Wijziging Regeling nationale vervoerbewijzen openbaar vervoer

Transcriptie

1 VW Wijziging Regeling nationale vervoerbewijzen openbaar vervoer Regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat tot wijziging van de Regeling nationale vervoerbewijzen openbaar vervoer 4 december 2003/HDJZ/S&W/ Hoofddirectie Juridische Zaken De Minister van Verkeer en Waterstaat, Gelet op de artikelen 42, eerste lid, 43, eerste lid, onderdeel c, en tweede lid, en 46, vierde lid, van het Besluit personenvervoer 2000; Besluit: Artikel I De Regeling nationale vervoerbewijzen openbaar vervoer 1 wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 21 wordt een door de minister jaarlijks vast te stellen periode van het jaar vervangen door: de maanden juni, juli en augustus. B Artikel 22, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd: 1. In onderdeel a wordt voor Amsterdam vervangen door: in het gebied van het Regionaal Orgaan Amsterdam. 2. In onderdeel b wordt: a. na 5319, ingevoegd 5321, ; b. na 5326, ingevoegd 5327, ; c. voor Rotterdam vervangen door: in het gebied van de Stadsregio Rotterdam. 3. In onderdeel c wordt voor s-gravenhage vervangen door: in het gebied van het Stadsgewest Haaglanden. C Aan het slot van artikel 28, derde lid, wordt ingevoegd: en wordt een pasfoto overgelegd die voldoet aan de voorschriften in de Regeling eisen pasfoto s. D Bijlage 1 wordt als volgt gewijzigd: 1. Onderdeel 2. Sterabonnementen wordt vervangen door onderdeel 2. Sterabonnementen, opgenomen in bijlage 1 bij deze regeling. 2. Aan onderdeel 3. Combinatiesterabonnement wordt toegevoegd de onderdelen d. 1 zone, e. 2 zones en f. 3 zones, opgenomen in bijlage 2 bij deze regeling. 3. Aan onderdeel 4. Combinatienetabonnementen wordt toegevoegd de onderdelen c. OV-dagkaart en d. OVmaandkaart, opgenomen in bijlage 3 bij deze regeling. 4. Aan onderdeel 5. OV-Jaarkaart wordt toegevoegd het onderdeel Jaartrajectkaart, opgenomen in bijlage 4 bij deze regeling. 5. Onderdeel 6. OV-studentenkaart wordt vervangen door onderdeel 6. OVstudentenkaart, opgenomen in bijlage 5 bij deze regeling. E Bijlage 2 wordt vervangen door bijlage 2, opgenomen in bijlage 6 bij deze regeling. F In bijlage 4 wordt blad 25 Oost van vervangen door blad 25 Oost van , opgenomen in bijlage 7 bij deze regeling. G In bijlage 5 worden de in kolom A van onderstaande tabel genoemde bladen vervangen door de in kolom B genoemde bladen, welke laatstgenoemde bladen zijn opgenomen in bijlage 8 bij deze regeling. A B 46 West/Oost van West/Oost van West van West van Oost van Oost van Oost van Oost van West van West van Oost van Oost van West van West van Oost van Oost van West van West van Oost van Oost van Artikel II Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2004, met uitzondering van artikel I, onderdeel F, dat in werking treedt met ingang van 16 december Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst met uitzondering van de bijlagen 7 en 8, die ter inzage worden gelegd bij het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Bijlage 1, bedoeld in artikel I, onderdeel D, onder 1 2. Sterabonnementen a. voltarief De Minister van Verkeer en Waterstaat, K.M.H. Peijs. 1 Stcrt. 2000, 245; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 26 mei 2003 (Stcrt. 102). Uit: Staatscourant 15 december 2003, nr. 242 / pag. 38 1

2 b. reductietarief Uit: Staatscourant 15 december 2003, nr. 242 / pag. 38 2

3 Bijlage 2, bedoeld in artikel I, onderdeel D, onder 2 d. 1 zone Uit: Staatscourant 15 december 2003, nr. 242 / pag. 38 3

4 e. 2 zones f. 3 zones Uit: Staatscourant 15 december 2003, nr. 242 / pag. 38 4

5 Bijlage 3, bedoeld in artikel I, onderdeel D, onder 3 c. OV-dagkaart d. OV-maandkaart Uit: Staatscourant 15 december 2003, nr. 242 / pag. 38 5

6 Bijlage 4, bedoeld in artikel I, onderdeel D, onder 4 Jaartrajectkaart Bijlage 5, bedoeld in artikel I, onderdeel D, onder 5 6. OV-studentenkaart Uit: Staatscourant 15 december 2003, nr. 242 / pag. 38 6

7 Bijlage 6, bedoeld in artikel I, onderdeel E Bijlage 2, behorende bij artikel 5, tweede lid, van de Regeling nationale vervoerbewijzen openbaar vervoer Tarieven nationale vervoerbewijzen 1. Voor strippenkaarten gelden tarieven, als opgenomen in onderstaande tabel: Kaartsoort Vol tarief Reductietarief a. 2 strippen 1,60 b. 3 strippen 2,40 c. 8 strippen 6,40 d. 15 strippen 6,40 4,20 e. 45 strippen 18,90 2. Het reductietarief, genoemd onder 1, is geldig voor kinderen, ouderen, voor houders van een OV-studentenkaart tijdens de periode waarin reizen met reductie is toegestaan, alsmede voor het vervoer van fietsen en levende dieren als bedoeld in artikel 46, derde lid, van het Besluit personenvervoer Voor de dagkaarten gelden tarieven, als opgenomen in onderstaande tabel: Kaartsoort Vol tarief Reductietarief a. landelijke dagkaart 12,80 6,40 b. stedelijke dagkaart 6,40 3,20 4. Het reductietarief, genoemd onder 3, is geldig voor kinderen en ouderen, alsmede voor het vervoer van fietsen en levende dieren als bedoeld in artikel 46, derde lid, van het Besluit personenvervoer Voor abonnementen met een geldigheidsduur van een week is een tarief verschuldigd als opgenomen in onderstaande tabel: Kaartsoort Vol tarief Reductietarief a. 1 ster 9,85 6,50 b. 2 ster 16,95 11,20 c. 3 ster 25,25 16,65 d. 4 ster 21,85 e. 5 ster 27,35 f. 6 ster 32,80 g. netabonnement 38,55 6. Voor abonnementen met een geldigheidsduur van een maand zijn tarieven verschuldigd als opgenomen in onderstaande tabel: Kaartsoort Vol tarief Reductietarief a. 1 ster 32,60 21,55 b. 2 ster 55,40 36,55 c. 3 ster 82,30 54,35 d. 4 ster 109,55 72,30 e. 5 ster 136,45 90,05 f. 6 ster 163,50 107,90 g. netabonnement 193,90 128,00 7. Voor abonnementen met een geldigheidsduur van een jaar bedraagt het verschuldigde tarief tien maal het tarief dat verschuldigd is voor een abonnement met de geldigheidsduur van een maand. Indien het abonnement wordt omgewisseld als bedoeld in artikel 27a, is het prijsverschil voor de nog resterende maanden, minus de twee gratis maanden, verschuldigd. Een deel van de maand wordt hierbij als een volledige maand gerekend. Het prijsverschil wordt berekend op basis van de tarieven die golden op de ingangsdatum van het abonnement. 8. Het reductietarief voor de abonnementen, genoemd onder 5 en 6, geldt voor kinderen, jeugdigen, ouderen alsmede voor fietsen en levende dieren als bedoeld in artikel 46, derde lid, van het Besluit personenvervoer Uit: Staatscourant 15 december 2003, nr. 242 / pag. 38 7

8 9. Voor combinatie-netabonnementen met een geldigheidsduur van een dag is een tarief verschuldigd van 4, Voor combinatie-abonnementen met een geldigheidsduur van een maand is een tarief verschuldigd als opgenomen in onderstaande tabel: Maandkaart a. 1 ster 24,00 b. 2 ster 35,50 c. 3 ster 47,50 d. netabonnement 58, Voor combinatie-abonnementen met een geldigheidsduur van een jaar zijn tarieven verschuldigd als opgenomen in onderstaande tabel: Jaarkaart a. 1 ster 250,00 b. 2 ster 375,00 c. 3 ster 500, Voor combinatie-netabonnementen met een geldigheidsduur van een jaar is een tarief verschuldigd als opgenomen in onderstaande tabel: Stad/streekdeel OV-jaarkaart a. 1 persoon 459,50 b. 2 personen 527,00 c. 3 personen 549,50 d. 4 personen 563,50 e. 5 personen 574,50 f. 6 of meer personen 586,00 g. bedrijven 537, Voor de zomertoerpluskaart is een tarief verschuldigd als opgenomen in onderstaande tabel: Zomertoerpluskaart a. 1 persoon 10,50 b. 2 personen 15, Voor de OV-studentenkaart is een tarief verschuldigd van 0, Voor de zomerzwerfkaart is een tarief verschuldigd als opgenomen in onderstaande tabel: Zomerzwerfkaart a. voltarief 8,50 b. reductietarief 5, Het reductietarief voor de zomerzwerfkaart, genoemd onder 15, geldt voor kinderen, ouderen alsmede voor fietsen en levende dieren als bedoeld in artikel 46, derde lid, van het Besluit personenvervoer Toelichting Deze wijziging van de Regeling nationale vervoerbewijzen openbaar vervoer ziet op een zevental aanpassingen. Deze wijzigingen worden hieronder nader toegelicht. Artikel I, onderdeel A (geldigheid zomerzwerfkaart) Daar de zomerzwerfkaart ieder jaar geldig is in de maanden juni, juli en augustus bleek het niet noodzakelijk om die periode jaarlijks opnieuw vast te stellen. Daarom wordt de genoemde periode in artikel 21 opgenomen. Artikel I, onderdeel B (actualisering zones en gebieden) Met ingang van 30 juni 2003 is de zonering in de Stadsregio Rotterdam gewijzigd. Daarbij zijn twee nieuwe zones ontstaan met de nummers 5321 voor de wijken Capelle-Schenkel, Rotterdam- Alexanderpolder, -Ommoord en -Zevenkamp en 5327 voor het noordelijk deel van de gemeenten Schiedam en Vlaardingen. In artikel 22, eerste lid, onderdeel b, is voor de Stadsregio Rotterdam aangegeven in welke zones de dagkaart geldig is. De nieuwe zonenummers worden aan deze opsomming toegevoegd. De aanduidingen Amsterdam, Rotterdam en s-gravenhage worden geactualiseerd en gewijzigd in het Regionaal Orgaan Amsterdam, de Stadsregio Rotterdam en het Stadsgewest Haaglanden. Artikel I, onderdeel C (eisen pasfoto voor stamkaart) Een stamkaart is persoonsgebonden en wordt voorzien van een pasfoto. Een sterabonnement is slechts geldig in combinatie met een stamkaart. Om te kunnen beoordelen of een reiziger gebruik maakt van een geldig abonnement dient de pasfoto het onbedekte gezicht van de houder van de stamkaart te tonen. Tot op heden was een dergelijke eis niet in de regeling gesteld. Nu in de praktijk is gebleken dat in sommige gevallen pasfoto s worden gebruikt met een bedekt gezicht, waardoor niet kan worden vastgesteld of de persoon die de kaart gebruikt ook de houder is van de stamkaart en dus recht heeft op het gebruik van de bijbehorende abonnementskaart, wordt een bepaling opgenomen dat de pasfoto moet voldoen aan de eisen in de Regeling eisen pasfoto s. Het gevolg hiervan is dat de pasfoto s op een stamkaart het onbedekte gezicht moeten tonen. Artikel I, onderdeel D (aanpassen modellen vervoerbewijzen) Bij de ster-abonnementen is een nieuw drukbeeld en een nieuw hologram toegepast dat nu exact overeenkomt met het hologram op de NVB-voorverkoop strippenkaarten. De grafische kopieerbeveiliging die in de oude abonnementen was verwerkt is, vanwege het verliezen van functionaliteit door digitalisering van de maatschappij komen te vervallen. Het vaststellen van nieuwe modellen combinatie-abonnementen is nodig omdat de NV Nederlandse Spoorwegen naast de bestaande automaten, nieuwe automaten in gebruik heeft genomen die vervoerbewijzen afgeven die zijn gedrukt op thermisch papier. Tevens zijn deze vervoerbewijzen voorzien van een hologram waardoor de fraudebestendigheid is verhoogd. De NV Nederlandse Spoorwegen heeft haar bestaande plastic kaart opnieuw vormgegeven. Het beeld is vernieuwd en de lay-out is in geringe mate aangepast. De achterzijde van deze kaart is niet gepubliceerd, daar er niets op vermeld staat. Het vaststellen van een nieuw model OV-studentenkaart is nodig omdat per 1 januari 2004 een nieuwe overeenkomst tussen de Informatie Beheer Groep en het Ministerie van OCW zal gelden. In dit contract is, mede op advies van de vervoerbedrijven, bepaald dat de OVstudentenkaart voor 2004 een aangepaste kleurstelling krijgt. Tevens is de achterzijde van de OV-studentenkaart bedrukt met de actuele reistijdenregeling en is daarop tevens aangegeven dat met de kaart ook in de Q-liner kan worden gereisd. Artikel I, onderdeel E (verhoging tarieven) Deze vernieuwde bijlage betreft een verhoging van de stads- en streekvervoertarieven met ingang van 1 januari Over de vaststelling van de nieuwe tarieven is overleg gevoerd met vertegenwoordigers van de decentrale overheden met bevoegdheden op het terrein van het openbaar vervoer, de vervoerbedrijven en de consumentenorganisaties. De tariefstijging van de strippenkaart in de voorverkoop (ruim de helft van de omzet van nationale vervoerbewijzen) blijft beperkt tot 3,2 %. De tarieven van de wagenverkoopstrippenkaarten, die in 2002 fors zijn gestegen, worden niet verhoogd. Mede naar aanleiding van het advies van de decentrale overheden is het reductiepercentage van de reductietarieven voor ouderen, kinderen van vier tot en met elf jaar en jeugdigen van twaalf tot en met achttien jaar (alleen voor abonnementen) teruggebracht van 36,67 % naar 34 %. De abonnementen worden ten opzichte van de strippenkaarten iets meer in prijs verhoogd. Uitgangspunt bij de tariefstijging in de afgelopen jaren is geweest dat de kostenontwikkeling in de bedrijfstak wordt gevolgd. Teneinde het bestaande vervoersniveau in stand te houden, bedraagt de gemiddelde tariefstijging 4,87 %. Uit: Staatscourant 15 december 2003, nr. 242 / pag. 38 8

9 Artikel I, onderdeel F (zonewijziging Regionaal Orgaan Amsterdam) Op verzoek van het Regionaal Orgaan Amsterdam (ROA) worden de zonegrenzen tussen de zones 5715 en 5710 gewijzigd, waardoor een reis met de lijnen 037 en 245 niet meer door zone 5710 loopt. Omdat een reis met deze lijnen een strip minder gaat kosten, zal minder discussie met controleurs plaatsvinden wat naar verwachting zal leiden tot een verbetering van de sociale veiligheid. In de oude situatie reed lijn 037 door zone 5710 zonder dat in deze zone een halte was gesitueerd. Tegelijkertijd kostte dezelfde reis met tram of metro een zone minder. De aanpassing strekt ertoe deze ongelijke situatie op te heffen. Tevens houdt deze zone-aanpassing in dat de halte Zuiderzeeweg van de lijnen 037, 245 en 326 een overlaphalte wordt. Het betekent dat de zone waarin de reiziger zich bevindt, afhankelijk is van de reisinrichting. Op verzoek van het ROA gaat de aanpassing van de zonering in met ingang van 16 december 2003: op deze datum treedt ook de nieuwe dienstregeling in werking. Artikel I, onderdeel G (zonewijzingen Limburg en Maastricht) Op verzoek van de provincie Limburg vindt een herzonering plaats die leidt tot het opheffen van grote verschillen in de zonegrootte waardoor de ongelijkheid in de reiskosten voor de reiziger wordt beëindigd. De gemeente Maastricht en het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven hebben beide aangegeven in te stemmen met de herzonering van de provincie Limburg. Op verzoek van de gemeente Maastricht wordt de overlapzone in het centrum van Maastricht vergroot en gewijzigd in een betaalde zone. De zonegrenshaltes gelegen op de zonegrens van de centrumzone worden overlaphaltes. Daarnaast worden de halteparen gelegen op de zonegrens tussen zone 6649 en 6650 overlaphaltes. Dit betekent dat de zone waarin de reiziger zich bevindt, afhankelijk is van de reisrichting. De volgende halteparen in de gemeente Maastricht krijgen meerdere zonenummers toegewezen: Brusselsepoort: zone 6659 en 6658 Koningsplein: zone 6659, 6649 en 6650 Centre Ceramique Sphinxlunet: zone 6659 en 6649 Fr. Romanisweg winkelcentrum: zone 6659 en 6650 Scharnerweg: zone 6649 en 6650 Wethouder van Caldenborglaan: zone 6649 en 6650 Burg. Cortenstraat, Padualaan: zone 6649 en 6650 Bergerstraat, Vijverdal: zone 6649 en 6650 Op verzoek van de provincie Limburg en de gemeente Maastricht gaan de zoneaanpassingen in met ingang van 1 januari Het Overlegorgaan Personenvervoer heeft ingestemd met de regeling. In het slotformulier van de regeling is bepaald dat de bijlagen 7 en 8 bij de regeling bekend worden gemaakt door terinzagelegging. Deze terinzagelegging vindt plaats in de bibliotheek van de Hoofddirectie Juridische Zaken van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, thans gevestigd aan de Koningskade 4 te Den Haag. De Minister van Verkeer en Waterstaat, K.M.H. Peijs. Uit: Staatscourant 15 december 2003, nr. 242 / pag. 38 9