels per 1 januari 2018

Rekenregels per 1 januari 2018 Rekenregels per 1 januari 2018 1. Inleiding In deze rekenregels zijn de gevolgen verwerkt van aanpassingen in het bruto wettelijk minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen

Nadere informatie

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2018 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantietoeslag):

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2018 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantietoeslag): Rekenregels per 1 juli 2018 1. Inleiding In deze rekenregels zijn de gevolgen verwerkt van aanpassingen in het bruto wettelijk minimumloon per 1 juli 2018 voor uitkeringsbedragen en grondslagen op het

Nadere informatie

Sociale Verzekeringen per 1 juli 2012

Sociale Verzekeringen per 1 juli 2012 Sociale Verzekeringen per 1 juli 2012 Uitkeringen als de AOW, ANW, WW, WIA, WAO en Wajong gaan vanaf 1 juli 2012 omhoog. De verhogingen worden doorgevoerd omdat de uitkeringen zijn gekoppeld aan het wettelijk

Nadere informatie

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2019 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantietoeslag):

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2019 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantietoeslag): Rekenregels per 1 juli 2019 1. Inleiding In deze rekenregels zijn de gevolgen verwerkt van aanpassingen in het bruto wettelijk minimumloon per 1 juli 2019 voor uitkeringsbedragen en grondslagen op het

Nadere informatie

Sociale verzekeringen per 1 januari 2010

Sociale verzekeringen per 1 januari 2010 Sociale verzekeringen per 1 januari 2010 11 december 2009 Nr. 09/134 Uitkeringen als de AOW, ANW, WW, WIA, WAO en Wajong gaan vanaf 1 januari 2010 omhoog. De verhogingen worden doorgevoerd omdat de uitkeringen

Nadere informatie

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2017 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantietoeslag):

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2017 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantietoeslag): Rekenregels per 1 juli 2017 1. Inleiding In deze rekenregels zijn de gevolgen verwerkt van aanpassingen in het bruto wettelijk minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per

Nadere informatie

Belastingplan 2012. Vs. 05-01-2012 1

Belastingplan 2012. Vs. 05-01-2012 1 Belastingplan 2012 - Wettelijk minimumloon per maand o 15 jr. 434,00 o 16 jr. 499,10 o 17 jr. 571,40 o 18 jr. 658,20 o 19 jr. 759,45 o 20 jr. 889,65 o 21 jr. 1.048,80 o 22 jr. 1.229,60 o 23 jr. e.o. 1.446,60

Nadere informatie

Sociale Verzekeringen per 1 januari 2012

Sociale Verzekeringen per 1 januari 2012 Sociale Verzekeringen per 1 januari 2012 Uitkeringen als de AOW, ANW, WW, WIA, WAO en Wajong gaan vanaf 1 januari 2012 omhoog. De verhogingen worden doorgevoerd omdat de uitkeringen zijn gekoppeld aan

Nadere informatie

Rekenregels per 1 januari 2017

Rekenregels per 1 januari 2017 Rekenregels per 1 januari 2017 1. Inleiding In deze rekenregels zijn de gevolgen verwerkt van aanpassingen in het bruto wettelijk minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen

Nadere informatie

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2017 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantietoeslag):

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2017 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantietoeslag): Stimulansz - Regelingen en voorzieningen 1.1.4.23 Rekenregels per 1 juli 2017 1. Inleiding In deze rekenregels zijn de gevolgen verwerkt van aanpassingen in het bruto wettelijk minimumloon, de sociale

Nadere informatie

Overzicht uitkeringsbedragen per 1 juli 2018

Overzicht uitkeringsbedragen per 1 juli 2018 Overzicht uitkeringsbedragen per 1 juli 2018 Participatiewet Bijstandsuitkeringen De (netto) uitkering voor mensen vanaf 21 jaar tot de pensioengerechtigde leeftijd: per maand 1.352,48 vakantie-uitkering

Nadere informatie

Rekenregels per 1 januari 2018

Rekenregels per 1 januari 2018 Rekenregels per 1 januari 2018 1. Inleiding In deze rekenregels zijn de gevolgen verwerkt van aanpassingen in het bruto wettelijk minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen

Nadere informatie

Stimulansz - Regelingen & Voorzieningen 1.1.4.22. Bron: ministerie van SZW d.d. 30.11.2015. Rekenregels per 1 januari 2016

Stimulansz - Regelingen & Voorzieningen 1.1.4.22. Bron: ministerie van SZW d.d. 30.11.2015. Rekenregels per 1 januari 2016 Stimulansz - Regelingen & Voorzieningen 1.1.4.22 Bron: ministerie van SZW d.d. 30.11.2015 Rekenregels per 1 januari 2016 1. Inleiding In deze rekenregels zijn de gevolgen verwerkt van aanpassingen in het

Nadere informatie

Sociale verzekeringen per 1 juli 2009

Sociale verzekeringen per 1 juli 2009 Sociale verzekeringen per 1 juli Uitkeringen als de AOW, ANW, WW, WIA, WAO en Wajong gaan vanaf 1 juli omhoog. De verhogingen worden doorgevoerd omdat de uitkeringen zijn gekoppeld aan het wettelijk minimumloon.

Nadere informatie

Fiscale cijfers 2008

Fiscale cijfers 2008 ? KAPITAALVERZEKERING EIGEN WONING (KEW, BEW, SEW) 2008 2007 Vrijstelling KEW Premie betalingsduur 15 jaar 32.900 32.500 (niet cumulatief) Premie betalingsduur 20 jaar 145.000 143.000? EIGENWONINGFORFAIT

Nadere informatie

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2015 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantietoeslag):

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2015 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantietoeslag): Rekenregels per 1 juli 2015 1. Inleiding In deze rekenregels zijn de gevolgen verwerkt van aanpassingen in het bruto wettelijk minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per

Nadere informatie

In de rekenregels per 1 juli 2019 volgen de criteria voor het minimumjeugdloonvoordeel (jeugd- LIV) in 2019.

In de rekenregels per 1 juli 2019 volgen de criteria voor het minimumjeugdloonvoordeel (jeugd- LIV) in 2019. Rekenregels per 1 januari 2019 1. Inleiding In deze rekenregels zijn de gevolgen verwerkt van aanpassingen in het bruto wettelijk minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen

Nadere informatie

Hulp. de Reken. Kerncijfers personenschade 20 6

Hulp. de Reken. Kerncijfers personenschade 20 6 Pwriinjsjijvreeanag: AzippelepaWg.at42ch? Hulp 2016 de Reken Kerncijfers personenschade 20 6 Inhoud Sociale Zekerheid 7 Alfabetisch overzicht sociale voorzieningen/uitkeringen 4 Minimum(jeugd)loon 7 Daglonen

Nadere informatie

Persbericht. Sociale Verzekeringen per 1 januari 2013

Persbericht. Sociale Verzekeringen per 1 januari 2013 Persbericht Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 33 Fax (070) 333 40 30 www.szw.nl Sociale Verzekeringen per 1 januari 2013 Uitkeringen als de AOW, ANW, WW, WIA,

Nadere informatie

Wijzigingen minimumloon en sociale uitkeringen 2016

Wijzigingen minimumloon en sociale uitkeringen 2016 Wijzigingen minimumloon en sociale uitkeringen 2016 Wijzigingen minimumloon en sociale uitkeringen 2016 Werk en inkomen Wettelijk minimumloon en uitkeringsbedragen De bruto bedragen van het wettelijk minimumloon

Nadere informatie

Rekenregels per 1 januari 2015

Rekenregels per 1 januari 2015 Rekenregels per 1 januari 2015 1. Inleiding In deze rekenregels zijn de gevolgen verwerkt van aanpassingen in het bruto wettelijk minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen

Nadere informatie

Nieuw rekenmodel overlijdensschade

Nieuw rekenmodel overlijdensschade NIS 8 januari 2015 Nieuw rekenmodel overlijdensschade Erik-Jan Bakker Rekenkundig expert Oud rekenmodel overlijdensschade Totaal netto gezinsinkomen wordt verdeeld in: Vaste lasten huur/hypotheek gas water

Nadere informatie

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2019 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantietoeslag):

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2019 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantietoeslag): Rekenregels per 1 juli 2019 1. Inleiding In deze rekenregels zijn de gevolgen verwerkt van aanpassingen in het bruto wettelijk minimumloon per 1 juli 2019 voor uitkeringsbedragen en grondslagen op het

Nadere informatie

Rekenregels per 1 juli 2009

Rekenregels per 1 juli 2009 Rekenregels per 1 juli 2009 1. Inleiding In deze rekenregels zijn het bruto wettelijke minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 juli 2009 opgenomen. Deze premies en

Nadere informatie

Sociale Verzekeringen per 1 januari 2011

Sociale Verzekeringen per 1 januari 2011 Sociale Verzekeringen per 1 januari 2011 Uitkeringen als de AOW, ANW, WW, WIA, WAO en Wajong gaan vanaf 1 januari 2011 omhoog. De verhogingen worden doorgevoerd omdat de uitkeringen zijn gekoppeld aan

Nadere informatie

In de rekenregels per 1 juli 2019 volgen de criteria voor het minimumjeugdloonvoordeel (jeugd- LIV) in 2019.

In de rekenregels per 1 juli 2019 volgen de criteria voor het minimumjeugdloonvoordeel (jeugd- LIV) in 2019. Rekenregels per 1 januari 2019 1. Inleiding In deze rekenregels zijn de gevolgen verwerkt van aanpassingen in het bruto wettelijk minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen

Nadere informatie

In de rekenregels per 1 juli 2019 volgen de criteria voor het minimumjeugdloonvoordeel (jeugd- LIV) in 2019.

In de rekenregels per 1 juli 2019 volgen de criteria voor het minimumjeugdloonvoordeel (jeugd- LIV) in 2019. Rekenregels per 1 januari 2019 1. Inleiding In deze rekenregels zijn de gevolgen verwerkt van aanpassingen in het bruto wettelijk minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen

Nadere informatie

Rekenregels per 1 januari 2016

Rekenregels per 1 januari 2016 Rekenregels per 1 januari 2016 1. Inleiding In deze rekenregels zijn de gevolgen verwerkt van aanpassingen in het bruto wettelijk minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen

Nadere informatie

Inhoud. Afkortingen 13

Inhoud. Afkortingen 13 Inhoud Afkortingen 13 1 Inleiding in de sociale zekerheid 15 1.1 Inleiding 15 1.2 Driedeling 28 1.2.1 Werknemersverzekeringen 29 1.2.2 Volksverzekeringen 29 1.2.3 Sociale voorzieningen 30 2 Kinderen 33

Nadere informatie

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2013 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantiebijslag):

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2013 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantiebijslag): Rekenregels per 1 juli 2013 1. Inleiding In deze rekenregels zijn het bruto wettelijke minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 juli 2013 opgenomen. Deze premies en

Nadere informatie

Rekenregels per 1 januari 2013

Rekenregels per 1 januari 2013 Rekenregels per 1 januari 2013 1. Inleiding In deze rekenregels zijn het bruto wettelijke minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 januari 2013 opgenomen. Deze premies

Nadere informatie

SOCIALE VERZEKERINGEN PER 1 JULI 2012.

SOCIALE VERZEKERINGEN PER 1 JULI 2012. SOCIALE VERZEKERINGEN PER 1 JULI 2012. bron: Redactioneel/Rijksoverheid. door: Ton van Vugt. Uitkeringen als de AOW, ANW, WW, WIA, WAO en Wajong gaan vanaf 1 juli 2012 omhoog. De verhogingen worden doorgevoerd

Nadere informatie

Rekenregels per 1 januari 2015

Rekenregels per 1 januari 2015 Rekenregels per 1 januari 2015 1. Inleiding In deze rekenregels zijn de gevolgen verwerkt van aanpassingen in het bruto wettelijk minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen

Nadere informatie

Wijzigingen per 1 januari Wijzigingen per 1 januari 2017

Wijzigingen per 1 januari Wijzigingen per 1 januari 2017 Wijzigingen per 1 januari 2017 Wijzigingen per 1 januari 2017 Op 1 januari 2017 zijn enkele wetten aangepast, die van invloed zijn op het geven van een passend financieel advies. In dit bericht geven we,

Nadere informatie

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2016 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantietoeslag):

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2016 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantietoeslag): Rekenregels per 1 juli 2016 1. Inleiding In deze rekenregels zijn de gevolgen verwerkt van aanpassingen in het bruto wettelijk minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per

Nadere informatie

Rekenregels per 1 januari 2014

Rekenregels per 1 januari 2014 Rekenregels per 1 januari 2014 1. Inleiding In deze rekenregels zijn het bruto wettelijk minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 januari 2014 opgenomen. Deze premies

Nadere informatie

Sociale verzekeringen per 1 juli

Sociale verzekeringen per 1 juli Sociale verzekeringen per 1 juli Uitkeringen als de AOW, ANW, WW, WIA, WAO en Wajong zijn vanaf 1 juli omhoog gegaan. De verhogingen worden doorgevoerd omdat de uitkeringen zijn gekoppeld aan het wettelijk

Nadere informatie

Rekenregels per 1 januari 2012

Rekenregels per 1 januari 2012 Rekenregels per 1 januari 2012 1. Inleiding In deze rekenregels zijn het bruto wettelijke minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 januari 2012 opgenomen. Deze premies

Nadere informatie

Rekenregels per 1 januari 2011

Rekenregels per 1 januari 2011 Rekenregels per 1 januari 2011 1. Inleiding In deze rekenregels zijn het bruto wettelijke minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 januari 2011 opgenomen. Deze premies

Nadere informatie

De belangrijkste veranderingen in 2015 voor senioren op een rij INKOMEN

De belangrijkste veranderingen in 2015 voor senioren op een rij INKOMEN De belangrijkste veranderingen in 2015 voor senioren op een rij INKOMEN AOW De AOW-leeftijd stijgt verder. Wordt u vóór 1 oktober 2015 65 jaar, dan gaat uw AOW drie maanden na uw 65 e verjaardag in. 65

Nadere informatie

Rekenregels per 1 januari 2010

Rekenregels per 1 januari 2010 Rekenregels per 1 januari 2010 1. Inleiding In deze rekenregels zijn het bruto wettelijke minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 januari 2010 opgenomen. Deze premies

Nadere informatie

Bijlage: Vaststelling eigen bijdrage en besteedbaar inkomen voor een aantal categorieën.

Bijlage: Vaststelling eigen bijdrage en besteedbaar inkomen voor een aantal categorieën. Bijlage: Vaststelling eigen bijdrage en besteedbaar inkomen voor een aantal categorieën. Beschrijving van de eigen bijdrage systematiek Deze bijlage geeft een beschrijving van de wijze waarop de eigen

Nadere informatie

Rekenregels per 1 juli 2008

Rekenregels per 1 juli 2008 Rekenregels per 1 juli 2008 1. Inleiding In deze rekenregels zijn het bruto wettelijke minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 juli 2008 opgenomen. Deze premies en

Nadere informatie

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2016 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantietoeslag):

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2016 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantietoeslag): Rekenregels per 1 juli 2016 1. Inleiding In deze rekenregels zijn de gevolgen verwerkt van aanpassingen in het bruto wettelijk minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per

Nadere informatie

Overzichtstabel 1: Basisinkomensvoorzieningen Regeling Inhoud regeling en doelgroep Uitvoering Hoogte bedrag** Omvang gebruik** Uitgaven** Algemene

Overzichtstabel 1: Basisinkomensvoorzieningen Regeling Inhoud regeling en doelgroep Uitvoering Hoogte bedrag** Omvang gebruik** Uitgaven** Algemene Overzichtstabel 1: Basisinkomensvoorzieningen Regeling Inhoud regeling en doelgroep Uitvoering Hoogte bedrag** Omvang gebruik** Uitgaven** Algemene 28,2 miljard ouderdomswet (AOW) Algemene nabestaandenwet

Nadere informatie

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2013 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantiebijslag):

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2013 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantiebijslag): Rekenregels per 1 juli 2013 1. Inleiding In deze rekenregels zijn het bruto wettelijke minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 juli 2013 opgenomen. Deze premies en

Nadere informatie

Financiële gevolgen van het afschaffen van de buitengewone uitgavenregeling

Financiële gevolgen van het afschaffen van de buitengewone uitgavenregeling Financiële gevolgen van het afschaffen van de buitengewone uitgavenregeling Toelichting bij de uitkomsten van de rekenvoorbeelden I Toelichting bij de Buitengewone uitgaven Het bepalen van de aftrek buitengewone

Nadere informatie

De Letselschade Richtlijn Rekenmodel Overlijdensschade

De Letselschade Richtlijn Rekenmodel Overlijdensschade De Letselschade Richtlijn Rekenmodel Overlijdensschade Inhoud 1. Inleiding 2. Definities 3. Afbakening aanbeveling 4. Uitgangspunten berekening overlijdensschade 5. Voordeelverrekening 6. Verdeling onder

Nadere informatie

Rekenregels per 1 januari 2009

Rekenregels per 1 januari 2009 Rekenregels per 1 januari 2009 1. Inleiding In deze rekenregels zijn het bruto wettelijke minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 januari 2009 opgenomen. Deze premies

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 67779 3 december 2018 Mededeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 23 november 2018, 2018-0000186071,

Nadere informatie

Wijzigingen minimumloon en sociale uitkeringen 2016

Wijzigingen minimumloon en sociale uitkeringen 2016 Wijzigingen minimumloon en sociale uitkeringen 2016 Wijzigingen minimumloon en sociale uitkeringen 2016 Werk en inkomen Wettelijk minimumloon en uitkeringsbedragen De bruto bedragen van het wettelijk minimumloon

Nadere informatie

Verandering van de koopkracht van chronisch zieken en gehandicapten in 2014. Nibud, september 2013

Verandering van de koopkracht van chronisch zieken en gehandicapten in 2014. Nibud, september 2013 Verandering van de koopkracht van chronisch zieken en gehandicapten in 2014 Nibud, september 2013 Verandering van de koopkracht van chronisch zieken en gehandicapten in 2014 Nibud, september 2013 In opdracht

Nadere informatie

Historisch overzicht bedragen De Letselschade Richtlijnen per 1 januari 2013

Historisch overzicht bedragen De Letselschade Richtlijnen per 1 januari 2013 Historisch overzicht bedragen De Letselschade Richtlijnen per 1 januari 2013 De Letselschade Richtlijn Ziekenhuis- en Revalidatiedaggeldvergoeding Wijzigingsdatum Ziekenhuisdaggeldvergoeding Revalidatiedaggeldvergoeding

Nadere informatie

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2014 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantiebijslag):

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2014 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantiebijslag): Rekenregels per 1 juli 2014 1. Inleiding In deze rekenregels zijn het bruto wettelijk minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 juli 2014 opgenomen. Deze premies en

Nadere informatie

Rekenregels per 1 januari 2010

Rekenregels per 1 januari 2010 Rekenregels per 1 januari 2010 1. Inleiding In deze rekenregels zijn het bruto wettelijke minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 januari 2010 opgenomen. Deze premies

Nadere informatie

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2014 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantiebijslag):

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2014 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantiebijslag): Rekenregels per 1 juli 2014 1. Inleiding In deze rekenregels zijn het bruto wettelijk minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 juli 2014 opgenomen. Deze premies en

Nadere informatie

Rekenregels per 1 januari 2017

Rekenregels per 1 januari 2017 Rekenregels per 1 januari 2017 1. Inleiding In deze rekenregels zijn de gevolgen verwerkt van aanpassingen in het bruto wettelijk minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen

Nadere informatie

De Reken Hulp 2015 Kerncijfers personenschade 2015

De Reken Hulp 2015 Kerncijfers personenschade 2015 De RekenHulp 2015 Kerncijfers personenschade 2015 Inhoud Sociale Zekerheid 5 Minimum(jeugd)loon 5 Daglonen ZW-, WAO/WIA- en WW-uitkering 5 Werkdagen 5 Uitkeringspercentages WAO / Wajong / IVA / WGA 5 Tegemoetkoming

Nadere informatie

I. VERKLARINGEN BEDOELD IN ARTIKEL 1, ONDER L), VAN VERORDENING (EG) NR. 883/2004 DE DATUM VANAF WELKE DE VERORDENING VAN TOEPASSING ZAL ZIJN

I. VERKLARINGEN BEDOELD IN ARTIKEL 1, ONDER L), VAN VERORDENING (EG) NR. 883/2004 DE DATUM VANAF WELKE DE VERORDENING VAN TOEPASSING ZAL ZIJN Verklaring van het Koninkrijk der Nederlanden uit hoofde van artikel 9 van Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels

Nadere informatie

Heffingskortingen 2016

Heffingskortingen 2016 Heffingskortingen 2016 Heffingskortingen zijn kortingen op de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen. Hierdoor betaalt een belastingplichtige minder belasting en premies. Een heffingskorting is

Nadere informatie

Normenbrief normen per 1 januari 2018

Normenbrief normen per 1 januari 2018 Normenbrief normen per 1 januari 2018 Inleiding Het wettelijk minimumloon is per 1 januari 2018 vastgesteld op 1.578,00 per maand. In verband hiermee zal het netto minimumloon, als bedoeld in artikel 37

Nadere informatie

Rekenregels per 1 januari 2009

Rekenregels per 1 januari 2009 Rekenregels per 1 januari 2009 1. Inleiding In deze rekenregels zijn het bruto wettelijke minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 januari 2009 opgenomen. Deze premies

Nadere informatie

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2010 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantiebijslag):

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2010 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantiebijslag): Rekenregels per 1 juli 2010 1. Inleiding In deze rekenregels zijn het bruto wettelijke minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 juli 2010 opgenomen. Deze premies en

Nadere informatie

tarief belastingschijf 1 37% 36,25%* (5,1% belastingen en 31,15% premies) tarief belastingschijf 2 42% 42%* (10,85% belastingen en 31,15% premies)

tarief belastingschijf 1 37% 36,25%* (5,1% belastingen en 31,15% premies) tarief belastingschijf 2 42% 42%* (10,85% belastingen en 31,15% premies) Fiscale cijfers 2014 De definitieve cijfers voor 2014 zijn bekend. Tarieven en schijflengten box 1 Belastingschijf 1 0-19.645 0-19.645 tarief belastingschijf 1 37% 36,25%* (5,1% belastingen en 31,15% premies)

Nadere informatie

Fiscale en sociale cijfers 2012 per 1 januari 2012

Fiscale en sociale cijfers 2012 per 1 januari 2012 Fiscale en sociale cijfers 2012 per 1 januari 2012 Belastingen Inkomstenbelasting Tarief box I Belastbaar inkomen Jonger dan 65 jaar 65 jaar en ouder van tot % totaal % totaal - 18.945 33,10% 6.270 15,20%

Nadere informatie

Voorlopige wijziging bedragen WWB, IOAW en IOAZ per 1 januari 2012

Voorlopige wijziging bedragen WWB, IOAW en IOAZ per 1 januari 2012 Voorlopige wijziging bedragen WWB, IOAW en IOAZ per 1 januari 2012 Inleiding Het wettelijk minimumloon is per 1 januari 2012 vastgesteld op 1.446,60 per maand. In verband hiermee zal het netto minimumloon,

Nadere informatie

Wijziging bedragen Participatiewet

Wijziging bedragen Participatiewet Het wettelijk minimumloon is per 1 januari 2015 vastgesteld op 1.501,80 per maand. In verband hiermee zal het netto minimumloon, als bedoeld in artikel 37 van de Participatiewet per genoemde datum eveneens

Nadere informatie

Normenbrief 1 januari 2019

Normenbrief 1 januari 2019 Normenbrief 1 januari 2019 Inleiding Het bruto wettelijk minimumloon is per 1 januari 2019 vastgesteld op 1.615,80 per maand (was: 1.594,20). In verband hiermee zal het netto minimumloon, als bedoeld in

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 31612 11 juni 2019 Mededeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 3 juni 2019, 2019-0000067601, over

Nadere informatie

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016 Belastingdienst 16 2016 Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016 Deze aanvullende toelichting hoort bij de M-aangifte 2016. In het Overzicht inkomsten en aftrekposten

Nadere informatie

Stand van Zaken van de sociale zekerheid

Stand van Zaken van de sociale zekerheid In deze brochure wordt een algemeen overzicht met de bedragen per 1 januari 2013 gegeven van de verschillende sociale verzekeringen en voorzieningen. Het is aan de uitvoerende instantie om te beoordelen

Nadere informatie

Rekenregels per 1 juli 2008

Rekenregels per 1 juli 2008 Rekenregels per 1 juli 2008 1. Inleiding In deze rekenregels zijn het bruto wettelijke minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 juli 2008 opgenomen. Deze premies en

Nadere informatie

Inleiding 1. Kostendelersnorm IOAW en IOAZ

Inleiding 1. Kostendelersnorm IOAW en IOAZ Inleiding Het wettelijk minimumloon is per 1 januari 2017 vastgesteld op 1.551,60 per maand. In verband hiermee zal het netto minimumloon, als bedoeld in artikel 37 van de Participatiewet per genoemde

Nadere informatie

Inkomenseffecten Participatiewet en kostendelersnorm WWB. Nibud, 2013

Inkomenseffecten Participatiewet en kostendelersnorm WWB. Nibud, 2013 Inkomenseffecten Participatiewet en kostendelersnorm WWB Nibud, 2013 Inhoud 1 INLEIDING... 3 2 INKOMENSEFFECTEN... 4 2.1 Alleenstaande Wajonger... 4 2.2 Wajonger met een partner... 6 2.3 Wajonger bij ouders...

Nadere informatie

Gemiddelde van grootteklasse 1734 Overbetuwe. aantal uitkeringen einde kwartaal 3 4 1 2 laatste kwartaal afgerond op tientallen abs. perc. abs. perc.

Gemiddelde van grootteklasse 1734 Overbetuwe. aantal uitkeringen einde kwartaal 3 4 1 2 laatste kwartaal afgerond op tientallen abs. perc. abs. perc. : Sociale Zekerheid-Op-Maat Gemeente Gemiddelde van grootteklasse 1734 Overbetuwe 20.000 tot 50.000 inwoners 2014 2014 2015 2015 ontwikkeling 2014 2014 2015 2015 ontwikkeling aantal uitkeringen einde kwartaal

Nadere informatie

Rekenregels per 1 juli 2007

Rekenregels per 1 juli 2007 Rekenregels per 1 juli 2007 1. Inleiding In deze rekenregels zijn het bruto wettelijke minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 juli 2007 opgenomen. Deze premies en

Nadere informatie

Sociale verzekeringen en uitkeringen (januari) 2010 Premieoverzicht

Sociale verzekeringen en uitkeringen (januari) 2010 Premieoverzicht Sociale verzekeringen en uitkeringen (januari) 2010 Premieoverzicht Premies per 1 januari 2010 Volksverzekeringen (premieafdracht aan Belastingdienst) premie % AOW ANW AWBZ werkgever - - - werknemer 17,90

Nadere informatie