A.R.P.S. Bundel 593 ZIEKEN OF GEWONDEN IN DE AANHORIGHEDEN VAN DE N.M.B.S.

Transcriptie

1 A.R.P.S. Bundel 593 ZIEKEN OF GEWONDEN IN DE AANHORIGHEDEN VAN DE N.M.B.S.

2 ZIEKEN OF GEWONDEN IN DE AANHORIGHEDEN VAN DE N.M.B.S. TITEL I. TITEL II. TITEL III. TITEL IV. Algemene bepalingen. Door de verantwoordelijke persoon ter plaatse te nemen maatregelen. Medische kosten. Bedienden van buitenlandse spoorwegen en hun familieleden, ziek of gewond tijdens een verblijf in België ARPS 593 uitgegeven met bericht 58P van 1983 Bijvoegsels: Bijvoegsel 1 verschenen met bericht 70P van 1986 Titel II - Bijlage

3 TITEL I. ALGEMENE BEPALINGEN.

4 TITEL I. ALGEMENE BEPALINGEN. 1 Onverminderd de bepalingen van het A.R.A.D. Boekje 05 - Reglement op de ongevallen, onregelmatigheden of erge feiten -, zijn in deze bundel de regels aangegeven die moeten worden in acht genomen ten aanzien van personen, die in de aanhorigheden van de N.M.B.S. ziek of gewond worden, hierin begrepen de gerechtigden van het Fonds der sociale werken die in alle opzichten met buitenstaanders worden gelijkgesteld wat de toepassing van deze bundel betreft. 2 Bedoelde regels gelden echter niet voor arbeidsongevallen of ongevallen op de weg naar of van het werk waarvan bedienden van de Maatschappij het slachtoffer zijn. Die gevallen worden uitdrukkelijk behandeld in Bundel De in deze bundel beschreven regels zijn algemene richtlijnen, waarvan kan worden afgeweken door elke verantwoordelijke bediende die al naar de situatie, bijzondere maatregelen meent te moeten treffen, die hij op grond van zijn zin voor initiatief en doorzicht nodig mocht achten. 4 Onder verantwoordelijke persoon dient elke bediende te worden verstaan die naargelang van de omstandigheden, geroepen kan worden om tussen te komen bij ongeval of ziekte en in het bijzonder: a) de stationschef of zijn gemachtigde, als de zieke of gewonde zich op het domein van een station bevindt; b) de leidende ambtenaar van het bureau of de werkplaats of zijn gemachtigde, als de zieke of gewonde zich op een van die plaatsen bevindt; c) de technische inspecteur Baan of Elektriciteit en seininrichting of zijn gemachtigde in de andere gevallen. 5 In alle gevallen waarbij personen in installaties van de N.M.B.S. gewond worden of overlijden, moeten een bijzonder ongevalverslag en een projustitia worden opgesteld. Dit laatste moet ter informatie rechtstreeks worden opgestuurd naar het Parket van de Procureur des Konings, bevoegd voor de plaats van het ongeval of het overlijden.

5 TITEL II. DOOR DE VERANTWOORDELIJKE PERSOON TER PLAATSE TE NEMEN MAATREGELEN. HOOFDSTUK I. Medische bijstand HOOFDSTUK II Geestelijke en lekenbijstand HOOFDSTUK III Inlichten van de familie BIJLAGE

6 TITEL II. DOOR DE VERANTWOORDELIJKE PERSOON TER PLAATSE TE NEMEN MAATREGELEN. HOOFDSTUK I. MEDISCHE BIJSTAND. A. ZIEKTE OF VERWONDING. a) In alle gevallen. 6 Een hulpverlener oproepen die de persoon de eerste dringende hulp kan verlenen om te voorkomen dat zijn toestand verergert en die de eventueel ontboden geneesheer of verplegers inlichtingen kan verstrekken (naargelang van het geval: een bloeding verminderen, de persoon tegen koude of guur weer beschermen, hem opbeuren, kalmeren, letten op ademhaling en hartslag, indien nodig kunstmatige ademhaling toepassen). Als er geen hulpverlener is, die taak aan een bediende opdragen of ze desnoods zelf uitvoeren. 7 Maatregelen treffen om nieuwsgierigen op een afstand te houden. b) Gevallen waarbij hulp van een arts niet noodzakelijk blijkt. 8 De persoon naar de infirmerie, de hulppost brengen of, als er geen is, naar elke andere plaats waar hij kan worden verzorgd, bij voorkeur uit het zicht van het publiek. c) Gevallen waarbij hulp van een arts noodzakelijk blijkt. 9 Indien de persoon in staat is om zich te verplaatsen, hem naar de infirmerie brengen of naar elke andere plaats waar een arts hem kan onderzoeken, zoveel mogelijk uit het zicht van het publiek. 10 Wanneer een geneesheer ter plaatse is, wordt op hem beroep gedaan, tenzij de persoon een welbepaalde geneesheer bij zich wil. In dat geval moet deze arts in de mate van het mogelijke worden opgeroepen. 11 Als de door de betrokkene aangeduide arts niet kan worden bereikt, als hij niet dadelijk ter plaatse kan komen of als de betrokkene geen arts aanwijst, zonder verwijl de dichtstbijzijnde arts oproepen door de noodtabel te raadplegen. 12 De richtlijnen van de opgeroepen arts naleven. Wanneer deze van oordeel is dat de persoon naar een ziekenhuis of naar huis moet worden gevoerd, de betrokkene een geschikt vervoermiddel ter beschikkmg stellen en in voorkomend geval, naar huis laten brengen.

7 d) Vervoer naar een ziekenhuis. 13 Als de toestand van de betrokkene het wettigt, als de arts niet snel opgeroepen kan worden of als hij dreigt te laat te komen (b.v. een arts die de oproep niet onmiddellijk kan beantwoorden), niet aarzelen om de dienst 900 te verwittigen, vooral dan als de plaats waar de zieke of gewonde zich bevindt, dicht bij een ziekenhuis gelegen is: - hetzij dadelijk; - hetzij zonder verwijl, als de toestand van de betrokkene verergert, ook nadat de dichtstbijzijnde arts werd opgeroepen en zonder op zijn komst te wachten. (Bundel 593 Titel II Hfdst. I. Bladz. 2.) 14 Het ziekenhuis telefonisch verwittigen van de komst van de zieke of gewonde en uitdrukkelijk vermelden dat men zich door die overbrenging geenszins verbindt tot het betalen van de kosten. Schriftelijk bevestigen dat men zich door die overbrenging geenszins verbindt tot het betalen van de kosten. Deze alinea is eveneens van toepassing op de overbrenging naar een ziekenhuis bij toepassing van 12. e) De zieke of gewonde persoon weigert zich door een geneesheer te laten verzorgen of onderzoeken. 15 Dadelijk een verklaring in deze zin laten ondertekenen: a) door de betrokkene zelf, als hij daartoe nog in staat is; b) door de ouders of de persoon die hem vergezelt, als het gaat om een minderjarig kind, een blinde, een mindervalide enz... Als de betrokkene weigert te tekenen, deze weigering zo mogelijk door getuigen laten vaststellen. f) Toegang tot de gebouwen. 16 Ervoor zorgen dat arts en verplegers van de dienst 900 gemakkelijk ter plaatse kunnen komen (b.v, bij de ingang van de installaties een bediende plaatsen om de opgeroepen personen naar de zieke of gewonde te brengen). B. OVERLIJDEN a) Men is niet helemaal zeker dat de betrokkene overleden is. 17 De dichtstbijzijnde arts ontbieden. De dienst 900 oproepen om het slachtoffer naar een ziekenhuis te laten overbrengen.

8

9 b) Men is helemaal zeker dat de betrokkene overleden is. 18 Onmiddellijk de plaatselijke politie waarschuwen. De politie moet het overlijden officieel laten vaststellen, het doktershonorarium van de eventueel opgeroepen arts betalen en het gezin op de hoogte brengen. 19 Het lichaam overbrengen naar een lokaal waar het onttrokken is aan het oog van nieuwsgierigen, behalve wanneer het gaat om een gewelddadig overlijden. In dat geval mag het lichaam niet worden verplaatst voordat de politie is aangekomen. Het dient nochtans te worden bedekt.

10 TITEL II. DOOR DE VERANTWOORDELIJKE PERSOON TER PLAATSE TE NEMEN MAATREGELEN. HOOFDSTUK II. GEESTELIJKE EN LEKENBIJSTAND. 20 In zeer ernstige gevallen, als de zieke of gewonde in levensgevaar is, roept de verantwoordelijke persoon bij het slachtoffer een (of meerdere) geestelijke(n) of lekenconsulent(en). Deze bijstand wordt alleszins ingeroepen: wanneer het slachtoffer erom verzoekt; wanneer het slachtoffer niet bij machte is zijn wil te kennen te geven, en er aanwijzingen zijn betreffende zijn geestelijke of filosofisehe overtuiging. Daartoe de noodtabel raadplegen.

11 TITEL II. DOOR DE VERANTWOORDELIJKE PERSOON TER PLAATSE TE NEMEN MAATREGELEN. HOOFDSTUK III. INLICHTEN VAN DE FAMILIE. 2l Als de zieke of gewonde naar een ziekenhuis diende te worden vervoerd of als de persoon in kwestie overleden is, de naaste famiieleden verwittigen (b.v. telefonisch, via het station dat de plaats bedient waar de familie kan worden bereikt,...) en ze inlichten over de toestand van de persoon en over de plaats waar hij zich bevindt. Bij het vervullen van dergelijke opdrachten moet men zeer tactvol te werk gaan.

12 TITEL II. BIJLAGE. Modelbrief waarbij de Maatschappij zich niet verbindt tot het betalen van ziekenhuiskosten.

13 Bundel 593 Titel II. BIJLAGE. MODELBRIEF WAARBIJ DE MAATSCHAPPIJ ZICH NIET VERBINDT TOT HET BETALEN VAN ZIIEKENHUISKOSTEN. Tel AANGETEKEND Aan de Heer Directeur Mijnheer de Directeur, Op, werd Mevr./de Heer wonende te op ons verzoek naar uw instelling overgebracht. Wij bevestigen ons telefonisch onderhoud, namelijk dat ons verzoek hoe dan ook geen enkele betalingsverbintenis van onzentwege inhoudt, aangezien onze tussenkomst zich beperkte tot hulpverlening aan een persoon in gevaar. Hoogachtend, Namens de Maatschappij, 1 bijvoegsel.

14 TITEL III. MEDISCHE KOSTEN. 1 bijvoegsel.

15 593 TITEL III. MEDISCHE KOSTEN. A. BEGINSEL. 22 De kosten van een geneesheer die ter plaatse verzorging verleent, moeten door de persoon die de verzorging ontvangt betaald worden, behalve in de volgende gevallen: de verzorgde persoon is een personeelslid van de N.M.B.S. dat ziek wordt tijdens de uitoefening van zijn dienst; de verzorging wordt door een geneesheer van de N.M.B.S. verstrekt; de verantwoordelijkheid berust ontegensprekelijk bij de Maatschappij; bedienden van buitenlandse spoorwegen worden ziek of gewond tijdens hun dienst in België. 23 De N.M.B.S. zal het nodige bedrag maar in uitzonderlijke gevallen voorschieten, zonder dat dit feit als een prejudiciële erkenning van verantwoordelijkheid kan worden uitgelegd. B. BETALING VAN DE HONORARIA. a) Algemene regel: 24 de zieke of gewonde persoon (of eventueel een ter plaatse gekomen verwant) verzoeken de doktershonoraria onmiddellijk te betalen. De opgeroepen privégeneesheren moeten een bewijs van verstrekte verzorging opmaken; 25 als de persoon niet over de gevraagde geldsom beschikt, hem verzoeken met de geneesheer een overeenkomst te sluiten om de honoraria later te betalen. b) De zieke weigert de honoraria te betalen: 26 als de geneesheer aanvaardt om via het gewestelijk geneeskundig centrum (derde-betaler) te worden betaald, hem verzoeken aan het centrum een bewijs van verstrekte verzorging op te sturen, samen met de fiscale strook waarop het bedrag van de honoraria is vermeld en met het rekeningnummer waarop de bedragen moeten worden gestort; 27 als de geneesheer onmiddellijk betaald wil worden, moet de verantwoordelijke persoon het bedrag van de honoraria voorschieten; als hij niet over het nodige geld beschikt, moet hij naar de dichtstbijzijnde kassier gaan; het geld wordt voorgeschoten tegen afgifte van het bewijs van verstrekte verzorging samen met de fiscale strook waarop het bedrag van de honoraria is vermeld.

16 C. VERVOERKOSTEN. 28 De kosten voor vervoer naar huis of naar het ziekenhuis moeten door de zieke of gewonde persoon worden betaald en mogen niet door de verantwoordelijke persoon voorgeschoten worden. (1). (i) Voor de bedienden die in dienst ziek worden zijn de bepalingen van Titel V, Hoofdstuk V van Bundel 581 van toepassing.

17 Bundel 593 Titel III. Bladz. 2. D. OVERLIJDEN. 29 De kosten voor vaststelling van het overlijden door een door de politie opgeroepen geneesheer, voor het vervoer van het stoffelijk overschot en voor de lijkschouwing mogen in geen geval door de verantwoordelijke persoon betaald of voorgeschoten worden. Enkel de honoraria van de geneesheer die eventueel door de onmiddellijke chef ter plaatse werd geroepen, worden door de Maatschappij betaald, voor zover ze niet door een gezinslid van het slachtoffer of door een persoon die het slachtoffer vergezelde werden betaald. E, BEDIENDEN VAN DE N.M.B.S. DIE IN DIENST ZIEK WORDEN. 30 Bij de statutaire bedienden zijn de kosten van eerste hulp ten laste van het Fonds der Sociale Werken; bij het niet-statutair personeel zijn ze ten laste van de Maatschappij. De honoraria worden betaald volgens 26 en 27 hiervoren.

18 593 TITEL IV. BEDIENDEN VAN BUITENLANDSE SPOORWEGEN EN HUN FAMILIELEDEN, ZIEK OF GEWOND TIJDENS EEN VERBLIJF IN BELGIE Hoofdstuk I. Bedienden van buitenlandse spoorwegen die tijdens hun dienst in België ziek of gewond worden. Hoofdstuk II. Inlichtingen te verstrekken aan bedienden van buitenlandse spoorwegen en aan hun familieleden die tijdens een verblijf in België ziek of gewond worden.

19 TITEL IV. BEDIENDEN VAN BUITENLANDSE SPOORWEGEN EN HUN FAMILIELEDEN, ZIEK OF GEWOND TIJDENS EEN VERBLIJF IN BELGIE. HOOFDSTUK I. BEDIENDEN VAN BUITENLANDSE SPOORWEGEN DIE TIJDENS HUN DIENST IN BELGIE ZIEK OF GEWOND WORDEN. 31 In het wetboek van de Internationale Spoorwegunie is het volgende bepaald: Als een bediende bij de uitvoering van zijn dienst op het grondgebied van een andere spoorweg ziek of gewond wordt, moet die spoorweg ervoor zorgen dat de bediende geneeskundige en farmaceutische verzorging alsmede ziekenhuisverpleging krijgt, en dat de kosten daarvan tegen kostprijs worden terugbetaald door de spoorweg waarvan hij afhangt. Bijgevolg moet de onmiddellijke chef, in wiens installaties een bediende van de buitenlandse spoorwegen ziek of gewond wordt, alle maatregelen nemen om hem medische hulp te verlenen. Het geld voor de kosten van eerste geneeskundige en farmaceutische verzorging wordt door de onmiddellijke chef voorgeschoten.

20 TITEL IV. BEDIENDEN VAN BUITENLANDSE SPOORWEGEN EN HUN FAMILIELEDEN, ZIEK OF GEWOND TIJDENS EEN VERBLIJF IN BELGIE. HOOFDSTUK II. INLICHTINGEN TE VERSTREKKEN AAN BEDIENDEN VAN BUITENLANDSE SPOORWEGEN EN AAN HUN FAMILIELEDEN DIE TIJDENS EEN VERBLIJF IN BELGIE ZIEK OF GEWOND WORDEN. 32 Bedienden van buitenlandse spoorwegen of hun familieleden die tijdelijk in België verblijven, inzonderheid als toerist, kunnen bij het personeel van de stations en van de gewestelijke geneeskundige centra van de N.M.B.S. inlichtingen vragen mochten ze op Belgisch grondgebied ziek of bij een ongeval betrokken worden. 33 De dienst waaraan de inlichtingen worden gevraagd, deelt deze mee na raadpleging van de noodtabel of na telefonisch contact met het gewestelijk geneeskundig centrum. In voorkomend geval worden het adres van het gewestelijk geneeskundig centrum alsmede de openingsuren meegedeeld.

21 Bericht 70P van 28 november 1986 ZIEKEN OF GEWONDEN IN DE AANHORIGHEDEN- VAN DE N.M.B.S. Modelbrief waarbij Maatschappij zich niet verbindt tot het betalen van ziekenhuiskosten. Paragraaf 114 bepaalt dat de Maatschappij schriftelijk moet bevestigen dat ze, zich niet verbindt tot het betalen van de kosten voor opneming en/of verzorging van de zieke of gewonde in een verpleeg inrichting. Om alle onduidelijkheden te voorkomen werd beslist om een modelbrief op te nemen in bundel 593 De diensten die over Bundel 593 beschikken vinden de te vervangen b1adzijden in bijlage. De Hoofd Inspecteur, H. VAN NOTEN. Bericht 58 P van 12 juli 1983 De onderrichtingen betreffende zieken of gewonden in de aanhorigheden van de NMBS worden hierbij gecoördineerd onder de vorm van Bundel 593 van het ARPS. Door de publicatie van deze bundel worden de eerder door berichten 34 P van 1941, 90 P van 1956 en 115 P van 1957 uitgegeven onderrichtingen opgeheven en vervangen. Wg De directeur-generaal E. Flachet.